nema en hheaher
"
FRIEDRICH ÜLMER speelt in de Ufa-toonfilm
„HET ADELAARSNEST"
VerschUn» wekeiyks — Pr^s per kwartaal f. 1.05.
Red. en Adm. Galgewater 22. Leiden. Tel. 760. Postrekening 41880.
■
M oe en Prikkelbaar?
ivA TANDPASTA in tuben ä 25 & 60 cts. ..Oat ts nou t ±~h i?^ ' eeniye waar hij S « ^ä pleiier in heeft /''LV^i ''Vy'fv
JARMILA N0V0TNA SPEELT IN DE ATLANTIS-FILM DER UFA „FRASQUITA".
SANATOGEN
EEN COMPLEET VERHAAL
zal U spoedig weer nieuwe Gezondheid en Levenslust geven Heusch probeer Sanarogen eens. Meer dan 25.000 doktoren hebben schriltelijk een goedkeurend oordeel over Sanatogen gegeven. Het is dus wel zeer zeker betrouwbaar.
i. apitein Nicholas Dudeney zat in de kapiteinshut op de brug van de „Almeric" peinzend op het eind van zijn pen te kauwen. Hij was bezig Mary in voorzichtige termen duidelijk te maken, dat er voor hem niets anders opzat dan zich uit den dienst terug te trekken. Hij had al twee bladzijden geschreven bij wijze van inleiding tot het ontstellende nieuws, maar nu hij met zijn besluit voor den dag moest komen, vond hij het heel wat moeilijker dan hij gedacht had, want het zou zijn vrouw ongetwijfeld een gevoeligen schok geven. Telkens opnieuw doopte hij zijn pen in den inkt en liet dezen weer opdrogen, voor hij het met zichzelf eens was, welke woorden hij gebruiken zou. Eindelijk schreef hij:
a
K
togen hun onbezorgde gezondheid te danken. Ga nog vandaag naar Uw apotheker of drogist en begin met Sanatogen. Dan zult gij ook spoedig weer genieten van dat gevoel van jeugdige kracht en weer verlost zijn van die slapheid en prikkelbaarheid.
Velen van Uw kennissen - meer dan gij denkt - hebben aan Sana-
Voor lederen smaak een bloem
RINGERS'
„Zoo staan de zaken, beste kind. Nadat ik zooveel van dezen wereldkruistocht verwacht had en vooral van het feit, dat de hoofddirecteur en zijn familie mijn voornaamste passagiers zijn — na al mijn hoop dat de kans zich eindelijk ten goede gekeerd zou hebben — sta ik nu op het
CHOCOLADE BLOEMEN Voorheen 45 cent Thans
35 •• ons «... . "^ p. De verkeersagent bezoekt de automobiel-tentoonstelling'. - 2 ,
■v ■
DOOR
UALVAREZ
punt mijn betrekking te verliezen. Het is niet mijn verlangen mij terug te trekken, Mary, dat begrijp je wel, en als het iets anders was, iets dat onopgemerkt kon blijven, geloof me — ik zou op de brug blijven staan, tot ze me er van aftrokken — maar dit kan ik niet verbergen. Driemaal in de laatste weken moest ik mij ziek melden, omdat ik het schip na donker gewoon niet in de haven dorst te brengen en vanavond moest ik het weer doen, omdat ik het risico niet op mij durfde nemen, het door de eilanden heen te sturen. Nu, dat kan niet zoo doorgaan. Gregory verdenkt mij er al van, dat ik last van zenuwachtigheid krijg, terwijl ze beneden al beginnen te fluisteren dat de ouwe " Hij hield op en luisterde met de pen in de hand en gespitste ooren naar het geluid van zware voetstappen, die buiten op de brug klonken. Een oogenblik bleef hij zoo luisteren, bedekte toen haastig zijn half beschreven blaadje papier met een stuk vloei en veerde overeind op hetzelfde oogenblik, dat de deur openging en Sir William Blore binnen-
stapte — de hoofddirecteur van de reederij en de belangrijkste passagier aan boord, over wien Dudeney juist geschreven had. „Hallo, kapitein," riep hij. „Ik dacht dat u ziek was. De eerste officier vertelde mij " Maar Dudeney luisterde niet. Voor de vijftigste maal sedert het begin van den kruistocht, brandde hij van verlangen om dezen man te vertellen, dat de kapiteinskajuit zijn heiligdom was en dat hij zeer dankbaar zou zijn, indien Sir William buiten wilde wachten tot hij uitgenoodigd zou worden om binnen te komen — maar zoo woedend als hij was over dit niet te rechtvaardigen inbreuk maken op zijn souvereine rechten als gezagvoerder, had hij genoeg verstand om te weten, dat hij dien toon niet kon aanslaan tegen een man, die practisch gesproken zijn broodheer was. Dus stelde hij zich tevreden met een schouderophalen en de opmerking, dat Gregory meer gepraat had dan goed voor hem was. „Hij had tegenover de passagiers zijn mond moeten houden!" verduidelijkte kapitein Dudeney. „Ik zal er Mr. Gregory over onderhouden."
— 3 — ■
'
,
■
.
■
■■
■
...
.
■
■
:
■
.-..■ ■-1.
„Waarover — dat hij met mij gesproken heeft?" Sir Williams stem klonk scherp. „Dat hij met iemand gesproken heeft, meneer! Dat zijn zijn zaken niet." „O!" Er was een oogenblik stilte; toen: „Nu, hoor eens, Dudeney, we zullen dat nu laten rusten. Ik kwam eigenlijk om je een boodschap van mijn vrouw te brengen." „Van Lady Blore?" De stem van den zeeman was merkbaar zachter. „Ja. We komen vanavond op de helft van onzen tocht, weet je, en ze dacht, dat je het misschien prettig zou vinden naar beneden te komen om samen met ons iets te drinken. Ze wist natuurlijk niet, dat je niet lekker was — ik wist het ook niet tot ik Gregory onderweg hier naar toe ontmoette — maar nu je toch op bent — wat dacht je er van?" Kapitein Dudeney kuchte. „Nu," zei hij eindelijk, 'n weinig verteederd, „het is erg attent van Lady Blore, maar of ik de uitnoodiging zal aannemen " „Natuurlijk neem je die aan!" kwam Sir William tusschenbeide. „Waarom niet? Een stevig glas whisky is alles wat je noodig hebt. Pak je pet en ga mee, voor de bel voor het diner luidt!" En hij keerde zich om en ging den ander voor over de brug. Het dek lag verlaten, het promenadedek eveneens, op een handjevol menschen na, die er de voorkeur aan hadden gegeven zich vroeg te kleeden en hun cocktail in de open lucht te gebruiken. Maar terwijl de twee mannen door de gang liepen, die naar de staatsiehutten voerde, waarvan de Blores natuurlijk de meest luxueuze hadden, (Foto Warner Bros) stapte een vrouw in avondtoilet eenigsJOAN BLONDELL, die mef den camera-man Barness cietrouwil ir. zins verstolen uit een hut aan bakboordin een mmJiQ middiigtojletje zijde en liep, zonder naar rechts of links te kijken, vlug voor hen de gang uit, om 6 aan het eind daarvan te verdwijnen. „Hier zijn we er!" kondigde Sir William een seconde later aan. „Kom binnen!" En de deur openend, noodigde hij Vraag tweehonderd negen en negentig Dudeney met een buiging uit om binWat is een quorum .■' nen te treden. Het was een schitterend appartement Wij zullen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en en de rijzige, slanke vrouw, die bij hun vijf troostprijzen verdeelen onder degenen, binnenkomst opstond, paste geheel in die ons op deze vraag vóór 10 November het interieur. (Indische abonné's vóór 10 Januari), Dudeney vond Lady Blore sympa- Koede antwoorden zenden aan ons adres: thiek. Er was iets heel aantrekkelijks Redactie ..Het Weekblad", Galgewater 22, aan haar, niettegenstaande de soms I eiden. Op de enveloppe gelieve men duiharde uitdrukking in haar gezicht .'Uijk tv' vernielden: Vra.ig 2()Q. en haar gedwongen lach. Ze was hen type van de aanzienlijke, schatrijke vrouw, maar toch scheen het Dudenuv dikwijls toe, dat ze haar moeilijkheüur had, net als de rest van de wereld, .il sprak ze er nooit over. Haar /m^cii Vraag tweehonderd vijf en negentig golden ten dcde haar dochters jie/uiid-
Onze ..(^cv* »
)eOJ*i*±&
BEZOEKT HET
iriHiEi^irm TE DEN
HAAG
De uitdrukking „carte blanche", carte hlanche hebben, beteekent onbeperkte volmacht hebben om geheel zelfstandig te han delen in een bepaalde aangelegenheid. De heer C. J. Rübzaam Jr. te Amsterdam verwierf den hoofdprijs. Mevrouw D. W. Z, de Vries, Den Haag, de heer C. W. Tober, Den Haag. de heer B. Bollen, Eindhoven, mejuffrouw B. Winkclmans, Schied.im mevrouw H. van Mentz, Den Haag, kwamen in het bezit van de troostprijzen.
heid — het was ook voornamelijk voor haar dat zij en Sir William deze reis meemaakten — en verder, vermoedde hij listig — was het duivelsch-aanmatigende in haar mans karakter niet vreemd aan den sluier, die af en toe over haar wezen scheen te liggen. „Weet u, kapitein," zei ze, terwijl de twee mannen hun dranken mengden, „ik kan mijn man en u nooit samen zien zonder aan die regels van Kipling te denken, u weet wel: twee sterke mannen, die elkaar ontmoeten, hoewel ze ieder van een ander einde der aarde komen " En terwijl Sir William haar vaag aankeek, vervolgde ze lachend: „Ik meen het. Jullie lijken zoo ontzettend veel op elkaar — jullie beiden." „Vind je?" Sir William gaf een karakteristieken ruk aan zijn boord. Hij wist niet zeker, of hij het prettig vond dat te hooren. Hij bekeek zich van terzijde in den spiegel en wendde daarna zijn blik naar het forsche, verweerde gezicht van den kapitein. „Vind jij van niet?" drong zijn vrouw. Sir William gromde iets onverstaanbaars. Het was een feit dat er. uiterlijk een sterke gelijkenis tusschen de twee was; beiden waren* forsch gebouwd, eenigszins gezet en beiden hadden een groot, verweerd gezicht met diepblauwe oogen. Maar de gelijkenis kwam het meest uit in den mond — breed, krachtig, vastbesloten, van alletwee een beetje meedoogenloos. „Het spijt me als het zoo is. Sir William," merkte Dudeney met een ooiijken grijns op. „Want nog nooit in mijn leven heeft iemand mij een knappen jongen gevonden." Lady Blore lachte en veranderde van onderwerp. Het scheen dat zij en haar dochter dien middag de prijzen met ringwerpen hadden gewonnen en ze was heel tevreden over zichzelf. „Niet slecht, vindt u wel, kapitein?" vroeg ze. „Margaret deed het hare natuurlijk, maar ik houd toch vol dat ik...." „Waar hangt Margaret eigenlijk uit?" viel Sir William haar in de rede. „Boven in de muziekzaal. Hoezoo?" Er was een oogenblik stilte; toen, als terloops antwoordde Sir Williams: „Niets." „Ik wilde het alleen weten — verder niets." Man en vrouw keken elkaar even aan en Lady Blore keerde zich toen ietwat gejaagd naar het buffet. „Wilt u nog wat drinken, kapitein Dudeney?" „Maar natuurlijk!" Sir William was bijna joviaal. „Eigenlijk is hij nog ziek, Aline. Griep — of de nawerking er van. Nietwaar Dudeney?" „Nu, ik kreeg vanavond weer -een hevigen aanval."
m>
4& • Äv
IB
m f**
PMH! ■"
REMBRANDT THEATER AMSTERDAM BRENGT STEEDS DE BESTE PROGRAMMA'S
4 —
DONNAAR - bMLLbVtN
mmmmmmmmm*
dat ze gestolen zouden worden! Ik wist dat als Margaret ze zag, ze misschien in de verleiding zou komen." „In de verleiding!" Sir William herhaalde de woorden met bitteren afschuw. „Goede hemel, het is verschrikkelijk! Alles wat ik in de wereld bezit is voor haar en toch moet ze stelen als een gewone dief. Het is afschuwelijk, Aline! Afschuwelijk!" „Maar het is haar schuld toch niet! Het is Margarets schuld niet, arm kind," verdedigde de moeder hartstochtelijk. „Ze kan er niets aan doen. Het is een ziekte — je weet dat zelf ook. In ieder geval heeft het geen zin daar nu over te spreken. Ze is onze dochter en we moeten haar beschermen. Wat ben Uw apotheker of drogist heeft gedurende een je van plan te doen?" beperkten tijd een voorraad z.g. Reuze Pakken „Ja, zeg dat wel! Wat ben ik van Kruschen Salts, welke behalve den gewonen /.1.60 flacon nog een gratis proefflacon bevatten. Ge plan te doen?" Sir William was weer kunt dus nu een gratis proef met Kruschen Salts opgestaan en trachtte zich te beheernemen en ontvangt bovendien meer Kruschen Salts voor hetzelfde geld. sühen, trachtte den toestand te overIn het buitenland is door opkoopers met Kruschen zien. „Waar dacht je dat ze dat ding Salts geknoeid. Men koope daarom in geen geval Kruschen Salts in buitenlandsche verpakking, doch verstopt had? Hierheen heeft ze het uitsluitend in ongeschonden Hollandsche verpakniet gebracht, dat staat in elk geval king met den naam N.V. Rowntree Handels Maatschappij op verpakking en etiket van den flacon vast." gedrukt. , ., , Alleen bi} dit echte Kruschen Salts xult U baat „Dus jij bent zeker, dat ze het wegvinden, in geval van rheumatick, hoofdpijn, ischias, genomen heeft? Er zijn duizend passazwaarlijvigheid en tallooze andere kwalen. giers aan boord " „Ja, en al waren het er tienduizend, ze samen naar de -muziekzaal gingen. dan zou dat nog geen verschil maken! Ik dacht dat ze in goede handen was Zij heeft het collier gestolen! Ik vertel — en ik dacht ook, net als jij, dat ze je toch, dat ik haar uit die hut heb zien genezen was. Die akelige Mrs. Fortes- komen en hij ook — Dudeney! Dudeney cu!" barstte ze plotseling uit. „Ik heb heeft haar gezien — en daarin ligt het haar nog gezegd, dat ze dat soort din- gevaar." Hij keek vlug om zich heen. gen beter den administrateur in bewa„Ik moet hem den mond snoeren!" zei ring kon geven. Ik heb haar voorspeld,
lr*5<*i
„Waarom?" vroeg hij toen beteuterd. „Waarom?" bulderde Sir William, zich omdraaiend en den kapitein aanstarend, alsof deze persoonlijk verantwoordelijk was voor de betreurenswaardige gebeurtenis. „Je vraagt me nog waarom, ezel?" Plotseling echter werd hij zich bewust van de verbaasde blikken van den steward: „Vooruit, schiet op jij!" brieschte hij tegen den man.
