VOORSTEL
OPSCHRIFT Vergadering van 1 september 2015 Besluit nummer: 2015_BW_00666 Onderwerp: beslissing op bezwaar omgevingsvergunning Akervoorderlaan 40 - Besluitvormend Beknopte samenvatting: Het bezwaarschrift van Berbee Beheer b.v. tegen de omgevingsvergunning voor het uitbreiden van de bedrijfsruimte aan de Akervoorderlaan 40 gedeeltelijk gegrond te verklaren en het besluit onder het aanvullen van gronden in navolging van het advies van de Commissie Bezwaarschriften en Klachten in stand te laten. Het verzoek tot vergoeding van kosten voor juridische bijstand af te wijzen. Bevoegd portefeuillehouder: Bas Brekelmans
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
AANHEF Bijgevoegde bijlage(n): Advies maak deel uit van het besluit Pro forma bezwaarschrift (informatief) Aanvullende gronden bezwaar (informatief) omgevingsvergunning met bijlagen (informatief) conceptbrief beslissing op bezwaar concept reactie omwonenden (informatief)
MOTIVERING Aanleiding en context: De gemeente heeft op 11 maart 2015 een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van een bedrijfsruimte aan de Akervoorderlaan 40 in Voorhout. Tegen dit besluit is bezwaar gemaakt door Berbee Beheer bv. De bezwaarmaker is op 7 juli 2015 gehoord door de Commissie Bezwaarschriften en Klachten (commissie BK). De commissie BK heeft op 22 juli 2015 een advies gegeven. Beoogd resultaat: Het beoogd resultaat is een besluit dat voldoet aan de wetgeving. Argumentatie: 1.1 de bezwaarmaker is belanghebbende
p 1 van 21
Berbee Beheer bv in gevestigd aan de Middenweg 13 in Lisse maar is eigenaar van gronden gelegen aan de Akervoorderlaan, die op een afstand liggen van circa 100 meter van het te bebouwen perceel. Op die gronden wil Berbee woningbouwkavels realiseren. 1.2 het bezwaar voldoet aan de vormvereisten Het bezwaarschrift is binnen de bezwaartermijn ingediend en voldoet, na aanvulling, aan de vormvereisten uit de Algemene wet bestuursrecht. 2.1 De afwijking van artikel 5.2.2. sub b is onvoldoende gemotiveerd De bezwaarmaker voert aan dat de vergunning is afgegeven in strijd met artikel 5.3.1 aanhef en onder b van de bestemmingsplanvoorschriften, omdat geen vrijstelling van het bepaalde in artikel 5.2.2. van de bestemmingsplanvoorschriften is verleend Op grond van artikel 5.2.2 sub b van het plan mag de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen maximaal 300 m² bedragen, met dien verstande dat het is toegestaan deze oppervlakte te vermeerderen met 10% (artikel 5.2.2, sub b1). Het bouwplan voorziet in het vergroten van de bestaande oppervlakte (391m2) van het bedrijfsgebouw naar 1136 m2. Hiervoor is nodig dat van het bestemmingsplan wordt afgeweken. De mogelijkheid hiervoor is opgenomen in artikel 5,3.1 onder b van het bestemmingsplan. In het besluit tot het verlenen van de omgevingsvergunning ontbreekt een expliciete verwijzing naar artikel 5.3.1 onder b. Dit zal alsnog moeten gebeuren. Tevens zal hierbij aandacht moeten bestaan voor de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden en of deze belangen niet onevenredig worden geschaad (artikel 5.3.1onder b2). Het door de agrarisch deskundige uitgebrachte advies, dat is voorgeschreven op grond van artikel 5.3.2, gaat ook in op de vergroting van de oppervlakte van het gebouw. Het bezwaar wordt gegrond geacht. 3.1 watercompensatie en een overeenkomst met GOM zijn geen weigeringsgronden De bezwaarmaker voert aan dan voor het bouwplan geen watercompensatie heeft plaats gevonden en er ontbreekt een met de Greenportontwikkelingsmaatschappij (GOM) gesloten overeenkomst die toelaat dat de bewuste gronden mogen worden bebouwd. Het bezwaar over het ontbreken van watercompensatie en het ontbreken van een overeenkomst met de GOM hebben betrekking op het bouwplan als zodanig. In artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo zijn limitatief de gronden opgenomen om een gevraagde vergunning te weigeren. Het niet voorzien in het realiseren van compenserend water en het niet aangaan van een overeenkomst met de GOM zijn geen weigeringsgronden voor het afgeven van de omgevingsyergunning, zodat hiermee terecht geen rekening is gehouden. Deze bezwaren worden ongegrond geacht. Het bestemmingsplan waaraan het bouwplan is getoetst is in 2005 in werking getreden. De GOM is opgericht in 2008 zodat de GOM bij het realiseren van bouwplannen die dit bestemmingsplan toelaat, geen rol speelt. De bezwaren worden ongegrond geacht. 3.2 De afwijking van het bouwvlak is voldoende duidelijk en er is geen onevenredige aantasting van de belangen van bezwaarmaker De bezwaarmaker voert aan dat het niet controleerbaar is of het bouwplan binnen de afmetingen blijft die het bestemmingsplan toelaat om af te wijken van de bestemming en dat zijn belangen door de vergunningverlening onevenredig worden geschaad.
