Onderwijsprofiel CBS De Regenboog (21RR) Zandbos 48 2134 DE Hoofddorp 023 5634514
Onderwijsprofielen in passend onderwijs
Inhoudsopgave
§1
Inleiding
3
§2
Het onderwijsprofiel Passend Onderwijs Haarlemmermeer
4
§3
Opbrengstgericht werken en verbetertrajecten
5
§4
Leerresultaten in vaardigheidsscores, nieuwe norm
7
§5
Leerstofaanbod
9
§6
Leertijd (per vakgebied)
15
§7
Didactisch handelen
16
§8
Pedagogisch handelen
20
§9
Klassenmanagement
22
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
2
§1 Inleiding Alle besturen hebben met de komst van passend onderwijs zorgplicht. De zorgplicht betekent dat iedere leerling een passende onderwijsplek moet krijgen. De besturen werken samen in het samenwerkingsverband om de zorgplicht te kunnen garanderen. Het samenwerkingsverband (alle besturen) moet zorgen voor een dekkend netwerk. Het samenwerkingsverband maakt via de onderwijsprofielen inzichtelijk hoe zij met de scholen zorgt voor een dekkend netwerk. Het kader voor het onderwijsprofiel wordt op SWV-niveau ontwikkeld zodat er zicht komt op het totale netwerk. De veranderingen zijn een prima gelegenheid om met elkaar een verdere kwaliteitsslag te slaan. De focus ligt op verdere kwaliteitsverbetering. Het samenwerkingsverband, bestaande uit de samenwerking van schoolbesturen, kan zich verder ontwikkelen in het tijdig signaleren en kan doorgaan met het verbeteren van opbrengstgericht werken in leerresultaten en leerkrachtvaardigheden. De Regenboog is een christelijke basisschool in Overbos , een wijk in Hoofddorp-Noord. In dit onderwijsprofiel brengen we het onderwijs op onze school in kaart. De Regenboog biedt kwalitatief modern onderwijs. We vinden het belangrijk dat kinderen zich bij ons op school thuis voelen en daarnaast met plezier leren. Voor ons geldt daarin de samenwerking tussen kind, leerkracht en ouder. Op De Regenboog streven we voortdurend naar verbetering. Dit uit zich in de wijze waarop we lesgeven, onze methoden en de scholing van het personeel. De veranderingen in het kader van Passend Onderwijs zijn dan ook een goede gelegenheid om een kwaliteitsverbetering te creëren. Het verbeteren van leerkrachtvaardigheden en een kritische kijk naar het opbrengstgericht werken zijn daarbij ijkpunten. Francis van Dijk Directeur De Regenboog
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
3
§2 Het onderwijsprofiel Passend onderwijs Haarlemmermeer Een onderwijsprofiel van iedere school bestaat uit een basiszorg, een breedtezorg en een dieptezorg (zie landelijk referentiekader). In het Samenwerkingsverband Haarlemmermeer spreken we van een basisaanbod, een breedteaanbod en een diepteaanbod en formuleren scholen een plusaanbod. De onderwijsprofielen van de PO, SBO en SO scholen gezamenlijk leveren een onderwijscontinuüm op, waarmee wij alle leerlingen een passend onderwijsaanbod kunnen geven. Het breedte en het diepteaanbod op onze scholen is een intensivering van de onderwijsaanpak zoals de school het biedt in het basisaanbod. Dit geldt voor alle vormen van onderwijs. De onderwijsprofielen geven zicht op het onderwijsaanbod voor alle leerlingen in een school. Het onderwijsprofiel moet een zichtbare kwaliteit van onderwijs waarborgen. Een goed gedifferentieerd onderwijsaanbod op de basisschool zorgt ervoor dat veel leerlingen thuisnabij onderwijs kunnen volgen en slechts een beperkt aantal leerlingen een beroep hoeft te doen op het diepteaanbod. Het onderwijsprofiel is een instrument in handen van de schooldirecteur om het onderwijsaanbod gericht te verbeteren. De vaste onderdelen van het onderwijsprofiel zijn: Planmatig werken De leerresultaten Een helder geformuleerd onderwijsaanbod en effectieve methodieken. De bewaking van de leertijd. De instructievaardigheden Het (pedagogisch) klimaat Het klassenmanagement We sluiten aan bij de begrippen in het waarderingskader van de inspectie en bij de vele kwaliteitsinstrumenten. Het zijn die elementen uit het primair proces die direct invloed hebben op de leerresultaten van de leerlingen. Het onderwijsprofiel hangt op deze wijze sterk samen met het onderwijskundig deel van het schoolplan en de onderdelen uit het kwaliteitssysteem van de school. Op iedere school is in het onderwijsprofiel beschreven hoe de school deze onderwijskwaliteit definieert en monitort. De vaste onderdelen van het onderwijsprofiel zijn voor al onze scholen gelijk. De onderdelen moeten beschreven worden in concreet waarneembaar gedrag. Het gedrag is meetbaar en beschreven in termen van ‘wat zie ik’. We vinden dat iedere school of ieder schoolbestuur zelf de elementen uit het onderwijsprofiel inhoudelijk vorm moet geven en eventueel een eigen ambitieniveau moet formuleren. Het betekent dat de onderwijsprofielen qua vorm vergelijkbaar zijn, maar qua inhoud per school en per bestuur moeten verschillen om te komen tot een dekkend netwerk.
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
4
§3 Opbrengstgericht werken en verbetertrajecten Onder Opbrengstgericht werken verstaan we het bewust, systematisch en cyclisch werken waarbij we streven naar maximale opbrengsten. Bij opbrengsten gaat het dan om Cognitieve resultaten van leerlingen; Sociaal-emotionele resultaten; Tevredenheid van leerlingen, ouders en vervolgonderwijs. Om dit te bereiken gebruiken we de volgende instrumenten: CITO LVS Methode-toetsen Zien! Ouder-, leerling-, personeelsenquête Op basis van afgenomen toetsen cyclisch werken aan de opbrengsten. Dit gebeurt volgens het model opgenomen in dit onderwijsprofiel. Daarnaast zetten wij leerkrachtvaardigheden in om optimale resultaten door kinderen te bereiken. Om dit te kunnen bereiken is het belangrijk een leeromgeving te creëren waarin kinderen worden uitgedaagd, maar ook ondersteunend moet zijn om tot goede resultaten te komen. Het opbrengstgericht werken vindt plaats volgens een cyclisch model. Schematisch wordt dit als volgt weergegeven:
In een tijdspad kunnen we dit als volgt samenvatten: Toets Leeropbrengsten September
Oktober/ November
Herfstsignalering gr. 3 Zien!
