JEUGDBELEIDSPLAN 2013-2014
RANGERS OPDORP
JEUGDBELEIDSPLAN 2013-2014 – RANGERS OPDORP –
Inhoudsopgave:
1.OPLEIDINGSPLAN 1.1. Opleidingsvisie 1.2. Taakomschrijvingen per positie 1.3. Ontwikkelingskenmerken per leeftijdsgroep 1.3.1. Ontwikkelingsfase 1: U6-U9 van 2<>2 naar 5<>5 1.3.2. Ontwikkelingsfase 2: U10-11 8 <>8 1.3.3. Ontwikkelingsfase 3: U12 -> U13 11<>11 1.3.3.1. Miniemen U12/U13 1.3.3.2. Kadetten U14/U15 1.3.3.3. Scholieren U16/U17 1.3.4. Ontwikkelingsfase 4:Junioren 18-21 jaar 1.3.5. Het postformatieproject 1.3.6. Coaching woorden 1.4. Opleidingsplan voor jeugd doelmannen 1.4.1. Jeugdkeepers 8-12 jaar 1.4.2. Jeugdkeepers 12-13 jaar 1.4.3. Jeugdkeepers 14-16 jaar 1.4.4. Jeugdkeepers 17-19 jaar 1.5. Trainingsgelegenheid en voorbereiding 1.6. Speelgelegenheid en registratie tijdens wedstrijden 1.7. Beheer van evaluatierapporten per spelers 1.8 Fayr – Play charter 1.9 10 geboden van de jeugdopleider
1. Voetbalopleidingsplan 1.1. Opleidingsvisie
“Polyvalente spelers opleiden die het zonevoetbal beheersen” Wij Proberen alle jeugdploegen met dezelfde spelopvatting = zonevoetbal op te leiden en dit in een 1 – 4 – 3 – 3 spelsysteem waarbij FUN, formatie en het kind centraal staan. 1-4-3-3 Door het aanleren en beheersen van zonevoetbal ontwikkelt de speler zijn inzicht en voetbalintelligentie die hem in staat zal stellen om de juiste acties te maken op het juiste moment. Polyvalent wil zeggen dat elke veldspeler minimum 2 posities kan spelen. De jeugdopleiding is daarom gebaseerd op: T I P S
Techniek Intelligentie Persoonlijkheid Snelheid
Wij leiden spelers in de volgende functies
De opleiding van het individu staat centraal, het collectief succes is ondergeschikt. We kiezen voor een Goede organisatie in het team, waar aanvallend en creatief voetbal kan ontwikkeld worden met aandacht voor de opbouw van achteruit.
Al onze ploegen spelen met eenzelfde aanvallend gericht en herkenbaar spelconcept waar iedere speler zijn taken kent zowel offensief en defensief. In de opleiding hechten wij zeer veel belang aan de ontwikkeling van de technische vaardigheden zowel de globale aanpak met heel veel aandacht voor wedstrijdvormen als de analytische methode (o.a. Coerver voor techniek) zijn toegelaten. Onze opleiding heeft ook een opvoedende taak, zowel voor het individu als voor het team. RESPECT, DISCIPLINE en FAIRPLAY zijn hier de sleutelwoorden. Aandacht voor mentale vorming en weerbaarheid. “Hoe aanleren en hoe talent ontwikkelen binnen de JO” Het voorbeeld van de trainer is uitermate belangrijk zeker bij technische vaardigheden. Een jeugdopleider respecteert de 10 geboden voor een jeugdopleider. Ruimte voor interactie/bijsturing tijdens de training in 2 richtingen (aandacht voor leerproces van speler) Coachen en ondersteunen! Opleiding van het individu staat boven groepsgericht trainen: Geef hele jonge spelers de kans om zich individueel te ontwikkelen en hamert niet voortdurend op het samenspel. Dit wil niet zeggen dat groepsgericht trainen niet belangrijk is. Integendeel, dit is een onderdeel van de ganse opleiding van de speler. Technisch begaafde spelers op een hoger niveau brengen wordt gerealiseerd door deze in een hogere leeftijdscategorie te laten spelen. Voldoende tijd en ruimte geven aan de speler om zich te ontwikkelen: De JO verkiest resultaten op lange termijn boven korte termijn. Technisch meer begaafde 1 mindere lichaam sterkte selecteren voor de provinciale jeugdteams boven fysiek sterkere 2 j. met minder technisch begaafdheid. Meer getalenteerde spelers worden onderverdeeld in de provinciale jeugdreeksen (vanaf -U10) na de voorbereidingsperiode. Tijdens de 1 st ontwikkelingsfase (U6->U9) laat men de spelers roteren zodat zij op iedere positie spelen. Ook de keeper speelt op iedere posities. In de tweede fase (U10 – U11 ) worden spelers opgeleid zodat zij leren op aan elkaar gelinkte posities te spelen. Vanaf U10 teams vormen met een 2-tal keepers welke beurtelings voetballen. Vanaf ontwikkelingsfase 3 worden geleidelijke aan de taken bij 11<>11in 4-3-3 systeem aangeleerd. Spelers worden verder opgeleid zodat zij in meerdere aanleunende posities kunnen spelen. Vanaf U16 spelers verder specialiseren zodat zij inzetbaar zijn op een 3-talposities. In de laatste fase 4 volgt er een verdere specialisatie van het individu. Hier willen wij de aandacht vestigen op ons postformatieproject wat verder wordt toegelicht in item 1.3.5 om de kwaliteit van geselecteerde spelers te verbeteren.
Voldoende aandacht voor spelplezier.
Jeugdopleiders hebben een voorbeeldfunctie op alle gebied en doen aan positieve coaching. Bij een mislukte actie moedigt hij de speler aan om volgende keer opnieuw te proberen. Hij breekt de spelers nooit af en doet nooit aan negatieve coaching bij mindere resultaten in een wedstrijd. Herhalen is een basisbegrip in onze opleiding. “Spelen van zonevoetbal” Zonevoetbal is niet gelijk aan individuele mandekking. Het is een collectief positiespel met als doel de gevarenzone (bal – doel) te gaan beheersen door een meerderheidssituatie te creëren rond de bal. Lopen in functie van: 1) de bal en het doel 2) de medespeler(s) 3) de tegenstander Zonevoetbal heeft voordelen naar de ontwikkeling als voetballer. De speler leert: spelsituaties herkennen juiste keuzes maken naargelang de spelsituatie initiatief nemen collectief denken communiceren zich concentreren economischer bewegen Zonevoetbal heeft voordelen naar het resultaat (winst – verlies): het geheel van 11 spelers is groter dan de som van 11 individuen vlugge omschakeling van balbezit naar balverlies en vice versa economischer bewegen, evenwichtig verdeelde inspanningen onder de spelers minder duel zijn minder blessures. “Basisprincipes van het uniform spelconcept 1-4-3-3” Vasthouden aan eigen speelwijze onder weerstand van tegenstander Opbouw van achteruit: Bij balbezit van de doelman kunnen de vleugelverdedigers en centrale verdedigers afhaken om de bal te ontvangen. De bal kan in het spel worden gebracht en de opbouw kan starten van achteruit. Creativiteit op alle posities: speler moet de kans krijgen om zowel aanvallende, opbouwende als verdedigende acties te kunnen maken Dominant zijn in 1 tegen 1 zowel aanvallend als verdedigend Circulatievoetbal Accent op techniek Dubbele flankbezetting en inschuivende spelers Offensieve ruitformatie met een diepe spits als targetman / driehoeksformatie = basis voor
veldbezetting Wil om te winnen op een gecontroleerde manier “Basics” Definitie: Het geheel van technische en tactische basisvaardigheden (BASISCOMPETENTIES) die een speler nodig heeft om binnen de 11 tegen 11 goed te kunnen functioneren, ongeacht het spelsysteem en spelconcept.
