Voorstel aan de Raad
Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel
25 oktober 2006 /
174/2006
Fatale termijn: besluitvorming vóór:
20 september 2007 Onderwerp
Subsidieverordening Stimulering economie Willemsweg Programma / Programmanummer
Economie / 9510 Portefeuillehouder
P. Lucassen
Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
19 september 2006 Samenvatting
Op 18 april heeft ons college het project “Willemsweg in Beeld” ten behoeve van het Efroprogramma Nijmegen-Kanaalgebied 2000-2006 goedgekeurd. Om uitvoering te geven aan dit project, is het noodzakelijk een Subsidieverordening vast te stellen. Voor een snelle afhandeling van de subsidieaanvragen is in de verordening de mogelijkheid opgenomen dat het college mandaat verleent voor subsidieverlening en vaststelling. Het ligt in het voornemen om de voorzitter van de Adviescommissie (interne en externe deskundigen) hiertoe te mandateren.
Voorstel om te besluiten
Vaststellen van de Subsidieverordening Stimulering economie Willemsweg
Opgesteld door, telefoonnummer
Petra Eimers, 9682
raadsvoorstel nieuw format.doc
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
Op 10 maart jl. heeft de Stuurgroep Nijmegen-Kanaalgebied 2000-2006 een positief advies gegeven over het project ‘Willemsweg in Beeld’. Dit is aan het college voorgelegd en hiermee is op 18 april jl. ingestemd. Onderdeel van de subsidieaanvraag is het versterken van het bedrijfsleven en stimuleren van het ondernemerschap. Voor dit onderdeel zijn subsidies en kredieten beschikbaar voor de eigenaren/ondernemers aan de Willemsweg. Om deze middelen op een correcte manier weg te zetten, is er een subsidieverordening nodig.
1.1 Wettelijk- of beleidskader
Wijkvisie Willemskwartier 2004-2015 ‘Ontmoeting als aanjager voor vernieuwing’
1.2 Relatie met programma
Economie
2
3
4
5
Doelstelling
Uitvoering te geven aan het project ‘Willemsweg in Beeld’ d.m.v. de “Subsidieverordening Stimulering economie Willemsweg’, kort aan te duiden als Subsidieverordening Willemsweg. Argumenten
Ondernemers en of eigenaren van panden aan de Willemsweg kunnen voor bedrijfsmiddelen, vrijwillige huurderving en verbouwing- en herinrichtingskosten een tegemoetkoming en/of krediet aanvragen. Randvoorwaarden en criteria zijn vastgelegd in de bijgevoegde subsidieverordening. Voor een snelle afwikkeling van de subsidie en kredietaanvragen is het verder nodig in de verordening de mogelijkheid op te nemen dat het college mandaat verleent voor subsidieverlening en vaststelling (artikel 2, lid 3). Het ligt in het voornemen om de voorzitter van de Adviescommissie (interne en externe deskundigen) hiertoe te mandateren.
Risico’s
Geen risico’s bekend. Als de subsidiemiddelen niet worden opgemaakt, worden ze teruggegeven aan het desbetreffende Efro-programma.
Financiën
Dit voorstel is een uitvoering van het project ‘Willemsweg in Beeld’en heeft geen financiële consequenties voor de gemeentelijke begroting, aangezien het project “Willemsweg in beeld”voor 50% uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
raadsvoorstel nieuw format.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
(EFRO) wordt gefinancierd en voor de overige 50% uit het Innovatie programma Stedelijke Vernieuwing (IPSV). De verantwoording van deze middelen zal conform de hiervoor vastgestelde richtlijnen worden uitgevoerd.
6
7
Communicatie
De verordening wordt volgens de voorgeschreven wijze bekendgemaakt. Extra aandacht zal worden besteed aan de doelgroepen van de verordening.
Uitvoering en evaluatie
Na instemming door uw Raad kan de ‘Subsidieverordening Stimulering economie Willemsweg’ in werking treden en kan door het college uitvoeringsmandaat worden verleend. Evaluatie vindt plaats na einde regeling in het kader van de nodige Efro rapportages.
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mevr. dr. G. ter Horst
P. Eringa
Bijlage(n):
Subsidieverordening Willemweg: Subsidieaanvraag Willemsweg in beeld
raadsvoorstel nieuw format.doc
De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van ; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van ; Gelet op artikel 147 Gemeentewet; Besluit vast te stellen de Subsidieverordening Stimulering economie Willemsweg
Subsidieverordening Stimulering economie Willemsweg
Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze paragraaf wordt verstaan onder: a. Ondernemers: ondernemers behorende tot het midden- en kleinbedrijf die ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel. b. Willemsweg: de Willemsweg te Nijmegen zoals gelegen tussen de Graafseweg en de Groenestraat. c. Midden- en kleinbedrijf: een bedrijf, niet zijnde een vereniging of stichting, waarbinnen minder dan 50 personen werkzaam zijn. d. bedrijfsmiddelen: investeringen in apparatuur waarvan de kosten op de fiscale balans worden afgeschreven in drie jaar of langer, niet zijnde bedrijfsauto’s. e. verbouwing- en herinrichtingskosten: kosten van gevelverbetering, kosten van verbouw, aanleg van noodzakelijke voorzieningen en inventaris voor de inrichting die de uitstraling van de bedrijvigheid naar de buurt verbeteren f. huurderving: gemiste inkomsten uit verhuur door leegstand gebaseerd op de gemiddelde huurprijs per m2 van bedrijfspanden aan de Willemsweg (of gebaseerd huurprijs zoals overeengekomen in de laatste huurovereenkomst van het bedrijfspand) Artikel 2. Subsidieverlening 1. Het college kan op basis van deze verordening aan ondernemers verlenen: a. subsidie ten behoeve van investeringen in bedrijfsmiddelen; b. subsidie ten behoeve van vrijwillige huurderving teneinde een ondernemer in een gewenste branche aan te trekken; c. krediet ten behoeve van verbouwing- en herinrichtingskosten. 2. Ondernemers die voor een subsidie of krediet in aanmerking willen komen krijgen ondersteuning bij de aanvraag hiervan door een accountmanager Willemsweg. 3. Het college kan de in het eerste lid genoemde bevoegdheid mandateren aan een door hem aan te wijzen functionaris.
Artikel 3. Advisering Voordat door of namens het college op een aanvraag om subsidie wordt beslist wordt het advies gevraagd van een door het college benoemde adviescommissie samengesteld uit betrokkenen en deskundigen.) Artikel 4. Aanvrager 1. Voor subsidie komen slechts in aanmerking zij die eigenaar zijn van het pand aan de Willemsweg; er een onderneming voeren of diensten verlenen. In het geval er een bedrijf wordt gevoerd, moet dit voldoen aan de volgende criteria: a. het bedrijf maakt geen deel uit van een van een (landelijke) keten met meer dan 50 werknemers; b. het bedrijf staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en c. het bedrijf is gevestigd aan de Willemsweg of aangetoond wordt dat het bedrijf binnen 3 maanden na subsidieverlening aan de Willemsweg zal zijn gevestigd. Artikel 5. Criteria voor bijdrage Om in aanmerking te komen voor een bijdrage dient aan de volgende criteria te worden voldaan: a. uit het ondernemingsplan -of anderszins in het geval van een dienstverlenende praktijkmoet blijken dat het bedrijf levensvatbaar is: ♦ op het niveau van het bedrijf of de persoon van de startende of bestaande ondernemer; en ♦ op het niveau van de bedrijfsmatigheid van het initiatief waarvoor subsidie wordt aangevraagd. b. de financiering mag geen betrekking hebben op sanering van schulden, dan wel op een afbouw van de bedrijfsactiviteiten; c. het bedrijf moet zich rechtmatig kunnen vestigen dan wel rechtmatig zijn gevestigd; d. het bedrijf mag niet in staat van faillissement, vereffening, surséance van betaling of akkoord verkeren, dan wel dat of faillissement zijn ingediend dan wel reeds aanhangig zijn; e. er mag nog niet met de activiteiten zijn begonnen.
Artikel 6 Subsidie voor bedrijfsmiddelen 1. Voor nieuwe bedrijven moet de bijdrage een voorwaarde bieden voor een succesvolle start van de onderneming. 2. Voor bestaande bedrijven geldt dat de investering een positief effect moet hebben op de prestatie van de betreffende onderneming en daarmee de concurrentiekracht versterkt. 3. De bijdrage bedraagt maximaal 30% van de kosten van de investering in bedrijfsmiddelen met een maximum van € 10.000,--. 4. Het subsidieplafond bedraagt € 200.000,--. 5. Nadat de subsidie is toegekend kan aanvrager een verzoek indienen om voorschotverlening, het college beslist hierop per individueel geval 6. Vaststelling van de subsidie vindt plaats 6 maanden na de toekenning. Artikel 7 Subsidie voor vrijwillige huurderving 1. Het college kan indien de diversiteit in de branches dreigt te worden verstoord subsidie geven voor huurderving die op haar verzoek wordt geleden voor een maximum tot 50 % van de huurderving gedurende 6 maanden.
2. Het maximale subsidiebedrag voor huurderving bedraagt € 4500,-3. Het subsidieplafond bedraagt € 45.000,--. 4. Nadat de subsidie is toegekend kan de aanvrager verzoeken om per maand een voorschot uit te keren. 5. Na afloop van de 6 maanden huurderving wordt de subsidie vastgesteld. Artikel 8 Krediet verbouwing- en herinrichtingskosten 1. De bijdrage in de verbouwing- en herinrichtingskosten wordt verleend in de vorm van een lening. 2. De lening moet uiterlijk binnen een periode van 5 jaar worden afgelost. 3. Voor de subsidie is rente verschuldigd welke maandelijks aan de gemeente Nijmegen dient te worden betaald. De verplichting tot rentebetaling stopt wanneer de subsidie volledig is terugbetaald. De rente is gelijk aan de rente waarvoor de Gemeente Nijmegen kan lenen bij de Bank Nederlandse Gemeenten. 4. De bijdrage als bedoeld in lid 1 wordt alleen verstrekt indien het bedrijf niet op andere wijze in de financiering kan voorzien. 5. Het subsidieplafond wordt als volgt bepaald: bij inwerkingtreding van deze regeling is € 500.000,- beschikbaar, verleende subsidies worden hierop in mindering gebracht, terwijl terugbetaalde subsidies en ontvangen rente over het tegoed van het fonds hieraan worden toegevoegd. 6. De maximale lening bedraagt € 20.000,-- per project, per onderneming. 7. De lening wordt binnen acht weken na de toekenning of, indien er een uitvoeringsovereenkomst wordt afgesloten, acht weken na afsluiting van de overeenkomst, uitbetaald aan de aanvrager; 8. Subsidie vaststelling vindt plaats na de periode zoals genoemd in de beschikking waarvoor subsidie is verleend, dan wel zoveel eerder als de subsidie is terugbetaald. Artikel 9. Subsidiebedrag 1. Het maximum subsidiebedrag dat wordt verstrekt bedraagt per startende of bestaande ondernemer niet meer dan het bedrag dat in het kader van artikel 87 van het Europees Verdrag als deminimis bijdrage is vastgesteld voor een periode van drie jaar. 2. Het subsidiebedrag kan niet hoger zijn dan de investeringen in het bedrijf c.q. bedrijfsmiddelen waarop de gevraagde subsidie betrekking heeft. Artikel 10. Subsidieweigering Onverminderd het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht wordt subsidie geweigerd indien het bedrijven betreft in de volgende branches: a. Prostitutie b. Sekswinkels c. Coffeeshops d. Growshops e. Belwinkels Voor de Horeca branche geldt dat er geen sprake mag zijn van een uitbreiding van het bestaande aantal vestigingen.
