www.conceptueelbouwen.nl Leden:
Nederland kiest voor Conceptueel Bouwen Pieter Huijbregts
Conceptueel Bouwen, sneller, beter, klantvriendelijker
Nederland kiest voor conceptueel bouwen Pieter Huijbregts
Kinderen die met een blokkendoos (standaardelementen) spelen, kunnen ‘alles maken’. Hetzelfde is het geval bij conceptueel bouwen waar ook (deel)concepten worden gecombineerd. Het logo van conceptueel bouwen sluit hierbij aan.
Pieter Huijbregts
Inhoud 1 2
3
4
Wat betekent conceptueel bouwen voor u? Conceptueel bouwen heeft de toekomst 2.1 De bouw in perspectief 2.2 Een derde weg voor de bouw 2.3 De omslag van de sector Voorbeelden van conceptueel bouwen 3.1 Website Conceptueel Bouwen, de praktijk in vogelvlucht 3.2 Voortdurende innovatie de motor van succes 3.3 Meer licht is meer ruimte Wat kan het netwerk conceptueel bouwen voor u betekenen?
5 7 7 10 12 17 17 19 23 29
Deze publicatie bundelt een aantal artikelen die eerder in Cobouw en Bouw IQ verschenen. Tezamen geven ze een beeld waar bouwend Nederland de komende jaren naartoe gaat.
Conceptueel bouwen
1 Wat betekent conceptueel bouwen voor u? Minder zorg tijdens het proces, meer zekerheid over het eindresultaat en een gunstiger prijs-kwaliteitverhouding: dat is waar conceptueel bouwen voor staat. Lees wat conceptueel bouwen inhoudt en wat voor u de voordelen zijn. Waarom het zo niet langer gaat Bij traditioneel bouwen brengt een opdrachtgever een aantal partijen bij elkaar om een unieke oplossing te realiseren. Die manier van bouwen voldoet niet langer. De bouw is te complex geworden. Het aantal participanten is enorm toegenomen. Het aantal keuzemogelijkheden is verveelvoudigd. Het is ondoenlijk om ieders expertise zodanig in te brengen dat een optimale oplossing ontstaat. Het gevolg: een inefficiënt proces, hoge faalkosten en een oplossing die niet volledig voldoet. Het kan ook anders Er is al meermalen geprobeerd om dit probleem aan te pakken. Maar altijd binnen de bestaande kaders. Omdat de wijze waarop de bouw is georganiseerd in essentie niet meer werkt, leidt dat hooguit tot kleine verbeteringen. Kortom: het is tijd om op een fundamenteel andere manier naar de bouw te kijken. Zo is conceptueel bouwen ontstaan. Wat is conceptueel bouwen? Bij conceptueel bouwen maakt de klant een keuze uit een aantal projectonafhankelijke concepten. Deze zijn vooraf ontwikkeld door ontwikkelaars, architecten, bouwbedrijven of toeleveranciers. Afzonderlijk of (nog beter) in samenhang. Elk concept speelt in op de behoeften van een specifieke doelgroep. De oplossing biedt ruimte voor maatwerk om aan de specifieke wensen van de klant te kunnen voldoen. Wat voor concepten zijn er? Conceptueel bouwen kan worden toegepast in alle sectoren van de bouw. Er zijn concepten voor elk schaalniveau. Zo zijn er concepten om gebieden of bouwwerken te ontwikkelen en om bouwdelen te produceren. 5
Wat betekent conceptueel bouwen voor u?
Figuur 1. Van de projecten is 80% geschikt om conceptueel te bouwen
Voordelen Concepten hebben meer voordelen dan minder zorg en risico’s alleen: • Door hun focus op een doelgroep zijn concepten meer klantgericht, vooral bij gebruik en comfort, beleving en uitstraling. • Concepten zijn projectoverstijgend. Dat geeft ruimte voor duurzamer, veiliger en gezonder bouwwerken, voor meer snelheid en draagvlak en een betere prijs-kwaliteitverhouding. • Concurrentie tussen concepten geeft een meer transparante en competitieve bouwmarkt. Hierdoor krijgt de maatschappij betere vooruitzichten om programma’s die moeizaam verlopen (bijvoorbeeld milieuzorg, herstructurering of integratie van zorg) sneller en beter uitgevoerd te krijgen.
