OplegvelRaadsvoorstel tot het vaststellen van de Subsidieparagraaf Stimulering energiebesparende maatregelen

gemeente Eindhoven

Dienst Werk, Zorg en Inkomen

Raadsnummer O8.R ggg.OOX Inboeknummer o8bstooa8t Beslisdatum B%W tS april 2008

Dossiernummer 8r6.SSr

OplegvelRaadsvoorstel tot het vaststellen van de Subsidieparagraaf Stimulering energiebesparende maatregelen 1 Samenvatting Via de Voorjaarsnota is binnen de huidige begroting 2008-2011 een bedrag van 6 1,5 miljoen gereserveerd ter voeding van een Revolving fund voor Energiebesparende maatregelen. Dit raadsvoorstel behandelt de Subsidieparagraaf Stimulering energiebesparende maatregelen waarmee particuliere woningeigenaren gestimuleerd worden energiebesparende maatregelen aan hun woning te treffen. Vanwege de beperkte vulling van het fonds wordt gekozen om bij de start uitsluitend particuliere woningeigenaren de mogelijkheid te bieden om een laagrentende lening af te sluiten. Na het eerste jaar wordt de regeling geevalueerd en wordt bekeken of en welke uitbreiding van de doelgroep wenselijk en mogelijk is. Hierdoor ontstaat een groeimodel naar een optimaal werkend revolving fund.

2 Bijlage(n) Geen

gemeente Eindhoven

Dienst Werk, Zorg en Inkomen

Raadsnummer o8. Rz g gg. o o z Inboeknummer o8bstooa8r Beslisdatum B%W tS april 2008

Dossiernummer

Raadsvoorstel tot het vaststellen uan de Subsidieparagraaf Stimulering energiebesparende maatregelen 3 Inleiding Dit voorstel behandelt het vaststellen van de Subsidieparagraaf Stimulering energiebesparende maatregelen en het oprichten van een revolving fund. Dit is een financieringsinstrument waarmee particuliere woningeigenaren via een revolving fund gestimuleerd worden om energiebesparende maatregelen aan hun woning te treffen. Hiervoor is het ook noodzakelijk om een gemeenterekening bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten te openen, de voorziening Stimulering van energiebesparende maatregelen te treffen, de begrotingswijziging vast te stellen en ermee in te stemmen dat baten door rente worden toegevoegd aan de voorziening. Voor het programma Duurzaamheid en Klimaatbeleid is via de Voorjaarsnota binnen de huidige begroting 2008-2011 binnen het programmaonderdeel 8.5 milieu, een bedrag van < 1,5 miljoen gereserveerd ter voeding van een Revolving fund. Dit bedrag is in de reserve "Strategische impulsen" bij het Concern geoormerkt voor het Revolving fund. Dit voorstel wordt u ter vaststelling aangeboden, omdat het niet kan wachten op de "verzamelde" aanpassing van de Subsidieverordening, die pas in december 2008 wordt verwacht.

4 Wat willen we bereiken Het doel van deze subsidieparagraaf is om particuliere woningeigenaren te stimuleren energiebesparende maatregelen aan hun woning te treffen. 5 Wat gaan we daarvoor doen Een fonds voor particuliere vvoni ngeigenaren De wens is een breed opgezet revolving fund waarvan een brede doelgroep (particulieren, instellingen, corporaties, bedrijven, gemeente en randgemeente) gebruik kan maken. Het uitwerken van een dergelijke regeling, waaronder de keuze voor een groot aantal criteria, vraagt de nodige tijd. Dit staat in contrast met de bestuurlijke wens om het fonds snel operationeel te hebben. Bovendien is het zeer twijfelachtig of het beschikbare budget voldoende is voor een breed opgezette regeling. Tot slot is een revolving fund een innovatief instrument en is op voorhand

