PFY013_220_32_DossGreen_nl_fl
13/03/07
17:18
Page 27
Dossier Green
Omdat het milieu overal is Sinds de film An Inconvenient Truth van voormalig vice-president van de Verenigde Staten Al Gore, staat de problematiek van een duurzaam beheer van onze planeet volop in de actualiteit. Zo sterk zelfs dat politieke machthebbers over de hele wereld het milieuprobleem bovenaan hun prioriteitenlijstje hebben geplaatst. Maar onze politieke leiders zijn niet de enige die een rol te spelen hebben. Ook de Facility Managers kunnen op hun niveau en op een erg concrete manier hun beheer van de facilitaire diensten bijstellen.
Onderhoud, verlichting, schoonmaak, waterbeheer, papierbeheer, enz. Het zijn stuk voor stuk aspecten die men een onder een groene loep kan bekijken.
Samenvatting 28
[ Energie ] Energieprestaties: het resultaat van een mentaliteit
30
[ Water ] Waartoe dient waterbeheer?
34
[ Verlichting ] Licht vanuit een groene hoek bekeken
35
[ Schoonmaken ] Schoonmaken zonder te vervuilen
36
[ Onderhoud ] De energieketen geoptimaliseerd
38
[ Papier ] Papier besparen: een bron van inkomsten
Profacility Magazine maart 2007
27
PFY013_220_32_DossGreen_nl_fl
13/03/07
17:18
Page 28
Weinig verbruiken is een menta Zuinig en doordacht omspringen met energie is iets dat ons allemaal aanbelangt. Als die milieubewuste idee gepaard gaat met een werkelijke daling van de werkingskosten, spreekt men van efficiëntie. We kunnen allemaal leren uit de resultaten die werden uiteengezet tijdens een internationale conferentie over energie-efficiëntie in overheidsbedrijven.
Jannie Haek, gedelegeerd bestuurder van de NMBS-Holding: “De NMBS-groep heeft zich geëngageerd om het energieverbruik tegen 2012 met 7,5% te verlagen ten opzichte van het niveau van 2005.”
fficiëntie en energiebesparingen in gebouwen en kantoren maken deel uit van onze dagelijkse bekommernissen. Maar eraan denken en luchtkastelen bouwen, is niet genoeg om ons gedrag daadwerkelijk te wijzigen. Welke pistes kunnen we gebruiken? Hoe moeten we die verspilling tegengaan?
E
Voor Elske Van de Fliert van Altran Consulting Nederland is het gebruik van zonnepanelen en windmolens een kwestie van gezond verstand. Andere pistes die men niet mag onderschatten zijn de vervanging van een gas- of stookolieketel door een kachel met houtpellets of systemen die warmte en vermogen combineren.
Terugverdientijd: minder dan vijf jaar
Bewustwording
Volgens Rémy Carera van het departement ‘Energie’ bij Altran Consulting situeren de meest voorkomende verspillingen zich op het niveau van een overdreven nachtverbruik, een gebrek aan investeringen of onvoldoende investeringsmiddelen, een verlichting met aanzienlijk energieverlies en vooral een oververwarming van de ruimten of een slecht afgestelde airconditioning. De oplossingen liggen voor de hand, alleen moet men de moeite nemen om ze te implementeren: de temperatuur optimaliseren, de verwarming uitschakelen wanneer de kantoren gesloten zijn en de voorkeur geven aan projecten met een terugverdientijd van minder dan vijf jaar.
Hoewel men diverse financiële investeringen kan doorvoeren, bestaat de eerste stap erin om de – heel vaak verkeerde – gewoonten te doorbreken. Dat is de piste die Erik Sclep, Communication Manager van de NMBS-Holding aanhangt. Mensen moeten zich meer bewust worden van de energieproblemen, anders blijven alle genomen besparingsmaatregelen zonder resultaat. Enkele eenvoudige ingrepen zijn vaak voldoende om aanzienlijke besparingen te realiseren maar daartoe moet men in de eerste plaats de gewoonten veranderen die diep verankerd zitten in elk van ons. Zo zien we dat de meeste mensen thuis het licht in het toilet aansteken wanneer ze naar het toilet gaan en doven wanneer ze
Fotovoltaïsche systemen vormen zonder twijfel een oplossing voor een schonere en efficiëntere toekomst.
