Leer / ontwikkelingslijnen Opleiding Helpende Zorg en Welzijn BOL en BBL
NAAM STUDENT: …………………………………………………..
1
2
Uitleg van het leerlijnenboekje Voor je ligt het leerlijnenboekje van je opleiding Helpende Zorg & Welzijn niveau 2. Tijdens je opleiding ga je aan de slag met: dingen weten (kennis), dingen begrijpen (inzicht), dingen kunnen (vaardigheden) en een goede houding laten zien in een beroepssituatie. Dit allemaal samen noemen we competenties. In dit boekje staan 8 competenties waaraan je gaat werken tijdens je opleiding en stage/werk. Tijdens je opleiding heb je 4 keer een POP-gesprek. Het eerste en het laatste POP-gesprek heb je meestal op school met je studieloopbaanbegeleider. De andere gesprekken heb je op je stage-/werkplek met je begeleider. Minimaal één keer is hier ook een BPV-docent van het ROC Mondriaan bij. Het leerlijnenboekje helpt je om te ontdekken hoe je groeit in de verschillende competenties. Voordat je gaat diplomeren stop je het compleet ingevulde leerlijnenboekje in je portfolio. Dit gaat achter het tabblad “Ontwikkeldeel”. Het boekje bevat: Beoordelingsschema’s, STARRT-formulieren, Reflectieformulieren en een uitleg van alle competenties. In onderstaand schema staat stap voor stap uitgelegd wat je moet doen voor elk POP-gesprek.
Stap 1
Vóór het POP-gesprek (Dit hoef je niet bij je eerste POP-gesprek te doen)! Bekijk de 2 STARRT-formulieren die je de vorige keer hebt ingevuld. Schrijf op de volgende pagina een reflectie hierover door de vragen te beantwoorden op het Reflectieformulier.
Stap 2
Beoordeel jezelf op élke competentie. Je kunt kiezen uit Starter (S), Gevorderde (G) of Beginnend beroepsbeoefenaar (B). Als je dit moeilijk vindt om alleen te doen dan vraag je hulp aan je begeleider op school of stage. Schrijf met potlood!
Stap 3
Bedenk bij élke competentie één praktijkvoorbeeld. Zet hierover voor jezelf even kort met potlood wat op het beoordelingsformulier zodat je straks in je POP-gesprek weer weet wat je praktijkvoorbeeld was. Met dit praktijkvoorbeeld bewijs je dat je een S, G of B bent. Als je dit moeilijk vindt, kun je achter in dit boekje kijken. Daar staat een uitleg van elke competentie (met praktijkvoorbeelden). Op het beoordelingsformulier staat op welke pagina je de uitleg kunt vinden. Doe het weer samen met je begeleider als je dit moeilijk vindt om alleen te doen!
Stap 1
Tijdens het POP-gesprek (Dit hoef je niet bij je eerste POP-gesprek te doen!) Bespreek samen wat je hebt geschreven op het Reflectieformulier over de competenties uit je vorige POP-gesprek.
Stap 2
Bespreek samen het Beoordelingsformulier en bespreek alle 8 competenties. Vertel welke praktijkvoorbeelden je hebt verzonnen bij de competenties. Zet nu met pen een kruisje bij elke competentie op het Beoordelingsformulier.
Stap 3
Kies weer 2 competenties en vul hiervoor samen 2 nieuwe STARRT-formulieren in.
Stap 4
Zet op het Beoordelingsformulier een kruisje onder STARRT achter de 2 gekozen STARRT- competenties.
