Vlaams Verbond van het Katholiek Buitengewoon Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 BRUSSEL
MEDEDELING
M08BO013
BRUSSEL, BESTEMD VOOR: CONTACT:
@
2008-05-16 BuBaO en BuSO
Lode De Geyter 09 269 14 82
[email protected]
KLASSEMENT:
ADM/GD/Algemene zaken
TREFWOORDEN:
LOC Onderhandelingscomités
MODEL VAN "HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE LOKALE ONDERHANDELINSCOMITÉS IN HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS”
Geachte
Op vraag van de schoolbesturen en de directies bezorgen we u een geactualiseerd “Model van huishoudelijk reglement van de lokale onderhandelingscomités in het gesubsidieerd vrij onderwijs”.
Met vriendelijke groeten Karel Casaer Secretaris-generaal
Tel. 02 507 06 27 – Fax 02 507 06 08 – E-mail
[email protected] – www.vvkbuo.be
M08BO013
HOOFDSTUK I – ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement wordt begrepen onder: 1°
het decreet: het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
2°
het centraal paritair comité: het centraal paritair comité van het gesubsidieerd vrij onderwijs en de pedagogische begeleidingsdiensten bedoeld in artikel 2, § 1, 1° van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde psychomedisch-sociale centra;
3°
LOC: lokaal onderhandelingscomité.
HOOFDSTUK II – OPRICHTING Artikel 2 Dit huishoudelijk reglement is van toepassing op het LOC opgericht voor: ...................................................................................................................................... ...................................................................................................................................... ...................................................................................................................................... De zetel van het LOC is gelegen te: ...................................................................................................................................... ......................................................................................................................................
HOOFDSTUK III – SAMENSTELLING Artikel 3 Het aantal mandaten per geleding in het LOC is vastgesteld op ........ (aantal): ............ (aantal) vertegenwoordigers van de inrichtende macht en ........... (aantal) vertegenwoordigers van het personeel.
ADM/GD/Algemene zaken
2
M08BO013
Artikel 4 § 1. Wanneer de afvaardiging van het personeel niet meer volledig is omdat het mandaat van een vakbondsafgevaardigde vroegtijdig beëindigd is, duidt de betrokken representatieve vakorganisatie een andere vakbondsafgevaardigde aan. Wanneer de afvaardiging van het personeel niet meer volledig is omdat het aantal vakbondsafgevaardigden verminderd wordt, wordt het opengekomen mandaat ingevuld via verkiezingen. § 2. Wanneer aan het mandaat van een verkozen lid vroegtijdig een einde komt, wordt een opvolger aangeduid, conform het vigerende kiesreglement van het LOC. Is het aantal opvolgers uitgeput, dan worden er conform het vigerende kiesreglement, tussentijdse verkiezingen georganiseerd door de inrichtende macht. § 3. Het mandaat van de in dit artikel bedoelde vertegenwoordigers van het personeel kan nooit langer duren dan het mandaat van de oorspronkelijke vertegenwoordigers van het personeel.
Artikel 5 De nominatieve lijst van de van rechtswege zetelende en de verkozen vertegenwoordigers van het personeel, van de vertegenwoordigers van de inrichtende macht en van de permanente adviseur(s) wordt als bijlage gevoegd bij de notulen van de eerste vergadering van het LOC. Bij elke wijziging wordt deze lijst aangepast.
HOOFDSTUK IV – VOORZITTERSCHAP EN SECRETARIAAT Artikel 6 § 1. Het LOC wordt voorgezeten door een lid van de afvaardiging van de inrichtende macht. § 2. De voorzitter opent en besluit de vergaderingen. Hij leidt de besprekingen, staat in voor de goede werking van het LOC en handhaaft de orde in de vergaderingen Hij waakt over de naleving van het decreet en van het huishoudelijk reglement. Hij ondertekent de correspondentie namens het LOC en vertegenwoordigt het LOC in de betrekkingen van dit comité met derden. § 3. Wanneer de voorzitter verhinderd is, duidt hij een ander lid van de afvaardiging van de inrichtende macht als plaatsvervangend voorzitter aan.
Artikel 7 § 1. Het secretariaat van het LOC wordt waargenomen door een secretaris die onder en door de vertegenwoordigers van het personeel wordt gekozen.