“Teamtactics” Definitie: Het geheel van handelingen om als individu binnen een team zo goed mogelijk te
functioneren ongeacht het spelsysteem of spelconcept, gebruik makend van de basics, de fysieke en mentale vaardigheden.
1.2. Taakomschrijvingen per posities
9
11
10
7 1 5 tegen 5: Positie 1 (keeper) Proberen aanspeelbaar te zijn Meevoetballen, doorschuiven – vliegende keeper Positie 7 en 11 (linker/rechtervleugels) Sta open langs de zijlijn met de rug naar de zijlijn Zorg dat 9 de bal kan terugspelen. Tracht voor doel te komen als de bal van de andere flank komt Wees aanspeelbaar als de keeper de bal heeft Als je kan mag je een actie maken Positie 10 (staart) Aanspeelbaar zijn als de keeper de bal heeft. De pas terug mogelijk maken voor andere spelers. Eerst diep spelen en dan breed Inschuiven Positie 9 (piloot) Probeer goed diep te blijven, maak ruimte voor je medespeler. Komt niet te snel naar de bal. Je kunt de bal aannemen, dribbelen, kaatsen of de bal vasthouden. Probeer aanspeelbaar te zijn voor doel, kaatsen.
9
11
7
10
5
2
4 1 8 tegen 8: Balbezit Positie 1 (keeper) Positie kiezen t.o.v. verdedigers. Voortzetten d.m.v. rollen, werpen, passen of trappen. Fungeren als ‘centrale opbouwer’ (vliegende keeper). Positie 2 en 5 (vleugelverdedigers) Positie kiezen (uit elkaar, breed maken van veld). Aanspelen van middenvelder en aanvaller. Wanneer er ruimte is, zelf met de bal naar voren dribbelen/ drijven. Positie 4 (centrale verdediger) Positie kiezen (tussen middenvelder en vleugelverdediger). Aanspelen van de aanvallers of verdedigers welke meedoen in de aanval. Wanneer er ruimte is zelf met de bal naar voren dribbelen/drijven. Meedoen met de aanval. Doelpogingen indien de gelegenheid zich voordoet. Positie 10 (centrale middenvelder) Positie kiezen (aanspeelbaar opstellen t.o.v. balbezitter). Spel verleggen en zorgen voor een snelle omschakeling naar voor toe. Aanspelen van aanvallers of verdedigers die meedoen in de aanval. Wanneer er ruimte is zelf met de bal naar voren dribbelen/drijven. Meedoen met de aanval. Doelpogingen indien de gelegenheid zich voordoet.
Positie 7 en 11 (vleugelaanvallers) Positie kiezen t.o.v. verdedigers (veld lang maken).
Met de bal zo snel mogelijk richting doel: alleen of vrije ploegmaat aanspelen. Zelf voor doel positie kiezen (aanspeelbaar zijn om te scoren). Doelpogingen. Positie 9 (centrale aanvallers) Zo diep mogelijk positie kiezen (veld zo lang mogelijk maken, dat je nog met een pass bereikbaar bent) vrije ploegmaat aanspelen. Zelf voor doel positie kiezen (aanspeelbaar zijn om te scoren). Doelpogingen (individuele acties of via combinaties). Balverlies Doelpunten voorkomen Positie kiezen t.o.v. de bal, tegenstanders en medespelers. ‘Niet laten uitspelen’, voorkomen van doelpunten. Dekken van de aanvallers tegenpartij. Teammaatjes helpen. Bal afpakken. ‘Niet laten uitspelen’, voorkomen van doelpunten. Dekken centrale aanvaller. Teammaatjes helpen. Veld klein maken. Bal afpakken. ‘Niet laten uitspelen’. Rugdekking bij balverlies. Veld klein maken. Val afpakken. ‘Niet laten uitspelen’. Storen van de opbouw van de tegenstander. Veld klein maken. Bal afpakken. Teammaatjes helpen. ‘Niet laten uitspelen’. Storen van de opbouw van de tegenstander. Dekken van centrale verdediger. Bal afpakken. Teammaatjes helpen. Veld klein maken.
11 tegen 11:
Basistaken bij balbezit B+: Volledige ploeg 11 <> 11 Het positiespel is cruciaal: de speelruimte wordt zo breed en zo diep mogelijk gehouden richting doel en men streeft ideale pasafstanden binnen het driehoekspel na. Men houdt goed zijn eigen zone en stelt zich nooit op één lijn met spelers van dezelfde linie en zone op: men streeft naar een ideale veldbezetting om het driehoekspel mogelijk te maken. Er wordt afwisselend kort en lang gespeeld (gevarieerd combinatiespel) waarbij snel diepte wordt gezocht en het breedtespel slechts in functie van het dieptespel is. Bij een inschuivende medespeler denkt men ook in functie van mogelijk balverlies en wordt zijn taak door een naburige speler overgenomen door rugdekking te geven (geen positiewissel). Wanneer de mogelijkheid zich voordoet, tracht men aan te vellen doorheen centrum: door een goede dieptepass worden meerdere tegenstrevers uitgeschakeld en kan men een medespeler alleen voor doel of in schietpositie afzonderen. Als het centrum echter vastzit, wordt er aangevallen langs de flank met zorg voor een strakke voorzet naar spelers voor doel. Men streeft naar een efficiënte bezetting van de waarheidszone: de centrumspits duikt op het gepast moment in naar de eerste paal, de andere spits kiest positie tweede paal en de aanvallende middenvelder stelt zich op ter hoogte van de 16-lijn. Bij een werkelijke doelkans aarzelt men met om naar doel te trappen/koppen. Meerderheidssituaties worden gecreëerd door in te schuiven naar de volgende linie, door individuele acties en 1-2 bewegingen. Meerderheidssituaties worden uitgebuit om kansen te creëren en doelpunten te maken door een goede bezetting voor doel en snelle en juiste keuze bij werkelijke doelkans. Bij het combinatiespel wordt perfectie nagestreefd: op de goede voet aanspelen, met de juiste balsnelheid op het juiste moment en niet onnodig lopen met de bal. De verdediger en middenvelders vermijden foutieve laterale passes. De coaching van de centrale spelers primeert. De basistaken bij balverlies B-: Volledige ploeg 11<> 11 Fase 1: aanpassen aan het offensief van de tegenstander: zo snel mogelijk de juiste verdedigende organisatie innemen en zo snel mogelijk de speelruimte voor de tegenpartij verkleinen. Op het ogenblik dat de tegenpartij in het bezit van de bal komt, probeert de ganse ploeg de speelruimte voor de tegenpartij te verkleinen. De linies komen zo snel mogelijk naar elkaar toe richting bal en de onderlinge afstanden binnen dezelfde linie worden zo kort mogelijk gemaakt (= een blok van ongeveer 30m op 30m wordt gevormd.). Goede onderlinge afstanden (10 à 15m) met speler voor en naast u worden nagestreefd om zoveel mogelijk dieptepasses te verhinderen (= afsluiten van de speelhoeken richting doel). De onderlinge afstand tussen 2 spelers verkleint naarmate men dichter bij de speler aan de bal komt. De speler het dichtst hij bij de bal (en tussen bal en doel) valt de balbezitter aan, indien mogelijk voor balontvangst waardoor de tegenstander onder druk moet spelen. Hij zorgt ervoor dat de directe weg
naar het doel afgesloten is, zodat de balbezitter slechts ongevaarlijke laterale of achterwaartse passes kan geven. Het duel met de balbezitter wordt vrij agressief aangegaan, maar het belangrijkste is zich niet te laten uitschakelen. Er wordt slechts getackeld bij 100% zekerheid het duel te winnen om te beletten dat er minderheidssituaties ontstaan. De speler het dichtst bij de eerste duellerende medespeler komt zo snel mogelijk in dekking, zodat hij zijn medespeler kan helpen als die uitgeschakeld wordt. De andere spelers binnen dezelfde linie staan minstens op dezelfde hoogte of eventueel hoger als de rechtstreekse tegenstander dit toelaat. Er wordt in de eerste plaats in functie van de bal verdedigd, maar hoe dichter bij eigen doel, hoe strikter de dekking op de dichtst bij zijnde tegenstander. Alle spelers houden rekening met hun rechtstreekse tegenstander die ze echter niet volgen, d.w.z. de eigen zone verdedigen zonder kruisbewegingen uit te voeren met medespeler in een andere zone. Fase 2: collectieve balrecuperatie door het toepassen van de principes van pressing Er wordt collectief pressing gespeeld op de balbezitter als de bal zich in het blok of tussen het blok en de zijlijn bevindt of op de zwakste speler buiten het blok of bij een moeilijke pass naar een speler binnen het blok. Het defensief blok prest richting balbezitter met als doel dat de balbezitter geen speelmogelijkheden meer heeft. Bij het pressen richt men zich vooral op het onderscheppen van de pass van de tegenstrever. Vandaar dat de flankspeler de tegenspeler aan de bal dwingt om de aanval binnen in het blok verder te zetten op voorwaarde dat er geen rechtstreeks doelgevaar is. In plaats van de aanval trachten af te breken door de bal buiten te ‘tackelen’, dwingt men de tegenstrever in een situatie waar de balrecuperatie in het spel kan gebeuren en onmiddellijk een tegenaanval kan opgezet worden. Er wordt niet echt op buitenspel gespeeld door een stap vooruit te zetten. Als de tegenpartij blind de diepte inloopt zullen er wel veel buitenspelsituaties ontstaan. Maar door te pressen maakt het blok een beweging naar de bal en kunnen de meest naar voren geschoven tegenspelers hierdoor in buitenspel komen te staan. Coaching van de keeper en de centrale spelers primeert: wie valt balbezitter aan, wie geeft dekking, wie neemt over.
