Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
Minimale vereisten voor gemeentelijke woningen inzake nieuwbouw Dit bijzonder bestek is grotendeels geïnspireerd op het document "beschrijving van de GOMB-woning voor de promotor en de ontwerpers" update mei 2012.
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
1/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
INHOUDSOPGAVE 1. VOORWOORD ............................................................................................................... 2. ARCHITECTUUR ............................................................................................................ 2.1 Bouwhoogte en inplanting ............................................................................................................. 2.2 Minimale oppervlakte en afmetingen ............................................................................................. 2.3 Contact tussen de verschillende ruimten ...................................................................................... 2.4 Natuurlijke verlichting .................................................................................................................... 2.5 Energieprestaties .........................................................................................................................
3. MATERIALEN.................................................................................................................. 3.1. Verplichtingen ............................................................................................................................. 3.2 Verboden 3.3 Voorkeur .......................................................................................................................................
4. RUWBOUW...................................................................................................................... 4.1 Afbraak.......................................................................................................................................... 4.2 Muren en vloeren ......................................................................................................................... 4.3 Buitenramen ................................................................................................................................. 4.4 Dak ............................................................................................................................................... 4.5 Scheidingswanden en binnenschrijnwerk .....................................................................................
5. UITRUSTING EN MEUBILAIR ........................................................................................ 5.1 Algemeen ..................................................................................................................................... 5.2 Lift ................................................................................................................................................ 5.3 Elektriciteit .................................................................................................................................... 5.4 Verwarming en warmwaterproductie ............................................................................................. 5.5 Ventilatie ...................................................................................................................................... 5.6 Sanitair ......................................................................................................................................... 5.7 Gas ............................................................................................................................................... 5.8 Meubilair......................................................................................................................................... 5.9 Elektrische huishoudtoestellen....................................................................................................... 5.10 Brandbeveiliging ..........................................................................................................................
6. AFWERKING .................................................................................................................. 6.1 Afwerking van de gemeenschappelijke delen .............................................................................. 6.2 Afwerking van de privatieve delen ................................................................................................ 6.3 Vensterbanken en -tabletten ........................................................................................................ 6.4 Brievenbussen ............................................................................................................................. 6.5 Kast voor rolluik en gordijn ........................................................................................................... 6.6 Verf binnenschrijnwerk 6.7 Kleppen......................................................................................................................................... 6.8 Bewegwijzering..............................................................................................................................
7. OMGEVING (TUINEN EN GROENE RUIMTEN)............................................................. 8. SIMULATIE VAN DE INRICHTING.................................................................................. 8.1 Inrichting van de woning ............................................................................................................... 8.2 Inrichting van het fietslokaal ......................................................................................................... 8.3 Inrichting van het vuilnislokaal .......................................................................................................
9. MEETCODE 9.1 Extra-murosoppervlakte (EMO) 9.2 Intra-murosoppervlakte (IMO)
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
2/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
1. VOORWOORD Deze beschrijving wordt opgesteld voor gebruik door projectontwerpers en heeft als doel de minimumeisen waaraan een gemeentelijke nieuwbouwwoning moet voldoen vast te leggen, ongeacht het type woning, met sociaal karakter of geconventioneerde middelgrote woning, eventueel gehuurd of aangekocht. Deze eisen hebben betrekking op de werking, oppervlakten, materialen, meubeluitrustingen, technische uitrustingen, sanitaire voorzieningen...
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
3/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
2. ARCHITECTUUR 2.1 Bouwhoogte en inplanting Volgens de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV) en desgevallend het Bijzonder Bestemmingplan (BBP) en het programma van het bijzondere bestek.
2.2 Minimale oppervlakte en afmetingen Intra-murosoppervlakte (IMO) = vloeroppervlakte voor elke ruimte gemeten tussen de nietafgewerkte binnenmuren. Soort appartement
Intra-murosoppervlakte (IMO) Totaal
Minimale intramurosoppervlakte Woonkamer
Keuken
Minimale intramurosoppervlakte terras
Studio
42 m²
25 m²
6 m²
Appartement 1 slpk
55 m²
25 m²
8 m²
Appartement 2 slpk
70 m²
27 m²
9 m²
7,5 m²
Appartement 3 slpk
85 m²
30 m²
10 m²
7,5 m²
Definitie van de oppervlakten: Er wordt verwezen naar de meetcode in hoofdstuk 9. Deze meetcode houdt geen rekening met de verplichte oppervlakten en afmetingen, hoogte inbegrepen, opgelegd door de GSV die strikt van toepassing blijven. Ratio: Er dient rekening te worden gehouden met de verschillende ratio's bedoeld voor de opmeting van de geschiktheid van de woning en het gebouw op gebied van de bebouwde oppervlakte en de werkelijk bruikbare oppervlakte waarvan de gebruikers het genot hebben. Daarom spreken de documenten, vanaf het voorontwerp, minstens van de ratio's: Totale IMO / totale EMO hIMO / totale EMO Zie art. 9.1 en 9.2 Maximumdiepte van de constructies : volgens het programma van het bijzondere bestek Minimumhoogte onder plafond : - kelders: 2,30 m (2,20m minimum volgens GSV) - gelijkvloerse verdieping: 2,50m minimum volgens GSV indien bestemd als woning zo niet volgens het programma - eerste verdieping: 2,50m minimum, volgens GSV - tweede verdieping en volgende idem - hal, gang, wc en doorloop: de hoogte onder plafond mag plaatselijk beperkt zijn tot 2,20 m. - bewoonbare lokalen onder dak: 2,10 m en gemiddelde hoogte minimum: 2,50 m (2,30m minstens over de helft van de oppervlakte van het lokaal)