28
Profacility Magazine maart 2007
PFY013_220_32_DossGreen_nl_fl
13/03/07
17:18
Page 29
Dossier Green
taliteit terug buitengaan. Toch blijven de lichten in de toiletten op kantoor continu branden. Dag in dag uit. Jaar in jaar uit. Niet bepaald logisch lijkt ons. De NMBS heeft zich daarom geëngageerd om dergelijke eenvoudige initiatieven te stimuleren met 'groene' argumenten zodat alle personeelsleden zich dat nieuwe gedrag eigen maken. Die bewustmaking heeft als gevolg dat mensen ontevreden worden wanneer het licht toch blijft branden. Die bewustwording kan men enkel creëren door een efficiënte interne communicatie, door middel van duidelijke en volledige informatie op het intranet van de onderneming, gerichte affiches op de werkplek en de distributie van stickers om aan te brengen op alle materialen die energie verbruiken, waaronder schakelaars, koelkasten en computers. Om deze inspanningen bovendien een menselijk gezicht te geven, heeft de NMBS energiebewakers aangesteld die ideeën moeten aanbrengen en promoten om ze vervolgens te doen toepassen. Marc LEBRUN I
Wist u dit al? • Financieel gesproken is een airconditioning drie keer duurder dan een verwarming. Denk er dus aan om de verwarming op een redelijke manier af te stellen. Door de thermostaat één graad lager te zetten, daalt het energieverbruik met ongeveer 6%. • Zorg ervoor dat ramen en deuren gesloten blijven wanneer de lokalen worden verwarmd. • Wanneer men radiatoren afdekt, beperkt men hun prestaties. • Zorg voor de nodige afstand tussen kantoormeubilair en radiatoren. • Bovenstaande aanbevelingen zijn eveneens van toepassing op koelsystemen. • De sensibilisering op lange termijn heeft als effect dat men de gewoonten, de mentaliteit en tot slot ook het gedrag van de mensen gaat wijzigen. • Fotovoltaïsche systemen dragen zonder twijfel bij tot een schonere en efficiëntere toekomst. Het grootste nadeel is hun kostprijs en de huidige terugverdientijd die nog steeds twintig jaar bedraagt. De bestaande systemen moeten worden verbeterd en het onderzoek moet worden voortgezet. • Tegenover de klassieke verwarmingsketels zoals we ze nu kennen, werpen de waterstofturbines zich op omdat ze minder duur zijn in gebruik en schoner in termen van uitstoot. • Indien u een nieuwe verwarmingsketel installeert, moet u weten dat verwarming op elektriciteit dubbel zo duur is als stookolie en zelfs drie keer zo duur en minder milieuvriendelijk dan gas. In dezelfde optiek dient u de voorkeur te geven aan condensatieketels, die een hoger rendement bieden. • De isolatie van de installaties blijft van doorslaggevend belang om de energie-efficiëntie van verwarmingssystemen te verhogen. Het verdient dus aanbeveling om voor dubbel glas te opteren. • Schakel de verlichting slechts in wanneer nodig en geef in de mate van het mogelijke de voorkeur aan natuurlijk licht. Controleer regelmatig of het licht in kantoren en vergaderzalen gedoofd is. Als algemene regel dient men het licht te doven zodra men een plaats langer dan tien minuten verlaat. Het licht doven en weer aansteken vraagt immers niet meer energie, behalve in het geval van neonverlichting en spaarlampen. • Het normale verbruik van een computer met klassiek 17”-scherm bedraagt 120 tot 150 Watt. Voor dezelfde pc met een flat screen van 15” is dat slechts 80 tot 100 Watt. Beheer het informaticapark dan ook op een oordeelkundige manier, rekening houdend met het verbruik. Computers en schermen uitschakelen (OFF, niet gewoon stand-by) wanneer ze niet nodig zijn, is een kwestie van gezond verstand. • Een batterijlader (oplaadbare batterijen, gsm, enz.) die in het stopcontact blijft zitten, verbruikt ook zonder actief te laden tot 10% van zijn nominaal vermogen. • Laat nooit onnodig water lopen en meld systematisch elk waterlek in toiletten, gootstenen en douches aan de technische dienst. Een toilet dat blijft lopen, is een waterverspilling van zo’n 240 liter per dag!
Internationale conferentie van 30 januari 2007
De vervanging van schakelaars door bewegingssensoren, lost de elektriciteitsverspilling in de toiletten voorgoed op.
Deze conferentie is het resultaat van de ‘gemeenschappelijke verklaring’ van 13 juli 2005, gesloten tussen de vice-premier en Minister van Budget en Overheidsbedrijven en de Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie enerzijds en Belgacom, De Post, de NMBS-Holding, Infrabel, de NMBS en de Nationale Loterij anderzijds. Met die verklaring wou men bijdragen tot de objectieven van het Kyoto-protocol. Elk van de genoemde overheidsbedrijven heeft zich geëngageerd om het verbruik in de loop van de periode 2008-2012 met 7,5% terug te dringen ten opzichte van het niveau van 2005 om zo in 2020 de indicatieve Europese doelstelling van een daling van het energieverbruik met 20% te realiseren.
Profacility Magazine maart 2007
29
PFY013_220_32_DossGreen_nl_fl
13/03/07
17:18
Page 30
Waartoe dient waterbeheer? In een nog niet zo ver verleden, werd de post ‘water’ in het beheer van een gebouw beschouwd als verwaarloosbaar. Maar sindsdien is er heel wat water naar de zee gestroomd en het blauwe goud blijft de Facility Manager bezighouden. Hoe kan men dit steeds zeldzamere en duurdere goed beheren? Welke pistes dient men te volgen? Het loopt niet allemaal van een leien dakje.
