Mededelingen ten behoeve van commissies en de gemeenteraad
Datum Onderwerp Portefeuillehouder
: 16 februari 2012 : Transitie jeugdzorg : W.A.G. Hillenaar
Naam van de afdeling Contactpersoon: Telefoon: E-mail: Verzonden
: RMO/welzijn : Q. Bosch – van Hest : 0485-396617 :
[email protected] : 16 februari 2012
Aanleiding: Op 14 februari 2012 heeft ons college ingestemd met de startnotie transitie jeugdzorg Brabant Noordoost. Wij brengen u hiervan graag op de hoogte. Inhoud mededeling: Aanleiding Gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering van de gehele jeugdzorg voor kinderen, jongeren en hun opvoeders (transitie jeugdzorg). Het gaat daarbij niet alleen om het verleggen van (financiële) verantwoording maar ook om transformatie van het huidige jeugdzorgsysteem. In het regeerakkoord kabinet Rutte I is afgesproken dat de jeugdzorg uiterlijk in 2015 overgeheveld is naar gemeenten. Door de verschillende domeinen van jeugdzorg onder verantwoordelijkheid van de gemeente bij elkaar te brengen rond de plaatsen waar jeugdigen en gezinnen vaak komen, zal ondersteuning dicht bij huis gemakkelijker tot stand komen. Het wordt de taak van de gemeente om een samenhangende (gespecialiseerde) zorgstructuur te organiseren waarbij de opvoeding niet overgenomen wordt, maar zoveel mogelijk wordt versterkt. Deze gespecialiseerde jeugdzorg moet naadloos aansluiten op de jeugdtaken waar de gemeente nu al verantwoordelijk voor is, dat hun preventieve jeugdbeleid op orde moeten zijn en CJG’s gestart moeten zijn om te kunnen fungeren als frontoffice. Een sterke en positieve basis voor jeugdigen en hun ouders wordt bereikt door het versterken van informele steun van sociale netwerken (civil society) en de algemene voorzieningen. Voor jeugdigen en ouders die dit tijdelijk niet lukt moeten we de toegang tot (gespecialiseerde) jeugdzorg organiseren. Als ouders de opvoeding (tijdelijk) niet goed willen of kunnen vormgeven, kan de opvoeding (tijdelijk) worden overgenomen. Beoogd effect Het doel van de transitie van de jeugdzorg is om gemeenten in staat te stellen om jeugdigen en opvoeders in een vroegtijdig stadium, snel en zo licht mogelijk te ondersteunen en te helpen bij het opgroeien en opvoeden tot volwassen en zelfstandige burgers in de context van hun leefomgeving. Om welke taken gaat het? Provinciale jeugdzorg ( kindertelefoon, diagnostiek, indicatiestelling, casemanagement, advies en AMK) Gesloten jeugdzorg (dit valt onder de provinciale) Jeugdreclassering
1
Jeugdbescherming Jeugd GGZ ( PGB, AWBZ gefinancierd en gefinancierd via de Zorgverzekeringswet) Jeugd LVG (Zorg voor Licht verstandelijk gehandicapte) en PGB- Jeugd LVG. Het te doorlopen tijdpad ziet er als volgt uit: 1 januari 2013: jeugd LVG 1 januari 2015: jeugd-GGZ en provinciale jeugdzorg 1 januari 2016: jeugdbescherming en –reclassering Financieel kader Er komt een wettelijk kader en één financieringsstructuur voor de jeugdzorg. De planning van het wettelijk kader zal in november/december 2012 zijn afgerond. Invoeringsdatum is door het rijk gepland per 1-1-2014. De jeugdbescherming en jeugdreclassering komen uiterlijk per 1-12016 naar de gemeenten. Deze decentralisatie gaat gepaard met een taakstelling of efficiencykorting van 300 miljoen landelijk en de invoering van een eigen bijdrage voor sommige vormen van jeugdzorg. De exacte verdeelsleutel van de middelen per gemeente of regio is nog niet bekend; dit komt in het wettelijke kader. Op dit moment gaat er landelijk 3,5 miljard euro om in de jeugdzorg. Bij vertaling van het budget naar het aantal jeugdigen gaat het om een budget voor Noordoost Brabant van ongeveer 128 miljoen euro. Voor onze gemeente zal het om een bedrag van ruim 4 miljoen euro. In totaal zal het voor het Land van Cuijk om een bedrag van ongeveer 14 miljoen euro gaan. Samenwerking Op schaal van Brabant Noordoost (4 subregio’s en 20 gemeenten) is al langer een effectieve samenwerking rondom jeugd actief. Dit is zowel op bestuurlijk (portefeuillehouders jeugd) als op ambtelijk niveau. Samenwerking op deze schaal is daarom het meest voor de hand liggend om de transitie jeugdzorg vorm te geven. Tevens zijn er op dezelfde schaal meerdere effectieve overlegstructuren (arbeidsmarktbeleid, jeugdwerkloosheid, RBL BNO) waardoor deze samenwerking verder wordt verstevigd. Ook veel jeugdzorginstellingen zijn op de schaal van Noordoost georganiseerd. Hierdoor is het gemakkelijker om gezamenlijke afspraken te maken. Inhoudelijk is het nodig om voldoende robuust volume te creëren en voldoende specialistische jeugdzorg over te houden en te bundelen. Sommige gemeenten en regio’s zijn te klein om voldoende volume te creëren en specialisatie te behouden. Er is een ambtelijk aanjaagteam opgericht dat de inhoudelijke vormgeving voor haar rekening neemt. De gemeenten Den Bosch en Oss leveren een projectleider voor het aanjaagteam om de kar te trekken. Om de krachten te bundelen hebben de gemeenten Land van Cuijk besloten samen te werken in de transitie jeugdzorg. Onze gemeente is kartrekkende gemeente voor de transitie jeugdzorg Land van Cuijk en levert de vertegenwoordiging namens het Land van Cuijk aan het aanjaagteam. Door het beschikbaar stellen van ambtelijke capaciteit per gemeente kan het proces van de transitie jeugdzorg op schaal van Noordoost Brabant vlot getrokken worden. Om dit te realiseren zal door onze gemeente een extern projectleider Land van Cuijk worden ingehuurd, welke bekostigd wordt uit de invoeringsmiddelen die de 5 gemeenten van het Land van Cuijk ontvangen voor de implementatie en uitvoering van de transitie jeugdzorg. De startnotitie In de startnotitie is het rijksbeleid, het proces, de processtappen, de processtructuur en het commitment om dit samen te doen beschreven. Tevens is in de startnotitie een aantal inhoudelijke uitgangspunten geformuleerd die resulteren in een visiedocument, plan van aanpak in 2012. In 2013 wordt vervolgens gewerkt aan het uitvoerings- en implementatieplan. Voor de ‘Startnotitie Transitie Brabant Noordoost’ verwijzen wij u naar bijlage I.
