Infobrochure type 2. Gesubsidieerd Vrij Buitengewoon Basis Onderwijs. Vzw. De Ranken

Infobrochure type 2 Gesubsidieerd Vrij Buitengewoon Basis Onderwijs Vzw. De Ranken

De Sprankel Nekkerspoelstraat 358 A 2800 Mechelen Tel. 015/20 25 38 [email protected] www.buodesprankel.be

1

laatste aanpassing: 16/01/2013

Index Voorwoord

p. 3

I. Het buitengewoon onderwijs A.Algemeen B.Voor wie is dit type bestemd? C.Wat bieden wij aan binnen type 2?

p. p. p. P.

II. Onze school specifiek A. Hoe werken wij binnen onze school? 1. Het attest type 2 2. Pedagogische eenheden 3. Leerdomeinen 3.1. Communicatie en taal 3.2. Leren leren 3.3. Motorische ontwikkeling 3.4. Muzische vorming 3.5. Sociale en emotionele ontwikkeling 3.6. Wereldoriëntatie 3.7. Functioneel rekenen 4. Bijzondere omkadering 4.1. Orthopedagoge 4.2. Bijzondere leerkracht individueel onderwijs (blio) 4.3. Logopedist(e) 4.4. Kinesist(e) 4.5. Verpleegster/er 4.6. Kinderverzorgster 4.7. Leerkracht godsdienst 4.8. Leerkracht lichamelijke opvoeding 4.9. Leerkracht muzische vorming 4.10. Pad-leerkracht 4.11. Leerkracht ICT 4.12. Ergotherapeut(e) 4.13. Lkr. zelfredzaamheid en gezondheidsopvoeding 5. Hoe wordt een kind in onze school gevolgd? 6. Doorstroming naar het buitengewoon secundair B. Praktische informatie 1. Dagindeling en schoolactiviteiten 2. Busvervoer 3. Oudersamenwerking Slot

p. 6 P. 6 p. 6 p. 6 p. 7 p. 7 p. 8 p. 8 p. 9 p. 9 p. 10 p. 11 p. 11 p. 11 p. 12 p. 12 p. 12 p. 14 p. 14 p. 14 p. 14 p. 15 p. 15 p. 16 p. 16 p. 17 P. 17 p. 17 p. 18 p. 18 p. 18 p. 19 p. 19

4 4 5 5

2 >>De Sprankel BuBaO>>SCHOOLWERKPLAN>>E. wat is type 2>>E.1 infobrochure type 2


Voorwoord

In deze brochure willen we de werking binnen onze type 2-afdeling in het bijzonder voorstellen. Wij hopen op een goede samenwerking en willen samen met u, uw kind een stukje begeleiden op zijn of haar weg in het leven.

Het schoolteam.



I. HET BUITENGEWOON ONDERWIJS.

A. Algemeen. Elk kind groeit op met zijn eigen emotionele, sociale, verstandelijke en motorische vaardigheden. Om tot een harmonische ontwikkeling te komen is er een juiste wisselwerking nodig tussen deze vier elementen. Wanneer kinderen op één of ander vlak te erg uitvallen, kunnen zij in het gewoon onderwijs niet meer worden opgevangen. Deze kinderen vragen een andere benadering, een andere opvoeding en speciaal onderwijs. Zij kunnen terecht in het Buitengewoon Onderwijs. Het CLB kan hierbij hulp bieden. Afhankelijk van de noden en de problemen verwijzen zij een kind naar één van de acht types voor Buitengewoon Onderwijs. Een attest, afgeleverd door het CLB of een bevoegde instantie is nodig om in aanmerking te komen voor het buitengewoon onderwijs. Het buitengewoon onderwijs is onderverdeeld in 8 verschillende types. De indeling in types gebeurt op basis van de bijzondere opvoedings- en onderwijsbehoeften die een bepaalde groep leerlingen gemeenschappelijk heeft. Type 1: kinderen met licht mentale beperking. Type 2: kinderen met matige of ernstige mentale beperking. Type 3: kinderen met ernstige emotionele en /of gedragsproblemen. Type 4: kinderen met een fysieke beperking. Type 5: kinderen die opgenomen zijn in een ziekenhuis of een preventorium. Type 6: kinderen met een visuele beperking. Type 7: kinderen met een auditieve beperking. Type 8: kinderen met ernstige leerproblemen die je niet door een mentale stoornis kan verklaren.



