Smeedwerk Speelt TITANIC Informatie over het gezelschap de film en de voorstelling.
Betreft: educatiemateriaal bij TITANIC ! door Stichting Smeedwerk. Een voorstelling voor groep 7 en 8 van het basisonderwijs en klas 1, 2 en 3 van het voortgezet onderwijs.
Beste leraar/lerares, Binnenkort gaat u met uw klas de voorstelling TITANIC ! bezoeken die gespeeld wordt door Stichting Smeedwerk. Hierbij ontvangt u het educatief materiaal dat door het Bisk is gemaakt bij de voorstelling TITANIC ! om de leerlingen voor te bereiden op de voorstelling. De film met destijds de duurste specialeffecten aller tijden worden in TITANIC ! aanschouwelijk gemaakt met de simpelste hulpmiddelen denkbaar: een tafel, een trapje en een stuk scheepstouw. TITANIC ! is een hilarische en verbazingwekkende voorstelling. Een speelse vertoning van een klassiek liefdesdrama. Om de leerlingen kennis te laten maken met de voorstelling ontvangt u bij deze brief een infomap. Op de map vindt u informatie over het gezelschap, de voorstelling en de film Titanic waarop de voorstelling is gebaseerd. Verder leest u iets over de speelstijl en vindt u in de map een aantal oude foto’s van het cruiseschip en een tweetal opdrachten waarbij u uw leerlingen al doende met deze stijl laat kennismaken. Daarnaast zijn er ook een aantal historische feiten en andere weetjes beschreven. U kunt deze map kopiëren zodat de leerlingen deze info in groepjes kunnen lezen. Na afloop van de voorstelling houdt u met uw kinderen een nagesprek, hiervoor zijn ook u een aantal vragen en een afsluitende opdracht in de map opgenomen. Tip!: Natuurlijk kun je ook de film Titanic voor of na de voorstelling met uw leerlingen bekijken. Het is een boeiende film gebaseerd op historische feiten. De film kent echter ook een aantal scènes die minder geschikt zijn voor deze jonge kijkers. Wees hierop alert.
Veel plezier bij TITANIC ! Monique Koolen drama consulente Pieter van Dijk Smeedwerk Locatie-Theater
Het gezelschap Smeedwerk staat inmiddels voor acht achtereenvolgende jaren borg voor verrassende theatervoorstellingen op locatie in de provincies Gelderland, Utrecht en Overijssel. Smeedwerk maakt eigentijdse theaterproducties op diverse locaties en in de open lucht. Kenmerkend voor de werkwijze van Smeedwerk is dat het materiaal voor de voorstelling op de speelvloer ontstaat. En net als bij hun eerdere voorstellingen wil Smeedwerk ook met TITANIC ! haar publiek verrassen en ontroeren.
De Film TITANIC ! vertelt het verhaal uit de film Titanic van regisseur James Cameron. De film brengt het verhaal van een aantal fictionele personages samen met de echte historische figuren die in april 1912 aan boord gingen van de Titanic. De eerste reis van dit schip en de tragische afloop ervan vormen het decor van de romance die groeit tussen een jonge Amerikaanse uit de hogere klasse, Rose Dewitt Bukater (Kate Winslet), en een arme tussendekspassagier, Jack Dawson (Leonardo DiCaprio). Het centrale verhaal van de film, de verboden liefde die opbloeit tussen Rose en Jack, groeit uit tot een mysterie dat tot op heden blijft intrigeren. Naast deze romance die door het klassenverschil tot mislukking gedoemd lijkt, is er het hedendaagse verhaal van een fortuinzoeker (Bill Paxton) die op zijn zoektocht naar de schatten van het gezonken schip ook de geheimen van hun grote liefde aan het licht brengt.
