MINOR DBO MINOR DUURZAAM INTEGRALE BOUWTECHNIEK PROJECT 1
BOUWSTENEN VOOR VERDUURZAMEN
Modulecode: Modulehouder: Publicatiedatum: Studiejaar; -‐last: Opleiding: Verbonden lectoraat:
IGO PR1 01 Arjan Karssenberg augustus 2014 2014-‐2015; 4 ECTS / 112u IGO-‐bouwkunde sustainable building technology
Minor Duurzaam Integrale Bouwtechniek, project Bouwstenen voor Verduurzamen
1.
2.
3.
4.
5.
Onderwijs inhoud .......................................................................................................................................... 3 1.1. Context en opbouw .............................................................................................................................. 3 1.2. Kennisgestuurd .................................................................................................................................... 4 1.3. Praktijkgestuurd ................................................................................................................................... 4 Werkwijze en ondersteuning ......................................................................................................................... 6 2.1. Lesprogramma ..................................................................................................................................... 6 2.2. Begeleiding en werkvorm .................................................................................................................... 6 2.3. Literatuur e.d. ...................................................................................................................................... 6 2.4. Uitvoering opdrachten ......................................................................................................................... 7 Beoordeling .................................................................................................................................................... 7 3.1. Beoordelingsprocedure ....................................................................................................................... 7 3.2. Herkansingsregeling ............................................................................................................................. 7 3.3. Fraude & Plagiaat ................................................................................................................................. 7 Organisatie ..................................................................................................................................................... 8 4.1. Module-‐informatie ............................................................................................................................... 8 4.2. Studiebelasting .................................................................................................................................... 8 4.3. Werkafspraken ..................................................................................................................................... 8 4.4. Inleverdata ........................................................................................................................................... 8 4.5. Klachten ............................................................................................................................................... 8 Verantwoording, Competenties .................................................................................................................... 8
blad 2
Minor Duurzaam Integrale Bouwtechniek, project Bouwstenen voor Verduurzamen
1. Onderwijs inhoud 1.1.
Context en opbouw