2
Overige decentralisaties Binnen onze gemeente en het Land van Cuijk wordt afgestemd en gekeken naar de samenhang met de andere twee transities: Wet Werken Naar Vermogen en AWBZ. Daarnaast is het belangrijk af te stemmen met de wetswijziging Passend onderwijs. Procedurele informatie: De transitie jeugdzorg is een belangrijk item in de komende jaren. De gemeenteraad moet de ontwikkeling kunnen volgen en, op het moment dat er beleidsinhoudelijke keuzemomenten zijn, bij de beleidsvoorbereiding betrokken worden. In overleg met het presidium zal een presentatie tijdens een thema-avond van de gemeenteraad worden gepland. Tegelijkertijd is het aanjaagteam aan de slag om het visiedocument te formuleren. Vervolgens zal deze visie worden voorgelegd aan het poho welzijn Land van Cuijk en de colleges en raden. Na vaststelling van dit visiedocument wordt er een uitvoering- en implementatieplan opgesteld. Om u op de hoogte te houden van de vorderingen die het aanjaagteam maakt, zal er regelmatig een nieuwsbrief verschijnen. De eerste nieuwsbrief treft u in de bijlage aan. Bijlage: Bijlage I Startnotitie Transitie Brabant Noordoost Bijlage II Nieuwsbrief jeugdzorg Noordoost Brabant
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Cuijk P.M. van de Koolwijk secretaris
mr. W.A.G. Hillenaar burgemeester
3
1
Startnotitie Transitie Jeugdzorg Brabant Noordoost. ( 13 oktober 2011)
Aanjaagteam Noordoost Brabant Gemeente Den Bosch- Romy van den Hogen Gemeente Schijndel- Toon Boselie Gemeente Oss- Hanny van de Moosdijk Provincie Noord Brabant- Heidi van Cuijk
Startdocument Transitie Jeugdzorg april 2011
2
Inhoud: Inleiding 1.
Startnotitie
2.
Rijksoverheid
3.
-
regeerakkoord Kabinet Rutte I
-
concept bestuursakkoord van 5 april 2011
Provinciale overheid -
Transitie Agenda van de provincie
4.
Regionale samenwerking in Noordoost
5.
Proces en processtappen
5.1
Organisatie van het proces
6.
-
Ambtelijke organisatie
-
Bestuurlijke organisatie
-
Wat betekent de Transitie voor gemeenten?
-
Inzet bestuurlijk
-
Inzet ambtelijk
Uitgangspunten voor Brabant Noordoost voor de Transitie Jeugdzorg
Tot slot :Advies aan het RBO- jeugd Noordoost Brabant.
Bijlagen: 1.
Inventarisatie lokaal beleid per subregio.
2.
Raakvlakken transitie jeugdzorg met overige ontwikkelingen, passend onderwijs, regeling
onderkant arbeidsmarkt, decentralisatie AWBZ zorg.
Startdocument Transitie Jeugdzorg april 2011
3
Inleiding Gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering van de gehele zorg voor kinderen, jongeren en hun opvoeders. Door de verschillende onderdelen van jeugdzorg onder verantwoordelijkheid van de gemeente bij elkaar te brengen rond de plaatsen waar jeugdigen en gezinnen vaak komen zal ondersteuning dicht bij huis gemakkelijker tot stand komen. Het gaat niet alleen om het verleggen van verantwoordelijkheden en financiering maar ook om het opnieuw vormgeven van het stelstel van ondersteuning en zorg voor jeugdigen en hun opvoeders. Het stelsel van zorg voor jeugdigen en opvoeders moet doelmatiger en doeltreffender worden vormgegeven. Het huidige stelstel is te ingewikkeld, kind- en ouderonvriendelijk en te duur geworden. 1.
Startnotitie
In deze startnotitie is de Transitie van de Jeugdzorg beschreven vanuit de invalshoek van gemeenten in Noordoost Brabant in opdracht van het Regionaal bestuurlijk Overleg Noordoost Brabant van 13 december 2010. Naast een stand van zaken van alle ontwikkelingen op iedere bestuurslaag wordt er ook een start gemaakt om te komen tot een gezamenlijke inhoudelijke invulling van dit proces. Het is de bedoeling is dat deze startnotitie door de regio Noordoost Brabant op 9 juni 2011 ( kartrekkers subregio’s) wordt onderschreven om vervolgens in het breed bestuurlijk overleg van Noordoost Brabant (20 gemeenten) door alle gemeenten te worden vastgesteld. Bijgaande startnotitie wordt het spoorboekje voor Noordoost om tot een gezamenlijke gedragen regiovisie te komen op de Transitie van de Jeugdzorg die onze regio richting geeft voor de komende jaren.
2.
Rijksoverheid
Regeerakkoord kabinet Rutte I Hierin is geformuleerd dat wordt gestreefd om alle vormen van jeugdzorg uiterlijk in 2015 over te hevelen naar de gemeenten. Er komt een (ander?) financieringssysteem voor jeugdzorg. Verder is besloten om een efficiencykorting van 300 miljoen door te voeren. De Centra voor jeugd en gezin (CJG’s) gaan na de overheveling dienen als frontoffice voor alle jeugdzorg van de (samenwerkende) gemeenten. Naast een bezuiniging wordt jeugdzorgbreed een eigen bijdrage ingevoerd (o.a. bij uithuisplaatsingen en extramurale jeugdzorgverlening). Het samenbrengen van gesubsidieerde jeugdzorg en verzekerde jeugdzorg, AWBZ en Zorgverzekeringswet, in een financieringsstroom moet nog nader uitgewerkt worden.
