Nieuwsbrief van het Forensisch Medisch Genootschap Zevende jaargang nummer 1, augustus 2005, verschijnt tweemaal per jaar. Inhoud 1: Van het bestuur. In memoriam Barend Cohen. In memoriam Babette Wink. 2: Afscheid van Barend Cohen. 3: Voortgang Nodo-Commissie. 4: Van de secretaris. 5: Actualiteiten uit de Vakgroep Forensische Geneeskunde. 6: Van de jubileumcommissie. 7: Ledenadministratie. 8: Agenda. 1: Van het bestuur. In memoriam Barend Cohen. Op 21 juni 2005 bereikte het bestuur van het FMG het droeve bericht dat Barend Cohen was overleden. Barend heeft aan de wieg gestaan van de forensische geneeskunde in Nederland. Hij heeft zich vele jaren ingezet voor de ontwikkeling van het onderwijs in de forensische geneeskunde in binnen– en buitenland. Onder zijn redactie verscheen in 2004 nog de vierde druk van het Nederlands leerboek: “Forensische geneeskunde, Raakvlakken tussen geneeskunst, gezondheidszorg en recht”. In het boek komen de vele probleemvelden van de forensische geneeskunde, theoretisch en praktisch, aan bod. Als geen ander kon Barend vertellen en beschrijven hoe medische en gezondheidskundige aspecten in het kader van de rechtsgang bij forensische geneeskunde samenkomen. Hij had steeds grote aandacht voor de doorlopende ontwikkelingen binnen het vakgebied. Het leerboek is, met inbreng vanuit verschillende wetenschapsgebieden, een standaardwerk voor alle deskundigen werkzaam in het forensisch geneeskundige veld. In 1980 was Barend Cohen één van de oprichters van het FMG. Het FMG heeft als doel zich in te zetten voor deskundigheidsbevordering van de beroepsbeoefenaars van de forensische geneeskunde en erkenning van dit specifieke vakgebied. Er werd een post academische opleiding forensische geneeskunde ingesteld waarbij Barend gedurende vele jaren als hoofddocent de stuwende kracht is geweest. Ook in het buitenland deed hij van zich horen. Hij heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de professionalisering van de forensische geneeskunde in binnen- en buitenland. Het deed hem zichtbaar genoegen het aantal deskundigen in het forensisch geneeskundige veld te zien groeien. Een bijzondere belangstelling had Barend voor de relatie tussen mensenrechten en gezondheidszorg en de rol die artsen hierbij spelen. Hij is als voorvechter van mensenrechten en als vertegenwoordiger van Human Rights Watch actief betrokken geweest bij slachtofferonderzoek en waarheidsvinding o.a. in voormalig Joegoslavië, Rwanda en Israël. Barend was een markante persoonlijkheid en hij wist grote deskundigheid en humor altijd op een plezierige wijze te combineren. Als één van de oprichters van het Forensisch Medisch Genootschap had Barend het middelpunt moeten zijn van het symposium en de feestelijkheden ter gelegenheid van het Jubileum in het najaar. Het Bestuur van het Forensisch Medisch Genootschap is Barend Cohen zeer dankbaar voor wat hij voor de forensische geneeskunde en het FMG heeft betekend. We verliezen met hem de nestor van de Forensische Geneeskunde in Nederland. Het FMG-bestuur In memoriam Babette Wink. Graag wil ik stil staan bij het overlijden van Babette Wink-Brugman, één van de jongste leden van onze vereniging. Zij is op 20 mei tijdens de zwangerschap van haar tweede kind overleden door een zeer plotseling optredende infectie. Twee jaar geleden kwam Babette bij de GGD Amsterdam binnen stappen en binnen zeer
