Van diversiteit naar burgerschap discussienota
Amsterdam Zuidoost september 2008
Inhoudsopgave
1
INLEIDING......................................................................................................................2
2
DIVERSITEIT OPNIEUW BEKEKEN ........................................................................ 3 2.1 HET BEGRIP DIVERSITEIT ........................................................................................... 3 2.1.1 Primaire en secundaire kenmerken ..................................................................... 3 2.2 UITGANGSPUNTEN VOOR NIEUW BELEID ................................................................... 3 2.2.1 Bestuursakkoord .................................................................................................. 3 2.3 BURGERSCHAP: EEN NIEUWE OPDRACHT AAN DE POLITIEK EN HET MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD ............................................................................................ 4 2.3.1 Overbruggen en verbinden .................................................................................. 4
3
SOCIALE CONTEXT..................................................................................................... 5 3.1 3.2
4
DE BEVOLKINGSSAMENSTELLING OP BASIS VAN NATIONALITEIT .............................. 5 DE SOCIAALECONOMISCHE SAMENSTELLING ............................................................ 6
VOORWAARDEN VOOR ACTIEF BURGERSCHAP .............................................. 7 4.1 ARBEIDSMARKT EN ARMOEDE................................................................................... 7 4.1.1 Wat gebeurt er nu? .............................................................................................. 7 4.1.2 Wat willen we bereiken?...................................................................................... 8 4.2 JEUGD ....................................................................................................................... 8 4.2.1 Wat gebeurt er nu? .............................................................................................. 9 4.2.2 Wat willen we bereiken?...................................................................................... 9 4.3 LEEFBAARHEID EN SOCIALE COHESIE ........................................................................ 9 4.3.1 Wat gebeurt er nu? ............................................................................................ 10 4.3.2 Wat willen we bereiken?.................................................................................... 10
5
DIVERSITEIT IN DE EIGEN ORGANISATIE ........................................................ 10 5.1
6
PERSONEELSBELEID STADSDEELORGANISATIE ........................................................ 10
EERSTE STAP VAN EEN VERANDERINGSTRAJECT ........................................ 11 6.1
EN NU….................................................................................................................. 11
Stadsdeel Amsterdam Zuidoost: van diversiteit naar burgerschap september 2008
1
1
Inleiding ‘Stadsdeel Zuidoost is de stad van de toekomst! Een bruisende stad met een enorm potentieel, met als kenmerk diversiteit: Zuidoost is een multiculturele samenleving in optima forma (...). Het is een stad met een enorme dynamiek; een geweldige diversiteit. Een smeltkroes van talent en dromen die door het nieuwe bestuur gekoesterd en gestimuleerd moet worden’. (Investeren in Kansen 2002-2010)
Meer dan 130 nationaliteiten geven ons stadsdeel een multiculturele sfeer. Diversiteit typeert het straatbeeld en is zichtbaar op markten, scholen, in winkelcentra, op de werkvloer, bij instellingen en hulpverleners, bij de medewerkers van het stadsdeel. Zuidoost is daar met recht trots op. Sinds de nota ‘herijking welzijnsbeleid’ (2000) is diversiteit een belangrijk aspect van het sociaal beleid in Zuidoost. Het motto was: ‘algemeen waar mogelijk, categoraal waar nodig’, rekeninghoudend met de samenstelling van de bevolking. Het stadsdeel streefde naar een verbinding tussen de etnische ‘eilandjes’ in het stadsdeel. Tot op heden bleef de diversiteitgedachte hiertoe beperkt, het begrip is nog niet nader uitgewerkt in beleid. Het motto heeft geleid tot