Nota reserves, voorzieningen en overlopende passiva
Inhoudsopgave
Voorwoord ..............................................................................................................................3 1 Inleiding...........................................................................................................................3 2 Het algemene beleid ten aanzien van reserves, voorzieningen en overlopende passiva .4 2.1 Reserves ...................................................................................................................4 2.2 Voorzieningen ...........................................................................................................4 2.3 Overlopende passiva .................................................................................................5 3 Overzicht Reserves .........................................................................................................6 3.1 Algemene reserve .....................................................................................................6 3.1.1 Basisreserve................................................................................................7 3.1.2 Vrij Aanwendbare Reserve ..........................................................................7 3.2 Bestemmingsreserve .................................................................................................7 3.2.1 Tijdelijke budgetten......................................................................................8 3.2.2 Staande mastroute ......................................................................................8 3.2.3 Reserve infra ...............................................................................................8 3.2.4 2,5% provinciale bijdrage bodemsanering ...................................................8 3.2.5 Aankoop natuurterreinen .............................................................................9 3.2.6 EHS grondverwerving 5B-2 .........................................................................9 3.2.7 Ver-/nieuwbouw provinciehuis .....................................................................9 3.2.8 BTW-compensatiefonds ............................................................................10 4 Overzicht voorzieningen ................................................................................................11 4.1 Voorzieningen voor bestaande risico’s (lid 1b).........................................................12 4.1.1. Wachtgelden PS-leden ..............................................................................12 4.1.2 Waardeoverdracht pensioenen GS-leden ..................................................12 4.1.3. Parkeerrekening NUON (PEB) GS Fryslân ................................................13 4.1.4. Boot It Fryske Gea.....................................................................................13 4.1.4 Voorziening grondaankopen ......................................................................14 4.1.5 Groot onderhoud provinciehuis ..................................................................14 4.2 Voorzieningen voor daartoe door anderen bestemde middelen (lid 2) .....................15 4.2.1 Interreg IIIb North Sea Bio Energy .............................................................15 4.2.2 Legaat Van Harixma Thoe Slooten ............................................................15 4.2.3 Uitbr./inst.h. Grafiekcollectie Knecht-Drenth ..............................................15 4.2.4 Buma-legaten ............................................................................................16 4.2.5. Jorritsma-Boschmafonds ...........................................................................16 5 Overzicht overlopende passiva......................................................................................17 6 Wat mag het kosten, wat levert het op? .........................................................................19
2
Voorwoord Deze nota wordt tegelijk met de Financiële Verordening Provincie Fryslân 2010 en de nota Uitvoering Begroting aan Provinciale Staten ter vaststelling aangeboden. In deze nota wordt er van uitgegaan, dat beide nota’s ongewijzigd door Provinciale Staten worden vastgesteld. Als verwezen wordt naar de Financiële Verordening, of Uitvoering Begroting worden de herziene nota’s bedoeld. Indien hiervan afgeweken wordt, staat dit vermeld.
1 Inleiding In de Financiële Verordening 2010 is vastgelegd dat één keer in de vier jaar de diverse vastgestelde nota’s herijkt moeten worden. Hieronder valt ook de nota Reserves en voorzieningen. In het Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies (BBV) geeft het Rijk richtlijnen waaraan de Provincie zich moet houden. Een wijziging van het BBV met betrekking tot reserves en voorzieningen heeft dan ook gevolgen voor onze behandeling van reserves en voorzieningen. De wijziging van artikel 44 lid 2 BBV heeft tot gevolg dat bepaalde voorzieningen aangemerkt moeten worden als overlopende passiva. Deze nota gaat dan ook over het beleid ten aanzien van reserves, voorzieningen én overlopende passiva. De keuze voor een reserve, voorziening of overlopende passiva wordt conform het gestelde in de BBV gemaakt. De reserves worden altijd gevormd met eigen middelen en zijn ter dekking van verwachte toekomstige uitgaven. Voorzieningen kunnen worden gevormd met eigen middelen of met middelen van derden. Voorzieningen die met eigen middelen worden gevormd zijn ter dekking van bestaande risico’s. De voorzieningen die zijn gevormd met middelen van derden hebben een specifiek bestedingsdoel. Voor de middelen verkregen van Europese of Nederlandse overheidslichamen wordt echter geen voorziening gevormd, deze middelen worden beschouwd als overlopende passiva. In deze nota zijn alle reserves, voorzieningen en overlopende passiva die op 31 december 2008 een boekwaarde groter dan nul hadden opgenomen. Daarnaast is in 2009 een aantal overlopende passiva gevormd welke eveneens zijn opgenomen. Hoofdstuk 2 gaat over het algemene beleid met betrekking tot reserves, voorzieningen en overlopende passiva. In de hoofdstukken 3 t/m 5 worden respectievelijk de verschillende reserves, voorzieningen en overlopende passiva toegelicht. In Bijlage 1 zijn de vereisten vanuit het BBV opgenomen met betrekking tot reserves, voorzieningen en overlopende passiva.