Thierry Vuye (Axima Services): “De waterprijs zal in de komende vijf tot tien jaar een enorme stijging doormaken. De waterbenadering is dan ook van cruciaal belang bij het ontwerp van gebouwen.”
I
n onze streek volgen de regenbuien elkaar zo snel op dat het soms lijkt alsof de regen nooit zal ophouden. We kunnen ons dan ook moeilijk voorstellen dat deze bron van leven ooit uitgeput zou kunnen raken. Profacility Magazine heeft dan ook geprobeerd om meer te weten te komen over deze nieuwe problematiek door een expert in waterbeheer te raadplegen. Duurzame ontwikkeling, bestaande installaties, nieuwbouw en zuiveringsstations. Geen enkel aspect werd over het hoofd gezien.
Waterbeheer in een gebouw Om een beter inzicht te krijgen, hadden we een gesprek met Thierry Vuye, Account Executive bij Axima Services in Brussel en ingenieur van opleiding. “Op dit ogenblik redeneert men als volgt: men geeft een onderhoudsonderneming de opdracht om een gebouw te beheren, hetzij een nieuwbouw, hetzij een oudere constructie. Die onderneming moet er vervolgens voor zorgen dat het technische en facilitaire beheer van het gebouw zo efficiënt mogelijk verlopen. Men moet al behoorlijk ingenieus voor de dag komen om deze trend van duurzame ontwikkeling te respecteren. Op het vlak van water
30
Profacility Magazine maart 2007
zijn de mogelijkheden vrij breed,” aldus Thierry Vuye. “Wat voor een particuliere woning geldt, is niet noodzakelijk van toepassing voor kantoorgebouwen. Maar hoe moet men in dat laatste geval een bypass voorzien, wetende dat het water dat in het gebouw wordt gerecupereerd niet kan instaan voor de volledige behoefte aan niet-drinkbaar water?" verduidelijkt hij. Het is interessant om te zien dat men er steeds vaker voor opteert om voor bepaalde verdiepingen het regenwater te recupereren en het in de toiletten te gebruiken. Dat gebeurt in combinatie met een bypasssysteem dat ervoor zorgt dat de toiletten automatisch overschakelen op drinkbaar water wanneer de watertank leeg is. Dat betekent een aanzienlijke verlichting van de waterfactuur, een niet te onderschatten uitga-
PFY013_220_32_DossGreen_nl_fl
13/03/07
17:18
Page 31
Dossier Green
Het systeem in Covent Garden maakt het mogelijk om een aanzienlijke hoeveelheid water te recupereren met als gevolg dat de waterfactuur en de belasting op het gebruikte water eveneens dalen.
venpost voor de komende jaren. Men heeft het voortdurend over de stijgende energiebehoeften en de prijs daarvan maar de mensen beseffen niet dat de prijs van water de komende jaren vijf tot tien jaar enorm zal stijgen, en dat in tegenstelling tot elektriciteit en gas (die van oorsprong fossiele brandstoffen zijn) die slechts op middellange termijn duurder zullen worden. De waterbenadering is dan ook van cruciaal belang bij het ontwerp van gebouwen. Hij geeft ook nog mee dat "de beste architecten zich bewust zijn van dit probleem wanneer ze een gebouw beginnen te ontwerpen en dat ze systematisch rekening houden met het aspect ‘duurzame ontwikkeling’. In die benadering is de recuperatie van water goed voor 30 tot 35 procent van hun onderzoek. De parameters waarmee ze reke-
Eco-Machine : het unieke procédé van Covent Garden Covent Garden bevindt zich aan de rand van de kruidtuin vlakbij het Brusselse Rogierplein. De binnentuin draagt bij tot de verwerking van het gebruikte water in het gebouw. Zo wil men een recyclagesysteem voorzien voor het 'zwarte' en 'grijze' water van het complex. Deze installatie bewijst dat het mogelijk is om de mentaliteit ten opzichte van gebruikt water te veranderen. Het systeem kan een aanzienlijke hoeveelheid water recupereren met als gevolg dat de waterfactuur en de belasting op het gebruikte water dalen aangezien het water niet via de riool wordt afgevoerd. De ‘EcoMachine’ bestaat uit een aantal aanvullende zuiveringstechnieken. Het water gaat eerst door een filter van moerasplanten en wordt vervolgens opgeslagen in een tank van (niet drinkbaar) water om gerecycleerd te worden in de verbruikscyclus van het gebouw voor sanitair gebruik, onderhoud van het gebouw en het gieten van de planten.
ning houden zijn de volgende: hoe gaan we regenwater recupereren van het dak, welke helling moet het dak krijgen, hoe kunnen we dit water wegleiden zonder noodzakelijk een beroep te doen op een technische ruimte?”
