Jeugdbeleidsplan DOSL
Motto: “Ook ik bouw aan DOSL”
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
Voorwoord Voor u ligt het jeugdbeleidsplan van voetbal vereniging DOSL. Dit plan heeft als doel om op gestructureerde wijze inzicht te geven in de organisatie van onze jeugdafdeling. Daarnaast geven wij mogelijkheden aan om de gestelde doelstellingen te realiseren, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de jeugdspelers in de verschillende leeftijdsgroepen. Dit plan is een hulpmiddel voor iedereen die betrokken is bij de jeugd van DOSL. Het plan geeft enerzijds de keuzes weer die de vereniging gemaakt heeft. Keuzes waar iedereen zich aan zal moeten houden om het gezamenlijke doel te kunnen bereiken. Anderzijds geeft het plan handvaten voor trainers, leiders, spelers, etc. die dienen ter ondersteuning van de door hen uit te voeren taken. Tot slot geeft het plan een beschrijving van de taken van verschillende functionarissen die binnen de jeugdafdeling van DOSL actief zijn. Deze beschrijvingen maken voor iedereen duidelijk waar de bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de jeugdafdeling liggen en waar men met de verschillende vragen terecht kan. Het jeugdbeleidsplan is gerelateerd aan de huidige organisatie en aan de huidige standpunten van DOSL. Wijzigingen in organisatie en standpunten zullen moeten leiden tot aanpassing van het beleidsplan om dit up-to-date te houden. Omwille van de leesbaarheid is dit jeugdbeleidsplan geschreven in de mannelijke vorm d.w.z. dat er gesproken wordt over: - hij i.p.v. hij/zij - leiders en trainers i.p.v. leid(st)ers/train(st)ers - hem i.p.v. hem/haar - begeleider i.p.v. begeleid(st)er - speler i.p.v. spe(e)l(st)er - enz. enz.
Versie: 1.0 November 2004 2.0 November 2009 2.1 Februari 2010 2.2 April 2010
- 1-
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
Inhoud Voorwoord ..................................................................................................................................... 1 Inhoud ............................................................................................................................................ 2 1. Doelstelling......................................................................................................................... 3 2. Organisatie ......................................................................................................................... 4 2.1 Algemeen ....................................................................................................................... 4 2.2 Organisatieschema DOSL ............................................................................................ 5 2.3 Taakomschrijving.............................................................................................................. 6 2.3.1 Jeugdcommissie..................................................................................................... 6 2.3.2 Jeugdvoorzitter ....................................................................................................... 6 2.3.3 (Wedstrijd)secretaris Jeugd .................................................................................. 7 2.3.4 Jeugdcoördinator en coördinatoren...................................................................... 7 2.3.5 Jeugdtrainer ............................................................................................................ 8 2.3.6 Jeugdleider ............................................................................................................. 8 2.3.7 Jeugdspelers .......................................................................................................... 9 2.4 Teamsamenstelling ..................................................................................................... 11 2.5 Overgang tussen leeftijdsgroepen ............................................................................. 11 2.6 Trainingsfaciliteiten...................................................................................................... 12 2.7 Materiaalvoorziening ................................................................................................... 13 2.8 Jaarplanning ................................................................................................................ 14 3. Voetbaltechnisch beleid .................................................................................................. 15 3.1 Mini-pupillen ( 5 - 6 jaar ) ............................................................................................ 15 3.2 F-pupillen ( 7 - 8 jaar).................................................................................................. 15 3.3 E-pupillen ( 9 – 10 jaar ) ............................................................................................. 16 3.4 D-pupillen ( 11 – 12 jaar ) ........................................................................................... 17 3.5 C-Junioren ( 13 – 14 jaar ).......................................................................................... 19 3.6 B-Junioren ( 15 – 16 jaar ) .......................................................................................... 20 3.7 A-Junioren ( 17 – 18 jaar ) .......................................................................................... 22 3.8 Keepers ........................................................................................................................ 24 4. Algemene zaken .............................................................................................................. 25 4.1 Toernooien ................................................................................................................... 25 4.2 Zaalvoetbal................................................................................................................... 25 4.3 Nevenactiviteiten ......................................................................................................... 25 4.4 Pupil van de week ....................................................................................................... 25 5. Normen en waarden........................................................................................................ 26 5.1 Algemeen ..................................................................................................................... 26 5.2 Gedragsregels ............................................................................................................. 27 5.3 Gedragsregels spelers ................................................................................................ 28 5.4 Gedragsregels begeleiding ........................................................................................ 29 5.5 Gedragsregels ouders/verzorgers en supporters..................................................... 30
- 2-
Jeugdbeleidsplan DOSL
1.
Versie 2.2 April 2010
Doelstelling
De doelstelling van het jeugdbeleidsplan van DOSL kan omschreven worden als het ontwikkelen van de jeugd op voetbalgebied, zowel technisch, tactisch, fysiek als mentaal, waarbij het plezier voorop staat. Andere doelstellingen welke we willen realiseren zijn: Het aanleren van sociale vaardigheden, karaktervorming Gezondheid, hygiëne Bevorderen van het sociale gebeuren Verbeteren van voetbaltechniek Op een plezierige, verantwoorde en sportieve manier met elkaar omgaan Voor de jongste pupillen (mini’s en F-jeugd) dient daarbij de nadruk te liggen op het beleven van plezier aan het voetbal en dient niet de prestatie voorop te staan. Het op een plezierige manier kennismaken met alle facetten van het voetbalspel is leidend. Vanaf de E-pupillen zal gestreefd worden naar het op een zo hoog mogelijk niveau voetballen, maar wel passend bij de betreffende spelersgroep. Naast het beleven van plezier komt er meer nadruk liggen op prestatie, maar presteren is alleen belangrijk als dat de spelvreugde verhoogt. Bovenstaande doelstellingen kunnen worden gerealiseerd door de jeugd weloverwogen te laten voetballen, rekening houdend met hun specifieke leeftijdskenmerken en hen te voorzien van goede oefenstof. Daarvoor moet aan onderstaande randvoorwaarden worden voldaan: Een goede organisatie Goed opgeleide jeugdtrainers (waar mogelijk gediplomeerd) Voldoende trainingsmogelijkheden Voldoende en goed oefenmateriaal Werken volgens vastgesteld technisch beleid De realisatie van deze doelstelling moet er toe leiden dat er uiteindelijk zowel kwalitatief goede spelers uit de jeugdopleiding komen ter versterking van de selectie van het seniorenvoetbal binnen DOSL als kwantitatief (aantal spelers) voldoende spelers zijn om voor de continuïteit van DOSL te kunnen zorgen, zowel bij de jeugd als bij de senioren.
- 3-
Jeugdbeleidsplan DOSL
2.
Versie 2.2 April 2010
Organisatie
2.1 Algemeen De eerste van de gestelde randvoorwaarden ter realisering van de doelstellingen is een goede en inzichtelijke organisatie binnen de vereniging. Naast het bestuur zal er binnen de vereniging een aparte organisatie voor het jeugdvoetbal dienen te zijn. Binnen DOSL wordt daar op de volgende wijze invulling aan gegeven. De jeugdafdeling van DOSL wordt aangestuurd door de Jeugdcommissie. Deze commissie wordt gevormd door: Jeugdvoorzitter (tevens lid van het bestuur) (Wedstrijd)Secretaris jeugd Jeugdcoördinator Coördinatoren A/B, C/D en E/F Voor de uitvoerende taken streeft de jeugdafdeling naar: Gediplomeerde c.q. gekwalificeerde jeugdtrainers/-leiders voor alle teams T.b.v. de communicatie binnen de Jeugdafdeling vindt periodiek overleg plaats: Jeugdcommissie: 1 keer per maand. De vergadering wordt bijeengeroepen door de jeugdvoorzitter, die ook verantwoordelijk is voor de agenda van de vergadering. Jeugdcoördinatoren, Jeugdtrainers en –leiders: 4 keer per seizoen per leeftijdsgroep o voor aanvang van het seizoen o in de winterstop o 2 maal aan het eind van het seizoen ivm samenstelling teams nieuwe seizoen De vergadering wordt bijeengeroepen door de (jeugd)coördinator van de betreffende leeftijdsgroep. Urgente problemen kunnen buiten de overlegstructuren worden besproken met de verantwoordelijke functionaris. Voor de taken en verantwoordelijkheden wordt verwezen naar het betreffende hoofdstuk van dit beleidsplan.