Raadsnummer O8.Rogge.oor

niet duidelijk hoe succesvol de regeling zal zijn. Kortom, met de beschikbare middelen (tijd en geld), de bestuurlijke wensen en andere relevante aspecten zal een "gulden middenweg" gekozen moeten worden. Gekozen wordt voor een snelle start met een beperktere doelgroep, namelijk particuliere woningeigenaren. Na het eerste jaar wordt de regeling geevalueerd en wordt bekeken of en welke uitbreiding van de doelgroep wenselijk en mogelijk is. Hierdoor ontstaat een groeimodel naar een optimaal werkend revolving fund. Maatregelen

De volgende maatregelen komen in aanmerking voor de regeling: gevelisolatie; dakisolatie; vloerisolatie; raamisolatie; verwarmingsinstallatie; zonnepanelen; zonneboiler; kleinschalige windturbine; warmtepomp. In het geval van gevelisolatie, dakisolatie, vloerisolatie, raamisolatie en verwarmingsinstallatie geldt dat de energieprestatie van de woning, na realisatie van de maatregelen met minimaal een energieklasse (van de energielabeling die per 1 januari 2008 in Nederland is ingevoerd) moet zijn verbeterd. Om dit inzichtelijk te maken wordt gebruik gemaakt van de Energiebesparingsverkenner van SenterNovem. Deze wordt via de website van de gemeente ter beschikking gesteld aan aanvragers.

Zonnepanelen, een zonneboiler, kleinschalige windturbine of warmtepomp komt altijd in aanmerking voor de regeling, ook wanneer de energieklasse van de woning niet verbetert. Energi ebespari ngsverkenner

SenterNovem heeft de Energiebesparingsverkenner (www.energiebesparingsverkenner.nl) ontwikkeld. Met behulp van dit instrument kan een particuliere bewoner zelf op relatief eenvoudige wijze het indicatieve energiecertificaat van zijn woning berekenen. Vervolgens kan de bewoner optioneel voor een aantal maatregelen kiezen en wordt het nieuwe energiecertificaat weergegeven. Het instrument geeft daarnaast duidelijk weer wat de kosten en besparingen van de maatregelen zijn. Ook wordt het maximale besparingspakket weergegeven. Het instrument is gebaseerd op de methodiek voor het berekenen van het energiecertificaat.

Raadsnummer O8.Rogge.OOr

Het instrument is bij uitstek geschikt om te koppelen aan het revolving fund. Met behulp van de Energiebesparingsverkenner kan de particuliere bewoner in kaart brengen welke maatregelen genomen moeten worden om de energieprestatie van de woning met een of meerdere klassen te verbeteren en wat de kosten hiervan zijn. Alle maatregelen uit de Energiebesparingsverkenner komen vervolgens in aanmerking voor de laagrentende lening.

SenterNovem staat zeer positief tegenover het benutten van de Energiebesparingsverkenner voor de uitvoering van het revolving fund. SenterNovem heeft tevens aangegeven hierin enige ondersteuning te kunnen bieden en indien nodig de Energiebesparingsverkenner op basis van ervaringen en wensen aan te passen. SenterNovem heeft de intentie uitgesproken het instrument voor langere tijd in de lucht te houden. Voorwaarden De voorwaarden hebben betrekking op de doelgroep particuliere woningeigenaren, bestaande bouw. De minimale lening bedraagt 6 2.500,ÃćâĆňâĂİ. Het minimum bedrag wordt opgenomen

omdat de administratieve lasten en de lening met elkaar in verhouding moeten staan. Het bedrag van 6 2.500,ÃćâĆňâĂİ komt ongeveer overeen met de kosten van een

zonneboiler of enkele zonnepanelen. De maximale lening bedraagt’ 15.000,ÃćâĆňâĂİ. Het maximum bedrag voorkomt dat er

een onevenredig beroep op de regeling gedaan kan worden door enkele aanvragers. Een bedrag van 6 15.000,ÃćâĆňâĂİ is in veel gevallen voldoende om van een

willekeurige woning een A-klasse woning te maken. Op basis van de genoemde minimale en maximale leningen, kunnen in het eerste jaar 87 ÃćâĆňâĂİ 520 particulieren een beroep doen op de regeling. Aangezien de middelen

in het fonds terugvloeien, kan na het eerste jaar opnieuw een lening verstrekt worden aan een groep particulieren.

