Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
Adviesteam KijkVerder Daniëlle Kistemaker (419141) Sanne Lohuis (416004)
Senioradviseur Drs. Marie-Antoinette Minis
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
Nijmegen, juni 2009
Opdrachtgever: Fundashon Pro Bista
Adviesteam KijkVerder: Daniëlle Kistemaker Sanne Lohuis
Contactpersoon opdrachtgever: Sharon Melfor
Senior Adviseur: Drs. Marie-Antoinette Minis
Adviesteam KijkVerder
2
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
Voorwoord Voor u ligt het onderzoeksrapport behorende bij het project „Oriëntatie & Mobiliteit‟. Dit project is uitgevoerd als afstudeeropdracht van de opleiding ergotherapie aan de hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Het onderzoek is uitgevoerd door adviesteam KijkVerder (AKV) in opdracht van Fundashon Pro Bista (FPB) te Curaçao. De uitkomsten resulteren in een protocol voor Oriëntatie en Mobiliteit. In dit onderzoeksrapport worden de resultaten van de verschillende onderzoeken en de conclusies die daaruit kunnen worden getrokken uiteen gezet. De opbouw van het document zal er als volgt uit zien: In hoofdstuk 1 staat de samenvatting vermeld. In hoofdstuk 2 Inleiding wordt ingegaan op de aanleiding, vraagstelling en resultaten van het project. In hoofdstuk 3 Methode staat vermeld hoe de onderzoeken uitgevoerd zijn. In hoofdstuk 4 Resultaten, zijn de resultaten van het onderzoek beschreven. In hoofdstuk 5 Conclusie, staan de conclusies die getrokken kunnen worden vermeld. In hoofdstuk 6 Discussie, is een discussie geschreven op het onderzoek. De afgelopen periode heeft AKV met veel plezier en inzet gewerkt aan het verrichten van onderzoek, en is uiteindelijk het protocol ontstaan. AKV hoopt dat het protocol kan bijdragen aan het wegnemen van het probleem binnen FPB. Met vriendelijke groet, Adviesteam KijkVerder Daniëlle Kistemaker Sanne Lohuis
Adviesteam KijkVerder
3
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
Inhoud 1. Samenvatting
6
2. Inleiding 2.1 Aanleiding 2.2 Probleemstelling 2.3 Projectresultaat 2.4 Onderzoek
7 7 7 8 8
3. Materiaal en methode 3.1 Literatuuronderzoek 3.1.1 Vraagstelling literatuuronderzoek 3.1.2 In- en exclusiecriteria 3.1.3 Zoektermen 3.1.4 Dataverzameling 3.2 Observatieonderzoek 3.2.1 Vraagstelling observatieonderzoek 3.2.2 Werkwijze 3.2.3 Analyse 3.3 Vragenlijstonderzoek 3.3.1 Vraagstelling vragenlijstonderzoek 3.3.2 Proefpersonen 3.3.3 Werkwijze 3.3.4 Analyse
9 9 9 9 9 10 10 10 10 10 11 11 11 11 11
4. Resultaten 4.1 Resultaten literatuuronderzoek 4.2 Resultaten observatieonderzoek 4.2.1 Opmerkelijke punten 4.2.2 Kleurverschillen 4.2.3 Reliëf 4.2.4 Geuren 4.2.5 Geluiden 4.2.6 Objecten 4.2.7 Temperatuur 4.2.8 Locatie 4.2.9 Functie 4.2.10 Overig 4.2.11 Belangrijke herkenningspunten 4.3 Resultaten vragenlijstonderzoek 4.3.1 Algemene gegevens 4.3.2 Rondleiding 4.3.3 Tijd van de rondleiding 4.3.4 Afspraken bij rondleiding 4.3.5 Vormgeving rondleiding 4.3.6 Geven van mondelinge informatie 4.3.7 Wijze van vasthouden 4.3.8 Vinden van de ruimtes 4.3.9 Herkenningspunten 4.3.10 Kennen van het gebouw 4.3.11 Aanvulling op begeleiding
12 12 14 14 14 14 15 15 15 15 16 16 16 16 17 17 17 18 18 18 18 19 19 20 21 21
Adviesteam KijkVerder
4
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 4.3.12 Beschermingstechnieken 4.3.13 Vertrouwd voelen
21 22
5. Conclusie
23
6. Discussie
25
7. Literatuurlijst
27
Bijlagen: Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3:
28 38 47
Resultaten van literatuurstudie Categorieën observatieonderzoek Boomdiagram observatieonderzoek
Adviesteam KijkVerder
5
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
1.
Samenvatting
Cliënten met een visuele beperking binnen Fundashon Pro Bista worden niet op een eenduidige wijze begeleid bij het verplaatsen. Dit komt doordat de basisprincipes van het begeleiden van visueel beperkten niet bekend zijn bij alle medewerkers, vrijwilligers en stagiaires. Daarnaast worden nieuwe cliënten niet altijd begeleid bij het leren kennen van het gebouw. Dit komt doordat het niet duidelijk is wie verantwoordelijk is voor het leren kennen van het gebouw en omdat niet is vastgelegd hoe de begeleiding hierbij moet plaatsvinden. Het doel van de instelling is, dat medewerkers, vrijwilligers en stagiaires cliënten op een eenduidige manier begeleiden en dat cliënten begeleidt worden bij het leren kennen van het gebouw. Zodat zij zich uiteindelijk zelfstandig kunnen verplaatsen binnen het gebouw. Om bovenstaande doelstelling te behalen zal met het voeren van onderzoek de volgende vraagstelling beantwoord moeten worden, de resultaten worden verwerkt in een protocol voor oriëntatie & mobiliteit. Welke werkwijze en handvatten moeten gehanteerd worden zodat medewerkers, vrijwilligers en stagiaires nieuw binnenkomende cliënten van Pro Bista met een visuele beperking op een verantwoorde en eenduidige wijze kunnen begeleiden bij introductie in het gebouw? Het onderzoek heeft plaatsgevonden door te zoeken naar relevante literatuur, het kwalitatief observeren van het gebouw en het afnemen van vragenlijsten bij cliënten van FPB. In het literatuuronderzoek zijn algemene uitgangspunten voor oriëntatie en mobiliteitstraining gevonden, echter geen concrete handvatten voor de vormgeving daarvan. Deze zijn wel gevonden in vakliteratuur geschreven door professionals. Door de observatie van het gebouw zijn de belangrijkste herkenningspunten in het gebouw naar voren gekomen. Ook zijn aspecten waar herkenningspunten aan te herkennen zijn gevonden. Deze zijn door cliënten toepasbaar bij het verplaatsen. Bij het vragenlijstonderzoek is gebleken wat cliënten belangrijk vinden bij het begeleiden en wat hun ervaringen waren met betrekking tot de begeleiding bij het verplaatsen en het leren kennen van het gebouw. AKV vind het belangrijk om de wensen van de cliënt te betrekken bij het vormgeven van het protocol. Aan de hand van de uitkomsten zijn basis principes van oriëntatie en mobiliteit en handvatten gevonden voor het begeleiden. Deze zijn verwerkt in het protocol voor Oriëntatie & Mobiliteit.
Adviesteam KijkVerder
6
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
2.
Inleiding
Volgens de World Health Organisation (WHO) zijn er wereldwijd 140 miljoen mensen slechtziend en 40 miljoen blind (Brouwer & Sadlo, 2008). In Curaçao zijn er volgens de laatste cijfers uit 2007, 3237 mensen met een visuele beperking. Van dit aantal zijn er 104 personen blind en 3123 slechtziend (CBS Antillen, 2007). Visueel beperkt raken heeft grote effecten op de kwaliteit van leven van de persoon. Het verplaatsen in de omgeving wordt moeilijk waardoor je niet (meer goed) kunt deelnemen in de maatschappij (Soong, Lovie-Kitchin & Brown, 2001). Geleerd moet worden, hoe mensen met een visuele beperking nog zo optimaal kunnen deelnemen aan de maatschappij, indien nodig met enige aanpassing, zodat zij activiteiten kunnen blijven uitvoeren, hun sociale leven kunnen behouden en er mogelijkheid is tot werken. Een eerste stap hierin is oriëntatie en mobiliteit. Het is belangrijk dat de visueel beperkte cliënt nieuwe vaardigheden aanleert om zich te kunnen oriënteren en verplaatsen. Door het aanleren van nieuwe vaardigheden leert de cliënt zich weer zelfstandig te verplaatsen waardoor de kwaliteit van leven omhoog gaat (Bibby & Maslin, 2007). De eerste stap die daarom gezet moet worden wanneer er nieuwe cliënten binnen komen bij FPB, is het aanleren van oriëntatie en mobiliteitsvaardigheden zodat cliënten zich zelfstandig leren verplaatsen in het gebouw. Echter bestaat op het moment het probleem, dat dit niet op een eenduidige wijze verloopt. 2.1 Aanleiding Binnen FPB is het probleem gesignaleerd dat cliënten vaak niet de juiste begeleiding kunnen krijgen bij het verplaatsen in deze, voor hen, nieuwe omgeving. Hierdoor kunnen cliënten zich moeilijk oriënteren binnen de instelling waardoor ze zich niet zelfstandig kunnen verplaatsen. Binnen de instelling is iedereen bezig met het rondleiden van nieuwe cliënten, echter is niet vastgelegd wie deze taak heeft. Doordat de rondleiding nu door veel verschillende personen gebeurd is er geen eenduidige werkwijze. Bovenstaande heeft de afdeling revalidatie van FPB er toe gebracht een project te starten met als doelstelling dat begeleiding van nieuw binnenkomende cliënten met een visuele beperking in de instelling op een eenduidige en juiste manier verloopt. 2.2 Probleemstelling Doelstelling Nieuwe cliënten met een visuele beperking van FPB worden op een verantwoorde en eenduidige wijze begeleid door medewerkers, vrijwilligers en stagiaires zodat zij zich zo snel mogelijk vertrouwd voelen en zelfstandig kunnen verplaatsen in het gebouw van FPB. Vraagstelling 1. Welke werkwijze en handvatten moeten gehanteerd worden zodat medewerkers, vrijwilligers en stagiaires nieuw binnenkomende cliënten van Pro Bista met een visuele beperking op een verantwoorde en eenduidige wijze kunnen begeleiden bij introductie in het gebouw?
Adviesteam KijkVerder
7
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 2.3 Projectresultaat Uiteindelijk resulteert het project in de volgende producten. Een evidence-based protocol met specifieke handvatten voor de introductie van nieuwe cliënten in Pro Bista door medewerkers, vrijwilligers en stagiaires. Een plan van aanpak voor de implementatie van gegeven handvatten aan vrijwilligers binnen Fundashon Pro Bista. Naast de toegepaste producten voor de opdrachtgever worden de volgende producten gemaakt: Theoretische onderbouwing waarin de theoretische kaders en argumentatie van de gemaakte keuzes tijdens het project zijn verantwoord. Projectfase verslagen waarin binnen elke fase beschreven word wat er is gedaan. Daarnaast is het een beslisdocument op basis waarvan door alle partijen besloten wordt hoe er verder gegaan wordt. 2.4 Onderzoek Het doel van AKV is om de vraagstelling te beantwoorden door het geven van de juiste handvatten en werkwijzen die medewerkers, vrijwilligers en stagiaires kunnen toepassen bij het begeleiden van cliënten met een visuele beperking. Om tot de juiste handvatten/werkwijze te komen is het belangrijk dat er onderzoek gevoerd wordt. AKV vindt het belangrijk om hierbij alle aspecten van Evidence-based Practice te betrekken. Dit houdt in literatuurstudie te doen en ervaringen en kennis van zowel professionals als cliënten te gebruiken.
Adviesteam KijkVerder
8
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
3.