3
4
1e POP-gesprek – Beoordelingsformulier Kijk op pagina 2 voor uitleg! Kruis steeds aan: Starter (S), Gevorderde (G) of Beginnend Beroepsbeoefenaar (B)
S
G
B
Praktijkvoorbeeld:
STARRT (2x)
Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 19):
Competentie D: Aandacht en begrip tonen Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 20):
Competentie E: Samenwerken en overleggen Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 21):
Competentie J: Formuleren en rapporteren Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 22):
Competentie K: Vakdeskundigheid toepassen Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 23):
Competentie L: Materialen en middelen inzetten Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 24):
Competentie Q: Plannen en organiseren Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 25):
Competentie R: Op de behoefte en verwachtingen van de “klant” richten Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 26):
Competentie T: Instructies en procedures opvolgen Datum:
Handtekening student:
Handtekening BPV-docent van het ROC Mondriaan:
5
Gesprek gevoerd op stage? Ja / nee Zo ja, handtekening werkbegeleider:
6
1e POP-gesprek – STARRT-formulier
DATUM:
Deze competentie is een: leerdoel / kwaliteit (omcirkelen)
Competentie: Geef een praktijkvoorbeeld
S
Situatie In deze situatie was ik met deze competentie bezig:
T
Taak Mijn taak was toen:
A
Actie Op deze manier was ik met deze competentie bezig:
R
Resultaat Het resultaat/effect was:
R
Reflectie (= terugkijken) Ik heb hiervan geleerd dat:
T
Terugkoppeling & Toekomst Over deze competentie wil ik nog leren: En hoe:
Schrijf op wat je deed
Wat gebeurde er? (Hoe reageerde de zorgvrager? Hoe voelde deze zich denk je? En hoe voelde jij je?)
Schrijf op wat je hierdoor geleerd hebt over deze competentie
Schrijf op wat je nog wilt leren over deze competentie
7
1e POP-gesprek – STARRT-formulier
DATUM:
Deze competentie is een: leerdoel / kwaliteit (omcirkelen)
Competentie: Geef een praktijkvoorbeeld
S
Situatie In deze situatie was ik met deze competentie bezig:
T
Taak Mijn taak was toen:
A
Actie Op deze manier was ik met deze competentie bezig:
Schrijf op wat je deed
Wat gebeurde er? (Hoe reageerde de zorgvrager? Hoe voelde deze zich denk je? En hoe voelde jij je?)
R
Resultaat Het resultaat/effect was:
R
Reflectie (= terugkijken) Ik heb hiervan geleerd dat:
Schrijf op wat je hierdoor geleerd hebt over deze competentie
Schrijf op wat je nog wilt leren over deze competentie
T
Terugkoppeling & Toekomst Over deze competentie wil ik nog leren: En hoe:
8
2e POP-gesprek – Beoordelingsformulier Kijk op pagina 2 voor uitleg! Kruis steeds aan: Starter (S), Gevorderde (G) of Beginnend Beroepsbeoefenaar (B)
S
G
B
Praktijkvoorbeeld:
STARRT (2x)
Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 19):
Competentie D: Aandacht en begrip tonen Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 20):
Competentie E: Samenwerken en overleggen Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 21):
Competentie J: Formuleren en rapporteren Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 22):
Competentie K: Vakdeskundigheid toepassen Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 23):
Competentie L: Materialen en middelen inzetten Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 24):
Competentie Q: Plannen en organiseren Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 25):
Competentie R: Op de behoefte en verwachtingen van de “klant” richten Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 26):
Competentie T: Instructies en procedures opvolgen Datum:
Handtekening student:
Handtekening BPV-docent van het ROC Mondriaan:
9
Gesprek gevoerd op stage? Ja / nee Zo ja, handtekening werkbegeleider:
Reflectieformulier: wat heb ik geleerd tussen mijn 1e en mijn 2e POP-gesprek Datum:
e
De competentie van het 1 STARRT formulier uit mijn vorige POP-gesprek was (kijk op pagina 5):
Deze competentie was een:
leerdoel / kwaliteit
(omcirkelen)
Wat ik in de tussentijd heb geleerd over deze competentie is:
Dit kan ik bewijzen door het volgende praktijkvoorbeeld te geven:
Datum:
e
De competentie van het 2 STARRT formulier uit mijn vorige POP-gesprek was (kijk op pagina 6):
Deze competentie was een:
leerdoel / kwaliteit Wat ik in de tussentijd heb geleerd over deze competentie is:
Dit kan ik bewijzen door het volgende praktijkvoorbeeld te geven:
10
(omcirkelen)
2e POP-gesprek – STARRT-formulier
DATUM:
Deze competentie is een: leerdoel / kwaliteit (omcirkelen)
Competentie: Geef een praktijkvoorbeeld
S
Situatie In deze situatie was ik met deze competentie bezig:
T
Taak Mijn taak was toen:
A
Actie Op deze manier was ik met deze competentie bezig:
Schrijf op wat je deed
Wat gebeurde er? (Hoe reageerde de zorgvrager? Hoe voelde deze zich denk je? En hoe voelde jij je?)