ADM/GD/Algemene zaken
3
M08BO013
§ 2. De secretaris van het LOC verricht zijn opdracht onder de leiding en het toezicht van de voorzitter. Hij is belast met: -
het bezorgen van de uitnodigingen voor de vergaderingen, met de agenda en de bijhorende documenten;
-
het opstellen van de notulen van de vergadering;
-
het bijhouden op de zetel van het LOC van het archief en de briefwisseling van het LOC;
-
het uitvoeren van iedere andere taak die nuttig is voor de goede werking van het LOC, op eigen initiatief of in opdracht van het LOC of zijn voorzitter.
§ 3. Wanneer de secretaris verhinderd is, duiden de vertegenwoordigers van het personeel een plaatsvervangend secretaris aan.
HOOFDSTUK V – VERGADERINGEN Afdeling 1 – Bijeenroeping Artikel 8 Het LOC vergadert op uitnodiging van de voorzitter. Er zijn minimaal vijf vergaderingen per schooljaar. De data worden bij het begin van het schooljaar vastgelegd door het LOC.
Artikel 9 § 1. De secretaris bezorgt de uitnodigingen uiterlijk tien kalenderdagen vóór de vergadering aan de leden en de permanente adviseur(s). De uitnodigingen bevatten agenda, datum, plaats en uur van de vergadering en, desgevallend, de bijbehorende documenten en nota’s. § 2. Bij niet-naleving van de in § 1 bepaalde termijn oordelen de aanwezige leden in consensus welke agendapunten kunnen behandeld worden.
Afdeling 2 – Agenda Artikel 10 § 1. De voorzitter stelt de agenda op in samenspraak met de secretaris. § 2. Op vraag van een vertegenwoordiger van het personeel wordt elke materie die binnen de bevoegdheid van het LOC valt, op de agenda van de eerstvolgende vergadering geplaatst. De betrokken vertegenwoordiger verschaft, zo mogelijk, de nodige documenten.
ADM/GD/Algemene zaken
4
M08BO013
Artikel 11 Bij consensus van de aanwezige leden kan de volgorde van de agendapunten ter zitting worden gewijzigd of kunnen agendapunten worden toegevoegd of weggelaten.
Afdeling 3 – Technische adviseurs Artikel 12 Elke geleding kan zich door één of meerdere technische adviseurs laten bijstaan op de vergaderingen van het LOC op voorwaarde dat de geleding die van deze mogelijkheid gebruik wenst te maken, de andere geleding hiervan ten laatste op de vijfde kalenderdag voorafgaand aan de dag waarop de vergadering van het LOC doorgaat, op de hoogte stelt. Indien het initiatief uitgaat van de geleding inrichtende macht, verwittigt de voorzitter van het LOC de secretaris. Indien het initiatief uitgaat van de geleding van het personeel, verwittigt de secretaris de voorzitter van het LOC. Wanneer een geleding technische adviseurs uitnodigt, heeft dit automatisch tot gevolg dat ook de andere geleding zich kan laten bijstaan door technische adviseurs. Indien geen van beide geledingen ter zake een initiatief heeft genomen, worden er geen technische adviseurs toegelaten op de vergadering van het LOC.
Afdeling 4 – Notulen Artikel 13 De secretaris stelt de notulen van de vergadering op. Na ondertekening door de voorzitter en de secretaris bezorgt de secretaris een afschrift van de notulen aan alle leden van het LOC en aan de permanente adviseur(s). Dit gebeurt door verzending via de post of door afgifte tegen afgiftebewijs en binnen een termijn van vijftien kalenderdagen na de vergadering.
Artikel 14 § 1. Na de ontvangst van de notulen beschikken de leden over een termijn van vijftien kalenderdagen om hun opmerkingen schriftelijk aan de voorzitter mee te delen. De postdatum van de verzending of de datum van het afgiftebewijs zijn bepalend voor de termijn. § 2. Worden er binnen de in § 1 bedoelde termijn geen opmerkingen gemaakt, dan zijn de notulen definitief. § 3. In het tegengestelde geval worden de opmerkingen door de voorzitter onverwijld bezorgd aan de secretaris die ze doorstuurt naar de leden. De opmerkingen worden onderzocht tijdens de eerstvolgende vergadering.