B. Voor wie is type 2 bestemd ? Als kinderen een algemene achterstand op het communicatieve vlak, het sociale vlak, het psycho-sensomotorische vlak, het cognitieve vlak en het emotionele vlak hebben, kunnen ze terecht in onze T2-afdeling. Afhankelijk van het kind heeft het meer of minder begeleiding nodig bij zijn verdere persoonsontwikkeling. Het kind kan starten in het Buitengewoon Kleuteronderwijs (Bu.KO.) vanaf 2,5 jaar. Het Buitengewoon Lager Onderwijs (Bu.LO.) is er voor jongens en meisjes van 6 jaar tot 13 jaar met de mogelijkheid tot verlenging tot 15 jaar.

C. Wat biedt het Buitengewoon Onderwijs type 2 ? De prioriteit gaat naar de training van de zelfredzaamheid, het uitbreiden van communicatievaardigheden, het aanleren van vaardigheden die leiden tot sociaal aangepast gedrag en het aanbrengen van schoolse vaardigheden. Voor die kinderen die in de mogelijkheid zijn om te leren lezen, rekenen en schrijven, bieden wij dit aan. Dit houdt zowel het voorbereidend leren, het functionele leren en het schoolse leren in. In onze school wordt gestart op het ontwikkelingsniveau van het kind. Afhankelijk hiervan wordt een programma opgesteld. Zo kan gewerkt worden op een aangepast niveau en een haalbaar tempo. Het kind ervaart dat het talenten heeft en tekorten maar dat het hier krediet krijgt en de ruimte die hij/zij nodig heeft. Het gevoel van erbij te horen, is voor elk kind erg belangrijk. In dit kader kan het kind een positief zelfbeeld opbouwen. Een team van gespecialiseerd personeel kan hem zo nodig begeleiden.



II. ONZE SCHOOL SPECIFIEK Onze school behoort tot de V.Z.W De Ranken waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in de Molenbergstraat 4 (Don Boscoschool) te 2800 Mechelen. De voorzitter-gevolmachtigde is de heer W. Buys. De directeur van de school is Marijke Vanroy.

A. Hoe werken wij binnen onze school ? 1. Het attest type 2 Voor de inschrijving van een leerling in het buitengewoon onderwijs, is een verslag vereist waarin wordt aangegeven welk type van buitengewoon onderwijs aan zijn of haar behoeften beantwoordt. Dit verslag wordt opgesteld door een CLB of ander bevoegde dienst. Men gaat de volgende aspecten van de ontwikkeling van de leerling onderzoeken:  Een medisch onderzoek van de algemene gezondheidstoestand, met speciale aandacht voor de stoornissen en de afwijkingen waardoor het kind achterstand oploopt.  Een psychologisch onderzoek waarbij het kind wordt getest op zijn verstandelijke en emotionele ontwikkeling.  Een pedagogisch onderzoek waarbij de exacte vaststelling van het verworven ontwikkelingspeil en de achterstand wordt bepaald.  Een sociaal onderzoek omdat het belangrijk is de naaste omgeving van het kind te leren kennen, ook de culturele en affectieve omstandigheden en de houding van de omgeving. Van dit grondig onderzoek wordt een verslag gemaakt dat de oriëntering naar het Buitengewoon Onderwijs verantwoordt. Daarbij hoort een attest dat zegt in welk type een kind kan ingeschreven worden. Verslag en attest samen vormen het advies tot het volgen van Buitengewoon Onderwijs.

2. Pedagogische eenheden : Onze afdeling telt momenteel 8 klassen, pedagogische eenheden genoemd (P.E.) geleid door een klastitularis. De klasgroepen worden zeer klein gehouden, maximum 8 leerlingen. 6 >>De Sprankel BuBaO>>SCHOOLWERKPLAN>>E. wat is type 2>>E.1 infobrochure type 2

laatste aanpassing: 16/01/2013 Bij het samenstellen van onze groepen houden we rekening met niveau, beperking en leerbaarheid. Voor kinderen met autisme voorzien we speciale aanpassingen binnen de klasgroep. Wij hebben geen aparte autiklassen. De kinderen krijgen 28 lestijden onderwijs waarvan er 22 lestijden gegeven worden door de klastitularis en 6 lestijden door bijzondere leermeesters. Als het nodig is, kunnen de kinderen extra ondersteuning krijgen van een logopedist, een kinesist, een orthopedagoog, een bijzondere leermeester individueel onderwijs (blio), PAD-leerkracht, ergotherapeut, een kinderverzorgster en een verpleegster/er. Deze begeleiding kan gebeuren in groep of individueel en kan aanvullend of ondersteunend zijn.

