Jan Braeckman
Naar een nieuw e-boekenaanbod Discussienota
1. Doel van debat op de Stuurgroep Collectie Inzichten van Bibnet/LOCUS en bibliotheken afstemmen op elkaar binnen de case van e-boeken. Zoekproces naar e-boek aanpak met oog voor variatie en experiment Draagvlak voor onderhandelingen door Bibnet/LOCUS met diverse partijen. Inhoudelijke voorbereiding van een breder debat (?) op Informatie aan Zee.
2. “Learned lessons” / Krijtlijnen Op basis van het eigen pilootproject en ervaringen in het buitenland (zie ‘A Review of Public Library E-lending Models’ op http://www.bibnet.be/portaal/Bibnet/Collectie/Vlaams_e-boekplatform/ ).
2.1.
De markt van het e-boek
De markt van het e-boek is nog volop in ontwikkeling. De cijfers van CB en Boek.be leren dat in het eerste kwartaal van 2015 e-boeken in Vlaanderen maar 2,8% van de verkoop uitmaken. In Nederland in dezelfde periode bedraagt het aandeel 5,2%. Daarnaast is de inschatting dat de Nederlandstalige markt een van de meest gepirateerde markten is. Er zijn signalen dat in de meest geëvolueerde markt, de US, het aandeel van het e-boek stagneert.
2.2.
Meerwaarde van de bib
De bib heeft de maatschappelijke opdracht om mensen en gemeenschappen te versterken, en doet dit (ondermeer) op het terrein van taal en lezen. Ze zet daarvoor in op haar aanbod. E-boeken zijn een instrument om dit te realiseren voor mensen die digitaal actief zijn. De diensten van de bib zullen steeds getoetst worden aan het commercieel aanbod. Zowel door beleidsmakers als het publiek: - Beleidsmakers zullen willen zien wat de maatschappelijke meerwaarde van de bib is die een commerciële aanbieder niet kan leveren. En goedkoop e-boeken aanbieden is wellicht niet voldoende aangezien commerciële aanbieders dit steeds meer beginnen te doen. - Het publiek zal ook toetsen, als consument, wat hen de beste service biedt. In dit verband is het belangrijk te noteren dat de bib meer hogeropgeleiden bereikt dan gemiddeld in de bevolking aanwezig zijn. Laat dit nu net de groep zijn die vermoedelijk vaker een hoger 1 | 13
Discussienota e-boeken 29-6-2015
inkomen heeft en zijn weg vindt in het digitaal aanbod. Aantrekkelijke commeriële diensten kunnen dus zeer snel een goed deel van het bibliotheekpubliek voor zich winnen. In de fysieke wereld koopt de bib een fysiek aanbod en biedt het vervolgens goedkoop of gratis aan. (En bouwt er tal van leesbevorderende acties rond.) In de digitale wereld spelen een aantal zaken die er voor zorgen dat de bibliotheekpropositie rond het fysieke boek niet zomaar overgedragen kan worden naar de digitale wereld: - het publiek gedraagt zich anders: men wil nu/onmiddellijk kunnen beschikken waar men nu mee bezig is. (Ipad kinderen kijken niet naar lineaire TV, zij bepalen wel wat ze wanneer willen zien.) - het referentiekader voor kwaliteit van een service is dat wat grote internationale spelers kunnen aanleveren (Booking, Zalando, Apple, Amazon). - Commerciële spelers willen best zelf wel bibliotheek zijn: Bliyoo van Bruna, boekenclubs zoals Elly’s Choice en Tom Kabinet: interessante aanbiedingen aan een zeer goedkoop tarief. - Het publiek wordt overspoeld door digitaal aanbod in de vrijetijdssfeer met een sterke focus op het visuele (Youtube is hét muziekkanaal voor de jongeren). We staan voor een periode van zoeken naar de juiste wijze waarop we onze maatschappelijke opdracht goed kunnen vervullen, binnen onze financiële en personele mogelijkheden. Bijvoorbeeld Fundels: Fundels zijn een kwaliteitsvol aanbod, dat zonder de afzetmarkt van de bibliotheken er niet zou zijn. Het is een vrij duur product, niet per stuk, maar wel als men er rekening mee houdt dat kinderen ze snel en veel lezen, wat voor het ontwikkelen van smaak, lees- en andere cognitieve vermogens ook belangrijk is. En dus is het gratis aanbieden van Fundels (binnen een al dan niet betalend bib abonnement) een zinvolle keuze. Meer gezinnen kunnen genieten van een kwaliteitsvol product. De kwaliteit heeft te maken met: type van boekjes, interactieve spelletjes, meertalige opties, educatieve waarde… Op de Denk- en Discussiedag (DDD) over ‘E-boeken in de bib’ werd nagedacht over concrete invulling van de meerwaarde van de bib in het aanbieden van e-boeken. Een greep uit de uitspraken: Gidsfunctie - Aanbieden van metacontent (beschrijvingen, samenvattingen, besprekingen….) - koppelingen tussen content, verbindingen leggen met andere content (film, spel, …) - kwaliteitsoordelen als hulp bij kiezen en verkennen (nominaties, prijzen, lijstjes…) - voor het publiek gepaste selecties maken (o.a. tijdelijk in veelvoud aanbieden) E-inclusie - aanbod organiseren voor commercieel niet interessante groepen: NT2, boeken uit specifieke talen/culturen - toestellen uitlenen voor wie ze (nog) niet heeft Educatie - boeken en aanvullend educatief materiaal voor onderwijs aanbieden - kosten voor de collectie kunnen delen met partners in specifieke acties (onderwijs, basiseducatie…) Om onze meerwaarde succesvol te realiseren moet er wel een ononderbroken service bestaan die de toeleiding, context, interactie, participatie koppelt aan het product zelf. Er zijn maar weinig andere partijen dan bibliotheken die dat structureel en onafhankelijk kunnen doen.
