Opleidingsplan Jeugd Rangers Opdorp seizoen 2015-2016
Algemeen: De voetbalclub wil zich een passende plaats toe eigenen in het Belgische voetbal. De club streeft naar een terdege uitbouw van haar organisatie en naar een infrastructuur die aan alle wettelijke eisen voldoet. De club wil financieel gezond zijn en een goede jeugdwerking uitbouwen. Binnen de opleiding staan kernwoorden als kwaliteit, sociaal-maatschappelijk verantwoord en gedrevenheid hoog in het vaandel. Via een kwaliteitsvol jeugdbeleid wenst de club haar beloften en eerste ploeg te bevolken met zoveel mogelijk eigen opgeleide jeugdspelers. Op die manier kunnen toeschouwers zich identificeren met de club. Aan de hand van een enthousiaste ( en gekwalificeerde ) trainersstaf krijgen alle jeugdspelers optimale speel- en ontplooiingskansen. De club verbindt zich er toe na te streven om elke jeugdspeler op seizoensbasis minimaal 50% speelgelegenheid te bieden. Daarnaast willen de club de spelers ook begeleiden en stimuleren om zich op sociaal vlak te ontplooien. Dit opleidingsplan dient als leidraad om de samenwerking onderling in goede banen te leiden en vervolgens om spelers op fysisch, tactisch, technisch maar ook sociaal vlak, te stimuleren zich zoveel mogelijk te ontplooien.
Missie: Ingegeven door de overtuiging dat de jeugdopleiding een onmiskenbare pijler is in de structuur van een voetbalclub, wil de club een jeugdafdeling uitbouwen en in stand houden, zodanig dat de jeugdafdeling de club een herkenbaar imago bezorgt van voetbalclub waarvan het jeugdvoetbal een essentieel onderdeel uitmaakt. De hoofddoelstelling is, jeugdspelers zodanig op te leiden en te begeleiden dat hun aanwezige talenten optimaal ontwikkeld en benut worden, waardoor een continue doorstroming naar de senioren en bij voorkeur 1e ploeg mogelijk wordt. Streefdoel is een grote groep eigen opgeleide jeugdspelers inpassen in de senioren. Daarbij worden enerzijds jeugdspelers ‘voetbalspecifiek’ opgeleid maar zal hen anderzijds ook attitudes worden aangeleerd die zij op maatschappelijk vlak goed kunnen gebruiken. Ook zal hen een goede mix voorgehouden worden tussen studie en voetbal. Allerhande nevenactiviteiten voor de spelers en hun ouders moet ervoor zorgen dat de club wordt beschouwd als familiale club binnen de gemeente en regio.
Doelstellingen: De club gaat uit van de volgende doelstellingen: 1e: We willen élke speler, ongeacht zijn talenten, elke week laten trainen en voetballen op een niveau dat bij hem of haar past! Het streven is om elke speler op seizoensbasis minimaal 50% speelgelegenheid te bieden. Uiteraard op voorwaarde dat spelers blessurevrij zijn en zich houden aan overeengekomen afspraken, zoals deze voorafgaande aan het seizoen aan de spelers zijn overhandigd. 2e: We willen de jeugdopleiding naar een hoger niveau tillen, zodat iedereen daar voordeel van heeft, iedere speler, maar ook iedere supporter. (Het is voor supporters toch leuk dat als je naar het voetballen komt kijken en je dan spelers ziet die je letterlijk en figuurlijk zelf hebt zien opgroeien.) 3e: Educatief willen we een voorbeeldfunctie vervullen als het gaat over waarden en normen, respectvolle bejegening, verantwoord omgaan met materialen en eigendommen van anderen en hygiëne. Er is aandacht voor de sociale vorming, (contacten met leeftijdsgenoten, omgaan met regels etc.) en aandacht voor de emotionele ontwikkeling (ontwikkelen van zelfvertrouwen, omgaan met winst en verlies). 4e: En last but not least, we willen ook de beter getalenteerde spelers bij onze club houden. We willen de meer getalenteerde samen laten trainen zodat ze dan meer met en van elkaar leren en hun talenten zo goed mogelijk ontplooien. De club wil bovenstaande doelen verwezenlijken in een boven alles “kindvriendelijke omgeving” waarin iedere medewerker en speler oog dient te behouden voor plezier en kameraadschap in alle lagen van de club. Eén niet onbelangrijk aspect hierbij is dat we op deze manier onze jeugdspelers ook trachten op te leiden tot een “goed” supporter van het eerste elftal en van de club en daarnaast te stimuleren tot ‘vrijwilliger’ binnen de club. Bij dit alles zullen goede contacten onderhouden worden met de ouders, maar ook met – mogelijke sponsors, supporters, vrijwilligers en met de Gemeente Buggenhout.
Afspraken: Het realiseren van deze doelstellingen vertaalt zich in: De club wil de jeugdafdeling een vooraanstaande rol toedelen en alle middelen geven om: de opleidingspiramide in stand te houden en zo de genoemde continue doorstroming naar de 1e ploegen / reserves te realiseren. - ook minder getalenteerde jongeren kansen te bieden om wekelijks te voetballen en op seizoen basis 50% speelgelegenheid te bieden. De club besteedt de nodige aandacht aan de ethische waarden en normen die nodig zijn om verantwoord in club en samenleving te functioneren door: - scholing van het kader voorop te stellen - informatie aan spelers / ouders / supporters - medewerking aan acties van de KBVB of anderen (antiracisme – fair- play enz) - hanteren van gedragscodes - binnen de opleiding staan kernwoorden als kwaliteit, sociaal-maatschappelijk en gedrevenheid hoog in het vaandel.
Realisatie: Bovenstaande wordt gerealiseerd door een gedegen opleiding: - met optimale ontplooiingskansen aan haar jeugdspelers door ( gekwalificeerde ) trainers en kwaliteitsvolle infrastructuur aan te bieden. - opleiden en bijscholen van, werken met goede/gekwalificeerde trainers - bijscholen van bestuurders - bijscholen afgevaardigden - relevante informatie geven aan ouders - met gebruikmaking van moderne media en website - alle spelersgroepen trainen minimaal 2 x per week Daarnaast worden nevenactiviteiten georganiseerd met de bedoeling spelers te binden aan de clubs zoals: -Ploeguitstapjes - Tornooien - Paasstage - De seizoen afsluiting
Communicatie : MET DE SPELERS / OUDERS De bedoeling moet zijn om duidelijkheid te creëren bij de spelers en ouders omtrent de visie van de jeugdopleiding en hoe deze in de praktijk wordt omgezet. Daarin zullen het de TVJO/bestuur en de opleiders een toelichting geven over de manier van werken en zullen de ouders, indien zij het nodig vinden, de kans krijgen om vragen te stellen of voorstellen te doen. Tijdens het seizoen zal dit moeten gecontinueerd worden aan de hand van verschillende informatiekanalen. Tips: ⇒ Zorg ervoor dat je, bij het mondeling doorgeven van informatie, de volledige spelersgroep samen hebt en vraag de nodige aandacht. ⇒ Stuur de reeds gegeven informatie nogmaals door via e-mail of nog beter via soccer-online ⇒ Spelers die afwezig zijn en van zich niets laten horen, bel je zo vlug mogelijk op, zodat je weet wat er gaande is. Houd daarom altijd de lijst met de gegevens bij de hand. Al moet de afspraak duidelijk zijn dat spelers in de eerste plaats steeds de trainer verwittigen.
MET DE COLLEGA-OPLEIDER(S) Samenwerken is enkel mogelijk wanneer de opleiders (binnen eenzelfde categorie) op dezelfde golflengte zitten. Constant overleg is daarbij een eerste stap. Tips: ⇒ Zoek vóór of na de training een moment om samen te zitten. ⇒ Opvolging attitude en kwaliteiten van de spelersgroep
⇒ Bekijken en eventueel aanpassen van de tussencategorie ⇒ Mogelijke problemen preventief aanpakken ⇒ Controleer onmiddellijk na de laatste training de selectie van de ploegen voor de komende wedstrijd. Bij mogelijke wijzigingen kan die info direct worden doorgespeeld naar de spelersgroep. ⇒ spelers worden enkel doorgeschoven in onderling overleg met de TVJO en de betrokken trainer van de hogere of lagere reeks
MET DE TVJO Wijzigingen in het vooropgestelde schema of onvoorziene problemen met spelers en/of ouders, worden eerst voorgelegd aan het bestuur of de TVJO . Opmerking : Om nadien discussies te vermijden, wordt dit ook schriftelijk (e-mail) doorgegeven. De TVJO kan informatie doorgeven op verschillende manieren. 1) e-mail 2) sms (ter bevestiging) 3) gsm (dringend)
Opvolging DOOR DE OPLEIDER ⇒ Socceronline aanwezigheidslijst trainingsvoorbereiding overzicht spelproblemen ⇒ periodiek jongleeropdracht – van U10-U11 tot en met U17 (augustus, oktober, december, februari en april) zie bijlage jongleren individueel evaluatiegesprek met iedere speler + bijhouden evaluatiefiche (augustus-september, winterstop, einde seizoen) - vermelding van sterke en minder sterke punten - opstellen van werkpunten
DOOR DE TVJO ⇒ In de loop van het seizoen zal de TVJO een aantal trainingen en wedstrijden bijwonen, die dan op een afgesproken tijdstip zullen besproken worden. opmerkingen: ⇒ Samenzitten betekent meningen uitwisselen, wat alleen maar verrijkend kan zijn voor beide partijen. Toch is er een duidelijk visie, waarvan niet mag worden afgeweken. ⇒ Indien er twijfels of problemen zijn aangaande de visie of het oplossen van spelproblemen, aarzel dan niet de jeugdcoördinator of voorzitter hierover aan te spreken.
Algemene onderlinge afspraken ALGEMENE ONDERLINGE AFSPRAKEN Trainingen • Wees steeds op tijd en voorbereid • Wees enthousiast en leef mee met de groep, stap in hun leefwereld • Trainingen steeds voorbereiden, naar inhoud en naar organisatie • Trainingen goed opbouwen en zorgen voor voldoende variatie (niet te lang hetzelfde) • Zorg voor uitdagende, leerrijke en leuke oefenvormen en wedstrijdvormen • Constante coaching, spel eens stilleggen, spelers geconcentreerd houden, …
Wedstrijden • Wees op tijd en voorbereid • Wees correct naar spelers en ouders toe • Zorg voor een email per wedstrijd. Bij voorkeur via socceronline. • Zorg dat iedereen 50% speelt en nooit meer dan een kwartier op de bank zit • Wees positief in de coaching en stuur bij • Wijs een speler of de ploeg op zijn fouten • Speel volgens het opleidingsplan • Zorg dat de afgevaardigde of ouders geen trainerstaken op zich neemt (coaching, opstelling en wissels)
Materiaal • Draag zorg voor het materiaal dat je gebruikt • Berg al het gebruikte materiaal terug op en dit op de juiste plaats • Ook doelen e.d. die gebruikt zijn, plaats je terug
Andere • Doe eens iets anders met je ploeg, doe aan teambuilding, organiseer iets • Hou rekening met vergaderingen, bevestig steeds snel je aanwezigheid.
Probeer een team te zijn als trainers, samen staan we sterk !
De opleidingsvisie De bedoeling van dit sportief jeugdopleidingsplan is dat er een rode draad aanwezig is binnen de jeugdopleiding van Rangers Opdorp. Door per categorie een aantal doelstellingen te formuleren weet een trainer waar hij naar moet streven binnen zijn categorie. Het is een leidraad voor trainers doorheen onze jeugdopleiding van U6 naar U17. Dit leerplan is deels opgesteld aan de hand van de opleidingsvisie van de KBVB en deels door eigen inbreng. Vooreerst worden er per categorie enkele basics en teamtactics geformuleerd. Deze basics en teamtactics moeten dan ook getraind worden en uiteindelijk moeten spelers deze beheersen bij het overgaan naar een volgende categorie. Nadien worden er per leeftijdscategorie enkele doelstellingen geformuleerd die de spelers effectief moeten kunnen op het einde van het seizoen en waar dus ook veel moet op getraind worden. Dit zullen vooral technische vaardigheden zijn maar kunnen evengoed tactisch van aard zijn. Verder in dit jeugdopleidingsplan wordt ook de opbouw van trainingen per categorie meegegeven waarnaar een trainer zich moet richten. Vooral de trainingsopbouw wordt hier benadrukt, de invulling van de verschillende blokken wordt gemaakt aan de hand van de vooropgestelde doelstellingen. Ook worden er in dit leerplan enkele richtlijnen meegegeven in verband met wedstrijden waaraan een trainer zich moet houden zodat een optimale jeugdopleiding gegarandeerd blijft! Binnen dit jeugdopleidingsplan zullen vooral de technische vaardigheden vaak aan bod komen. Techniek en balvaardigheid is dan ook een enorm belangrijke factor voor een jeugdspeler waar heel veel op getraind moet worden. Techniek aanleren en behouden vraagt veel herhaling en dat zal men als trainer ook merken in dit plan. Techniek is niet alleen kappen en draaien maar ook inspelen, kaatsen en trappen op doel.
Onze tactische speelstijl We kiezen voor attractief combinatievoetbal. Bij voorkeur op de helft van de tegenstander door vooruit te verdedigen en druk naar voren te zetten. Daarbij passen termen als aanvallend en attractief voetbal, direct spel en combinatiespel, totaalvoetbal en pressievoetbal. In defensief opzicht kiezen we voor een 4 mans achterlijn en zonevoetbal.
Zonevoetbal We opteren om vanaf nu met een vast spelsysteem te spelen vanaf de miniemen tem het eerste elftal. Het voordeel van een vast spelsysteem over de gehele jeugdopleiding is dat spelers, ongeacht welke trainer ze hebben, weten over welk systeem het uiteindelijk gaat, wat hun individuele taak is binnen dat spelsysteem en hoe ze collectief daarin moeten fungeren. Zo ontstaan er ook vaste automatismen in elke ploeg wat het samenspel en het uiteindelijke voetbalspel zeker zal bevorderen. Een ander groot voordeel is dat spelers die doorschuiven naar een andere categorie, hetzij binnen hetzelfde seizoen, hetzij na een seizoen, zich slecht een beetje zal moeten aanpassen …
Van dit spelsysteem kan in uitzonderlijke situaties afgeweken worden, bvb bij het continu onder druk staan indien men speelt tegen een ploeg die sterker is of bvb op het einde van de wedstrijd wanneer het nog mogelijk is om een kleine achterstand in te halen. Bij de jongere categorieën staat het spelsysteem in functie van de uiteindelijke spelvorm 4-3-3. Waarin een logische opbouw bestaat van vereenvoudiging.
Veldbezetting U7 - U9 “vliegtuig” : K+4 in ruitvorm
9
11
7 4
1
Veldbezetting U10-13 : K+7 in dubbele ruit
9 11
7 10
5
2 4 1
U15 EN HOGER: K+10 IN 4-3-3 SYSTEEM
11
9
7
10 8 5
6 4
3
2
1
1-4-3-3 => gebaseerd op zonevoetbal WAAROM 4-3-3 IN ZONE? Zonevoetbal doet spelers nadenken, spelers leren spelsituaties lezen waardoor ze als voetballer slimmer worden. Naast dit vergt zonevoetbal ook een groot concentratievermogen en communicatievermogen en laat de spelers ook toe om initiatieven te nemen. Hieronder een korte opsomming waarom we kiezen voor een 4-3-3 spelsysteem: • Een maximaal aantal mogelijkheden voor het driehoeksspel • Efficiënte veldbezetting zowel in BB als in BV • Verdediging met 4 spelers in zone: Gemakkelijker verdedigen van de breedte van het terrein tegen 3 aanvallers nog steeds 1 verdediger over die kan inschuiven . Verdedigen in zone doet spelers nadenken en verplicht spelers tot coaching • Middenveld met 3 centrale middenvelders opgesteld in een driehoek: Terug spelverdelers opleiden (nummer 10) Stimuleren van inschuiven en taakovername Spelen met 3 aanvallers: Creëren van meer aanspeelpunten voorin Stimuleren van de individuele actie bij de flankaanvallers Opleiden van targetman (nummer 9) TAKEN VAN DE SPELERS POSITIE 1 = KEEPER (K) OF DOELVERDEDIGER (DV) Balbezit ⇒ indien mogelijk, de bal op de grond leggen voor de opbouw te starten ⇒ ver uit het eigen doel durven spelen ⇒ aanbieden en zorgen voor flankverandering ⇒ lange bal indien risicosituatie (onmiddellijk kans op doelgevaar) Balverlies ⇒ alert zijn op dieptepassen van de tegenstander ⇒ laten gelden op stilstaande fasen dicht bij doel ⇒ coaching van de verdediging POSITIE 2 en 5 = FLANKVERDEDIGERS (FV)
Balbezit ⇒ het veld breder maken indien de bal langs die kant kan worden gespeeld ⇒ één van beide mag inschuiven met of zonder bal ⇒ één van beide moet verdedigend denken en zorgen voor de restverdediging ⇒ diagonaal inspelen naar 6, 7, 10 of 9 of rechtdoor in de ruimte Balverlies ⇒ naar binnen komen maar de onderlinge afstanden verdelen over de ruimte ⇒ kantelen tot aan de 2de paal ⇒ buitenspellijn volgen van centrale verdedigers ⇒ snelheid uit de actie halen door remmend te wijken ⇒ rugdekking verlenen aan de centrale verdediger indien hij inschuift POSITIE 3 EN 4 = CENTRALE VERDEDIGERS (CV) Balbezit ⇒ aansluiten ⇒ één van beide mag inschuiven als de kans zich aanbiedt ⇒ diagonaal inspelen (naar buiten) ⇒ coaching van de FV en VM ⇒ flankverandering Balverlies ⇒ duel aangaan met de rechtstreekse tegenstander ⇒ rugdekking verlenen aan de flankverdediger (zolang mogelijk centraal blijven) ⇒ elkaar onderlinge dekking geven (vooral op lange ballen) ⇒ hoe dichter bij het eigen doel, hoe korter de dekking op de dichtstbijzijnde tegenstander POSITIE 6 EN 8 = VERDEDIGENDE MIDDENVELDERS (VM) Balbezit ⇒ zo lang mogelijk achter de bal blijven ⇒ één van beide mag aansluiten ⇒ één van beide moet verdedigend denken en zorgen voor de restverdediging ⇒ flankverandering ⇒ aanwezig zijn aan de 16 m bij een voorzet van op de flank Balverlies ⇒ duel aangaan maar zonder veel risico op balverlies ⇒ goed centraal blijven ⇒ in de verdediging schuiven indien daar teveel ruimte is ⇒ onderlinge dekking geven aan elkaar POSITIE 10 = AANVALLENDE MIDDENVELDER (AM) Balbezit ⇒ variatie in het spel brengen (actie maken, kaatsen, bijhouden, diep steken, …) ⇒ aanspeelbaar zijn tussen de linies ⇒ centraal blijven ⇒ plaatsovername met DS wanneer hij afhaakt ⇒ ter hoogte van het penaltypunt komen bij voorzet
POSITIE 7 EN 11 = FLANKAANVALLERS (FA) Balbezit ⇒ het veld breder maken indien de bal langs die kant kan worden gespeeld ⇒ actie maken in een 1/1-situatie ⇒ afwisseling in afhaken en diep lopen ⇒ voorzet zoeken tussen de verdediging en de keeper ⇒ opduiken aan de 2de paal bij voorzet van de andere kant ⇒ ruimte maken (naar buiten of naar binnen) voor de opkomende FV met ruimte ⇒ taakovername van de FV Balverlies ⇒ naar binnen komen en terugzakken ⇒ aanvallend denken voor een vlugge omschakeling ⇒ negatieve pressing op de balbezitter ⇒ 100% doorgaan indien twijfel in de verdediging van de tegenpartij POSITIE 9 = DIEPE SPITS (DS) Balbezit ⇒ zo hoog en zo diep mogelijk spelen ⇒ lateraal bewegen voor doorsteekpas (flirten met de buitenspelval) ⇒ afhaken om te kaatsen (plaatsovername met AM) ⇒ opduiken aan de 1ste paal bij voorzet van op de flank ⇒ actie durven maken (dicht bij doel van de tegenpartij) ⇒ bal vasthouden (lichaam gebruiken) om aansluiting mogelijk te maken Balverlies ⇒ aanvallend denken voor een vlugge omschakeling ⇒ negatieve pressing op inschuivende CV ⇒ 100% doorgaan indien twijfel in de verdediging van de tegenpartij ACCENTEN BINNEN HET SPELSYSTEEM 1) hoog spelen van de verdediging 2) inschuiven van één van de flankverdedigers 3) diagonaal inspelen in de voet 4) verzorgde opbouw 5) restverdediging in T-vorm 6) voorzetten en bezetting voor doel 7) afspraken op stilstaande fasen STILSTAANDE FASEN ⇒ doeltrap van de keeper o laag naar buiten (2 of 5) o laag centraal (3 of 4) o lang (gestrekt) naar buiten (7 of 11) ⇒ inworp o diep langs de lijn in de ruimte (voor 7, 11, 10 of 9)
o diagonaal vooruit op het lichaam / in de ruimte (9 of 10) o diagonaal achteruit (3, 4, 6 of 8) ⇒ vrijschop 1) op de eigen helft of ver van het doel van de tegenstander o accent op balbezit : geleidelijke opbouw via korte passing o accent op power-play : eerst kort (diagonaal vooruit of achteruit) en vervolgens lang in de gevarenzone 2) vrijschop op de flank met een mogelijkheid tot het creëren van een reële doelkans o inlopen met efficiënte bezetting vóór doel (zie hoekschop) o idem, maar mog. om de organisatie bij de tegenpartij verstoren door eerst kort te spelen opmerking : opletten voor buitenspelval van de tegenpartij 3) vrijschop centraal voor doel met een mogelijkheid tot het creëren van een reële doelkans o rechtstreeks : - keihard naast de muur (1ste poging) o plaatsbal over de muur (specialist) o onrechtstreeks : - speler 1 legt klaar en speler 2 trapt hard naast de muur o ingestudeerd nummertje met 2 of meerdere spelers 4) vrijschop tegen : muur o 3 of 4 is de eerste man en kijkt naar de keeper o 3 of 4 zorgt ervoor dat de muur in eerste instantie te dicht staat o 6 en 8 vullen de muur aan o 2 en 5 verhinderen de korte passing naar de buitenkant o 10 wordt 5de man in de muur, indien nodig o 7 en 11 komen helpen, indien nodig o 9 blijft diep en houdt 2 verdedigers bezig ⇒ hoekschop voor en tegen o keeper staat 1m los van z’n lijn in het midden van z’n doel o 2 en 5 nemen de palen o 7 of 11 neemt positie vóór de 1ste paal ter hoogte van de kleine backlijn o 3, 4 en 6 of 8 nemen een man hier dekken we niet in zone, maar wordt mandekking toegepast. offensieve hoekschop : zie bijlage. ⇒ penalty o in wedstrijden die reeds beslist zijn : geef iemand de kans die het verdient o in wedstrijden op het scherp van de snee : specialist ter zake (zie trainingen – cooling down)
TAKEN BINNEN DE ELFTALPOSITIES
U9 - U10-U11 – U12-U13 – U15 – U17
ALGEMEEN Balbezit ⇒ veld groter maken = onderlinge afstanden vergroten ⇒ vooruit spelen als er een reële kans is om in balbezit te blijven of wanneer de kans op een tegendoelpunt groot is, anders zuinig zijn op de bal en mogelijkheden zoeken in de breedte of achterwaartse richting. ⇒ hoe verder van het eigen doel, hoe méér risico er in het spel mag gelegd worden ⇒ altijd minimum 1 speler meer achter de bal houden dan de tegenpartij (=restverdediging) ⇒ alle spelers lopen vrij en kiezen zodanig positie dat ze gemakkelijk aanspeelbaar zijn voor hun medespelers. ⇒ Inschakelen van middenvelders, verdedigers in de opbouw en aanval. Hierbij is het belangrijk het juiste moment te kiezen en de taken te laten overnemen door de overige spelers ⇒ Afspraken maken over spelhervattingen zie vorige. ⇒ Proberen een numeriek overtal te creëren ⇒ Proberen te scoren Balverlies ⇒ veld kleiner maken = onderlinge afstanden verkleinen ⇒ de dichtstbijzijnde speler valt de balbezitter aan ⇒ moedig je medespelers aan … zeker bij een verkeerde keuze ⇒ coach de speler voor u naar z’n positie, en manier van verdedigen ⇒ probeer de bal zo snel mogelijk, verantwoord te veroveren ⇒ alle spelers hebben een verdedigende taak ⇒ probeer een numeriek overtal of minimaal gelijk aantal spelers rond de balbezitter te creëren. ⇒ Bij numerieke minderheid proberen het spel te neutraliseren en vertragen ⇒ Afspraken maken over spelhervattingen ⇒ Doelpunten voorkomen Omschakeling Balbezit naar Balverlies ⇒ snel druk zetten op de bal indien er direct gevaar dreigt, snel onderlinge afstanden verkleinen ⇒ hergroeperen indien er niet direct gevaar dreigt ⇒ snel omschakelen van aanvallen opbouwende taken naar verdedigende taken ⇒ probeer het spel te vertragen, zodat iedereen zijn positie kan innemen ⇒ coach de speler voor u naar z’n positie ⇒ zeker direct de lange bal of snelle steekpass neutraliseren Omschakeling Balverlies naar Balbezit ⇒ snel diepspelen als de mogelijkheid zich voordoet, gebruik maken van de desorganisatie, snel onder, anders weer orde op zaken stellen en bal in de ploeg houden ⇒ snel omschakelen van verdedigende taken naar aanvallende taken ⇒ coach de speler voor u naar z’n positie ⇒ zeker direct de lange bal of snelle steekpass indien mogelijk => indien scoringskans zich voordoet, trappen op doel
Ontwikkelingsfasen in de jeugdopleiding en de consequenties voor de voetbalopleiding en het jaarplan UITGANGSPUNTEN We zijn er ons van bewust, dat de aanleg om te voetballen niet aangeleerd kan worden. Maar daartegenover staat onze overtuiging dat aanleg alleen niet volstaat om een goede voetballer te worden. TALENT MOET JE ONTWIKKELEN! Het moderne voetbal stelt hoge eisen aan elke voetballer die niveau wenst te halen. Een moderne voetballer moet beschikken over : o o o o o o o
Een goede baltechniek Een goed kopspel Een goed positiespel Een goede fysieke conditie Verdedigende en aanvallende kwaliteiten Speldiscipline Een sportieve levenswijze
Het mag duidelijk zijn dat geen enkele jonge voetballer onmiddellijk aan deze voorwaarden voldoet. Wel is het mogelijk om door middel van een oordeelkundig opgebouwd leer- en trainingsproces, onze jonge voetballers, met hun eigen intrinsieke kwaliteiten, veel bij te brengen op het vlak van bovenvermelde aspecten. Na een grondig onderzoek door de K.U. Leuven, toont deze grafiek aan wat en wanneer men het beste aanleert bij jongeren: snelheid – uithouding – kracht en techniek. Anderzijds is het noodzakelijk van op verschillende leeftijden de factor tactiek mee in het trainingsschema op te nemen. Het is logisch dat bij 6 jarigen het tactische niet getraind moet worden, bij 15 jarigen moet tactiek een onderdeel zijn van elke training. Wat wel niet onbelangrijk is dat de kleinste leeftijdsgroepen de elementaire basisregels van het voetbal wel moeten leren dmv wedstrijdvormen. Het is belangrijk dat ze na enkele weken voetbal spelen weten waar de posities op het veld zijn.
