Beslissing op bezwaar Kenmerk: 29771/2013008925 Betreft: beslissing op bezwaar van Young City Media B.V. tegen de vaststelling toezichtkosten 2012 Het Commissariaat voor de Media, gezien zijn besluit van 7 februari 2013, kenmerk 27508/2013001327, waarbij het Commissariaat voor de Media de toezichtkosten voor het jaar 2012 heeft vastgesteld die Young City Media B.V. als commerciële media-instelling verschuldigd is voor de programmakanalen Radio Decibel Utrecht, Radio Decibel Amsterdam en Radio Decibel ZuidHolland. gezien het daartegen op 22 april 2013 ingediend bezwaarschrift, gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), gelet op het bepaalde in artikel 3.1 en 3.30, eerste lid, van de Mediawet 2008, artikel 17 en artikel 1 van de bijlage van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 december 2008 houdende uitvoeringsregels van de Mediawet 2008 (hierna: Mediaregeling 2008), overweegt als volgt:
A. Verloop van de procedure 1. Met zijn besluit van 7 februari 2013, kenmerk 27508/2013001327, heeft het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) het bedrag vastgesteld dat door Young City Media B.V. (hierna: YCM) als commerciële omroepinstelling op grond van artikel 3.30, eerste lid, van de Mediawet 2008 verschuldigd is ter vergoeding van de kosten die verbonden zijn aan het toezicht voor het jaar 2012. 2. Bij brief van 22 april 2013, door het Commissariaat ontvangen op 23 april 2013, heeft YCM bezwaar gemaakt tegen het besluit van 7 februari 2013 waarbij volgens YCM de hoogte van de toezichtkosten in 2012 met 50% is toegenomen. YCM wenst inzicht in de toename van de toezichtkosten. Hierbij wordt door YCM aangegeven dat in al deze jaren niets wezenlijks is veranderd aan het aantal huishoudens dat het programma kan ontvangen. Verder heeft YCM om uitstel van betaling verzocht. 3. Bij brief van 14 mei 2013 met kenmerk 29771/2013006091 heeft het Commissariaat YCM bericht dat het bezwaarschrift na afloop van de bezwaartermijn is ingediend en heeft het Commissariaat YCM verzocht om vóór 28 mei 2013 mee te delen wat de reden daarvoor is. Daarnaast heeft het Commissariaat YCM bericht dat gedurende deze bezwaarprocedure uitstel van betaling wordt verleend.
4. Op 5 juni 2013 heeft YCM op deze brief gereageerd en aangegeven dat de reden voor het na afloop van de bezwaartermijn indienen van het bezwaarschrift is gelegen in het feit dat de directeur veel afwezig is. Ook de niet fulltime functie van de directeur bij YCM draagt bij aan het feit dat niet binnen de gestelde termijn kon worden gereageerd. De directeur heeft zich niet gerealiseerd dat voor het reageren op een factuur een bepaalde termijn is gesteld.
B. Wettelijk kader 5. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.
C. Ontvankelijkheid 6. Het Commissariaat heeft het bestreden besluit op 7 februari 2013 per post aan YCM verzonden, zodat de wettelijke bezwaartermijn aanving op 8 februari 2013 en eindigde op 21 maart 2013. 7. YCM heeft het bezwaarschrift op 22 april 2013 per post toegezonden aan het Commissariaat en op 23 april 2013 is dit door het Commissariaat ontvangen. Dit valt buiten de wettelijke termijn van zes weken voor het indienen van bezwaarschriften. 8. Op het verzoek van het Commissariaat de reden mee te delen voor het na afloop van de termijn indienen van het bezwaarschrift, heeft YCM op 5 juni 2013 aangegeven dat dit komt door veel afwezigheid door verblijf in het buitenland en de niet fulltime functie van de directeur bij YCM waardoor niet binnen de gestelde termijnen kon worden gereageerd. 9. Het Commissariaat is van oordeel dat er in het onderhavige geval geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding, aangezien de oorzaak van de termijnoverschrijding geheel ligt in de risicosfeer van YCM. 10. Dat de directeur zich niet heeft gerealiseerd dat voor het reageren op een factuur een bepaalde termijn is gesteld kan het Commissariaat niet volgen. Bij besluit van 7 februari 2013 zijn de toezichtkosten voor het jaar 2012 vastgesteld. In het besluit is aangegeven dat belanghebbenden die zich niet met het besluit en dus zich niet met de vaststelling van de toezichtkosten kunnen verenigen, binnen zes weken na de dag waarop het besluit bekend is gemaakt bezwaar kunnen maken bij het Commissariaat. Uit dit besluit bleek dus duidelijk wat de termijn was waarbinnen bezwaar tegen de vaststelling van de toezichtkosten kon worden gemaakt. 11. Overigens is ook niet gebleken van omstandigheden die tot een verschoonbare termijnoverschrijding leiden. 12. Derhalve verklaart het Commissariaat het bezwaar van YCM kennelijk niet-ontvankelijk wegens niet-verschoonbare overschrijding van de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift.
-2-
Afzien van het horen van YCM 13. Van het horen van belanghebbenden kan worden afgezien indien het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is (artikel 7:3, onder a, van de Awb). Daarvan is sprake als er geen twijfel mogelijk is over de oorzaak van de termijnoverschrijding. Nu YCM de reden van de termijnoverschrijding heeft meegedeeld en er geen reden is om aan deze verklaring te twijfelen, maakt het Commissariaat gebruik van de mogelijkheid om af te zien van het horen van YCM.
Publicatie op de website 14. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur besluit het Commissariaat de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat heeft het algemeen belang bij onverkorte openbaarmaking van het besluit afgewogen tegen het belang van YCM. Aan het algemeen belang dat door (onverkorte) openbaarmaking wordt gediend, komt een groot gewicht toe. Mede gelet hierop is het Commissariaat van oordeel dat de belangen van YCM door onverkorte openbaarmaking van dit besluit niet onevenredig worden benadeeld.