Bibnet 2 | 13
Discussienota e-boeken 29-6-2015
2.3.
Technologie
Bibliotheken zijn geen technologie-innovators, wel innovators in het leveren van publieke diensten. We moeten kiezen voor mature en bewezen technologische oplossingen die op de markt zijn en die zo optimaal mogelijk integreren in onze dienstverlening. (In die zin was het een vergiftigd geschenk dat het Vlaams E-boekplatform werd gesubsidieerd vanuit middelen voor technologische innovatie.) Dit spoort met de verwachtingen die werden geformuleerd op de DDD: - technologisch soepel - geïntegreerd in de bibliotheekomgeving: catalogus, toegang - geïntegreerd in de omgeving van onderwijs - sociaal gebruik van boeken: notities maken en delen - koppeling naar educatief materiaal en andere contextuele content - lezen op alle toestellen
2.4.
Collectie als instrument van ‘programmatie’
Voor digitale collecties geldt meer dan voor fysieke collecties dat het gebruik er van afhankelijk is van promotie en de inbedding in leesbevordering. Een e-boeken aanbod moet steeds ingebed zijn in een bredere activiteit: Voorbeelden: - een e-boekenaanbod dat op zich een (deel van een) campagne is Bijvoorbeeld: de campagne van de Bibliotheekweek 2015 -
een e-boekenaanbod dat zo gericht en gepast is, dat het een specifieke bibliotheekdienst die afzonderlijk kan gepromoot worden. Bijvoorbeeld: Fundels
Daarnaast kunnen e-boeken ook instrumenteel zijn voor specifieke acties van bibliotheken. Bijvoorbeeld: - acties rond e-inclusie en mediawijsheid - boeken leveren voor een leesclub - boeken als materiaal voor een onderwijs activiteit - … Anders gesteld: de e-collectie is deel van de bredere ‘programmatie’ van de bibliotheek. In het ontwikkelen van een e-boekenaanbod ligt de klemtoon nu dan ook beste op marktverkenning, marketing en doelgroepen. Daaruit volgt dat er diverse business modellen moeten zijn worden die diverse activiteiten van de bibliotheek ondersteunen, of flexibele business modellen. Bijvoorbeeld: - als de klemtoon ligt op een campagne of het ondersteunen van een leesclub moeten de eboeken gelijktijdig door meerdere mensen te lezen zijn. - Als de e-boeken instrumenteel zijn voor e-inclusie moeten ze gratis zijn of bijzonder goedkoop
Bibnet 3 | 13
Discussienota e-boeken 29-6-2015
2.5.