R
Resultaat Het resultaat/effect was:
R
Reflectie (= terugkijken) Ik heb hiervan geleerd dat:
Schrijf op wat je hierdoor geleerd hebt over deze competentie
Schrijf op wat je nog wilt leren over deze competentie
T
Terugkoppeling & Toekomst Over deze competentie wil ik nog leren: En hoe:
11
2e POP-gesprek – STARRT-formulier
DATUM:
Deze competentie is een: leerdoel / kwaliteit (omcirkelen)
Competentie: Geef een praktijkvoorbeeld
S
Situatie In deze situatie was ik met deze competentie bezig:
T
Taak Mijn taak was toen:
A
Actie Op deze manier was ik met deze competentie bezig:
Schrijf op wat je deed
Wat gebeurde er? (Hoe reageerde de zorgvrager? Hoe voelde deze zich denk je? En hoe voelde jij je?)
R
Resultaat Het resultaat/effect was:
R
Reflectie (= terugkijken) Ik heb hiervan geleerd dat:
Schrijf op wat je hierdoor geleerd hebt over deze competentie
Schrijf op wat je nog wilt leren over deze competentie
T
Terugkoppeling & Toekomst Over deze competentie wil ik nog leren: En hoe:
12
3e POP-gesprek – Beoordelingsformulier Kijk op pagina 2 voor uitleg! Kruis steeds aan: Starter (S), Gevorderde (G) of Beginnend Beroepsbeoefenaar (B)
S
G
B
Praktijkvoorbeeld:
STARRT (2x)
Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 19):
Competentie D: Aandacht en begrip tonen Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 20):
Competentie E: Samenwerken en overleggen Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 21):
Competentie J: Formuleren en rapporteren Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 22):
Competentie K: Vakdeskundigheid toepassen Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 23):
Competentie L: Materialen en middelen inzetten Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 24):
Competentie Q: Plannen en organiseren Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 25):
Competentie R: Op de behoefte en verwachtingen van de “klant” richten Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 26):
Competentie T: Instructies en procedures opvolgen Datum:
Handtekening student:
Handtekening BPV-docent van het ROC Mondriaan:
13
Gesprek gevoerd op stage? Ja / nee Zo ja, handtekening werkbegeleider:
Reflectieformulier: wat heb ik geleerd tussen mijn 2e en mijn 3e POP-gesprek Datum:
e
De competentie van het 1 STARRT formulier uit mijn vorige POP-gesprek was (kijk op pagina 9):
Deze competentie was een:
leerdoel / kwaliteit
(omcirkelen)
Wat ik in de tussentijd heb geleerd over deze competentie is:
Dit kan ik bewijzen door het volgende praktijkvoorbeeld te geven:
Datum:
e
De competentie van het 2 STARRT formulier uit mijn vorige POP-gesprek was (kijk op pagina 10):
Deze competentie was een:
leerdoel / kwaliteit Wat ik in de tussentijd heb geleerd over deze competentie is:
Dit kan ik bewijzen door het volgende praktijkvoorbeeld te geven:
14
(omcirkelen)
3e POP-gesprek – STARRT-formulier
DATUM:
Deze competentie is een: leerdoel / kwaliteit (omcirkelen)
Competentie: Geef een praktijkvoorbeeld
S
Situatie In deze situatie was ik met deze competentie bezig:
T
Taak Mijn taak was toen:
A
Actie Op deze manier was ik met deze competentie bezig:
Schrijf op wat je deed
Wat gebeurde er? (Hoe reageerde de zorgvrager? Hoe voelde deze zich denk je? En hoe voelde jij je?)
R
Resultaat Het resultaat/effect was:
R
Reflectie (= terugkijken) Ik heb hiervan geleerd dat:
Schrijf op wat je hierdoor geleerd hebt over deze competentie
Schrijf op wat je nog wilt leren over deze competentie
T
Terugkoppeling & Toekomst Over deze competentie wil ik nog leren: En hoe:
15
3e POP-gesprek – STARRT-formulier
DATUM:
Deze competentie is een: leerdoel / kwaliteit (omcirkelen)
Competentie: Geef een praktijkvoorbeeld
S
Situatie In deze situatie was ik met deze competentie bezig:
T
Taak Mijn taak was toen:
A
Actie Op deze manier was ik met deze competentie bezig:
Schrijf op wat je deed
Wat gebeurde er? (Hoe reageerde de zorgvrager? Hoe voelde deze zich denk je? En hoe voelde jij je?)