3
2 Het algemene beleid ten aanzien van reserves, voorzieningen en overlopende passiva In dit hoofdstuk wordt het beleid geformuleerd rondom de reserves, voorzieningen en overlopende passiva. In bijlage 1 is opgenomen wat de vereisten zijn van het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) ten aanzien van de reserves, voorzieningen en overlopende passiva. De voorwaarde, dat bij het instellen van een nieuwe reserve of voorziening een vijftal items benoemd moeten wordt blijft gehandhaafd. De te benoemen items zijn: - De reden en de omschrijving. - Hoe en wanneer gelden worden toegevoegd. - Hoe en wanneer gelden worden onttrokken. - De eventuele rentetoerekening of prijscompensatie. - Het mandaat wat aan Gedeputeerde Staten verleend is. In de jaarrekening worden de stand van de reserves, voorzieningen en overlopende passiva zowel op kasbasis als op transactiebasis gepresenteerd. De stand op kasbasis geeft de stand aan van het beginsaldo minus de uitgaven en plus de inkomsten in dat jaar. Bij de stand op transactiebasis wordt tevens rekening gehouden met toekomstige vormingen en onttrekkingen aan de reserve, voorziening of overlopende passiva. In feite geeft de laatste stand de vrij beschikbare ruimte aan binnen de reserve, voorziening of overlopende passiva. In het geval dat de overlopende passiva via de Sisa verantwoord moeten worden, kan het zijn dat deze in de jaarrekening op basis van het baten en lastenstelsel zullen worden weergegeven.
2.1 Reserves Overeenkomstig artikel 43 van het BBV wordt onderscheid gemaakt tussen de algemene reserve en bestemmingsreserves. Binnen de algemene reserve maken wij onderscheid tussen de basisreserve en een vrij aanwendbare reserve (VAR). In de nota weerstandsvermogen (2008) is aangegeven dat de basisreserve onderdeel is van de beschikbare weerstandscapaciteit en daarmee dient als primaire buffer voor het opvangen van financiële risico’s die niet binnen de exploitatie zijn afgedekt. Gelet op de resultaten van afgelopen jaren wordt een algemene risicobuffer van 2,5% van de totale exploitatie hiervoor minimaal aangehouden. Wij stellen voor om de basisreserve te handhaven op het niveau zoals bepaald bij de nota weerstandsvermogen en een eventueel negatief begrotingsaldo of calamiteiten ten laste van de VAR te brengen. Met betrekking tot de bestemmingsreserves wordt voorgesteld het terughoudende beleid met betrekking tot het instellen van bestemmingsreserves te handhaven. Hiermee wordt voorkomen dat er ‘potjes’ gecreëerd worden.
2.2 Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor risico’s die financieel te kwantificeren zijn en voor niet uitgegeven middelen van derden met een specifiek bestedingsdoel, met uitzondering van niet uitgegeven middelen van Europese en Nederlandse overheidslichamen. De middelen van Europese en Nederlandse overheidslichamen worden opgenomen onder de overlopende passiva.
4
De voorzieningen worden onderverdeeld in twee categorieën: 1. Voorziening voor bestaande risico’s. 2. Voorzieningen voor daartoe door anderen bestemde middelen. Een voorziening voor bestaande risico’s wordt ingesteld wanneer het onderkende risico kwantificeerbaar is. In het geval dat het risico niet te kwantificeren is wordt deze opgenomen in de risicoparagraaf.
2.3 Overlopende passiva In 2007 is artikel 44, lid 2 BBV gewijzigd. Met ingang van het begrotings- en verantwoordingsjaar 2008 dienen de niet uitgegeven middelen van uitkeringen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel als ‘vooruit ontvangen middelen’ op de balans te komen, onder de overlopende passiva. Indien in een jaar de uitgaven lager zijn dan de ontvangen uitkeringen wordt de overlopende passiva gevoed en indien de uitgaven hoger zijn dan de ontvangen uitkeringen wordt aan de overlopende passiva onttrokken. Als de uitgaven in enig jaar hoger zijn dan de ontvangen uitkeringen inclusief het saldo van de overlopende passiva, dan worden deze als overlopende activa op de balans opgenomen. De hoogte hiervan kan nooit hoger zijn dan reeds toegezegde uitkeringen van derden. Ingaande 2008 is wettelijk verankerd dat de aanwending van doeluitkeringen wordt verantwoord via de Sisa- bijlage in de jaarrekening. Het in de regeling aangegeven bestedingsbegrip is daarbij leidend. Om de administratieve lastendruk rond de verantwoording van doeluitkeringen nog verder te verminderen heeft het Rijk aangekondigd dat ingaande 2010 overeenkomstig het in het BBV voorgeschreven baten en lastenstelsel mag worden verantwoord. In het overgangsjaar leidt dit eenmalig tot aanvullende onttrekkingen aan de overlopende passiva. In de jaarstukken wordt deze stelselwijziging zonodig verder toegelicht.