6
Conceptueel bouwen
2 Conceptueel bouwen heeft de toekomst 2.1 De bouw in perspectief De bouw moet om, dat is inmiddels wel duidelijk. Waar naartoe is minder duidelijk. Meerdere scenario’s lijken mogelijk: stapsgewijze verbeteringen, de toeleverende industrie neemt de sector over of een weg ertussenin. Lessen uit het verleden Er zijn tal van krachten die een transitie van de sector verlangen: de noodzaak van meer duurzaamheid, het tekort aan arbeidskrachten, maar de onvrede over en in de sector is de belangrijkste. De klant klaagt dat processen lang en weinig flexibel zijn, dat de kwaliteit tegenvalt terwijl de prijzen stijgen, maar vooral over onzekerheid. De andere kant klaagt over eenzijdige selectie op prijs, over hoge faalkosten met weinig leereffecten, maar vooral over beperkte rendementen en groeimogelijkheden. Naar de oorzaken van deze fricties is lang gezocht. Scheiding van ontwerp en uitvoering, de cultuur of het beperkte gebruik van ICT worden als reden genoemd. Maar zijn dit oorzaken of juist gevolgen van een dieper liggende oorzaak? In de loop van de negentiende eeuw werd bouwen zo complex dat de architect als zelfstandig beroep opkwam naast de aloude ambachtsbazen/bouwmeesters. De behoefte aan nieuwe gebouwtypen maakte dit nodig. Scheiding van ontwerp en uitvoering was het gevolg. De differentiatie in behoeften is sindsdien alleen maar toegenomen. Na de Tweede Wereldoorlog kwam daar een geweldige technologische groei bij, gevolgd door een flinke toename van het aantal disciplines in zowel ontwerp als uitvoering. Inspelen op een specifieke klantvraag werd en wordt steeds complexer. Per project een oplossing bedenken is steeds meer foutgevoelig (oorzaak van faalkosten). De ruimte voor oplossingen is oneindig geworden. Hoe om te gaan met die complexiteit is dé vraag waar de sector voor staat. Tot nu toe is meer beheersing de belangrijkste reactie in de bouw. Die maakt het proces arbeidsintensief en duur. Is vereenvoudigen geen effectievere weg? Wordt het niet een stuk eenvoudiger als we niet per project een oplossing bedenken? Als we over meer generieke oplossingen beschikken die per project ‘op maat’ worden gemaakt? 7
Conceptueel bouwen heeft de toekomst
Figuur 2. Per project een oplossing bedenken is oorzaak faalkosten
Drie scenario’s Voor de omslag van de sector zijn drie scenario’s denkbaar. In het eerste blijft de sector de relatieve onbeheersbaarheid (en faalkosten) bestrijden met middelen zoals integraal bouwprocesmanagement, verbeterde managementsystemen, andere samenwerkings- en omgangsvormen en sectorbrede standaardisatie/referenties onder meer voor ICT. Klanten zowel als bedrijven houden min of meer de huidige problemen. Het aanpakken van duurzaamheid blijft moeizaam en het ‘Pools’ wordt een gangbare taal en niet alleen op de bouwplaats. Aantrekkelijk van dit scenario is dat alles een beetje bij het oude blijft en ‘vanzelf’ gaat. We noemen deze strategie: verbeterd traditioneel bouwen. In de andere scenario’s schakelt de sector over naar een ander marktmodel. Bedrijven bedenken zelf oplossingen en brengen die aan de man (zoals in
8
Conceptueel bouwen
de meeste andere industrieën). Klanten kunnen kiezen en hoeven niet langer zelf de oplossing te (laten) bedenken. Na de Tweede Wereldoorlog is hier al redelijk wat ervaring opgedaan. Met grote, industriële systemen is hard gewerkt aan de wederopbouw. Toen in de jaren zeventig de behoefte aan differentiatie en maatwerk toenam, stortten deze systemen in. Maar met de opkomst van ICT, internet en flexibeler organisatievormen (netwerken) zijn er nieuwe mogelijkheden ontstaan. Dit biedt ruimte voor het tweede scenario: verbeterd industrieel bouwen. In dit scenario wordt de sector ‘overgenomen’ door de toeleverende industrie. De industrie komt al met steeds omvattender oplossingen, bijvoorbeeld een heel dak met tal van variatiemogelijkheden, een compleet flexibel in te delen casco met voorzieningen voor verwarming en koeling. Ze leveren niet alleen, maar kunnen ook monteren. Distributiekanalen (materiaalhandel, bouwers) zijn op dit moment hun belemmerende factor. Deze kunnen er niet goed mee omgaan of verzetten zich ertegen. Nieuwe kanalen worden al opgebouwd. De kracht van dit scenario is de grootte van de industrie (vaak internationaal) en de kennis van marketing en industrialisatie. Daardoor is vergroting van duurzaamheid en productiviteit een reëel perspectief. Maar kunnen die oplossingen een groot deel van de markt bedienen, zijn ze straks voldoende flexibel? Het derde scenario ontrolt zich tussen verbeterd traditioneel en industrieel in. Hierin komt een aanbodstrategie op met gedeeltelijke open oplossingen, die meer conceptueel van aard zijn. Daarvoor wordt de naam conceptueel bouwen (CB) gebruikt. Deze concepten ontzorgen klanten en bieden (naast andere waarden) vooral zekerheid. Er ontstaat ruimte voor vergroting van duurzaamheid en productiviteit. Bouwers en adviseurs, uitgekeken op de beperkingen van het traditionele, slaan deze weg in. Zij gaan projectoverstijgende samenwerkingsverbanden aan met de toeleverende industrie. Deze praktijk groeit snel in Nederland en lijkt daarmee het meest kansrijke scenario. Er zijn al enkele honderden aanbieders van concepten verspreid over tal van marktsegmenten. De website www.conceptueelbouwen.nl biedt een eerste overzicht. De eisen die CB stelt en de omslag die dit vraagt, komen in de volgende hoofdstukken aan de orde.
