BESLISSING OP BEZWAAR
58706-98773
Bij brief van 25 oktober 2013 die is ingekomen bij de NZa op 27 oktober 2013, is door Medisch Centrum Rhijnauwen (hierna ook: belanghebbende) bezwaar gemaakt tegen de tariefbeschikking met kenmerk 30168-HHHO/116.366 d.d. 23 september 2013 waarin de NZa uitvoering geeft aan de invordering van de reeds eerder opgelegde last onder dwangsom (d.d. 10 juli 2013, kenmerk 30168-HHHO/116.289). Belanghebbende maakt bezwaar tegen de invordering van de last onder dwangsom die is opgelegd wegens het niet tijdig aanleveren van de door de NZa opgevraagde honorariumomzet realisatiegegevens. Op grond van het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NZa is de directeur Strategie & Juridische Zaken van de NZa bevoegd om namens de NZa te beslissen op het bezwaarschrift. De NZa heeft het bestreden besluit in heroverweging genomen. De NZa heeft besloten dat niet tegemoet kan worden gekomen aan het bezwaar en dat het bestreden besluit ongewijzigd in stand dient te blijven. Het bezwaar wordt dan ook ongegrond verklaard. Hieronder volgt de motivering daarvan. DE AANGEVOERDE BEZWAREN Het bezwaar richt zich tegen de invordering van de last onder dwangsom en is zakelijk weergegeven als volgt. Postverstoring Belanghebbende voert aan dat de postvoorziening tijdelijk verstoord was door ernstige financiële problemen van de hoofdhuurder van het gebouw, waar belanghebbende enkele ruimtes huurt. Veel brieven bestemd voor belanghebbende kwamen niet aan of met ernstige vertraging, deels omdat die via een curator liepen. Derhalve heeft belanghebbende niet alle post van de NZa tijdig ontvangen en niet tijdig kunnen voldoen aan het aanleververzoek van de NZa. Excel Voorts wijst belanghebbende in zijn bezwaar op het feit dat de aanlevering van de honorariumomzet realisatiegegevens niet direct compleet was door een niet zichtbaar Excelbestand. Belanghebbende was er niet mee bekend dat er meerdere tabbladen ingevuld dienden te worden en ervoer dit als zeker niet eenvoudig. Mede hierdoor zijn de door de NZa opgevraagde gegevens te laat ingeleverd.
1
Belanghebbende geeft aan dat hij later van de NZa bericht heeft gekregen dat de gegevens niet compleet waren aangeleverd doordat een van de tabbladen niet was ingevuld. Als het systeem van de NZa direct een foutmelding had gegeven dan was dit laatste onderdeel onmiddellijk goed gegaan. Ter hoorzitting Ter hoorzitting heeft belanghebbende nog ter aanvulling op het bezwaarschrift aangegeven dat hij lang op de benodigde gegevens van zijn software leverancier Mediparc heeft moeten wachten. Door deze late aanlevering heeft ook de aanlevering aan de NZa vertraging opgelopen. Voorts speelde ook een dreigend faillissement van een van de grootste toeleveranciers van de eerstelijns diagnostiek van belanghebbende. Dit vergde veel tijd van belanghebbende, waardoor hij niet toekwam aan het informatieverzoek van de NZa. Tot slot heeft belanghebbende aangegeven dat hij niet om uitstel heeft gevraagd omdat de NZa de benodigde gegevens dan zeker later zou krijgen. OORDEEL NZa Achtergrond Alvorens in te gaan op de beoordeling van de bezwaren van belanghebbende zal eerst aandacht worden besteed aan de achtergrond en het wettelijk kader van de bezwaarprocedure. Aanleveren gegevens honorariumomzet 2012 Op basis van de Regeling ‘Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten’ (Regeling NR/CU-214 en opvolger NR/CU-223) dienen instellingen door middel van het Verantwoordingsdocument honoraria medisch specialisten 2012 hun gerealiseerde omzet over 2012 op te geven vóór 1 juni 2013. Op basis van deze gegevens bekijkt de NZa of er sprake is van een overschrijding van het Macro Budgettair Kader Medisch Specialisten 2012. Op 11 februari 2013 heeft de NZa door middel van circulaire CI/13/9c de uitvraag gedaan naar de realisatiecijfers 2012 bij alle instellingen waar een honorariumomzetplafond beschikking is afgegeven in 2012. Deze circulaire is van toepassing op de zorgaanbieders die in 2012 onder het transitiemodel voor de overgang naar prestatiebekostiging vallen en/of onder het beheersmodel medisch specialisten. Daaropvolgend is naar alle hierboven vermelde zorgaanbieders op 14 februari 2013 circulaire CI/13/10c verzonden. Hierin werd aangekondigd dat de deadline voor ‘uiterste datum overheveling honorariumomzetplafond’ gelijk werd gesteld met de deadline voor de aanlevering van de honorariumomzetgegevens 2012 (realisatiecijfers 2012), te weten 1 juni 2013.