3. Leerdomeinen: Binnen het type 2-onderwijs wordt aandacht besteed aan onderstaande leerdomeinen. Deze leerdomeinen lopen als een rode draad doorheen alle activiteiten. Het aanbod is afhankelijk van de individuele noden van elk kind. Elke ouder die dit leest, kent zijn kind het best en weet wat voor zijn kind van toepassing is en wat niet.

3.1. Communicatie en taal Bij onze leerlingen merken we grote verschillen in mogelijkheden. Er zijn leerlingen waarbij het spreken moeizaam verloopt. Daarom is het zo belangrijk om voldoende aandacht te besteden aan alle vormen van communicatie opdat onze kinderen zo optimaal mogelijk door anderen begrepen zouden worden en zelf anderen kunnen begrijpen. Tijdens alle activiteiten wordt er hier op gewerkt. Dat kan gaan over het aanduiden op de daglijn van de activiteit die gaat komen, luisteren naar een verhaal, verwoorden wat je nodig hebt om een pannenkoek te bakken, een boodschap doen, … Binnen de school werken we met het BETA-programma. BETA is een computerondersteunend systeem dat de communicatie vergemakkelijkt met personen die geen of onvoldoende gebruik kunnen maken van de gesproken of geschreven taal. 7 >>De Sprankel BuBaO>>SCHOOLWERKPLAN>>E. wat is type 2>>E.1 infobrochure type 2

laatste aanpassing: 16/01/2013 De basis van BETA is een alfabetisch geordend prentenboek. Vanuit dit communicatieboek kunnen de leerkrachten naar believen zinnen vormen, oefeningen samenstellen per niveau van de leerling of van de taalgroep. Voordelen:  De kinderen hebben er met dit systeem een uitdrukkingsvorm bij.  Kinderen ervaren dit systeem als een vorm van “lezen” en zijn daar fier op.  De telkens terugkerende associatie van woord aan beeld maakt dat sommige woordbeelden blijven beklijven: dit is zeker het geval bij sommige leerlingen met een sterk visueel geheugen zoals b.v. lln. met autisme  Het bevordert de zelfstandigheid: kinderen kunnen een opdracht d.m.v. prentlezen ontleden en onmiddellijk aan de slag gaan. Voor die kinderen die in de mogelijkheid zijn om te leren lezen en schrijven, bieden wij dit aan. De activiteiten staan in functie van het voorbereidend of het aanvankelijk lezen. Er wordt een aangepaste leesmethode “ stap voor stap” van Veilig leren lezen aangeboden. Indien dit niet haalbaar is, wordt er overgestapt op functioneel lezen van globaalwoorden, b.v. woorden over voeding. Pictogrammen en signaalwoorden worden aan de ganse groep aangeboden. Indien mogelijk wordt functioneel lezen en schrijven ingeoefend, b.v. naam en adres schrijven, dagen, maanden schrijven, de juiste datum lezen en schrijven.

3.2. Leren leren We willen we de kinderen meer inzicht in hun eigen denken en hun gedrag geven. We besteden aandacht aan motivatie: het durven en willen leren, denken en doen. We streven naar zelfstandigheid en naar kunnen doorzetten. De leerlingen worden doorheen de ganse dag aangemoedigd, gestimuleerd om informatie op te nemen, te verwerken en weer te geven.