Startdocument Transitie Jeugdzorg april 2011
4 Om welke taken gaat het ? Provinciale jeugdzorg Gesloten jeugdzorg Jeugdreclassering Jeugdbescherming Jeugd GGZ (AWBZ gefinancierd en via de Zorgverzekeringswet) PGB- jeugd GGZ Zorg voor Licht verstandelijk gehandicapte (Jeugd LVG) en PGB- Jeugd LVG. Concept bestuursakkoord 5-4-2011 De opdracht aan gemeenten wordt vastgelegd in een nieuw wettelijk kader dat recht doet aan de beleidsvrijheid van gemeenten maar jeugdigen en opvoeders wel de ondersteuning garandeert die nodig is. De voorkeur van het rijk en de VNG ligt bij een decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds. De jeugdzorgbrede eigen bijdrage wordt nog nader onderzocht. De afzonderlijke gemeenten worden direct financieel verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdzorg. Op deeltaken is voldoende bestuurskracht door samenwerking nodig. Dit betreft bijvoorbeeld gezamenlijke inkoop en samenwerking voor nader te benoemen specifieke doelgroepen/zorgvormen. Er worden voorwaarden voor bestuurlijke samenwerking ontwikkeld. Rijk en gemeenten hebben afgesproken dat bepaald wordt welke specifieke groepen, specifieke maatregelen of condities bij overheveling nodig hebben. Uitgangspunt is en blijft dat er geen verkokering in stand wordt gehouden. Er vindt nog onderzoek plaats naar de positionering van de jeugdgezondheidszorg. Voor jeugdbescherming en jeugdreclassering is afgesproken dat de transitie 1 jaar later plaatsvindt namelijk per 2016. Er worden eerst kwaliteitsafspraken ontwikkeld en vastgelegd. Om handen en voeten te geven aan de vernieuwing in de jeugdzorg kunnen gemeenten en provincies experimenteren en ervaring opdoen. De Wet voor? de Centra Jeugd en Gezin bevat een experimenteerartikel met mogelijkheden om af te wijken van de Wet op de jeugdzorg. Wat komt er nu exact wanneer ? Volgens de meest recente afspraken tussen het rijk en de VNG zal in de periode van 2014 tot en met 2016 fasegewijs de ambulante hulp overgaan, de dag- en residentiële hulp, de overige onderdelen van de provinciale jeugdzorg (kindertelefoon, diagnostiek, indicatiestelling, casemanagement, advies en meldpunt kindermishandeling), de jeugd-ggz en jeugd-LVG en gesloten jeugdzorg. Zoals hiervoor gemeld zal de jeugdbescherming en jeugdreclassering uiterlijk 2016 overgaan. 3.
Provinciale overheid
De rol van de provincie Noord-Brabant binnen de jeugdzorg is, naast het regelen en leveren van het recht op jeugdzorg, ook het organiseren van het netwerk rondom jeugd. Ook in Noord- Brabant is de vraag naar jeugdzorg in 2008 en 2009 gegroeid. De provincie Noord-Brabant wil zich richten op vermindering van de groei en daling van de vraag naar geïndiceerde jeugdzorg. Via het convenant “Oost West, Thuis best” hebben gemeenten in Brabant samen met de provincie hierover afspraken
Startdocument Transitie Jeugdzorg april 2011
5 gemaakt. Hiervoor heeft de provincie Noord-Brabant ook middelen beschikbaar gesteld via de Regionale Actieplannen (Rap’s). Voor Noordoost Brabant (excl. Den Bosch) is dit een bedrag van € 2.526,480,00, beschikbaar gesteld en in te zetten in 2011 en 2012. De gemeenten in onze regio zijn hiermee aan zet om het lokale hulpaanbod te versterken in regionaal verband. Dit doen zij door: versterken van het lokale veld; toegankelijker maken van geïndiceerde jeugdzorg; zorgprogramma’s. Het spreekt voor zich dat de Regionale Actieplannen een vingeroefening zijn op weg naar de Transitie van de totale Jeugdzorg ( inclusief jeugd-GGZ en jeugd Lvg). Transitieagenda provincie Zoals door het rijk besloten, wordt de jeugdzorg van de provincie overgedragen aan gemeenten. In Noord-Brabant wil de provincie dit doen door afspraken vast te leggen in een Regionale Transitieagenda. In deze agenda staan afspraken over aard en tempo van de overdracht van taken en bevoegdheden richting gemeenten. In de notie Transitie Jeugdzorg Noord Brabant ( “Samen uit, samen thuis”) is een aantal uitgangspunten vastgelegd over de wijze waarop dit proces het best samen kan worden opgepakt.
Elke gemeente realiseert ambtelijke en bestuurlijke inzet voor het transitieproces.
Ambtelijk worden regionale “Aanjaagteams” geformeerd. Zowel gemeenten als provincie leveren daartoe capaciteit. Bestuurlijk opdrachtgeverschap wordt belegd bij de RBO’s
De overheden vertrekken vanuit het uitgangspunt “Samen uit, samen thuis”. Brabantbreed wordt hiertoe een bestuurlijke en ambtelijke regiegroep geformeerd.
De provincie is en blijft op basis van de huidige wetgeving verantwoordelijk voor de kwaliteit en toegankelijkheid van de jeugdzorg tijdens de transitie. De provincie wil via deze 4 regionale aanjaagteams (vallend onder de RBO’s) sturing geven aan dit transitieproces. Verder wordt geadviseerd om regionale masterclasses te organiseren zowel voor bestuurders als ambtelijk. De uiteindelijke bedoeling is tot een gedragen visie op de Transitie van Jeugdzorg te komen per regio. Door de processtructuur van de provincie kan zij Brabantbreed de ontwikkelingen volgen. Ook regio’s ( kartrekkers/aanjaagteams) kunnen van elkaar leren om het traject tot visie en daarna inhoudelijk vorm te geven. 4.