2
Op 8 mei 2013 is een herinneringsbrief verstuurd naar alle instellingen met de mededeling dat de gegevens uiterlijk 1 juni 2013 aan de NZa moeten worden doorgegeven (kenmerk 39804/50452). De NZa heeft hierin opgenomen dat indien niet tijdig wordt aangeleverd, zij zal overgaan tot het opleggen van een last onder dwangsom of bestuurlijke boete. Omdat op 1 juni 2013 Stichting Medisch Centrum Rhijnauwen nog niet de verzochte gegevens had aangeleverd, heeft de NZa op 18 juni 2013 via aangetekende post een ‘aanwijzing gegevensaanlevering beheersmodel honoraria vrijgevestigde medisch specialisten’ verzonden met kenmerk 30168-HHHO/116.79. Deze aanwijzing is aan alle instellingen verzonden die nog niet aan de aanleververplichting hadden voldaan. In de aanwijzing is een termijn van 10 werkdagen na dagtekening van de brief opgenomen voor het alsnog aanleveren van de gegevens. Omdat geen gegevens zijn aangeleverd binnen de gestelde termijn, heeft de NZa op 10 juli 2013 een last onder dwangsom (kenmerk 30168HHHO/116.289) opgelegd. Deze is via aangetekende post verstuurd naar Stichting Medisch Centrum Rhijnauwen. Belanghebbende heeft daarin nogmaals 10 werkdagen na dagtekening van de brief de tijd gekregen om de ontbrekende informatie alsnog aan te leveren zonder dat er een verplichting zou ontstaan tot het betalen van dwangsommen. Gedurende de begunstigingstermijn zijn de gevraagde gegevens niet aangeleverd door belanghebbende. 25 juli 2013 was de eerste dag waarop de opgelegde last onder dwangsom verbeurd kon worden. Op 29 juli 2013 heeft de NZa (directie Toezicht en Handhaving) telefonisch contact opgenomen met belanghebbende om te informeren waarom belanghebbende nog niet aan het aanleververzoek van de NZa gehoor had gegeven. Op 30 juli was er wederom contact vanuit de NZa met belanghebbende opgenomen (directie Zorgmarkten Cure). Naar aanleiding van dit telefoongesprek heeft de NZa belanghebbende per e-mail van diezelfde dag (30 juli 2013) de relevante documenten toegezonden die belanghebbende diende te gebruiken voor het aanleveren van de verzochte honorariumomzetgegevens 2012. Op 6 augustus 2013 is door de NZa een onvolledige indiening van gegevens door belanghebbende ontvangen. Diezelfde dag (6 augustus 2013) is door de NZa per e-mail aangegeven, dat de aanlevering van de gegevens niet compleet was. De achterliggende tabbladen van het Excelbestand dienden ook ingevuld te worden. Omdat de NZa naar aanleiding van haar e-mail d.d. 6 augustus 2013, geen reactie heeft ontvangen van belanghebbende, heeft de NZa op 12 augustus 2013 wederom telefonisch contact opgenomen met belanghebbende. Uit dit telefoongesprek kwam naar voren dat belanghebbende niet bekend was met het feit dat Excelbestanden meerdere tabbladen kunnen bevatten. De NZa heeft daarom belanghebbende per e-mail van 12 augustus 2013 het betreffende Exceldocument nogmaals toegezonden maar dan op zo’n wijze dat het Excelbestand gelijk opent op het juiste tabblad dat nog ingevuld diende te worden.