De voorstelling In een moordend tempo is het publiek getuige van onder andere de bouw van de Titanic en het inschepen ervan. Ze volgen de gebeurtenissen op de brug, op het dek en in de lift. Ook het verhaal dat zich afspeelde in de machinekamer (ketelruimte) en de tragische ondergang van een schip dat onzinkbaar werd geacht, wordt zichtbaar gemaakt. Natuurlijk is TITANIC ! ook de beroemd geworden liefdesscènes niet vergeten. Met hun eenvoudige en zeer inventieve 'mime-cartoonstijl' weet het gezelschap alle mogelijke filmelementen effectief te vertalen in theater. Spel en idee: Inge Smolders Pieter van Dijk Joris Lehr Frans Krom of Arjan Bouw Regie en spelcoach: Mark Kingsford
Het ware verhaal van de Titanic. Van slechts één schip heeft men ooit gezegd dat het niet kon zinken, en uitgerekend dat schip zonk op zijn eerste reis. Om 2:20 uur in de ochtend van 15 april 1912 ging de Titanic ten onder in de Atlantische Oceaan en nam 1513 van de 2224 opvarenden mee naar de diepte. De Titanic was het meest luxueuze schip van de wereld. De lengte bedroeg 300 meter. Het had 11 dekken boven elkaar, het was een wonder van techniek en wetenschap. Toen de Titanic van de White Star lijn op 10 april 1912 van Southampton uitvoer op weg naar New York, stonden er op de passagierslijst heel wat miljonairs en mensen die behoorden tot de bovenste laag van de Britse en Amerikaanse maatschappij. Allemaal verheugden ze zich op de reis van een week aan boord van het grootste zeekasteel aller tijden. Op de lagere dekken, waarvan de eersteklas passagiers niet eens wisten dat ze bestonden, voeren honderden emigranten mee in heel wat eenvoudigere omstandigheden. De eerste dagen gebeurde er niets bijzonders, maar op de vierde dag begon de radiotelegrafist alarmerende berichten te ontvangen van andere schepen. Ongewoon ver naar het zuiden waren ijsbergen waargenomen. Gedurende de hele zondag 14 april bleven zulke berichten binnenkomen, tussen de persoonlijke telegrammen door die door de eersteklas passagiers verzonden werden. De eerste waarschuwing legde men een paar uur opzij. Twee latere berichten werden niet eens doorgegeven aan de kapitein. Aan het einde van de middag daalde de temperatuur ineens heel sterk. Dit wees duidelijk op de aanwezigheid van ijsbergen. Maar de Titanic veranderde noch zijn cours noch zijn snelheid. Toen de avond viel, gaf kapitein Edward Smith aan een paar matrozen de opdracht naar ijsbergen uit te kijken en om 23:40 uur werd vanuit het kraaiennest recht vooruit een ijsberg waargenomen. De officier op de brug gaf meteen de opdracht naar stuurboord uit te wijken. Maar het was al te laat. Het ijs maakte een scheur van 100 meter in de romp van het schip. De meeste passagiers voelden alleen maar een lichte trilling en dachten daar niet verder over na. Maar voor de machinisten die angstig de schade in ogenschouw namen was het meteen duidelijk dat het schip zou gaan zinken. De Titanic die nooit kon zinken kon blijven drijven zolang er niet meer dan 4 van de 16 waterdichte ruimten waren volgelopen, de ijsberg had er helaas 5 opengereten. Men zond het S.O.S.teken uit dat voor deze gelegenheid voor het eerst in de geschiedenis werd gebruikt en om 00:05 uur liet de kapitein de reddingsboten uitzetten. Aanvankelijk was er geen paniek. De passagiers weigerden te geloven dat ze in gevaar waren. De Titanic kon immers niet zinken. Pas toen het schip slagzij begon te maken, verloren de passagiers hun kalmte. Vrouwen en kinderen kregen voorrang. Echtgenotes en vaders namen afscheid van vrouw en kinderen. Men zag ook mensen die op een schaamteloze manier alleen maar aan zichzelf dachten. Zo werd de reddingsboot nr. 1 die 40 personen kon bevatten neergelaten met slechts 12 inzittenden: Sir Cosmo Duff Gordon en zijn vrouw, hun secretaresse, twee Amerikanen, zes stokers en ŽŽn van de matrozen die naar de ijsbergen had moeten uitkijken. Voor de eersteklas passagiers werd over het algemeen eerder gezorgd