3.3. Motorische ontwikkeling Aan het stimuleren van de motorische vaardigheden werken verschillende teamleden: de leerkracht lichamelijke opvoeding, de leerkracht expressie, de klasleerkracht en de kinesist. 8 >>De Sprankel BuBaO>>SCHOOLWERKPLAN>>E. wat is type 2>>E.1 infobrochure type 2

laatste aanpassing: 16/01/2013 Beweging is noodzakelijk om zich te ontwikkelen op alle vlakken. Door te kijken, te ruiken, te voelen en te bewegen ontdekt het kind zichzelf en de wereld. Via Sherborne en het snoezelen staat het ervaren en het beleven van zichzelf centraal. Verder is het belangrijk dat elk kind tot een goed bewustzijn van het eigen lichaam komt. Het kind moet de grenzen van het eigen lichaam kennen. B.v. wie is in onze klas een jongen, lichaamsdelen benoemen, aanduiden op een foto, … In de klas wordt tevens aandacht besteed aan de ontwikkeling van de fijnmotorische vaardigheden. B.v. knippen en plakken, sorteren, zelf nemen en klaar leggen van materiaal, de computer bedienen, rits sluiten, jas aan de kapstok, voelen, puzzelen, constructiespelen, …

3.4. Muzische vorming Tijdens deze activiteiten oefenen we die vaardigheden die een kind nodig heeft om zijn vrije tijd goed te gebruiken en zinvol in te vullen. Maar door te spelen en muzisch bezig te zijn, oefenen kinderen verschillende vaardigheden. Enkele voorbeelden: imiteren door bewegingen , samenwerken aan een collage, gezelschapsspellen, voordragen, muziek, ritme,…

3.5. Sociaal-emotionele ontwikkeling In onze samenleving gaat veel aandacht naar kennis en presteren. Maar nog belangrijker zijn de sociale vaardigheden en het sociaal inzicht. In onze school werken we op een speciale manier aan deze vaardigheden namelijk via het PAD-programma. We richten ons op de volgende punten:  Wanneer je van streek bent, eerst nadenken voordat je iets doet. Op de speelplaats en in de klas zijn plaatsen voorzien waar je kan gaan “padden” (nadenken, tot rust komen).  We gaan het gevoel van eigenwaarde versterken door mekaar complimentjes te geven en door complimentjes te leren ontvangen. De leerling die “ kind van de dag/ de week” is, krijgt op allerlei manieren complimentjes.  Leren praten over gevoelens en gemoedstoestanden.  Beter beseffen en begrijpen hoe je gedrag anderen beïnvloedt. 9 >>De Sprankel BuBaO>>SCHOOLWERKPLAN>>E. wat is type 2>>E.1 infobrochure type 2

laatste aanpassing: 16/01/2013 

Vaardiger worden in het voorkomen en oplossen van problemen en conflicten.

We besteden de ganse dag door aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen maar ook tijdens vaste momenten wordt er op een speelse manier rond gewerkt.

3.6. Wereldoriëntatie Dit leergebied kunnen we opsplitsen in 4 onderdelen: Mens en natuur: we besteden aandacht aan gezonde leefgewoontes, zintuiglijke waarnemingen, liefde en respect voor de natuur, op ontdekking in de wereld.  Tijd en ruimte: voor type 2 kinderen is het belangrijk dat men hen structuur geeft. De omgeving en de dagindeling moeten zo duidelijk mogelijk gemaakt worden. In de klas wordt dit duidelijk gemaakt door : o Foto’s van personen die die dag in de klas zullen komen (b.v. logopedist, leerkracht expressie, …). o Pictogrammen van lokalen en ruimten waar de kinderen die dag zullen zijn (eetzaal, speelplaats, turnzaal). o Pictogrammen van activiteiten die op één dag worden gedaan (fietsen, snoezelen, koken, lezen, …) Elk kind kan dus ’s morgens samen met de leerkracht, de chronologische horizontale daglijn aflezen, interpreteren. In een later stadium kunnen deze pictogrammen vervangen worden door woordkaarten. 



Redzaamheid: Tijdens deze activiteiten en de ganse dag door hebben we als doel dat het kind zichzelf kan behelpen. Zelfredzaamheid bestaat uit 3 aspecten: o Persoonlijke redzaamheid: elk kind krijgt de kans en wordt aangespoord om zo zelfstandig mogelijk voor zichzelf te zorgen. o Huishoudelijke redzaamheid: allerlei huishoudelijke taken binnen hun eigen kunnen uitvoeren met zo weinig mogelijk hulp. In sommige P.E. komen kookactiviteiten aan bod. o Maatschappelijke redzaamheid: we organiseren activiteiten waarin het kind voorbereid wordt op het leven in de maatschappij. Zoals b.v. boodschappen doen, je veilig leren verplaatsen buiten de school. 10

>>De Sprankel BuBaO>>SCHOOLWERKPLAN>>E. wat is type 2>>E.1 infobrochure type 2


Maatschappij: Om het kind voor te bereiden op deelname aan de maatschappij, brengen wij het zoveel mogelijk zelfredzaamheid bij. Het bijbrengen van deze vaardigheden zal altijd in functie staan van een zo zelfstandig mogelijk leven. Stap voor stap leren ze hun omgeving veroveren.

