1
noord zuid ondernemers voor ondernemers
zomer 2012
KRANT VAN CFP - CORPORATE FUNDING PROGRAMME - WWW.CFP.BE
Vrouwen zijn de toekomst in Senegal Verschillende bedrijven ondersteunen SOS Faim en dus ook het PDIF, het Programme de Développement Intégré de Fatick. Het Fonds voor Vrouwelijke Ondernemers kwam tot stand, door een gedeelte van de opbrengst van microkredieten via het PDIF. Dit fonds ondersteunt sterke vrouwen die door hun ondernemingszin de streek welvarender maken. Daarnaast ondersteunt het PDIF nog drie andere activiteiten: de ontginning van zout, de geitenteelt en de productie van cashewnoten.
M
ariama Cissé (39) toont mij trots haar 300 kippen die rondscharrelen in hun hok en nog trotser de stenen die klaarliggen om een tweede, groter hok te bouwen. Ze wil met de lening die ze aangevraagd heeft bij het Fonds voor Vrouwelijke Ondernemers haar bedrijfje verdubbelen in omvang. In haar eentje heeft ze een markt gevonden voor vers geslachte kippen. Ze bezocht hotels in Kaolack en Dakar, op 3 uur rijden van haar woonplaats Mboutoum, om aan te tonen dat haar braadkippen superieur zijn aan de Europese ingevroren exemplaren. Met succes, want nu gaat ze er twee keer per week kippen leveren. Mariama maakt deze reis met het gemeenschappelijke vervoer, voorzien van een grote koelbox waarin de kippen in plastic zakken en op ijs bewaard worden. Ze verkoopt ook kippen en eieren aan huis. Bij het volgende hok wil ze meer legkippen houden, want de vraag naar eieren groeit. Haar man is ‘agent vétérinaire’, maar zij is diegene die het mees-
CorPorate FuNDiNg Programme, Dat zijN oNDerNemers VaN het NoorDeN Die oNDerNemers iN het zuiDeN oP Weg heLPeN. WaNt eCoNomisChe aCtiViteit is eeN sterKe motor Voor oNtWiKKeLiNg. iN De KraNt NoorD-zuiD, oNDerNemers Voor oNDerNemers, ziet u hoe We Dit iN PraKtijK breNgeN.
te verdient. Om de 4 dochters en 8 familieleden die haar ten laste zijn, te onderhouden heeft ze dankzij twee eerdere, kleinere leningen van het Crédit Mutuel (dat ondersteund wordt door het PDIF) een goed draaiend bedrijf uit de grond gestampt. Ze stelt op dit moment één vrouw uit het dorp te werk en zal een tweede personeelslid aannemen bij de uitbreiding. De strijD om zout
De 30 vrouwen en 4 mannen die het Zoutconsortium van Fatick vormen, staan er op dit moment niet zo goed voor, vertelt secretaris Selbe Diouf (42), moeder van 5 kinderen. Traditioneel winnen vrouwen grof zout uit het zilte water dat ver landinwaarts komt bij hoog tij. Het PDIF ondersteunt dit consortium. Er werd bijvoorbeeld een magazijn voor het stockeren van zout gebouwd, zodat men de voorraad kan verkopen op het ogenblik dat de marktprijs hoog is. Heel
P4
P5
iNterVieW ProF. roeL merCKX
De Vraag aaN De Lezer
Afrika heeft honger naar kennis
Wordt u vandaag top ondernemer?
Het Zoutconsortium van Fatick, dat bijna helemaal uit vrouwen bestaat, vecht met de hulp van PDIF tegen de ongecontroleerde zoutwinning. Foto: SOS Faim Meer foto’s op www.cfp.be/noordzuid
3 20 KM DOOR BRUSSEL SENEGAL
Op 27 mei nam het CFP-team met meer dan 170 lopers deel aan de 20 km door Brussel, ten voordele van Fatick project van SOS Faim. Zij verzamelden een bedrag van 10.000 Euro. 140 Euro volstaan om bijvoorbeeld een motorfiets aan te kopen, 4 geiten of
wat mannen, die doorkregen dat met zout geld te verdienen valt, graven nu putten zo dicht mogelijk bij de zee. Die putten zorgen ervoor dat de vloed minder ver het land ingaat en dat de broodwinning van de vrouwen bedreigd wordt. Noodgedwongen gaan ze nu geregeld voor de mannen werken, aan 2.000 CFA of 3 euro per dag; daar waar ze als zelfstandig lid van het Consortium tot drie keer zoveel konden verdienen. Het Consortium koopt immers de productie op en hun leden delen in de winst op de verkoop. Het PDIF bemoeit zich nu bij de plaatselijke autoriteiten om het graven van zoutputten wettelijk in te perken. Niet alleen het Zoutconsortium lijdt eronder, maar ook het ecologisch evenwicht wordt verstoord: de grond rond de putten is namelijk niet langer geschikt voor de landbouw. Boven-
dien verliest één van de weinige attractieve sites van Fatick, de marais salants, zijn schoonheid.
