“ÉÉN VAN HART EN ZIEL” Nieuwjaarsbijeenkomst: terugzien op 2012 en verwachtingen voor 2013 Br. Cees van Dam c.s.a. Moederhuis Congregatie Dochters van Maria en Joseph, ‘s-Hertogenbosch, 16 januari 2013 ______________________________________________________________________________ Beste zusters en broeders, en daaronder versta ik als vanouds weer graag en van harte iedereen die hier aanwezig is, Hartelijk welkom op deze nieuwjaarsbijeenkomst van wat ik weer graag aanduid – en ik doe dat met veel waardering en respect – als de ‘werkvloer’ van de KNR: de commissies, de staf en andere medewerksters en medewerkers, en het bestuur. Voor de inmiddels vierde en waarschijnlijk laatste keer heb ik het voorrecht U hier welkom te heten en dat doe ik bijzonder graag. En niet in het minst omdat we opnieuw in een bijzonder fraaie en inspirerende omgeving verkeren. Vorig jaar zijn we met onze nieuwjaarsbijeenkomst voor het eerst ‘de provincie’ ingegaan en genoten we gastvrijheid in de Abdij van O.L.Vrouw van Koningshoeven in BerkelEnschot. Ik ben toen zo onbescheiden geweest om het telkens gebruikmaken van een andere kloosterlijke locatie maar meteen het begin van een nieuwe traditie te noemen. Ik weet niet of de leden van de staf me dat in dank hebben afgenomen – zij moeten immers zorgen voor de praktische uitwerking van een en ander – maar feit is dat we vandaag opnieuw ons hart kunnen ophalen aan ‘kloosterlijke uitstraling’ waaraan het, volgens de buitenwacht, zo ontbreekt in ons bureau aan het Emmaplein. Vandaag mogen we zijn in het Moederhuis van de Congregatie Dochters van Maria en Joseph, beroemder onder de naam ‘Zusters van de Choorstraat’, één van de oudste van oorsprong Nederlandse zustercongregaties. We maken gebruik van oudere en nieuwere gedeelten van dit imposante complex, wat mag getuigen van een rijke geschiedenis maar ook van nieuw leven en van creativiteit. Een ‘doorstartende’ congregatie die onlangs nog haar 190-jarig jubileum heeft gevierd, lees ik op de eveneens zeer fraaie website: “Midden in de wereld; klaar voor de toekomst.” Fijn dat we hier vandaag mogen zijn. Hartelijk dank, zuster Rosa, aan U en Uw medezusters voor de gastvrijheid. En alle succes met Uw acties om het oude met het nieuwe te verbinden en daardoor nieuw leven in te blazen. En dat ‘in omnibus charitas’ – in alles de liefde – hoe kunnen we ons aller leven als religieuzen nog beter samenvatten ? Fijn ook dat U allen hier, ondanks de winterse omstandigheden, naartoe heeft willen komen. Met alle verkeersproblemen, gisteren, heb ik wel even nagedacht of deze bijeenkomst wel door zou moeten gaan, maar de koningin heeft gisteren haar nieuwjaarsreceptie ook gewoon voortgang laten vinden, dus waarom zouden we als KNR achterblijven ? Ik wil daarom dan ook beginnen met U te danken voor Uw aanwezigheid. Ik wil enkele personen speciaal welkom heten, overigens zonder dat dit impliceert dat anderen minder welkom zouden zijn want dat is geenszins het geval. Allereerst een speciaal woord van welkom aan mgr. Jan van Burgsteden sss. U bent inmiddels weliswaar hulpbisschop-emeritus van het Bisdom Haarlem, maar nog steeds lid van de Bisschoppenconferentie en als zodanig één van de twee voorzitters van het duo-voorzitterschap van de Commissio Mixta, de gezamenlijke commissie die het formele overlegorgaan vormt tussen de Bisschoppenconferentie en Religieuzenconferentie. Hoewel de Commissio Mixta dus geen commissie is ván de KNR, zoals de andere commissies hier vandaag vertegenwoordigd dat zijn, is de CM voor ons toch een uiterst belangrijk orgaan, waarvan we de goede geest van overleg en vertrouwen die daar heerst, zeer op prijs stellen. Het gegeven dat U, als lid van de Congregatie 1