ADM/GD/Algemene zaken
5
M08BO013
Artikel 15 De voorzitter deelt de besluiten van de vergadering die naar het oordeel van het LOC een dringende uitvoering vergen, onmiddellijk mee aan de inrichtende macht.
Afdeling 5 – Protocol Artikel 16 Na onderhandelingen maakt de voorzitter een ontwerp van protocol op overeenkomstig artikel 34 van het decreet en legt het binnen de vijftien kalenderdagen na het beëindigen van de onderhandelingen via de secretaris voor akkoord voor aan alle leden van het LOC.
Artikel 17 De leden van het LOC beschikken over een termijn van vijftien kalenderdagen om hun opmerkingen schriftelijk aan de voorzitter over te maken.
Artikel 18 Worden binnen de in artikel 17 bepaalde termijn geen opmerkingen voorgesteld, dan wordt het ontwerp de definitieve tekst van het protocol. In het tegengestelde geval moet de voorzitter het LOC onverwijld bijeenroepen om de opmerkingen te bespreken. Daarna stelt de voorzitter de definitieve tekst van het protocol op.
Artikel 19 Een afschrift van de definitieve tekst van het protocol wordt door de secretaris aan alle leden van het LOC bezorgd.
Artikel 20 De secretaris nodigt alle leden van het LOC uit om binnen een bepaalde termijn het protocol te komen ondertekenen op de zetel van het LOC.
HOOFDSTUK VI – FACILITEITEN Artikel 21 De voorzitter van het LOC neemt, in samenspraak met de secretaris, de nodige maatregelen opdat de secretaris de taken die hem worden opgelegd naar behoren kan uitoefenen.
ADM/GD/Algemene zaken
6
M08BO013
Artikel 22 De leden van het LOC kunnen over de documentatie beschikken die noodzakelijk is opdat ze hun taak in het LOC naar behoren kunnen uitvoeren.
Artikel 23 De voorzitter bepaalt in samenspraak met de secretaris het aanvangsuur van de vergaderingen van het LOC, rekening houdend met de noodwendigheden van pedagogische en organisatorische aard, met dien verstande dat de vergaderingen in de regel plaatshebben tijdens of aansluitend op de schooluren. Afwijkingen op deze regel zijn voorwerp van overleg in het LOC. Indien geen consensus wordt bereikt, beslist de voorzitter over het aanvangsuur van de vergaderingen.
HOOFDSTUK VII – CENTRAAL PARITAIR COMITÉ Artikel 24 De leden van het LOC die het Centraal Paritair Comité verzoeken om in het kader van artikel 54 van het decreet op te treden, bezorgen een afschrift van het verzoek aan de voorzitter van het LOC die het via de secretaris aan alle leden bezorgt.
HOOFDSTUK VIII – COMMUNICATIE MET DE PARTICIPATIERAAD Artikel 25 § 1. De voorzitter van het LOC deelt bij het begin van het schooljaar de data van de geplande vergaderingen mee aan de voorzitter(s) van de participatiera(a)d(en) van de scho(o)l(en) waarvoor het LOC is opgericht. Tevens brengt hij hem ook op de hoogte van de eventuele bijkomende vergaderingen. § 2. De secretaris bezorgt de voorzitters van de in § 1 bedoelde participatieraden de agenda en de notulen van elke vergadering.
HOOFDSTUK IX – INWERKINGTREDING VAN EN WIJZIGINGEN AAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel 26 Dit huishoudelijk reglement treedt onmiddellijk in werking en geldt voor onbepaalde duur.
Artikel 27 § 1. Behoudens voor artikel 3 moet een voorstel tot wijziging van het huishoudelijk reglement schriftelijk ingediend worden bij de voorzitter. De redenen om het reglement ADM/GD/Algemene zaken
7
M08BO013
te wijzigen, de te wijzigen artikels en een voorstel van tekstwijziging dienen te worden toegevoegd. Deze wijzigingen moeten bij consensus aanvaard worden. § 2. Artikel 3 wordt aangepast wanneer er, na een nieuwe samenstelling van het LOC, conform het decreet minder of meer vertegenwoordigers van het personeel zijn.