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
4/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
Woonkamer: - oppervlakte volgens het soort appartement - minimumbreedte: 4,00 meter Keuken: - oppervlakte volgens het soort appartement - afmetingen die minstens de plaatsing van 6 modules (60 x 60 x 90 cm) mogelijk maken, hoekmodules en eventuele wasmachine of muurverwarmingsketel niet meegerekend. Het aantal modules wordt verhoogd met een eenheid per slaapkamer (1 slaapkamer: 6 modules, 2 slaapkamers: 7 modules, 3 slaapkamers: 8 modules, enz.). - minimum 150 cm vrije doorgang voor de meubels (voor personen met beperkte mobiliteit) ; - Er wordt een gesloten keuken ontworpen, een open keuken is een eventuele optie in zoverre ze wordt uitgerust met een afsluitmiddel: deur of schuifpaneel Kinderslaapkamer : - Minimumnetto-oppervlakte: 9 m² - minimumbreedte: 2,50 meter Slaapkamer ouders : - Minimumnetto-oppervlakte: 14 m² - minimumbreedte: 3,00 meter - plaats voor kleerkast van minstens 2 meter lang - vrije ruimte van 150 cm voor een kant van het bed en minstens de helft van de kleerkast Badkamer : - afmeting in functie van de sanitaire uitrusting - vrije ruimte van 150 cm (voor personen met beperkte mobiliteit) voor de wastafel, het bad en de wc - vrije ruimte van 90 cm voor de douche - ruimte voor een kolommeubel van 200cm x 60cm x 30 cm breed + 30 cm bijkomende breedte per slaapkamer boven 2 Wasplaats: plaats voor wasmachine en droogkast (min 90 cm x 150 cm, ruimte voor openen van de deur niet meegerekend); eventueel te voorzien in de badkamer of keuken. Bergplaats: opbergruimte van minimum 80 cm x 60 cm vrij van voorzieningen; mag deel uitmaken van de wasplaats of 80 x 120 minimum indien geen kelder. De bergplaats in de woning zelf ligt bij voorkeur in de kelder. Gang: minimumbreedte van 90 cm met manoeuvreerruimte (voor personen met beperkte mobiliteit) van 150 cm voor de deuren; de doorgangen beperken ten voordele van de leefruimten. Gebruik voor een andere functie dan enkel doorgang heeft de voorkeur (bibliotheek, berging, wandkasten, doorloop... Inkomhal: - verplicht - minimumbreedte van 150 cm (voor personen met beperkte mobiliteit) - minimumdiepte van 1,50 m (voor personen met beperkte mobiliteit) - plaats voor een vestiairemeubel van 65 cm diep en 60 cm breed (1 slaapkamer), 90 cm (2 slaapkamers) en 120 cm (3 slaapkamers). In deze afmetingen is een eventuele elektriciteitskast niet begrepen. bezoekerstoilet : minimumbreedte van 0,90 m en minimumlengte van 1,20 m met deur naar buiten; in elk soort appartement toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit moet
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
5/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN het mogelijk zijn om later een wc toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit te plaatsen, het wegnemen van de scheidingswand tussen de badkamer en het bezoekerstoilet is toegestaan. Trap (huis, duplex en gemeenschappelijke delen) : - minimumbreedte van 80 cm vrije doorgang, trapleuningen niet inbegrepen; - trede: hoogte van maximum 17 tot 19 cm, met naleving van de formule 2o + A = ± 63 -
cm en trapneus van minstens 2 cm minimum, of gelijkwaardig resultaat; wenteltrap verboden indien diameter globaal kleiner dan 180 cm
Indien een terras wordt voorzien: op de verdiepingen, minimale afmetingen voldoende voor een tafel en vier stoelen (minimum 2,50 m x 3 m); op de gelijkvloerse verdieping is het terras minstens 4 meter breed en minstens 3 meter diep. Indien mogelijk wordt de voorkeur gegeven aan een terras per appartement. Ook wordt een eenvoudige installatie voorzien om de sorteervuilnisbakken, vanaf de openbare ruimte, aan het oog te onttrekken. Balkon : te vermijden, ofwel een terras ofwel een vensterdeur met borstwering. Gemeenschappelijke delen: - oppervlakten van de gemeenschappelijke delen tot een minimum beperken (afgewerkte en niet-verhuurde ruimten), maar toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit volgens de GSV - inkomhal: indien er een hoogteverschil is tussen de inkomhal en de lift moet de trap worden uitgerust met een systeem zodat personen met beperkte mobiliteit toegang hebben - een lokaal voorzien voor de vuilnisbakken - een lokaal voor fietsen en kinderwagens: - gescheiden van de parking, eventueel buiten het gebouw en gemakkelijk bereikbaar vanaf de straat en toegankelijk voor voetgangers, bij voorkeur zonder hoogteverschil - overdekt en beveiligd lokaal - per fiets bedraagt de manoeuvreerruimte 0,75 m x 1,80 m en de parkeerruimte 0,65 m x 2,00 m - Het minimumaantal volgt uiteraard de GSV (1 plaats / 200 m2 vloeroppervlakte met een minimum van 2 plaatsen per gebouw). lokaal uitgerust met stevig bevestigingsmechanisme waarin het voorwiel kan worden gehangen en dat de kader kan dragen (bij voorkeur, fietsrekken die aan de grond bevestigd zijn.) - een ruimte zonder meubilair op de grond voorbehouden voor kinderwagens / kinderfietsen, als dusdanig aangegeven. Soort appartement
minimumaantal fietsstaanplaatsen
Studio 1
1
Appartement 1 slaapkamer
1
Appartement 2 slaapkamers
2
Appartement 3 slaapkamers
2
Soort appartement minimumaantal fietsstaanplaatsen -
een lokaal voorzien voor onderhoud van de gemeenschappelijke delen (minimum 2 m²) uitgerust met water, een afvoer, elektriciteit en een wc indien er meer dan 30 woningen zijn.
Parking:
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
6/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN -
-
Het aantal plaatsen tot het strikte minimum beperken en volgens titel VIII van de GS V en de eventuele afwijking vragen telkens wanneer mogelijk; de vrije hoogte bedraagt 2,10 m onder de balken en speciale technieken, de toegangspoort moet minstens 2,50 m breed zijn en automatisch opengaan op afstand. Parkeerplaats voor wagen 2,40 m x 5,00 m en 2,75 x 5,00 m indien er een zijmuur is. Zie GSV voor parkeerplaats voor personen met beperkte mobiliteit Parkingingang: geen kamer vestigen in de onmiddellijke buurt van de parkingpoort. De inrit moet minimum 3,20 m breed zijn en mag maximum 14 % hellen. De zone van 5 m vanaf het trottoir mag maximum 3 % hellen. De inrit is uitgerust met lichtsignalisatie. De binnenstraal voor zwenking van de helling bedraagt minimum 5 m. De centrale gang is minimum 6,00 m breed voor parkeerplaatsen op 90°.
Kelders: minimum 1,80 m x 2,00 m en terbeschikkingstelling van een kelder per appartement, tenzij een bergplaats met goede afmetingen in het appartement zelf voorzien is. Eengezinswoning: zelfde beschrijving als voor de appartementen. Los van de wasplaats of stookplaats een oppervlakte van 15 m² voor zolder of kelder voorzien.
2.3 Contact tussen de verschillende ruimten Inkomhal en keuken bevinden zich dicht bij elkaar. Een nachthal is niet noodzakelijk (gezamenlijke dag- en nachthal voor oppervlaktewinst). Keuken sluit rechtstreeks aan op de woonkamer. Wc: met twee deuren gescheiden van de woonkamer; de wc bevindt zich buiten de badkamer behalve als er 2 wc's zijn of als het een studio betreft. Terras (of tuin) bij appartementen met 2 of 3 slaapkamers, rechtstreekse toegang tot de woonkamer en indien mogelijk tot de keuken. Een terras dat enkel toegankelijk is via een slaapkamer is verboden behalve bij een dakterras. Gemeenschappelijke delen - inkomhal: bij een gebouw met minder dan 9 appartementen is een inkomsas met bellen en brievenbussen te vermijden (veiligheidsrisico's en toegangsproblemen 's nachts).