Deel van het boeken-ecosysteem
Uitgevers of nieuwe spelers experimenteren zelf met een e-boek aanbod voor het brede publiek, aangepast aan het digitale karakter van het medium. Bijvoorbeeld: Bliyoo van boekhandel Bruna wat eigenlijk een betaalbibliotheek is: voor 10 euro per maand kun je drie boeken lezen uit een breed aanbod van ongeveer 20.000 boeken. Voor 15 euro kun je er een aantal tijdschriften bijnemen. Yieha van WPG en Ballon Media laten toe om strips te kopen of te huren vanaf 1,99 euro voor 10 dagen. Amazon, Apple, Google laten toe om e-boeken te kopen, te huren, uit te lenen aan anderen, te herverkopen. In zijn analyse van de impact van digitale technologie op bestaande business modellen gebruikt Jo Caudron ondermeer de metafoor van de kikker. Een actor kan over het hoofd van een andere springen, om zo rechtstreeks de eindklant te bereiken. Met Yieha richten uitgevers zich over de hoofden van boekhandels en bibliotheken rechtstreeks tot het publiek, met een vergelijkbaar aanbod. We moeten er vanuit gaan dat het speelveld van bibliotheken om dergelijke diensten te ontwikkelen kleiner is. Bibliotheken hebben minder technologische en financiële armslag als nieuwe technologie spelers, en zijn minder snel om innovaties te realiseren. Bovendien zijn ze afhankelijk van de rechthebbenden om te kunnen experimenteren. Bibliotheken hebben zelf geen content. Uitgevers, rechthebbenden, zullen hun content voorbehouden voor die partners die hun het interessantst lijken. Het is de vraag of zij daarbij kijken naar de rol van bibliotheken als leesbevorderaars, als partij die etaleert, contextualiseert en toeleidt naar gebruik en verkoop. Of denken zij louter aan een onmiddellijk financieel voordeel. Voorlopige conclusie: bibliotheken zullen meer dan vroeger hun bijdrage aan het ecosysteem van het boek moeten beargumenteren en bewijzen om expliciete partnerships met uitgevers/rechthebbenden te realiseren. En daarom – in de huidige volatiele context - voorlopig blijven kiezen voor pilootprojecten of projecten die kunnen bijgestuurd worden. Geen één en alles omvattende oplossing zoeken. Kleinschalige experimenten met korte ontwikkelcycli bieden de kans om door intensief te monitoren te zoeken naar goed werkende modellen inzake aanbod, leenmodaliteiten, prijszetting. De keuze voor een (1) grootschalige oplossing met lange implementatieduur sluit deze leercurve uit en draagt het risico in zich om te falen wegens te weinig aansluiting op de snelwijzigende behoeften van de gebruikers in een volatiele context. Deze aanpak biedt ook kansen om samen met de rechthebbenden te experimenteren, waar bij bibliotheken en uitgevers zoeken om elkaar te versterken in het creëren van een aanbod. Bijvoorbeeld: - Koop- huurknop toelaten - toegevoegde waarde bieden voor het publiek die ook zinvol is voor rechthebbenden (Zie de concrete meerwaarden van de bibliotheekdienst hoger) Een andere optie voor bibliotheken is zich in het eco-systeem van het boek zich sterker focussen op niche-content. Boeken (en tijdschriften etc) die zonder de bib niet geproduceerd worden. Of samenwerking met kleine content producenten die sneller bereid zijn om samen een bibliotheekaanbod en –diensten te ontwikkelen. Voorbeelden: - in het kader van het project Drijfhout heeft de bib van Oostende verhalen laten schrijven - in de VS is er een e-boekenplatform gebouwd door een consortium van bibliotheken om boeken van kleine uitgevers aan te bieden omdat de grote uitgevers de bibliotheken niet wilden te bedienen Bibnet 4 | 13
Discussienota e-boeken 29-6-2015
-
ook in Europese landen zijn een aantal e-boek oplossingen eerst ontwikkeld met kleine uitgevers
2.6.
Type collectie
In de meeste landen worden pogingen ondernomen om een breed e-boeken aanbod te ontwikkelen naar analogie met de fysieke collectie. Het resultaat is meestal een bibliotheekdienst die ook analoog is met de fysieke uitleen van boeken (single use). Langzaam evolueren die diensten naar meer hybride modellen waarbij e-boeken onder voorwaarden gelijktijdig kunnen ontleend worden (multiple use). Het overtuigen van uitgevers om mee te stappen in deze modellen is een langzaam proces met wisselend succes. Ook in zeer succesvolle single use diensten stappen niet alle uitgevers mee, en stappen ze voornamelijk met ouder materiaal mee. De verwachting dat bibliotheken een brede e-boeken collectie moeten kunnen aanbieden leeft bij bibliotheken, en bij (een deel van?) het huidige bibliotheekpubliek, bij beleidsmakers. Tijdens de DDD werden meer genuanceerde verwachtingen uitgesproken: - gerichte selecties kunnen maken - commercieel minder interessant aanbod (makkelijk lezen etc) - tijdelijk veel kunnen aanbieden - ook educatief materiaal - doelgerichte (kennismakings)pakketten: vakantie, ouders, rusthuizen Een voorbeeld van een gespecialiseerde collectie die vrij ter beschikking is: https://www.bibliothequedesameriques.com/bundles
2.7.