5
3 Overzicht Reserves In dit hoofdstuk wordt per reserve de te benoemen items beschreven. Per reserve is geïnventariseerd hoe de voeding is, hoe onttrokken wordt, of er rente- of prijscompensatie toegerekend wordt en hoe het mandaat van Gedeputeerde Staten luidt. Onderstaand een overzicht van de reserves met de stand ervan per 31/12/2008. Reserves x € 1.000
Stand per 31/12/2008
Algemene reserve Basis reserve Reserve VAR Totaal
8.750 77.374 86.124
Bestemmingsreserve Tijdelijke budgetten
58.526
Staande Mastroute
1.183
infrastructuur (2008 ev) 2,5% provinciale bijdrage bodemsanering Aankoop natuurterreinen en EHS grondverwerving 5B-2 (ver)Nieuwbouw Provinciehuis BTW compensatiefonds Totaal
6.459 333 4.889
Totaal reserves
2.423 105 73.920
Opmerkingen
Opgeheven bij 1e Bestuursrapportage 2009
Opheffing bij deze nota
160.044
3.1 Algemene reserve De nota weerstandsvermogen is op 12 november 2008 door u vastgesteld. In de nota weerstandsvermogen is het beleid rond het weerstandsvermogen geformuleerd. De nota geeft de methodiek en de berekeningswijze van de afzonderlijke delen van het weerstandsvermogen aan, alsmede de norm voor het gewenste niveau van het weerstandsvermogen. De omvang van de algemene reserve is het belangrijkste onderdeel van de weerstandscapaciteit op korte termijn. Het weerstandsvermogen en daarmee de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit wordt twee keer per jaar expliciet bepaald, bij het opstellen van de Begroting en bij de Jaarstukken. De noodzakelijke minimale omvang van de algemene reserve wordt sterk bepaald door de financiële risico’s, die in de risicoparagraaf zijn opgenomen. Dit zijn risico’s die afzonderlijk niet financieel te kwantificeren zijn, in het geval dat dit wel mogelijk is, dient een voorziening voor bestaande risico’s te worden gevormd. De algemene reserve bestaat uit een basisreserve en een vrij aanwendbare reserve (VAR).
6
3.1.1 Basisreserve De basisreserve wordt als de primaire buffer beschouwd voor het opvangen van risico’s welke kunnen leiden tot een negatief jaarresultaat. Een algemene risicobuffer van 2,5% van de totale exploitatie wordt hiervoor minimaal aangehouden. Voor de jaren 2008-2011 is de hoogte van de basisreserve bepaald op € 8,75 miljoen. Voeding: De toevoegingen vinden zonodig plaats op basis van een (herziene) nota weerstandsvermogen vanuit de VAR. Onttrekkingen: De onttrekkingen vinden zonodig plaats op basis van een (herziene) nota weerstandsvermogen naar de VAR. Rentetoevoeging: Aan de basis reserve wordt geen rente toegevoegd Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen aan en onttrekkingen uit de basisreserve.
3.1.2 Vrij Aanwendbare Reserve De VAR is bedoeld voor tijdelijke uitgaven in komende jaren en fungeert als reserve voor het geval het begrotingsaldo te laag is om voorstellen te dekken of negatief is. Over het verloop van de VAR wordt bij alle Planning en Control instrumenten gerapporteerd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het totale verloop van de VAR en het vrij aanwendbare deel van de VAR. Dit is het deel waarop in de komende jaren nog geen onttrekking zal plaatsvinden. Voeding: Toevoegingen vinden plaats vanuit de bestemming van het rekeningsaldo van het afgelopen dienstjaar en vanuit overig incidentele vrijval van middelen. Onttrekking: De onttrekkingen vinden plaats ten behoeve van: - financiële dekking van nieuwe beleidvoornemens - financiële dekking van calamiteiten - financiële dekking van de risicoparagraaf - overige incidentele zaken Rentetoevoeging: Aan de vrij aanwendbare reserve wordt geen rente toegevoegd. Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen aan en onttrekkingen uit de vrij aanwendbare reserve.
3.2 Bestemmingsreserve In artikel 43 lid 2 BBV wordt een bestemmingsreserve omschreven als een reserve waar aan Provinciale Staten een bestemming hebben gegeven waarvoor over meerdere jaren gespaard wordt, maar waarbij het moment van aanwending nog onzeker is. Wij onderscheiden de volgende bestemmingsreserves:
7
3.2.1 Tijdelijke budgetten In de nota uitvoering begroting is het beleid rondom de tijdelijke budgetten weergegeven. Hierbij is tevens vastgelegd hoe Gedeputeerde Staten de jaarovergang van deze budgetten mag uitvoeren waarbij het gebruik van reserves noodzaak is. Aan het eind van een tijdelijk budget zal er geen resterend saldo in de reserve aanwezig zijn. Vorming en onttrekkingen: Voor bovenstaande reserve geldt dat de vorming en onttrekking plaatsvinden conform de afgesproken tijdelijk budget regels. Rentetoevoeging: Aan deze reserve wordt geen rente toegevoegd. Mandaatregeling: Gedeputeerde Staten zijn geautoriseerd om conform de afgesproken tijdelijk budget regels vorming en onttrekkingen aan de reserve te plegen.