van het Allerheiligst Sacrament, op dit moment de enige bisschop bent die ook tot de kringen van de religieuzen behoort, benadrukt eens te meer dat we Uw aanwezigheid hier op hoge prijs stellen. Hartelijk welkom. Een tweede speciaal woord van welkom wil ik uitspreken aan onze penningmeester sinds juni 2011, pater Denis Hendrickx P.Praem., die afgelopen donderdag door zijn medebroeders gekozen is tot 71ste abt van de Abdij van Berne. Met een geschiedenis die teruggaat tot 1134 is deze Norbertijnengemeenschap de langst bestaande kloostergemeenschap in Nederland. De functie van abt in deze tijd is bepaald geen sinecure, maar met het vertrouwen dat uit deze keuze spreekt, wensen we je van harte geluk. Zoals we je in de afgelopen anderhalf jaar in het B-KNR hebben leren kennen, weten we dat je met volle overtuiging en inzet voor deze taak en verantwoordelijkheden zult gáán, en wensen je daar alle wijsheid, inspiratie en goeds in. Een derde speciaal woord van welkom is aan onze secretaris, Patrick Chatelion Counet, en wel om het gegeven dat hij vandaag naast onze dagvoorzitter ook nog jarig is. Van harte proficiat, Patrick, namens ons allen hier, en alle goeds voor wat er nog komen gaat. Eveneens jarig vandaag is onze bestuurssecretaresse, mevrouw Nita van Bergen. Ze kan hier echter tot haar en onze grote spijt niet zijn, omdat ze de afgelopen week ondanks een griep toch hard heeft doorgewerkt en daar nu een lelijke luchtweginfectie aan heeft overgehouden mét het uitdrukkelijk verbod van de dokter aan het werk te gaan. We wensen Nita van harte beterschap en zullen ervoor zorgen dat deze wens van ons allen hier – daar zult U zich zeker bij willen aansluiten – aan haar zal worden overgebracht. Nogmaals, U bent állen van harte welkom en graag wil ik U allen nu op deze nieuwjaarsbijeenkomst alle goeds toewensen voor een gezegend 2013: Gezondheid, succes en arbeidsvreugde in de activiteiten, en bovenal geluk, wat we daaronder ook willen verstaan. Dat geldt voor ieder van U persoonlijk, voor Uw dierbaren, partners, gezinnen, medezusters en –broeders, en eenieder die U daarin wilt betrekken. We leven vandaag in een tijd waarin alom sprake is van crisis, dreiging, angst en daardoor toenemende verharding, en natuurlijk zijn er concrete, aanwijsbare situaties en ontwikkelingen die daaraan ten grondslag liggen: sociaal, economisch, politiek en in de omstandigheden die de heelheid der schepping betreffen. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat een gebrek aan perspectief en vertrouwen in elkaar deze crisis versterkt in een soort van neerwaardse spiraal. Ik hoop dat de wereld van en rond de religieuzen, vanuit haar gelovig perspectief en vanuit haar ideaal van communio, van gemeenschap en solidariteit, daarin een tegenkracht mag vormen, hoe beperkt dan ook. Moge het in ieder geval onszelf in staat stellen de hoop en een messiaans perspectief op betere tijden niet te verliezen, en moge we ons dan ook van harte inzetten door ons zijn, ons leven en werken daaraan bij te dragen. In die zin, nogmaals, van harte een gezegend 2013 aan ieder van U!