Artikel 11. Aanvraag en te overleggen gegevens 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht dient de aanvraag voor subsidieverlening te worden ingediend overeenkomstig het door het college vastgestelde aanvraagformulier en dient in ieder geval -als er een bedrijf wordt gevoerdvergezeld te gaan van: a. een ondernemersplan; b. een investering- en kostenbegroting; c. een financieringsplan; d. een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel; e. een kopie van een geldig legitimatiebewijs; f. indien van toepassing een verblijfsvergunning of een bewijs dat anderszins een legaal bedrijf wordt gevoerd; g. een recent giro- of bankafschrift h. bij een bestaand bedrijf een kopie van de laatste jaarstukken; i. bij een bestaand bedrijf een kopie van de laatste aangifte inkomstenbelasting; j. een kopie van de eventuele diploma’s en vergunningen. k. voor huiseigenaren bovendien een kopie van het huurcontract 2. In het geval er sprake is van een leegstaand pand, dient de huiseigenaar de aanvraag in ieder geval vergezeld te laten gaan van: a. een investering- en kostenbegroting; b. een financieringsplan; c. inschrijving bij het kadaster 3. In aansluiting op het bepaalde in het eerste lid dient -als er sprake is van de uitoefening van een vrij beroep- de aanvraag in ieder geval vergezeld te gaan van: a. bij een bestaande praktijk een kopie van de laatste aangifte inkomstenbelasting; b. een recent giro- of bankafschrift c. een investerings- of kostenbegroting d. een financieringsplan; e. indien van toepassing een verblijfsvergunning of een bewijs dat anderszins een legale praktijk wordt gevoerd; f. een kopie van de eventuele diploma’s en vergunningen. 4. Indien de aanvraag een bedrag van € 5000,-- te boven gaat, dient binnen vijf weken na het indienen van de subsidieaanvraag, een Verklaring Omtrent het Gedrag van de ondernemer die de aanvraag doet te worden ingediend bij het college.
Artikel 12. Beslistermijn subsidieaanvraag 1. Het college beslist binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag. Indien de aanvraag niet volledig is, zal aanvrager binnen vier weken na indiening in de gelegenheid worden gesteld aanvullingen hierop te geven. 2. De termijn bedoeld als in het eerste lid kan door het college in bijzondere omstandigheden ter beoordeling aan het college met een termijn van acht weken worden verlengd. Het college informeert de aanvrager hierover schriftelijk.
Artikel 13. Uitvoeringsovereenkomst Het college sluit bij het verlenen van de subsidie een uitvoeringsovereenkomst met de subsidieaanvrager waarin nadere voorwaarden zijn opgenomen. Artikel 14. Intrekking, wijziging van de subsidieverlening Naast de gevallen genoemd in de Algemene wet bestuursrecht kan het college de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen indien: a. de subsidieontvanger wijzigingen in aanwending van de subsidie niet vooraf ter beoordeling heeft voorgelegd aan het college; b. de subsidieontvanger de bedrijfsactiviteiten beëindigt; c. de subsidieontvanger zich niet binnen drie maanden na subsidieverlening aan de Willemsweg heeft gevestigd; d. de subsidieontvanger het economisch eigendom van de bedrijfsactiviteiten waarvoor de subsidie is verleend binnen vijf jaar na subsidieverlening overdraagt; e. de subsidieontvanger de voorwaarden in deze verordening, de beschikking of de uitvoeringsovereenkomst bij de beschikking niet nakomt; f. de subsidieontvanger in surseance van betaling of in staat in van faillissement wordt verklaard. g. de subsidieontvanger na afgifte van de beschikking alsnog feiten pleegt, waardoor hem een verklaring als bedoeld in art 11, lid 4 geweigerd zou worden. Artikel 15. Citeertitel Deze verordening kan aangehaald worden als de "Subsidieverordening Willemsweg”. Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van
De voorzitter,
mevr. dr. G. ter Horst
De griffier.
mevr. drs. M.M.V. Mientjes
WILLEMSWEG IN BEELD
Projectplan behorend bij subsidieaanvragen in het kader van het EFRO programma NijmegenKanaalgebied 2000-2006: • Stimulering Economie Willemsweg • Herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg
Gemeente Nijmegen Versie 9 maart 2006
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding........................................................................................................ 4 Profiel Willemsweg......................................................................................... 4 Noodzaak subsidieaanvraag EFRO .................................................................... 4 Aansluiting beleid en andere projecten .............................................................. 5
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.3.1
Doelstelling ................................................................................................... 7 Doelstelling en uitgangspunten ........................................................................ 7 Economische effecten en indicatoren................................................................ 8 Verwachte effecten........................................................................................ 8 Indicatoren.................................................................................................... 9 Doelgroep ................................................................................................... 11 Achtergrond financieringsproblematiek ........................................................... 12
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.3 3.4
Beschrijving van het project .......................................................................... 13 Aanpak....................................................................................................... 13 Stimulering economie Willemsweg ................................................................. 13 Investeringsfonds Bedrijfspanden met revolving karakter................................... 13 Investeringsregeling bedrijfsmiddelen.............................................................. 14 Beperkte huurdervingsregeling ....................................................................... 14 Accountmanager ondernemers Willemsweg..................................................... 15 Herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg ............................................... 15 Promotie en publiciteit .................................................................................. 16
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.2 4.3 4.4
Planning en organisatie ................................................................................. 17 Organisatie Stimulering economie Willemsweg ................................................ 17 Organisatiestructuur ..................................................................................... 17 Vormgeving en positionering Investeringsfonds bedrijfspanden .......................... 19 Vormgeving en positionering Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen en Huurderving ................................................................................................ 21 Organisatie herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg ............................... 21 Projectlocatie .............................................................................................. 21 Planning en looptijd ...................................................................................... 22
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.4.1
Financiële gegevens ..................................................................................... 23 Begroting Stimulering economie Willemsweg................................................... 23 Begroting herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg ................................. 26 Financiering................................................................................................. 30 Begrotingstekort .......................................................................................... 31 Aanvullende randvoorwaarden....................................................................... 35
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5
Schetsontwerp Kaartje plangebied Criteria Investeringsfonds en Investerings cq. Huurdervingsregeling PvE accountmanager Begroting per periode
2
Informatie over dit project en bijbehorende subsidie aanvragen is te verkrijgen bij: Gemeente Nijmegen/ Directie DGG, afdeling EZ/subsidiebureau Projectontwikkelaar: dhr. M. Wientjes Projectleider: dhr. J. Bannink Postbus 9105 6500 HG NIJMEGEN tel 024-3299127 E-mail:
[email protected] Bankrekening ING 68.16.28.707
3
1
Inleiding
1.1
Profiel Willemsweg
Het Willemskwartier ligt zeer centraal in de stad, vlakbij het stadscentrum en op een steenworp afstand van het stadspark De Goffert. Het is een vooroorlogse woonwijk. In de wijkvisie Willemskwartier wordt aangehaald dat het beeld van een vriendelijke volkswijk in de voorbije decennia geleidelijk is verschoven naar een wijk met een negatief imago. Dit imago komt voort uit een jarenlang verloederingsproces onder invloed van drugsgebruik, criminaliteit, migratie, vervuiling en achterstallig onderhoud. Daarbij komt dat de inrichting van de openbare ruimte sterk gedateerd is en onzorgvuldig ingericht. Om deze redenen heeft de gemeente Nijmegen de ontwikkeling van een wijkvisie voor het Willemskwartier dan ook hoge prioriteit gegeven. Tegen deze achtergrond kan ook de ontwikkeling van de Willemsweg worden afgezet. De Willemsweg maakt integraal onderdeel uit van het Willemskwartier, maar kenmerkt zich wel door haar specifieke karakter van lokale winkelvoorzieningen. Er is echter sprake van een gedateerd en onverzorgd imago met name de Kop van de Willemsweg; de straat heeft een rommelig aandoende onsamenhangende concentratie van winkels en horeca. Er is behoefte aan een helder nieuw profiel voor de Willemsweg. In de wijkvisie Willemskwartier is de noodzaak hiervoor helder betoogd: “De uitstraling van de winkelpanden aan de Willemsweg draagt in belangrijke mate bij aan het winkelklimaat en de bereidheid tot investeren bij ondernemers en eigenaren. Een winkelgebied met goed onderhouden panden doet immers vriendelijker en prettiger aan dan een verpauperd winkelgebied. Een goed onderhouden gebied zal meer klanten aantrekken die bovendien langer in een gebied zullen verblijven (en meer besteden). Wanneer panden goed onderhouden worden stimuleert dit eigenaren bovendien tot het doen van nieuwe investeringen. Immers: een slecht onderhouden pand in een goed onderhouden gebied valt – in negatieve zin – op.” Uitgangspunt voor de EFRO-subsidieaanvraag is dan ook het stimuleren van de economische ontwikkeling van de Willemsweg, zodat het gewenste profiel kan worden bereikt. Daartoe worden twee sporen gevolgd die elkaar onderling versterken: • ondernemers aan de Willemsweg worden gestimuleerd om te investeren in hun bedrijfspand cq. onderneming; • de openbare ruimte op de Kop van de Willemsweg wordt aangepakt en de veiligheid wordt bevorderd. De Willemsweg zal daardoor een economische impuls krijgen met een duidelijk ruimtelijk effect. De Kop van de Willemsweg zal een goed zichtbare en aangename entree voor het Willemskwartier worden. De ambities die de gemeente heeft met de Willemsweg overtreffen op het moment de ruimtelijke mogelijkheden. Dit betekent dat er keuzes moeten worden gemaakt. De gemeente wil deze keuzes echter samen met de gevestigde ondernemers maken. Om die reden kent ook dit projectvoorstel een gefaseerde opbouw.