D. Overwegingen ten overvloede 15. YCM heeft aangegeven dat voor haar niet duidelijk is hoe het bedrag van de verschuldigde toezichtkosten wordt vastgesteld. Voor inzicht in de toezichtkosten wordt verwezen naar de bijlage bij het besluit genaamd “Specificatie verschuldigde toezichtkosten voor het jaar 2012”. Op 7 januari 2013 heeft YCM gegevens verstrekt op basis waarvan het Commissariaat de hoogte van de toezichtkosten voor het jaar 2012 heeft vastgesteld. Ingevolge artikel 1 van de bijlage van de Mediaregeling 2008 zijn, op basis van het door YCM opgegeven aantal huishoudens in Nederland dat het programmaaanbod kan ontvangen en de door YCM opgegeven gemiddelde duur van het verzorgde programma-aanbod per dag, de toezichtkosten voor het jaar 2012 vastgesteld. Het Commissariaat is bij het bepalen van de hoogte van de toezichtkosten gehouden om te handelen in overeenstemming met deze ministeriële regeling.
-3-
E. Besluit Op grond van vorenstaande overwegingen heeft het Commissariaat het volgende besloten. Het Commissariaat: I.
verklaart het bezwaarschrift van YCM tegen zijn besluit van 7 februari 2013 met kenmerk 27508/2013001327 niet-ontvankelijk wegens niet-verschoonbare termijnoverschrijding bij het indienen daarvan;
II. handhaaft zijn besluit van 7 februari 2013 waarbij het bedrag aan toezichtkosten dat YCM als commerciële media-instelling voor het jaar 2012 is verschuldigd, is vastgesteld op € 16.320,00; III. publiceert op grond van artikel 8, van de Wet openbaarheid van bestuur de volledige tekst van dit besluit over twee weken op zijn website.
Hilversum, 30 juli 2013 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter
drs. Eric Eljon commissaris
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt beroep instellen bij de Rechtbank van het arrondissement waarbinnen hun woonplaats zich bevindt.
-4-
Bijlage: Wettelijk kader Artikel 6:4, eerste lid, van de Awb Het maken van bezwaar geschiedt door het indienen van een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Artikel 6:7 van de Awb De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt zes weken. Artikel 6:8, eerste lid, van de Awb De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Artikel 6:9, eerste lid, van de Awb Een bezwaar- of beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Artikel 6:11 van de Awb Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift blijft nietontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Artikel 7:3, onder a, van de Awb Van het horen van een belanghebbende kan worden afgezien indien het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is. Artikel 3.30 van de Mediawet 2008 1. Een commerciële media-instelling is aan het Commissariaat jaarlijks kosten verbonden aan het toezicht verschuldigd voor elke verkregen toestemming en voor elke van haar mediadiensten op aanvraag. 2. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de vaststelling van de toezichtskosten, bedoeld in het eerste lid, waarbij: a. onderscheid kan worden gemaakt tussen omroepdiensten en mediadiensten op aanvraag; b. onderscheid kan worden gemaakt tussen toestemmingen voor radio-omroep en voor televisieomroep; en c. rekening kan worden gehouden met de gemiddelde duur van de uitzendingen en met het aantal huishoudens in Nederland, dat het programma-aanbod kan ontvangen. 3. Het Commissariaat kan de verschuldigde toezichtskosten invorderen bij dwangbevel. Artikel 17 van de Mediaregeling 2008 Een commerciële media-instelling is voor elke verkregen toestemming, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de wet, en voor elke van haar mediadiensten op aanvraag, bedoeld in artikel 3.29a van de wet, jaarlijks aan het Commissariaat toezichtskosten verschuldigd berekend volgens de bij deze regeling gevoegde bijlage.
-5-
Bijlage, behorend bij artikel 17 toezichtskosten commerciële mediadiensten (Mediaregeling 2008) Artikel 1 1. Een commerciële omroepinstelling is per toestemming voor het verzorgen van een omroepdienst jaarlijks aan het Commissariaat een bedrag verschuldigd overeenkomstig de onderstaande tabel in euro’s: Tabel 1 Aantal huishoudens in Nederland dat het < 25.000– 50.000– 100.000– 500.000– 1.000.000– 3.000.000> programma-aanbod 25.000 50.000 100.000 500.000 1.000.000 3.000.000 kan ontvangen Gemiddelde duur van het verzorgde programma-aanbod per dag in het desbetreffende kalenderjaar < 3 uren
136
272
544
1632
2448
3264
4080
3 – < 6 uren
272
544
1088
3264
4896
6528
8160
6 – < 9 uren
408
816
1632
4896
7344
9792
12.240
9 – < 12 uren
544
1088
2176
6528
9792
13.056
16.320
12 > uren
680
1360
2720
8160
12.240
16.320
20.400
2. In afwijking van het eerste lid, gelden per toestemming voor radio-omroep de bedragen van tabel 1 voor vijftig procent met een minimum van € 113. 3. In afwijking van het eerste lid, gelden per toestemming voor televisieomroep die bestaat uit het veelvuldig en aaneensluitend herhalen van programma-aanbod dat uitsluitend of vrijwel uitsluitend bestaat uit stilstaande beelden, de bedragen van tabel 1 voor vijfentwintig procent met een minimum van € 113. 4. Als een toestemming in de loop van een kalenderjaar wordt verleend, vervalt of wordt ingetrokken, worden de bedragen in het eerste tot en met derde lid naar evenredigheid van de overgebleven dagen in het kalenderjaar vastgesteld met een minimum van € 113.
-6-