korte tijd had ze haar plaats binnen de afdeling en ons vakgebied gevonden. Waarom ze voor de forensisch geneeskunde had gekozen was voor mij in het begin niet helemaal duidelijk, maar dat het een bewuste keus was, dat was wel heel duidelijk. Al snel gaf ze aan dat ze het werk heel boeiend vond en dat ze nooit meer wat anders wilde. In ons vak gaat het meestal niet om de zogenaamde hogere geneeskunde. Het draait om mensen met al hun eigenaardigheden, gebreken en zwakheden en veel minder om medische technologie. Juist dat aspect van de sociale geneeskunde sprak haar erg aan, ze was dan ook een erg sociaal mens. Het samenspel tussen de gezondheidszorg aan de ene kant en de maatschappij, burgers, gemeente, politie en justitie anderzijds vond ze heel boeiend. Burgers, gewone en ook minder gewone mensen, die het slachtoffer worden van hun eigen of andermans zwakheden. Ze wist met iedereen om te gaan en ze liet iedereen in z’n waarde. Ze was op het werk altijd enthousiast, vrolijk en geestig en deed zonder probleem de zwaarste diensten. Ze wist haar enthousiasme ook steeds op anderen over te brengen. Als we een stagiaire hadden, dan lieten we die graag met haar mee lopen, met als voorspelbaar resultaat: weer iemand die gewonnen was voor de forensisch geneeskunde. Het is vreselijk jammer en nog steeds onbegrijpelijk dat dit allemaal voorbij is, terwijl het nog maar net was begonnen. Treurig detail is dat zij zich als eerste had aangemeld voor ons jubileumsymposium in november in Maastricht. Deze tragedie maakte ons weer eens duidelijk dat de dood vaak een enorme catastrofe is. Deze keer hebben wij dat als forensisch geneeskundigen ook aan den lijve ondervonden. Wij bleken niet de nuchtere zakelijke professionals, die ‘alles hebben meegemaakt’ en die ‘overal tegen kunnen’. Als forensisch artsen spreken wij vaak luchtig of soms zelf lacherig over merkwaardige of bizarre gevallen. Het werd nu weer eens pijnlijk duidelijk dat de dood vaak een ramp is. Soms is de dood een zegen, vaak is de dood ‘doodgewoon’ en veelvuldig is de dood een catastrofe. En soms is de dood meer dan dat: een onvoorstelbare ramp, iets waarmee je in de verste verten geen rekening hebt gehouden. Het geeft ons nog steeds veel te denken, nu wij het laatste binnen onze eigen vereniging van zo nabij hebben meegemaakt. Kees Das. 2: Afscheid van Barend Cohen. Utrecht, 27 juni, 13.30 uur. Een groot aantal mensen had zich verzameld in de ontvangstruimte van Crematorium Daelwijck voor de uitvaartplechtigheid van Barend Cohen. Niet alleen was menig vertegenwoordiger uit de Nederlandse forensische en mensenrechtenwereld gekomen, ook collega’s uit het buitenland en natuurlijk de vele kennissen en vrienden uit niet-forensische gelederen hadden de weg naar Utrecht gevonden om samen met de familie afscheid te nemen van een man, die bij velen een onuitwisbare indruk zal achterlaten. De aula was dan ook vol, zo vol zelfs dat een deel van de gasten moest staan en dat gedurende ruim twee uren. Want zo lang duurde de plechtigheid waarin het leven van Barend Cohen door een groot aantal sprekers werd gememoreerd. Onder anderen zijn vrouw Nellie, zijn dochter Marieke en zijn schoondochter Karin hebben gesproken en verder diverse (studie-) vrienden en collega’s. Ieder op zijn of haar eigen wijze, ieder met de nadruk op een ander aspect van Barends leven. Het was opvallend dat ondanks het aantal sprekers nauwelijks sprake was van overlappingen in de verhalen. Een fraaie illustratie van de veelzijdigheid van deze man. Het is ondoenlijk om alle woorden die zijn gesproken hier weer te geven, wel kan ik zeggen dat zij een goed beeld gaven van wie Barend was en wat hij voor diverse mensen heeft betekend. Enkele steekwoorden: pionier; veelzijdig; gedreven man met een duidelijke mening die hij niet onder stoelen of banken stak; nadrukkelijk aanwezig en niet altijd gemakkelijk, niet voor zichzelf maar ook zeker niet voor anderen; mensenrechtenmens; man met encyclopedische kennis, die niet snel ‘omver te praten was’; man die ondanks alle negatieve dingen die hij heeft meegemaakt en heeft gezien bleef zoeken naar het positieve; grondlegger van de Forensische Geneeskunde in Nederland. Het verhaal van Barend Cohen’s leven werd gecompleteerd door de muziek die ten gehore werd gebracht. De gekozen nummers, o.a. het voor Barend zo belangrijke “Jembatan Merah” (de “Rode brug” van Surabaya, zijn geboortestad) en het nummer “Ich hab’noch einen Koffer in Berlin”, spraken stuk voor stuk voor zich.