Type dienstenmodel
Uit onderzoek, en uit het pilootproject ‘E-boeken in de bib’ blijkt dat er betalingsbereidheid is voor de diensten van de bib bij minstens een deel van het bibliotheekpubliek. Anderzijds is er spanningsveld met de uitgevers die enerzijds willen dat de bib niet gratis is, anderzijds experimenteren met zeer goedkope modellen. Uit de evaluatie van het pilootproject blijkt ook dat de meningen in de sector zeer verdeeld zijn over het al dan gratis moeten zijn van een e-boeken dienst. En er is de evolutie bij de lokale besturen die ook wegen op het al dan niet betalend maken van de bibliotheekdiensten. Omwille van die spanning is het in elk geval zinvol om er vanuit te gaan dat er de komende jaren nog een tijd geëxperimenteerd zal moeten worden.
3. Modellen Er zijn in grote lijnen twee types gebruik te onderscheiden: - multiple use (NL) o aankoopkost / afkoopsom o bedrag per ontlening: pay per use varieert per jaar van publicatie eventueel limiet op aantal ontleningen Bibnet 5 | 13
Discussienota e-boeken 29-6-2015
-
single use en hybride model met parameters (Fr. Gemeenschap): o licentieprijs per boek (marktprijs x factor) o aantal ontleningen per licentie o aantal gelijktijdige ontleningen o looptijd van de licentie
Inkoop collectie: Prijszetting en voorwaarden bijna steeds gekoppeld aan leeftijd boek: - head: actuele verkoop in de handel en in de marketing, = recent in commercieel perspectief, meestal 4 – 6 maanden - shoulder: (=recent in bibperspectief); tot 3 jaar oud - eversellers: goed lopende boeken voorbij eerste periode - tail: ouder dan 3 jaar
3.1.
Campagnemodel
= Tijdelijk onbeperkt gebruik voor volledige bevolking afkopen. Zie Vakantiebieb in Nederland en Bibliotheekcampagne 2015 ‘Verborgen Parels’.
3.2.
Fundels/GoPress
Ontwikkeling van bibliotheek-businessmodel in samenwerking met de leverancier. - Starten met afname per bibliotheek die instapt. - Ombuigen naar een model waarbij de inkoop verdeeld wordt over bibliotheken op basis van het aantal inwoners, waardoor het potentieel aantal gebruikers minder/niet gelimiteerd is.
3.3.
Nederland (update van 10 juni)
Nederland creëert voor Vlaanderen een bepalende context. Wat zij realiseren is richtinggevend voor alle uitgevers waar ook wij mee te maken hebben. Het Centraal Boekhuis is een centrale speler voor uitgevers in ons taalgebied en dus steeds deel van de oplossing. Zij ontwikkelden een oplossing op maat voor de KB/BNL. De KB en VOB (Vereniging Openbare Bibliotheken) blijven kiezen voor een multiple use model. Zij oordelen dat een single use model op lange termijn niet houdbaar is naar het publiek dat onmiddellijke digitale dienstverlening vraagt. Het is ook moeilijk uit te leggen aan de gebruikers. Ook vraagt de technische implementatie veel extra investeringen. De prijszetting per ontlening blijft vooralsnog - Head : 0,60 – 0,36 - Eversellers : deals - Shoulder: 0,36 - Tail: eerste jaar in het systeem: 0,24. Nadien: 0,12
De wijziging die ze nu toetsen bij uitgevers: - Aankoop van pakketten van uitleningen. Als die pakketten op zijn, opnieuw onderhandelen over een nieuw pakket. Dit moet vertrouwen geven aan de uitgevers omdat ze mee controle hebben over de omvang van het gebruik via de bib, per titel.
Bibnet 6 | 13
Discussienota e-boeken 29-6-2015
-
De omvang van de pakketten bepalen ze op basis van het huidige gebruik dat ze veronderstellen zal aanhouden. Het kan zijn dat het gebruik nog toeneemt, maar ze houden ook rekening met een daling als de hype weg is. Het pakket uitleningen wordt op voorhand betaald. Zo blijft er een vorm van pre-financiering. Voor de long tail wil de KB naar een vergoeding per uitlening op niveau van de leenvergoeding (12cent). Afrekening? De prijs per ontlening is wellicht onderhandelbaar. Aanbod voor bestsellers is 60cent, een uitgever vraagt 1,5 euro.