R
Resultaat Het resultaat/effect was:
R
Reflectie (= terugkijken) Ik heb hiervan geleerd dat:
Schrijf op wat je hierdoor geleerd hebt over deze competentie
Schrijf op wat je nog wilt leren over deze competentie
T
Terugkoppeling & Toekomst Over deze competentie wil ik nog leren: En hoe:
16
4e POP-gesprek – Beoordelingsformulier Kijk op pagina 2 voor uitleg! Kruis steeds aan: Starter (S), Gevorderde (G) of Beginnend Beroepsbeoefenaar (B)
S
G
B
Praktijkvoorbeeld:
STARRT (2x)
Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 19):
Competentie D: Aandacht en begrip tonen Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 20):
Competentie E: Samenwerken en overleggen Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 21):
Competentie J: Formuleren en rapporteren Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 22):
Competentie K: Vakdeskundigheid toepassen Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 23):
Competentie L: Materialen en middelen inzetten Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 24):
Competentie Q: Plannen en organiseren Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 25):
Competentie R: Op de behoefte en verwachtingen van de “klant” richten Praktijkvoorbeeld (kijk voor uitleg/hulp op pagina 26):
Competentie T: Instructies en procedures opvolgen Datum:
Handtekening student:
Handtekening BPV-docent van het ROC Mondriaan:
17
Gesprek gevoerd op stage? Ja / nee Zo ja, handtekening werkbegeleider:
Reflectieformulier: wat heb ik geleerd tussen mijn 3e en mijn 4e POP-gesprek Datum:
e
De competentie van het 1 STARRT formulier uit mijn vorige POP-gesprek was (kijk op pagina 13):
Deze competentie was een:
leerdoel / kwaliteit
(omcirkelen)
Wat ik in de tussentijd heb geleerd over deze competentie is:
Dit kan ik bewijzen door het volgende praktijkvoorbeeld te geven:
Datum:
e
De competentie van het 2 STARRT formulier uit mijn vorige POP-gesprek was (kijk op pagina 14):
Deze competentie was een:
leerdoel / kwaliteit Wat ik in de tussentijd heb geleerd over deze competentie is:
Dit kan ik bewijzen door het volgende praktijkvoorbeeld te geven:
18
(omcirkelen)
4e POP-gesprek – STARRT-formulier
DATUM:
Deze competentie is een: leerdoel / kwaliteit (omcirkelen)
Competentie: Geef een praktijkvoorbeeld
S
Situatie In deze situatie was ik met deze competentie bezig:
T
Taak Mijn taak was toen:
A
Actie Op deze manier was ik met deze competentie bezig:
Schrijf op wat je deed
Wat gebeurde er? (Hoe reageerde de zorgvrager? Hoe voelde deze zich denk je? En hoe voelde jij je?)
R
Resultaat Het resultaat/effect was:
R
Reflectie (= terugkijken) Ik heb hiervan geleerd dat:
Schrijf op wat je hierdoor geleerd hebt over deze competentie
Schrijf op wat je nog wilt leren over deze competentie
T
Terugkoppeling & Toekomst Over deze competentie wil ik nog leren: En hoe:
19
4e POP-gesprek – STARRT-formulier
DATUM:
Deze competentie is een: leerdoel / kwaliteit (omcirkelen)
Competentie: Geef een praktijkvoorbeeld
S
Situatie In deze situatie was ik met deze competentie bezig:
T
Taak Mijn taak was toen:
A
Actie Op deze manier was ik met deze competentie bezig:
Schrijf op wat je deed
Wat gebeurde er? (Hoe reageerde de zorgvrager? Hoe voelde deze zich denk je? En hoe voelde jij je?)