De zuiver technische vector “Het spreekt voor zich, dat we altijd behoefte zullen hebben aan drinkbaar water. We moeten het water daarom behandelen en verscheidene additieven toevoegen om corrosie van de installatie te voorkomen als we het water willen gebruiken in diverse installaties zoals de verwarming. Dat houdt in dat men met heel wat afval blijft zitten in de vorm van gebruikt water. Men wordt op dat ogenblik geconfronteerd met de plaatsing van een zuiverings-
Water en techniek: vijandelijke broertjes In het hoofdstukje zuiver technisch beheer is water wellicht het grootste zwarte punt. Wanneer er schade optreedt, is die meestal vrij aanzienlijk. Het beheer van een waternetwerk is op zich dan ook relatief ingewikkeld. Men moet in de eerste plaats voorkomen dat er na verloop van tijd corrosie optreedt en bij het minste alarm moet men zo snel mogelijk alle problemen verhelpen om schade te vermijden. In de meeste oude gebouwen bevinden de leidingen zich in technische ruimten waar de elektrische leidingen onder de gasleidingen worden gelegd, met daarboven de... waterleiding! Het kleinste lek kan de werking van de hele elektrische installatie van een gebouw in minder dan geen tijd schade toebrengen.
station. Dat staat haaks op wat men in de grote Europese hoofdsteden gewoon is: alles in de riool," stelt Thierry Vuye vast. “Gelukkig beschikken nieuwe gebouwen steeds vaker over een klein zuiveringsstation. Voorloper in die trend was het Levis-gebouw vlak naast de VUB: dat gebouw heeft al ruim tien jaar een dergelijke zuiveringsinstallatie. Daarmee is het technische probleem voor de gebouwbeheerder echter nog niet van de baan, want terwijl een verwarmingsinstallatie door iedereen kan worden bediend, vereist een zuiveringsstation een mechanische, elektromechanische en chemische of zelfs biologische kennis! Dat maakt dat men het beheer daarvan niet aan iedereen kan toevertrouwen,” betreurt hij. Er zijn al enkele gebouwen die over een biologische installatie beschikken, al kunnen we op dat vlak nog niet van een trend spreken. Die biologische installaties zijn heel wat milieuvriendelijker en we stellen dan ook met genoegen vast dat deze vorm van waterbehandeling in Europa goed op weg is om aan populariteit te winnen. Marc LEBRUN I Profacility Magazine maart 2007
31
PFY013_220_32_DossGreen_nl_fl
13/03/07
17:18
Page 34
Dossier Green
Het licht ‘groen’ laten schijnen Kantoorinrichting en verlichting – beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. En met het milieu dat steeds hoger op de agenda staat, moet ook dit onderdeel van het bredere energieverbruik onder de loep genomen worden. Er zijn natuurlijk praktische tips, maar ook met moderne technologie kunnen resultaten worden geboekt.
B
eginnen doen we bij het begin. Een eerste manier om aan een zuinigere verlichting te komen, bestaat erin de juiste lampensoorten te gebruiken. Hiervoor bestaan enkele vuistregels. TL-buizen en spaarlampen zijn dé zuinigheidskampioenen, terwijl halogeenlampen en gloeilampen voor een torenhoog verbruik tekenen. Om u een idee te geven: gloeilampen produceren slechts 10% licht, tegenover 90% warmte. En spaarlampen verbruiken niet alleen 5 keer minder energie dan gloeilampen, ze gaan ook 10 keer langer mee. Dergelijke cijfers - en er zijn er veel meer - spreken boekdelen. Deze lampenkeuze kan echter niet los gezien worden van de gebruikte armatuur. Het is geweten, ettelijke modellen zijn voorhanden en hoeveel licht verloren gaat is sterk afhankelijk van het gebruikte model. De verschillen kunnen groot zijn, dus ook over dit punt gaat men maar beter niet lichtzinnig heen.
Daglicht is gratis
Kwaliteit niet over het hoofd zien Vele onderzoeken bewijzen het : aangenaam licht komt de prestaties van werknemers ten goede. En om net deze kwaliteit met kwantiteit te verzoenen kwam Zumtobel met het ‘Humanergy Balance’-concept op de proppen. “Bij de lichtplanning wordt bijv. rekening gehouden met werkzones en met wanden”, legt Jacques Brouhier, Field Marketing Manager Benelux bij Zumtobel, uit. “Daarnaast gaat ook aandacht naar de kwaliteit van armaturen en lampen. Moderne fluorescentielampen en LED-lampen zijn dimbaar. Er wordt ook onderzoek gevoerd naar de fysische en psychische werking van het licht. Concreet vertaalt zich dat voor de inrichting van een kantoor in o.m. Task Area-concepten waarbij het licht op de plaats van de visuele taak geconcentreerd wordt, een tijdgestuurde accentuering van wanden of een daglichtafhankelijke lichtsturing.”