Materiaal en methoden
Naar aanleiding van de vraagstelling van het project heeft het AKV ervoor gekozen om drie onderzoeken uit te voeren. 1. Literatuuronderzoek 2. Een kwalitatieve observatie van het gebouw van FPB 3. Een kwantitatieve vragenlijst onder cliënten van FPB 3.1
Literatuuronderzoek
Het doel van de literatuurstudie is om onderbouwing te vinden voor het protocol, tevens is het voor de junioradviseurs een goede manier om zich te verdiepen in de doelgroep en de oriëntatie- en mobiliteitstraining. 3.1.1 Vraagstelling literatuuronderzoek Om effectief op zoek te gaan naar relevante literatuur is er een zoekvraag opgesteld. Deze is gericht op de hoofdvraagstelling van het project. Zoekvraag: Welke interventies zijn nodig om mensen met een visuele beperking verantwoord te begeleiden tijdens oriëntatie- en mobiliteitstraining? 3.1.2 In- en exclusiecriteria Om te zoeken naar relevante literatuur heeft het adviesteam naast de zoekvraag ook inclusie- en exclusiecriteria opgesteld. Inclusiecriteria - Artikel is maximaal 10 jaar oud of jonger; - Artikel is gericht op zoekvraag; - Artikel mogen ook gericht zijn op aanverwante onderwerpen van zoekvraag, zoals over de effectiviteit van interventies. Exclusiecriteria - Artikel mag niet ouder zijn dan 10 jaar; - Artikel mag niet gericht zijn op specifieke doelgroepen die niet relevant zijn voor het project, bijvoorbeeld kinderen, meervoudig beperkten en dementerenden; - Artikel mag niet gericht zijn op specifieke hulpmiddelen en/of interventies door professionals, bijvoorbeeld elektronische hulpmiddelen voor oriëntatie. 3.1.3 Zoektermen Databanken De zoekvraag heeft het adviesteam geprobeerd te beantwoorden door gebruik te maken van verschillende databanken en te zoeken met verschillende zoektermen. De databanken waarmee gezocht is, zijn: - Pub-med - Picarta - JSTOR - Cochrane Library - CINAHL - Catalogus HAN - Sience Direct - Google wetenschap
Adviesteam KijkVerder
9
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit Zoektermen Bij het zoeken hebben de junioradviseurs gebruik gemaakt van verschillende zoektermen. Deze zoektermen komen voort uit de zoekvraag, daarnaast zijn ook synoniemen en aanverwante termen gebruikt. 3.1.4 Dataverzameling Werkwijze De junioradviseurs zijn onafhankelijk van elkaar bij verschillende databanken gaan zoeken met gebruik van de verschillende zoektermen. Om te beoordelen of treffers relevant zijn voor het onderzoek hebben de junioradviseurs de treffers beoordeeld op basis van de titel en samenvatting. Bruikbare artikelen zijn vervolgens gelezen en samengevat. 3.2 Observatieonderzoek De observatie heeft als doel om herkenningspunten te signaleren die mensen met een visuele beperking kunnen helpen bij het leren kennen van het gebouw. Deze herkenningspunten kunnen later opgenomen worden in het protocol. 3.2.1 Vraagstelling observatieonderzoek Welke herkenningspunten in het gebouw van Fundashon Pro Bista kunnen mensen met een visuele beperking helpen bij het leren kennen van het gebouw? 3.2.2 Werkwijze Het gebouw van FPB heeft het adviesteam kwalitatief geobserveerd met een semigestructureerde observatielijst. De lijst bevat alle ruimtes van het gebouw. Tevens staan er in de lijst belangrijke punten waarop gelet moet worden zoals kleur, reliëf, geur, geluid en objecten (Diepeveen, Teurlings & Verstraten, 2000; Van Doorn, 1995; Ijsseldijk, 2004; Willemse, 1999). Daarnaast liet de lijst ruimte over om overige waarnemingen te beschrijven. De twee junioradviseurs zijn onafhankelijk van elkaar met de observatielijst het gebouw in een vaste volgorde gaan observeren. Tijdens de observatie zijn de herkenningspunten en opvallende aspecten genoteerd. Uitschrijven van observatie Vervolgens zijn onafhankelijk van elkaar de gegevens uit de observatie uitgeschreven in een observatienotitie. Hierin staat alleen beschreven wat is waargenomen waarbij het interpreteren zo veel mogelijk werd beperkt. Om eenzelfde indeling te hebben is van te voren een format gemaakt voor de observatienotitie. Om de subjectieve waarneming een plaats te geven hebben de junioradviseurs daarnaast een reflectie over de observatie geschreven. 3.2.3 Analyse De gegevens vanuit de observatie zijn kwalitatief verwerkt met het computerprogramma Kwalitan. Na invoering van beide observatienotities zijn codes aangebracht bij belangrijke aspecten. Overeenkomende codes zijn vervolgens onderverdeeld in categorieën (zie bijlage 2). Met deze categorieën is gezocht naar overkoepelende thema‟s (zie bijlage 3). De thema‟s geven de belangrijkste aspecten van een herkenningspunt aan, deze worden meegenomen in het opstellen van het protocol.
Adviesteam KijkVerder
10
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 3.3 Vragenlijstonderzoek Het doel van het vragenlijstonderzoek is inzicht te krijgen in de wensen en behoefte van cliënten ten aanzien van de introductie in het gebouw, zodat het protocol hierop aansluit. Ook is een doel om de ervaring die de cliënten hebben met begeleiding bij het verplaatsen in kaart te brengen. Hierdoor hoopt het adviesteam te achterhalen welke handvatten en werkwijze van belang is bij oriëntatie voor mensen met een visuele beperking. 3.3.1 Vraagstelling vragenlijstonderzoek Wat vinden cliënten van de huidige introductie in het gebouw en wat missen ze hierin? 3.3.2 Proefpersonen De vragenlijst is afgenomen bij 10 proefpersonen. Om relevante proefpersonen te selecteren zijn in- en exclusiecriteria opgesteld. Inclusiecriteria: - Cliënt is niet langer dan anderhalf jaar binnen FPB; - Cliënt heeft een zicht van 30% of minder; - Cliënt spreekt en verstaat de Nederlandse taal. Exclusiecriteria: - Cliënten die langer dan anderhalf jaar binnen FPB komen; - Cliënt spreekt en/of verstaat de Nederlandse taal niet; - Cliënt heeft een meervoudige beperking. 3.3.3 Werkwijze Het adviesteam heeft gezamenlijk de vragenlijst opgesteld aan de hand van punten uit de literatuur, ervaringen van professionals en ervaring van het adviesteam. Er heeft een pilotafname plaatsgevonden om de vragenlijst te toetsen op volledigheid en duidelijkheid. Nadat er enkele punten zijn aangepast is er voor gekozen de vragenlijst nogmaals als pilot af te nemen. Om de vragenlijst af te nemen heeft AKV de cliënten op de hoogte gesteld middels een informatiebrief. Wanneer cliënten besloten hadden om mee te doen is met hen het toestemmingsformulier ondertekend, cliënten hadden het recht om ten alle tijden te stoppen met het onderzoek. Na de ondertekening zijn de proefpersonen uitgenodigd voor het vragenlijstonderzoek. Aan het begin van het onderzoek werd tijd genomen om de proefpersoon op zijn/haar gemak te stellen, nadat de instructie had plaatsgevonden is vervolgens de vragenlijst afgenomen. De vragenlijst is mondeling afgenomen door één van de twee junioradviseurs. Voor het onderzoek was een speciale ruimte ingericht, zodat gegevens van de cliënt anoniem blijven. Ook bij de verweking van de gegevens is de naam van de cliënt anoniem gebleven. 3.3.4 Analyse Alle gegevens uit de vragenlijst zijn uiteindelijk met Excel verwerkt. Resultaten van gesloten vragen zijn verwerkt in grafieken en tabellen. De antwoorden van open vragen zijn met elkaar vergeleken en uiteindelijk weergegeven in procenten. Bij de antwoordopties is gekeken naar verschillen, maar zijn ook verbanden gezocht. Bijvoorbeeld of er een verband ligt tussen de manier van rondleiding in vergelijking tot het kennen van het gebouw. Gezocht is naar verbanden die relevant waren voor het beantwoorden van de zoekvraag en die passend waren bij de groep proefpersonen.
Adviesteam KijkVerder
11
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
4.
Resultaten
4.1
Resultaten literatuuronderzoek
Nadat AKV met verschillende zoektermen in de databanken heeft gezocht, zijn er een aantal artikelen uit gekomen (zie bijlage 1). In de artikelen is veel informatie gevonden over oriëntatie en mobiliteit in het algemeen en enkele uitgangspunten voor oriëntatie- en mobiliteitstraining, echter zijn er dan geen concrete werkwijzen en handvatten bij beschreven. De belangrijkste handvatten die uit de artikelen naar voren kwamen, en die toepasbaar zijn in het protocol staan hier onder beschreven. -
Oriëntatietraining is gericht op het ontwikkelen van lichaamsbesef, besef van ruimte en voorwerpen om je heen. Deze ontwikkeling is een voorwaarde voor de latere mobiliteitstraining - Besef van ruimte wordt ontwikkeld door klappen, stampen, roepen en lopen in verschillende ruimtes en plaatsen. De echo‟s die dit maakt geven belangrijke informatie over de ruimte waarin je je bevindt en de obstakels die er zijn. - Er word gestart met het feitelijk oefenen van een bepaalde route. Hierbij wordt stap voor stap de route ontdekt en onthoudt de cliënt alle bruikbare herkenningspunten en gidslijnen die tezamen de route vormen. - De instructie, feedback en bescherming die de zelfstandigheidstherapeut beidt worden gedurende de training geleidelijk afgebouwd. (Moons & Joosten-Roon, 1998) -
Wat voor de een geldt, geldt zeker niet voor de ander. De belangrijkste aanwijzing om te leren omgaan met een beperking van het gezichtsveld is het nemen van voldoende tijd om niet-bewegende informatie op te nemen. - Het is van belang om goed na te gaan wat de beperkingen in het scherp zien of het gezichtsveld betekenen voor de dagelijkse mobiliteit. Wat wordt wel waargenomen, wat niet en wat na kijk-inspanningen? Worden stilstaand grote en kleine obstakels waargenomen en geldt dat ook voor bewegende objecten? Kan iemand die slechtziend is zijn gezichtvermogen zo benutten, bijvoorbeeld door het draaien of scheef houden van het hoofd, dat ontbrekende delen uit de omgeving alsnog zichtbaar worden? Neemt hij voldoende tijd om de omgeving te kunnen bekijken? Kan iemand die slechtziend is zich gelijktijdig oriënteren op de omgeving en toch obstakels ontwijken? (Van Grinsven, 1994) -
De oriëntatie- en mobiliteitstraining wordt aangepast aan de (ontwikkelings) leeftijd, het mobiliteitsniveau en de visuele mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. De belangrijkste factor hierbij is of de cliënt vanaf de geboorte of op latere leeftijd slechtziend of blind is geworden. Het beschikken over beperkte visus, in tegenstelling tot het volledig blind zijn, is ook van grote invloed op de ontwikkeling van de vaardigheden. Basisvaardigheden voor oriëntatie en mobiliteit.
Oriëntatievaardigheden 1. Adequaat visueel kijken zoekgedrag, objectidentificatie, benutten van kleuren en contrasten 2. Het onderscheiden en benutten van ondergrondstructuren en
Adviesteam KijkVerder
Mobiliteitsvaardigheden 1. Zelfstandig voortbewegen met aandacht voor motoriek, balans, tempo en ritme. 2. Adequate houding en bewegingsveranderingen.