R
Resultaat Het resultaat/effect was:
R
Reflectie (= terugkijken) Ik heb hiervan geleerd dat:
Schrijf op wat je hierdoor geleerd hebt over deze competentie
Schrijf op wat je nog wilt leren over deze competentie
T
Terugkoppeling & Toekomst Over deze competentie wil ik nog leren: En hoe:
20
Competentie D: Aandacht en begrip tonen
Gedrag Starter:
Gedrag Gevorderde:
Gedrag Beginnend Beroepsbeoefenaar:
o o o
o o o o
o o
o
Ik stel mijzelf centraal. Ik heb interesse in de ander. Ik ben afwachtend in gesprekken met de zorgvragen en mijn collega’s. Ik heb een oordeel over de zorgvrager en deze staat vast.
Ik zie wat de zorgvrager nodig heeft. Ik ga in op vragen van de zorgvrager. Ik kan goed luisteren. Ik sta open voor de ander.
o o
Denk bij het bedenken van een praktijkvoorbeeld aan: Hoe ik laat zien dat ik de zorgvrager steun Hoe ik laat zien dat ik begrip toon voor een ander Hoe ik laat merken dat ik goed luister Hoe ik laat merken dat ik geduldig ben Hoe ik mijn bezorgdheid laat zien Hoe ik laat merken dat ik mij inleef in de ander Hoe ik interesse toon
21
Ik stel de zorgvrager/cliënt centraal. Ik kan vooraf inschatten wat de behoefte van de ander is. Ik stel vragen. En ik motiveer de zorgvrager tot een gesprek. Ik zet mijn vooroordelen opzij.
Competentie E: Samenwerken en overleggen
Gedrag Starter:
Gedrag Gevorderde:
Gedrag Beginnend Beroepsbeoefenaar:
o o
o
o
o
Ik doe vooral mijn eigen taken. Als het aan mij gevraagd wordt, vertel ik achteraf welke werkzaamheden ik heb gedaan. Ik luister naar de mening van de ander.
o o
Ik stel vragen over de mogelijkheid of noodzaak van samenwerken. Als het gevraagd wordt dan pas ik mijn werkzaamheden aan. Wanneer het mij gevraagd wordt dan geef ik mijn mening.
Denk bij het bedenken van een praktijkvoorbeeld aan: Hoe ik kennis maak Of ik mij aan afspraken houd Of ik anderen om hulp kan vragen Hoe ik actief informatie geef aan de ander Of ik open en eerlijk mijn probleem bespreekbaar maak Of ik feedback (=kritiek) kan geven Of ik feedback kan ontvangen en hoe ik hiermee omga Of ik op tijd kom Of ik mijn werk op een goede manier met anderen kan afstemmen en hoe ik dat doe Of ik al zelfstandig kan werken Hoe ik afscheid neem
22
o o
Ik vraag de mening van collega’s en ik overleg zodat ik kan mijn werk met hen kan afstemmen. Ik vertel mijn collega vooral wat ik ga doen. Ik geef mijn eigen mening en benoem het als er problemen zijn.
Competentie J: Formuleren en rapporteren
Gedrag Starter:
Gedrag Gevorderde:
Gedrag Beginnend Beroepsbeoefenaar:
o
o
o
Ik weet wat een rapportage is en waar deze voor gebruikt wordt.
Ik kan een rapportage lezen en begrijpen van collega’s.
Denk bij het bedenken van een praktijkvoorbeeld aan: Of ik signalen op de juiste manier kan doorgeven aan collega’s Of ik mijn mening geef en hoe ik dat doe Of ik een oordeel geef
23
Ik kan mondeling rapporteren aan collega’s (zodat zij de schriftelijke rapportage kunnen doen).
Competentie K: Vakdeskundigheid toepassen
Gedrag Starter:
Gedrag Gevorderde:
Gedrag Beginnend Beroepsbeoefenaar:
o
o
o
Ik weet welke (kern)taken en werkzaamheden bij mijn bij mijn beroep van Helpende horen en ik kan deze benoemen.
Ik kan de meeste taken en werkzaamheden die bij mijn beroep horen onder begeleiding uitvoeren.