Het risico in dit model: de uitgevers kunnen spelen met de titels. Er komen nu veel commerciële abonnementsformules op de markt. Ze kunnen titels reserveren om die enkel in het commerciële circuit te plaatsen. (Zie beleid van de labels ten aanzien van Spotify) De KB en VOB overwegen om principieel de nieuwe titels niet aan te kopen omdat er teveel spanning op zit. En om die wijze met publieke middelen niet de markt te verstoren (of de beschuldiging te krijgen van). Technische implicatie van dit model: CB moet een teller toevoegen aan het bestaande platform. Dat is een kleine aanpassing. Het limiteren van het aantal gelijktijdige gebruikers (zoals in het hybride model) is een te grote aanpassing, en vergt een nieuwe aanbesteding en dat kost teveel. Bedenkingen KB merkt dat de uitgevers ambivalent staan tegenover de bibliotheekdienst: - gevoelig voor het bereik dat bibliotheken hebben, en de ontwikkeling van de markt voor het digitale boek - zodra het bereik te groot is: angst voor ‘marktverstoring’, minder te halen uit verkoop - de koopknop is een issue: men wil het, maar naar waar verwijst die koopknop dan? Het Nederlandse model is niet gratis, het gebruik zit vervat in het (duurdere) bibliotheeklidmaatschap. Een optie zou kunnen zijn het gebruik van de bestsellers/recente boeken betalend te maken bovenop het abonnement. (Dus dichter bij de verkoop aan te leunen?) Conclusie: Een aansluiting bij het Nederlandse model is bereikbaarder geworden omdat de inkoop gelimiteerd kan worden en op voorhand gebudgeteerd.
3.4.
Onleihe – Divibib
Is SAAS provider (Software as a Service) Kan zich opstellen als totaaloplossing of als technologie-implementator, afhankelijk van de rol die Bibnet voor zichzelf ziet. Als wij het uitgeverslandschap beter kennen, is het beter/kan het en optie zijn dat wij de contracten sluiten en financieel regelen. Levert eigen app, reading in app, reading online, drm + shop voor bibliotheken Kan zelf als aggregator optreden en naked files verzamelen (Duitsland) of kan interfacen met aggregator (Frankrijk: Dilicom dat ook mee in oplossing zit van Cantook voor de Franstalige Gemeenschap) Ziet zich als de grootste speler. Levert nu diensten in Duitstalige wereld, inclusief België, Italië, Frankrijk, Scandinavië. Stelt zich flexibel op en integreert in de lokale ‘architectuur’. Nederland: Bibnet 7 | 13
Discussienota e-boeken 29-6-2015
NBD-Biblion is partnerorganisatie. Boot afgehouden door Henk Das? Begrijpt rol van Centraal Boekhuis, verwijst naar Dilicom – Frankrijk. Ziet geen probleem. Integratie met dergelijke speler vraagt tussen de 2 en 6 maanden. Aankoopmodel kan variëren: - door individuele bibliotheken - door regionaal consortium (is zoals in Oostenrijk, de Länder) - heeft heel veel data en levert op die wijze standing orders aan bibliotheken zodat individuele beslissingen niet meer genomen moeten worden door bibliotheken - een gelaagd model waarbij 1 bib deel is van verschillende consortia is moeilijker Collectie: Volledig afhankelijk van uitgevers. Stellen dat ze van Der Spiegel e-book bestseller list gemiddeld 40 tot 60% aanbieden. (Info van Duitse bibliotheekvereniging: Onleihe biedt oude titels) Prijs: Afhankelijk van de grootte van de bib: aantal leners Verschil met Overdrive: - Overdrive wil dat alles op dezelfde Amerikaanse manier werkt, terwijl zij zich flexibel opstellen omdat de verschillen in EU zo groot zijn - Overdrive is gekocht door Japanse eigenaar van Kobo reader. Wil zich gaan richten op de consumenten. Beschikt over alle data van de patrons. - Onleihe weet niets van bib gebruikers: anonieme service
3.1.