Weergave van procentuele verdeling tussen techniek, tactiek en fysiek bij jeugdploegen, aan mentale begeleiding wordt continu aandacht besteed.
U6 – U7 – U7-U8 – U9
Techniek
Tactiek
90 %
NIET
Fysiek
door middel van spelletjes U10 – U10-U11
90%
NIET
U12-U13
80 %
10 %
10 %
U15
60 %
20 %
20 %
U17
50 %
20 %
30 %
Progressie in het aanleerproces voor : uithouding - kracht - techniek – snelheid (6 tot 18 jaar)
We werken volgens de opleidingsvisie van de K.B.V.B. zoals die werd voorgesteld. FUN en FORMATION zijn de sleutelwoorden binnen de opleidingsvisie. FUN = al spelend leren = zelf ontdekken Voor iedere speler geldt :
o Speelt bijna de gehele tijd voetbal o Komt vaak aan de bal o Krijgt veel scoringskansen o Mag vrij spelen o Wordt aangemoedigd door de coach o Wordt gesteund door de ouders FORMATION = procesgericht leren Verschillende fases binnen de opleiding o Exploratiefase (5-7 jaar) = balgewenning o Individuele opleiding (7 – 13 jaar) = basistechnieken en tactieken BASICS o Individuele opleiding (13 – 17 jaar) = functioneren in ploegverband TEAMTACTICS o Vervolmaking (17- 21 jaar) = integratie in volwassenheid FORMATION = opvoeden o De jeugdspeler verwerft menselijke waarden via het voetbal (respect) o De jeugdspeler leert neen zeggen tegen corruptie, druggebruik en racisme, geweld in het voetbal o De jeugdspeler speelt om te winnen maar leert verliezen o De jeugdspeler leert de spelregels van het voetbalspel na te leven o De jeugdspeler leert de leefregels (=discipline) na te leven en zelfdiscipline te verwerven o De jeugdspelers leren samenleven en samenwerken om sociale vaardigheden te verwerven. Het ontwikkelingsmodel bij balsporten. <5 jaar – ontwikkelen van algemene balvaardigheid. 5 – 7 jaar : evolutie van individueel naast elkaar spelen naar individueel tegen elkaar spelen = oppositiespelen. 7 – 11 jaar : leren samenspelen met één of meerdere spelers zonder gedifferentieerde opdracht. Vanaf 11 jaar : geleidelijk aan evolueren naar spelen in teamverband met gedifferentieerde opdracht. Het voetbalontwikkelingsmodel – de 4 hoofdfasen.
LEEFTIJD
BESCHRIJVING
SPELDIMENSIE
AFMETINGEN
FASE 1
5 tot 6 jaar
Ik en de bal (exploratie)
2-2
20 m x 12 m
FASE 2
7 tot 9 jaar
Collectief spel “dichtbij”
5–5
35 m x 25 m 60 m x 40 m dubbele ruit
FASE 3
9 tot 11 jaar
Collectief spel “2de graad”
8–8
100 m x 60 m FASE 4
vanaf 11 jaar
Collectief spel “veraf”
11 - 11
1–4–3–3
Het voetbalontwikkelingsmodel – De ontwikkelingsdoelen. (uit ‘De opleidingsvisie van de KBVB’)
Technisch – tactische ontwikkelingsdoelen
TEAMTACTIC
VERVOLMAKING
BASICS
5
6
7
8
9
10
11
Speldimensie / ontwikkelingsfases Ik en de bal (fase 1 : 2-2) Collectief spel “dichtbij” (fase 2 : 5-5) Collectief spel “2de graad” (fase 3 : 8-8) Collectief spel “veraf” (fase 4 : 11-11) Mentale ontwikkelingsdoelen
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
Ik en de bal (fase 1 : 2-2) Collectief spel “dichtbij” (fase 2 : 5-5) Collectief spel “2de graad” (fase 3 : 8-8) Collectief spel “veraf” (fase 4 : 11-11
Fysieke ontwikkelingsdoelen
Fysieke ontwikkelingsdoelen UITHOUDING LENIGHEID (stretching) snelheid ALGEMENE KRACHT ALGEMENE COÖRDINATIE
SPECIFIEKE KRACHT SPECIFIEKE COÖRDINATIE
Speldimensie / ontwikkelingsfases Speldimensie / ontwikkelingsfases Ik en de bal (fase 1 : 2-2) “dichtbij” (fase 2 : 5-5) (fase 3 : 8-8)
Collectief spel Collectief spel “2de graad” Collectief spel “veraf” (fase 4 : 11-11
De exploratiefase : 5 – 7 jaar Oog-voet coördinatie is moeilijker dan oog-hand coördinatie Het kind moet : * wennen aan het gedrag van de bal weten hoe de bal reageert als hij er tegen trapt aanvoelen hoe hard/zacht hij de bal moet raken aanvoelen wat hij moet doen om de bal bij zich te houden terwijl het loopt
* * *
Het kind is nog niet rijp om samen te spelen. De Basics Definitie : de basics zijn het geheel van technische en tactische basisvaardigheden (basiscompetenties) die een speler op het einde van de opleiding moet beheersen om binnen de 11 – 11 goed te kunnen functioneren, ongeacht het spelsysteem of spelconcept.
7 tot 13 jaar = GOUDEN LEEFTIJD Ideale leeftijd om de psycho - motorische capaciteit te ontwikkelen.
Indeling volgens spelsituatie
B + : speler met bal o Balcontrole o Leiden en dribbelen o Afwerken o Passing
B - : ifv bal en balbezitter o Interceptie (na balcontrole) o 1-1 : druk – tackle – remmen o Afweren (van doelpoging) o Interceptie (voor balcontrole)
B + : speler zonder bal o Vrijlopen - steunen
B - : situaties zonder bal o Speelhoeken afsluiten o Strikte dekking o Rugdekking
Omschakeling B + naar B –
Omschakeling B – naar B + Spelsituaties na balbezit
Spelsituaties na balverlies De Teamtactics
Definitie : De teamtactics zijn het geheel van handelingen die de verschillende spelers dienen uit te voeren om als team zo goed mogelijk te functioneren ongeacht het spelsysteem of spelconcept, waarbij de spelers gebruik maken van de basics, fysieke en mentale vaardigheden. Indeling volgens spelsituatie Balbezit (B +) o Opbouwzone beheersen
Balbezit tegenstrever (B -) o Opbouwzone beheersen
o
Aanspeelbaarheid
o
Blokvorming
o
Balcirculatie
o
Dieptespel beletten
Omschakeling B – naar B + o Gevaarlijke tegenaanval opzetten
Omschakeling B + naar B – o Gevaarlijke tegenaanval beletten
Inhoudelijke bepaling volgens het voetbalontwikkelingsmodel Algemeen overzicht. 1+K/1+K
2/2
U6
5/5
U7 Oppositiespelen U7-U8 Toepassing 2/2
Balgewenning
Football as a dribbling and shooting game
5j tot 7j 4+K/4+K
passing game without off-side rule
7j tot 9j 7+K/7+K
Toepassing 2/2 en 5/5 Football as a half-long passing game without off-side rule Uitbreiding naar half lang spel
8/8
U10-U11
11/11
U12-U13 8/8
9j tot 11 j 10+K/10+K
Football as a short
Toepassing 2/2, 5/5 en Football as a long passing game with off- side rule
11j tot 15j
10+K/10+K
11/11
U15
Uitbreiding naar lang spel
U17
Perfectioneren
Football as a long passing game with off- side rule
15j tot 17j
Leerdoelen per ontwikkelingsniveau voor basics en teamtactics
Trainingsinhouden per ontwikkelingsniveau op fysiek vlak
11-11 8-8 BASICS
5-5
FYSIEK Karakteristieken per ontwikkelingsniveau op mentaal vlak
2–2
TEAMTACTICS MENTAAL DE ONTWIKKELINGSFASE 2 tegen 2 : 5 – 7 jaar. 1+K/1+K
2/2
U6
Footbal as a dribbling and shooting game
Balgewenning
5j tot 7j
BESCHRIJVING VAN DE SPELOMGEVING 1ste fase : Kinderen spelen met de bal naast elkaar 2de fase : Kinderen spelen tegen elkaar (= oppositiespelen) 1 – 1 (het duel) dwz leiden en dribbelen met accent op scoren. PSYCHOMOTORIEK 1ste fase : Algemeen lichaams- en balvaardigheden Oog-hand en oog-voet coördinatie : werpen, vangen en trappen Fysiek o Kracht : heel weinig ontwikkeld
Mentaal o Toont grote spontaniteit
o Lenigheid : meestal grote enigheid
o Speelt graag en maakt graag plezier
o Uithouding : erg oneconomisch lopen (veel energieverlies), snel moe (maar ook snelle recuperatie)
o Is sterk op zichzelf gericht
o Snelheid : reactiesnelheid in spelvormen
o Kan geen langdurige concentratie aanhouden
o Coördinatie :
o Is vaak onrustig of vlug afgeleid
o Is gehecht aan jeugdopleider
o Weinig lichaamsbeheersing, evenwichtsgevoel, o Kijkt op naar jeugdopleider lichaams-, ruimte- een tijdsbesef o Bootst jeugdopleider na o Vaak nog geen voorkeurvoet ontwikkeld (geen dominantie links of rechts)
Opvoedkundig en sociale ontwikkeling 5 – 7 jaar : het zelfvertrouwen groeit, ook het inlevingsvermogen in de ander. Presteren wordt belangrijker. Bij spel staat winnen voorop. Mislukking wordt vaak ervaren als een persoonlijk falen. Sterke behoefte om aardig gevonden te worden. De trainer dient er over te waken dat de eigen creativiteit van het kind gestimuleerd wordt en het kind de mogelijkheid geboden wordt zelf dingen te ontdekken. Door de onmogelijkheid zich langdurig te concentreren zijn langdurige en vooral langdradige oefeningen, waarbij steeds hetzelfde dient herhaald, bij deze kinderen niet op hun plaats. Tijdens de verschillende spelvormen kan de creativiteit aangesproken worden door de kinderen zelf wisseloplossingen te laten zoeken om een bepaalde opdracht uit te voeren. (Want men beveelt geen creativiteit, men is niet creatief op bestelling.) De speler heeft hiervoor echter een gunstig klimaat nodig : een gevoel van vertrouwen en van vrijheid, het besef te worden aanvaard zoals hij is, en dergelijke. Dit zal er toe leiden dat de spelertjes ook meer opgaan in het spel, zich werkelijk uitleven en ook bouwen aan hun karaktereigenschappen : doorzettingsvermogen, durf, inzet, wilskracht, sportiviteit, enz… Naast de familiale kring en de school wordt het kind nu ook geconfronteerd met een nieuw wereldje: de speelkameraadjes, de trainer, de clubafgevaardigden enz… Het biedt de kinderen een unieke kans kennis te maken met een nieuw milieu, met aanpassing en reglementen, maar ook met fair-play, met verdraagzaamheid binnen de ploeg, met het rekening houden met andermans mening, met het leren beschaafd zijn mening zeggen, met het leren zich te excuseren, enz… Door dit sociaal leer- en vormingsproces verwerft het kind inzicht in begrippen als eerlijkheid, in methodes als leren luisteren en vooral in een aantal attitudes zoals dienstvaardigheid zijn. Coachingtermen : o Tijd: wanneer de aangespeelde speler zodanig vrij stat dat hij zelf kan beslissen hoe hij verder wil spelen, hij kan de bal in elk geval aannemen/meenemen o Laat lopen: de aangespeelde speler kan de bal laten lopen en daarna terug het spel hervatten (of waardoor hij sneller om kan draaien en tempo maken) o Los: roept de keeper indien de spelers de bal niet hoeven aan te raken o Geef/speel: de speler die roept kan aangespeeld worden o Rug: tegenstrever in de rug o Alleen: speler die de bal ontvangt staat alleen en heeft tijd om iets met de bal te ondernemen
DE ONTWIKKELINGSFASE 5 tegen 5 : 7 – 9 jaar. 4+K/4+K
5/5
U7-U8 Toepassing 2/2
Football as a short passing game without off-side rule
7j tot 9j
BESCHRIJVING VAN DE SPELOMGEVING Ideale wedstrijdvorm is 5 – 5 (=enkele ruit) Met passafstanden tot ongeveer 10 meter BASICS B+ o Leiden en dribbelen
Bo Druk zetten, duel
TEAMTACTICS B+ 1.openen breed
o Korte passing
of remmend wijken
2.openen diep
o Controle lage bal
o Opstelling tussen tegenspeler en doel
11. het duel nooit 14. infiltratie met de bal: verliezen, zich nooit laten leiden of dribbelen uitschakelen
o Doelpoging tot 10m
B5. positieve pressing op de baldrager
o Korte dekking op korte 15. een doelkans creëren 12. het duel proberen te pass via een winnen bij 100% voorzet zekerheid niet laten o Interceptie of afweren individuele actie uitschakelen door een korte pass o Vrij ingedraaid staan 21. zo snel mogelijk individuele actie in de afwerken bij een waarheidszone o Vrijlopen: aanspeelbaar zijn door vrije ruimte op Doel kans 21. doelpoging afblokken te zoeken o Doelpoging lage
o inworp FYSIEK MENTAAL o Kracht : natuurlijke beweging, duelvormen tussen o Wordt leergierig homogene groepen (evenwicht) o Concentratie neemt toe o Lenigheid : meest gunstige periode o Is bereid deel uit maken van een team. o Uithouding : de omvang van de training voldoet o Snelheid : reactie en startsnelheid in spelvorm en looptechniek enkel observeren en speels scholen o Coördinatie : lichaamscoördinatie, oog-hand coördinatie en oog-voet coördinatie
Opvoeding en sociale ontwikkeling 7 – 9 jaar : meer bewust van zichzelf, bekommerd om het uiterlijk. Bij de groep willen horen, net als de andere willen zijn. De eigen wereld wordt uitgebreid met ervaringen, waarbij de behoefte aan dingen zelf opbouwen en privacy groter wordt. Groot gevoel voor recht en onrecht. Trekken zich terug of protesteren bij onrechtvaardige handeling. Losser staan van de ouders : deze zijn niet meer alwetend, behoefte aan steun blijft. Samen iets doen met ouders en volwassenen geniet de voorkeur. Gerichtheid op leeftijdsgenoten wordt sterker. Via sport, hobby’s, spel en clubs zoeken ze elkaar op. Vaak is er wisseling van vriendjes. Zelfstandigheid groeit, begin van verantwoordelijkheid dragen voor zichzelf en voor dingen. In staat tot leren. Meer sociaal gericht : bewustwording van de aanwezigheid van de anderen. Zeer vlug verstrooid. Gevoelig voor het begrip van een opdracht vervullen. Gevoelig voor het waarom van bepaalde dingen : het waarom van bewegingen en handelingen uitleggen. Begrip tegenstander verschijnt : mijn bal – tegenstrever. Nood om zich te bevestigen in competitie. Door het verschijnsel van de zelfoverschatting is de rol van de trainer bepalend. Door een tactvol optreden zal de trainer spelletjes met lof en aanmoedigingen moeten stimuleren. Coachingtermen : o Terug: de speler in BB staat tegen een overtal en moet terugdraaien en terugspelen o Duel: indien de speler kortst bij de bal het duel moet aangaan De elementaire basisbeheersing is verworven, de basistechnieken worden nu aangeleerd
DE ONTWIKKELINGSFASE 8 tegen 8 : 9 – 11 jaar. 7+K/7+K
8/8
9j tot 11 j
U10-U11
Toepassing 2/2 en 5/5
Football as a half-long passing game without off-side rule
Uitbreiding naar half lang spel
BESCHRIJVING VAN DE SPELOMGEVING Ideale wedstrijdvorm is 8 – 8 (= dubbele ruit naast elkaar) Met passafstanden tot ongeveer 20 meter BASICS TEAMTACTICS B+ BB+ Bo Halflange passing o Speelhoeken afsluiten 4. ruimte creëren voor 6. negatieve pressing op zichzelf en het benutten de baldrager o Korte dekking op o Controle op ervan halflange pass 7. dekking door dichtste halfhoge bal 6. geen balverlies o Corner en indirecte vrije waardoor de tegenpartij medespeler o Doelpoging van op trap een doelkans krijgt 10. een meeschuivende 15 à 20m (halfver) 10. een lijn overslaan bij doelman o Doelpoging op halfhoge passing diep 13. de bal recupereren voorzet 11. infiltratie op het juiste door interceptie o Vrijlopen om zelf moment aanspeelbaar te zijn 12. infiltratie zonder bal : o Steunen give en go o Corner en indirecte FYSIEK o Kracht : spelen met eigen lichaamsgewicht, duelvormen tussen homogene groepen
13. infiltratie met bal : geen kans op direct en MENTAAL o Wil zich meten met de andere o Kan in teamverband een doel nastreven
o Lenigheid : neemt af, dus stimuleren
o Is kritisch tegenover eigen prestatie en die van o Uithouding : de omvang van de training en andere anderen bewegingselementen o Snelheid : reactie-, startsnelheid en versnellen in spelvorm (recuperatie) – looptechniek verbeteren o Coördinatie : lichaamscoördinatie, ooghandcoördinatie en oog- voetcoördinatie
DE ONTWIKKELINGSFASE 11 tegen 11 : 11 – 15 jaar. 10+K/10+K 11j tot 15j
11/11
Toepassing 2/2, 5/5 en 8/8 Football as a long passing game with off-side rule Uitbreiding naar lang spel
U12-U13 U15
BESCHRIJVING VAN DE SPELOMGEVING Ideale wedstrijdvorm is 11 – 11 met passafstanden van soms meer dan 30 meter (bij toepassing van buitenspelregel ontstaat immers veel ruimte tussen verdediging en doel) BASICS B+ Bo Lange passing o Speelhoeken afsluiten o Controle hoge bal o Korte dekking op lange o Doelpoging vanaf 20m pass o Interceptie of afweren o Doelpoging op hoge van lange pass voorzet o Vrijlopen om een o Onderlinge dekking medespeler aanspeelbaar o Directe vrije trap te maken o Duel bij balaanname o Vrijlopen door diep in tegenstrever de vrije ruimte te lopen (buitenspel omzeilen) o Directe vrije trap o Offensieve flankverdedigers o Centrale driehoek middenveld o Punt (10) naar voor of naar achter
TEAMTACTICS B+ 3. driehoekspel (juiste afstanden) 5. ruimte creëren door medespeler en benutten ervan 7. zo snel mogelijk de bal nauwkeurig doorspelen 8. een zo hoog mogelijke balsnelheid ontwikkelen 17. subtiele eindpass in de diepte trappen 20. diepte induiken maar opletten voor off-side 23. balrecuperatie: 1ste actie is diepte gericht 24. diep blijven spelen
FYSIEK
MENTAAL
B1. speelruimte verkleinen : sluiten(35x35) 2. evenredige onderlinge afstanden 3. medium blok 4. centrale verdediger dichts bij het duel bepaalt de off- side lijn 8. geen kruisbeweging met naburige speler maken 9. schuiven en kantelen van het blok 16. een voorzet beletten 17. een eind pass in de diepte beletten: centrum afsluiten 23. onmiddellijk na balverlies druk zetten en dieptepass verhinderen
o Kracht : geen specifieke krachttraining, natuurlijke o Beoordelingsvermogen stijgt bewegingen, veelzijdigheid, duels tussen homogene o Heeft eigen mening groepen o Geldingsdrang neemt toe o Lenigheid : grote algemene stijfheid o Uithouding : de omvang van de training + korte duurinspanningen met de bal (opwarming) 20” regel (inspanning die max 20” duurt) snelheid in spelvorm (juiste arbeid/rust verhouding o Snelheid : explosief vermogen en maximale respecteren) – looptechniek verbeteren o Coördinatie : basistechnieken herhalen, zeker op het einde van de fase bij begin puberteit (groeispurt)