1.2
Noodzaak subsidieaanvraag EFRO
Binnen het Kanaalgebied worden met steun vanuit het Doelstelling-2 programma vele initiatieven uitgevoerd die de problematiek in het gebied helpen bestrijden of kansen helpen benutten. Grootschalige ruimtelijke knelpunten zijn echter in dit gebied moeilijk aan te pakken. Ze blijven op die wijze een hardnekkige oorzaak van de fysieke, sociale en 4
economische problemen die worden ervaren door zowel bewoners als bedrijven. In combinatie met een negatieve uitstraling en een gebrek aan aantrekkingskracht – voortvloeiend uit de structurele problematiek – heeft dit in het verleden geleid tot een negatieve spiraal. Het Kanaalgebied is daarom in 1999 ook niet voor niets aangewezen als één van de stedelijke gebieden in Nederland met een relatieve economische ontwikkelingsachterstand. Dit projectplan vormt de basis voor een tweetal subsidie aanvragen. De activiteiten in het kader van de economische stimulering van de Willemsweg passen uitstekend in de programmastrategie van Nijmegen Kanaalgebied. Hiervoor wordt een aanvraag ingediend binnen maatregel 2.1 “versterken bedrijfsleven en stimuleren ondernemersschap”. Voor de Willemsweg wordt de volgende aanpak voorgesteld: • de panden van de diverse vastgoedeigenaren/ondernemers aan de Willemsweg krijgen waar nodig een ‘facelift’ ten behoeve van het gewenste profiel. Hiervoor wordt een ‘revolving fonds’ gecreëerd waaruit leningen kunnen worden verstrekt; • de aanwezige bedrijven aan de Willemsweg worden gestimuleerd om te investeren in bedrijfsmiddelen. Hiervoor wordt een investeringsregeling gecreëerd waarmee subsidies worden verstrekt aan ondernemers. • er wordt een voorziening getroffen om ongewenste bedrijvigheid te weren, hiervoor wordt een beperkte huurdervingsregeling opgezet. Voor de activiteiten gericht op de herinrichting van de openbare ruimte aan de Kop van de Willemsweg wordt een aanvraag ingediend binnen maatregel 1.1. “verbeteren fysieke bedrijfsomgeving”. Er worden fysieke investeringen gepleegd om de openbare ruimte aan de Kop van de Willemsweg voor het bedrijfsleven attractief te maken. Een bijdrage vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling is noodzakelijk om het tekort op de voorgenomen investering af te dekken en een voldoende basis beschikbaar te hebben om een stimulerend beleid te hanteren richting de gevestigde ondernemers.
1.3
Aansluiting beleid en andere projecten
In de loop van 2005 gaat ook een EQUAL-project van start gericht op micro-ondernemingen in Arnhem, Nijmegen en Doetinchem. De regeling die voor dit project is opgesteld gaat uit van de volgende uitgangspunten: • Doelgroep betreft starters en doorstarters • Intake vindt plaats bij de Kamer van Koophandel • Er zal sprake zijn van individuele coaching van starters; de ondernemer kiest daarvoor zelf zijn begeleider uit een pool van adviseurs; • Het begeleidingstraject kan uitmonden in een aanvraag voor micro-krediet en aanvullende coaching. • Per lening zal ongeveer € 15.000 worden verstrekt. Indicatief zal voor Nijmegen € 150.000 beschikbaar zijn, zodat ongeveer 10 bedrijven bediend kunnen worden. De leningen worden waarschijnlijk verstrekt uit een leningenfonds • Detailhandel wordt uitgesloten van subsidieverlening. • De regeling loopt van 1 oktober 2005 tot en met 30 september 2007 Gelet op de uitgangspunten wordt in dit projectvoorstel gezocht naar aansluiting op dit project en het voorkomen van overlap. Daarbij kan sprake zijn van onderlinge doorverwijzing. Wijkvisie Willemskwartier In de Wijkvisie voor het Willemskwartier wordt een analyse gepresenteerd van de wijk en worden oplossingsrichtingen voorgesteld voor de aanpak van de bestaande knelpunten. Voor 5
het Willemskwartier wordt ingezet op het doorbreken van de eenzijdigheid, het verbeteren van de woonomgeving, het versterken van de relaties met de omliggende wijken en versterken van de voorzieningenstructuur. Er wordt specifiek aandacht besteed aan de (Kop van de) Willemsweg, dat wordt beschouwd als de poort naar de binnenstad en de entree van de wijk. Er worden maatregelen voorgesteld gericht op het verbeteren van de openbare ruimte, verbeteren van de verkeerssituatie en het versterken van de relaties met de omgeving. De stedenbouwkundige plannen voor de Kop van de Willemsweg zijn hier op gebaseerd. De Wijkvisie vormt dan ook de basis voor de EFRO-subsidie aanvraag voor de herinrichtingvan de openbare ruimte aan de Kop Willemsweg. Uitvoeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing 2004 Het Uitvoeringsprogramma Stedelijke vernieuwing geeft de stedelijke vernieuwingsopgave van de gemeente Nijmegen weer, stelt prioriteiten en geeft aan welke budgetten daarvoor beschikbaar zijn. Dit wordt vervolgens uitgewerkt in deelactiviteiten en projecten die bij moeten dragen aan de doelstellingen van het USV: • verbeteren kwaliteit leefomgeving • betere betaalbaarheid van het wonen • versterking/behoud van identiteit en diversiteit in de stad en de wijken en buurten daarbinnen. In het kader van de doelstelling ‘verbeteren kwaliteit leefomgeving’ wordt aandacht besteed aan het thema stad- en buurteconomie. Onder deze noemer vinden tal van activiteiten plaats, en wordt specifiek ingegaan op het verbeteren van de detailhandelsfunctie aan de Willemsweg en de mogelijke inpassing van nieuwe economische functies. IPSV/MOP-GSB In het kader van het Innovatieprogramma stedelijke vernieuwing (IPSV) van het Ministerie van VROM is het Willemskwartier opgenomen als één van de 56 aandachtswijken. Er is onder regie van de gemeente in samenwerking met bewoners, ondernemers, professionals en woningcorporatie Portaal een integrale wijkvisie opgesteld. Belangrijk onderdeel van de uitvoering van de wijkvisie is de herstructureringsbijdrage (sloop en nieuwbouw). Met de voorgenomen herstructurering van het Willemskwartier wordt de eenzijdigheid en het isolement van de wijk t.o.v. de rest van Nijmegen doorbroken en wordt de basis gelegd voor een duurzaam en levensloopbestendig woonmilieu. Door met name sociale en fysieke doelstellingen van deze herstructurering bij elkaar te brengen wordt getracht de neerwaartse spiraal, waarin het Willemskwartier zich al decennialang bevindt, in positieve zin om te buigen. Naast de herstructurering bevat de wijkvisie Willemskwartier ook een tweetal innovatieve projecten: de voorgenomen vestiging van een Wijkontmoetingscentrum (WOC) en het versterken van een kashba-achtig winkelmilieu aan de Willemsweg waar veel allochtone ondernemers zijn gevestigd. Bij deze projecten ontmoeten het sociale, het economische en het fysieke domein elkaar. De kashba-formule voor de (Kop van de) Willemsweg bevordert de ontmoeting tussen oude en nieuwe Nederlanders uit het Willemskwartier en zelfs de rest van Nijmegen en de regio. De uitvoering van het IPSV-project Willemskwartier is opgenomen in de GSB-MOPIII planning. De hiermee gepaard gaande IPSV middelen worden als cofinanciering ingezet voor beide subsidie aanvragen.
6
2
Doelstelling
2.1
Doelstelling en uitgangspunten
Dit project kent doelstellingen op twee niveaus. Ten eerste op het niveau van het beleid en ten tweede op operationeel niveau. Beleidsdoelstellingen • Doorbreken van de economische eenzijdigheid en het isolement van de wijk t.o.v. de rest van Nijmegen • In het kader van de stedelijke vernieuwing moet dit project ondernemers stimuleren om te investeren in hun onderneming en de bedrijfshuisvesting; • Stimuleren van economische bedrijvigheid en diversiteit in het aanbod binnen een kwetsbaar gebied van Nijmegen door financiering van ondernemersplannen die anders niet gefinancierd zouden worden; • Versterken van het vestigingsklimaat voor bedrijven en het realiseren van een attractievere bedrijfsomgeving aan de Kop van de Willemsweg. Dit kan onder meer door een financiële bijdrage beschikbaar te stellen voor investeringen in de bedrijfsmiddelen en -huisvesting en door te investeren in de openbare ruimte aan de Kop van de Willemsweg. Het projectplan richt zich in dat kader dan ook vooral op investeringsprojecten. Dat zijn tevens de onderdelen waarvoor een beroep op het Doelstelling 2 programma wordt gedaan. Operationele doelstellingen Stimulering economie Willemsweg Er wordt direct geïnvesteerd in ondernemingen die door banken of andere reguliere financiële instellingen momenteel niet worden bediend, door middel van: • het verstrekken van Investeringskredieten voor Bedrijfspanden via een Revolving Fonds; • het verstrekken van Investeringsbijdragen voor Bedrijfsmiddelen via een Investeringsregeling; • het verstrekken van beperkte huurdervingsvergoedingen; Met de investeringsbijdragen aan het bedrijfsleven beoogt de gemeente een structurele impuls te geven aan de concurrentiekracht van het bedrijfsleven (MKB) aan de Willemsweg. Daarnaast wordt ondernemerschap gestimuleerd en worden voorzieningen in het leven geroepen die de uitstraling van de bedrijvigheid naar de buurt moeten verbeteren. In dit verband wordt er tevens een accountmanager Willemsweg aangesteld die de bovengenoemde regelingen en het fonds moet gaan promoten en ondernemers ondersteunt en adviseert in hun investeringsbeslissing. In aanvulling op de investeringsbijdragen omvat dit project ook een onderdeel dat vooral van belang is om de regiefunctie van de gemeente in samenwerking met het bedrijfsleven vorm te geven. Daarbij gaat het om vergoedingen voor huurderving in verband met tijdelijke leegstand. Voor dit onderdeel wordt geen beroep op Doelstelling 2 gedaan. Operationele doelstelling Herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg Er vinden directe investeringen plaats in de openbare ruimte aan de Kop Willemsweg zodat deze economisch aantrekkelijker wordt en de veiligheid van het gebied toeneemt: • Herinrichting weg/rijbaan Willemsweg • Realiseren van een groen- en verlichtingsplan voor de Kop van de Willemsweg • Aanleg verkeersmaatregelen.