subsidiëring van een aantal etnisch categorale instellingen. Het stadsdeel subsidieerde in het kader van diversiteit tot nu toe organisaties die zich presenteren als vertegenwoordiger van een etnisch categorale bevolkingsgroep. Van deze organisaties werd verwacht dat zij een bindend vermogen zouden hebben en als intermediair zouden fungeren tussen burgers, stadsdeelbestuur en instellingen. Die verwachting is niet uitgekomen. De subsidies aan deze organisaties hebben voor groepen mensen zeker een positieve invloed gehad op de verbondenheid en het gemeenschapsgevoel binnen de groep; de emancipatie in eigen kring is een goede eerste stap. In ons stadsdeel heerst - vergeleken bij andere delen van de stad en andere steden - sociale rust. Maar er zijn in de ‘archipel van etnische eilandjes’ nog weinig onderlinge verbanden ontstaan. De mogelijkheden en de activiteiten van de etnische organisaties waren te beperkt, maar de jaarlijkse subsidies werden veelal doorgezet. We stellen vast dat het begrip diversiteit in ons stadsdeel tot nu toe te zeer gekoppeld is geweest aan etniciteit. Inmiddels is er behoefte aan een bredere benadering: diversiteit is meer dan etnische en culturele verscheidenheid. Andere aspecten van diversiteit, zoals werk en inkomen en opleiding van verschillende groepen bleven onderbelicht. De sociaaleconomische positie van de inwoners van Zuidoost blijft onder het Amsterdamse gemiddelde. Het percentage uitkeringsgerechtigden ligt hoger dan in de stad Amsterdam. Hetzelfde geldt voor het werkloosheidscijfer. Relatief veel basisschoolleerlingen krijgen een VO-schooladvies voor leerwegondersteunend en praktijkonderwijs. Het aantal schoolverlaters in het voortgezet onderwijs is hoog. De verhouding tussen lage en hoge inkomens is onevenwichtig. De opleidingskansen van veel kinderen, jongeren en volwassenen lopen te sterk uiteen. In ons denken en handelen met betrekking tot diversiteit zijn we al met al tegen grenzen aangelopen. Tegen de keerzijde van diversiteit bijvoorbeeld: een ‘eilandengroep’ kan belemmerend werken bij integreren en ontmoeten. Dat is tot nu toe te weinig aan de orde gesteld.
2
2
Diversiteit opnieuw bekeken
2.1 Het begrip diversiteit Diversiteit is de verscheidenheid in bijvoorbeeld leeftijd, vaardigheden, moedertaal, belangstelling, opleiding, gezondheid, religie, sociaaleconomische achtergrond, land van herkomst, of politieke overtuiging. Het begrip diversiteit vatten we ruim op: alle aspecten waarin mensen van elkaar verschillen. Wij kiezen voor deze brede definitie omdat mensen niet te definiëren zijn aan de hand van één specifiek kenmerk; mensen worden graag aangesproken op verschillende kwaliteiten. Het merendeel van de kenmerken zijn veranderlijk, en niet direct zichtbaar. De identiteit van elke burger is permanent aan verandering onderhevig. 2.1.1 Primaire en secundaire kenmerken De verschillende aspecten van diversiteit zijn onder te verdelen in primaire en secundaire kenmerken. Primaire kenmerken zijn de dingen die iemand zelf niet of nauwelijks kan beïnvloeden, zoals leeftijd of afkomst. Op de secundaire kenmerken kan iemand zelf meer invloed uitoefenen. De aspecten in de buitenste cirkel van het schema zijn voor ieder mens voortdurend aan verandering onderhevig. Sommige kenmerken, zoals gezondheid, kunWerkervaring nen in beide kringen vallen. Dit illustreert hoe mensen verschillen, zonder dat het aan de buitenkant af te lezen is. De primaire en secunOpleiding Inkomen daire kenmerken, zowel de zichtbare als de Geboorteonzichtbare, maken allen onderdeel uit van land Gezondiemands identiteit. Leeftijd heid
Deze kenmerken hebben een grote invloed op onze waarden, normen, behoeften en wensen. Ze beïnvloeden de wijze waarop iemand zijn omgeving waarneemt en door anderen wordt waargenomen.
Wel/geen kinderen
Religie Etnische groep
Sekse Seksuele voorkeur
Woonplaats
Politieke voorkeur
Burgerlijke staat 2.2 Uitgangspunten voor nieuw beleid Als we waarde hechten aan diversiteit, moeten we ook oog hebben voor de keerzijde ervan: verschillen tussen mensen zijn niet gelijk verdeeld: veel kinderen groeien op in een eenoudergezin met een minimuminkomen, inburgeraars met een hoge opleiding komen niet aan een passende baan, de leefbaarheid van wijken verschilt.
