COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE BMZ ALGEMEEN BESTUUR
Agendapunt Nummer: 568946
Onderwerp: Jaaroverzicht handhaving 2011 In D&H: In Cie:
In AB: Portefeuillehouder:
31-07-2012 BMZ SKK
Steller: Telefoonnummer: Afdeling:
S. Aalbers (030) 634 57 97 Vergunningverlening en Handhaving
Reerink
Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering
Korte inhoudelijke omschrijving: Het jaaroverzicht handhaving 2011 wordt u hierbij ter kennisneming aangeboden. Uit dit jaarverslag is hieronder de doelstelling en conclusie weergegeven: In de begroting 2011 van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur op 23 november 2010 zijn doelstellingen opgenomen. In de onderstaande tabel zijn daarachter de resultaten voor 2011 vermeld. Maatregel
Handhaving en naleefgedrag op orde
Prestatie-indicator / afspraak Beëindigen geconstateerde illegale lozingen Naleefgedrag bedrijven Waterwet (vergunning en Barim) Naleefgedrag agrarische bedrijven Naleefgedrag rwzi's Naleefgedrag grondwater onttrekkingen en lozingen
Norm 2011
Resultaat 2011
100%
100%
90%
82%
90% 90%
87% 100%
60%
90%
Het percentage van 90% naleving bij grondwateronttrekkingen betreft bedrijven, die na in de gelegenheid te zijn gesteld om alsnog aan de voorschriften te voldoen, nog steeds onvoldoende maatregelen daarvoor hadden genomen. Uit de evaluatie is gebleken dat er veel toezicht nodig is om te bereiken dat het onttrekken van grondwater volgens de regels word uitgevoerd. Exacte gegevens hierover zijn niet vastgelegd, maar geschat wordt dat meer dan 50% van de grondwateronttrekkingen bij het eerste bezoek niet aan de voorschriften voldoet. Bij kleine afwijkingen worden dan mondelinge afspraken gemaakt. De hercontrole hiervan vindt op korte termijn plaats. Wanneer dan wordt voldaan aan de gemaakte afspraken, wordt dit niet als “niet-naleving” in de registratie opgenomen, hoewel de eerste controle feitelijk wel een “niet-naleving” opleverde. Bij de overige indicatoren ligt het naleefpercentage iets lager dan de gestelde norm. Dit lagere percentage is verklaarbaar en was ook enigszins verwacht, omdat het toezicht steeds meer risicogestuurd is uitgevoerd.
568946
-1-
Jaaroverzicht handhaving 2011
foto 1: slootdemping gesignaleerd tijdens milieuvlucht
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
1
Colofon Datum Rapport
:
15 juni 2011
Adresgegevens
:
Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten
Auteur
:
S. Aalbers
Telefoonnummer
:
(030) 634 57 97
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
2
Samenvatting. ................................................................................................................ 4
1.
INLEIDING. .............................................................................................................. 6
2.
PROBLEEMANALYSE EN SAMENWERKING....................................................... 7
3.
UITVOERING HANDHAVING.................................................................................. 8
3.1
Optreden bij incidenten en calamiteiten, surveillances enz............................................................................. 8
3.2
Toezicht en handhaving Waterwet-bedrijven.................................................................................................. 9
3.4
Toezicht en handhaving landbouwbedrijven................................................................................................. 11
3.5
Keurzaken...................................................................................................................................................... 12
3.6
Grondwater / bronneringen / saneringen ....................................................................................................... 13
3.7
Besluit bodemkwaliteit en overige lozingen.................................................................................................. 14
3.8
Heffingen....................................................................................................................................................... 15
3.9
Vaarwegbeheer.............................................................................................................................................. 16
3.10
Schouw .......................................................................................................................................................... 16
4.
DOELSTELLING EN CONCLUSIE. ...................................................................... 17
Lijst met afkortingen: .................................................................................................. 18
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
3
Samenvatting. 1.
Inleiding. In 2011 hebben we gezorgd voor toezicht en handhaving bij allerlei activiteiten, die van invloed (kunnen) zijn op de kwaliteit en het functioneren van het gehele watersysteem binnen het werkgebied, waaronder ook het toezicht op “indirecte lozingen”.
2.
Probleemanalyse en samenwerking De probleemanalyse van 2010 vormde de basis voor de uitvoering van het werk. Hierbij hebben we samengewerkt met andere toezichthouders om gezamenlijke prioriteiten uit te voeren, om van elkaar te leren en elkaars kennis en ervaring te benutten, om de toezichtlast te verlagen en het toezicht efficiënt met en voor elkaar uit te voeren.
3. 3.1.
Uitvoering handhaving: We hebben een wachtdienst (24/7) om bedreigingen voor het watersysteem te voorkomen of beperken. We zijn er als er een vrachtwagen met warm asfalt te water is geraakt, zoals op de Milandweg in Zegveld gebeurde, om de verontreiniging te beperken en er zorg voor te dragen dat naderhand een zo volledig mogelijk herstel plaatsvindt. We surveilleerden op land en in de lucht om illegale activiteiten op te sporen. 3.2/3.3. Ter uitvoering van toezicht en handhaving ingevolge de Waterwet, en samen met gemeenten en provincie bij Wabo-bedrijven, bezochten we 128 keer een bedrijf ter controle van de lozingen. Ook hebben we in een project 26 jachthavens, bootshops en werven bezocht, o.a. ter controle op verboden anti-foulings. 3.4. Bij de landbouwbedrijven hebben we met de milieudienst Midden Holland en de Nederlandse Voedsel- en warenautoriteit controles gehouden als een pilot voor “vernieuwing toezicht”. We hebben meegewerkt aan en kennisgenomen van maatregelen om erfafspoeling te beperken. 3.5. Ter bescherming van het watersysteem hebben we 66 controles uitgevoerd. Om de beschikbare capaciteit zo goed mogelijk in te zetten is een verdeling in categorieën opgesteld voor de mate waarin toezicht gewenst of noodzakelijk is. 3.6. We hebben veel controles uitgevoerd (713 stuks) bij - meestal tijdelijke grondwateronttrekkingen. Vanwege de korte doorlooptijd van de werkzaamheden zijn hier snelle acties nodig en er moeten duidelijke grenzen gesteld worden om naleving van de voorschriften te bewerkstelligen. 3.7. Het nieuwe Besluit lozen buiten inrichtingen is van kracht geworden o.a. voor baggerwerkzaamheden en werkzaamheden aan kunstwerken en oevers. De samenloop met het Besluit bodemkwaliteit vereist goede afstemming met uitvoerenden. In het gebied worden veel grote infrastructurele werken uitgevoerd. Het toezicht hierop gaan we projectmatig uitvoeren. 3.8. Bij speciale heffingcontroles, in de uitvoering van lozingscontroles en vanuit ontvangen klachten blijkt dat er regelmatig meer vervuild water wordt geloosd, dan waar heffing voor betaald wordt. Ook dit jaar werden er honderden extra geloosde vervuilingseenheden opgespoord, waarmee (tien)duizenden euro’s waren gemoeid. 3.9. Incidenteel hebben we de verleende vaarvergunningen op de Kromme Rijn gecontroleerd. Daarnaast hebben we extra toezicht gehouden op vaarbeperkingen in verband met de droogte in het voorjaar van 2011 (KWA). 3.10. De najaarsschouw 2010 werd afgerond na 760 aanschrijvingen en vervolgens 80 aankondigingen bestuursdwang. De laatste 2 zaken konden in de 2e ronde ook nog zonder daadwerkelijke toepassing van bestuursdwang worden opgelost.