DE BEROEMDE ZANGER HELGE ROSSWAENGE TRAD IN ONS LAND VOOR DE RADIO OP. {Foto Edith Schletinger)
„Arme man!" Lady Blore was onmiddellijk vol deelneming. „Ik weet wat het is — ik heb het zelf gehad." En ze dischte een" lang verhaal op over de gevolgen van griep, tot Sir' William haar plotseling in de rede viel. „Er is iemand aan de deur," zei hij. Maar toen, in antwoord op zijn uitnoodiging om binnen te komen, een opgewonden steward over den drempel stapte, veranderde hij ineens van toon. „Hallo?" vroeg hij scherp. „Wat is er aan de hand?" De steward slikte. Hij was gewoon zijn bezigheden aan dek te hebben en dergelijke luxueuze appartementen waren hem vreemd. Zijn oogen zochten en vonden den kapitein. „Een boodschap voor u, meneer," sprak hij toen, „van den administrateur, meneer." Kapitein Dudeney zette zijn glas neer. „Wat is er?" vroeg hij. „Eh " En nu was de man merkbaar verlegen. „Ja, meneer," barstte hij uit, „ik moest het u onder vier oogen zeggen." „Dan moest ik maar even meegaan," meende Dudeney.
in.
Maar nu mengde Sir William zich er
„Nonsens, man!" viel hij uit „Dat is heelemaal niet noodig." En zich tot den steward wendend: „Kom er maar mee voor den dag, vriendlief! Wat is er aan de hand?" Dudeney verstrakte, maar voor hij den steward bevelen kon te zwijgen, flapte de man er uit: „Er is een diefstal gepleegd, meneer " „Diefstal?"echo'de het drietal tegelijk. „Ja, mijnheer. Die dame — die dame in hut No. 73, meneer," legde de steward uit. „Er is haar een diamanten halssnoer ontstolen. Ze heeft het zoo net aan den administrateur gerapporteerd. Schreeuwen dat ze deed!" „Hij bedoelt Mrs. Fortescu." Het was Lady Blore die sprak. „Mrs. Fortescu heeft hut No. 73. Ik heb haar een paar dagen geleden nog gewaarschuwd, hoe dwaas het van haar was om " „Donders!" barstte Sir William met kracht uit. „Donders en nog eens donders!" Zijn groote vuist kwam eenige malen met woest geweld neer. Dudeney zette groote oogen op. - 6 :
II. Dit was te veel voor de waardigheid van kapitein Nicholas Dudeney. Ten eerste om voor ezel uitgescholden te worden tegenover een lid van zijn eigen bemanning en dan dat een passagier, wie het ook was, zich op die manier zijn rechten aanmatigde! „Een oogenblik. Sir William," zei hij bedaard. „Ik verzoek u vriendelijk te willen begrijpen, dat de bemanning van dit schip van mij bevelen ontvangt en van niemand anders. En als er een diefstal gepleegd is op de boot, waarover ik het bevel heb, dan zal ik de zaak behandelen." Hij wendde zich tot den stomverbaasden steward: „Dickson! Ga naar den administrateur en zeg dat ik bij hem kom." En naar de deur gaand: „Excuseert u mij. Lady Blore." „Maar luister eens! Hier, Dudeney...." Dudeney echter was al weg. En toen Sir William een moment later de deur opentrok, lag de gang geheel verlaten. Even bleef hij als verstijfd staan. Toen, met een krachtigen vloek, smeet hij de deur dicht en draaide zich naar zijn vrouw. „En?" vroeg hij. Ze schudde het hoofd. Ze stond met den rug tegen de tafel en hield zich met beide handen achter haar staande. Haar gezicht was doodsbleek onder de „make-up", haar oogen groot — en angstig. „Misschien is zij het niet geweest," fluisterde ze. „Natuurlijk wel!" Hij sprak op bruusken toon. „Zij is het wèl geweest. Ik zag haar — en h ij ook! Ze kwam uit diezelfde hut, toen hij en ik door de gang liepen. Het is mogelijk dat hij haar niet herkend heeft, maar hij kan zeker een beschrijving van haar geven. Ze droeg die roode avondjapon, nietwaar, met die afhangende dingen er aan?" Plotseling ging hij zitten. „En ik dacht nog wel, dat ze genezen was," kreunde hij. „Waarom heb je niet beter op haar gepast, Aline? Waarom heb je haar alleen laten weggaan?" Lady Blore hief hulpeloos haar handen op. „Omdat ik dacht dat ze met Miss Waters was meegegaan, Will. Ze zei dat
Twéé flacons,
voorden prijs vaneen
Irene Hervey heeft een race-auto gekocht, waarmede ze Hollywood en omstreken onveilig maakt. 's
foto Metro Goldwyn Meyer
1
■;
hij opeerts vastbesloten. „Dat is het eerste, waarvoor ik moet zorgen. Hij moet zijn mond houden!" „Maar lukt je dat?" „Lukken?" Sir Williams onderkaak schoot uitdagend naar voren. „Wat bedoel je? Wät lukken?" „Kapitein Dudeney te verhinderen om te doen wat hij recht acht?" „Als hij zijn mond niet houdt, gaat hij er aan!" Maar Lady Blore schudde het hoofd. „Op die manier lukt het je nooit, man. Kapitein Dudeney.is net zoo groot en koppig als jijzelf. Je zag hoe hij zich verweerde, toen jij probeerde dien steward te commandeeren. Hij laat zich niet dwingen — zelfs niet door jou." „O, neen? Nu, dat zullen wij dan eens zien!" Sir Williams gezicht werd zóó rood, dat het overal vlekken vertoonde. „Je vergeet, dat ik om zoo te zeggen den eigenaar van de maatschappij ben en dat wat ik zeg gebeurt! Ik kan hem niet op staanden voet ontslaan, maar ik kan hem vertellen, wat hem te wachten staat zoodra we in Southampton zijn." „En dacht je dat je hem daarmee kon dwingen?" Lady Blore moest haast lachen om de kortzichtigheid van haar echtgenoot. „Dacht je dat hij zich daardoor liet dwingen om iets verkeerds te doen?" Ze schudde het hoofd. „Ik begrijp kapitein Dudeney heel wat beter dan jij, als je zóó over hem denkt. Ik zeg je dat de man er principes op nahoudt! Hij volgt een gedragslijn, waarvan hij voor niets ter wereld afwijkt. En als hij het zich tot plicht rekent, je dochter als een dievegge te arresteeren, zal hij het doen — zelfs al zou zijn carrière daardoor gebroken worden. De eenige manier om hem het zwijgen op te leggen is zijn sympathie te winnen, zijn vriendschap; op zijn loyale gevoelens te werken...." „Praat toch niet zoo'n onzin, Aline. Zwijg me van loyale gevoelens. Hij moet begrijpen, dat het om zijn brood gaat. Maar hij is niet verplicht me trouw en toegedaan te zijn! Ik ben alleen maar zijn werkgever." „Ik bedoel trouw en toewijding ten opzichte van jou als mensch. Persoonlijk tegenover jou, als man, niet als werkgever." „Met andere woorden, je verlangt dat ik voor hem kruip, mij verneder?" riep Sir William schor. „Je verlangt dat ik...." „Dat je hem de waarheid vertelt — ja. Zijn sympathie opwekt. Hem verzoekt geen maatregelen te nemen, tot we de diamanten teruggevonden hebben." „Zoodat hij mij op die manier in zijn IDervolé op pagina 12}
JEAII
-7 — _ .V. t'A
■
iPli^ipPSp^'
niMT
IN
DE MYPTERIEUZE CRAVIM <^>
<$>
Ufa-film
Regie: Hens Steinhoff Rol verdeeling: De gezant Otto Tressler Karin Brigitte Helm Graaf Squeelen, eerste gezantschapsraad . . Hubert von Meyerinck Hollen, tweede gezantschapsraad G. H. Schnell Kapitein Rist, militair attaché Heinz von Cleve Raak, Handelsattache .... Willy Fritsch Barrick, persattaché . . . Günther Laders Kraver, bediende op de ambassade Erich Walter De minister Walter Franck De secretaris van den minister ........ Herbert Gernot De leider van de handelsdelegatie . . . Franz Weber Commissaris Ascunto .... Ernst Rotmund Justitioneel ambtenaar. . . Karl Hannemann Silvia Fran^oise Rosay De onbekende . . .Andrews Engelmann De corpulente Kurt Seiffert Bank-directeur Hans Leibelt Geldschieter Aribert Wischer Autohandelaar Harry Hardt
Als een eiland ligt het gezantschapsg-ebouw in de voorname wijk van de vreemde hoofdstad, als een eiland, bewoond door vreemdelinffen, die een eveneens vreemde taal spreken. Onopvallend, maar scherp, bewaakt de politie-ambtenaar Ascunto met zijn helpers het feestelijk verlichte gebouw, waar tallooze gasten naar binnen gaan. De eene auto na' den anderen rijdt voor. Dames in avondtoilet, beeren in rok stappen uit. Ordeteekens schitteren. Bovenaan het bordes controleert een bediende van den gezapt, de oude Kraver, de binnenstroomende gasten, wier legitimatiebewijs hun uitnoodiging is. Uit een luxueuze limousine stapt een eenzame heer in rok. „Dat is hem!" fluistert Ascunto een van zijn helpers toe. „Ik moet direct den minister inlichtenl" — In de groote zaal van het paleis ontvangt de gezant zijn gasten. Naast hem staat een jong, buitengewoon knap meisje, zijn nichtje Karin, die voor het eerst als gastvrouw optreedt. In de onmiddellijke omgeving van Zijne Excellentie stnan de leden der legatie: de gezantschapsraden Squeelen en Hollen, Barrick, persattaché, en de twee vrienden: Rist, de mill'
taire attaché, en Raak, de handelsattaché De laatste is de held van den avond, want het nieuwe handelsverdrag, dat alleen nog maar geratificeerd behoeft te worden, is zijn werk. De minister, de eeregast van dezen gala-avond, zal — dat kan als zeker aangenomen worden — de bevestiging brengen, dat het ministerie het verdrag goedgekeurd heeft. De leider van de handelsdelegatie uit het vaderland feliciteert den jongen Raak reeds met het succes van zijn arbeid. De minister staat op het punt naar het feest in het gezantschapsgebouw te gaan. Plotseling verschijnt zijn secretaris: er heeft een incident plaats gehad. Een verdachte vreemdeling is in het bezit van geheime militaire stukken van het land, waarvan de gastheer van dezen avond gezant is. Als deze plannen in de pers van de Oppositie verschijnen,, is de positie van den minister onhoudbaar geworden. Hij kan en mag het handelsverdrag eerst onderteekenen als deze zaak opgehelderd is. Ascunto heeft daarvoor één nacht tijd noodig. De minister begeeft zich naar het feest, ofschoon hij weet, dat de raadselachtige vreemdeling onder de gasten zal zijn — misschien om op een der leden van de legatie chantage te plegen, zegt Ascunto. Ascunto heeft gelijk. Onder de gasten ontdekt kapitein Rist, de militaire attaché, eensklaps een bekend gezicht. Vroeger is hij met dezen man bevriend geweest, totdat deze door eigen schuld aan lager wal geraakte en voortdurend dieper zonk. Nu mijdt iedereen hem, daar hij tot een mensch van het minste aljooi geworden is. Wat kan hij hier zoeken? Hij staat reeds voor den kapitein, boosaardig grijnzend en brutaal. Hij wil hem w^t verkoopen, plannen, militaire plannen, geheime plannen. Vol afschuw weigert Rist,daarop in te gaan. „Voor verdere onderhandelingen verwacht ik je in mijn appartementen, Silvia Bar," zegt de - 8 -
onbekende nog, voor Rist hem door een bediende weg laat brengen. Onmiddellijk daarop laat de gezant Rist bij zich ontbieden. De onderteekening van het handelsverdrag is in gevaar! Er zijn plotseling geheime plannen te voorschijn gekomen, militaire plannen, die in staat zijn om de vriendschappelijke betrekkingen tusschen de beide landen te vertroebelen. Rist moet de zaak onderzoeken, geheel op eigen gezag handelen en zelf alle verantwoordelijkheid dragen. De officier aarzelt geen moment zijn plicht te doen. Hij verlaat het feest, ondanks het feit, dat hij Karin, van wie hij in stilte houdt, een dans beloofd heeft, en gaat daarheen, waar hij den misdadiger vinden kan, de Silvia Bar. Hier komt hij nadere bijzonderheden te weten. Het zijn plannen, die Rist bij den generalen staf eens maakte voor oefeningsdoeleinden en welke de onbekende hem ontstolen heeft. Het zijn eigenlijk waardelooze plannen, maar in handen van de oppositiepers zijn het gevaarlijke wapens. Zesduizend dollar is de prijs! Rist is arm, maar de onbekende weet raad. Rist moet de zesduizend dollar met spelen verliezen en de schuldbekentenis binnen vier en twintig uur voldoen. Hij heeft toch rijke vrienden, zooals Raak bijvoorbeeld. Rist ziet geen anderen uitweg en stemt toe, speelt en verliest zesduizend dollar, waarvoor hij de begeerde schuldbekentenis schrijft. Plotseling wordt er buiten een verdacht geluid vernomen. Politie! Snel geeft de onbekende de mooie Silvia de documenten, die zij goed verbergt. Ascunto zoekt een tijdlang tevergeefs, maar dan helpt Silvia hem, die met de politie liever op goeden voet wil blijven. De onbekende wordt uitgewezen. Over twee uur vertrekt zijn trein. Tot dien tijd moet hij onder politie-bewaking blijven. HÜ ziet echter nog kans Silvia de schuldbekentenis toe te — 9 —
steken. Den volgenden dag wil Rist naar Raak ten einde dezen om hulp te vragen. Maai deze moet Karin, van wie hij houdt, in zijn nieuwen aiuto af gaan halen voor 'n tochtje, en hij zegt dat Rist later maar terug moet komen. Vol angst gaat Rist naar de ambassade. Als hij toevallig in Raaks kantoor zit, weet Silvia tot hem door te dringen. Zij verlangt betaling van de schuldbekentenis of zij gaat naar de krant. Het dan volgende schandaal zou niet te overzien zijn. Op de schrijftafel ligt Raaks chèque-boek, dat hij blijkbaar heeft vergeten. Silvia ziet het en op haar aandringen besluit Rist een valsche cheque met Raaks handteekening te schrijven voor zesduizend dollar. Silvia vertrekt tevredengesteld, maar op de bank heeft ze moeilijkheden. Raak heeft zijn saldo overschreden door deze cheque. De bankdirecteur raadpleegt onmiddellijk Raak, die natuurlijk nergens van weet en er een politie-zaak van wil maken. Maar de voorzichtige directeur kent eerst den gezant in de zaak. Deze heeft slechts één gedachte: Ieder schandaal moet vermeden worden. Geen smet mag er aan den naam van de ambassade kleven. Later moet Raak de kwestie dan maar onderzoeken. In zijn hart gelooft de gezant wel aan Raaks schuld, van wien hij het schandelijk vindt speelschulden te hebben. Raak weigert echter op dit voorstel in te gaan en eischt een onderzoek. Maar de gezant wenscht geen onderzoek. Als echter Silvia tot hemzelf doordringt bemerkt hij, dat het niet Raak was, die de cheque uitgeschreven heeft. Desondanks, om het gezantschap voor een schandaal te behoeden, moet Raak betalen. Op Karins verzoek stemt Raak daarin toe. Maar als Karin merkt, dat ondanks alles, Raaks eer toch bezoedeld is, neemt ze haar raad terug en dringt met Raak, wiens liefde ze beantwoordt, op een onderzoek aan. De gezant roept zijn medewerkers bij zich en allemaal bekennen ze zich schuldig om daardoor de eer van het gezantschap te redden. Raak vraagt ontslag uit den staatsdienst, wat de gezant hem toestaat zoodra het handelsverdrag onderteekend is. Als Raak weg is, eischt de gezant van den hem onbekenden vervalscher, dat deze zichzelf vonnissen zal, maar zoo, dat de goede naam van het gezantschap er geen nadeel van ondervindt. Rist weet, wat hij te doen heeft. Terwijl Raak en Karin samen aan boord gaan op weg naar het vaderland, rijdt een race-auto in razende vaart langs de steile rotsen van de kust. De bestuurder — Rist — heeft de macht over het stuur verloren. De wagen stort in zee. De bestuurder vindt din .lood. Een ongeluk! De minister onderteckent lachend het handelsverdrag....