Van links naar rechts: In Passy zullen de vrouwen cashewnoten
eeN FoNDs VaN VrouWeLijKe oNDerNemers
niet langer op de grond moeten kraken en
Voor de 20 km van Brussel bracht Umicore een vijftigtal lopers bij
Rooskleuriger is de toekomst van de vrouwen van Passy die cashewnoten roosteren, kraken en verpakken. Met z’n 43 oogsten ze de eigen plantages en kopen ze de noten op van andere planters. Het niet zo gezonde en weinig hygiënische roosteren, kraken, pellen en verpakken, dat traditioneel op de grond gebeurt midden in het dorp, verhuist nu naar een pas gebouwde productie-eenheid aan de rand, met een eenvoudige maar efficiënte installatie die het hen veel makkelijker zal maken. De winsten zijn meer dan behoorlijk: noten die worden aangekocht aan 600 CFA per kilo, worden verkocht aan 4000 CFA per kilo. Je vindt ze overal langs de weg en op de markt. De cashewnoten uit de regio Fatick zouden, anders geconditioneerd, gerust de supermarkten in de steden kunnen halen. Dat geldt evenzeer voor de geitenkaas die in Djilor geproduceerd wordt. Het PDIF heeft daar samengewerkt met de regio Poitou-Charentes om een kaasmakerij in te richten. Eén probleem, zegt Yama Dramé, de voorzitster van de Vereniging van Geitenkweeksters van Fatick, is de afstand: met het gemeenschappelijke vervoer krijgen de verst afgelegen boerderijen hun melk nooit tijdig en onbedorven in Djilor. De oplossing ziet ze voor zich: eigen vervoer om de gekoelde melk van al haar leden tijdig in de kaasmakerij te krijgen. Maar daar is geld voor nodig, alsook een behoorlijk businessplan om de investering, dankzij een lening uit het Fonds voor Vrouwelijke Ondernemers, vrij te maken. Fondsen voor microkredieten worden door het PDIF toevertrouwd aan de plaatselijke Mutuelles of onderlinge kredietverenigingen. Alleen wie lid is van de plaatselijke Vrouwenvereniging, kan een krediet krijgen. Tot nu toe beslissen de gekozen bestuursleden van die verenigingen wie van hun leden het krediet krijgt. Maar bij het PDIF wordt er overwogen om, nu het in de derde ronde om grotere bedragen gaat (met een maximum van 750.000 CFA), toch een neutrale arbiter toe te voegen. Dit om machtsmisbruik en favoritisme te voorkomen. En om zich ervan te verzekeren dat de investering ook voor de kredietaanvraagsters zelf geen te groot risico inhoudt.
elkaar ten voordele van het project in Senegal en stelde die dag haar
TESSA VERMEIREN
Impactpagina:
hoofdkantoor in Brussel open voor de 170 lopers van alle bedrijven die zich
Dit artikel kwam tot stand met de medewerking van Brussels Airlines.
www.cfp.be/impact/
dierenartsenzorgen voor 25 geiten. “Mijn objectief was een sportieve uitdaging aangaan en tegelijkertijd een goed doel
Materiaaltechnologiebedrijf
steunen. Deelnemen via CFP om “te lopen
Umicore steunt wereldwijd
voor het Zuiden” was dus een evidentie en ik
goede doelen op
deed het met plezier.”
verschillende manieren
sébastieN sauCiN,
met financiële middelen,
meDe-zaaKVoerDer
vrijwilligerswerk of giften
KerVaN DesisNes CoNsuLt bVba.
in natura. De focus ligt op educatieve projecten of
“Wekenlang trainen naar die ene dag, die
initiatieven die duurzame
eerste grote wedstrijd, dat doe je voor de
technologieën promoten.
uitdaging. Een goeie tijd willen halen, dat
Als stichtend lid van CFP
doe je omdat je een haantje bent. Maar
staat Umicore achter
de euforie die je voelt wanneer je over de
de doelstelling om
eindmeet gaat, die hoop je toch over te
bedrijfsgiften op een
dragen op die ene Senegalese vrouw die met
gestructureerde manier in te
jouw bijdrage meer kansen krijgt om haar
zamelen en zo via erkende
onderneming te starten.”
ngo’s het ondernemerschap
jeroeN oP De beeCK,
in het Zuiden te stimuleren.