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
4
Bij deze activiteiten zijn - afgezien van de schouwaanschrijvingen - nog eens ongeveer 400 brieven verstuurd. In de meeste gevallen werd in de brief de gemaakte afspraak vastgelegd. Wanneer bij hercontrole bleek dat hieraan niet was voldaan, werd het handhavingstraject gestart. In onderstaande tabel is een overzicht van bestuursrechtelijke aanschrijvingen per activiteit weergegeven.
waterwet wabo landbouw
lotv gltb
grondwater keur overige lozingen
4.
bestuurlijke waarschuwing 2 2 15 3 18 20 4
dwangsom
bestuursdwang
1 2
7
2
Doelstelling en conclusie: In de begroting 2011 van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur op 23 november 2010 zijn doelstellingen opgenomen. Hieronder een overzicht van doelen en resultaten 2011 (toelichting: zie hoofdstuk 4): Maatregel
Prestatie-indicator / afspraak
Handhaving en naleefgedrag op orde
Beëindigen geconstateerde illegale lozingen Naleefgedrag bedrijven Waterwet (vergunning en Barim) Naleefgedrag agrarische bedrijven Naleefgedrag RWZI's Naleefgedrag grondwater onttrekkingen en lozingen
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
Norm 2011
Resultaat 2011
100%
100%
90%
82%
90%
87%
90%
100%
60%
90%
5
1.
Inleiding. Jaarlijks maakt het cluster handhaving van de afdeling Vergunningverlening en handhaving een overzicht van de uitgevoerde werkzaamheden. Voor u ligt het handhavingsoverzicht voor het jaar 2011. Dit overzicht maakt deel uit van de meerjarige beleidscyclus en de uitvoeringscyclus, die ieder jaar wordt doorlopen.
Bestuur
Management
Handhavers Figuur 1: Big 8 handhavings-beleidscyclus Ieder jaar wordt aan de hand van het handhavingsbeleid een uitvoeringsprogramma opgesteld, waarin de werkzaamheden worden geprioriteerd en doelen worden gesteld voor het komende jaar. Deze cyclus is verplicht gesteld in de Waterwet, en uitgewerkt in het Besluit omgevingsrecht en de Regeling omgevingsrecht. Onze werkzaamheden zijn uitgevoerd in overeenstemming met het handhavingsbeleid, dat is uitgewerkt in de protocollen voor naleving, toezicht en sancties. Ook in 2011 hebben wij de volgende werkzaamheden uitgevoerd, bestaande uit: toezicht en handhaving van “Waterwet-bedrijven", d.w.z. bedrijven met lozingen die rechtstreeks op oppervlaktewater plaatsvinden, waarvoor het waterschap als beheerder is aangewezen, bij zowel bij agrarische als bij industriële bedrijven toezicht op de “Wabo-bedrijven”, d.w.z. bedrijven met een lozing rechtstreeks op het openbare vuilwaterriool (ook wel indirecte lozingen genoemd). Voor de betrokken bedrijven is de gemeente of provincie het bevoegd gezag, maar het doel van ons toezicht is: het beschermen van de goede werking van de rioolwaterzuiveringsinstallatie de bescherming van de kwaliteit van oppervlaktewaterlichamen "achter" de rwzi het afgeven, controleren en adviseren voor meetbeschikkingen en tabelbedrijven 1 , en de opsporing van omvangrijke lozingen v.e.’s toezicht en handhaving van grondwateronttrekking, kleiner dan 150.000 m3 en het lozen van dit grondwater toezicht en handhaving bij werkzaamheden, vallend onder de Keur van het waterschap, die in het watersysteem of op / aan / langs waterkeringen werden uitgevoerd
1
meetbedrijf: de heffing wordt vastgesteld op basis van meting, bemonstering en analyse, die het bedrijf in de loop van het jaar zelf uitvoert en aan het waterschap opstuurt. Deze verplichting is vastgelegd in een meetbeschikking de die heffingstechnoloog verzorgt. tabelbedrijf: de heffing wordt bepaald aan de hand van de tabel afvalwatercoëfficiënten, bijlage 2 van de Verordening zuiveringsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009.
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
6
toezicht en handhaving op overige lozingen, d.w.z. alle activiteiten en werkzaamheden, waarbij stoffen in het water kunnen komen, die de kwaliteit negatief beïnvloeden. en niet in de laatste plaats de afhandeling van de klachten en meldingen, het opsporen en afhandelen van overtredingen, het uitvoeren van surveillances en het onderhouden van een wachtdienst (24-uur / 7dagen per week) ter bescherming van het watersysteem en de waterkwaliteit. Op 1 januari 2011 konden we beginnen met een compleet team voor de handhaving, alle bestaande vacatures konden worden ingevuld.
2.