.^
AMSTERDAMSCHE KRONIEK
PAUL KEMP m
■
E R R E M-ABC 75
F I L-lvi ■
TURAriDOT
-
|
tfT M
| M
DE DERDE MUZE DE HAAGSCHE WISSELBEKERWEDSTRIJD
Louis de Bree, Cor Ruys en Pierre Myin in „De dochter van Levy'.
(n het Rika Hopper Theater gaf het Nederlandsch-Indisch Tooneel de eerste opvoering van „De dochter van Levy" (La filie a Levy), van Andre Falco en Jean Sarrus. Anton Ruys heeft dit werk vertaald. Hoe Cor Ruys dit stuk voor zijn ensemble heeft kunnen kiezen, is ons een raadsel. Het is een samenvoeging van oude moppen, met moderne geestlooze gezegden. Daarna heeft men het geheel overgoten met zoogenaamden Joodschen humor en klaar was „De dochter van Levy". Dat er bij de première desondanks veel gelachen werd^, pleit voor Ruys en Louis de Bree,
Wim Kan, Marie Meunier en Cor Ruys in .De dochter van Levy".
de twee hoofdfiguren in dit tooneelmaaksel. De inhoud komt in het kort op het volgende neer. De hoedenkoopman Abraham Friedmann (Cor Ruys) heeft een zoon Jack, (Wim Kan), die schilder is. Deze jongeling, die zich in het huiselijk milieu allesbehalve op zijn gemak voelt, is verliefd op de boekhoudster van zijn vader, Denise Favier (Lily Bouwmeester). Deze liefde wordt door de schoone Denise beantwoord. Maar Abraham en zijn wederhelft Eva (Marie Meunier) hebben andere plannen met hun spruit. De huwelijksmakelaar Meyer Meyer (Louis de Bree) heeft een schitterende partij voor Jack — Esther (Francis May), de dochter van den schatrijken antiquair David Levy-Levy (Pierre Myin). Zij krijgt twee millioen francs mede en is nog niet eens zóó leelijk. Maar Esther voelt niets voor Jack, ze bemint een met schulden beladen baron, en Jacks geheele liefde behoort Denise, de eenige persoon in dit stuk, die gèèn Joodsch spreekt. En Esther, ondanks haar twee millioen, heeft het hart op de rechte plaats, zij maakt dat Jack zijn Denise in de armen kan sluiten! Hoewel, een beetje egoïstisch is dit óók, want nu is de baan vrij voor haar baron. En zoo zijn aan het slot van het derde bedrijf alle partijen tevreden. Zelfs de huwelijksmakelaar Meyer Meyer, die een schilderij van Jack ten geschenke ontvangt, waarvan hij, als het eenige van waarde, alleen de lijst medeneemt. Cor Ruys en Louis de Bree deden wat ze konden om eenigen humor in dit stuk te brengen, maar het was hopeloos. Lily Bouwmeester had als Denise vaak zeer gevoelige momenten, jammer, dat zij het aan „De dochter van Levy" verspillen moest. Daar men blijkbaar niet te veel geld voor decors wilde uitgeven, liet men de familie Friedmann haar gasten maar in den hoedensalon ontvangen en aldaar de thee gebruiken. Regisseur Louis de Bree heeft het stuk op de juiste waarde geschat!
Nog slechts een luttel aantal weken en de eerste vereeniging zal den strijd om den zilveren wisselbeker, uitgeloofd door de directie van ons blad, aanbinden tegen haar zustervereenigingen. Er werd reeds op gewezen, dat dit speelseizoen een beslissing kèn geven. Ik herhaal „kèn", want zekerheid hiervoor is er geenszins, maar de tooneelvereeniging A.D.O.D.V.S. heeft het afgeloopen jaar den beker voor de tweede maal in haar bezit gekregen en mocht zij er in slagen er dit jaar (1934/,35) wederom beslag op te leggen, dan wordt zij definitief eigenares. Zoowel voor A.D.O.-D.V.S. als voor de andere deelnemende vereenigingen is er dvls alle reden hun beste beentje voor te zetten. Telden wij het vorige seizoen zeven deelneemsters, dit jaar werd er door vijf ingeschreven, terwijl door „M.O.V.E.N.A.S." werd verzocht eerst deze maand een beslissing te mogen nemen, in verband met reorganisatie der vereeniging. „O.D.I.A.", die het vorige jaar ook in den strijd uitkwam is dit seizoen verhinderd deel te nemen om redenen van internen aard. Zoo zullen wij dus dit winterseizoen in het strijdperk zien treden de volgende vereenigingen: „A.D.O.-D.V.S.", „A.D.R.E,M", „Oude Haagsche Brandweer", „Het Jong Tooneel". Eerstgenoemde vereeniging kreeg den beker reeds twee maal in haar bezit, de beide laatste vereenigingen ieder één maal. De jury bestaat wederom uit mevrouw Marie van Eijsden-Vink en de beeren Eduard Veterman, Roeland van Ruyven, D. J. Visser, J. J. Vürtheim Gzn en Henri A. van Eijsden Jr. Ook dit jaar zal wederom getracht worden steeds dezelfde juryleden bij iedere opvoering aanwezig te doen zijn. Als bijzonderheid kan vermeld worden, dat ook ditmaal de eerste wedstrijdavond zal plaats vinden op 4 November (evenals verleden jaar), wederom door de tooneelvereeniging „A.D.R.E.M." en wederom met een blijspel van Joh. van Doorn, „De Truc". Wij zullen hopen, dat wij ook thans opvoeringen te genieten zullen krijgen, die voldoen aan de eischen van het goede dilettantisme. Dan zal het werk der spelers en het tijdroovende werk voor de juryleden beloond worden. Aan de deelnemende vereenigingen verzoeken wij nog, liefst zoo spoedig mogelijk, even te willen opgeven op welken datum voor onzen wedstrijd zal worden uitgekomen. En nu aan het werk en veel succes! Henri A. van Eijsden Jr.
MARGARET LINDSAY is thans bij de firma Warner Bros geëngageerd. Zij behoort tot de ftlmspeelsters, die wij gerust e.en groote toekomst kunnen voorspellen. Nadat lij In een revue veel succes had behaald, werd zij door een der gebroeders Warner voor de film ontdekt. Zij is vooral bekend door de films ..Lady Killer", ..The House on 56th Street" en „Private Detective 62".
THEO LINGEN werd den lOen Juni geboren. Hij is een gelukkig echtgenoot en vader van twee kinderen. Zijn filmsucceasen dateeren van de opkomst van de toonfilm, doch hij werd het meest bekend door zijn rol in ,.Dolly macht Karriere", waarna hij een gunstig contract met de Ufa sloot. Nadien heeft hij in alle genres gespeeld. „Mein Herz ruft nach Dir" was zijn laatste film.
LEON M. LIÖN bezocht een tooneelschool te Londen en werd door Alfred Hitchcock voor de film ontdekt. Deze liet een proefopname vervaardigen, die gunstig uitviel. Hierdoor kreeg Lion een contract bij de British International Pictures. Zijn grootste succes behaalde hij In de film „No. 17".
_
INGE LIST viert haar verjaardag den Hen Augustus. Zij speelde te Weenen in het tooneelstuk „Mehr als Liebe", toen zij door Reinhold Schünzel voor de film werd ontdekt. Zij is voor het tooneel opgeleid door Margrit Tolney en haar debuut als filmactrïce maakte zij in de rol van barones Stasi in . .Die Csardasfürstin". In d^ film „Turandot" zal zij een belangrijke rol vervullen.
ANATOL LITWAK is geen filmster, maar een van de bekendste regisseursHij maakte naam door de film „Dolly macht Karriere". zette daarna de Lilian Harvey-filra „Nie wieder Liebe" in scène. Het vorige seizoen heeft hij Berlijn verlaten en zich te Parijs gevestigd, waar hij eenige der beste producten van de Fransche filmindustrie heeft geregisseerd.
- 11 —
- 10 .
MARGO LION werd op den 28sten Februari te Constant! no pel geboren. Haar jeugd bracht zij door te Parijs, doch in 1924 debuteerde zij bij de „Wilde Bühne" te Berlijn. Nadat zij in vele revues de hoofdrol vervuld had, speelde zij in de stommefilm „De geschiedenis van een bankbiljet". Haar eerste toonfilm was de Franache versie van „De driestuivers opera", Zij is getrouwd geweest met den schrijver Marcellus Schiffer.
._ _
.
^
^__
ALAN LIVINGSTON werd te Los Angelos geboren. Hij studeerde in de medicijnen, maar na twee jaar ging hij aan het tooneel en speelde bij een reizend gezelschap. Het verwachte succes bleef evenwel uit. Daarom werd hij figurant bij de Metro-Goldwyn-Mayer en dit seizoen Is hij bij de Fox geëngageerd, waar hij kleine rollen speelt.
MARGARET LIVINGSTON Is te Salt Lake City geboren. Haar eerste filmsucce« boekte zij als Catherine of Russia in de Fox-film „Havoc". Daarna speelde zij in de bekende film „Zonsopgang", voor dezelfde maatschappij. Paramount bood haar een groot contract aan en in de film ..Hotel de twee duiven" speelde zij een der hoofdrollen. De toonfilm heeft haar helaas geheel op den achtergrond gedrongen.
FREDERICK LLOYD, een van de beste Engelsche tooncel-komieken. werd door regisseur Thomas Bentlcy voor de film ontdekt. Hij debuteerde in de British International-film „Sleepless Nights" met zooveel succes, dat hij een langdurig contract kon aangaan. Nadien trad hij nog m verschillende Engelsche films op.
ƒ
_
' TOPY GLERUM, de jonge en begaafde jazz-zangeres, wier stem wij zoo vaak door den aether beluisteren kunnen. (Naar een teekening van Martha Antoine Gérardin).
[Vervolg van pag. 7)
macht kriJKt, hè? Niets daarvan, kind! Ik weet een veel beteren weg. Hij zal zich wel duivels goed bedenken voor hij zijn vrouw en kinderen opoffert, door zijn werkgever te trotseeren. Luister nu, Aline; praat met Margaret en zie uit haar te krijgen, waar ze dat beroerde ding verstopt heeft, terwijl ik de zaak met Dudeney bespreek. Wanneer ik hem zoover heb, dat hij zijn mond houdt, kunnen we het zoo aanleggen, dat de diamanten bijvoorbeeld in een badkamer of iets van dien aard teruggevonden worden en dan zal alles Verdraaid!" hij brak met een verwensching af: „Daar gaat de bel voor het diner. Wat moeten wc nu doen? Als Dudeney al iet«; tegen den administrateur gezegd heeft \an die roode japon...." ..Natuurlijk licvit hij dat!" „Dan moet ze zich vcrkleeden! Zie haar dadelijk te vinden en laat ze iets anders aantrekken, bijvoorbeeld een zwarte japon. Smi.it dat roode flodder door de patrijspoort en houdt vol " Mnar Lady Hlore legde hem het zwijgen op. „Dat gaat niet! Iedereen heeft haar al zoo gezien. Dat zou de zaak maar erger maken. Ik vertel je dat je domme dingen gaat doen. Laat i k met kapitein Dudeney praten!" „Neen!" Sir Williams tanden sloegen met een klik op elkaar. „Neen," zei hij nog eens. „Ik zal het wel met Dudeney klaarspelen — nu dadelijk. Ik vertel je, dat ik hem verpletter voor hij gelegenheid heeft iets tegen Margaret in te brengen." III. Drie minuten later klom Sir Willam vlug de trap van de brug op. Een enkele blik overtuigde hem, dat Dudeney niet in zijn hut was, dus zocht hij den officier van de wacht. „Waar is de kapitein?" vroeg hij kortaf. „Ik dacht, dat hij hij u was, meneer." kwam diimiddellijk het antwoord. ..O!" Sir William dacht een ongen)lik na. De officier van de wacht wist .ili.ikbaar nog van niets. Als hij naar de hut van den administrateur ging. waar Dudeney zich nu ongetwijfeld bevond, had hij met twee te maken en dat ronder te weten wat er tusschen hen besproken was.