Het was een waardig afscheid. Een afscheid van een man die menig steen heeft weten te leggen in diverse rivieren en die – geheel volgens de opdracht van zijn vader – méér heeft achtergelaten dan een stel oude sokken. Een man ook die vele jonge “appelboompjes“ heeft geplant met de bedoeling dat de achterblijvers deze tot bloei laten komen. Er is dus werk te doen, laten wij verder gaan waar Barend is geëindigd. Tatjana Naujocks, bestuurslid. 3: Voortgang NODO-Commissie. De ministeries van Justitie en VWS hebben een commissie ingesteld onder voorzitterschap van prof. dr. G.van der Wal (afdeling Sociale Geneeskunde van de VU) die een procedure moet opstellen die in werking treedt bij het overlijden van een minderjarige. Vertegenwoordigers van alle betrokken partijen, zoals kinderartsen, pathologen, KNMG, ministeries, OM, NFI, VFG en FMG, hebben zitting in deze commissie. De betrokkenheid is groot, de voortvarendheid minder. Belangrijkste discussiepunt is de vraag welke gevallen aan de forensisch arts gemeld moeten worden en wat de rol van de forensisch arts zal zijn. Aan het ene uiterste van het spectrum bevindt zich de mogelijkheid dat alle gevallen gemeld worden en dat dan een volledig onderzoek (inclusief sectie) volgt, het alternatief is dat alleen gevallen van onverklaard overlijden gemeld worden en dat alleen op indicatie een klinische of gerechtelijke sectie plaatsvindt. Dit dilemma is nog niet opgelost. In het eerste geval wordt een betrouwbaar beeld verkregen, maar er wordt vermoedelijk ook veel overbodig werk gedaan (met zeer onwenselijke consequenties voor de nabestaanden), in het andere geval is de kans groot dat onduidelijke sterfgevallen niet gemeld worden, hetzij omdat men zich behelpt met ‘waarschijnlijkheidsdiagnoses’, hetzij omdat men vermoedens of bedenkingen niet durft te uiten. Wij houden u op de hoogte over de ontwikkelingen, maar het zal nog wel even duren….. Kees Das, voorzitter. 4: Van de secretaris. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de opleiding en de registratie? In opdracht van de Minister van VWS heeft het College voor Sociale Geneeskunde (CSG) de knelpunten in en de behoeften aan de opleiding Maatschappij & Gezondheid (M&G), waarvan forensische geneeskunde een onderdeel uitmaakt, onderzocht en mogelijke oplossingsrichtingen aangedragen. Het rapport en de resultaten van het onderzoek zijn onlangs vrijgegeven. Al langer was bekend dat de sinds 2002 bestaande vierjarige opleiding tot arts M&G niet aansloot bij de behoeften en wensen vanuit het veld. De opleiding leidde tot één type, breed opgeleide arts, terwijl er behoefte was aan verschillende typen artsen M&G met een verschillend opleidingsniveau. Het gevolg was dat de belangstelling voor de opleiding te gering bleek. Voor het vormgeven van de nieuwe opleiding is gezocht naar een flexibel modulair opleidingsstelsel, met een beroepsgerichte basisopleiding van 1,5 tot 2 jaar in één sector binnen M&G en een vervolgopleiding van 2 jaar, gericht op alle artsen, werkzaam in M&G. De kernopleiding forensische geneeskunde en enkele basismodules in de sociale geneeskunde vormen een van de beroepsgerichte basisopleidingen. Twee uitstroommomenten van de opleiding M&G kunnen tot een registratie leiden. Na de beroepsgerichte opleiding is erkenning als opgeleide arts mogelijk. Ook kan men zich laten registreren na voltooien van de volledige vierjarige opleiding. Beide registraties behoeven een systeem van herregistratie, inclusief bij- en nascholing. Helaas is het allemaal nog niet zover. De ontwikkeling van de opleiding heeft vertraging opgelopen. Onderwijsdoelstellingen en vernieuwing van de onderwijsstructuur blijken nog niet gereed. De erkenning van de forensisch arts als individuele beroepsbeoefenaar laat dus nog op zich wachten. Het FMGbestuur blijft de ontwikkelingen nauwlettend volgen. Daarnaast is FMG-bestuur de mening toegedaan dat er ook een regeling moet komen voor de artsen die alleen de kernopleiding (verreweg de meeste forensisch artsen.) hebben gedaan.