Probleemanalyse en samenwerking. Probleemanalyse: Voor het jaar 2011 is geen nieuwe probleemanalyse opgesteld. We zijn verder gegaan met de analyse van 2010, omdat er in dat jaar veel wetgeving veranderde en dat dit ook voor 2011 te voorzien was. Daarom is besloten pas na 2011 een nieuwe probleemanalyse op te stellen, wat dan ook in het jaarprogramma 2012 opgenomen. Voor het waterschap betekende deze keuze: toezicht bij metaal- en afvalbewerkende bedrijven, toezicht bij bronneringen en saneringen en toezicht op primaire- en regionale keringen. In hoofdstuk 3 is aangeven op welke wijze dit toezicht is uitgevoerd. Samenwerking: Kernoverleg handhaving Ook in 2011 hebben we op diverse fronten samengewerkt met andere overheden, instanties en organisaties. Deze samenwerking is niet alleen efficiënt, maar ook voorgeschreven in de Regeling Omgevingsrecht. Hierin staat dat omtrent handelingen met betrekking tot stoffen, preparaten of andere producten afspraken worden gemaakt over de handhaving van de betrokken wetten en dat er uitwisseling van gegevens plaatsvindt betreffende de bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving. Dit overleggen en afstemmen vindt plaats in het Kernoverleg Handhaving, geïnitieerd en gefaciliteerd door de provincie Utrecht Brzo, Prtr en Ippc Ook op het gebied van risico’s voor zware ongevallen (Brzo), emissies van schadelijke stoffen (Prtr) en installaties waarvoor een geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging is voorgeschreven (Ippc) wordt samengewerkt met het betreffende bevoegd gezag. Voor de Brzo worden inmiddels landelijk 6 regionale uitvoeringsdiensten (Rud-Brzo) opgezet door de bevoegde instanties hiervoor, de provincie en de gemeente. Het waterschap is geen bevoegd gezag voor de Brzo, maar is wel aangewezen als wettelijk adviseur, daar waar gevaren kunnen ontstaan voor de Rwzi of het oppervlaktewater. Om hieraan een goede invulling te kunnen geven gaan de waterschappen 2 samenwerken in verbanden die aansluiten bij de Rud-Brzo. Voor ons waterschap is dit de regio met de provincie Utrecht, Flevoland en Noord-Holland. Binnen deze samenwerking wordt de noodzakelijke kennis verzameld en efficiënt ingezet. De opbouw hiervan wordt in 2012 voortgezet, in samenwerking met de RUD-Brzo Noordzeekanaalgebied (i.o.).
2
Betrokken waterschappen: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Waterschap Zuiderzeeland, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Tevens wordt daarbij samengewerkt met RWS Directie Noord Holland.
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
7
Vernieuwing toezicht In het kader van “vernieuwing toezicht” is de pilot voor samenwerking met o.a. de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) voorgezet. Voor het eerst werden in het gebied van de Milieudienst Midden-Holland (MDMH) controles gehouden bij veehouderijen, waarbij het toezicht voor de MDMH, de NVWA en de waterschappen 3 gezamenlijk werden gecontroleerd. In de aanloop gebeurde dit gezamenlijk, later door één van de inspecteurs, die dan ook signaaltoezicht voor de andere instanties uitvoerde. Deze werkwijze werd door alle betrokkenen –inclusief de meeste bezochte veehouderijen– als positief ervaren. De eerste indicatieve berekeningen wijzen uit dat ook de gewenste efficiëntie is gerealiseerd. Een rapportage betreffende deze samenwerking in 2011 is ter kennisneming bijgevoegd. De conclusie is dat deze pilot in 2012 kan worden voortgezet. Wel zijn er een aantal verbeterpunten. Eén daarvan is dat er naar gestreefd wordt om met de betrokken partijen hiervoor een samenwerkingsovereenkomst op te stellen. Het ligt voor de hand deze werkwijze uit te breiden naar de Utrechtse milieudiensten. Gezien de vorming van de Rud-Utrecht, waarin de milieudiensten opgaan, zal dit niet eerder dan in 2013 kunnen. Ook op het gebied van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) werd samengewerkt met de NVWA. Dit leidde tot gezamenlijk toezicht bij jachthavens, bootshops en werven door gemeente, Rijkswaterstaat, NVWA en waterschap. Ook de inventarisatie van innamepunten voor toiletwater vanuit pleziervaartuigen is hierin meegenomen. De resultaten van deze samenwerking staan vermeld bij toezicht Waterwet- en Wabo bedrijven. Overige projecten Speerpunten voor het toezicht waren onder andere “grondstromen” vanuit het Landelijk overleg milieuhandhaving (LOM) en “ketenbeheer” vanuit het Kernoverleg handhaving. Beide activiteiten vallen onder het toezicht Besluit bodemkwaliteit en overige lozingen, waar ook de resultaten staan vermeld. Daarnaast is er vanuit het Kernoverleg handhaving de jaarlijkse handhavingsestafette uitgevoerd, waar ook wij aan deelnamen. En er werd een provinciale Boa-contactdag georganiseerd, locatie Rwzi Utrecht. Doelen van deze dag waren kennismaking, praktische invulling, casus met acteurs (lik-op-stuk), netwerken (o.a. voor ketenbeheer en grondstromen – wie doet wat?) en een stukje ontspanning (barbecue). Door de deelnemers werd deze dag als zeer nuttig ervaren.
3.
Uitvoering handhaving.
3.1
Optreden bij incidenten en calamiteiten, surveillances enz. Ook in 2011 hebben de wachtdienst uitgevoerd voor “waterkwaliteit”. Hiervoor was 24 uur per dag, 7 dagen per week een milieu-inspecteur bereikbaar. Deze neemt meldingen aan van ingelanden en vanuit de organisatie van incidenten, illegale activiteiten of ander bedreigingen voor de waterkwaliteit, watersysteem en waterkeringen. In totaal kwamen er 206 klachten bij ons binnen, waarvan er 126 betrekking hadden op de waterkwaliteit en 80 op keurzaken.
3
Deelnemende waterschappen: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR), Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard (HHSK), Hoogheemraadschap van Rijnland (HHR).