Als ik vandaag terugkijk op het jaar dat achter ons ligt, ontkom ik er niet aan toch te beginnen met het nog steeds allesoverheersende thema, dat, opnieuw, een zware wissel heeft getrokken op zowel leden maar zeker ook op de staf en het bestuur van de KNR. Ik ben mij bewust dat er een toenemende irritatie bestaat om telkens te moeten en horen spreken over het seksueel misbruik van minderjarigen in de kerk – er gebeurt immers zoveel meer en zoveel goeds – maar zolang we nog niet in staat zijn deze zwarte bladzijde in de geschiedenis van kerk en religieuzen helemaal om te slaan, mogen we en willen we dit onderwerp niet uit de weg gaan. Dat zijn we ook verschuldigd aan de slachtoffers en alle anderen wier vertrouwen we daarmee zo buitengewoon beschaamd hebben. Werd in december 2011 het grote rapport van de Commissie Deetman ‘Seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk’1 gepubliceerd, volgens 2
planning zou in de afgelopen maand december het eindrapport van het aanvullend onderzoek – waarop door de Tweede Kamer en regering was aangedrongen – worden uitgebracht naar seksueel misbruik en fysiek en psychisch geweld jegens minderjarige vrouwen in de RoomsKatholieke Kerk van 1945 tot heden, het zogenoemde Deetman II onderzoek. Op 31 augustus 2012 is daartoe een onderzoeksvoorstel geformuleerd.2 Dit is echter iets vertraagd en zal nu waarschijnlijk in de tweede helft van februari a.s. worden gepubliceerd. In 2012 is buitengewoon veel gepresteerd op het gebied van het realiseren van de aanbevelingen van de heer Deetman en zijn commissie, met name waar het gaat om het scheppen van faciliteiten voor de slachtoffers van het misbruik, die ik hier nu maar even kortheidshalve samenvat als het ‘Meldpunt Seksueel Misbruik RKK’. De behandeling van klachten komt steeds beter op stoom, zelfs zodanig dat er een voorzichtige hoop is ontstaan dat alle klachten nog binnen het jaar 2013 behandeld kunnen worden. Het B-KNR is allen die daaraan op enigerlei wijze hebben bijdragen, bijzonder dankbaar. Zonder anderen tekort te willen doen, denk ik dan in eigen kring vooral aan onze secretaris, Patrick Chatelion Counet, en zijn crisisteam hiervoor gevormd, bestaande uit Will van de Ven, Janneke Doe, Jeroen Crajé en Tom Boesten. Ik krijg met grote regelmaat signalen dat deze waardering gedeeld wordt door de leden van de KNR, met name die door deze problematiek getroffen zijn. Natuurlijk verloopt in zo’n periode van opbouw en verfijning in een proces waarbij zoveel verschillende partijen en personen betrokken zijn, niet alles onmiddellijk gladjes. En het spijt me dan bijzonder te moeten constateren dat de koepel van slachtofferorganisaties KLOKK, waarmee wij een zo optimaal mogelijke samenwerking nastreven, meent dat de belangen van hun leden het meest gediend zijn met het zo negatief mogelijk afschilderen van de benadering en de medewerking van religieuzen in dezen. Men vindt daarvoor gemakkelijk gehoor bij de pers. Nog zorgelijker vind ik het echter dat instanties die objectiever hiernaar zouden moeten kijken en waaraan door de samenleving zelfs gevraagd is de ontwikkelingen in dezen te beoordelen, wel heel erg de oren laten hangen naar deze geluiden zonder dat deze voldoende worden geverifieerd. We hopen dat in de komende maanden in allerlei vormen van overleg aan de orde te stellen. Het zal duidelijk zijn dat wij, de religieuzen, geen enkele verantwoordelijkheid uit de weg gaan. Ook in het komend jaar zal dit een thema van grote invloed zijn en blijven. Hoe kunnen we het beste tegemoetkomen aan de terechte eisen die de samenleving nu aan ons stelt, met name waar het om de slachtoffers gaat ? Hoe kunnen we binnen onze eigen kringen met dit onderwerp in het reine komen ? En hoe kunnen we de boodschap van het evangelie opnieuw met overtuiging en aantrekkingskracht over het voetlicht brengen en voorleven ? Ik hecht eraan hier te wijzen op de samenwerking met de Bisschoppenconferentie. Zoals ik vorig jaar al aangaf: als er iets goeds schuilt in deze crisis, dan is het wel dat deze bisschoppen en religieuzen dichter bij elkaar heeft gebracht. Op verschillende niveaux en in verschillende geledingen is er samenwerking. Ik zie dat als een goede zaak, temeer daar het overleg tussen beide conferenties gedurende lange tijd in een