3.7. Functioneel rekenen Een leerling uit het type 2-onderwijs heeft nood aan functioneel rekenen. We denken hierbij aan b.v. iets kopen, meten en wegen, omgaan met tijd, … We trachten eenvoudige rekenvaardigheden functioneel te maken:  Oefeningen rond rekenvoorwaarden.  Getalbegrip aanbrengen.  Eenvoudig omgaan met inhoud, lengte, gewicht.  Werken met geld.  Kloklezen Voor die kinderen die in de mogelijkheid zijn om te leren rekenen, bieden wij dit aan. Rekening houdend met hun ontwikkelingstempo en vaardigheden werken ze rond getallen en bewerkingen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en cijferen).

4. Bijzondere omkadering :

4.1. Orthopedagoge De orthopedagoge ondersteunt de school op verschillende terreinen: zij richt zich tot kinderen, ouders, leerkrachten en schoolorganisatie. Ze volgt de evaluatie van de kinderen op de voet: bij de inschrijving, via niveaubepaling via klassenraden en overlegmomenten met leerkrachten en eventueel externe diensten (CLB, kinderpsychiatrie,…). Ze staat in voor het verzamelen en bundelen van alle relevante informatie. Ze houdt individuele begeleidingsgesprekken met leerlingen die ondersteuning nodig hebben op sociaal, gedragsmatig, en emotioneel vlak. De ondersteuning van de leerkrachten gebeurt op de meest uiteenlopende wijze. Dit kan variëren van het aanreiken van literatuur tot het samen uitwerken van een gedragskaart, het samen voeren van gesprekken met ouders,… Op niveau van de school begeleidt ze mee de invoering en het concreet maken van vernieuwingen binnen het onderwijs. 11 >>De Sprankel BuBaO>>SCHOOLWERKPLAN>>E. wat is type 2>>E.1 infobrochure type 2


4.2. Bijzondere leerkracht individueel onderwijs BLIO is de afkorting die staat voor Bijzondere Leermeester Individueel Onderwijs. Een leerkracht met een speciale opdracht voor kinderen met bijzondere noden. Het begeleiden van leerlingen met extra moeilijkheden behoort tot haar taak alsook de ondersteuning om zo te kunnen differentiëren. Zij staat mee in voor de toetsing van de leerlingen en de schoolvorderingstesten.

4.3. Logopedist(e) De logopedisten staan in voor de behandeling van spraak-, taal-, lees- en stemstoornissen. Onder deze stoornissen verstaan we: articulatie- of uitspraakmoeilijkheden, vertraagde taalontwikkeling, lees- en schrijfproblemen. Bij het begin van het schooljaar worden tests afgenomen om een gepast handelingsplan op te stellen. De logopedist haalt de kinderen uit de les tijdens de schooluren en begeleidt de leerling op 3 verschillende manieren: individueel, in groep en als ondersteuning in de klas. In de taaltherapie wordt gebruik gemaakt van het Bèta- programma (beeldtaal).

4.4. Kinesist(e) Goed bewegen is belangrijk voor alle kinderen. De kinesist heeft oog voor een spontane en juiste houding en lichaamsbeweging. Dit kadert in de totale ontwikkeling van het kind. Bij aanvang van het schooljaar worden testen of observatieschalen afgenomen van elk kind. Deze peilingen dienen om een beginsituatie te verkrijgen betreffende de motorische en psychomotorische mogelijkheden van het kind. De therapie gebeurt zoals bij de logopedie namelijk op drie manieren: individueel, in groep en als ondersteuning in de klas.