DE MINOR Duurzaamheid is een essentieel onderdeel van de bouwkunde. Het staat aan de basis van ruimtelijke ordening, architectuur, bouwtechniek, constructies, gebouw-‐installaties en de uitvoering. Bij de minor duurzaam integrale bouwtechniek komt de vraag aan de orde hoe een duurzaam ontwerp te maken en hoe dit duurzaam-‐ technisch uitgewerkt moet worden. Concepten worden ontwikkeld voor integraal bouwkundige, installatietechnische en constructieve oplossingen. Daarbij zoeken we naar manieren om gebouwen meer leefbaar, milieubewust, energiezuinig, herbruikbaar, zelfvoorzienend of zelfs energieleverend te maken. Vervolgens wordt er aandacht besteed aan het ontwikkelen van bijzondere detaillering met duurzame materialen, noodzakelijk voor de realisering van de extreem duurzame concepten. Bouwtechnische vraagstukken die betrekking hebben op nieuwe technieken t.b.v. duurzaam bouwen en geïntegreerde gebouwinstallaties worden aangepakt. BREDER VERBAND: Binnen de minor DBO leren toekomstige bouwtechnici, installatietechnici, bouwfysici en duurzaamheidadviseurs integrale adviezen op te stellen en deze vervolgens bouwtechnisch uit te werken. Ook leren ze duurzaamheid te integreren en wordt hun kennis verruimd naar verwante vakgebieden. Dit wordt versterkt door het projectmatig werken aan de projecten. JOUW EIGENSCHAPPEN: Een brede blik en creatief kunnen nadenken over je eigen vak. Inventief en gevoelig voor wat anderen willen en ook voor wat je zelf wilt bereiken. Samenwerken, bruggen slaan als er verschillen van inzicht zijn, standpunten helder onder woorden en in beeld kunnen brengen. Je weet dat andere disciplines voor de ontwikkeling van de bouwtechniek van belang zijn en weet daarvan zinvol gebruik te maken. Samenwerken en met anderen je doelen weten te bereiken is belangrijk. OPBOUW EN EERSTE KWARTAAL De minor bestaat uit twee kwartalen. Zowel het eerste als het tweede kwartaal bestaat uit drie cursussen en 1,5 project. De cursussen worden op maandag en dinsdag gegeven en vragen ruim 2 dagen totale studietijd. De projecten voornamelijk op donderdag en vrijdag en vragen ook ruim 2 dagen totale studietijd. Het eerste kwartaal bestaat uit de cursussen introductie sustainability (SUS, 3ECTS), duurzame installaties en bouwfysica (INS, 2ECTS) en onderzoek duurzame ontwikkeling (ODO, 3ECTS). De projecten worden na elkaar gegeven, zodat je altijd maar aan 1 project tegelijk werkt. Het eerste project duurt 6 weken (PR1, 4 ECTS) , gevolgd door het eerste deel van project 2 (PR2A, 3 ECTS). Onderwijsperiode 1 Cursusnaam
Cursuscode
Suatainability*A Onderzoek*Duurzame*Ontwikkeling Duurzame*Installaties/Bouwfysica Verduurzamen*bestaande*bouw Duurzaam*project*concept lectures\Practicum*Bouwfysica Sustainability*B Detailleren*/*Product*ontwikkeling Duurzaam*project*Utiliteit Detailleren*/*Productontwikkeling
IGOSUSA1 IGOODO01 IGOINS01 IGOPR101 IGOPR2A1 IGOLEC01 IGOSUSB1 IGODET01 IGOPR2B1 IGOPR301
contacttijd x 50 min.
sp
3 3 2 4 3 2 3 2 3 5
30
36 27 18 30 25 *
toets
Onderwijsperiode 2 contacttijd x 50 min.
toets
34 36 18 20 35
PF;P MC;S O;P;PF O;P;PF O;P;PF
MC;S O;P;PF MC;S O;P;PF O;P;PF
*
136
143
PROJECT BOUWSTENEN VOOR VERDUURZAMEN WONINGBOUW (PR1): In het eerste project worden verschillende duurzame concepten (bouwstenen) ontwikkeld voor een woningbouw-‐project. Het project wordt afgerond met rapportages en presentaties.
blad 3
Minor Duurzaam Integrale Bouwtechniek, project Bouwstenen voor Verduurzamen
1.2.
Kennisgestuurd
STUDIE: Het studie-‐onderdeel bestaat uit het bestuderen van de opgegeven casus, samen met de opgegeven literatuur en artikelen. Van de casus-‐studie en artikelen worden door alle studenten zelfgemaakte verslagen/samenvattingen gemaakt, die onderdeel worden van de rapportage.
1.3.
Praktijkgestuurd