In hoeverre hadden individuele burgers tot nu toe baat bij het diversiteitbeleid van Zuidoost? In ons sociaal en ruimtelijk beleid doen we veel om kansen van burgers te vergroten en barrières weg te nemen. Voor mensen zonder werk, voor kinderen met een taalachterstand, gezinnen die een betaalbare woning zoeken, mensen in sociaal isolement of mensen met een beperking. Ons beleid moet daarop aansluiten. Mensen en groepen met elkaar verbinden, ongeacht culturele achtergrond. 2.2.1 Bestuursakkoord Ons beleid gaat over alle aspecten van het leven. Het beperkt zich niet tot sociaaleconomische verschillen of etnische verscheidenheid, maar overziet het geheel van maatschappelijk relevante verschillen tussen mensen. Rekening houden met die verschillen én iedere burger zijn kansen bieden. De speerpunten uit ons bestuursakkoord zijn leidend:
Stadsdeel Amsterdam Zuidoost: van diversiteit naar burgerschap september 2008
3
• • • • • • •
niemand aan de kant: bevorderen van zelfredzaamheid en investeren in gelijke kansen integraal en preventief armoedebeleid werk maken van werk: bevorderen van werkgelegenheid, tegengaan van werkloosheid investeren in de jeugd verbeteren van de leefbaarheid op basis van wijkvisies vergroten van de veiligheid en snel reageren op situaties die van invloed zijn op de veiligheidsbelevenis open dialoog: als slagvaardig bestuur worden ook coalities aangegaan met maatschappelijke partijen
2.3 Burgerschap: een nieuwe opdracht aan de politiek en het maatschappelijk middenveld Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Zuidoost wil het begrip burgerschap verder ontwikkelen en vormgeven. Burgerschap is de betrokkenheid van burgers bij een samenleving die steeds internationaler wordt. Maar ook hun participatie in deze veelzijdige maatschappij. Het betekent dat mensen verantwoordelijke burgers worden. In hun eigen gemeenschap, in Zuidoost en wereldwijd. De politiek heeft tot taak mensen en groepen te verbinden en beleid te voeren dat alle burgers kansen geeft. Dit is het doel dat ons voor ogen staat. Het bestuur, de politiek en het maatschappelijk middenveld moeten behoeften en wensen van burgers signaleren. Daarvoor zijn bruggenbouwers nodig. Mensen die denken in termen van het gemeenschapsbelang en burgerschap, mensen die zich niet gebonden voelen aan groepsbelangen. Die behoeften weten te vertalen in concrete groepsoverstijgende activiteiten. Het gaat om (op de situatie) gericht beleid dat een concreet maatschappelijk effect formuleert. Om zelfredzaamheid, actief burgerschap en gelijke kansen van inwoners te bevorderen stellen we ons de vragen: • • • •
Hoe ontsluiten we het voorzieningengebruik, ook voor burgers met een sociaaleconomische achterstand? Welke factoren zijn relevant om de toegang tot algemene voorzieningen te vergroten? Op welke factoren laten burgers zich aanspreken? Hoe kunnen we als stadsdeel effectief signaleren dat individuen of groepen niet of onvoldoende participeren en geen, of minder gebruik maken dan nodig van het voorzieningenaanbod?
2.3.1 Overbruggen en verbinden In het stadsdeel bestaat een veelheid aan organisaties en netwerken die ontstaan zijn om een thuis te bieden aan bewoners uit een specifieke etnische, culturele of religieuze groep. Deze netwerken en organisaties zijn buitengewoon waardevol. Zij bieden bewoners de bescherming om in hun‘eigen’ kring, in hun vertrouwde omgeving te kunnen emanciperen. In Zuidoost heeft dat ook tot gevolg dat, ondanks grootstedelijke problemen, er sinds jaar en dag een hoge mate van sociale rust heerst, die bijdraagt aan welbevinden. Vaak ontbreekt het deze groeperingen echter aan deskundigheid om de verbinding te leggen tussen de behoeften van hun eigen gemeenschap en het aanbod van de professionele organisaties. Professionele organisaties daarentegen ontbreekt het vaak aan mogelijkheden om tot deze gemeenschappen door te dringen.