laatste aanpassing: 16/01/2013 Bewegingsproblemen worden onderzocht en behandeld. De basisvaardigheden zoals lopen, springen, tuimelen, traplopen, balvaardigheden, enz. staan op het programma. Specifieke vaardigheden zoals fietsen en zwemmen (van watergewenning tot zweminitiatie) worden geoefend. We trainen de psychomotorische vaardigheden zoals:  het lichaamsschema,  het ruimtelijk inzicht en ruimtelijke oriëntatie,  de lateralisatie met oefeningen op rechts en links,  visuele waarneming,  aandacht en concentratie, werkhouding. Twee exclusieve activiteiten worden door deze kinderen ook gedaan. Het zijn snoezelen en Sherborne. Een woordje uitleg: Snoezelen gebeurt in de daarvoor ingerichte snoezelruimte. In deze rustige ruimte kan ontspanning aangeleerd worden, maar kan er ook sensomotorisch geoefend worden. De kinderen kunnen er prettige ervaringen opdoen:  op het waterbed (wiegen, rollen, ontspannen,...)  in het ballenbad ( spelen, onderstoppen, inspringen,...)  en allerlei stimulerende en aantrekkelijke activiteiten kunnen door de kinderen ontdekt worden. De zintuigen worden geprikkeld. De lichaamsbeleving wordt er gestimuleerd. Met de Sherborne-methode trachten we met de jongste kinderen een zeer goede vertrouwensrelatie uit te bouwen. Dit gebeurt door in groep (begeleiders en kinderen) samenspelend op de mat, nieuwe mogelijkheden van het lichaam te ontdekken en remmingen op te heffen. We stimuleren het zelfvertrouwen en komen zo tot een unieke band tussen opvoeders en de kinderen.

4.5. Verpleegster/er De verpleegster/er staat in voor de medische en sociale begeleiding van de kinderen. Hun taak omvat verpleegkundige en hygiënische zorgen, preventiebegeleiding en gezondheidsopvoeding, huisbezoeken en telefonische contacten, opvang van zieke kinderen, organisatie en begeleiding van medische onderzoeken (medisch 13 >>De Sprankel BuBaO>>SCHOOLWERKPLAN>>E. wat is type 2>>E.1 infobrochure type 2

laatste aanpassing: 16/01/2013 schooltoezicht en eventueel erfelijkheidsonderzoeken), overlegmomenten met allerlei instanties. Opvolgen en geven van medicatie, assisteren bij de individuele sessies in de verschillende P.E, E.H.B.O.- materiaal en apotheek op punt stellen, medische begeleiding van de sport-, bos-, zee- of boerderijklassen, … Er wordt van elk kind een medische fiche bijgehouden. Deze wordt opgesteld aan de hand van het formulier dat door de ouders bij de inschrijving wordt ingevuld. Indien er zich een schoolongeval voordoet, zal de verpleegster/er het kind begeleiden naar dokter en contact opnemen met de ouders.

4.6. Kinderverzorgster De kinderverzorgster geeft algemene ondersteuning in de pedagogische eenheden en dit binnen het klasgebeuren.

4.7. Leerkracht Godsdienst De godsdienstige benadering wil kinderen helpen om te groeien als mens en te bouwen aan een eigen identiteit. Het jaarthema loopt doorheen alle pedagogische eenheden. Dit thema wordt aangepast aan het peil van de kinderen met respect voor ieders eigenheid. In de school beleven we samen kindgerichte vieringen.

4.8. Leerkracht Lichamelijke Opvoeding Tijdens de les lichamelijke opvoeding wordt er gewerkt aan het ontwikkelen van de algemene motorische vaardigheden en het verbeteren van de lichamelijke conditie. Door allerlei sportinitiaties aan te bieden, kan er een aanzet gegeven worden tot sporten als vrijetijdsbesteding. Om de veertien dagen gaan we zwemmen (vanaf 6 jaar).



4.9. Leerkracht Muzische vorming De leerkracht expressie zorgt ervoor dat de creativiteit van onze kinderen tot leven kan komen. Deze expressie- activiteiten hebben in de opvoeding van kinderen een grote waarde voor het maken van contact, de sociale ontwikkeling, auditieve waarneming, … De volgende expressievormen worden door elkaar gebruikt en verweven:  zang  ritme: werken met ritme-instrumenten  instrumentaal: werken met Orff-instrumenten  drama: toneel, poppenspel, mime, vertellen, uitbeelden, …  beweging

