Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek”
Blauwdruk “Minor Agrologistiek”
1
Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek”
Opdrachtgever: Interreg IV-programma Oost-West-Poort (OWP) Projectgroep:
Frank van Gennip, Louis Corsten, Gerard Wijnen, Sjoerd Wensink, Jos van Kooij.
Projectleider:
Jos van Kooij
Directeur
Hans Aarts
Projectnr.:
OWP
Rapportnr.:
1.0
Datum:
Januari 2014
Deze blauwdruk “Minor Agrologistiek” werd ontwikkeld in het kader van het Interreg IV-A Project Oost West Poort en was mogelijk dankzij de steun van volgende partners :
2
Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek” Voorwoord
De tuinbouwsector in Nederland is geconcentreerd in een vijftal kernen waar intensieve tuinbouw plaatsvindt. Deze kernen noemen we Greenports. In een Greenport vinden we teeltbedrijven, veilingen, handelsbedrijven, tuinbouwtoeleveranciers, machinebouwers, gespecialiseerde ICT-bedrijven en natuurlijke de brede installatiebouw voor de food & flower en agrisector bij elkaar. Ook zijn er veredelaars en vermeerderaars van planten en zaden te vinden. De logistieke sector en kennisinstellingen die actief zijn in de wereld van food & flower, zitten er dicht bij het vuur. Doordat alle belangrijke partners bij elkaar zitten, is er intensieve uitwisseling van kennis en wordt er nauw samengewerkt. Fontys Hogeschool Venlo wil bij deze ontwikkeling natuurlijk een belangrijke rol spelen, omdat de regio ook enkele thema’s heeft benoemd waarop flink wordt geïnvesteerd in de toekomst. Enkele van die thema’s zijn “slim produceren”, “reststroomverwaarding” en “agrologistiek”. Alle thema’s gaan in principe over innovaties die leiden tot meer opbrengst en/of lagere kosten. De Minor “Agro Logistiek” gaat hier in op de uitdagingen die de Agro-sector meebrengt op het gebied van de logistiek.
J.A.H. Aarts Directeur Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek Venlo, Januari 2014
3
Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek”
Inhoudsopgave 1.
Inleiding .............................................................................................................................................................................. 5
2.
Structuur en fasering van de ‘Minor Agrologistiek’ ............................................................................................................. 5
3.
Het begrip major en minor.................................................................................................................................................. 6
4.
Samenhang & doel van de ‘Minor Agrologistiek’ ................................................................................................................ 6
5.
Ingangseisen ....................................................................................................................................................................... 6
6.
Eindtermen minor............................................................................................................................................................... 7
7.
Deelnemende opleidingen .................................................................................................................................................. 7
8.
Studie-inhoud en opleidingsspecifieke delen ...................................................................................................................... 7
9.
Onderwijsvormen ............................................................................................................................................................. 15
10. Toetsing minor.................................................................................................................................................................. 15
4
Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek”
1. Inleiding De belangrijkste uitdaging waarop het project Oost West Poort (OWP) wenst in te spelen is de realisatie van een economische hefboom door de versterking van de economische en logistieke complementariteit tussen West-Vlaanderen (België) en de regio Venlo (Nederland). Een onderdeel van dit project is de versterking van de logistieke kennisinfrastructuur in beide regio’s door de gezamenlijke ontwikkeling van concrete projecten op het vlak van toegepast wetenschappelijk onderzoek, kennisvalorisatie en ketenregie, vanuit of in nauwe samenwerking met de Universiteit van Maastricht, Fontys Hogescholen, de Katholieke Hogeschool Brugge Oostende (KHBO) en de Katholieke Hogeschool ZuidWest Vlaanderen (KATHO). In het kader van de kennisinfrastructuur wordt er een (uitgebreide) blauwdruk met betrekking tot een ‘Minor Agrologistiek’ ontwikkeld die de basis zal zijn voor een nog op te zetten “Minor Agrologistiek”. Dit document bevat de gevraagde blauwdruk.