- 4-
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
2.2 Organisatieschema DOSL
Algemene Leden vergadering
Bestuur
JeugdCommissie
SeniorenCommissie
Technische Commissie
KantineCommissie
SponsorCommissie
JeugdCommissie
Activiteiten Commissie
JeugdCoördinator
Coördinator A-B
- 5-
Coördinator C-D
Coördinator E – F (& mini’s)
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
2.3 Taakomschrijving 2.3.1 Jeugdcommissie De jeugdcommissie is verantwoordelijk voor het opstellen, onderhouden en realiseren van het jeugdbeleidsplan binnen de kaders van het algehele beleid van DOSL. De Jeugdcommissie draagt een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de algehele gang van zaken binnen de jeugdafdeling. Om te komen tot een duidelijke structuur en een werkbare situatie is binnen de jeugdcommissie een taakverdeling gemaakt die hierna is terug te vinden. Om de jeugdcommissie optimaal te kunnen laten functioneren moeten alle trainers, leiders, spelers en ouders eventuele vragen daar neerleggen waar ze volgens onderstaande taakverdeling horen te liggen. Mocht de betreffende persoon niet te bereiken zijn, dan kan in dat geval contact opgenomen worden met één van de andere commissieleden.
2.3.2
Jeugdvoorzitter
De functie van jeugdvoorzitter is met name beleidsvormend en representatief c.q. vertegenwoordigend. De jeugdvoorzitter is lid van het bestuur. Als zodanig ziet hij erop toe dat het jeugdbeleid past binnen het algemeen beleid van DOSL en dat belangrijke zaken vanuit het bestuur, voor zover die betrekking hebben op de jeugd, ook worden doorvertaald naar de jeugdafdeling. Andersom is hij ook de belangenbehartiger van de jeugdafdeling binnen het bestuur en zal hij zich daar sterk moeten maken voor de belangen van de jeugd. Vanuit zijn representatief vertegenwoordigende functie geeft de jeugdvoorzitter een gezicht aan de Jeugdcommissie. Dit zowel naar de eigen vereniging en jeugd (kampioenschappen, toernooien, etc.) als naar buiten in contacten met andere verenigingen en organisaties als KNVB en overheid.
- 6-
Jeugdbeleidsplan DOSL
2.3.3
Versie 2.2 April 2010
(Wedstrijd)secretaris Jeugd
De (wedstrijd)secretaris is zowel voor de mensen vanuit DOSL (trainers, leiders, spelers, ouders en bestuur) als voor mensen van buiten de vereniging (tegenstanders, KNVB, etc) het aanspreekpunt met betrekking tot competitiewedstrijden, oefenwedstrijden en bekerwedstrijden. Dit betekent dat alle informatie m.b.t. geplande, verzette, ingelaste en afgelaste wedstrijden via hem lopen. Het door leiders zelfstandig verzetten van een wedstrijd kan alleen nadat er contact heeft plaatsgevonden met de wedstrijdsecretaris. Dit is van groot belang in verband met planning van spelers, scheidsrechters, velden, kantinebezetting en andere wedstrijden die op de agenda staan. Verder is hij verantwoordelijk voor : aanmelden van het aantal teams per leeftijdsgroep bij aanvang van iedere competitie bij de KNVB het aanstellen van scheidsrechters voor de thuiswedstrijden afgelastingen van trainingen en wedstrijden ( zie 2.6.1 en 2.7.1 )
2.3.4
Jeugdcoördinator en coördinatoren
De jeugdcoördinator is het eerste aanspreekpunt binnen de jeugdafdeling voor voetbaltechnische zaken voor alle leeftijdsgroepen. Daarnaast zijn er nog jeugdcoördinatoren per leeftijdscategorie. Zij coördineren samen de dagelijkse gang van zaken binnen de jeugdafdeling met de volgende aspecten : het zorgen voor een goede invulling van de organisatie rondom de jeugd zoals beschreven in dit jeugdbeleidsplan. Dit omvat o.a. het aantrekken van voldoende jeugdleiders en –trainers en het toedelen daarvan aan de verschillende teams, het wegwijs maken van de nieuwe leiders en trainers binnen DOSL, het verstrekken van een jeugdbeleidsplan en oefenstof afgestemd op de betreffende leeftijdsgroep. de opvang van nieuwe leden: toewijzing aan een team (in overleg met de betreffende jeugdcoördinator), voorlichting m.b.t. de gang van zaken binnen DOSL, etc.) overleg met trainers en leiders inzake teamsamenstelling (elftalindeling), gang van zaken tijdens lopende seizoen, knelpunten signaleren en oplossen, etc. het zijn van een aanspreekpunt voor de trainers, leiders, de spelers en de ouders van de jeugdspelers. het coördineren van spelersuitwisseling tijdens het seizoen en op incidentele basis ter vervanging bij een ander team in overleg met de begeleiding van de betreffende teams. het begeleiden van de jeugdtrainers en -leiders bij het uitvoeren van het technisch jeugdbeleid op zowel trainingsgebied als coachen rondom de wedstrijden. het zorgen voor afstemming van het technisch jeugdbeleid op het technisch beleid van de senioren en de coördinatie van de overgang van de jeugdleden naar de senioren en daarmee samenhangend de overgang van de ene leeftijdsgroep naar de andere binnen de jeugdafdeling zelf. het aanvullen van de oefenstof voor de verschillende leeftijdsgroepen waar de jeugdtrainers en –leiders desgewenst uit kunnen putten om invulling te kunnen geven aan de uitvoering van het technisch jeugdbeleid.
- 7-
Jeugdbeleidsplan DOSL
2.3.5
Versie 2.2 April 2010
Jeugdtrainer
Onder het begrip jeugdtrainer valt zowel de gediplomeerde als de niet-gediplomeerde jeugdtrainer. Voor beiden geldt dat zij naast trainer ook jeugdleider kunnen zijn. De jeugdtrainer werkt volgens het jeugdbeleidsplan van DOSL. Binnen de kaders van dit plan is hij verantwoordelijk voor de training van zijn team. Hij streeft ernaar de voetbalcapaciteiten van de spelers op zowel technisch, tactisch als mentaal gebied te bevorderen. Afhankelijk van het team zal de prestatie meer (A t/m D) of minder benadrukt worden maar te allen tijde zal het voetbalplezier centraal moeten staan. In alle gevallen stimuleert hij het sportief gedrag van de spelers. Voor zover niet zelf leider, onderhoudt hij nauw contact met de leider(s) van het door hem getrainde team en indien mogelijk bezoekt hij regelmatig de wedstrijden van het betreffende team. In overleg met de leiders maakt hij de opstelling van het team. De jeugdtrainer is ruim op tijd voor de training aanwezig en houdt zowel voor als na de training toezicht in de kleedkamer en zorgt ervoor dat deze schoon en in goede staat worden achtergelaten. De jeugdtrainer haalt de voor de training benodigde oefenmaterialen uit het materiaalhok en zorgt ervoor dat deze na afloop van de training weer worden teruggelegd of overgedragen aan een opvolger. Zoekgeraakte of beschadigde materialen worden direct gemeld c.q. aangeleverd aan een lid van de jeugdcommissie zodat zorg gedragen kan worden voor aanvulling of herstel. Al naar gelang het tijdstip van training zorgt de jeugdtrainer voor het aan doen (eerste) dan wel het uitdoen (laatste) van de verlichting op het veld en voor het openen (eerste) dan wel het sluiten (laatste) van de kleedaccommodatie en de poort. In samenwerking met de betreffende Jeugdcoördinator zorgt hij voor aanvulling en bijwerking van de beschikbare oefenstof. Het is gewenst dat de jeugdtrainer op de hoogte is van de handelwijze bij de meest elementaire sportblessures. De jeugdtrainer ziet toe op het dragen van scheenbeschermers tijdens de training. Tevens ziet hij toe op het dragen van aan de weersomstandigheden aangepaste kleding. Dit alles met het oog op blessurepreventie.