ADM/GD/Algemene zaken
8
M08BO013
BIJLAGE: TOELICHTING BIJ HET MODEL VAN “HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE LOKALE ONDERHANDELINGSCOMITÉS IN HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS”: TOEPASSING VAN HET DECREET VAN
5 APRIL 1995
TOT OPRICHTING VAN ONDERHANDELINGSCOMITÉS IN HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS
1
TER SITUERING
In het uitvoerig document als bijlage gevoegd bij de mededeling van 12 juli 1995, ref. VSKO/DIM/95.6, hebben het VSKO en de Verbonden toelichtingen en commentaar verschaft omtrent de toepassingsmodaliteiten van de decretale bepalingen m.b.t. de oprichting van de lokale onderhandelingscomités (LOC’s), ook voor wat betreft het door het Centraal Paritair Comité opgesteld model van kiesreglement. In punt 5.2 van het hierboven vermeld document van 12 juli 1995 werd aangekondigd dat het VSKO en de Verbonden te gepasten tijde concrete gegevens zouden bezorgen omtrent het “huishoudelijk reglement” van het LOC. In § 1 van artikel 24 van het decreet van 5 april 1995 wordt immers gesteld dat elk LOC een huishoudelijk reglement dient op te stellen. In § 2 van hetzelfde artikel 24 wordt hieraan toegevoegd dat indien er binnen een termijn van drie maanden na de oprichting van het LOC, geen akkoord is over een huishoudelijk reglement, het model van huishoudelijk reglement opgesteld door het Centraal Paritair Comité (CPC) van toepassing is. U vindt als bijlage het model van huishoudelijk reglement zoals het op 26 oktober 1995 door het CPC unaniem werd goedgekeurd. Dit model zal ook door het departement onderwijs naar alle betrokken scholen worden gestuurd, samen met de tekst van het bijbehorende besluit van het CPC. Zoals hierboven reeds gesteld, moeten de LOC’s die drie maanden na de oprichting van het LOC niet over een eigen, binnen het LOC in gemeen overleg opgesteld, huishoudelijk reglement beschikken, dit model als hun huishoudelijk reglement beschouwen. Belangrijke opmerking Zolang de termijn van drie maanden na de oprichting van het LOC niet is afgesloten zou het LOC, mede op basis van het thans aangereikte model, nog een eigen huishoudelijk reglement kunnen opstellen. Aangezien echter de geleding inrichtende machten en de geleding personeel zich binnen het CPC, na grondige besprekingen, volmondig akkoord hebben kunnen verklaren met het door het CPC uitgewerkte model, zijn het VSKO en de betrokken Verbonden van oordeel dat, behoudens uitzonderlijk situaties, er geen aanleiding toe bestaat om van het model af te wijken. In punt 2 hieronder worden toelichtingen en commentaar bezorgd bij de tekst van het te gebruiken model van huishoudelijk reglement. In punt 3 hieronder worden vervolgens aanvullende toelichtingen verschaft m.b.t. een bepaalde toepassingsmodaliteit van het decreet van 5 april 1995. ADM/GD/Algemene zaken
9
M08BO013
2
MODEL VAN HUISHOUDELIJK REGLEMENT
2.1
Decretale basis voor de inhoudelijke invulling van het huishoudelijk reglement
De materies die in het huishoudelijk reglement aan bod moeten komen, staan opgesomd in artikel 24, § 1 van het decreet van 5 april 1995 (zie tekst van het decreet als bijlage gevoegd bij de mededeling van 24 april 1995, ref. VSKO/DIM/95.3). In dat artikel 24, § 1 worden, mat verwijzing naar artikel 21, § 1, punt 4°, o.m. als materie opgegeven, de “toestanden van onverenigbaarheid die van rechtswege een einde stellen aan het mandaat van lid van het LOC”. Het Centraal Paritair Comité is er evenwel vanuit gegaan dat er geen aanleiding toe bestond in het model van huishoudelijk reglement hieromtrent bepalingen op te nemen.
2.2
Besluit van het Centraal Paritair Comité (CPC) van 26 oktober 1995
Het door het CPC uitgewerkte “model van huishoudelijk reglement” werd door het CPC bij besluit van 26 oktober 1995 unaniem formeel goedgekeurd en door de voorzitter, de secretaris en alle leden ondertekend.