OPDRACHT: De opdracht voor het project is om voor de een-‐gezins-‐ woningbouw verschillende concepten te bedenken die een woning op verschillende factoren van duurzaamheid aanzienlijk verbeterd. Denk daarbij aan de themas Toekomstbestendigheid en Flexibiliteit, Leefbaarheid en Gezondheid en Grondstofgebruik (zowel energie als water en materiaal-‐grondstoffen). CASUS: ICDubo en twee ex-‐minor studenten zijn gevraagd voor de Gemeente Barendrecht een duurzame roadmap te maken voor de ontwikkeling van 500 nieuwbouw eengezinswoningen. De voornamelijk gekozen oriëntatie van de rij-‐woningen is noord-‐zuid. Onderdeel van deze roadmap is ideeën te ontwikkelen voor extreem duurzame aspecten / ingrepen voor de noord-‐ en zuidgevel en de dakvorm. De ingrepen moeten onderbouwd worden op de bovengenoemde drie themas. DOEL: Het doel van de opdracht is oplossingen te bedenken die toepasbaar zijn op deze woningbouw. De oplossingen vormen een catalogus van mogelijke ingrepen. RANDVOORWAARDEN: De integraal duurzame concepten zullen toepasbaar moeten zijn op woningbouw in Nederland. Bij de uitwerking dienen de volgende aspecten aan de orde te komen: integraal duurzaam; uitvoerbaar; expliciete karakter; kostenaspecten (investering en opbrengst). ACHTERGROND: Project is ontstaan uit o.a. de volgende overwegingen: - in 2025 moeten de CO2 -‐emissies in de Rijnmond 50% lager liggen dan in 1990 (dit is de doelstelling van het Rotterdam Climate Initiative en de Rotterdamse corporaties); - de komende jaren zijn grote prijsstijgingen van energie te verwachten, waardoor de energierekening voor bewoners van de (sociale) woningbouw onbetaalbaar dreigt te worden; -
-
De gemiddelde huurder geeft in de komende 15 jaar €51.000,-‐ uit aan energiekosten. Binnen dit bedrag kun je dus ook investeren in het verlagen van energiekosten. 40 % belasting + 23 % transportkosten, deze kosten alleen al komen te vervallen wanneer energie binnen het huis zelf opgewekt zou worden. Waarom dan niet investeren in manieren waarop geen energie van het net hoeft te worden afgenomen? aldus Jan-‐Willem Croon, SEV / Energiesprong
duurzaamheidsambities nemen steeds meer toe, waardoor dringend oplossingen gezocht moeten worden voor de woningbouw; - een hoog duurzaam ambitieniveau kan wijken vooruit helpen; - SUS-‐ateliers wil duurzame voorbeeldprojecten ontwikkelen en stimuleren; - belangrijk is duurzaamheids-‐initiatieven niet alleen op energie te richten maar ook op andere aspecten van duurzaamheid. TOOLS: De concepten zullen getoetst worden met de DCBA methodiek. De DCBA methodiek brengt duurzaam-‐bouwen aspecten onder de aandacht gericht op de allereerste fase in het bouwproces met weergave van de vele varianten die mogelijk zijn. Het geeft geen afvinklijstje, maar een breed scala aan ideeën. blad 4
Minor Duurzaam Integrale Bouwtechniek, project Bouwstenen voor Verduurzamen
FASES: Het project zal dit kwartaal bestaan uit 3 fases. De groep wordt opgesplitst in vier deelgroepen die per groep een offerte uitbrengen en concepten ontwikkelen. Na een presentatie van de concepten door de groepen zullen een aantal concepten door de opdrachtgever & begeleiders gekozen worden. Vervolgens zullen deze concepten verder uitgewerkt moeten worden. 1. OFFERTE-‐FASE: De opdrachtgever vraagt de projectgroepen om een offerte uit te brengen waarin zij hun diensten beschrijven aan de hand van een tijdspad waarbinnen de gevraagde werkzaamheden geleverd moeten worden. Dit is een plan van aanpak dat de (onderzoeks-‐) stappen beschrijft die ondernomen zullen worden. Immers de opdrachtgever wil ‘waar voor zijn geld zien’. Een offerte die geen inzage geeft in welke inspanningen de projectgroep gedurende het project zal leveren (inspanningsverplichting), zal in de beroepspraktijk nooit gehonoreerd worden. Deze offerte wordt gepresenteerd aan de opdrachtgever en begeleiders in week 2. De projectgroepen zijn hierbij verplicht aanwezig. De projectgroepen dragen zorg voor de verslaglegging van de inhoudelijke vragen en commentaar gesteld aan en door de opdrachtgever/begeleiders. Deze verslagen worden verspreid als aanvulling op de offertes. 