2.3.6
Jeugdleider
De jeugdcommissie streeft ernaar om per team twee leiders te hebben (mogelijk is dit inclusief de jeugdtrainer die tevens leider is). Zij moeten voldoende kennis hebben van de spelregels en in onderling overleg bepalen wie in voorkomende situaties optreedt als scheidsrechter of assistent scheidsrechter. De jeugdleiders bezoeken indien mogelijk de trainingen van hun team en bepalen in samenspraak met de trainer de opstelling. De jeugdleider zorgt voor een tijdige communicatie naar spelers en ouders omtrent de volgende zaken: wedstrijdprogramma tijdstippen van vertrek en van aanwezig zijn bij wedstrijden eventueel was- en/of rijschema en belschema afgelastingen De jeugdleider stimuleert het sportief gedrag van de spelers.
- 8-
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
De jeugdleider ziet er mede op toe dat er tot 16 jaar geen alcoholhoudende dranken in de kantine worden genuttigd. Hij begeleidt bij een eventueel ongeval de speler en waarschuwt de ouders. De jeugdleider zorgt in overleg met de jeugdcoördinator van de betreffende leeftijdsgroep en/of een jeugdleider van een ander team voor eventuele vervanging van verhinderde spelers. Wanneer hijzelf verhinderd is zorgt hij zelf voor adequate vervanging. De jeugdleider zorgt ervoor ruim voor het afgesproken tijdstip aanwezig te zijn. De jeugdleider draagt zorg voor de spelerspassen voor de leeftijdscategorieën A t/m D De jeugdleider zorgt voor het aanwezig zijn van een wedstrijdbal en eventueel een reservebal. De jeugdleider draagt zorg voor het op correcte wijze invullen van het wedstrijdformulier en zorgt dat deze terechtkomt bij de wedstrijdsecretaris. De jeugdleider houdt zowel voor als na de wedstrijd toezicht in de kleedkamer en zorgt dat deze schoon en in goede staat wordt achtergelaten, zowel bij thuis- als uitwedstrijden. De jeugdleider ziet toe op het dragen van het clubtenue en op het verplicht dragen van scheenbeschermers. De jeugdleider zorgt er voor dat het clubtenue na gebruik wordt gewassen. De jeugdleider zorgt voor een rijschema voor de uitwedstrijden. Het is gewenst dat de jeugdleider op de hoogte is van de handelwijze bij de meest elementaire sportblessures.
2.3.7
Jeugdspelers
Evenals voor de leiders, trainers, coördinatoren en bestuursleden, zijn er ook voor de jeugdspelers een aantal voorschriften die in acht genomen moeten worden om het voetballen als teamsport op een veilige en goed gecoördineerde manier te kunnen beoefenen. Zo geldt voor de jeugdspelers: zorg dat je op wedstrijddagen ruim op tijd voor de wedstrijd of het vertrek aanwezig bent. Zowel bij uit- als thuiswedstrijden is het verzamelpunt de kantine op het sportpark. bij verhindering voor een wedstrijd moet je vóór donderdagavond 21.00 uur afzeggen bij de leider van jouw team (uitzonderingen daargelaten). Bedenk dat er sprake is van een teamsport en dat het team op jou rekent. Zeg dus alleen af als je een goede reden hebt. het is jeugdspelers niet toegestaan zonder overleg met hun leider uit te komen voor een ander jeugdteam. Ook het uitkomen voor een seniorenteam kan eerst na overleg met de betreffende jeugdleider en jeugdcoördinator. zorg ervoor dat je minimaal vijf minuten voor aanvang van de training op het trainingsveld aanwezig bent. bij verhindering voor een training meld je dit aan de trainer zorg tijdens trainingen voor aan de weersomstandigheden aangepaste kleding. zowel tijdens trainingen als tijdens wedstrijden is het dragen van scheenbeschermers verplicht. zowel tijdens trainingen als tijdens wedstrijden is het dragen van sieraden niet toegestaan in verband met blessuregevaar voor jezelf en je mede-/ tegenspelers. Geef je sieraden en andere waardevolle zaken zoals portemonnees en GSM’s af - 9-
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
aan de trainer/leider. Bij thuiswedstrijden kan daarom gebruikt gemaakt worden van de daarvoor bestemde kluisjes. na de wedstrijden is douchen verplicht. Slechts na overleg met de trainer/leider kan hier van worden afgeweken. Bij de E-F en mini’s is douchen na de trainingen vrijblijvend. gedraag je sportief ten opzicht van je medespelers, je tegenstanders en scheidsrechter en toon respect voor de trainers, leiders en overige aanwezigen op het sportpark (en daarbuiten). zorg ervoor dat de kleedkamers netjes achterblijven zowel na een training als na een wedstrijd en onthoud je van vernielingen van andermans eigendommen.
- 10 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
2.4 Teamsamenstelling Voor de jongste pupillen (Mini’s en F-jeugd) dient de nadruk te liggen op het beleven van plezier aan het voetbal en dient niet de prestatie voorop te staan. Het op een plezierige manier kennismaken met alle facetten van het voetbalspel is leidend. Vanaf de E-pupillen zal gestreefd worden naar het op een zo hoog mogelijk niveau voetballen, maar wel passend bij de betreffende spelersgroep. Er zal naast het beleven van plezier meer nadruk komen liggen op prestatie, maar presteren is alleen belangrijk als dat de spelvreugde verhoogt. De indeling bij de mini’s en F-jeugd vindt in principe plaats op basis van geboortejaar. Bij de E, D, C, B en A leeftijdsgroepen wordt er bij de indeling van de teams gekeken naar onder andere : aantal spelers per leeftijdscategorie voetbalvaardigheid (technisch, tactisch, fysiek maar ook mentaal). trainingsopkomst en –inzet en motivatie sociale aspecten. Selectie zal geschieden door de jeugdcoördinator(en) in samenspraak met de trainers / leiders van de betreffende leeftijdscategorie. De jeugdcoördinator heeft de eindverantwoording over de indeling van de teams.
2.5 Overgang tussen leeftijdsgroepen Bij de overgang van een leeftijdsgroep naar een hogere leeftijdsgroep ontstaan voor de spelers in meer of mindere mate aanpassingsproblemen. Om deze problemen zo beperkt mogelijk te houden zal op gestructureerde wijze aandacht besteed moeten worden aan deze overgang. Er zullen concrete afspraken gemaakt moeten worden om spelers die aan het eind van een seizoen naar een hogere leeftijdsgroep gaan in het laatste kwartaal van het lopende seizoen te laten meetrainen met zijn nieuwe leeftijdsgroep. De coördinatie hiervan is in handen van de coördinator van de betreffende leeftijdsgroep. Voor de jeugdspelers die op grond van hun leeftijd naar de senioren overgaan, zal een beoordeling plaatsvinden door de selectietrainer van de A-junioren, de coördinatoren van de A-junioren en de hoofdtrainer. Spelers die in aanmerking komen voor het 1e of 2e elftal moeten in de gelegenheid gesteld worden om in overleg 1x per week met de senioren mee te trainen.
- 11 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
2.6 Trainingsfaciliteiten In onderstaand schema is weergegeven wat de minimale frequentie en tijdsduur is van de trainingen per leeftijdsgroep. Leeftijdsgroep
Aantal per week
Trainingsduur
Mini-pupillen
1 x per week
50 minuten
F-pupillen
1 of 2 (in overleg)
60 minuten
E-pupillen
2
60 minuten
D-pupillen
2
75 minuten
C-junioren
2
75 minuten
B-junioren
2
90 minuten
A-junioren
2
90 minuten
Keepers (A t/m E)
1
60 minuten
De aangegeven frequentie en duur van de trainingen is mede afhankelijk van de beschikbare faciliteiten in de zin van trainingsvelden, trainerscapaciteit, etc. Dit in relatie tot het aantal teams binnen DOSL dat gebruik moet maken van al deze faciliteiten op de daarvoor bestemde avonden. De dag-, veld- en kleedkamerindeling wordt jaarlijks opnieuw opgemaakt en wordt bekend gemaakt in de DOSL-koerier.