34
Profacility Magazine maart 2007
Toch is het verhaal van een ‘groene’ verlichting veel ruimer dan de kwestie lampen en armaturen. De meest natuurlijke lichtbron, men zou het haast vergeten, is het daglicht. En wat meer is:
Aangename verlichting verhoogt de prestaties van werknemers.
daglicht is gratis. Door een zogenaamde lichtsturing tracht men zoveel mogelijk daglicht aan te wenden om de verlichting van gebouwen te bewerkstelligen. Verschillende aandachtspunten moeten bij deze lichtsturing in acht genomen worden. Er is de geografische ligging van een gebouw: ingesloten constructies zullen minder gemakkelijk door daglicht verlicht kunnen worden dan open bebouwingen. Ook de ramen zijn van belang. Hoe groot zijn en wat is hun transmissiefactor? Afhankelijk hiervan kan tussen de 60% en 80% van het licht doorgelaten worden. Maar het moet allemaal niet zo ingrijpend zijn. Hoe zijn de bewuste kantoren ingericht? Op welke manier werden bureaus en eventuele tussenwanden geplaatst?
Ei van Colombus Moraal van het verhaal? Sterk ingrijpende maatregelen zijn niet altijd een noodzaak om resultaten te boeken. Met inventiviteit en gezond verstand komt men al heel ver. Want geef nu toe? Maximaal gebruikmaken van zonlicht voor uw kantoorverlichting - dat is toch wel écht het ei van Colombus? Michaël VANDAMME I
PFY013_220_32_DossGreen_nl_fl
13/03/07
17:18
Page 35
Dossier Green
Proper zonder vervuiling Steeds meer zaakvoerders houden bij de keuze van hun leveranciers rekening met sociale, ecologische en ethische criteria. Dat geldt ook voor de schoonmaaksector. Sommige ondernemingen aarzelen niet om in het kader van een duurzame ontwikkeling een ecolabel aan hun producten en diensten te hangen.
I
n de sector van de industriële reiniging kan men met bepaalde manieren van werken de risico’s voor de gezondheid en het milieu beperken. Het is de bedoeling zo weinig mogelijk te verspillen: niet meer aankopen dan nodig, instructies in verband met dosering respecteren… Een andere manier is de invoering van een ecolabel (zie kaderstuk), dat wordt toegekend aan producten die slechts een beperkte impact op het milieu hebben. Dat idee ligt aan de basis van het Green Care-assortiment van Werner & Mertz Benelux, dat bestaat uit acht schoonmaakproducten met componenten van ‘natuurlijke’ en ‘eco-gelabelliseerde’ origine. Toch mag men niet overdrijven met besparingspogingen. Wanneer een product in een lagere concentratie wordt gebruikt, zal men er uiteindelijk meer moeten van gebruiken om hetzelfde resultaat te bereiken. Om dan nog maar te zwijgen over het extra transport dat zo’n aanpak veroorzaakt. Bij het schoonmaken van vloeren lijkt het uit ecologische oogpunt dan ook verstandiger om herbruikbare doeken te gebruiken in plaats van wegwerpalternatieven. Maar die doeken moeten wel na gebruik worden gewassen - waardoor men rekening moet houden met de energiebalans.
ge aandacht te besteden aan de toegepaste technieken”, legt Colette Wautelet (Care) uit. “Zo kan men schoonmaakdoeken uit microvezels gebruiken, die een mechanische werking hebben en vet aantrekken. Hierdoor hoeft men geen producten te verbruiken en blijven er ook geen resten hangen nadat men over het oppervlak is geweest. Men kan ook een verstuiver gebruiken in plaats van het product in een emmer te gieten. Zo wordt altijd met een schone oplossing gewerkt en alleen de nodige hoeveelheid verbruikt. Voor het schoonmaken van tapijten kan de dagelijkse ‘retouchering’ met een mechanische borstel in plaats van een stofzuiger gebeuren. Zo bespaart men energie. Toch zal de stofzuiger nog één of meerdere keren per week moeten worden gebruikt. Industriële reiniging is immers een compleet ander verhaal dan woningonderhoud, omdat de lokalen van een bedrijf vaak in heel zware omstandigheden worden gebruikt. Damien MARECHAL I
Technieken verbeteren “Naast een verstandige keuze van producten, loont het de moeite om de nodi-
De ecolabel-aanpak Deze manier van werken biedt verschillende voordelen: • Aanboren van nieuwe markten: steeds meer bedrijven hanteren eisen op het vlak van duurzame ontwikkeling ten opzichte van hun leveranciers. • Inspelen op de vraag van de consumenten, die bij hun aankopen zelf steeds gevoeliger worden voor ecologische criteria. • Voorlopen op wettelijke vereisten: de Europese Unie en haar lidstaten voeren steeds strengere milieuwetten in. Op die ontwikkeling voorlopen kan een competitief voordeel opleveren op het moment dat de nieuwe wetgeving van kracht wordt... Momenteel maakt men op Europees niveau een onderscheid tussen 23 categorieën, waarvan er 11 in België zijn vertegenwoordigd. De indeling gaat van schoonmaakmiddelen over computers en van vaatwasmachines tot toeristische verblijfplaatsen, de eerste dienst die zich een ecolabel mocht toe-eigenen. Voor het schoonmaken zijn er de categorieën ‘Allesreinigers’, ‘Schoonmaakmiddelen voor vaatwasmachines’, ‘Afwasproducten’ en ‘Schoonmaakmiddelen voor textiel’.