VeraNtWoorDeLijKe auDio-VisueLe
Marc Grynberg, CEO van Umicore, zegt hierover: “Duurzaamheid is
CommuNiCatie arCeLormittaL geNt.
belangrijk voor ons, niet alleen in onze eigen bedrijfsactiviteiten maar ook wanneer wij mensen in het Zuiden steunen. CFP helpt ons de juiste keuzes te maken en zorgt voor een gepaste opvolging van de projecten die wij ondersteunen.”
aansloten bij de actie van CFP.
pellen, ze hebben nu een kleine productieeenheid. Yama Dramé wil gekoeld vervoer naar de kaasmakerij voor de geitenmelk. Mariama Cissé verdubbelt haar kippenhok, zo kan ze nog meer leveren aan de hotels in Dakar. Foto’s: SOS Faim en Tessa Vermeiren
•
CFP imPaCt Door de inzet van CFP zullen
100
nieuwe projecten door het fonds voor vrouwelijke ondernemers gefinancierd worden Plaats: Senegal, Fatick Periode: 2011-2013 Ngo: SOS Faim Gezochte budget 2012: 15.000 € Bedrijven: Umicore, ArcelorMittal Gent, Siemens, KD Consult, De Blauwe Peer, Protect, Philips Belux, Robert Walters
Senegal_vrouwen
4 PROF. ROEL MERCKX AFRIKA
“Afrika heeft honger naar kennis” Alles wat we in Europa weten over landbouw en voedselproductie is niet zondermeer over te zetten naar Afrika, zegt professor Roel Merckx (KU Leuven) in een interview door Tessa Vermeiren. bijNa 1 miLjarD meNseN LijDeN hoNger. VoeDseL- eN eNergiePrijzeN stijgeN eN maKeN het moeiLijKer Voor het zuiDeN. Door De WereLDWijDe FiNaNCiëLe Crisis is het NoorDeN miNDer geNeigD om eeN geDeeLte VaN zijN sLiNKeNDe rijKDom aLs huLP te iNVestereN. is Dit meer DaN ooit eeN uitziChtLoze situatie?
Voorspeld wordt dat de wereldbevolking spoedig 9 miljard mensen zal tellen en dat het heel moeilijk wordt om die te voeden. Maar er kan nog veel gebeuren, in de eerste plaats op het vlak van bodemvruchtbaarheid in Afrika, wat mijn vakgebied is. We zien ginder een groot gebrek aan kennis, maar ook aan de middelen die wij hier gebruiken, met name kunstmest, bestrijdingsmiddelen, betere variëteiten, irrigatietechnieken, en zo meer. Intensifiëring van de landbouw is nodig, met respect voor de eigenheid van het leven van de plaatselijke bevolking. Dus met respect voor kleinschaligheid en met toegang tot markten. Dit is complex en niet op te lossen door enkel hulpmiddelen te sturen. Indien het zo eenvoudig was, was het voedselprobleem al lang opgelost. DriNgeND oNDerzoeK NoDig
Mijn stokpaardje is dat er te weinig kennis is in dat specifieke gebied waar ik over praat, namelijk Afrika, en dat op dit moment ook weinig gedaan wordt om kennis te verspreiden. In Afrikaanse landen worden veel te weinig middelen besteed aan onderzoek en ontwikkeling in de landbouwsector. We weten veel te weinig over hoe we de voedselproductie in het Zuiden moeten aanpakken. Een van de redenen waarom er in het Zuiden weinig gebeurt, is natuurlijk omdat wij het vroeger in hun plaats deden. Zuidelijke regeringen, die veelal andere dingen op hun agenda hadden staan, deden niet meer de moeite. Bovendien heerst op dit moment in het Westen zelfs een mentaliteit die vragen stelt bij het landbouwkundig onderzoek. “Tot wat heeft dat geleid?”, oppert men. Tot het dioxineschandaal, DDT, ggo’s, allemaal dingen waarvoor we bang zijn en die ook wel tot aberraties geleid hebben. “We gaan dat toch niet exporteren naar het Zuiden?”, voegt men eraan toe. Ontwikkelingslanden zijn ook een weigerachtige houding gaan aannemen, omdat ze denken op die manier toch nog donorgelden naar hun land te zuigen via andere kanalen.