9
Conceptueel bouwen heeft de toekomst
2.2 Een derde weg voor de bouw In het vorige hoofdstuk werd betoogd dat bouwen zo complex is geworden dat alleen projectoverstijgend werken de sector perspectief biedt. In drie scenario’s werd deze toekomst verkend: het stapsgewijs verbeteren van het traditionele bouwen, het overnemen van de sector door de toeleverende industrie of een tussenweg met conceptueel bouwen. In dit hoofdstuk wordt dat laatste scenario uitgewerkt. Hoe ziet de toekomst met CB eruit? De bouw denkt niet langer in projecten. In overheidsbeleid is CB een belangrijk element geworden. Gebieden en bouwwerken ontstaan door klanten te laten kiezen uit conceptuele oplossingen. Op (virtuele) boulevards vergelijken ze concepten die in simulaties worden uitgeprobeerd. Eindgebruikers en andere belanghebbenden zijn hierbij betrokken zodat er snel draagvlak ontstaat. Bouwvergunningen zijn niet meer nodig, die zijn al per concept, projectonafhankelijk verleend. Concepten voor gebieden, bouwwerken en bouwdelen zijn op elkaar ingesteld dat resultaatplicht normaal is. Met één loket (frontoffice, regisseur in de keten) kiest de klant uit varianten zijn maatwerk. Alleen bij niet-standaardelementen is overleg nodig. Na besluitvorming kan direct de productie starten. Front- en backoffice zijn geïntegreerd zodat ketenpartijen weten wat er wordt verwacht en resultaatplicht kunnen nemen. Vanuit een gedeelde visie op de markt hebben ze in hun netwerk de condities vastgelegd. Die samenwerking is gegroeid in een proces waarin de koers steeds scherper werd en het vertrouwen toenam. Partijen zitten in meerdere netwerken voor een maximale benutting van hun productiecapaciteit. Deze toekomst is al begonnen. Enkele honderden bouwers en adviseurs, verspreid over tal van marktsegmenten, sloegen deze weg al in. In projectoverstijgende samenwerkingsverbanden met de toeleverende industrie werken ze aan groei. Zie de website www.conceptueelbouwen.nl. Dit duidt op de levensvatbaarheid van dit scenario Wat is de toegevoegde waarde van conceptueel bouwen? Conceptueel bouwen biedt klanten meer zekerheid (het overnemen van risico’s) en minder zorg (‘ontzorgen’ door het overnemen van taken in ‘totaal10
Conceptueel bouwen
oplossingen’). De klant kiest welke taken en risico’s hij overdraagt. Concepten focussen op een doelgroep en zijn daarom beter afgestemd op de eindgebruikers. Concepten zijn projectoverstijgend. Dat geeft ruimte voor duurzamer, veiliger en gezonder bouwwerken en een betere prijs-kwaliteitverhouding. Hierdoor krijgt de maatschappij betere vooruitzichten om programma’s die moeizaam verlopen (bijvoorbeeld milieuzorg, herstructurering of integratie van zorg) sneller en beter uitgevoerd te krijgen. Concurrentie tussen concepten maakt de markt transparanter en meer competitief. CB biedt bedrijven ruimte voor groei, omdat ze zich op meer kunnen onderscheiden dan alleen de laagste prijs. Projectonafhankelijke voorbereiding biedt ruimte voor efficiency, een voortdurend leerproces, minder personeel en betere arbeidsomstandigheden. Het gevolg is minder fouten en een beter resultaat: voorwaarden voor een sterk imago. CB kan variëren van het aanbieden van concepten met ruimte voor veel exclusiviteit en maatwerk tot concepten met minder ruimte voor maatwerk en het accent op prijs en snelheid. Niettemin is CB niet voor alle klanten geschikt. Wie exclusiviteit verlangt (‘haute couture’) en daar ook het geld en de tijd voor heeft (ook als het wat tegenvalt), is beter uit in het klassieke marktmodel. Volgens velen haalt zeker 80% niet de kwaliteit van haute couture en hoeft dat ook niet. Dat maakt duidelijk wát voor een markt er openligt. Welke eisen stelt CB aan bedrijven? Concepten ontwikkelen vereist visie op de markt en uitgebreide kennis van de gekozen doelgroep. De mate van ontzorgen en zekerheid geven het concept, samen met andere klantwaarden (bijvoorbeeld duurzaamheid), een onderscheid waardeprofiel. Daarmee wordt het concept bij klanten onder de aandacht gebracht. De verkoop verlangt een apart ‘frontoffice’ waar getrainde mensen de klant helpen zijn oplossing te vinden en te beleven. Voor het maatwerk kent een concept regels gebaseerd op een mix van flexibele deelconcepten (modules/clusters) met de mogelijkheid (enkele) unieke elementen toe te voegen. De grote van de modules en de hoeveelheid unieke elementen kan per concept sterk verschillen. De architect (samen met of als 11
Conceptueel bouwen heeft de toekomst
deel van het loket) vertaalt het projectonafhankelijke concept in de oplossing voor de klant met de maatwerkregels. De CB-aanbieder bouwt voortdurend aan een keten van bedrijven om die verwachtingen waar te maken. Projectoverstijgend stemmen die hun productiewijze en organisatie af. Niet alleen de rollen in de keten veranderen ingrijpend, ook die van de overheid en opdrachtgevers. Dus ook de marktverhoudingen. Dat gaat niet zonder slag of stoot. In het volgende artikel komt dat aan de orde.
Figuur 3. Conceptueel bouwen verlangt proactieve keuzen
Conceptueel bouwen is het realiseren van bouwwerken (vaak met dienstverlening) vanuit projectonafhankelijke concepten. Zo’n concept is een oplossing voor een doelgroep met ruimte voor maatwerk per klant. Bij het conceptuele bouwen kiest de klant uit oplossingen. Voor individueel maatwerk kent ieder concept zijn eigen regels. 2.3 De omslag van de sector In de vorige twee hoofdstukken is de toekomst van de bouw besproken met meerdere scenario’s. Het scenario met conceptueel bouwen werd verder uit-
12
Conceptueel bouwen
gewerkt. Volgens velen kan daarmee zeker 80% van de bouwopgave worden ingevuld. Dat vereist dan wel een transitie van de sector. Hoe ver is het daarmee, zijn de condities daarvoor aanwezig, welke knelpunten spelen er, wie zijn de belangrijke actoren, wat doen ze en wat kan er beter? Een korte terugblik In het derde scenario komt een aanbodstrategie op met gedeeltelijke open oplossingen, die meer conceptueel van aard zijn: het conceptuele bouwen (CB). Deze concepten ontzorgen klanten en bieden vooral zekerheid. Ze geven ook ruimte aan meer duurzaamheid en productiviteit. Deze praktijk groeit snel in Nederland. Er zijn al enkele honderden aanbieders van concepten, verspreid over tal van marktsegmenten. In projectoverstijgende samenwerkingsverbanden met de toeleverende industrie werken ze aan groei. Zie de website www.conceptueelbouwen.nl. De marktverhoudingen, de rollen in de keten en ook die van de overheid en opdrachtgevers veranderen ingrijpend. Dat gaat dus niet zonder slag of stoot. Een lange aanloop Na drie decennia van studies en verbeterprogramma’s brak begin deze eeuw het idee door dat bouwen zo complex is geworden dat alleen projectoverstijgend werken nog mogelijkheden biedt voor betere bouwwerken met resultaatplicht. EZ komt in 2000 met het idee van klantgerichte bouwconcepten. In 2001 volgt het ARTB met het begrip conceptueel bouwen. Dat idee dringt daarna pas langzaam door. Om werkelijk invloed te krijgen moest het eerst verder inhoud krijgen. Dat gebeurde langs twee lijnen: spontaan in de praktijk en middels discussie en studie in tal van werkgroepen. Inmiddels is het begrip en zijn logica enigszins beschreven en geaccepteerd door een voorhoede. Daarmee lijkt een incubatieperiode van ruim dertig jaar ten einde te lopen en staat de sector aan de vooravond van zijn take-off. Waar eerdere pogingen tot transitie faalden, duidt de groeiende nieuwe praktijk erop dat de omslag nu echt plaatsvindt. Drie factoren maken juist nu succes mogelijk: het nieuwe denkraam geeft de kans om aan het oude paradigma te ontsnappen (denken in unieke projecten), ICT en internet
13
Conceptueel bouwen heeft de toekomst
maken snelle communicatie in de keten en 3D-visualisatie van het ongebouwde mogelijk en er is een organisatiemodel dat seriematige productie kan combineren met differentiatie en maatwerk (de netwerkorganisatie).