2. Structuur en fasering van de ‘Minor Agrologistiek’ Agro-logistiek strekt zich uit over een breed gebied. Binnen de kassen worden hoogwaardige technieken toegepast zoals warmte- en vochtbeheersing, aardwarmte technologie, automatisch herkennen van bloeiniveau. Buiten de kassen wordt o.a. gebruik gemaakt van automatische plant- en teeltmachines. Daarnaast is de juiste aan- en afvoer van agri-producten in de gehele keten, zowel lokaal als globaal, van groot belang. Om het bovenstaande rendabel in praktijk te brengen is schaalvergroting en/of specialisering van belang en zal er een economische afweging plaatsvinden (bv. wat kost de automatisering), de toepassing van milieuvriendelijke technieken zal als marketingtool gebruikt worden om de verkoop te stimuleren. Vanuit bedrijfskundig oogpunt zullen inkoop, verkoop en marketing, kwaliteitszorg, ondernemingsfinanciering, management van bedrijfsprocessen, personeelszaken en bedrijfsstrategie de aandacht krijgen omdat de hier boven genoemde processen in elkaars verlengde liggen.? In deze minor zal elke deelnemende opleiding haar eigen specifieke kennis inbrengen. Uitgangspunt van de minor is, dat de studenten geplaatst worden in gesimuleerde ‘praktijksituaties’, waarin zij in teamverband werken. Het werken in teamverband (projectgroepen) bereidt studenten voor op hun latere beroepspraktijk. Hier wordt namelijk in multidisciplinaire projectteams (bestaande uit mensen vanuit verschillende disciplines en/of afdelingen) aan veranderingstrajecten gewerkt. In de opzet van de ‘Minor Agrologistiek’ werken de studenten gezamenlijk 60% van de studietijd in teamverband en 40% van de studietijd volgen zij lessen bij hun eigen opleiding. In het gezamenlijke gedeelte (60%) verbreedt de student zijn kennis. Het deel dat onderwezen wordt in de eigen opleiding zorgt voor kennisverdieping. De structuur ziet er als volgt uit: Het totale minorprogramma omvat 30 EC’s en bestaat uit de 3 sub-programma (figuur 1): Basisprogramma (6 EC’s), wordt door de studenten gezamenlijk gevolgd (verbredend). Specialisme (12 EC’s), wordt door de studenten in hun eigen studierichting gevolgd (verdiepend). Uitvoeren gezamenlijk project (12 EC’s), wordt door de studenten gezamenlijk gevolgd (verbredend)
Minor 30 EC’s Totaal
Specialisme 12 EC’s VERDIEPEND
Onderwerp n
Onderwerp
Onderwerp
1
2
X Opleiding
Onderwerp 3
2 Onderwerp
1 Onderwerp
Basisprogramma 6 EC’s
Onderwerp 4
VERBREDEND
3 Opleiding
Onderwerp 3
2 Onderwerp
1 Onderwerp
Opleiding 2
2 Onderwerp
1 Onderwerp
Opleiding 1
Afsluitend project 12 EC’s
VERBREDEND
Figuur 1: Structuur van de Minor Agrologistiek
De verschillende onderdelen van deze minor worden niet in een chronologische volgorde doorlopen. Gedurende de opleidingstijd van de minor zullen alle fasen parralel lopen. Zie (figuur 1).