Om de drempel voor de doelgroep zo laag mogelijk te houden wordt geen hypothecaire zekerheid gevraagd. In het verleden was het gangbaar om dit voor bedragen tot f 25.000,ÃćâĆňâĂİ wel te doen. Registratie bij de notaris is dan noodzakelijk,

wat eveneens extra kosten met zich meebrengt. De duur van de lening is in principe 10 jaar. In overleg kan, bij hogere leenbedragen vanaf 6 12.500,ÃćâĆňâĂİ, gekozen worden voor een lening van 15 jaar. Door te kiezen voor

een termijn van 15 jaar blijft de regeling aantrekkelijk in vergelijking met een hypothecaire lening en blijft ook hier de drempel wederom laag.


Het rentepercentage bedraagt 2a/o. Met een rentepercentage van 2a/o maak je de

regeling interessant ten opzichte van een commerciele regeling. Om in aanmerking te komen voor de regeling wordt een maximumwaarde van de woning als eis opgenomen. Hiervoor geldt dat de WOZ-waarde van de woning maximaal 6 350.000,ÃćâĆňâĂİ mag bedragen. Dit betreft ongeveer 90’/o van de woningen

binnen de gemeente Eindhoven. Uitvoering Een lening uit het revolving fund wordt gezien als een subsidie en is daarom als paragraaf ondergebracht in de gemeentelijke subsidieverordening en volgens dat model opgesteld. Hieruit volgt ook dat jaarlijks een subsidieplafond (gerelateerd aan de vulling van het fonds) dient te worden vastgesteld door het college.

Voor de uitvoering van de regeling wordt samengewerkt met Stichting Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn). De SVn beheert voor een groot aantal gemeenten revolverende fondsen. Voor de gemeente Eindhoven beheert SVn o.a. het fonds voor de startersleningen. De kosten van SVn bedragen 0,5
rentevergoeding voor de gemeente Eindhoven worden in rekening gebracht bij de aanvrager. 1,5a/a rente opbrengst voor de gemeente is voldoende om het fonds in stand te houden. SVn draagt zorg voor de financiele toets, waaronder toetsing bij BKR en de gehele administratie rondom de lening. Ook debiteurenadministratie (aanschrijven van wanbetalers) is hier onderdeel van. Het risico van wanbetalers ligt bij de gemeente Eindhoven. In de praktijk komt dat weinig voor.

SVn keert op basis van bevoorschotting de middelen rechtstreeks uit aan de installateur/leverancier, omdat in de regel subsidies pas worden uitgekeerd 6 weken na beschikking. Tegengaan fraude

Om oneigenlijk gebruik van de regeling te voorkomen (rentetarief is beduidend lager dan het markttarief) worden enkele maatregelen genomen. Op basis van de Energiebesparingsverkenner maakt de particulier inzichtelijk dat de energieprestatie van zijn woning minimaal een klasse verbetert. De particulier maakt gebruik van offertes om het leenbedrag te onderbouwen. Dit is het maximale leenbedrag. SVn voert een financiele toets uit. Het benodigde bedrag


wordt in een bouwfonds geplaatst en staat ter beschikking van de particulier. De aanvrager laat de maatregelen uitvoeren door een erkend bedrijf. Op basis van de factuur hiervan wordt de definitieve hoogte van de lening vastgesteld. SVn keert bij bevoorschotting direct uit aan het betreffende bedrijf. Alleen de werkelijke kosten met als maximum het bedrag in de verleningsbeschikking wordt uitgekeerd.

Steekproefsgewijs zullen een aantal fysieke controles uitgevoerd worden. Deze controles kunnen uitgevoerd worden door een medewerker van de sector Bouw- en Woningtoezicht. Evaluatie en monitoring De regeling zal in ieder geval na een ’/ jaar en een jaar na de start van de uitvoerig geevalueerd worden. Op basis van de praktijkervaringen zal de regeling in de loop van de tijd aangepast en waar mogelijk uitgebreid worden. Een goede monitoring maakt een gerichte communicatie mogelijk.