4
Overeenkomsten tussen verschillende groepen kunnen verschillen overbruggen en mensen verbinden. De opdracht aan het stadsdeelbestuur is – als regisseur van het lokale domein de juiste verbindingen tot stand te brengen tussen professionele organisaties en die bestaande netwerken, zodat alle bewoners optimaal worden bereikt. Professionele organisaties moeten intensief en proactief gaan samenwerken met verschillende groeperingen en netwerken, om mensen - of groepen mensen - te bereiken en hen toe te leiden naar voor hun noodzakelijke voorzieningen zoals bijvoorbeeld social return, leerwerktrajecten, inburgeringsactiviteiten, zorg, sociale cohesie, scholing en werk. 3
Sociale context
Als we samenhang en gelijke kansen in Zuidoost willen bevorderen, moeten we ons bewust zijn van de bevolkingssamenstelling en de sociale context. Er is een aantoonbaar verband tussen zelfredzaamheid en participatie (‘maatschappelijk meedoen’) enerzijds en factoren zoals opleidingsniveau, herkomst, Nederlandse taal, inkomen, bekendheid met voorzieningen en een sociaal netwerk anderzijds. Gebrek aan kennis is bijvoorbeeld een belangrijke oorzaak voor het niet-gebruiken van voorzieningen. Dit blijkt uit onderzoek naar het onbenut laten van lokale overheidsregelingen1 voor huishoudens met een laag inkomen. Kennis over de voorzieningen neemt over het algemeen toe naarmate de achterstand afneemt; sociaaleconomische achterstand neemt af naarmate kennis over de voorzieningen toeneemt. 3.1 De bevolkingssamenstelling op basis van nationaliteit Op 1 januari 20072 had Zuidoost volgens de dienst Onderzoek en Statistiek (O&S) 77917 inwoners. De bevolking van Zuidoost is om meerdere redenen bijzonder divers. De grote verscheidenheid aan nationaliteiten (meer dan 135)3 is opvallend. Opmerkelijk genoeg woont van een vijftigtal nationaliteiten nog geen tien mensen in Zuidoost. De grotere groepen zijn in de onderstaande tabel apart vermeld. Een relatief grote groep mensen heeft speciale aandacht nodig omdat zij nieuw is in de samenleving: de eerste generatie migranten. Door gebrek aan kennis over onze samenleving belanden deze mensen makkelijk in een spiraal van achterstand. Procentueel is deze groep in Zuidoost groter dan in Amsterdam als geheel. In de eerste grafiek hieronder staan de absolute aantallen eerste generatie migranten, tweede generatie migranten en autochtonen in Amsterdam (de term ‘allochtonen’ in de grafieken is van O+S en kan in dit geval niet worden vervangen). In de tweede grafiek staan dezelfde gegevens, maar dan voor Amsterdam Zuidoost. De cijfers zijn van 1 januari 2007.
1 2 3
De onbereikte minima; niet-gebruik van inkomensafhankelijke regelingen, eerste resultaten. Gegevens van 1 januari 2008 zijn nog niet voor handen. O & S heeft ook mensen geregistreerd van wie de nationaliteit niet is vastgesteld.
Stadsdeel Amsterdam Zuidoost: van diversiteit naar burgerschap september 2008
5
Bevolking Zuidoost naar herkomstgroepering
22484; 29%
25625; 33%
6302; 8%
4581; 6%
16655; 21%
767; 1% 1503; 2%
Surinamers
Antillianen
Turken
Marokkanen
overige niet-westerse allochtonen
westerse allochtonen
autochtonen
Allochtonen Amsterdam naar generatie
Allochtonen Zuidoost naar generatie
207869
22484 34870
382104
153131
eerste generatie allochtonen
tweede generatie allochtonen
20563
autochtonen
eerste generatie allochtonen
tweede generatie allochtonen
autochtonen
In Zuidoost is 45 procent van de inwoners (34870 personen) migrant van de eerste generatie. Voor Amsterdam is dat 28 procent van het totaal aantal inwoners. Van de 207.869 eerste generatie migranten in Amsterdam woont bijna 17 procent in Zuidoost. In Zuidoost heeft 22 procent geen Nederlands paspoort. Dat zijn meer dan 17000 mensen. Over vijf jaar zullen de cijfers heel anders zijn (denk aan migranten uit Oost Europa). 3.2 De sociaaleconomische samenstelling Ook in sociaaleconomisch opzicht wijkt Zuidoost af van het Amsterdams gemiddelde. Het opleidingsniveau en welvaartsniveau liggen beneden het Amsterdams gemiddelde. Het werkloosheidscijfer ligt daarboven4. Er zijn veel huishoudens met een minimuminkomen, waarvan één op de drie een eenoudergezin is. Eenoudergezinnen en alleenstaanden zijn de helft van het aantal huishoudens in Zuidoost. Dit heeft effect op het werkloosheidscijfer. Mensen die samenwonen met een andere volwassene zijn bij werkloosheid minder vaak aangewezen op een uitkering. Van het jongste gedeelte van de beroepsbevolking, in de categorie tussen 15 en 30 jaar, heeft in Zuidoost 37 procent betaald werk tegenover 52 procent van alle Amsterdammers in deze leeftijdsgroep. 4
De brutoparticipatie van Zuidoost ligt in 2005 vier procent lager dan het stedelijke cijfer gemiddelde: 68 Procent van de potentiële beroepsbevolking in Zuidoost heeft (arbeidsmarktmonitor 2007).