5
Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek”
3. Het begrip major en minor Binnen de universiteiten en hogescholen worden de begrippen major en minor gebruikt. Om deze begrippen voor eenieder toegankelijk te maken, volgt hier een uitleg. De totale bachelor-opleiding bestaat uit 240 European Credits ofwel EC’s, studiepunten. Het aantal studiepunten / EC’s is een maat voor de studiebelasting in uren. Een studiejaar (1680 studie-uren) komt overeen met 60 EC’s Eén EC staat dus voor 28 studie-uren. HBO-bachelor-opleidingen worden vormgegeven volgens de Major-Minorstructuur. Dat betekent dat een bachelor-opleiding bestaat uit zowel een Major- als een Minorgedeelte. Het majorgedeelte omvat 210 EC’s en de minor omvat 30 EC’s, in totaal de gevraagde 240 credits noodzakelijk voor de bachelor-opleiding. De majorcredits worden behaald tijdens de reguliere studie inclusief stage- en afstudeerperiode. Bij de Fontysopleidingen is de minor in het derde studiejaar van het reguliere studieprogramma opgenomen. (De student kan er overigens voor kiezen de minor op een ander moment na het behalen van de propedeuse te volgen.) De doelstelling van een minor is dat de student een verbreding of een verdieping in zijn studie aanbrengt. Hij kan kiezen voor een van de volgende opties:
Verbredende minor. De student volgt tijdens de bachelor-opleiding een opleiding in vakken die buiten zijn reguliere studiepakket liggen. Verdiepende minor. De student specialiseert zich in vakken die wel in zijn studiepakket zitten. Een minor kan zowel bij de eigen opleiding als ook bij andere opleidingen gevolgd worden.
4. Samenhang & doel van de ‘Minor Agrologistiek’ Uitgangspunt bij economische ontwikkelconcepten in regio’s met speerpunten in de agro- & foodsectoren is, dat met name op de cross-overs van de verschillende noodzakelijke kennisdomeinen echte innovatie ontstaat. Het is duidelijk dat voor de Nederlandse agro- & foodsector dit juist van belang is, omdat er grenzen zijn gekomen aan het verder doorontwikkelen van kostenbeheersing en rendementsverhoging. Innovatie is gevraagd om zich internationaal te kunnen onderscheiden en toegevoegde waarde te kunnen blijven leveren.
Vanuit de groene kennisdomeinen wordt natuurlijk al flink ingezet op nieuwe technieken op alle vlakken. Echter vanuit bepaalde niet-specifieke kennisdomeinen zoals logistiek, techniek en marketing wordt een bijdrage gevraagd om de steeds breder wordende agro- & foodsectoren te helpen innoveren. Het spreekt daarom vanzelf, dat verbinding van deze domeinen met de wereld van ‘groen, food en vers’ is gevraagd en de natuurlijke plek om deze ‘brug’ te bouwen is in het HBO-onderwijs. Van de toekomstige managers in deze sectoren wordt integraal denken verwacht om levensvatbaar en winstgevend te kunnen blijven opereren. Daarnaast is de uitspraak ‘Think Global, Act Local’ van toepassing. Met vervagende grenzen en uitdijende globalisering zal een internationale context bekend moeten zijn en van de managers in spe wordt een veelvoud aan handelingsperspectieven gevraagd. De minor Agrologistiek is bedoeld om toekomstige managers in de agro- & foodsector een ruimere kennis van en een bredere kijk op hun werk te geven.
5. Ingangseisen Een student kan in de volgende gevallen deelnemen aan de minor Agrologistiek: Propedeuse behaald: Voor deelname aan een minor dient de student de propedeuse van zijn major behaald te hebben Intake assessment: Als iemand zonder propedeusediploma wil deelnemen aan deze minor, kan hij om een intake-assessment vragen als er mogelijk sprake is van eerder verworven competenties. Het bewijs van de eerder verworven competenties kan de student gebruiken als onderbouwing van een verzoek om de minor te volgen.
6
Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek”
6. Eindtermen minor Na het doorlopen van de ‘Minor Agrologistiek’ beschikt de student over vakinhoudelijke kennis van: (Deel)systemen op het gebied van Agro-business zoals slim produceren”, “reststroomverwaarding” en “agrologistiek”. Welke technieken beschikbaar zijn voor teelt- en productiesystemen van o.a. oogstsystematiek, klimaattechnologie, belichting, vision en robotica. De invloeden van bedrijfsstrategieën, omgeving, milieu, goederenstroom, informatiestroom en geldstroom op de logistiek Vaardigheden in het in groepsverband ontwerpen/werken op het gebied van Techniek, Infrastructuur en Logistiek.