6 Wat kost het Door de raad is reeds’ 1,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de vulling van een revolving fund voor energiebesparende maatregelen. Daarnaast is een bijdrage van eveneens 6 1,5 miljoen gevraagd vanuit het SRE-financieringsfonds. Deze aanvraag is op dit moment in behandeling.

Hiervoor wordt de voorziening Stimulering Energiebesparende maatregelen ingesteld, op dezelfde wijze als de voor startersleningen. Een begrotingswijziging is nodig om het bedrag vanuit de reserve "Strategische impulsen" bij het Concern, dat is geoormerkt voor het revolving fund, over te hevelen naar de dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer en te storten in de voorziening. Baten door rente op de voorziening en rente over uitstaande leningen komen ten goede aan het revolving fund en zullen daarom gestort worden in de voorziening. De ambtelijke capaciteit in de uitvoeringsfase wordt geschat op 4 uur per week. Hierbij gaat het met name om het toetsen van aanvragen, het beantwoorden van vragen en het monitoren van het verloop. De uitvoering zal komen te liggen bij de sector Vergunningen, Toezicht en Handhaving. Uitvoering wordt gecombineerd met het Woningverbeteringsfonds dat voor een beperktere groep particuliere woningeigenaren ter beschikking staat. Van het beschikbare budget voor het revolving fund wordt < 200.000,ÃćâĆňâĂİ benut voor

de noodzakelijke randactiviteiten in de eerste drie jaar. Dit budget is dus ook ondergebracht in de voorziening. Er wordt een apart communicatieplan opgesteld (denk aan: website, brede mailing, abri’ s, persartikelen enz).


De ambtelijk uren voor de opzet van het revolving fund en overige bijbehorende activiteiten worden geschat op 450 uur. Deze uren zijn reeds opgenomen in het gemeentelijke klimaatbeleid.

Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.

Burgemeester en wethouders van Eindhoven,

A. Brunninkhuis, secretaris.


Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 april en 27 mei 2008; besluit:

1 de gemeenterekening bij Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten te openen; 2 de Subsidieparagraaf Stimulering energiebesparende maatregelen vast te stellen:

Subsidieparagraaf Stimulering energiebesparende maatregelen 2.2. Milieu 2.2.1 Stimulering energiebesparende maatregelen Arti kei 1 Begri psomschrij vi ngen

In deze paragraaf wordt verstaan onder: a. energiebesparende maatregelen: maatregelen genoemd in de onder artikel 8 opgenomen lijst van energiebesparende maatregelen; b. SVn: stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten; c. Gemeenterekening "Stimulering energiebesparing": De bij de SVn in beheer zijnde voorziening waaruit de gemeente incidentele subsidies toekent ter stimulering van energiebesparende maatregelen; d. BKR: Bureau Krediet Registratie te Tiel.

Arti kei 2 Subsidi everleni ng

1. Het college kan incidentele subsidies verstrekken voor het treffen van energiebesparende maatregelen indien en voor zover passend binnen het gemeentelijk klimaatbeleid. 2. De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een laagrentende geldlening, die wordt beheerd en bewaakt door de SVn.

3. De lening heeft de volgende kenmerken: a. de looptijd is maximaal 10 jaar; boven een bedrag van 6 12.500,ÃćâĆňâĂİ is de

b. c. d. e.

looptijd maximaal 15 jaar; het rentepercentage bedraagt 2a/o; de aflossing gaat in op het moment van vaststelling van de subsidie; de lening wordt afgelost op basis van het annuiteitensysteem; extra aflossingen op de lening zijn altijd mogelijk;


f. bij verkoop van de woning, waaraan de energiebesparende maatregelen zijn getroffen, dient de restantschuld ineens en volledig afgelost te worden; g. de algemene voorwaarden van de SVN zijn op de geldlening van toepassing; h. de afsluitprovisie bedraagt 1,5a/o.