Jaap Tiessen, secretaris. 5: Actualiteiten uit de Vakgroep Forensische Geneeskunde. Graag licht ik enkele onderwerpen toe, die besproken zijn in de vakgroep. Protocollen. Er zijn afspraken gemaakt tussen de vakgroep Forensische Geneeskunde en het Bestuur van het FMG inzake de afhandeling van protocollen. De door de vakgroep ontwikkelde protocollen/richtlijnen worden getoetst door de Commissie Wetenschap & Onderwijs van het FMG. Deze Commissie is opnieuw leven ingeblazen door Luuk Lechner, en deze neemt momenteel een aantal protocollen onder de loep (lijkschouw, beoordeling intoxicatie, sporenonderzoek, behandeling opiaatverslaving politiecel, fit-to-fly). Overigens is het protocol behandeling opiaatverslaving in politiecellen in de laatste vergadering van de vakgroep nog verder ‘gefinetuned’ op basis van constructief commentaar van de Vereniging voor Verslavingsgeneeskunde en de HVD Groningen. De Commissie adviseert het Bestuur, en het Bestuur stelt vast namens het FMG. De protocollen zijn te vinden (nu nog in conceptvorm) op de websites van het FMG (www.forgen.nl) en straks bij GGD Nederland (www.ggdkennisnet.nl). Het vastgestelde protocol wordt door de Inspectie Gezondheidszorg beschouwd als de veldnorm, waarlangs in voorkomende gevallen getoetst gaat worden. Momenteel zijn nog een aantal protocollen in ontwikkeling: wiegendood, orgaantransplantatie, letselbeschrijving (in afstemming met NFI). HKZ Certificatieschema Forensische Geneeskunde. In de druk bezochte vergadering van 9 juni jl. verrichtten medewerkers van GGD Nederland en de Stichting HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector; www.hkz.nl) de aftrap voor het project dat moet leiden tot een Certificatieschema Forensische Geneeskunde. Er werd een toelichting gegeven over de Stichting HKZ, de werkwijze, en de plaatsbepaling van de forensische geneeskunde binnen het gehele certificeringtraject van GGD Nederland. De bedoeling is dat er eind 2006 een schema ligt. Hiervoor moet werk worden verzet in een expertgroep, die als kwartiermaker optreedt. Hierin zitten ook coördinatoren vanuit de vakgroep. Daarna wordt in een werkgroep bestaande uit aanbieders, ketenpartners, financiers, andere beroepsgroepen en cliënten volgens HKZ-methodiek het schema verder ontwikkeld. Omdat forensische geneeskunde geen WCPV (Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid) taak is, maar het wel uit diverse overwegingen van belang werd geacht een certificatieschema volgens HKZ-norm op te stellen, komt dit vakgebied als laatste in de reeks aan de orde. Het voordeel hiervan is dat de algemene hoofdstukken betreffende de publieke gezondheid al gereed zijn. Voorts heeft de Stichting HKZ inhoudelijke ervaring kunnen opdoen met andere GGD takken van sport (infectieziektenbestrijding en JGZ). De verwachting is dan ook dat het moet lukken binnen het tijdschema. (Tijdelijk) toetsingskader curatieve zorg in PI’s. Door een uitspraak van het regionaal tuchtcollege Eindhoven, en vanwege het feit dat de DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen) tezamen met de beroepsgroep van Penitentiair Inrichtingsartsen nog veldnormen aan het ontwikkelen is, heeft de Inspectie Gezondheidszorg een tijdelijk toetsingskader ontwikkeld. De toenmalige voorzitter van GGD Nederland (mw. Poortena) heeft hier sterk op aangedrongen in een overleg met de Hoofdinspectie. Ter discussie staat het gegeven dat een dienstdoend forensische geneeskundige vaak niet curatief werkzaam is als sociaal-geneeskundige. Anderzijds is er de vraag in hoeverre deze zorg gekwalificeerd kan worden als huisartsenzorg, en hoe tegen het soort zorgaanbod wordt aangekeken (regulier spreekuur versus buiten kantoortijd). Kort samengevat zijn de kaders: De organisatie die met een PI een contract afsluit moet zowel de artsen als de PI wijzen op de grenzen van hun bekwaamheid. Schriftelijke afspraken