Niet alleen voor de producten, maar ook voor de schoonmaaktechnieken kan men zich door ecologische criteria laten leiden.
Meer weten: www.ecolabel.be Profacility Magazine maart 2007
35
PFY013_220_32_DossGreen_nl_fl
13/03/07
17:18
Page 36
De energieketen optimaliseren Energie besparen en de uitstoot van broeikasgassen drukken, zijn twee belangrijke punten op de industriële agenda. De ondernemingen moeten deze uitdagingen in alle aspecten van het energiebeheer realiseren. Rekening houden met ecologische aspecten gaat hand in hand met een efficiënt energieverbruik.
Het nieuwe Justitiepaleis van Antwerpen plukt de vruchten van de expertise van VK Engineering op het vlak van onderhoudsbeheer.
36
Profacility Magazine maart 2007
D
e rationalisering van de aankopen (vooral dan op het gebied van brandstoffen), de ontwikkeling van preventief onderhoud en de opvolging van de investeringen liggen aan de basis van een goed beheer. Het innovatieve karakter is echter minstens even belangrijk: meer doen met minder, lichter, meer recycleerbaar, minder lawaaierig, minder vervuilend... De implementatie van performantere voorzieningen draagt bij tot de daling van de werkingskosten maar beperkt ook de uitstoot van vervuilende stoffen en anticipeert op de evolutie van de milieunormen. Cogeneratie (gelijktijdige productie van thermische energie en elektriciteit) maakt zijn opwachting. Deze techniek beperkt het verbruik van primaire energie en minimaliseert de uitstoot van luchtvervuilers. In bepaalde ondernemingen werkt men zelfs al met trigeneratie... “In dat geval produceert men tegelijk elektriciteit, warmte en koude,” legt Dirk Saelens van VK Engineering uit. “Dat gebeurt door de niet gebruikte warmte te recupereren om een absorptiemachine aan te drijven die koude lucht produceert.” Deze uitermate milieuvriendelijke systemen zijn doorgaans heel duur,
zowel wat de initiële investering betreft als qua onderhoud. Daarom heeft men de notie ‘Life Cycle Cost’ of kostprijs van de levenscyclus in het leven geroepen, een notie waar Dirk Saelens mee werkt. “Onze informaticamodellen maken het mogelijk om de werkelijke kostprijs te berekenen van een bepaalde energievorm zoals elektriciteit, warmte of koude en ze houden daarbij rekening met de verwachte prijsevoluties van fossiele brandstoffen. Ze houden ook rekening met de kosten van onderhoudsactiviteiten, de levensduur van de installaties en de bonus voor de nuluitstoot van CO2 in de vorm van groene certificaten. De rentabiliteitsdrempel van de investering situeert zich tussen 3 en 20 jaar. Maar voor windmolens in een stedelijke omgeving moet meer dan 40 jaar worden geteld!”
Milieumanagement Het milieumanagement stemt overeen met de opzetting van een organisatie binnen de onderneming die het mogelijk maakt om de ecologische impact beter te beheren, te controleren en te beperken. Milieumanagement wordt een echte concurrentiefactor voor de onderneming en biedt tal van voordelen: conformiteit
PFY013_220_32_DossGreen_nl_fl
13/03/07
17:18
Page 37
Dossier Green
n met de wetgeving en duurzaamheid van het gebouw, besparingen op vervuilingstaksen, concurrentievoordeel en een beter imago. Bepaalde ondernemingen bieden studieservices aan op het vlak van engineering, aankoop, exploitatie en onderhoud die het mogelijk maken om de kosten voor de levering van energie te drukken, het verbruik terug te dringen, over efficiënte productie-, distributieen gebruiksmiddelen voor energie te beschikken en rekening te houden met het ecologische aspect. Uiteraard zijn bepaalde grote principes geldig voor alle sectoren maar er is ook een grote expertise per industriële sector. Landbouw, bouw, autoconstructie, chemie, elektronica, farmacie, pasta's en papier, aardolie, staalindustrie… Elke sector moet rekening houden met andere factoren. Vandaar de noodzaak om een specifieke benadering voor elke sector op te zetten, die ter plaatse wordt geïmplementeerd door mensen die nauw samenwerken met de onderneming en die op de hoogte zijn van de processen.
Energetische maturiteit Dirk Den Haese, Sales Manager bij Siemens NV, legt uit hoe hij een plan
opstelt om het energieverbruik in een onderneming te drukken. “Dankzij het concept van ‘Demand Side Energy Management’ biedt Siemens oplossingen aan en bepaalt de onderneming samen met de klanten maatregelen met als doel om het energieverbruik te rationaliseren. De eerste fase in dat proces bestaat uit een expertise op basis van een reeks gerichte vragen. Op enkele uren tijd, krijgt men een correct beeld van de energiebesparingen die men zou kunnen realiseren. De klant peilt zo naar zijn ‘energetische maturiteit’. In een tweede fase wordt een persoon afgevaardigd om ter plaatse de stromen en vormen van energie in de verschillende afdelingen te analyseren. Op basis van de ervaring die we bij onze talloze klanten hebben opgedaan, hebben we een checklist opgesteld die ons helpt om de verschillende mogelijke pistes te bepalen. Vervolgens wordt een lijst met projecten opgesteld met minimale en maximale grenzen in termen van uit te voeren investeringen en de verwachte energiebesparingen. De derde actie bestaat in de uitwerking van een gedetailleerde planning van de projecten die vervolgens wordt uitgevoerd met het rendement van de investering (ROI) als centraal objectief. De vierde fase is de implementatie. In
Hernieuwbare energie Ja maar…
Bepaalde processen kunnen worden verbeterd om energie te winnen.