Indien het zo eenvoudig was, was het voedselprobleem al lang opgelost. Bijvoorbeeld verbieden ze dat er ggo’s binnenkomen. Er wordt te weinig geïnvesteerd in landbouw en in landbouwkundig onderzoek. De regeringen in het Zuiden denken dat ze, door op de trein van onderzoek naar nieuwe technieken te springen, veel gelden missen van ngo’s (en donoren in het algemeen) in West-Europa (ook USA, Canada…) die een groene, zogenaamd meer ecologische, koers varen. Daar kunnen we over discussiëren maar het moet toch de bedoeling zijn dat de bevolking in hun landen beter wordt van de hulp die geboden wordt. aLgemeeN VoeDseLProbLeem
Het tweede punt is dat we in het Noorden onze hand in eigen boezem moeten steken en dat we een vleesproductie en –consumptie hebben, die op wereldschaal niet houdbaar en ook niet gezond is. Je kan die 9 miljard mensen niet voeden als je op onze gebruikelijke manier met voedsel omspringt, waarin er veel te veel aandacht is voor vlees en vis. Dierlijke proteïne kost te veel landoppervlak, vergt veel te veel van goede arealen landbouwgrond. Toch produceren we steeds meer vlees, ondermeer omdat er ook een groeiende vraag is vanuit de landen in opkomst, de zogenaamde BRIC landen. Het dilemma is dat we weer zouden af willen van al die zaken die wij nu ‘slecht’ vinden zoals kunstmest en genetisch gemanipuleerd voedsel. Los van het feit of ik het daarmee eens ben of niet, is het alternatief dat we dan terug zouden moeten naar een wereldbevolking van 4 à 5
? miljard mensen. Hoe gaan we dat kunnen bereiken zonder gigantische conflicten? Zo lang we met 9 miljard zijn zullen we toch manieren moeten vinden om mensen een deftig inkomen en een waardig leven te verstrekken. Er is dus nog heel veel te doen rond optimalisering van alle hulpmiddelen die er zijn om de opbrengst van de landbouw te doen stijgen. Wij denken bijvoorbeeld dat het essentieel is om kunstmest te gebruiken, maar het kan wel met veel minder dan op dit ogenblik. Kennis daaromtrent staat nog onvoldoende op punt. Als je kijkt naar de hoeveelheden meststof die in Afrika gebruikt worden dan is dat bijna niets. Het gemiddelde over heel het continent is ongeveer 8 kilogram per hectare, het gemiddelde voor West-Europa is honderden kilogram per hectare.
derd. We veredelen al eeuwen op de trage manier, dit kan versneld worden door biotechnologische technieken. Als je wat mij betreft planten ontwikkelt die beter fosfor uit de bodem kunnen halen, is daar niets verkeerd mee. Wanneer een bedrijf planten resistent gaat maken tegen een herbicide dat het zelf verkoopt, is dat een ander verhaal. Wanneer je door genetische manipulatie planten kan kweken die een probleem in de derde wereld helpen oplossen, vind ik niet dat je als verwende westerling het recht hebt om daar neen tegen te zeggen. Betere weerstand tegen water- en nutriëntenstress, meer doen met minder nutriënten, daar is echt noodzaak aan. Voor zover je binnen de grenzen van het aanvaardbare en het ethische blijft, zie ik geen groot spanningsveld tussen
DE VRAAG AAN DE LEZER
Wordt u vandaag een top ondernemer? Als ondernemer kunt u nu écht het verschil maken. Zomaar, in één klap. Ondernemen is hulp overbodig maken. Sla de slag van uw leven: dit is ùw kans om mee te werken aan Corporate Funding Programme, een uniek netwerk van Belgische bedrijven dat ondernemerschap in het Zuiden realiseert via concrete projecten.
De pamflettaire taal rond deze problemen is alleen bedoeld om mensen hun portemonnee te doen leeg schudden.
het is gemakkelijk U hoeft geen tijd of energie te investeren in uw zoektocht naar een ontwikkelingsproject. CFP doet dat voor u. “Makkelijk was dat: we dynamiseren ondernemerschap in het zuiden en al het werk werd voor ons gedaan door CFP. Het leuke is voor ons, de last voor CFP. I like it!”
eXPerimeNteN oP het zuiDeLijK haLFroND
Kennis vergaren is wezenlijk. Wij kennen bijvoorbeeld nog niet de effecten op lange termijn van het gebruik van bepaalde bedrijfsmaatregelen in een tropische context. In heel het noordelijke halfrond zijn er tientallen langlopende termijnexperimenten aan de gang, waarvan sommige al opgezet zijn in de 19de eeuw. Als we dus hier praten over wat goed of slecht is, baseren we ons op gegevens die iets waard zijn. Heel veel bezwaren die gepubliceerd worden tegen het gebruik van bepaalde methodes in ontwikkelingsgebieden, zijn vaak gebaseerd op lucht, niet op gefundeerde kennis. Er zijn te weinig langlopende experimenten op het zuidelijk halfrond. We kunnen de onderzoeken van hier niet zomaar overzetten naar ginder omdat het klimaat en de bodem anders zijn. Wanneer je dat soort langdurige onderzoeken in ontwikkelingslanden wil opzetten, kun je niet zonder het lange termijn commitment van een overheid die gelooft in het vergaren van kennis en die dat blijft ondersteunen. Je stuit dan onvermijdelijk op problemen van politieke stabiliteit.
stimulerend voor uw personeel Indien u dat wenst, werkt CFP een campagne uit om uw personeel bij het project te betrekken. “De betrokkenheid van de mensen bij het bedrijf is toegenomen. De corporate identity is groter. Onze HR-manager glundert omdat hij het CFP project voorstelde. Een pluim voor hem.” u wordt een verantwoorde ondernemer CFP stelt u enkel projecten voor die gegarandeerd duurzaam zijn. “Vandaag is duurzaamheid belangrijk voor een onderneming. En in het project dat we steunen, wordt ook veel belang gehecht aan ecologie.”