dan voor de overige opvarenden. Dat blijkt ook uit de cijfers. Van de eersteklaspassagiers verdronken maar 4 vrouwen, maar van de 272 vrouwen van de tweede en derde klas zouden er maar 96 de ramp overleven. Men sloot zelfs enige tijd de deuren van de derde klas af, om te voorkomen dat daar nog mensen doorheen zouden komen. Intussen speelde het scheepsorkest onverstoorbaar verder op het hellende dek. Toen het schip nog meer voorover zakte, gingen Benjamin Guggenheim en zijn bediende naar hun hutten en verschenen even later weer aan dek in avondkleding. Howard case, een Londense oliemagnaat werd het laatst gezien terwijl hij tegen de railing van het bovendek leunde en rustig een sigaret opstak. Om 2:20 uur stond de Titanic bijna rechtop in het water en gleed toen zachtjes de diepte in. Hij begroef zich met zijn neus in de 3000 meter lager gelegen oceaanbodem. Alle emigranten die in de donkere gangen naar een uitweg zochten, werden met het schip omlaag gevoerd. De mensen die aan het dek stonden, kwamen in de ijskoude zee terecht, waar ze tevergeefs om hulp riepen naar de reddingsboten. Want het afschuwelijke van de hele tragedie is dat van de ongeveer 1500 mensen die in het water lagen, er door de 18 halfvolle reddingsboten maar 13 werden opgepikt.
Een (Griekse) mythe onthuld De Titanic was het grootste bewegende object in de geschiedenis. Wat je misschien nog niet wist. Wat weinig mensen weten is dat de Titanic het tweede schip was uit een serie van drie en dat de Titanic dus twee zusterschepen had. In 1907 besloot de White Star Line samen met de werf Harland & Wolff de drie grootste, snelste en luxueuste oceaanstomers te bouwen ooit. De eerste was de Olympic. Zij werd in 1910 in dienst genomen. DeTitanic werd op de scheepswerf naast de Olympic gebouwd. Titanics eerste en tevens laatste reis was in 1912. Later werd de Britannic gebouwd. Deze werd in 1914 te water gelaten. Over de naam Titanic De namen van de drie zusterschepen verwijzen naar de Griekse mythologie. De Britannic zou namelijk eerst Gigantic heten, maar na de ramp met de Titanic werd bewust voor de naam Britannic gekozen. De naam Olympic verwijst naar de Olympische goden, de naam Titanic naar de Titanen, de naam Gigantic naar de Giganten. De Titanen waren de monsterachtige broers van Kronos, Zeus' vader. Toen Zeus zijn vader Kronos van de troon had gestoten ontstond er een felle strijd tussen deze monsterachtigewezen en de Olympische goden onder leiding van Zeus. De Titanen werden verslagen. De Giganten waren ook reusachtige monsters die Zeus en de andere Olympische goden moesten overwinnen. De Giganten waren ontstaan uit de bloeddruppels die op de aarde vielen toen Kronos zijn vader Ouranos 'ontmande'. De Olympische goden wisten slechts met de hulp van Herakles de Gigantenstrijd te overwinnen. Het frappante van deze scheepsnamen is dat ze een opmerkelijke overeenkomst met de mythologie vertonen. Zowel de Titanic als de Britannic (Gigantic) zijn voortijdig gezonken, terwijl de Olympic tot 1935 gevaren heeft, waarna ze ontmanteld werd. De Titanic zonk echter al op haar eerste reis in 1912 in de Atlantische oceaan en de Britannic zonk op haar zesde reis in de Middellandse zee in 1916. De Britannic diende namelijk in de eerste wereldoorlog als hospitaalschip en moest gewonden uit landen uit het Middellandse-Zeegebied ophalen. Ze is door een torpedo of een mijn gezonken. Hoewel de Britannic na de ramp met de Titanic sterk verbeterd was - zo liepen de waterdichte schotten tot aan het bovenste dek door en had ze een dubbele scheepswand - zonk ze toch binnen vijftig minuten. Twee reddingsboten werden naar de schroeven, die nog draaiden, toe gezogen en versplinterd. Daarbij kwamen dertig mensen om. Een zekere Violet Jessup, die deel uitmaakte van de bemanning, heeft op alle drie de zusterschepen gevaren: zij maakte de aanvaring met de Olympic mee, overleefde de ondergang van de Titanic én de ondergang van de Britannic.