Figuur 4. De voorwaarden voor een omslag zijn aanwezig
De transitieagenda Transitie start vanuit een voorhoede. Hun succes steekt de rest aan. Daarom moeten allereerst bedrijven die al concepten aanbieden, zich verbeteren en groeien. Dat is nodig om het CB-aanbod nog beter te laten aansluiten bij de verwachtingen van vraag- én aanbodzijde. Het belangrijkste knelpunt van deze voorhoede is de brede onbekendheid van het fenomeen conceptueel bouwen zowel bij opdrachtgevers als in de bouwkolom. Dit veroorzaakt wantrouwen en onbegrip. Niet alleen bouwers en architecten, maar iedereen in de maatschappij moet het conceptuele bouwen gaan zien als een alternatief voor het traditionele bouwen. Opdrachtgevers moeten hun uitvraag anders gaan organiseren. Aanbieders hebben nog beperkte ervaringen met het vermarkten en (ver)kopen van concepten. Mede daardoor kunnen klanten het aanbod van concepten moeilijk vinden. Ook de regelgeving blijkt
14
Conceptueel bouwen
niet afgestemd op CB. De kopgroep kent echter ook interne belemmeringen: er is onvoldoende kennis (over het organiseren van flexibele productiesystemen die ‘scale & scope’ verbinden) en onvoldoende ervaring met organisatieverandering (inclusief het creëren van draagvlak met bijbehorende cultuuromslag). Naast de voorhoede moeten ook bedrijven die nog geen concepten aanbieden, de omslag maken. Dat vraagt van hen een forse verandering (zie figuur 5). Knelpunten daar zijn onder meer: onbekendheid met de successen van de voorhoede en onvoldoende (opleidingsmogelijkheden voor) personeel met competenties zoals: marketing en business development, duurzaam samenwerken en integratie van systemen.
Figuur 5. Omslagpunten naar een modern marktmodel
Versnellen van de transitie vraagt om aanpak van deze knelpunten. Primair verlangt het inzet van de individuele bedrijven, ook van de vraagzijde. Maar ook anderen hebben taken. Onderzoekers moeten helpen het denkkader te verdiepen. Adviseurs en kennisinstellingen kunnen zorgen voor overdracht van informatie, kennis en gereedschappen. De voorwaarden waaronder CB kan groeien, moeten vooral door maatschappelijke organisaties (politiek, overheden, brancheorganisaties en ngo’s) worden gecreëerd.
15
Conceptueel bouwen heeft de toekomst
De aanbieders van concepten en progressieve opdrachtgevers hebben voor de transitie het Netwerk Conceptueel Bouwen opgericht. Met andere actoren proberen zij te komen tot een sectorbrede transitieagenda die richting geeft aan ieders activiteiten. Wellicht draagt deze publicatie daaraan bij.
16
Conceptueel bouwen
3 Voorbeelden van conceptueel bouwen 3.1 Website Conceptueel Bouwen, de praktijk in vogelvlucht
‘Minder werk, minder risico’s, sneller én betere prijs-kwaliteitverhouding. Dat zijn de belangrijkste voordelen van het nieuwe of conceptuele bouwen’, zegt Pieter Huijbregts, initiatiefnemer van het Netwerk Conceptueel Bouwen, op de website: www.conceptueelbouwen.nl.