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
Verbetering Startbijeenkomst n.a.v. de opbrengstanalyse t.b.v. verbetering t.a.v. de resultaten van de E-toetsen Observatie in groep Verbeteringen t.a.v. het aanvankelijk technisch 5
Januari
Februari/april
Juni
Lezen Vroegtijdige interventie M-toetsen Cito LVS Hebben de afspraken Welke afspraken moeten aangaande verbeterherzien worden? onderwerpen het verwachte Welke nieuwe afspraken resultaat opgeleverd? moeten gemaakt worden? M-toetsen analyseren Wat is op basis van de Hoe wordt het Zien! toetsresultaten het vakgebied plan van aanpak vorm gegeven? dat centraal gesteld wordt? Welke aanpassingen moeten Welke ambities kunnen worden worden gemaakt? opgesteld? E-toetsen Cito LVS De eindevaluatie wordt Analyse van de E-toetsen afnemen en analyseren opgesteld. Dit is het uitgangs- en bijstellen van de punt voor de bespreking in geformuleerde ambities en het september. Daarnaast wordt de plan van aanpak. doorgaande lijn weergegeven in het onderwijsprofiel.
De inspectie brengt op basis van een steekproef in kaart in hoeverre scholen opbrengstgericht werken op basis van vijf indicatoren: 1. De school gebruikt een systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen 2. De leraren volgen en analyseren de vorderingen van hun leerlingen systematisch 3. De school gaat de effecten van de zorg na 4. De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten 5. De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
6
§4 Leerresultaten in vaardigheidsscores, nieuwe norm In onderstaande tabellen zijn de ondergrens en bovengrens opgenomen die horen bij de Basisgroep. Eerst de landelijke norm in termen van vaardigheid score. Daaronder de behaalde scores in termen van 4D waarde en vaardigheid scores. Onder de landelijke norm is er ruimte voor de school om haar schoolnorm in te vullen, zowel de huidige, als de norm die de school over een …. jaar wil behalen. Ondergrens Plus Basis
4D-waarde 213 187
Spelling Landelijke norm
M3 104115
E3 110120
M4 116125
E4 117127
M5 122132
E5 125136
M6 129139
E6 133143
M7 135145
E7 136145
B/M8 139149
175200 Schoolresultaten 1002013-2014 109 Schoolnorm
173195 106114
187206 116123
190209 118125
189219 123135
192213 127136
183213 127139
187213 133143
180215 132145
187208 136144
182213 135147
Technisch Lezen DMT Landelijke norm
M3
E3
M4
E4
M5
E5
M6
E6
M7
E7
B/M8
1332
2151
3471
4677
5685
6189
7193
7797
80102
83105
85107
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
4D waarde
4D waarde
184207 Schoolresultaten 122013-2014 25 Schoolnorm
Technisch Lezen Leestechniek Landelijke norm
185211 1948
M3
E3
129-197
152-215
4D waarde Schoolresultaten 113-164 2013-2014
114-203
Technisch lezen Leestempo Landelijke norm
M3
4D waarde Schoolresultaten nvt 2013-2014 schoolnorm
E3
M4
E4
M5
E5
M6
E6
M7
E7
B/M8
2055
4179
5596
69110
75122
89138
97159
106168
113180
127184
183205 1740
204>230 59110
199>230 6299
216>230 87122
220>230 95133
218>230 97143
224>230 106168
229>230 116166
218>230 109156
>230>230 124191
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
7
E8
E8
E8
Begrijpend lezen Landelijke norm
E3
M4
E4
M5
M6
M7
B/M8
-13-10
3-24
8-30
16-37
23-42
34-57
42-71
190-213 5-24
195-218 15-35
187-217 24-41
194-217 28-45
182-212 29-55
195-228 48-85
4D waarde 177-209 Schoolresultaten -22-6 2013-2014 schoolnorm
Rekenen & Wiskunde 3.0 Landelijke norm
M3
E3
91-141
132-163
4D waarde
186212 88-140
179-201
Schoolresultaten 2013-2014 schoolnorm
Rekenen Landelijke norm
M3 2147
E3 3356
4D waarde
100-141
M4 4165
E4 5275
M5 6285
E5 7092
M6 7598
E6 83101
M7 91110
E7 96116
B/M8 103121
181220 3372
181214 4675
194214 6885
194219 7596
193214 8198
196217 90105
189210 93107
182203 91108
186209 100116
Schoolresultaten nvt 2013-2014 schoolnorm
nvt
Woordenschat Landelijke norm
M3 2959
E3 3764
M4 4168
E4 4773
M5 5159
E5 5581
M6 6287
E6 6890
M7 7699
E7 77102
B/M8 86110
4D waarde Schoolresultaten 272013-2014 42 schoolnorm
3449
3361
4762
5978
6881
7090
7295
8299
8398
85102
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
8
E8
E8
§5 Leerstofaanbod Het onderwijsaanbod wordt beschreven in methodieken en materialen. In het breedte en diepteaanbod staat hoe de school intensiveert voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Het aanbod wordt beschreven voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen & sociale competentie. Groep 1 en 2 Taal Basis
Breedte
Plus
Rekenen Basis
Breedte Plus
Sociale competentie Basis
Breedte
Plus
Methode Kleuterplein (16 thema’s: vakantie, thuis, het weer, een heel jaar rond, familie, scneeuw en ijs, op de boerderij, alles groeit, post, kunst, water, bouwen, gezondheid, winkel, dieren en eten); themamap; verhaalmaterialen en schootboek; thema-vertelposters; tijdplanner; vijf minuten-spelletjes; letterposter; liedjes-cd; verhaaltjes-cd; werkboek Ik kan het zelf; prentenboeken, Handpop Raai de Kraai; werkbladen; letterhoek, Leefstijl, Kleuterbibliotheek, ontwikkelingsmaterialen zoals Raad je woord; Leesrups; Beeld en klank; Multirijm; Drietal; Woordsorteerspel; themahoek; huishoek; letterkast; stempelmateriaal; thematafel; woordveld; boekbespreking; magnetische letters; poppenkast; maandkalender; dag-ritme kaarten; zang, dans en drama; woordkaarten; letterblokjes; pico-piccolo; loco; varia en digitale software. Basis waarbij aanvullend remedial teaching met Stapje naar beneden Kleuterplein, pre-teaching en herhaling; Knoop het in je oren. Deze activiteiten vinden plaats in de kleine kring. Basis met aanvullend remedial teaching met Slim kan lezen en Stapje naar boven (Kleuterplein). Deze activiteiten vinden plaats in de kleine kring.