2. BOUWSTEEN-‐FASE: de opdrachtgever vraagt de projectgroepen eerst te komen met een vijftal bouwstenen (deel-‐concepten) voor het verduurzamen van de woningbouw (denk aan de tijdspanne!). Bij de bouwstenen dient aan de volgende aspecten gedacht te worden: - LOKATIE EN VORM: Onderzoek naar oriëntatie, zonlicht en klimaat; optimale vorm gebouw, huid en openingen; - INTEGRALE HUID-‐OPLOSSINGEN: bijvoorbeeld biobased oplossing met actieve en passieve zonne-‐ e energie en/of 2 huid; - BIOBASED: natuurlijk materiaalgebruik met voordelen qua comfort en milieu; - LEVENSCYCLUS: omvang ingreep afhankelijk van verlenging levenscyclus; - UITVOERING: plan van aanpak voor realisatie van de voorgestelde ingreep; - SFEER EN KWALITEIT: onderdeel van duurzaamheid is ook de (architectonische) kwaliteit van het gebouw en de ruimtes in het gebouw; - PASSIEVE OPLOSSINGEN: passief koelen, verwarmen en/of ventileren; Naast eigen ideeën mag je gebruik maken van alle ideeën die in de projecten ECOBIOKAS en CHIBB van de SUS-‐ateliers zijn toegepast. Bestudeer deze projecten dus grondig. Maak afgewogen keuzes uit al jullie ideeën. Bedenk ook gelijksoortige alternatieven voor alle vijf bouwstenen. Presentaties door de groepen van de vijf bouwstenen met concept-‐ en principetekeningen en de alternatieven aan de opdrachtgever (week 4). Keuze van opdrachtgever & begeleiders voor uit te werken bouwstenen. 3. UITWERKEN: neem de volgende stappen: Onderzoek de kaders van duurzaamheid van de SUS-‐ateliers en bepaal je visie op duurzaamheid tbv woningbouw. Beoordeel de bouwstenen op basis van je visie. Maak voor elke bouwsteen een factsheet (A3, landscape) en presenteer ze aan de opdrachtgever. Een voorbeeld van een bouwsteen: luiken voor kozijnen. De luiken kunnen werken als extra isolatie en voor warmte-‐wering. Alternatieven kunnen zijn: passief kozijn of e drie dubbel glas; 2 huid; zonwerend glas. AFSLUITING: Het eindresultaat van het project bestaat uit één allesomvattende rapportage met tekeningen (factsheets) en presentatie van de uitgewerkte bouwstenen van/door elke groep: o het rapport moet elke bouwsteen beoordelen op de visie; o van de bouwstenen moeten complete tekeningen worden gemaakt en toegelicht met concept-‐ tekeningen en berekeningen; o de mate van duurzaamheid en uitvoerbaarheid/toepasbaarheid moet uitvoerig worden behandeld; o het rapport moet een bondige onderbouwing geven van de gemaakte keuzes en afwegingen, alternatieven zijn vermeld en als minder interessant aangetoond; o het rapport en de presentatie moet een professionele uitstraling hebben, passend bij laatste-‐jaars studenten; o alle stukken in het rapport moeten voldoen aan de in de praktijk gangbare eisen (zoals de afgelopen studiejaren geleerd); o als het eindresultaat niet voldoet aan bovenstaande voorwaarden wordt deze niet in behandeling genomen. OPDRACHTGEVER: Ferry Nitzsche en Gertjan Schoneveld zijn de opdrachtgevers van het project. blad 5
Minor Duurzaam Integrale Bouwtechniek, project Bouwstenen voor Verduurzamen
2. Werkwijze en ondersteuning 2.1. Lesprogramma Zie voor de opdrachten ook 2.4. Uitvoering opdrachten. Deelname aan de ingeroosterde cursus-‐ en projectonderdelen van de cursus is verplicht. Voor afwezigheid zie 4.3. Werkafspraken.
PROJECT 2A
PROJECT 1
WEEK WEEK 1
PROJECTBIJEENKOMST A (1U) Inleiding projecten 1e kwartaal Uitleg module.