_
„Dan zal ik in zijn hut op hem wachten." En zich omkeerend, opende hij de deur en trad binnen. Maar hij kon niet gaan zitten. Daarvoor was hij te opgewonden. Met korte, rustelooze passen liep hij de ruimte door, zich onderwijl met de vraag bezighoudend of Dudeney Margaret eigenlijk wel herkend had. Als dat zoo was, zou hij er iets over gezegd hebben — maar dat had hij niet gedaan. Hij had er zelfs niet op gezinspeeld. En als hij haar niet herkend had, dan zou het eenige wat haar met den diefstal in verband kon brengen, die verwenschte roode japon zijn. Hij vroeg zich verder af, of Aline haar gevonden had. Het schoot hem te binnen dat, als ze de eetzaal was binnengegaan — en al dien tijd in de muziekzaal was gebleven —slechts weinig personen haar in die roode japon gezien — en nog minder die opgemerkt zouden hebben. Bovendien konden er wel een half dozijn roode avondjaponnen aan boord gedragen worden! En het zou geen kleinigheid zijn verband te zoeken tusschen de dochter van Sir William Blore en de dame, die de diamanten van Mrs. Fortescu gestolen had. Die gedachte stak hem een riem onder het hart. Alles hing er van af, of Dudeney haar herkend had. Was dat niet het geval, dan zou de zaak gezond zijn; als dat wel zoo was, dan zou het in zijn belang zijn de heele geschiedenis ten .spoedigste te vergeten! Kwart over acht! Kwam de man dan nooit? Sir William deed de deur open, maar daar hij niets op het sloependek zag, sloot hij haar weer en bukte zich om een velletje vloeipapier op te rapen, dat door den tocht op den grond gewaaid was. Het had op een half voltooiden brief op Dudeneys schrijftafel gelegen en toen hij het weer op zijn plaats wilde leggen, trof een enkele zin zijn oog. De woorden — mijn betrekking te verliezen — deden Sir William den adem haast in de keel stokken en bijna voor hij er zich van bewust was, las hij wat Dudeney geschreven had. > mijn betrekking te verliezen. Het is niet mijn verlangen mij terug (Vervolé op pagina 2:] Caricatuur vin Maurice Chevalier
—,
M'n vrouw is uit. Ik zit alleen in de kamer en maak van de gelegenheid, dat zij afwezig is, gebruik, om jullie iets te vertellen, vertrouwelijk en onder voorwaarde, dat jullie het niet verder vertelt. Iets, dat ik onlangs van m'n vriend Maarseveen hoorde. Dus afgesproken. Niet verder vertellen. Zeker niet aan m'n eegade! M'n vriend en buurman Maarseveen is een gevoelig man. Een heel gevoelig man. En z'n vrouw is ook een gevoelige vrouw. Innerlijk, Uiterlijk is ze wat je in onze taal, rijk aan kernachtige uitdrukkingen, een haai-baai noemt. Het gevoelige echtpaar Maarseveen had, hoe kan het anders, een teergevoelig en zacht aanvoelend dienstmeisje. Een huidje zoo teer en zoo zacht als een perzik. Mevr. Maarseveen haaibaaide heel vaak tegen dat meisje. En teergevoelig als ze was, trok Lieske, zoo was haar naam, (Maarseveen heeft het me gezegd, hoe zou ik het anders hebben geweten, je bemoeit je toch niet met de dienstmeisjes, ook al zijn ze gevoelig, teergevoelig en zacht aanvoelend » zich het gehaai-baai van d'r mevrouw héél era aan. Je kunt begrijpen, dat zoo'n meisje zich d'r aan ergert. Maar bij Lieske was het nog erger: ze had er verdriet van. Ik meen reeds gezegd te hebben, dat ze heel erg teergevoelig was. Een paar dagen geleden komt m'n vriend en buurman Maarseveen net de kamer binnen, nadat z'n vrouw er uit gegaan was. Ze had Lieske ereis duchtig den mantel uitgeveegd, omdat ze stof op den schoorsteenmantel had laten liggen. Lieske weende. De tranen biggelden langs d'r (zacht aanvoelende) wangetjes. Wat moest Maarseveen doen? M'n gevoelige vriend en buurman, 't Meiske troosten. En hoe troost je nu een meisje, teergevoelig en zacht aanvoelend, dat tranen met tuiten huilt? Ik zou het niet geweten hebben. M'n buurman meende blijkbaar, dat het eenige middel was die traantjes weg te kussen. £en kus in eere, zoo oordeelde hij blijkbaar, kan niemand deren. Dacht hij maar! Want net komt z'n vrouw binnen. En d'r volgde een scène, een scène . . Drie buizen ver kon je 't hooren. Het deerde haar dus wel. Na een half uur, toen z'n vrouw uitgeraasd was en schijnbaar gekalmeerd weer de kamer binnenkwam, zegt Maarseveen heel ootmoedig: Maar vrouw, vind je zoo'n kus zoo heel erg? Heelemaal niet. zegt ze ijskoud, je kunt „die meid" (ergerlijk hoe hard overigens van binnen gevoelige vrouwen in zulke omstandigheden zich kunnen uitdrukken) nóg wel een zoen geven. Een afscheidszoen. Ik heb d'r de deur uitgebonjourd. Wat mij. nu het ergerlijkste in de heele geschiedenis lijkt is: dat als ik 's morgens naar de post ga, ik Lieske dan niet meer zie, ze poetste dan altijd de bel. En heusch, ik zeg het met m'n hand op m'n hart, 't was heusch de moeite waard om naar de post te gaan, alleen om Lieske te zten! PI; TRl'S PRI ' I IF! AAR.
MUNHARI tabletten TECEN
VERSTOPPING
JoPs
Degeen, die ons op onze fouten wijst, mag misschien onze beste vriend zijn, maar hij zal 't niet lang blijven. Dertig jaar is een mooie leeftijd voor een vrouw — vooral als zij veertig is. „Provinciesteden moesten reizende automobilisten eigenlijk met open armen ontvangen," zegt een hotel-eigenaar, — In plaats van met open straten!
uw; „Nu je van ons weggant, Mtirie, moet je zeker'n getuigschrift hebben, niet? Diens tbode: „Nou mevrouw, een portretje van de familie is heusch al rjenoegT
!t»> „Zeg- jij nu maar, waar je dat schilderij wil hanpen, dan zal ik de rest er wel weer uithalen.
Volgens een botanicus hebben bloemen, planten en vruchten nooit zorgen. — Maar hoe komen sommige appels dan zoo vol met rimpels? Iemand, die langen tijd door Amerika heeft gezworven, schreef ons: „Meestal wist ik niet eens in welken staat ik was." — Hoogst waarschijnlijk was hij dan „in kennenlijken staat I" „Als ge lang wenscht te leven," zegt een dokter, „wandel dan zooveel mogelijk." — En als gij kort wenscht te leven, wandel dan op den openbaren wegl Dezer dagen hoorden wij van een Amerikaan, die twintig jaar op een kannibalen-eiland in den ürooten Oceaan had doorgebracht, — Dat moet bepaald een „taaie" zijn geweest!
Do nieuwe typiste: „Purdon, mijnheer, maar wat zei U ook weer tusschen „Mijne Heeren" en „Hoogachtend"?"
Bij Apoth en Drogisten
13 -
„Het is merkwaardig, maar ik kan mij absoluut n->t meer herinneren, Wbar ik deze heb geschoten!"
,-
ALS HET LEVEN EEN TRIOMF¥ORDT EL3Ä BRÄNDSTROM. - DE ENQEL VAN SIBERIË. Voor velen zal Elsa Brandström een totaal onbekende zijn, en tóch — hoe zeer verdient zij gekend te worden door iedereen! Het is zooals een andere groote vriendin der lijdende menschheid, dr. Eugenie Schwarzschild, eens van haar getuigde: „Haar leven behoort aan dat deel der wereldgeschiedenis, dat alleen maar niet geschreven wordt, omdat de geschiedenis van den oorlog te veel plaats vergt " Elsa Brandström was de dochter van den Zweedschen gezant, die in 1914 bij het Tsarenhof te St. Petersburg was geaccrediteerd. Tot Augustus van dat jaar een onbekend meisje, een ,,dame van de wereld", zou zij daarna over heel Europa bekend worden als ,,de engel van Siberië". Het Zweedsche Roode Kruis had zich bij het uitbreken van den wereldoorlog tot taak gesteld, de Duitsche en Oostenrijksche krijgsgevangenen in Rusland zooveel mogelijk bij te staan in hun vaak zeer droevige omstandigheden. Met eenige vriendinnen besloot Elsa Brandström zich aan dit menschlievende werk te wijden. Van dat oogenblik af verloor de wereld, waarin men geniet, een harer leden, en had de wereld waarin men lijdt, ,,zuster Elsa" gewonnen. Gedreven door den drang tot helpen en zooveel mogelijk goed te maken, wat de oorlog aan onheil had gesticht, vertrokken deze jonge vrouwen naar Siberië, waar de krijgsgevangenen grootendeels waren ondergebracht. Noch vermoeienissen, noch honger, noch gevaren vermochten hen terug te houden, van hetgeen zij als menschen en als neutralen hun plicht achtten. Hoewel zij zich aanvankelijk ten doel had gesteld de Duitsche en Oostenrijksche gevangenen te helpen, richtte zij haar opofferende liefde weldra ook op alle anderen, die haar noodig hadden, ook op de Russen zélf. De elkaar snel opvolgende Russische regeeringen veranderden niets aan haar houding; zij gaf zich met volle toewijding, toen de almachtige tsaar nog heerschte, zij bleef het doen, toen de Witten kwamen, toen deze verdrongen werden door Lenin en de zijnen, en waarschijnlijk, neen wel zéker, zou zij zich ook hebben blijven geven, wanneer de dood gekomen was. Toen zij door vlektyphus was aangetast, gold haar voornaamste zorg niet haar leven, maar de vraag, wanneer zij weer naar hcur gevangenen terug zou kunnen keeren. Op zekeren dag ontstond er een groote beroering in het kamp, waarin zij haar lenigend werk verrichtte. ,,De
Bolsjewisten staan voor de poorten der stad!" waarschuwde men Elsa Brandström. Ze haalde haar schouders op. Beteekende dat soms, dat men hier haar hulp niet meer noodig zou hebben? Toen kwam de Engelsche gevolmachtigde uit Wladiwostock met een extratrein voorbij het kamp. Hij wilde Elsa Brandström meenemen Met een glimlach om de lippen stond zij hem te woord — met denzelfden glimlach, waarmee zij haar patiënten zoo wist te troosten. „Wat wenscht U?" vroeg zij hem. ,,U moet hier direct vandaan " antwoordde de diplomaat zenuwachtig. „En waarom?" „Omdat u niet in handen der „rooden" mag vallen " „En waarom niet? Mij gebeurt toch niets, want ik heb hier mijn eigen „rooden"." Een en al verbazing keek de Engelschman haar aan. Wat bedoelde zij in 's hemelsnaam? Had de ellende haar geestvermogens verstoord? Was zij, zooals zoovelen anderen vóór haar, slachtoffer geworden van het lijden, dat zij dagelijks om zich heen zag? Zijn vermoeden was onjuist, want het bleek, dat „de engel" gedurende de heerschappij der Witten een groot aantal „rooden" onderdak en voedsel had verschaft, zonder zich er om te bekommeren tot welke politieke partij zij behoorden. Haar naastenliefde had dit van ondergeschikt belang gevonden En nu stonden de „rooden" als een onoverwinnelijke muur om haar heen, gereed haar met hun leven te verdedigen. Het waren „haar" rooden, en zij was „hun" zuster Elsa, zoo goed zij het van de anderen was De moeilijkste uren van haar leven maakte Elsa Brandström door aan het sterfbed der soldaten. Ontroerend is, wat zij zelf daarvan vertelt: „De soldaten stierven zeer zwaar, slapelooze nachten gingen hun dood vooraf. Dag en nacht zagen de stervenden hun vrouw en kinderen voor zich. En de vertwijfeling, dat zij hen hulpeloos achter moesten laten, maakte hun doodsstrijd bitter. Terwijl men jong en gezond aan een dergelijk sterfbed stond, had men slechts één wensch: dezen laatsten strijd te verlichten. Hoe klaarde een gezicht van een stervende op, wanneer men beloofde zich het lot van zijn vrouw, zijn kinderen te zullen aantrekken. Zoo kwam het, dat ik den eencn stervenden soldaat na den anderen beloofde mij het lot van zijn kinderen te zullen aantrekken " In de overmaat van haar goede hart - 14 -
had Elsa Brandström deze belofte op zich genomen, maar op een goeden dag was de oorlog voorbij en toen bedrukte haar hetgeen zij had beloofd, want hoe moest zij haar belofte houden, hoe kón zij haar houden? Het Zweedsche Hulpcomité gaf wel is waar alles wat het nog bezat, en van haar landgenooten wist zij los te maken, wat deze nog eenigszins ontberen konden, maar toereikend was dit bij lange na niet. Toen nam Elsa Brandström een moedig besluit. Ze vertrok naar Amerika om daar voor haar beschermelingen te bedelen. Men had haar deze reis afgeraden, maar zij had zooveel vertrouwen in het welslagen van haar onderming gehad, dat zij desondanks toch gegaan was. Ze had goed gezien. De reis bracht haar honderdduizend dollar op en met dit geld heeft zij de beloften kunnen inlossen, die zij aan zoovele stervenden had gedaan. Zoo ontstond het kindertehuis „Nieuwe Zorg" bij Mittweida. Tachtig kinderen kregen hier van haar een opvoeding, die hen voor het leven geschikt maakte. Ze had geen enkele ervaring in kinderopvoeding, want ze was ongetrouwd, en ze kreeg opeens de verantwoordelijkheid op zich voor tachtig jonge levens, die zóó door haar groot gebracht moesten worden, dat zij den een of anderen dag op eigen beenen konden staan, hun eigen brood konden verdienen. Zij moest hen groot brengen, hen kleeden, opvoeden en naar school sturen Een verantwoordelijke taak, die zij evenwel op schitterende wijze heeft volbracht. Verscheidenen van haar „stamkinderen" bekleeden thans een eervolle positie in de maatschappij — zij zijn kunstenaars, geleerden of eenvoudige handwerkslieden geworden, al naar hun aard en hun wensch, want Elsa Brandström heeft nimmer aan hun persoonlijkheid geraakt, zij heeft nimmer dwang op hen uitgeoefend. Haar opvoeding was er vóór alles op gericht de innerlijke bronnen van „haar" kinderen tot ontwikkeling te brengen Daarin is zij geslaagd, en zoo heeft zij aan de kinderen voortgezet wat zij aan hun vaders was begonnen: zooveel mogelijk den nood te lenigen, welken door anderen, die den oorlog hadden ontketend, over hen gebracht was... Een leven van liefde en opoffering, het leven van Elsa Brandström. Een leven, dat verdient gekend te worden.