Artikel 3 Subsi di eaanvrager

1. Voor subsidie komt in aanmerking een natuurlijke persoon die eigenaarbewoner is van een in Eindhoven gelegen bestaande woning. 2. De subsidieaanvrager dient voor minstens 50a/o eigenaar te zijn van de woning. Artike/4 Indieningtermij n aanvraag 1. In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 1 met betrekking tot de indieningtermijn van een subsidieaanvraag, kan een aanvraag voor een subsidie doorlopend bij het college worden ingediend. 2. Een aanvraag wordt minstens ingediend 6 weken voorafgaand aan de start van de realisering van de te treffen maatregelen.

Artike/5 Subsidievveigering Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 wordt subsidie geweigerd indien: a. de woning waaraan de energiebesparende maatregelen worden getroffen een WOZ-waarde van E 350.000,ÃćâĆňâĂİ te boven gaat;

b. de financiele lasten van de subsidieaanvrager(s) bij toekenning van de subsidie de normen van de Nationale Hypotheek Garantie te boven gaan. Artikel 6 Subsi di eaanvraag

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 met betrekking tot de in te dienen gegevens bij de subsidieaanvraag worden bij een subsidieaanvraag de volgende bescheiden overgelegd: a. inkomensbescheiden als loonstroken en/of andere gegevens waaruit een reeel inzicht in het inkomen van aanvrager(s) en eventuele partner(s) kan worden verkregen. b. Bescheiden waaruit de schuldpositie van aanvrager(s) en eventuele partner(s) blijkt; c. offertes van aannemers, installateurs en/of leveranciers ter zake van te treffen maatregelen als bedoeld in artikel 8 en/of de bijdrage die de aanvrager met het oog op het treffen van die maatregelen verschuldigd is aan de vereniging van eigenaren; d. uitkomsten van de energiebesparingsverkenner, zoals genoemd in artikel 8.2.


Artikel 7 Subsidiebedrag Het subsidiebedrag dat wordt verstrekt bedraagt minimaal 6 2.500,ÃćâĆňâĂİ en

maximaal 6 15.000,ÃćâĆňâĂİ en wordt berekend aan de hand van de overgelegde

offertes en/of bijdrage als bedoeld bij artikel 6 sub c en de verschuldigde afsluitprovisie. Arti kei 8 Lij st subsi di abele maatregelen

1. Voor subsidiering komen in aanmerking: a. warmtepomp;

b. zonnepanelen; c. zonneboiler; d. kleinschalige windturbine;

e. gevelisolatie; f. dakisolatie; g vloerisolatie; h. raamisolatie; verwarmingsinstallatie. 2. De maatregelen als genoemd in lid 1 e t/m i komen eerst in aanmerking als ze op zich dan wel gezamenlijk leiden tot een klassenverbetering op de door SenterNovem gehanteerde energiebesparingsverkenner. Artikel g Subsi di cp/a fond

1 Het subsidieplafond voor het subsidieren van activiteiten, zoals bedoeld in deze paragraaf, wordt jaarlijks vastgesteld door het college, binnen de door de raad vastgestelde begroting, voor aanvang van het tijdvak waarop de activiteiten betrekking hebben. 2 Indien het bedrag waarvoor op grond van alle tijdig ingediende aanvragen subsidie wordt gevraagd, groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde subsidieplafond, beslist het college op de aanvragen in de volgorde waarin de aanvragen zijn ingekomen. 3. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt de dag waarop de aanvraag is aangevuld voor de verdeling als datum van ontvangst. Artikel 70Advisering 1. Alvorens te beslissen op de subsidieaanvraag wordt advies gevraagd bij de SVn.