De VoeDseLProDuCtie moet toeNemeN om aLLe moNDeN te KuNNeN bLijVeN VoeDeN. maar tegeLijK moet De e CoLogisChe imPaCt VaN De LaNDbouW DaLeN. hoe is Dat te VerWezeNLijKeN eN te VerzoeNeN? eeN groot DeeL VaN De groeNe beWegiNg steigert aLs u het heeFt oVer KuNstmest oF ggo’s. maar hebbeN We WeL eeN Keuze? oF is het WeL NoDig om De Keuze te maKeN?
De pamflettaire taal rond deze problemen is politiek en alleen bedoeld om mensen hun portemonnee te doen leeg schudden. Het klinkt allemaal erg goed: een ngo die het in Afrika helemaal anders gaat aanpakken, aan organische landbouw gaat doen omdat kunstmest slecht zou zijn voor het milieu. De doorsnee burger accepteert zonder meer dat dit waar is. Het verhaal is echter veel ingewikkelder, zwartwit bestaat hier niet. Je kunt heel wat doen door van elk van die twee werelden het beste te nemen en te combineren, zodat de landbouw zo min mogelijk negatieve impact heeft op het milieu. In Vlaanderen is de grootste negatieve impact op het milieu van het landbouwbedrijf trouwens de organische bemesting, afkomstig van een te grote veestapel. De argumenten tegen het gebruik van kunstmest zijn dat je fossiele energie gebruikt om ze te maken en dat je een eindige bron van elementen aanboort. Als de gemijnde fosfaten op zijn, is het gedaan. Maar er is geen alternatief. Er zijn bijvoorbeeld grote vragen rond fosfor dat we echt nodig hebben. Men veronderstelt dat fosfor binnen 200 tot 250 jaar zal opgebruikt zijn. Dus moet je het gebruik zo efficiënt mogelijk maken en via teeltsystemen het recycleren optimaliseren. Ondertussen moet je zoeken naar methodes om fosfaten uit afvalwater of afvalstromen in het algemeen te recupereren. LaNDbouW iNteNsiFiëreN?
Ook op het vlak van ’ggo’s wordt alles in zwart-wit geschil-
milieu en voedselproductie. De cruciale vraag is of meer productie betekent dat je ofwel meer areaal in gebruik nemen ofwel aan intensievere landbouw doet. Ik denk dat je meer milieuschade aanricht bij het bebouwen van meer land, dan met intensievere landbouw. Op voorwaarde dat je dat laatste doet op een gecontroleerde manier, waarbij je alle op dat vlak beschikbare kennis inzet. De grootste kunstmestverbruikers zijn op dit moment de Chinezen, die naar ieders aanvoelen veel te veel gebruiken. Met een derde van wat ze nu aanwenden zouden ze evenveel bereiken en dat zou een zeer groot impact hebben. Onlangs nog las ik een artikel waarin uitgerekend wordt dat op het gebied van uitstoot van broeikasgassen, het intensifiëren van de landbouw op een juiste manier op het areaal dat er op dit moment is, minder schadelijk zal zijn dan het areaal uitbreiden, waartoe men zal verplicht worden als men blijft bij die lage, zogezegd ecologisch aanvaardbare productieniveaus. In elke discussie spelen die zwart-wittegenstellingen ons parten: we hebben hier in België ministers van ontwikkelingssamenwerking gehad die een project afketsten als het woord ‘kunstmest’ in een voorstel voorkwam. Dit is een jammerlijk gebrek aan nuance. TESSA VERMEIREN
Foto’s: Michel Vaerewijck
bijzonder efficiënt netwerken CFP biedt u een netwerk waar u gelijkgestemde bedrijven ontmoet. “We worden geassocieerd met voorbeeldbedrijven en ik kwam in contact bedrijfsleiders waarmee het persoonlijk klikte. Dat is nog altijd de beste basis om zaken te doen.”
Lees het volledige artikel op www.cfp.be/noordzuid
uw beste investering ooit: 10.000 euro wordt 50.000 euro Door de steun die de overheid aan ngoprojecten geeft, wordt elke schijf van 1.000 euro die u als bedrijf investeert, meteen 5.000 euro die naar de projecten gaat. “Ik wou dat mijn bedrijf zo snel kon groeien als mijn bijdrage via CFP. Met amper 10.000 euro, fiscaal aftrekbaar, ook altijd meegenomen, gaven we 50.000 euro steun.” U krijgt vandaag de kans om uw beste investering te doen ooit, zowel voor u persoonlijk als voor uw bedrijf. Aarzel niet en contacteer volledig vrijblijvend Inge Overmeer of AnneLise Passelecq (
[email protected],
[email protected], 016 332721).