7. Deelnemende opleidingen Vanuit Fontys Hogescholen (Nederland) wordt door Fontys Hogeschool Techniek & Logistiek (FHTenL) en Fontys International Business School (FIBS) aan de minor meegewerkt. Vanuit KATHO (België) door het KHBO. Aan deze minor nemen in beginsel de volgende opleidingen deel: Fontys Hogeschool Techniek & Logistiek Informatica Mechatronica Logistiek & Economie (L&E) Logistiek en Technische vervoerskunde (L&TV) Fontys International Business School F&FM Food & Flower Management In een latere fase de KATHO / KHBO (België).
8. Studie-inhoud en opleidingsspecifieke delen A.
Basisprogramma 6 EC’s
B.
Specialisme 12 EC’s Informatica Specialisme Mechatronica Logistiek & Technische Vervoerskunde Logistiek & Economie Food - Flower Management Food - Flower Management Food - Flower Management
B.1 B.2 B.3 B.4 B.5.1 B.5.2 B.5.2 C
Afsluitend project 12 EC´s Gemeenschappelijk
Hier onder een overzicht.
7
gemeenschappelijk
Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek”
A.
Basisprogramma 6 EC’s
gemeenschappelijk
De inhoud van het basisprogramam geeft inzicht in de”zo genoemde “Perspectives in the AgroFoodComplex . “Perspectives in the AgroFoodComplex”, vraagt studenten uit verschillende disciplines (kennisdomeinen) om hun eigen perspectief te gebruiken, bijv ‘engineering, logistiek’. Vanuit dit perspectief worden op achtereenvolgens globale, Europese en regionale/lokale schaal verschillende relevante onderwerpen behandeld die niet tot de focusgebieden binnen hun eigen kennisdomein liggen. Denk hierbij aan zaken als ‘wereldvoedselproblematiek’, arbeidsverhoudingen in de internationale suplly chains van food, energievraagstukken, wet- en regelgeving, voedselveiligheid, ethische vraagstukken bij foodproductie en-consumptie, duurzaamheidsaspecten bij voedselzekerheid, etc. Samenvattend: er wordt gekeken op verschillende schalen naar ‘economische’-, politiek/juridische-, duurzaamheids- en consumentenaspecten van de agro & food sector
In schemavorm:
8
Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek”
B.1.
Specialisme 12 EC’s
(binnen de eigen opleiding Informatica)
Vakgebied
Specialisme
Inhoud
Informatica
Computer vision
12 EC’s
4 EC’s
Met behulp van een computer worden beelden geïnterpreteerd die met een camera zijn vastgelegd. De op deze wijze verkregen informatie kan vervolgens worden gebruikt om andere processen aan te sturen Met Computer Vision wordt oa visuele inspecties geautomaticeerd
Informatica bevindt zich op het snijvlak van de vakgebieden informatietechnologie en communicatietechnologie (informatica). Softwaretechnologie, Informatiesystemen Communicatietechnologie Zijn kernbegrippen. Actuele technologische ontwikkelingen met name in de Agro-business komen aan bod.
Machine learning (ML) 4 EC’s
Machine learning (ML) is een verzameling van technieken, waarmee computers in staat worden gesteld om data te interpreteren. Zo wordt machine learning bijvoorbeeld gebruikt om verdachte patronen bij het gebruik van credit cards te identificeren, of om risico’s in te schatten op basis van incomplete data.
Software Architectuur 4 EC’s
Relatie tussen ML en Kunstmatige Intelligentie (Artificial Intelligence). Relatie van ML in het gebied van ambient intelligence ML technieken in een ambient environment Verschil tussen begeleid en niet-begeleid leren (supervised and unsupervised learning). Werking van algoritmes beschrijven Schrijven van eenvoudig ML programma’s
Software architectuur is het vakgebied dat zich bezighoudt met het beschrijven en analyseren van een systeem met behulp van modellen om tegemoet te komen aan het (dikwijls tegenstrijdige) eisenpakket dat is opgesteld door de belanghebbende partijen.