Tips voor het bezoeken van een voorstelling
Voor de voorstelling
Opdracht 1 Follow the leader Loop in een rij achter elkaar. De eerste maakt eenvoudige bewegingen en de rest doet dat zo goed mogelijk na. Op teken van de leerkracht gaat de eerste achteraan lopen en is nummer twee de leider. Opmerking: De bewegingen in eerste instantie langzaam doen
Opdracht 2 Spiegelen Tweetallen staan tegenover elkaar. Een speler doet bewegingen alsof hij/zij voor de spiegel staat. De ander doet dat in spiegelbeeld zo goed mogelijk na. Wissel. Variant: Als het goed gaat kun je wat meer afstand van elkaar nemen, of zelfs lopen door de ruimte. Opmerking: De bewegingen in eerste instantie langzaam doen
Opdracht 3 Het alfabet Twee spelers en een touw. Je krijgt de opdracht om zo snel mogelijk, zonder al te lang na te denken, als groepje, met het touw, een letter te maken. De volgende groep gaat gelijk van start wanneer de voorgaande groep klaar is. Je probeert het alfabet(of een deel daarvan) uit te beelden.
Opdracht 4 De voorstelling TITANIC ! is een pantomime voorstelling. In de voorstelling wordt er door de spelers onder andere een machine verbeeld. Hoe zou jij dat in pantomime doen? Lees de volgende opdracht en voer die uit. Alleen Stel jij bent een machine, wat voor een bewegingen maak je dan en welke geluiden horen daarbij? Je kunt bijvoorbeeld een trekkende of een duwende beweging maken. Een stotende, draaiende of een wrijvende beweging die je telkens in een bepaald tempo herhaald. Tweetallen Maak nu met z’n tweeën een machine met op elkaar afgestemde bewegingen en maak er nu ook een passend geluid bij. Maak groepjes van 5 leerlingen Jullie zijn nu allemaal een onderdeel van een machine De onderdelen bewegen en maken geluid. En de onderdelen zitten aan elkaar vast! In een grote groep Eén van de spelers begint als een onderdeel van een grote machine. Dan komen er één voor één nieuwe spelers bij totdat er een grote bewegende, geluid makende en aan elkaar vast zittende kluit onderdelen van een grote machine is ontstaan.