2.4 Natuurlijke verlichting "Blinde" keukens moeten de uitzondering zijn. Binnenvenster dat uitgeeft op de woonkamer bij een binnenkeuken. De inkomhal in de mate van het mogelijke verlichten met ramen boven de woonkamer- en keukendeuren of via glazen deuren De minimumoppervlakte van de openingen wordt bepaald door de GSV. De hoogte tussen de onderkant van de lateien van de vensters en het plafond moet zoveel mogelijk worden beperkt maar het moet mogelijk zijn om een richelafdekking en 2 richels voor overgordijnen en gordijnen te plaatsen; Op de verdiepingen moeten de vensters gemakkelijk te verduisteren (gordijnen, overgordijnen of zonneblinden) en te reinigen zijn van binnenuit. Dat betekent dat de eventueel vaste vensters beperkte afmetingen hebben en makkelijk toegankelijk zijn (maximum 50 cm breed, dikte van de ramen inbegrepen). Dakramen zijn te vermijden (of moeten kunnen worden geopend minstens op de verdiepingen!).
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
7/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN Met het oog op verhuizen moet elke woning minstens één venster hebben met een vrije doorgang (open raam) van minstens 1,20 m x 1,40 m, ongeacht de eventuele borstwering. Er moet rekening worden gehouden met het probleem van oververhitting opdat de temperatuur niet meer dan 5 % van de tijd hoger ligt dan 25 °C (berekening met PHPP-software) en er dienen zonneweringsmaatregelen te worden genomen.
2.5 Energieprestaties Bij nieuwbouw en bij grondige renovaties moeten de woningen passief zijn. Bij lichte renovaties is lage-energie een doelstelling. Definities: -
Zeer lage-energiewoning (pro memorie): volgens het PHPP-programma K 30, luchtdichtheid (waarde n50) van maximum 2 volumes per uur, mechanische dubbeleflowventilatie met warmteterugwinning. Jaarlijkse energiebehoefte voor verwarming van maximum 30 kwh/m²/jaar. Primaire energie van het gebouw voor de verwarming, productie van sanitair warmwater en hulpapparaten (berekening met PHPP-software) minder dan of gelijk aan 95 kWh/m²/jaar.
-
Passiefwoning: luchtdichtheid (waarde n50) van maximum 0,6 volumes per uur, mechanische dubbele-flowventilatie met warmteterugwinning. Jaarlijkse energiebehoefte voor verwarming van maximum 15 kwh/m²/jaar. Primaire energie van het gebouw voor de verwarming, productie van sanitair warmwater en hulpapparaten minder dan of gelijk aan 45 kWh/m²/jaar. Zich beroepen op de EPB-software met de vereisten in het BHG.
Een luchtdichtheidstest moet worden uitgevoerd. De certificaten voor passieve en zeer lage-energiewoningen moeten door een erkend orgaan worden uitgereikt. Teneinde beheer en onderhoud te vereenvoudigen, wordt de voorkeur gegeven aan de meest eenvoudige technologie.
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
8/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
3. MATERIALEN 3.1. Verplichtingen Voorschriften voor de materialen: zie volgende hoofdstukken. Hout: FSC- of PEFC-label of een gelijkwaardig label en toepassing van NBN EN-14351-1.
3.2 Verboden Verf: verf op loodbasis of met oplosmiddelen (olieverf of glyceroftalische verf) is verboden. Isolatie: dunne reflecterende isolatie is verboden. Vloer: vinyl en pvc zijn niet toegelaten als vloerbekleding.
3.3 Voorkeur Na rekening te hebben gehouden met de voorschriften voor de materialen (zie volgende hoofdstukken) moet de keuze van de materialen vooreerst gebaseerd zijn op de ecobalans ervan. Zo niet, moet de keuze gemotiveerd worden (uitvoering, ligging van het bouwwerk ...). In afwachting van een Belgische classificatie van de materialen volgens hun ecobalans moet het noteringensysteem NIBE (Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie) worden gebruikt voor de opmaak van een rangschikking van de bouwmaterialen.
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
9/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
4. RUWBOUW 4.1 Afbraak Behandeling van de muren grenzend aan een andere constructie: na afbraak, waterafstotende cementering van de muur tot op een hoogte van minimum 2 m; daarboven plaatsing van een gevelbekleding. Herstelling en plaatsing van een soepele dichting tussen de nieuwe gevels en de gevels van de aangrenzende gebouwen. Behandeling van de tuinmuren: na afbraak, muur bijwerken en in voorkomend geval cementeren.
4.2 Muren en vloeren Brandpreventie: Toepassing volgens de geldende reglementen en koninklijke besluiten voor het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning. Thermische isolatie: naargelang de te bereiken energieprestaties (zie punt 2.5). Akoestische isolatie: De akoestische oplossingen en technieken voor de bouwwerken moeten, indien nodig, bepaald worden door een ingenieursbureau akoestiek, dat met het oog op de naleving van de criteria voor een goed akoestisch comfort opgelegd door de norm NBN S.O.1 400-1 – NORMAAL AKOESTISCH COMFORT. Wanneer sommige criteria voor een goed akoestisch comfort uitzonderlijk niet helemaal nageleefd kunnen worden, dan moet de promotor dit duidelijk signaleren en verantwoorden in de verkoopdocumenten. Na de werken moet de aannemer de meetverslagen van de akoestische controletests voorleggen waaruit moet blijken dat de criteria van de betrokken norm wel degelijk zijn nageleefd. Een test moet worden uitgevoerd per schijf van vijftien eenheden en de keuze gebeurt op basis van de verschillende soorten scheidingswanden van de woningen. Tank voor de opvang van regenwater: -
toegankelijk via putdeksel op het niveau van de afgewerkte vloer;
-
voor de appartementsgebouwen: tank uitgerust met filter, pomp, terugslagklep en kraantjes voor het sproeien van tuinen en het onderhoud van de gemeenschappelijke delen en de ondergrondse parking, capaciteit van 33 liter per m² dakoppervlakte, horizontaal gemeten;
-
voor de huizen: tank van 2.000 liter in polyethyleen of beton toegankelijk via putdeksel op het niveau van de afgewerkte vloer en uitrusting voor het hergebruik van regenwater voor de wc, de wasplaats en de tuin.
Rioleringen in polyethyleen HD of in PVC bestand tegen meer dan 75 °C en tegen zuren. Gemetselde of geprefabriceerde bezoekkamer, opstuwpomp indien nodig, aansluiting op de openbare riolering via disconnectiesifon. Funderingen en ondergrondse muren: verschilt van geval tot geval maar in het bijzonder aandacht besteden aan de waterdichtheid (bescherming en drainage) en aan de voorschriften opgelegd door de distributiemaatschappijen; Vloerplaat: met drainage- en/of visqueenlaag; afwerking in de kelder: polybetonvloer, gladgestreken kwartsvloer of tegelvloer 30/30, afloopgoten op de parkeerplaatsen, minimum K0,9 volgens de GSV
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
10/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN Kelders: toezien op de ventilatie - ingekorte deuren en omlijsting: geen contact met de vloer (minimum 2 cm). Ruwe afwerking (zichtbaar metselwerk - verzorgd voegwerk), voldoende sterfputten in de gangen, verflaag is wenselijk. Buitenmuren: isolatie: afhankelijk van de te behalen energieprestatie; geen ruimte tussen de binnenmuur en de buitenisolatie; dragend metselwerk naar keuze; gevelsteen: - naar keuze en antigraffiti tot 3m hoogte aan de straatkant; - gevelsteen aan de straatkant of gevel toegankelijk vanaf de openbare ruimte moet schokbestendig zijn tot 2 meter hoog; -
-
geventileerde spouw van minimum 3 cm bij gebruik van gevelmetselwerk;
-
dorpel in architectonisch beton of in blauwe hardsteen, eventueel in thermogelakt aluminium met akoestisch membraan uitsluitend voor de vensters - overkraging voorzien (met druppelbreker) van minimum 4 cm en minstens 3 cm zijdelings ingewerkt met opkanten. Bij aluminiumdorpels moeten de zichtbare bevestigingselementen in dezelfde kleur zijn. Tussen de dorpel en het metselwerk wordt akoestische isolatie geplaatst (voor akoestisch probleem).