1.3. Ontwikkeling kenmerken per leeftijdsgroep
Het doel van dit opleidingsplan is te komen, tot enigszins een uniforme aanpak op het gebied van trainingen, zowel op technisch, tactisch als conditioneel vlak. Hierin worden alleen de grote lijnen aangegeven, zodat iedere trainer toch zijn persoonlijke voorkeuren in de trainingen kan leiden. De bedoeling is wel dat deze rode draad van de debutantjes tot en met de junioren wordt gevolgd. Het is doelgericht en waarborgt variatie. Er is voor ieder niveau een trainingsschema vooropgesteld zodat alle voornaamste facetten van het voetbalspel aan bod komen.
1.3.1. Ontwikkelingsfase 1: U6->U9 van 2<>2 naar 5<>5 Algemeen - Balbeheersing Wennen door spelen. Spelend leren. Het leren beheersen van de bal en het herkennen van de spelbedoelingen door in allerlei spelvormen de basistechnieken zoals dribbelen/drijven, plaatsen, trappen, aannemen/stoppen te laten uitvoeren. Zelf laten ontdekken. Spelbedoelingen duidelijk maken binnen de belevingswereld van het kind en volgens niveau Veel kleine partijtjes, waar scoren van doelpunten het belangrijkst is. Maak de doelen zo groot mogelijk. Dribbelaars niet afremmen. Samenspel niet te zeer benadrukken, doch summier coachen. Basisregels aanleren zoals hands, inworp, corner en de belangrijkste overtredingen. Aanleren van een opwarming in functie van wedstrijd. Vermijd het uittrappen van de keeper en tracht van achteruit op te bouwen. Spelers laten roteren, op iedere positie laten spelen. 5<> 5 op terrein 20/25 x 40 ruitformatie. Fysiek Het inoefenen van de coördinatie mag al specifiek aan bod komen: lichaamsbeheersing, beweeglijkheid, wendbaarheid en evenwicht. Lenigheid: dit zijn zeer lenige kinderen, vooral ter hoogte van de gewrichten. Uithouding: kunnen lang sporten op voorwaarde dat er voldoende pauzes voorzien zijn. Kunnen al enkele minuten ononderbroken lopen. Geen langdurig concentratievermogen. Kracht: wordt enkel ontwikkeld door het verplaatsen van eigen lichaamsgewicht. Weerstand: geen oefeningen gericht op weerstand. Techniek Oog - hand - oog voet coördinatie verbeteren. Leren met de bal leiden. Leren tegenstander dribbelen. Leren van het trappen naar een doel. Duel als leeromgeving gebruiken om deze technieken toe te passen. Wedstrijdvormen als toepasvorm om techniek toe te passen. Analytische vorm als basis voor het aanleren van techniek. Mentale accenten Alhoewel die mannen vrij egocentrisch ingesteld zijn, moeten ze ook leren omgaan met anderen en leren samenwerken ( zowel voor, tijdens en na de wedstrijd ). Stelselmatig de spelregels leren begrijpen en toepassen. Ontwikkeling van het concentratievermogen. Fair play wordt hoog in het vaandel gedragen. Fun en plezier beleving. Durf en zelfvertrouwen stimuleren. Doorzettingsvermogen. Persoonlijkheidsontwikkeling.
Aanleren van sociale vaardigheden. Winnen ok, maar ook kunnen verliezen. Creativiteit en leergierigheid aanwakkeren. Respect voor materiaal, tegenstander, scheidsrechter, trainers, …
Tactiek Enkel het principe van openen breed kan aan bod komen als basis voor het aanleren van het spelen
van een wedstrijd met opbouw van achteruit.
Specifieke tips voor trainers, begeleiders van debutantjes en duiveltjes
Debutantjes zijn nog niet rijp voor ons voetbal. Een debutantje is geen mini-volwassene. Zonder een specifiek aangepaste trainingsmethodiek en begeleiding is er gevaar voor drop-out. Vuistregels: Kies de gepaste leerstof en wees zelf enthousiast. Debutantjes zijn vlug afgeleid, breng veel variatie. Zoek beleving en uitdagingen. Hou rekening met de denk- en belevingswereld van het kind. Kinderen houden van een vertrouwde en herkenbare organisatie. Een debutantje evolueert van ‘kleuter in een fantasiewereld’ naar een duiveltje ‘het begrijpende en lerend’ kind. Spelend leren, FUN-FUN-FUN, staat centraal Laat in 1st fase kinderen spelen met de bal naast elkaar. In een 2de fase spelen kinderen tegen mekaar (oppositiespelen). 1<>1 d.w.z. leiden en dribbelen met accent op scoren. Bouw dit verder uit naar wedstrijdvormen 2+KP<>2+KP. Speek de taal van het kind Geen abstracte begrippen, wel begrippen die ze kennen. Geef demo + uitleg samen 1 beeld zegt meer als 1000 woorden. Spreek kinderen aan op ooghoogte. Veel wedstrijdvormen Vereenvoudigen van het voetbalspel door aantal spelers te reduceren en regel te vereenvoudigen. Coacht niet op positiespel. Laat spelers dribbelen, pingelen met de bal. Leer spelers omgaan met de spelregels, gebruik de stop-help methode = vraagstelling.