3
Tevens is op 12 augustus 2013 aangetekend een ‘betalingsherinnering verbeurde dwangsommen’ verzonden met kenmerk 30168-HHHO/ 116/360. Belanghebbende is een dwangsom van € [vertrouwelijk ] verschuldigd, omdat door hem op 7 augustus 2013 nog geen complete aanlevering heeft plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze betalingsherinnering ontving de NZa op 6 september 2013 van belanghebbende een schriftelijke reactie. Belanghebbende heeft hiermee een zienswijze ingediend om van invordering af te zien. Stichting Medisch Centrum Rhijnauwen heeft uiteindelijk op 13 augustus 2013 voldaan aan de aanleververplichting. Omdat op 18 september 2013 de verbeurde dwangsommen niet door de NZa waren ontvangen heeft de NZa op 23 september 2013 de bestreden invorderingsbeschikking en vaststelling wettelijke rente aangetekend aan Stichting Medisch Centrum Rhijnauwen verzonden. Op 16 oktober 2013 is een aanmaning verzonden met daarin een termijn van 2 weken tot betaling (kenmerk 30168-HHHO/116.373). Op 27 oktober 2013 heeft de NZa het bezwaarschrift van belanghebbende ontvangen. Wegens de nog niet betaalde last onder dwangsom heeft de NZa op 18 november 2013 het dossier van belanghebbende overgedragen aan het incassobureau GGN. Wettelijk kader De Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) Artikel 61, eerste lid, Wmg luidt, voor zover hier relevant: “Een ieder is gehouden desgevraagd aan de zorgautoriteit of aan een daartoe door deze aangewezen persoon, verder in dit artikel aan te duiden als vrager, kosteloos en met inachtneming van het bepaalde krachtens artikel 65: a. De gegevens en inlichtingen te verstrekken welke redelijkerwijs voor de uitvoering van deze wet van belang kunnen zijn; b. De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan – zulks ter keuze van de aanvrager – waarvan de raadpleging redelijkerwijs van belang kan zijn voor de vaststelling van de feiten welke invloed kunnen uitoefenen op de uitvoering van deze wet, voor dit doel beschikbaar te stellen.” Artikel 82 Wmg luidt, voor zover hier relevant: “De zorgautoriteit is ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen (…) 61, (…), bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang dan wel tot het opleggen van een last onder dwangsom.
4
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) Artikel 5:37, eerste lid, Awb luidt, voor zover hier relevant: “Alvorens aan te manen tot betaling van de dwangsom, beslist het bestuursorgaan bij beschikking omtrent de invordering van een dwangsom.” Beoordeling bezwaar Algemeen Belanghebbende heeft alleen tegen de invordering van de last onder dwangsom bezwaar aangetekend en niet tegen de last onder dwangsom zelf. Doordat belanghebbende de wettelijke termijn voor het instellen van bezwaar tegen de last onder dwangsom ongebruikt heeft laten verstrijken, is de hoogte van de last onder dwangsom in rechte komen vast te staan. De NZa gaat derhalve uit van de juistheid van de inhoud en de wijze van totstandkoming van de beschikking d.d. 10 juli 2013 inhoudende de last onder dwangsom. De NZa zal de wijze waarop dit besluit tot stand is gekomen en de hoogte van de dwangsom niet meer heroverwegen. Het bezwaar richt zich tegen de invorderingsbeschikking d.d. 23 september 2013 inhoudende de invordering van € [vertrouwelijk ] aan verbeurde dwangsommen en wettelijke rente. De NZa zal thans tot heroverweging van deze beschikking overgaan en daarbij bezien of er bijzondere omstandigheden zijn op grond waarvan de NZa geheel of gedeeltelijk van invordering van de verbeurde dwangsommen dient af te zien. Ten aanzien van de gronden Ten aanzien van de gronden die belanghebbende heeft aangedragen en die betrekking hebben op de postverstoring, het Excelbestand, de software leverancier Mediparc en het dreigende faillissement van een toeleverancier, merkt de NZa het volgende op. Tijdens de heroverweging van het onderhavige besluit dient te worden heroverwogen of de door belanghebbende aangedragen omstandigheden van dusdanige bijzondere aard zijn dat de NZa moet afzien van de gehele of gedeeltelijke invordering van de verbeurde dwangsommen ad € [vertrouwelijk ]. De hierboven vermelde door belanghebbende aangedragen gronden zien op omstandigheden die betrekking hebben op de aanleververplichting en richten zich niet op omstandigheden op basis waarvan de NZa dient af te zien van de invordering van de verbeurde dwangsommen. De vraag of sprake is van een overtreding van een aanleververplichting op grond van artikel 61 Wmg en of derhalve de NZa terecht de handhavingsmaatregelen heeft opgelegd, is in casu niet meer aan de orde nu tegen die beschikking geen bezwaar is aangetekend. De handhavingsmaatregelen hebben daarmee formele rechtskracht gekregen.