Draagmuur: bewapening tussen de lagen (aantal te bepalen op basis van de afmetingen) om scheuren te vermijden. Vloerplaat: in beton (behalve plankenvloer voor mezzanine, duplex of verdiepingen van huizen), breedplaten of ter plaatse gegoten. Dekvloer: zwevende dekvloer op isolatiemat van minstens 3 mm dik volgens TV 189, met ophoging achter de plint. De dekvloer is in totaal minimum 10 cm dik + de dikte voor de isolatie zodat de kruising van de leidingen mogelijk is. De dekvloer wordt in 2 lagen gegoten met tussenliggende akoestische isolatie. Uitzetvoegen ter hoogte van de deuren. Thermische isolatie van de vloerplaat op de benedenverdieping. Gemeenschappelijke muur tussen woningen: ontdubbeld met isolatie om te voldoen aan de norm NBN S01-400-1 – Normaal akoestisch comfort. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan het weghalen of sterk verminderen van geluidsbruggen. Trap (huis en duplex): in hout, beton of metaal, doorlopende trapleuning. Ongeacht het materiaal moet bijzondere aandacht besteed worden aan de plaatsing van "silent blocs" tussen de trap en de structuur zodat geluidsimpact niet aan de structuur wordt doorgegeven. Indien mogelijk wordt er tevens gebruik gemaakt van een geluidswerende bekleding van de treden (rubber, kurk, hout...) Trap (gemeenschappelijke delen): wanneer het een geprefabriceerde trap betreft, moet die stevig worden vastgezet tussen de treden en de muur. Buitentrap, terrassen en zijgalerij: structuur in beton of verzinkt staal (of in hout behalve de trap), minutieuze uitvoering om akoestische problemen op te lossen. Een antislipbekleding voorzien. Bij terrassen en zijgalerijen moet er op worden toegezien overlast door vallen van afval, stof, peuken...van het ene terras of de ene zijgalerij naar de andere zoveel mogelijk te beperken (opgelet voor roosters!) Borstweringen in metselwerk of ijzerwerk (verzinkt of thermogelakt staal gewenst voor buiten): toepassing van de norm NBN B 03-004; verticale staven of panelen, geen horizontale staven die een ladder kunnen vormen; borstwering verplicht bij een niveauverschil van meer dan 36 cm. Binnenin de woningen worden houten borstweringen aanvaard.
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
11/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN Borstweringen voor trappen: maximum 11 cm tussen de verticale opdelingen en tussen de trap en de borstwering.
4.3 Buitenramen Buitendeur aan de straat: -
Deurblad met zodanige afmetingen dat een vrije doorgang 95 cm breed gegarandeerd wordt (in huizen en appartementen);
van
minimum
-
Voor de appartementsgebouwen: de binnendeur van het sas (of de deur die op straat uitgeeft indien er geen sas is) is uitgerust met een inbraakveilig elektrisch slot, een deursluiter en een zigzagprofiel dat inbraak onmogelijk maakt;
-
Voor de huizen: de deur die op straat uitgeeft is uitgerust met een beveiligd cilinderslot met minimum 3 sluitpunten en een zigzagprofiel dat inbraak onmogelijk maakt;
-
Beveiligde vergrendeling van alle deuren op de benedenverdieping, ook voor de vensterdeuren.
Buitenramen: met driedubbele aanslagrand; in hout of in thermogelakt aluminium met thermische onderbreking, 1 draaikipraam per lokaal; pvc wordt geweigerd. Alle vensters moeten gemakkelijk te reinigen zijn (zie punt 2.4). Bij houten ramen: minimum klasse II qua duurzaamheid en dichtheid 600 kg/m³, behandeling voor houtbescherming C.1-procédé volgens norm STS 04.33.1. De ramen zijn bij voorkeur voorzien van afdekprofielen in thermisch gelakt aluminium aan de buitenkant. De ramen op de benedenverdieping aan de voor- of achterkant (indien gemakkelijk bereikbaar) waarvan het venstertablet minder dan 180 cm boven het grondniveau komt, moeten zijn uitgerust met traliewerk, een rolluik of minstens met dubbel en inbraakvrij glas met moeilijk te breken raamwerk. Dubbele of driedubbele beglazing, akoestische beglazing afhankelijk van het lokaal en de omgeving (NBN S01–400–1 – normaal akoestisch comfort); toepassing van de glasnorm NBN S23-002 (april 2007) "glaswerk" onder meer voor een vensterdeur; U-waarde beglazing en ramen samen kleiner dan of gelijk aan 1,1 W/m²K. Poort of hek van de parking: het kaderwerk en het gebouw zijn gescheiden door akoestische isolatie (type silent bloc). Plaatsing van een motor geschikt voor intensief gebruik.
4.4 dak Zadeldak: - naar keuze: bewoonbaar of niet (prefabspanten, betonplaten of zelfdragende platen, traditioneel dak), isolatie afhankelijk van de te behalen energieprestaties; - bewoonbare hoogte van minimum 1,20 cm tussen de afgewerkte vloer en het laagste binnenpunt van het afgewerkte onderdak; - Brandbestendigheid: plafond 1 uur brandbestendig onder het gebinte; - Toegang voorzien voor onderhoud van het dak (levenslijn of veiligheidshaken noodzakelijk). Plat dak: - ofwel een omgekeerd dak ofwel een warm dak; - plaatsing van een overloop; - plat dak zoveel mogelijk benutten als terras; - gemakkelijke toegang voor onderhoud.
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
12/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN Terrassen en balkons: aansluiting op de regenwaterafvoerpijpen. Het principe van het waterslot bij de toegangsopeningen naar de terrassen en balkons moet worden nageleefd. Venster in zadeldak: dakraam van het velux-type, maximum 210 cm hoog of dakkapel. Luik of zonnewering buiten voorzien. Een toestel voor bediening op afstand voorzien, elektrisch of mechanisch indien het toestel voor bediening hoger dan 200cm geplaatst staat. Kroonlijst, dakgoot en regenwaterafvoerpijp : in zink en onderstuk in gietijzer van minstens 1 m hoog. Voor de afvoerleidingen binnenin het gebouw: geluids- en condensatieproblemen oplossen.