7
2.2
Economische effecten en indicatoren
2.2.1
Verwachte effecten
Om de doelstellingen van het project tastbaar te maken worden - waar mogelijk - voor beide subsidie aanvragen de economische effecten in de vorm van indicatoren weergegeven. Aangezien er een onderscheid bestaat tussen verschillende onderdelen van het project zullen ook de resultaten en effecten per onderdeel verschillen. Met het project ‘Stimulering economie Willemsweg” creëert de gemeente Nijmegen een aantrekkelijke voorziening voor MKB bedrijven. Dit sluit aan bij de doelstellingen in het sociaal-economisch beleidsplan om meer aandacht te besteden aan het MKB als drijvende kracht van de Nijmeegse economie. Dit project kan als voorbeeld gaan fungeren voor andere delen van Nijmegen, waar op termijn ook dergelijke bedrijfsgerichte voorzieningen kunnen worden ontwikkeld. Door de economische potentie van de Willemsweg te verbeteren wordt tevens een impuls gegeven aan de ontwikkeling van het Willemskwartier (uitstralingseffect). De • • • • •
investeringskredieten en investeringssubsidies zullen bijdragen tot: een verbetering van de huisvesting van de onderneming en/of; een positieve bijdrage aan de uitstraling van de buurt en/of een structurele verhoging van de omzet van de ondernemer en/of; een uitbreiding van de bedrijfsoppervlakte van de onderneming en/of; een toename van de werkgelegenheid.
De ondernemers die mede door kredietfaciliteiten van het Investeringsfonds Bedrijfspanden succesvol worden, kunnen als rolmodel fungeren voor andere ondernemers, maar vooral ook voor de intermediairs en financiers die normaal gesproken zorg dragen voor bedrijfskredieten (met name banken). Wanneer het Investeringsfonds inderdaad in dat opzicht een succes is, kan het zichzelf steeds verder overbodig maken doordat de markt een steeds groter deel van de kredieten verleent. Aanvragen voor vergoeding van huurderving zullen leiden tot: • het vrijhouden van panden voor en vestiging van ondernemers die passen binnen het Wijkplan of het brancheplan. In het aanvraagformulier zullen de aanvragers aan moeten geven in hoeverre het project bijdraagt aan een van bovengenoemde elementen. Dit zullen veelal beschrijvingen zijn, die zoveel mogelijk worden aangevuld met kwantitatieve gegevens. De investeringen in de openbare ruimte moeten bijdragen aan de economische aantrekkelijkheid van de Willemsweg als vestiginglocatie voor (MKB) bedrijven. De maatregelen zullen een positieve uitstraling op de directe omgeving teweeg brengen. Hierdoor zal het imago van het gebied worden verbeterd en zal de waarde van het onroerend goed stijgen (spin off). De maatregelen in het plangebied zullen bijdragen aan: • Verbetering/modernisering van de ruimtelijke kwaliteit van de bedrijfsomgeving; • Verbeteren van de ontsluiting en/of de interne verkeersafwikkeling; • Behoud en vergroting van de aantrekkelijkheid van het gebied voor de huidige en nieuwe bedrijvigheid; • Het veiligstellen van de werkgelegenheid, dan wel het creëren nieuwe werkgelegenheid; • Het aantrekken van bezoekers waardoor een impuls ontstaat voor de aan de Willemsweg gelegen (en nog te ontwikkelen) economische functies.
8
2.2.2
Indicatoren
Aangezien op basis van dit projectplan twee subsidie aanvragen worden ingediend binnen verschillende maatregelen van het Doelstelling-2 programma, worden hieronder ook voor beide maatregelen de bijdrage aan de indicatoren uitgewerkt. Code Output-indicator maatregel 2.1 A Aantal MKB-bedrijven die financiële bijstand ontvangen B Aantal deelnemers aan informatieve bijeenkomsten/cursussen C Aantal wervingscampagnes D Aantal ondernemingen die financiële steun ontvangen om milieuproducten en ecoproducten te ontwikkelen E Aantal startersprojecten Code Resultaat-indicator maatregel 2.1 F Volume uitgelokte private investeringen (in mln euro) G H I J
Aantal Aantal Aantal Aantal
gerealiseerde product- en procesinnovaties (bruto) gecreëerde arbeidsplaatsen geacquireerde bedrijven startende ondernemingen
44 44 1 1 140.000 euro (0,14 mln) 9 44 -
In totaal zijn er aan de Willemsweg 44 ondernemingen gevestigd. Een ondernemer kan op verschillende onderdelen van het projectplan een beroep doen. De som van de aanvragen voor de regelingen en kredietfaciliteit zal daardoor mogelijk hoger zijn dan het aantal ondernemingen dat aan de Willemsweg is gevestigd. In totaal wordt uitgegaan van 45 aanvragen voor deelname aan het Investeringsfonds en de Investeringsregeling. Voor het Investeringsfonds wordt een private bijdrage gevraagd van de ondernemers zelf, in totaal wordt uitgegaan van 140.000 eigen private bijdrage. Het volume aan uitgelokte private investeringen kan echter groter zijn dan dat vanwege extra investeringen die worden uitgelokt door de kredieten en de subsidies. Deze zijn echter niet op voorhand expliciet meetbaar te maken en daarom niet als zodanig opgenomen in dit plan. Bij de streefwaarde van de indicator ‘aantal bruto gecreëerde arbeidsplaatsen’ is als uitgangspunt gerekend met gemiddeld één extra arbeidsplaats die ontstaat per vijf ondernemingen die een krediet of subsidie ontvangen. Als referentie hiervoor is afgegaan op vergelijkbare regelingen of kredietfondsen in andere Nederlandse steden. Code A B C D E F Code G H
Output-indicator maatregel 1.1 Aantal nieuwe bruto m2 bedrijfs- of kantoorvloeroppervlakte Aantal m2 gerenoveerd bedrijfs- of kantoorvloeroppervlakte Aantal hectare gerevitaliseerd bedrijfsterrein Aantal hectare nieuw ontwikkeld bedrijfsterrein Aantal nieuwe startershuisvestingen/ bedrijfsverzamelgebouwen/ woonwerk-ruimten Aantal nieuwe toeristische voorzieningen Resultaat-indicator maatregel 1.1 Aantal gevestigde bedrijven Volume uitgelokte private investeringen 9
2500m2/0,25 ha 48 -
I J K
Aantal tijdelijke arbeidsplaatsen Aantal (bruto) gecreëerde arbeidsplaatsen Aantal (startende) ondernemingen
6 4
Het project levert een bijdrage aan tijdelijke werkgelegenheid en indirect aan de bruto gecreëerde werkgelegenheid. Aan de hand van ervaringsgegevens van het programma Nijmegen Kanaalgebied1 bij het herinrichten van openbare ruimte, levert elke 55.000 euro investering één manjaar aan tijdelijke werkgelegenheid op. Gelet op de totale investering van afgerond 300.000 euro, mag worden verwacht dat circa 6 (manjaren) tijdelijke arbeidsplaatsen worden gecreëerd. Aangezien voor de indicator ‘bruto gecreëerde werkgelegenheid’ geen rechtstreekse relatie tussen de investeringen en de werkgelegenheidseffecten kan worden gelegd is deze indicator niet gekwantificeerd. Belangrijke spin off van deze revitaliseringsinspanning is behalve toename van de waarde van het onroerend goed ook verbetering van de bedrijfsresultaten en daarmee inkomen van zittende ondernemers. Het verhoogt de bedrijfszekerheid en verlevendigd de winkelstraat.
1
kosten gerealiseerde projecten in verhouding tot gerealiseerde indicatoren in maatregel 1.1 en 1.2.
10
2.3
Doelgroep
De doelgroep van beide subsidie aanvragen zijn de ondernemers aan de Willemsweg. Aan de Willemsweg bevinden zich veelal kleine bedrijfjes waarvan het merendeel in detailhandel en horeca, zie ook onderstaande tabel. Cijfers afdeling statistiek en onderzoek, gemeente Nijmegen Kerncijfers Willemsweg Aantal vestigingen Aantal werkzame personen Gem. aantal wp per vestiging
44 (waaronder 1 wijkwinkel) 112 2,5
Indeling grootteklasse bedrijven 1 werkzame persoon 2-5 werkzame personen 6-10 werkzame personen 11-20 werkzame personen geen gegevens Totaal
13 26 2 1 2 44
Indeling bedrijfsklasse kvk 15 Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 26 Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten 45 Bouwnijverheid 50 Handel in en reparatie van auto's en motorfietsen; benzineservicestations 51 Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) 52 Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen 55 Logies-, maaltijden- en drankenverstrekking 64 Post en telecommunicatie 70 Verhuur van en handel in onroerend goed 74 Overige zakelijke dienstverlening 85 Gezondheids- en welzijnszorg 92 Cultuur, sport en recreatie 93 Overige dienstverlening Totaal
1 1 2 1 2 17 8 2 1 3 2 1 3 44
De subsidie aanvraag voor ‘Herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg’ betreft vooral activiteiten van faciliterende aard, die op meer indirecte wijze een bijdrage leveren aan de aan de Willemsweg gevestigde ondernemingen. De subsidie aanvraag voor ‘Stimulering economie Willemsweg’ is primair gericht op stimulering van kleine en middelgrote bedrijven aan de Willemsweg waarbij geen branches uitgezonderd zijn. In een aantal onderdelen van de regeling kan deze doelstelling ook worden gerealiseerd via verhuurders van panden (vastgoedorganisaties en particuliere vastgoedeigenaren). Uitgangspunt is daarbij steeds dat de investering ten goede komt aan de in de bedrijfspanden gevestigde ondernemingen. Het gaat vooral om (door)starters met ondernemersvaardigheden die een serieuze kans hebben om van hun onderneming een succes te maken, maar die niet in staat zijn hun ondernemersplannen gefinancierd te krijgen. Onder starters wordt iedere ondernemer verstaan die niet langer dan één jaar ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel. Ook de bestaande bedrijvigheid in dit gebied komt in aanmerking voor financiering of kredietverlening. Aan de Willemsweg zijn veel allochtone ondernemers gevestigd. De Willemsweg is het hart van een multiculturele wijk. Beide subsidieaanvragen leveren in belangrijke mate een bijdrage aan het scheppen van gelijke kansen voor allochtone ondernemers. Aandacht voor allochtoon ondernemerschap heeft toegevoegde waarde ondermeer omdat allochtone ondernemers niet 11
altijd (zelf) hun weg vinden naar faciliteiten van banken en de Kamer van Koophandel. Met name deze groepen ondernemers is het vaak lastig om kleinschalige investeringskredieten te krijgen bij reguliere bankinstellingen. Met name via het project ‘Stimulering economie Willemsweg’ wordt een aantal laagdrempelige en concrete financieringsfaciliteiten in het leven geroepen die juist deze groep ondernemers een impuls kan geven om te investeren in hun onderneming.