U12-U13 Opvoedende en sociale ontwikkeling Pré pubertijd : zweven tussen kind en puber zijn. Protest, agressie en onmacht t.o.v. volwassenen begint zich af te tekenen. (Wisselvallig gedrag, lief-kattig, soms terugval in kinderlijk gedrag.) Nog te weinig interesse voor het andere geslacht, al komen verliefdheden soms voor. Behoefte om bij de groep te horen en behoefte aan privacy worden sterker. (eigen kamer) Schaamtegevoelens komen vaak voor wat betreft het eigen lichaam. Begint zich af te zetten tegen ouders en volwassenen. Gemotiveerd tot vooruitgaan, leert hij zeer snel aan. Hij wordt bewust van zijn sociale plaats. Is in staat de goede van de minder goede spelers te onderscheiden. Is in staat kritiek te uiten. Heeft neiging tot na-apen van idolen. Coachingtermen: o Kantel: de speler in BB moet de bal veranderen naar de andere kant o Druk: de speler het dichtst bij de BB loopt door tot bij de tegenstander en dwingt deze terug of breed te spelen o Steunen: bij BB dient de speler een linie achter de BB zich aan te bieden , zodat de BB terug kan spelen o Kaats: de aangespeelde speler heeft geen mogelijkheden om de bal aan of mee te nemen en moet de bal direct kaatsen o Sluiten/vooruit: als de bal vooruit gespeeld wordt en er snel aan of bijgesloten moet worden . o Sterk: de aangespeelde speler moet zich sterk maken in duel of de bal afschermen omdat hij een tegenstander in de rug heeft o Knijpen: wanneer de aanval van de tegenpartij over de andere zijde van het veld wordt opgezet, moeten de spelers aan de kant waar de bal zich niet bevindt, schuin naar binnen bewegen, ze geven elkaar op die manier rugdekking o Draai open: de aangespeelde speler moet de bal zo aan/meenemen dat hij een zo groot mogelijk gedeelte van het veld overziet en ook de pass naar zo veel mogelijk richtingen kan geven o Doordekken: wanneer de tegenstander zich in tegenwaarde richting beweegt, moet de speler die bij hem staat hem zo kort mogelijk blijven volgen o Rust: de speler kiest voor een trage opbouw
U15 Opvoedkundige en sociale ontwikkeling 29
Puberteit : op zoek naar eigen identiteit, innerlijke strijd met zichzelf en de omgeving. Wispelturig en veranderlijk gedrag : periode van onzekerheid en twijfel, wensen en idealen voor de toekomst, behoefte aan vrijheid en zelfbeslissingsrecht : motivatieproblemen emotionele labiliteit en overgevoeligheid. Ontstaan van seksuele gevoelens en behoeften. Ontdekken van de eigen seksualiteit. Grote onzekerheid bij het ondergaan van alle lichamelijke veranderingen, soms nog gepaard gaande met schaamtegevoelens. Losmaking van het ouderlijke gezag. Kritische opstelling ten aanzien van het gedrag van ouders en volwassenen. Voelen zich dikwijls onbegrepen. Wel behoefte aan een derde ouder, een volwassen vertrouwensfiguur. De leeftijdsgroep wordt meer de basis van waaruit ze sociaal functioneren. Ze zetten zich samen af tegen de wereld, een eigen cultuur (brommers, base-ballpetten, muziekidolen). Ontdekken van seksuele mogelijkheden in relaties, verliefdheid, vrijen Communicatie en coaching termen Vanaf U12-U13 moeten alle coaching termen gekend en toepasbaar zijn
SPORTIEF Al spelend en al vechtend leren !
10+K/10+K
11/11
Football as a long passing game with off-side rule
U17 Perfectioneren
15j tot 17j
BESCHRIJVING VAN DE SPELOMGEVING Alle “basics” worden nu tot de perfectie uitgevoerd. De jeugdspeler voert zijn taak binnen het 1-4-3-3 spelsysteem bij balbezit en balverlies zo goed mogelijk uit (=teamtactics) BASICS
TEAMTACTICS 30
B+ Bo Vervolmaking via individuele training
B+ B9. diagonale in en out 14. collectieve pressing bij passing naar zwakke zone kans op balrecuperatie 16. een voorzet trappen 18. efficiënte bezetting die bruikbaar is voor doel 1ste en 2de paal en elfmeter 18. efficiënte bezetting 1ste en 2de paal en 19. korte dekking in waarheidszone (splitelfmeter vision) 19. strikte dekking ontvluchten: snel 20. geen systematische off-side door stap vooruit bewegen te zetten 22. de verste spelers lopen zich vrij net voor de 22. een hoge compacte Tbal recuperatie (loshaken vorm (4 spelers + Keeper) / uit blok) 24. T-vorm: tegenaanval 25. in blok spelers: afremmen enkelen infiltreren 25. niet T-vorm: zo snel (sprint) mogelijk terug
FYSIEK Kracht : snelkracht afhankelijk van de morfologie van de speler
MENTAAL o Toont minder zelfvertrouwen o Gaat op zoek naar eigen ik
o Lenigheid : onderhouden in functie van blessures o Zet zich af tegen normale waarden o Uithouding : extensieve en intensieve duurtraining o Moet meer en meer intentie tonen om te willen (geen weerstand) winnen en moet daarvoor bepaalde opofferingen o Snelheid : explosief vermogen en maximale willen doen snelheid in spelvorm (juiste arbeid /rust respecteren) – looptechniek verbeteren o Coördinatie : basistechnieken blijven herhalen want door lengtegroei ontstaat verminderde bewegingscontrole
U17 Opvoedkundige en sociale ontwikkeling Ontwikkeling van de sportcarrière. In deze fase, de perfectiefase, het is in deze fase dat een voetballer dikwijls doorbreekt en de kans krijgt om een vaste stek in het team te veroveren. Het is meestal begin van de eerste stap naar een carrière. 31
Psychosociale ontwikkeling. deze fase vormt de trainer dikwijls een onderdeel van de ontwikkeling.
In
Mentale vaardigheden. Jeugdtrainers moeten de spelers de volgende mentale vaardigheden aanleren die de basis vormen voor en optimaal functioneren als voetballer: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
motivatie zelfcontrole en zelfdiscipline zelfvertrouwen en mentale sterkte concentratie inter-persoonlijke en teamrelaties lifestyle management
Communicatie en coaching termen Vanaf U12-U13 moeten alle coaching termen gekend en toepasbaar. Algemeen o Steeds verdere differentiatie bij het verzamelen en opdoen van kennis. De vakken op school worden moeilijker en uitgebreider. De intellectuele vorming bereikt zijn basis. o Afhankelijk van aanleg, mogelijkheden, het soort onderwijs, de omgeving en de interesses, ontwikkelt zich de keuze voor een vak, opleiding of beroep. o Op weg naar volwassenheid. Motorische ontwikkeling o Voortzetting van de puberteit met afronding ervan. Via nieuwe ervaringen en experimenten worden het zelfvertrouwen en de identiteit opgebouwd. Periodes van emotionele stabiliteit en labiliteit wisselen elkaar nog af. o Verhoogde belastbaarheid (uithouding, weerstand, kracht) o Overgang naar periode van volwassenheid. Basics : techniek o Techniek onder druk van tijd en tegenstanders en op kleine ruimte. o Individuele training om tekortkomingen weg te werken.
Teamtactics : Balbezit : o Balcirculatie + aanvallende automatismen met tegenstanders o Wisselwerking tussen spelers van verschillende ploegcompartimenten en de lengte as van het veld. o Spelen op balbezit met beperking van het aantal baltoetsen. Spelvormen : aanval/verdediging
o
32
Balbezit tegenstrever : o Volledige defensieve organisatie van het elftal. o Stilstaande fasen Fysiek Elke vorm van fysieke training kan toegepast worden op het juiste moment van de trainingssessie en het juiste tijdstip in het seizoen. Psychosociale ontwikkeling. In deze fase vormt de partner dikwijls een onderdeel van de ontwikkeling. Daarnaast maakt de trainer ook een vast onderdeel van deze ontwikkeling, belangrijk hierbij is dat deze trainer meestal niet meer de clubtrainer is uit de ontwikkelingsfase. Mentale vaardigheden. Jeugdtrainers moeten de spelers de volgende mentale vaardigheden aanleren die de basis vormen voor en optimaal functioneren als voetballer: 1. motivatie zelfcontrole en zelfdiscipline zelfvertrouwen en mentale sterkte concentratie inter-persoonlijke en teamrelaties 6. lifestyle management
2. 3. 4. 5.
Overzicht BASICS : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen (5-5). 2. speler kan zich zodanig verplaatsen dat een medespeler daardoor aanspeelbaar wordt op het ogenblik dat de speler aan de bal kan passen (11-11). 3. Speler kan zich zodanig verplaatsen dat hij als tussenstation kan fungeren om een andere speler (3de speler) gunstig in het spel te betrekken (11–11). 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 8–8). 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat (5–5). 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet) (5–5). 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass (8–8). 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop) (8–8). 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass (11-11). 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop) (11-11). 11. Speler kan voorzet met de juiste voet op volle snelheid en zo hard mogelijk trappen tussen doel en verdediging en net 33
buiten actiegebied van de doelman en tegenspelers en binnen het bereik van inlopende medespeler (11-11). 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen (5-5). 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (5-5). 14. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een halfhoge pass komen (8-8). 15. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een halfhoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond) (8-8). 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen (11-11). 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond) (11-11). 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+geen werkelijk doelkans) (55). 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden (5-5). 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden (5-5). 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden (8-8). 22. Speler kan zich zodanig draaien met de bal dat hij het spel in de meest gunstige omstandigheden kan verderzetten (8-8). 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is) (5-5). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen (5-5). 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen (8-8). 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken (5-5). 27. Speler weet wanneer naar doel te trappen (bij werkelijk doelkans) (5-5). 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m) (5-5). 29. Speler weet wanneer en van op welke afstand hij van ver naar doel kan trappen (bij werkelijk doelkans, rekening houdend met eigen mogelijkheden en de positie van de doelman en als er geen medespelers in meer gunstige omstandigheden aanspeelbaar zijn) (8-8). 30. Speler kan van op halfverre afstand een doelpunt maken (10 à 20m) (8-8). 31. Speler kan van op verre afstand een doelpunt maken (20m en meer) (11-11). 32. Speler weet wanneer hij naar de bal moet gaan om hem te intercepteren en kan zich daarvoor op de juiste wijze verplaatsen (5-5). 33. Speler kan na de interceptie in het bezit van de bal blijven indien mogelijk (8-8). 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats (11-11). 35. Speler kan een mogelijke doelkans of doelpunt afweren (5-5). 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname) (5-5). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen (5-5). 38. Speler kan beletten dat de bal voor doel wordt gebracht (8-8). 39. Speler kan beletten dat er een gevaarlijke dieptepass gegeven wordt (8-8). 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten (5-5). 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel (8-8). 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen (8-8). 43. Speler kan duel op een hoge bal binnen zijn bereik goed aangaan (11-11). 44. Speler weet wanneer hij remmend wijken moet toepassen (als hij de bal niet kan afnemen) (5-5). 45. Speler kan de snelheid uit de actie van de tegenspeler halen waardoor speler(s) kunnen terugkeren en druk kunnen zetten 34
(5-5). 46. Speler kan de tegenstander bij het remmend wijken naar de buitenkant duwen (8-8). 47. Speler kan de speelhoeken naar zijn rechtstreekse tegenstander zo goed moegelijk afsluiten waardoor die zeker niet in zijn rug kan aangespeeld worden (8-8) 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt (8-8). 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is (11-11). 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten (11-11). 51. Speler kan na persoonlijk balverlies onmiddellijk het duel met de balafnemer aangaan of neemt onmiddellijk de positie over van medespeler die balbezitter aanvalt (8-8). 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie (11-11). 53. Speler kan onmiddellijk na de balrecuperatie bij werkelijke doelkans naar doel trappen of zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken via een individuele actie of via een pass (8-8). 54. Speler kan een strafschop nauwkeurig trappen (5-5). 55. Speler kan een vrije trap (directe+indirecte) nauwkeurig trappen (8-8 en 11-11). 56. speler kan een hoekschop nauwkeurig trappen (8-8). 57. Speler kan nauwkeurig inwerpen (5-5). 58. Speler kan zich juist opstellen bij hoekschop voor (8-8 en 11-11). 59. Speler kan zich juist opstellen bij hoekschop tegen (8-8 en 11-11). 60. Speler kan zich juist opstellen bij vrije trap (directe+indirecte) voor (8-8 en 11-11). 61. Speler kan zich juist opstellen bij vrije trap (directe+indirecte) tegen (8-8 en 11-11). 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ) Overzicht TEAMTACTICS : T1+ opbouwzone beheersen Aanspeelbaarheid o Openen breed (B+1) o Openen diep (B+2) o Driehoekspel met evenredige onderlinge afstanden (B+3) Ruimte creëren voor zichzelf en het benutten ervan (B+4) creëren voor medespeler en het benutten ervan (B+5)
o o Ruimte
Balcirculatie o Geen balverlies waardoor de tegenpartij een doelkans krijgt (B+6) Zo snel mogelijk de bal nauwkeurig doorspelen (B+7) Een zo hoog mogelijke balsnelheid ontwikkelen (B+8) Diagonale IN & OUT passing naar de zwakke zone van de tegenpartij (B+9) passing diep een lijn overslaan (pass in de 2de graad) (B+10)
o o o o Bij
T2+ infiltratie naar waarheidszone 35
o Wanneer infiltreren: ruimte+op het juiste moment (B+11) o Infiltratie zonder bal: give & go (B+12) o Infiltratie met bal: geen kans op onmiddellijk en/of gevaarlijk balverlies (B+13) o Infiltratie met bal: leiden of dribbel: challenge (B+14) T3+ waarheidszone beheersen o Een doelkans creëren via een individuele actie (B+15) voorzet trappen die bruikbaar is voor een speler vóór doel (B+16) eindpass in de diepte trappen (B+17) Efficiënte bezetting: 1ste – 2de paal en 11m (B+18) o Strikte dekking ontvluchten: snel bewegen! (B+19) o Diepte induiken maar opgelet off-side (B+20) snel mogelijk afwerken bij werkelijke doelkans (B+21)
o Een o Subtiele o o Zo
T4+ gevaarlijke tegenaanval opzetten o De verste spelers lopen zich vrij (loshaken/uit blok) (B+22) Balrecuperatie: 1ste actie is diepte-gericht (B+23) blijven spelen (B+24) spelers: enkelen infiltreren (=sprint) (B+25)
o o Diep o In blok
T1- zone bal – doel beheersen Blokvorming o 35m op 35m speelruimte verkleinen (=sluiten) (B-1) Evenredige onderlinge afstanden (B-2) Medium blok: de middenvelders bevinden zich t.h.v. de middellijn (B-3) Centrale verdediger die zich het dichtst bij het duel bevindt, bepaalt de off-side (B-4)
o o o
Gevaarlijke dieptepass verhinderen o Positieve pressing op de baldrager (B-5) Negatieve pressing op de baldrager (B-6) dekking door de dichtste medespeler(s) (B-7) kruisbeweging met naburige speler maken (B-8) schuiven en kantelen van het blok (B-9) meeschuivende doelman (hoge positie) (B-10)
o o De o Geen o Het o Een
T2- recuperatie van de bal o Het duel nooit verliezen: zich nooit laten uitschakelen B-11) duel proberen winnen bij 100% zekerheid (B-12) bal recupereren door interceptie (B-13) pressing bij kans op balrecuperatie (B-14)
o Het o De o Collectieve
T3- waarheidszone beheersen 36
o Niet laten uitschakelen door een individuele actie (B-15) voorzet beletten (B-16) eindpass in de diepte beletten: centrum afsluiten (B-17) Efficiënte bezetting: 1ste – 2de paal en 11m (B-18) Kortere dekking: split-vision (bal +tegenspeler) (B-19) o Doelpoging afblokken (B-20)
o Een o Een o o
T4- gevaarlijke tegenaanval beletten o Een hoge compacte T-vorm: restverdediging van minstens 4 spelers + K (B-22) Drukzetten en dieptepass verhinderen (B-23) o “T-vorm“: de tegenaanval afremmen (B-24) “Niet-T-vorm” spelers: zo snel mogelijk in het blok terugkomen (B-25)
o o
37
Categorie U7-U7-U8 :
AUGUSTUS
HOOFD THEMA: Algemene herhaling Basics : B + Basismotorische vaardigheden : Oog – hand coördinatie Oog – voet coördinatie Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. Leiden : 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. Dribbel : 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m). Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten (5-5). Fysieke vaardigheden : Estafettespelen met bal met richtings- en ritmeveranderingen. Snel voetenwerk met en zonder bal. Teamtactics B +: Opstelling ruit met benaming 38
Categorie U7-U8 :
SEPTEMBER
HOOFDTHEMA : 1 tegen 1 + controle Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan passen. Balcontrole : zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen.
de bal kan
12. Speler kan
Leiden : 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. Dribbel : 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m) , schuingericht komende van de flank. Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor het duel kan aanvatten.
hij in gunstige omstandigheden
Fysieke vaardigheden : Estafettespelen met bal met richtings- en ritmeveranderingen. Snel voetenwerk met en zonder bal. Teamtactics B + en B -: Opstelling bij doeltrap. 39
Categorie U7-U8 :
OKTOBER
HOOFDTHEMA: 1.Inworp . 2.Speler kan zich vrijlopen. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan kan passen. Balcontrole : zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen.
de bal
12. Speler kan
13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet). 57. Speler kan nauwkeurig inwerpen. Dribbel : 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Korte dekking : 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt . Fysieke vaardigheden : Specifieke loop coördinatie Looptechniek 40
Tikspelen Teamtactics B + en B -: Opstelling bij ingooi.