4.5 Scheidingswanden en binnenschrijnwerk Binnenwanden (niet-dragend): -
naar keuze (blokken in baksteen, licht beton, kalkzandsteen, gipsblokken of argex) minimale dikte 9 cm, maar voldoende dik om meubels aan op te hangen en leidingen in te werken;
-
maatregelen nemen tegen barsten: soepele voegen en/of versterkingen naargelang technische fiche en aanbevelingen van de leveranciers;
-
maatregelen nemen bij de aansluitingen tussen verschillende materialen (de voeg aftekenen) + soepele voegen volgens technische fiche en aanbevelingen van de leveranciers;
-
in vochtige ruimten: waterbestendige tussenwanden over de volledige hoogte in bad- en douchekamer, in de keuken de onderste rij, en op 120 cm achter de gootsteen en de plaats voor de vaatwasmachine en hoekstukken;
-
voor de gipsblokken en kalkzandsteenblokken: soepele voeg tussen de wanden en het plafond.
Binnendeuren: -
de afmetingen van de deuren in de gemeenschappelijke delen moeten toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit en worden vastgelegd overeenkomstig de voorschriften van de GSV ;
-
de afmetingen en brandbestendigheid van de deuren moeten in ieder geval de normen en aanbevelingen van de DBDMH naleven.
- de inkomdeuren van de appartementen zijn 30 minuten brandbestendig en voorzien van kijkgaatje en een slot met veiligheidscilinder en -rozet op minimum 5 sluitpunten; deurkader is uit massief hout (weerstandsklasse 3) of metalen omlijsting. Het deurblad is volle kerndeur met een minimale dikte van 4 cm en een minimale volumieke massa van kg/m³.
een het een 600
-
de deurbladbreedte van alle deuren is minimum 83 cm, behalve voor de wc's en wandkasten waar het deurblad 73 cm breed is ; ingeval de woningen toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit moeten de desbetreffende normen nageleefd worden.
-
de hoogte van het deurblad bedraagt 211 cm;
-
het deurblad is een volle kerndeur met een minimale dikte van 4 cm en een volumieke massa van ongeveer 400 kg/m³;
-
binnendeuren voorgelakt of geschilderd met kantstukken en omlijsting in geschilderd hout;
-
rubberen randvoeg ingekeept in de lijst;
-
alle deuren zijn uitgerust met een paar deurkrukken en rozetten in geanodiseerd aluminium.
-
deurstoppen voorzien;
-
de deuren van de gemeenschappelijke delen hebben een deurblad van 93 cm breed;
-
de kelderdeuren worden ingekort en omlijstingen hebben geen contact met de vloer (minimum 2 cm);
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
13/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN -
deur tussen woonkamer en inkomhal verplicht.
-
Indien er gebruik wordt gemaakt van glazen binnendeuren moet het blad in veiligheidsglas zijn en moeten er minstens drie paumellen zijn. Paumellen die enkel knijpen zijn verboden.
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
14/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
5. UITRUSTING EN MEUBILAIR 5.1 Algemeen Erfdienstbaarheden van doorgang beperken in de privatieve kelders, tuinen, terrassen en parkings; De erfdienstbaarheden opnemen in de verkoopdocumenten en -plannen.
5.2 Lift Een lift is verplicht als de woonkamer van de woning zich op de derde verdieping bevindt. De lift moet wel minstens 10 woningen, (+ eventueel de parking en de kelders) bedienen. Geen technische liftkamer op het dak. De lift moet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, uitgerust met noodverlichting en parlofonie voor depannage. Indien er meerdere liften zijn, moet er een afzonderlijke telefoonlijn per lift zijn.
5.3 Elektriciteit Algemene opmerkingen: -
De installatie gebeurt aan de hand van een plan van de architect met een simulatie van het meubilair. Het simulatieplan van het meubilair moet vanaf het voorontwerp opgesteld worden ;
-
Elk appartement of elk huis wordt gemonofaseerd (1 x 63 A) gevoed vanaf de elektriciteitsmeters voorzien in de kelder; voor de huizen zonder kelder of garage wordt de meter in een kast geplaatst; het nut van tweevoudige meters moet worden geanalyseerd en de keuze van de ontwerpauteur moet worden gemotiveerd;
-
verlichtingstoestellen enkel te leveren voor de gemeenschappelijke delen en de badkamer. De prestaties van deze apparatuur bedragen ≤ 2W/m² voor 100 lux;
-
elk lichtpunt is uitgerust met een lamphouder en lamp; minstens een lichtpunt per lokaal moet uitgerust zijn met een verlichtingstoestel met lamp
-
inlichtingen inwinnen bij de distributiemaatschappij om te weten of een hoogspanningscabine vereist is vanaf 15 appartementen;
-
gebruik van afgeschermde kabels voor een stroomkring met sterke stroomsterkte (elektrotoestellen) om elektrische velden te beperken en gebruik van beringde soepele buizen/koker.
Gemeenschappelijke delen: -
verlichting bediend via bewegingsdetector en schemersonde en afzonderlijk per niveau;
-
ingang van het gebouw: als er een sas is, moet er een ontdubbeling van de deurbellen op de gevel worden voorzien, deur met elektrisch slot en dienststopcontact;
-
parlofonie met deuropener voor de appartementen en voor de huizen behalve wanneer de woonkamer zich op de benedenverdieping bevindt;
-
videofonie: mogelijkheid tot integratie (bekabeling reeds geplaatst);
-
doorstroommeter voor eventuele ondergrondse parkings en CO-sonde voor de extractor;
-
onderhoudslokaal: uitgang voor verlichting en stopcontact.
Kelder: aangesloten op de meter van het betreffende appartement, stopcontact en lichtpunt aan het plafond (lamphouder + lamp) met contactsluiter op de deur voorzien per kelder.
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
15/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN Hal en gang: een stopcontact in de hal en een in de gang, een uitgang voor een plafondlamp of een wandlamp in de hal en in de gang. Woonkamer : aansluiting voor telefoon, tv, teledistributie, dubbel stopcontact op drie verschillende plaatsen in verhouding tot de schakelaars; uitgangen voor twee plafondlampen.