Regionale samenwerking in Noordoost Brabant
Regionale samenwerking op het gebied van jeugdbeleid is in de regio Brabant Noordoost vormgegeven in het Regionaal Bestuurlijk Overleg jeugd. De voorzitters van de subregionale overleggen jeugd komen eenmaal per kwartaal samen om de regionale ontwikkelingen te bespreken. Er zijn vier subregio’s die allemaal een kartrekker hebben. De regio’s zijn subregio Land van Cuijk, subregio Uden/Veghel, subregio Maasland, subregio De Meierij . Sinds 2011 is de gemeente Schijndel voorzitter van het RBO Jeugd. Startdocument Transitie Jeugdzorg april 2011
6 In het Regionaal bestuurlijk Overleg van 13 december 2010 is het convenant “Oost west thuis best” (Rap) getekend door de gedeputeerde en bestuurders uit de regio Noordoost. Tevens heeft het RBO Noordoost een besluit genomen om: het grote belang van de Transitie Jeugdzorg te onderkennen, voor de regio Brabant Noordoost te onderzoeken en nader in beeld te brengen de gemeenten Den Bosch en Oss als kartrekkers voor onze regio te benoemen; deze opdracht in het regionaal bestuurlijk overleg tijdens haar structurele vergadering te bespreken. 5.
Proces en processtappen voor Noordoost
Er komt een omvangrijk takenpakket richting gemeenten. Fasering in tijd is nodig en wenselijk. Het proces is complex, de materie ingewikkeld, de belangen groot. De organisatie van het transitieproces hebben wij in onderstaande stappen globaal inzichtelijk gemaakt (proces, acties). Bijstelling op grond van rijksbeleid zal nodig blijven. De stappen in de besluitvorming via RBO’s en vervolgens in de colleges van de individuele gemeenten vragen veel tijd en draagvlak bij al die gemeenten. Hiervoor is commitment nodig van iedere individuele gemeente groot of klein;de betrokken portefeuillehouders en ambtelijke medewerkers van iedere gemeente. Het leidend (inhoudelijk) belang om goede zorg voor ieder kind, elke jeugdige en elke opvoeder in ieders eigen gemeente te organiseren zal iedere bestuurder en ambtenaar motiveren.
Processtap
actie
Periode
Oriëntatie en onderzoeksfase
Startnotie vaststellen
April 2011 t/m oktober 2011
Besluitvorming
RBO van 9 juni 2011 (smal)
RBO
RBO van oktober 2011(breed)
Besluitvormingsfase
Vaststelling van de startnotitie
Individuele gemeenten
door alle 20 colleges/
Oktober t/m december 2011
informatie gemeenteraden Beleidsvormingsfase
Informatiebijeenkomsten
Oktober t/m december 2011
ambtelijk en bestuurlijk voor Noordoost tbv de visievorming Komen tot Visiedocument +
Januari 2012 t/m juni 2012
plan van aanpak Pilot mogelijkheden onderzoeken als aanvulling verdieping RAP Besluitvormingsfase
Visiedocument vaststellen
RBO
RBO van…. 2012(smal) RBO van……. 2012(breed)
Startdocument Transitie Jeugdzorg april 2011
Juli t/m oktober 2012
7 Besluitvormingsfase
Vaststelling van het
Individuele gemeenten
visiedocument +plan van aanpak
Oktober t/m december 2012
door alle 20 colleges van B&W/ info gemeenteraden Uitvoerings-
Uitvoerings- en
implementatiefase
implementatieplan
Besluitvormingsfase
Uitvoerings- en
RBO
implementatieplan vaststellen
1 januari 2013 t/m juni 2013
RBO van…. 2012(smal) RBO van……. 2012(breed) Besluitvormingsfase
Vaststelling van het uitvoerings-
Oktober 2013 t/m december
Individuele gemeenten
implementatieplan door alle 20
2013
colleges van B&W/info gemeenteraden Invoeringsfase
Onderhandelen en afspraken
1 januari 2014 t/m december
maken met zorgaanbieders.
2014
Begrotingsgevolgen inzichtelijk voor de behandeling November 2013- voor 2014; november 2014- voor 2015 Financieel administratief organiseren Feitelijke overdracht
5.1
1 januari 2015
Organisatie van het proces
Zoals aangegeven is het RBO (20 gemeenten) in Noordoost opdrachtgever. Het “aanjaagteam” Noordoost is de opdrachtnemer. Ambtelijke organisatie Via het (ambtelijk) aanjaagteam waarin de provincie is vertegenwoordigd zullen de gemeente Schijndel en de gemeenten Den Bosch en Oss ( kartrekkers) de acties, zoals geformuleerd bij de processtappen, voorbereiden en terugkoppelen naar de bestuurlijke overleggen. Alle subregio’s zijn ambtelijk vertegenwoordigd in het Aanjaagteam. Deze trekkers van de subregio informeren en stimuleren de gemeenten in hun regio. Indien daar ondersteuning bij gewenst is geven zij dit door aan het aanjaagteam. De ambtelijke medewerkers van iedere individuele gemeente zorgen zelf voor het voorleggen van de voorstellen aan hun college van burgemeester en wethouders. De gemeenten Den Bosch en Oss nemen deel aan de overlegstructuur zoals de provincie heeft opgesteld voor de Transitie Agenda. Via dit overleg en via deelname van een provinciale Startdocument Transitie Jeugdzorg april 2011