uitermate onvruchtbare patsituatie heeft verkeerd. Ik wil daarin benadrukken dat de religieuzen vanuit hun roeping en hun charisma een eigen plaats in kerk en samenleving hebben. Daar staan we voor en daar nemen we onze verantwoordelijkheid voor. Vanuit dit zelfbewustzijn en vanuit deze verantwoordelijkheid zullen we de dialoog blijven zoeken met de bisschoppen, met de kerkelijke hiërarchie, omdat we gezamenlijke problemen ervaren maar ook omdat de situatie van onze kerkprovincie ons zeer ter harte gaat. Het overleg met de bisschoppen is een kerntaak van de KNR en ook canoniek zijn wij gehouden zijn dit overleg te voeren, niet in afhankelijkheid, maar vanuit onze eigen verantwoordelijkheid. De 3
hiërarchie heeft ook een eigen verantwoordelijkheid en het is van belang elkaars verantwoordelijkheid te zien en te respecteren. Hoewel nog niet altijd en bij iedereen even sterk, geloof ik toch dat die wederzijdse intentie groeiende is. Zoals ik in de verwelkoming van mgr. Van Burgsteden al aangaf, is het overleg in de Commissio Mixta heel vertrouwvol, zelfs dermate dat we binnenkort in een apart overleg met vertegenwoordigers van beide conferenties de grote thema’s aan de orde hopen te stellen uit de brief van september 2007, waarin de bezorgdheid werd uitgesproken die leeft in een groot aantal religieuze instituten, om bepaalde ontwikkelingen in onze kerkprovincie en ook daarbuiten, waardoor we menen dat de vitaliteit en aantrekkingskracht van de kerkgemeenschap in gevaar dreigen te komen. We hebben wederzijds de intentie deze en ook andere thema’s in de komende jaren aan de orde te stellen. Deze ontwikkelingen gaan niet snel. Vertrouwen is sneller afgebroken dan opgebouwd. En in beide conferenties wordt ook onderling niet identiek en eenduidig over zaken gedacht. Niettemin hoop ik van harte dat we de kans krijgen de goede contacten verder uit te bouwen in 2013 en verder. U ziet, gelukkig was er in 2012 veel méér aan de orde dan de problematiek van het misbruik. Van onze onmisbare Will van de Ven ontving ik een indrukwekkend overzicht van activiteiten die door de KNR of in het kader van de KNR in 2012 hebben plaatsgevonden. De commissies zijn daarin zeer rijk vertegenwoordigd. Als ik al die activiteiten zou opnoemen of zelfs maar zou samenvatten, zou ik teveel tijd gebruiken en daarmee tekort doen aan onze hoofdspreker van vanmiddag. Een aantal van deze activiteiten vond plaats in het kader van het jaarthema ‘Welkom zij die goed nieuws brengen; Religieuzen en de nieuwe Evangelisatie’. Zowel binnen de KNR als bij de synodevaders in Rome heeft dit thema niet geleid tot eenduidige opvattingen over de toekomst van de kerk of zelfs maar over wat we er nu eigenlijk onder die ‘nieuwe evangelisatie’ moeten verstaan, maar de ontmoetingen in het kader van dit thema zijn goed en rijk geweest en hebben bijgedragen aan een waardevolle reis naar binnen: Wat betekent evangeliseren voor mijn leven ? Wat betekent het voor religieuzen om goed te evangeliseren ? En wat wil het zeggen dat wij geroepen zijn om mensen op een goede manier bij Christus te brengen ?3 Als we nu naar het thema voor 2013 kijken, wordt eens te meer duidelijk dat een jaarthema niet zijn relevantie en waarde verliest als een nieuw thema actueel wordt, maar geplaatst wordt in een continuïteit van aspecten die het overwegen waard blijven in onze doorlopende zoektocht naar de kern van ons leven als religieuzen en de concrete gestalte die dit voor ieder van ons kan aannemen. Met ‘Eén van hart en ziel’ wordt de spiritualiteit van de communio in de aandacht geplaatst, opnieuw een aspect dat van wezenlijke betekenis is voor het religieus zijn, zowel voor onze relatie met God als voor onze concrete activiteiten en inzet.4 In heb me voorgenomen niet teveel van Uw geduld en aandacht te vragen, en laat de verdere introductie van dit thema heel graag aan onze gewaardeerde hoofdspreker Paul van Geest over, met zelfs een kersverse abt als co-referent. Maar toch nog even een tweetal zaken als vooruitblik op 2013. Allereerst heeft de Werkgroep Commissiestructuur, die onderzoek heeft verricht naar de samenstelling, werkwijze en doelstellingen van de verschillende KNR-commissies en daarmee van start was gegaan op 17 januari 2012, onlangs een rapport uitgebracht met aanbevelingen en voorstellen betreffende de samenstelling en inrichting van KNR-commissies.5 Vorige week woensdag, op de eerste vergadering van dit jaar, is dat rapport besproken in het bestuur van de KNR. Het heeft veel waardering geoogst en ik ben de commissie, die bestaat uit vertegenwoordigers van deze commissies, staf en bestuur – waarvan vele hier vandaag aanwezig 4