2.3
Model van huishoudelijk reglement
2.3.1 Artikel 2 Naargelang het LOC voor één school (“een LOC per school”) of voor meerdere scholen (“een LOC per pedagogische entiteit” of “één loc per maximum vijf scholen samen”) is opgericht, wordt in het artikel 2 de benaming, het adres en het stamnummer van de betrokken school of scholen vermeld. In de tweede alinea van het artikel 2 moet het adres van de zetel van het LOC worden ingevuld. Dit is vooral van belang wanneer het LOC voor meerdere scholen is opgericht.
2.3.2 Artikel 3 Het aan te duiden aantal mandaten per geleding wordt vastgesteld conform de bepalingen van artikel 14, § 2 (berekening van het aantal mandaten) en van artikel 15 (mogelijke beperking van het aantal effectieve leden) van het decreet van 5 april 1995 (zie punt 2.2 van het hierboven vermeld document van 12 juli 1995).
2.3.3 Artikel 4, §§ 1 en 2 In de §§ 1 en 2 van artikel 4 is er sprake van het invullen via verkiezingen van een ingevolge een vermindering van het aantal vakbondsafgevaardigden “opengekomen mandaat van vertegenwoordiger van het personeel” (§ 1) en van het organiseren van ADM/GD/Algemene zaken
10
M08BO013
tussentijdse verkiezingen wanneer bij het vroegtijdig beëindigen van het mandaat van een verkozen lid van de geleding personeel, “het aantal opvolgers is uitgeput” (§ 2). Tenzij het LOC, binnen de termijn van één jaar na de oprichting van het LOC, een akkoord heeft bereikt over een eigen kiesreglement, is ook voor deze verkiezingen het door het CPC uitgewerkt model van kiesreglement van toepassing (zie tekst gevoegd bij het hierboven vermeld document van 12 juli 1995).
2.3.4 Artikel 4, § 3 In § 3 van artikel 4 wordt bevestigd dat bij vervanging van effectieve leden van de geleding personeel, het mandaat van de nieuwe effectieve leden eindigt zoals voor de oorspronkelijke effectieve leden was voorzien.
2.3.5 Artikel 5 In toepassing van dit artikel zal bij de notulen van de eerste vergadering van het LOC, een lijst worden gevoegd met: -
de namen van de vertegenwoordigers van de inrichtende macht, met aanduiding van de voorzitter van het LOC;
-
de namen van de vertegenwoordigers van het personeel, met aanduiding van de secretaris van het LOC en van enerzijds de van rechtswege zetelende vertegenwoordigers (vakbondsafgevaardigden) en anderzijds de verkozen vertegenwoordigers;
-
de naam (namen) van de permanente adviseur(s) (directeur of directeurs die niet als vertegenwoordigers van de inrichtende macht zijn aangesteld).
Bij elke wijziging zal een bijgewerkte nominatieve lijst bij de notulen van de eerstvolgende vergadering van het LOC worden gevoegd.
2.3.6 Artikelen 6, 7 en 8: (vergen geen commentaar) 2.3.7 Artikel 9 Volgens § 1 van artikel 9 moeten de uitnodigingen uiterlijk tien kalenderdagen vóór de vergadering, door de secretaris aan de leden en de permanente adviseur(s) worden bezorgd. In § 2 van hetzelfde artikel wordt gesteld dat bij niet-naleving van de termijn van tien kalenderdagen, de ter zitting aanwezige leden, in consensus oordelen of er agendapunten behandeld worden en, zo ja, dewelke. Bijgevolg zullen er in die omstandigheden, slechts agendapunten kunnen behandeld worden wanneer alle aanwezige leden daarmee instemmen.
ADM/GD/Algemene zaken
11
M08BO013
2.3.8 Artikel 10: (vergt geen commentaar) 2.3.9 Artikel 11 Het ter zitting toevoegen of weglaten van agendapunten of wijzigen van de volgorde van de agendapunten kan slechts bij consensus van de aanwezige leden gebeuren, m.a.w. wanneer alle aanwezige leden daarmee instemmen.