Methode Kleuterplein (16 thema’s: vakantie, thuis, het weer, een heel jaar rond, familie, scneeuw en ijs, op de boerderij, alles groeit, post, kunst, water, bouwen, gezondheid, winkel, dieren en eten); themamap; verhaalmaterialen en schootboek; thema-vertelposters; tijdplanner; vijf minuten-spelletjes; getalposter; liedjes-cd; verhaaltjes-cd; werkboek Ik kan het zelf; rekenbordspellen; prentenboeken, Handpop Raai de Kraai; werkbladen; reken en cijferhoek, cijferlijn, ontwikkelingsmaterialen zoals Tel wel, Getallenboom, Geovorm, Tangram, Bouwplan, Getallenlijn, Telbegrip; themahoek; huishoek; cijferstempelmateriaal; thematafel; maandkalender; dag-ritme kaarten; bouwhoek; constructiemateriaal; Kapla; Lego; Knexx; computerspelletjes; weegschaal; mozaiek; Loco; Varia; Pico Picolo; meetlint; cijferkaarten; dobbelstenen; cijferoefenschrift; spiegeltjes; kralen; klok; sjoelbak; water- en zandtafel. Basis met aanvullend remedial teaching in de kleine kring; werkbladen op niveau Basis met aanvullend ontwikkelingsmaterialen uit de Slimme Kleuterkist; remedial teaching in de pluskring; werkbladen op niveau en cijferkaarten tot 20.
Methode Kleuterplein; methode Leefstijl; Trefwoord; LVS Zien; positieve benadering; het geven van grenzen; duidelijke regels en consequent handelen; klassikaal nabespreken van een dagdeel; beloningssysteem. Methode Leefstijl; LVS Zien; positieve benadering; het geven van grenzen; duidelijke regels en consequent handelen; klassikaal nabespreken van een dagdeel; beloningssysteem; regelmatige gesprekken (eventueel met ouders); heen-en-weerschriftjes Methode Leefstijl ; LVS Zien; Positieve benadering; het geven van grenzen; duidelijke regels en consequent handelen; Klassikaal nabespreken van een dagdeel; beloningssysteem.
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
9
Groep 3 Taal / Woordenschat Methode Veilig leren lezen kim versie 2014; de wandplaten bij de kern; Interactief Basis voorlezen van het kernverhaal met aandacht voor de geselecteerde woorden; woordenschatlist van VLL; moeilijke woorden van Veilig en vlot, werkschriften Maan; leesboeken maan. Computer: Veilig Leren Lezen; Ambrasoft. Visueel materiaal: visuele ondersteuning woorden van de week; dagritmekaarten. Overig: Voorlezen en nieuwe woorden uitleggen. Zie basis met aanvullend materiaal uit Veilig leren Lezen Ster; leesboeken Ster. Breedte Plus
Technisch lezen Basis
Basis met aanvullend werkschriften Veilig leren lezen Zon, leesboeken zon.
Breedte
Methode Veilig leren lezen kim versie 2014; werkboekjes Maan; Veilig en vlot Maan; klikklakboekjes; speelleesset; letterdoosjes; ankermaterialen; wandplaten; letterbord; leesboekjes Maan; kinderboeken Maan; digibord; structuur stroken & tools; letterdoos; Estafette en bijbehorende materialen; computer: Veilig leren lezen en Ambrasoft; stempeldoos, letterflat, bibliotheekboeken, taalspellen. Basis met aanvullend: verlengde instructie Ster.
Plus
Basis met aanvullend: werkboekjes Zon, leesboekjes Zon, Veilig en vlot Zon
Begrijpend lezen Basis Breedte
Methode Veilig leren lezen kim versie 2014; werkboekjes vanaf kern 5 Maan; leesboeken. Zie basis.
Plus
Methode Veilig leren lezen kim versie 2014; werkboekjes vanaf kern 5 Zon.
Spelling Basis Breedte
Methode Veilig leren lezen kim versie 2014; werkboekjes Maan; dictee woorden uit VLL; Veilig gespeld Maan; klikklakboekjes; letterdoos. Basis met aanvullend: visuele ondersteuning/aanpak uit VLL
Plus
Basis met aanvullend: Werkboekjes Zon; Veilig gespeld Zon.
Rekenen Basis
Breedte Plus
Methode Alles telt; werkboeken; leerlingenboek; digibord ondersteuning & tools; kralenketting; rekenrek voor de leerlingen; klassikaal rekenrek; blokjes en fiches; spiegeltjes; munt en papier geld; dobbelstenen. Computer: Alles telt, Rekentuin, Ambrasoft. Basis met aanvullend: Maatschrift werkboeken; visueel materiaal; visuele ondersteuning woorden van de week. Basis met aanvullend: Plusschriftwerkboeken; extra rekenwerkbladen.
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
10
Sociale competentie Basis
Breedte
Plus
Methode Leefstijl; LVS Zien; positieve benadering; het geven van grenzen; duidelijke regels en consequent handelen; klassikaal nabespreken van een dagdeel; beloningssysteem. Methode leefstijl; LVS Zien; positieve benadering; het geven van grenzen; duidelijke regels en consequent handelen; klassikaal nabespreken van een dagdeel; beloningssysteem; regelmatige gesprekken (eventueel met ouders); heen-en-weerschriftjes. Methode Leefstijl ; LVS Zien; Positieve benadering; het geven van grenzen; duidelijke regels en consequent handelen; Klassikaal nabespreken van een dagdeel; beloningssysteem.
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
11
Groep 4 t/m 8 Taal Basis Breedte
Plus
Technisch lezen Basis Breedte
Plus
Begrijpend lezen Basis
Breedte Plus
Spelling Basis
Breedte
Plus
Methode Taalactief; werkbladen woordenschat van www.malmberg.nl; www.taalzee.nl; Ambrasoft; Blokboek Taal. Methode Taalactief (verlengde instructie); werkbladen woordenschat van www.malmberg.nl; www.taalzee.nl; Ambrasoft; Blokboek Taal (groep 7&8); remediëringssopdrachten van het taalboek extra en kopieerbladen; visuele ondersteuning: posters van het rekenkundig en taalkundig ontleden. Voor leerlingen met een dyslexieverklaring: Opzoekboekje; werken met een computer Methode Taalactief (verkorte instructie); www.taalzee.nl; Blokboek Taal; les 14 van het gewone taalboek; verrijkingsopdrachten van het taalboek extra en kopieerbladen. Pluswerk taal/ spelling (taalmeesters, leeskrakers); project.