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
8
In onderstaande tabel zijn per onderwerp de meest voorkomende klachten weergegeven, met aantallen en soort klacht. onderwerp waterkwaliteit
aantal 126
oorzaken olieklachten afval in oppervlaktewater troebel water
aantal 27 19 11
waterkeringen 34
beweiding in strijd met keur werken zonder vergunning bouwwerken in kering / beschermingszone
25 4 3
watersysteem
34
dempingen werkzaamheden zonder vergunning
14 14
grondwater
12
onttrekken/lozen zonder melding/vergunning onttrekken/lozen in strijd met voorschiften
8 4
In het veld werden surveillances uitgevoerd om illegale situaties op te sporen. Voor gebieden, die vanaf de weg niet zichtbaar zijn werden er milieuvluchten uitgevoerd. Dit jaar zijn er 5 vluchten uitgevoerd. Hierbij zijn vele slootdempingen waargenomen, waarvan een 7-tal illegaal bleek te zijn, en 1 lozing van met meststoffen verontreinigd water. Deze zijn door de milieu-inspecteurs nader onderzocht en afgehandeld. Bij de klachten die in behandeling zijn genomen waren ook enkele langlopende zaken. Onenigheid tussen buren speelde hierbij meestal een rol. Deze zaken leiden vaak tot bezwaar en beroep. Ze vergden relatief veel tijd vanwege alle pogingen om te bemiddelen, maar ook administratief, omdat dit bij behandeling in beroep extra aandacht krijgt. In verband met de droogtecalamiteit in het voorjaar hebben wij extra toezicht uitgevoerd. Doordat de KWA-procedure in werking werd gezet was dit toezicht nodig, omdat dit leidde tot belemmering en het (tijdelijk) stilleggen van de pleziervaart op een aantal wateren. Bij de sluis in Bodegraven hielden de recreanten zich niet aan de veiligheidsregels en werden sluiswachters onheus bejegend. Door het extra toezicht werden verdere problemen hier voorkomen. Om voorbereid te zijn op calamiteiten werd het calamiteitenbestrijdingsplan “Waterkwaliteit” herzien. Daarvoor zijn er 2 sessies gehouden met ander afdelingen om de maatregelen en de werkwijze te verbeteren en af te stemmen. Verwacht werd dat het herziene plan begin 2012 zou worden vastgesteld 4 . De beleidsmedewerker handhaving neemt deel aan de werkgroep “calamiteitenbestrijding”. De wachtdienstmedewerkers namen, voor zover gevraagd, deel aan oefeningen en trainingen voor de calamiteitenbestrijding. 3.2 3.3
Toezicht en handhaving Waterwet-bedrijven Toezicht Wabo-bedrijven Het toezicht bij Waterwet-bedrijven en bij Wabo-bedrijven wordt hier gezamenlijk gerapporteerd, omdat in de registratie nog geen exacte scheiding is gerealiseerd. Hierdoor kunnen de gegevens betreffende het toezicht niet adequaat worden toegekend aan een van deze categorieën.
4
Het herziene plan is op 8 februari 2012 door het Directieteam vastgesteld.
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
9
De landelijke overheid gaat gestaag door met het proces van verschuiving van vergunningverlening naar algemene regels. Steeds meer bedrijven vallen, ook voor de lozingen, onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim). Op 1 juli 2011 is onder andere voor gemeentewerven, afvalbrengstations, afval verwerkende bedrijven en autodemontagebedrijven de vergunningplicht vervallen. Voor het beginnen van een nieuw bedrijf of het wijzigen van een bestaand bedrijf moet nu een melding worden gedaan. Hiermee is het vooraf overleggen en vooraf toetsen of aan de regels wordt voldaan vervangen door een controle achteraf. Dit levert voor handhaving extra werk op, waaraan ook hogere eisen worden gesteld. De werkwijze voor het toezicht houden bij Waterwet-bedrijven is hetzelfde als bij Wabobedrijven, zij het dat bij de laatste met het bevoegd gezag wordt afgestemd of de bezoeken gezamenlijke worden uitgevoerd, dan wel alleen door handhavers van het waterschap. Het verschil bij beide bezoeken is dat wij voor Waterwet-bedrijven bevoegd gezag zijn en zelf handhavingsmaatregelen opleggen, terwijl voor Wabo-bedrijven de gemeente of de provincie bevoegd gezag is. Wij geven dan een handhavingsadvies aan het bevoegd gezag, dat de maatregelen dan oplegt. Voor deze werkzaamheden hebben we een samenwerkingsovereenkomst afgesloten, die onlangs voor onbepaalde tijd is verlengd, in verband met de vorming van de RUD. Bij de evaluatie van deze overeenkomst is vastgesteld dat dit steeds in goed overleg is gegaan. Voor opvolging is er nog geen noodzaak geweest voor een officieel handhavingsverzoek, om de handhaving te bewerkstelligen. Wel is het zo dat het waterschap meer tijd kwijt is bij het overleg over de uit te voeren controles en ook moet investeren om de bezoeken gezamenlijk met het bevoegd gezag te regelen. De controles die zijn uitgevoerd volgens de probleemanalyse en samenwerkingsafspraken zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Bedrijven die afval bewerken of verwerken
Afvalstoffeninrichting: algemeen Afvalstoffeninrichting: autosloperij Afvalstoffeninrichting: baggerdepot Afvalstoffeninrichting: bouw-/sloop Afvalstoffeninrichting: gemeentewerf
21 bezoeken 7 bezoeken 1 bezoek 11 bezoeken 6 bezoeken
Metaalbewerkende bedrijven Oppervlaktebehandeling materialen
18 bezoeken
Voor het toezicht bij de rwzi’s is een toezichtplan opgesteld, waarbij de omvang van het toezicht mede afhankelijk is van de ligging, leeftijd, lozing en naleving van de rwzi. In het jaarplan 2012 wordt dit toezicht verder opgenomen en uitgewerkt. Dit jaar zijn er bij enkele rwzi’s de reguliere bedrijfscontroles uitgevoerd, zie onderstaande tabel. controle en naleving RWZI periode: 1-1-2011 tot 31-12-2011 aantal controles Resultaat: in orde - geen aanschrijving 4 Resultaat: niet-naleving voorschrift 0 totaal: 4
percentage
aantal bedrijven
percentage
100,00%
3
100%
0% 100,00%
0 3
0% 100,00%
In het vorige hoofdstuk was bij de samenwerking het toezicht bij jachthavens al genoemd. Onderwerp van toezicht was hier: de verkoop van niet toegelaten middelen in bootshops het gebruik van niet toegelaten middelen op boten het onjuist gebruik van toegelaten middelen op boten.