Categorie U7-U8 :
NOVEMBER
HOOFDTHEMA: 1.Hoekschop 2. Speler kan zich vrijlopen. Basics : B + Vrijlopen : CENTRAAL 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan kan passen. Balcontrole : zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen.
de bal
12. Speler kan
13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet). Dribbel : 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m) Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Korte dekking :
41
48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt . Afweren : 35. Speler kan een mogelijke doelkans of doelpunt afweren. Fysieke vaardigheden : Specifieke loop coördinatie Looptechniek Doelspelen Teamtactics B + en B -: Opstelling bij hoekschop.
Categorie U7-U8 :
DECEMBER
HOOFDTHEMA: Opstelling aftrap + vrije trap. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan kan passen. Balcontrole : zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen.
de bal
12. Speler kan
13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. Dribbel : 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet , body dribbel , schaarbeweging. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m), schuingericht komende van de flank. Basics : B 42
Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen. Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten . Fysieke vaardigheden : Loopspelen met de bal Doelspelen Teamtactics B + en B -: Opstelling bij aftrap en vrije trap. HALF JAARLIJKSE EVALUATIE SPELERS.
Categorie U7-U8 :
JANUARI
HOOFD THEMA: Opbouw vanaf de doelman op 7 of 11 Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan kan passen. Balcontrole : zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen.
de bal
12. Speler kan
13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. Dribbel : 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet , body dribbel , schaarbeweging. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). 43
Doelpoging : 27. Speler weet wanneer naar doel te trappen (bij werkelijk doelkans). 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m), schuingericht komende van de flank. Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen. Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten . Remmend wijken : 44. Speler weet wanneer hij remmend wijken moet toepassen (als hij de bal niet kan afnemen) Fysieke vaardigheden : Snel voetenwerk zonder bal Reactiespelen Teamtactics B + en B -: Opstelling bij doeltrap.
Categorie U7-U8 :
FEBRUARI
HOOFD THEMA: 1. Opbouw vanaf de doelman via 4 2. Herhaling ingooi . Basics : B + Vrijlopen : CENTRAAL 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan kan passen. Balcontrole : zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen.
de bal
12. Speler kan
13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. 44
Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet). 57. Speler kan nauwkeurig inwerpen. Dribbel : 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Korte dekking : 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt . Fysieke vaardigheden : Snel voetenwerk met bal Nummerspelen Teamtactics B + en B -: Opstelling bij ingooi.
Categorie U7-U8 :
MAART
HOOFD THEMA: 1.Opbouw vanaf de doelman via 4 naar 7 of 11. 2.Herhaling hoekschop. Basics : B + Vrijlopen : 45
1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de mee Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet).st gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. 56. speler kan een hoekschop nauwkeurig trappen Dribbel : 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet , body dribble , schaarbeweging. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 27. Speler weet wanneer naar doel te trappen (bij werkelijk doelkans). 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m), schuingericht komende van de flank, of weet wanneer hij een voorzet moet geven. Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen. Korte dekking : 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt .
Afweren : 35. Speler kan een mogelijke doelkans of doelpunt afweren en of voorzet.
46
Fysieke vaardigheden : Voetbalspecifieke snelheidsspelen Teamtactics B + en B -: Opstelling bij hoekschop.
Categorie U7-U8 :
APRIL
Algemene herhaling + Fun trainingen
EINDEVALUATIE SPELERS
Categorie U9 :
AUGUSTUS
HOOFD THEMA : Algemene herhaling Basics : B + Basismotorische vaardigheden : Oog – hand coördinatie Oog – voet coördinatie Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. Leiden : 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 47
20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. Dribbel : 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m). Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten (5-5). Fysieke vaardigheden : Estafettespelen met bal met richtings- en ritmeveranderingen. Snel voetenwerk met en zonder bal.
Categorie U9 :
SEPTEMBER
HOOFD THEMA: Opbouw vanaf de doelman naar 7of 11. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan. 48
Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 27. Speler weet wanneer naar doel te trappen (bij werkelijk doelkans). 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m) , schuingericht komende van de flank. Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge. Remmend wijken : 44. Speler weet wanneer hij remmend wijken moet toepassen (als hij de bal niet kan afnemen). 45. Speler kan de snelheid uit de actie van de tegenspeler halen waardoor speler(s) kunnen terugkeren en druk kunnen zetten. 46. Speler kan de tegenstander bij het remmend wijken naar de buitenkant duwen. Fysieke vaardigheden : Estafettespelen met bal met richtings- en ritmeveranderingen. Snel voetenwerk met en zonder bal. 49
Teamtactics B + en B -: Opstelling bij doeltrap.
Categorie U9 :
OKTOBER
HOOFD THEMA: Opbouw vanaf de doelman naar 4. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet). 57. Speler kan nauwkeurig inwerpen. Dribbel : 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt. 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen gelijk voor balaanname). Interceptie voor balcontrole : 32. Speler weet wanneer hij naar de bal moet gaan om hem te intercepteren en kan zich daarvoor op de juiste wijze verplaatsen. Korte dekking : 50
48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt . Fysieke vaardigheden : Specifieke loop coördinatie Looptechniek Tikspelen Teamtactics B + en B -: Opstelling bij ingooi.
Categorie U9 :
NOVEMBER
HOOFD THEMA: Opbouw vanaf de doelman via 4 naar 9. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat (5–5). 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet) (5–5). Dribbel : 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 27. Speler weet wanneer naar doel te trappen (bij werkelijk doelkans). 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m) 51
Basics : B Druk zetten : 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen. 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Korte dekking : 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt . Opstelling tussen tegenstrever en doel. Afweren : 35. Speler kan een mogelijke doelkans of doelpunt afweren. Fysieke vaardigheden : Specifieke loop coördinatie Looptechniek Doelspelen Teamtactics B + en B -: Opstelling bij hoekschop.
Categorie U9 :
DECEMBER
HOOFD THEMA: Opbouw vanaf de doelman via 4 op 7 – 11. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans). 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 52
Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet , body dribbel , schaarbeweging. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 27. Speler weet wanneer naar doel te trappen (bij werkelijk doelkans). 28. Speler kan van dicht bij een doelpunt maken (tot 10m), schuingericht komende van de flank. Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen. Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge Fysieke vaardigheden : Toepassen looptechniek Loopspelen met de bal Teamtactics B + en B -: Open en diep staan . ( B+ ) Speelveld klein maken. ( B- ) HALF JAARLIJKSE EVALUATIE SPELERS.
Categorie U9 :
JANUARI
HOOFDTHEMA: Opbouw vanaf de doelman via 4 op 7 – 11 + creëren van een doelkans 53
Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden met de bal aan de voet en onder druk.
ruimte op de flank te overbruggen
Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terrein winst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet , body dribbel , schaarbeweging. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 27. Speler weet wanneer naar doel te trappen (bij werkelijk doelkans). 28. Speler kan van dicht bij een doelpunt maken (tot 10m), schuingericht komende van de flank. Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen. Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten (5-5). 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge. 54
Remmend wijken : 44. Speler weet wanneer hij remmend wijken moet toepassen (als hij de bal niet kan afnemen) 45. Speler kan de snelheid uit de actie van de tegenspeler halen waardoor speler(s) kunnen terugkeren en druk kunnen zetten. 46. Speler kan de tegenstander bij het remmend wijken naar de buitenkant duwen. Fysieke vaardigheden : Snel voetenwerk met bal Reactiespelen Teamtactics B + en B -: Opstelling bij doeltrap.
Categorie U9 :
FEBRUARI
HOOFD THEMA: Opbouw vanaf de doelman via 4 op 7 of 11 + voorzet op 9. Basics : B + Vrijlopen : CENTRAAL 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet). 57. Speler kan nauwkeurig inwerpen. Dribbel : 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terrein winst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). 55
Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Korte dekking : 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt .
Interceptie voor balcontrole : 32. Speler weet wanneer hij naar de bal moet gaan om hem te intercepteren en kan zich daarvoor op de juiste wijze verplaatsen. Fysieke vaardigheden : Snel voetenwerk met bal Nummerspelen Teamtactics B + en B -: Opstelling bij ingooi.
Categorie U9 :
MAART
HOOFDTHEMA : Opbouw vanaf de doelman via 4 op 7 of 11 + keuze trap op doel of voorzet. VOORBREIDING 8 TEGEN 8
U10-U11
Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de mee ( ingedraaid staan ) Passing :
56
5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet).st gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden voorzet over de grond. Dribbel : 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet , body dribbel , schaarbeweging. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 27. Speler weet wanneer naar doel te trappen (bij werkelijk doelkans). 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m), schuingericht komende van de flank, of weet wanneer hij een voorzet moet geven. Afwerken op lage voorzet. Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen. Korte dekking : 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt . Afweren : 35. Speler kan een mogelijke doelkans of doelpunt afweren en of voorzet. Fysieke vaardigheden : Voetbalspecifieke snelheidsspelen Teamtactics B + en B -: Opstelling bij hoekschop.
Categorie U9 :
APRIL 57
VOORBREIDING 8 TEGEN 8
U10-U11
+
Algemene herhaling + Fun trainingen
EINDEVALUATIE SPELERS
Categorie U10-U11 :
AUGUSTUS
HOOFD THEMA : Algemene herhaling Basics : B + Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan. Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen . 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terrein winst richting doel boeken. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m). Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Duel : 58
40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten (5-5). Fysieke vaardigheden : Estafettespelen met bal met richtings- en ritmeveranderingen. Snel voetenwerk met en zonder bal.
Categorie U10-U11 :
SEPTEMBER
HOOFD THEMA : Opbouw vanaf de doelman via 2 - 4 - 5 Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan. Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). 59
Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge. Fysieke vaardigheden : Estafettespelen met bal met richtings- en ritmeveranderingen. Snel voetenwerk met en zonder bal
loopladder / spelvorm
Teamtactics B + en B -: Opstelling bij doeltrap.
Categorie U10-U11 :
OKTOBER
HOOFD THEMA : Opbouw vanaf de doelman via 2 - 4 – 5 naar 10. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden + half lange pas. Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 60
6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet). 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Dribbel : 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt. 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen gelijk voor balaanname). Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. Remmend wijken : 46. Speler kan de tegenstander bij het remmend wijken naar de buitenkant duwen (8-8). Fysieke vaardigheden : Looptechniek verbeteren Tikspelen Teamtactics B + : Ruimte creëren Teamtactics B - : Pressing op baldrager
61
Categorie U10-U11 :
NOVEMBER
HOOFD THEMA : Opbouw vanaf de doelman via 2 - 4 – 5 naar 10 die inspeelt naar 7 of 11. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden + half lange pas. Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet). 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Dribbel : 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 62
36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt. 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen gelijk voor balaanname). Duel : 40.Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41.Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42.Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. Remmend wijken : 46. Speler kan de tegenstander bij het remmend wijken naar de buitenkant duwen . Speelhoeken afsluiten : 47. Speler kan de speelhoeken naar zijn rechtstreekse tegenstander zo goed moegelijk afsluiten waardoor die zeker niet in zijn rug kan aangespeeld worden. 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt. Fysieke vaardigheden : Lenigheid verbeteren Oog - hand en oog – voet coördinatie Teamtactics B + : Infiltratie zonder bal Teamtactics B - : dekking dichtste medespeler
63
Categorie U10-U11:
DECEMBER
HOOFD THEMA: Opbouw vanaf de doelman via 2 - 4 – 5 naar 10 die inspeelt naar 7 of 11, waarna de aanval moet afgerond worden met een doelkans = voorzet op 9 of trap op doel. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden + half lange pas. Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet). 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). 11. Speler kan voorzet met de juiste voet op volle snelheid en zo hard mogelijk trappen tussen doel en verdediging en net buiten actiegebied van de doelman en tegenspelers en binnen het bereik van inlopende medespeler. Dribbel : 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ).
64
Basics : B Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt. 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen gelijk voor balaanname). 38. Speler kan beletten dat de bal voor doel wordt gebracht. Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. Remmend wijken : 46. Speler kan de tegenstander bij het remmend wijken naar de buitenkant duwen . Speelhoeken afsluiten : 47. Speler kan de speelhoeken naar zijn rechtstreekse tegenstander zo goed moegelijk afsluiten waardoor die zeker niet in zijn rug kan aangespeeld worden. 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt. Fysieke vaardigheden : Loopspelen met bal Nummerspelen Teamtactics B + : Infiltratie met bal Teamtactics B - : dekking dichtste medespeler HALF JAARLIJKSE EVALUATIE SPELERS.
65
Categorie U10-U11 :
JANUARI
HOOFD THEMA : Algemene herhaling september tot december of extra maand om thema’s te vervolledigen.
Categorie U10-U11 :
FEBRUARI
HOOFD THEMA: Uittrap doelman tegenpartij snel mogelijk scoren.
tegenaanval opzetten en zo
Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. 14. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een halfhoge pass komen. 15. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een halfhoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet). 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pas. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). 57. Speler kan nauwkeurig inwerpen. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is) (5-5). 66
24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 27. Speler weet wanneer naar doel te trappen (bij werkelijk doelkans). 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m). 29. Speler weet wanneer en van op welke afstand hij van ver naar doel kan trappen (bij werkelijk doelkans, rekening houdend met eigen mogelijkheden en de positie van de doelman en als er geen medespelers in meer gunstige omstandigheden aanspeelbaar zijn). 30. Speler kan van op half verre afstand een doelpunt maken (10 à 20m). Basics : B – Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Korte dekking : 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt . Interceptie voor balcontrole : 32. Speler weet wanneer hij naar de bal moet gaan om hem te intercepteren en kan zich daarvoor op de juiste wijze verplaatsen. Fysieke vaardigheden : Tikspelen Lenigheid
67
Teamtactics B + en B -: Opstelling bij ingooi.
Categorie U10-U11 :
MAART
HOOFD THEMA : Stilstaande fase : indirecte vrije trap + hoekschop. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. 14. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een halfhoge pass komen. 15. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een halfhoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Passing : 55. Speler kan een vrije trap (directe+ indirecte) nauwkeurig trappen. 56. speler kan een hoekschop nauwkeurig trappen. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is) (5-5). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terrein winst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 27. Speler weet wanneer naar doel te trappen (bij werkelijk doelkans). 28. Speler kan van dicht bij een doelpunt maken (tot 10m).
68
29. Speler weet wanneer en van op welke afstand hij van ver naar doel kan trappen (bij werkelijk doelkans, rekening houdend met eigen mogelijkheden en de positie van de doelman en als er geen medespelers in meer gunstige omstandigheden aanspeelbaar zijn). 30. Speler kan van op half verre afstand een doelpunt maken (10 à 20m). Opstelling : 58. Speler kan zich juist opstellen bij hoekschop voor. 60. Speler kan zich juist opstellen bij vrije trap (directe+ indirecte) voor. Basics : B – Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Korte dekking : 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt . 59. Speler kan zich juist opstellen bij hoekschop tegen. 61. Speler kan zich juist opstellen bij vrije trap (directe+ indirecte) tegen. Interceptie voor balcontrole : 32. Speler weet wanneer hij naar de bal moet gaan om hem te intercepteren en kan zich daarvoor op de juiste wijze verplaatsen. Fysieke vaardigheden : Voetbal specifieke snelheidsspelen Teamtactics B + en B -: Opstelling bij hoekschop.
Categorie U10-U11 :
APRIL 69
Algemene herhaling + Fun trainingen EINDEVALUATIE SPELERS
Categorie U12-U13 :
AUGUSTUS 70
HOOFD THEMA: Algemene herhaling Basics : B + Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan. 14. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een halfhoge pass komen. 15. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een halfhoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. 22. Speler kan zich zodanig draaien met de bal dat hij het spel in de meest gunstige omstandigheden kan verderzetten. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is).
werkelijke
24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen . 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terrein winst richting doel boeken. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m). 29. Speler weet wanneer en van op welke afstand hij van ver naar doel kan trappen (bij werkelijk doelkans, rekening houdend met eigen mogelijkheden en de positie van de doelman en als er geen medespelers in meer gunstige omstandigheden aanspeelbaar zijn). 30. Speler kan van op halfverre afstand een doelpunt maken (10 à 20m)
Basics : B – Duel :
71
40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Korte dekking : 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt .
Fysieke vaardigheden : Estafettespelen met bal met richtings- en ritmeveranderingen. Snel voetenwerk met en zonder bal.
Categorie U12-U13 :
SEPTEMBER
HOOFD THEMA: Opbouw vanaf de doelman via 2 - 3 - 4 - 5 Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass.
72
8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge. 73
Dekking : 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is. 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten .
Fysieke vaardigheden : Uithouding : 20sec regel
oefeningen met bal.
Tikspelen met en zonder bal. Teamtactics B + : Ruimte creëren Teamtactics B - : Pressing op baldrager
Categorie U12-U13 :
OKTOBER
HOOFD THEMA: Opbouw vanaf de doelman via 2 - 3 - 4 – 5 naar de centrale middenvelders 6 - 8. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 74
52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats 75
36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge. Dekking : 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is. 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten .
Fysieke vaardigheden : Looptechniek verbeteren reactiespelen
Teamtactics B + : Ruimte creëren Teamtactics B - : Pressing op baldrager
Categorie U12-U13 :
NOVEMBER
HOOFD THEMA: Opbouw vanaf de doelman via 2 - 3 - 4 – 5 naar de centrale middenvelders 6 – 8 die inspelen naar 10. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie 76
Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats
77
36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Dekking : 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is. 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten .
Fysieke vaardigheden : Lenigheid Reactie en startsnelheid Teamtactics B + : Ruimte creëren + bal nauwkeurig doorspelen Teamtactics B - : Pressing op baldrager + dekking door dichtste medespeler
Categorie U12-U13:
DECEMBER
HOOFD THEMA : Opbouw vanaf de doelman via 2 - 3 - 4 – 5 naar de centrale middenvelders 6 – 8 die inspelen naar 10 die op zijn beurt inspeelt op 7 of 11. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan passen.
de bal kan
4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 78
7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen 79
Dekking : 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is. 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten .
Fysieke vaardigheden : Uithouding : 20sec regel
oefeningen met bal.
Tikspelen Teamtactics B + : Ruimte creëren ( opstelling breed en diep ) + bal nauwkeurig doorspelen Teamtactics B - : Dekking dichtste medespeler + geen kruisbeweging HALF JAARLIJKSE EVALUATIE SPELERS.
Categorie U12-U13 :
JANUARI
HOOFD THEMA: Opbouw vanaf de doelman via 2 - 3 - 4 – 5 naar de centrale middenvelders 6 – 8 die inspelen naar 10 die op zijn beurt inspeelt op 7 of 11 hierna moet de aanval worden afgerond met een doelkans. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 80
7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). 11. Speler kan voorzet met de juiste voet op volle snelheid en zo hard mogelijk trappen tussen doel en verdediging en net buiten actiegebied van de doelman en tegenspelers en binnen het bereik van inlopende medespeler. Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m. 29. Speler weet wanneer en van op welke afstand hij van ver naar doel kan trappen (bij werkelijk doelkans, rekening houdend met eigen mogelijkheden en de positie van de doelman en als er geen medespelers in meer gunstige omstandigheden aanspeelbaar zijn). 81
30. Speler kan van op halfverre afstand een doelpunt maken (10 à 20m). 31. Speler kan van op verre afstand een doelpunt maken (20m en meer). Basics : B Druk zetten : 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen
Dekking : 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is. 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten .
Fysieke vaardigheden : Looptechniek verbeteren Reactiespelen Teamtactics B + : Ruimte creëren ( opstelling breed en diep ) + bal nauwkeurig doorspelen Teamtactics B - : dekking dichtste medespeler + geen kruisbeweging
82
Categorie U12-U13 :
FEBRUARI
HOOFD THEMA : Spelhervatting doelman tegenpartij na balrecuperatie een tegenaanval opzetten en zo snel mogelijk een doelkans creëren. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). 11. Speler kan voorzet met de juiste voet op volle snelheid en zo hard mogelijk trappen tussen doel en verdediging en net buiten actiegebied van de doelman en tegenspelers en binnen het bereik van inlopende medespeler. Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 83
21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m ). 29. Speler weet wanneer en van op welke afstand hij van ver naar doel kan trappen (bij werkelijk doelkans, rekening houdend met eigen mogelijkheden en de positie van de doelman en als er geen medespelers in meer gunstige omstandigheden aanspeelbaar zijn). 30. Speler kan van op halfverre afstand een doelpunt maken (10 à 20m). 31. Speler kan van op verre afstand een doelpunt maken (20m en meer). Basics : B – Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Korte dekking : 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt . Interceptie voor balcontrole : 32. Speler weet wanneer hij naar de bal moet gaan om hem te intercepteren en kan zich daarvoor op de juiste wijze verplaatsen. 84
Fysieke vaardigheden : Reactiespelen Looptechniek verbeteren Teamtactics B + : Overgang B- naar B+ speelveld groot maken. Teamtactics B - : Speelruimte klein maken
Categorie U12-U13 :
MAART
HOOFD THEMA : Stilstaande fase : indirecte vrije trap + hoekschop. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 85
4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. 14. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een halfhoge pass komen. 15. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een halfhoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Passing : 55. Speler kan een vrije trap (directe+ indirecte) nauwkeurig trappen. 56. speler kan een hoekschop nauwkeurig trappen. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is) (5-5). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Aanleren opgelegde richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 27. Speler weet wanneer naar doel te trappen (bij werkelijk doelkans). 28. Speler kan van dicht bij een doelpunt maken (tot 10m). 29. Speler weet wanneer en van op welke afstand hij van ver naar doel kan trappen (bij werkelijk doelkans, rekening houdend met eigen mogelijkheden en de positie van de doelman en als er geen medespelers in meer gunstige omstandigheden aanspeelbaar zijn). 30. Speler kan van op half verre afstand een doelpunt maken (10 à 20m). Opstelling : 58. Speler kan zich juist opstellen bij hoekschop voor. 60. Speler kan zich juist opstellen bij vrije trap (directe+ indirecte) voor. Basics : B – Duel : 86
40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Korte dekking : 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt . 59. Speler kan zich juist opstellen bij hoekschop tegen. 61. Speler kan zich juist opstellen bij vrije trap (directe+ indirecte) tegen. Interceptie voor balcontrole : 32. Speler weet wanneer hij naar de bal moet gaan om hem te intercepteren en kan zich daarvoor op de juiste wijze verplaatsen. Fysieke vaardigheden : Voetbal specifieke snelheidsspelen Lenigheid Teamtactics B + en B -: Opstelling bij hoekschop.