PROJECTBIJEENKOMST B (3U) Toelichting project door begeleiders Offerte (50% gereed)
STUDIE artikelen casus
WEEK 2
OFFERTEPRESENTATIE
start bouwstenen en alternatieven
artikelen casus
WEEK 3
bouwstenen en alternatieven (50% gereed)
WEEK 4
PRESENTATIE BOUWSTENEN
WEEK 5
Start uitwerking gekozen concepten
WEEK 6
Peiling 100%
uitwerken bouwstenen en alternatieven start visie en beoordelen Uitwerking concepten (50% gereed) Afronden uitwerking concepten Afronden/presentatie/rapportage
WEEK 7
EINDPRESENTATIE Inleveren rapportage
artikelen casus Nibe artikelen casus artikelen casus artikelen casus artikelen casus
WEEK 8 WEEK 9 WEEK 10
pressure cooker pressure cooker PRESENTATIE NL
Beoordeling/nabespreking Symposium project 2a Lezingen, presentaties, colleges pressure cooker pressure cooker publicatie/reflectie
2.2.
Begeleiding en werkvorm
De begeleiding van 1x1 en 1x3 lesuren van 50 minuten vinden wekelijks plaats. WEKELIJKSE RAPPORTAGE: Oplossingen en resultaten worden wekelijks op vrijdag per e-‐mail gerapporteerd aan de begeleider middels een kort voortgangs-‐verslag (1xA4; als puntenlijstje). Correspondentie over de opdracht vindt met name via e-‐ mail (en eventueel telefonisch) plaats. Elke woensdag, donderdag en vrijdag is per groep overleg en presentatie van de voortgang aan een van de drie begeleiders (peiling). Op maandag zijn presentaties aan de gehele minor groep (week 2, 4 en 7). BEGELEIDING: Naast de wekelijkse rapportage en of presentatie op de maandagen zal op woensdag, donderdag en vrijdag steeds 3 uur begeleiding zijn. Tijdens de besprekingen zullen de studenten het initiatief moeten nemen om vragen te stellen en tussentijds commentaar te vragen op gemaakte keuzes. Uiteindelijk worden de studenten beoordeeld op het eindresultaat. De studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het op tijd stellen van vragen.
2.3.
Literatuur e.d.
Voor studie voor het cursusdeel wordt een literatuurlijst op de website gezet. Hierin staat aangegeven van welke literatuur en artikelen kennis genomen moet worden: www.duurzaamibo.wordpress.com. Verplichte literatuur: Duurzame ideeen & DCBA Methodiek, Peter Teeuw e.a, ISBN 978-‐94-‐6104-‐009-‐1 Energie vademecum, Boom, ISBN 978-‐94-‐6104-‐02-‐2, voor studenten gratis, Aeneas.nl Aanvullende literatuur/Leermiddelen: Artikelen, zie www.duurzaamibo.wordpress.com. Werkmodellen (zie N@tschool): Technisch tekenen en Verslaglegging Modulewijzer, zie www.duurzaamibo.wordpress.com.
blad 6
Minor Duurzaam Integrale Bouwtechniek, project Bouwstenen voor Verduurzamen
2.4.
Uitvoering opdrachten
Alle rapportage uitvoeren op A3 en gebundeld inleveren.
3. Beoordeling 3.1.
Beoordelingsprocedure
STUDIEPUNTEN EN LENGTE De lengte bedraagt 7 weken. Aan het einde (wk. 6 en 7) wordt de eindpresentatie gegeven en wordt dit samen met het eindrapport (waarin alle fases) beoordeeld. Bij totaal eindresultaat van een 5,5 of hoger worden 4 ects. toegekend. Het is niet mogelijk voor onderdelen van het vak ects te behalen. PROJECT De beoordeling heeft betrekking op de volgende onderdelen: a. zijn de bouwstenen volledig (COMPLEET) b. zijn gemaakte keuzes voldoende toegelicht, alternatieven afgewogen (VERDEDIGBAAR) c. zijn de voorgestelde oplossingen niet tegenstrijdig (BRUIKBAAR) en passen ze bij jullie opgestelde visie (VERDEDIGBAAR) d. is er een basis voor het uitwerken van het concept tot een concreet bouwplan (BRUIKBAAR) e. is de eindpresentatie met de factsheets en de rapportage compleet en professioneel (COMPLEET) f. heb je gewerkt op niveau 3 van de competenties (zie hfdst. 5) Alleen projecten conform voorwaarden zoals opgenomen in hoofdstuk 3 worden in behandeling genomen. EINDCIJFER Het eindcijfer, op basis waarvan de studiepunten worden toegekend, wordt bepaald door de verdeling: - de offerte: 20%; - de bouwstenen met alternatieven: 30% - visievorming, beoordeling en factsheets: 50%. Het eindcijfer is 2 weken na het inleveren van het eindrapport en de individuele verslagen bekend. Randvoorwaarden beoordeling: 1. Er bestaat aanwezigheidsplicht voor de student. Zie 4.3. Werkafspraken; 2. De docent zal in de verslaglegging reageren op de taalvaardigheid (grammatica en spelling) van de student. Indien nodig zal bijscholing worden opgelegd.