4.10. Pad-leerkracht Een pad-leerkracht is een aanspreekpersoon voor diverse mensen die geconfronteerd worden met moeilijk gedrag van leerlingen. De pad-leerkracht voorziet tevens een crisisopvang tijdens de schoolmomenten. Bij deze persoon kan de leerling tot rust komen ( eventueel in een time-outruimte). De padleerkracht bouwt een positieve relatie met de leerlingen op en zorgt voor een systematische en schriftelijke rapportering waardoor er objectieve gegevens ontstaan betreffende frequentie van optreden, resultaten van interventies… Samen met de orthopedagoge/directie is er een systeem ontwikkeld om het moeilijk gedrag binnen diverse situaties op school in kaart te brengen, te voorkomen, op te vangen en op te volgen. Alle partijen dienen hierbij maximaal betrokken te worden; de leerlingen, de ouders en alle personeelsleden. Er dient eveneens aandacht uit te gaan naar het preventieve aspect. De uiteindelijke bedoeling is een voor iedereen duidelijke strategie te ontwikkelen betreffende de opvang en aanpak van moeilijk gedrag op onze school. De pad-leerkracht is geen gedragstherapeut die alle mogelijke emotionele problemen van kinderen gaat behandelen. Het is wel de taak van een padleerkracht om in overleg met de orthopedagoge na te gaan wat er dient te gebeuren naar deze leerlingen toe.



4.11. Leerkracht ICT Informatie- en communicatietechnologie (ICT) verandert de maatschappij voortdurend. Onze kinderen worden hierop grondig voorbereid. Alle kinderen krijgen wekelijks de kans om tijdens de computerles ICTvaardigheden in te oefenen. Niet elk kind heeft thuis een computer. Om kansenongelijkheid tegen te gaan kan elke leerling tijdens de computerles op school individueel gebruik maken van een PC.

4.12. Ergotherapeut(e) De ergotherapeut richt zich tot kinderen die problemen ondervinden om zelfstandig te functioneren en dit zowel thuis als op school. Het gaat hier om activiteiten uit het dagelijks leven : - aan- en uitkleden - veters strikken, ritsen sluiten - hanteren van bestek, eten en drinken (wij geven ook advies indien hulpmiddelen nodig zouden zijn) - lichte huishoudelijke activiteiten (koken, boodschappen doen,…) - zelfstandig en geconcentreerd leren werken Ergotherapeuten bieden ook hulp bij de fijn-motorische ontwikkeling : - knippen, plakken, tekenen - technisch en functioneel schrijven - knutselen (naar zinvolle vrijetijdsbesteding toe) De ergotherapeut kan ook ingeschakeld worden bij het zwemmen (watergewenning) en bij bewegingstherapie. Ruimtelijke begrippen zoals voor-achter-op-onder,… worden via sport en spel ingeoefend. De therapie gebeurt eveneens op drie manieren : - individueel - in kleine groep - geïntegreerd in de klas (knutselen en koken)



4.13. Leerkracht zelfredzaamheid en gezondheidsopvoeding We proberen onze leerlingen zo zelfstandig mogelijk te maken. Deze juf ondersteunt extra op het gebied van zelfredzaamheid, vb. bij het omkleden, zichzelf verzorgen of eten. Omdat we jong willen beginnen met de aandacht voor de gezondheid geeft zij in kleine groepjes les rond gezondheidsthema’s, vb. tanden poetsen, gezonde voeding. Hierbij werkt ze nauw samen met de verpleegster.

5. Hoe wordt een kind in onze school gevolgd Als een leerling in onze school start, wordt de beginsituatie bepaald en een individueel handelingsplan opgesteld. De vorderingen worden op regelmatige basis met alle leerkrachten/begeleiders en medewerkers van het CLB besproken. Zulke bespreking noemen we een klassenraad. Deze teambesprekingen laten ons toe om een kind optimaal te volgen en het individueel handelingsplan regelmatig bij te sturen. Einde schooljaar wordt elke leerling geëvalueerd. Deze gegevens vormen de basis van het startniveau van volgend schooljaar.