- 12 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
2.7 Materiaalvoorziening Voldoende en goed materiaal is een essentiële voorwaarde om invulling te kunnen geven aan de doelstellingen uit hoofdstuk 1 van dit jeugdbeleidsplan. De materiaalvoorziening valt op te splitsen naar wedstrijdmateriaal en trainingsmateriaal. De uitlevering van deze materialen vindt aan het begin van het seizoen plaats door de daarvoor verantwoordelijke persoon. Na afloop van het seizoen worden alle spullen ook weer bij hem ingeleverd. Wedstrijdmateriaal DOSL beschikt dankzij sponsoring over clubtenues voor al haar jeugdteams. Dit tenue bestaat voor de spelers uit een rood-wit gestreept voetbalshirt en voor de keepers een keeperstenue inclusief handschoenen. De spelers dienen zelf te zorgen voor een witte voetbalbroek en witte voetbalsokken (al dan niet met DOSL-logo)., scheenbeschermers en voetbalschoenen Per team worden ten behoeve van de leiders jassen ter beschikking gesteld. Naast kleding zijn er voor ieder team intrapballen en één wedstrijdbal beschikbaar. Ook kan ieder team beschikken over een waterzak en drinkbidons. Trainingsmateriaal Voor de training kan beschikt worden over ballen, hesjes, pionnen, doeltjes etc. Deze materialen bevinden zich in het materiaalhok op het sportpark. De diverse doeltjes vindt men achter de kleedaccommodatie. De ballen zijn per leeftijdsgroep in kasten opgeborgen. Dit houdt in dat de toegang tot deze kasten dus beperkt is tot de trainers van de betreffende leeftijdsgroepen. De hesjes worden evenals de wedstrijdmaterialen aan het begin van ieder seizoen uitgereikt aan de trainers/leiders van ieder team. Zij beschikken dus over een eigen set met hesjes. De trainers blijven gedurende het hele seizoen verantwoordelijk voor deze spullen.
- 13 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
2.8 Jaarplanning Juli Augustus
September Oktober November December
Januari
Februari Maart April
Mei
Juni
vakantie vakantie start nieuwe seizoen inclusief startvergadering jaarvergadering 1e vergadering van jeugdcommissie, trainers en leiders per leeftijdsgroep 4-4 toernooi KNVB pupillen sinterklaasfeest, smokkelroute Zaalvoetbal “Kleine Kring” voor gehele jeugd DOSL 2e vergadering van jeugdcommissie, trainers en leiders per leeftijdsgroep winterstop nieuwjaarsreceptie aanvang voorjaarscompetitie carnaval coördinatie overgang tussen leeftijdsgroepen vastleggen van leiders en trainers voor het nieuwe seizoen 3e vergadering van jeugdcommissie, trainers en leiders per leeftijdsgroep jeugdtoernooien voorlopige teamindeling 4e vergadering van jeugdcommissie, trainers en leiders per leeftijdsgroep einde seizoen gereedmaken planning nieuwe seizoen inleveren van materialen en sleutels DOSL-dag en vrijwilligers avond
- 14 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
3.
Versie 2.2 April 2010
Voetbaltechnisch beleid
3.1 Mini’s ( 5 - 6 jaar ) Leeftijdsspecifieke kenmerken Snel afgeleid. Kan zich niet lang concentreren. Nog te speels om zo te voetballen zoals wij volwassenen dat graag zouden willen zien. Hij is individueel gericht en heeft weinig gevoel om dingen samen te doen. Het voetballen van de Mini’s Alle spelertjes in een kluit om de bal. Van echt voetbal is nauwelijks sprake. De bal wordt door een rennende en schoppende horde voortbewogen. Een kluwen enthousiaste spelertjes rent achter de bal aan. Doel is om de kinderen spelenderwijs met het voetbalspel bekend te maken.
3.2 F-pupillen ( 7 - 8 jaar) Leeftijdsspecifieke kenmerken Snel afgeleid. Kan zich niet lang concentreren. Nog te speels om zo te voetballen zoals wij volwassenen dat graag zouden willen zien. Hij is individueel gericht en heeft weinig gevoel om dingen samen te doen. Het voetballen van de F-pupillen Alle spelertjes in een kluit om de bal. Een uitzondering vormen de keepers en 1 of 2 jochies die voortdurend worden gemaand achter te blijven. Van echt voetbal is nauwelijks sprake. De bal wordt door een rennende en schoppende horde voortbewogen. Een kluwen enthousiaste spelertjes rent achter de bal aan. Consequenties voor de training Deze kinderen moeten het voetballen nog helemaal leren spelen. Ze moeten dus wennen aan de dingen die typisch voetbaleigen zijn. Te noemen zijn hierin: de bal, medespelers, tegenstanders, scoren, spelregels, ruimte, etc. Probleemgebied Voor de F-pupillen levert "de bal" het grootste probleem op. Zij moeten wennen aan het "gedrag van de bal" onder alle omstandigheden. Het verbeteren van de voetbalprestaties van de F-spelertjes staat daarom in het teken van de ontwikkeling van het gevoel voor de bal. Er is maar één manier om dat balgevoel te ontwikkelen en dat is door oefeningen te bedenken waarbij de spelers ieder een bal hebben. Hierdoor krijgen ze veel balcontacten, waardoor het gevoel voor de bal verbeterd wordt. Daarnaast moeten ze veel kleine partijtjes spelen. Hierbij valt te denken aan 3:3 en/of 4:4. Centraal staat echter het op spelende wijze leren van de techniek. Oefenstof Algemeen Trainingsonderdelen moeten kort duren (5-15 min.) door gebrek aan concentratie Bij technische oefeningen korte pauzes inlassen om bijv. dingen nog eens voor te doen of uit teleggen. Niet de neiging willen hebben om te perfectioneren; het gaat tenslotte om gewenning aan de bal. - 15 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Pingelen Trappen Aannemen Partijspelen
Versie 2.2 April 2010
Eenvoudige vormen, overzichtelijke organisatie, spelvormen en afwerken van korte afstand op klein doel Oefenen vanuit stand, trappen vanuit een heel laag tempo, over korte afstand en in spelvorm Rustig aannemen met de zool, met de binnenkant van de voet Kleine teams, niet te grote velden, verkleinde doelen, de belangrijkste spelregels toepassen.
3.3 E-pupillen ( 9 – 10 jaar ) Leeftijdsspecifieke kenmerken In vergelijking met de F-pupillen al veel meer bereid deel uit te maken van het team. Zij zien het verschil tussen wie goed en wie minder goed kan voetballen. Zij kunnen het opbrengen om wat langer één en dezelfde oefening uit te voeren. Het voetballen van de E-pupillen De eerste vormen van samenspel worden hier zichtbaar. De balbehandeling is gerichter. Niettemin beperkt het zich veelal tot aannemen, pingelen, drijven en een schot op doel. Uiteraard is dit afhankelijk van het individuele niveau. Consequentie voor de training Het gevoel voor de bal is in deze leeftijdsklasse al veel beter dan bij de F-pupillen. De balbehandeling houdt daarmee gelijke tred. Ook voor de E-pupillen geldt dat ze moeten voetballen en moeten blijven voetballen om het voetballen onder de knie te krijgen. Dus: laat ze wennen aan de bal via speelse oefeningen waarbij de nadruk van coachen ligt op de juiste uitvoering van de diverse technieken. Dit is namelijk een leeftijdsfase die zich er uitstekend toe leent om jonge voetballers technische vaardigheden onder de knie te laten krijgen. Dit is ook de leeftijdsfase waar begonnen kan worden met het besteden van aandacht aan het samenspelen. Probleemgebied Naast het probleemgebied "de bal" komen nu ook de probleemgebieden "medespeler" en "tegenstander" naar voren. Dit betekent dat naast het ontwikkelen van de techniek ook een start gemaakt kan worden met het ontwikkelen van inzicht. Oefenstof Algemeen
Jongleren Pingelen
Trappen
Duur van de afzonderlijke oefenvormen moet kort blijven (10-15 min.), maar wel iets langer dan bij de F-pupillen. Afstanden vergroten bij de technische oefeningen en intensiever met de kinderen gaan trainen. De technische oefeningen bewust gaan oefenen, de uitvoering goed voordoen, maar niet al te hoge eisen gaan stellen. Individueel, vrij en/of heel simpele opgaven. Wisselend tempo, grotere afstanden, met afwerken op doel, iets moeilijker organisatievormen zoals bijv. zigzag of 8-banen met wenden en keren of reactieaspect. Vanuit stand en vanuit de beweging, uitsluitend over de grond, afstanden vergroten, veel blijven werken in spelvorm. - 16 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Aan-/ Meenemen
Inwerpen Partijspelen
Versie 2.2 April 2010
Van onbewust laten beoefenen bij oefenvormen met trappen tot bewust laten oefenen, daarbij techniek voordoen, vanuit stand of een laag bewegingstempo. Oefenen op incidenteel inwerpen , met tweetallen tegenover elkaar. Veel kleine partijvormen, een enkele keer grotere partijen op een groter veld, individualisme de voorrang geven, voornaamste spelregels duidelijk maken, aanvalsdrift stimuleren.