met een achterwacht, bijv. een huisartsenpost of ziekenhuis, en schriftelijke procedures voor verwijzing. Overigens: de dienstdoende arts behoudt de medische verantwoordelijkheid, ook na een advies van een extern geconsulteerd collega. Met betrekking tot deze schriftelijke afspraken is in de vakgroep een voorbeeld uit de regio Zuid-Holland Zuid (Dordrecht) onder de aandacht gebracht. Protocollen van de PI zijn leidend (veelal NHG-standaard).Specifieke bij- en nascholing dient te worden gevolgd. Dit toetsingskader is voorlopig van kracht, en geldt zowel voor reguliere spreekuren overdag als voor buiten kantoortijd, alhoewel de zorgvraag dan toch wat anders ligt. Naar verwachting moet in 2007 de veldnorm van DJI ingaan, waarbij wordt uitgegaan van een zgn. ‘huisarts-plus’ niveau (huisartsregistratie, aangevuld met
bijscholing op het terrein van verslavingszorg, psychiatrie, infectieziekten en omgang met diverse culturen). We volgen de ontwikkelingen met belangstelling. Mede vanwege het feit dat dezelfde redenaties opgehangen kunnen worden voor de arrestantenzorg op politiebureaus (NB: daar geldt dit tijdelijk toetsingskader dus niet voor!). En deze discussie loopt ook nog steeds! Enkele lopende zaken. Ik kan deze hier slechts aanstippen. De vakgroep heeft een standpunt ingenomen en (tezamen met het FMG) een voorstel ingediend bij de landelijke commissie met betrekking tot de start van de nog te ontwikkelen NODO procedure minderjarigen. Doel hiervan is om het dilemma van de behandelend/waarnemend arts weg te nemen door standaard telefonisch de forensisch arts te consulteren. Hierbij speelt het gegeven dat de gemiddelde huisarts gelukkig zelden met een overleden minderjarige geconfronteerd wordt (1.800 overlijdens per jaar, 6.500 huisartsen). Het onderwerp bevolen DNA-afname met fysiek verzet is uitvoerig aan bod geweest, ook met meer verdieping tijdens het FMG/NSPOH-symposium over ethiek. In de laatste vergadering heeft dhr. Verwey, gynaecoloog, een presentatie gegeven over de toetsingscommissie late zwangerschapsafbreking. Deze commissie betreft een initiatief van de beroepsgroep (www.nvog.nl), welke intern toetst. Afstemming met de forensisch werkende artsen is hierbij uiteraard van belang. Dhr. Verwey heeft het intern meldingsformulier en reglement ter beschikking gesteld. Op de rol staat de verdere exploratie van de relaties tussen (coördinatoren van) 1e-lijns forensisch geneeskundige en de 2e lijn (NFI). Dit mede op verzoek van Michel Smithuis, vertegenwoordiger van het NFI in het FMG-bestuur. Ook gaat binnenkort de aandacht uit naar het nieuwe zorgstelsel dat mogelijk, ook in de onderhandelingen met politiekorpsen over de contracten, van belang wordt voor de vergoeding van door sociaal-geneeskundigen voorgeschreven medicatie en overige zorg. Tevens is het thema ‘wie betaalt de gemeentelijk lijkschouwer voor wat’ nog immer actueel. Huub Nijs, Voorzitter vakgroep FG 6: Van de Jubileumcommissie. Het Forensisch Medisch Genootschap bestaat 25 jaar! Ter gelegenheid van dit heugelijke feit zal op vrijdag 4 en zaterdag 5 november a.s. in kasteel “Vaeshartelt” in Maastricht een jubileumsymposium plaatsvinden. Het onderwerp van het Jubileumsymposium is: “De organisatie van de Forensische geneeskunde en de veranderende rol van de forensisch geneeskundige in Nederland en naburige landen”. De jubileumcommissie, die het symposium en de feestelijkheden voorbereidt, bestaat uit enkele bestuursleden. De commissie heeft een passende locatie gevonden in Maastricht. Kasteel “Vaeshartelt” is een hotel / conferentieoord en biedt het Jubilerend FMG een sfeervolle locatie. Het is een stijlvolle entourage voor het buffet en feestavond op de vrijdag. De voorbereidingen van het jubileumsymposium zijn in volle gang. Het programma is grotendeels gereed. Naast voordrachten door deskundige sprekers zijn er discussiefora over