p 2 van 21
Uit de verleende vergunning blijkt voldoende duidelijk op welke manier de grens van het bouwperceel wordt overschreden. De grens wordt overschreden aan de zijde van het bouwperceel waar de indicatieve bouwgrens is aangegeven. De oppervlakte van de overschrijding beslaat 49,8 m2. Aan de criteria opgenomen in het plan om de (bouw)grens van het agrarisch bouwperceel te overschrijden wordt derhalve voldaan. De Commissie BK ziet niet in dat sprake kan zijn van een onevenredige aantasting van de belangen van reclamante, gelet op de afstand tussen de locatie waar het bouwplan wordt verwezenlijkt en de gronden van reclamante. De bebouwing die de bouwperceelsgrens overschrijdt zal voorts niet leiden tot een verandering van de zichtlijnen vanaf het perceel van reclamante. Het bezwaar wordt ongegrond geacht. 3.3 Er is geen vergunning aangevraagd of verleend voor de door de bezwaarmaker genoemde activiteiten De bezwaarmaker wijst op de opslag van materialen en gebruik van de bedrijfsruimte in afwijking van het bestemmingsplan. De genoemde opslag en het genoemde gebruik maakt geen deel uit van de aanvraag en er is ook geen vergunning voor verleend. Het is daarom terecht dat in de verleende vergunning geen aandacht bestaat voor het realiseren van opslagruimte of regels over het gebruik van de bedrijfsruimte. Als in de toekomst het gebouw wordt gebruikt in strijd met het bestemmingsplan, zal hiervoor bij de gemeente een handhavingsverzoek kunnen worden ingediend. De bezwaren worden ongegrond geacht. 3.4 Er is niet gebleken dat de breedte van de ontsluitingsweg ontoereikend is Aan de vergunning is een voorschrift verbonden over de toegangsweg naar het gebouw. Deze toegangsweg is minimaal noodzakelijk voor de hulpdiensten. Het bedrijf is een bollenkwekerij en geen handels- of exportbedrijf. Gelet op de omvang en de soort van het bedrijf is het niet redelijk een grotere toegangsweg te eisen. Het is niet gebleken dat de uitrit en de breedte van de ontsluitingsweg niet toereikend is voor het transport van de gekweekte bollen. Het bezwaar wordt ongegerond geacht. 4.1 De uitbreiding van de bedrijfsruimte blijft binnen de kaders van de afwijkingsmogelijkheid De gezamenlijke oppervlakte aan bedrijfsgebouwen van ca. 1110 m² blijft binnen de 250 m² per hectare in gebruik zijnde bollengrond en blijft minder dan 3000 m². 4.2 De agrarisch deskundige adviseert positief Op 20 januari 2015 heeft de agrarisch deskundige, Adviesbureau Clevin, positief geadviseerd. De adviseur heeft de in artikel 5.3.2 genoemde aspecten bij het advies betrokken. 4.3 de belangen van de direct naastgelegen woning worden niet onevenredig geschaad Door het bouwplan zal het uitzicht van de naastgelegen woning Torenlaan 38 verminderen. Wij zijn echter van oordeel dat dit niet onevenredig is, omdat het bouwplan ten noordoosten van de woning is gesitueerd zodat er nauwelijks vermindering van de bezonning zal ontstaan; het bouwplan het uitzicht naar de zijkant belemmert maar dat uitzicht naar de voorkant en de achterkant mogelijk blijft; het ook mogelijk is een bedrijfsgebouw dat zonder meer in het bestemmingsplan past binnen het bouwvlak pal naast de woning te bouwen. 4.4 de belangen van de overige omliggende percelen worden niet onevenredig geschaad Het bouwplan zal ook in beperkte mate het uitzicht van andere omliggende percelen
p 3 van 21