12
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit hoogteverschillen 3. Het lokaliseren van en lopen naar een geluidsbron als ook het benutten van echo‟s 4. Het onderscheiden en benutten van geuren en temperatuursverschillen 5. Het omgaan met ruimtelijke begrippen en instructies 6. Het inschatten van ruimtes en het kunnen lokaliseren van voorwerpen in ruimtes. (Pellekaan, 2001)
3. Omgang met begeleidingstechnieken. 4. Gebruik van arm- en handbeschermtechnieken. 5. gebruik van handvolgtechnieken 6. Recht lopen en draaien, omgaan met richtingsveranderingen. 7. gebruik van een buffer ter bescherming 8. Exploratief bewegen en bewegen met plezier
-
Mobility is a complex function and appears to be influenced by personal factors such as aspect of cognition, vision, fear of falling, expectation, prior knowledge, vestibular and proprioreceptor input and psychological and perceptual variables. Environmental factors also play a role. Such factors include lighting level, the number of obstacles and their size, contrast and movement and the general complexity of the environment. (Leat & Lovie-Kitchin,2006) -
More research is needed on O&M training for low vision adults. The complexity and diversity of patients needs makes it necessary to adapt any training curriculum to individual patients profiles, as pointed out by the authors of the studies retrieved in this review. The O&M community should develop standard, yet flexible methods to objectively test O&M performance which are valid and reliable. (Virgili & Rubin, 2006) -
The process of becoming and being oriented is necessary for personal safety and comfort. It is a learned skill. - For the adult who experiences vision loss, orientation involves reorganizing or relearning available methods of gathering the information needed do become oriented. - In the standard practice of the human/guide technique, the individual with vision impairment grasps the guide‟s arm just above the elbow. Variations of the human guide technique have been developed for children and for individuals needing additional support. (Silverstone, Lang, Rosenthal & Faye, 2000) -
The O&M specialist‟s primary role is to teach individuals with LV how to travel safely, efficiently, and independently. Additional training methods include protective use of arms, trailing techniques to travel in straight lines and the ability to orient oneself in the environment. - Color and contrast can be used to facilitate safety and indepedendent participation din daily life. Colors are best seen when they are bright, solid and illuminated. Contrast can be used to make objects stand out and to provide cues for depth perception. (Markowitze, 2006)
Adviesteam KijkVerder
13
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 4.2 Resultaten observatieonderzoek De resultaten van het onderzoek zijn geschreven aan de hand van de volgende punten: Opmerkelijke punten, kleurverschillen, reliëf, geuren, geluiden, objecten, temperatuur, locatie, functie en overig. 4.2.1 Opmerkelijke punten Beschrijvingen gaan veelal over kleur, reliëf, geur en locatie. Dingen die vaak beschreven zijn gaan over de vloer, de muren, de deuren en objecten in de ruimte. In verschillende punten komen overeenkomstige beschrijvingen terug. Dus de vloer komt zowel terug bij kleurverschillen als bij reliëf. Ook bij functie en bij object komen dezelfde aspecten voor, dus de locatie van de stoel en hoe de stoel er uit ziet. 4.2.2 Kleurverschillen In de categorie “Kleur vloer” is een steeds terugkerend onderwerp de verschillende kleuren die voorkomen in het gebouw. Hoofdzakelijk wordt gesproken over lichte en donkere vloeren. Verder zijn er een aantal markeringen die benoemd worden: - zwarte markering voor/na deur - verschil tussen groene en witte vloer - drempels van verschillende kleuren; grijs, zwart en rood. Bij “kleur wanden” worden vooral lichte kleuren op de wand genoemd echter wel in verschillende kleuren. Ook wordt een groene rand halverwege de muur benoemd in de toiletten. De deuren in de hal hebben allemaal een bruine kleur, uitgezonderd van de deur van de toiletten (geel), de boetiek, de klapdeuren van de grote zaal (zwart), de deur van de garage (wit) en de uitgangen (glas). Verder zijn verschillende opvallende aspecten beschreven zoals cijfers, naamplaatjes en herkenningsplaatsje die op de deuren hangen. De kleur van de objecten die in de ruimte staan zijn beschreven. Dit omdat ze opvallend zijn vanwege het kleurcontrast of omdat de het belangrijke objecten zijn die juist niet afsteken in de ruimte waar ze staan. Er worden dus herkenningspunten genoemd en aandachtspunten. De belangrijkste aandachtspunten zijn het sanitair in het toilet en de objecten in de cafetaria, deze hebben dezelfde kleur als de ruimte er omheen. Ook zijn er kleurverschillen die de functie van objecten kunnen ondersteunen zoals de donkere rand achter de handvatten in het aanrecht. Verder is nog beschreven wat de algehele indruk qua kleur van de ruimte is. Zo zijn er in het gebouw een paar ruimtes die altijd donker zijn een paar ruimtes die altijd heel licht zijn. Daarnaast is ook de lichtinval door de glazen deuren een opvallend gegeven. 4.2.3 Reliëf Tijdens de observaties kwam aan het licht dat er in het gebouw op verschillende plekken herkenningspunten door reliëf zijn. Deze zijn hoofdzakelijk op de vloer en aan de wanden te vinden. In en om het gebouw zijn verschillende ondergronden. Binnen is een pad van linoleum wat op bepaalde plaatsen afwijkt in breedte en zich splitst, daar omheen ligt vloerbedekking. De overgang wordt gemarkeerd met een geleidingslijn. De geleidingslijn is voor drie ruimtes in de hal afgevlakt, twee tegenover elkaar en een verderop. In de ruimtes ligt hoofdzakelijk linoleum of vloerbedekking, een aantal ruimtes hebben een vloer van beton, tegels, vilttegels of een ander soort vloerbedekking.
Adviesteam KijkVerder
14
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit De eerder genoemde zwarte markeringen op de het witte pad zijn niet alleen afwijkend in kleur maar ze voelen ook stroever aan. Aan de wanden zijn op bepaalde plaatsen aspecten te vinden die opvallen. De deur van de garage en van de boetiek hebben meer reliëf. Op bepaalde deuren zijn herkenningsplaatjes gehangen of hangen objecten zoals plastic bloemen, een toetsenbord of een rooster. Op elke deur hangt een nummer die dikker is waardoor deze ook te voelen is. Daarnaast hebben de deuren van het toilet een gewone klink en bijna alle overige een draai knop. Ook waren er een paar plekken (bijvoorbeeld bij de balie en de bar) waar de wand van ander materiaal was. Veranderingen in het materiaal van de wanden en andere objecten worden beschreven als herkenningspunt. In de grote zaal waren bijvoorbeeld reliëfverschillen door de ijzeren uitstekende profielen. Verder waren er sommige ruimtes waar de wand bekleed was met vloerbedekking. De meeste muren waren van gipswanden sommigen waren echter van steen of glas. Naast reliëf op de vloer en aan de wanden is ook reliëf op objecten zelf. In de keuken van FPB zijn op bepaalde apparaten reliëfcodes aangebracht zodat deze te bedienen zijn door visueel beperkten. Verder zijn bepaalde vormen van objecten benoemd bijvoorbeeld dat de balie in een hoek loopt en dat de tafel in de bibliotheek ovaal is. Dit is belangrijk bij het oriënteren. 4.2.4 Geuren Bij de observatie kwam naar voren dat bepaalde ruimtes opvallende geuren hadden. Deze vonden beide junioradviseurs kenmerkend voor de ruimtes. Dit waren bijvoorbeeld de toiletten met een toiletgeur, keuken waar geuren van eten vandaan kwam, dominokamer met een typische mannengeur, studio waar het muf rook, opslagkamer handenarbeid waar het naar lijm en verf rook, machinekamer waar schoonmaak middelen te ruiken waren, elektriciteitskamer die zurig rook en de activiteitenkamer waar een typische vrouwengeur hing. 4.2.5 Geluiden Bij de observatie van het gebouw bleek dat er geluiden waren die opvallend waren en dat in bepaalde ruimtes geluiden een bepaalde klank hadden. Zo waren er bepaalde objecten zoals de aircomachines, computers, koelkast, schuifdeur muziek kamer, mensen in de zaal en ventilatieroosters. Deze objecten hadden hun eigen klanken die opvielen in de ruimtes of zelfs daarbuiten. Andere opvallendheden betreft geluid waren bijvoorbeeld de holle of doffe klanken in de kamers en de stilte in de dominokamer en veelheid aan geluid in de grote zaal. 4.2.6 Objecten In de ruimtes in het gebouw staan veel objecten die een bepaalde plaats hebben. Tijdens het observatieonderzoek zijn veel verschillende losse objecten benoemd. Wat opviel is dat er objecten zijn die steeds terug komen zoals kast, een bureau en stoelen. Maar dat er ook objecten zijn die slechts één of twee keer genoemd worden, zoals de koelkast, aanrecht of de koffietafel. 4.2.7 Temperatuur Wat beide junioradviseurs als extra observatiepunt hebben genoteerd was de temperatuur en vooral de verschillen in temperatuur. In het gebouw waren enkele plekken waar de temperatuur voelbaar anders was dan over de rest van het gebouw.
Adviesteam KijkVerder
15
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit Wanneer de schuifdeur open is, was de temperatuur en de luchtstroming van buiten te voelen. In andere ruimtes zoals de toiletten in de grote zaal en de elektriciteitskamer waren opvallend warmer. Ook waren er kamers die opvallend kouder waren dan de ruimtes in de rest van het gebouw. Deze ruimtes waren de computerkamer en de boetiek. 4.2.8 Locatie Wat tijdens de observatie ook vaak is genoteerd is de locatie waar deuren zich in de ruimte bevinden, waar ruimtes zich ten opzichte van elkaar bevinden en waar objecten in de ruimte staan. Veel genoemde dingen zijn: de positie van de deur in de ruimte, de positie van ramen ten opzichte van de deur/ruimte, positie van deuren ten opzichte van deuren van andere ruimtes, positie van ruimtes ten opzichte van elkaar en de hoek waarin de gang loopt. 4.2.9 Functie Ook is beschreven wat de functie van de ruimte is. Waarvoor de ruimte bedoelt is en wie gebruik maken van de ruimte. Bij de activiteiten kamer wordt bijvoorbeeld gezegd dat dit het kantoor is van twee medewerkers. 4.2.10 Overig Naast alle genoemde belangrijke aspecten zijn er ook dingen opgevallen tijdens de observatie die moeilijk onder een van deze aspecten te plaatsen waren. Het gaat dan bijvoorbeeld over de grootte van de kamers die opvallend zijn. Er zijn ruimtes die opvallend breder zijn dan andere ruimtes. De grootte van een kamer kan wel bepalend zijn voor een karakter van een ruimte, het kan van invloed zijn op het geluid van de ruimte reproduceert. Ook viel op dat de ruimtes aan de linker kant van de gang allemaal dezelfde diepte hebben. Om een beeld te krijgen van de grootte van het gebouw kan dit een belangrijk gegeven zijn. 4.2.11 Belangrijke herkenningspunten De belangrijkste herkenningspunten in het gebouw zijn de volgenden: Belangrijke herkenningspunten: Gele tegels voor de ingang van het gebouw Het witte zeil in het in de gang Groene vloerbedekking naast zeil Geleidingslijn naast wit pad De gele deuren van het toilet De nummers op de deur Het geluid van de machinekamer Waar de geleidingslijn in de gang zowel links als rechts afgevlakt is, is daarachter aan de linkerkant het damestoilet, en rechts daarvan de keuken. Wanneer de geleidingslijn alleen links afgevlakt is (komend vanuit de ingang) is daarachter het herentoilet. Geuren uit kamers: toiletgeur, mannengeur in dominokamer, etensgeur in keuken Positie van bureaus in kantoren Aan het einde van het witte zeil, bevindt zich de muziekkamer. Het toetsenbord op de deur van de computerkamer Het zitje in de ontvangsthal
Adviesteam KijkVerder
16
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 4.3
Resultaten vragenlijstonderzoek
4.3.1 Algemene gegevens De vragenlijst is door het AKV afgenomen bij tien cliënten. Algemene gegevens van de cliënt staan vermeld in onderstaande tabel. Deelnemende Personen
Geslacht
Leeftijd
Leeftijd visueel beperkt
Gezichtsvermogen
1.