Categorie U12-U13 :
APRIL
Algemene herhaling + Fun trainingen EINDEVALUATIE SPELERS
87
Categorie U15:
AUGUSTUS
HOOFD THEMA: Algemene herhaling Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet)
88
Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan. 14. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een halfhoge pass komen. 15. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een halfhoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. 22. Speler kan zich zodanig draaien met de bal dat hij het spel in de meest gunstige omstandigheden kan verderzetten. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is).
werkelijke
24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen . 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terrein winst richting doel boeken. 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m). 29. Speler weet wanneer en van op welke afstand hij van ver naar doel kan trappen (bij werkelijk doelkans, rekening houdend met eigen mogelijkheden en de positie van de doelman en als er geen medespelers in meer gunstige omstandigheden aanspeelbaar zijn). 30. Speler kan van op halfverre afstand een doelpunt maken (10 à 20m) Basics : B – Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen.
89
Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Korte dekking : 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt .
Fysieke vaardigheden : Estafettespelen met bal met richtings- en ritmeveranderingen. Snel voetenwerk met en zonder bal.
Categorie U15 HOOFD THEMA : Teamtactics
SEPTEMBER B+:
Opbouw vanaf de doelman via 2 - 3 - 4 - 5
Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie 90
Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats
91
36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge. Dekking : 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is. 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten .
Fysieke vaardigheden : Uithouding : 20sec regel
oefeningen met bal.
Tikspelen met en zonder bal.
Teamtactics B + : Ruimte creëren Teamtactics B - : Pressing op baldrager
Categorie U15 :
OKTOBER
HOOFD THEMA: Teamtactics B + :Opbouw vanaf de doelman via 2 - 3 - 4 - 5 naar de centrale middenvelders 6 – 8 – 10 of lijn overslaan en inspelen op 9. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie 92
Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats
93
36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge. Dekking : 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is. 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten .
Fysieke vaardigheden : Looptechniek verbeteren reactiespelen Teamtactics B + : Ruimte creëren Teamtactics B - : Pressing op baldrager
Categorie U15:
NOVEMBER
HOOFD THEMA: Teamtactics B + : Opbouw vanaf de doelman via 2 - 3 - 4 – 5 naar de centrale middenvelders 6 – 8 – 10 die inspelen op 7 of 11 of 9 kaatst terug op 10 die inspeelt op 7 of 11 Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan passen.
de bal kan
4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 94
52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B 95
Druk zetten : 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Dekking : 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is. 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten .
Fysieke vaardigheden : Kracht oefeningen met eigen lichaamsgewicht Reactie en startsnelheid Teamtactics B + : Ruimte creëren + bal nauwkeurig doorspelen Teamtactics B - : Pressing op baldrager + dekking door dichtste medespeler
96
Categorie U15:
DECEMBER
HOOFD THEMA : Teamtactics B + : Opbouw vanaf de doelman via 2 - 3 - 4 – 5 naar de centrale middenvelders 6 – 8 – 10 die inspelen op 7 of 11 of 9 kaatst terug op 10 die inspeelt op 7 of 11 + creëren van een doelkans. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). 11. Speler kan voorzet met de juiste voet op volle snelheid en zo hard mogelijk trappen tussen doel en verdediging en net buiten actiegebied van de doelman en tegenspelers en binnen het bereik van inlopende medespeler. Balcontrole : 97
12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Leiden : 18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen werkelijke doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is). 24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen. 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken. Speler komt 1:1 situatie , kappen binnen- en buitenkant voet. 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Dekking : 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is. 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten.
Fysieke vaardigheden : 98
Uithouding : 20sec regel
oefeningen met bal.
Tikspelen Teamtactics B + : Ruimte creëren ( opstelling breed en diep) + bal nauwkeurig doorspelen Driehoekspel Looplijnen : efficiënte bezetting voor doel. Teamtactics B - : dekking dichtste medespeler + geen kruisbeweging
HALF JAARLIJKSE EVALUATIE SPELERS.
Categorie U15 :
JANUARI 99
HOOFD THEMA: Teamtactics
B-:
Medium blokvorming
Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan passen.
de bal kan
4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). 11. Speler kan voorzet met de juiste voet op volle snelheid en zo hard mogelijk trappen tussen doel en verdediging en net buiten actiegebied van de doelman en tegenspelers en binnen het bereik van inlopende medespeler. Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Dribbel : 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats 100
36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Dekking : 44. Speler weet wanneer hij remmend wijken moet toepassen (als hij de bal niet kan afnemen). 45. Speler kan de snelheid uit de actie van de tegenspeler halen waardoor speler(s) kunnen terugkeren en druk kunnen zetten. 46. Speler kan de tegenstander bij het remmend wijken naar de buitenkant duwen. 47. Speler kan de speelhoeken naar zijn rechtstreekse tegenstander zo goed moegelijk afsluiten waardoor die zeker niet in zijn rug kan aangespeeld worden. 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt. 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is. 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten .
Fysieke vaardigheden : Looptechniek verbeteren Tikspelen Teamtactics B + : Ruimte creëren Teamtactics B - : Blok zetten tussen 15m voor en 15m achter de middenlijn.
Categorie U15 : HOOFD THEMA : Teamtactics van het blok.
FEBRUARI B-:
Medium blokvorming + schuiven en kantelen
Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan passen.
de bal kan
4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 101
52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). 11. Speler kan voorzet met de juiste voet op volle snelheid en zo hard mogelijk trappen tussen doel en verdediging en net buiten actiegebied van de doelman en tegenspelers en binnen het bereik van inlopende medespeler. Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Dribbel : 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B – Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen 102
Korte dekking : 44. Speler weet wanneer hij remmend wijken moet toepassen (als hij de bal niet kan afnemen). 45. Speler kan de snelheid uit de actie van de tegenspeler halen waardoor speler(s) kunnen terugkeren en druk kunnen zetten. 46. Speler kan de tegenstander bij het remmend wijken naar de buitenkant duwen. 47. Speler kan de speelhoeken naar zijn rechtstreekse tegenstander zo goed moegelijk afsluiten waardoor die zeker niet in zijn rug kan aangespeeld worden. 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt. Interceptie voor balcontrole : 32. Speler weet wanneer hij naar de bal moet gaan om hem te intercepteren en kan zich daarvoor op de juiste wijze verplaatsen. Fysieke vaardigheden : Reactiespelen Looptechniek verbeteren Teamtactics B + : Overgang B- naar B+ speelveld groot maken. Teamtactics B - : Speelruimte klein maken
Categorie U15 : HOOFDTHEMA : Teamtactics afsluiten.
MAART B - : Een
eindpas in de diepte beletten
centrum
Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan kan passen.
de bal
4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) Balcontrole : zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen.
12. Speler kan
13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden. 14. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een halfhoge pass komen. 103
15. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een halfhoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Dribbel : 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B – Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Korte dekking : 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt .
Interceptie voor balcontrole : 32. Speler weet wanneer hij naar de bal moet gaan om hem te intercepteren en kan zich daarvoor op de juiste wijze verplaatsen. Fysieke vaardigheden : Voetbalspecifieke snelheidsspelen Lenigheid Teamtactics B + : Overgang B- naar B+ speelveld groot maken. Teamtactics B - : Speelruimte klein maken + druk op de man in balbezit.
Categorie U15 :
APRIL
Algemene herhaling + Fun trainingen
EINDEVALUATIE SPELERS 104
Categorie U17:
AUGUSTUS
Thema : Algemene herhaling Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan. 14. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een halfhoge pass komen. 15. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een halfhoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Leiden : 105
18. Speler weet wanneer hij moet leiden (niemand in gunstige positie aanspeelbaar+ geen werkelijk doelkans) 19. Speler kan zo snel mogelijk terreinwinst boeken bij het leiden . 20. Speler kan zoveel mogelijk terreinwinst richting doel boeken bij het leiden. 21. Speler kan de bal met de juiste voet zo dicht mogelijk bij zich houden bij het leiden. 22. Speler kan zich zodanig draaien met de bal dat hij het spel in de meest gunstige omstandigheden kan verderzetten. Dribbel : 23. Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstige positie aanspeelbaar, geen doelkans en indien er bij balverlies geen direct doelgevaar is).
werkelijke
24. Speler kan een tegenspeler uitschakelen bij het dribbelen . 25. Speler kan een tegenspeler langs de juiste kant dribbelen. 26. Speler kan bij het dribbelen zoveel mogelijk terrein winst richting doel boeken. 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Doelpoging : 28. Speler kan van dichtbij een doelpunt maken (tot 10m). 29. Speler weet wanneer en van op welke afstand hij van ver naar doel kan trappen (bij werkelijk doelkans, rekening houdend met eigen mogelijkheden en de positie van de doelman en als er geen medespelers in meer gunstige omstandigheden aanspeelbaar zijn). 30. Speler kan van op halfverre afstand een doelpunt maken (10 à 20m) Basics : B – Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Korte dekking : 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt .
106
Fysieke vaardigheden : Estafettespelen met bal met richtings- en ritmeveranderingen. Snel voetenwerk met en zonder bal.
Categorie U17 HOOFDTHEMA : Teamtactics tegenstrever
SEPTEMBER B+:
Diagonale passing naar de zwakke zone van de
Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass.
107
8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond).
Dribbel : 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Dekking : 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is. 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten.
Fysieke vaardigheden : Kracht Lenigheid Teamtactics B - : dekking dichtste medespeler + geen kruisbeweging
108
Categorie U17 HOOFDTHEMA :
OKTOBER Teamtactics B + :
Bruikbare voorzetten trappen + efficiënte bezetting voor doel
9 = eerste paal ,
7 of 11 2de paal en 10 strafschoppunt. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass.
109
8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). 11. Speler kan voorzet met de juiste voet op volle snelheid en zo hard mogelijk trappen tussen doel en verdediging en net buiten actiegebied van de doelman en tegenspelers en binnen het bereik van inlopende medespeler. Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Dribbel : 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Dekking : 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is. 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten.
Fysieke vaardigheden : Uithouding : oefeningen met en zonder bal. Tikspelen Teamtactics B + : Ruimte creëren 110
Categorie U17 HOOFDTHEMA : Teamtactics
NOVEMBER B + : Driehoekspel
+ aanspeelbaar zijn.
Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 111
17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Dribbel : 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B Druk zetten : 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Dekking : 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is. 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten.
Fysieke vaardigheden : Reactie spelen Startsnelheid Teamtactics B - : dekking dichtste medespeler + geen kruisbeweging + speelruimte klein houden.
112
Categorie U17
NOVEMBER
HOOFDTHEMA : Teamtactics
B+:
Loshaken uit blok , vrijlopen +
speelveld groot maken. Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Dribbel : 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ).
113
Basics : B Druk zetten : 34. Speler kan een pass of een doelpoging afweren naar een voor de tegenpartij ongunstige plaats 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Dekking : 49. Speler kan zich op juiste afstand ten opzichte van dichtstbijzijnde medespeler opstellen waardoor hij de speler aan de bal snel onder druk kan zetten wanneer zij medespeler uitgeschakeld is. 50. Speler kan onmiddellijk na het balverlies van zijn medespeler de juiste verdedigende positie innemen, hetzij de balbezitter onmiddellijk aan t e vallen als die in zijn zone komt, hetzij je rechtstreekse tegenstander onmiddellijk zo kort mogelijk dekken en onmiddellijk de speelhoek naar gevaarlijk opgestelde tegenspelers af te sluiten.
Fysieke vaardigheden : Estafettespelen met bal met richtings- en ritmeveranderingen. Snel voetenwerk met en zonder bal. Teamtactics B - : dekking dichtste medespeler + geen kruisbeweging + speelruimte klein houden.
Categorie U17: HOOFD THEMA : Teamtactics
DECEMBER B-:
Dekking dichtste medespeler.
Basics : B + Vrijlopen :
114
1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). 11. Speler kan voorzet met de juiste voet op volle snelheid en zo hard mogelijk trappen tussen doel en verdediging en net buiten actiegebied van de doelman en tegenspelers en binnen het bereik van inlopende medespeler. Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Dribbel : 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B – Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. 115
Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Korte dekking : 47. Speler kan de speelhoeken naar zijn rechtstreekse tegenstander zo goed moegelijk afsluiten waardoor die zeker niet in zijn rug kan aangespeeld worden. 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt. Interceptie voor balcontrole : 32. Speler weet wanneer hij naar de bal moet gaan om hem te intercepteren en kan zich daarvoor op de juiste wijze verplaatsen. Fysieke vaardigheden : Reactiespelen Looptechniek verbeteren Teamtactics B + : Ruimte creëren
Categorie U17: HOOFD THEMA : Teamtactics
JANUARI B-:
Speelruimte klein houden.
Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan passen.
de bal kan
4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 116
6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Dribbel : 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B – Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Korte dekking : 47. Speler kan de speelhoeken naar zijn rechtstreekse tegenstander zo goed moegelijk afsluiten waardoor die zeker niet in zijn rug kan aangespeeld worden. 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt.
Fysieke vaardigheden : 117
Kracht Looptechniek verbeteren Teamtactics B + : Ruimte creëren
FEBRUARI
Categorie U17: HOOFD THEMA : Teamtactics van het blok.
B-:
Medium blokvorming + schuiven en kantelen
Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet.
118
7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Dribbel : 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B – Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). Korte dekking : 47. Speler kan de speelhoeken naar zijn rechtstreekse tegenstander zo goed moegelijk afsluiten waardoor die zeker niet in zijn rug kan aangespeeld worden. 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt. Interceptie voor balcontrole : 32. Speler weet wanneer hij naar de bal moet gaan om hem te intercepteren en kan zich daarvoor op de juiste wijze verplaatsen. 119
Fysieke vaardigheden : Reactiespelen Tikspelen Teamtactics B + : Ruimte creëren
Categorie U17: HOOFD THEMA : Teamtactics
MAART B-:
Collectieve pressing bij kans op recuperatie.
Basics : B + Vrijlopen : 1. Speler kan zich aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie op het ogenblik dat speler aan de bal kan passen. 4. Speler kan een medespeler steunen (= door snel en juist naar de bal te bewegen) als medespeler aan de bal in moeilijkheden zit (= als hij onder druk wordt gezet) 52. Speler kan zich onmiddellijk na balrecuperatie aanspeelbaar opstellen in de meest gunstige positie Passing : 5. Speler kan met de juiste voet een korte pass op de juiste voet, met de juiste balsnelheid en op het juiste moment naar een medespeler geven die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en dichtbij staat. 6. Speler kan met de juiste voet de korte pass op een zodanige manier trappen / kopper dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (rollende bal, in de loop of in de voet. 7. Speler kan een halflange pass met de juiste voet en met de juiste balsnelheid geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte pass. 8. Speler kan de halflange pass op een zodanige manier trappen met de juiste voet dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop. 9. Speler kan een lange pass met de juiste balsnelheid en met de juiste voet geven naar een speler die in de meest gunstige positie aanspeelbaar is en die niet bereikbaar is met een korte of halflange pass. 120
10. Speler kan de lange pass met de juiste voet op een zodanige manier trappen dat de passontvanger in de meest gunstige omstandigheden verder kan spelen (in de loop). Balcontrole : 12. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een lage pass komen. 13. Speler kan een gerichte balcontrole met de juiste voet op een lage pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden = ingedraaid staan + half hoge pas. 16. Speler kan zo snel mogelijk in het bezit van een hoge pass komen. 17. Speler kan een gerichte balcontrole uitvoeren met de juiste voet op een hoge pass uitvoeren zodat in de meest gunstige omstandigheden kan verder gespeeld worden (indien mogelijk vanop de grond). Dribbel : 62. Herhalen richtingsveranderingen en basisbewegingen ( zie bijlage ). Basics : B – Duel : 40. Speler kan een juiste verdedigende lichaamshouding aannemen waardoor hij in gunstige omstandigheden het duel kan aanvatten. 41. Speler kan het duel winnen door goede tackle/sliding/charge/kopbalduel. 42. Speler kan indien mogelijk na duelwinst ook in het bezit van de bal komen. Druk zetten : 36. Speler kan tegenstander aan de bal zo snel mogelijk onder druk zetten als die in zijn zone komt (indien mogelijk voor balaanname). 37. Speler weet dat hij tegenstander aan de bal tot op 2m moet aanvallen Korte dekking : 47. Speler kan de speelhoeken naar zijn rechtstreekse tegenstander zo goed moegelijk afsluiten waardoor die zeker niet in zijn rug kan aangespeeld worden. 48. Speler kan door een goede dekking beletten dat zijn rechtstreekse tegenstander ofwel aangespeeld wordt ofwel in gunstige omstandigheden de bal ontvangt. Interceptie voor balcontrole : 32. Speler weet wanneer hij naar de bal moet gaan om hem te intercepteren en kan zich daarvoor op de juiste wijze verplaatsen. Fysieke vaardigheden : Coördinatie + lenigheid Teamtactics B + : Ruimte creëren 121
Categorie U17 :
APRIL
Algemene herhaling + Fun trainingen
EINDEVALUATIE SPELERS
In een jaarplanning wordt er steeds van uitgegaan dat alle spelers het vorige onder de knie hebben. Het is een verder opbouwen naar een technische en tactische intelligentie van de spelers zonder de eigenheid van elke speler te verwaarlozen. In de trainingsopbouw is het de bedoeling dat bovenstaande onderwerpen een rode draad zijn voor de voor de trainingsopbouw, niettegenstaande dat de duidelijke problemen of tekortkomingen die zichtbaar zijn in een wedstrijd ook in de volgende oefensessie moeten aan bod komen. Op het einde van de opleiding zijn alle coaching termen door alle spelers gekend. De taken per positie worden gedurende de ganse opleiding verder ontwikkeld en ingepast in het opleidingsplan. Posities op het veld worden met nummers verdeeld en de spelers die aan de wedstrijd starten hebben de nummering zoals beschreven in het opleidingsplan. Voor doelmannen blijft het belangrijk dat de eerste leeftijdscategorieën ook als veldspeler gespeeld wordt op alle posities. Vanaf U10-U11 kan men naar vaste doelmannen gaan die soms ook de kans krijgen als veldspeler op te treden. Er moet op gelet als bepaalde onderdelen niet opgenomen worden door de groep dat de jeugdopleider niet blijft hameren op de leerdoelen. Bij mogelijk problemen kunnen er steeds aanpassingen gebeuren in samenspraak met TVJO.
Jaarplan : Voetbalthema's en aandachtspunten
Algemeen 122
- Zo veel mogelijk het waarom van oefeningen duidelijk maken: koppeling naar de wedstrijd. - Het stimuleren van twee benigheid. - Het stimuleren van thuis oefenen. - Veel herhalingen. - Veel voordoen of voor laten doen (plaatje in plaats van praatje) - Spelen met de voetbalweerstanden en moeilijkheidsgraad. - Actieve inbreng spelers (vraag- en antwoordspel). - Kennis laten maken met soorten van 4 tegen 4. - Aanleren van een goede veldbezetting bij partijspelen. Specifieke oefeningen: Allerlei tikspelen met wenden, keren, draaien, afremmen, starten en reageren. Looptraining met accent op goed en hoog knieën heffen, hakken-billen, opspringen, schaatssprong. Allerlei oefeningen uit de loopschool zijn erg belangrijk.