Slaapkamer ouders : 1 stopcontact per nachtkastje, 1 stopcontact onder de schakelaar + nog twee stopcontacten. Uitgang voor plafondlamp (dubbele richting). Kinderkamer : 1 stopcontact voor nachtkastje, 1 dubbel stopcontact voor bureau en 1 stopcontact onder schakelaar. Uitgang voor plafondlamp. Badkamer: 1 stopcontact naast de wastafel, 1 stopcontact onder schakelaar. Een verlichtingsbalk boven de spiegel en een plafondlamp IP 54 volgens de norm, geleverd en geplaatst. Rekening houden met de veiligheidsnorm (beschermingsvolume: badkuip + 60 cm). Keuken: 2 stopcontacten voor kookplaat en oven. 1 voeding voor dampkap. 1 stopcontact voor vaatwasmachine. 1 stopcontact voor gecombineerde koelkast/diepvriezer. 1 stopcontact voor magnetron. 2 dubbele stopcontacten tussen hoge en lage kasten. 1 stopcontact onder de schakelaar. Uitgang voor plafondlamp en onder hoge meubels. Wasplaats: uitgang voor plafondlamp, 1 dubbel stopcontact voor wasmachine + droogkast. Terras: sowieso verlichting voorzien (geen verlichting voor de balkons). Ofwel identieke toestellen plaatsen ofwel identieke toestellen voorzien in het reglement van mede-eigendom. Minimum 1 stopcontact buiten. Gemeenschappelijke tuin: een minimum aan verlichting voorzien langs de paden. Minimum 1 stopcontact buiten, bediend vanaf het onderhoudslokaal. Verdeelborden: - discrete plaats (niet in de leefruimtes) en gemakkelijk toegankelijk; - plaats voor een netvrijschakelaar voorzien voor de slaapkamers, te plaatsen door de koper. Teledistributie: buizen met kabels en coördinatie met de teledistributiemaatschappij [voorzien in het (de) kabelsyste(e)m(en) zodat iedere huurder zijn eigen distributeur kan kiezen], Paraboolantenne: plaatsing van een voorbekabelde koker per appartement en een gemeenschappelijke koker die uitgeeft op een te voorziene ruimte op het dak voor de plaatsing van een gemeenschappelijke paraboolantenne. Plaats voorzien voor de plaatsing van een verdeler en een versterker met voeding van 230 volt. Telefonie: kabelbuizen met een blokstopcontact in elke woning (woonkamer of slaapkamer ouders).
5.4 Verwarming en warmwaterproductie Berekening van de verliezen volgens de DIN- en NBN-normen en met toepassing van de normen EN 297 en EN 483 volgens de EPB-software voor passieve woningen en zeer lageenergiewoningen. Gemeenschappelijke delen niet verwarmd; Verwarming/verwarmingsketel: Het aanbevolen systeem laat toe de EPB-resultaten te bereiken overeenkomstig de wetgeving en de comforttemperaturen hieronder. Er wordt aan
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
16/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN herinnerd dat bijzondere aandacht besteed moet worden aan een eenvoudige werking, onderhoud en beheer van de gebruikte technologieën. enkel voor gemeenschappelijke stooklokalen: een warmtekrachtkoppeling op gas met condensatiemoet worden overwogen en eventueel geïntegreerd, behalve indien de voorwaarden voor economische rentabiliteit (terugverdientijd korter dan of gelijk aan 5 jaar) niet zijn voldaan (op basis van een ondersteunende haalbaarheidsstudie). Plaats en afmetingen van de radiatoren, in de zeer lage-energiewoningen te controleren door de architect voor de aansluiting van de radiatoren op de buizen via de muur (niet verticaal in de dekvloer). Verzamelleiding en tussenmeter geïntegreerd in een kast. Er moet voorzien worden in de mogelijkheid om later een leessysteem van de meters op afstand te integreren . Ventilatie en evacuatie van verbrande gassen volgens NBN-D-30.003 voor de aansluiting van verwarmingsketels op de schoorstenen. Elektrische verwarming: Eventueel thermoventilator in de badkamer.
5.5 Ventilatie Dubbele-flowventilatie met warmteterugwinning voor de naleving van de norm NBN D50-001 en EPB 2015. Dampkap: dampkap met actieve koolstoffilter of gerecycleerde lucht wordt aanvaard in de keuken. Kelders: ingekorte deuren en statische rechtstreekse ventilatie indien mogelijk (kelderraam, rooster of ventilatieblok) of anders mechanische afzuiging via leidingen.
5.6 Sanitair In elk type woning toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit moet het mogelijk zijn om een wc toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit te plaatsen. Het wegnemen van de scheidingswand tussen de badkamer en het bezoekerstoilet is toegestaan. Studio Appart 1 slpk Appart 2 slpk Appart 3 slpk
WC 1 1 2 2
Wastafel 1 1 2 2
Badkuip 1 of 1 of 1 of 1 en
Douche 1 1 1 1
Waterverdelingsnet voor de woningen en voor de vaste brandbestrijdingsposten in de kelderverdieping en de bordessen van de traphallen, indien nodig. Waterverzachter en drukverlager die constant een maximale druk waarborgt. Leidingen: netvormig polyethyleen geplaatst in huls of polypropyleen. Meters: - voor de appartementen: tussenmeters in de privatieve delen indien lezen op afstand mogelijk is, - voor de huizen: meter in de kelderverdieping of geïntegreerd in een kast;
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
17/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN -
voor de gemeenschappelijke delen: tussenmeter en afzonderlijke tussenmeter voor de parkings; voor de warmwatermeters: een enkele meter, systemen met twee meters (in en uit) zijn verboden.
Kranen: - Overal afsluitkranen met sferische behuizing voor elk sanitair apparaat; - Mengkranen met spaarkop (debiet van 8 liter per minuut of minder) en keramische schijf voor wastafel, badkuip (+ handdouche en douchestaaf) en douche; - Mengkraan met keramische schijf, met zwanenhals en spaarkop (debiet van 8 liter per minuut of minder) voor keukenspoelbak. Keukenspoelbak: in inox plaat 12/10 dik, minimum 1 grote en 1 kleine bak. Wastafel: materiaal naar keuze. Badkuip: materiaal naar keuze, afmetingenminimum 170 x 70 cm. Douche: betegeld op drie zijden en deur op de vierde zijde. Douchebak naar keuze maar slipvrije bodem minimumafmetingen 80 x 80 cm. Spaardouchekop (debiet van 8 liter per minuut of minder). De douche is uitgerust met een deur in kunststof behandeld tegen strepen met inox bevestiging. Accessoires: handdoekhouder, papierrolhouder, legplankje, enz.; uit massief nylon of roestvrij staal. Wc staand, met klassieke spoelinrichting, maar bediening van de spoelinrichting met spaartoets; wc-bril in thermohardende kunststof gekleurd in de massa of hout bedekt met kunststof; handwastafel verplicht voor het bezoekerstoilet. Terras op de benedenverdieping: sterfput en kraantje buiten met afsluitkraan binnen (vorstvrij). Wasmachine en droogkast: plaats voorzien in een wasplaats, in de badkamer of in de keuken. Wachtaansluiting (afvoer en toevoer van warm en koud water en elektriciteit). De droogkast is van het type "condensatie". Vaatwasmachine: plaats voorzien (dubbele dienstkraan en hevel met twee aansluitingspunten + stopcontact).
5.7 Gas Verwarming en productie van warm water: zie punt 5.3. Fornuis: gasfornuizen zijn verboden. Individuele meter op de kelderverdieping in een beveiligd en verlucht lokaal.