3.2.
Herkansingsregeling
Herkansing: Bij onvoldoende eindcijfer kom je in aanmerking voor een herkansingsopdracht. Herkansing zal tijdens de beoordeling van de eindpresentatie worden besproken. De herkansingsopdracht zal 2 weken na de eindpresentatie moeten worden ingeleverd. Becijfering van de module vindt uiterlijk plaats in week 7 van het kwartaal. Op dat moment is ook bekend wie in aanmerking komt voor een herkansing en wanneer die gereed moet zijn. Dit wordt bekend gemaakt tijdens de beoordeling van de eindpresentatie. Het behaalde cijfer wordt ingeleverd op het bedrijfsbureau en verwerkt in Osiris. De herkansing wordt in principe binnen 10 werkdagen beoordeeld. Resultaten worden bekend gemaakt in Osiris.
3.3.
Fraude & Plagiaat
Fraude is als de student probeert de inhoudelijke beoordeling op onrechtmatige wijze te beïnvloeden. Onder fraude wordt eveneens verstaan als de student een andere student in de gelegenheid stelt onderdelen van zijn of haar werk over te nemen. De ingeleverde uitwerkingen van de projecten kunnen worden gescand op plagiaat. Onder plagiaat verstaat het instituut: het letterlijk overnemen van teksten zonder correcte bronvermelding. Bij constatering van fraude en/of plagiaat wordt de Examencommissie IGO direct geïnformeerd met het verzoek tot het nemen van een maatregel. Na een hoorzitting legt de Examencommissie IGO een maatregel op die bindend is. Voor de juistheid wordt verwezen naar artikel 9.5 van de Hogeschoolgids van het instituut IGO. blad 7
Minor Duurzaam Integrale Bouwtechniek, project Bouwstenen voor Verduurzamen
4. Organisatie 4.1.
Module-‐informatie
Modulecode & naam Minor Aantal studiepunten Modulehouder Begeleiders
4.2.
: IGO PR1 01, verduurzamen woningbouw : Duurzaam Integrale Bouwtechniek : 4 ECTS : A.J. Karssenberg;
[email protected] : A. Detzel, C. van Kranenburg en A.J. Karssenberg
Studiebelasting
Studenttaken (toets, portfolio, opdrachten, eindrapport en presentatie) 4 ECTS = 4 x 28 uur = 112 per student = 19 uur/week Project: Verplichte bijeenkomsten (6 x 2.5 uur) Literatuurstudie en verslagen 3,5 uur/week (6 x 3,5 uur) Projectwerk met groep 12 uur/week (6 x 12) presentaties (4 uur) Totaal
4 ECTS 15 21 72 4 112
4.3.
Werkafspraken
De project begeleiding van 1x1 en 1x3 lesuren van 50 minuten vinden wekelijks plaats. Het project is atelier-‐ werk. Deelname houdt in dat woensdagmiddag, donderdag en vrijdag op het atelier gewerkt wordt. Op het prikbord wordt de aanwezigheid dagelijks bijgehouden. Aanwezigheid van 90% is verplicht. Studenten die meer dan 1 dagdeel ongeoorloofd afwezig zijn tekenen zich hierbij automatisch uit, en zullen het project in zijn geheel moeten overdoen. Afwezigheid altijd vooraf bij docent melden. Elke week dient voor de lessen de in het lesprogramma genoemde studiewerk gedaan te zijn en literatuur doorgenomen te zijn en daarvan samenvattingen gemaakt.