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
10
In 2011 zijn er projectmatig 26 locaties bezocht, waarbij bleek dat er op drie locaties antifoulings werden verkocht. Er was maar één bedrijf in orde, bij de andere twee bedrijven zijn 13 resp. 30 blikken met in totaal 48 liter aan verboden anti-foulings gevonden. Voor beide bedrijven is gezamenlijk met VROM Inspectie een boeterapport opgemaakt. De blikken met verboden anti-foulings zijn uit de handel genomen. Bij de bootverhuurbedrijven, scheepswerven en scheepsreparatiebedrijven is ook de voorraad gecontroleerd. Op twee oude, bijna lege blikken na, voldeden deze bedrijven aan de Wgb. De twee blikken werden door eigenaren direct afgevoerd. Bij deze bezoeken zijn tegelijk de innamepunten voor toiletwater van pleziervaartuigen geïnventariseerd. Meer hierover is vermeld in hoofdstuk 3.9. Tot slot een overzicht van het aantal uitgevoerde controles, het aantal bedrijven waarbij ze zijn uitgevoerd, en het naleefpercentage bij die controles. controle en naleving industriële bedrijven periode: 1-1-2011 tot 31-12-2011 aantal controles Resultaat: in orde - geen aanschrijving 104 Resultaat: niet-naleving voorschrift 24 totaal: 128
3.4
percentage
aantal percentage bedrijven
81,25%
80
81,63%
18,75% 100,00%
18 98
18,37% 100,00%
Toezicht en handhaving landbouwbedrijven Uit onderzoek is gebleken dat erfafspoeling een aanmerkelijke bijdrage levert in de verstoring van de nutriëntenhuishouding in oppervlaktewater. In de werkgroep landbouwemissies van de Unie, waarin ook de afdeling Planvorming en advies vertegenwoordigd is, zijn daarom proeven gedaan met een onderlaag voor voerkuilen. In ons gebied hebben verscheidene agrariërs hier aan meegewerkt. Met de uitkomsten van deze onderzoeken wordt door ons voorlichting gegeven bij de controles op de naleving van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderijen (Lotv). Tijdens het toezicht is geconstateerd dat in de glastuinbouw het aantal bedrijven afneemt. De emissies die uit deze bedrijven plaatsvinden worden geregistreerd bij de Uitvoeringsorganisatie glastuinbouw. Deze organisatie ontvangt via internet de gegevens van de registratie in opdracht van diverse bevoegde instanties. Ook de waterschappen zijn hierbij aangesloten. De bijdrage hiervoor wordt berekend naar het aantal bedrijven in het gebied. In 2011 konden wij voor het eerst zelf de geconstateerde daling van het aantal glastuinbouwbedrijven doorgeven. Voorheen moesten gemeenten deze wijzigingen doorgeven, wat niet altijd (direct) gebeurde. In hoofdstuk 2 kwam de samenwerking in het kader van “vernieuwing toezicht” al ter sprake. In het gebied van de milieudienst Midden-Holland werden veehouderijen bezocht, waarbij de controle werd uitgevoerd voor de MDMH, de NVWA en/of de betrokken waterschappen. Uit de bijgevoegde evaluatie de volgende gegevens: In 2011 zijn de 132 inspecties solo (door 1 organisatie) dan wel gezamenlijk (door 2 organisaties) uitgevoerd. 27 inspecties (20%) zijn gezamenlijk uitgevoerd. Op 8 bedrijven vonden geen bedrijfsmatige activiteiten meer plaats. Netto zijn er dus 124 inspecties uitgevoerd. De inspecties betroffen telkens geplande reguliere controles. De MDMH heeft 71 inspecties uitgevoerd, de NVWA 19, HDSR 13, HHSK 22 en HHR 7. Bij 108 bedrijven (87%) werden geen overtredingen aangetroffen. Bij 12 bedrijven (10%) werden overtredingen geconstateerd. De overtredingen hadden betrekking op onjuiste opslag van materiaal en afvalstoffen, dieseltanks, brandblussers, wasplaats, verontreiniging van oppervlaktewater en mestopslag. Daarnaast bleek dat
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
11
diverse bedrijven in omvang (aantallen dieren) waren toegenomen, zonder dat vergunningen waren aangepast of dat daarvoor een melding was gedaan. Bij 4 bedrijven (3%) werd geen controle voor de andere instanties uitgevoerd, omdat deze in de periode van 6 maanden daarvoor al een inspectie hadden uitgevoerd. Voor de overtredingen zijn door het betreffende bevoegd gezag termijnen gesteld om tot herstel/aanpassingen te komen. De hercontroles hebben niet geleid tot straf- of bestuursrechtelijke maatregelen. Verder voerde de NVWA dit jaar de controles in het kader van de cross-compliance alleen uit. Zij gaven ons bericht welke bedrijven waren bezocht. Naast deze controles zijn wij als waterschap verplicht om controles, die onder cross-compliance vallen, door te melden aan de NVWA. Nieuw hierbij is dat er een regeling is voor “niet naleving van gering belang”. In de waarschuwingsbrieven die zonodig worden verstuurd en waarop formeel gezien een doormelding moet plaatsvinden wordt een passage opgenomen en gemotiveerd, dat dit wordt beschouwd als een “niet-naleving van gering belang”, zodat de doormelding ervan geen consequentie heeft voor de inkomenssteun die een agrariër krijgt. Deze regeling is afgesproken met de minister van EL&I en de Europese Commissie. Dit jaar hebben wij geen doormeldingen hoeven doen. Tot slot een overzicht van het aantal uitgevoerde controles, het aantal bedrijven waarbij ze zijn uitgevoerd, en het naleefpercentage bij die controles. controle en naleving agrarische bedrijven periode: 1-1-2011 tot 31-12-2011 aantal controles Resultaat: in orde - geen aanschrijving 115 Resultaat: niet-naleving voorschrift 18 Totaal: 133
3.5
percentage
aantal percentage bedrijven
86,47%
110
90,91%
13,53% 100,00%
11 121
9,09% 100,00%
Keurzaken In 2011 zijn er voor de Keur 1062 aanvragen ingediend. Hiervan waren er 745 vergunningen en 317 meldingen conform de Algemene regels, waarbij bij de laatste moet worden voldaan aan de voorschriften van die algemene regels. Ook hier geldt dat de controle op de naleving hiervan een grotere inspanning van handhaving vergt. Bij het toezicht op de vergunningen en meldingen is begonnen met het inwerken van nieuwe collega’s. Onze vaste handhaver Keur vond in 2011 een andere werkkring. De daardoor ontstane vacature kon aan het eind van 2011 worden ingevuld. Als eerste is begonnen met controles op vergunningen met grote omvang en risico, alsmede afhandeling van klachten. De activiteiten zijn verder verdeeld in categorieën naar omvang en risico, om de prioritering vast te stellen. In 2012 zal een risico inventarisatie worden uitgevoerd, waarin dit wordt opgenomen. Verder zijn er in ons gebied een aantal grote infrastructurele werken. Hiervoor worden ook Keurvergunningen afgegeven, maar er is een aanmerkelijke samenloop met het Besluit bodemkwaliteit. Daarom is in 2011 een project gestart om het toezicht hierop goed en efficiënt te laten verlopen. In 2012 is de uitvoering hiervan in de jaarplanning opgenomen (zie hoofdstuk 3.7).