6
Binnen Zuidoost zijn grote verschillen in het gemiddelde inkomen. In Bijlmer-Oost en Centrum, waar meer dan de helft van onze burgers woont, is het gemiddelde inkomen het laagst5. Het gemiddelde inkomen in Driemond en Nellestein ligt boven het stedelijk gemiddelde van bijna € 13.000,-.
4
Voorwaarden voor actief burgerschap
De sociaaleconomische situatie van burgers is een sterk bepalende factor bij actief burgerschap. De jeugd is een belangrijke doelgroep in Zuidoost: investeren in kansen van jonge burgers levert het meeste op voor de toekomst. Leefbaarheid en sociale cohesie zijn belangrijke randvoorwaarden voor actief burgerschap. Deze drie thema’s lichten wij hierna kort toe. We plaatsen ze in het kader van de speerpunten van het bestuursakkoord: 4.1
Arbeidsmarkt en armoede ‘(…) Toch staan er nog mensen aan de kant. Teveel mensen zijn door het economisch zware weer in de problemen geraakt. Dit vraagt om de ontwikkeling van een integraal en preventief armoedebeleid, dat gebaseerd is op een analyse van de armoede in Zuidoost en de gevolgen daarvan voor kinderen en jongeren. Ook de uitbreiding van de schuldhulpverlening is noodzakelijk om mensen uit een uitzichtloze situatie te halen en eventueel terug te leiden naar de arbeidsmarkt. In ondersteunend opzicht gaan we ervoor zorgen dat de informatieverstrekking over de beschikbare voorzieningen optimaal is. Dat wil zeggen dat die bewoners die aanspraak kunnen maken op voorzieningen ook daadwerkelijk op de hoogte zijn van hun rechten’. (Investeren in Kansen 2002-2010)
Ondanks het feit dat Zuidoost bijna de meeste vacatures van Amsterdam heeft, sluiten de beschikbare banen en stageplaatsen in veel gevallen slecht aan op de opleiding en werkervaring van de werkzoekenden. In Bijlmer Oost en Bijlmer Centrum woont 50 procent van de bevolking. Hier is op 1 januari 2007 een werkloosheid van respectievelijk 11 en 13,3 procent. Het Amsterdams gemiddelde ligt dan op 7,3 procent6. In Zuidoost wonen veel mensen die door taal en kennisgebrek een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt. 4.1.1 Wat gebeurt er nu? Vanuit arbeidsmarktbeleid hanteert het stadsdeel een ketenaanpak. Hierin zijn onderwijsinstellingen, lokale organisaties, Dwi, Uwv en Cwi, werkgevers en het CEC betrokken om het arbeidspotentieel van de inwoners van Zuidoost optimaal te activeren. De aanpak van armoede wil het Stadsdeel Zuidoost via twee beleidssporen realiseren. Enerzijds wordt gestart met een actieve en individuele huis-aan-huis aanpak van armoede via het organiseren van bezoeken door bewonersadviseurs. Het tweede beleidsspoor dat gevolgd wordt is een krachtige intensivering en verbreding van flankerende maatregelen op het gebied van preventie en voorlichting. Deze maatregelen variëren van de inzet van lesprogramma’s over omgaan met geld in primair en voortgezet onderwijs tot voorlichtingsbijeenkomsten over aanwezige (inkomens)voorzieningen. De voortgang en resultaten van de aanpak worden gevolgd en gemeten met behulp van registratiesysteem RIS dat zoveel mogelijk gebruikmaakt van al beschikbare informatie van de partners. In juli 2007 is gestart in de H-buurt in Zuidoost in complex Haag en Veld van Rochdale. Vervolgens wordt de werkwijze in de praktijk getest en verder uitgewerkt en verfijnd waarna de werkwijze wordt uitgebreid naar andere wijken. Hoogstwaarschijnlijk zal in 2009 een start worden gemaakt in Venserpolder, Holendrecht-West en de EGK-buurt. 5 6
Tussen de € 9.000,- en € 11.000,De staat van de aandachtswijken, pagina 15.