2.3.10 Artikel 12 De geleding die zich op een vergadering van het LOC door één of meerdere technische adviseurs wil laten bijstaan, moet hiervan de andere geleding vooraf op de hoogte stellen. De mededeling dient te gebeuren ten laatste op de vijfde kalenderdag vóór de dag waarop de vergadering plaats heeft. Naargelang het initiatief uitgaat van de geleding inrichtende macht of van de geleding personeel gebeurt deze mededelingen respectievelijk door de voorzitter via de secretaris aan de leden van de geleding personeel of door de secretaris via de voorzitter aan de geleding inrichtende macht. Wanneer een geleding tijdig de andere geleding van haar voornemen heeft ingelicht, kan de andere geleding zich zonder voorafgaandelijke verwittiging ook door één of meerdere technische adviseurs laten bijstaan. Indien door geen van beide geledingen binnen de vastgestelde termijn melding werd gemaakt van de aanwezigheid van technische adviseurs, worden er geen technische adviseurs tot de vergadering toegelaten.
2.3.11 Artikelen 13 en 14 In deze artikelen wordt volgende procedure voorzien voor het tot stand komen van de notulen van de vergaderingen van het LOC: -
de notulen worden opgesteld door de secretaris,
-
de notulen worden vervolgens ondertekend door de voorzitter en de secretaris,
-
een afschrift van de ondertekende notulen worden door de secretaris, binnen een termijn van vijftien kalenderdagen na de vergadering, aan alle leden en aan de permanente adviseur(s) bezorgd door verzending via de post of door afgifte tegen afgiftebewijs,
-
eventuele opmerkingen op de notulen worden door de leden, binnen een termijn van vijftien kalenderdagen na ontvangst van de notulen, schriftelijk meegedeeld aan de voorzitter: -
wanneer er binnen de vastgestelde termijn geen opmerkingen worden geformuleerd, dan zijn de notulen definitief,
-
wanneer er binnen de vastgestelde termijn wel opmerkingen worden geformuleerd, worden deze opmerkingen door de voorzitter via de secretaris
ADM/GD/Algemene zaken
12
M08BO013
onverwijld aan alle leden bezorgd en worden ze door het LOC tijdens de eerstvolgende vergadering onderzocht. De conclusies worden in de notulen van deze vergadering opgenomen.
2.3.12 Artikel 15: (vergt geen commentaar) 2.3.13 Artikelen 16 tot 20 In de artikelen 16 tot en met 20 wordt beschreven hoe, na onderhandelingen over één of meerdere van de in artikel 32 van het decreet van 5 april 1995 opgesomde materies, het af te sluiten protocol tot stand komt. Hierbij wordt volgende procedure gevolgd: -
door de voorzitter van het LOC wordt een ontwerp van protocol opgesteld. Overeenkomstig artikel 34 van het decreet van 5 april 1995 moeten in dit protocol de conclusies van de onderhandelingen worden opgenomen met vermelding: -
ofwel van het éénparig akkoord van de afvaardiging van de inrichtende macht en van alle vertegenwoordigers van het personeel,
-
ofwel, indien geen éénparig akkoord werd bereikt, de respectieve standpunten;
-
het ontwerp van protocol wordt binnen de vijftien kalenderdagen na het beëindigen van de onderhandelingen, via de secretaris, voor akkoord aan alle leden voorgelegd;
-
binnen een termijn van vijftien kalenderdagen na ontvangst van het ontwerp van protocol, kunnen de leden van het LOC hun eventuele opmerkingen schriftelijk aan de voorzitter overmaken,
-
-
wanneer de voorzitter binnen de vastgestelde termijn geen opmerkingen heeft ontvangen, wordt het ontwerp van protocol de definitieve tekst van het protocol,
-
wanneer de voorzitter binnen de vastgestelde termijn wel opmerkingen heeft ontvangen, wordt het LOC door de voorzitter onverwijld bijeengeroepen om de opmerkingen te bespreken; daarna stelt de voorzitter de definitieve tekst van het protocol op;
De secretaris bezorgt aan alle leden de definitieve tekst van het protocol en nodigt ze uit om het protocol binnen een bepaalde termijn op de zetel van het LOC te komen ondertekenen.
2.3.14 Artikelen 21 en 23: (vergen geen commentaar) 2.3.15 Artikel 23 Het aanvangsuur van de vergaderingen van het LOC wordt door de voorzitter bepaald in samenspraak met de secretaris. Hierbij wordt rekening gehouden met de plaatselijke noodwendigheden van pedagogische en organisatorische aard. De vergaderingen gaan in de regel door tijdens of aansluitend op de schooluren. Met “aansluitend op de schooluren” wordt bedoeld dat de vergadering een aanvang neemt uiterlijk één uur na het laatste lesuur. ADM/GD/Algemene zaken
13
M08BO013
Na overleg binnen het LOC kan van deze regel afgeweken worden. Indien hierbij geen consensus wordt bereikt, beslist de voorzitter over het aanvangsuur van de vergaderingen.