8 medewerker zal terugkoppeling richting provincie plaatsvinden. Het aanjaagteam maakt al gebruik van de deskundigheid van het jeugdzorgveld. Niet in een formeel bestuurlijk overleg maar om beeld en grip te krijgen op de materie. Bestuurlijke organisatie De kartrekkende gemeenten Den Bosch en Oss overleggen regelmatig. De bestuurders bewaken de voortgang van het aanjaagteam en lossen bestuurlijk eventuele knelpunten op die het aanjaagteam tegen komt. De RBO’s (opdrachtgevers) worden via de reguliere vergaderingen geformeerd door de kartrekkende gemeenten (via het aanjaagteam). De gemeente Den Bosch overlegt met de provincie via het B5 overleg, voor de Transitie Agenda is de B5 uitgebreid met de gemeenten Oss en Roosendaal (zogenaamde Regiegroep). Dit overleg is verantwoordelijk voor de voortgang van de Transitie Agenda voor Brabant. Wat betekent de Transitie voor gemeenten? Het is de bedoeling gemeenten in staat te stellen om kinderen, jongeren en gezinnen in een vroegtijdig stadium, snel en zo licht mogelijk te ondersteunen en te helpen bij het opgroeien en opvoeden tot volwassen en zelfstandige burgers in de context van hun leefomgeving. Door samenvoeging van financieringsstromen kunnen gemeenten komen tot een robuust volume van ambulante, toegankelijke, laagdrempelige hulp en kunnen zij de inschakeling van meer gespecialiseerde jeugdzorg zo efficiënt mogelijk organiseren. Opgebouwde kennis en deskundigheid mogen niet verloren gaan. Dat vergt visie, (financiële) kennis en bestuurskracht van gemeenten op lokaal en regionaal niveau. Het betekent ook dat gemeenten hun preventieve jeugdbeleid op orde moeten hebben en dat CJG’s gestart moeten zijn om te kunnen fungeren als frontoffice. Dit hoeft niet te betekenen dat alle gemeenten op dezelfde manier moeten gaan werken. De kunst zal wel zijn dat wat regionaal moet, te verbinden met de verschillende lokale invullingen hiervan. Inzet bestuurlijk Ook bij de verantwoordelijke wethouders jeugd (en soms colleges) moet de Transitie Jeugdzorg voldoende aandacht en betrokkenheid krijgen in de vaak overvolle portefeuilles. Dit blijft voor de kleinere gemeenten lastig. Van de voorzitters van de subregio’s is een extra inspanningsverplichting nodig om hun collega’s hierbij te ondersteunen. Inzet ambtelijk De gemeenten Den Bosch en Oss stellen vanuit hun eigen middelen ambtelijke formatie beschikbaar. Dit betekent niet dat de kleinere gemeenten de Transitie op afstand kunnen zetten. Het is noodzakelijk dat er in iedere gemeente ambtelijke capaciteit wordt vrij gemaakt om actief bij dit proces betrokken te zijn. De richtlijn (1 uur per jaar per 100 inwoners) van de provincie kan worden opgevolgd of niet. Het betekent wel dat er concrete afspraken gemaakt moet worden over wat iedere gemeente hiervoor gaat inzetten (formatie of middelen). Ook voor de ambtelijke
Startdocument Transitie Jeugdzorg april 2011
9 kartrekkers van de subregio’s moet voldoende capaciteit beschikbaar worden gesteld om dit proces te ondersteunen en uit te voeren. De bestuurders zijn hierbij aan zet.
Startdocument Transitie Jeugdzorg april 2011
10 6.
Uitgangspunten voor de Transitie jeugdzorg
Via het onderschrijven van onderstaande uitgangspunten wordt duidelijk of de inhoudelijke richting en randvoorwaarden aanwezig zijn om het transitieproces te starten. Centraal bij de uitvoering van de Transitie agenda voor Brabant Noordoost staat “het belang om kinderen, jongeren en gezinnen in een vroegtijdig stadium, snel en zo dicht mogelijk te ondersteunen en te helpen bij het opgroeien en opvoeden tot volwassen en zelfstandige burgers in de context van hun leefomgeving”. Bestuurlijke, organisatorische of instellingsbelangen zijn hieraan ondergeschikt. Iedere gemeente in Brabant Noordoost onderschrijft het belang om in het kader van de Transitie Jeugdzorg te komen tot regionale en provinciale afstemming. Onderzocht moet worden wat lokaal kan en wat (sub)regionaal moet, bezien vanuit de inhoud. De regio Brabant Noordoost trekt samen op met de provincie via de provinciale Transitie Agenda. De Regionale actieplannen Noordoost Brabant en het convenant “Oost West, Thuis Best” wordt gebruikt als onderlegger voor de Transitie. De bevindingen van de pilots worden inhoudelijk verwerkt in de (regionale) visievorming. Onderzocht wordt of er naast de Rap-plannen ruimte is voor een pilot op grond van het experimenteerartikel om ervaring op te doen (zowel met zorgverzekeraars, GGZ als jeugdzorg). Iedere individuele gemeente is bereid zowel bestuurlijk als ambtelijk ,capaciteit en/of middelen beschikbaar te stellen om de Transitie Jeugdzorg in Noordoost mede vorm te geven Iedere gemeente in de regio Noordoost is verantwoordelijk voor een goed georganiseerd en ingevuld lokaal preventief jeugdbeleid . De toeleidingsfunctie naar de gespecialiseerde ( jeugd) zorg is goed geregeld. In Noordoost doen we recht aan de “couleur locale” van iedere gemeente. Het is wel nodig om inzicht te krijgen in de inhoud van het aanbod van iedere gemeente en hoe het preventieve jeugdbeleid is georganiseerd om de aansluiting met (gespecialiseerde) jeugdzorg te kunnen organiseren.
De RMC- regio/RBL-regio en passend onderwijsregio moeten bij voorkeur overeenkomen met de regionale indeling die gekozen wordt voor de (gespecialiseerde) jeugdzorg, dit om de aansluiting tussen het onderwijs en jeugdzorg optimaal vorm te geven.
Startdocument Transitie Jeugdzorg april 2011
11
Advies aan bestuurlijk RBO Noordoost: In te stemmen met de startnotitie Transitie Jeugdzorg Brabant Noordoost en hiermee de uitgangspunten zoals geformuleerd te onderschrijven, in te stemmen met de procesaanpak en de organisatie hiervan, zoals geformuleerd.