3.4 D-pupillen ( 11 – 12 jaar ) Leeftijdsspecifieke kenmerken De D-pupillen zijn meer geneigd zich te meten met anderen. Zij kunnen het aan om in teamverband een doel na te streven. Ze beheersen de eigen beweging en zijn bewust bezig hun prestaties op te vijzelen. Het voetballen van de D-pupillen Bij deze groep zien we een balbehandeling die erop begint te lijken. Er is sprake van samenspel in de vorm van de eerste echte combinaties. Dit is de ideale leeftijd om het voetbal onder de knie te krijgen. Het oefenen van vaardigheden gebeurt veel bewuster en doelgerichter dan op jongere leeftijd. Het dekken, vrijlopen, aanvallen en verdedigen gaan ze beter begrijpen. Consequenties voor de training Dit is de ideale leeftijd om het beheersen van de bal in de diverse voetbalsituaties (in combinatie met de andere probleemgebieden) onder de knie te krijgen. Het is in deze leeftijdsklasse vrij gemakkelijk voor de trainer om de relatie tussen het moment van de wedstrijd en de training aan te geven. Ze zijn leergierig, ze willen voetballen en ze zijn in staat om het uit te voeren. Deze jongens hebben ook veel meer begrip waarom er dient te worden vrijgelopen bij balbezit. Tijdens de momenten dat ze de bal niet in de ploeg hebben zijn ze vaak uit zichzelf bereid de tegenstander te dekken. Gedurende de training dient men hieraan aandacht te besteden. Probleemgebied Naast de probleemgebieden "bal", "medespelers" en "tegenstanders" komt nu ook de "coachen" om de hoek kijken. Door het begrip voor de verschillende situaties in zowel balbezit als niet-balbezit, kan er binnen deze leeftijdsgroep begonnen worden met het coachen van elkaar. Oefenstof Algemeen
Het is belangrijk steeds een goed voorbeeld te laten zien. Geduldig en perfectionistisch werken, het aanleren van een goede - 17 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Jongleren
Dribbelen Duel 1:1 Trappen
Versie 2.2 April 2010
technische uitvoering is van groot belang. Langduriger en grondiger trainen op bepaalde onderdelen. De trainer gaat hierbij uit van duidelijke oefendoelen (wat moet er in een bepaalde oefenvorm bewust geoefend worden en waar wil ik precies verbetering in aanbrengen) De duur van de trainingsonderdelen wordt nu langer (15-20 min.) waarbij soms kan worden door gegaan tot 25-30 min. (mits variatie aanwezig is). Aandacht besteden aan coachen tijdens de partijspelen. Zowel op de plaats als in de beweging, streven naar langere sessies, iets moeilijker opgaven, wedstrijdvormen, en het onderdeel koppen er ook in betrekken. Wisselend tempo, binnen- en buitenkant voet, verandering van richting en accenten op reacties en wenden en keren, verschil dribbelen en drijven. Speelse vormen met tweetallen met doeltjes en met het accent op afschermen of passeren. Over de grond en door de lucht, wreeftrap, accent nadrukkelijk leggen op technische uitvoering (standbeen, lichaamshouding, waar de bal te raken, etc.), passing over de grond vanuit stilstand en vanuit de beweging, passing door de lucht vanuit een aangespeelde, een rollende en een stilliggende bal, oefenen met 2- en 3-tallen, ook trappen met volley en dropkick.
Aan-/ meenemen
Ballen over de grond met opdrachten, bijv. halve draai of in bepaalde richting, zowel vanuit stand als vanuit de beweging, het aannemen en meenemen van ballen door de lucht, eerst beoefenen op de plaats daarna ook met afwerken op het doel. Het hoofddoel is de bal- en lichaamstechniek. Koppen Vanuit stand met en zonder opsprong, vanuit de beweging zonder opsprong, soms met afwerking op doel en koppend jongleren. Steeds werken met aangeworpen ballen. Positiespel 3:1 In relatief grote afgebakende ruimte (10x 10), begrip voor vrijlopen, uit de gedekte ruimte komen, ontwikkelen van het samenspel bewust oefenen. Positiespel 2:1 Op speelse manier eerste beginselen bijbrengen, 1-2 combinatie, individuele actie en overname op eigen initiatief (niet bewust laten oefenen). Partijspelen Kleine partijspelen met doeltjes, bewust ook grotere partijen om bepaalde tactische aspecten te belichten zoals: voornaamste principes bij balverlies en balbezit, verdeling over het speelveld, het belang van combinatiespel. Het individualisme niet aan banden leggen. Beginnende aandacht voor het onderlinge coachen.
- 18 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
3.5 C-Junioren ( 13 – 14 jaar ) Leeftijdsspecifieke kenmerken Er treedt een verandering en bewustwording op van het eigen lichaam. Dit kan leiden tot een geestelijke en maatschappelijke spanning. De voornaamste kenmerken zijn: motivatiegebrek en kritische instelling tegenover gezag (de pubertijd). Het voetballen van de C-junioren Er kan een onstabiele motoriek optreden, vooral in de dagelijkse bewegingen. De reeds geleerde vaardigheden blijven behouden, ook al verminderd de uitvoering tijdelijk. De Cspeler is voornamelijk bezig met zaken als vrijlopen en samenspelen. De kopduels lijken serieuzer, er wordt minder gekopt met de ogen dicht. Ook is er verbetering in verdedigend opzicht. De taken die aan een bepaalde positie kleven worden zichtbaar en worden geleidelijk opgepikt. Consequenties voor de training Meer dan ooit kan hier de wedstrijd dienen als uitgangspunt voor de training. Het is verstandig als trainer oog te hebben voor individuele tekortkomingen en de problemen die ze op deze leeftijd kunnen hebben. Groei in de lengte kan er toe leiden dat sommige spelers houterig en slungelachtig overkomen. Ze kunnen hierdoor minder gaan voetballen. C-junioren zijn wisselvallig in hun prestaties. Stel daarom de verwachting niet te hoog. De doelstelling kan zijn een fijn sfeertje te creëren met oefeningen die erop gericht zijn vanuit momenten in de wedstrijd technische en tactische zaken nog meer te verbeteren. Niet gaan grijpen naar trainingen zoals krachttrainingen en looptrainingen. Met name op dit moment is geduld een schone zaak. Probleemgebied Naast de probleemgebieden "bal", "medespelers", "tegenstanders" en "coachen" ontstaat hier een probleemgebied van tijdelijke aard, n.l. "het eigen lichaam". Vaardigheden die reeds beheerst werden kunnen hierdoor tijdelijk in het gedrang komen. Oefenstof Algemeen
Jongleren
Dribbelen
Op deze leeftijd voortzetten van het grondig en bij herhaling oefenen van de techniek op een goede en juiste wijze, perfectionistisch werken, niet teveel willen doen (liever twee onderdelen goed behandelen dan vijf onderdelen die er slechts half uitkomen). Houd tijdens de training en begeleiding rekening met de effecten van de pubertijd. Soms als apart onderdeel opvoeren, soms laten beoefenen als rust tijdens de technische oefeningen, individueel en in tweetallen, vanuit stand en in de beweging. Onder weerstand in speelse vormen, in hoogste tempo, met schijn- en - 19 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Duel 1:1 Trappen
Versie 2.2 April 2010
kapbewegingen, met richtingsverandering, met en zonder afwerking op doel. Bewust oefenen met passeerbewegingen zonder weerstand, met twee doeltjes, en met afwerken op groot doel. Steeds meer gaan oefenen op de passing vanuit de dribbel, zowel over de grond als door de lucht, binnenkant wreef en buitenkant voet oefenen, ook oefeningen doen waarbij direct spelen centraal staat, tevens volley en dropkick.