6. Doorstroming naar het Buitengewoon Secundair Onderwijs : Tijdens de oriënteringsklassenraad worden de mogelijkheden en de gemaakte vorderingen besproken met het hele team. Samen met het CLB wordt nagegaan wat de meest geschikte opleidingsvorm is voor elk kind. Vanuit type 2 stromen onze leerlingen door naar het buitengewoon secundair onderwijs (Bu.SO) opleidingsvorm 1 (OV1) of opleidingsvorm 2 (OV2). In opleidingsvorm 1 worden de leerlingen voorbereid op een toekomstig leven in een beschermd leefmilieu. De jongeren in opleidingsvorm 2 volgen een opleiding waardoor ze later zullen kunnen leven in een beschermd milieu en werken in een beschermende werkplaats of een ander beschermd arbeidsmilieu.



Praktische informatie 1. Dagindeling en schoolactiviteiten: 1.1. De lessen beginnen om 8u45 en eindigen om 15u40 (uitgezonderd woensdag) Er is een middagpauze voorzien van 11u55 tot 13u20. Op woensdag beginnen de lessen om 8u30 en eindigen om 12u05. 1.2. Momenteel rijden er 11 schoolbussen waarvan uw kind gratis kan genieten. 1.3.Opvang. Er is opvang voorzien in de school vanaf 8u00. Er is nabewaking voorzien. Ma – di – do – vr. tot 16u25. Woensdag tot 12u50.1.4.Eten op school Tijdens de middag blijven onze leerlingen eten op school, waar zij in de eetzaal hun lunchpakket gebruiken. Naar keuze wordt melk, chocolademelk, bosvruchtendrank, sojadrank of sinaasappelsap tegen betaling aangeboden. Water wordt gratis ter beschikking gesteld . Brooddoos is verplicht, aluminiumfolie is verboden. 1.5.Speciale activiteiten Vrije dagen, pedagogische studiedagen, sportactiviteiten, buitenschoolse activiteiten, enz. worden door de school tijdig meegedeeld. 1.6.Verdere informatie is in het schoolreglement en op de website te vinden.

2. Busvervoer Zowel de kinderen van type 1, 2 en 8 alsook de leerlingen van de beroepsschool voor buitengewoon onderwijs maken gebruik van onze schoolbussen. De kinderen kunnen elke ochtend en avond op een vooraf afgesproken plaats open afstappen. Op elke bus is steeds een begeleider aanwezig, die verantwoordelijk is voor het ordelijk verloop van de rit. Het busvervoer is gratis indien de ouders kiezen voor de dichtst bijgelegen school. 18 >>De Sprankel BuBaO>>SCHOOLWERKPLAN>>E. wat is type 2>>E.1 infobrochure type 2


3. Oudersamenwerking Er zijn regelmatig momenten van overleg of informatie in de school. Dagelijks is er contact via het heen-en-weer-schrift of agenda. In september wordt er een info-avond georganiseerd waarbij de klastitularis de werking van zijn/haar klas voorstelt. Aan de ouders wordt er uitleg gegeven over de werkwijze in onze school. Per trimester, voor de kerst -, paas –en zomervakantie is er een oudercontact voorzien, met de mogelijkheid om individueel met alle leerkrachten te spreken. Ook de begeleiders van het CLB zijn hierbij aanwezig. Buiten deze momenten kan er steeds een gesprek plaatsvinden na afspraak. Er worden 2 rapporten gegeven per schooljaar; Kerstrapport en eindevaluatie. Er is ook een oudercomité in onze school. Voor meer informatie hierover kan u zich wenden tot de directeur of de schoolwebsite raadplegen.

Slot In deze map vindt u heel wat gegevens omtrent onze school maar... Indien u nog vragen hebt, aarzel niet contact op te nemen en een afspraak te maken.. Wij staan u graag te woord.



Nuttige adressen en telefoonnummers

Directeur Marijke Vanroy

“De Sprankel” Type 1 – Type 2 Nekkerspoelstraat 358A 2800 Mechelen tel. 015/20 25 38 fax:015/27 58 70

CLB – Het kompas Vijfhoek 1 2800 Mechelen tel.: 015 /41 89 11 fax: 015 /41 89 13 Annemie Baplu ( psycho-pedagoog) Chris De Win ( maatschappelijk werker) Karin Reynders (paramedisch werker) Mieke D’Hollander ( schoolarts) Neem ook eens een kijkje op onze website www.buodesprankel.be


Infobrochure type 2. Gesubsidieerd Vrij Buitengewoon Basis Onderwijs. Vzw. De Ranken

Recommend Documents