Voetbalthema's A. Techniek 1.Hooghouden: zo veel mogelijk beide benen gebruiken, ook hoofd en dijbenen. 2. Jongleren in diverse vormen met een tussenstuit 3. Jongleren zowel stilstaand als in beweging 4. Uit handen omhoog trappen en opvangen voor de stuit: beheerst richten dus. 5. Een stilliggende bal opwippen 6. Afschermen van de bal 7. Kappen 8. Kaatsen 9. Beheerst door de lucht binnenkant voet volleyen 10. Beheerst door de lucht met wreef volleyen 11. Bal aannemen, links en rechts, op de voet en dijen, met de borst en het hoofd, enz. 12. Passeerbewegingen 13. Gericht koppen 14. Sliding 15. Juist ingooien
123
Individueel oefenen en met tweetallen één bal bijvoorbeeld na jongleren met tussenstuit de bal door de lucht spelen, tussenstuit, jongleren en weer door de lucht overspelen. Weerstand langzaam verhogen (indien van toepassing)
B. Traptechniek 1. Binnenkant voet, links en rechts (goed richten) 2. Laag, beneden de knieën spelen (bij combinatievoetbal, makkelijk inspelen) 3. Korte afstand (bij combinatievoetbal, meestal binnenkant voet, makkelijk inspelen) 4. Wreef (hardere pas) 5. Lange afstand (in grote ruimte overspelen, meestal met de wreef) 6. Hoog, binnenkant wreef (boogbal, meestal over grote afstand) Voornamelijk oefenen in tweetallen en drietallen; in kleine/afgebakende ruimte. Statische oefenvormen; Afwerkvormen; Partijvormen
C. Dribbelen en drijven ( dribbelen: als er tegenstanders in de buurt zijn, je houdt de bal vlak bij je; drijven als je de ruimte hebt, de bal mag verder van je voet en vergroot je de snelheid) - Met zowel links als rechts dribbelen - Met zowel links als rechts drijven Voornamelijk oefenen in spelvorm (bijv. twee teams in estafette tegen elkaar) In rechte lijn, en afwisselende richtingen. Met en zonder tegenstander. In een rechthoek/vierkant door elkaar heen, in divers tempo.
D. Aan- en meenemen Een over de grond aangespeelde bal: 1. Aannemen en recht vooruit 2. Inlopen, aannemen en recht vooruit 3. Met binnenkant voet naar links en rechts (rechts meenemen is dus naar links) 4. Met buitenkant voet naar links en rechts (rechts meenemen is dus naar rechts) 5. Aannemen en opendraaien ( van je tegenstander wegdraaien) 6. Met binnenkant voet achter standbeen, en meenemen 124
7. Na het maken van een vooractie (bijvoorbeeld: voor je de bal hebt doe je met je bovenlichaam alsof je naar rechts gaat, maar je gaat naar links) Goed voordoen of laten doen. Voornamelijk oefenen in tweetallen en drietallen. Weerstand langzaam verhogen.
E. Afwerken op doel 1. Schieten stilliggende bal 2. Na kaats door speler of trainer 3. Vanuit dribbel 4. Vanuit dribbel, paar meter naar voren 'neerleggen' 5. Vanuit dribbel, na een schijnbeweging 6. Na een combinatievorm 7. Met weerstand: het 1:1 duel Met zowel links als rechts! Ook in sprinttempo. Geen lange rijen, veel beurten. Gebruik eventueel meer doelen. Langzaam weerstand verhogen, eerst passief verdedigen, later echte verdediger.
F. 1:1 duel 1. In beperkte ruimte, zonder doel 2. Met doeltje, ook met 2 doelen 3. Na het duel afwerken op keeper 4. Toepassen van geleerde schijnbewegingen Aandacht voor aanvaller of verdediger Met geschikte weerstand: aanvankelijk passieve verdediger Oefeningen geschikt voor wedstrijdvormen
G. Combinatie 1. De een-twee combinatie 2. Zigzagcombinaties zonder plaatswissel (bijvoorbeeld lengte speelveld) 3. Combinaties met plaatswissel ( idem) 4. Vinden van de derde man (4:4 met 4 kaatsers) Let op oogcontact: éérst kijken dan passen! Speel vooral met binnenkant buitenste been. Veel aandacht voor de techniek van het inspelen . Kan geoefend worden in een grote rechthoek met kaatsers op de zijkanten 125
H. Positiespelen 1. 4:1 in afgebakende ruimte 2. 3:1 in afgebakende ruimte 3. 5:2 in afgebakende ruimte 4. 4:2 in afgebakende ruimte 5. allerlei variaties met aantallen, met en zonder kaatsers Het positiespel als middel om ... (techniek, tactiek) De balbezitter moet steeds twee afspeelmogelijkheden hebben, zorgen voor een “driehoek” . Veel herhaling! De moeilijkheidsgraad kan verhoogd worden door te spelen met de te bieden weerstand door verdedigers. Wanneer ben je aanspeelbaar en wanneer sta je vrij, (maar ben je toch niet aanspeelbaar)
I. De hoekschop 1. Het nemen van de hoekschop “kort” 2. Het nemen van een hoekschop ”lang” 3. Andere variaties bij hoekschoppen 4. Het opstellen bij een hoekschop 5. Het afwerken bij een hoekschop 6. Een corner tegen: samenwerking met de keeper 7. Inkoppen (eerst in tweetallen oefenen) Bij de allerkleinste niet teveel achtereen laten koppen, oefen vaak maar niet te lang achtereen. Let op de kwaliteit van de ballen. Leer de “angst” voor koppen te overwinnen (voorzichtig)
J. Tactiek 1. Veldbezetting, kennis van positiespel bij balbezit en balverlies. Vooral snel leren schakelen van de ene fase naar de andere) 2. Vasthouden van de positie in de formatie 3. Samenwerking met de keeper 4. Opbouw van achteruit 5. Principe van vrijlopen 126
6. Principe van dekken 7. Principe van 'voor de man passen' 8. Beweging na de pass 9. (Na-)coaching 10. Spel verplaatsen: openen 11. Het vinden van de derde man
Kies voor duiveltjes vooral oefeningen in spelvorm, daag ze uit door te vragen: wie kan …… enz. Positief stimuleren, deze kinderen moeten voetballen leuk gaan vinden.
127
Trainingen Trainingsopzet Voorbereiding : Het is van groot belang dat een training gedegen wordt voorbereid. Een veelvuldig improviserende opleider kan zorgen voor 'stilstaande' momenten, waarbij de concentratie van de jeugd kan afnemen. Er dient rekening gehouden te worden met diverse zaken, zoals het aantal aanwezige spelers in verband met bepaalde oefenvormen (afmelden bij afwezigheid!), de trainingsruimte en de aanwezigheid van voldoende materiaal (doeltjes, ballen, hesjes en pionnen / dopjes). Het is aan te bevelen vóór de training de benodigde 'veldjes' voor de diverse oefenvormen uit te zetten. Ook het voorzien in een bepaalde opbouw in trainingen voor aanvang van het seizoen wordt als positief ervaren. Jaar - en maandplanning kunnen een handvat bieden voor een goede trainingsopbouw. Nuttig kunnen ook 'thematrainingen' zijn (bijvoorbeeld tweewekelijks). Hierin kunnen bepaalde tekortkomingen die uit wedstrijden naar voren komen, verbeterd worden. Trainen op specifieke onderdelen van het voetbal (koppen, trappen, passeren, etc.) kan spelers verder ontwikkelen. Het Inhoud belangrijkste aspect bij een training vormt wellicht de beleving ervan. Een training moet namelijk niet alleen leerzaam zijn, maar ook leuk. Voetballers moeten steeds met plezier naar het voetbalveld komen. Het speelse karakter bij de jongste jeugd moet geleidelijk overgaan in prestatiegericht werken bij de U17. We gaan daarbij uit van een viertal belangrijke uitgangspunten die telkens dienen terug te komen: Voetbaleigen bedoelingen - zoveel mogelijk gebruik maken van de bal, ook tijdens de warming-up - spelen om te winnen: (doel)punten maken en voorkomen - werken in afgebakende ruimten (veld is namelijk ook afgebakend) - wedstrijdgerichte oefeningen Veel herhalingen - terug laten komen van bepaalde oefenvormen - veel beurten tijdens een oefenvorm - oefenen, oefenen, oefenen! (oefening baart kunst) Trainingen afstemmen op de groep - rekening houden met leeftijd, capaciteiten, fysieke mogelijkheden, etc. - rekening houden met kwaliteitsverschillen binnen de groep 128
- oefenvormen zo nodig aanpassen Juiste coaching - motiveren - spelers beïnvloeden (iets leren) - spel beïnvloeden (op bepaalde manier laten spelen) - door: aanwijzingen geven, ingrijpen (spel stilleggen), voordoen, vragen stellen, etc. - gebruiken van eenduidige coachtermen. Naast deze uitgangspunten is er nog een belangrijk aspect wat in de training verwerkt dient te worden. Bij iedere voetbaltraining hoort namelijk als vanzelfsprekend weerstand. Weerstand kan zijn door: • de bal
- beheersing van de bal
• de tegenspeler
- aangaan van duels
• de medespeler
- samenspel
• de spelregels
- omgaan met de spelregels
• ruimte
- hoe minder ruimte, hoe moeilijker het spel
• tijd
- handelingssnelheid
Omdat er tijdens matchen sprake is van deze 'voetbalweerstanden', dienen deze ook tijdens trainingen terug te komen. Spelers moeten deze weerstanden namelijk leren kennen en er mee leren omgaan, zodat ook in wedstrijden (onder druk van de tegenstander) een goed resultaat neergezet kan worden. Trainingsvormen Er zijn diverse oefenvormen mogelijk in een training. Deze zijn terug te brengen tot een drietal hoofdvormen, te weten: • basistechnieken:
bij de jongste spelers dienen eerst de basistechnieken geoefend te worden maar er moet zo snel mogelijk weerstand worden ingebouwd.
• tussenvormen: Kan zowel een afwerkingsvorm zijn als een positiespel zijn in functie van het thema. Wat betreft positiespel = zo vroeg mogelijk beginnen met het gevoel voor samenspel Eerst met een groot overtal, bijvoorbeeld 7:1; later verkleind tot 5:1, 3:1 en 5:2. • wedstrijdvormen:
wedstrijden spelen ('om te winnen!'), waarin bepaalde opdrachten verwerkt (kunnen) worden. (Beperken balcontacten, vaste posities, verplicht duel aangaan, etc. dit noemen we afgeleide wedstrijdvormen)
Binnen deze drie hoofdvormen komen aspecten naar voren die verdeeld kunnen worden onder de kopjes 'techniek', 'tactiek' en 'conditie'. 129
Techniek
tactiek
conditie
Passen
aanbieden
sprintsnelheid
Dribbelen
wegblijven
sprintkracht
Drijven
samenspelen
sprongkracht
Stoppen
direct spelen
uithoudingsvermogen
Aan -/ meenemen
scoren
coördinatie
Passeren
dekken
wendbaarheid
Koppen
storen
…
Sliding
rust brengen
…
Tweevoetigheid
…
…
Met deze aspecten zijn vele oefenvormen te maken. Het is daarbij van het grootste belang rekening te houden met de leeftijdscategorie waarvoor de oefening bedoeld is. Niet alle oefeningen zijn namelijk voor iedereen geschikt. Wedstrijden Wanneer een opleider de wedstrijd van zijn team bekijkt, ziet hij wat er fout gaat: de wedstrijd wordt 'gelezen'. De zwakke punten van de wedstrijd zullen extra aandachtspunten voor volgende trainingen kunnen zijn. Het streven is dan ook dat een trainer van een team tevens de begeleiding van dat team tijdens wedstrijden verzorgt. Het gebruik van eenduidige coachtermen is daarbij belangrijk. (zie jaarplan)
Trainingsopbouw U6 – U7 : tijdsduur 1u05 1. 2. 3. 4.
opwarming : integratie basis motorische vaardigheden wedstrijdvorm 1 : vereenvoudigde vorm in golven tussenvorm 1 : FUN wedstrijdvorm 2 : vereenvoudigde vorm in golven,
10’ 10’ 10’ 130
maar moeilijker dan wedstrijdvorm 1 5. tussenvorm 2 : FUN 6. wedstrijdvorm 3 : eind vorm 7. cooling down : FUN
10’ 10’ 10’ 5’
U7-U8 – U9 : tijdsduur 1u15 1. 2. 3. 4.
opwarming : integratie basis motorische vaardigheden wedstrijdvorm 1 : vereenvoudigde vorm in golven tussenvorm 1 : FUN wedstrijdvorm 2 : vereenvoudigde vorm in golven, maar moeilijker dan wedstrijdvorm 1 5. tussenvorm 2 : FUN 6. wedstrijdvorm 3 : eind vorm 7. cooling down : FUN
15’ 10’ 10’ 10’ 10’ 15’ 5’
U 11 : tijdsduur 1u30 1. 2. 3. 4.
opwarming : integratie basis motorische vaardigheden wedstrijdvorm 1 : vereenvoudigde vorm in golven tussenvorm 1 : FUN wedstrijdvorm 2 : vereenvoudigde vorm in golven, maar moeilijker dan wedstrijdvorm 1 5. tussenvorm 2 : FUN 6. wedstrijdvorm 3 : eind vorm 7. cooling down : FUN
15’ 15’ 15’ 15’ 10’ 15’ 5’
U12-U13 : tijdsduur 1u30 1. 2. 3. 4.
opwarming : integratie basis motorische vaardigheden wedstrijdvorm 1 : vereenvoudigde vorm in golven tussenvorm 1 : FUN wedstrijdvorm 2 : vereenvoudigde vorm in golven, maar moeilijker dan wedstrijdvorm 1 5. tussenvorm 2 : FUN 6. wedstrijdvorm 3 : eind vorm 7. cooling down : FUN
15’ 15’ 15’ 15’ 10’ 15’ 5’
* wedstrijdvorm 2 is eventueel te vervangen door een tussenvorm U15 en U17 : idem U12-U13 DIDACTISCHE RICHTLIJNEN 1) materiaal op voorhand klaarzetten 2) overgooiers uitdelen vóór het begin van de training 3) vlugge ingang zetting : weinig accenten meegeven bij de start van een oefening
131
4) stopmomenten inlassen tijdens de oefening : accenten toevoegen 5) niet sturen, dus corrigeren na de fase 6) demonstratie en uitleg tegelijkertijd 7) gerichte coaching : zeggen hoe het wel moet en enkel in functie van thema 8) zoveel mogelijk spelers in beweging (naargelang intensiteit) : 2 of meerdere groepen vormen, 9) fun- aspect zoveel mogelijk aanwezig : competitieve opdrachten 10) positieve coaching : de goede dingen extra gaan benadrukken 11) De stop help methode toepassen.
Huishoudelijk Reglement Om de "goede gang van zaken" binnen een jeugdopleiding te kunnen garanderen, zijn duidelijke afspraken onder de vorm van een intern of huishoudelijk reglement onontbeerlijk. Bij ongeregeldheden, bepaalde voorvallen of in geval van twijfel bieden deze documenten te allen tijde een houvast. Bovendien is het de bedoeling om pro- actief in te spelen op de mogelijke problemen. Voorkomen is dan ook beter dan genezen.
132
Richtlijnen en reglementen kunnen alleen maar effectief zijn als ze door alle partijen worden opgevolgd. Hiervoor moeten ze natuurlijk gekend zijn. Vandaar het belang om onze interne reglementen ook te plaatsen op deze website. De gedragscodes of reglementen hebben o.a. betrekking op : • Voor spelers ; houding, mentaliteit, hygiëne, verzorging, voeding, fairplay, stiptheid, studie, discipline, levenswijze, kwetsuren, afspraken, kledij, vervoer, materiaalbeheer, gedrag t.o.v. tegenstander/scheidsrechter/publiek, schorsingen... • Voor ouders ; sportief gedrag, positieve instelling, kritiek, medewerking activiteiten, aanmoediging, kritiek op scheidsrechter,... • Voor trainers en afgevaardigden ; voorbeeldfunctie, taalgebruik, coaching, eerlijkheid, gedrag t.o.v. tegenstander/scheidsrechter/publiek, respect, sportiviteit, communicatie, integriteit, ambassadeur van de club, naleven van interne reglementen, teamwork, ...
Het interne reglement & nuttige richtlijnen Stiptheid • Voor de training ben je uiterlijk 15 minuten voor de aanvang in de kleedkamer aanwezig. Stipt op het aanvangsuur van de training begeven we ons samen met de trainer naar het oefenveld. • Bij thuiswedstrijden ben je uiterlijk 1 uur voor aanvang in de kleedkamer aanwezig. • Bij uitwedstrijden komt men op het afgesproken tijdstip samen aan het aangewezen terrein. De trainer bepaalt het stipte vertrekuur en zorgt dat het volledige team tijdig (zie thuiswedstrijd) aanwezig is in de kleedkamer.
• Aanwezigheid op de training is verplicht. • Indien een speler door ziekte of andere omstandigheden niet aanwezig kan zijn voor de training of de wedstrijd, verwittigt hij tijdig en persoonlijk de trainer. • Vergeet niet voor elke wedstrijd je identiteitskaart mee te brengen (vanaf 12j). • Uiterlijk 25 minuten na het einde van de training of wedstrijd worden de kleedkamers verlaten.
Houding • Wees altijd en overal beleefd. • Behandel medespelers, tegenstrevers, trainers en afgevaardigden steeds met het nodige respect. • Bij aankomst en vertrek geef je je trainers en afgevaardigden steeds een hand. • Elke speler schudt de hand van de scheidsrechter en van de tegenstrever na de wedstrijd (ook na een verlieswedstrijd). 133
• In elke ploeg is een goede sfeer belangrijk. Negatieve uitlatingen en/of schuttingtaal zullen niet getolereerd worden. Conflicten kunnen echter wel te allen tijde met de betrokkenen worden uitgepraat.
Hygiëne • Na iedere training of wedstrijd is men verplicht te douchen. Het gebruik van badslippers is hierbij verplicht. • Gelieve bij kwetsuren een arts of kinesist te raadplegen. • Er worden geen sieraden (horloge, ketting, armband, oorbellen, piercing, ...) gedragen tijdens de wedstrijd of training.
Verzorging en voeding • Alcohol, roken en slechte voeding hebben beslist een negatieve invloed op de lichamelijke conditie en sportprestaties en dienen dus vermeden te worden. • Goede en voldoende nachtrust is onontbeerlijk. • Het wordt aangeraden om voor een training of wedstrijd een lichte vetarme maaltijd te nuttigen. Het gebruik van koolzuurhoudende dranken wordt afgeraden. • Een gezonde en gevarieerde voeding met voldoende verse groenten en fruit is aan te bevelen.
Kleding & materiaal • Wedstrijdkledij wordt voor elke wedstrijd door de club verzorgd. • Scheenbeschermers zijn verplicht bij elke wedstrijd en bij training. • Voetbalschoenen ; de U7-U8 en U10-U11 zijn van bondswege verplicht om met vaste studs te spelen. Ook voor de andere categorieën is het aan te raden om zoveel mogelijk met vaste studs (multi's) te spelen. • Zorg dat je steeds aangepast schoeisel bij hebt naargelang de weersomstandigheden. • Ook regenvestje en lange broek zijn verplicht tijdens de trainingen in de winterperiode. • Voetbalschoenen dienen steeds droog en gepoetst te zijn. • De verloren voorwerpen bevinden zich in de kantine en kunnen op eenvoudige vraag aan de trainer of afgevaardigde overhandigd worden. • Juwelen, uurwerken en andere sieraden worden preventief uitgedaan want ze kunnen zowel eigen letsels als letsels aan tegenstrever tot gevolg hebben. • Voor een wedstrijd wordt steeds het trainingspak van de club gedragen en dit om een uniformiteit te bekomen.
Infrastructuur • De kleedkamers worden enkel gebruikt om zich om te kleden. Er wordt niet met de bal gespeeld noch tegen de deuren gestampt.
134
• De schoenen moeten buiten gereinigd worden. Dit gebeurt onder geen beding onder de douche, maar ook niet tegen een buitenmuur. • Het reinigen van de kleedkamers gebeurt door de medewerker(s) van de club. • Er worden door de spelers zelf geen ballen uit de rekken genomen of opgepompt. Dit gebeurt steeds door de trainer of afgevaardigde. • Het trainingsmateriaal zal door de trainer steeds naar het trainingsveld worden gedragen en na de training weer verzameld worden. Onder toezicht kunnen ook spelers materiaal van en naar het trainingsveld dragen. • Verplaatsbare doelen worden na de training terug op de daarvoor voorziene plaatsen gezet. • Er wordt niet aan de doelen of doelnetten gehangen. • Kortom, het materiaal en de infrastructuur worden steeds met het nodige respect behandeld.
Vervoer • Alle verplaatsingen worden met de auto gemaakt. • Stipt op het afgesproken tijdstip vertrekken de auto's. Wie rechtstreeks naar het terrein van de tegenstrever gaat, verwittigt altijd de trainer. • Gelieve op regelmatige basis uw plicht als ouder op te nemen en voor vervoer te zorgen. • Roken in de wagen tijdens vervoer van kinderen is niet aangewezen en alcoholverbruik is uit den boze (gezond verstand).
Studie en voetbal • De studie heeft altijd voorrang op het voetbal. • Indien een speler verstek moet geven door schoolactiviteiten, dient dit gemeld maar daar zal steeds begrip voor getoond worden. Toch kan een sportactiviteit goed doen tussen het studeren. • Tijdens de examens kan voor de oudere leeftijdscategorieën het trainingsritme aangepast worden, in overleg tussen trainers en spelersgroep. • Vergeet niet dat succes op school en succes in voetbal meestal hand in hand gaan!
Ouders • Ouders, familie en vrienden van jeugdspelers zijn van harte welkom langs de velden en in de kantine van onze clubs. Toeschouwers zorgen immers voor een sfeervolle entourage bij het jeugdvoetbal. Wel wordt verwacht dat 135
onze supporters zich steeds als een waardige supporter trachten te gedragen en dit in al zijn facetten.