?
KORt NiEuws CfP
DE VRAAG AAN DE CEO
“Wij vinden sociaal engagement heel belangrijk” Kledingretailer JBC ondersteunt via CFP en de ngo Trias projecten van Aguidep in Guinée. Dankzij deze bijdrage heeft Kadiatou Camara haar kledingatelier kunnen opstarten en het op korte termijn kunnen ontwikkelen tot een winstgevend bedrijfje dat zelfs werk verschaft.
•
cFp impact Door de inzet van CFP zal het netto maandelijks gezinsinkomen bij kleine ondernemers met
+31% stijgen.
Plaats: Guinée Periode: 2011-2013 Ngo: Trias Gezochte budget 2012: 36.000 € Bedrijven: Acerta, BNP Paribas Fortis, Gimv, JBC
A
l een aantal jaren steunt JBC sociale projecten omdat Bart Claes vindt dat een onderneming meer moet doen dan alleen winst maken en tewerkstelling creëren. Ook sociaal engagement acht hij belangrijk: het behoort tot het DNA van zijn bedrijf. “Je moet als ondernemer ook buiten je bedrijf kijken en je rol in de maatschappij opnemen,” zegt hij. Bij het kiezen van onze sociale projecten, focussen we op kinderen, jongeren, vrouwen en gezinnen. Ons motto luidt: “We connect families in a fair way”. We streven ook een goed evenwicht na tussen wat wij in België en in het Zuiden doen. Keuzes maken is noodzakelijk, zeker in tijden van crisis. Bedrijven moeten allemaal inleveren, net zoals men privé ook moet inleveren. Op dit moment sta je dus voor nog scherpere keuzes als het gaat om hulp efficiënt te besteden. Bij het werken met CFP, komt het ons goed uit dat we via onze contactpersoon, consulent Willy Hendrickx, kunnen kiezen uit een aantal projecten. Via deze organisatie hebben we ook de garantie dat het geld goed besteed is: de projecten die zij voorstellen zijn solide, er is rapportering en we hebben er zelf niet veel werk mee.
Impactpagina: www.cfp.be/impact/
de kleRen van kadiatou
Guinee_ondernemers
De Guineese Kadiatou Camara (30) weet wellicht niet dat haar naaiatelier er kwam dankzij de financiële steun van een iets grotere Belgische collega uit de klerenbranche. Zoals zoveel jonge vrouwen, vond de ongetrouwde Kadiatou geen betaalde job in Kindia (Guinée). Ze droomde van een eigen naaiatelier. Via Aguideps’ wekelijkse radioprogramma leerde ze de Trias-werking kennen. Samen met Aguidep stelde Kadiatou een sterk businessplan op en verdedigde ze het met vuur. Met haar kledingatelier richt Kadiatou zich op een exclusief publiek en via een familielid koopt ze kwaliteitsstoffen in buurland Mali. Haar overtuigingsvermogen en het sterke businessplan dat ze samen met Aguidep opstelde, zorgden ervoor dat ze een krediet kreeg van 700 euro.
Foto links: Bart Claes, CEO JBC, door Michel Vaerewijk Rechts: Kadiatou Camara, onderneemster in Guinée, foto Trias Lees het hele artikel op www.cfp.be/noordzuid
In 6 maanden tijd slaagde ze erin haar zaak van de grond te krijgen en het krediet volledig terug te betalen. De bijkomende winst investeerde ze in extra naaimachines. Acht maanden na het opstarten van haar onderneming had Kadiatou twee leermeisjes in dienst en bezat ze voor meer dan 1000 euro uitrusting. Haar wekelijkse omzet draait rond de 150 euro en ze maakt gemakkelijk 10 euro winst per dag: niet weinig in een land met een gemiddeld inkomen van 75 euro per maand. Kortom, Kadiatou is een ondernemer geworden die haar zaak volgens plan en met doorzicht tot een stabiele bron van inkomsten heeft kunnen maken en die nu zelfs mensen tewerk stelt.
“Ik vond het een verrijkende ervaring en heb ervan genoten. Het gaat om een zeer mooi lokaal project, ondanks het feit dat globaal food for fuel niet kan”, zei Jan Vander Stichele, COO Lotus Bakeries, na afloop van de ronde tafel rond het gebruik van biodiesel in Congo georganiseerd door CFP op 6 juni 2012. Dit was een boeiende avond, in een informele en gezellige sfeer, bij een lekker glas en een goede hap. De aanwezigen zaten aan de tafel met verschillende vertegenwoordigers uit de bedrijfs- en ngo-wereld. En kregen zo de kans om een open dialoog te voeren met ruimte voor meningen en visies, vanuit verschillende invalshoeken. Hou de volgende kranten en de website van CFP (www.cfp.be) in de gaten. Daar vindt u de data van de volgende thema-avonden. Mis het niet en wees er volgende keer zelf bij! Wil u deze activiteit hosten? Wenst u een thematische debatavond? Geef CFP een seintje (
[email protected]).