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
12
Tot slot een overzicht van het aantal uitgevoerde controles, het aantal locaties die zijn bezocht, en het naleefpercentage bij die controles. controle en naleving bij keurlocaties periode : 1-1-2011 tot 31-12-2011 aantal controles Resultaat: in orde - geen aanschrijving 63 Resultaat: niet-naleving voorschrift 3 totaal: 66
3.6
percentage
aantal locaties
percentage
95,45% 4,55% 100,00%
23 1 24
95,83% 4,17% 100,00%
Grondwater / bronneringen / saneringen Het toezicht op grondwateronttrekkingen vormde een grote toezichtlast, niet alleen door de grote aantallen, maar juist ook door de korte doorlooptijd, waardoor een snelle (re)actie noodzakelijk is bij de handhaving van deze vergunningen en meldingen. Er waren 264 aanvragen, waarvan 20 vergunningen en 244 meldingen. Omdat deze taak betrekkelijke nieuw is voor het waterschap hadden wij hierbij 0,5 fte hoogwaardige specialistische ondersteuning. Ook hier werd een systematiek ontwikkeld met 3 categorieën om de inzet te regelen, waarbij de onttrekkingen in de zwaarste categorie intensief worden bezocht en gemonitord vanwege het grote invloedsgebied en het risico op schade bij derden. Aan het einde van 2011 is een begin gemaakt met een evaluatie voor de afdeling Vergunningverlening en handhaving over de uitvoering van de grondwatertaak. Hierbij is vastgesteld dat er een aantal verbeterpunten zijn op het gebied van formatie en kennis. In 2012 wordt dit verder uitgewerkt en opgepakt in een organisatiebrede evaluatie van deze grondwatertaken. Op 1 juli 2011 is ook het Besluit lozen buiten inrichtingen (Blbi) in werking getreden. In dit besluit worden veel lozingen op oppervlaktewater gereguleerd, die niet van bedrijven afkomstig zijn. Ook het lozen van grondwater, dat bij bronneringen wordt opgepompt, valt nu hieronder. Het Besluit Bronbemalingen en open bemalingen van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden van 21 december 2005, dat tot nu toe deze lozingen regelde, kon dus vervallen. De regels hierin zijn nu gelijk aan de regels die ook voor lozingen vanuit bedrijven worden gesteld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen. Bij het toezicht werd geconstateerd dat er regelmatig grondwater op de het vuilwaterriool werd geloosd. Volgens de voorschriften mag dit slechts als andere opties (retourbemaling, lozen op oppervlaktewater of op hemelwaterriool) niet mogelijk zijn. Hiervoor moeten door de betreffende gemeente dan voorschriften aan worden verbonden (maatwerkvoorschriften). Veelal gebeurde dit niet. Hierdoor werd veel “schoon water” naar de rwzi afgevoerd, met nadelige gevolgen voor de werking van de zuivering. Ook werd geconstateerd dat hierdoor bij heftige regenval veel eerder een overstort van rioolwater naar oppervlaktewater plaatsvond. Om dit te voorkomen hebben we, in samenwerking met andere afdelingen, besprekingen met gemeenten gevoerd om deze lozing op de riolering tot een minimum te beperken. De extra toezichtlast, die aan de grondwateronttrekkingen besteed moest worden, is ten koste gegaan van toezicht op Keurzaken en het toezicht bij agrarische bedrijven. Met de aanbevelingen vanuit de evaluatie, de prioritering van de inzet en de uitvoering van een nieuwe probleemanalyse hopen we hierin een beter evenwicht aan te brengen.