verminderen. Deze percelen liggen echter op grotere afstand. Door de situering aansluitend aan de bebouwing aan de Torenlaan blijft de vermindering van het uitzicht beperkt. Daarnaast maakt ook de mogelijkheid een bedrijfsgebouw dat zonder meer in het bestemmingsplan past binnen het bouwvlak te bouwen dat de belangen van de omliggende percelen niet onevenredig worden geschaad. 4.5 het nieuwe bestemmingsplan 'Buitengebied Teylingen' laat het bouwplan zonder meer toe Het op 30 april 2015 vastgestelde nieuwe bestemmingsplan 'Buitengebied Teylingen' geeft aan dat er 250 m² bedrijfsgebouwen mag worden gebouwd per hectare duurzaam in gebruik zijnde teeltgrond. Hiervoor is dan niet langer een vrijstelling/afwijking van het bestemmingsplan nodig. Het nieuwe bestemmingsplan is nog niet in werking getreden maar hierop kan worden geanticipeerd. 5.1 De situatie waarbij volgens de Awb kosten moeten worden vergoed doet zich niet voor Volgens artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moeten kosten worden vergoed als het besluit moet worden herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Nu het besluit niet wordt herroepen maar alleen de gronden van het besluit worden aangevuld is er geen recht op kostenvergoeding Kanttekening: Enkele andere omwonenden hebben na dat de bezwaartermijn was verlopen alsnog aangegeven dat zij ongelukkig zijn met dit bouwplan. Zij zijn zich er van bewust dat zij te laat zijn om zelf bezwaar te kunnen maken maar willen het liggende bezwaar ondersteunen. Zij hebben raadsleden benaderd en de publiciteit gezocht. De daaruit voortgekomen raadsvragen en vragen van de pers zijn inmiddels beantwoord. Hoewel deze omwonenden formeel geen partij zijn in het bezwaar zijn hun belangen wel afgewogen bij de aanvullende gronden van het besluit. Als bijlage is een brief bijgevoegd ter beantwoording van van de reactie van de andere omwonenden. Aanpak / uitvoering: Na besluitvorming zal de bijgaande conceptbrief aan de bezwaarmaker worden verzonden met een afschrift aan de vergunninghouder. Participatie niveau: Geen rol Duiding participatie niveau: n.v.t. Duurzaamheid: n.v.t.
Beslist het volgende:
VOORSTEL Besluitpunt 1: Het bezwaarschrift ontvankelijk te verklaren
p 4 van 21
Besluitpunt 2: Het bezwaar met betrekking tot het ontbreken van een verwijzing naar artikel 5.3.1 sub b van de bestemmingsplanvoorschriften gegrond te verklaren. Besluitpunt 3: Het bezwaar voor het overige ongegrond te verklaren. Besluitpunt 4: Het besluit onder het aanvullen van gronden in stand te laten. Besluitpunt 5: Het verzoek tot het vergoeden van kosten af te wijzen.
BIJKOMENDE INFO BIJ HET BESLUIT Gemeentewinkel — Vergunningen Financiële consequenties: geen
BIJLAGEN DIE INTEGRAAL DEEL UITMAKEN VAN HET BESLUIT Advies maak deel uit van het besluit conceptbrief beslissing op bezwaar
p 5 van 21
Advies maak deel uit van het besluit
COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN EN KLACHTEN Advies van de Commissie Bezwaarschriften en Klachten d.d.22 juli 2 0 1 5 . 1.
Onderwerp
Op 20 april 2015 is een bezwaarschrift ontvangen van Achmea Rechtsbijstand, Postbus 4116, 7320 AC te Apeldoorn. Het bezwaarschrift is ingediend namens Berbee Beheer b.v., gevestigd aan de Middenweg 13, 2161 LR te Lisse (hierna: reclamante). Het bezwaarschrift is gericht tegen het besluit van burgemeester en wethouders van Teylingen d.d. 11 maart 2015 waarbij een omgevingsvergunning voor het uitbreiden van de bedrijfsruimte, gevestigd aan de Akervoorderlaan 40, 2215 SC te Voorhout is verleend. Tijdens een op 7 juli 2015 gehouden zitting heeft de Commissie Bezwaarschriften en Klachten (hierna te noemen: Commissie BK) partijen in de gelegenheid gesteld te worden gehoord over de ontvankelijkheid en de Inhoud van de bezwaren, van welke gelegenheid reclamante gebruik heeft gemaakt. Het verslag van de hoorzitting is aan dit advies gehecht.
2.