Aan-/ meenemen
Vanuit de beweging en op snelheid, ook tactische facetten nadrukkelijk laten doen (wegdraaien van tegenstander, schijnbeweging, indraaien, afschermen, etc.). In eenvoudige vormen met weerstand, veel oefenvormen met afwerken op doel, bijv. vanuit wedstrijdsituaties. Koppen Regelmatig beoefenen vanuit de loop met en zonder opsprong, met aangeworpen of geschoten ballen, met afwerking op doel. Combinatie- Eenvoudige combinatievormen met tweetallen, met en zonder vormen plaatsverwisseling met als doel iets duidelijk maken m.b.t. het juiste moment en de juiste manier van aanbieden, verder 1-2 combinaties, het opkomen achter de bal vandaan, etc. Alle oefeningen van eenvoudige vorm tot complexer met afwerking op doel. Positiespel 3:1 Verder uitwerken tot goede uitvoering bij balverlies en balbezit, begrip van spelverdelen en tempowisseling hanteren, speelruimte +/- 12x12 en vrije ruimte. Zelfde uitbouw voor 2:1. Beginnen met 4:2 en 3:2 in een afgebakende ruimte, accent op diepte pass. Partijspelen Gebruik maken van alle partijspelen van 2:2 t/m 11:11 met twee doeltjes en soms in een afgebakende ruimte zonder doeltjes. Begin maken met uitleggen en beoefenen 2:2 omdat hier een aantal belangrijke tactische aspecten belicht worden (aanvalsmogelijkheden, loopacties, speltempo, verschillende manieren van dekken, behoudend en jagend verdedigen, omschakeling balbezit en balverlies en omgekeerd). Veel kleine partijen blijven spelen (3:3 en 4:4). Bij grotere partijen nadrukkelijk coachen op samenwerking tussen de linies en op de taken van de linies. Tijdens alle partijvormen het onderlinge coachen bevorderen (positiekiezen in verdedigend en aanvallend opzicht, vrij aanneembare bal of in dekking etc.)
3.6 B-Junioren ( 15 – 16 jaar ) Leeftijdsspecifieke kenmerken De groei in de lengte zet door. Minder controle over de eigen ledematen lijkt daarvan het gevolg. Ook alle kenmerken van de pubertijd zoals lusteloosheid, onredelijkheid en humeurigheid zijn deze groep niet vreemd. Niettemin is winnen belangrijker dan ooit. Een soms te fanatieke houding heeft ermee te maken dat hij op zoek is naar de eigen grenzen. Het voetballen van de B-junioren - 20 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
De B-junior is in staat echte wedstrijdsport te beoefenen. Hij waagt zich aan acties die voor het team weinig rendement hebben. Zijn soms te laat ingezette sliding en de wijze waarop hij buitenkant voet speelt hebben meer te maken met het feit dat hij zichzelf wil bewijzen. Het tempo is hoger, er wordt korter gedekt. De B-junior moet leren onder druk te spelen en dat gaat hem soms minder goed af. Zijn individuele mogelijkheden moeten meer rendement voor het team gaan opleveren. Dit moet hij leren. Consequenties voor de training Ook bij de B-junioren kan de trainer nog worden geconfronteerd met problemen als gevolg van de groeispurt. Toch leent deze leeftijdsgroep er zich juist voor het voetballen zelf te verbeteren. D.w.z. voetballen dat tijdens de wedstrijd de volwassenheid begint te benaderen en in fysiek opzicht een heel stuk forser lijkt dan dat van de C-junioren. Ook hier geldt: trainen vanuit de wedstrijdsituatie. Daarbij is het mogelijk een beroep te doen op elftaltactiek (plaatsen in een elftal en de daarbij behorende taken). Op deze leeftijd kunnen spelers verantwoordelijkheid dragen. Buiten het veld blijkt dit op het gebied van de leefwijze, lichaamsverzorging en taalgebruik. Binnen de witte lijnen kunnen ze dit ook aan. Probleemgebied Naast de probleemgebieden die uit de vorige leeftijdsgroepen zijn meegekomen heeft de B-junior de moeilijke taak een evenwicht te zoeken tussen de eigen geldingsdrang en het leveren van rendement voor het team.
Oefenstof Algemeen
Jongleren Dribbelen
Duel 1:1
Trappen
Gericht gaan werken naar de wedstrijd en ook werken aan de specifieke technische, tactische, conditionele en mentale onderdelen. Hierbij ook individueel gericht gaan werken. Op prestatiegerichte wijze benaderen en bewust werken aan de vooruitgang in de persoonlijke ontwikkeling van de spelers en het team. Daarbij ook de wedstrijdresultaten niet uit het oog verliezen. Te gebruiken in de rust bij technische oefeningen, ook in de vorm van voetvolley opvoeren. Oefenen onder weerstand, in hoogste tempo, met schijn- en kapbewegingen, richtingsveranderingen, versnellingen, duidelijk maken van het nut van de dribbel in tactisch opzicht, alle vormen met en zonder afwerking op het doel. Passeerbewegingen perfectioneren, in opdracht- en wedstrijdvorm met afwerken op één of twee kleine doeltjes en op het grote doel. Ook duel als tactisch middel (numerieke meerderheid afdwingen) aangeven en weerstand duidelijk opvoeren. Accent op omschakeling aanval / verdediging en andersom. Over de grond en door de lucht met grotere afstanden, passen vanuit hoog dribbeltempo, accent leggen op direct spelen. Specifiek beoefenen:
- 21 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
de eindpassing, voorzet, teruggelegde bal, dieptepass, diagonale pass. Dit alles via positie- en partijspelen. Aan-/ meenemen Koppen
Combinatie
Positiespel
Zie oefenstof C-junioren, maar nu ook weer in hoger tempo op hoger niveau en vooral in wedstrijdsituaties. Handelingssnelheid opvoeren. Voornamelijk oefenen vanuit aangespeelde ballen, verschil maken tussen aanvallend en verdedigend koppen en ook specifiek oefenen op koppen op doel vanuit een voorzet. 2- en 3-tallen, tactische aspecten belichten (speltempo, vormen spelverplaatsing), oefenen van aanvalspatronen waarbij gebruik wordt gemaakt van algemene tactiek. Werken met en zonder verdedigers en bijna altijd met afwerking op doel. Accent leggen op eindpassing en afwerking op doel. Verdere verdieping van 2:1, 3:1 en 4:2, uitgevoerd in de vrije ruimte, afgebakende ruimte en met kleine doeltjes en grote doelen met keepers.
Partijspelen
Zonder doelen in afgebakende ruimte werken met opdrachten (bijv. elke speler van de aanvallende partij moet in beweging zijn anders volgt balverlies als straf of beperking opleggen door de bal niet meer dan 3x te mogen raken). Verder met doelen zoals hiervoor beschreven en ook vooral taakstelling van de linies en posities verwerken. Het onderlinge coachen uitbouwen. SpelOefenen met de gehele groep alsmede met één of meerdere hervattingen spelers. Met name vrije trap en corner. Terug laten komen in partijspelen.
3.7 A-Junioren ( 17 – 18 jaar ) Leeftijdsspecifieke kenmerken Zowel lichamelijk als geestelijk zijn deze jongeren op weg naar meer evenwicht. Een fysieke groei in de breedte en een zakelijker benadering van de gebeurtenissen zijn kenmerkend. In deze leeftijdsfase wordt meestal een keuze gemaakt voor prestatie- of recreatiesport. Het voetballen van de A-junioren De A-junior is beter bestand tegen de moeilijkheden die het met zich meebrengt in de kleine ruimte te spelen. Zonder te beweren dat een A-junior volleerd is, kan worden gesteld dat het een kwestie is van rijpen. Het onrustige dat wat kenmerkend is voor de Bjunioren maakt plaats voor een beheerster optreden. Er wordt ook door de spelers onderling gelet op het spel van elkaar. Er ontstaat een zekere zelfcontrole binnen de groep. Consequenties voor de training De fase van volwassenheid breekt aan. Een meer bewuste en meer evenwichtige houding is kenmerkend voor deze categorie. De speler streeft zichtbaar naar verbetering van zijn - 22 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
prestaties. Geldingsdrang en zucht naar erkenning zijn opvallend. Er kan veel aandacht besteed worden aan tactiek van het elftal, alsmede de taak van de spelers afzonderlijk. Hier is de relatie met de wedstrijd het meest voor de hand liggend.