Wat wij van de ouders verwachten: • Positieve belangstelling maar geen overdreven aandacht voor de prestaties van uw eigen kind. Steun uw kind vooral bij tegenslagen en teleurstellingen en relativeer goede prestaties. • Sportief gedrag en gezond enthousiasme voor, tijdens en na de wedstrijden en dit zowel t.o.v. uw kind, zijn/haar ploegmaats, de trainer en afgevaardigden, de tegenstrever en de scheidsrechter. • U vervult een voorbeeldfunctie. • Geen inmenging in de opstelling, speelwijze en andere voetbaltechnische aspecten. Coaching tijdens de wedstrijd gebeurt door de trainer en niet door afgevaardigden of ouders. • Het betalen van jeugdspelers voor geleverde prestaties (bijvoorbeeld premies voor doelpunten) is uit den boze. • Wij vragen ook uw kind niet te straffen door het bijwonen van trainingen of wedstrijden te verbieden. • Gelieve negatieve kritiek te beperken en positieve kritiek rechtstreeks aan de verantwoordelijke personen mede te delen. Dit is zeer belangrijk in het kader van het creëren van een goede sfeer in alle geledingen van de club. • Er wordt gevraagd dat u een paar keer per seizoen mee de handen uit de mouwen steekt bij clubactiviteiten zoals bijvoorbeeld tornooi, chocoladeverkoop, stage of seizoensafsluiting… • Tracht rekening te houden met de data van de geplande wedstrijden en tornooien zodat uw kind steeds aanwezig kan zijn. • Voor vragen of problemen i.v.m. het sportieve kan je steeds terecht bij de trainer of de verantwoordelijke jeugdopleiding en dit in deze volgorde. Voor extra sportieve vragen kan je steeds de afgevaardigde(n) contacteren.
• Voor de veiligheid en gezondheid van onze jeugd, vragen wij de ouders hun kinderen af te halen/aanwezig te zijn ten laatste 20 min na het einde van de training.
Administratie • Adres- en andere administratieve wijzigingen worden zo snel mogelijk doorgespeeld aan het secretariaat.
Schorsingen • Bij wangedrag binnen of buiten de club kan door de trainer, de afgevaardigde, de verantwoordelijke jeugdopleiding of het bestuur een disciplinaire straf worden opgelegd na raadpleging van alle betrokken personen. De beslissing om een disciplinaire straf door te voeren zal dus nooit individueel genomen worden.
136
Taakomschrijving van de ploegafgevaardigde Tijdens de thuiswedstrijden Voor de wedstrijd • Opvang van de scheidsrechter, drankje aanbieden, begeleiden en informeren naar bijkomende wensen. (vanaf U15) • Oplossing geven aan eventuele tekortkoming(en). • Tijdstip vragen voor controle schoeisel en identiteitscontrole. (vanaf U15) • Het wedstrijdblad steeds de avond voordien online invullen. • Namen van de spelers benoemen en hun nummering meedelen. (vanaf U15) • Opvang van de bezoekende ploeg ; kleedkamer aanwijzen. • Aanduiden speelveld en plaats voor warming-up. • Opvang van de eigen spelersgroep; verzamelen identiteitspapieren (vanaf U15), invullen scheidsrechterblad, uitrusting verdelen. 137
• Kleedkamer sluiten, inclusief kleedkamer van de scheidsrechter.
Tijdens de wedstrijd • Toezicht binnen de neutrale zone. • Verzorging van de gekwetste spelers. EHBO-tas. • Andere wedstrijdballen ter beschikking houden.
Bij de rust • Verdeling van de drinkbussen en fruit. Vanaf U15, scheidsrechter drankje aanbieden.
Na de wedstrijd • Wedstrijdtruien verzamelen en natellen. • Eventueel extra drank voor de eigen spelers voorzien. • Kledijtas wegbrengen en afleveren bij diegene die deze week instaat voor de wasbeurt. • Scheidsrechterblad goed nakijken, ondertekenen, duplicaat bezorgen aan tegenstrever. • Controleren kleedlokalen, ook van de tegenstander. Eventuele schade door de scheidsrechter op formulier laten vermelden. • Identiteitspapieren terugbezorgen, gekwetsten doorsturen naar de medische diensten, eventueel een ongevallenformulier bezorgen en uitleg geven. Let op dat het ongevallenformulier wordt afgewerkt door de club waar de speler is aangesloten! Bij thuiswedstrijden verdelen van de drankbonnetjes aan de spelers.
Tijdens de uitwedstrijden Verzamelen aan afgesproken terrein/parking • 15 minuten voor het afgesproken vertrekuur proberen aanwezig te zijn. • Ballen meenemen (in overleg met de trainer) • Verantwoordelijkheid dragen voor een rustige houding van de spelersgroep voor vertrek en bij aankomst.
Voor, tijdens en na de wedstrijd • Meestal dezelfde taken als bij thuiswedstrijden; uitrusting, scheidsrechterblad, duplicaat vragen, spelers verzorgen bij kwetsuur, truitjes natellen, kleedkamer als laatste inspecteren en verlaten. • water en fruit voorzien voor de spelers tijdens de rust.
Taken los van de wedstrijd • Verslag uitbrengen bij de verantwoordelijken indien er zich onregelmatigheden of opmerkelijke feiten hebben voorgedaan. 138
• De uitslag van de wedstrijd doorsms’en naar Daniel.
Taken specifiek aan bepaalde leeftijdscategorieën • Helpen bij aan- en omkleden, ouders komen in principe de kleedkamer niet binnen. • Veters helpen strikken. • Trainingsvestjes helpen aantrekken na invalsbeurten. houden tijdens het douchen.
• Toezicht
• Opruimen. • Ouders discreet informeren over bepaalde aanpassingen.
Enkele aandachtspunten • Indien geen scheidsrechter komt opdagen, moet eerst de vraag gesteld worden aan de bezoekende ploeg of zij een vervanger kunnen aanstellen. Indien negatief dient de thuisploeg voor een aanduiding te zorgen.
• De sportieve begeleiding en wedstrijd-coaching behoort NIET tot de taken van de afgevaardigden. Dit sluit evenwel positieve aanmoedigingen tijdens de wedstrijd niet uit, integendeel! • De afgevaardigde is een clubvertegenwoordiger, hij verzorgt het imago van vele medewerkers, spelers en ouders.
• Kritiek hou je intern! Er zijn kanalen voldoende binnen de club om een probleem op te lossen. • Kun je als afgevaardigde eens niet aanwezig zijn, geen probleem! Gelieve dit echter ruim vooraf te melden zodat een vervanger kan aangeduid worden. WAT TE DOEN BIJ EEN KWETSUUR?
• Bij verstuikingen, verzwikkingen of kwetsuren van diezelfde aard passen we de RICE-methode toe. Dit is: rust (onmiddellijk stoppen), ijs (te verkrijgen in de kantine), compressie en elevatie! • Bij kwetsuren van een andere aard (schaafwonde, open wonde, bloedneus, e.d.) proberen we telkens de wonde zo goed mogelijk te verzorgen. Vergeet niet van eerst de handen wassen! Nadien de wonde goed ontsmetten en afdekken of stelpen. • Wanneer de kwetsuur te ernstig is nemen we echter geen enkel risico en laten we de verzorging doen door personen die hiervoor opgeleid zijn. 139
• IJs en EHBO materiaal is ter beschikking in de kantine. Enkel trainer of afgevaardigden hebben toegang tot de EHBO koffer. • Wanneer er een verdere behandeling nodig is na een kwetsuur kan men steeds papieren van de verzekering krijgen bij trainer of afgevaardigde. Deze papieren liggen in de kantine. • Wanneer men deze papieren echter niet gevraagd heeft, contacteer dan uw trainer.
20 Tips voor sportieve ouders 1.
Moedig de kinderen aan en geef voorrang aan hun sport.
2.
Geef het goede voorbeeld.
3.
Dwing ze nooit om uw ambities waar te maken.
4.
Zorg voor positieve ervaringen. Ondersteun ze met aanmoedigingen.
5.
Help de kinderen vertrouwen te krijgen.
6.
Laat ze voetballen op hun eigen niveau. Help ze om realistische doelen te stellen.
7. Benadruk het plezier en vermijd prestatiedruk. Maak hen duidelijk dat voetbal meer is dan verliezen'. Er is ook nog gezondheid, vriendschap, uithouding, durf, samenwerking, etc. 8.
Leer ze dat groepsinzet en inspanning even belangrijk zijn als een overwinning.
9.
Applaudisseer voor goed spel zowel van uw kinderen als die van de tegenstrever.
‘winnen of
10. Wees vriendelijk tegenover alle andere ouders/begeleiders en scheidsrechters. 11. Blijf positief, ook na verlies. Kleineer of schreeuw nooit. 12. Trek de scheidsrechter in het openbaar nooit in twijfel. 13. Laat uw waardering voor de trainer blijken. 14. Laat de kinderen stilaan zelf prestatienormen bepalen. 15. Breng evenwicht tussen de sporteisen en de behoeften van het gezin en de school. 16. Help uw kinderen een gezonde, evenwichtige levenswijze te ontwikkelen. 17. Ook hier geeft u zelf het goede voorbeeld. 18. Sportieve mislukkingen zijn nooit persoonlijke mislukkingen. 19. Ouders en supporters mogen natuurlijk aanmoedigen, maar bemoeien zich niet met het spel. 20. Probeer op wedstrijddagen van de kinderen niet in hun bijzijn te roken.
140
Enkele voorbeelden van trainings- en wedstrijdvormen Partijspel 4 tegen 4 Uitgangspunten zijn: • de opstelling bij 4 tegen 4; • je eigen plaats houden, in elk geval daar steeds weer terugkomen • bij een uitbal of achterbal neemt de ‘logische’ speler de bal, dat wil zeggen afhankelijk van de plek/positie • snelle spelhervattingen (bij uitbal, achterbal, doelpunt, hoekschop, overtreding) dat wil zeggen inschieten of in dribbelen, de tegenstander neemt een afstand van 3 meter • een doelpunt kan alleen gescoord worden van maximaal 3 tot 4 meter, van verder telt niet • blijven staan, geen slidings • kijken voor de bal wordt afgespeeld, nooit de bal zomaar weg of naar voren trappen • geen keepers die in of bij het doeltje blijven • fel en met bezieling spelen, maar geen duwen, trekken of elkaar ‘onderuit halen’. Laat vooral ook voetballen en niet alleen maar coachen, sturen en corrigeren.
1 tegen 1 op 2 grote doelen Organisatie: - twee ploegen van 4 spelers met grote doelen met keepers - keeper speelt de bal naar een eigen speler - een tegenstander valt in het midden aan (1 tegen1 duel) - de keeper van de scorende partij hervat het spel.
4 tegen 4 op 2 grote doelen Balbezit: - scoren - goed vrijlopen met en zonder bal - medespelers in scoringspositie brengen, bal goed klaarleggen - spelvoortzetting van de doelverdediger is belangrijk.
Balbezit tegenpartij: - doelpoging voorkomen 141
- verwerken van schoten op doel door de doelverdediger.
4 tegen 4 lijnvoetbal Er kan gescoord worden door over de doellijn van de tegenpartij te dribbelen. Balbezit: - scoren door over de doellijn te dribbelen - via positiespel spelers in 1 tegen 1 situaties brengen Balbezit tegenpartij: - positioneel zeer goed verdedigen - tegenstander dwingen tot breedtespel - bal afpakken.
4 tegen 4 met 4 kleine doeltjes Er kan gescoord worden door te passen in één van de vier kleine doeltjes. Balbezit: - door snelle wisselingen van speelveldgedeelte kunnen scoringskansen worden gecreëerd. Balbezit tegenpartij:
-
positioneel zeer goed verdedigen - tegenstander dwingen tot breedtespel - bal afpakken.
4 tegen 4 op twee kleine doelen Balbezit: - scoren - goed vrijmaken met en zonder bal - medespelers in scoringspositie brengen, bal goed klaarleggen. Balbezit tegenpartij: - doelpogingen voorkomen.
4 tegen 4 met twee kleine en een groot doel Er kan gescoord worden door te passen in de twee kleine doeltjes of op het grote doel. Balbezit: 142
- door snelle wisselingen van speelveldgedeelte kunnen scoringskansen worden gecreëerd - positioneel zeer goed verdedigen - tegenstander dwingen tot breedtespel - bal afpakken.
4 tegen 4 met een lang, smal veld en vier kleine doeltjes Balbezit: - na terugwinnen van de bal zo snel mogelijk de dieptepass spelen Balbezit tegenpartij: - directe druk geven op de opbouw van de tegenstander.
Partijspel 7 tegen 7 Positiespelen 5 tegen 2/ 6 tegen 2 Doel: het oefenen van een aantal facetten van het ‘samenspelen’. Balbezit houden van meerderheid tegen twee verdedigers in afgebakende ‘grote’ ruimte (rechthoek). Wisselen van een verdediger met een ‘foute’ aanvaller als: - de bal buiten de rechthoek wordt gespeeld
⋅
- een van de verdedigers de bal raakt.
143
Hoekschop aanvallend 11 tegen 11:
144
145
Trainingsformulier Naam:
Aantal: Categorie/niveau:
Materiaal:
Thema: Richtlijnen en coachingswoorden:
OPWARMING Beschrijving:
Coaching:
WEDSTRIJDVORM 1 Beschrijving:
Coaching:
146
TUSSENVORM 1 Beschrijving:
Coaching:
WEDSTRIJDVORM 2 Beschrijving:
Coaching:
TUSSENVORM 2
147
Beschrijving:
Coaching:
WEDSTRIJDVORM 3 Beschrijving:
Coaching:
COOLING DOWN Beschrijving:
Zelfevaluatie :
148
Voorbeeldtrainingen U7 Naam: Eric Goossens Thema: verhogen balbeheersing, leiden en dribbelen met bal
Aantal: 8 +K2 Categorie/niveau: U-7
Materiaal: +/- 12 potjes (twee kleuren),8 kegels, hesjes, 3 duiveltjesdoelen, fluitje
Richtlijnen en coachingswoorden: 1. Hou de bal zo kort mogelijk bij het leiden en dribbelen (KORT) 2. Kijk zo weinig mogelijk naar de bal bij het leiden en dribbelen (HOU OVERZICHT) 3.Zorg dat de speler de bal goed aan de voet houdt = HOU BIJ 4.Wanneer een speler met bal een actie (tegenstander uitschakelen of passen) gaat ondernemen = DURF 5. Laat de speler in bepaalde situaties een ritmeverandering doen = VERSNEL
OPWARMING
integratie basismotorische vaardigheden (10') Beschrijving: Afmeting = +/- 12 op 20m De spelers lopen in de rechthoek met bal door elkaar. Telkens de trainer een fluitsignaal geeft, gaan de duiveltjes volgende oefeningen uitvoeren tot het volgende signaal: a. Vrij dribbel met bal en op signaal bal stoppen b. Leiden van bal met binnenkantvoet - rechts c. Leiden van bal met binnenkantvoet – links d. Leiden van bal met buitenkantvoet – rechts e. Leiden van bal met buitenkantvoet – links f. Een rondje maken (360°) met bal en naar binnen toe met rechts g. Een rondje maken (360°) met bal en naar binnen toe met links h. Idem f. maar dan naar buiten toe i. Idem G maar dan naar buiten toe Coaching: 1/2/3/4/5
WEDSTRIJDVORM 1
vereenvoudigde vorm in golven (10') Beschrijving: Afmeting = +/- 12 op 20m De twee ploegen staan elk aan de zijlijn van het veldje. In het midden staat de trainer aan de zijlijn. Hij geeft elke speler een nummer. Vervolgens speelt hij de bal naar het midden van het veld en roept een nummer. De desbetreffende spelers proberen eerst bij de bal te zijn, zijn tegenstander al dribbelend uit te schakelen en te scoren. De ploeg die scoort, krijgt een punt
Eventueel: naarmate de situatie kun je overschakelen naar 2 vs 2 (vooral bij mindere weersomstandigheden)
Coaching: 1-3-4-5
149
TUSSENVORM 1
"FUN" (10') Beschrijving: Afmeting = +/- 12 op 20m De spelers(geel) staan op een zijlijn naast elkaar met bal. In het midden staat een duiveltje(rood) zonder bal. Wanneer de trainer fluit moeten de spelers (geel) met bal de andere kant zien te proberen zonder dat speler (rood) de bal kan afnemen ( variant op het spelletje “Schipper mag ik overvaren”) De spelers (geel) die niet aan de overkant geraken moeten de rode speler helpen, maar dan per twee of drie hand in hand.
Coaching: 1/2/3/4/5
WEDSTRIJDVORM 2
Vorm in continu spel (10')
150
Beschrijving: k+2<>2+k Afmeting = +/- 12 op 20m Wedstrijdje 2 tegen 2. ( Rood tegen geel) Scoren = winnaars blijven staan verliezers wisselen
Coaching: 1/2/3/4/5
TUSSENVORM 2
"FUN" (10') Beschrijving: De gele ploeg gaat aan de cornervlag staan, de rode vestigt zich aan potje op de linker zijlijn. Wanneer de trainer een fluit signaal geeft, loopt een gele speler zo snel mogelijk rond de blauwe kegel. Als hij terug bij het beginpunt is, vertrekt de volgende. Tegelijkertijd dribbelt een rode speler rond het parcours. Wanneer deze voorbij het laatste potje, krijgt de rode ploeg een punt en start de volgende rode speler. De rode speler, na zijn inspanning, sluit rustig aan bij zijn groep. Dit gaat door tot de laatste gele speler klaar is met lopen. Vervolgens worden de teams gewisseld. De ploeg die de meeste punten heeft, is gewonnen Tip: lukt het dribbelen en leiden met bal niet zo goed, neem dan een potje weg Coaching: 1/2/3/4/5
WEDSTRIJDVORM 3
Eindvorm in continu spel (10')
151
Beschrijving:
Wedstrijdje K+4 vs. K+4 in een enkele ruitvorm, max. afmeting 25m op 35m.
Coaching: 1/2/3/4/5
COOLING DOWN
"FUN" (5') + HUISWERK Beschrijving: 1.Rustig bal naar elkaar spelen (1 bal per twee) Huiswerk : Aanleren kapbeweging met voorkeursvoet.