Feiten
Op 8 december 2014 is door bouwkundig bureau Niels van Gent, Kruidenschans 209, 2215 TW Voorhout een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het uitbreiden van de bedrijfsruimte aan de Akervoorderlaan 40, 2215 SC Voorhout. Op 17 december 2014 wordt in de gemeenteberichten Teylingen bekend gemaakt dat op 8 december 2014 de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het uitbreiden van de bedrijfsruimte aan de Akervoorderlaan 40, 2215 SC Voorhout is ontvangen. Op 22 december 2014 wordt over het bouwplan een positief welstandsadvies ontvangen van de Stichting Dorp, Stad en land. Postbus 29129, 3001 GC Rotterdam. Op 16 januari 2015 wordt namens burgemeester en wethouders van Teylingen aan Bouwkundig bureau Niels van Gent gemeld dat er bij de aanvraag gegevens ontbreken, zodat wordt gevraagd om binnen 6 weken de ontbrekende gegevens in te dienen. Op 21 januari 2015 wordt over het bouwplan een advies ontvangen van de agrarisch deskundige, Adviesbureau Clevin, Anthony Fokkerlaan 2, 2171 RA Sassenheim. Op 26 februari 2015 wordt van de brandweer Hollands Midden, Postbus 1123, 2302 BC Lelden een advies over het bouwplan ontvangen. Op 6 maart 2015 wordt van de Omgevingsdienst West-Holland, Postbus 159, 2300 AD Lelden een advies ontvangen met betrekking tot de bodemkwaliteit van het te bebouwen perceel. Op 18 maart 2015 wordt in de gemeenteberichten Teylingen bekend gemaakt dat op 11 maart 2015 de gevraagde vergunning is verleend. Op 20 april 2015 wordt door Achmea Rechtsbijstand, Postbus 4116, 7320 AC Apeldoorn namens Berbee Beheer b.v., gevestigd aan de Middenweg 13, 2161 LR Lisse bezwaar gemaakt tegen de verleende omgevingsvergunning. Op 8 mei 2015 worden van reclamante (aanvullende) gronden van bezwaar ontvangen .
3.
Ontvankelijkheid
Het bezwaarschrift is gericht tegen een besluit als bedoeld In de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Tijdens de hoorzitting Is vastgesteld dat Achmea Rechtsbijstand het bezwaarschrift heeft ingediend namens Berbee Beheer b.v., gevestigd aan de Middenweg 13, 2161 LR Lisse en dat de op 8 mei 2015 ontvangen aanvullende gronden mede namens haar zijn indiend. Genoemde vennootschap is eigenaar van gronden gelegen aan de Akervoorderlaan, die op een afstand liggen
p 6 van 21
van circa 100 meter van het te bebouwen perceel. Reclamante wenst haar gronden te transformeren tot woningbouwkavels. Aangenomen kan worden dat reclamante rechtstreeks 'in haar belang is getroffen door het besluit van 11 maart 2015 om een omgevingsvergunning te verlenen. Bovendien is het bezwaarschrift ingediend binnen de irl de Awb genoemde termijn, zodat reclamante in haar bezwaar ontvankelijk kan worden verklaard.
4.
Bezwaren
De bezwaren van reclamante kunnen als volgt worden omschreven, c.q. samengevat. 1. 2.
Voor het bouwplan heeft geen watercompensatie plaats gevonden; Het bouwplan komt gedeeltelijk buiten het bou|wvlak, wat in strijd is met het bestemmingsplan. Uit de vergunning blijkt niet met hoeveel meter het bouwperceel wordt overschreden en wat de oppervlakte van de be'drijfsruimte zal zijn buiten het bouwperceel. Hierdoor is niet controleerbaar of het bouwplan binnen de afmetingen blijft die het bestemmingsplan toelaat om af te wijken van cle bestemming. 3. Er is onvoldoende ruimte voor opslag. Hier is in de vergunning geen rekening mee gehouden. 4. Er ontbreekt een met de Greenportontwikkelingsmaatschappij (GOM) gesloten overeenkomst die toelaat dat de bewuste gronden mogen worden bebouwd. 5. De vergunning Is afgegeven in strijd met artikel 5.3.1 aanhef en onder a4 van de bestemmingsplanvoorschriften. Het gevolg hiervan is dat de belangen van reclamant door de vergunningverlening onevenredig worden geschaad. 6. De vergunning Is afgegeven In strijd met artikel 5.3.1 aanhef en onder b van de bestemmingsplanvoorschriften, omdat geen vrijstelling van het bepaalde In artikel 5.2.2. van de bestemmingsplanvoorschriften is verleend. 7. Het voorschrift dat voorziet in de aanleg van een verharde toegangsweg met een breedte van 3.25 meter, die geschikt is voor een motorvoertuig met een massa van 14.600 kg is onvoldoende voor grote vrachtauto's met een bruto gewicht van + / - 40.000 kg. De uitrit op de openbare weg Is ontoereikend en er bestaat risico voor schade aan eigendommen aan omwonenden. Vrachtauto's met een lengte van + / - 15 meter lang kunnen geen bocht maken op de toegangsweg. 8. Over het gebruik van de bedrijfsruimte zijn ten onrechte geen voorschriften In de vergunning opgenomen. 9. In de vergunning zijn ten onrechte geen voorschriften opgenomen over de opslag van restmaterialen. Er dient een locatie te worden aangewezen waar de restmaterialen worden opgeslagen, bulten het zicht vanaf het perceel van reclamante. Van de opslagplaats dient geen hinder te worden ondervonden. 5.