2.3.1
Achtergrond financieringsproblematiek
Een deel van de (door)startende en bestaande ondernemers heeft bijna geen toegang tot reguliere financieringsmogelijkheden voor bedrijfsinvesteringen. Eén van de knelpunten waarmee (door)starters maar ook bestaande ondernemers kampen, is de financiering van hun onderneming en van hun doorgroeiplannen. In de praktijk blijkt dat vooral kleine kredieten en bedrijfsgerichte subsidies erg lastig te verkrijgen zijn. Het niet verkrijgen van financiering vormt een veel voorkomend knelpunt voor de start, doorstart of uitbreiding of verbetering van een onderneming. Het niet kunnen verkrijgen van ‘reguliere’ financiering voor deze kwetsbare ondernemers hangt dikwijls samen met het feit dat: • Deze ondernemer niet over eigen geld beschikt. • Er vaak geen (groot) eigen vermogen in de familie van deze ondernemer zit. • Banken geen interesse hebben in financiering van de bedrijfsplannen omdat de kredietaanvraag te gering is. Daardoor ontstaat een ongunstige verhouding tussen de handelingskosten (administratieve kosten) van de aanvraag en het mogelijke rendement dat de bank kan maken. • Banken de ondernemerskwaliteiten van deze groep ondernemers niet (h)erkennen. Deze problematiek is met name voor etnische ondernemers aan de orde, getuige ook het Actieplan Nieuw Ondernemerschap van het Ministerie van Economische Zaken (juni 2005), waarin het volgende wordt gezegd: “Voor nieuwe2 ondernemers is het vinden van een bancaire financiering vaak erg moeilijk. Banken weten niet altijd hoe zij tegen een businessplan van een ondernemer moeten aankijken, die wil starten in een branche waarvoor de bank geen ‘track record’ heeft. Kredietverlening kan dan moeilijk plaatsvinden omdat ervaringsgegevens bij de bank ontbreken. Zelf beschikken nieuwe ondernemers vaak over weinig of geen eigen vermogen. Doordat nieuwe ondernemers regelmatig niet beschikken over voldoende formele onderpanden om via de banken aan kapitaal te komen, zoeken zij dan ook vaak hun toevlucht tot de eigen familie of vriendenkring voor de financiering van hun onderneming. Bovendien is bekend dat nieuwe ondernemers relatief vaak om kleine kredieten vragen. Kleine kredieten zijn voor banken in het algemeen minder interessant, omdat aan de verlening van een klein krediet dezelfde vaste kosten zijn verbonden voor de bank als aan kredietverlening op grotere schaal. Nieuwe ondernemers weten bovendien niet altijd hoe zij een Nederlandse bank moeten benaderen en aan welke eisen een kredietaanvraag moet voldoen.”
2
Onder ‘nieuw’ wordt in deze context verstaan ‘allochtoon’ of ‘etnisch’.
12
3
Beschrijving van het project
3.1
Aanpak
Voor de Kop van de Willemsweg wordt de volgende aanpak voorgesteld: 1. de panden van de diverse vastgoedeigenaren/ondernemers aan de Willemsweg krijgen waar nodig een ‘facelift’ ten behoeve van het gewenste brancheprofiel. Hiervoor wordt een ‘investeringsfonds’ gecreëerd met een revolving karakter, waaruit leningen kunnen worden verstrekt; 2. de aanwezige bedrijven aan de Willemsweg worden gestimuleerd om te investeren in bedrijfsmiddelen. Hiervoor wordt een investeringsregeling gecreëerd. 3. er wordt een voorziening getroffen om ongewenste bedrijvigheid te weren, hiervoor wordt een beperkte huurdervingsregeling opgezet. 4. de openbare ruimte aan de Kop van de Willemsweg wordt heringericht en voor het bedrijfsleven attractief gemaakt. Deze aanpak resulteert in een compleet pakket van activiteiten en voorzieningen ten behoeve van de ondernemers aan de Willemsweg verdeeld over twee subsidie aanvragen. De voorziene activiteiten worden hieronder per subsidie aanvraag toegelicht.
3.2
Stimulering economie Willemsweg
3.2.1
Investeringsfonds Bedrijfspanden met revolving karakter
Doel van dit Investeringsfonds is het creëren van een structurele faciliteit om het ondernemerschap op de Kop van de Willemsweg te stimuleren om hun bedrijfspanden fysiek op te waarderen. Het Investeringsfonds Bedrijfspanden is bedoeld voor ondernemers en vastgoedeigenaren die in hun bedrijfspanden en bedrijven willen investeren en daarmee ook bijdragen aan de ontwikkeling van het gebied. Aanvragen binnen het Investeringsfonds Bedrijfspanden kunnen betrekking hebben op bestaande of nieuwe bedrijfspanden en inventaris. Indien ondernemingen passen binnen de genoemde doelgroep wordt bezien of hun investeringsplannen onderdelen bevatten die in aanmerking kunnen komen voor subsidie. In grote lijnen gaat het hierbij om: • verbouwingskosten van bedrijfspanden • herinrichtingskosten van bedrijfspanden, bijvoorbeeld gericht op een wijziging van de indeling van de bedrijfsruimte waardoor een capaciteitsvergroting wordt gerealiseerd, herstel van buitenmuren ten behoeve van het aanzicht en aanleg van noodzakelijke voorzieningen. Er wordt belang gehecht aan investeringen die specifiek de uitstraling van de bedrijvigheid naar de buurt verbeteren. Aanvragen kunnen in dat kader bijvoorbeeld betrekking op het aanbrengen van open rolluiken, open puien, etc. Op deze wijze moet dit onderdeel van het project tevens bijdragen aan de verlevendiging van de buurt. Voor bestaande ondernemingen geldt dat de ingrepen een direct of indirect positief effect moeten hebben op de prestatie van de betreffende onderneming en daarmee de concurrentiekracht versterken. Voor nieuwe ondernemingen moet de financiële bijdrage in de kosten een voorwaarde bieden voor een succesvolle start van de onderneming. Bovendien geldt in alle gevallen dat een aanvraag moet bijdragen aan de versterking van de in het pand gevestigde of te vestigen onderneming. Deze kan zowel huurder als eigenaar van het pand zijn. In het geval van een huurder-verhuurder relatie, is het ook mogelijk dat de verhuurder
13
een aanvraag indient. Ook in dat geval geldt echter de voorwaarde dat de investering ten goede komt aan de onderneming die het pand in de huidige of toekomstige situatie huurt. In 1998 zijn een aantal prioritaire panden benoemd die in aanmerking zullen komen voor subsidie op het gebied van gevelverbeteringen en inrichting. Deze ondernemingen worden benaderd.
3.2.2
Investeringsregeling bedrijfsmiddelen
Doel van de Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen is het creëren van een structurele faciliteit om het ondernemerschap op de Kop van de Willemsweg te stimuleren om duurzame bedrijfsmiddelen aan te schaffen. Aanvragen kunnen betrekking hebben op investering in bijvoorbeeld het aanschaffen van apparatuur zoals een kassasysteem of een koelvitrine. Bedrijfsauto’s vallen niet onder de regeling. De Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen geldt voor kosten die op de fiscale balans worden afgeschreven in drie jaar of langer. Voor bestaande ondernemingen geldt dat de investering een direct of indirect positief effect moeten hebben op de prestatie van de betreffende onderneming en daarmee de concurrentiekracht versterken. Voor nieuwe ondernemingen moet de financiële bijdrage in de kosten een voorwaarde bieden voor een succesvolle start van de onderneming. De Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen heeft de vorm van een subsidieregeling voor nieuwe of bestaande ondernemers.
3.2.3
Beperkte huurdervingsregeling
In het verleden was er aan de Willemsweg sprake van ongewenste bedrijvigheid, bijvoorbeeld belwinkels. Om het gewenste profiel voor de straat te bereiken, wordt een voorziening getroffen om de eigenaren van beschikbare (leegstaande) panden, veelal vastgoedeigenaren en ondernemers, tegemoet te komen in huurderving bij leegstand. Normaal gesproken is een vastgoedeigenaar gebaat bij het zo snel mogelijk verhuren van de leegstaande panden. Hierdoor wordt snel ongewenste bedrijvigheid aangetrokken, wat een negatieve uitstraling heeft voor de straat. Met de beperkte huurdervingsregeling worden de verhuurders van bedrijfsruimtes aan de Willemsweg gestimuleerd om beschikbare panden iets langer aan te houden zodat gezocht kan worden naar een huurder die past in het straatprofiel. Verhuurders van bedrijfsruimtes kunnen in aanmerking komen voor subsidie wanneer zij hun pand tijdelijk niet verhuren, in afwachting van een huurder-ondernemer. De periode waarin huurderving wordt gesubsidieerd is uiteraard niet langer dan de werkelijke periode van leegstand en kan oplopen tot maximaal 6 maanden. Bovendien wordt maximaal 50% van de ‘normale’ huurprijs vergoed, voor zover deze niet uitstijgt boven de marktconforme huurprijs. Voor dit onderdeel wordt geen cofinanciering gevraagd uit het Doelstelling-2 programma Kanaalgebied. Voor de onderdelen 3.2.1 t/m 3.2.3 zullen criteria worden gesteld voor deelname en toetsing, om te zorgen dat de maatregelen bijdragen aan de gestelde doelstellingen en terecht komen bij de doelgroep van dit project. De criteria zijn in bijlage 3 uitgewerkt en zullen tijdens de operationalisatiefase van dit project verder worden vormgegeven.
14
3.2.4
Accountmanager ondernemers Willemsweg
Om de effectiviteit en een goede benutting van het Investeringsfonds en de Regelingen te waarborgen, is het van belang dat er een voor de ondernemers herkenbaar en bekend aanspreekpunt wordt aangesteld, die hen kan wijzen op de mogelijkheden van het fonds en de regelingen. Namens de gemeente Nijmegen zal er daarom een accountmanager worden aangesteld die goed bekend is met de aan de Willemsweg gevestigde ondernemers. De accountmanager zal gedurende de looptijd van het project worden ingezet voor: • Promotie van het project en de financieringsvoorzieningen daarbinnen; • Ondernemers ondersteunen bij het indienen van financierings- of kredietaanvragen (doorgeleiding). • Ondernemers voorzien van advies over het fonds en de regelingen en hoe zij die het beste aan kunnen wenden voor hun onderneming. De taken van deze accountmanager zijn echter breder dan dat. De opdracht van de (extern aan te trekken) accountmanager is het ontwikkelen en versterken van de Kop Willemsweg tot een prettig en veilig winkel- en verblijfsgebied met voldoende economische potentie om duurzaam in stand te blijven. Zie bijlage 4 voor het PvE dat is opgesteld ten behoeve van de openbare aanbesteding van deze functie.