Trainingsvoorbereiding
Maak gebruik van 7 blokken! Hou rekening met volgende factoren: Met welk niveau gaat u aan de slag (debutantjes 5-6J - duiveltjes 8J – duiveltjes 9J). Aantal spelers en de trainingsduur (75’ of 90’). Weeromstandigheden en beschikbaar materiaal. Opbouw: Opwarming: blok 1 – 15 min Keuze uit: Loopspelen zonder bal. Loopspelen met bal. Oog-hand-voetcoördinatie, balvaardigheid. Balbeheersing: balgewenning – souplessebewegingen – jonglage – kap, draai, schijn en passeerbewegingen. Wedstrijdvorm 1: blok 2 – 10 min partijvorm 1: blok 2 – 15 min Tussenvorm 1: blok 3 – 10 min Keuze uit: Balbeheersing: balgewenning – souplessebewegingen – jonglage – kap, draai, schijn en passeerbewegingen. Aandachts- en reactiespelen. Estafettespelen. Wedstrijdvorm 2: blok 4 – 10 min Partijvorm 2: blok 4 – 15 min eventueel herhaling wedstrijdvorm 1 – partijvorm 1. Tussenvorm 2: blok 5 – 10 min Pré-techniek-scholing: Leiden / dribbelen ; Mikken / korte passing ; Controle/bal behouden ; doel poging /scoren tot max. 10m. Wedstrijdvorm 3: blok 6 – 15 min Partijvorm 3: blok 6 – 15 min Eindwedstrijd van 1+K tot max. 4+K Eindspelen / huiswerk: blok 7 – 5 min
1.3.2 ONTWIKKELINGSFASE 2: U10-U11 8 <>8
ALGEMEEN BASISRIJPHEID Verdere gewenning door spelen. Ontwikkelen van de voetbaltechnische basisvaardigheden is het belangrijkste. Vermijd het uittrappen van de keeper en tracht van achteruit op te bouwen. Veel balcontacten. Aanleren van de basics waar de nadruk vooral ligt op basics in balbezit. Basistechnieken zoals dribbelen/drijven, plaatsen, trappen, aannemen/stoppen verder ontwikkelen. Alles zoveel mogelijk in spel- en wedstrijdvormen. Samenspel iets meer onder de aandacht brengen, maar dribbelaars positief benaderen. Aanleren opwarmen in functie van wedstrijd. 8<>8 terrein 50/55 x 45/50m dubbele ruitformatie. Eerste specialisatie: spelers opleiden zodat zij op meerdere gelinkte posities kunnen spelen. Fysiek Goede periode voor coördinatie en bewegingstechniek. Snelheid: korte intense inspanningen met een ruime hersteltijd moeten aan bod komen. Lenigheid: blijft zeer goed maar de rekbaarheid van de ligamenten beginnen te verminderen zodat regelmatige training van de lenigheid moet in acht genomen worden. Eenvoudige oefeningen voor been - rugspieren en adductoren aanleren. Uithouding: beperkt maar eerste tekenen van verbetering aanwezig. Sporadische duurinspanningen met bal kunnen aan bod komen echter met een zeer lage intensiteit. Kracht: = zeer beperkt. Geen systematische krachttraining, enkel toepassing op natuurlijke wijze: springen, vallen, opstaan, hindernislopen. Duel introduceren met als doel een ander te verslaan echter zeer kort houden. Lange recuperatietijd voorzien. Weerstand: Uit den boze ! Techniek Basistechnieken aanleren met relatie naar de spelsituatie. Basistechnieken individuele techniek, los van spelsysteem. Twee voetig nastreven. Functionele technieken zeer veel aan bod laten komen evenals coerver technieken. Toepassen in analytische vorm. Toepassen in wedstrijdvormen. Mentale accenten Alhoewel die mannen vrij egocentrisch ingesteld zijn, moeten ze ook leren omgaan met anderen en leren samenwerken ( zowel voor, tijdens en na de wedstrijd ). Stelselmatig de spelregels leren begrijpen en toepassen. Ontwikkeling van het concentratievermogen. Fair play wordt hoog in het vaandel gedragen. Fun en plezier beleving. Durf en zelfvertrouwen stimuleren. Doorzettingsvermogen.
Persoonlijkheidsontwikkeling. Aanleren van sociale vaardigheden. Winnen ok, maar ook kunnen verliezen. Creativiteit en leergierigheid aanwakkeren. Respect voor materiaal, tegenstander, scheidsrechter, trainers, … Tactiek Enkele eenvoudige punten die aan bod kunnen komen zijn: Aanspeelbaar zijn. Juist ingedraaid staan met als doel je spel te kunnen verder zetten. Vooractie maken met als doel de bal beter te kunnen krijgen. Samengevat:
Trainingsvoorbereiding
Maak gebruik van 7 blokken! Hou rekening met volgende factoren: Met welk niveau gaat u aan de slag (provinciaal/gewestelijk; U10 / U11). Aantal spelers en de trainingsduur 90’. Weeromstandigheden en beschikbaar materiaal. Opbouw: Opwarming: blok 1 – 20 min Keuze uit: Loopspelen zonder bal. Balbeheersing: balgewenning – souplessebewegingen – jonglage – kap, draai, schijn en passeerbewegingen zelfstandig of in combinatie met passing en balaanname. Wedstrijdvorm 1: blok 2 – 10 min partijvorm 1: blok 2 – 10 min Coachen van basics / teamtactics en omschakeling. Tussenvorm 1: blok 3 – 10 min Basics Wedstrijdvorm 2: blok 4 – 10 min Partijvorm 2: blok 4 – 10 min Coachen van basics / teamtactics en omschakeling. Tussenvorm 2: blok 5 – 15 min Keuze uit: Estafettespelen met bal, richtings-en ritmeveranderingen, snel voeten werk, tikspelen, doelspelen, reactiespelen, nummer spelen, voetbal specifieke snelheidsspelen. Estafettespelen zonder bal (versnellen – remmen – stoppen – wenden – draaien). Wedstrijdvorm 3: blok 6 – 15 min Partijvorm 3: blok 6 – 15 min Coachen van basics / teamtactics en omschakeling – eindwedstrijd. Cooling down: blok 7 – 5 min Huiswerk / tricks In een regime van 2 trainingen per week: Basics B+ 4 trainingen / maand B- 2 trainingen / maand Teamtactics B+ 1 training / maand B- 1 training / maand Omschakeling Rode draad
1.3.3 Ontwikkelingsfase 3: U12->U17 11<>11 1.3.3.1. Miniemen U12/U13
ALGEMEEN Van basisrijpheid naar wedstrijdrijpheid Alles met de bal. Leren door spelen. Ideale leeftijd om basistechnieken te verfijnen. Aanleren van specifieke taken bij 11<>11 in een 4-3-3 systeem. Buitenspel aanleren. Basistechnieken in gecombineerde vormen en in beweging uitvoeren. Veel spel en wedstrijdvormen. Intervalprincipe bij partijspelen 1<>1 ; 2<>2 ; 3<>3 mits rekening te houden met arbeid-rust verhouding. Bedoeling van de oefeningen duidelijk zichtbaar maken. Leer de speler coachen. Aanleren van een opwarming in functie van de wedstrijd. Fysiek Uithouding: de jonge speler heeft steeds minder rustpauzes nodig. Werken onder de anaerobe grens wordt goed en langdurig verteerd. Specifieke uithouding wordt liefst met bal getraind. Weerstand: niet voor deze categorie Snelheid: zeer goed train baar. Specifieke snelheidstraining met en zonder bal is aangewezen. Kracht: geen specifieke krachttrainingen maar wel partneroefeningen per 2/3 onder spelvorm (trekken en duwen ). Voorzichtig beginnen met algemene snel kracht training onder spelvormen (zoals bokspringen, huppelen op 1 been … ). Lenigheid: er moet op getraind worden. Techniek Gouden leerleeftijd: beste leeftijd, bepalend voor het leer- en ontwikkelproces van het kind. De techniek kan uitgebouwd worden dank zij een goede motoriek en goede coördinatie. Het kind leert. snel bewegingen en zelfs moeilijke aaneenschakelingen van bewegingen. Vaak nabootsing van idolen, vandaar het groot belang van goede demonstraties. Jongleren. Nadruk op 5 basistechnieken: aannemen van de bal, pass, dribbel, traptechniek en kopspel. Tactiek Alle elementen van de individuele tactiek: Vrijlopen versus dekken (balbezit vs balverlies). Wanneer dribbelen, wanneer rechtstreeks spelen. Het naar de bal gaan. Zich na de pass opnieuw aanspeelbaar maken (vrijlopen). Duel (afschermen bal, bal afnemen). Eenvoudige balcirculatie. Initiatie zone spel (nadruk op taken bij balbezit).