Beoordeling van de bezwaren
De regeling Van kracht is het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2004. De te bebouwen gronden hebben de bestemming Boiiengebied. Het voor deze bestemming [geldende voorschrift is opgenomen In artikel 5 van het plan. Het bouwplan Is in strijd met artikel 5.2.2, onder a, van de planvoorschriften, omdat het bouwplan gedeeltelijk buiten het bouwperceel is geprojecteerd. Een mogelijkheid om hiervan af te wijken is opgenomen in artikel 5.3.1, onder a van het bestemmingsplan. De andere strijdigheid met het bestemmingsplan is de vergroting van de bedrijfsruimte van 391 m2 tot 1136 m2. Op grond van artikel 5.2.2, onder b mag de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen maximaal 300 m2 bedragen, met dien verstande dat een bestaande gezamenlijke oppervlakte van 300 m2 nog mag worden uitgebreid met 10 %. Van dit bebouwingsvoorschrift kan worden afgeweken op grond van artikel 5.3.1, onder b. In artikel 2.10, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Is bepaald dat een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld In artikel 2 . 1 , eerste lid, onder a van de Wabo (oprichten van een bouwwerk), alleen mag en moet worden geweigerd indien sprake is van een van de daar gegeven weigeringsgronden. De hier bedoelde weigeringsgronden hebben betrekking op strijd met: 1. het Bouwbesluit; 2. gemeentelijke bouwverordening; 3. bestemmingsplan, beheersverordening of het exploitatieplan;
p 7 van 21
4. eisen van welstand. Nu het bouwplan ten aanzien van twee onderdelen in strijd is met het bestemmingsplan zijn voor het bouwplan In principe weigeringsgronden van toepassing. Met toepassing van artikel 2 . 1 , eerste lid, onder c, gelezen In samenhang met artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 1 van de Wabo is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om van het bestemmingsplan af te wijken (zie hierboven). Beoordeling Sub 1 en 4.
Het bezwaar over het ontbreken van watercompensatie en het ontbreken van een overeenkomst met de GOM hebben betrekking op het bouwplan als zodanig. De Commissie BK overweegt daarover als volgt. In artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo zijn limitatief de gronden opgenomen om een gevraagde vergunning te weigeren. Het niet voorzien in het realiseren van compenserend water en het niet aangaan van een overeenkomst met de GOM zijn geen weigeringsgronden voor het afgeven van de omgevingsyergunning, zodat hiermee terecht geen rekening is gehouden. Deze bezwaren worden ongegrond geacht. Over de GOM kan worden opgemerkt dat deze naamloze vennootschap in 2008 door de gemeenten in de bollenstreek Is opgericht. De GOM heeft als taak om het landschap in de bollenstreek te verbeteren, waarvoor indien dit nodig is met agrarische ondernemers een samenwerkingsovereenkomst wordt gesloten. Deze overeenkomsten kunnen er in voorzien dat agrarische ondernemers bij realisering van bouwplannen In de bollenstreek, alvorens het bestemmingsplan voor een bouwplan wordt herzien, een bijdrage betalen aan de GOM, waarmee de GOM plannen voor landschapsverbetering In de streek kan verwezenlijken. Het bestemmingsplan waaraan het bouwplan Is getoetst is echter in 2005 werking getreden, zodat de GOM bij het realiseren van bouwplannen die dit bestemmingsplan toelaat, geen rol speelt. De bezwaren worden ongegrond geacht. Sub 2 en 5
Op grond van artikel 5.3.1 sub a van het plan kan vrijstelling worden verleend voor het overschrijden van de bouwgrens van het agrarisch bouwperceel. Indien daarvoor de volgende voorwaarden in acht worden genomen: 1. Een gebouw mag uitsluitend de op de plankaart aangegeven indicatieve bouwgrens overschrijden, waarbij: a. De gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwperceel maximaal 50 m2 mag bedragen; b. Het bouwperceel met maximaal 5 meter mag worden overschreden; 2. [..] 3. Het denkbeeldig agrarisch bouwperceel dient een compacte vorm te verkrijgen waarbij de vorm van het agrarisch bouwperceel in grote lijnen wordt gevolgd; 4. De belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad. Verder dient op grond van artikel 5,3,2 een advies te zijn uitgebracht door een agrarisch deskundige. Uit de verleende vergunning blijkt voldoende duidelijk op welke manier de grens van het bouwperceel wordt overschreden. De grens wordt overschreden aan de zijde van het bouwperceel waar de indicatieve bouwgrens is aangegeven. De oppervlakte van de overschrijding beslaat 49,8 m2. Aan de criteria opgenomen in het plan om de (bouw)grens van het agrarisch bouwperceel te overschrijden wordt derhalve voldaan. De Commissie BK ziet niet in dat sprake kan zijn van een onevenredige aantasting van de belangen van reclamante, gelet op de afstand tussen de locatie waar het bouwplan wordt verwezenlijkt en de gronden van reclamante. De bebouwing die de bouwperceelsgrens overschrijdt zal voorts niet leiden tot een verandering van de zichtlijnen vanaf het perceel van reclamante. Het bezwaar wordt ongegrond geacht. Sub 6.