3.3
Herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg
De herinrichting van de Willemsweg zal zich richten op het aanpakken van de in de wijkvisie geconstateerde problemen en knelpunten in de openbare ruimte. Concreet gaat het om de volgende aspecten: • De openbare ruimte is gedateerd en er is sprake van hoge gebruiksdruk waardoor de fysieke kwaliteit van de openbare ruimte beperkt is en de straat een rommelige en ‘versleten’ indruk maakt. • De Willemsweg is de enige ingang tot het Willemskwartier, maar heeft geen duidelijk herkenbaar profiel. Ook de uitstraling van de straat als winkelgebied is beperkt. • Verkeersveiligheid: de Willemsweg is een belangrijke ontsluitingsweg voor het Willemskwartier en er is veel sluipverkeer. Dit leidt tot verkeersonveilige situaties die moeten worden voorkomen, maar zonder daarmee de bereikbaarheid van de Willemsweg aan te tasten. Daarnaast is er sprake van parkeerdruk. • De Kop van de Willemsweg heeft weinig groenvoorzieningen. Het is wenselijk om de aanpak van het Willemskwartier te beginnen bij de Kop van de Willemsweg. De Kop kan dan gaan dienen als voorbeeld voor andere delen van het Willemskwartier. De stedenbouwkundige plannen voor de Willemsweg hebben betrekking op het aanpassen van de weg/rijbaan, waarbij bereikbaarheid en verkeersveiligheid samengaan. Ook is het de bedoeling om een aantrekkelijk winkelgebied te realiseren met bijbehorende winkelpromenades. In het huidige schetsontwerp (zie bijlage 1) krijgt de huidige openbare verblijfsruimte een wat luxer vormgeving, waardoor de Willemsweg een aantrekkelijker winkelgebied 15
wordt. Ook wordt de inrichting en de bestrating optisch zo vormgegeven dat de gemiddelde verkeerssnelheid afneemt. De gemeente heeft in overleg met de ondernemers gezocht naar de meest geschikte stedenbouwkundige oplossing. Op basis van de schetsontwerpen (zie bijlage 1) kan specifiek worden aangegeven welke fysieke investeringen en activiteiten concreet worden uitgevoerd binnen dit project. Het gaat om: • aanleg nieuwe bestrating van zowel de rijbaan als het voetgangersgedeelte; • aanbrengen nieuwe verlichting; • aanbrengen nieuw en duurzaam straatmeubilair; • aanbrengen beplanting/bomen.
3.4
Promotie en publiciteit
Voor het succes van het Investeringsfonds en de Investerings- en Huurdervingsregeling is het creëren van naamsbekendheid van groot belang. Activiteiten die in dat kader worden voorzien zijn kleinschalig en bedoeld om de doelgroep van ondernemers en andere partijen direct te bereiken. Gedacht wordt aan: • de ontwikkeling van brochures; • het plaatsen van advertenties; • het leggen en onderhouden van contacten met bijvoorbeeld Kamer van Koophandel, wijkmanagers, ondernemersverenigingen en werkgeversorganisaties alsmede het bijwonen van en participeren in informatiebijeenkomsten die deze organisaties verzorgen; • indien nodig het zelf organiseren van informatiebijeenkomsten over het project en de voorzieningen die daarbinnen voor ondernemers in de Willemsweg beschikbaar worden gesteld. Aanvullend zal worden gezocht naar zogenaamde ‘free publicity’ om positieve effecten en resultaten te communiceren. Dit kan vooral verlopen via ondernemersorganisaties alsmede via gerichte bijeenkomsten voor de doelgroepen. Ook wordt aangehaakt bij reeds bestaande communicatie-initiatieven en instrumenten (websites, nieuwsbrieven etc.) voor het Willemskwartier en voor ondernemers die al via de gemeente of andere organisaties beschikbaar zijn. Voor de hele aanpak van het Willemskwartier is er bijvoorbeeld een nieuwsbrief die een aantal keer per jaar verschijnt. Er zal steeds nadrukkelijk aandacht worden gegeven aan de inzet van Europese middelen voor dit project. De PR strategie wordt nader uitgewerkt en vormgegeven in overleg met communicatieadviseurs van de gemeente Nijmegen. Om draagvlak en betrokkenheid te creëren voor de uitvoering van de herinrichtingsplannen aan de Kop van de Willemsweg worden in de loop van de uitvoering enkele kleinschalige communicatieactiviteiten ondernomen. Tijdens de uitvoeringsfase is de communicatie voornamelijk gericht op het behoud van betrokkenheid en bewustwording van het belang van de herinrichtingmaatregelen en de uiteindelijke (economische) effecten voor de straat en de wijk. Ook het realiseren van begrip voor de eventuele overlast die ontstaat door de werkzaamheden wordt hierin meegenomen. In het kader van de voorziene Europese medefinanciering van het project wordt een billboard geplaatst waarop de werkzaamheden worden vermeld. In alle communicatie en PR activiteiten wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de Europese richtlijnen op het gebied van voorlichting en publiciteit.
16
4
Planning en organisatie
De organisatie en het management is voor beide subsidie aanvragen verschillend. De organisatie van het investeringsfonds, de investeringsregeling en de huurdervingsregeling is omvangrijker en complexer dan de organisatie en het management van de herontwikkeling van de openbare ruimte aan de Willemsweg. Vandaar dat deze hierna apart worden beschreven.
4.1
Organisatie Stimulering economie Willemsweg
4.1.1
Organisatiestructuur
De organisatiestructuur voor zowel het Investeringsfonds als de Investerings- en Huurdervingsregeling omvat de volgende elementen: - Het Secretariaat dat verantwoordelijk is voor de operationele uitvoering van de en de ondersteuning van de beoordelingscommissie, onder leiding van: - Gemeentelijk projectleider - Een beoordelingscommissie die officieel kan besluiten omtrent het toekennen van de subsidie, de voorzitter van deze commissie wordt hiertoe ambtshalve gemandateerd. Intakeloket en projectsecretariaat Investeringsfonds en Investerings- en huurdervingsregeling Het succes van de Investerings- en Huurdervingsregeling en het Investeringsfonds wordt bepaald door eenvoud, zowel in organisatie als afwikkeling. Ondernemers hebben behoefte aan een helder aanspreekpunt waar ze terecht kunnen voor hun financieringsvraag. Daarom wordt de intake van zowel het Investeringsfonds als de Investerings- en Huurdervingsregeling onder gebracht in één loket bij de afdeling EZ van de gemeente. De administratie en het beheer van het Investeringsfonds en de regelingen worden echter gescheiden. Er wordt bij de gemeente een intakeloket en projectsecretariaat aangesteld voor beide onderdelen. Van hieruit wordt de intake van financieringsaanvragen verzorgd evenals de contacten met aanvragers gedurende hun deelname aan het fonds en/of de regeling. Het secretariaat voert een eerste technische beoordeling uit en draagt een aanvraag vervolgens over aan een beoordelingscommissie die namens het College van B&W een besluit nemen over de toekenning van een bijdrage uit het fonds en/of de regeling. Het secretariaat zal de beoordelingscommissie zoveel mogelijk faciliteren in hun werkzaamheden, bijvoorbeeld door de bedrijfsgegevens overzichtelijk te presenteren of vragen van de commissie voor te leggen aan een ondernemer met het verzoek om aanvullende informatie. Voor het Investeringsfonds geldt, dat het secretariaat gedurende de kredietperiode het contact met de aanvragers onderhoudt. Vragen van ondernemers worden beantwoord en betalingen gecontroleerd. Indien nodig kan het secretariaat overigens ook een actievere houding richting de ondernemers aannemen. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om controlebezoeken of een regelmatig verzoek om tussentijdse rapportage. De gemeente wil voor de dagelijkse werkzaamheden van het secretariaat een extern bureau inschakelen. Het Secretariaat staat onder leiding van een gemeentelijk projectleider, die verantwoordelijk is voor een goede administratie (beheer, toezicht en verantwoording) en de voortgangsrapportages aan het Doelstelling 2 programmamanagement. De projectleider zal gedurende de looptijd van het project geregeld overleg plegen met de gemeente en andere betrokkenen. Beoordelingscommissie Binnen de gemeente wordt een team van experts met algemene bedrijfskundige en branche specifieke kennis samengesteld. Ook een onafhankelijk lid namens de ondernemers zal hierin
17
zitting hebben (niet zijnde één van de mogelijk belanghebbenden). Zij worden betrokken bij de beoordeling van de aanvragen die door het secretariaat worden doorgeleid.
18
De voorgestelde route van krediet- en/of subsidieverstrekking is als volgt: Stap 1 Financieringsaanvraag wordt ingediend bij het secretariaat/intakeloket De aanvraag wordt ingediend bij het secretariaat. De accountmanager zal hiervoor het voorwerk verrichten en wijst ondernemers de weg naar het secretariaat. Hier wordt de aanvraag getoetst op de vastgestelde selectiecriteria. De aanvraag moet voorzien zijn van de benodigde documenten (bijv. ondernemersplan) om formeel in behandeling genomen te worden. Het secretariaat documenteert de gegevens ten behoeve van de toets van de beoordelingscommissie. Stap 2 Beoordelingscommissie toetst De beoordelingscommissie met kennis van de betreffende branche wordt ingeschakeld om de aanvraag te toetsen en neemt een definitief besluit t.a.v. de financieringsaanvraag . Doelstelling is vooraf een beoordelingscommissie samen te stellen, waarbij eventueel per aanvraag aanvullend geschikte experts worden benaderd. Stap 3 Secretariaat werkt de beslissing uit en handelt af Het secretariaat zorgt vervolgens voor de afhandeling en verstuurt een beschikking waarin de financieringsaanvraag wordt gehonoreerd dan wel wordt afgewezen. Wanneer de commissie hier om vraagt kan ook eerst nog aanvullende informatie worden opgevraagd. Op basis van een positief advies van de commissie zal het secretariaat overgaan tot dossiervorming, het afgeven van een beschikking en het uitbetalen van het krediet of de subsidie. Een negatief advies zal het secretariaat aan de indiener communiceren en afhandelen. In geval van een kredietaanvraag wordt de aflossing van de lening door het secretariaat gemonitord. Deze werkwijze wordt nader uitgewerkt in de operationalisatiefase. De procedure wordt zodanig in elkaar gezet dat de beslissing over toekenning van financiering binnen een zo kort mogelijk tijdsbestek genomen kan worden. Tijdens de operationalisatie worden instrumenten ontwikkeld die de werkzaamheden van de bovengenoemde organisatie ondersteunen. Dit zal in de eerste fase van het project plaatsvinden in overleg met alle relevante partijen. In de operationalisatie fase wordt ook gekeken naar de organisatorische en beleidsmatige inbedding van de projectorganisatie in de gemeente en worden afspraken gemaakt op het niveau van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Om van de aanvraag te komen tot een operationalisatie moeten o.a. de volgende activiteiten uit worden gevoerd: • Uitwerking van de fondsverordening/subsidiereglement, met aandacht voor onder meer criteria, voorwaarden, kaders en besluitvorming; • Het leggen van contacten met relevante partnerorganisaties, bijvoorbeeld ondernemersverenigingen e.d.; • Uitwerken van relevante documenten, zoals Administratieve Organisatie, protocollen, aanvraagformulier, beoordelingsformulier, beschikking en uitvoeringsvoorwaarden, standaardcorrespondentie e.d.; • Inrichting van de organisatie van het secretariaat, inclusief personele invulling, taakverdeling, werkplek en organisatorische inbedding; • Benaderen van geschikte experts voor de beoordelingscommissie.