«rhtev. • . het witte a<»el< Men sprak vroeger van „achter de coulissen", in de filmwereld geschiedt de voorbereiding niet meer op dezelfde wijze als bij het tooneel. Al is de hoofdzaak dezelfde. De goede voorbereiding is de moeder van het succes. Niet alleen de voorbereiding van spel en aankleeding van decors, belichting e.a., doch ook de voorbereiding van. het uiterlijk der artisten. Het geheim van het aantrekkelijk mooie van alle filmsterren ligt in de verstandig toegepaste kunst van het .schminken". Onze taal heeft geen eigen woord voor deze behandeling. En dit ondanks het feit, dat in deze lage landen bij lange na niet alles ongeschminkt naar voren komt. De .aankleeding" van het gezicht (een poovere vertaling voor schminken) vraagt een geoefende hand. De correctie die daarmee te bereiken is kan als een natuurlijke en volkomen begrijpelijke verbetering worden verdedigd.
Een voorbeeld: Het te breed lijkende gezicht kan met een .tikje" rood in het midden van de wangen smaller schijnen, al te veel uitstekende jukbeenderen kunnendoor een metverstand getrokkenroodelijnweggewerktworden.De bewering dat .schmink" schadelijk voor de huid is, heeft geen grond meer sinds men middelen bezit, zooals het Scherk's Aangezichtswater, om de huid steeds volkomen te reinigen en de poriën open te houden, zooals dit voor een goede bloedcirculatie en de ontwikkeling van de huid noodig is.Vooral 'savonds dient op deze wijze de huid steeds gereinigd te worden. Dit heeft het voordeel, dat de kleinste stofdeeltjes eveneens verwijderd worden. Door Scherk's Aangezichtswater wordt deze volkomen reiniging bereikt, houdt men de huid .jong' en elastisch. Het feit dat dit middel in alle. landen geregeld gebruikt wordt moge tot aanbeveling dienen.
9
t Hoeft niet duur te zijn om 9 t gezellig te hebben
BIJ DEN KAPPER. „Wacht U een oogenblikje, mijnheer. Ik ben direct klaar. Even mijnheer knippen en scheren."
„Heb jij Annie een huwelijkscadeau gestuurd?" „Natuurlijk. Ik heb haar een theeservies voor twaalf personen gegeven." , „Ik een theezeef voor vier en twintig personen!"
„Ik wil met geen mensch ter wereld
de tafel met de groote lamp maken
ruilen", zegt moeder vanuit haar
de kinderen hun huiswerk, 't Vlot
hoekje, waar ze stilletjes-tevreden
goed in die blije, lichte afmosfeer
zit te naaien en kijkt vergenoegd
met de weldadige verlichting.
'ns de gezellige huiskamer rond.
Ze hebben het knusjes zoo met z'n
Vader heeft zich met een zucht van
allen in die huiskamer, waar veel en
welbehagen in zijn luien stoel neer-
goed licht, met smaak en verstand
gevlijd. Het licht van de leeslamp
door de kamer verdeeld, een wereld
schijnt helder op zijn krant. Om
van gezelligheid heeft geschapen.
Zendt neven staande coupon in aan:
N.V. PHILIPS GLOEILAMPENFABRIEKEN De BanbiJder (die doorden booztn vader het huis uitgegooid is): „Mijnheer, nu de burgemeester ziek is, wilt U misschien voor onzen voetbalwedstrijd wel den aftrap geven?"
VERKOOPAFD. NEDERLAND EN KOL, EINDHOVEN
TJ -
GRATIS EEN MOOI BOEKJE Vraagt ons kleurige, rijk geïjltislrccrdc boekje „Het gezellige huis". Met Ik-hl U in, hoe IJ -/.oiulcr noeineuswaardige kosten Uw huis een massa gezelliger en romforlaheler maken kunt. U leest het met plezier. En het is gratis. Vult Uw adres hier in. Naam: _____ 190-2 Woonplaats« „
wwwm^v
^^^'WP^m^ De transpiratielucht onder Uw armen vriendinnen. Vermijdt dit door het gebruik van
hindert
Uw
(Veiuolg van pag. 12)
(/ifa/le oorc/et
ODO-RO-NO
Er is geen doeltreffender beschermend middel dan Odorono voor elke vrouw die er waarde aan hecht wat haar omgeving van haar denkt. Zelfs indien U het zelfniet merkt, ontgaat de onaangename geur niet aan anderen. Odorono, bereid volgens medisch voorschrift, behoedt U tegen transpiratielucht. Kiest "Instant" Odorono voor een snel gebruik, of de gewone Odorono Irobijnkleurig) voor een langduriger bescherming. Beide vloeistoffen zijn voorzien van de zoo praktische sponsaan-steel. Verkrijgbaar bij alle firma's in toiletartikelen : ä F. 1. - en 1.80 OVERTOLLIG HAAR nieuwe On'hTnngs-C^erne Odoo is een vcJmaakl producl, preWg gTra-k*l;k in het gebruik, vertt n< ch in de tube, noch op de IK v 'te-it IA t j-letonderdenrmen.
l -■ n -n i
DANSSCHOOL
I J.
Zendt 6 postzegels van 6cent voor monsters, onder bijsluiting van onderstaanden bon, ean The Globe Trading Co.. Ltd. Singel. 44. A MS TERDAM. -C.
Verxceke mil monstert Odorono to« te zenden, tegen 6 hierbij Ingesloten postzegels van 6 cent
H.W.5 Adres
.
.
____
DES LAKD5
DE HEER EN MEVROUW
A
DRONMEIJER
r\.
DlANGE POTEN 27-DEN HA AG-TEL. 11 5550
bereiken ons de bewijzen, dat Radion een buitengewoon gemakkelijk en doelmatig wasmiddel is. Dat Radion de bijzonder reinigende eigenschappen van zon en frisse buitenlucht in zich verenigt is dus niet slechts een bewering van ons. Lees slechts hoe Nederlandse huisvrouwen over Radion oordelen.
MEMBERS OF THE IMPERIAL SOCIETY OF TEACHERS OF DANCING Amateur en Profttcsional lessen dagelijks. - Spreekuren 2-6 en 8-10. Zoo Juist verschenen ons boekwerk .MODERNE DANSEN'. PRIJS f 5.20 per post toegezonden.
PARREGA, 27 Juli 1934 . . . Daar ik een groot gezin heb en zelf de wasch doe en het linnen met zooveel kinderen soms erg vuil is sta ik eiken keer. weer versteld hoe helder mijn wasch met Radion is geworden. En Radion wascht zoo ge makkelijk.
RETOUR UTRECHT @
C
de V , Parrega
ENSCHEDE, 27 Juni 1934 . . . mijn wollen georgette japon, waar vlekken in zaten, die ik er maar niet uit kon krijgen, als laatste redmiddel gewasschen in een koud Radion sop. De vlekken zijn geheel verdwenen en de teere kleur in 't geheel niet aangetasll Mw B. G., Deurn. weg, Enschede '
MET BON VOOR FRAAIE GESCHENKEN
GODFRIED DE GROOT Retour Utrecht... retour Utrecht' bat ï nu het. wachtwoord aan Se0 loketten van talloo- Neder-
SPECIALITEIT IN MODERNE EN ARTISTIEKE FOTO'S
^^en h"t' "e GRATO trekt wondert het ■ ue be20ekers. uit alle werelddeelen zeiis Heele drukkergen in ^rkmS-y Meressaninieia^oor^ irers. maar voor iedereen k Ien hoe Uv> boeken en platen | gemaakt worden I
INTERNATIONALE
QRAI
JAN LUYKENSTRAAT 2A - AMSTERDAM
U TENTOONSTELLING
JAARBEURSGEBOUW UTRECHT
m^^^mw
TELEFOON 28474
24 OCT. TOT
OVERTOLLIG HAAR
10 NOV.
varwijderd door
te trekken, Mary, en als (het iets anders was, iets dat onopgemerkt kon blijven, geloof me, ik zou op de brug blijven staan tot ze me er van zouden aftrekken — maar dit kan ik niet verbergen. Driemaal in de laatste vier weken moest ik mij ziek melden, omdat ik het schip na donker gewoon niet in de haven dorst te brengen en vanavond moest ik het weer doen, omdat ik het risico niet op mij durf te nemen het door de eilanden heen te sturen. Nu, dat kan zoo niet doorgaan. Gregory verdenkt mij er al van, dat ik last van zenuwachtigheid krijg, terwijl ze beneden al fluisteren dat de ouwe " Wel een minuut lang bleef Sir William Blore onbeweeglijk staan. Toen legde hij heel bedachtzaam het vloei weer op den brief en liep naar het midden van de hut. „Nu heb ik hem!" Het leek meer op een ontploffing dan op een gearticuleerden zin. „Nu heb ik hem!" herhaalde hij, de vuisten in elkaar knijpend, alsof hij met dat gebaar zijn greep op kapitein Nicholas Dudeney wilde te kennen geven. Hij kon zich haast niet inhouden om zijn triomf luid uit te schreeuwen. Het was geweldig! Het was buitengewoon! Maakt zich zenuwachtig! Durft het schip na donker niet in de haven te brengen! Mooie bekentenis voor een kapitein van een twintigduizend tons boot! Een prettig idee voor de passagiers! Ziedende verontwaardiging bracht hem haast buiten zichzelf. Goede hemel — het was niet te gelooven — onmogelijk! Hij herinnerde zich wat Aline gezegd had over twee sterke mannen en hij lachte. Hij lachte weer toen haar bewering, dat de man principes had, hem te hinnen schont.
BEZOEKT HET
LUXOR
ELECTROLIJSE
BEZOEKT
DE
STAND
No. 140
VAN DE N.V. NED. ROTOGRAVURE MIJ. OP DE GRATO
I
komt niet terug. Eenig afdoend systeem. Adviseer uw arts. Behandeling absoluut pijnloos. Laat geen lldteekens na. Gratis advies. Instil, v. electr. ontharing E. Nooteboom. Goudtch« Singel 83a - Rotterdam
TE ROTTERDAM
■
CORA SUE COILLDINIS, een nieuw fllmsterretje, dat door de Metro-Goldwyn-Mayer Is geëngageerd.
Hij had principes! Zeker had hij die. Enorme principes! Maar hij had hem, dat was de hoofdzaak. Er stond genoeg in dien brief om hem uit de eerstvolgende haven naar Engeland terug te sturen — meer nog, de feiten waren voldoende om hem onmiddellijk te schorsen en den eersten officieer het bevel over te dragen. Het was niet meer dan zijn plicht om dat te doen, oordeelde Sir William. Hij moest aan de reputatie van de lijn denken, aan de veiligheid der passagiers. Het was zaak om hem het bevel te ontnemen voor er iets gebeurde — maar hoe? Hij ging zitten en dacht na. De wetten met betrekking tot gezagvoerders waren niet zoo eenvoudig en hij moest heel listig te werk gaan. Als Dudeney in de gaten kreeg, dat hij dien brief gelezen had, zou zijn eerste werk zijn Margaret te arresteeren. Hij zou dat doen met het idee hèm te dwingen zijn mond te houden over Dudeneys gezond— 21 -
heid en zenuwen. En Sir William begreep drommels goed, dat als kennisneming van dien brief hem in een positie had gebracht om Dudeney naar zijn hand te zetten, Dudeneys kennis van het gebeurde meer dan voldoende was om Sir William naar zijn eigen hand te zetten. „We staan aardig schaakmat!" mompelde hij bitter. IV. Maar nu hij de zaak goed onder de oogen had gezien, begon zijn geest naar andere wegen te zoeken. Kon hij den man omkoopen Hij vroeg zich af, wat hij hem kon aanbieden en plotseling viel hem in dat over een paar maanden de betrekking van wal-inspecteur vrij kwam. Dudeney had de noodige ervaring en in die functie speelden zenuwen geen rol. Het beteekende een positieverbetering van veertig percent, maar daartegenover stond het feit dat het omkooping was. En Sir William ver-
lapW'JjBfJU^iJU^.1 WV A,yj^,:.
A lice White, Binnie Barnes en Boris *r-\\ Karloff spelen de hoofdrollen in de ~S~iL. Universal-Film „Gift of gab". Joel McCrea is de partner van Marlene Dietrich in baar nieuwe Paramount-film „Caprice Espagnol". Max Baer zal de hoofdrol vertolken in de Paramountfilm „Kids on the cuff". In deze film zullen echter geen boks-scènes voorkomen. Onder regie MAX BAER van Lamac en Zerlett zullen Anny Ondra en haar echtgenoot Max Schmeling in een film optreden. Einde Januari zal René Clair een film regisseeren, welke door de firma Tocplitz in Engeland wordt vervaardigd. Ivan Petrovitch is geëngageerd voor de hoofdrol in de film „Der rote Reiter". Het scenario wordt geschreven door Max Wallner enHansVietzke. Gretl Theimer speelt de hoofdrol in „Die Mühlé im Schwarzwald". Onder regie van Cyril Gardner speelt Laura la Plante de hoofdrol in de Warner-FirstNational-film GRETL THEIMER „The widow's mign De opnamen vinden plaats in Engeland In de Monogram-film „Flirting with danger" vertolkt Maria Alba de hoofdrol. Roy del Ruth zal de 20th Century-film „Red Cat" regisseeren. In deze film speelt Maurice Chevalier. Rupert Hughes schrijft voor de MetroGoldwyn-Mayer een scenario, dat het leven van Johan Strauss behandelt. John Boles en Loretta Young vertolken de hoofdrollen in de . Fox-film ,,De witte parade". Fritz Lang zal regie voeren over de Metro-Goldwyn-Mayerfilm „The journey". In de JOHN BOLES Ufa-toonfilm „Liebe, Tod und Teufel" spelen Käthe von Nagy en Albin Skoda de hoofdrollen. Heinz Hilpert en Reinhard Steinbicker regisseeren.