Vrouw
64
45
2. 3. 4.
Man Vrouw Vrouw
77 73 61
59 68 50
5.
Man
57
55
6.
Vrouw
71
50
7.
Vrouw
75
60
8.
Man
68
63
9.
Vrouw
49
47
10. Gemiddelde
Vrouw
87
78 57,5
Afwijkend gezichtsveld verminderde gezichtsscherpte Blind Overig Verminderde gezichtsscherpte Afwijkend gezichtsveld verminderde gezichtsscherpte Afwijkend gezichtsveld verminderde gezichtsscherpte Afwijkend gezichtsveld verminderde gezichtsscherpte Verminderde gezichtsscherpte Afwijkend gezichtsveld verminderde gezichtsscherpte Blind
68
en
Tijd in Pro Bista (in maanden) 18 13 12 7
en
12
en
1
en
11 12
en
10 12
10,8
4.3.2 Rondleiding Van alle cliënten heeft 70% een rondleiding gehad in het gebouw. 40% van de cliënten heeft nu nog behoefte om een rondleiding te krijgen. Deelnemende Proefpersonen 1. 2. 3 4 5 6 7 8 9 10 Totaal
Rondleiding gehad op eerste dag? Ja Nee Nee Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja 70% Nee 30%
Adviesteam KijkVerder
Later rondleiding gehad?
Nu nog behoefte aan een rondleiding?
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee Ja 20% Nee 80%
Nee Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee
40% 60%
17
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 4.3.3 Tijd van de rondleiding Van de 7 mensen die een rondleiding hebben gehad vond 1 persoon de tijd van de rondleiding goed, 3 personen vonden de tijd van de rondleiding onvoldoende, en 3 personen geven aan dat het beter kon. De duur van de rondleiding kon nog door 4 mensen herinnerd worden. De duur bij 2 mensen was ongeveer 90 minuten, een persoon gaf 60 minuten aan en eentje 20 minuten. 4.3.4 Afspraken bij rondleiding Van de 7 personen zijn er voorafgaand bij 2 personen afspraken gemaakt over de rondleiding. Deze informatie ging bij de ene persoon over het geven van mondelinge informatie en bij de andere persoon hebben ze alleen de verwachtingen besproken. Achterafgezien hadden zij graag meerdere afspraken willen opstellen. Van de 5 personen waarbij voorafgaand aan de rondleiding geen afspraken zijn opgesteld geeft 60% aan graag voorafgaand aan een rondleiding afspraken op te stellen. Hierbij wordt gedacht aan afspraken over de wijze van vasthouden, afspraken over het geven van mondelinge informatie, afspraken over de loopsnelheid, afspraken over de veiligheid en afspraken over de lengte en/of tijd van de rondleiding. 4.3.5 Vormgeving rondleiding Van de 7 mensen die een rondleiding hebben gehad gaf 1 persoon geen antwoord op de vraag hoe de rondleiding vorm gegeven was. Van de overige 6 mensen gaven 2 personen aan dat ze alleen de belangrijkste ruimtes te zien kregen. De volgende 2 personen gaven aan de ze samen het gebouw rond liepen en dat er verteld werd wat er achter elke deur zat. En de laatste 2 personen gaven aan „anders‟, dit betekende voor hen dat er goed werd uitgelegd en verteld werd hoe een ruimte eruit zag. Wanneer de gegevens van de manier van rondleiden vergeleken worden met de vraag of de mensen het gebouw kennen. Heeft de manier van rondleiden geen invloed gehad op het leren kennen van het gebouw. Van de 7 personen hadden 3 personen de behoefte gehad om in het begin meerdere malen rondgeleid te worden, zodat ze het gebouw beter leerde kennen. De 3 personen die geen rondleiding hebben gehad, gaven alle 3 aan dat ze het prettig zouden hebben gevonden om een rondleiding te krijgen. Hierbij vonden ze het belangrijk te leren hoe het gebouw er uit ziet, welke ruimtes er allemaal zijn en waar deze zitten. Afspraken die zij belangrijk vinden om te maken zijn afspraken over het geven van mondelinge informatie, afspraken over de loopsnelheid en afspraken over de veiligheid. Zij benoemden in tegenstelling tot de bovenste groep niet specifiek afspraken over de manier van vasthouden en de tijd/lengte van de rondleiding. 4.3.6 Geven van mondelinge informatie Bij het geven van mondelinge informatie geeft 80% aan informatie te willen ontvangen tijdens het lopen, 10% wil graag informatie ontvangen bij het verplaatsen op momenten dat ze stil staan, en 10% wil graag voorafgaand aan het verplaatsen informatie zodat er tijdens het verplaatsen niks word gezegd.
Adviesteam KijkVerder
18
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
Wijze van ontvangen van informatie
informatie voorafgaand 10%
informatie bij stilstand 10%
informatie tijdens lopen informatie bij stilstand informatie voorafgaand
informatie tijdens lopen 80%
4.3.7 Wijze van vasthouden Het vasthouden van de cliënt kan op verschillende manieren gebeuren. 60% van de ondervraagden geeft aan niet te hoeven worden vastgehouden. Dit omdat ze zichzelf nog zelfstandig kunnen verplaatsen, of al gebruik maken van een hulpmiddel (bv. stok). 10% geeft aan graag hand in hand te lopen, 10% wil graag arm in arm lopen en 10% geeft aan dat de begeleider voorop moet lopen, waarbij de cliënt volgt en de elleboog van de begeleider vast heeft en 10% geeft aan dat de begeleider voorop loopt, waarbij de cliënt volgt en de schouder van de elleboog vast heeft. Wijze van vasthouden
schouder begeleider vast 10%
elleboog begeleider vast 10%
hand in hand 10% niet vasthouden 60%
niet vasthouden arm in arm hand in hand elleboog begeleider vast schouder begeleider vast
arm in arm 10%
4.3.8 Vinden van de ruimtes Inmiddels geeft 70% van de ondervraagden aan zonder moeite zelfstandig de ruimtes te vinden die zij nodig hebben, 20% geeft aan met enige moeite en 10% geeft aan alleen met hulp van anderen.
Adviesteam KijkVerder
19
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit Noot: De junioradviseurs hebben het idee dat de gegevens van deze vraag niet geheel betrouwbaar zijn. Tijdens observatie in het gebouw is gemerkt dat erg weinig cliënten zelfstandig de ruimtes kunnen vinden, en velen hulp vragen van vrijwilligers of andere cliënten. 4.3.9 Herkenningspunten Er zijn verschillende punten waarop personen een ruimte kunnen herkennen. 60% geeft aan dat opvallende objecten in een ruimte helpen een kamer te herkennen, 30% van de ondervraagden kan ruimtes herkennen aan geur, 40% gebruikt kleurcontrasten, 40% geeft aan reliëf, en 30% geluid. Ook gaf 20% nog aan de cijfers op de deur te gebruiken. Herkenningpunten in gebouw 7
6
Aantal personen
5
4 Reeks1 3
2
1
0 objecten
geur
kleur
relief
geluid
anders
Verschillende herkenningspunten
De belangrijkste herkenningspunten die door de cliënten genoemd werden, zijn: - Het witte pad door de gang. - De gele deuren van het toilet. - Reliëfverschillen op de grond/wand (voelen met de stok). - Nummers op de deur (voelen en zien) - Geuren in kinderkamer/ in de revalidatiekamer en keuken. - Het toetsenbord op de deur van de computerkamer. - Het teken op de toiletdeur. - Het handvat bij de damestoilet draait naar links en bij de heren normaal. - Licht. - Kleur van de vloer. - Geluid van de machinekamer. Van alle ondervraagden geven de blinden aan veel met reliëf te doen, ook is voor hen geur en geluid belangrijk. Slechtzienden maken zoveel mogelijk gebruik van restvisus om een ruimte en de objecten waar te nemen. Maar ook voor hen is geluid en geur erg belangrijk. Van de 10 mensen hebben 8 mensen een antwoord gegeven op de vraag hoe zij de herkenningspunten ontdekt hebben. Hierbij gaven 3 mensen aan dat zij erop gewezen waren door medewerkers/vrijwilligers, 2 mensen zijn er opgewezen door andere cliënten en 3 mensen hebben dit zelf ontdekt.
Adviesteam KijkVerder
20
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 4.3.10 Kennen van het gebouw Op de vraag of ze het idee hebben dat ze het gebouw kennen gaf 10% aan het gebouw te kennen, 60% gaf aan gedeeltelijk en 30% gaf aan dat ze het gebouw niet kennen. De ruimtes die de cliënten kunnen vinden, zijn als volgt: Personen
Aantal ruimtes (totaal=25) 1. 9 ruimtes 2. 7 ruimtes 3. 6 ruimtes 4. 5 ruimtes 5. 7 ruimtes 6. 3 ruimtes 7. 4 ruimtes 8. Alle ruimtes 9. Alle ruimtes 10. Geen Gemiddelde van het aantal kamers:
Aantal ruimtes in procenten 36% 28% 24% 20% 28% 12% 16% 100% 100% 0% 36,4%
De meeste mensen kunnen zelfstandig het toilet en de grote zaal vinden. Andere ruimtes die mensen kunnen vinden zijn verschillend en hangt af van hun bezigheden. Vaak weten mensen alleen die kamers te vinden waar ze moeten zijn voor een activiteit (bijvoorbeeld de dominokamer en muziekkamer). Echter zijn er ook mensen die deze zelfs niet kunnen vinden en hierin begeleid moeten worden. 4.3.11 Aanvulling op begeleiding Op de vraag wat mensen goed vonden gaan aan de begeleiding en wat zij mistten is niet adequaat geantwoord. De mensen gaven vaak aan dat ze alles binnen de instelling goed vonden, maar spitsten dit niet toe op de rondleiding. Ook wanneer de junioradviseurs hier gerichter naar vroegen konden ze geen informatief antwoord geven. Deze antwoorden zullen daarom niet worden meegenomen in ons onderzoek. 4.3.12 Beschermingstechnieken Op de vraag of mensen behoefte hebben aan beschermtechnieken is als volgt geantwoord: Behoefte aan beschermtechnieken? 5
Aantal personen
4
3
2
1
21
0 Adviesteam KijkVerder ja
nee
nee, ik ben er mee bekend
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit Uit de gegevens blijkt dat 3 personen bekend zijn met de beschermtechnieken. 3 personen willen graag meer informatie over beschermtechnieken. En 4 personen geven aan geen beschermingstechnieken nodig te hebben. De mensen die voor „nee‟ hebben gekozen zien zelf nog voldoende waardoor ze niet in gevaarlijke situaties terecht komen. 4.3.13 Vertrouwd voelen Op de vraag of mensen zich vertrouwd voelen binnen Pro Bista hebben 9 mensen ja geantwoord en 1 persoon niet echt. Bij de vraag wat mensen verstaan onder vertrouwd werd in bijna alle gevallen aangegeven dat het veilig was binnen het gebouw en dat er geen dieven waren. Dit is een andere omschrijving dat wat het adviesteam bedoelde. Daarom zijn deze antwoorden nier relevant voor het onderzoek.
Adviesteam KijkVerder
22
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
5.