3.2.2 Staande mastroute Bij de 1e Bestuursrapportage 2009 is besloten om de resterende middelen aan het investeringsproject Staande Mast Route toe te voegen en de reserve op te heffen.
3.2.3 Reserve infra Bij de nota uitvoering begroting is voorgesteld om de reserve op te heffen en het saldo toe te voegen aan de VAR.
3.2.4 2,5% provinciale bijdrage bodemsanering Betreft onze wettelijke bijdrage van 2,5% in bodemsaneringsprojecten. Er moeten nog een paar eindafrekeningen plaatsvinden van de bodemsaneringsprojecten over de meerjarenprogramma periode 2001-2004. In afwachting hiervan wordt de reserve gehandhaafd. Voeding: Vanaf 2009 vindt er geen voeding meer plaats. Onttrekking: De provinciale bijdrage van 2,5% in de afwikkeling van bodemsaneringsprojecten betreffende het meerjarenprogramma periode 2001-2004. Als voor alle projecten een eindafrekening heeft plaatsgevonden wordt de reserve opgeheven en wordt het saldo toegevoegd aan de algemene middelen. Rentetoevoeging: Aan deze reserve wordt geen rente toegevoegd. Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen en onttrekkingen.
8
3.2.5 Aankoop natuurterreinen De reserve is gevormd in verband met de achterstand in de aankoop van natuurgronden ten opzichte van de oorspronkelijke raming tot 2018. De na te streven natuurdoelen, zijn vastgelegd in het provinciaal Meerjaren Programma Landelijk Gebied (pMJP). Voeding: Er vinden geen toevoegingen meer plaats. Het structurele aankoopbudget vormt nu onderdeel van het Frysk Ynvestearringen Landelijk Gebied (FYLG)-budget. Na afloop van het pMJP wordt dit aankoopbudget weer apart in de exploitatie opgenomen. Onttrekking: Ter dekking van de aankoop van natuurterreinen voor zover de natuurterreinen niet in het huidige pMJP zijn meegenomen of voor zover het begrote bedrag in het pMJP voor aankoop van natuurterreinen ontoereikend is. Rentetoevoegingen: Aan deze reserve wordt geen rente toegevoegd. Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen en onttrekkingen
3.2.6 EHS grondverwerving 5B-2 De reserve EHS grondverwerving is ontstaan door middelen van derden welke niet teruggestort hoeven te worden. Het ministerie van LNV heeft in 2005 de inzet van het instrumentarium EHS voor de realisering van ecologische verbindingszones heroverwogen. Op basis van juridische- en bestuurlijke afspraken en aangegane verplichtingen zijn afspraken gemaakt over uitfinanciering door het Rijk. Voor het merendeel van onze Friese verbindingszones kan het EHS-instrumentarium gebruikt blijven worden. Per zone is globaal vastgelegd hoeveel hectares EHS er beschikbaar zijn voor realisatie van de ecologische zone. De realisatie van de ecologische zone is opgenomen en begroot in het pMJP. Voeding: Er vinden geen toevoegingen meer plaats. Het structurele aankoopbudget vormt nu onderdeel van het Frysk Ynvestearringen Landelijk Gebied (FYLG)-budget. Onttrekking: Ter dekking van rentekosten inzake extra of versnelde grondaankopen in het kader van EHS en ter dekking van de extra en versnelde grondaankopen. Rentetoevoegingen: Aan deze reserve wordt geen rente toegevoegd. Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen en onttrekkingen.
3.2.7 Ver-/nieuwbouw provinciehuis De reserve is bedoeld om deels de kosten van tijdelijke huisvesting en de nieuwbouw te dekken. Deze reserve wordt opgeheven zodra de nieuwbouw gereed is en de tijdelijke huisvesting niet meer nodig is.
9
Voeding: Vanaf 2005 wordt het positieve saldo van aan huisvesting gerelateerde bedrijfsvoeringbudgetten in de reserve gestort. Onttrekking: Kosten tijdelijke huisvesting en nieuwbouw kosten. Rentetoevoeging: Aan deze reserve wordt geen rente toegevoegd. Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen en onttrekkingen.
3.2.8 BTW-compensatiefonds Onttrekking: In 2008 is de netteringsoperatie van het Rijk afgerond. Alle rijksuitkeringen worden in het vervolg netto uitgekeerd en de provincie wordt hiervoor via een verlaging van de uitname uit het provinciefonds gecompenseerd. Er is geen reden meer om de reserve in stand te houden voorgesteld wordt dan ook de reserve te beëindigen en het saldo toe te voegen aan het begrotingsaldo.
10
4 Overzicht voorzieningen In dit hoofdstuk wordt per voorziening de te benoemen items beschreven. Per voorziening is geïnventariseerd hoe de voeding is, hoe onttrokken wordt, of er rente- of prijscompensatie toegerekend wordt en hoe het mandaat van Gedeputeerde Staten luidt. De voorzieningen bestaan uit voorzieningen voor op de balansdatum bestaande risico’s en uit voorzieningen van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende jaren. Door de wijziging van het BBV wordt een groot aantal voorzieningen aangemerkt als overlopende passiva. Het BBV staat rentetoevoegingen aan voorzieningen niet toe, tenzij de rentetoevoeging gezien wordt als een toevoeging om de voorziening op de juiste hoogte te houden. Onderstaand een overzicht van de voorzieningen met de stand ervan per 31/12/2008.