Op grond van artikel 5.2.2 sub b van het plan mag de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen maximaal 300 m2 bedragen, met dien verstande dat het Is toegestaan deze oppervlakte te vermeerderen met 10 % (artikel 5.2.2, sub b l ) . Het bouwplan voorziet in het vergroten van de bestaande oppervlakte (391m2) van het bedrijfsgebouw naar 1136 m2. Hiervoor is nodig dat van het bestemmingsplan wordt afgeweken. De mogelijkheid hiervoor is opgenomen in artikel 5,3.1 onder b van het bestemmingsplan. In het besluit tot het verlenen van de
p 8 van 21
omgevingsvergunning wordt een expliciete verwijzing naar artikel 5.3.1 onder b gemist. Dit zal alsnog moeten gebeuren. Tevens zal hierbij aandacht moeten bestaan voor de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden en of deze belangen niet onevenredig worden geschaad (artikel 5.3.1onder b2). Het door de agrarisch deskundige uitgebrachte advies, dat is voorgeschreven op grond van artikel 5.3.2, gaat ook in op de vergroting van de oppervlakte van het gebouw. Dat kan bij de aanvulling van het besluit op bezwaar op dit punt worden betrokken. Het bezwaar wordt gegrond geacht, Sub 3, 8, en 9
De vergunningaanvraag voorziet in het realiseren van bedrijfsruimte ten behoeve van het uitoefenen van het agrarisch bedrijf van vergunninghouder dat voorziet in het zeif produceren van sierteeltproducten. Op deze aanvraag is een besluit genomen. De aanvraag voorziet niet in het maken van aanvullende opslagruimte, zodat dit niet is vergund. Dit geldt ook voor het verrichten van werkzaamheden voor anderen. Hierin voorziet de aanvraag ook niet, zodat dit niet is vergund. Het is daarom terecht dat in de verleende vergunning geen aandacht bestaat voor het realiseren van opslagruimte of regels over het gebruik van de bedrijfsruimte. Als in de toekomst het gebouw wordt gebruikt in strijd met het bestemmingsplan, zal hiervoor bij de gemeente een handhavingsverzoek kunnen worden ingediend. De bezwaren worden ongegrond geacht. Sub 7.
Het is de Commissie BK niet gebleken dat de uitrit en de breedte van de ontsluitingsweg niet toereikend is voor het gebruik van een vrachtauto. Ook de toezegging van vergunninghouder tijdens de hoorzitting om op zijn perceel meer ruimte te maken voor de inrit is aanleiding aan te nemen dat het gebruik van de inrit door een vrachtauto mogelijk zal zijn. Het bezwaar wordt ongegrond geacht.
6.
Advies
Gelet op het voorgaande adviseert de Commissie BK: de bezwaren ontvankelijk te verklaren; het bezwaar, dat het bouwplan wat oppervlakte betreft in strijd is met het bestemmingsplan, gegrond te verklaren, zodat het bestreden besluit hiervoor moet worden aangevuld en de overige bezwaren ongegrond te verklaren; bij het besluit op bezwaar te beslissen op het verzoek om vergoeding van de kosten in bezwaar.
De voorzitter.
De secretaris,
mr. J. Verbeek
mr. P.J. Koomen
p 9 van 21
COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN EN KLACHTEN
Zaaknummer 1 3 9 5 6 3 Verslag van de hoorzitting vanwege het ingediende bezwaarschrift van Achmea rechtsbijstand, gevestigd te Apeldoorn, gehouden op 7 juli 2015 om 19.30 uur. Betreft:
Het bezwaarschrift van Achmea Rechtsbijstand, Postbus 4116, 7320 AC Apeldoorn, ingediend namens Berbee Beheer b.v., gevestigd aan de l^llddenweg 13, 2161 LR Lisse, Het bezwaarschrift is gericht tegen het besluit van burgemeester en wethouders van Teylingen voor het verlenen van een omgevingsvergunning d.d. 11 maart 2015 voor het uitbreiden van een bedrijfsruimte aan de Akervoorderlaan 40, 2215 SC Voorhout.
Aanwezig:
Mevrouw mr, J, Verbeek, voorzitter Mevrouw mr, A, de Fouw, lid De heer C,B,L.M. de Ridder, lid De heer mr. P.J. Koomen, secretaris
Aanwezig:
De heer L. Berbee, mededirecteur van Berbee Beheer b.v. De heer P. Winters, namens het college van burgemeester en wethouders. De heer Prins, vergunninghouder.
Afwezig m.k,: Afwezig z.k.;
n.v.t. n.v.t.