Conclusie
Cliënten met een visuele beperking binnen Fundashon Pro Bista worden niet op een eenduidige wijze begeleid bij het verplaatsen. Dit komt doordat de basisprincipes van het begeleiden van visueel beperkten niet bekend zijn bij alle medewerkers, vrijwilligers en stagiaires. Daarnaast worden nieuwe cliënten niet altijd begeleid bij het leren kennen van het gebouw. Dit komt doordat het niet duidelijk is wie verantwoordelijk is voor het leren kennen van het gebouw en omdat niet is vastgelegd hoe de begeleiding hierbij moet plaatsvinden. Welke werkwijze en handvatten moeten gehanteerd worden zodat medewerkers, vrijwilligers en stagiaires nieuw binnenkomende cliënten van Pro Bista met een visuele beperking op een verantwoorde en eenduidige wijze kunnen begeleiden bij introductie in het gebouw? Deze vraag wil het adviesteam beantwoorden door middel van het voeren van drie onderzoeken. Een literatuuronderzoek, een observatieonderzoek in het gebouw van FPB en een vragenlijst onderzoek onder cliënten van FPB. Uit het literatuuronderzoek bleek dat er weinig concrete handvatten worden vermeld die toegepast kunnen worden bij het verbeteren van oriëntatie- en mobiliteitsvaardigheden van mensen met een visuele beperking. In andere onderzoeken wordt genoemd dat hier verder onderzoek naar moet worden gedaan (Bibby & Maslin, 2007; Vigili & Rubin, 2006). Wel kan gezegd worden dat de instructie, feedback en bescherming die je als begeleider biedt gedurende de training geleidelijk afgebouwd dient te worden. (Moons & JoostenRoon, 1998). Ook zijn verschillende oriëntatievaardigheden gevonden die een persoon moet bezitten om te kunnen oriënteren (Pellekaan, 2001). Daarnaast wordt ook gezegd dat door training het gebruik van visuele en non-visuele informatie wordt verbeterd (Soong, Lovie-Kitchin & Brown, 2001). Training van oriëntatie vaardigheden is dus effectief. De belangrijkste conclusie die in de literatuur is gevonden is dat elke cliënt een andere manier heeft waarop hij instructie wil ontvangen (Vigili & Rubin, 2006). Cliëntgerichte benadering neemt bij oriëntatie- en mobiliteitstraining dus een belangrijke plaats in. Door tekort aan literatuur is het adviesteam verder gaan zoeken en is wel vakliteratuur gevonden die passend is bij de opzet voor begeleiding bij het verplaatsen. Deze informatie is belangrijk geweest bij het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Bij het observatieonderzoek heeft AKV geconcludeerd dat herkenningspunten herkend kunnen worden door kleurverschil, reliëf, geur, geluid, objecten, temperatuur, locatie en functie. In overige bronnen wordt bevestigd dat de eerste vijf aspecten van belang zijn bij het oriënteren (Diepeveen, Teurlings & Verstraten, 2000; Van Doorn, 1995; Ijsseldijk, 2004; Willemse, 1999). Tevens is gevonden dat de belangrijkste herkenningspunten in het gebouw gekenmerkt worden door verschillende aspecten. Bijvoorbeeld kleur als reliëf. Deze punten zijn te gebruiken door zowel blinden als slechtzienden. Bij het geven van herkenningspunten is het belangrijk om zeker te weten dat voorwerpen altijd aanwezig zijn. Ook kan worden geconcludeerd dat een punt een herkenningspunt en dus oriëntatiepunt is als het informatie geeft over de positie van de persoon in de ruimte. Diepeveen, Teurlings & Verstraten (2001) benoemen ook nog eens dat de volgorde waarin deze punten zich aandienen belangrijk zijn voor het ordenen van de informatie uit de omgeving. Uit het onderzoek zijn de belangrijkste herkenningspunten uit het gebouw naar voren gekomen. Dit waren: - De kleur van de vloer - De structuur van de vloer (reliëf)
Adviesteam KijkVerder
23
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit -
De dikke en donkere cijfers op de deur Geluiden uit opvallende kamers in de gang (muziek kamer, keuken en machine kamer) - Objecten en positie van deze objecten in de kamer - Opvallende kleuren aan wanden en objecten - Objecten aan wanden en deuren Voor een cliënt zijn dit belangrijke aspecten om zich te kunnen oriënteren en het gebouw te leren kennen. Daarom is deze informatie ook voor begeleiders belangrijk zodat ze cliënten kunnen begeleiden bij het leren oriënteren. Verder wordt door het adviesteam geconcludeerd dat herkenningspunten altijd met elkaar in verband moeten staan. Eén herkenningspunt op zich geeft geen informatie over de positie van de cliënt, echter wanneer de cliënt de herkenningspunten ten opzichte van elkaar kan positioneren. Dit wordt bevestigd door Diepeveen, Teurlings & Verstraten (2000) hier wordt gesproken over een mentale plattegrond. In het vragenlijstonderzoek is gebleken dat vrijwel elke cliënt begeleidt wil worden bij het leren kennen van het gebouw. Belangrijk wordt gevonden om voorafgaand afspraken te maken over de wijze van begeleiden, vasthouden, informatie verstrekken, snelheid van lopen, de duur van de begeleiding en over het waarborging van de veiligheid. Blinden maken veel gebruik van reliëf bij herkenning en slechtzienden vaker van kleurverschillen. Ook bleek dat cliënten het prettig vinden om gewezen te worden op de herkenningspunten. Tijdens het uitvoeren van de begeleiding is het noodzakelijk om dit aan bod te laten komen. Uit het onderzoek bleek dat cliënten verschillende voorkeuren hebben over de wijze van vasthouden. Uit literatuur blijkt dat de ellebooggreep de beste methode is (Silverstone et. al., 2000) met voordelen voor de cliënt en de begeleider. Het is als begeleider belangrijk om af te wegen wat voor elke individuele cliënt de prettigste en meest geschikte methode is bij de begeleiding. Gezegd kan worden dat er uit de onderzoeken verschillende werkwijzen en handvatten naar voren zijn gekomen die medewerkers, vrijwilligers en stagiaires helpen om nieuw binnen komende cliënt verantwoord en eenduidig te begeleiden. Deze kunnen verwerkt worden in het protocol voor FPB.
Adviesteam KijkVerder
24
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
6.
Discussie
De uitkomsten van het onderzoek en de conclusies die daar uit zijn gekomen zijn belangrijk als basis van het protocol voor oriëntatie en mobiliteit. Echter zijn er uit het literatuuronderzoek te weinig resultaten gekomen. Daarom heeft het adviesteam verder gezocht naar bronnen en is er vakliteratuur door professionals gevonden dat geschreven is door Sensis, Visio het Loo Erf en het Bartimeus, maar niet openbaar verkrijgbaar is. In deze literatuur zijn veel belangrijke handvatten gevonden voor het begeleiden van visueel beperkte cliënten bij het verplaatsen en het aanleren van een nieuwe omgeving. Volgens het adviesteam zou het belangrijk zijn als meer van deze literatuur openbaar wordt gemaakt. Gebleken is dat veel van deze literatuur wel ouder is. Professionals geven aan deze bronnen toch te gebruiken omdat het nog wel actueel is (Kistemaker & Lohuis, 2009). Er is binnen de instellingen voor visueel beperkten bruikbare literatuur voor handen en daarom is het minder noodzakelijk om nieuwe onderzoeken uit te voeren en te publiceren. Volgens het adviesteam is het daarom te verklaren waarom er weinig internationale literatuur over te vinden is. Volgens AKV is het wel belangrijk dat de informatie ook voor andere professionals openbaar wordt gemaakt omdat er ook veel visueel beperkten behandeld worden buiten de grote instellingen. Het onderzoek binnen FPB heeft op een kleine schaal plaatsgevonden en de uitkomsten zijn ook echt gericht op de situatie van FPB. Bij het vragenlijst onderzoek is het de vraag of uitkomsten over de wensen bij het begeleiden gegeneraliseerd kunnen worden, omdat het om een kleine populatie gaat met een diversiteit aan leeftijd en zichtvermogen. Echter geeft het volgens het adviesteam wel een beeld van hoe cliënten van FPB zich verplaatsen en waar rekening mee gehouden dient te worden. Daarom is deze informatie zeker bruikbaar om als handvat te gelden voor een begeleider. De keuze voor slechts 10 proefpersonen heeft invloed gehad op de resultaten van het onderzoek. Dit was de reden dat resultaten niet gegeneraliseerd konden worden. De resultaten konden niet goed met elkaar vergeleken worden, de kleine populatie was niet het enige wat hier van invloed op was. Ook de achtergrond van de personen verschilde te veel. Er was een grote diversiteit aan zichtsvermogen, leeftijd en moment waarop visuele beperking is opgetreden. Wanneer dit beter op elkaar was afgestemd hadden ook verbanden getrokken kunnen worden. In dit onderzoek was het vooral gericht op de ervaringen van cliënten die een korte tijd binnen FPB waren. Daarom was de duur dat cliënten binnen FPB verbleven het enige criterium. Resultaten hiervan konden vergeleken worden echter konden er conclusies uit getrokken worden door de genoemde verschillen en de kleine populatie. In een nieuw onderzoek is het daarom belangrijk dat de onderzoeksgroep groter is en als het doel is om meer verbanden te leggen moet hier bij de selectie rekening mee worden gehouden. Het adviesteam is van mening dat het binnen dit vragenlijst onderzoek niet haalbaar was om meer vragenlijsten af te nemen vanwege de tijd. De informatie die gevonden is, was bruikbaar binnen het uiteindelijke protocol voor de instelling van FPB. Echter kan het niet gebruikt worden voor andere doeleinden. Het is moeilijk te zeggen of de informatie die de cliënten hebben gegeven volledig betrouwbaar is. Vanuit de Curaçaose cultuur zijn mensen niet altijd gewend om hun mening volledig bloot te geven waardoor het mogelijk is dat ze sociaal wenselijke antwoorden hebben gegeven. Een diepgaand open interview had er voor kunnen zorgen dat er meer van de echte mening werd gegeven. Echter had dit wel door een ervaren en onafhankelijk persoon gedaan moeten worden omdat ook in een interview sociaal
Adviesteam KijkVerder
25
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit wenselijke antwoorden gegeven kunnen worden. Iemand met ervaring zou hier eventueel doorheen kunnen komen. Wanneer FPB meer te weten wil komen over de mening en ervaringen van de cliënten is het raadzaam om een extern persoon met ervaring een aantal open interviews uit te laten voeren. De uitkomsten van het observatieonderzoek zijn voor een deel specifiek gericht op het gebouw van FPB. Er komen concrete voorbeelden van herkenningspunten in het gebouw uit voort. Tevens zijn er ook overkoepelende thema‟s van herkenningspunten in terug te vinden die gegeneraliseerd kunnen worden naar andere situaties. Dit is belangrijke informatie omdat dit voor elk persoon met een visuele beperking, handvatten kunnen zijn bij het verplaatsen in het algemeen. Voorafgaand aan de observatie heeft het adviesteam maatregelen getroffen om te bereiken dat de resultaten objectief en onafhankelijk zouden zijn. Dit heeft er toe geleid dat in de analyse resultaten zijn gevonden die overeen kwamen maar daarnaast ook toevoegingen hadden. Dit is de bedoeling van een kwalitatief onderzoek om zo veel mogelijk informatie te verzamelen. Echter kan er nog niet echt van een verzadiging aan informatie worden gesproken. Door andere personen nog meer observaties uit te laten voeren had dit bereikt kunnen worden. Wel denkt het adviesteam dat de belangrijkste concrete herkenningspunten in het gebouw zijn gevonden en door al de belangrijke informatie de overkoepelende thema‟s zijn gevonden. Naar verwachting van het adviesteam zou de extra informatie voornamelijk bestaan uit extra details die wellicht te specifiek zouden zijn voor in het protocol. Om een goed kwalitatief onderzoek uit te voeren is het in de toekomst wel raadzaam om de verzadiging zo ver mogelijk te bereiken. Het gevoerde onderzoek is bruikbaar voor het doel om een protocol te schrijven. Echter wanneer er meer tijd was geweest, had het onderzoek op een aantal punten verbeterd kunnen worden. Wanneer resultaten ook gebruikt zouden worden in een bredere context dan FPB, had het onderzoek op een aantal punten aangepast moeten worden.