Hernieuwbare energie gebruiken, is allemaal goed en wel. Maar om daartoe te komen, moet men eerst een andere stap zetten. “Men moet zijn energiebehoeften beperken om mogelijkheden te creëren om alternatieve energiebronnen te gebruiken,” aldus Dirk Saelens (VK Engineering). “Dat kan door een efficiënte isolatie die zowel warmteverlies in de winter als warmteaccumulatie in de zomer tegengaat. Pas dan kan men een beroep doen op verschillende energiebronnen zoals aardwarmte of natuurlijke verluchting. En tot slot: fossiele brandstoffen worden enkel nog gebruikt in combinatie met hernieuwbare energieën. Die drie fasen vormen samen het 'trias energeticas'.
deze fase helpen we onze klanten, die niet altijd de nodige middelen hebben om de implementatie te realiseren of om het managementproject te ondersteunen. Tot slot meten we na de realisatie de verkregen besparing volgens een methodologie die op voorhand werd bepaald. Die besparingen kunnen zich naargelang de energetische maturiteit van de klant situeren tussen 5 en 25%. De uiteindelijke doelstelling van het hele project is om vol te houden energiebesparingen te implementeren om elk jojoeffect te vermijden. In dat opzicht is een eenmalige actie te mijden. We bieden onze klanten een strategie om het energieverbruik te verlagen en ook op lange termijn laag te houden.”
Duurzame ontwikkeling Door een beroep te doen op hernieuwbare energie, spaart men fossiele energie uit. Die fossiele brandstoffen zijn immers niet onuitputtelijk. Deze keuze heeft als bijkomend voordeel dat men niet afhankelijk is van de prijsschommelingen van de klassieke energiebronnen, die stilaan zeldzamer worden. Hernieuwbare energiebronnen zijn bovendien beter voor het milieu en het klimatologische evenwicht. Het gebruik van hydraulische energie en wind- of zonne-energie is al geruime tijd bekend maar ook andere energiebronnen tekenen zich af aan de horizon. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan biomassa, een verzamelnaam voor energiebronnen afkomstig van organische materie: hout of landbouwafval, huishoudelijk en industrieel afval, slib van zuiveringsinstallaties... Aardwarmte gebruikt dan weer de warmte die zich in het grondwater bevindt. Bepaalde vormen van energie noemt men ‘recuperatie-energie’ en worden geproduceerd door de warmte en gassen van industriële processen te recupereren om er energie mee op te wekken. Wat er ook van zij: één ideale oplossing bestaat er (nog?) niet... Energie verbruiken blijft nefast voor het budget van een onderneming en de gezondheid van ons milieu. Maar er zijn in alle gevallen mogelijkheden om de factuur te drukken. Damien MARECHAL I
Profacility Magazine maart 2007
37
PFY013_220_32_DossGreen_nl_fl
13/03/07
17:18
Page 38
Papierbesparing als bron van in Net zoals in het gekende adagium ‘tijd’ gelijk staat aan ‘geld’, hangt ook aan papier een prijskaartje. Anders gezegd: het gebruik van papier plaatst niet enkel een druk op het milieu, maar laat zich ook in de beurs voelen. De oplossing? Simpel: besparen op het verbruik van papier. Maar hoe? Verschillende pistes kunnen gevolgd worden.
A
ls de woorden papier en groen vallen, schuilt het woord recyclage vaak om de hoek. Begrijpelijk ook. Net zoals dit voor andere materies het geval is, wordt het recycleren van papier al vele jaren als een instrument gebruikt om de ecologische belasting van de tonnen papier die er elk jaar doorgejaagd worden in te dammen. Uit cijfers van de Europese Commissie blijkt dat ruim de helft van het gebruikte papier uit een recyclageproces voorkomt. In 2004 was dat 54,6% om precies te zijn, ten opzichte van 48,9% zes jaar eerder, goed voor een bescheiden stijging
“Wanneer op papier bespaard wordt, vallen ecologie en economie mekaar in de armen.” van 5,2% over 6 jaar. “Recyclage is natuurlijk een erg ecologische maatregel”, meent Peter Lacres (Océ). “Maar het lijkt me toch fundamenteler om aan
38
Profacility Magazine maart 2007
het verbruik van papier als dusdanig te sleutelen. Het interessante aan deze piste is dat met papierbesparing het ecologische en economische aspect in mekaars armen vallen.”