2.3.16 Artikel 24 Hier wordt verwezen naar artikel 54 van het decreet van 5 april 1995. Volgens dat artikel is het Centraal Paritair Comité bevoegd om: -
“bemiddelend op te treden ten aanzien van een LOC op verzoek van minstens twee leden van een geleding”
en -
“inbreuken op de bepalingen van het decreet vast te stellen die de goede werking van het LOC op duurzame wijze onmogelijk maken”.
De leden van het LOC die binnen deze bevoegdheid een beroep wensen te doen op het CPC moeten een afschrift van hun verzoek aan de voorzitter van het LOC bezorgen. Een kopie van het afschrift wordt door de voorzitter, via de secretaris, aan alle leden bezorgd.
2.3.17 Artikel 25 Met dit artikel wordt uitvoering gegeven aan artikel 24, punt 9° van het decreet van 5 april 1995 waarbij wordt gesteld dat het huishoudelijk reglement o.m. “de wijze van communicatie met de participatieraad, inzonderheid de wijze van communicatie wat betreft de wederzijdse agenda’s” dient te bepalen.
2.3.18 Artikel 26 Voor de LOC’s die geen eigen huishoudelijk reglement hebben uitgewerkt treedt de door het Centraal Paritair Comité uitgewerkte tekst als huishoudelijk reglement in werking uiterlijk vanaf de vierde maand na de oprichting van het LOC. Melding moet hiervan worden gemaakt in de notulen van de eerstvolgende vergadering na de inwerkingtreding van het huishoudelijk reglement.
2.3.19 Artikel 27 In dit artikel wordt de te volgen procedure bepaald voor het eventueel wijzigen van het huishoudelijk reglement. Wijzigingen aan het huishoudelijk reglement moeten door het LOC bij consensus aanvaard worden. Het VKSO en de Verbonden zijn van oordeel dat, behoudens uitzonderlijke situaties, er geen aanleiding toe bestaat om de door het Centraal Paritair Comité aangereikte tekst te wijzigen.
ADM/GD/Algemene zaken
14
M08BO013
3
AANVULLENDE TOELICHTINGEN BIJ DE TOEPASSING VAN HET DECREET VAN 5 APRIL 1995 – VERPLICHTING TOT OPRICHTING VAN EEN LOC
Volgens artikel 12 van het decreet van 5 april 1995 moet iedere inrichtende macht voor elk van haar scholen (eventueel per pedagogische entiteit of voor vijf scholen samen) een LOC oprichten. De oprichting ervan moet in principe uiterlijk op 1 september 1995 gebeuren. De berekeningswijze van het aantal mandaten per geleding is vastgelegd in artikel 14, § 2 van hetzelfde decreet (zie ook punt 2.2 van het document “Toelichtingen en commentaar bij …” van 12 juli 1995). Volgens de bepalingen van hetzelfde artikel 14, § 2 is het minimum aantal mandaten van effectief lid per geleding vastgesteld op twee. Op grond van artikel 17 van hogervermeld decreet worden de mandaten van de geleding personeel van rechtswege toegewezen aan de vakbondsafgevaardigden. Indien er in de school of scholen waarvoor een LOC moet worden opgericht, echter slechts één of geen vakbondsafgevaardigden beschikbaar zijn, moeten er voor de overige toe te wijzen mandaten, verkiezingen worden georganiseerd. Indien de betrokken personeelsverenigingen of vakorganisaties, na daartoe door de inrichtende macht uitdrukkelijk te zijn aangesproken, voor die verkiezingen geen kandidaten hebben voorgedragen, konden er uiteraard geen mandaten bij verkiezing worden toegewezen. In dat geval zal de inrichtende macht moeten vaststellen dat zelfs het vastgelegd minimum aantal mandaten van de geleding personeel niet kan worden ingevuld en dat bijgevolg er geen LOC kan worden opgericht. In de betrokken school of scholen zal het overleg inrichtende macht-personeel verder gebeuren zoals voorheen het geval was.
ADM/GD/Algemene zaken
15