Adviesteam KijkVerder
26
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
7.
Literatuurlijst
Artikelen Brouwer, D.M., Sadlo G. e.a. (2008) Limitations in Mobility: Experiences of Visually Impaired older people British Journal of Occupational Therapy 71(10) 414-421 Grinsven, R. van, (1994) Slechtziendheid en mobiliteit Colofon 5e jaargang, nr. 5 52-57 Leat, J. S., Lovie-Kitchin, J.E. (2006) Measuring mobility performance: experience gained in designing a mobility course Clinical and Experimental Optometry 89 215-228 Markowitze, M. (2006) Occupational therapy interventions in low vision rehabilitation. Canadian journal of ophthalmology. Vol. 41 (2006), afl 3, pag. 340-347 Moons, M., Joosten-Roon, H. (Februari 1998) Ergotherapeut in de functie van zelfstandigheidstherapeut; Hoe werkt een ergotherapeut in een regionale instelling voor revalidatie van blinden en slechtzienden Nederlands tijdschrift voor de ergotherapie. 26e jaargang. 20-26 Pellekaan, B (2001) Zelfstandig de weg vinden: orientatie- en mobiliteitstraining bij mensen met een visuele beperking. Nederlands tijdschrift voor ergotherapie; vol. 29 (2001), afl. 6, pag. 205-209. Silverstone, B., Lang, M., Rosenthal, B. & Faye, E. (2000) The lighthouse handbook on vision impairment and vision rehabilitation. Oxford: University Press p. 855-864. Soong, G.P., Lovie-Kitchin, J.E., Brown, B. (2001) Does mobility performance of visually impaired adults improve immediately after orientation and mobility training? Optometry and Vision Science Vol. 78, no. 9 657-666 Virgili G., Rubin, G. (2006) Orientation and mobility training for adults with low vision The Cochrane Collaboration Issue 3, 1-20
Boeken Baarda, D.B., de Goede M.P.M (2006) Basisboek Methoden en Technieken; Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwantitatief onderzoek (4e druk) Groningen/Houten: Wolters-Nordhoff Baarda, D.B., de Goede, M.P.M., Teunissen, J. (2005) Basisboek Kwalitatief onderzoek; Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek (2e druk) Grongingen/Houten: Wolters-Noordhoff Boeije, H. (2005) Analyseren in kwalitatief onderzoek; Denken en doen. Amsterdam: Boomonderwijs
Internet adressen www.Oogartsen.nl Informatie opgehaald op 3 juni 2009. http://www.cbs.an/population/population_b3b.asp Informatie opgehaald op 3 juni 2009.
Adviesteam KijkVerder
27
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
Bijlage 1. Resultaten van literatuurstudie Zoekvraag: Welke interventies zijn nodig om mensen met een visuele beperking verantwoord te begeleiden tijdens oriëntatie- en mobiliteitstraining? Pubmed 1. Zoekterm Orientation AND mobility Aantal treffers 1046 Heel veel treffers. Conclusie: zoekterm concreter maken zodat deze beter aansluit op de vraag. 2. Zoekterm Aantal treffers Relevante artikelen
Visual impairment AND orientation AND mobility 35 5
Bruikbaar artikel 1. Leat, S.J. Lovie-Kitchin, J.E.(Nov. 2008) Visual function, visual attention, and mobility performance in low function. Optometry and vision science 85(11): 1049-1056 Na het lezen van de samenvatting bleek het een interessant artikel. Het is gericht op de factoren die van invloed zijn op oriëntatie- en mobiliteitstraining. Bruikbaar artikel 2. Bibby SA, Maslin ER, McIlraith R, Soong GP (Maart 2007) Vision and self-reported mobility performance in patients with low vision. Clinical & experimental optometry : journal of the Australian Optometrical Association 90(2) 115-123 De samenvatting gaat over de invloed van je visus op orientatie- en mobliteitstraining, daarom zal het een bruikbaar artikel kunnen zijn voor ons onderzoek. Bruikbaar artikel 3. Virgili G, Rubin G. (Juli 2006) Orientation and mobility training for adults with low vision Cochrane database of systematic reviews19;3:CD003925 Na het lezen van de samenvatting bleek het een interessant artikel. Het gaat over orientatie en mobiliteitstraining, en het effect daarvan. Bruikbaar artikel 4. Leat SJ, Lovie-Kitchin JE. (Juli 2006) Measuring mobility performance: experience gained in designing a mobility course. Clinical & experimental optometry : journal of the Australian Optometrical Association 89(4): 215-228 In de samenvatting van dit artikel word omschreven welke methode gebruikt word bij oriëntatie en mobiliteitstraining, en is daarom een bruikbaar artikel bij ons onderzoek. Bruikbaar artikel 5. Soong GP, Lovie-Kitchin JE, Brown B.(September 2001) Does mobility performance of visually impaired adults improve immediately after orientation and mobility training? Optometry and vision science : official publication of the American Academy of Optometry 78(9): 657-666 Na het lezen van de samenvatting bleek het een interessant artikel omdat het gaat over de effectiviteit van oriëntatie- en mobiliteitstraining.
Adviesteam KijkVerder
28
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
Picarta 1. Zoekterm Mobiliteit AND Orientatie Aantal treffers 5 Relevante artikelen 1 Van de vijf treffers was er 1 geschikt. Van de overige 4 bestond er een uit beeldmateriaal, een andere kwam uit 1982 wat wij te oud vonden. De overige waren gericht op jonge kinderen wat niet aansluit bij onze doelgroep. Bruikbaar artikel 1. Pellekaan, B (2001) Zelfstandig de weg vinden: orientatie- en mobiliteitstraining bij mensen met een visuele beperking. Nederlands tijdschrift voor ergotherapie; vol. 29 (2001), afl. 6, pag. 205-209.
Picarta 1. Zoekterm Aantal treffers Conclusie zoekterm aanpassen
Oriëntatie AND blind 0
2. Zoekterm Aantal treffers Relevante artikelen
Oriëntatie AND blinden 3 0
Eén artikel komt overeen met eerder gevonden bronnen. De overige twee artikelen zijn hetzelfde. Deze zou op basis van de titel interessant kunnen zijn, alleen kunnen we niet over het artikel en de abstract beschikken: Mogelijk bruikbaar artikel 1. Elzinga, M. & Hoven, B. van. (2006) Oriëntatie van blinden in de Groninger binnenstad. Rooilijn; vol 39 (2006), afl. 6. pag. 282-287.
Picarta 1. Zoekterm Aantal treffers
Oriëntatie AND slechtziend 0
Conclusie: zoekterm aanpassen. 1. Zoekterm Aantal treffers Relevante artikelen
Oriëntatie AND slechtzienden 2 0
Geen nieuwe treffers ten opzichte van vorige zoektermen.
Picarta
Adviesteam KijkVerder
29
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
1. Zoekterm Oriëntatietraining Aantal treffers 1 Relevante artikelen 0 Deze was gericht op oriëntatietraining aan dementerende, dus niet gericht op onze doelgroep.
Picarta 1. Zoekterm Oriëntatie AND training Aantal treffers 15 Relevante artikelen 0 Deze waren allen gericht op niet relevante onderwerpen zoals dementerende ouderen, bedrijfsleven, oriëntatie op een doelgroep of op een werkterrein.
Picarta 1. Zoekterm Mobiliteit AND training Aantal treffers 12 Relevante artikelen 0 Deze treffers waren allen niet interessant gebaseerd op de titels. De treffers waren niet gericht op mobiliteit van slechtzienden of blinden. Maar meer gericht op loopbaan, scholing, en specifieke mobiliteitsproblemen bij sport.
Picarta 1. Zoekterm Mobiliteit AND training Aantal treffers 12 Relevante artikelen 0 Deze treffers waren allen niet interessant gebaseerd op de titels. De treffers waren niet gericht op mobiliteit van slechtzienden of blinden. Maar meer gericht op loopbaan, scholing, en specifieke mobiliteitsproblemen bij sport.
Picarta 1. Zoekterm Aantal treffers Relevante artikelen
Visual AND Impairment AND Orientation 5 0
Van deze treffers zijn 2 op basis van de titel geschikt gevonden. Na het lezen van de samenvatting bleek dat deze toch niet relevant waren omdat ze gericht waren op hele specifieke interventies zoals het gebruik van koptelefoons. De andere was heel anatomisch beschreven wat niet relevant is voor onze interventies.
Picarta
Adviesteam KijkVerder
30
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 1. Zoekterm Aantal treffers Relevante artikelen
Visual AND Impairment AND Orientation 5 0
Van deze treffers zijn 2 op basis van de titel geschikt gevonden. Na het lezen van de samenvatting bleek dat deze toch niet relevant waren omdat ze gericht waren op hele specifieke interventies zoals het gebruik van koptelefoons. De andere was heel anatomisch beschreven wat niet relevant is voor onze interventies.
Picarta 1. Zoekterm Visual AND Impairment AND Mobility Aantal treffers 9 Relevante artikelen 0 Geen van deze treffers leek op basis van titel relevant. Artikelen waren gericht op de invloed van de visuele beperking op het leven, mobiliteit en psycho-sociaal, dit is niet relevant voor ons project omdat wij meer gericht zijn op de interventies om mobiliteit te bevorderen. Daarnaast waren enkele gericht op kinderen en op specifieke interventiesystemen. Dit is te specifiek voor onze opdracht.
Picarta 1. Zoekterm Aantal treffers Relevante artikelen
Visual AND impairment AND interventions 4 0
2 overeenkomstige artikelen met eerdere zoektermen. 2 andere niet geschikt omdat ze gericht waren om medische interventies of risico educatie wat niet correspondeert met onze opdracht.
Picarta 1. Zoekterm Aantal treffers Relevante artikelen
Visual AND impairment AND intervention 11 0
Verschillende overeenkomstige artikelen met eerdere zoektermen, geen relevante artikelen. Nieuwe artikelen waren vooral gericht op kinderen, meervoudig gehandicapten, behandeling van depressie en visuele hallucinaties.
Picarta 1. Zoekterm Low AND vision AND intervention Aantal treffers 9 Relevante artikelen 1 Op basis van de titels was één treffer relevant. Overige waren te specifiek op doelgroep zoals kinderen of veteranen. Anderen waren weer meer gericht op settings als een
Adviesteam KijkVerder
31
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit verpleeghuis deze leek interessant maar is niet digitaal of in Nederland verkrijgbaar. Bruikbaar artikel 1. Stuen, C. et al. (2000) Vision rehabilitation: assessment, intervention and outcomes. Lisse [etc.] : Swets & Zeitlinger Bij het zoeken van het boek in de bibliotheek van de Radboud Universiteit in Nijmegen hebben we ook het volgende bruikbare boek gevonden: Bron: Silverstone, B., Lang, M., Rosenthal, B. & Faye, E. (2000) The lighthouse handbook on vision impairment and vision rehabilitation. Oxford: University Press
Picarta 1. Zoekterm Low AND vision AND interventions Aantal treffers 4 Relevante artikelen 2 Van alle treffers leken 2 artikelen op basis van titel geschikt. Overige waren gericht op kinderen in Ghana of preventie wat niet relevant is voor ons project. Op basis van de samenvatting leek het volgende artikel geschikt. Bruikbaar artikel 1 Markowitze, M. (2006) Occupational therapy interventions in low vision rehabilitation. Canadian journal of ophthalmology. Vol. 41 (2006), afl 3, pag. 340-347 Het volgende artikel is mogelijk interessant, echter is het artikel en/of een samenvatting hiervan niet gevonden. Mogelijk bruikbaar artikel: Rubin, G. & Harper, R. (2006) Moving towards improved evidence for the effectiveness of low vision interventions. Ophthalmic & physiological optics: the journal of the Britisch College of Ophthalmic Opticians (Optometrists). Vol. 26 (2006), afl. 2, pag. 213.