Overdrive
Is SAAS provider en aggregator: alle content moet op hun platform. Gebruiker logt minstens eerste keer ook in op hun platform met naam, en email. Een connectie met IAM (Mijn Bibliotheek) zou mogelijk zijn. Zij ontwerpen een site per bibliotheek/consortium. Ze voorzien ook etalages (nieuwe boeken, jeugdboeken). Maar zij maken die op aangeven van de bib/consortium. Indien consortium: gelijke etalage in heel Vlaanderen. Prijsmodel voor de service is gebaseerd op het aantal inwoners (‘legal population served’) Aankoop kan variëren - individuele bibliotheken, en onderhandelen over samenaankoop - in consortium: 1 collectie - consortium + individuele bibliotheken die extra betalen voor extra gebruik voor hun leden alleen, bijvoorbeeld als er teveel leden boeken gereserveerd staan hebben (advantage account) Zij bieden een koopomgeving aan voor de bibliotheken. De inschatting is dat een consortium aankoop altijd goedkoper is dan de optelsom van de aankoop van de individuele bibliotheken samen. Niet door korting op groepsaankoop, maar omdat er minder exemplaren van titels moeten aangekocht worden.(?) Bij raadpleging van hun site met testaccount : - Nu 103 titels in het Nederlands - Toch nog Engels er tussen
Bibnet 8 | 13
Discussienota e-boeken 29-6-2015
-
Geen bekende literatuur Vooral non-fictie Geen interessante collectie
Collectie - E-boeken, audioboeken, video, tijdschriften - Grote collectie in de US, inclusief recente werken - Europa = onduidelijk - 5.000 uitgevers in portfolio - Contact voor EU uitgevers is persoon in UK Uitleenmodel: - De meeste uitgevers: 1 keer een licentie betaald van een boek blijft het in de collectie: single use (one copy one user). Onbeperkt gebruik. - 26 uitgevers: ‘metered access’ limiet op aantal ontleningen per licentie. Maar soms is de licentie dan wat goedkoper. - Harper Collins: 10$ per titel en 26 keren downloaden. - Er zijn ook uitgevers die gelijktijdig gebruik toestaan. Collectiegebruik: Bib/consortium zet uitleenperiodes op default waarden, maar gebruiker kan dat zelf aanpassen (als bib het toelaat). Wat zijn je sterktes in vergelijking met anderen: - wij zijn de grootste, anderen komen en gaan - laden 35.000 titels per maand op - bieden ook video en audio, en in de US ook kranten en tijdschriften - kunnen deals afsluiten rond aankoop van Kobo e-readers (zijn door die firma opgekocht) - goede help functies en gemakkelijk voor de eindgebruiker Appreciatie: - sterk sturend: ‘hun oplossing’, geen enkel signaal van flexibiliteit - Onleihe zou gelijk kunnen hebben dat ze zich op termijn rechtstreeks richten tot het publiek, alles is er klaar voor
3.2.
Cantook – De Marque
3.2.1. Franstalige Gemeenschap -
Onderhandelingen met de uitgevers worden door Dilicom gevoerd (organisatie zoals Centraal Boekhuis). Dilicom positioneert zich al neutrale derde partij die de belangen van alle andere partijen respecteert. De Franstalige gemeenschap en provincies financieren de collectie. Op termijn met de grote steden er bij. IT kost wordt door de Franstalige Gemeenschap opgenomen. Er is 1 collectie voor alle bibliotheken samen, met als argumentaties: daardoor heeft elke gebruiker een brede collectie en vermijdt men gebruikers die gaan shoppen tussen bibliotheken, en dit sluit aan bij de verwachtingen van het publiek. Daarenboven is het goedkoper door samenaankoop. Bijvoorbeeld: Oeroeg van Hella Haasse: elke bib wil dit in collectie kunnen aanbieden omdat het een Nederlande klassieker is maar hij wordt zeer zelden Bibnet 9 | 13
Discussienota e-boeken 29-6-2015
-
ontleend. In het samenaankoop model worden er voor 150 bibliotheken 30 uitleningen gekocht, terwijl, mocht elke van die 150 bibliotheken zelf een licentie kopen zou dit op een kost van 4.500 uitleningen komen die nooit allemaal zouden worden opgebruikt. (zie ‘inkoopmodel’ lager) Het aanrekenen van de dienst aan de gebruiker is in handen van de lokale bibliotheek, dus die kan dit gratis aanbieden, in een lidmaatschap, etc. De gebruiker is verantwoordelijk voor eigen app, reader, toestel etc.