Startdocument Transitie Jeugdzorg april 2011
Regionaal bestuurlijk overleg Jeugd 13 oktober 2011 Onderwerp: Advies van het Aanjaagteam Noordoost voor het beschikbaar stellen van ambtelijke capaciteit voor transitie jeugdzorg Noordoost Brabant. Aanleiding
In de startnotitie Transitie Jeugdzorg Noordoost is een pleidooi gehouden voor het beschikbaar stellen van voldoende bestuurlijke en ambtelijke capaciteit per gemeente. Deze capaciteit is nodig om: - via het aanjaagteam alle processtappen te zetten die nodig zijn om het proces vorm te geven en vlot te trekken; - voldoende draagvlak binnen alle betrokken gemeenten te krijgen; - enthousiasmering en aanspreekpunt voor individuele instemming van ieder college van B&W. - de hoeveelheid werk vanwege de transitie jeugdzorg kan niet zomaar aan het reguliere takenpakket toegevoegd worden. In het laatste bestuurlijk overleg met portefeuillehouders van de subregio op 9 juni 2011 is de opdracht gegeven aan het aanjaagteam om dit voorstel te concretiseren. In de vorm van bijgaand voorstel zal er een apart besluit genomen moeten worden op 13 oktober 2011 als alle 20 gemeenten samen komen in het breed regionaal bestuurlijk overleg Noordoost. Nu dit regionaal vorm gegeven gaat worden betekent dit ook dat van te voren duidelijk is hoeveel capaciteit nodig is en beschikbaar om dit proces mede vorm te geven. Voorstel Zoals in de startnotitie aangegeven dient iedere gemeente ambtelijke capaciteit vrij te maken om actief te kunnen zijn bij de transitie Jeugdzorg. Het voorstel van het aanjaagteam is om de richtlijn te hanteren van 1 uur per jaar per 100 inwoners als uitgangspunt ( provinciaal advies). De gemeente die menskracht leveren voor het aanjaagteam ( geel gearceerd) leveren feitelijk extra menskracht. In onderstaand overzicht is opgesomd wat dit voor iedere gemeente gaat betekenen en met welk bedrag iedere gemeente in 2012 in de begroting rekening moeten houden. Gemeente
aantal inwoners per gemeente
Ambtelijke capaciteit 1 uur per 100 inwoners
De Meijerij
304.625
Den Bosch * Schijndel Vught Boxtel Heusden St Michelsgestel Haaren
141.134 22.994 25. 449 30.300 42.981 28.128 13.639
3046 uren/ per jaar 1411 229 254 303 429 281 136
Uden/Veghel
118.741
1187 uren/per
of middelen gemiddeld uurloon €54,00**
Reeds beschikbaar gesteld.
nvt nvt 13 716 16 362 23 166 15.174 7344
1 fte
jaar 401 369 172 148 96
€ € € € €
83.371 29.650 11.262
1242 uren/per jaar 833 296 112
nvt € 15.984 € 6.048
88.433 28.628 24.226 10.996 11.787 12.796
884 uren/per jaar 286 242 109 117 127
€ 15.444 € 13.068 € 5886 € 6318 € 6858
Uden Veghel St Oedenrode Landerd Boekel
40.143 36.923 17.223 14.809 9.643
Maasland
124.283
Oss Bernheze Maasdonk Land van Cuijk Boxmeer Cuijk Mill en St. Hubert St Anthonis Grave
* **
21.654 19.926 9.288 7 992 5184
0,66 fte
Lid aanjaagteam Gemiddeld uurloon beleidsmedewerker schaal 9/10
Formatie of middelen In sommige (kleine) gemeente is het praktisch niet mogelijk om menskracht vrij te maken voor de transitie . Het is dan een optie om middelen beschikbaar te stellen ten behoeve van het aanjaagteam. Gezien de begrotingscyclus kan dit in november 2011 meegenomen worden voor de begroting van 2012. Hier kan extra ondersteuning of niet beschikbare expertise voor worden ingehuurd om de klus te klaren. E.e.a. onder budgetverantwoordelijkheid van het RBO. Noordoost. Invoeringskosten van het rijk voor de transitie jeugdzorg In het bestuursakkoord van juni 2011 is incidenteel budget opgenomen voor invoeringskosten voor de transitie Jeugdzorg. In totaal 64 miljoen. Voor 2012 zal er landelijk 16 miljoen voor invoeringskosten beschikbaar komen. De verwachting is dat hier in de septembercirculaire 2011 meer duidelijkheid over komt. De verwachting is dat vanuit de invoeringskosten ambtelijke capaciteit gefinancierd kan worden. Dit is echter nog niet zeker. Per gemeente kan besloten worden de invoeringskosten voor andere doelen in te zetten dan voor ambtelijke capaciteit transitie jeugdzorg. Om per gemeente ook daadwerkelijk capaciteit beschikbaar te krijgen is dit besluit voor Noordoost toch nodig. De dekking hiervan is dan aan iedere individuele gemeente. Advies: 1. Iedere gemeente genoemd in het overzicht stemt in met het beschikbaarstellen van de genoemde ambtelijke capaciteit vanaf 2012 of zoveel eerder als mogelijk is in 2011. 2. Indien dit om praktische reden niet mogelijk is stelt de gemeente vanaf 2012 budget beschikbaar ten behoeve van de bemensing van het aanjaagteam Transitie Jeugdzorg.
Juli 2011 Namens het aanjaagteam Noordoost Hanny van de Moosdijk Gemeente Oss
Onderwerpen
Jeugdzorg Noordoost Brabant
Verandering in de jeugdzorg Inhoudelijke opgave centraal Wat komt er op gemeente af Regionale samenwerking Provinciaal beleid Rijksbeleid
Invoeringskosten
Voor u ligt een nieuwsbrief over de Transitie Jeugdzorg. Met deze nieuwsbrief willen wij de raadsleden in Noordoost Brabant informeren over landelijke en regionale ontwikkelingen in de decentralisatie van de jeugdzorg. De nieuwsbrief is op verzoek van het ambtelijk regionaal aanjaagteam samengesteld door K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken. Ten aanzien van landelijke ontwikkelingen willen we u ook verwijzen naar de reader Transitie jeugdzorg die K2 gemaakt heeft en regelmatig actualiseert. U vindt de reader op www.k2.nl.