5
De door belanghebbende naar voren gebrachte gronden kunnen derhalve niet slagen. Bijzondere omstandigheden Volgens artikel 4:84 Awb dient een bestuursorgaan overeenkomstig de beleidsregels te handelen, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Van bijzondere omstandigheden in de zin van het artikel is slechts sprake indien het gaat om omstandigheden die niet reeds in de beleidsregels zijn verdisconteerd en waarin strikte navolging van de beleidsregel zou leiden tot een uitkomst die het bestuursorgaan niet geacht kan worden te hebben beoogd. In geval van verbeurde dwangsommen dient de NZa in beginsel met toepassing van artikel 5:37 Awb tot invordering van het daarmee corresponderende bedrag over te gaan. Een andere opvatting zou afbreuk doen aan het gezag dat van een besluit tot het opleggen van een dwangsom behoort uit te gaan.1 Belanghebbende heeft aangegeven dat sprake is van een verstoorde postvoorziening, onbekendheid met Excel, vertraagde aanlevering van zijn softwareleverancier en een dreigend faillissement. Zoals hierboven reeds is weergegeven is de NZa van oordeel dat deze gronden zijn aangedragen ter rechtvaardiging van de te late aanlevering van gegevens. Echter in dit bezwaar staat de aanleververplichting niet ter discussie. Belanghebbende heeft geen andere gronden aangedragen die de NZa nopen af te wijken van haar beleid. De NZa wijst in dit kader ook op het feit dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de verbeurde dwangsommen financieel niet zou kunnen dragen dan wel inning daarvan dusdanig onevenredige gevolgen zou hebben dat redelijkerwijs de NZa niet zou behoren over te gaan tot gehele of gedeeltelijke invordering van de verbeurde dwangsommen. Belanghebbende heeft daarnaast telefonisch aangegeven geen gebruik te willen maken van de door de NZa per zelfde telefoongesprek d.d. 13 augustus 2013 geboden optie tot het gespreid betalen van de verbeurde dwangsommen. De NZa ziet naar aanleiding van het bovenstaande geen aanleiding om ingevolge artikel 4:84 Awb van de beleidsregel af te moeten wijken.
1
ECLI:NL:CBB:2013:292.
6
CONCLUSIE De NZa concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn gebleken die zich verzetten tegen invordering van de verbeurde dwangsommen, zodat de op u rustende betalingsverplichting in stand blijft. Gelet op het voorgaande verklaart de NZa het bezwaar ongegrond en laat daarmee het bestreden besluit in stand. Ingevolge artikel 105 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) kan een belanghebbende binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, postbus 20021, 2500 EA 's-Gravenhage. Het beroep dient conform artikel 6:5 lid 1 Awb schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en moet tenminste de volgende gegevens bevatten: naam en adres van de indiener, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep zich richt en de gronden van het beroep. Indien beschikbaar dient een afschrift van het besluit te worden meegezonden. Hoogachtend, De Nederlandse Zorgautoriteit
dr. M.C. Mikkers RA, directeur Strategie en Juridische Zaken
7