4.4.
Inleverdata
Wk Product 2 Offerte (incl. presentatie) 4 Projectboek bouwstenen met alternatieven (incl. presentatie) 7 Projectboek visie, beoordeling en factsheets (+ presentatie en pers. verslag) Te laat inleveren sluit je uit van de beoordeling.
4.5.
Inleveren bij begin les: Les A week 2 Les A week 4 Les A week 7
Klachten
Het Instituut voor de Gebouwde Omgeving hanteert het reglement klachtenregeling. Deze klachtenregeling is verwoord in de bijlage van de Hogeschoolgids van het Instituut IGO. Is er een klacht over een tentamen of examen dan dient de student de klacht eerst te bespreken met de uitvoerende docent en modulehouder/onderwijsmanager. Leidt die bespreking niet tot een oplossing, dan bestaat de mogelijkheid in beroep te gaan bij de Examencommissie IGO (zie hiervoor artikel 3 van het reglement klachtenregeling). Het beroepschrift dient geadresseerd te zijn aan de voorzitter van de examencommissie en wordt ingeleverd bij het Bedrijfsbureau IGO.
5. Verantwoording, Competenties De carrière van een duurzaam integraal bouwtechnicus kan zich afspelen op alle vlakken van de bouwkunde, binnen alle disciplines van de bouw. Dat kan zijn binnen de organisatie van een architectenbureau in de vorm van projectleider, de technische en organisatorische spil bij de uitwerking en vertaling naar de uitvoering van een architectonisch ontwerp, of als duurzaamheidsexpert van een raadgevend ingenieursbureau of van een bouwbedrijf. Maar ook bij duurzaamheids-‐adviseurs kan men ingezet worden om integrale duurzaamheidsscans voor projecten uit te voeren en innovatieve oplossingen aan te dragen. Juist de combinatie van kennis op het gebied van bouwtechniek en integrale duurzaamheid maakt je een gewilde en bijzondere specialist! blad 8
Minor Duurzaam Integrale Bouwtechniek, project Bouwstenen voor Verduurzamen
COMPETENTIE
In deze module wordt gewerkt aan de volgende competenties:
BBE 1 Een initiatief begint met een vraag van een opdrachtgever of gebruiker. De ontwikkeling van het idee en het daarop volgende haalbaarheidsonderzoek door de initiatiefnemer(s) zijn onderdelen van de initiatieffase, wat leidt tot een visie die aan de vraag voldoet. De visie is gericht op waarde creatie van het product zowel op korte als lange termijn. Het haalbaarheidsonderzoek bestaat uit een indicatie van de opbrengsten versus de ontwikkelingskosten, een (markt)onderzoek naar de wensen van de eindgebruiker(s) of afnemers, en een overzicht van de voorbereidingsbesluiten. Uit de initiatieffase moet blijken of dat het idee of initiatief voor het product haalbaar is. Er worden meerdere versies van het concept uitgewerkt. Hierin wordt er gezocht naar een optimale investering voor de opdrachtgever en de omgeving. In de uitwerking van het concept worden de levenscyclus analyse, duurzaamheid en toekomstbestendigheid meegewogen. Op basis van een vastgesteld concept kan het programma van eisen worden gemaakt. Het programma van eisen vormt de eerste stap van de ontwikkelingsfase en stuurt op het vastleggen van de behoefte of vraag van de feitelijke opdrachtgever. Een investeringsvoorstel op basis van raming moet goedgekeurd zijn door de initiatiefnemer(s).