152
U9 Naam: Eric Goossens Aantal: 8+2K Materiaal: 2 duiveltjes doelen, 10 ballen Thema: -Balgewenning met de voeten en de Categorie/niveau: U9 nr 3, China heads, 4 hesjes, # klein materiaal handen -leiden en dribbelen (houten blokjes, hoedjes…) Richtlijnen en coachingswoorden: 1. Hou de bal zo kort mogelijk bij de voet bij het leiden en dribbelen (kort) 2. Kijk zo weinig mogelijk naar de bal bij het leiden en dribbelen (hou overzicht) 3. Hou het lichaam tussen de bal en de tegenstander bij het dribbelen (scherm af) 4. Maak zoveel mogelijk plezier (FUN)
OPWARMING
integratie basismotorische vaardigheden (15') Beschrijving: ½ duiveltjesterrein 1)-Door elkaar lopen zonder botsen met de bal als “stuur”: “auto rijden” -Door elkaar leiden van de bal. -Variaties: Sign T: Stop (standbeeld) 1xfl: staan voet op bal 2xfl zit op bal 3xfl andere bal nemen 2) tikspelen: -2 jagers proberen de ballen van de anderen buiten het veld te trappen. -alle spelers een bal en iedereen probeert nu de bal van iemand anders buiten te trappen. -Wie bal kwijt is: bal gaan halen en terug meedoen. Variaties: A) 2 jagers met bal in de handen proberen de andere spelers met hun bal aan te tikken. Wie getikt wordt, wordt mee tikker B) 2 jagers met bal in de handen, alle anderen leiden de bal aan de voet op ½ veld. Jagers proberen de ballen van de spelers met hun bal aan de gooien. Wie getikt wordt, wordt mee tikker
Coaching: richtlijn 1,2,3,4
WEDSTRIJDVORM 1
vereenvoudigde vorm in golven (10') Beschrijving: WV: K+1/1+K (veld: 25mx25m) Op signaal T Aanvaller probeert verdediger te dribbelen en zo snel mogelijk te scoren. Kan verdediger de bal afpakken dan kan ook hij scoren in het andere doel Bal buiten = nieuwe wedstrijd met andere spelers -Wie scoort de meeste doelpunten FUN: scoren na dribbel tegenstander = 2p -Duur 10’ Coaching: Richtlijnen: 1,2,3,4
TUSSENVORM 1
"FUN" (10')
153
Beschrijving: volledig duiveltjesterrein Overloopspel Spel 1: zonder bal 9 spelers op de doellijn, 1 jager in het midden van het veld. Op signaal trainer proberen de spelers naar de overkant te lopen binnen de belijningen van het veld. Jager probeert zoveel mogelijk spelers te tikken. Wie getikt wordt, wordt mee tikker. Spel 2: met bal 9 spelers op de doellijn, 1 jager in het midden van het veld. Op signaal Trainer proberen de spelers naar de overkant te dribbelen. De jager probeert een bal te onderscheppen en buiten trappen. Wie getikt wordt, wordt mee tikker -Duur: 10’ (2x5’) Coaching: 1,2,3,4
WEDSTRIJDVORM 2
vereenvoudigde vorm in golven (10') Beschrijving: veld: 25mx25m WV: K+1/2 Op signaal T -2 aanvallers proberen de verdediger te dribbelen en zo snel mogelijk te scoren. -Kan verdediger de bal afpakken dan kan ook hij scoren in het andere doel -Bal buiten = nieuwe wedstrijd met andere spelers -Wie scoort de meeste doelpunten FUN: scoren na dribbel tegenstander = 2p
Coaching: Richtlijnen: 1,2,3,4
TUSSENVORM 2
"FUN" (10') Beschrijving: volledig duiveltjesterrein “Schattenjacht” -In de middenzone (5x25m) ligt klein materiaal (blokjes, potjes ballen) verspreid. -beide ploegen aan hun achterlijn verspreid. -Op signaal Trainer: Spelers proberen zo snel mogelijk zoveel mogelijk “schatten naar hun kamp te brengen. Ploeg die de meeste schatten verzamelt wint. Variatie: idem maar spelers moeten dit nu doen met een bal aan de voeten Coaching: Richtlijnen: 1,2,3,4
WEDSTRIJDVORM 3
vereenvoudigde vorm in golven (15') Beschrijving: : veld: 25mx25m WV: K+2/2+K Op signaal T -2 aanvallers proberen de verdedigers te dribbelen en zo snel mogelijk te scoren. -Kunnen de verdedigers de bal afpakken dan kunnen ook zij scoren in het andere doel. -Bal buiten = nieuwe wedstrijd met andere spelers -Wie scoort de meeste doelpunten FUN: scoren na dribbel tegenstander = 2p
154
Coaching: Richtlijnen: 1,2,3,4
COOLING DOWN
"FUN" (5') Beschrijving: ½ duiveltjesterrein -2 ploegen (5 spelers) vormen een 2 rijen (spreidstand) naast elkaar in de breedte -1ste speler van elke groep een bal Op signaal trainer: 1ste van elke groep rolt de bal door de benen van hun medespelers. -laatste speler van de groep loopt met bal in de handen naar voor en rolt hem op zijn beurt door de benen van zijn medespelers naar achter. FUN: Wie geraakt als eerste naar de overkant? Variatie: idem maar nu trappen de spelers de bal door de benen en leiden ze de bal aan de voet terug naar voor Coaching: Richtlijnen: 1,2,3,4
155
U10-U11 Naam: Eric Goossens Thema: Leiden en dribbelen
Aantal: 8+2K Categorie/niveau: U10-U11
Materiaal: 2 Duiveltjesdoelen, 10 ballen, 8 kegels, 4 hesjes, 2 klein doelen, potjes
Richtlijnen en coachingswoorden: Basics 1. Hou de bal zo kort mogelijk bij het leiden en dribbelen (KORT) 2. Kijk zo weinig mogelijk naar de bal bij het leiden en dribbelen (HOU OVERZICHT) 3. Hou het lichaam tussen de bal en de tegenstander bij het dribbelen (SCHERM AF) 4. Probeer zoveel mogelijk terreinwinst te boeken bij het leiden en dribbelen (MAAK METERS)
OPWARMING Beschrijving: Spel 1: zonder bal 1 jager in het midden, de spelers moeten op signaal van de trainer trachten de overkant te halen zonder getikt te worden. Spelers die getikt worden, worden mee jager. Spel 2: met bal 1 jager in het midden, de jager tracht de bal af te pakken en weg te trappen, wie getikt wordt moet zijn bal nemen en jongleren aan de kant Coaching: 1, 2, 3, 4
WEDSTRIJDVORM 1 Beschrijving: - 1 tegen 1 - Wanneer verdediger de bal afneemt mag hij scoren in één van de kleine goaltjes. - Bal buiten, nieuwe wedstrijdje - Scoren na een dribbelactie 2 punten Om de 4 wedstrijdjes van keeper veranderen, ondertussen is de andere keeper bezig met de bal omhoog gooien en zoveel mogelijk in de handen te klappen. Indien mogelijk kan men werken op 2 veldjes afhankelijk van de groep. Dit leid tot minder stilstand. Coaching: 1, 2, 3, 4
TUSSENVORM 1
K+1/1 Beschrijving: Per speler 1 bal, 2 keepers, 2x5’ Ieder ploeg werkt af naar een doel, na 5’ wordt er gewisseld Scoren met goeie voet 1 punt Scoren met mindere voet 2 punten
Coaching: 1, 2
WEDSTRIJDVORM 2
K+2/2
156
Beschrijving: Keeper rolt de bal tot de aanvaller, die controleert en dan begint het wedstijdje, speler heeft de keuze tussen samenspel of individuele actie Wanneer de verdedigers in balbezit komen moeten ze in de kleine goaltjes scoren. Scoren na dribbelactie
2 punten
Coaching: 1, 2, 3, 4
TUSSENVORM 2 Beschrijving: Er wordt gewerkt in 2 groepen die elkaar zullen afwisselen na 5’. De speler dribbelt rond de kegel, draait met de bal rond de kegel en werkt af op doel Om de speler met beide voeten laten afwerken, krijgt de speler die met zijn mindere voet scoort 2 punten. Iedere ploeg houdt zijn punten bij. Keepers worden niet gewisseld, zodat ze beide ploegen hebben gehad. Coaching: 1, 2, 3, 4
WEDSTRIJDVORM 3
K+4/4+K Beschrijving: 10’ Scoren na dribbelactie
2pt
Coaching: 1, 2, 3, 4
COOLING DOWN Beschrijving: Elke ploeg om beurt mag de keeper van de tegenstander proberen dribbelen en scoren, ploeg die het minst scoort, ruimt het materiaal op. 5’
157
U12-U13 Naam: Eric Goossens Thema: dribbelen
Aantal: 14 + 2K Categorie/niveau: U12-U13 Richtlijnen en coachingswoorden: 1. 2. 3. 4.
Materiaal: 12 grote kegels, 20-tal hoedjes, 2 duiveltjedoelen
Zorg dat je bij een dribbel de bal kort bij de voet houdt (KORT) Kijk zo weinig mogelijk naar de bal bij het dribbelen (HOU OVERZICHT) Probeer zoveel mogelijk terreinwinst te boeken bij het dribbelen (MAAK METERS) Durf de tegenstander te passeren ( DURF )
OPWARMING Beschrijving: Spelers dribbelen door door potjes waar passieve verdedigers tussen staan. Eerst zijn de passeerbewegingen vrij te kiezen, later worden ze door de trainer opgelegd. Passieve verdediger wisselen om de 2 minuten Coaching: 1,2,3,4
WEDSTRIJDVORM 1
K+2/2 Beschrijving: K+2/K+2 Een doelpunt na een individuele actie telt voor 2 FUN Wie scoort de meeste punten Coaching: 1,2,3,4
TUSSENVORM 1 Beschrijving: Spelers dribbelen, doen passeerbeweging, inspelen kaatsen meegeven en verder dribbelen. Coaching: 1,2,3,4
WEDSTRIJDVORM 2
4/4
158
Beschrijving:
We spelen 4/4
• • •
Passeren van een tegenstander 1 punt Doelpunt scoren 1 punt Doelpunt na pbw 2 punten
FUN Wie wint de finale?
Coaching: 1,2,3, 4
TUSSENVORM 2 Beschrijving:
Spelers dribbelen naar elkaar en doen dezelfde opgelegde beweging.
Trainer roept bvb links – lang – overstap De speler moeten dan in de lengte dribbelen met de linkervoet en de overstap doen
Coaching: 1,2,3, 4
WEDSTRIJDVORM 3
K+7/K+7
159
Beschrijving:
We spelen K+7/K+7
• • •
Passeren van een tegenstander 1 punt Doelpunt scoren 1 punt Doelpunt na pbw 2 punten
Coaching: 1,2,3, 4
COOLING DOWN Beschrijving:
Penaltycup. Opruimen materiaal door de verliezers.
160
U15 Naam: Eric Goossens Thema: Verzorgde opbouw via de 2 en de 5
Aantal: 13+K Categorie: U-15
Materiaal: • Set potjes • Verplaatsbaar doel • hesjes
Richtlijnen en coachingswoorden: 1. 2. 3. 4.
Maak bij balbezit het speelveld breed en komt tot aan de zijlijn “ GA OPEN” Zet u zo dat u met een diagonale speellijn “ ZET U AAN AANSPEELBAAR” Zorg wanneer u aanspeelbaar ben dat je ingedraaid staat voor de aanname “ STA GOED INGEDRAAID” “STRAKKE PASSING” voor te zorgen dat de bal aankomt bij uw medemaat
OPWARMING
15’ Beschrijving: • •
• •
2 toeren inlopen Passing in de breedte naar opengaande speler met een georiënteerde aanname, na kontrole strak inspeelt naar de afhakende spits en trapt/pass naar k OF naar in speler gaande keeper Na elke passing opschuiven naar volgende post, behalve K die eerst met de voet daarna met de handen wordt opgewarmd Na 7’30 via de andere kant opbouwen
Coaching: • • •
WEDSTRIJDVORM 1
Ga goed open en sta goed ingedraaid Strak inspelen Spelers “geef en open”
15’ Beschrijving: • • •
K+6/k+6 Symmetrische veldbezetting k+3+0+3 Regelmatig wisselen van S
Coaching: • •
TUSSENVORM 1
Herkenningsfase Freeze momenten dat de 2 of de 5 niet voldoende opengaan wanneer K de bal heeft
15’
161
Beschrijving: • • • • •
Vierkant van 20 op 20m Spelvorm 3 +2N / 3 Spelen in balbezit, slaagt men in balbezit 8 passings te geven zonder balverlies scoort men 1 punt Bal buiten wordt telkens het spel hernomen via de zijlijn Tornooi vorm: winnaar spelen tegen elkaar
Coaching: •
WEDSTRIJDVORM 2
1 t/m 4
15’ Beschrijving: • • •
K+5 + 2N / K+5 2N spelen met de balbezitters mee in de centrale as Regelmatig wisselen van S
Coaching: • •
TUSSENVORM 2
1 t/m 4 Freeze bij niet breed gaan of positieve commentaar bij wel goed open gaan
10’
162
Beschrijving: •
• •
Opbouw begint via K naar de 2 of de 5 (na7’30) diagonaal pass, georiënteerd aanneemt en die spits aanspeelt, de spits die terugkaats naar de opkomende speler, deze speelt de flanken aan, die een strakke voorzet aflevert naar inkomende spits Spelers komen terug naar hun oorspronkelijke positie Na enkele beurten schuiven ze door
Coaching: •
WEDSTRIJDVORM 3
1 t/m 4
15’ Beschrijving: • • •
K+6/k+6 Symmetrische veldbezetting k+3+0+3 Regelmatig wisselen van S
Coaching:
COOLING DOWN
5’ Beschrijving: • •
Half lange passing van 25 à 30 meter strak over de grond tussen 2 spelers Stretchend in groep van belangrijke spiergroepen
163
U17 Naam: Eric Goossens
Aantal: 14 + K Categorie : U17
Thema: Diagonale passing naar zwakke zone tegenstander. Het gaat over het kantelen via positie 6 of 8 die in steun komt en verlegt naar andere speelhelft , weg van de drukzone . Richtlijnen en coachingswoorden: -
Materiaal: hesjes , 1 verplaatsbaar doel , markeerhoedjes
1. Maak je aanspeelbaar ( 6-8 ) voor flankspeler in moeilijkheden GEEF 2. 6/8 verleg het spel naar andere flank , zo snel mogelijk daar ligt de zwakke zone VERANDEREN – SNEL 3. Flankspelers speel juist 5-11 2-7 4. Speler aan de andere flank , haak op de juiste manier los.
OPWARMING
integratie basismotorische vaardigheden (2 x 6 ') Beschrijving:
-
-
Speler 7 speelt maakt voorwaartse loopbeweging met bal en speelt in op speler 6 die steun komt geven. 6 draait door open en speelt in de loop van speler 11 Speler 11 haalt achterlijn en legt terug op 9 die de keeper rustig aanspeelt. Keeper geeft bal mee aan speler 9 die aansluit in andere groep. ( links – geel ) Positiewissels 7-6-11-9 9 -11 andere kant Na 6 minuten tempo omhoog , maar aandacht blijven schenken aan nauwkeurigheid en aandachtspunten !!!
Coaching: 1-2-3-4
WEDSTRIJDVORM 1
vereenvoudigde vorm in golven (20') Beschrijving: 3 x 6 minuten
-
-
-
Verdedigende ploeg speelt 2 + 1 k + 1 speler in neutrale zone tegen 3 aanvallers . Verdedigende ploeg kan scoren door speler aan te spelen in neutrale zone door de doeltjes .( midden 1 punt , buitenste 2 punten ) Keeper speelt mee !!!! (3/3 ) 2 centrale verdedigers elkaar goed coachen ( onderlinge dekking ) Speler in neutrale zone , goed spel volgen en momenten kiezen. ( kantelen ) Aanvallende ploeg scoren 1 punt , wanneer ze snel het spel kunnen herleggen via 6/8/10 – centrale speler - en dan scoren 2 punten. Verdedigers wisselen om de 2 minuten. ( ook in neutrale zone )
Coaching: 1-2-3-4
TUSSENVORM 1
"FUN" (15') shooting game
164
Beschrijving: -
7 diep op 9 die terugspeelt op 6 die open draait , en die snel 11 aanspeelt. 11 aannemen en zo snel mogelijk afwerken.
-
Na 7 minuten wisselen van kant. 11 speelt in op 9 die terugkaatst op inkomende speler 8 , die draait open die snel 7 aanspeelt. 7 aannemen en zo snel mogelijk afwerken.
Coaching: -
WEDSTRIJDVORM 2
1,2 en nauwkeurig trappen
Eindvorm in continu spel (20') 3 x 6 minuten Beschrijving: -
Ploeg a speelt in een 3-2-3 tegen ploeg B 3-1-2 Ploeg in meerderheid start de WV. Ze proberen de meerderheidssituatie uit te spelen d.m.v. snelle flankveranderingen. Als de andere ploeg ( minderheid ) kan scoren telt dit voor 2 punten. Ploeg b krijgt de opdracht goed te coachen en onderling goed te dekken. Hierdoor zal ruimte ontstaan voor de flankaanvallers in meerderheid.
Coaching:
1-2-3-4
TUSSENVORM 2
"FUN" 2 x7 minuten Beschrijving:
-
Afwerkvorm Spelers blijven op hun positie , voorzet van op links.
-
Na 7 minuten veranderen van kant , voorzet van op rechts.
Coaching:
1-2-3-
WEDSTRIJDVORM 3
Eindvorm in continu spel (20') Beschrijving:
165
-
Beide ploegen spelen in een 3-1-3 opstelling
Coaching: 1-2-3-4
COOLING DOWN
Huiswerk Beschrijving:
5 minuten uitlopen
166
Voetbalrapport voor het jongste spelertje! Naam:
Betekenis:
Categorie:
Dit kan ik al keigoed ! Ik kan dit al heel goed maar moet
Seizoen:
nog wat OEFENEN
Datum: Hier moet ik NOG AAN WERKEN
Beoordeling:
Ik kan de bal al goed leiden en dribbelen Ik kan de bal al goed tegenhouden met de voet Ik kan al goed een pas geven Ik kan al goed naar de goal trappen Ik kan al goed inwerpen Ik kan al goed vrijlopen als we aanvallen Ik kan de bal al goed afpakken van de andere ploeg Ik kan al goed de andere ploeg beletten een pas te geven of naar de goal te trappen
Ik weet al waar mijn plaats is in "het vliegtuig”
167
Beoordeling:
Ik luister goed wanneer de trainer iets vertelt
Ik k an goed met beide voeten voetballen
Ik doe steeds mijn best
Eindbeoordeling:
!!! Doe zo verder, jij wordt nog een betere voetballer!!!
168
Beoordelingsformulier Jeugdvoetbal veldspeler U10-U11 tot en met U17
Evaluatierapport 2012 – 2013 Naam : Geboortedatum : Plaats elftal (nr!!) :
Waardering : o : onvoldoende m : matig v: voldoende
g : goed zg : zeer goed
Jeugdtrainer : Onderdeel 1: Technische kwaliteiten Nr. TE1 TE2 TE3 TE4 TE5 TE6 TE7 TE8 TE9 TE10 TE11
Kwaliteit Aannemen en meenemen Afwerken Dribbelen en drijven Handelingssnelheid Individuele actie Rechtsbenig Linksbenig Traptechniek Looptechniek Koptechniek Totale indruk technische kwaliteiten
e
1 beoordeling
e
2 beoordeling
toelichting
Onderdeel 2: Tactische kwaliteiten TA1 TA2 TA3 TA4 TA5 TA6 TA7 TA8 TA9 TA10 TA11 TA12 TA13
Coachbaar Coaching medespelers Spelinzicht Omschakeling balbezit naar balverlies Omschakeling van balverlies nr balbezit Overzicht aan de bal Positiespel Aanvallende kwaliteiten Creatief en initiatief Verdedigende kwaliteiten Spelsysteem Kan in meerdere spelsystemen spelen Totale indruk tactische kwaliteiten
Onderdeel 3: Lichamelijke en mentale kwaliteiten LM1 LM2 LM3 LM4 LM5 LM6 LM7 LM8
Sterk in duels Speler is snel Conditie Wil altijd winnen Speelt met overgave/inzet Persoonlijkheid Hoe gaat speler om met zijn talent Totale indruk lich/mentale kwaliteiten
169
Onderdeel 4: Gedrag GD1 GD2 GD3 GD4 GD5 GD6 GD7 GD8 GD9 GD10
Beleving van de training Bezoek van de training Kiest voor zijn sport Doet extra dingen voor club /ploeg/ander Sportief in het veld Sociaal voor (mede)spelers, begeleiding en scheidsrechters Omgaan met tegenslag Coaching medespelers Communicatieve vaardigheden Totale indruk gedrag
Onderdeel 5: Overige van belang zijnde zaken die van invloed kunnen zijn op de beoordeling
Coördinator akkoord met beoordeling
Ja/nee
Bespreken
Ja/nee
Datum
Invulinstructie 1. Dit formulier alleen gebruiken voor veldspelers 2. Kijk bij het beoordelen van een speler naar zijn kwaliteiten in relatie tot het team waarin hij speelt. 3. � In de rubriek toelichting kan een nadere verklaring worden aangegeven van de gegeven kwalificatie. Voorbeeld: iemand is een uitstekende centrumverdediger maar kan als links back nauwelijks uit de voeten. Dit beïnvloedt zijn kwalificatie als verdediger in het algemeen. 4. Jaarlijks is er 1 beoordelingsmoment en wel in januari. Op termijn gaan we naar een 2e beoordelingsmoment waarbij de mening van de spelers betrokken wordt. 5. Bij onderdeel 5 van de beoordeling kunt u feiten opnemen die van invloed zijn op het totaalbeeld. Denk bijvoorbeeld aan blessures, schorsingen en voor zover op de hoogte privéomstandigheden. In dat laatste geval alleen deze vermelding opnemen zonder verdere details. Ook biedt deze kolom ruimte voor het vermelden van positieve zaken.
170
Beoordelingsformulier Jeugdvoetbal Doelman U10-U11 tot en met U17
Evaluatierapport 2012 – 2013 Naam : Geboortedatum : Plaats elftal (nr!!) :
Waardering : o : onvoldoende m : matig v: voldoende
g : goed zg : zeer goed
Jeugdtrainer : Onderdeel 1: Technische kwaliteiten Nr.
Kwaliteit
KT1 KT2 KT3 KT4 KT5 KT6 KT7 KT8 KT9 KT10
Uitgangshouding Verplaatsen in/voor het doel Springen omhoog Springen zijwaarts Springen achterwaarts Oprapen bal Blokkeren met buik/borst Bovenhands vang Verwerken flankballen onder weerstand Vallen
KT11
Duiken
KT12
Stompen
KT13
Tippen
KT14
Ballen over de grond
KT15
Ballen door de lucht
KT16
Uitrollen
KT17
Slingerworp zijwaarts
KT18
Slingerworp bovenhands
KT19
Volley
KT 20
Drop-kick
KT21
Traptechniek
e
1 beoordeling
e
2 beoordeling
toelichting
Onderdeel 2: Spelinzicht 2.1 onderdeel opstelling en positiespel tijdens het spel In het doel Voor doel op diepteballen buiten 16m Voor doel op diepteballen binnen 16m Voor doel op flankballen binnen 16m Meevoetballen 1 tegen 1
2.2 onderdeel opstelling en positiespel tijdens spelhervattingen In het doel Voor het doel op diepteballen Voor doel op flankballen
2.3 onderdeel coachen Tijdens spel Tijdens spelhervattingen
171
Onderdeel 3: Lichamelijke en mentale kwaliteiten LM2 LM3 LM4 LM6 LM7 LM8
Speler is snel Conditie Wil altijd winnen Persoonlijkheid Hoe gaat speler om met zijn talent Totale indruk lich./mentale kwaliteiten
Onderdeel 4: Gedrag GD1 GD2 GD3 GD4 GD5 GD6 GD7 GD8 GD9 GD10
Beleving van de training Bezoek van de training Kiest voor zijn sport Doet extra dingen voor club /ploeg/ander Sportief in het veld Sociaal voor (mede)spelers, begeleiding en scheidsrechters Omgaan met tegenslag Coaching medespelers Communicatieve vaardigheden Totale indruk gedrag
Onderdeel 5: Overige van belang zijnde zaken die van invloed kunnen zijn op de beoordeling
Coördinator akkoord met beoordeling
Ja/nee
Bespreken
Ja/nee
Datum
Invulinstructie 1. Dit formulier alleen gebruiken voor doelmannen 2. Kijk bij het beoordelen van een speler naar zijn kwaliteiten in relatie tot het team waarin hij speelt. 3. � In de rubriek toelichting kan een nadere verklaring worden aangegeven van de gegeven kwalificatie. 4. Jaarlijks is er 1 beoordelingsmoment en wel in januari. Op termijn gaan we naar een 2e beoordelingsmoment waarbij de mening van de spelers betrokken wordt. 5. Bij onderdeel 5 van de beoordeling kunt u feiten opnemen die van invloed zijn op het totaalbeeld. Denk bijvoorbeeld aan blessures, schorsingen en voor zover op de hoogte privéomstandigheden. In dat laatste geval alleen deze vermelding opnemen zonder verdere details. Ook biedt deze kolom ruimte voor het vermelden van positieve zaken.
172