Veranderingen in de jeugdzorg
Inhoudelijke opgave centraal
In het jeugdzorgdomein werken allerlei zorg-en hulpverleningsinstanties samen, onder de verantwoordelijkheid van diverse overheden. In de praktijk leidt dit tot versnippering van de zorg. Hierdoor schiet de jeugdzorg soms tekort. De samenwerking tussen deze instanties kan beter. Het kabinet wil vanaf 2014 ondersteuning en zorg voor de jeugd onderbrengen bij de gemeenten. Dit proces wordt de transitie van de jeugdzorg genoemd. Jeugdzorg is een vorm van hulpverlening voor jongeren en hun ouders. Wat voor soort hulp een kind of ouders nodig hebben hangt af van de situatie. Er zijn verschillende vormen van jeugdzorg zoals; Hulp bij de opvoeding, dagbehandeling, jeugdbescherming, jeugdreclassering, geestelijke gezondheidszorg, licht verstandelijke gezondheidszorg, residentiële jeugdzorg en gesloten jeugdzorg
De transitie van de jeugdzorg gaat niet alleen over het overhevelen van geld, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Centraal moet een inhoudelijke vernieuwing van het gehele stelsel voor hulp en ondersteuning van ouders en kinderen staan. Het kabinet wil voorkomen dat lichte problemen uitgroeien tot zware problemen waarvoor specialistische zorg nodig is. Dit wil ze bereiken door gerichte ondersteuning en hulp aan te bieden in de eigen leefomgeving van de jeugdige en het gezin. Mogelijkheden voor maatwerk, ondersteuning in de buurt en samenhangend jeugdbeleid maken de gemeente tot de meest geschikte bestuurslaag om de zorg en ondersteuning rond jeugdigen en gezinnen te organiseren.
Bron rijksoverheid.nl
Wat komt er op de gemeente af? Gemeenten worden in 2015 verantwoordelijk voor het gehele jeugdbeleid, inclusief de provinciale jeugdzorg, de zorg voor jeugdigen LVG ( licht verstandelijke gehandicapten) en de jeugd GGZ ( geestelijke gezondheidszorg) . Hiervoor moet de Wet op de Jeugdzorg worden omgebouwd tot een Wet op de Zorg voor Jeugd. De verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van de zorg in een gemeente is de verantwoordelijkheid van de wethouder.
Algemene Zorgplicht In de nieuwe wet Zorg voor Jeugd wordt een algemene zorgplicht geïntroduceerd. Het recht op de jeugdzorg maakt plaats voor plicht tot opvoeden. Gemeenten krijgen de plicht om jeugdigen en hun ouders opvoed- en opgroeiondersteuning te bieden. Daarnaast krijgen gemeenten de opdracht om ouders en jeugdigen ‘op maat’ te ondersteunen. Een dergelijke opdracht wordt in de geest van de compensatieplicht uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geformuleerd.
Rol van het CJG Gemeenten krijgen de opdracht om zorg te dragen voor een herkenbare en laagdrempelige plek van waaruit preventieve gezondheidszorg, opvoedingsondersteuning en hulp aan jeugdigen, gezinnen en medeopvoeders integraal wordt aangeboden. Ook wordt in de wet opgenomen dat de geboden hulp en ondersteuning aan een jeugdige afgestemd wordt met de ondersteuning op school en dat er op deze plek een bepaalde deskundigheid aanwezig hoort te zijn. Het Rijk schrijft niet voor hoe elke gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) moet vormgeven.
Positie Jeugdgezondheidszorg Er wordt een preventief gezondheidspakket voor alle kinderen in Nederland wettelijk vastgelegd. Dit pakket bestaat uit de programma’s en activiteiten die het Rijk vanuit volksgezondheidsbelang aan kinderen actief en op identieke wijze wil aanbieden via de Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Het preventieve pakket wordt vastgelegd in de wet Publieke Gezondheid. Het niet uniforme pakket aan JGZ diensten wil het kabinet onderbrengen in de nieuwe wet Zorg voor Jeugd. Jeugd GGZ en Jeugd LVG Gemeenten zijn straks verantwoordelijk voor de uitvoering van Jeugd GGZ en Jeugd LVG. Hierdoor ontstaat een stimulans om in te zetten op preventieve en lichte vormen van zorg en voor het zoveel als mogelijk benutten van de eigen kracht. Door de integrale verantwoordelijkheid van gemeenten worden tevens de financiële barrières weggenomen voor vroegtijdige inzet vanuit de Jeugd GGZ en Jeugd LVG in multidisciplinaire zorgtrajecten. Het beroep op de gespecialiseerde Jeugd GGZ en de behandelzorg voor LVG jongeren kan hiermee mogelijk worden teruggebracht. Bronnen: Beleidsbrief staatssecretarissen Veldhuijzen van Zanten en VWS en Teeven van V&J, 8 november 2011 Samenwerkenvoordejeugd.nl, 10 november 2011
Regionale samenwerking In Noord-Brabant zijn provincie en de Brabantse gemeenten gezamenlijk aan zet, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheden. Samenwerking tussen de partijen is hierbij van belang. In NoordBrabant wordt voortgebouwd op de samenwerking die de afgelopen jaren succesvol is opgebouwd. Het bestuurlijke opdrachtgeverschap voor het transitieproces is belegd bij gemeenten. Door onderlinge afstemming is mandaat gegeven voor gezamenlijke uitwerking op (sub) regionaal niveau. Het regionaal bestuurlijk overleg ( RBO) is opdrachtgever van het transitieproces. Op ambtelijk niveau is er een “aanjaagteam” opgericht hierin zijn alle subregio’s en de provincie vertegenwoordigd. De gemeenten in de regio Noordoost Brabant oriënteren zich op de transitie door zich te (laten) informeren over en voor te bereiden op het aanbod waarvoor zij verantwoordelijk worden. Op 13 oktober 2011 heeft er een masterclass Transitie Jeugdzorg plaatsgevonden voor wethouders en ambtenaren. De opkomst was groot en het resultaat nog groter. In de transitie courant (www.k2.nl) kunt u het verslag van deze middag nalezen. In 2011 heeft de regio Noordoost gewerkt aan een startnotie voor de transitie van de jeugdzorg. Deze notitie is in het najaar van 2011 in iedere afzonderlijke gemeente vastgesteld. Centraal bij de uitvoering van de transitie staat: ‘Het belang om kinderen, jongeren en gezinnen in een vroegtijdig stadium, snel en zo dichtbij mogelijk te ondersteunen en te helpen bij het opgroeien en opvoeden tot volwassen en zelfstandige burgers in de context van hun leefomgeving’. Bestuurlijke, organisatorische of instellingsbelangen zijn hieraan ondergeschikt. Onderzocht wordt wat lokaal kan en wat (sub) regionaal moet, bezien vanuit de inhoud. Hierbij wordt er zoveel mogelijk recht gedaan aan de ‘couleur locale’ van iedere gemeenten. De regionale actieplannen Noordoost Brabant en het convenant ‘Oost West, Tuis Best ‘zijn de onderleggers voor de transitie. Aansluiting tussen het onderwijs en de jeugdzorg wil de regio zo optimaal vormgeven. In 2012 ontwikkeld het aanjaagteam in overleg met vertegenwoordigers uit de jeugdzorg, ouders en de jeugdigen aan een regionale visie voor de transitie. Om een goed beeld te krijgen van de huidige jeugdzorgaanbieders organiseert het aanjaagteam enkele werkbezoeken voor ambtenaren en wethouders in februari en maart. Daarnaast heeft erop 26 januari jl. een veldbijeenkomst plaatsgevonden met de directies van jeugdzorgaanbieders.