Figuur 6. Website Conceptueel Bouwen 17
Voorbeelden van conceptueel bouwen
De website biedt professionele partners in de bouw, zoals opdrachtgevers, architecten, ontwikkelaars, bouwbedrijven en toeleveranciers, maar ook consumenten die interesse hebben in conceptueel bouwen, alle informatie over deze nieuwe manier van bouwen. Ook ziet men welke concepten er op dit moment door partijen in de bouw worden aangeboden. Op de Concepten Boulevard kan men zelf een keuze maken uit de concepten. Concepten zijn er op drie ruimtelijke niveaus: gebied, bouwwerk en bouwdeel. Via het schaalniveau waarop men concepten zoekt en vervolgens binnen het marktsegment (bijvoorbeeld herstructurering voorraad of wijk- en winkelvoorzieningen) krijgt men een overzicht van de concepten die relevant zijn. Van elk concept treft men een beknopte beschrijving aan waarmee men een longlist kan samenstellen. Als opstap naar een shortlist is van sommige concepten ook al een uitgebreide versie beschikbaar. Veel werk te doen Huijbregts: ‘Binnen de Nederlandse markt wordt misschien 1% ingevuld met concepten. Een behoorlijk deel daarvan wordt ingezet bij woningbouw. Binnen de stallenbouw en de parkeerbranche wordt conceptueel bouwen al veel meer toegepast. Er is dus nog veel werk te doen. Om dat te bewerkstellingen is het belangrijk dat consumenten inzien dat met conceptueel bouwen aanzienlijke besparingen in het bouwproces worden gerealiseerd. Met name in de voorfase kan een grote post voor ontwerp en ontwikkeling worden weggestreept, omdat dat met conceptueel bouwen allang is gebeurd. Een bouwen ontwikkelproces dat nu nog drie jaar duurt, kan dan in enkele maanden. Ook kan enorm worden bespaard op projectleiders en directievoerende op de bouw en we krijgen ook betere gebouwen. De duurzaamheid en de kwaliteit van een gebouw zal toenemen. Vijftien jaar garantie op een gevel wordt dan een vanzelfsprekendheid.’ Huijbregts: ‘Het Netwerk Conceptueel Bouwen wil ertoe bijdragen dat conceptueel bouwen de meest toegepaste vorm van bouwen wordt. Door publiciteit, marketing, kennisuitwisseling en het ontsluiten van het aanbod aan concepten. Het Netwerk Conceptueel Bouwen telt momenteel vijftien leden/bedrijven, bestaande uit ontwikkelaars, architecten, producenten en toeleveranciers in de bouw. Zij werken ook samen om tot meer en betere concepten te komen.
18
Conceptueel bouwen
Verdere informatie over het Netwerk Conceptueel Bouwen vind u op: www.conceptueelbouwen.nl. 3.2 Voortdurende innovatie de motor van succes Zes jaar geleden ontmoette ik Peter van Ieperen voor de eerste keer. Wij namen deel aan een werkgroep van SBR. Zijn onconventionele manier van denken en doen maakte direct indruk. Wij zochten naar manieren om faalkosten te reduceren door betere samenwerking. Peters motto was ‘van samen werken naar samenwerken’. Zijn zoektocht heeft geleid tot ‘Renovatie op Maat’, het concept waarmee de Van Ieperen Groep succesvol de corporatiemarkt bedient. We volgen Van Ieperens ontwikkeling en analyseren zijn succes. Van reductie faalkosten naar ontzorgen en zekerheid bieden In 1985 begint Huig van Ieperen een bedrijf in het voegen van gemetselde gevels. In 1987 komt Peter als financiële man erbij. Klantgerichtheid en vakmanschap zijn vanaf het begin hun streven. In de eerste vijftien jaar volgt een groei naar aannemer van de hele buitenschil. Steigerbouw, metsel- en timmerwerk, houtsanering en schilderwerk komen erbij. Tot 2000 groeit de omzet naar 20 miljoen euro, de projectgrootte van gemiddeld enkele tienduizenden naar miljoenen euro’s. Om hele woningcomplexen aan te kunnen pakken komt ook de binnenrenovatie erbij. In de zeven jaren die dan volgen, verdubbelt de omzet. Goed naar de klant luisteren én de organisatie afstemmen op de groei in dienstverlening en omzet maakte dat mogelijk. Met de groei nam de complexiteit van de werken toe. Zowel mensen als werkwijzen waren daar aanvankelijk niet op afgestemd. Faalkosten liepen op. Systematische projectanalyse liet de zwakke plekken zien. Aanvankelijk het vakmanschap van mensen. Hun ‘span of control’ moest groter. De analyse bleek niet volledig. Rollen in het bedrijf werden duidelijker en beter op elkaar afgestemd. Relatiebeheer, projectbureau, productie, logistiek en administratie werden herontworpen en samen gesmeed als olympische ringen. Faalkosten daalden maar niet genoeg. Veel verstoringen kwamen van ‘bui-
19
Voorbeelden van conceptueel bouwen
ten’ het bedrijf. De relatie met toelevering en klant vroeg om heroverweging. Ieders inbreng moest eenduidig worden. Door van onderaannemers co-makers te maken werden hun rollen helder. De relatie met klanten aanpakken bleek minder eenvoudig. Klanten bleken vooral geïnteresseerd in minder rompslomp (hun taken met een gerust hart overlaten aan derden) en meer zekerheid en vooral budgetzekerheid. Er is studie verricht naar de taken van corporaties (of die derden voor haar vervullen) en naar hun context. De invloed van VROM, bestuur, gemeente en huurders werd systematisch in kaart gebracht en vertaald naar (naar keuze) over te nemen rollen. Met het concept ‘Renovatie op Maat’ verschuift het bedenken van de beste oplossing naar Van Ieperen. Vanaf de initiatieffase kan de klant al zijn taken uitbesteden tegen een vaste prijs. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Proefwoning als prototype In het concept start van Ieperens proces met het bestuderen van de wijk- en complexvisie. Met de doelgroep en het kwaliteitsbeeld van de corporatie voor ogen wordt (samen met een architect) gekeken naar functionele mogelijkheden en esthetische wensen. Na het uitpluizen van de onderhoudsgeschiedenis en een globale technische opname wordt alles direct vertaald in plannen. Met verschillende varianten en voorzien van huurders- of koperskeuzen. Vanwege de verlangde budgetzekerheid zitten daar de te verwachten budgetten en planningen bij. Van Ieperen zorgt voor communicatie met alle belanghebbenden. Hierna wordt een proefwoning gemaakt. Bewoners en corporatie geven aan wat goed is en wat beter moet. Daarna wordt het definitieve budget afgegeven. Meerwerk is verder uitgesloten, wijzigingen uiteraard ook. Tot het zover is, kan de corporatie per fase besluiten zijn relatie met de Van Ieperen Groep te beëindigen. Dat is overigens nooit gebeurt maar maakt wel duidelijk dat de corporatie te allen tijde het heft in eigen hand heeft. De proefwoning wordt voorbereid en gemaakt met co-makers. Ervaringen worden besproken en vastgelegd in de definitieve werkomschrijving. De proefwoning blijft gedurende het werk de referentie voor iedereen. 20