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
13
Tot slot een overzicht van het aantal uitgevoerde controles, het aantal locaties die zijn bezocht, en het naleefpercentage bij die controles. controle en naleving grondwater periode: 1-1-2011 tot 31-12-2011 aantal aantal percentage locaties controles Resultaat: in orde - geen aanschrijving 638 Resultaat: niet-naleving voorschrift 75 totaal: 713
3.7
89,48% 10,52% 100,00%
393 38 431
percentage 91,18% 8,82% 100,00%
Besluit bodemkwaliteit en overige lozingen In het handhavingsuitvoeringsprogramma 2011 is het Besluit Bodemkwaliteit (Bbk) in een afzonderlijk hoofdstuk opgenomen. Bij deze rapportage is dit vanwege het in werking treden van het Besluit lozen buiten inrichtingen op 1 juli 2011 uitgebreid tot alle lozingen die niet vanuit een bedrijf plaatsvinden. Hieronder vallen namelijk ook werkzaamheden aan vaste objecten (bruggen, sluizen, kades, enz.) en baggeractiviteiten, waardoor er veel samenloop is met de regels uit het Bbk. Het Blbi geeft regels voor lozingen bij o.a. grondwateronttrekkingen, afvloeiend hemelwater, huishoudelijk afvalwater, toiletwater vanaf pleziervaartuigen, werkzaamheden aan vaste objecten, wasplaatsen (anders dan bij een bedrijf), riooloverstorten uit het gemeentelijk rioolstelsel, baggerwerk en sanering van de waterbodem, reiniging van leidingen drinkwatertransport, zandtransport via leidingen, calamiteitenoefeningen en individuele asverstrooiing. Voor al deze lozingen worden een aantal voorschriften gegeven en er is altijd een zorgplicht om verontreinigingen zoveel mogelijk te voorkomen. Voor baggerwerkzaamheden, ingrepen in (verontreinigde) waterbodem en het toepassen van grond en baggerspecie is bij het toezicht gebleken dat er behoefte is aan een nadere beschrijving van deze zorgplicht. In 2012 wordt hiervoor een interne beschrijving opgesteld, waarin is opgenomen op welke wijze deze zorgplicht zal worden beoordeeld. Ook in 2011 waren er bij het toezicht op de naleving van de voorschriften uit het Bbk een groot aantal omvangrijke projecten, die opgestart en uitgevoerd werden in ons werkgebied. Het gaat dan om verbreding van snelwegen (A2, A12, A27 en A28) en spoorwegen (Utrecht Houten) en ook nog steeds de twee Vinexlocaties Houten en Leidsche Rijn. Bij de uitvoering van de verbreding A12 zijn de eerste controles uitgevoerd, waarbij telkens een samenloop bleek van werkzaamheden: toepassing grond en baggerspecie, werken in verontreinigde waterbodem, grondwateronttrekkingen, dempen en graven van watergangen, enz. Onder de werking van de Crisis- en herstelwet, Tracéwet en de Spoedwet wegverbreding staan deze werkzaamheden onder een grote tijdsdruk, waardoor uitvoering zonder melding, zonder vergunning of in strijd met de voorschriften op de loer ligt. Extra toezicht is hierbij noodzakelijk. Om dit in goede banen te leiden is overleg opgestart met uitvoerders en andere betrokkenen (o.a. Rijkswaterstaat, aannemers Poort van Bunnik). Ook hebben we in 2011 een plan opgesteld om hier projectmatig toezicht te gaan doen. In 2012 wordt hiervoor een eerste pilot gedaan, waarna dit verder kan worden uitgebreid als het aan de verwachtingen voldoet.
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
14
Een apart onderdeel bij het Bbk is het toezicht op de verondieping van de Hogekampse plas. Hier worden grote partijen grond en baggerspecie toegepast voor die verondieping, die tot een vergroting van de natuurwaarde van de plas moet leiden. Hierbij de gegevens van dit toezicht: toezicht Hogekampse plas 2011 ingekomen meldingen (herkomst + kwaliteit grond/bagger) aantal controles op stortactiviteiten bemonstering en analyse aan te leveren partij bemonstering en analyse oppervlaktewater gestorte hoeveelheden grond en baggerspecie
baggerspecie grond
89
29 60
38 1 1 297.838 m3
Alle aangeleverde grond is afkomstig uit de gemeente Utrecht. In 2011 was van alle aangeleverde baggerspecie 125.184 m3 uit ons eigen gebied afkomstig, van werkzaamheden die door het waterschap zijn uitgevoerd. Tot slot een overzicht van het aantal uitgevoerde controles, het aantal locaties die zijn bezocht, en het naleefpercentage bij die controles. controle en naleving overige lozingen periode: 1-1-2011 tot 31-12-2011 aantal controles Resultaat: in orde - geen aanschrijving 10 Resultaat: niet-naleving voorschrift 0 totaal: 10
3.8
percentag aantal e locaties
Percentage
100%
7
100%
0% 100,00%
0 7
0% 100,00%
Heffingen Bij meet- en tabelbedrijven zijn de volgende controles uitgevoerd: - 35 (contra)bemonsteringen en analyses bij de door bedrijven zelf uitgevoerde meetweken. - 89 contra-analyses bij de grote meetbedrijven die dagelijks meten en bemonsteren. In beide categorieën zijn geen normoverschrijdingen geconstateerd. Voor deze controles is er nieuwe bemonsteringsapparatuur aangeschaft om extra vervuilingseenheden te kunnen opsporen, vooral bij tabelbedrijven. Enkele bijzonderheden in 2011: - Een onderzoek voor de milieuvergunning bij een groot bedrijf op Lage Weide in Utrecht resulteerde in 700 extra vervuilingseenheden in 2010 en 2011. Er wordt namelijk niet geloosd op Rijkswater zoals werd verondersteld, maar op de riolering. - Het afvalwater van een zuivelproducent (desserts) in Benschop zorgt voor rioolproblemen door enerzijds een verdubbeling van het lozingsdebiet (en dus ook de vervuilingswaarde) en anderzijds door een te hoge zuurgraad. Samen met de gemeente Lopik wordt momenteel nog naar een oplossing gezocht voor deze problemen. - Een kleine slachterij (tabelbedrijf) in Woerden blijkt al jaren destructiebloed te lozen zonder dat daarvoor is betaald. In 2012 zal deze lozing worden beëindigd. Bemonsteringen in 2012 moeten nog aantonen wat de werkelijke vervuilingswaarde is. - In Wijk bij Duurstede is na onderzoek bij een meetbedrijf gebleken dat jarenlang slechts een deel van de afvalwaterstroom is gemeten en bemonsterd. Eindelijk kan nu
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
15
- Bij een ziekenhuis op de Uithof was de debietmeting niet correct. Ondanks meerdere kalibraties door de leverancier van de meter is uit onderzoek door een extern bureau toch gebleken dat er in werkelijkheid bijna twee keer zoveel afvalwater wordt geloosd (maar liefst 100.000 m³). De aanslagen zijn hiervoor al gecorrigeerd. Dit heeft 1500 extra vervuilingseenheden opgeleverd (€ 80.000). 3.9