Stadsdeel Amsterdam Zuidoost: van diversiteit naar burgerschap september 2008
7
Het stadsdeel investeert in verschillende projecten in het kader van arbeidsbemiddeling en toeleiding, zoals de leerwerkstraat en de activiteiten in het kader van vrouwenempowerment. 4.1.2
Wat willen we bereiken?
‘(…) Een andere barrière die volledige participatie in de weg staat is de werkloosheid. We gaan op het lokale niveau maatregelen nemen die de werkgelegenheid bevorderen. We maken werk van werk. Deze initiatieven zullen we in samenwerking met de gemeente Amsterdam ontplooien. Winst is vooral gelegen in het creëren van een stevig economisch draagvlak waardoor het aantal banen toeneemt. Zuidoost moet een goed vestigingsklimaat bieden voor bedrijven (…). Andere initiatieven zijn de leerwerkstraat die de doorstroom stimuleert van vrouwen naar werk, opleiding of eigen bedrijf’. (Investeren in Kansen 2002-2010)
De informatie die Kansrijk Zuidoost oplevert vormt een belangrijke basis voor beleidsontwikkeling op dit terrein. Het arbeidsmarktbeleid van Zuidoost heeft tot doel om iedere bewoner die wil participeren een aanbod te doen, en om de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt terug te brengen. In de komende periode zullen we een afname van het aantal huishoudens met een minimuminkomen realiseren en een vermindering van het aantal mensen dat afhankelijk is van een uitkering. Het Amsterdams gemiddelde over 2007 is ons streefcijfer voor 2013. 4.2
Jeugd ‘Zuidoost is een ‘jong’ stadsdeel. Onze jeugdige bewoners faciliteren we, zodat ze een kansrijke start krijgen. We gaan fors investeren in de jeugd en niet alleen in de probleemjeugd. Het opstellen van een integraal ‘uitvoeringsprogramma jeugd’ en het organiseren van een preventieve gezinsgerichte aanpak heeft prioriteit. Onze jongeren verdienen een stimulerende gezinsomgeving’. (Investeren in Kansen 2002-2010)
In het schooljaar 2007-2008 is Zuidoost met een gemiddelde van 534,2 op twee na laatste geëindigd in het lijstje met gemiddelde citoscores van alle Amsterdamse stadsdelen. Meer dan een kwart van de leerlingen in Zuidoost heeft als VO-schooladvies leerwegondersteunend en praktijkonderwijs 7 gekregen. C it o s c o r e s 2 0 0 7 -2 0 0 8 in A m s te r d a m s e s ta d s d e le n 54 54 54 53 53 53 53 53 52
4 2 0 8 6 4 2 0 8 L a a g s te g e m id d e ld e in A m s t e rd a m
7
Hoogs te g e m id d e ld e in A m s te r d a m
G e m id d e ld e c it o s c o r e in A ms e r d a m
G e m id d e ld e Z u id o o s t
In Zuidoost is 27 procent van 854 schooladviezen over 2007-2008 een Pro/Lwoo-advies.