2. Een BKR-toets en een toets aan de normering van de Nationale Hypotheek Garantie maken deel uit van de advisering. Artikel 11 Besli stermij n subsi di eaanvraag


1. In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 1 met betrekking tot de beslistermijn, besluit het college binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag. 2. De termijn als bedoeld in het eerste lid kan door het college met een termijn van 4 weken worden verlengd. Artikel 12 Samenloop subsi di eaanvragen

Bij samenloop van subsidieaanvragen op basis van deze regeling en die van de paragraaf "Stimulering particulier onderhoud" wordt een subsidiebedrag toegekend waarbij hypothecaire zekerheid wordt verlangd boven een bedrag groot 6 12.500,ÃćâĆňâĂİ.

Artikel 13 Bevoorschotting 1. Het college kan op verzoek van de subsidieontvanger de rekeningen van aannemers, erkende installateurs en leveranciers rechtstreeks uit de verleende subsidie betalen.

2. Over de aldus opgenomen gelden is de subsidieontvanger rente verschuldigd. 3. Vanaf het moment dat het gehele subsidiebedrag is opgenomen is de subsidieontvanger rente en aflossing verschuldigd als ware de subsidie vastgesteld. Artikel 7 4 Aanvraag tot subsi di evaststelli ng

1. De ontvanger van de stimuleringslening meldt het project uiterlijk binnen een jaar na het verlenen van de subsidie gereed bij het college doch uiterlijk twee maanden na het treffen van de energiebesparende maatregelen. 2. De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling en geschiedt aan de hand van een door het college vastgesteld gereedmeldingsformulier. 3. De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van een verantwoording van de gemaakte kosten door overlegging van rekeningen van aannemers, erkende installateurs en leveranciers. 4. Het college bevestigt binnen twee weken de ontvangst van de gereedmelding. Artikel 15 Subsi di evaststelli ng

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 van de verordening met betrekking tot de vaststelling van de subsidie, wordt de subsidie binnen 2 maanden na gereedmelding door het college vastgesteld.

3 in te stemmen met het instellen van de voorziening Stimulering van energiebesparende maatregelen; 4 de begrotingswijziging vast te stellen; 5 ermee in te stemmen dat baten door rente worden toegevoegd aan de voorziening;


6 ermee instemmen dat de stimuleringsregeling na een half jaar op hoofdlijnen en na een jaar uitgebreid wordt geevalueerd. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 juni 2008.

R. van Gijzel, voorzitter.

J. Verheugt, griffier.

BE08002464

gemeente Eindhoven

Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat

Retouradres Postbus 9oISo, S6oo RB Eindhoven

Raadsnummer 08.R255$.002 Behandeld door M. Honing Telefoon (o4o) 238 24 88

Aan de leden van de raad

van de gemeente Eindhoven.

Ons kenmerk griffie verzenddatum 2I mei 2008

Commissieadvies Betreft cie MMVP: Raadsvoorstel tot het vaststellen van de Subsidieparagraaf Stimulering energiebesparende maatregelen.

De commissie Mobiliteit, Milieu, Vastgoed en Participatie heeft in haar vergadering van 15 mei 2008 beraadslaagd over het bovengenoemde onderwerp.

Toezegging wethouder E. van Merrienboer: In het ontwerpraadsbesluit zullen bedragen, percentages en evaluatie expliciet

worden opgenomen. De commissie heeft als volgt geadviseerd:

PvdA: akkoord, met het voorliggende (ongewijzigde) CDA: SP:

VVD:

GroenLinks: ’leefbaar eindhoven’:

OuderenAppel: D66:

De Stadspartij: Lijst Pim Fortuyn:

ChristenUnie:

ontwerpraadsbesluit; akkoord; akkoord; akkoord; akkoord; akkoord; akkoord; akkoord; akkoord; akkoord; akkoord, kanttekening bij de maximum WOZ-waarde van E 350.000,ÃćâĆňâĂİ.

De secretaris van de commissie, M. Honing

Bijlage(n): 0

Bezoekadres Stadhuisplein Io Eindhoven Openingstijden

Postadres Postbus 90I50 s6oo RB Eindhoven

ma t/m vr 9.oo-r6.oo uur

Telefonisch bereikbaar

OplegvelRaadsvoorstel tot het vaststellen van de Subsidieparagraaf Stimulering energiebesparende maatregelen

Recommend Documents