– heel dankbaar voor het gedegen werk. Met nog een aanvulling zal dit binnenkort naar buiten gebracht worden voor verdere bespreking in de regiobijeenkomsten en natuurlijk in de betreffende commissies. Het rapport is uiteindelijk gericht aan de Algemene Vergadering van de KNR en daar zullen ook besluiten worden genomen in een van de twee halfjaarlijkse bijeenkomsten, hopelijk al in juni a.s., maar wanneer dat niet realiseerbaar is in november 2013. Aanleiding voor dit onderzoek en deze aanbevelingen en voorstellen is o.a. de toekomstverwachting van deze commissies en van de gehele KNR. In de komende jaren zal het aantal leden van de bij de KNR aangesloten religieuze instituten snel afnemen door mortaliteit. De structurele financiering van de KNR voorziet tot 2020. Aartsbisschop Joseph Tobin cssr, toen secretaris van de Congregatie voor de Instituten van Gewijd Leven en Sociëteiten van Apostolisch Leven, vertrouwde mij tijdens zijn gewaardeerd bezoek aan Nederland van 28 tot 31 maart j.l. toe de indruk te hebben dat de KNR tot de best georganiseerde religieuzenconferenties van de wereld behoort, als het al niet de best georganiseerde is. (Helaas heeft mgr. Tobin, zoals U weet, inmiddels een nieuwe functie als residerend aartsbisschop van Indianapolis in de V.S. en is het wachten op de benoeming van een nieuwe secretaris voor de Congregatie van de Religieuzen.) In 2020 ontstaat natuurlijk een heel nieuwe situatie. Natuurlijk zullen er religieuzen in Nederland zijn, daar twijfelen we niet aan, maar echter niet meer in die grote aantallen van de achterliggende jaren. Zo’n geweldig apparaat als de huidige KNR zal dan niet meer nodig zijn en kan men zich ook niet meer permiteren. De toekomst van de KNR zal dan ook een belangrijk beleidsgebied zijn voor het B-KNR in de komende jaren, en dat bestuur is tegelijkertijd het tweede punt voor 2013 dat ik hier nog even aan de orde wil stellen. Met betrekking tot de toekomst zullen ook de verkiezingen in juni a.s. belangrijk zijn als zowel de plaats van de voorzitter als die van de vice-voorzitter vacant komen en er nóg een bestuurslid moet worden gekozen. In de afgelopen jaren zijn er maatregelen genomen om de bestuurstermijnen van zowel voorzitter als vice-voorzitter gelijk te doen opgaan, zodat recht kan worden gedaan aan het gentlemen’s agreement – misschien moet ik zeggen gentlepersons’ agreement – dat wanneer de voorzitter een man is de vice-voorzitter een vrouw moet zijn en omgekeerd. Sinds de oprichting van de ene KNR in 2004 zijn er tot op heden twee uitsluitend mannelijke voorzitters geweest. Misschien ‘time for a change’ ? Binnenkort zal een brief uitgaan aan de Hogere Oversten waarin om kandidaten zal worden gevraagd..... Hoe dan ook, het jaar 2013 zal opnieuw een uitdagend jaar zijn. Moge we, één van hart en ziel en geïnspireerd door de geest van de communio, dat toch met hoop en vertrouwen tegemoet zien en Moge de Heilige Geest ons daarin permanent nabij zijn. Graag draag ik nu de vergadering over aan onze jarige dagvoorzitter Patrick Chatelion Counet. Ik dank U voor Uw aandacht en geduld.
1
Wim Deetman, Nel Draijer, Pieter Kalbfleisch, Harald Merckelbach, Marit Monteiro en Gerard de Vries, Seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk, Amsterdam (Balans) 2011 2 http://www.onderzoekrk.nl/tweede-onderzoek/pers-en-nieuwsberichten/persberichten.html#c465 3 Zie o.a. Esther van de Vate o.carm, ‘Nieuwe Evangelisatie; Welkom zij die goed nieuws brengen!’, in KNRbulletin, jrg. 15, nr. 3, oktober 2012, pp 26-27. 4 Zie o.a. Tom Boesten, ‘Eén van hart en ziel; spiritualiteit van de communio’, in KNR-bulletin, jrg. 15, nr. 4, december 2012, pp 10-11. 5 Aanbevelingen en voorstellen van de Werkgroep Commissiestructuur aan het Bestuur en de Algemene Vergadering van de Konferentie Nederlandse Religieuzen betreffende samenstelling en inrichting van KNRcommissies, ‘s-Hertogenbosch, 1 januari 2013. 5