Conceptueel bouwen
Productieclusters Van Ieperen kiest voor productietechniek die de architect zo min mogelijk belemmeringen oplegt. Er is daarom aangesloten bij de bestaande renovatietechniek. In een basiswerkomschrijving zijn de werkzaamheden omschreven die zich per renovatie voordoen, met standaarddetails en uitvoeringsinstructies. Hieraan is een moederbegroting gekoppeld met prijzen van betrokken co-makers. Van ieder project kan hiermee 80 tot 90% worden gemaakt. De rest wordt projectspecifiek toegevoegd. Zonder steeds weer offertes op te vragen wordt er zo snel en betrouwbaar mogelijk gecalculeerd. Alle werkzaamheden zijn gekoppeld aan een discipline. Op een bouwplaats is er sprake van 20 tot 25 verschillende disciplines. Vanwege logistieke aansturing zijn deze gebundeld in zeven of acht clusters. Zo wordt de badkamer gedaan door een vaste groep met daarin de elektricien, de tegelzetter en de loodgieter. Clusters regelen hun zaken zo veel mogelijk zelf en zoeken zelf naar optimalisatie en de projectuitvoerder is ketenregisseur. Hij ziet vooral toe op de aansluitingen tussen de clusters en is het loket voor bewoners. Samenwerking in de keten Voor de startbouw ligt de regie in de keten bij de projectmanagers van Van Ieperen. Zij sturen de projectteams aan. Hun samenstelling wordt per fase aangepast. Bij complexe onderdelen draaien co-makers al vroeg mee. Het projectschema is het sturingsmiddel in de communicatie met de opdrachtgever en tussen de afdelingen van de Van Ieperen Groep. Dat loopt vanaf de initiatieffase tot en met de projectevaluatie. Voor de communicatie met de co-makers is de proefwoning essentieel. Met alle kaarten open op tafel zoekt men samen de beste oplossing. Na het prototype is er alleen nog overleg nodig over fijne afstemming in de logistiek. Daarom is geavanceerd keteninformatisering (nog) niet nodig. Met sommige co-makers werkt Van Ieperen al meer dan tien jaar samen. Men werkt voortdurend aan de relatie, zowel in de techniek, in de organisatie als in de communicatie. Ieder project en ieder cluster wordt op meerdere mo21
Voorbeelden van conceptueel bouwen
menten geëvalueerd. Alle werkzaamheden worden nagelopen om te zien waar verbeteringen mogelijk zijn. Na afloop wordt met alle lessen het basisbestand aangevuld, klaar voor het volgende project. De kennis van de co-makers en leveranciers blijkt onmisbaar. Beide partijen stellen zich open voor kritiek en voor verbetersuggesties. Zeker in het begin was dat niet eenvoudig. Van Ieperen werd gezien als ‘baas’ en het werd niet passend gevonden die te kritiseren. Aanpassing van cultuur en gedrag is een voortdurend aandachtspunt. Een van de aspecten daarvan is het gedrag op de bouwplaats. Lawaai en vuil op de bouwplaats bleek een ergernis. Inmiddels kennen alle medewerkers (ook die van de co-makers) al jaren de code hoe zich te gedragen bij opdrachtgevers en bewoners. Mede daarom zetten comakers vaste mensen bij Van Ieperen in. Ter vergroting van de teamgeest organiseert van Ieperen jaarlijks bijeenkomsten met uitleg over het beleid van het bedrijf en over de te verwachten productie. Om de geesten te scherpen vraagt Van Ieperen weleens prijzen aan buiten de vaste kring. Veel levert dat niet op. Omdat de processen zo beheerst verlopen, vragen de vaste onderaannemers niet de hoofdprijs. Ze weten dat ze daardoor bij Van Ieperen minder faalkosten en een beter rendement hebben dan elders. Een ander businessmodel Van Ieperen heeft ervaren dat renovatie van woningen in het klassieke marktmodel niet goed lukt. Het grote aantal belanghebbenden en de complexe techniek zijn niet af te stemmen als de klant verschillende partijen (ieder met een eigen capaciteit) inhuurt. Samenwerking is nodig vanaf het eerste moment. Niet als bouwteam, maar met resultaatplicht voor Van Ieperen. Vandaar het motto: ‘van samen werken naar samenwerken’. Steeds meer opdrachtgevers delen die visie en durven die samenwerking aan. Voor hen is Van Ieperen geen aannemer meer maar een leverancier van een totaaloplossing.
22
Conceptueel bouwen
Figuur 7. Renoveren op Maat
Meer informatie in De Nieuwe Aannemer. Renoveren op maat, een budgetneutrale aanpak, te bestellen via
[email protected]. 3.3 Meer licht is meer ruimte Na de oorlog was er in Denemarken een groot gebrek aan klaslokalen. Zolders van scholen ombouwen was de snelste manier om het aantal uit te breiden. Villum Rasmussen, de oprichter van VELUX, realiseerde zich dat en begon met het inmiddels wereldwijd bekende dakvenster. Zijn ambitie was houten vensters te maken met dezelfde kwaliteit als gevelkozijnen. Het scholenproject maakte hem duidelijk dat van zolders eenvoudig aantrekkelijke en gezonde ruimten te maken zijn door toevoeging van daglicht door het plaatsen van dakvensters. Die visie van Rasmussen heeft geleid tot het hedendaagse daglichtconcept en is ook nu nog de motor van innovatie.