4.1.2
Vormgeving en positionering Investeringsfonds bedrijfspanden
Het Investeringsfonds Bedrijfspanden heeft het karakter van een leningenfonds met een ‘revolving’ karakter. Dit betekent dat opbrengsten uit terugbetalingen van leningen worden toegevoegd aan het vermogen van het fonds en opnieuw kunnen worden ingezet ten behoeve van het financieren van dezelfde doelgroep. Over de leningen zal bovendien rente verschuldigd zijn. Alle door/binnen het fonds gegenereerde rente wordt telkens opnieuw aan 19
het vermogen van het fonds toegevoegd. Het project wordt voor EFRO afgerekend op het moment dat het startkapitaal geheel is uitgezet in kredieten. Het Investeringsfonds Bedrijfspanden moet zich als onafhankelijke partij kunnen positioneren, richting de doelgroep, maar ook tegenover alle andere netwerkpartijen die zich met de financiering van ondernemersinitiatieven bezighouden. Het moet een betrouwbare en integere partner zijn. De betrokkenheid van private partijen is op termijn een belangrijke voorwaarde voor het voortbestaan van het fonds. Het fonds komt in eigendom en beheer van de gemeente Nijmegen. Een secretariaat wordt aangesteld voor de uitvoering en het beheer van het fonds. Daarnaast wordt samengewerkt met specifieke experts bij de beoordeling van de aanvragen. Het fonds start als een overheidsinitiatief. Dit wil zeggen dat de financiering bij aanvang voor 100% voor rekening van de overheid (gemeente, IPSV, EFRO) komt. Dit neemt echter niet weg dat het fonds streeft naar financiering van derden, in het bijzonder de particuliere sector. In dat kader zal in de eerste jaren van het bestaan van het fonds worden gezocht naar uitbreiding van het fonds door extra financiële injecties via banken of andere financiële instellingen. De opzet van het fonds voldoet aan de eisen zoals gesteld in de Europese verordening 448/2004, waarin bijzondere eisen worden gesteld aan risicokapitaalfondsen gefinancierd met EFRO-middelen. Ook valt het project binnen de termen van staatssteun aangezien het voldoet aan de ‘deminimis’ richtlijnen. De gemeente Nijmegen is subsidieaanvrager van en eindverantwoordelijke voor het Investeringsfonds. Wat betreft het risicoprofiel van de doelgroep is een inschatting dat gemiddeld 60% van de uitgezette middelen uiteindelijk teruggestort wordt. De uiteindelijke impact van het fonds zal dan ook verder reiken dan de 25 ondernemingen die in de initiële fase (twee jaar) met het beschikbare kapitaal van € 500.000 van een lening kunnen worden voorzien (uitgaande van gemiddeld € 20.000,- per lening). Toekomstperspectief De mate waarin ook in de toekomst leningen uit het fonds zullen worden verstrekt hangt echter af van het succes van het fonds. Doelstelling is immers dat het Investeringsfonds zich in de eerste jaren van haar bestaan goed positioneert in de ondernemersinfrastructuur van het gebied en een voorbeeldfunctie heeft voor de reguliere intermediairs en financiers zoals banken. Indien succesvol kan dit ertoe leiden dat het fonds zichzelf in de toekomst overbodig maakt doordat de markt een steeds groter deel van de doelgroep van het fonds met leningen wil bedienen. Een tussentijdse evaluatie van het Investeringsfonds (uiterlijk 2007) moet inzicht bieden in de mate waarin deze doelstelling kan worden gerealiseerd. Wanneer blijkt dat het fonds zichzelf overbodig maakt, zullen de eventuele inkomsten en beschikbare middelen uit fonds uiteraard op andere wijze worden ingezet ten behoeve van de economische ontwikkeling van het gebied in Nijmegen. Wanneer de markt de doelgroep van het fonds in de toekomst echter niet zelfstandig wil bedienen, is de ambitie om het fonds in de nu gepresenteerde vorm te handhaven. Daarmee krijgt het fonds een meer structureel karakter, waarbij het zichzelf blijft voeden vanuit de inkomsten uit aflossingen en rente (na aftrek van beheerkosten). Om het fonds op peil te houden – en bij voorkeur zelfs te doen groeien – zal dan bovendien actief gezocht worden naar nieuwe financiers van het fonds. Daarbij wordt met name gerekend op deelname van enkele bancaire of andere financiële instellingen. Zij kunnen worden overtuigd wanneer het fonds haar meerwaarde in de eerste jaren heeft bewezen.
20
4.1.3
Vormgeving en positionering Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen en Huurderving
De Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen is een overheidsinitiatief waarbij private inbreng wordt verwacht. De financiering komt voor 30% voor rekening van de overheid (gemeente, IPSV en EFRO) en voor 70% voor rekening van de ondernemingen zelf (private financiering). De Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen valt binnen de termen van staatssteun aangezien het voldoet aan de ‘Deminimis’ richtlijn. De gemeente Nijmegen is subsidieaanvrager van en eindverantwoordelijke voor zowel de Investeringsregeling als de Huurdervingsregeling. De regelingen komen onder het beheer van de gemeente Nijmegen. Een secretariaat wordt aangesteld voor de uitvoering en het beheer van het fonds. Daarnaast wordt samengewerkt met specifieke experts bij de beoordeling van de aanvragen. Subsidiering van huurderving is niet subsidiabel binnen Europese programma’s. Dit onderdeel van het project wordt uit andere dan Europese financieringsbronnen gesubsidieerd.
4.2
Organisatie herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg
De ontwikkeling van het herinrichtingsplan voor de Kop van de Willemsweg staat onder leiding van de projectontwikkelaar van de Directe Wijk en Stad, de heer M. Wienstjes. De uitvoering van het project vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de centrale projectontwikkelaar, die zorg draagt voor het financiële beheer van het project en de kostenverantwoording richting de (EU) subsidieverstrekkers. In dat kader worden activiteiten ondernomen op het gebied van administratie en rapportage. Een centrale projectleider van het projectbureau van de Directie Grondgebied heeft de leiding over de uitvoering van de werkzaamheden en verzorgt de coördinatie daarvan. Voor de herinrichting van de Kop Willemsweg wordt binnen de gemeente een projectteam samengesteld waarin vanuit alle betrokken afdelingen medewerkers zijn vertegenwoordigd (o.a. openbare ruimte, milieu, cultuur sport en recreatie, stadsbedrijven, stedelijke ontwikkeling). Het projectteam is verantwoordelijk voor: • Projectvoorbereiding • Afstemming/monitoren voortgang activiteiten • Projectbeheer en voortgang (informatie overdracht en rapportage aan het Doelstelling 2 programmamanagement) • Administratie • Communicatie • Evaluatie De centrale projectleider is verantwoordelijk voor het aansturen van bovenstaande activiteiten en de werkzaamheden op locatie. De administratie wordt aangestuurd door een projectcontroller. Voor de communicatieactiviteiten is de communicatieadviseur van de gemeente betrokken.
4.3 • •
Projectlocatie
De fysieke herinrichtingsmaatregelen vinden plaats aan de Kop van de Willemsweg. Een kaartje van het plangebied is opgenomen in Bijlage 2. Het Investeringsfonds, de Investerings- en Huurdervingsregeling hebben betrekking op de Willemsweg te Nijmegen. In het plangebied in bijlage 2 is de Willemsweg aangeduid.
21
4.4
Planning en looptijd
Het project kent een looptijd van 27 juni 2005 tot en met 30 september 2008. De fasering ziet er globaal als volgt uit: Najaar 2005: • uitwerken subsidieaanvraag EFRO • overleg gemeente met ondernemers t.a.v. keuzes • aanbesteding accountmanager • concept investeringsregeling uitwerken Eerste halfjaar 2006 • plannen in detail uitwerken, opstellen definitief ontwerp herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg • werkbezoek afleggen bij andere gemeenten in verband met voorbeelden van investeringsregelingen (bijv. Amsterdam, stadsdeel Zeeburg) • start werkzaamheden accountmanager • werving ondernemers voor deelname aan regelingen • operationalisatie Investeringsfonds en regelingen. De verwachting is dat de fase van operationalisatie van zowel het Investeringsfonds als de Investerings- en Huurdervingsregelingen medio 2006 kan worden afgerond, waarna de verstrekking van leningen en subsidies van start kan gaan. Tweede halfjaar 2006 • aanbesteding en opdrachtverlening aannemers voor aanpak openbare ruimte kop Willemsweg • start kredietverlening Investeringsfonds • start subsidieverlening Investerings- en Huurdervingsregeling 2007 • uitvoering werkzaamheden aanpak openbare ruimte kop Willemsweg • kredietverlening Investeringsfonds • subsidieverlening Investerings- en Huurdervingsregeling 2008 • kredietverlening Investeringsfonds • subsidieverlening Investerings- en Huurdervingsregeling September 2008 • Afronding Voor de Investeringsregeling- en Huurdervingsregeling kunnen tot uiterlijk september 2008 aanvragen worden ingediend. In verband met afrekening van het programma eind 2008. Wat betreft het Investeringsfonds is het uitgangspunt dat het kapitaal van het Investeringsfonds binnen een beperkte periode wordt uitgeleend, uiterlijk in 2007. De kredieten moeten binnen een periode van vijf jaar worden afgelost. Dit betekent dat de laatste aflossingen van de in de eerste fase verstrekte kredieten uiterlijk in 2012 kunnen binnenkomen. Voor het beheer van het fonds zijn binnen dit voorstel echter slechts tot eind 2008 middelen in de begroting opgenomen. Dit heeft te maken met de maximale looptijd die het project in het kader van het Doelstelling-2 programma kan hebben. Om het beheer van het fonds ook in de periode 2009-2012 te verzekeren zal in die periode een deel van de rente-inkomsten van het fonds worden ingezet.
22
5
Financiële gegevens
5.1
Begroting Stimulering economie Willemsweg
Alvorens de begroting kan worden opgesteld begrotingsuitgangspunten uitgewerkt. De begroting componenten. 1. • • • 2. • • 3. • • 4. 5. 6.
wordt eerst valt uiteen in
een aantal verschillende
Het Investeringsfonds Bedrijfspanden Maximale lening per aanvraag: € 20.000 Verwacht aantal aanvragen: 25 (op 44 ondernemers is 68%) Verwachte aflossing: 60% Investeringsregeling Bedrijfsmiddelen maximale subsidie per aanvraag: € 10.000 Verwacht aantal aanvragen: 20 (op 44 ondernemers is 45%) Huurdervingsregeling Maximale subsidie per aanvraag: € 4.500 Verwacht aantal aanvragen 10 (op 44 ondernemers is 23%) Promotie en publiciteit Inzet accountmanager Projectmanagement en secretariaat, o.a. belast met operationalisatie en uitvoering van het project.