Vrij lezen (minimaal 60 minuten in de week); methode Estafette (aanpak 2);tutorlezen (januari t/m juli, 60 minuten in de week). Vrij lezen (minimaal 60 minuten in de week); methode Estafette (aanpak 1: Verlengde instructie); methode Estafette, klapboekjes oefeningen per leescategorie; monitor lezen (minimaal 15 minuten in de week, tekst van Nieuwsbegrip). Voor leerlingen met dyslexieverklaring: Vergrotingen op A3-formaat; meer (lees)tijd; leesteksten van te voren al een keer zelf lezen. Vrij lezen (minimaal 60 minuten in de week); methode Estafette (aanpak 3: Estafetteloper); pluswerk lezen (leeskrakers).
Zie technisch lezen; methode Nieuwsbegrip B (digibord, leestekst, opdrachten/ filmpje, luistervragen); www.nieuwsbegrip.nl (andere tekstsoort met vragen, woordenschat). Zie technisch lezen +; methode Nieuwsbegrip A (verlengde instructie). Zie technisch lezen +; methode Nieuwsbegrip B (verkorte instructie); www.nieuwsbegrip.nl (andere tekstsoort met vragen, woordenschat); Opdrachten van Nieuwsbegrip XXL (schrijven/ rekenen); project; www.webkwestie.nl.
Methode Taalactief ; werkbladen van www.malmberg.nl; www.taalzee.nl; www.bloon.nl; paarse huiskaarten; visuele ondersteuning: spellingregels/ (mede)klinkers. Methode Taalactief (verlengde instructie);werkbladen van www.malmberg.nl; www.taalzee.nl; www.bloon.nl; woordpakketten; groene tentkaarten. Voor kinderen met een dyslexieverklaring: Dicteewoorden en spellingregels mee als huiswerk; werken met een computer; aangepaste normering. Methode Taalactief (verkorte instructie); www.taalzee.nl; paarse kasteelkaarten; pluswerk taal/spelling; project.
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
12
Rekenen Basis Breedte
Plus
Sociale competentie Basis
Breedte
Plus
Methode Alles Telt; digibordsoftware en –tools; www.rekentuin.nl; www.basispoort.nl Methode Alles Telt (verlengde instructie); digibordsoftware en –tools; methode Alles Telt digibordsoftware en –tools; www.rekentuin.nl; www.basispoort.nl; visuele ondersteuning: poster van breuken; breukenbord; klokjes; tafelkaart. Methode Alles Telt; digibordsoftware en –tools; www.rekentuin.nl; www.basispoort.nl; plusopdrachten per blok in het lesboek; plusopdrachten per blok in het werkschrift.
Methode Leefstijl; LVS Zien; positieve benadering; het geven van grenzen; duidelijke regels en consequent handelen; klassikaal nabespreken van een dagdeel; beloningssysteem. Methode leefstijl; LVS Zien; positieve benadering; het geven van grenzen; duidelijke regels en consequent handelen; klassikaal nabespreken van een dagdeel; beloningssysteem; regelmatige gesprekken (eventueel met ouders); heen-en-weerschriftjes. Methode Leefstijl ; LVS Zien; Positieve benadering; het geven van grenzen; duidelijke regels en consequent handelen; Klassikaal nabespreken van een dagdeel; beloningssysteem.
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
13
§6 Leertijd (per vakgebied) De leertijd wordt beschreven in gestelde leertijd (roostertijd) in aantal uren per week. De leertijd wordt verder verfijnd in gerealiseerde en effectieve leertijd in termen van percentages van de gestelde leertijd. De gerealiseerde leertijd is het percentage van de roostertijd dat daadwerkelijk aan het vak besteed wordt. De effectieve leertijd is een percentage van de gerealiseerde leertijd waarop de leerlingen daadwerkelijk met de les bezig zijn. Taal Plus Basis Breedte
1
2
4 u 30
3
4
5
6
7
8
2 u 30
3 u 20
3 u 20
3u
3u
3u
4
5
6
7
8
5 u 15 4 u 45 + 2 x 30 min
1 u 50
1 u 20
1u
1u
Verweven in Aanvankelijk leesmethode
Technisch 1 lezen Plus Basis 2 u 30 Breedte
2
3
Spelling
3
4
5
6
7
8
Plus Basis Breedte
2u
2u
2 u 30
2 u 30
2 u 30
2 u 30
4
5
6
7
8
1u
1u
1u 30
2u
2u
2
3
4
5
6
7
8
5u
5u
5u
5u
5u
5u
Verweven in Aanvankelijk leesmethode
Begrijpend 3 Lezen Plus Basis 30 min Breedte Verweven in Aanvankelijk leesmethode
Rekenen Plus Basis Breedte
1 3 u 45
Per schooljaar worden de roosters bekeken. Waar nodig is zal tijd voor een vakonderdeel, waar extra aandacht voor nodig is, worden weggehaald bij een onderdeel dat minder tijd nodig heeft.