5.8 Meubilair Hal - vestiaire: - ofwel een ruimte voorzien voor een meubel (afmetingen zie punt 2.2) ; - ofwel een deur plaatsen ter afsluiting van een opbergruimte zonder rekken maar vestiaire en bergplaats waarvan sprake in punt 2.2 niet verwarren ;
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
18/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN -
indien de verwarmingscollector(en) en/of een boiler in de woning geïnstalleerd zijn, moeten ze verplicht in een wandkast gescheiden van de vestiaire zitten
Keuken: Leveringen: -
te plaatsen meubilair (niet meegerekend: hoekmeubel, eventuele wasmachine en eventuele muurverwarmingsketel) (zie ook 2.2 aantal modules per soort appartement): - 1 meubel onder spoelbak (120 cm) + hoog meubel met dubbele deuren - 1 plaats voor de vaatwasmachine - 1 meubel voor inbouwoven en inbouwkookplaat + hoog meubel met dampkap - 1 plaats voor de koelkast - 1 laag meubel van 60 cm breed met minstens 1 lade + 1 hoog meubel - in een woning met meer dan 1 slaapkamer moet per bijkomende slaapkamer 1 laag meubel van 60 cm breed met een lade + 1 hoog meubel bijgeteld worden.
-
de hoge meubelen zijn ongeveer ± 90 cm hoog en bevatten twee tussenliggende schappen; eventueel bijkomend meubilair is ten laste van de koper van de woning; het plan met het geleverde meubilair moet daar rekening mee houden. Materialen:
-
werkblad in laminaat op multiplex met afgeschuinde, zichtbare en geverniste kanten;
-
de laden zijn in gegoten pvc of in metaal met uitzondering van de voorkant die in laminaat is; ze zijn gemonteerd op metalen kogellagers met schokdempers;
-
de deuren en plinten van de kasten zijn in laminaat op multiplex, de binnenkant is afgewerkt met melamine. Meubels in geverfde mdf zijn verboden;
-
de scharnieren zijn volledig in metaal, regelbaar in de drie richtingen, met schokdempers;
-
de handgrepen zijn in hout of in metaal;
-
gemakkelijk bereikbaar (doorboring van de wanden) voor de aansluiting van de vaatwasmachine en het fornuis;
-
metalen bescherming voorzien voor de wanden van de hoge meubels die rond de dampkap staan.
Schema voor het keukenmeubilair voor een studio of een appartement met 1 slaapkamer
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
19/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
5.9 Elektrische huishoudtoestellen
de levering, plaatsing en aansluiting van de vitrokeramische elektrische kookplaat en de dampkap is inbegrepen
Badkamer:
-
Meubel onder de wastafel met dezelfde samenstelling als het keukenmeubilair, behalve de binnenkant waarvoor melamine verboden is.
-
Wastafel op meubel ingebouwd in een blad met een minimumbreedte van 80 cm voor 1 wastafel en 120 cm voor twee wastafels. De spiegel is tegen de betegelde muur geplaatst en is even breed als het wastafelblad en de bovenkant van de spiegel bevindt zich op ± 2 m hoog vanop de grond en de verlichtingsbalk.
5.10 Brandbeveiliging In ieder geval conform de normen van kracht op het ogenblik van de bouw en overeenkomstig de aanbevelingen opgenomen in het advies van de DBDMH in de SV. De koninklijke besluiten betreffende de basisnormen voor brandpreventie zijn van toepassing. Per woning moet een rookdetector worden geplaatst die aangesloten is op een brandalarm voor het hele gebouw.
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
20/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
6. AFWERKING 6.1 Afwerking van de gemeenschappelijke delen Type Inkomhal Lifthal + bordes Traphallen Gemeenschappelijke lokalen benedenverdieping Gemeenschappelijke lokalen kelderverdieping Parking Type Inkomhal Lifthal + bordes Traphallen Gemeenschappelijke lokalen benedenverdieping Gemeenschappelijke lokalen kelderverdieping Parking
Type Inkomhal Lifthal + bordes Traphallen Gemeenschappelijke lokalen benedenverdieping Gemeenschappelijke lokalen kelderverdieping Parking
Vloerbekleding Keramische grestegels met idem plinten, gladgestreken kwartsondervloer of gepolijst beton Keramische grestegels met idem plinten, gladgestreken kwartsondervloer of gepolijst beton Keramische grestegels met idem plinten, gladgestreken kwartsondervloer of gepolijst beton Keramische grestegels met idem plinten, gladgestreken kwartsondervloer of gepolijst beton Gladgestreken kwartsondervloer of gepolijst beton Polyurethaanondervloer of gepolijst beton Muurafwerking Naar keuze, maar bijzondere aandacht voor onderhoudsgemak (slagen, vlekken, tags en graffiti...) Naar keuze, maar bijzondere aandacht voor onderhoudsgemak (slagen, vlekken, tags en graffiti...) Naar keuze, maar bijzondere aandacht voor onderhoudsgemak (slagen, vlekken, tags en graffiti...) Naar keuze, maar bijzondere aandacht voor onderhoudsgemak (slagen, vlekken, tags en graffiti...) Een deklaag of verzorgde ruwbouw Een deklaag of verzorgde ruwbouw. Met reflecterende verf de obstakels (pijlers, paaltjes, muren, gordijngevels) aangeven en de delen onder de 2,10 meter (kokers, balken).
Plafondafwerking Bepleisterd en geverfd (primer + 2 een afgewerkt resultaat Bepleisterd en geverfd (primer + 2 een afgewerkt resultaat Bepleisterd en geverfd (primer + 2 een afgewerkt resultaat Bepleisterd en geverfd (primer + 2 een afgewerkt resultaat Een deklaag of verzorgde ruwbouw Een deklaag of verzorgde ruwbouw
lagen) voor lagen) voor lagen) voor lagen) voor
6.2 Afwerking van de privatieve delen
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
21/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
Type keuken Badkamer en toiletten Wc's Wasplaats, bergplaats Inkomhal en woonkamer Nachthal en slaapkamers Type keuken
Badkamer en toiletten
Wc's Wasplaats, bergplaats Inkomhal en woonkamer Nachthal en slaapkamers
Type keuken Badkamer en toiletten Wc's Wasplaats, bergplaats Inkomhal en woonkamer Nachthal en slaapkamers
Vloerbekleding Keramische grestegels + plinten, linoleum Keramische grestegels + plinten, linoleum Keramische grestegels + plinten, linoleum Keramische grestegels + plinten, linoleum Keramische grestegel, massief parket 22mm, linoleum, gladgestreken kwartsondervloer... Massief parket 22mm, linoleum, Muurafwerking Betegeling op de muurplaat van het werkblad en de hoekstukken, tussen lage en hoge meubels en verfklare bepleistering + primer + 2 afwerkingslagen voor de andere delen van de muren Muurfaiences over de volledige hoogte van alle muren; de badkuip is bekleed met tegels en voorzien van een toegangsluik (idem voor toegang tot de douchehevel). Bepleisterd en geverfd (primer + 2 lagen) voor een afgewerkt resultaat Bepleisterd en geverfd (primer + 2 lagen) voor een afgewerkt resultaat Bepleisterd en geverfd (primer + 2 lagen) voor een afgewerkt resultaat Bepleisterd en geverfd (primer + 2 lagen) voor een afgewerkt resultaat Plafondafwerking Bepleisterd en geverfd een afgewerkt resultaat Bepleisterd en geverfd een afgewerkt resultaat Bepleisterd en geverfd een afgewerkt resultaat Bepleisterd en geverfd een afgewerkt resultaat Bepleisterd en geverfd een afgewerkt resultaat Bepleisterd en geverfd een afgewerkt resultaat
(primer + 2 lagen) voor (primer + 2 lagen) voor (primer + 2 lagen) voor (primer + 2 lagen) voor (primer + 2 lagen) voor (primer + 2 lagen) voor
algemene opmerkingen -
voor de raamkaders: plafonnering of geverfd houten raamkader;
-
open uitzetvoegen aan de plafondaansluitingen;
-
waar verschillende materialen aansluiten moet een traliewerk worden aangebracht voor de plafonnering;
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
22/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
6.3 Vensterbanken en -tabletten Uitstekend venstertablet langs weerszijden ingewerkt. Marmer, gepolijste of geslepen blauwe hardsteen, tegels, massief of gelamineerd-gekleefd hout (geen mdf). Voor de muurtjes tussen de woonkamer en de keuken moet het tablet ofwel identiek zijn aan het werkblad, ofwel van minerale oorsprong.