casuïstiek en actuele onderwerpen. Het uitwisselen van ervaringen met en het discussiëren over de forensische geneeskunde in Europa, nu en in de toekomst, is het belangrijkste thema van het symposium. Wij verwachten ook enkele buitenlandse bezoekers op het symposium. In het programmaboekje zal aandacht worden besteed aan het verleden en heden van het FMG. Ook zal een kleine expositie worden gehouden. De feestavond is nog een verrassing…! U kunt deelnemen aan het volledige programma van het Jubileumsymposium of een keuze maken uit één of meer losse onderdelen van het programma. Het inschrijfformulier geeft een volledig overzicht van de mogelijkheden. Het FMG ziet u graag op 4 en 5 november. Kees, Tatjana, Piet, King en Jaap
7: Van de penningmeester. Alle leden hebben op hun aangegeven postadres de voorlopige informatie ontvangen over het jubileum symposium op 4 en 5 november 2005 te Maastricht. Deze informatie is ook te vinden op onze website www.forgen.nl. Iedere inschrijving wordt per brief of email bevestigd. In de bevestiging is aangegeven of de hotel accommodatie in het kasteel Vaeshartelt voor u nog geboekt kon worden. Op dit moment hebben 45 leden zich ingeschreven. Voor de nacht van 3 op 4 november zijn helaas nog maar 5 kamers beschikbaar. Voor de nacht van 4 op 5 november zijn nog 29 kamers beschikbaar. Voor de nacht van 5 op 6 november zijn nog 12 kamers beschikbaar. Het betreft allemaal twee persoonskamers met twee bedden, dus als de kamers volgeboekt zijn kun je eventueel overleggen met een collega die wel een kamer heeft. Aan de leden wordt gevraagd mutaties die van belang zijn voor een juiste ledenadministratie door te geven aan het secretariaat. Een voor de leden belangrijke mutatie om door te geven is het tijdstip waarop men stopt met werken en toch lid wil blijven van het FMG. In de ledenadministratie worden die leden opgenomen als rustend lid en betalen geen 70 euro contributie doch slechts 30 euro. Evenzo zijn belangrijke mutaties die van verhuizen en veranderen van werkkring waardoor de post naar het juiste adres gestuurd wordt. Ook wordt aandacht gevraagd van de leden die er nog niet bij stil hebben gestaan de contributie voor dit jaar over te maken cq over te laten maken. De leden waarvan nog geen e-mail adres bekend is wordt gevraagd dit door te geven zodat in de toekomst, indien gewenst, de nieuwsbrief per e-mail kan worden toegestuurd Piet Wels, Penningmeester. 8: Agenda. • Op 4 en 5 november 2005, in kasteel Vaeshartelt te Maastricht, 25 jaar Forensisch Medisch Genootschap, Jubileumsymposium, Forensische Geneeskunde in Internationaal Perspectief. • De eerste Barend A.J. Cohen-lezing die gehouden zou worden op donderdag 30 juni 2005 heeft geen doorgang gevonden in verband met het overlijden van Barend Cohen. Deze lezing zal nu, met hetzelfde programma, plaatsvinden op woensdag 11 januari 2006 in het Auditorium van Forum Educatief , Willem Dreeslaan 55 te Utrecht Colofon: De FMG- nieuwsbrief is de nieuwsbrief van het Forensisch Medisch Genootschap en wordt uitgegeven onder verantwoordelijkheid van het bestuur van het FMG. De eindredactie van dit nummer werd gevoerd door Piet Wels. Artikelen, brieven e.d. bedoeld voor publicatie kunt u sturen aan het secretariaat van het FMG. Het secretariaat van het FMG, wordt gevoerd door Jaap Tiessen 1e secretaris FMG. Het postadres van het FMG is Forensisch Medisch Genootschap p/a Nederlands Forensisch Instituut, t.a.v. Mw. R. de Goeij / mw. Y. van Ettinger, Postbus 24044, 2490 AA Den Haag. Tel: 070-8886821 (Ria) of 8886822 (Yvonne) fax: 070-8886551 (Pathologie) Email:
[email protected] Website FMG: http://www.forgen.nl Financiële transacties: Girorekening: 43.20.962 Bankrekening: 53.41.25.921 ABN-Amro Boxtel.
Bij overmakingen op giro of bank gaarne vermelden: t.n.v. Forensisch Medisch Genootschap. Verenigingsregister; KvK.Rotterdam nr.40343291.