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
14
§7 Didactisch handelen Het didactisch handelen van de leerkracht is gericht op het ontlokken en bevorderen van leerprocessen waarbij de leerkracht sturing geeft aan het leerproces en de eigen keuzes van leerlingen. Zo vraagt de leerkracht zich voortdurend af welke hulp, opdracht of aanwijzing gegeven kan worden om leerlingen te helpen tot leren te komen. Uitgangspunt bij het didactisch handelen is het werken met het directe instructiemodel. De leerkracht stemt af op het niveau van de leerling. Het directe instructiemodel Op De Regenboog maken wij gebruik van het directe instructiemodel. Bij het directe instructiemodel speelt de leerkracht een grote rol, het is leerkracht gestuurd onderwijs. De leerkracht legt uit en demonstreert stap voor stap hoe en wat er geleerd moet worden. Dit blijft hij herhalen totdat de leerlingen het beheersen. Belangrijk is dus herhaling en oefenen om de basisvaardigheden onder de knie te krijgen. Het directe instructiemodel is gebaseerd op de veronderstelling dat een kind het makkelijkst leert door een stap voor stap uitleg. Hierdoor voorkomt men een verkeerde uitleg. Daarnaast gaat men bij het directe instructiemodel ervan uit dat nieuwe kennis en vaardigheden gebaseerd moeten zijn op eerder verworven kennis en vaardigheden. De leerlingen moeten dus al bekend zijn met de stof. Bij alle uitwerkingen van het directe instructiemodel staat de leerkracht centraal tijdens het instructieproces. De leerkracht geeft een duidelijke uitleg van iets, waarbij de leerling observeert, toepast en vervolgens deze kennis, vaardigheid of strategie zelfstandig beheerst. De leerkracht gebruikt bij zijn uitleg veel voorbeelden en laat veel zien. Hij betrekt de kinderen actief bij de instructie door vragen te stellen en kleine opdrachten te geven. Een nadeel van dit model is echter, dat de leerstof stap voor stap wordt doorgenomen. Dit kan tijdrovend zijn. Verder begint elke les met een terugblik. De kinderen kunnen niet gelijk aan het werk gaan of met de instructie beginnen. Er zijn een aantal fasen welke de leerkracht samen met de leerlingen doorloopt. Deze fasen worden in het volgende stuk toegelicht. Leerjaren Groep 1/2
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Groep 6
Groep 7
Het directe instructiemodel is van toepassing op de lessen uit kleuterplein. Tijdens de terugblik laat de leerkracht het doel van de vorige les herhalen door de leerlingen of middels Raai de Kraai. De leerkracht stelt vragen aan de kinderen en laat hen voorkennis ophalen. De leerkracht benoemt het lesdoel van de nieuwe les en aan het einde van de les wordt het doel geëvalueerd. Tijdens de terugblik laat de leerkracht het doel van de vorige les herhalen door de leerlingen De leerkracht stelt vragen aan de kinderen en laat hen voorkennis ophalen. De leerkracht benoemt het lesdoel van de nieuwe les en toont dit op het digibord. Tijdens de terugblik laat de leerkracht het doel van de vorige les herhalen door de leerlingen De leerkracht stelt vragen aan de kinderen en laat hen voorkennis ophalen. De leerkracht benoemt het lesdoel van de nieuwe les en toont dit op het digibord. Tijdens de terugblik laat de leerkracht het doel van de vorige les herhalen door de leerlingen De leerkracht stelt vragen aan de kinderen en laat hen voorkennis ophalen. geschreven dat in de klas hangt. De leerkracht benoemt het lesdoel van de nieuwe les en toont dit op het digibord. Tijdens de terugblik laat de leerkracht het doel van de vorige les herhalen door de leerlingen De leerkracht stelt vragen aan de kinderen en laat hen voorkennis ophalen. De leerkracht benoemt het lesdoel van de nieuwe les en toont dit op het digibord. Tijdens de terugblik laat de leerkracht het doel van de vorige les herhalen door de leerlingen De leerkracht stelt vragen aan de kinderen en laat hen voorkennis ophalen. De leerkracht benoemt het lesdoel van de nieuwe les en toont dit op het digibord.
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
15
Groep 8
De lesopbouw Groep 1 en 2 Plus
Basis
Breedte
Groep 3 t/m 8 Plus
Tijdens de terugblik laat de leerkracht het doel van de vorige les herhalen door de leerlingen De leerkracht stelt vragen aan de kinderen en laat hen voorkennis ophalen. De leerkracht benoemt het lesdoel van de nieuwe les en toont dit op het digibord.
Introductie: De leerkracht verwoordt het doel van de les. Inoefening/verwerking: Na de uitleg van de leerkracht gaan de leerlingen in een groepje aan het werk. Terugkoppeling: De leerlingen vertellen aan de leerkracht hoe de samenwerking is verlopen en wat zij geleerd hebben. Introductie: De leerkracht geeft de start van de les duidelijk aan; De leerkracht vertelt het doel van de les; De leerkracht geeft aan hoe de lesopbouw is. Instructie: De leerkracht activeert de voorkennis; De leerkracht geeft uitleg over de opdracht; De leerkracht laat leerlingen nadenken over oplossingen en strategieën; De leerkracht creëert betrokkenheid door vragen te stellen en samen met de leerlingen de opdracht te starten. Inoefening: De leerkracht begeleidt de opdracht en het samenwerken. Verwerking: De leerkracht vertelt dat de leerlingen zelfstandig verder gaan; De leerkracht maakt duidelijke afspraken over wanneer en hoe de leerlingen om hulp kunnen vragen; De leerkracht zorgt voor duidelijke, regelmatige feedback, loopt een ronde. Terugkoppeling: De leerkracht houdt aan het einde van de les een nabespreking; De leerkracht vat de les en het doel samen; De leerkracht complimenteert de leerlingen over wat en hoe zij geleerd hebben. Instructie: De leerling krijgt verlengde instructie; De leerkracht oefent samen met de leerling. Inoefening: De leerkracht werkt in eerste instantie samen met de leerling; De leerling verwerkt zelfstandig de opdracht. Verwerking: De leerkracht vertelt de leerlingen wat zij moeten doen; Na afloop bespreekt de leerkracht de opdracht.
Introductie: De leerkracht of leerling verwoordt het doel van de les. Inoefening/verwerking: Na de uitleg van de leerkracht gaan de leerlingen zelfstandig aan het werk. Terugkoppeling: De leerlingen vertellen aan de leerkracht wat zij geleerd hebben en hoe het proces is verlopen, wat zij geleerd hebben. Basis Introductie: De leerkracht geeft de start van de les duidelijk aan; Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer 16
Breedte
De leerkracht vertelt het doel van de les; De leerkracht geeft aan hoe de lesopbouw is. Instructie: De leerkracht activeert de voorkennis; De leerkracht geeft uitleg over de opdracht; De leerkracht laat leerlingen nadenken over oplossingen en strategieën; De leerkracht creëert betrokkenheid door vragen te stellen en samen met de leerlingen de opdracht te starten. Inoefening: De leerkracht maakt samen met de leerlingen een opdracht. Verwerking: De leerkracht vertelt of geeft aan op het digibord wat de leerlingen zelfstandig maken; De leerkracht maakt duidelijke afspraken over wanneer en hoe de leerlingen om hulp kunnen vragen; De leerkracht zorgt voor duidelijke, regelmatige feedback, loopt een ronde. Terugkoppeling: De leerkracht houdt de nabespreking direct het einde van de verwerking; De leerlingen vatten de les en het doel samen; De leerkracht complimenteert de leerlingen over wat en hoe zij geleerd hebben. Instructie: De leerling krijgt verlengde instructie aan de instructietafel; De leerkracht oefent samen met de leerling. Inoefening: De leerkracht maakt minimaal twee opdrachten samen met de leerling; De leerling verwerkt zelfstandig de opdracht. Verwerking: De leerkracht vertelt de leerlingen wat zij moeten doen. Terugkoppeling: Zie basis
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
17
§8 Pedagogisch handelen Het pedagogisch klimaat is het geheel van aanwezige en gecreëerde omgevingsfactoren, die invloed hebben op het welbevinden van de leerlingen. En het welbevinden heeft weer invloed op de ontwikkeling en het leervermogen. De leervoorwaarden en de persoonsvorming staan daarbij centraal. De pedagogische visie en de achterliggende waarden bepalen de manier waarop de leerkracht een pedagogisch klimaat schept. Er zijn diverse factoren die een positief effect hebben op de ontwikkeling van het kind en het leerklimaat in de groep. De eerste factor is het opdoen van positieve ervaringen. De tweede factor is de mate van welbevinden. De derde factor is het stellen van grenzen. Deze factoren beïnvloeden het pedagogisch klimaat, dat op zijn beurt invloed heeft op de ontwikkeling van het zelfbeeld en het vermogen tot zelfregulatie. Het pedagogisch handelen van op De Regenboog is afgestemd op het versterken van de drie basisbehoeften (relatie, competentie en autonomie) van de leerlingen. Relatie Competentie Autonomie
de leerlingen voelen zich geaccepteerd, ze horen erbij, voelen zich veilig en zijn welkom. de leerlingen ontdekken dat ze de taken die zij moeten doen groeiend aankunnen. de leerlingen leren om te gaan met vrijheid en zelfbepaling. Zij leren verantwoordelijk te zijn voor hun eigen taken en kunnen, deels, hun leergedrag sturen.