Probleemgebied Alle bij de vorige leeftijdsgroepen behandelde probleemgebieden zijn door de A-junior doorlopen. Nu is het de tijd voor verdere rijping en uitgroeien tot een complete voetbalspeler. Oefenstof Algemeen
Jongleren Dribbelen
Duel 1:1
Trappen
Aan-/ meenemen
Koppen
Combinatie-
Veel wedstrijden spelen. Oefenstof specifiek richten op individuele kwaliteiten en tekortkomingen, plaats in het elftal, de speelwijze van het elftal, etc. Met name wedstrijd gerelateerd. Te gebruiken in de rust bij technische oefeningen, ook in de vorm van voetvolley opvoeren Zie B-junioren. Onder weerstand, met kap- en schijnbewegingen, opdrachtvorm als in spel- en wedstrijdvorm (bijv. partijspelen met opdracht "alleen breedte- en achterwaartse passes toegestaan en terreinwinst in sprintdribbel" Zie B-junioren. In allerlei vormen waarbij accenten worden gelegd op bijv. passeerbewegingen, schijnbewegingen, afschermen, het maken van ruimte, het uit balans brengen van een verdediger, het juiste moment van ingrijpen voor een verdediger (individuele tactiek). Duel ook toepassen in partijspelen bijv. met opdracht "pas na het uitspelen van een tegenstander mag je een pass geven". Perfectioneren van de passing met het accent op direct spelen in combinatie met het terugleggen, de eindpassing (nu ook na het uitspelen van een tegenstander), pass over grote afstand. Veel individueel werken d.w.z. oefenstof aanpassen aan plaats in het elftal (bijv. vleugelspitsen oefenen op allerlei voorzetten, centrale verdedigers oefenen op cross- en dieptepass en middenvelders op breedte-, diepte- en crosspass). alles in hoog tempo met afwerking, versnellingen en onder weerstand. Oefenen in combinatie met andere technische vormen zoals bijv. aan- en meenemen plus passen of 1-2 combinaties en aan- en meenemen in combinatie met kapbeweging. Veel oefenen met veel weerstand, veel individueel, maar ook in groepen trainen, in partijspelen met en zonder opdracht.
Vrijwel uitsluitend alleen nog vormen geven die gebaseerd zijn op
- 23 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
vormen
Positiespel
Partijspelen
Spelhervattingen
Versie 2.2 April 2010
specifieke tactische situaties zoals bijv. de counter, 2:1 situatie, het achter de bal vandaan komen en het beoefenen van een opbouwende en aanvallende speelwijze. Geen standaard combinatievormen meer. 2:1, 3:1 en 4:2 in vrije en afgebakende ruimte alleen nog als warming-up met gebruikmaking van 2 doeltjes. Om bepaalde tactische aspecten te beoefen spelen in 5:3, 4:3, 6:3, 8:5, etc. in afgebakende ruimte. Steeds met overtal situaties. Zie B-junioren. Zonder en met doeltjes, opdrachten, bepaalde beperkingen. Gebruik specifiek coachen van bepaalde tactische aspecten. Kleine partijspelen niet verwaarlozen. Tijdens partijspelen nadrukkelijk beroep doen op onderlinge coachen en verwijzen naar wedstrijdsituaties. Zie B-junioren.
3.8 Keepers De keeper is onderdeel van het team. Hij is niet meer, niet minder maar even belangrijk dan de overige spelers binnen de ploeg. Soms wint hij wedstrijden soms verliest hij ze en soms is zijn prestatie niet van wezenlijk invloed op het eindresultaat. Als onderdeel van zijn team zal de keeper ook de nodige aandacht moeten hebben om binnen het team optimaal te kunnen functioneren. De taak van de keeper is heel complex en absoluut niet los te zien van de totale ploeg. Het tegenhouden van ‘die ballen ‘ zoals velen de taak van de keeper zien, is niet zo eenvoudig. Eigenlijk moet je er voor zien te zorgen, dat er geen bal in je buurt komt d.m.v. en perfecte samenwerking met je teamgenoten. Komt die bal dan wel, dan moet je die goed verwerken en proberen de kans dat je gaat scoren zo groot mogelijk maken. In de praktijk houdt dat uiteraard in dat je de specifieke keepers technieken en het positiespel d.m.v. individuele trainingen kunt oefenen, maar zo snel mogelijk moet inpassen in de totale training met alle echte voetbalweerstanden, dus met medespelers, tegenstanders, etc.
- 24 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
4.
Versie 2.2 April 2010
Algemene zaken
4.1 Toernooien Aan het einde van het seizoen wordt er naar gestreefd om elk team aan 2 toernooien te laten deelnemen. In december worden de meeste inschrijvingen gedaan door de jeugdcommissie.
4.2 Zaalvoetbal In de winterperiode wordt er door de gehele jeugd deelgenomen aan een zaalcompetitie. Deze competitie vindt plaats onder de vlag van “de Kleine Kring” (DOSL, Sterksel. Maarheeze, Fc Cranendonck, en Budel ) en wordt gespeeld in verschillende sporthallen in de regio.
4.3 Nevenactiviteiten Tijdens het jaar worden er voor de verschillende leeftijdsgroepen diverse nevenactiviteiten georganiseerd door de activiteitencommissie. Hierbij kan gedacht worden aan Sinterklaasfeest, Smokkelroute, DOSL-dag, vrijwilligers avond, en bezoek aan een wedstrijd van bijvoorbeeld het Nederlands Elftal, etc.
4.4 Pupil van de week Bij iedere thuiswedstrijd van ons eerste elftal wordt aan de F-pupillen de mogelijkheid geboden om als pupil van de week de wedstrijd bij te wonen. Hij maakt de voorbereiding tot en met het einde van de wedstrijd van dichtbij mee. Aan deze dag houdt de speler een blijvende herinnering over in de vorm van een oorkonde met foto die na de laatste thuiswedstrijd wordt uitgereikt door de hoofdtrainer.
- 25 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
5.
Versie 2.2 April 2010
Normen en waarden
5.1 Algemeen Net als veel andere voetbalclubs let DOSL nauwgezet op normen en waarden. Wat zijn normen en waarden? Je zou kunnen zeggen: 'de spelregels van DOSL, de wijze waarop we met elkaar (horen) om te gaan en de manier waarop we ons (behoren te) gedragen’. Hoewel DOSL-leden doorgaans op een prettige manier met elkaar omgaan kan het altijd beter; in een groeiende vereniging is blijvende aandacht voor normen en waarden nodig. Dat geldt niet alleen voor de spelers. Ook trainers, leiders, ouders, supporters en scheidsrechters moeten zich houden aan de normen en waarden van DOSL. Onze aandacht gaat hierbij vooral uit naar de voetbaljeugd, want de jeugd is onze toekomst. Als de sfeer en het voetbal leuk zijn stroomt de oudere jeugd door naar de senioren. Ook voor vrijwilligers blijft het dan leuk om zich voor de vereniging in te zetten als trainer, leider, scheidsrechter, commissielid, kantinemedewerker, enzovoorts. Bedenk wel: zonder vrijwilligers geen DOSL!!! Het uiteindelijke doel is om iedereen nog meer plezier aan het voetbal te laten beleven. Sportiviteit is een belangrijke waarde. We voetballen vooral voor de lol en om lekker sportief in een team bezig te zijn. Toch maken we allemaal wel eens een overtreding, soms uit onkunde, soms per ongeluk, soms expres, soms licht, soms grof. Moedwillige, grove overtredingen passen niet bij DOSL. Ga je eens iets te ver, dan is er nog niets aan de hand. Vaak kan een simpel maar welgemeend excuus de zaak weer rechtzetten. Ga ervan uit dat iedereen zijn best doet. Iedereen heeft zijn beperkingen. Jij ook! Accepteer dat van elkaar. En accepteer als de scheidsrechter een keer niet fluit voor een overtreding. Hij of zij is ook maar een mens en kan onmogelijk alles zien. Zonder scheidsrechter zou het al gauw een rommeltje worden. Ook hier geldt dat een onbedoelde emotionele reactie met een excuus zo weer is vergeten ('Sorry scheids'). Normen en waarden hebben ook alles te maken met het nemen van je verantwoordelijkheid. Voetbal is een teamsport die je bij een vereniging beoefent. Dit brengt verantwoordelijkheden met zich mee, zowel naar het team als naar de vereniging. Respecteer de eigendommen van een ander en die van de vereniging en zorg goed voor ballen en andere spullen die je in bruikleen hebt. Laat zowel uit als thuis kleedkamers netjes achter. Vraag je af wat je voor de club kunt doen en meld je aan voor verenigingstaken. Als iedereen zijn of haar steentje bijdraagt lukt het makkelijk om de zaken binnen de vereniging soepel te laten verlopen. En als we allemaal een béétje normaal doen, is en blijft voetbal heel erg leuk.