Picarta 1. Zoekterm Aantal treffers Relevante artikelen
Low AND vision AND rehabilitation 109 4
Van deze treffers zijn zes artikelen op basis van de titel interessant bevonden om het abstract te lezen. Verder zijn er nog 9 artikelen geweest waarvan verder de keywords zijn gelezen. Deze bleken toch niet relevant te zijn. Ze waren gericht op effectiviteit van rehabilitation. Maar boden geen handvatten. Veel interessante artikelen, maar die volgens de titels vooral gericht waren op ergotherapeutische interventies en het effect daarvan. Wij zijn meer opzoek naar algemene handvatten in plaats van specifieke ergotherapeutische interventies. Volgende artikelen leken op basis van de samenvatting interessant: Bruikbaar artikel 1. Colenbrander, A. & Fletcher, D. (1995) Basic Concepts and terms of low vision
Adviesteam KijkVerder
32
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit rehabilitation The American Journal of Occupational Therapy. Vol 49 (1995), afls 9, pag. 865-869. Het is een ouder artikel maar geeft goede informatie over bepaalde concepten bij visuele revalidatie. Het gaat over hele basale aspecten van slechtziendheid, die we kunnen gebruiken bij de grondslag van de doelgroep. Bruikbaar artikel 2. Hooper, P, Jutai, J., Strong, G. & Russell-Minda, E. (2008) Age-related macular degeneration and low-vision rehabilitation: A systematic review. Canadian Journal of Ophthalmology. Vol 43 (2008), afl. 2, pag. 180-187. Na het lezen van de samenvatting bleek het een interessant artikel. Het is gericht op ouderen die slechtziend worden en verschillende behandelingsmethoden worden vergeleken. Bruikbaar artikel 3. Nia, K. & Markowitz, S. (2007) Provision and utilization of low-vision rehabilitation services in Toronto. Canadian journal of ophthalmology: vol 42 (2007), afl. 5, pag. 698702. Na het lezen van het abstract is dit een mogelijk interessant artikel. Abstract via scholar.google.nl gevonden. Bruikbaar artikel 4. Smallfield, S & Lou, J (2006) The effectiviness of Low Vision Rehabilitaiton on Quality of Life Occupational therapy in health care; vol. 20 (2006), afl. 2, pag. 17-30. Dit kan een interessant artikel zijn waarin beschreven wordt hoe cliëntgerichte revalidatie opgezet wordt. Mogelijk worden er handvatten gegeven voor het benaderen van de cliënten en bevorderen van therapie en kwaliteit van leven.
Picarta 1. Zoekterm Aantal treffers Relevante artikelen
Visually AND Impaired AND mobility 46 1
Verschillende treffers kwamen overeen met eerdere zoektermen. Ook kwamen verschillende treffers tijdens deze zoekopdracht overeen. Verder kwamen veel artikelen uit tijdschriften over Computers, waaruit we konden opmaken dat het ging om interventies op de computer wat niet relevant is. Bruikbaar artikel 1. Brouwer, D (2004) Limitations in mobility: experiences of visueally impaired older people. Acadamy for European Masters Degree Study in Occupational Therapy. Abstract geeft aan dat het gaat om ervaringen van mobiliteits beperking en hoe ze daar mee om gaan. Dit is relevant voor het inleven in de doelgroep en de behoeftes. Later hebben we het uiteindelijke artikel gehaald uit The British Journal of Occupational Therapy.
Picarta
Adviesteam KijkVerder
33
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
1. Zoekterm Sighted AND guide Aantal treffers 3 Relevante artikelen 0 Geen relevante titels. Het ging om blinde geleide honden of gidsen voor indeling van huishouden van sighted people. En een anatomisch artikel.
JSTOR 1. Zoekterm Aantal treffers Relevante artikelen
Visual impairment AND orientation AND mobility 315 3
Opmerking: Artikelen voldoen eigenlijk niet aan onze criteria. Want ze zijn afkomstig uit 1990. Omdat we denken dat er wel informatie instaat die we nog niet hebben. Nemen we het wel mee. Bruikbaar Artikel 1. Hill, M.M., Hill, E.W. (1990) Model programmes and practice issues in orientation and mobility Peabody Journal of Education, Vol. 67, No. 2 : 121-134 Het artikel gaat over de diversiteit van mensen met visuele beperkingen in relatie tot orieintatie en mobiliteitstraining. Omdat binnen Pro Bista ieder indivdu andere visusproblemen heeft lijkt dit artikel geschikt voor het onderzoek. Bruikbaar Artikel 2. Long, R.G. (1990) Orientation and Mobility Research: What is Known and What Needs to Be Known Peabody Journal of Education, Vol. 67, No. 2, 89-109 Na het lezen van het abstract is het artikel geschikt gevonden omdat het gaat over wat oriëntatie en mobiliteitstraining inhoud, welke factoren van invloed zijn op de training en waar verder onderzoek na gedaan moet worden. Bruikbaar Artikel 3. Hill, E.W. (1990) Survival or Growth: Issues Affecting the Future Direction of the Orientation and Mobility Profession Peabody Journal of Education, Vol. 67, No. 2, 144159 In het abstract van het artikel staat bespreken welke punten in de toekomst nodig zijn om bij te dragen aan het verbeteren van oriëntatie- en mobiliteitstraining. Daarom artikel geeft ons waarschijnlijk veel informatie over het vormgeven van het protocol.
The Cochrane library 1. Zoekterm Aantal treffers Relevante artikelen
Visual impairment AND orientation AND mobility 1 1
Virgili G, Rubin G. (Juli 2006) Orientation and mobility training for adults with low vision Cochrane database of systematic reviews19;3:CD003925
Adviesteam KijkVerder
34
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit Ook gevonden via Pubmed.
Pubmed 1. Zoekterm Sighted guide AND visual impairment Aantal treffers 3 Relevante artikelen 0 Gaan niet over begeleidingstechnieken die bij slechtzienden/blinden gebruikt kunnen worden. Conclusie: Anders opstellen van zoektermen. 2. Nieuwe zoekterm Aantal treffers Relevante artikelen
Sighted guide AND mobility 3 1
Bron: Soong GP, Lovie-Kitchin JE, Brown B. (sep-oct 2000) Preferred walking speed for assessment of mobilitiy performance: sighted guide versus non-sighted guide techniques. Clinical & experimental optometry : journal of the Australian Optometrical Association 83(5): 279-282
Na het lezen van het abstract niet meer passend voor onze vraag. Er werden wel sighted guide and non-sighted guide techniques vergeleken voor blinden, maar dan bij de loopsnelheid en niet voor het begeleiden van een oriëntatie en mobiliteitstraining. 3. Nieuwe zoekterm
sighted guide AND orientation AND mobility training Aantal treffers 0 Waarschijnlijk te specifiek. Geen treffers gevonden.
4. Nieuwe zoekterm Aantal treffers Relevante artikelen
Sighted guide technique 3 (ook zelfde als bij nr. 2) 1
Mogelijk bruikbaar artikel 1. Bron: Wilkinson, M.E. (okt-dec 2008) Sighted guide technique Insight 33(4): 19 Artikel en abstract niet beschikbaar.
Pubmed 1. Zoekterm vision loss AND older people Aantal treffers 923 Heel veel treffers. Veel artikelen gaan over de oorzaken van vision loss. Dit is voor ons niet interessant. Daarom moeten we de zoekterm specifieker maken. 2. Zoekterm Aantal treffers
Adviesteam KijkVerder
Vision loss And older people AND mobility 35
35
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit Picarta 1. Zoekterm Aantal treffers
Vision loss and older people AND mobility 21
Bron: Akita, J., Ito, K. e.a. (2004) Blind and visually impaired people: Orientation and Mobility – Dynamic Lighting Sign System for Way-finding by People with Low Vision. Lecture noties in computer science, vol. 3118 (4), 450-453
Niet beschikbaar.
Titel:
Association of Visual Field Loss and Mobility Performance in Older Adults : Salisbury Eye Evaluation Study Jaar: 2004 In: Optometry and vision science : official publication of the American Academy of Optometry, ISSN 1040-5488 Nummering: vol. 81 (2004), afl. 5, pag. 298-307 (10)
2. Zoekterm
Vision loss AND older people AND mobility
Sience Direct In het tijdschrift: Journal of the American Optometric Association 1. Zoekterm Aantal treffers Bruikbaar artikel
Orientation 63 1
Veel artikelen gingen over specifieke behandel methoden die op een speciale manier uitgevoerd konden worden zoals zelfstudie en via internet. Daarnaast ging het over het stellen van diagnoses en optometrische interventies. Of waren ze gericht op management. Op basis van de titels kwam er één uit die interessant kon zijn. Op basis van de samenvatting leek dit een geschikt artikel. Bruikbaar artikel 1 Grover, L. (2008) Strategy for developing an evidence-base transdisciplinary vision rehabilitation team approach to treating vision impairment Journal of the American Optometric Association, vol 79, march 2008
Sience Direct In het tijdschrift: Journal of the American Optometric Association 1. Zoekterm Aantal treffers Bruikbaar artikel
Mobility and intervention 21 0
Op basis van de titels leek één artikel interessant. Overigen kwamen overeen met eerdere zoektermen. Interventies waren te specifiek of gericht op optometrie. Na het lezen van het abstract bleek dat het ging om mantelzorgers die een visuele beperking hadden en wat voor invloed dit heeft op het verlenen van zorg. Dit sluit niet aan bij ons project.
Adviesteam KijkVerder
36
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
Sience Direct 1. Zoekterm Aantal treffers
Mobility AND intervention 32.285
Conclusie zoekopdracht specifieker maken 2. Zoekterm Aantal treffers Alleen gezocht op journals Gereduceerd naar aantal mogelijk relevante tijdschriften.
Mobility AND intervention AND Low vision 4283 3963 308
Op basis van de titels geen nieuwe geschikte artikelen gevonden, treffers waren gericht op niet relevante doelgroepen en interventies.