afschuwde de gedachte om gedwongen te moeten worden dezen man een betere betrekking te geven. Weer dook de vraag op, of Dudeney Margaret herkend had. Als dat niet het geval was, zou hij dezen noodsprong niet behoeven te doen, en dan Hij sprong op. Dudeney kwam de brug op met den administrateur. Sir William liep snel naar de deur en ontmoette hen op den drempel. „Ha!" zei hij. „Ik heb op je gewacht, Dudeney! Hoe staat de zaak?" „O goed!" was het korte antwoord. De kapitein verzocht den administrateur binnen te komen en wees hem een stoel. „Bent u hier al lang. Sir William?" „Een minuut of tien." De aanwezigheid van den administrateur maakte de zaak er niet gemakkelijker op. „Hoezoo?" vroeg hij scherp, Dudeneys blik, die zich op de schrijftafel richtte, opvangend. Dudeney zweeg even, maar toen hij weer naar de schrijftafel keek, voelde Sir William dat hij een kleur kreeg. Dacht die vent zoo gemeen over hem? Natuurlijk, hij had den brief gelezen, maar toch „In ieder geval," ging hij voort, „ben ik blij, dat u hier bent, Sir William, omdat u uw getuigen*, bij de mijne kunt voegen en ons zoodoende in staat stellen voort te gaan. Gaat u even zitten, wilt u?" Sir William nam plaats — op zijn qui vive. Waar wilde de kerel heen? „Mijn getuigenis?" vroeg hij. „Ik geloof, dat ik je niet heelemaal begrijp, Dudeney. Wat voor getuigenis kan ik geven?" „U kunt het getuigenis, dat ik reeds aan den administrateur gegeven heb, bevestigen. Sir William," antwoordde Dudeney langzaam. „U zag wat ik zag — of ten minste ik hoop dat u het deed, omdat dit het eenige spoor naar de dievegge is." En zonder hem tijd te geven, dit te ontkennen: „U weet nog wel dat we door de gang liepen naar uw appartementen? Ja, nietwaar? Nu, zeer waarschijnlijk herinnert u zich het meisje, dat we uit een hut aan bakboordzijde zagen komen. Dat was de hut van Mrs. Fortescu, Sir William, en het meisje dat we zagen, was slank en donker en " „Wacht even!" Sir Williams stem was nauwelijks te herkennen. „Wacht even!" zei hij weer. Hij hijgde er haast van. Dudeney was bezig hem in een hoek te drijven. Die verwenschte administrateur! Dudeney had hem met opzet meegebracht. Hij kon niet zeggen, dat hij het meisje niet gezien had. Vergeefs trachtte hij Dudeneys blik op te vangen, vergeefs probeerde hij hem onder de tafel een schop te geven. De zweetdroppels parelden op zijn voorhoofd. Wat kon hij zeggen? Hij moest toch iets zeggen! „Ja," stiet hij uit. „Ik ik heb zeker iets gezien. Het was een jong meisje. Maar, Dudeney ?" Hier keek Dudeney op en een oogenblik ontmoetten hun oogen elkaar en hielden elkander vast. Er was iets als een smeekbede in die van Sir William. In die van Dudeney was niets absoluut niets. 22
Brieven
die bewijzen. Rotterdam. Zendt U mij s.v.p. omgaand 6 buisjes van Uw uitnemende Facil-Pastilles. Ik ben in één woord verrukt over het resultaat van de eerste 6 buisjes: 13 K.G. verminderd in gewicht. Mej. O. S. Londen. Ik beveel de Facil-Pastilles hierbij ten zeerste aan. Ik heb op één buisje 3^ K.G. aan gewicht verloren. Zendt U mij s.v.p. zoo spoedig mogelijk nog een buisje Facil. Mej. E. B. Facil is verkrijgbaar in Apotheken en Drogisterijen a ƒ 3.— per buis van 100 Pastilles voor een vermageringskuur van 3 weken.
Het was de administrateur, die de stilte verbrak. „Wel," zei hij, „als Sir Williams beschrijving overeenkomt met de uwe, kunnen we er direct op uitgaan om het meisje op te sporen. Ze was slank, donker, nietwaar kapitein, en droeg een witte avóndjapon " „Wat...." De administrateur zweeg abrupt bij de onderbreking. Sir William was opgesprongen, zijn mond open, met starende oogen. „W wat?" herhaalde hij. Hij was niet in staat samenhangende woorden te uiten. Hij was onthutst, verbijsterd, verbluft. Dudeney — hemel-nog-aan-toe, de man had hem gered! Brave kerel! Dat was nog eens toewijding en trouw! Hij kon zich haast niet bedwingen om de hand van den kapitein te grijpen en die samen te knijpen in de overmaat van zijn opluchting. Dudeney was een kerel een kerel, die wist wat het beteekende loyaal te zijn
HET DANSPAAR MIMI EN MAX KOK, DAT DOOR ZIJN FRAAIEN STIJL ZEER DE AANDACHT TREKT.
Vetwormpjes verdwenen. En voor goed. „Ik had altijd last van vetwormpjes naast mijn neus, maar door Radox zijn ze alle verdwenen. Ik heb er nooit meer last van gehad omdat ik nu telkens bij 't wasschen wat Radox in het water menff.' Mej. P. M. Indien ook Uw teint wordt bedorven- door vetwormpjes, probeer dan vanavond eens Radox. Meng een theelepel Radox door een kop warm water, bet hiermede de leelijke plekken en droog dan met een zachten handdoek af. Dikwijls zijn'na de eerste behandeling alle vetwormpjes reeds verdwenen, wanneer U vervolgens steeds wat Radox door het waschwater mengt, zullen de vetpuistjes 'niet terugkomen. Radox maakt in water o.a. zuiverende zuurstof vrij en deze dringt door tot onder de huid liggende weefsels en kliertjes, welke gevoed en versterkt worden. Het natuurlijke gevolg is een gezonde jeugdige huid, zonder puistjes of vlekken. Radox is heerlijk geparfumeerd en verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten h f 0.75 per pak, omzetbelasting inbegrepen. Een pak is toereikend voor verscheidene weken. Imp. N.V. Rowntree Handels-Maatschappij, Heerengracht 209, Amsterdam C.
„U schijnt het niet met me eens te zijn. Sir William," perkte de effen, onbewogen stem van den kapitein op. „Het met u eens zijn?" Sir Williams toon klonk volmaakt afwezig. „Maar beste kerel " Toen dwong hij zich tot zelfbeheersching. Hij slikte en streek met een vage beweging door zijn haar. „Je moet wel denken, dat ik gek ben," lachte hij 'n beetje beverig, „maar dat is toch heusch niet het geval. Om je de waarheid te zeggen, ik hoorde niet precies wat je zei. Ik dacht opeens aan iets er schoot me iets te binnen wat mijn vrouw " Hij lachte weer. „Neem me niet kwalijk, administrateur. U zei....?" De aangesprokene keek hem eenigszins sceptisch aan. „Wat ik zei. Sir William, was dit. Als uw beschrijving overeenkwam met die van den kapitein, konden we er direct werk van maken om de dievegge op te sporen." „Juist, nu weet ik het weer. Wat geweldig onattent van me om me zoo te laten afleiden!" William wreef zijn kin, met het uitsluitend doel het trillen van zijn lippen te camoufleeren. „Wel, laat ik eens nagaan. Ja, het was een lang meisje aan den donkeren kant. En 'n tikje plomp, als ik me niet vergis. En—" ondanks zichzelf kon hij zijn
oogen niet van Dudeneys gezicht afhouden, „ en ze had een witte avondjapon aan met " „Dat is juist wat ik weten wilde, Sir William; de kleur van haar japon. Daaraan kan ik haar herkennen." „Nu, dan bent u waar u wezen wilt. De japon was wit, spierwit, precies zooals de kapitein zei." „Ja, precies zooals ik zei," vulde de kapitein ten overvloede aan. „Het onderzoek zal zich dus tot eventueele draagsters van witte avondjaponnen kunnen beperken," verklaarde Sir William. „Maar als u 't mij vraagt, geloof ik dat dat verdraaide halssnoer wel weer uit zichzelf boven water zal komen." „U bedoelt dat de dief geen raad zal weten met den buit en angstig zal worden?" „Dat zou me inderdaad niet verwonderen. Het gebeurt vaak bij diefstal aan boord. Ze kunnen het gestolene niet veilig bergen." „Hoe dan ook, ik zal maar eens beginnen een kijkje te nemen," kondigde de administrateur aan. „Ik kom straks wel rapport uitbrengen." „Prachtig!" De kapitein ging met hem mee tot de deur van de hut en keerde zich vervolgens, een weinig aarzelend, naar den hoofddirecteur. „Gaat u niet dineeren, Sir William?" V. Toen was het, alsof Sir William Blore als uit een droom ontwaakte. Hij was geen man van veel woorden of pathetische gevoelsuitingen, maar thans voelde hij zich gedrongen tot spreken... tot spreken met ongewone openhartigheid en emotie. „Dudeney," zei hij, en zijn stem flakkerde van aandoening, „het is me een behoefte je de verzekering te geven, dat ik, wat hier vanavond is voorgevallen, niet licht vergeten zal. Ik stel er prijs op je te verklaren, dat mijn vrouw het heelemaal bij het rechte eind had in de appreciatie van je karakter en dat ik het hopeloos mis had. Doe nu alsjeblieft niet of je me niet begrijpt," voegde hij er aan toe, „want daar schiet je toch niets mee op. Je begrijpt me best, en wat nog veel belangrijker is, ik begrijp jou." „Wel " begon Dudeney onzeker, „wel. Sir William " Maar de ander wuifde afwerend met de hand. „Ik snap het best, ik snap best dat je er liever niet over praat, maar er zijn toch 'n paar dingen, die niet onuitgesproken mogen blijven. In de eerste plaats, dien je te weten hoe hoog ik je loyale toewijding, je trouw, op prijs stel, tegenover mij als mensch, begrijp je; niet alleen als werkgever. En dan wil ik je een vraag stellen. Kijk me recht in de oogen, kerel dat is beter! Vertel me eens: ben je het zeemansleven moe?" Dudeney werd rood tot zijn haarwortels. Hij opende den mond om te spreken, sloot hem weer en wierp toen een snellen blik naar de plek waar de half-voltooide brief op zijn lessenaar lag. Maar eer hij een woord kon uitbrengen, lachte Sir William: -03-
Tijdens de repetitie! voor het tooneelstuk .Stern der Manege', te Weenen, werd de filmster Werner Fuetterer vrij ernstig gewond.
Onze tendganoote Jettle Goudeket, beter bekend onder hear filmnaam Jetta Goudal, )i door Warner Bros geëngageerd om 'n rol te vervullen in de film .White Cockatoo"
De Duitscha regisseur Joe May zal te Hollywood voor de Fox de films „The Lady Lies" en „De vier duivelt" scène zetten.
De filmster Gloria Stuart ts met den scenarioschrijver Charles Sheekman In het huwelijk getreden
■ ^^mm ^m^mmmmm^mmm „Je bent het moe; geneer je maar niet — — ik zie het aan je gezicht, man. Wel, je kunt er mee uitscheiden, Dudeney. Binnenkort gaat de ■ walinspecteur met pensioen, en waar hij uitstapt — — stap jij in " „Sir William!" „Verspil er geen woorden aan, kerel! Tusschen jou en mij is het niet noodig over dank te spreken, tusschen twee „sterke mannen"!" Er was een schittering in Sir Williams oogen, toen hij dit zei. Hij stak zijn hand uit. „Nu ik een beetje meer idee gekregen heb van je principes, kan ik me beter voorstellen, wat dit bewijs van je trouw en toewijding je moet hebben gekost. Nogmaals, ik stel het geweldig op prijs — — en mijn gezin zal dat ook doen. Meer heb ik niet te zeggen. Goeienavond." VI. Kapitein Nicholas Dudeney sloot de deur van zijn huf en verscheidene miFILM ENTHOUSIASTEN L. S. te 's-GRAVENHAGE. Schrijf beiden artisten dan maar in het Neder» landsch. Niet vergeten antwoord'Coupon in ie sluiten. Het kan eenige maanden duren, voordat LI antwoord ontvangt. FR. v. V. te 's-GRAVENHAGE. Deze film zal spoedig in ons land worden uitgebracht. F.M. te EINDHOVEN. Dergelijke vragen beantwoorden we alleen in deze rubriek. Onnoodig dus een postzegel in te sluiten. Wendt U tot de firma Michels, Keizersgracht bij de Utrechtschestraat te Amsterdam. J. K. te UTRECHT. Liane Haid en Magda Schneider beantwoorden hun brieven zelf. De jongste zuster van Liane heet Hansi. Leeftijd van filmsterren vermelden wij in deze rubriek niet. J. M. te TILBURG. Wij vermelden in deze rubriek alleen de adressen van filmsterren. Sylvain Poons kunt U schrijven p.a. Loet C. Barnstyn Film Productie, Heerengracht 613, Amsterdam. Lou Bandy, p.a. Filma-Film, Prinsengracht 530, Amsterdam. Postzegel voor antwoord insluiten. S. T. te AMSTERDAM. Op brieven, die niet met naam en adres zijn onderteekend, kunnen wij geen antwoord geven. A. v. M. te •s-GRAVENHAGE. Kierbij de gevraagde adressen. Metro-GoldwynMayer, Culver-City, Californië. Warner Bros, Burbank, Californië. Associated Sound Film Ind., Wembley Park, Middlesex, Engeland. British International Piet.,Boreham Wood, Elstree, Engeland. M. I. te DIEPENHEIM. Mary Pickford is getrouwd geweest met Douglas Fairbanks Sr. Lil Dagovers adres is Arys Allee 4, Berlijn. D. v. H. te GRONINGEN. De teekeningen zijn zeer aardig. Wij kunnen ze wegens plaatsgebrek echter niet plaatsen. T. v. d. B. te AMSTERDAM. Hierbij de ge vraagde verjaardagen. Heinrich George, 9 October. Lizzy Holzschuh, 3 Januari. Annemarie Sörensen, 19 December. Niet verpe(en antwoord-coupon in te sluiten. T. M. L. te VLISSINGEN. Hierbij de gevraagde adressen. Willy Castello, üniversal-studios, Llniversal-City, Californië. Charlotte Susa, Keithstrasse 20, Berlijn. Lien Deijers, Bornstrasse 11, Neu-Babeisberg. Zij is getrouwd met Alfred Zeisier.
nuten bleef hij als duizelig tegen den wand leunen. Wat in vredesnaam overkwam hem? Wat bezielde de baas? Zijn droge tong bewoog langs nog droger lippen. Hij streek met zijn hand door het haar. Hij frommelde aan zijn das. Was h ij krankzinnig, of was de heele wereld gek geworden? Zijn dwalende blik bleef rusten op het velletje vloei, dat den half-voltooiden brief bedekte en met een ruk richtte hij zich op. Wal-inspecteur! Walinspecteur Dat moest hij direct aan Mary vertellen. Hij zou het haar zoo gauw mogelijk per radio-telegram laten seinen, maar hij moest zijn stormachtige gedachten aan het papier toevertrouwen. Dat zijn brief d i t einde zou krijgen, had hij in zijn stoutste droomen niet kunnen vermoeden. Hij liep naar de schrijftafel, doopte zijn pen in en na een dikke streep te hebben gezet, onder hetgeen er al stond, schreef hij verder: I. B. te 's-GRAVENHAGE. Joseph Schmidt filmt op het oogenblik niet. Hij zal dit seizoen in ons land optreden en dan zeker gaarne een foto geven. R. L. te UTRECHT. Winifred Shoiter is den 5en November te Londen geboren. N. V. S. te HILVERSUM. Paul Hartmann kunt U schrijven: Hofbrug, Schwar-
„Als wat nu volgt als razernij klinkt, kan ik het niet helpen. In het begin had ik het over een kans, die zich ten goede keert, maar die kans is er nu reken maar! Hoe het precies in zijn werk is gegaan, weet ik nóg niet, dat moet ik later nog eens zien uit te visschen, maar laat ik je in elk geval het groote nieuws meedeelen: ik ben benoemd tot walinspecteur van de maatschappij! Sir William Blore heeft het me vanavond gezegd, nog geen kwartier geleden. Het mooie van de zaak is, dat de kleurenblindheid die ik overgehouden heb van 'n kuku-koorts en de influenza, die ik in Dar-es-Salaam had, bij een baantje aan den wal niets hindert. Het kanme geen steek schelen, of roode lichten en groene lichten en blauwe lichten er in mijn oogen allemaal als witte lichten uitzien, want aan den wal heb je niets met navigatie te maken " zer Adlerstiege, Weenen I. In bet Duitsch. Paula Wessely woont op het oogenblik in bet Palast-Hotel te Berlijn, R. v. W. te ROTTERDAM. Bing Cro.by is den 2en Mei jarig. Hij beeft een mooie stem. Leslie Howard is 3 April geboren. De ware naam van Mary Pickford is Gladys Smith. Warner Baxter is getrouwd.