Provinciaal beleid De provincie is en blijft op basis van de huidige wetgeving verantwoordelijk voor de kwaliteit en toegankelijkheid van de jeugdzorg tijdens de transitie tot het moment dat de stelselherziening wettelijk is geregeld. De continuïteit van zorg dient te allen tijde te blijven gegarandeerd, juist omdat het over een zeer kwetsbare doelgroep kan gaan. De provincie ziet de transitie als een kans om de inhoudelijke ontwikkelingen die de afgelopen jaren in gang zijn gezet, in een stroomversnelling te brengen.
Uitgangspunt van het huidige beleidskader is dat opgroei-en opvoedproblemen vroegtijdig en meer op lokaal niveau moeten worden opgelost. De volgende strategische beleidsdoelstellingen zijn geformuleerd:
Het bieden van goede en efficiënte hulp aan jongeren met opvoed en opgroeiproblemen. Tot aan de formele overdracht van de jeugdzorg blijft dit het uitgangspunt voor het provinciaal handelen. Zorgdragen voor een ‘Stelsel in balans’. Dit verwijst naar het streven om de juiste zorg op de juiste plek te organiseren en daarmee de groei in de jeugdzorg om te buigen. Het refereert aan de voortdurende groei van de jeugdzorg, die in contrast staat met het stabiele aantal jongeren in Brabant. Daarnaast is voor een jeugdzorgstelsel in balans versterking van eerstelijns aanbod én het verlagen van de drempels voor opvoedingsondersteuning nodig. Als laatste verwijst een stelsel in balans ook naar de verhouding met aanpalende geïndiceerde zorg jeugd GGZ en jeugd LVG. De juiste zorg moet op de juiste plaats worden geboden.
De provincie Noord-Brabant heeft middelen beschikbaar gesteld zodat de regio's zorg in kunnen kopen om het lokale aanbod te versterken en de druk op de jeugdzorg te verminderen. Experimenteren dus, in 2011 en 2012. Bron: Provinciaal uitvoeringsprogramma 2012
Rijksbeleid In het eerste kwartaal van 2012 verschijnt er naar verwachting het transitieplan. In het plan leggen Rijk, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) de fasering van de Transitie Jeugdzorg neer. Ook wordt ingegaan op de ondersteuning aan gemeenten. Het Rijk blijft toezicht houden op de volgende vormen van zorg: Gesloten jeugdzorg Jeugdigen die vallen onder de wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) Verplichte maatregelen jeugdbescherming en jeugdreclassering. Meer informatie over het rijksbeleid treft u aan op samenwerkenvoordejeugd.nl. Dit is een gezamenlijke website van de ministeries van VWS, OCW en VenJ, bestemd voor iedereen die professioneel betrokken is bij de uitvoering van lokaal jeugdbeleid. De site informeert over actuele ontwikkelingen op vier hoofdthema's: Centrum voor Jeugd en Gezin, stelselwijziging: zorg voor de jeugd, passend onderwijs/ZAT en de aanpak kindermishandeling.
Invoeringskosten In de septembercirculaire 2011 van het Gemeentefonds staat dat voor de invoeringskosten van de Transitie Jeugdzorg in 2012, €16 miljoen beschikbaar is en voor 2013, €48 miljoen. Inmiddels zijn de invoeringskosten per gemeente voor 2012 bekend. Dat blijkt uit de decembercirculaire van het Gemeentefonds. In 2012 ontvangen gemeenten € 10,5 miljoen via een decentralisatie-uitkering. Het bedrag wordt verdeeld op basis van het aantal jongeren (2/3e deel) en een vast bedrag voor iedere gemeente (1/3e deel). In 2012 wordt een deel van het budget bestemd voor provincies (€ 1,6 miljoen) en een deel voor de transitiecommissie (€ 0,5 miljoen). Het resterende bedrag (€ 3,4 miljoen) wordt gereserveerd voor onderzoek, congressen en andere ondersteunende activiteiten. Een overzicht met de toekenning per gemeente in de regio Noordoost Brabant treft u hiernaast aan. Bron: VNG, 7 december 2011
Gemeenten Bernheze Boekel Boxmeer Boxtel Cuijk Grave Haaren Heusden Landerd Maasdonk Mill en Sint Hubert Oss Schijndel s-Hertogenbosch Sint-Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Uden Veghel Vught
Bedrag € 22.235 € 13.194 € 20.876 € 21.571 € 19.175 € 14.032 € 14.360 € 27.130 € 15.117 € 13.562 € 13.178 € 44.026 € 18.063 € 64.686 € 13.780 € 20.950 € 16.169 € 26.125 € 25.213 € 19.642