Opdracht 5 De functie van de verschillende vertrekken. De voorstelling speelt zich af in de verschillende vertrekken van de Titanic. Met slechts enkele hulpmiddelen zoals een tafel, een trapje en een stuk scheepstouw worden de vertrekken door middel van pantomime geschetst. Maak groepjes van 5 of 6 Lees gezamenlijk de onderstaande informatie. Kies met een groepje van 5/ 6 leerlingen één van de vertrekken op de boot. Probeer in pantomime (spel zonder woorden) deze vertrekken uit te beelden. Dat doe je door o.a. te laten zien wat voor gedrag mensen vertonen in die bepaalde ruimte. De statietrap Dit is de statietrap bij de foyer van de eerste klasse. Deze trap leidt de gasten van en naar de eetsalon. Vanuit de foyer kon je de gasten in hun mooiste pak of jurk van de trap zien afdalen. Handeling: Denk hierbij aan het optillen van je jurk, zodat je er niet overheen valt en het begeleiden van de vrouwen door de mannen, door ze lichtjes een hand toe te steken. De eersteklas eetsalon De eetsalon was de grootste zaal aan boord van het schip. Hier werden zeer exclusieve diners geserveerd. Het laatste diner bestond zelfs uit 11 gangen. Je moest je altijd keurig gedragen aan tafel. Handeling: Denk aan het gebruiken van het doeken servet, dat je over je benen legt en waarmee je telkens je mondhoeken afveegt. En het eten met kleine hapjes. Het dek Op het dek maakte de gasten van de aangrenzende klasse vaak een wandelingetje. Je kon er even uitwaaien en uitkijken over de zee. Wanneer je iemand trof werd er een praatje gemaakt.
Handeling: Denk aan het opsnuiven van de frisse zeelucht en het turen over de zee. De reddingsboot Op de Titanic waren niet genoeg reddingsboten voor alle passagiers. De vrouwen en kinderen van de 1ste klas passagiers mochten als eerste van deze boten gebruik maken. De reddingsboten moesten zo snel mogelijk bij het zinkende schip vandaan varen om niet met het schip in de diepte te worden meegezogen. Handeling: Denk hierbij aan het roeien in een gelijk tempo dat wordt aangegeven door de bootsman. De passagiers die bang zijn en doordrongen van kou. De ketelruimte Dit zijn de stokers en machinisten in de ketelruimte diep in het schip weggeborgen. Zij moesten de kolen op het vuur scheppen om de ketels te verhitten. Handeling: Denk hierbij aan het opscheppen van kolen en het omgooien van de schep in het vuur onder de ketel. De rooksalon In de rooksalon zaten groepjes heren die na het diner nog even een sigaar rookten of kaart speelden. Denk hierbij aan het interessant onderuit zitten of staan met een dikke sigaar in je mond.
Kijkersvraag: Kun je aan het spel zien in welk vertrek de spelers zich bevinden? -Welke handeling maakte dat duidelijk? -Welke rol maakte dat duidelijk? -Welke rol of handeling of misschien een geluid, kun je toevoegen? Voer uit.
Na de voorstelling
Een nagesprek In een nagesprek worden de verschillende ervaringen uitgewisseld. Iedereen beleeft een voorstelling op zijn eigen manier. De leerlingen worden gestimuleerd om niet alleen te vertellen wat ze goed of slecht vonden aan de voorstelling, maar ook onder woorden te brengen waarom. Zo leren ze te reflecteren op de voorstelling en leggen ze, al pratend, een verband tussen de lesactiviteiten en de voorstelling zelf. U houdt het nagesprek bij voorkeur een dag na de voorstelling. De volgende vragen kunnen u hierbij helpen: • • • • • • • • • •
Waren er momenten in de voorstelling die je mooi of spannend vond? Wanneer was dat dan? Welke verschillende ruimte heb je gezien? Hoe werden deze ruimtes uitgebeeld? Welke verschillende rollen heb je gezien? Wat deden de spelers om deze rollen duidelijk te maken? Als je de film Titanic hebt gezien, zijn er scènes die je herkent? Welke film zou je nog meer op deze wijze kunnen uitbeelden? Wat vond je leuk aan de voorstelling? Wat vond je van de manier waarop er gespeeld werd?
Opdracht: Kies een scène uit de voorstelling die je het meest aansprak. Welke rollen werden daarin gespeeld? Welke ruimte werd daarin verbeeld? Oefen met een aantal leerlingen deze scène en presenteer hem aan de groep.