Visie op pedagogisch handelen Leerkrachten geven ruimte aan het autonomie gevoel van hun leerlingen. Ze honoreren initiatieven van leerlingen. Ze waarderen ideeën van leerlingen en wat ze ermee doen. Ze dagen leerlingen uit om eigen oplossingen te bedenken. Ze laten de leerlingen zelf keuzes maken bij het doen van taken (hoe en wat). Voor leerkrachten, leerlingen en ouders geldt dat ze respect hebben voor elkaar en voor de omgeving. Algemene schoolregels gelden voor allen en worden door allen nageleefd, waarbij voor een ieder geldt: Goed voorbeeld doet goed volgen. Op De Regenboog hechten we waarde aan de manier waarop we met elkaar omgaan. We besteden hier veel aandacht aan. Zorg en respect staan hoog in het vaandel. Oudere kinderen hebben een voorbeeldfunctie voor de jongsten. Twee keer per week is er tutor-lezen waarbij de kinderen uit groep 7 en 8 lezen met de kinderen uit lagere groepen. Deze manier van werken draagt bij aan een plezierig en veilig klimaat waarin ieder kind zich optimaal kan ontwikkelen. De Regenboog werkt met een plan van aanpak tegen pesten. Dit doen wij door duidelijke regels uit de methode Leefstijl te hanteren over hoe wij met elkaar omgaan. Dit komt tot uiting door: oog te hebben en te zorgen voor een fijne, veilige en open sfeer in de klas. het goede voorbeeld dat de leerkracht geeft in het tonen wat het is om respect te hebben voor elkaar. regelmatig in de groep met de kinderen te praten over dat we allemaal verschillend zijn en dat we dat in de ander proberen te waarderen. met behulp van onze methode Leefstijl te praten en in spelvorm te oefenen hoe de kinderen op een fijne manier met elkaar om kunnen gaan. dezelfde aanpak te hanteren tijdens de tussenschoolse opvang. Het signaleren van pesten We maken onderscheid tussen plagen en pesten en bespreken dit onderscheid in de groep. Plagen is grappig bedoeld, als beide groepen of individuen dit zo ervaren. Echter het mag ook niet te lang moet doorgaan. Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
18
Pesten is gemene dingen zeggen en doen tegen steeds hetzelfde kind. Pesten kan gebeuren doorwoorden, uitsluiting, fysieke agressie, afpersing of vernieling. De leerkracht geeft voortdurend aan dat een leerling altijd naar de juf of meester moet gaan als hij/zij gepest wordt. Pesten melden is absoluut géén klikken! Ook als ouders van hun kind horen dat het gepest wordt op school, willen we graag dat ze dat kenbaar maken bij de leerkracht. Pesten melden is nodig om te zorgen dat het zo snel mogelijk stopt zodat wij er samen voor zorgen dat iedereen zich prettig en veilig kan voelen op school. Onze aanpak om pesten te stoppen Hulp en steun bieden aan de leerling die gepest wordt geven wij vorm door: De leerkracht praat met de leerling om zich weer veilig op school te voelen. Er wordt duidelijk gemaakt dat de gepeste leerling in principe zelf niet de schuld heeft en de leerkracht 100% achter het kind staat. Hulp bieden in het vergroten van het zelfvertrouwen, in eerste instantie door gesprekken, wanneer nodig door inzet van deskundige hulp. Begeleiden van de leerling met pestgedrag Inzicht proberen te geven in wat de ‘pester’ bij de ‘gepeste’ leerling aanricht. Inzicht proberen te krijgen, waarom een kind pest en hulp bieden indien gewenst. Negatieve aandacht van een leerling met pestgedrag proberen om te buigen naar positieve aandacht en positief gedrag. De leerlingen die meelopen met de pester inzicht geven in hun rol om een positieve wending plaats te laten vinden in het groepsproces. In een groepsgesprek wordt gesproken over de rol en invloed die leerlingen op elkaar hebben. Iedereen heeft een rol om pesten te stoppen, ook de zwijgende meelopers met de pester en de groep die “niets” doet of zegt, maar wel ziet wat er gebeurt. School voert gesprekken met de betreffende ouders: hoe kunnen we samen komen tot een gewenst oplossing? Als school staan we op één lijn In alle groepen is het uitgangspunt onze methode Leefstijl, waarin duidelijk beschreven is hoe we op een positieve manier met elkaar omgaan. Dezelfde regels en afspraken gelden in alle groepen. Omgaan met gedrag; regels en afspraken binnen het team Wij benoemen en leren gewenst gedrag aan, we spreken heldere verwachtingen uit. Hiervoor zijn schoolregels opgesteld voor alle leerlingen. De leerkracht spreekt in de gang, op de speelplaats e.d. leerlingen aan die zich niet aan de schoolregels houden. Leerkrachten hebben een proactieve houding. De leerkracht dreigt niet maar handelt. De leerkracht is voorspelbaar en consequent. Wij belonen gewenst gedrag door middel van complimenten en /of beloningsmaterialen. Wanneer mogelijk wordt ongewenst gedrag genegeerd. Wanneer negeren niet werkt handelen wij volgens deze stappen: Gebruik een gebaar, zoals het stilteteken Wijs naar de regel/pictogram/stoplicht Leg een sanctie op tegen ongewenst gedrag d.m.v. een straf Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
19