Papierhonger Het is een mythe gebleken dat door de komst van de moderne technologische snufjes een periode van papierloze kantoren zou aanbreken. “Integendeel”, merkt Peter Lacres op. “De efficiëntie van de werknemers nam hierdoor beslist toe - ramingen schommelen tussen de 20% en 30% -, maar ook het papiergebruik. Daar waar vroeger een geklasseerd papieren document stelselmatig geraadpleegd werd, gaat men nu al sneller een digitaal document afdrukken, keer op keer. Een onderzoek heeft aangetoond dat door de invoering van de e-mailing functionaliteit het printvolume in een doorsnee kantoorruimte met zomaar eventjes 40% toeneemt. En dat is voor niemand
PFY013_220_32_DossGreen_nl_fl
13/03/07
17:18
Page 39
Dossier Green
inkomsten Door minder printers te voorzien, werk je ontradend naar printgrage werknemers toe.
Doorsnede van het probleem...
Uit onderzoek blijkt dat de invoering van e-mail het printvolume met 40% de hoogte heeft ingedreven.
een goede evolutie: niet voor het milieu, maar zeker ook niet voor het betrokken bedrijf dat met een hogere printkost opgezadeld zit.”
Print corner Ingrijpen is beslist het ordewoord! Maar hoe? “Verschillende pistes kunnen bewandeld worden”, legt Peter Lacres uit. “In eerste instantie kan het gebruikte materiaal onder de loep genomen worden. Ouder materiaal is doorgaans duurder, dat is de regel. Zowel het verbruik als de onderhoudskosten liggen hoger. En dan zijn er nog de onrechtstreekse kosten. Het printen verloopt trager en dit blijkt bij de ‘printende’ werknemers een langere periode van inactiviteit te genereren.” Die werknemer schijnt een sleutelrol in het verhaal te vervullen. Per slot van rekening is hij degene die op de printtoets drukt. “Absoluut, maar hier moet je twee zaken onderscheiden. Er kan gesleuteld worden aan het gedrag van de werknemers.
Over het prijskaartje dat aan de printactiviteit binnen bedrijven hangt, is al veel studiewerk verricht. Een greep uit de – bij wijlen – verrassende resultaten... Uit onderzoek blijkt dat een doorsnee bedrijf haar printkost met gemiddeld 40% kan herleiden. Als men daar concrete cijfers op kleeft, zou dit betekenen dat een onderneming met een personeelsbestand dat rond de 250 uitkomt op jaarbasis zo’n 80.000 EUR kan uitsparen. Of nog: een gemiddelde IT-desk besteedt zo’n 50% van zijn tijd aan het verhelpen van printproblemen. En voor wie nog in de overtuiging leeft dat de komst en brede verspreiding van de computer en elektronische communicatie tot een nieuwe kantoorcultuur zou geleid hebben: in 1980 was de verhouding afdruktoestellen/werknemers 1/50, in 2000 was deze ratio gestegen tot 11/50. Besluiten kunnen we met een positieve (groene) noot. In 2003 zou naar schatting de helft van de bedrijven een aangepaste printstrategie hebben uitgewerkt. Vraagt dit naar meer?
Sommige maken nogal graag gebruik van de printer, zeker als die vlakbij staat. De gewoonte om e-mails van enige lengte te printen, om slechts één voorbeeld aan te halen, is vaak sterk verankerd. Het verminderen van het aantal printers kan ontradend werken. Dit hoeft niet op een bruuske manier te gebeuren, maar door bijvoorbeeld de inrichting van een ‘print corner’. Ettelijke voorbeelden uit de praktijk tonen dat dit vruchten afwerpt. Zo’n printhoekje kan nog een sociale functie vervullen, je kan ze naast pakweg de drankautomaat plaatsen. Hier zijn ook andere voordelen aan verbonden: de lawaaihinder van het printen wordt geconcentreerd. Kortom, mogelijkheden zat. Zo ken ik het voorbeeld van een bedrijf dat op een zeker ogenblik 34 printers voor 38 personen had. Vandaag doen ze het met... 3 stuks.”
al raden. Gedragingen kunnen de printactiviteit naar omlaag halen, maar dit kan toch niet het alfa en omega van een groene besparingsronde zijn? “Nee, natuurlijk niet. Ik stel vast dat vele bedrijven nog steeds over een uitgebreid papieren archief beschikken. Puur uit noodzaak, trouwens. Architectenbureaus of gemeentelijke overheden zijn hier treffende voorbeelden van. Door gebruik te maken van digitale archiveringsmethoden kan men hier een mouw aan passen. De zaken opslaan op een server en raadplegingen elektronisch doen kan een wereld van verschil betekenen. Voorts bestaat er software waardoor faxen eenvoudigweg digitaal verloopt, zonder dat je hierbij een papieren document van het ene naar het andere toestel moet versturen.” Peter Lacres liet het zich al ontvallen: mogelijkheden zat.
Elektronische alternatieven Dat een dergelijke printpolicy erg bedrijfs- en sectorgebonden is laat zich
Michaël VANDAMME I
Profacility Magazine maart 2007
39