9
Herkenning gebasseerd op eigen waarneming Herkenning gebasseerd verborgen ‘Markov filters” Voorspelling gebasseerd op Bayes theorem .
Netwerktopologien en communicatiestandaards Sensoren netwerk en routing protocols Agents Martflow MaxSMP
Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek”
B.2.
Specialisme 12 EC’s
Vakgebied
Specialisme
Mechatronica
Machine vision
12 EC’s
4 EC’s
De mechatronisch engineer ontwerpt, test/verifieert, verbetert, optimaliseert en/of repareert producten of productiemachines die een combinatie zijn van de vakgebieden: werktuigbouwkunde, elektronica/elektrotechniek, technische natuurkunde e technische informatica. De mechatronisch engineer benadert deze producten als geheel (systeembenadering) maakt basiskeuzes voor de elementen in een systeem en/of ontwerpt juist die elementen welke een combinatie zijn van de genoemde vakgebieden. systeemdenken, conceptkeuze, multidisciplinair methodisch ontwerpen, modelvorming en op systeemniveau meten, testen, analyseren, verbeteren, optimaliseren, repareren en/of klanten technisch adviseren zijn de competentiegebieden die in het bijzonder van toepassing zijn op de mechatronisch engineer Soft skills met betrekking tot communicatie / overtuigen / overdragen tussen de betrokken disciplines zijn een must naast zelfstandigheid/proactiviteit en het nemen van initiatief. Daarbij heeft hij (deels specialistische) kennis en vaardigheden m.b.t. de vakgebieden: robotica, automatiseringstechnologie, aandrijftechnologie, dynamisch gedrag mechanismen, regeltechniek, sensoren en visiontechnologie, virtualisatie/visualisatie, signaalbewerking en datacommunicatie, kennis van ontwerptools afkomstig uit de informatie technologie
10
(binnen de eigen opleiding Mechatronica)
Inhoud Machine Vision is de (camera)techniek die noodzakelijk is om beelden aan te bieden aan een computer die deze weer mbv Computer vision beoordeeld op van te voren vastgestelde parameter.
Embedded Intelligence 4 EC’s
Robotica 4 EC’s
Agents Wat is een beeld? Beeldresolutie Verlichting en optica Soorten en eigenschappen van beeldsensoren Soorten camera's en bussen: analoog, USB, IEEE1394, Camera Link, GigE, intelligente camera's Beeldverwerking (manipulaties op een afbeelding, de output is weer een afbeelding). Morfologie functies Beeld-analyse (de uitgang is een gevolg van een nummer, of pass / fail) Machine Vision
Bij Embedded Intelligence wordt het creatieproces van de "voorgeprogrammeerd" intelligentie verlegd naar "zelflerend vanuit de interaktie" zoals dat door de voorstanders van Embodied Intelligence wordt gepropageerd [Pfeifer/Scheier/Bongard]. Kenmerkend voor deze stroming is de intensivering van de rol van de mechanika (en elektrotechniek) ten koste van de informatica; het resultaat is een evenwichtigere verdeling van complexiteit over de deelenemende disciplines. In de praktijk leidt dit bijna altijd tot “goedkopere” ontwerpen Robotica in de agrocultuur en de industriële automatisering. Robots die autononome tomaten of campignons plukken. Robots die onkruid onderscheiden van planten en hier adequate maatregelen treffen. Onderzoek van het microklimaat in kassen of in de buitenlucht zijn alle aspecten van het specialisme Robotica. Functies Toepassingen Bouwvormen Robots Aandrijving Meettechniek Inzetgebied Eind-tools (grijpers) Sensoren Periferie Aansturing/Besturing Regrammeren Veiligheid
B.3. Specialisme 12 EC’s
Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek” (binnen de eigen opleiding Logistiek & Techniek)
Vakgebied
Specialisme
Logistiek & Techniek
Warehouse Management ,bt Agrologistiek
12 EC’s In het logistieke traject zijn informatiestromen en goederenstromen in een Warehouse- en Productieomgeving het thema. Dat houdt in dat de kennis op het gebied van Informatiestromen en informatiesystemen, in de genoemde omgeving wordt verdiept, met name gericht op het kunnen uitvoeren van verbeterprojecten. De techniek komt aan bod bij het onderwerp Integraal ontwerpen van idee tot en met product .