8
4.2.1 Wat gebeurt er nu? In het kader van Jong Zuidoost is een indeling gemaakt in drie thema’s. Het eerste heeft betrekking op onderwijs. Ten tweede willen we ervoor zorgen dat alle voorzieningen voor inwoners van 0 tot en met 23 jaar oud, beter op elkaar zijn afgestemd. Ten derde krijgt brede talentontwikkeling in het jongerenwerk de aandacht. 4.2.2 •
•
• • •
4.3
Wat willen we bereiken? Samenwerking tussen instellingen die zich bezighouden met mensen tot 23 jaar vergroten. Doel is dat deze (zorg)instellingen mensen beter door kunnen verwijzen indien zij zelf niet het gepaste aanbod bieden. Hierbij denken we aan ouderkindercentra (OKC), onderwijsinstellingen, jeugdhulp- en zorgverlening, jeugdwelzijn. Mede door de Wet maatschappelijke Ondersteuning is de trend dat Stadsdeel Zuidoost zich meer toelegt op informatie en advies. Ook bij de reguliere instellingen moeten de signaalfunctie worden versterkt, zodat preventief werken beter mogelijk wordt gemaakt. Voorzieningen op het gebied van sport, culturele educatie, zorg en club- en buurthuiswerk worden ondergebracht binnen de brede school. Talentontwikkeling is het doel en er is bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van sociale competenties. Voor jongeren die in de openbare ruimte voor overlast zorgen, blijven de groepsaanpak en het outreachend werken van belang. De doorstroom naar hogere vormen van voortgezet onderwijs gelijk is aan het stedelijk gemiddelde, dat meer leerlingen met een startkwalificatie het onderwijs verlaten en daarmee het aantal voortijdig schoolverlaters afneemt.
Leefbaarheid en sociale cohesie ‘Ook het investeren in de omgeving is een goede gewoonte geworden die we willen voortzetten. De kwaliteit van de omgeving gaat bewoners zeer aan het hart. (…). Daarom stellen we voor alle wijken wijkvisies op. Wijkvisies omvatten een realistisch droombeeld voor de toekomst. Ze beschrijven hoe een wijk er over een aantal jaren uit zou kunnen zien. (…). Op basis van deze visies worden geïntegreerde wijkjaarprogramma’s opgesteld. (…)’. ‘Bij een leefbare omgeving hoort ook veiligheid aan bod te komen. Veiligheid, openbare orde en de mate van overlast bepalen in hoge mate het leefklimaat in onze samenleving. (…). Een proactieve aanpak is maatvoerend voor beleid. We maken een vuist tegen onveilige situaties. (…). Zo vragen drugsoverlast, zorg voor verslaafden en daklozen, huiselijk geweld en (tiener)prostitutie veel aandacht. (…). Voor wat betreft de drugsproblematiek zetten we de huidige aanpak voort. De uitbreiding van voorzieningen is daarbij noodzakelijk maar deze moet gepaard gaan met een stevige aanpak van dealers’. (Investeren in Kansen 2002-2010)
Stadsdeel Zuidoost maakt voor leefbaarheid gebruik van bewonersbudgetten. Deze hebben tot doel de betrokkenheid van de bewoners bij elkaar en hun directe leefomgeving te vergroten. Hiervoor kunnen inwoners aanvragen indienen met drie soorten voorstellen, fysieke maatregelen, sociaal-culturele buurtactiviteiten en faciliteiten voor bewonersorganisaties. Uit evaluaties van de buurtoverleggen blijkt dat de diversiteit (sociaaleconomisch, achtergrond, sekse, leeftijd en herkomst) onder de deelnemers niet groot is. Het gebruik van de budgetten verschilt per wijk. Aanleiding om creatieve, vernieuwende initiatieven te ontplooien en nieuwe, minder aanwezige en minder zichtbare doelgroepen aan te spreken.
Stadsdeel Amsterdam Zuidoost: van diversiteit naar burgerschap september 2008
9
4.3.1 Wat gebeurt er nu? Wijkbeheer werkt in samenwerking met het opbouwwerk aan nieuwe manieren om bewoners bij de leefbaarheid te betrekken. Integraal wijkbeheer is de gezamenlijke aanpak van professionele partners en bewoners met als doel de leefbaarheid in een buurt te verbeteren. Deze aanpak bevat zowel sociale als fysieke componenten. In 2008 worden pilots gehouden met het instrument wijkbudgetten. Hiervoor is € 75.000,- beschikbaar gesteld door de raad. In oktober 2008 vindt de eerste evaluatie plaats. Bij een positieve evaluatie kan een project worden uitgebreid naar meer buurten in Zuidoost. 4.3.2 Wat willen we bereiken? We willen dat inwoners zich verbonden voelen met Zuidoost. De verbondenheid wordt gestimuleerd wanneer mensen elkaar kennen en goed gezind zijn. Wanneer mensen zien dat er wordt geïnvesteerd in een schone omgeving schoon. Wanneer veiligheid als een vanzelfsprekendheid wordt ervaren. Als er voldoende aanbod is van woningen, recreatie en banen. Doel is mensen naar Zuidoost te bewegen – met name andere doelgroepen dan de grote bevolkingsgroepen - en uitstroom te voorkomen. Voor de komende jaren willen wij de deelname aan wijkactiviteiten stimuleren. Sociale cohesie kan iets betekenen voor mensen die in een isolement verkeren of zich niet veilig voelen in hun directe omgeving. We meten of het ‘onveiligheidsgevoel’ afneemt. Dit wordt gemeten wordt door de Dienst Onderzoek & Statistiek.