Jean Gaspard Deburau
Pantomime Théatre des Funambules
In Rome was drie eeuwen voor Christus een slaaf een van de beroemdste mannen van de stad. Als auteur voor het theater is Livius Andronicus' naam nu nog bekend; hij wordt beschouwd als de eerste dichter van de Latijnse literatuur. Maar deze kunstenaar, over wiens leven overigens niet veel bekend is, moet ook een groot acteur zijn geweest. Van hem gaat het verhaal, dat hij op zekere dag ten gevolge van te veel luidop spreken op het toneel te hees was om zijn rol zelf te zeggen of de liederen te zingen. Hij liet dit praten of zingen daarom door een ander doen, terwijl hijzelf, zijn gezicht verborgen achter het door de traditie voorgeschreven masker, volstond met de bewegingen. Dit bleek geen nadeel op te leveren. Integendeel: hij kon nu veel vrijer optreden, de handeling veel expressiever uitbeelden. Het gebaar werd door Livius Andronicus en zijn navolgers geperfectioneerd, de pantomime was geboren.
Scene uit de geromantiseerde speelfilm "Les enfants du Paradis" Dubarau zie je hier op het toneel van zijn Parijse theater Vooral in de romantische negentiende eeuw werden er veel balletten gemaakt waarin de pantomime met de danskunst was samengesmolten. Terzelfder tijd evenwel kwam de echte pantomime op. Hij werd als het ware uitgevonden door Jean Gaspard Deburau, het jongste lid van een acrobatenfamilie die in 1802 te Parijs aankwam. Deburau moest van jongsaf aan meewerken aan de voorstellingen die zijn vader, moeder, broers en zusters al reizend en trekkend gaven. Kunst-turnen en koorddansers daarmee verdienden ze hun karig inkomen. Maar de jonge Jean Gaspard bracht er niet veel van terecht. Als lichtste van het groepje moest hij steeds de hoogste plaats innemen van de levende piramide. Niet zelden viel hij van de schouders van zijn broers op de grond en al lachte het publiek daar altijd om, het was steeds toch een pijnlijke gewaarwording. - Intussen had deze hoge positie één keer toch een groot voordeel. Het heet tenminste, dat de familie op een tournee door de Levant mocht optreden in het paleis van een Arabische vorst. Zij bedreven hun toeren in een zaal, waar geen publiek zichtbaar was. Achter een hoog gordijn vandaan kwamen evenwel zachte geluidjes als van een aantal vrolijke vrouwtjes. Het waren de haremdames, die door een gazen weefsel naar de voorstelling mochten kijken, :maar zelf niet gezien mochten worden. Alleen Jean Gaspard, bovenop de piramide, kon ongewild over het gordijn heenkijken!
Théatre des Funambules Dit ene voordeel kon hem echter niet met zijn lot verzoenen. Zeer dankbaar was hij dan ook, toen de familie een vaste verbintenis kreeg in het kleine Théatre des Funambules aan de Parijse Boulevard du Temple, waar vele volkstheatertjes te vinden waren. De eigenaar van het theatertje, waar Deburau terecht kwam, had een vergunning voor koorddansers en acrobaten, dus voor stomme voorstellingen: op het toneel mocht beslist niet worden gesproken. Kunsten moesten er worden gemaakt, maar al spoedig werden er ook kleine pantomimes in het programma ingelast. De jonge Deburau, zo slecht zijn optreden als acrobaat ook steeds was geweest, werd de uitblinker in de pantomimes. Het duurde niet lang, of alles draaide om hem, de Pierrot, wit geschminkt met grote, verwonderde ogen en al naar behoefte een eindeloos droefgeestige of een flonkerend levenslustige gelaatsuitdrukking. Hij schiep de Pierrot die wij als het prototype van de pantomimespeler kennen, in witte, wijde kleding, lang en slank, de