COlOfON CFP, dat zijn ondernemers van het Noorden die ondernemers in het Zuiden op weg helpen. Want economische activiteit is een sterke motor voor ontwikkeling. In de krant Noord-Zuid, Ondernemers voor Ondernemers, ziet u hoe we dit in praktijk brengen. Redactie Corporate Funding Programme vzw – CFP Minderbroedersstraat 12, 3000 Leuven Tel. 016 33 27 20 -
[email protected] - www.cfp.be RedactieRaad, copy-wRiting & veRtaling Michel Boon Dominiek Claes
de wil tot ondeRnemen in het Zuiden
Karel Claes
Bart en Ann Claes runnen samen het familiebedrijf JBC, een sterke speler op de moderetailmarkt. Ze komen net als hun medewerkers vaak in het Zuiden. Het grote deel van hun productie gebeurt immers in China en India. CFP hanteert volgens Bart Claes de juiste aanpak: kennis en middelen naar ginder brengen om ondernemende mensen een goede start en een goede begeleiding te garanderen. Maar met die hulp moeten ze het uiteindelijk wel zelf gaan doen. Dat is de enige manier om vooruit te komen. We moeten echter ook kunnen aanvaarden dat wat in bepaalde landen fair is, voor ons onfair kan lijken. We moeten onze eigen normen niet opleggen.” “Wij hebben zelf een charter waaraan onze fabrikanten zich te houden hebben. Zij moeten voldoen aan ons lastenboek, vooraleer wij overwegen om met hen in zee te gaan. Daarin zijn parameters opgenomen die wij niet accepteren. Kinderarbeid is bijvoorbeeld een reden om de samenwerking onmiddellijk stop te zetten. Wij zijn daar radicaal in. We kunnen echter nooit garanderen dat onze controle 100 procent waterdicht is. Wij hebben geïnvesteerd in een opleiding voor onze eigen mensen en zij hebben een checklist om bij elk bezoek mogelijke wantoestanden snel te kunnen detecteren. Daarnaast laten we door een onafhankelijk auditbureau controles doen bij de bedrijven waar we produceren. Permanent toezicht is onbetaalbaar. Daarom pleiten we voor één erkende onafhankelijke organisatie die de controles systematisch uitvoert, een organisatie die gefinancierd wordt door alle retailers. Niet alle spelers zijn daartoe bereid aangezien zij inmiddels al hun eigen controle-organismes op poten hebben gezet.
Ghislaine Crahay Lodewijk Deleu Sarah Huybrechts Inge Overmeer Anne-Lise Passelecq Jenny Passelecq Dominique Roosens Tessa Vermeiren advieS Content Republic voRmgeving Ontwerp: Oeyen&Winters Opmaak: Bart Ramakers – there FotogRaFie Hans Put Michel Vaerewijck Tessa Vermeiren veRantwooRdelijke uitgeveR CFP vzw, Inge Overmeer, Algemeen Secretaris uitgave Verspreiding als bijlage bij De Standaard. De inhoud van de bijlage valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van De Standaard. Met dank voor de medewerking van De Standaard en van alle vrijwilligers hierboven
TESSA VERMEIREN
vermeld.
8
?
CFP VRIJWILLIGERS BELGIE
“Limburg is kampioen in fondsenwerving” Hasselt - In het hele land heeft CFP vorig jaar 812.000 euro opgehaald voor verschillende ontwikkelingsprojecten. Limburgse bedrijven hebben gezorgd voor een aanbreng van zo’n 150.000 euro. Daarmee is Limburg de beste leerling van de klas. Vincent Kun, Guy
DE VRAAG AAN DE AMBASSADEUR DomiNieK CLaes steLDe eNKeLe VrageN aaN guy heyLeN, aNDré meers, ViNCeNt KuN eN jaN truyeNs, ambassaDeurs VaN CFP.
Wat trekt u aan bij CFP?