Google Wetenschap 1. Zoekterm Aantal treffers Relevante artikelen
Provision and utilization of low-vision rehabilitation service in Toronto 56 2
Verschillende resultaten betroffen dezelfde resultaten of gingen over dezelfde artikelen. Ik was op zoek naar een samenvatting van het bovenstaande artikel of het artikel zelf. Die heb ik gevonden. Daarnaast was een volgend artikel interessant: Markowitz, S. (2006) Principles of modern low vision rehabilitation. Canadian Journal of Ophthalmology, 2006, 41,289-312
Adviesteam KijkVerder
37
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
Bijlage 2. Categorieën Observatieonderzoek Categorieën : Observatieonderzoek van gebouw van Fundashon Pro Bista 1 - kleur vloer -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
beige vloer blauw zeil bruine vloerbedekking donkere vloer drempel van rode vloerbedekking gele stoep toegang grijze drempel grijze tegels op vloer groene vloerbedekking groene vloerbedekking, wit zeil kleur markering stoeprand licht blauwe vloer licht groene vloer lichte vloer lichte vloer eeste gedeelte rood kleed onder drumstel tegels bruin tegels grijs/wit tegels wit met bruin vloer/plinten zelfde kleur wit pad binnen wit vlak midden zaal zwarte drempel klapdeur zwarte markering voor/na deur
2 - kleur wanden -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
achter deurklink wit plaatje balie wit/bruin beige muur blauwe muur bruine deuren deur boetiek donker deuren grijze klink donkere kozijnen geel naamplaatje gele deuren toilet gele driehoek op deur gele muren gele tralies grijs/zilveren klink groene muren groene rand tegels op helft klapdeuren zwart kleurverschil tegelmuur kozijn/klink grijs lichte blauwe muur lichte muur muren tweede gedeelte zwart
Adviesteam KijkVerder
38
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36.
muren zijn gekleurd muur tegenover deur rood nooduitgang geel plinten zwart pompje/cleaner op groene rand rechter deur donkere klink rood gordijn achter raam toegangsdeur zwart witte deur garage witte koelkast/vriezer witte kozijn schuifdeur witte pad ingang breder dan rest witte pad stopt bij muur zwarte band kozijn
3 - kleur overig -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
donkerbruine rand achter handvaten donkere kamer lichte kamer lichtinval lichtinval door schuifdeur tweede gedeelte geheel donker veel blauw voor donker gedeelte donker gordijn
4 - reliëf vloer -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
2e vlakke geleidingslijn links achterin gang alleen vloerbedekking achterin vloerbedekking asfalt voor tegels breder wit pad bij ingang g.z. buiten tegels geleidingslijn geleidingslijn 3x afgevlakt geleidingslijn afgevlakt aan beide zijde geleidingslijn afgevlakt aan een kant hoge drempel met vloerbedekking kleed onder drumstel linker toilet, putje voor wasbak na opsplitsing vloerkleed onder rechterbureau matje opstapje naar binnen overgang linoleum/ vloerbedekking overgang vloer buiten/binnen pad van zeil splitsing zeil, links en rechts stroeve markering voor/na deur tegels om gebouw tegelvloer vilttegels op vloer vloer van beton vloer van linoleum vloer van vloerbedekking
Adviesteam KijkVerder
39
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 28. 29. 30. 31.
vloerbedekking stroever dan gang vloerbedekking voor balie voor wcdeur, matje vloerbedekking voorin ruimte zeil
5 - reliëf wanden -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49.
2 deuren 2 deuren links naast toegangsdeur achtermuur raam balie hout/glas balie in hoek bar hout bloemen aan deur borden aan muur boven deurknop slot braille op deur breede toegangshal cafetaria open deur 10 afgesloten deur altijd dicht deur in inham deur met handvat deur met reliëf deur muziekkamer tot grond deur naar observatiekamer met spiegel deuren draaiknop deuren niet gesloten tot grond deurklink gang rechts maakt hoek naar links gang splitst zich op gordijnen aan klapdeur gordijn over hele wand hendel nooddeur houten deuren ijzeren uitsteksels muur kozijn onderbroken bij praatvakje lamellen voor ramen muur overzijde deur met vloerbedekking muur tegels, bovenaan gips muur van gipsplaten nummers op deur objecten aan muur plastic bloemen aan deur raam naast deur raam tussen twee ruimtes reliëfverschillen muur rooster aan onderkant deur smalle toegang tegels tegen muur toetsenbord aan deur toiletdeuren klink tweede ruimte geheel bekleed uitstekend muurtje naast toegang veel ramen voorafgaand aan winkel geen muur
Adviesteam KijkVerder
40
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 6 - reliëf overig -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
decoratiespullen aan plafond houten stoelen/tafels houten, ovalen tafel keukenblok loopt in hoek opsplitsing gang smaller reliëf op magnetron/wasmachine uitstekend blad balie
7 - geur -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
fris geur uit kamers geur van eten geur van lijm/verf geur van materialen geur van papier geur van schoonmaakmiddelen geur van urine mannengeur/zweetgeur muffe geur stank toiletgeur vrouwengeur zurige geur
8 - geluid -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
2e ruimte geluidsdicht achterste kamer dof geluid dof geluid doffe klank vloer geluid airco geluid aircokamer geluid balie/gang geluid balie/ontvangsthal geluid blazer geluid koelkast geluid machinekamer geluid mensen geluid muziekkamer geluid pratende mensen geluid schuifdeur geluid uit grote zaal geluid uit kamers geluid van pc geluid van pc's geluid ventilatierooster geluid ventilator/afzuigkap geluid weg geluiden gang/grote zaal hol geluid
Adviesteam KijkVerder
41
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 25. 26. 27.
keuken andere klank stil veel geluid
9 - objecten -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51.
1e ruimte tafels 1ste kamer tafel en bureau 2 kasten 2 stoelen voor bureau 2 urinoirs, in midden stoel 2 wasbakken links 2e ruimte bureau met stoel 3 bureaus met pc's 3 stoelen aan tafel 5 computers beugels bij toilet bloempotten rechts na ingang bordje open/closed brandblusser dominotafel rechts voorin kamer dozen in stellingen gootsteen, rechter blad van aluminium, grote tafel in midden met stoelen hoge kasten houten ovalen tafel in midden ijzeren kasten kast met computer kasten/lockers koelkast, vriezer koffietafel lange balie lange tafel middenin links bureau met pc links dozen op grond machines van airco magnetron links oogapparatuur rechts opnameapparatuur in ruimte prikborden aan muur gang rechterwand voelplaat rondom kastjes/ aanrecht speciale stoel spullen op grond stellingkasten tafels en stoeltjes tafels met apparatuur tafels rechtermuur met vergrootpc testattributen rechts tevens nooddeur twee bedden twee toiletten voor kamer links tafeltje vriezer waterkraantje werkbank whiteboard
Adviesteam KijkVerder
42
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
10 - temperatuur -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
binnen kouder koel koud in winkel stroming airco temperatuurverschil buiten/binnen tocht warme ruimte
11 - locatie -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43.
1e deur na herentoilet 1e deur rechts na eindigen zeil 1e deur voor damestoilet 1e kamer voor keuken balie rechts bare rechts vooraan deur 10 halverwege wand deur in midden ruimte deur links in hoek deur midden op achtermuur deur rechts in hoek deur tegenover cafetaria deur tegenover keuken deur tegenover toegangsdeur bruin deuren tegenover elkaar drempel rechts achterin naar deur een na laatste deur van achteren einde van de gang einde zeil 3e deur links gang linksvoor verder gang rechts verder grijze muur tegenover deur groot raam rechts van deur in rechtergang 1e deur links kamer tegenover hoofdingang lichtblauwe muur links linkerhoek deur kinderkamer links van deur raam links van ingangsdeur, nooddeur linksachter in hoek raam muur tegenover deur groot raam muur tegenover deur van glas om hoek toegangsdeur balie persoon links achter bureau raam rechts naast deur raam tegenover deur ramen aan muur zijde deur ramen rechts naast deur rechtergang volgen tot deur tegenover balie/ontvangsthal tegenover toegang hangen borden toegangsdeur rechterhoek toiletdeur midden rechtermuur
Adviesteam KijkVerder
43
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 44.
vanuit g.z. 1ste deur links
12 - functie -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
2 mensen in kantoor 3 mensen 3 werkplekken achter bureau directrice kamer voor 1 persoon twee receptiemedewerkers werkplaats voor 1persoon werkplaats voor 2 personen
13 - overig -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
2 ruimtes breedte van 2 kamers deur gaat moeilijk open deur niet helemaal open deur vaak open diepte kamer links gelijk dubbele deur naar 2de kamer geen herkenningstekens op deur geen markering op deur grote kamer grote ruimte voor toiletten herkenningsteken op deur kamers linker kant zelfde diepte ruime kamer toegangsdeur zwaar traliedeur vaak open vanuit bar g.z. inkijken
14 - kleur objecten -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
beddengoed één kleur beige kastjes/aanrecht bijna alle objecten wit bruine bar/wit blad bureaus/kasten donker donkerblauwe stoelen donkere meubels donkere oven donkere pc's en toetsenborden donkere stoel grijze stellingkasten herkenningsteken zwart instrumenten donker kasten/tafels donker lichte meubels nooddeur grijze hendel pc's op grijze bureaus
Adviesteam KijkVerder
44
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35.
rode kleedjes op tafel sanitair wit schotjes tussen urinoirs zwart spoelbakken grijs stoelen grijs/ zwart frame stoelen groen/rood stoelframe rood tafels bruin met wit onderstel tafels crèmekleurig, rood onderstel tafels groen/bruine rand tafeltje/luxaflex donkerblauw toetsenbord zwart met geel/wit toiletpapierhouder zwart vuilnisbak bruin zwarte computers zwarte hendel zwarte stoelen achter pc's zwarte zeephouder op groene rand
15 - locatie objecten -----------------------------------------------------Omschrijving : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37.
aanrecht rechts achter deur kasten achter deur kopieermachine achter deur tafels/stoelen achterin ruimte machines bureau over breedte bureau over de lengte fleurige vlinder aan linkermuur gasfornuis tegenover toegangsdeur gootsteen in midden aanrecht groot bureau in lengte kast/lessenaar in rechter hoek kasten aan achterwand kasten tussen 2 deuren keukenblok rechts koffietafel/waterkraan rechtermuur kopieerapparaat achter deur linkerhoek kasten/speelgoed linkerhoek tafel met koffie links brandblusser links brandblusser/telefooncel links in hoek bureau met pc links in hoek toilet links in ruimte kasten links koelkast links koelkast met koffietafel links stellingkast, bureau, kopieermachine links van deur 2 wasbakken middelste toilet heeft beugels muziekinstrumenten rechts in kamer printer achterin rechtermuur aanrecht rechtermuur whiteboard rechts v balie 3 planten rechts van deur 2 wasbakken rechts van deur grote tafel rechts voorin bureau met pc
Adviesteam KijkVerder
45
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56.
stang heuphoogte stellingkasten in lengte stoel naast deur stoel tussen 2 urinoirs stoelen in gang stoelen in maanvorm stoelen om tafel tafel rechts van deur tafel rechts voorin kamer tafels en stoeltjes links tafels in groepen tafels links en rechts van deur tafels links opgestapeld tafels op gang naast deur tafeltje recht achter deur vooruit 2 urinoirs vuilnisbak voor raam werkbank rechts van deur zitje links na ingang
Adviesteam KijkVerder
46
Onderzoeksrapport Project Oriëntatie & Mobiliteit
Bijlage 3. Boomdiagram observatie onderzoek Boomstructuur : Observatieonderzoek van gebouw van Fundashon Pro Bista ----- Boom nummer 1: Naamloos -----Omschrijving : beige vloer|blauw zeil|bruine vloerbedekking|donkere vloer|drempel van rode vloerbedekking|gele stoep toegang|grijze drempel|grijze tegels op vloer|groene vloerbedekking|groene vloerbedekking, wit zeil|kleur markering stoeprand|kleurverschil vloer|licht blauwe vloer|licht groene vloer|lichte vloer|lichte vloer eerste gedeelte|rood kleed onder drumstel|tegels bruin|tegels grijs/wit|tegels wit met bruin|vloer/plinten zelfde kleur|wit pad binnen|wit vlak midden zaal|zwarte drempel klapdeur|zwarte markering voor/na deur| (1) (2) (3) (3) (3) (3) (2) (3) (3) (3) (2) (2) (2) (2) (2) (3) (3) (2) (2)
Herkenningspunten - Kleurverschillen . - Kleur vloer . - Kleur wanden . - Kleur objecten . - Kleur overig - Reliëf . - Reliëf vloer . - Reliëf wanden . - Reliëf overig - Geuren - Geluiden - Objecten - Temperatuur - Locatie . - Locatie . - Locatie objecten - Functie - Overig
Adviesteam KijkVerder
47