Voorzieningen x € 1.000
Stand per 31/12/2008
Besluitvorming
Voorzieningen voor bestaande risico’s Wachtgelden PS-leden Waardeoverdracht pensioenen GS-leden Parkeerrekening NUON (PEB) GS Fryslân Boot It Fryske Gea Voorziening grondaankopen Groot onderhoud provinciehuis Totaal Voorzieningen voor daartoe door anderen bestemde middelen Legaat Van Harinxma thoe Slooten Uitbr./inst.h. Grafiekcollectie Knecht-Drenth Buma-legaten Jorritsma-Boschmafonds Totaal Totaal voorzieningen
178 872 245 34 0 0 1.329
21 332 160 433 946 2.275
11
O.b.v. hernieuwde berekening wijzigen Opheffing bij jaarrekening 2009
4.1 Voorzieningen voor bestaande risico’s (lid 1b)
4.1.1. Wachtgelden PS-leden Berekening hoogte: De duur van de uitkering wordt bepaald op de helft van het aantal volledige maanden welke het statenlid als statenlid heeft vervuld, met een maximale duur van 2 jaar. De uitkering eindigt in ieder geval met ingang van de maand volgend op die waarop de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt. De hoogte van de uitkering is maximaal in het eerste jaar 80% en in het tweede jaar 70% van de vaste vergoeding indien twee volledige perioden van 4 jaar zitting in PS. In het eerste jaar 60% en in het tweede 55% indien één volledige periode zitting in PS. In het eerste jaar 40% en voor de resterende periode 35% indien kleiner dan 4 jaar, maar tenminste 2 jaar lid PS. Tijdstip van hernieuwde berekening: Als een statenlid na het aftreden geen wachtgelduitkering aanvraagt, kan de voorziening naar beneden bijgesteld worden. De maximale bijstelling per statenlid is € 9.946,90 voor het eerste jaar en € 8.703,54 voor het tweede jaar. Voorgesteld wordt om niet per wisseling, maar om de twee jaar en in ieder geval na een statenverkiezing de hoogte opnieuw te berekenen. Op basis van 31 december 2009 is de stand opnieuw berekend. De benodigde ruimte is € 342.400. Middels bijgevoegde begrotingswijziging wordt het niveau van de voorziening aangepast. Onttrekking: Degene die tenminste 2 jaar onafgebroken lid is geweest van Provinciale Staten, kan met ingang van de maand volgend op de maand van aftreden aanspraak maken op een uitkering. Dit kan alleen als daartoe binnen 3 maanden na aftreden een schriftelijk verzoek wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten. De lasten die hieruit voortvloeien worden rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. Rentetoevoeging en prijscompensatie: Prijscompensatie naar rato van de wijziging in de vergoeding voor werkzaamheden van Statenleden. Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen en Gedeputeerde Staten over onttrekkingen. Ontwikkelingen: Binnenkort zal aan Provinciale Staten een versoberde wachtgeldregeling worden voorgesteld. Tevens zijn ontwikkelingen gaande voor een versobering in de nationale wetgeving.
4.1.2 Waardeoverdracht pensioenen GS-leden Vorming: Elke gedeputeerde bouwt tijdens zijn actieve periode als gedeputeerde en tijdens zijn wachtgeldperiode pensioen op. Na minimaal 6 maanden als gedeputeerde werkzaam te zijn geweest bestaat een wettelijk recht op waardeoverdracht van het pensioen. Bij elke wijziging van het college wordt het recht op waardeoverdracht berekend en wordt de voorziening aangepast.
12
Onttrekking: Op grond van artikel 160a van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, heeft een gewezen gedeputeerde recht op overdracht van het pensioenkapitaal dat is opgebouwd voor de werkzaamheden als gedeputeerde bij de Provincie Fryslân, naar de uitvoerder van de pensioenregeling van de nieuwe werkgever. Een zittende gedeputeerde kan direct na zijn aftreden aanspraak maken indien hij deelnemers of wordt in een andere pensioenregeling. Een uitkeringsgenietende (wachtgeld) gedeputeerde kan aanspraak maken op het wettelijk recht op waardeoverdracht zodra hij weer deelnemer wordt in een andere pensioenregeling. Een slaper (een ex-gedeputeerde die geen wachtgeld en nog geen pensioen geniet) kan aanspraak maken zodra hij deelnemer wordt in een pensioenregeling van een nieuwe werkgever. Rentetoevoeging en prijscompensatie: Prijscompensatie naar rato van de wijziging in de vergoeding voor werkzaamheden van Gedeputeerde Statenleden. Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen aan en onttrekkingen. Toekomstige wijzigingen: Er ligt een wetsvoorstel om de pensioenen van alle politieke ambtsdragers (waaronder gedeputeerden) onder te brengen bij het ABP. De pensioenen van gedeputeerden worden nu uit de begroting gefinancierd. Onderbrenging bij het ABP betekent overstap naar een financieringsstelsel dat volledig gebaseerd is op kapitaaldekking. Het kabinet heeft door de kredietcrisis en de verslechterde financiële positie van het ABP-fonds haar besluit om een definitief standpunt in te nemen uitgesteld. In afwachting op het definitieve besluit ten aanzien van de wetswijziging wordt voorgesteld om de voorziening niet naar beneden af te romen bij wijziging van het college, maar alleen eventuele nieuwe wachtgeldverplichtingen toe te voegen.