Verslag: De voorzitter heet de aanwezigen welkom bij de onafhankelijke Commissie Bezwaarschriften en Klachten. Zij geeft een korte uiteenzetting van de bedoeling van de avond en stelt de leden van de commissie voor. Hierna krijgt de heer Berbee gelegenheid om zijn bezwaarschrift toe te lichten. De heer Berbee voert aan dat het gebouw er al bijna staat. Zijn hoofdbezwaar tegen het bouwplan is de Ingang van het perceel, het perceel mist op dit moment een goede inrit. Spreker vreest dat in de toekomst hiervan overlast wordt ervaren door vrachtauto's die mogelijk percelen van buren gaan gebruiken om te manoeuvreren. Verder gaat het om een perceel goede kwaliteit bloembollengrond, wat op grond van afspraken met de Greenportontwikkelingsmaatschappij (GOM) niet voor bebouwing in aanmerking komt. Er is op het perceel ook veel opslag, onder andere twee boten. Dit is niet toegestaan. De opgerichte schuur dient volgens spreker te worden gebruikt voor eigen gebruik. Het is niet toegestaan om de schuur voor werkzaamheden voor derden te gebruiken. Spreker vraagt vervolgens aandacht voor het advies van de brandweer. Dit advies moet worden opgevolgd. Tenslotte vraagt spreker aandacht om de afspraken met de heer Prins schriftelijk vast te leggen. Hierna krijgt de vertegenwoordiger van het college het woord. De heer Winters wijst op de eerste plaats naar het ingediende verweerschrift van het college en geeft daarna aan de hand van de bouwtekening een toelichting op het bouwplan. De heer Prins krijgt hierna het woord en hij laat weten dat de botenopslag aanwezig is op een plaats waar er al geoogst Is en de huidige opslag van materialen In de open lucht goed aangeeft dat uitbreiding van de schuur nodig is. Op een vraag van de voorzitter antwoordt de heer Berbee dat Berbee Beheer b.v, eigenaar is van de gronden aan de Akervoorderlaan. Hij Is mededirecteur van de vennootschap. De vennootschap ontwikkelt bouwkavels op de gronden van het voormalige bedrijfscomplex gelegen aan de Akervoorderlaan. Op een vraag van mevrouw De Fouw geeft de heer Berbee aan dat zijn belang bestaat uit het houden van een goed uitzicht voor omwonenden. De voorzitter stelt hierna vast dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan In verband met het overschrijden van de grens van het bouwperceel en de oppervlakte van het bouwplan.
p 10 van 21
De voorzitter vraagt waarom de afwijl
De voorzitter.
De secretaris.
De heer mr. P.J. Koomen.
p 11 van 21
conceptbrief beslissing op bezwaar
AANTEKENEN Achmea Rechtsbijstand t.a.v. mr. A. v.d. Leest Postbus 4116 7320AC APELDOORN
verzenddatum
ons kenmerk
afdeling
Bwtnr. 20141437-10 Zaaknr. 139563
Gemeentewinkel
onderwerp
uw kenmerk
behandeld door
Beslissing op bezwaar Akervoorderlaan 40
R210158050
K.E. van der Meulen
bijlagen
telefoon
2
14 0252
Geachte heer, Op 20 april 2015 diende u namens Berbee Beheer b.v. een bezwaarschrift in. U heeft bezwaar tegen ons besluit verzonden op 11 maart 2015 betreffende het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitbreiden van de bedrijfsruimte aan de Akervoorderlaan 40 in Voorhout. In deze brief leest u onze reactie op uw bezwaarschrift. Ons besluit Wij hebben besloten uw bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond te verklaren en ons besluit onder het aanvullen van gronden in navolging van het advies van de onafhankelijke Commissie Bezwaarschriften en Klachten (Commissie BK) in stand te laten. Advies Commissie BK Met dit besluit volgen wij het advies van de Commissie BK van 22 juli 2015. Het advies van de Commissie BK vindt u als bijlage bij deze brief. In het advies van de Commissie BK wordt overwogen dat een expliciete verwijzing naar artikel 5.3.1 onder b van de bestemmingsplanregels wordt gemist. Hierbij moet aandacht zijn voor de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden. Deze belangen mogen niet onevenredig worden geschaad. Wij zijn het met de commissie BK eens dat het besluit op dit punt moet worden aangevuld. Aanvullende gronden van het besluit De locatie van de activiteiten is gelegen in het ‘Bestemmingsplan Landelijk gebied 2004, na 1e herziening’ en heeft de bestemming ‘Bollengebied’. Bollengebied artikel 5.2.2, onder b: de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen is meer dan 300 m² vermeerderd met 10%, dan wel de op het moment van ter inzage leggen van het bestemmingsplan aanwezige oppervlakte vermeerderd met 10%.