Denk bij het bedenken van een praktijkvoorbeeld aan: Of ik mijn vakkennis kan toepassen en hoe ik dat doe Of ik de kennis die ik op school heb geleerd kan toepassen op mijn werk/stage en hoe ik dat doe Of ik aan mijn (stage)opdrachten werk
24
Ik kan bijna alle taken en werkzaamheden die bij mijn beroep horen zelfstandig uitvoeren.
Competentie L: Materialen en middelen inzetten
Gedrag Starter:
Gedrag Gevorderde:
Gedrag Beginnend Beroepsbeoefenaar:
o
o
o
Ik weet welke materialen er aanwezig zijn op mijn stage.
Ik weet van deze aanwezige materialen hoe ik ze kan gebruiken.
Denk bij het bedenken van een praktijkvoorbeeld aan: Of ik de juiste materialen kan kiezen Of ik netjes om ga met de materialen Of ik weet waar ik de materialen voor nodig heb Of ik kan laten zien hoe ik de juiste materialen gebruik en of ik dit op een goede manier doe
25
Ik kan iemand anders advies geven over het gebruik van deze verschillende materialen.
Competentie Q: Plannen en organiseren
Gedrag Starter:
Gedrag Gevorderde:
Gedrag Beginnend Beroepsbeoefenaar:
o
o
o o
o
Ik werk volgens een planning die iemand anders aan mij heeft doorgegeven. Ik wacht op de opdracht die mij gegeven wordt. Daarna voer ik deze uit.
o
Ik kan mijn werk zelf plannen. Ik kies zelf een volgorde van mijn werkzaamheden. Ik overleg over de opdracht die ik krijg.
Denk bij het bedenken van een praktijkvoorbeeld aan: Dat ik laat zien dat ik activiteiten kan plannen en hoe ik dat doe Hoe ik laat zien dat ik aan mijn (leer)doelen werk en hoe ik dat aanpak Hoe ik laat zien dat ik mijn tijd indeel Hoe ik laat merken dat ik op een goede manier mensen en middelen kan organiseren
26
Ik stem mijn werk af op het werk van de ander. Ik heb inzicht in de werkzaamheden die gedaan moeten worden. Ik kan een voorstel doen over hoe het werk moet worden uitgevoerd.
Competentie R: Op de behoefte en verwachtingen van de “klant” richten NB. Met “klant” wordt bedoeld: zorgvrager(s) / kind(eren) Gedrag Starter:
Gedrag Gevorderde:
Gedrag Beginnend Beroepsbeoefenaar:
o
o
o
o
Ik ben op de hoogte van de behoefte en verwachtingen van de zorgvrager. Ik stel vragen over de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager.
o
Ik houd rekening met de behoefte en verwachtingen van de zorgvrager. Ik kan mij inleven in de zorgvrager. En ik kan vooraf inschatten welke vragen die spelen bij de klant m.b.t. behoeften en verwachtingen van de zorgvrager
Denk bij het bedenken van een praktijkvoorbeeld aan: Hoe ik de beginsituatie van de zorgvrager het beste kan inschatten Hoe ik kan aantonen dat ik (goed) observeer Hoe ik laat merken dat ik me kan inleven in de ander Of ik de juiste vragen stel en hoe ik dit laat zien
27
o
Ik ga op zoek naar mogelijkheden om aan behoeften en verwachtingen van een zorgvrager te kunnen voldoen Ik kan de behoefte en verwachtingen van de zorgvrager vooraf inschatten.
Competentie T: Instructies en procedures opvolgen
Gedrag Starter:
Gedrag Gevorderde:
Gedrag Beginnend Beroepsbeoefenaar:
o
o
o
o
Ik weet welke instructies er op mijn stage gebruikt worden. Ik ken de procedures die gebruikt worden.
o
Ik volg de instructies op die mij gegeven worden. Ik volg de procedures die gebruikt worden.
o
Denk bij het bedenken van een praktijkvoorbeeld aan: Of ik instructies opvolg en waar dat uit blijkt Of ik de procedures ken en kan gebruiken (en waar dit uit blijkt) Of ik alle veiligheidsprocedures ken Of ik rekening houd met de regels rondom veiligheid en uiterlijke verzorging en hoe ik dit laat merken
28
Ik volg de instructies op die mij gegeven worden. Ik heb ideeën voor verbetering van deze instructies. Ik handel volgens de procedures die gebruikt worden.