Inkoopmodel: - prijs van een licentie voor een boek : x keer de marktprijs (B2C), meestal 1,5 tot 2 keer - aantal uitleningen per licentie, tussen 20 tot 40 keer, meestal een 30-tal keer - duur van de licentie: meestal 5 tot 6 jaar - aantal gelijktijdige uitleningen: meestal 10 gelijktijdig maar die varieert per uitgever Na aflopen van de licentietijd is men de nog resterende uitleningen kwijt. Daar is nu debat over: de Franstalige Gemeenschap wil niet gebruikte uitleningen recupereren. Op de lange termijn streeft de Franstalige Gemeenschap er naar om boeken blijvend in de collectie te kunnen houden. Hachette, de grootste uitgever doet niet mee, maar hun overkomst is aangekondigd. Hachette heeft 1 model wereldwijd: licentieprijs is de marktprijs (B2C), maar altijd single use. Het aantal uitleningen dat men krijgt voor de licenties bij Hachette is niet duidelijk. Het project van de Franstalige Gemeenschap houdt voor het eerste jaar in: 1.500 titels, ter waarde van 56.000 uitleningen. Men zou tot 2.000 titels kunnen gaan. Sommige boeken kunnen binnen een licentie gelijktijdig uitgeleend worden, de uitgever bepaalt. De meerderheid van de titels kunnen met 10 gelijktijdig uitgeleend worden. De 1.500 titels die de Franstalige Gemeenschap aankoopt zijn een selectie uit een totaal aanbod van 12.000 titels die op de Franse markt als e-boek ter beschikking staan voor bibliotheken. Die 12.000 titels zijn op zich ongeveer een zevende van het totaal aantal e-boeken op de Franse markt. Dus het project van de Franstalige Gemeenschap biedt ongeveer 1,8% aan van de beschikbare e-boeken. Doelen van de Franstalige Gemeenschap: Nog hybrider maken van het model, gebonden aan de leeftijd van het boek: - licentietijd moet langer duren, en op termijn moet een boek blijvend in de collectie blijven (met een pay per use model, of met een eenmalige afkoop voor alle verdere gebruik van die boeken die nog zelden gelezen worden) - meer gelijktijdig gebruik per titel, maar de huidige 10 vindt men OK, - licenties voor oudere titels moeten goedkoper met minder uitleningen per licentie (korte licentiecyclus) Het gebruik is laag tot nog toe, in juni 2015: 500-tal gebruikers. Er is de moeilijkheid met de beveiliging voor gebruik op e-readers. Wat ook in Nederland een groot issue is. Ook het kennisniveau van de bibliotheekmedewerkers is een issue. Men organiseert opleidingen in samenwerking met de centrale bibliotheken. De Franstalige Gemeenschap heeft een collectiecomité opgericht. Dat beslist of titels in het pakket, waarvan de licentie uitgeput is, opnieuw worden aangekocht of niet. Tot nog toe ging dit over een handvol titels. De Franstalige Gemeenschap die optreedt als 1 consortium trekt naar verluid aandacht in Frankrijk waar e-boeken het niet goed doen in steden kleiner dan 70.000 inwoners. Men creëert draagkracht en goedkopere tarieven voor iedereen. IT-overeenkomst met De Marque - Franstalige Gemeenschap is 1 grote bibliotheek
Bibnet 10 | 13
Discussienota e-boeken 29-6-2015
-
De prijs is afhankelijk van het aantal leden van de bibliotheek (en niet van het inwoneraantal van 4,5 mio – wat onmogelijk zou zijn)
3.2.2. Cantook Station van De Marque (volgt later)
3.3.
Uitgevers
3.3.1. De Geus Centraal idee: in ons taalgebied kan enkel de bib een duurzame abonnementsformule voor eboeken aanbieden. Met als voordelen voor de uitgever: - gaat diefstal tegen (piraterij) - een meer faire betaling dan de commerciële modellen, zeker dan Amazon of Bruna (had nog geen kennis van koerswijziging KB) Dit houdt in: Een service bieden waar mensen weten dat ze voor ‘alles’ terecht kunnen. Is sterke positie van bib in de fysieke wereld. Is opdracht van bib in digitale. ‘Alles’ = alle Nederlandstalige boeken. De rol van de overheid = leesbevordering. Dat is zeer duur en kunnen de uitgevers of boekhandels niet. - aandacht voor ‘diep lezen’ in het meer visuele digitale vrijetijdsaanbod - toeleiding van niet (meer) lezers naar (e-)boek Uitdagingen: - betaalbaar abonnement voor de dienst - de ontdekking, beleving moet leuk en foutloos zijn (= duur) - werken met korte innovatiecycli in samenwerking met digital natives op bootcamps die het digitale begrijpen, het publieksgedrag begrijpen en marketing begrijpen - aansluiten op sociale media en wikipedia - samenwerken met uitgevers: metacontent delen, niet samen aanmaken want vergt teveel overhead organisatie - De Geus wil mee experimenteren - Samenwerking met KB voor 1 oplossing is een must
3.3.2. Andere uitgevers (volgen later)
4. Stellingen: afwegen van keuzes bij de organisatie van een e-boeken aanbod Doel is een advies te formuleren over de richting(en) waarin moet gewerkt worden, en prioriteiten waaraan gewerkt moet worden.