Heylen, Willy Hendrickx, André Meers en Jan Truyens: “Het succes in Limburg heeft met de formule te
Guy Heylen: “De kracht van CFP is op verschillende pilaren gestoeld. Vooreerst is CFP een zeer professioneel gerunde organisatie, met een zeer transparante boekhouding. Je weet waar elke euro naar toe gaat. Ook de focus op structurele hulp heeft mij overtuigd. Zo wordt er niet enkel geïnvesteerd in bijvoorbeeld een waterput, maar wordt de plaatselijke bevolking ook geleerd hoe met waterhuishouding om te gaan. Het treft mij telkens weer hoe we met relatief beperkte middelen de levensstandaard in ontwikkelingslanden kunnen helpen opkrikken.”
maken.” Foto Hans Put
D
at bedrag is door de bijkomende opleg van zo’n 600.000 euro door de overheid goed voor zo’n 750.000 euro steun aan concrete projecten. Het geld (fiscaal aftrekbaar) werd bijeengeraapt bij een 30-tal Limburgse bedrijven. Zijn Limburgse bedrijven daarom vrijgeviger dan bedrijven uit andere provincies? “Ik denk het niet”, zegt Willy Hendrickx, promotor van CFP voor Limburg. “Dat succes hebben we te danken aan onze formule van ambassadeurs, die voor mij de deuren van de bedrijven helpen openen.” Daar hoort wat uitleg bij. Willy Hendrickx heeft tijdens zijn beroepscarrière voor Philips een flink internationaal netwerk uitgebouwd. “Maar mijn contacten in Limburg waren eerder beperkt”, zegt Hendrickx. “Vandaar dat ik mij heb laten omringen door ‘ambassadeurs’, mensen die wél een goed Limburgs netwerk hebben. En dat werkt. Van het ogenblik dat de ambassadeurs mij geïntroduceerd hebben bij kandidaat-bedrijven, begint mijn werk.” Jan Truyens, gewezen bedrijfsleider en oprichter van Plastruco, was één van de eerste ambassadeurs. Aanvankelijk waren daar ook de ondernemers wijlen Nand Beuls en wijlen Jules Essers bij. Zij zijn ondertussen vervangen door respectievelijk Vincent Kun (ex-KBC) en André Meers (exFortis en ex-Group Machiels). Ondertussen heeft ook Guy Heylen (oprichter en ceo van LGTB) de club van Limburgse CFP-ambassadeurs vervoegd. Zij delen elk dezelfde passie, zo blijkt.
met DaNK aaN:
eeN FormuLe Die bLijKbaar aaNsLaat?
Jan Truyens: “Ik denk het wel. Sinds het begin in 2006 heb ik de cijfers voor Limburg enkel maar zien groeien. In 2010 heeft CFP bij een 40-tal bedrijven in Limburg ongeveer 140.000 euro verzameld. Vorig jaar zijn we er in geslaagd om 150.000 euro bijeen te harken bij 30 bedrijven. Het verschil in aantal bedrijven over de twee vorige jaren heeft te maken met een lokale ondernemersclub, die tweejaarlijks een bijdrage levert.” Crisis
“Uiteindelijk is het toch vooral de passie en het engagement die ons drijft”, beaamt Willy Hendrickx, promotor van CFP voor Limburg. “Ik stel wel vast dat de moderne ontwikkelingshulp verschuift van welvaartsverdeling (geld geven) naar welvaartscreatie. Ik denk dat dat een goede evolutie is.” Of CFP ook dit jaar zoveel geld weet te verzamelen in Limburg, valt af te wachten. “De crisis begint zijn tol te eisen”, zegt Hendrickx. “Vooral in de bouwsector loopt de fondsenwerving moeilijk. Ik begrijp ook wel dat de bedrijven, die mensen moeten laten gaan, het in die omstandigheden niet kunnen verantwoorden om geld aan CFP over te maken. Maar gelukkig zijn er bedrijven waar dat wel nog kan.” DOMINIEK CLAES Willy Hendrickx:
[email protected]
Noodhulp en her opbouw.
De ngo-partners.
Dankzij hen is de werking van CFP mogelijk.
Zij steunen CFP met hun expertise.
En waarom heeft u zich geëngageerd? André Meers: “Ik heb besloten om mij als ex-bankier te engageren voor CFP om later alsnog in de hemel te geraken (lacht). Nee, serieus: mijn dochter An is al lange tijd actief bij Artsen zonder Grenzen en ook bij Group Machiels hebben we maatschappelijke projecten op poten gezet. Daardoor was bij mij de interesse voor CFP alvast gewekt. De projecten in de ontwikkelingslanden worden bovendien beheerd door ngo’s, die ook voor de controle instaan. Dat is belangrijk voor bedrijven die met duurzaam ondernemen bezig zijn. Vele bedrijven trachten om zelf ontwikkelingsprojecten op poten te zetten, maar komen vaak van een kale reis thuis. De ngo’s hebben daarentegen de know how én de ervaring.”
Met alle respect, maar jullie netwerk in Limburg zal niet eeuwig zo uitgebreid blijven? Vincent Kun: “Dat is inderdaad zo. We merken immers dat veel mensen uit ons netwerk met pensioen gaan, en vervangen worden door anderen. En die kennen we vaak niet meer zo goed. We moeten dus zorgen dat we nieuwe ambassadeurs kunnen aantrekken, zodat ons netwerk niet dreigt op te drogen. Want een ondernemer werkt vaak op basis van vertrouwen, nog altijd. Voor CFP is dat niet anders.”