ridder van de droevige figuur, die er op een magische manier toch steeds in slaagt zich aan zijn plaaggeesten te onttrekken en zich boven hen te verheffen. Deze Pierrot was ongetwijfeld een aan het land en aan de tijdsomstandigheden aangepaste commedia-dell' arte-figuur, waarschijnlijk een voortzetting van de enigszins meelijwekkende Pulcinella of van de daarmee verwante Pedrolino, hoewel er ook veel van de brutale levenslust van Arlecchino in was opgenomen. Maar Pierrot was in de eerste plaats het genie Deburau, die zich uitleefde in improvisaties, waarvoor het bewogen leven van de artiest al evenveel voedsel gaf als de roerige politiek van die jaren. De groten van Parijs vertelden elkaar van die bijzondere kunstenaar in dat obscure theatertje. Victor Hugo en Théophile Gautier, om er slechts twee te noemen, kwamen in het rokerige zaaltje, geneerden zich een beetje voor de smoezelige, veelal aangeschoten mannen en vrouwen uit de heffe des volks, die het publiek voor het overgrote deel uitmaakten, aarzelden misschien en keerden bijna weer terug. Maar als ze eenmaal op hun plaats zaten, als het doek opging en de meeslepende gebeurtenissen op het toneel begonnen, werden ze al even snel meegesleept als de overige toeschouwers.
Deburau overleed in 1846. Zijn zoon trad in zijn voetsporen, maar bezat blijkbaar niet dezelfde mimische begaafdheid. Na enige tijd moest hij de strijd in elk geval opgeven. Hoe de verdere ontwikkeling van de pantomime in de vorige eeuw is geweest, is niet gemakkelijk na te gaan, maar de kunst raakte niet helemaal in vergetelheid. In de eerste jaren van de film werd veel pantomime bedreven, maar principieel anders dan op het toneel, en meestal slechter. Misschien verdient in dit verband slechts één kunstenaar vermelding: Charles Chaplin. Deze bij zijn leven reeds legendarische artiest had zijn armoedige jeugd grotendeels doorgebracht in het Engelse volkstheater, waar de acrobatische pantomime een geheel eigen groei had beleefd, waarvan we bij de clowns in het circus nog een afspiegeling vinden. In de Verenigde Staten vond hij bij de film alle gelegenheid, zijn mimische talenten te ontplooien. Niet voor niets heeft Chaplin zo lang geweigerd, zich bij zijn films van het geluid te bedienen. In de stomme film kon hij zich als pantomimespeler beter uiten dan als toneelspeler in de sprekende film! Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-1 uit het algemeen deel voor havo en atheneum. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven:
Gebruikte bronnen: Titanic Het ware verhaal door Don Lynch. Amsterdam : De Bataafsche leeuw, 1998 Titanic door Edward P. de Groo. Alkmaar : De Alk, cop. 1987 Op het spoor van de Titanic door Robert D. Ballard. Amsterdam : De Bataafsche Leeuw, 1991 Knipselkrant voor de jeugd Titanic www.ferdy.nl/uitgezocht/titanic/titanic.htm http://mediatheek.thinkquest.nl/~lla129/fotografie.htm www.digischool.nl/ckv1/toneel/pantomime.htm Interessante links: www.foxinternational.com (hierop zijn niet vertoonde fragmenten uit de film te bekijken) www.smeedwerk.nl Colofon BisK © 2005 Smeedwerk Tekst: Monique Koolen (consulent drama BisK) Redactie: Laura van Lampenhart, Pieter van Dijk Brabants Instituut voor School en Kunst
Keizerin Marialaan 3a 5702 NR Helmond telefoon 0492 507575 fax 0492 507570
[email protected] www.bisk.nl Theatergroep Smeedwerk bezoekadres: Molenstraat 45 6711 AW Ede postadres: Postbus 44 6711 AW Ede tel 0318 672 864 mob 06 51 55 13 10 fax 0318 672 801 mail
[email protected]
www.smeedwerk.nl