Samengevat:
Trainingsvoorbereiding
Maak gebruik van 6 blokken! Hou rekening met volgende factoren: Met welk niveau gaat u aan de slag (provinciaal/gewestelijk). Aantal spelers en de trainingsduur 90’. Weeromstandigheden en beschikbaar materiaal. Opbouw: Opwarming: blok 1 – 20 min Balbeheersing met keuze uit: Souplessebewegingen: kap, draai, schijn en passeerbewegingen zelfstandig of in combinatie met passing en bal aanname + snelheid. Multifunctionele opwarming. Snel voeten werk. Wedstrijdvorm 1: blok 2 – 15 min Coachen van basics / spelprobleem / teamtactics en omschakeling. Tussenvorm 1: blok 3 – 15 min Basics. Tussenvorm 2: blok 4 – 15 min Keuze uit: Afwerken via de flank of via het centrum. Fysieke vaardigheden: 1 <>1 (duel scholing). Estafettespelen zonder bal. Voetbal specifieke snelheidsspelen. Richtings- en ritmeveranderingen. Wedstrijdvorm 2: blok 5 – 15 min Coachen van basics / spelprobleem / teamtactics en omschakeling – eindwedstrijd. Cooling down: blok 6 – 5 min Huiswerk / tricks / Cooling-down. In een regime van 2 trainingen per week: Basics B+ 3 trainingen / maand B- 2 trainingen / maand Teamtactics B+ 2 trainingen / maand B- 1 training / maand Omschakeling Rode draad
1.3.3.2 Kadetten U14/U15
Algemeen Wedstrijdrijpheid Rekening houden met een (tijdelijke) stilstand in de ontwikkeling. Meer voetballen met het hoofd dan met de benen (coachen van posities). Aanleren van specifieke taken bij 11<>11 in 4-3-3 systeem. Uitdrukkelijk vragen om elkaar te coachen. Loop- en springscholing. Leren voor ontvangst van de bal gezien te hebben waarheen de bal gespeeld moet worden. Positiespelen met numerieke minderheid. Heb oog voor individuele tekortkomingen. Laat spelers zelf de fouten constateren, bedoelingen te achterhalen en oplossingen aanbrengen. Knapen weten al goed wat van hen verwacht wordt. Wijs spelers regelmatig op hun verantwoordelijkheid als teamspeler. De jongeren hebben dikwijls een identiteitsprobleem: onzeker, zelfoverschatting, uitdagend, afwijzend, eigenwijs, opstandig, kritisch enz. Spelers opleiden zodat zij op meerdere aanleunende posities kunnen spelen. Fysiek Uithouding: Er mag op getraind worden. Korte duurlopen en vormen van uithouding met bal. Weerstand: Niet voor deze categorie. Snelheid: Moet onderhouden worden (vermindert soms door disharmonie en lengtegroei ). Kracht: Krachttraining in erg beperkte vorm mag. Oefeningen met eigen lichaam als te verplaatsen last zijn aan te bevelen. Lenigheid: Moet onderhouden worden. Techniek Weinig vooruitgang op technisch gebied! Al aangeleerde technieken onderhouden in beweging / met tegenstander en in wedstrijdvormen. Tekorten weg werken via individuele training ( huiswerk ). Jongleren. Aan- en meenemen van de bal en dribbelen met schijn- en draaibewegingen. Kopspel verbeteren in beweging. Duel met tegenstander voor en naast zich. Tactiek Tactische elementen kunnen meer specifiek getraind worden: Vrijlopen Steunen Ruimte maken / gebruik maken van ruimte Afwisseling kort / lang en breed / diep spelen Combinatie oefeningen met integratie 3e man Balcirculatie verhogen Stilstaande fases zowel aanvallen als verdedigend Zone spel : taken bij balbezit moeten gekend zijn taken bij balverlies: nadruk op taken achterste linie en samenwerking met keeperaandacht voor verdedigende taken van voorste linie Samengevat:
Trainingsvoorbereiding
Maak gebruik van 6 blokken! Hou rekening met volgende factoren: Met welk niveau gaat u aan de slag (provinciaal/gewestelijk). Aantal spelers en de trainingsduur 90’. Weeromstandigheden en beschikbaar materiaal. Opbouw: Opwarming: blok 1 – 20 min Balbeheersing met keuze uit: Souplessebewegingen: kap, draai, schijn en passeerbewegingen zelfstandig of in combinatie met passing en bal aanname + snelheid. Multifunctionele opwarming. Snel voetenwerk. Wedstrijdvorm 1: blok 2 – 15 min Coachen van basics / spelprobleem / teamtactics en omschakeling. Tussenvorm 1: blok 3 – 15 min Basics. Tussenvorm 2: blok 4 – 15 min Keuze uit: Afwerken via de flank / via het centrum / positioneel. Fysieke vaardigheden: 1 <>1 (duel scholing). Estafettespelen zonder bal. Voetbaltechnische snelheidsspelen. Richtings- en ritmeveranderingen. Wedstrijdvorm 2: blok 5 – 15 min Coachen van basics / spelprobleem / teamtactics en omschakeling – eindwedstrijd. Cooling down: blok 6 – 10 min Overgangs-, recuperatieoefeningen (stretching) Passing (stretching) Rompstabilisatie (stretching) In een regime van 2 trainingen per week: Basics B+ 2 trainingen / maand B- 2 trainingen / maand Teamtactics B+ 2 trainingen / maand B- 1 training / maand Omschakeling Omschakeling 1 training / maand
1.3.3.3. Scholieren U16/U17
Algemeen Wedstrijdrijpheid Specialist worden op bepaalde posities (speler inzetbaar op 3-tal posities ). Werken met vaste nummers. Techniek trainen in wedstrijd- en spelsituaties. Lenigheidoefeningen en keeper integreren in de opwarming. Veel aandacht besteden aan balaanname, zuiverheid van inspelen en traptechniek. Arbeid-rust verhouding respecteren (blessures voorkomen). Ontwikkelen van teamtaken per linie en positie. Actief recupereren. Wees consequent in de benadering van de spelers. Rekening houden met de typische opstandigheid binnen deze leeftijd. Andere interessepolen ( uitgaan, alcohol, roken, drugs … ) --> voorlichting. Fysiek Uithouding: het leggen van de basis van een goede en wetenschappelijk onderbouwde atletische vorming. Specifieke trainingsvormen in uithouding: extensieve duurtraining, intensieve duurtraining, bosloop en baltraining onder anaerobe grens, spelvormen met nadruk op uithoudingsvermogen, training van looppatronen. Weerstand: regelmatig in zuurstofschuld trainen is uit den boze! De eventuele anaerobe inspanningen dienen voorzichtig, zorgvuldig en progressief opgebouwd! Snelheid: ideale leeftijd om terug aan te knopen met een verbeterde looptechniek. Snelheidstraining met en zonder bal kan volop toegepast worden ( let wel op voldoende recuperatietijd! ) Kracht: krachttraining is geen prioriteit in het algemeen trainingsschema. Er blijven belangrijke verschillen in lichaamsbouw in deze categorie. Bij de reeds " volgroeide" spelers kan men aanvangen met een algemene krachttraining naast snel krachtoefeningen en globale krachtoefeningen met het eigen lichaamsgewicht als weerstand. Steeds heel individueel werken. Lenigheid: moet onderhouden worden! Techniek Door een betere coördinatie van de bewegingen werpt de technische training opnieuw vruchten af: basistechnieken in hoog tempo (snelheid van uitvoering) en met tegenstanders (wedstrijdvormen). Tekortkomingen wegwerken door individuele training. Jongleren. Leiden en dribbelen met tegenstand. Koppen onder weerstand. Pass- en trapbewegingen. Duel: tackle. Tactiek Tactische elementen: Vrijlopen. Steunen. Ruimte maken / gebruik maken van ruimte. Afwisseling kort / lang en breed / diep spelen. Combinatie oefeningen met integratie 3e man. Automatismen: aanval combinaties vanuit verdediging, zonder nadien met tegenstander beweging van de spitsen: afhaken, diepgaan, uitwijken, switchen, taakverdeling voor doel