COMPETENTIE
BBE 2 Er wordt een eerste stap gezet naar een vertaling van het PvE (Programma van Eisen). De hierin eerder opgenomen uitgangspunten worden in deze fase regelmatig getoetst. Afhankelijk van de aard van de opdracht worden er verschillende onderzoeken verricht. Een bepaalde vakdiscipline kan hierin sterker vertegenwoordigd zijn, en een leidende positie in nemen bij de vertaling naar het ontwerp. Een constante communicatie in deze fase tussen opdrachtgever en betrokken partijen is gewenst. Het proces heeft een cyclisch verloop waarbij de partijen gelijk optrekken en kennis en inzichten met elkaar uitwisselen. Het is een proces waarbij de gegenereerde ideeën vanuit het ontwerpproces om mogelijke aanpassingen in het PvE vragen. Inzicht in de uitvoeringaspecten en daarmee de financiële haalbaarheid van het ontwerp vormen belangrijke drijfveren om samenwerkingsprocessen te organiseren waarbij alle partijen vanuit de verschillende vakdisciplines al vroeg met elkaar om de tafel zitten. In het traject wordt het ontwerp vastgelegd in een steeds grotere mate van detail en zekerheid, van schetsontwerp tot definitief ontwerp. Naast het toetsen van het ontwerp aan het PvE, en aan aspecten als levenscyclus analyse, duurzaamheid en toekomstbestendigheid dienen ook de kosten van het project te worden berekend. Zo nodig zal het ontwerp op onderdelen aangepast moeten worden om binnen het budget te blijven. Dit alles in het kader van welke risico’s acceptabel zijn en welke niet.
COMPETENTIE
Niveau 3 De student verricht in opdracht van een opdrachtgever een voor het werkveld relevante opdracht / onderzoek binnen het domein van één of meer van de vijf BBE’s. De student gaat hierbij zelfstandig, methodisch en resultaatgericht te werk. Hij past de tijdens de opleiding verworven kennis en vaardigheden toe, verdiept deze door het verzamelen en interpreteren van relevante literatuur en gegevens, om tot een voor de opdrachtgever bruikbaar resultaat te komen.
a) Maakt een systematische analyse van de huidige en de gewenste situatie en legt deze vast in een probleemdefinitie en bijbehorende onderzoeksvragen. b) Gebruikt een (onderzoeks)aanpak die passend is om te komen tot een antwoord op de onderzoeksvraag / oplossing van het praktijkprobleem c) Verzamelt voor de opdracht relev. literatuur en gegevens en gebruikt deze adequaat in de beantwoording / oplossing van de onderzoeksvraag / het praktijkprobleem
- Een (afstudeer)verslag met een effectieve structuur en schrijfstijl. Dit verslag omvat een probleemdefinitie, onderzoeksvragen, onderzoeksaanpak, een correcte interpretatie van de gegevensverzameling en een onderbouwde oplossing waarvan de haalbaarheid aangetoond wordt middels een implementatie. De conclusie en aanbeveling omvat een heldere en valide onderbouwing. - Een beoordeling van de opdrachtgever op de professionele houding waarmee de student aan het onderzoek werkt. Hierin is hij/zij zelfstandig, betrokken en weet vaardigheden goed in te zetten. - Een presentatie met een logische structuur en inhoud d) Ontwikkelt een voor de opdrachtgever die ondersteund wordt door goed ingezette audiovisuele bruikbaar resultaat in de vorm van een middelen. De presentatie is boeiend en duidelijk. oplossing/advies/ verbetervoorstel. - Een verdediging waarin de student adequaat vragen e) Formuleert een plan voor de beantwoordt en daarmee aantoont dat hij het onderwerp implementatie van de gekozen beheerst en kritisch is geweest ten aanzien van zijn oplossing/advies/verbetervoorstel. eigen onderzoek. De student doet dit op een f) In dit proces stuurt de student zijn eigen professionele manier waarbij hij met het onderzoek een leerproces aan en verantwoord de gemaakte bijdrage heeft geleverd aan de verdere keuzes in het gehele traject. professionalisering van de beroepspraktijk.
Arjan Karssenberg, 140831
blad 9