Vaarwegbeheer Voor 2011 was er nog geen structureel toezicht ingepland voor vaarwegbeheer. Inmiddels zijn er voor het varen op een gedeelte van de Kromme Rijn regels gesteld, en er zijn inmiddels 2 vergunning- of gedoogbeschikkingen afgegeven, ter regulering van de bestaande situatie sinds de overdracht door de Provincie. Ook zijn er 13 ééndaagse tickets afgegeven voor bijzondere gebeurtenissen. Incidenteel is er toezicht geweest op het naleven van de regels hierbij, wanneer klachten hiertoe aanleiding geven. Een aantal keren is er contact geweest met de toezichthouder van het Utrechts Landschap, die ook in die regio met toezichthoudende taken is belast. Daarnaast is, zoals eerder vermeld, ook toezicht gehouden tijdens vaarbeperkingen, die vanwege de werking van de Kleinschalige Wateraanvoervoorziening waren ingesteld (hoofdstuk 3.1). Bij het uitvoeren van toezicht ingevolge het vaarwegbeheer kan ook het lozen van toiletwater van pleziervaartuigen worden meegenomen, hoewel deze lozing is geregeld in het Besluit lozen buiten inrichtingen (hoofdstuk 3.7). Vooruitlopend op structureel toezicht is in 2011 geïnventariseerd hoe het is gesteld met innamevoorzieningen van toiletwater bij jachthavens, gelijktijdig met het toezicht op de anti-foulings (hoofdstuk 3.2 en 3.3). De innamevoorziening is verplicht voor jachthavens met meer dan 50 ligplaatsen. In ons gebied zijn er 4 jachthavens met deze voorziening, terwijl 3 jachthavens opgeven exact 50 ligplaatsen te hebben. Buitendijks zijn er 5 jachthavens, waarvoor Rijkswaterstaat bevoegd gezag is. Hiervan heeft er 1 een innamevoorziening, 2 jachthavens zouden deze moeten hebben en 2 jachthavens geven aan 50 ligplaatsen te hebben. Daarnaast is geconstateerd dat er nog een groot aantal schepen (particuliere plezierjachten en jachten van verhuurbedrijven) geen opvangvoorziening voor toiletwater aan boord hebben. Het toezicht op het lozen wordt bemoeilijkt doordat niet het ontbreken van de voorziening als voorschrift is gesteld, maar dat het daadwerkelijk lozen van toiletwater niet is toegestaan. De uitgevoerde controles, die verband houden met het vaarwegbeheer, zijn in hoofdstuk 3.1 opgenomen, als onderdeel van de behandelde klachten.
3.10
Schouw Een bijzonder aandachtsgebied binnen Toezicht en Handhaving is de schouw. Schouw is controle aan de onderhoudstoestand van waterstaatswerken (watergangen- en keringenstelsel), om daarmee te constateren of het onderhoud door de onderhoudsplichtigen voldoende is uitgevoerd. In 2011 is de Najaarschouw 2010 afgerond. Dat jaar kende een relatief nat najaar en een late oogst. De schouw in 2010 leidde tot 760 aanschrijvingen. Bij de herschouw begin 2011 bleek in 80 gevallen dat het onderhoud nog steeds niet (voldoende) was uitgevoerd en is een aankondiging bestuursdwang verzonden. Bij de 2e herschouw (voor de uitvoering bestuursdwang) zijn de 2 laatste nalatigheden opgelost, zonder tot bestuursdwang over te hoeven gaan. In 2011 is geen diepte-/profielschouw tot afronding gekomen.
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
16
4.
Doelstelling en conclusie. In de begroting 2011 van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur op 23 november 2010 zijn doelstellingen opgenomen. In de onderstaande tabel zijn daarachter de resultaten voor 2011 vermeld. Maatregel
Prestatie-indicator / afspraak
Handhaving en naleefgedrag op orde
Beëindigen geconstateerde illegale lozingen Naleefgedrag bedrijven Waterwet (vergunning en Barim) Naleefgedrag agrarische bedrijven Naleefgedrag rwzi's Naleefgedrag grondwater onttrekkingen en lozingen
Norm 2011
Resultaat 2011
100%
100%
90%
82%
90% 90%
87% 100%
60%
90%
Het percentage van 90% naleving bij grondwateronttrekkingen betreft bedrijven, die na in de gelegenheid te zijn gesteld om alsnog aan de voorschriften te voldoen, nog steeds onvoldoende maatregelen daarvoor hadden genomen. Uit de evaluatie is gebleken dat er veel toezicht nodig is om te bereiken dat het onttrekken van grondwater volgens de regels word uitgevoerd. Exacte gegevens hierover zijn niet vastgelegd, maar geschat wordt dat meer dan 50% van de grondwateronttrekkingen bij het eerste bezoek niet aan de voorschriften voldoet. Bij kleine afwijkingen worden dan mondelinge afspraken gemaakt. De hercontrole hiervan vindt op korte termijn plaats. Wanneer dan wordt voldaan aan de gemaakte afspraken, wordt dit niet als “niet-naleving” in de registratie opgenomen, hoewel de eerste controle feitelijk wel een “niet-naleving” opleverde. Bij de overige indicatoren ligt het naleefpercentage iets lager dan de gestelde norm. Dit lagere percentage is verklaarbaar en was ook enigszins verwacht, omdat het toezicht steeds meer risicogestuurd is uitgevoerd.
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
17
Lijst met afkortingen:
Barim
=
Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer
Bbk
=
Besluit bodemkwaliteit
Blbi
=
Besluit lozen buiten inrichtingen
Boa
=
Buitengewoon opsporingsambtenaar
Brzo
=
Besluit risico’s zware ongevallen 1999
Gltb
=
Besluit glastuinbouw
HDSR
=
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
HHR
=
Hoogheemraadschap van Rijnland
HHSK
=
Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard
Ippc
=
Integrated Pollution Prevention and Control (Geïntegreerde preventie en bestrijding van milieuverontreiniging)
KWA
=
Kleinschalige Wateraanvoervoorziening
LOM
=
Landelijk overleg milieuhandhaving
Lotv
=
Lozingenbesluit open teelt en veehouderijen
MDMH
=
Milieudienst Midden-Holland
Ministerie EL&I
=
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
NVWA
=
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
Prtr
=
Pollutant Release and Transfer Register (Register uitstoot en overbrenging van verontreinigde stoffen)
Rud
=
Regionale uitvoeringsdienst
Rud-brzo
=
Regionale uitvoeringsdienst, belast met Brzo-taken
Rwzi
=
Rioolwaterzuiveringsinstallatie
VROM-inspectie
=
Inspectie volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu
Wabo
=
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Wgb
=
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Jaaroverzicht handhaving 2011 (DM 518431)
18