Bibnet 11 | 13
Discussienota e-boeken 29-6-2015
Stelling 1. Gezien het belang van het brengen/promoten van een collectie in een digitale omgeving, is het ontwikkelen van nieuwe praktijken in publiekswerking/leesbevordering met e-boeken belangrijker dan het ontwikkelen van een breed en algemeen aanbod. Of meer concreet: een klemtoon op marktverkenning, marketing en doelgroepen. OF Het ontwikkelen van een brede, algemene fictie collectie e-boeken, wat het publiek vraagt, is belangrijker dan het ontwikkelen van nieuwe praktijken aangepast aan een digitale omgeving. Stelling 2. Gezien de volatiele situatie van het e-boek in het algemeen, de technologie en de praktijken in publiekswerking, moet er nog gedurende enige tijd geëxperimenteerd worden met diverse modellen voor vaak beperkte collecties (zie bibcampagne, Fundels), met een beperkt aantal pilootbibliotheken, en een beperkte campagnevoering (om geen foute verwachtingen te scheppen bij het publiek). Stelling 3. Een model voor een e-boekendienst van de bibliotheken moet voldoende flexibiliteit toelaten om te dienen als onderliggende dienstverlening voor diverse praktijken. Bijvoorbeeld een combinatie van: - aanbieden van boeken in collectie (just in case) - kopen van boek als de klant het vraagt (just in time) - aanbieden van koopknop die deel uitmaakt van de bibservice (en dus onderhandeld met ‘het boekenvak’) OF Een e-boeken aanbod moet zoveel mogelijk lijken op het aanbod van de fysieke boekencollectie. Stelling 4. De organisatie van 1 collectie/service op Vlaams niveau heeft een aantal argumenten pro: - Het laat toe om de kosten te delen onder alle participanten - Goedkopere inkoop van e-boeken - Het is eenduidiger voor het publiek als een gemeenschappelijke bibservice en dito collectie - Gezamenlijke promotiecampagne - Opleidingen voor het personeel De organisatie van deelcollecties voor deelconsortia of individuele bibliotheken is een bijkomende dienstverlening (kosten, timing, prioriteit). OF De klemtoon moet liggen op het ontwikkelen van een portfolio van oplossingen waaruit bibliotheken individueel kunnen kiezen. Ook bij gemeenschappelijke oplossingen moeten bibliotheken hun eigen collectievorming kunnen realiseren.
Bibnet 12 | 13
Discussienota e-boeken 29-6-2015
5. Context 5.1.
Auteursrecht en procedure NL
De VOB heeft een procedure ingespannen bij de rechtbank met als claim: een digitale ontlening is ook een ontlening en valt onder de huidige uitleenuitzondering in het auteursrecht. De Nederlandse rechtbank heeft hierover een uitspraak gevraagd aan het Europees Hof van Justitie want het auteursrecht is Europees geregeld. Het Europees Hof van Justitie bevraagt nu de lidstaten wat zij begrijpen onder een digitale ontlening. Hun vraag is: akkoord dat een digitale ontlening een tijdelijke ter beschikking stelling is van een digitaal boek. Indien deze visie het haalt zou dit betekenen dat eensklaps er een digitaal leenrecht is. Een leenrecht dat: - werkt naar analogie van het fysieke uitleenrecht (geen multiple use) - van toepassing op alle boeken op de markt - valt onder het leenrecht en de leenrecht vergoeding De vraag is of de rechthebbenden dit gaan aanvaarden. De vraag is of dit een goede zaak is. Bibliotheken worden dan opgesloten in een single use model, terwijl veel gebruikers en bibliotheekacties gediend zijn met multiple use. De vraag is of de rechthebbenden nog geneigd zullen zijn om multiple use via licenties toe te staan. In elk geval: - men verwacht dat de uitspraak lang op zich kan laten wachten - als ze valt is het nog niet zeker dat het Hof besluit dat er zoiets is als digitaal leenrecht - als het Hof digitaal leenrecht definieert zal dit slechts een eerste stap zijn in het verder uitbouwen van het bibliotheekmodel
Voor het najaar wordt er een ontwerp van richtlijn over het nieuwe Europese auteursrecht aangekondigd. Het is niet zeker of deze timing gehaald wordt.
5.2. -
Vlaamse versus Nederlandse prijzen
Indien per ontlening: gelijk afkoopsommen: o minder bibliotheekleden o minder lezen o 40% van bevolkingsaantal NL
Bibnet 13 | 13