Warehouse Management (globaal) Informatiestromen Warehouse Management Systemen (WMS) Het kiezen van een WMS; Het inrichten van een WMS; Het implementeren van een WMS
2 EC’s
RFID Barcode Vision OCR Voice
Informatie Systeem 2 EC’s
ERP Systeem
Programma van eisen Functie blok schema Quality Function Deployment Waarde-analyse FMEA (failure mode and effect analysis) Koppeling hiervan richting ERP, PDM (product data management) en CAD/CAM waaronder AutoCAD
2 EC’s
Identificatietechniek
Intergraal ontwerpen van product tot idee 2 EC’s
Groepsopdracht herontwerp van een productieomgeving mbt Agrologistiek 2 EC’s
11
Inhoud
Het beschrijven, analyseren en komen tot verbetervoorstellen van processen in een productieomgeving in de praktijk.. Een model dat centraal staat in dit project is het Integrale Logistieke Concept (Zie hoofdstuk 2, Visser & van Goor, logistics: principles and practice
Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek” B.4. Specialisme 12 EC’s Vakgebied
Specialisme
Logistiek & Economie
Omgeving, Organisatie en Management
12 EC’s
(binnen de eigen opleiding Logistiek & Economie)
Hoe komen producten in winkels, bedrijven of thuis.? Hoe is het transport geregeld van de fabriek in Azïe naar de winkel? Hoe wordt de levertijd in de gaten gehouden? Hoe zorg je ervoor we geen nee hoeven te verkopen? Wat kost dit alles? Dit zijn aspecten van het vakgebied Logistiek en Economie.
2
EC’s
Organisatie Strategie 2 EC’s
Inhoud
Er zijn klassieke en moderne modellen om bedrijfstrategieën op te zetten. Beide modellen worden besproken De klassieke modellen geven de meeste inzicht in de reden van het bestaan van een onderneming
Logistieke Processen 2 EC’s
Economie 2 EC’s
2 EC’s
Kennis van klassieke en moderne bedrijf – strategieën
Samenvoegen van de kennis over basisstructuur en controlestructuur in een totale operatieplan
Kennis van structuren in een operatieplan
Om projecten uit te voeren in een afdeling worden, middels begrotingen, financiële middelen vrijgemaakt. De afdelingsmanager zal het benutte van de financiële middelen in het project controleren. Financiële KPI’s geven de mogelijkheid om de organisatie te managen op vooraf gestelde criteria en de mogelijkheid geven deze te vergelijken met andere BU's
Lean Manufacturing
Besluitvorming Omgevingsinvloed Organisaties in ontwikkeling
Financiële KPI’s Vergelijking ander BU’s
Het centrale thema is de Lean-filosofie. Mbv de Lean filosofie zijn we in staat om processen te verbeteren. We concentreren ons op de algemene lean filosofie en de lean tools voor een productie-omgeving. We bespreken een lean project en de lean tools in detail. Kennis van: Lean - filosofie Lean – tools
Change Management 2 EC’s
Wat te doen om veranderingen door te voeren. Binnen de projecten en stages maak je “verbeteringsvoorstellen”. Welke stappen zijn noodzakelijk om “verbetervoorstellen” daadwerkelijk in te voeren. Structuur om verbeteringsvoorstellen: Te ontdekken In te voeren
12
Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek”
B.5.1 Specialisme 12 EC’s Vakgebied 1. “Food”perspectief
(binnen de eigen opleiding Food - Flower Management) Specialisme Introductie
Wereldvoedselproblematiek in het algemeen
4 EC’s Dit thema wordt benaderd vanuit de vraag hoe de wereldbevolking te voeden in 2050. Die benadering vindt plaats vanuit drie verschillende perspectieven: Value chain
Inhoud
Het Food perspectief Het Ethisch perspectief Het economisch perspectief.