Schoolregels in de school Ik leer en laat anderen leren. Ik loop rustig in de gang, ik praat zacht. Ik ben aardig, beleefd en respectvol naar anderen. Ik ga zorgvuldig met de spullen van een ander om. Ik luister naar anderen. Schoolregels buiten Ik ga op een vriendelijke, respectvolle en veilige manier met anderen om. Hoor ik stop, dan houd ik op! Ik probeer een ruzie eerst zelf op te lossen, als het niet lukt ga ik naar de pleinwacht. Naast deze regels zijn er afspraken om het buitenspelen leuk en veilig te laten verlopen: Ik voetbal niet voor schooltijd en tijdens de pauze, er zijn veel te veel mensen op het plein (In het speelkwartier mogen de kinderen van groep 7 en 8, o.b.v. de leerkracht, naar het nabij gelegen grasveld). Als de bel gaat, ruim ik het speelgoed op en loop ik rustig naar binnen. Ik zorg goed voor het buitenspeelgoed en speel er veilig mee. Pedagogisch handelen gericht op de relatie De kinderen worden om 08.20 uur op het plein verwelkomd door een leerkracht op het Basis plein. De leerkracht staat om 8.20 uur in de deuropening van het klaslokaal en heet ieder kind welkom. De leerkracht begroet alle kinderen persoonlijk bij het betreden van de lesruimte. De leerkracht kijkt de kinderen aan en verwacht ook van de leerling oogcontact. De leerkracht benoemt de schoolregels regelmatig en houdt zichzelf en de leerlingen hier consequent aan. De leerkracht hanteert consequent de regels rondom pesten. De leerkracht voert gesprekken, op basis van gelijkwaardigheid, met individuele leerlingen om de leerling te leren kennen. Zien wordt één maal per jaar afgenomen voor alle leerlingen. Kinderen van groep 6,7 en 8 vullen één maal de leerlinglijst van deze observatie in. Breedte De leerkracht signaleert onzekerheid bij de leerling in leer- en gedragssituaties en ondersteunt de leerling in zijn behoefte aan veiligheid en acceptatie door dingen samen en/of voor te doen. De leerkracht koppelt een tweetal leerlingen aan elkaar die elkaar ondersteunen in het werk; bijvoorbeeld een dyslectische leerling krijgt een goede lezer als ondersteuner naast zich (maatje, tutor).
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
20
Pedagogisch handelen gericht op de competentie De leerkracht spreekt zijn vertrouwen uit in de leerlingen in het omgaan met elkaar. Hij Basis gaat hierbij uit van hoge, maar realistische verwachtingen. De leerkracht laat zien, dat hij het gewenste gedrag heeft opgemerkt in woord en gebaar, bijvoorbeeld door een duim op te steken of een compliment te geven. De leerkracht sluit elk dagdeel af met positieve feedback op het gewenst gedrag, gericht op het werk dat de leerlingen hebben gedaan (product gericht). De leerkracht sluit elk dagdeel af met positieve feedback op de inzet van de leerlingen en op het sociaal emotioneel functioneren (proces gericht). De leerkracht spreekt met de leerlingen over hun kwaliteiten om hen bewust te maken van hun mogelijkheden. Breedte
De leerkracht bespreekt met een leerling zijn gedragsmogelijkheden en ondersteunt hem door vertrouwen uit te spreken in zijn capaciteiten. De leerkracht schrijft het bereiken van gewenst gedrag toe aan de inzet van de leerling zelf. De leerkracht vergelijkt de leerling met zichzelf. De leerkracht adviseert (externe) trainingen in (zoals bijvoorbeeld een sociale vaardigheidstraining of kanjertraining).
Pedagogisch handelen gericht op de autonomie De leerkracht daagt alle leerlingen uit om aan het woord te komen en geeft de Basis leerlingen de ruimte om hun gedachten en gevoelens onder woorden te brengen. De leerkracht daagt de leerlingen uit om mee te denken over de belangrijke gedragsregels in de groep. De leerkracht herinnert de leerlingen via complimenten aan de opgestelde gedragsregels. De leerkracht laat de leerlingen mee denken en mee beslissen over (bijvoorbeeld feestelijke) activiteiten in de groep. De leerkracht creëert onderwijsleersituaties, bijvoorbeeld een kringgesprek, waarin leerlingen elkaar de ruimte geven voor een eigen inbreng, en waardeert die positief. De leerkracht zorgt voor werkvormen, die ervoor zorgen dat de leerlingen vorm kunnen geven aan hun eigen keuzes. Hierbij staan de leerstijlen van de kinderen centraal. De leerkracht bespreekt met de leerlingen hoe zij om kunnen gaan met leerlingen in de groep die extra onderwijsbehoeften hebben en maakt hierover afspraken. De leerkracht bespreekt met de leerlingen hoe hij/zij vorm geeft aan het omgaan met verschillen tussen leerlingen wat betreft zelfstandigheid en het dragen van verantwoordelijkheid. Breedte De leerkracht bespreekt met de leerlingen het verantwoordelijk zijn voor elkaar. De leerkracht bespreekt met de leerlingen hoe zij zelfstandig hun problemen kunnen oplossen. De leerkracht bespreekt met de leerlingen hoe hij omgaat met verschillen tussen leerlingen wat betreft zelfstandigheid en het dragen van verantwoordelijkheid
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
21
§9 Klassenmanagement Klassenmanagement is een term voor alle maatregelen die een leerkracht neemt om een klimaat te scheppen waarin leerlingen met succes kunnen leren en werken. (J.S. KOUNIN, Discipline and Group Management in Classrooms, New York, 1970) Op De Regenboog wordt het onderwijs in de klas zo georganiseerd dat er een uitdagende, plezierige en uitnodigende werksfeer ontstaat waarin aandacht is voor het individuele kind. In dit hoofdstuk van het onderwijsprofiel beschrijven wij hoe dit klassenmanagement er in de praktijk uit ziet en hoe de leerkracht de juiste voorwaarden voor de kinderen organiseert. Bij alle onderdelen is sprake van een basis- en breedteaanbod, een plusaanbod is alleen van toepassing bij het onderdeel tijd. Uiteraard geldt het basisaanbod ook voor de plusleerlingen. Voor de leerlingen die het breedte-aanbod volgen, gelden dezelfde afspraken als voor leerlingen van het breedteaanbod. Naast deze afspraken is er voor de leerkrachten genoeg ruimte om het lokaal gezellig en met eigen sfeer verder aan te kleden. Klassenmanagement bestaat zoveel mogelijk uit structureren van ruimte, tijd en activiteit zodat de leerkracht de geplande activiteiten uit kan voeren. We onderscheiden hierbinnen de organisatie van de fysieke ruimte en de organisatie van de ruimte rondom het lesgeven, waarbij het leerkrachtgedrag en de leerkrachtvaardigheden een belangrijke rol spelen. Ruimte Basis