De filmactrice Jean Parker heeft, een groot aantal bewonderaars. Maar haar grootste vereerder is „Mopsy", haar hondje. Onze fotograaf maakte van belden een leuke foto.
^
izm
^.mm-
■«
^
C. « TK.*l»tJZZLES N KNIPPUZZLE
'&
moest voor den kantonrechter verschijnen, omdat hij tegen de verkeersregels had gezondigd. Een klein vergrijp slechts. Toch keek de rechter hem aan. alsof hij de grootste misdadiger was en vroeg toen: „Hebben wij elkaar al eens niet eerder ontmoet?" ,,Dat is best mogelijk, Edelachtbare," antwoordde mijn neef. „Ik moet nog van zooveel menschen geld hebben, dat ik mij heusch hun gezichten niet allemaal kan herinneren." De heer, die een lezing houdt: ,,Nu weet u natuurlijk allemaal wel, wat een molecule is — ." Stem uit het publiek: „De meesten wel. mijnheer. Maar misschien kunt u 't toch beter even uitleggen voor de menschen, die er nog nooit in gezeten hebben." De wenk. — „Lieveling, ik heb al mijn geld verloren. Ik bezit geen cent meer." „Dat zal voor onze liefde geen verschil maken, engel. Ik zal even veel van je blijven houden — zelfs al zie ik je nooit meer terug!" Chef (een jongsten bediende engageerend) : „Nu. je kunt de betrekking krijgen, jongmensch. maar je zou geen kans gehad hebben, als er ook andere sollicitanten waren geweest. Wie komt zich nu in een betrekking presenteeren met een vuil boordje, een gescheurde jas en een blauw oog?!" Sollicitant: „Dat is nog niks, mijnheer, u hadt die drie andere jongens .moeten zien. die het baantje wilden hebben!" Bejaarde klant: „Ik moet een paar kostuums hebben voor den winter, maar dan zal ik eerst wat afbetalen van de oude rekening. Wat is het eerstvolgende, dat nog niet betaald is?" Kleermaker: „Laat mij eens even kijken. O ja, een matrozenpakje en een pet, geleverd in 1869." „Je hebt er geen idee van," zei de trotsche moeder, „hoe knap Keesje op school is. Kees, kom eens hier en vertel eens hoeveel drie en drie is?" „Vijf." antwoordde Kees. „Daar! Zie je nu wel?" riep moeder uit. „Hij is er maar één mis!"
De hierboven afgedrukte stukjes moeten uitpeknipt (of nageteekend) worden en daarnu opgeplakt. Als dit laatste goed geschied is, zal er een portret ontstaan zjjn van een Amerikaansehen .filmster. Onder degenen, die ons het resultaat van hun werk zenden en er bij vermelden, hoe de acteur heet, zullen wij tien foto's van hem verdeden. De oplossingen moeten vóór 6 November in het bezit zijn van : Redactie .tiet Weekblad". Galgewater 22, Leiden. Onze abonné's uit overzeesche gewesten hebben tot den 6den Januari gelegenheid ons hun oplossingen te doen toekomen. Op de enveloppe gelieve men echter duidelijk te vermelden: C. S TVi.puzztes No. 567. Degenen, die het blad liever niet willen beschadigen, kunnen volstaan met de stukjes over te trekken op een doorzichtig papiertje, of te calqueeren. Dit laatste geschiedt door middel van een velletje carbonpapier. dat men onder deze pagina legt. Als men nu onder het carbon nog een stukje wit papier legt en dan de omtrekken van de op deze pagina afgedrukte stukjes met potlood natrekt, zal het carbonpapiei deze op het witte papier overdrukken. De aldus gevormde en uitgeknipte stukjes papier moeten ook als een portret worden opgeplakt. Zij, die ook de Wekelijksche Vraag op wenschen te lossen, kunnen die desgewenscht tegelijk met deze puzzles inzenden, doch zij gelie-
Reiziger: „Ik heb me laten vertellen, dat een locomotief gemiddeld niet meer dan dertig jaar mee kan." De mecanicien: „Dat is ook niks geen wonder. Ze rooken veel te veel!"
MONOORAMP \ADSF.1
Wat Ivest ge lm i OruitT de yoede oplossers zutlen v.ij etn hoofdprijs van f. 2.50 en dne troostpiijzen (filmfoto's) verdeelen.
OPLOSSINGEN C. & Th.-PUZZLES No. 558 KNIPPUZZLE
Hoek, Schiedam; den heer A. Nieuwenhoven, Den Haag, den heer M. C. A. Wesling. Amsterdam; mejuffrouw W. Rees. Amsterdam.
D1AOONAALRAADSLL O
n
C -E
P T
Z
A A
L
A 5 G €
R
B
L
n
-E
U
n
R
S T -£ w A T
■E
R
2
„Zeg er eens. aap van een jongen, jij mag dien armen jongen niet slaan, terwijl hij op den grond ligt!" „Och, schiet op! Waarvoor heb ik hem anders op den grond gekregen?" De vrouw van een eenvoudigen boer verkocht haar boter aan een kruidenier in de stad. Op een keer zei deze: „De boter van de vorige week was onder 't gewicht." „Wat zeg u daar m'nheer!" verbaasde de boerin zich. „De kleine jongen had juist dien dag met mijn gewichten zitten spelen en ze weggemaakt. Toen heb ik 't pond suiker maar gebruikt, dat u mij hadt verkocht!"
ven de oplossingen dan „p -MO npart, e rolledip van naitm en adi-s voor/ien valletje pjipiei te srhiijven.
Ida Wüst De prijzen werden verkregen door: mevrouw Heeneman, Arnhem; den heer W. van Werven, Amsterdam; mejuffrouwGerrie Jansen, Deventer; mejuffrouw W. M. Burger. Den Haag; mejuffrouw P. J. Nieuwenhuysen. Den Hnaj;; mejuffrouw M. Pieters. Den Haag; den heer W.
- 25 -
c c
0
1
k H A R L £ K 1 '-) W O 0 G B -E J
n
0 K
R
U
1
£
R
S
L
O O
7 K
U
n
S
T
M
1
D
D E
L
8 K O R S T 9 A T A V 1 10 n 1 T R 0 II 0 n T tl A
n s
O
3
S E
n
T
B £
s n z
n
€
T
A
A A
1
D € R
D
C
H
O
L
L t
lui
r»'t <>n^p spijt is (Terii Her abonné's er in geslaafd van deze pu/zlr de juiste oplo>^np te vinden, zoodat wij ons deze week pern pi iizen toe konden kennen. Het viertal prijzen van deze week zullen wij e< htei de volgenoe manl onder de goede oplos^t-rs verdeelen. Volzet de week worden er dus twee hoofdprijzen en zes troostprijzen toegekend.
,_
. ^^^^—^
TOONEELFIGUREN, DIE IK GEKEND HE: EDUARD VETERMAN
DOOR
Vu il L. van der llorsl^—v. d. JLraglI; Meisen
M
en zegt, dat de vrouw van nature veel meer actrice is dan de man acteur, en in het dagelijksch leven is dit wellicht het geval. Op de planken is het tegendeel waar. Overal en altijd zijn er meer goede acteurs dan actrices geweest, en echte eerste-plans tooneelspeelsters zijn een zeldzaamheid- Ik bedoel natuurlijk tooneelspeelsters, die overal en altijd eerste-plans blijven. Want bijna iedere actrice heeft wel eens in haar leven een rol buitengewoon goed gespeeld — de rol waar zij „naam" mee maakte — en die zij dan overal, tot haar honderdste jaar, spelen wil. Zij blijft altijd in het succes er van gelooven, ook al speelt ze voor gapende stoelen, en weet er ieder gesprek op te brengen. Maar dat zijn geen „groote" actrices. Groote actrices spreken niet zoo veel over hun werk, doch gaan er meer in op. Zij genieten er niet zoo van, als de anderen, die er, als van een taartje, den room aflikken. Groote actrices hebben meestal iets tragisch, iets noodlottigs. Dit was typisch bij Mien van der Horst. Zij was een waarlijk groote actrice, met dien onvermijdelijken tragischen, noodlottigen trek. Maar voor ons beteekende zij nog iets anders: zij was ook een van de eerste moderne actrices. Zij kwam uit een Rotterdamsche tooneelfamilie, en had dus als kind de groote figuren uit dien glorieuzen tijd gekend. En toch was er in haar werk nauwelijks iets van te bespeuren. De zoogenaamde Rotterdamsche stijl was — door den invloed der Vlamingen — breed en krachtig. Nóch breed, nóch krachtig was de kunst van Mien van der Horst. Ze was stil en diepVrij jong huwde ze Adriaan van der Horst, een ontwikkeld en intelligent man, die al spoedig op een leidende positie naar voren schoof. Vooral nadat Chrispijn zijn eigen stichting, de Nederlandsche Tooneelvereeniging, had verlaten. Onder veel moeilijkheden werd het hoogst belangrijke gezelschap nog enkele jaren voortgesleept, terwijl het de functie verrichtte, die het Theatre Antoine te Parijs vervulde: kampioen te zijn voor het naturalisme. Hauptmann, Ibsen, Heijermans vooral jiverden gespeeld, terwijl de grootere ge'zelschappen zich nog vergastten aan Duitsche kluchten en Fransche familiedrama's. Mien van der Horst toonde al dadelijk een volkomen aanleg voor het nieuwe. Haar natuurlijke schuwheid werd in haar spel tot eenvoud en soberheid, terwijl ze aan den
anderen kant weer over echt vrouwelijke charmes beschikte. Ik heb haar in „Driekoningenavond" als weergaloos hooren roemen, en ik kan me dat begrijpen. In ieder geval ontwikkelde zich haar carrière snel, juist doordat aan de Tooneelvereeniging geen conservatieve krachten verbonden waren, die in den weg stonden. Vandaar dat zij en Van der Horst op nog jeugdigen leeftijd reeds over voldoende reputatie beschikten, om te kunnen dingen naar de directie van den Kon. Nederlandschen Schouwburg te Antwerpen, waartoe v. d. Horst dan ook werd benoemd. Aan deze min of meer officieele positie maakte de oorlog een einde. Zij kwamen terug, gasteerden bij Royaards, vonden een poos onderdak bij „Het Nederlandsch Tooneel" .... om ten slotte weer bij de „Tooneelvereeniging" te belanden, die, zij het met allerlei wijzigingen, onder directie van Herman Heijermans was blijven voort-vegeteeren. En hier werd de knappe en verdienstelijke actrice tot een groote actrice. Want toen in 1918 het Schouwtooneel werd opgericht, was Mien van der Horst een tooneelspeelster van groot formaat geworden, een steunpilaar van het nieuwe gezelschap. Jaren achtereen heeft ze hier gewerkt in een verbijsterende veelzijdigheid. Want al was ze in wezen tragedienne — waartoe de natuurlijke melancholie, die een familie-eigenschap bij haar was, aanleiding gaf — ze speelde met vervaarlijk brio de malste grotesken, en trof steeds den juisten toon. Zelfs wanneer er een totaal verkeerd beginsel werd gevolgd (als in „De opgeknoopte, die werd afgeknoopt", waar menschen marionetten imiteerden!) deed zij het zóó voortreffelijk, dat men het bezwaar vergat. Zooals ze een zouteloos blijspel door een drogen humor tot iets fijns wist op te schroeven. Altijd had ze een onbegrensde toewijding voor haar werk; ze hield door en door van het tooneel. Ze bleef vol idealen, en zocht nieuwe als ze er oude verloor. En idealen verliezen moest ze wel bij haar harde werken. Over rozen is dit leven niet gegaan, want juist doordat alles van de optimiste in haarontbrak, is haar leven tot een moeilijk leven geworden. Wat heeft ze bereikt? Geen geweldige populariteit. Ze was bij een beperkte groep publiek geliefd — maar niet op de wijze van een groote tragedienne, die zij toch was. Zij leefde voor haar werk, en deze toewijding is eigenlijk niet beloond. Slechts een paar jaar zijn voorbij, sinds ze heenging en men is haar al weer vergeten. Het leven van den tooneelkunstenaar is eigenlijk zijn grootste tragische rol.