Een waardeketen is een keten van activiteiten. Producten passeren de achtereenvolgende activiteiten van de keten en verwerven hierbij bij iedere activiteit enige waarde. De keten van activiteiten als geheel geeft het product hierbij meer toegevoegde waarde dan de som van de afzonderlijke delen.
Alternatieve methoden en nieuwe ontwikkelingen
Voedselveiligheid en certificering
Biologisch voedsel Fair Trade Nieuw ontwikkelingen (bv city farming) Milieuaspecten Regionale perspectieven
Eén van de oplossingen voor het wereldvoedselprobleem is het tegengaan van voedselverspilling. En die verspilling is overal: van boer tot consument en alle schakels daartussen. Meer dan 40% van het voedsel gaat verloren tussen ploeg en bord. Hoe wordt kan transparantie verhoogd door certificering.
Cradel to cradel Onderdeel van de waardeketen
HACCP (risico analyse van kritische controle punten in relatie tot de waardeketen Business to Business & Business tot Consumer certificering Veiligheidsvoorschriften
13
Organisatie van voedselproductie (industry structur). Landbouwkundige productie Toegevoegde waarde
Wat brengt de toekomst op ons bord? Wordt het ambachtelijk of industrieel vervaardigd voedsel. Daarnaast staat duurzaam voedsel staat volop in de belangstelling. Het verduurzamen van de voedselproductie en de consumptiesystemen is een maatschappelijke trend
Tegen gaan van verspilling (waste management)
Voedsel bijzonderheden Productie en consumptie Millennium doelen Milieu invloeden bv klimaat veranderingen Armoede
Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek” (binnen de eigen opleiding Food - Flower Management)
B.5.2 Specialisme 12 EC’s Vakgebied 2. ” Ethiek”Perspectief
Specialisme 4 EC’s
Utilitarisme
Stel dat je medewerker van een internationale onderneming bent bv , Je bent werknemer van Unilever en je worden gezonden naar India. Wat is je reactie, wanneer een deel van de medewerkers niet wordt toegestaan om deel te nemen aan bepaalde gebeurtenissen omdat ze vrouw, moslim of "onaanraakbaren" zijn? Ga je dan protesteren en zeggen dat dit niet juist is? Misschien antwoord je Indiase collega alsvolgt "Dit is India en je bent onze gast. Denk je niet dat het een beetje arrogant is als u onze morele normen wilt voorschrijven? Ethiek, en meer in het bijzonder bedrijfsethiek, gaat over dit soort van morele dilemma's. In het eerste deel van de minor worden een aantal tools (theorieën en methoden) aangereikt die u kunnen helpen om uw eigen morele standpunten te bepalen. Oefening vind plaats met hulp van enkele case studies. Later in de cursus zult u deze theorieën toepassen bij concrete morele dilemma’s gerelateerd aan de "World voedselproblematiek” Zoals u zult zien, geeft de ethiek geen "kant-en-klare" antwoorden. Het kan je wel helpen om kritisch te beoordelen in hoeverre de eigen ideeën en morele normen samengaan met die van het bedrijfsleven en de samenleving. Op deze manier krijg je een moreel besef en waarde die je zal helpen hoe om te gaan met morele dilemma's in het bedrijfsleven om zodoende op een weloverwogen en verantwoorde manier een empathische levensstijl te ontwikkelen
B.5.3 Specialisme 12 EC’s Vakgebied 3. ” Economisch” Perspectief
Is een ethische stroming die de morele waarde van een handeling afmeet aan de bijdrage die deze handeling levert aan het algemeen nut, waarbij onder algemeen nut het welzijn en geluk van alle mensen wordt verstaan.