5
Diversiteit in de eigen organisatie
5.1 Personeelsbeleid stadsdeelorganisatie Door een divers personeelsbestand is het beleid en de dienstverlening beter afgestemd op de behoefte van de klanten van de stadsdeelorganisatie 8. Het stadsdeel is ervan overtuigd dat de kwaliteit van de dienstverlening alleen op een hoger peil kan worden gebracht wanneer bewoners en ondernemers, de klanten van het stadsdeel, zich kunnen herkennen in het personeel. Alle klanten van het stadsdeel leven immers in de multiculturele samenleving van Zuidoost. De stadsdeelorganisatie streeft naar diversiteit onder personeelsleden. Daarbij wordt gelet op het aantal medewerkers uit de verschillende etnische doelgroepen. Er wordt bovendien gestreefd naar een versterkte vertegenwoordiging van vrouwen en gehandicapten. Voor de laatste twee categorieën zijn beleidsdoelen in ontwikkeling. Voor personeel afkomstig uit etnische doelgroepen heeft de stadsdeelraad in 2001 een aanvaardbaarheidsnorm gesteld: 50 procent van het personeelsbestand over 2005-2007. De stadsdeelorganisatie heeft deze norm in 2008 nog niet gehaald: 43 procent van de medewerkers behoort tot één van de etnische doelgroepen en 37 procent van de medewerkers is vrouw. Van de instroom aan nieuwe medewerkers in 2007 behoort 56 procent tot de etnische doelgroepen. Diversiteit blijft een belangrijk aandachtspunt in de bedrijfsvoering. Het beleid is van toepassing op alle niveaus van de bedrijfsvoering, van stagiaires (circa 75 procent) tot en met het topmanagement (bijna 50 procent). Op het niveau van middenmanagement is nog een slag te maken. Dit omdat het aandeel vrouwelijke middenmanagers en middenmanagers met een etnische achtergrond achterblijft. Het streven naar diversiteit op de werkvloer is een speerpunt van ons personeelsbeleid om loopbaanmogelijkheden te bieden aan mensen uit achterstandsgroepen: een kans krijgen om een sprong voorwaarts te maken. 8
Uit: “diversiteitbeleid Stadsdeel Zuidoost; Uitgangspunten en bereikte resultaten”, maart 2007.
10
6
Eerste stap van een veranderingstraject
6.1 En nu… Organisatiebreed draagvlak is een vereiste. Niet alleen het noodzakelijke commitment van de top, maar ook draagvlak op de werkvloer. Dit draagvlak ontstaat door een gemeenschappelijk besef van wat burgerschap is. Het vereist een omslag in denken en doen. Wat organisatiebreed beleid zo lastig maakt, is niet zo zeer het ontbreken van een gedeeld besef over de noodzaak en meerwaarde ervan in alle lagen van de organisatie, maar de noodzaak om diverse werkvelden (met verschillende verantwoordelijkheden en binnen verschillende programma’s) met elkaar in verband te brengen. Deze visienotitie is een eerste stap in dat traject. Na vaststelling van de visie door de stadsdeelraad zal een plan van aanpak worden geformuleerd. Een aanzet tot de discussie:
Het Dagelijks Bestuur wil de sociaaleconomische achterstand van bewoners opheffen door middel van de volgende uitgangspunten: • • • •
het beleid was gericht op etniciteit, vanaf nu kiezen we voor de brede benadering van burgerschap we willen van een ‘eilandenrijk’ naar sociale cohesie ‘ontmoeten om te ontmoeten’ is geen bestuurlijk prioriteit meer geen separate facilitering meer
Het Dagelijks Bestuur nodigt u uit om actief aan de discussie over dit veranderingstraject deel te nemen.
Stadsdeel Zuidoost 21 september 2008
Stadsdeel Amsterdam Zuidoost: van diversiteit naar burgerschap september 2008
11