4.1.3. Parkeerrekening NUON (PEB) GS Fryslân In 2009 is het resterende bedrag verdeeld. Voorgesteld wordt deze voorziening op te heffen bij de jaarrekening 2009.
4.1.4. Boot It Fryske Gea Vorming: In 1996 is de Wytstirns door het Rijk in bruikleen gegeven aan It Fryske Gea voor handhaving in het kader van de Natuurbeschermingswet langs de Friese IJsselmeerkust. In de loop der tijd is de Wytstirns minder geschikt geworden voor het oorspronkelijke doel. De Wytstirns is daarom overgedragen aan de Provincie, die de boot inzet voor peil, begeleidings- en toezichtstaken. It Fryske Gea is een vervangende rubberboot met trailer ter beschikking gesteld. Tevens wordt een terreinwagen ingezet voor de provinciale handhavingstaken op het gebied van de groene wet- en regelgeving. Jaarlijks wordt € 3.000 aan de voorziening gedoteerd voor de vervanging van de rubberboot te zijner tijd.
13
Onttrekking: De exploitatiekosten van de Wytstirns Leasekosten van de terreinwagen Ten behoeve van vervanging boot Rentetoevoeging en prijscompensatie: Aan deze voorziening wordt rente toegevoegd. Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen aan en onttrekkingen.
4.1.4 Voorziening grondaankopen Op 22 april 2009 is de notitie ‘instellen investeringskrediet grondaankopen’ door de Staten vastgesteld. Bij het vaststellen hiervan is tevens de risicovoorziening grondaankopen ingesteld. Vorming: Bij elke grondaankoop wordt 20% van de waarde in de voorziening gestort. Dekking vindt plaats uit de in de begroting opgenomen budgetten voor ILG/FYLG. Onttrekking: Bij verkoop van de gronden wordt het verschil van aankoop en verkoopwaarde verrekend met de voorziening. Deze middelen vloeien dan terug naar het budget waaruit de voorziening gevormd is. Rentetoevoeging en prijscompensatie: Er vindt geen rentetoevoeging en prijscompensatie plaats. Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen aan en onttrekkingen.
4.1.5 Groot onderhoud provinciehuis Voor het egaliseren van de kosten voor groot onderhoud van het nieuwe provinciehuis is een voorziening door de Staten op 26 november 2008. Deze voorziening treedt in 2012 in werking en te zijner tijd wordt een meerjarenschema ten aanzien van groot onderhoud opgesteld. Vorming: Vanaf 2012 resterende middelen van het exploitatiebudget groot onderhoud provinciehuis. Onttrekking: Kosten groot onderhoud vanaf 2012 boven het jaarlijks beschikbare budget op de exploitatie. Rentetoevoeging en prijscompensatie: Er vind geen rentetoevoeging en prijscompensatie plaats. Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen aan en onttrekkingen.
14
4.2
Voorzieningen voor daartoe door anderen bestemde middelen (lid 2)
4.2.1 Interreg IIIb North Sea Bio Energy Het betreft hier bijdragen van derden in het Interreg proejct North Sea Bio Energy. In 2009 zal dit project afgerekend worden en waarna de voorziening wordt opgeheven.
4.2.2 Legaat Van Harixma Thoe Slooten Vorming: Deze voorziening heeft betrekking op een legaat dat in 1957 is verkregen. Buiten een rentetoevoeging vinden er geen toevoegingen plaats. Onttrekking: Het legaat is bedoeld voor het in goede staat houden van de A.C.E.W. Els Collot d’Escurykamer in het Frysk Museum. De voorziening heeft geen einddatum. Rentetoevoeging en prijscompensatie: Over het gemiddelde saldo wordt rente toegerekend. Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen aan en onttrekkingen.
4.2.3 Uitbr./inst.h. Grafiekcollectie Knecht-Drenth Vorming: De familie Knecht-Drenth heeft een renteloze lening verstrekt aan de Provincie ter uitbreiding van de grafiekcollectie. Deze lening is belegd en jaarlijks wordt er een rentebedrag ontvangen voor belegde gelden. Jaarlijks schenkt de familie Knecht-Drenth een bedrag van € 22.689. Dit bedrag wordt aan de voorziening toegevoegd. Onttrekking: De ontvangen rentebedragen voor belegde gelden worden als subsidie verstrekt aan het Fries Museum € 27.681. Jaarlijks wordt € 22.689 afgelost op de renteloze lening. Rentetoevoeging en prijscompensatie: Buiten de ontvangen rente op belegde gelden wordt er geen rente of prijscompensatie toegevoegd. Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen aan en onttrekkingen.