balcirculatie verhogen, beperking aantal baltoetsen en met actieve tegenstand. Spelvormen op balbezit. Wedstrijdvormen met numerieke meerderheid versus numerieke minderheid. Stilstaande fases zowel aanvallend als verdedigend. Zone spel: taken bij balbezit moeten gekend zijn. Zone spel: taken bij balverlies van het ganse elftal. Verdediging: organisatie tegen tegenstander met 1, 2 of 3 spitsen, afspraken, onderlinge dekking Middenveld: organisatie, taakverdeling en afspraken. Aanval: taken en storingswerk
Trainingsvoorbereiding
Hou rekening met volgende factoren: Met welk niveau gaat u aan de slag (provinciaal/gewestelijk). Aantal spelers en de trainingsduur 90’. Weeromstandigheden en beschikbaar materiaal. Opbouw van de tactische training: Opwarming: blok 1 – 20 min Eventueel combinatie van: Passing en balaanname (stretching). Multifunctionele opwarming (stretching). Snel voeten werk (stretching). Wedstrijdvorm 1: blok 2 – 15 min Keuze uit: Spelproblemen In teamverband : Blokvorming (hoge, lage en middelpressie). Samenwerking tussen linies. Taakovername. Omschakeling. Individueel en per linie: In balbezit. In balverlies. Omschakeling. Stilliggende fasen en spelhervattingen: Aftrap - Hoekschop – Rechtstreekse vrije trap. Onrechtstreekse vrije trap – inworp – intrap doelverdediger. Strafschop. Tussenvorm 1: blok 3 – 15 min blokinhoud zie wedstrijdvorm 1. Tussenvorm 2: blok 4 – 15 min Keuze uit: Blokinhoud zie wedstrijdvorm 1. Afwerken: via de flank / centrum / positioneel. Wedstrijdvorm 2: blok 5 – 15 min blokinhoud zie wedstrijdvorm 1. Cooling down: blok 6 – 10 min Vrije trappen (stretching). Overgangs-, recuperatieoefeningen (stretching). Passing (stretching). Rompstabilisatie (stretching).
Opbouw van de fysische training: Opwarming: blok 1 – 20 min
Eventueel combinatie van: Passing en balaanname (stretching). Multifunctionele opwarming (stretching). Snel voetenwerk (stretching). Wedstrijdvorm of tussenvorm 1: blok 2 – 15 min Keuze uit: Uithouding: Extensieve duur. Intensieve duur. Extensieve interval. Intensieve interval. Intermitterend/interval. Recuperatietraining. Snelheid: Snelheidsuithoudingsvermogen. Herhaald kort sprintvermogen. Versnellingsvermogen. Startsnelheid. Kracht: Sprongkracht. Duelkracht. Krachtcircuit (explosieve kracht). Recuperatie/overgangsoefeningen: 5 min Wedstrijdvorm of tussenvorm 2: blok 3 – 15 min Blokinhoud zie wedstrijdvorm of tussenvorm 1. Recuperatie/overgangsoefeningen: 5 min Wedstrijdvorm of tussenvorm 3: blok 4 – 15 min Blokinhoud zie wedstrijdvorm of tussenvorm 1. Cooling down: blok 5 – 10 min Vrije trappen (stretching). Overgangs-, recuperatieoefeningen (stretching). Passing (stretching). Rompstabilisatie (stretching).
In een regime van 2 trainingen per week:
Basics B+ 1 training / maand B- 1 training / maand Teamtactics B+ 3 trainingen / maand B- 2 trainingen / maand Omschakeling Gerichte scholing 1 training / maand 1.3.4.ONTWIKKELINGSFASE 4 : JUNIOREN 18 – 21 JAAR Algemeen Competitierijpheid Periodiseren Werken met vaste nummers. Specialisatie van het individu. Rendement van handelen vergroten en mentale aspecten ontwikkelen. Winnaarsmentaliteit creëren. Veel aandacht besteden aan balaanname, zuiverheid van inspelen en traptechniek. Arbeid-rust verhouding respecteren (blessures voorkomen). Probeer basics en teamtactics en afwerkingsoefeningen ook in uw conditionele oefenvormen te integreren. Keeper integreren in opwarming. Speler moet leren gebruik maken van tekortkomingen van anderen. Aandacht besteden aan balaanname, zuiverheid van inspelen en traptechniek. De juniores zijn de laatste fase in de jeugdopleiding ( voorbereiding op seniores )zowel. lichamelijk als geestelijk op weg naar meer evenwicht Fysiek Uithouding: algemene conditietraining. Weerstand: start weerstandstrainingen ( let op recuperatie! ). Snelheid: perfectioneren van snelheid. Kracht: start krachttrainingen. Lenigheid: moet onderhouden worden! Techniek Onderhouden basistechnieken ( o.a. via opwarming ) Aandacht blijven besteden aan traptechniek, balaanname en zuiverheid van inspelen Tactiek Alle tactische elementen: Zone spel: taken bij balbezit moeten gekend zijn ( specialiseren op bepaalde posities ). Zone spel: taken bij balverlies moeten gekend zijn ( specialiseren op bepaalde posities ). Wedstrijdtactiek bespreken. Stilstaande fases instuderen (offensief als defensief ). Trainingsvoorbereiding
Hou rekening met volgende factoren: Met welk niveau gaat u aan de slag (provinciaal/gewestelijk). Aantal spelers en de trainingsduur 90’. Weeromstandigheden en beschikbaar materiaal. Opbouw van de tactische training: Opwarming: blok 1 – 20 min Eventueel combinatie van: Passing en balaanname (stretching). Multifunctionele opwarming (stretching). Snel voeten werk (stretching). Wedstrijdvorm 1: blok 2 – 15 min Keuze uit: Spelproblemen In teamverband: Blokvorming (hoge, lage en middelpressie). Samenwerking tussen linies. Taakovername. Omschakeling. Individueel en per linie: In balbezit. In balverlies. Omschakeling. Stilliggende fasen en spelhervattingen: Aftrap - Hoekschop – Rechtstreekse vrije trap Onrechtstreekse vrije trap – inworp – intrap doelverdediger. Strafschop. Tussenvorm 1: blok 3 – 15 min blokinhoud zie wedstrijdvorm 1. Tussenvorm 2: blok 4 – 15 min Keuze uit: Blokinhoud zie wedstrijdvorm 1. Afwerken: via de flank / centrum / positioneel. Wedstrijdvorm 2: blok 5 – 15 min blokinhoud zie wedstrijdvorm 1. Cooling down: blok 6 – 10 min Vrije trappen (stretching). Overgangs-, recuperatieoefeningen (stretching). Passing (stretching). Rompstabilisatie (stretching).