O-EAUTÜWlSEtWDE VËU5 T.Gclorif je dat het veilig is Lane op je fint te Inten? Als hij in relatie staat met • Ir-n Chef, zou je dochter een eerste klas jjijzclaarster zijn om je van zijn spoor af te houden." „Volkomen veilig-. Ik beschouw Lane als betrouwbaar. Wanneer hij het niet is, zal Mary het gauw genoeg in de gaten hebben. En ze loopt geen gevaar. Als Lane wel een spion mocht zijn, is hij voor den Chef van heel wat meer nut als hij, waar hij nu is, geen domme dingen doet, dan wanneer hij zich te veel bloot geeft. Neen, ze is absoluut veilig. Ross.'' Maar LeToque, met de intuïtie van den Franschman vroeg zich af, in hoeverre zij veilig was, van vaderlijk standpunt gezien. Hij had een romantisch hart en zulke speculaties amuseerden hem en roerden hem tegelijk. „Tenzij hij de Chef isf" beantwoordde McCoy grommend de uiteenzetting van Morgan. „Dat maakt in dit opzicht geen verschil. Maar je ziet spoken. Hij was niet in de stad. En we hebben alle gegevens omtrent hem.'' „De zaak is er ook warempel wel naar om spoken te gaan zien," zuchtte de inspecteur. „Maar ik geef toe, dat je wel gelijk zult hebben, Morgan!" „Er is tot nog toe ten minste allemachtig weinig waar je houvast aan hebt," bevestigde de journalist. McCoy's gegrom gaf algeheele instemming te kennen. Toen ze op zijn bureau kwamen, vond McCoy twee mededeelingen op zijn lessenaar en rechercheur Draken wachtte om mondeling rapport uit te brengen. De inspecteur keek naar de eene mededeeling, nam toen de andere op, las die en fronste het voorhoofd. „De commissaris moet me spreken," lichtte hij Morgan in. „Ik zal jullie wel een paar minuten alleen moeten laten." „Wij gaan met elkaar," meende Morgan. „Ik mag zoo'n praatje met Bill wel! En hij kan meteen aan LeToque alles verschaffen wat deze noodig heeft om Mousson te vangen." „Excellent," zei de Fransche detective knikkend. Terwijl hij Draken instructies gaf op zijn kamer te blijven wachten, ging McCoy hen voor naar de straat en riep een taxi aan. Een korte rit bracht hen naar het stadhuis. William Hill, Commissaris van Politie, was een forsch, breedgeschouderd man met een hanglip en borstelige wenkbrauwen. Van de menschen met wie hij in aanraking kwam, was Morgan een van de weinigen die in geen enkel opzicht bang voor hem was. McCoy was het, tot op zekere hoogte, evenmin. De commissaris reikte Morgan en LeToque een dikke hand en keek toen McCoy even loom aan. „En?"
„De Chef was ons te glad of. Commissaris." „We hebben het verprutst. Bill," vulde Morgan plompverloren aan. „Dat heb ik begrepen," hernam de commissaris langzaam. Hij zweeg even, om weldra te vervolgen: „Nu, McCoy, ik moet het geld van de Homburg Bank en van de Broadway Bank hebben. Ik moet het meisje Wardell hebben, en den kleinen Harrison. En — vergeet dat vooral niet — ik moet den Chef hebben." „Je bent een beroerde gastheer. Bill," merkte Morgan op terwijl hij ging zitten. „Neem een stoel, LeToque." Commissaris Hill knikte LeToque toe en vestigde zijn rollende oogen op Morgan. „Loop naar de hel!" viel hij heftig uit. „Wat wou je eigenlijk?" „We wilden een tijdelijke aanstelling bij de politie, een insigne en alle daarbij behoorende faciliteiten voor LeToque," was het antwoord. Daarop gaf Morgan een gedetailleerde beschrijving van LeToques ontmoeting met „De Zwaluw" aan boord van de „Imperatrice". Toen hij klaar was, toonde McCoy den commissaris de kaart, die LeToque ontvangen en die de Fransche detective hem gegeven had. Morgan stond op, nam hem Hill uit de handen — een vrijpostigheid, die het gevoel voor discipline van den inspecteur toch wel heimelijk krenkte — en vertaalde den inhoud.
De Amerikaansche Schlager-componist Nick Foran aan den arbeid. foto Fox
- 29 -
-26^^_^^^^^^^_^__
;
!
■
„U gaat probeeren den vent op te spo ren?" vroeg Hill aan LeToque. „Ik hoop er in te slagen. Ten gevoljc van mijn gebrek aan voorzichtigheid is hij nog op vrije voeten." „Mooi! Als u kunt, komt u dan morgenochtend even, hè? Dan zal ik het benoodigde voor u in orde laten maken." „Graag," zei LeToque buigend. Hill tuurde even op het blad van zijn schrijftafel, „Ik moet den Chef hebben, en gauw ook!" bromde hij. „We krijgen hem. Bill," stelde hem Morgan hem gerust. „Maar hij is zoo leep als de weerlicht en wij zijn geen toovenaors. Wij zullen toch zooiets als een spoor, een aanwijzing moeten hebben." Commissaris Hill hief weer langzaam het hoofd op. „Ik wil niet beweren, dat je het zonder kunt, of dat jullie wel een sleutel hebben," gaf hij toe. „Maar je helpt McCoy om hem te vangen, en ik zal eens zien of er wat voor je aanzit. Dat is alles! Hoe jullie het inpikken kan me geen cent schelen. Ik wensch resultaten. Begrepen, inspecteur?'' „Krijgen zal ik hem, Commissaris," beloofde McCoy. „Maar het zal tijd kosten." „Als het te lang duurt, gaan we allemaal de laan uit!" waarschuwde de Commissaris. „Pak hem gauw!" McCoy groette en begaf zich naar de
-^^——^^^"^—-^^^ deur, waarop zijn metgezellen opstonden om hem te volgen. „Bent u voorloopig tevreden. Mr. LeToque?" vroeg Hill. „Uitstekend, dank u. Goedenavond, monsieur!" „Goedenavond," antwoordde hun gastheer en boog zich weer over zijn werk. LeToques onverstoorbare beleefdheid had altijd iets mysterieus' en verbijsterends voor hem. McCoy en LeToque gingen naar buiten. In de deuropening keerde Morgan zich om. „Dikke klabak!" siste hij smadelijk. De Commissaris keek op en rolde heftig met de oogen. Op zijn bureau terug, zonk McCoy met een grom van verademing in zijn stoel en wenkte de anderen tegenover hem plaats te nemen. Hij keek op zijn schrijfbureau en nam den tweeden brief op, die daar nog altijd lag. Morgan en LeToque keken toe terwijl hij las en herlas. Eindelijk zag hij op en gaf het papier aan Morgan. „Dit is een rapport van den man, dien ik de radio heb laten controleeren. Hij heeft een boodschap opgevangen, waaraan geen touw is vast te knoopen. Hier heb je ze. Probeer jij eens of je er op de een of andere manier uit wijs kunt worden, wil je?" Morgan nam het document en hield het zoo, dat LeToque over zijn schouder kon meelezen. „Mijnheer! Vandaag om drie uur precies ving ik uit de lucht een ongewoon bericht op. Andere stations hebben het eveneens opgevangen en we hebben al het mogelijke gedaan om de plaats van den zender te bepalen. Tenzij we een fout in onze oriëntatie hebben ge-
maakt, kwam het bericht uit de buurt van Long-Island tusschen Milford en Port Jefferson, mogelijk aan boord van een schip. Boodschap was in morse. Hier volgt de tekst: „At seven mark fiend arm himself himself followed the its himself fiend." Mijn lezing van het bericht klopt met die van de andere stations. „En wat maken jullie beiden nu daaruit?" vroeg McCoy. LeToque lachte. „Misschien versta ik geen Engelsch!" Morgan keek op van het papier. „Mag ik het een paar dagen houden. Ross?" „Kun je er een of anderen zin in ontdekken?'' „Absoluut niet, maar ik zou dat raadsel graag op mijn gemak bestudeeren. Het is natuurlijk code. Maar verschillende woorden zijn herhaald en daarin is misschien een sleutel te vinden." „Neem het maar mee," stemde McCoy toe. „En nu moeten we eens hooren, wat Draken te vertellen heeft. Hij komt rapport uitbrengen over den diefstal van uw papieren. Mr. LeToque en mogelijk heeft hij nieuws." „11 bent wel heel hulpvaardig in deze zaak," prees de Franschman; „u en monsieur Hill. Want in zekeren zin heb ik er toch zelf schuld aan. Maar het zal noodig zijn, dat ik het zelf met Mousson klaar speel. Ik twijfel er geen moment meer aan, of hij heeft, ondanks mijn vriendelijkheid en tegemoetkoming jegens hem, die papieren gestolen. En dat is iets, wat ik hem niet licht vergeven kan." Mc. Coy knikte en drukte op de bel.
„DE BANDIETEN"
en dergelijke kwaaltjes, die het gevolg zijn van kou en vochligheid. Neem daarvoor "AKKERTJES", die snel en zeker Uw rheumatische pijnen, Uw spierpijn of spit in den rug zullen verdrijven, maar bovendien ook de oorzaak daarvan wegnemen. Äe
fi^"'«Seh 0ngeëvenaanJ b5l ?evatte kou "^ . Griep, rheumatische pijnen, Zenuwpijnen, Hoofdpijn, enz. Per 12 st. 52 ct. Zakdoosje 20 et.
AKKERTJES Volgens recept van Apotheker Dumont
lJ
^
AKKER.CACHETS
Woorden van KROES
Rechercheur Draken bleek een zoo volmaakt type van zijn beroep te zijn, met zijn bolhoed, zijn stomp zwarte sigaar in den mond en zijn groot rood hoofd, dat Morgan, die hem enkele malen vluchtig gezien had en hem nu nauwkeurig bestudeerde, zich met verbijstering afvroeg hoe het mogelijk was, dat een speurder, wiens uiterlijk zoo duidelijk zijn beroep verried, iets kon bereiken. En toch was Draken, op zijn manier, goed bruikbaar, want hij was nauwkeurig, zonder vrees, cynisch en volkomen betrouwbaar. „Wat heb je in het Liberty-hotel gevonden?" vroeg McCoy. Drakens roode gezicht werd nog een graadje rooder. „Ik ging naar die Letok zijn kamer, en vond...." „Dit is Mr. LeToque," onderbrak McCoy hem. Draken keerde zich om, en liet een onverschillig brommend „Aangenaam" hooren. „Aangenaam," was LeToques beleefd bescheid. Draken verzamelde na deze onderbreking zijn gedachten weer en vervolgde: „Ik ging dus naar Mesjeu Letok zijn kamer, inspecteur, en vond dat de deur niet was aangeraakt. Ze hebben me gezegd dat-ie den heelen nacht dicht was, en zijn rnnm open. Raam opent op balconnetje. Goeje klimmer kan dat raam bereiken van - 30 -
,
Muziek van HENK STUUROP
Moderato
1
Hoogachtend, enz.
HOOFDSTUK XI
^ j»^ w' Nu komen de £> rheumatische pijnen
UBILAMI
i
j
^
e ö
> j) i > p p p p j' j iM > ji > > J ^ ji Bij - na Da-gen
r&fc^ ï ^
12^
ïei
ptimeèin
P=P
*
1 J)p V Ji p"> ii l ^ y r^r^l^) J> Ji p p p'^ É
okiikj eru 'iïxiïdm
hee-le den-ken draai-de Om z'n gou-den ju - bi - ie - urn, Vijf-tig
I m'
*
ë
*
^m
1
ar-beid en zijn taak. Ook al ja - ren ar-beidstrouw! Dat zou
lyJttJ j
Tr
J:
werd hij dan wat ou-der. Hi) gewel iets pret-tigs worden. Met een
3E
i
5^
ALLEEN ECHT IN DE BEKENDE BLAUWE VERPAKKir
drie kamers uit op dezelfde étage, aan elken kant een, en één naast één van die kamers. Ze hebben allemaal net zulke balconnetjes als die van Mesjeu Letok. De kamer links van die van Mesjeu, is gehuurd door een zekeren Parker uit Seattle. De hoteladministrateur zegt, dat-ie rijk is. Op de kamer rechts logeert een groote boter-en-eierenman uit Chicago, Dawson heet hij. De daaropvolgende kamer rechts heeft ook een balcon. Die is leeg. De deur daarvan was den volgenden morgen niet afgesloten, en het slot was aan den buiten kant beschadigd, je kon zien, dat er wat mee uitgehaald was. Raam van die kamer bij het blacon open. Ramen en deuren van leege kamers zijn altijd gesloten." „De dief ging dus de leege kamer binnen, passeerde twee balcons en kwam door het raam in de kamer van Mr. LeToque?" „Zoo schijnt de vork in den steel te zitten, inspecteur." „Heeft iemand hem gehoord of gezien?" Draken schudde hef hoofd. „Er is een portier in de hall van de étage, maar die heeft alleen maar gasten gezien dien avond. Hotel is zoowat vol." „Heb je Parker en Dawson gesproken?" vroeg McCoy. „Heb met ze getelefoneerd. Hebben het druk. Konden me vandaag niet ontvangen. Zijn vanavond om elf uur in het hotel. Ik ben er dan ook. Ze hebben niets gehoord of gezien, anders had ik wel gezorgd ze te pakken te krijgen." „Kon de dief op een of andere manier in die leege kamer komen, zonder dien portier op de bovenhall te passeeren?" vroeg McCoy.
g
£
^
LUX
nu al naar de zaak. En zijn feest, dat komen zou. Aan z'n
^^
P^FË
itoduj nrnq
vijf-tig lan-ge ja- ren Ging hij liep hij blij te denken Aan het
i*
£
É ■%
f
11 p J) > j ' 'JL±\ a y^ p m 111 ii ii i) i) p ^ii voel - de zich nog sterk toespraak en een hand.
En En
Toen zijn feestdag was gekomen. Kreeg hij van z'n vrouw een zoen, Al de kind'ren waren „over". En zijn plaatsje stond in 't groen! Maar geen enk ie vlag hing feest'iijk In de morgenstille straat, En hij werkte, net als anders, In het pakhuis met zijn maat!
MJAISON Fabriek van Artistiek / Zilverwerk Gevestigd in 1690
hij wou geen uur ver-zui-men. Want hij mis- schien, wie zou het zeg-gen? Ook een
Enk'len kwamen met wat wenschjes, Heel plichtmatig en gewoon, And'ren hadden 't haast vergeten. Dat klonk duid'lijk uit hun toon. 's Avonds stond er niets te lezen In het plaatselijke blad. Dat was niet meer te veranderen. Men had geen bericht gehad!
ODIO"
leef-de voor zijn werk! stuk - je in de krant!
Maar toen 's avonds in zijn huisje 'n Kleinkind 'n prachtig versje zei. En de oudste zoon z'n handen Op z'n beide schouders lei, Toen men zóó zijn arbeid eerde. Echt aan ware^ liefde rijk. Vond hij dit na vijftig jaren. Toch het kost'lijkst huldeblijk!
7 PLACE DE LA MADELEINE. PARIJS Specialiteit voor geschenken in zilver en verzilverd metaal
(Wordt vervolgd)
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE
_ .- .
•
.
-
.. , .^
w^^^m^^^mmm
óók schlierend voor wollen goederen Verschijnt wekelyks — PrUs per kwartaal f. 1.95.
Red. en Adm. Oalgewater 22. Leiden. Tel. 760. Postrekeninn 41880.