De klassenregels hangen zichtbaar in de klas. De tafels en stoelen zijn zo georganiseerd dat er duidelijke looproutes zijn in de klas. De klok hangt zichtbaar in de klas. De pictogrammen met de dagritmekaarten hangen / staan zichtbaar op het bord (groep 1 t/m 4). De leerkracht stelt regelmatig nieuwe tafelgroepen samen. De leswisselingen verlopen rustig en de leerkracht begeleidt deze wisselingen. Materialen kunnen door de leerlingen zelf gepakt en opgeruimd worden. Materialen hebben een vaste plaats in de klas of op de gang. In de kleutergroepen is een projecthoek of thematafel aanwezig (keuze is afhankelijk van het thema waaraan gewerkt wordt). Vanaf groep 3 staat een instructietafel in de klas staan. Vanaf groep 1/2 wordt er gebruik gemaakt van een stoplicht (rood=stil en er mag niet gelopen worden, oranje=overleggen mag, groen=mogelijkheid tot hulp vragen aan de leerkracht). Groep 1/2 heeft een kiesbord in de klas hangen. Groep 3 heeft het planbord van VLL in de klas hangen. Er zijn koptelefoons aanwezig voor computergebruik. In iedere groep zijn twee mappen aanwezig waarin in ieder geval de volgende onderdelen te vinden zijn: Inhoud NAW (naam, adres, woonplaats) gegevens van de leerlingen Belangrijke medische gegevens van de leerlingen Weekrooster Ingevulde dag- en lesplanning Plattegrond met namen van de kinderen Registratiegegevens (absentie, verjaardagen e.d.) voor zover deze nog niet in ParnasSys staan Groepsoverzichten, groepsplannen en individuele handelingsplannen Vakken- en cijferinvullijsten en resultaten laatste CITO gegevens Methode-gebonden toetsen
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
22
Breedte
Tijd Plus Basis
Breedte
Indien de leerling dit nodig heeft, liggen de pictogrammen met de dagplanning zichtbaar op de tafel van de leerling. Indien de leerling dit nodig heeft, liggen er individuele stappenplannen of pictogrammen op zijn tafel. De leerling houdt, indien nodig, een vaste plaats in de klas. Er zijn op school gehoorbeschermers aanwezig voor kinderen die extreem veel last hebben van omgevingsgeluiden. Voor een aantal leerlingen kan een rustige werkplek gecreëerd worden door de tafel even weg te schuiven van de rij of tafelgroep. De leerkracht laat de leerling een deel van de leerstof zelfstandig verwerken. De leerkracht zorgt voor aanvullend werk en compact- en verrijkingsmateriaal. De leerkracht gebruikt een rooster (klassenmap) waarin alle hij alle lessen plant. De leerkracht houdt zich aan de roostertijden (uitzonderingen voor speciale momenten) De leerkracht vertelt bij aanvang van de dag wat de planning van de dag zal zijn en noteert deze of hangt de pictogrammen op. De leerkracht gaat effectief met de onderwijstijd om, dit betekent: op tijd beginnen met de lessen; weinig tijd verloren laten gaan tijdens leswisselingen; zo min mogelijk overleg tijdens de lessen; zoveel mogelijk materialen klaarleggen zodat meteen kan worden begonnen eten en drinken in de klas, voorafgaand of na de ochtendpauze, tot een minimum beperken en deze tijd eventueel als voorleestijd inzetten. De leerkracht van groep 1 en 2 laat de leerlingen direct na binnenkomst aan de slag gaan met geplande activiteiten. De leerkracht plant op het rooster de volgende werkvormen in zelfstandig werken; instructiemomenten; samenwerken. Indien nodig kan de leerkracht voor de leerling een planning in pictogrammen maken. De leerkracht zorgt voor extra tijd bij het maken van toetsen. De leerkracht beperkt de hoeveelheid werk zodat de leerling het werk af kan hebben.
Activiteit De leerkracht legt de materialen voor de les zo klaar dat de leerlingen ze zelf kunnen Basis pakken. De leerkracht geeft in het weekrooster aan wanneer er ruimte is voor zelfstandig werken. De leerkracht vertelt voor de les of er sprake is van: individueel werken, waarbij geen hulp gevraagd mag worden individueel werken waarbij hulp gevraagd mag worden als iets niet lukt samenwerkend leren De leerkracht geeft (eventueel op een klok) de tijdsplanning aan. De leerkracht vertelt wanneer de les eindigt. De leerlingen krijgen dan nog een paar minuten de tijd om het werk af te ronden. De leerkracht schept voorwaarden die nodig zijn voor zelfstandig werken (regels zijn bekend, stoplicht wordt gebruikt). De leerkracht herhaalt de zelfstandig werken regels en gebruikt ‘het stoplicht’. Hij geeft aan: wanneer hij niet beschikbaar is voor alle leerlingen en hoe lang dat duurt; wanneer hij weer beschikbaar is; wat hij zelf gaat doen tijdens het zelfstandig werken. De lessen worden geëvalueerd en bevindingen worden meegenomen in de volgende lessen. De leerkracht geeft aan hoe leerlingen die hun werk afhebben kunnen nakijken en Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
23
Breedte
verbeteren. De leerkracht zorgt voor voldoende correctiemateriaal. De leerkracht zorgt ervoor dat leerlingen die klaar zijn met het opgegeven werk kunnen beschikken over zinvol, extra werk. De leerkracht bespreekt na elke les zelfstandig werken regelmatig een aantal van de volgende punten: kwaliteit van de opdracht; wijze waarop gewerkt en geleerd werd; hoe leerlingen het geleerde kunnen toepassen in andere situaties; huiswerk. Duo-leerkrachten zorgen voor een goede overdracht. De leerkracht legt, indien nodig, de materialen voor de leerlingen klaar in een werkbak, of op de tafel van de leerling. De leerkracht zorgt, indien nodig, samen met de leerlingen voor een geordende werkplek met daarop alle benodigde materialen.
Onderwijsprofiel februari 2015 Passend Onderwijs Haarlemmermeer
24