15
4.2.4 Buma-legaten Vorming: Er worden geen middelen toegevoegd aan deze voorziening. Onttrekking: De gelden worden aangewend voor aanschaffingen ten behoeve van de BUMA-bibliotheek die onderdeel vormt van Tresoar. Rentetoevoeging en prijscompensatie: Rente- en dividendinkomsten worden doorbetaald aan Tresoar. Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen aan en onttrekkingen.
4.2.5. Jorritsma-Boschmafonds Vorming: Deze voorziening betreft een schenking van mevrouw Boschma. De oorspronkelijke schenking moet in stand gehouden worden, alleen de baten die met deze gelden behaald worden mogen onttrokken worden. Onttrekking: Ter verstrekking van bijdragen in de kosten van een opleiding, aan in Fryslân woonachtige onbemiddelde jonge mensen van goede aanleg. Op dezelfde voet als bijdragen die worden verstrekt uit het Provinciaal Studiefonds. Ter onderhoud van een zestal graven op de Begraafplaats te Nijland en Ysbrechtum. Rentetoevoeging en prijscompensatie: Buiten de baten op de belegde gelden wordt er geen rente of prijscompensatie toegevoegd. Mandaatregeling: Provinciale Staten besluiten over toevoegingen aan en onttrekkingen.
16
5 Overzicht overlopende passiva Overlopende passiva worden gevormd voor middelen verkregen van Europese of Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel. Met ingang van 2009 worden de uitgaven en inkomsten rechtstreeks in de exploitatie opgenomen. Vorming vindt plaats als in een jaar de uitgaven achterblijven bij de inkomsten. Onttrekking vindt plaats in het tegenovergestelde geval, wanneer de uitgaven in een jaar hoger zijn dan de inkomsten. Vorming en onttrekking vinden plaats bij het opstellen van de jaarrekening. Bij de overlopende passiva zijn het andere overheden die bepalen waarvoor de middelen besteed mogen worden en of er al dan niet rente toegerekend moet worden aan de balanspost. Wij beperken ons daarom tot een totaal overzicht van deze posten waarbij we specifiek aangegeven als er sprake is van verplichte rente toerekening.
17
Overlopende passiva x € 1.000 Coördinatie rampenbestrijding Grootscheepsvaarwateren Programma BDU (Brede Doel Uitkering) - Openbaar Vervoer - Spoorlijnen Mobiliteitsfonds (rijksmiddelen) Grondwaterplan Schade grondwaterplan Bodemsanering WBB 2005-2009 Energie in de milieuvergunningen Externe veiligheid 2006-2010 Subsidiëring Gebiedsgericht Beleid Subsidie Lokaal Klimaatbeleid (SLOK) Soortenbescherming Natura 2000-beheerplannen (Rijk) Skriezekriten Investeringsbudget Landelijk Gebied Bijdrage Spoorbrug Alddiel
Stand per 31/12/2008 0 3.214 22.924 6.252 17.909 0 1.648 681 63.547 6.405 19 306 406 0 7 296 0 11.791 868
Europese programma’s
2
Interreg IIIb North Sea Bio Energy
1
Jeugdhulpverlening Aktieprogramma Kultuerberik 2005-2008 Beeldende Kunsten 2005-2008 Bibliotheekvernieuwing Besluit locatiegebonden subsidies Projecten volkshuisvesting Stads en dorpsvernieuwing Integrale Stedelijke Vernieuwing Regionaal college waddengebied Servicepunt handhaving waddenzee Wadloopvergunning Totaal
380 57 108 79 622 86 4.306 15.551 28 0 0 100.492
18
Rente toerekening
Aandachtspunten
Ja Ja
ja Ja Ja Ja Ja
Opheffing bij jaarrekening 2009 Opheffing bij jaarrekening 2009 Ja
Ja Ja Ja
6 Wat mag het kosten, wat levert het op? Bij de reserves wordt voorgesteld om de reserve BTW-compensatiefonds op te heffen en het resterende saldo van € 105.000 toe te voegen aan het begrotingsaldo. Bij de voorzieningen is een herziene berekening gemaakt van de benodigde hoogte van de voorziening wachtgeld PS leden. Hieruit blijkt dat de voorziening per 31/12/2009 een saldo van € 342.400 zou moeten bedragen. Het verwachte saldo is echter € 162.000. Voorgesteld wordt om de voorziening vanuit het begrotingsaldo aan te vullen met € 180.400. In 2011 is in de Begroting een vorming van de voorziening met € 295.000 opgenomen. Voorgesteld wordt om deze storting te laten vervallen en deze middelen toe te voegen aan het begrotingsaldo. Bij deze nota is een begrotingswijziging bijgevoegd waarin bovenstaande voorstellen zijn opgenomen.