Toelichting begroting • Kapitaalaanleg revolving fonds in totaal 500.000 euro, verspreid over 2,5 jaar • Subsidiepercentage EFRO is 50% behalve voor de investeringsregeling, daar is het interventiepercentage 15% aangezien daar sprake is van directe bedrijfssteun. Het investeringsfonds is een instrument dat indirect bijdraagt aan de versterking van het bedrijfsleven aangezien er alleen kredieten worden verleend. De kredieten worden door de ondernemers met rente terugbetaald. Daardoor bedraagt het totale interventiepercentage EFRO 41%. • In de uitvoering worden de kredieten die worden verstrekt via het investeringsfonds en de subsidies via de investeringsregeling en de huurdervingsregeling apart geadministreerd. Op voorhand vindt een toets plaats op de noodzaak van het krediet en/of de subsidie. • Kosten voor beheer van het Investeringsfonds bedragen maximaal 5% van de kapitaalinleg per jaar. • Totale kosten voor management en beheer van zowel het Investeringsfonds als de beide regelingen bedragen niet meer dan 10% van de subsidiabele kosten. Zie begroting Stimulering Economie Willemsweg op de volgende pagina. De totale kosten worden geraamd op € 1.001.284,10 waarvan € 948.461,10 als subsidiabel kunnen worden aangemerkt. De gemeente Nijmegen heeft op dit moment een tekort in de financiering van het project. Conform het toetsingskader Nijmegen Kanaalgebied wordt voor dit tekort een beroep gedaan op de EFRO middelen. De gevraagde EFRO bijdrage voor dit deelproject is € 404.230,55. In bijlage 5 is tevens een financiële perioden planning aangegeven.
23
24
Specificaties EFRO bijdrage
PR en communicatie brochure voorlichtingsbijeenkomsten
100*5 2 bijeenkomsten van 25 personen, 35 euro pp
advertenties
3*1500
inzet ontwikkelen materiaal en voorlichting
60 uur a 75 euro per uur
€ 500,00 € 1.750,00 € 4.500,00 € 4.500,00 € 11.250,00
25
5.2
Begroting herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg
Op basis van bovenstaande begroting worden de totale kosten voor de Herinrichting van de Willemsweg geraamd op € 320.431,- inclusief BTW, deze zijn volledig als subsidiabel aan te merken (NB. de afronding zoals opgenomen in onderstaande tabellen is als niet subsidiabel aangemerkt). De gemeente Nijmegen heeft op dit moment een tekort in de financiering van het project. Conform het toetsingskader Nijmegen Kanaalgebied wordt voor dit tekort een beroep gedaan op de EFRO middelen. De gevraagde EFRO bijdrage voor dit deelproject is € 144.193,95. In bijlage 5 is tevens een financiële perioden planning aangegeven.
26
Specificaties - Hoofdblad
27
Specificaties – voorblad (geeft een nadere verbijzondering verzamelposten hoofdblad)
28
Specificatie ureninzet
29
5.3
Financiering
Hierna volgt een overzicht van de financiële dekking van beide subsidie aanvragen:
30
5.4
Begrotingstekort
De realisatie van dit project – en de daarop gebaseerde subsidie aanvragen is mede afhankelijk van een EFRO bijdrage. Binnen de huidige begroting is er onvoldoende dekking voor beide subsidie aanvragen. Een eventuele subsidietoekenning zal ertoe leiden dat dit project versneld en in samenhang uitgevoerd kan gaan worden. Om de begroting sluitend te krijgen, wordt derhalve een bijdrage gevraagd uit het EFRO.
31
Bijlage 1
Schetsontwerp Herinrichting Kop Willemsweg.
32
Bijlage 2 Kaart plangebied
33
Bijlage 3 Criteria Investeringsfonds en Investerings cq. Huurdervingsregeling In deze bijlage worden de criteria voor deelname en de toetsingscriteria van het Investeringsfonds, de Investeirngsregeling en de Huurdervingsregeling benoemd. Ook worden enkele aanvullende randvoorwaarden benoemd. Tijdens de operationalisatiefase zullen deze criteria nader worden uitgewerkt en vastgelegd in de vorm van toetsingskaders etc. Selectiecriteria voor deelname Ondernemingen komen in aanmerking voor financiering uit het Investeringsfonds of de Investerings- en huurdervingsregeling indien: • bij de onderneming niet meer dan 50 personen werkzaam zijn; • het bedrijf levensvatbaar is en ingeschreven als onderneming; • stichtingen en verenigingen komen niet in aanmerking, er moet sprake zijn van een onderneming in juridische zin. • de onderneming is gevestigd aan de Willemsweg in Nijmegen of wil zich daar vestigen. • het bedrijf beschikt over de benodigde vergunningen. Wanneer een verhuurder een aanvraag indient gelden de voorgaande eisen voor de onderneming die in het pand gevestigd is of gevestigd wordt. Voor de verhuurder geldt de eis dat deze als rechtsvorm is ingeschreven en dat de verhuurder BTW-plichtig is en/of in de aanvraag verklaart dat hij het desbetreffende pand minimaal voor de duur van de eerstkomende 5 jaar aan een onderneming zal verhuren. In de regeling die wordt opgesteld, zullen de regels hieromtrent nader worden omschreven voor de verschillende projectonderdelen. Toetsingscriteria voor financiering • De economische levensvatbaarheid van de onderneming moet worden vastgesteld: o op het niveau van het ondernemerschap c.q. de persoon van de(door)starter, bestaande ondernemer. o op het niveau van de bedrijfsmatigheid van het initiatief c.q. plan. • Alleen legale initiatieven, in overeenstemming met de wet komen in aanmerking. • De ondernemer moet er als persoon een solide financiële handelswijze op nahouden. Referenties worden indien nodig opgevraagd om de financiële betrouwbaarheid te toetsen. • De onderneming kan niet op een andere wijze in de financiering voorzien. Dit kan onder andere aangetoond worden aan de hand van een formele afwijzing van een financieringsaanvraag van andere partijen (zoals bank of Bbz-afwijzing). Wel kan de toegekende aanvraag als voorportaal van Bbz dienen. • De financiering krediet mag geen betrekking hebben op sanering van schulden, dan wel op een afbouw van de bedrijfsactiviteiten. De financiering moet bovendien betrekking hebben op investeringen in het bedrijf, c.q. bedrijfsmiddelen en niet op financiering van een, in principe, privédoel van de ondernemer in kwestie. Daartoe zal bij de beoordeling van de aanvragen niet alleen om een ondernemingsplan worden gevraagd, maar ook om een investerings- of kostenbegroting die zicht geeft op de aanwending van de subsidie of de lening. Voor de investeringsregeling bedrijfsmiddelen en de huurdervingsregeling geldt daarbij tevens het volgende criterium: • Het maximumbedrag aan subsidie dat verstrekt kan worden bedraagt per ondernemer € 100.000,- in een periode van drie jaar.
34
5.4.1
Aanvullende randvoorwaarden
Eigendomsverhoudingen Investeringsfonds Binnen het Investeringsfonds moet een onderscheid worden gemaakt in de doelgroep en de uiteindelijke eindbegunstigde die financiering ontvangt. De doelgroep van het fonds bestaat uit ondernemingen. Dit is vanuit het EFRO ook gerechtvaardigd en van belang. Een aanvraag voor financiering uit het fonds moet bijdragen aan de versterking van de in het pand gevestigde of te vestigen onderneming. Aangezien een bedrijfspand niet altijd in het bezit is van de onderneming kan deze zowel huurder als eigenaar van het pand zijn. De opzet van het Investeringsfonds houdt rekening met de feitelijke eigendomssituatie van de panden aan de Willemsweg: het merendeel van de ondernemers huurt de panden van grote vastgoedorganisaties. Eigenaren/verhuurders worden echter niet uitgesloten van het aanvragen van financiering. Om ervoor te zorgen dat de investeringen in het bedrijfspand dan toch ten goede komen aan de onderneming wordt een aanvullende voorwaarde gesteld: • In het geval er een verschil is tussen eigenaar en huurder, is de onderneming die het pand in de huidige of toekomstige situatie huurt, het uitgangspunt. In dat geval kan bijvoorbeeld financiering worden verleend voor een investering die aantoonbaar bijdraagt aan de versterking van de in het pand gevestigde of te vestigen onderneming. Daarop wordt getoetst bij de aanvraag voor financiering (krediet) uit het fonds. Overdracht panden en bedrijfsmiddelen Als een vastgoedeigenaar een investeringskrediet of investeringssubsidie ontvangt, moet deze tenminste vijf jaar eigenaar blijven. Verkoopt hij het pand eerder, dan zal een (deel van) het verstrekte investeringskrediet of de investeringssubsidie naar rato worden teruggevorderd. Als de ondernemer een investeringskrediet of investeringssubsidie ontvangt moet deze zijn onderneming ten minste drie jaar ter plaatse voortzetten. Het bedrijfsmiddel waarvoor de investeringssubsidie verstrekt is, moet ook ten minste drie jaar beschikbaar blijven voor de onderneming. Zo niet, dan wordt (een deel van) de subsidie teruggeëist.
35
Bijlage 4 Programma van eisen accountmanager Doelstelling Het ontwikkelen en versterken van de Kop Willemsweg tot een prettig en veilig winkelen verblijfsgebied met voldoende economische potentie om duurzaam in stand te blijven. Opdracht 1. Maken van een uitvoerend economisch gebiedsplan waarin is uitgewerkt : • de gewenste branchering, • de gebiedspromotie; • de economische positionering van de Kop Willemsweg. 2. Het leveren van een gebieds-/accountmanager voor maximaal 16 uur per week voor de duur van twee jaar. Deze gebiedsmanager dient het volgende te realiseren: • Op basis van het gebiedsplan ondersteunen van zittende en nieuwe ondernemers in hun bedrijfsuitvoering en adviseren over ondernemingsplannen; • In samenwerking met vastgoedeigenaren acquireren van nieuwe ondernemers die passen in het brancheringsplan; • In samenwerking met de ondernemers opzetten van promotionele acties; • Adviseren over de gebiedsgerichte subsidieregelingen in het kader van het EFRO-project en het ondersteunen van ondernemers bij het indienen van subsidieaanvragen Start Met het economisch gebiedsplan kan onmiddellijk na aanvaarding van de opdracht worden gestart. Het plan dient gereed en door de gemeente vastgesteld te zijn uiterlijk voor 1 juni 2006. De start van de werkzaamheden van de gebiedsmanager is voorzien per 1 mei 2006.
36
Bijlage 5 Begroting per periode Stimulering Economie Willemsweg
37
Herinrichting openbare ruimte Kop Willemsweg
38