Deontologie (plichtethiek)
Is een ethische stroming, die uitgaat van absolute gedragsregels, vaak, maar niet altijd, gesteld als normen. Er wordt ook wel gesproken over plichtethiek. Iets wat slecht is, is volgens een deontoloog altijd slecht, ook als de uitkomst goed zou zijn, want er bestaat geen "goed" als zodanig; het enige wat goed zou kunnen zijn is de intentie, de goede wil, en die goede wil impliceert de aanvaarding van bepaalde morele wetten.
Virtue Ethics (deugdethiek)
De deugdenethiek is gebaseerd op een mens visie die ervan uitgaat dat het karakter van de mensen te vormen is door de opvoeding en onderwijs en door het geven van goede voorbeelden.
(binnen de eigen opleiding Food - Flower Management) Specialisme
Inhoud
Micro-en macroeconomisch perspectief
Economie met het concept van de vraag en aanbod markt wordt de vraag en aanbod en het consumentengedrag (combinatie van micro-en macroeconomisch perspectief) introduceren Recente literatuur, casestudies en empirische data worden gebruikt om het economisch perspectief te koppel aan ´Food`en Etisch perspectief. Basale economische principes verklaren de uitwerkingontwikkeling van de krachten die spelen op de vraag en aanbod markten en dit alles in de context van de wereldvoedselproblematiek
Keuze en beslissingen
Hoe komt het individu tot keuzen in het zakelijk verkeer met mogelijk het gevolg van fouten/mislukkingen in het optreden in de markten Waarom en hoe kan handel een positieve bijdrage (winst) opleveren. Inzoomend op agri -culture handel
Principal agent theory
De tegenstelling van handelen in eigenbelang en de principaal-agent theorie Student zal in staat moeten zijn om vanuit de theorie economische patronen en gedrag van individuen in deze omgeving te begrijpen. Vanuit huidige en vroegere marktmislukkingen zou de student e.e.a.leren voor toekomstige toepassingen.
4 EC’s
14
Inhoud
Blauwdruk ‘Minor Agrologistiek”
C. Afsluitend project 12 EC´s Gemeenschappelijk Xperience met "Autonome Robotica" 12 EC’s
Dit project is gebaseerd rondom het thema "Autonome Robotica" en daarbij kijken we naar meer dan alleen het maken van de soft- en hardware. Ook aspecten als kostprijs, kwaliteit, testbaarheid, logistiek etc. komen uitgebreid aan de orde. Op strategisch niveau het schrijven van een bedrijfsplan om de haalbaarheid van een idee te onderzoeken dit mbv bedrijfs- en marktanalyse. Op operationeel niveau het gebruik van hulpmiddelen om het ontwerpproces uit te voeren. Kostenbewust bezig zijn is hierbij leading Dat betekent niet alleen aandacht voor het product, maar met name ook het proces eromheen. Tevens zal in dit project aandacht zijn voor een aantal aspecten die je in de praktijk nodig zult hebben, zoals techniek, kwaliteit, kosten.
Elk individu van deze multifunctionele projectgroep zal zijn steentje moeten bijdragen: Het project moet aan de volgende voorwaarden voldoen: Embodyment (= presentation in an interface) Context awareness: (the 4 w’s: who / what / where / when) Tele precentatie (beam me up skotty) Goedkope sensoren (<= 25 euro: webcam) Gebruik bestaande API’s Data afhankelijkheid Verschillende modaliteiten (beeld, geluid, binary sensors) Het gebruiken van protocollen
9. Onderwijsvormen De aanpak van deze minor is een mix van activiteiten binnen en buiten de klas. In de geroosterde contacturen zijn dit: presentaties, films, discussies op basis van prikkelende papers en literatuur en de uitwerkingen van opdrachten door studenten die worden besproken. Daarnaast worden excursies georganiseerd door de studenten zelf naar verschillende bedrijven in de regio die op de een of andere manier bepaalde kennisdomeinen praktisch inzichtelijk maken binnen de agro & food sector waarin men opereert. Afgesloten wordt met een individueel uit te werken assignment en een presentatie voor de groep.
10. Toetsing minor Elk studieonderdeel wordt afzonderlijk getoetst en dient met een voldoende afgerond te worden
15