Opbouw van de fysische training: Opwarming: blok 1 – 20 min
Eventueel combinatie van: Passing en balaanname (stretching). Multifunctionele opwarming (stretching). Snel voetenwerk (stretching). Wedstrijdvorm of tussenvorm 1: blok 2 – 15 min Keuze uit: Uithouding: Extensieve duur. Intensieve duur. Extensieve interval. Intensieve interval. Intermitterend/interval. Recuperatietraining. Snelheid: Snelheidsuithoudingsvermogen. Herhaald kort sprintvermogen. Versnellingsvermogen. Startsnelheid. Kracht: Sprongkracht. Duelkracht. Krachtcircuit (explosieve kracht). Recuperatie/overgangsoefeningen: 5 min Wedstrijdvorm of tussenvorm 2: blok 3 – 15 min Blokinhoud zie wedstrijdvorm of tussenvorm 1. Recuperatie/overgangsoefeningen: 5 min Wedstrijdvorm of tussenvorm 3: blok 4 – 15 min Blokinhoud zie wedstrijdvorm of tussenvorm 1. Cooling down: blok 5 – 10 min Vrije trappen (stretching). Overgangs-, recuperatieoefeningen (stretching). Passing (stretching). Rompstabilisatie (stretching). In een regime van 2 trainingen per week: Basics B + of B- 1 training / maand Teamtactics B+ 3 trainingen / maand B- 3 trainingen / maand Omschakeling Gerichte scholing 1 training / maand 1.3.6. Coachingswoorden
1.4. OPLEIDINGSPLAN VOOR JEUGDKEEPERS
Het opleidingsplan voor jeugdkeepers is een lange termijnplanning en een richtlijn waarbinnen de jeugdkeeperstrainers kunnen werken om tot een uniforme opleiding te komen. Het opleidingsplan beschrijft de te beheersen vaardigheden per leeftijdscategorie. Deze vaardigheden moeten wel fysiek en mentaal haalbaar zijn voor de keepers. Iedere leeftijdsgroep kent zijn eigen specifieke kenmerken. Deze zijn in dit plan uitvoerig beschreven. Bij keepers zijn deze kenmerken niet anders. Wel zijn de accenten, trainingsvormen en doelstellingen voor keepers anders dan bij veldspelers. Wat is nu de beste leeftijd om met keeperstraining te beginnen? De geschiktste leeftijd om met een specifieke keeperstraining te beginnen is rond het tiende levensjaar. Eerder alleen in hele speciale gevallen. Kinderen gaan steeds eerder voetballen, dan vertonen kinderen een enorme bewegelijkheid. Zou een jongen of meisje zo vroeg al alleen maar keepen, dan beperk je juist enorm deze bewegelijkheid. Het verdient de aanbeveling om zeker tussen 8 en 10 jaar niet voor een vaste, maar voor een roulerende doelverdediger te kiezen. Zo komt iedereen ook een keer in het doel te staan. Dit heeft de volgende voordelen: 1.Iedereen krijgt op deze wijze enige ervaring met het keepen. Daarmee wordt ook voorkomen dat een potentieel talent onopgemerkt blijft. Hoe vaak gebeurt het niet dat iemand op latere leeftijd bij toeval doelman wordt? 2. De tijd dat een doelman alleen maar een bal op de doellijn moest tegenhouden is al lang voorbij. Er wordt nu veel meer van hem verwacht. De keeper moet kunnen ‘meevoetballen’ en moet dus ook vrijwel alle voetbalvaardigheden (passen, trappen, koppen, tackle, sliding enz. beheersen. Zijn werkgebied strekt zich tot soms ver buiten de 16 meter uit. Omdat bekend is dat kinderen tussen 8 en 12 jaar gemakkelijk nieuwe bewegingen aanleren, is het belangrijk om hun juist dan zoveel mogelijk aan te reiken. Van 8 tot 10 zijn dat de specifieke voetbalvaardigheden en van 10 tot 12 jaar de basistechnieken van het doel verdedigen. 3. De andere kant van de medaille. Mocht namelijk blijken, dat een keeper rond zijn veertiende genoeg van het keepen krijgt, dan kan hij zonder problemen een positie in het veld als voetballer innemen. Voetbalvaardigheden veel minder, omdat hij in zijn technische ontwikkeling als speler een grote achterstand heeft opgelopen. Een kind dat op 8 jarige leeftijd absoluut wil keepen, kan natuurlijk weinig in de weg worden gelegd. Maar tijdens de keeperstraining moet er dan ook aandacht zijn voor de basistechnieken van het voetbalspel. Ze komen de keeper altijd van pas! Laat de keeper indien mogelijk altijd met zijn eigen team meetrainen. Tot slot: Tien jaar is dus een prima leeftijd om gerichter te gaan werken. Tot die tijd heeft hij een speelse en toch gevarieerde opleiding als keeper/voetballer achter de rug. Het kind kan dan voor zichzelf ook een veel betere keuze maken, omdat al vier jaar (6-10) ervaring is opgedaan als speler doelman.
1.4.1. Jeugdkeepers 8-12 jaar
In deze leeftijdsgroep ligt de nadruk op het aanleren (U8-U9) en verbeteren (U10/11) van de basistechnieken. Techniek Uitgangshouding. Verplaatsing in en voor het doel d.m.v. voetenwerk (sprinten, draaien, keren). Oprapen. Onderhands vangen. Blokkeren met buik/borst. Bovenhands vangen. Vallen. Duiken (U10/11-keepers). Uitwerpen. Trappen/passen. Tactiek Verdedigend Opstellen en positiespel in het doel. Opstellen en positiespel voor het doel met het oog op onderscheppen diepteballen. Duel 1 : 1. Opbouwend Spelhervattingen. Voortzetting na het in balbezit komen. Verwerken terugspeelbal. Coachen en organiseren (U10/U11-keepers) Balbezit eigen team Van het doel af opstellen. Verdediging aansturen door korte en verstaanbare termen. “Tijd” = speler heeft tijd. “Weg” = speler moet de bal wegwerken. “Niet terug” = speler mag niet terugspelen. “Vooruit” = speler moet bal vooruit spelen. Balbezit tegenstander Verdediging aansturen “Los” = bal voor de keeper “Jij” = voor de medespeler 1.4.2. Jeugdkeepers 12-13J In deze leeftijdsgroep ligt de nadruk op het onderhouden van de basistechnieken. Door consequente training kan de basis gelegd worden om de technieken veder te ontwikkelen. Belangrijk is een goed voorbeeld van vooral de trainer op ieder gebied (techniek, gedrag, respect voor materiaal etc.).
Techniek Verdedigend zonder bal
Uitgangshouding. Verplaatsing in en voor het doel d.m.v. voetenwerk (sprinten, draaien, keren). Schijnbewegingen met het lichaam. Springen (1 - en 2-benige afzet, van stand of een aanloop van 1 of meer passen). Verdedigend met bal Oprapen. Onderhands vangen. Blokkeren met buik/borst. Bovenhands vangen met weerstand van een tegenstander. Vallen. Duiken. Tippen. Uitwerpen. Trappen/passen buiten de 16-meter. Opbouwend /aanvallend Trap uit de handen; volley en dropkick. Werpen; rollen, slingerworp, strekworp. Doeltrap. Tactiek Verdedigende situaties Opstellen en positiespel in en voor het doel. Opstellen en positiespel bij diepteballen en ballen van de zijkant. Positiespel bij hoekschop, vrije trap en penalty. Opbouwend Spelhervattingen. Voortzetting na het in balbezit komen. Verwerken terugspeelbal. Coachen en organiseren Balbezit eigen team Van het doel af opstellen. Verdediging aansturen door korte en verstaanbare termen. Coachtermen: “Tijd”, “Weg”, “Niet terug” en “Vooruit” “Hier” = de terugspeelbal. Balbezit tegenstander Verdediging aansturen. Coachtermen: “Los” en “Jij”.