23
Voorbeelden van conceptueel bouwen
Figuur 8. VELUX
De groei van het concept ‘wat je er nu en in de toekomst mee kunt’, wordt in dit hoofdstuk beschreven. Luisteren naar de klant Bij de verbouwing van zolderruimten tot klaslokalen in de naoorlogse situatie in Denemarken stond VELUX voor de keuze gebruik te maken van dakvensters of dakkapellen. Dakvensters bleken minstens 25% meer daglichtopbrengst te hebben en minder duur. Het vergroten van het vrij beloopbaar vloeroppervlak door een dakkapel bleek van minder belang. De plaatsen onder de schuine dakvlakken waren met zitplekken toch goed te benutten. Daglicht en duurzaamheid, speerpunten bij de aanvang, werden vertaald in een degelijk tuimelraam. Voor een beter beheersbare toevoer van verse lucht kwam daar al snel de ventilatieklep bij. Sindsdien is het dakvenster als enkelvoudig product geleidelijk verder aangevuld en uitgebouwd, in reactie op behoeften uit de markt en de maatschappij. Om het zonlicht te kunnen controleren ontstond een keur aan zonweringsmiddelen. Om onderhoud te beperken en gemak en veiligheid te verhogen kwamen er onderhoudsarme varianten, elektrische bediening (desgewenst automatisch met sensoren), geharde buitenruiten en een politiekeurmerk bij. Isolerende beglazing en kozijnen met het FSC-label zijn toegevoegd om het milieu te sparen. 24
Conceptueel bouwen
Een nieuwe sprong in de ontwikkeling ontstond toen de beleving van de zolderruimte meer centraal werd gesteld. Door vensters te combineren bleken zolders veel meer mogelijkheden te krijgen. Voor een tv-programma zijn die daglichtsystemen in echte huizen gebruikt. Reacties van de kijkers waren enthousiast. Zij ontdekten dat je met vensters op zolder niet alleen meer daglicht krijgt, maar ook uitzicht en zicht op de (sterren)hemel. Voordeel voor VELUX was dat met twee of meer kozijnen per zolder, de markt beduidend toenam. Integratie met andere leveranciers Zo ontstond een systeem uit een combinatie van een breed aantal producten. Door de gegroeide complexiteit werd het aanbrengen ervan steeds belangrijker. Met het KOMO-keurmerk en ISO-certificaat had VELUX zijn eigen processen wel op orde, maar de eindkwaliteit (die prettige ruimte onder het dak) was mede afhankelijk van anderen. Daarom zijn applicateurs, gespecialiseerd in dakvensters, bijeengebracht in het ‘Dakvenstergilde’. Deze bedrijven doen niet anders en hun medewerkers krijgen training in een speciaal trainingscentrum (de VELUX Academie). Voor goede aansluitingen kwamen er waterkerende manchetten en isolatieen dampremmende frames. Echter er was meer nodig om zowel binnen als buiten betere aansluitingen te krijgen. Daarom is meer duurzaam contact met andere leveranciers opgebouwd om van elkaar te leren en om hun kennis en vaardigheden van daglichtsystemen te vergroten. Voor de buitenkant is er nu een samenwerking met Lafarge Dakproducten en de Stichting Dakmeester. Voor het aftimmeren van dakvlakken aan de binnenzijde wordt er samen met Isover en SBR een opleiding ontwikkeld. Het daglichtconcept is niet alleen meer een combinatie van een aantal producten, het heeft zich ontwikkeld tot een steeds meer geïntegreerd concept met een pakket van diensten die lang niet allemaal meer door VELUX worden geleverd. Dakserres Uit het tv-programma bleek dat beleven voor de (potentiële) klant belangrijk is. Daarom spreekt men nu graag van ‘dakserres’. Er is een showroom 25
Voorbeelden van conceptueel bouwen
gekomen met het daksysteem in meerdere zoldervarianten op ware grootte. Met praktijkvoorbeelden in boeken wordt de creativiteit gestimuleerd. In een ‘daglichtsimulator’ kunnen die creaties op hun effecten worden onderzocht (www.thedaylightsite.com). Omdat het keuzeproces te vereenvoudigen zijn er pakketten gekomen. Voor architecten is er een toolbox en een afdeling Technische ondersteuning die suggesties kan doen voor de gewenste zolderruimte. De innovatie gaat verder In discussie met klanten, ondersteund door praktijkexperimenten, werkt men aan verbreding van het assortiment. Daglichtboxen voor platte daken en daglichtspots voor vertrekken die niet aan buitenlucht grenzen, zijn noviteiten. Al die nieuwe mogelijkheden vragen om aanvullende verkoopstrategieën. Zeker naar de particuliere markt lopen de belangrijkste lijnen naar de klant via de materialenhandel of de bouwer. Voor hen is het moeilijk om de nieuwe concepten te kennen en toe te passen. Daarom wordt eigen voorlichting en het contact met architecten of gespecialiseerde verkooppunten belangrijker. Dat belang neemt nog toe bij grotere, completere modules. Bijvoorbeeld complete zolders met afwerking zowel binnen als buiten en met toevoeging van opbergsystemen als alternatief voor de zolder. Zo wordt in de zuidelijke landen van Europa al het ‘Atika’-concept beproefd; een compleet systeem voor de bovenverdieping (inclusief installaties voor zonne-energie en koeling) waarin naast ruimte ook daglicht, energiebesparing en behaaglijkheid belangrijke kwaliteiten zijn. Het ontwikkelen van dergelijke modulaire oplossingen kan VELUX niet alleen. Daarvoor werkt ze, onder meer in het Netwerk Conceptueel Bouwen, aan samenwerking met bedrijven die ook met concepten actief zijn. Een cultuuromslag In de praktijk blijkt dat werken met concepten vraagt om een andere mentaliteit. Die nieuwe cultuur blijkt niet eenvoudig, maar is wel een belangrijke succesfactor. Ze vraagt om de volgende omslag:
26
Conceptueel bouwen
• •
• • •
van kortetermijndenken naar ondernemerschap met visie op langere termijn en durf om te investeren; van de klant die lastig is (en zich moet aanpassen), naar klantgerichtheid en klantvriendelijkheid. Afspraken met de klant gelden als afspraak voor iedereen in de keten; van focus op efficiency en laagste kosten naar oriëntatie op de behoeften van doelgroepen en klanten; van strijd om laagste prijs met onderling wantrouwen naar duurzaam samenwerken op basis van een gezond rendement en vertrouwen; van eenmalige projecten naar herhaalbare concepten.