- 26 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
5.2 Gedragsregels Of het nu gaat om degene die actief zijn sport bedrijft, de passieve kijker of degene die meehelpt (een functie bekleedt) in een vereniging: een ieder moet plezier kunnen beleven aan de voetbalsport. Dit houdt in, dat men gezamenlijk de vereniging moet inrichten, luisterend naar en zoveel mogelijk rekening houdend met de wensen van een ieder. Dit betekent natuurlijk ook afspraken maken over de wijze waarop je met elkaar omgaat, maar ook met anderen binnen de voetbalsport, zoals tegenstanders, scheidsrechters en gasten/bezoekers. Deze afspraken worden voor zover het onze leden betreft vastgelegd in het gedragsreglement, waarin we de normen en waarden voor ons handelen vastleggen en elkaar beloven deze te zullen nakomen. De volgende gedragsregels zijn daarbij van toepassing: Respect opbrengen voor anderen telt zwaar. Een verenigingslid dient zich derhalve te onthouden van onbehoorlijk taalgebruik, verbaal en fysiek geweld en molestatie van derden binnen of buiten het voetbalspel. Pesten wordt niet getolereerd. Een daartoe door leider of trainer aangewezen verenigingslid draagt bij toerbeurt zorg voor het netjes achterlaten van de door hem/haar en zijn/haar teamgenoten gebruikte kleedkamer (ook bij uitwedstrijden) en het in goede en nette staat houden van het clubhuis en het sportpark en de gebruikte spelmaterialen. Lege verpakkingen van genuttigde eetwaren en snoepgoed dienen in de daarvoor bestemde afvalbakken te worden gedeponeerd. Een verenigingslid heeft respect voor andermans eigendommen. Een verenigingslid is hoofdelijk aansprakelijk voor een door hem/haar persoonlijk aangerichte schade cq vernieling. Voor het gebruik van de kantine/clubhuis is een specifiek bestuursreglement ‘alcohol in sportkantines’ opgesteld, waaraan een ieder die gebruik maakt van de kantine/clubhuis zich dient te houden. Onder de 16 jaar wordt er geen alcohol geschonken. Een verenigingslid dient zich te houden aan de aan hem/haar door de vereniging of door de KNVB opgelegde sanctie/strafmaat n.a.v. de door hem/haar gepleegde overtreding. De vereniging zal de door de KNVB opgelegde boetes en/of in rekening gebrachte administratiekosten verhalen op het betreffende verenigingslid. Een verenigingslid dient zijn/haar medelid te corrigeren in het geval dit medelid deze gedragsregels overtreedt.
- 27 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
5.3 Gedragsregels spelers Door de jeugdcommissie zijn een aantal regels opgesteld waaraan onze jeugdspelers zich moeten houden. Deze regels, ook wel normen en waarden genoemd, vormen een onderdeel van het Jeugdbeleidsplan van voetbalvereniging DOSL.
Iedereen wordt verwacht tijdens de trainingen aanwezig te zijn. Kun je niet, meld je dan tijdig af bij je trainer. Kun je 's zaterdags niet deelnemen aan de wedstrijden, meld je dan altijd tijdig af bij je eigen elftalleider. Bij voorkeur uiterlijk donderdagavond. Fietsen en brommers dienen op ons sportpark op de daarvoor bestemde plaatsen gestald te worden. Zet uiteraard je fiets of brommer op slot ! Iedere speler dient ervoor te zorgen dat zijn/haar tenue in orde is volgens de vastgestelde clubkleuren van de vereniging. Van elke speler mag worden verwacht dat hij zijn schoeisel degelijk en regelmatig onderhoudt. Na de training en wedstrijd dienen de schoenen buiten gereinigd te worden en van modder te worden ontdaan. Iedere speler dient zich correct te gedragen t.o.v. medespelers, tegenstanders, scheidsrechters, leider(s), trainer en publiek. Iedere speler behoort zich te houden aan de indeling van de kleedkamer. Bij de training geldt dat je je bij iedere training in dezelfde kleedkamer omkleedt; deze kleedkamer wordt definitief vastgesteld na de voorbereidingsperiode. Pesten is bij onze vereniging uit den boze!. Het is verboden om niet-leden tijdens trainingen en wedstrijden mee te nemen in de kleedkamers. Ook is het verboden om in de kleedkamers te roken en alcoholhoudende dranken te nuttigen Het is de jeugdspelers verboden om te kaarten / te dobbelen om geld (zowel in de kantine als op andere plaatsen op ons sportpark). Het is jeugdspelers tot 16 jaar verboden om alcoholhoudende dranken in onze kantine te nuttigen of op andere plaatsen op ons sportpark. Het is niet toegestaan om in de doelnetten te klimmen!
- 28 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
5.4 Gedragsregels begeleiding
Een leider vertegenwoordigt sv DOSL altijd op een positieve manier. Een leider gaat niet in tegen het gezag van de scheidsrechter en grensrechter, ook niet bij, in de ogen van een leider, onterechte en/of foutieve beslissingen respecteert de leider de beslissingen van de scheidsrechter en grensrechter. Eventuele onsportiviteit van de tegenstander is nooit een reden om zelf onsportief te zijn. Een leider gebruikt geen alcohol en rookt niet tijdens de begeleiding van zijn team. Een leider vloekt en scheldt niet. Een leider geeft ieder teamlid gelijke kansen en heeft respect voor ieders mogelijkheden en onmogelijkheden. Een leider geeft positieve feedback en corrigeert wangedrag. Daar waar nodig worden wangedrag en andere problemen gerapporteerd aan de jeugdcommissie. Een leider accepteert geen discriminatie, grof taalgebruik, schelden, treiteren, pesten, irriteren of kwetsen van wie dan ook. Een leider stimuleert zijn spelers en is betrokken, zonder daarbij voortdurend aanwijzingen te geven tijdens een wedstrijd.
- 29 -
Jeugdbeleidsplan DOSL
Versie 2.2 April 2010
5.5 Gedragsregels ouders/verzorgers en supporters
Voordat uw kind aan de competitie begint, stelt u zich op de hoogte van belangrijke zaken als contributie, kledingbeheer, regels voor het gebruik van de accommodatie, teamindelingen, trainingstijden en vrijwilligerswerkzaamheden. De informatie is beschikbaar bij de jeugdcommissie of eventueel op onze website. Geef blijk van belangstelling, ga dus zoveel mogelijk mee naar de voetbalclub. sv DOSL verwacht van ouders en andere belangstellenden dat zij het belangrijkste voorbeeld zijn voor de spelers. Hoe beter de ouders zich aan afspraken over gedrag houden, des te groter is de kans dat kinderen dit nu en later ook zullen doen. Door uw goede voorbeeld en gedrag draagt u bij aan een positieve en sportieve sfeer onder de spelers op en rondom ons sportcomplex. De trainers en leiders bepalen de gang van zaken rond een team. Heeft u kritiek, op- of aanmerkingen op de begeleiding of de organisatie, geef dit dan door aan de teambegeleiding na de wedstrijd of training. Komt u er samen niet uit, neem dan contact op met de jeugdcommissie. Laat het coachen over aan de trainer/leider. Blijf altijd positief, juist bij verlies, wordt niet boos, de volgende keer beter. U geeft het goede voorbeeld door respect te hebben voor iedereen op en om het veld. Discrimineren, schelden, grof taalgebruik, irriteren of kwetsen van wie dan ook, is uit den boze. De scheidsrechter doet ook zijn best, bemoei u niet met zijn beslissingen. U blijft tijdens de wedstrijd achter de hekken of, als deze er niet staan, minimaal een meter buiten de lijnen van het speelveld. Gun uw kind het “kind zijn”, want het moet nog zoveel leren. De wedstrijd is al moeilijk genoeg. Winnen, maar ook verliezen hoort nu eenmaal bij voetbal. Elk team heeft trainers en leiders nodig. Onze vereniging probeert voor elk team hiervoor vrijwilligers te vinden. Meestal zijn ouders bereid om deze werkzaamheden op zich te nemen. Onze vereniging zal u hier zo goed mogelijk bij proberen te begeleiden. Mocht ons jeugdbestuur geen leiders en/of trainers vinden, dan kan een team niet worden ingeschreven. Onze vereniging beschouwt het vinden van leiders en trainers voor een team als een gezamenlijke opgave voor zowel het jeugdbestuur als voor de ouders.
- 30 -