1.4.3. Jeugdkeepers 14-16J
In deze leeftijdsgroep ligt de nadruk op het veel bewegen met en zonder bal. Het veelal werken aan de techniektraining en het onderhouden van de basistechniek moet nu worden gecombineerd met het conditionele aspect. Ook wordt nu de ploegentactiek en de taak binnen van de keeper bespreekbaar. Techniek Verdedigend zonder bal Uitgangshouding. Verplaatsing in en voor het doel d.m.v. voetenwerk (sprinten, draaien, keren). Schijnbewegingen met het lichaam. Springen (1 - en 2-benige afzet, van stand of een aanloop van 1 of meer passen). Verdedigend met bal Oprapen. Onderhands vangen. Blokkeren met buik/borst. Bovenhands vangen met weerstand van een tegenstander. Vallen. Duiken. Tippen. Uitwerpen. Trappen/passen buiten de 16-meter. Opbouwend /aanvallend Trap uit de handen; volley en dropkick. Werpen; rollen, slingerworp, strekworp. Doeltrap. Tactiek Verdedigende situaties Opstellen en positiespel in en voor het doel. Opstellen en positiespel bij diepteballen en ballen van de zijkant. Positiespel bij hoekschop, vrije trap en penalty. Opbouwend Spelhervattingen. Voortzetting na het in balbezit komen. Verwerken terugspeelbal. Coachen en organiseren Balbezit eigen team Van het doel af opstellen. Verdediging aansturen door korte en verstaanbare termen. Coachtermen : “Tijd”, “Weg” , “Niet terug” en “Vooruit”, “Hier” = de terugspeelbal. Balbezit tegenstander Verdediging aansturen. Coachtermen: “Los” en “Jij”. 1.4.4 Jeugdkeepers 17-19 jaar
In deze leeftijdsgroep ligt de nadruk op het automatiseren van alle vaardigheden die van 12-16 jaar zijn aangeleerd. De trainingen worden in een hoger tempo uitgevoerd en worden zowel zonder als met druk van tegenstanders en medespelers ingepast. De rol van de keeperstrainer is in deze fase van groot belang om de overgang van de Junioren naar de Senioren te begeleiden. Alle aspecten die voor, tijdens en na de wedstrijd van belang zijn, moeten worden doorgenomen. Het is voor de keeper ook van belang dat hij meedoet aan positiespellen tijdens de eigen teamtrainingen. Coachen en organiseren De afspraken die gemaakt zijn bij balbezit eigen team, tijd, weg, niet terug, en hier, aanwijzingen tijdens het spel en het organiseren bij spelhervattingen moeten nu continue herhaald worden. 1.5 Trainingsgelegenheid / voorbereiding van trainingen en wedstrijden Jongeren zijn door het wegvallen van het niet-georganiseerde voetbal (straat- en pleintjesvoetbal) volledig afhankelijk van de speelgelegenheid door de club aangeboden. De training- en wedstrijdgelegenheden zijn veelal de enige kansen die de jeugdspeler krijgt om zich te ontwikkelen. Gebruik van het softwarepakket Soccer-online: Trainingsvoorbereiding: Trainers bereiden bij voorkeur hun trainingen voor via de standaardformulieren of indien zij voldoende vertrouwd zijn met ons softwarepakket “ soccer-online”. Vanaf U6 worden van alle trainingen de aanwezigheden opgevolgd. Trainingen worden automatisch gegenereerd, enkel de aanwezigheidslijst wordt verplicht bijgehouden. 1.6 Speelgelegenheid en registratie tijdens wedstrijden Speelgelegenheid voor veldspelers en jeugdkeepers Algemeen: Deelname aan wedstrijden is geen recht voortkomend uit het betalen van lidgeld maar wel een beloning voor de inzet, gedrag op trainingen. Elke jeugdspeler welke voldoet aan deze voorwaarden speelt minstens de helft van de officiële wedstrijdminuten over een volledig seizoen gespreid, behoudens blessures, schorsingen of afwezigheden. Naargelang zijn aanwezigheid tijdens de voorbereiding en evaluaties van vorig seizoen worden spelers op het einde van de voorbereiding ingedeeld in provinciale of gewestelijke teams. Als iedere speler met de juiste ingesteldheid ingedeeld wordt volgens zijn kwaliteiten komt hij het meest tot zijn recht en aan spelen.
Praktische invulling: Debutantjes t/e/m preminiemen: Iedereen wordt continue vervangen
Miniemen t/e/m junioren: Iedereen wordt vervangen of begint aan de wedstrijd over enkele weken verspreid. De vervangingen gebeuren bij voorkeur halverwege de duur van één speelhelft. Laattijdige aansluitingen spelers en spelers met trainingsachterstand spelen beduidend minder in deze periode. Specifieke regels aangaande spelgelegenheid voor jeugdkeepers: Debutantjes t/e/m duiveltjes: Indien geen vaste keepers beurtelings een andere speler in doel. Zijn er meerdere keepers dan krijgt ieder evenveel speelminuten. De andere keepers wordt ingepast als veldspelers. Preminiemen t/e/m junioren: Keepers worden net als veldspeler op identieke wijze ingedeeld op het einde van de voorbereiding. Ingeval van meerdere keepers per team op gelijk niveau (provinciaal/gewestelijk) krijgen zij evenveel speelminuten. Met de keepers worden in het begin van het seizoen duidelijke afspraken gemaakt over een beurtrol. Iedereen wie op een gelijk niveau speelt krijgt evenveel speelkansen. Bij een ongelijke verdeling, een overtal aan provinciaal waardige keepers wordt een beurtrol uitgewerkt zodat zij ook regelmatig op gewestelijk niveau spelen. Globaal streven we erna ongeacht op welk niveau dat iedereen evenveel speelkansen krijgt. Dit alles gebeurt in nauw overleg tussen trainers, TVJO en keeperstrainer. Registratie van aanwezigheden en speelgelegenheden Via soccer-online geven de trainers vanaf U6 t/e/m U117 aanwezigheidslijsten in per training en per wedstrijd. Ook de reden van afwezigheid wordt vermeld. Tijdens wedstrijden van U6 t/e/m U11 krijgen de spelers principieel evenveel speelgelegenheid. Voor wedstrijden vanaf U13 worden de vervangingen ook ingegeven bij de wedstrijdverslagen. Aan de hand van rapporten per spelers en per ploeg kunnen trainers en coördinatoren de aanwezigheden op training en wedstrijden op elk moment opvolgen. Opvolging: Controle door TVJO tijdens thuiswedstrijden. Bespreken van deze overzichten door trainer en TVJO. 1.7 Beheer van evaluatierapporten per speler Binnen de JO is soccer-online het aanbevolen softwarepakket voor het beheer en opstellen van de evaluatierapporten. Elke trainer binnen de JO vanaf U6 t/e/m U17 stelt tweemaal per jaar een rapport op. De inhoud van dit rapport (basics/teamtactics, …) is aanpast per ontwikkelingsfase. De TVJO bepaalt de inhoud van de rapporten. Trainer/TVJO heeft eventueel de mogelijkheid om besluiten of actiepunten te vermelden in de rapporten na bespreking. 1st evaluatie gebeurt met de winterstop. 2de evaluatie gaat door voor 15 april, Een bespreking met de speler/ouder(s) wordt in de maand april voorzien. Elke evaluatie wordt met de TVJO en de trainer besproken Voor spelers met een negatief evaluatierapport binnen de postformatiefase die de club dienen te verlaten in een zogenaamd exitgesprek wordt nagegaan wat de mogelijkheden zijn om de spelers elders te laten voetballen. Echter wordt de spelers uitgesloten voor volgend seizoen binnen de club
omwille van tekorten wegens aanwezigheden op trainingen en/of wedstrijden wordt er geen alternatief gezocht of aangeboden. De evaluaties blijven binnen het beheersysteem aan de speler gekoppeld. Dit betekent dat zijn toekomstige trainer over de laatste evaluatie kan beschikken.
JEUGDBELEIDSPLAN 2013-2014 – RANGERS OPDORP –