27
Voorbeelden van conceptueel bouwen
28
Conceptueel bouwen
4 Wat kan het netwerk conceptueel bouwen voor u betekenen? Het Netwerk Conceptueel Bouwen verenigt bedrijven die conceptueel bouwen tot de belangrijkste aanbodstrategie in de bouw willen maken. Tijd voor een doorbraak Conceptueel bouwen krijgt bij steeds meer bedrijven vorm en inhoud. Er zijn al enkele honderden concepten beschikbaar. De slag naar de praktijk is dus gemaakt. Nu is het zaak om te zorgen dat conceptueel bouwen de hoofdstroom van de bouw bereikt en uitgroeit tot dé aanbodstrategie in de bouw. Dat lukt alleen als er nog veel meer concepten en conceptaanbieders komen. Klanten moeten immers voldoende keuze hebben. Voor die broodnodige versnelling willen bedrijven hun krachten bundelen. Ook opdrachtgevers zijn van harte welkom om zich aan te sluiten, het is immers vooral hun belang dat er nog meer en nog betere concepten komen. Voordelen voor de aanbieders van concepten • een unieke kans om zich op basis van kwaliteit en aanbod te onderscheiden van de concurrentie (in plaats van te concurreren op prijs); • een betere beheersing van het ontwerp- en bouwproces (resultaat, budget, levertijd en kwaliteit); • minder personele inzet, betere arbeidsomstandigheden; • tevreden klanten; • een beter resultaat tegen lagere kosten. Wat vraagt conceptueel bouwen van bouwpartners? Conceptueel bouwen begint bij het maken van heldere keuzen. Op welke doelgroepen gaan we ons richten? Hoe kunnen we hun wensen adequaat vertalen in concepten? Welke partijen komen in aanmerking om duurzame relaties mee aan te gaan? Conceptueel bouwen betekent: denken in klantoplossingen in plaats van in manuren en stenen. Geen unieke bouwwerken realiseren, maar bouwen volgens concepten die herhaald kunnen worden. Geen eenmalige afspraken maken met wisselende partijen, maar duurzame relaties aangaan. 29
Wat kan het netwerk conceptueel bouwen voor u betekenen?
Wat doet het Netwerk Conceptueel Bouwen? Het Netwerk Conceptueel Bouwen (kortweg: het Netwerk) wil ertoe bijdragen dat conceptueel bouwen de meest toegepaste manier van bouwen wordt. Daarvoor werkt het netwerk aan drie zaken: 1. zorgen dat conceptueel bouwen en het aanbod van concepten breed bekend raakt; 2. bevorderen dat deze manier van werken verankert raakt in het beleid van de overheid en andere maatschappelijke organisaties; 3. bedrijven ondersteunen om met steeds meer en betere concepten de markt te bedienen. Werkgroepen zijn actief in het verwezenlijken van deze drie doelen. Het accent ligt in deze eerste periode op woningbouw en wijkverbetering. Al snel komen daar ook andere marktsegmenten bij. Het Netwerk biedt directies van bedrijven een platform voor kennisuitwisseling en om samen nieuwe concepten op te pakken. Meermalen per jaar zijn er workshops en bijeenkomsten. Er is een nieuwsbrief, een website (www.conceptueelbouwen. nl) en er zijn artikelen in tal van bladen om publiciteit te geven aan conceptueel bouwen. De website biedt potentiële opdrachtgevers een vergelijkend overzicht van de beschikbare concepten. Het aanbod van leden van het Netwerk wordt extra uitgelicht. Verder entameert het Netwerk onderzoek en experimenten op het gebied van conceptueel bouwen. Tot slot neemt het Netwerk initiatieven om meer steun te krijgen voor dit marktmodel bij ministeries, brancheorganisaties, de Regieraad en PSIBouw. Wat is de meerwaarde voor u? • Uw klanten weten u beter te vinden. Uw concepten krijgen extra publiciteit op www.conceptueelbouwen.nl: dé website die opdrachtgevers bezoeken die met conceptueel bouwen aan de slag willen. • U draagt bij aan de bekendheid van het fenomeen conceptueel bouwen als volwaardig alternatief voor het traditionele bouwen zodat uw klanten beter snappen wat uw aanbod onderscheidend maakt. • U kunt op een snelle manier kennis verwerven over het ontwikkelen en verkopen van concepten.
30
Conceptueel bouwen
In een vertrouwde omgeving vindt u de juiste bedrijven om nieuwe concepten mee te ontwikkelen of om de bestaande mee te verbeteren. • U kunt kosteloos deelnemen aan alle workshops en netwerkbijeenkomsten. • Zo bouwt u een voorsprong op bij het ontwikkelen en in de praktijk brengen van conceptueel bouwen. •
U kunt lid worden van het Netwerk als u met conceptueel bouwen aan de slag gaat of wil gaan en bereid bent om kennis en ervaringen te delen. De deelname kost € 5.000,– per jaar. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Pieter Huijbregts: phuijbregts@coficient.nl of 040-29 13 596. Netwerk Conceptueel Bouwen De Beekse Tuin 1 5673 NK Nuenen
31
www.conceptueelbouwen.nl Leden:
Nederland kiest voor Conceptueel Bouwen Pieter Huijbregts
Conceptueel Bouwen, sneller, beter, klantvriendelijker