19
Bijlage 1 Vereisten vanuit het BBV Artikel 40a In de balans worden onder de overlopende activa afzonderlijk opgenomen: a. de van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel; b. overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen. http://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragraaf454/Artikel40a/geldig heidsdatum_09-102009/informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragraaf454/A rtikel40a/tekst_bevat_besluit%2Bbegroting%2Ben%2Bverantwoording/geldigheidsdatum_09102009/afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragra af454/Artikel40a/tekst_bevat_besluit%2Bbegroting%2Ben%2Bverantwoording/geldigheidsda tum_09-10-2009/opslaan Artikel 41 Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden, met een rentetypische looptijd van één jaar of langer. http://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragraaf455/Artikel41/geldigh eidsdatum_09-102009/informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragraaf455/A rtikel41/tekst_bevat_besluit%2Bbegroting%2Ben%2Bverantwoording/geldigheidsdatum_09102009/afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragra af455/Artikel41/tekst_bevat_besluit%2Bbegroting%2Ben%2Bverantwoording/geldigheidsdat um_09-10-2009/opslaan Artikel 42 1. Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening. 2. Het in het eerste lid bedoelde resultaat wordt afzonderlijk opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen. http://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragraaf455/Artikel42/geldigh eidsdatum_09-102009/informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragraaf455/A rtikel42/tekst_bevat_besluit%2Bbegroting%2Ben%2Bverantwoording/geldigheidsdatum_09102009/afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragra af455/Artikel42/tekst_bevat_besluit%2Bbegroting%2Ben%2Bverantwoording/geldigheidsdat um_09-10-2009/opslaan Artikel 43 1. In de balans worden de reserves onderscheiden naar: a. de algemene reserve; b. de bestemmingsreserves. 2. Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan Provinciale Staten respectievelijk de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven. http://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragraaf455/Artikel43/geldigh eidsdatum_09-102009/informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragraaf455/A rtikel43/tekst_bevat_besluit%2Bbegroting%2Ben%2Bverantwoording/geldigheidsdatum_09102009/afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragra af455/Artikel43/tekst_bevat_besluit%2Bbegroting%2Ben%2Bverantwoording/geldigheidsdat um_09-10-2009/opslaan
20
Artikel 44 1. Voorzieningen worden gevormd wegens: a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; b. op de balansdatum bestaande risico's ter zaken van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. 2. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b. 3. Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. http://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragraaf455/Artikel44/geldigh eidsdatum_09-102009/informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragraaf455/A rtikel44/tekst_bevat_besluit%2Bbegroting%2Ben%2Bverantwoording/geldigheidsdatum_09102009/afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragra af455/Artikel44/tekst_bevat_besluit%2Bbegroting%2Ben%2Bverantwoording/geldigheidsdat um_09-10-2009/opslaan Artikel 45 Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan. Artikel 47 Onder de vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen de netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar en de overlopende passiva. Artikel 49 In de balans worden onder de overlopende passiva afzonderlijk opgenomen: a. verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen, met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume; b. de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren; c. overige vooruit ontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen. Artikel 52a 1. In de toelichting op de balans wordt per uitkering met een specifiek bestedingsdoel het verloop gedurende het jaar van de ontvangen voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b, in een overzicht weergegeven. Daaruit blijken: a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar; b. de toevoegingen; c. de vrijgevallen bedragen; d. het saldo aan het einde van het begrotingsjaar. 2. In de toelichting op de balans wordt per uitkering met een specifiek bestedingsdoel het verloop gedurende het jaar van de nog te ontvangen voorschotbedragen, bedoeld in artikel 40a, onderdeel a, in een overzicht weergegeven. Daaruit blijken: a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar; b. de toevoegingen; c. de ontvangen bedragen;
21
d. het saldo aan het einde van het begrotingsjaar. Artikel 54 1. In de toelichting op de balans worden de aard en reden van elke reserve en de toevoegingen en onttrekkingen daaraan toegelicht. 2. Per reserve wordt het verloop gedurende het jaar in een overzicht weergegeven. Daaruit blijken: a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar; b. de toevoegingen of onttrekkingen via de resultaatbestemming bij de programmarekening; c. de toevoegingen of onttrekkingen uit hoofden van de bestemming van het resultaat van het voorgaande boekjaar; d. de verminderingen in verband met afschrijvingen op activa waarvoor een specifieke bestemmingsreserve is gevormd; e. het saldo aan het einde van het begrotingsjaar. http://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragraaf457/Artikel54/geldigh eidsdatum_09-102009/informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragraaf457/A rtikel54/tekst_bevat_besluit%2Bbegroting%2Ben%2Bverantwoording/geldigheidsdatum_09102009/afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR0014606/HoofdstukIV/Titel45/Paragra af457/Artikel54/tekst_bevat_besluit%2Bbegroting%2Ben%2Bverantwoording/geldigheidsdat um_09-10-2009/opslaan Artikel 55 1. In de toelichting op de balans worden de aard en reden van de voorzieningen, bedoeld in artikel 44 en de wijzigingen daarin toegelicht. 2. Per voorziening wordt het verloop gedurende het jaar in een overzicht weergegeven. Daaruit blijken: a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar; b. de toevoegingen; c. ten gunste van de rekening van baten en lasten vrijgevallen bedragen; d. de aanwendingen; e. saldo aan het einde van het begrotingsjaar.
22