p 12 van 21
Artikel 5.3.1, onder b, van de bestemmingsplanvoorschriften geeft de mogelijkheid af te wijken van artikel 5.2.2 onder b voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen, kassen daaronder niet begrepen, tot maximaal 250 m² per hectare in gebruik zijnde bollengrond, met inachtneming van de volgende voorwaarden: 1 de totale gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen, kassen daaronder niet begrepen, mag maximaal 3.000 m² per bedrijf bedragen; 2 de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad. Artikel 5.3.2 Vrijstelling als bedoeld in artikel 5.3.1 onder a tot en met d kan, onverminderd het bepaalde in dat artikel, alleen worden verleend met inachtneming van de volgende aanvullende voorwaarde, dat er vooraf een advies dient te zijn uitgebracht door een agrarisch deskundige ter beoordeling van de bedrijfseconomische noodzaak en de doelmatigheid van hetgeen artikel 5.3.1 onder a tot en met e mogelijk maakt. De agrarisch deskundige betrekt daarbij, voor zover van belang: − de omvang van de reeds aanwezige bebouwing; − de aard, inrichting, omvang en continuïteit van het bedrijf; − de noodzaak van overschrijding van de bouwgrens in verband met de bedrijfsvoering; − eventueel voorziene investeringen Op 20 januari 2015 heeft de agrarisch deskundige, Adviesbureau Clevin, positief geadviseerd. De adviseur heeft de in artikel 5.3.2 genoemde aspecten bij het advies betrokken. De gezamenlijke oppervlakte aan bedrijfsgebouwen van ca. 1110 m² blijft binnen de 250 m² per hectare in gebruik zijnde bollengrond en blijft minder dan 3000 m². Door het bouwplan zal het uitzicht van de naastgelegen woning Torenlaan 38 verminderen. Wij zijn echter van oordeel dat dit niet onevenredig is, omdat het bouwplan ten noordoosten van de woning is gesitueerd zodat er nauwelijks vermindering van de bezonning zal ontstaan; het bouwplan het uitzicht naar de zijkant belemmert maar dat uitzicht naar de voorkant en de achterkant mogelijk blijft; het ook mogelijk is een bedrijfsgebouw dat zonder meer in het bestemmingsplan past binnen het bouwvlak pal naast de woning te bouwen. Het bouwplan zal ook in beperkte mate het uitzicht van andere omliggende percelen verminderen. Deze percelen liggen echter op grotere afstand. Door de situering aansluitend aan de bebouwing aan de Torenlaan blijft de vermindering van het uitzicht beperkt. Daarnaast maakt ook de mogelijkheid een bedrijfsgebouw dat zonder meer in het bestemmingsplan past binnen het bouwvlak te bouwen dat de belangen van de omliggende percelen niet onevenredig worden geschaad. Het op 30 april 2015 vastgestelde nieuwe bestemmingsplan 'Buitengebied Teylingen' geeft aan dat er 250 m² bedrijfsgebouwen mag worden gebouwd per hectare duurzaam in gebruik zijnde teeltgrond. Hiervoor is dan niet langer een vrijstelling/afwijking van het bestemmingsplan nodig. Het nieuwe bestemmingsplan is nog niet in werking getreden maar hierop kan worden geanticipeerd. Met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 1°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kan vergunning worden verleend voor het afwijken van het bestemmingsplan. Vergoeding kosten Nu het bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond is verklaard moet worden vastgesteld of u voor vergoeding van kosten in aanmerking komt. Volgens artikel 7.15, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht worden de kosten, die de belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, door het bestuursorgaan uitsluitend vergoed op verzoek van de 2 p 13 van 21
belanghebbende voorzover het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Nu het primaire besluit niet wordt herroepen maar onder aanvulling van gronden in stand wordt gelaten bestaat er geen recht op vergoeding van kosten. Daarom wijzen wij uw verzoek tot vergoeding van kosten op grond van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht af. Beroepsmogelijkheid U kunt binnen zes weken – vanaf de dag na de verzenddatum van deze beslissing – beroep aantekenen bij de Rechtbank Den Haag. Dit is bepaald in de Algemene wet bestuursrecht. Hiervoor moet u wel griffiekosten betalen. Het beroepschrift moet tenminste de volgende inhoud bevatten: - uw naam en adres; - de datum; - een omschrijving van de beslissing waartegen het beroep is gericht; - de redenen van het beroep; - uw handtekening. Verstuur het beroepschrift in tweevoud met een kopie van de beslissing op het bezwaarschrift naar het volgende adres: Rechtbank Den Haag Sector Bestuursrecht Postbus 20302 2500 EH DEN HAAG Tot slot Heeft u nog vragen? Belt u gerust met de heer K.E. van der Meulen, bereikbaar via telefoonnummer: 14 0252. Hij beantwoordt uw vragen graag.
Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Teylingen,
Juul J.G. Covers secretaris
Carla G.J. Breuer burgemeester
Bijlagen: Verslag hoorzitting Commissie BK Advies Commissie BK
3 p 14 van 21