6.4 Brievenbussen Geheel in geverfd hout of mdf of in voorgelakt aluminium met deur, slot en sleutel en naamplaatje. Binnenafmetingen groter dan A4-formaat. Een nachtbrievenbus moet worden voorzien indien ingang met sas.
6.5 Kast voor rolluik en gordijn Kast in geverfd hout of mdf met aanzet met minimumafmetingen 10x15cm uitgerust met 2 richels en voldoende aantal looprolletjes
6.6 Verf binnenschrijnwerk Een laag primer en twee lagen om een afgewerkt resultaat te krijgen voor alle binnenschrijnwerk (houten ramen, deuren, wandkasten, plinten,...).
6.7 Kleppen Klep in de gemeenschappelijke delen, materiaal identiek aan de brievenbussen, uitgerust met een met sleutel gesloten en transparante voorzijde (polycarbonaat)
6.8 Bewegwijzering Alle vereiste veiligheidspictogrammen worden geleverd en geplaatst in overleg met de architect en de beheerder en volgen de eventuele normen en reglementeringen. Een zeer duidelijke nummering moet worden aangebracht op de kelders, brievenbussen, appartementen, meters (boven de nomenclatuur van de distributeur) ... volgens de logica 0, 1, 2, 3 ... voor de niveaus gevolgd door het nummer van het appartement (1.1, 1.2 ...). In aluminium, plexi ... bevestigd met vijzen.
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
23/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
7. OMGEVING (TUINEN EN GROENE RUIMTEN) Algemeen Het ontwerp van groene ruimten (groendaken, gevels en tuinen) moet een biotoopoppervlaktefactor bereiken volgens de aanbevelingen van het BIM - Leefmilieu Brussel: (1) Grondinname van het gebouw / oppervlakte van het perceel ≤ 0,37 0,38 tot 0,49 ≥ 0,50
(2) Minimum biotoopoppervlaktefactor (oppervlakten die de biodiversiteit bevorderen / oppervlakte van het perceel) 0,60 0,45 0,30
(1) De grondinname van het gebouw stemt overeen met de verticale projectie van het volume van de constructie met inbegrip van alle uit- en oversteken. (2) De biotoop-oppervlaktefactor is de verhouding van de oppervlakten die de biodiversiteit bevorderen over de totale oppervlakte van het perceel. De tuinen worden ontworpen volgens de basisprincipes: a) onderhoudsbehoefte beperken - de voorkeur geven aan traag groeiende bomen en struiken - planten kiezen die hun maximale grootte bereiken zonder gesnoeid te hoeven worden - grasperken beperken op potentieel bruikbare ruimten (aanplanten of laten groeien over de rest) - wanneer de tuin het voorziet, een of meerdere zones voorbehouden die slechts een maal per jaar moeten worden gemaaid (bloemenweide, maaiweide) - invasieve planten verbieden b) inheemse biodiversiteit bevorderen - voor een gelijkwaardig landschapsresultaat, de voorkeur geven aan inheemse planten - planten kiezen die een ecologisch nut hebben (bloemen, vruchten, beschutting, enz.) - invasieve planten verbieden - op verschillende lagen aanplanten (grassen, struiken, bomen) - verschillende soorten in eenzelfde geheel mengen (gemengde haag, gemengde beplanting, gemengde groepjes bomen) - witte klaver in het grasperk toevoegen Oppervlakte tuin < 50 m² >50m²
Aantal aangeplante plantensoorten (uitgezonderd grasperk) Min 3 Min 6
c) de huurders toelaten zich de ruimte toe te eigenen - ruimten laten die de huurders kunnen inrichten (moestuin of andere) d) ondoorlatendheid zoveel mogelijk beperken "Vlakke" tuin helling van maximum 4 % voor de met gras aangelegde delen; eventuele taluds moeten aangelegd worden; het reliëf van de tuin moet duidelijk worden aangegeven op de plannen van voorontwerp, stedenbouwkundige vergunning en uitvoering.
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
24/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN Gemeenschappelijke tuin: -
moet over de volledige oppervlakte aangelegd worden overeenkomstig de uitgereikte stedenbouwkundige vergunning (beplantingen, gazon en minerale bedekking);
-
Afsluitingen, taluds en beplantingen aanleggen om de privacy van de tuinen, terrassen en woningen te waarborgen;
-
Gemakkelijk bereikbaar vanaf de benedenverdieping voor de bewoners en voor onderhoud;
-
Onderhoudslokaal voor de gemeenschappelijke tuin van minimum 2,00 x 3.00 meter, ofwel binnen ofwel buiten, maar in ieder geval dicht bij de tuin.
Zone voor beplanting en gazon : een laag teelaarde van minimum 30 cm en van 60 cm indien bovenop een dakplaat en buiten de maatregelen voor de waterdichtheid (volgens de GSV). De afvoer van regenwater moet worden verzekerd. De met gras bezaaide oppervlakken zijn minimum 1,20 m breed. Bezaaide oppervlakken zijn toegelaten voor een minimumoppervlakte van 20 m² exclusief beplantingen en terrassen. De aanvulgrond onder de laag teelaarde mag geen afval bevatten. Bestaande gemeenschappelijke muur: herstellen en cementeren indien nodig om een homogeen resultaat te verkrijgen. Afsluiting: over de diepte van het terras: tuinscherm in houten vlechtwerk of bakstenen muur van minimum 200 cm hoog - de overige zijden: haag, klimplanten (klimop verboden) of stijve geplastificeerde metalen draadrooster met palen. 1,40 m hoog tussen de tuinen en minimum 2,00 m op de grenzen van het project. (Zie tevens het gemeentereglement voor de hoogten van de gemeenschappelijke muren). Terras: - elke privétuin moet over een terras beschikken (min. 3,00 m x 4,00 m) – minerale bedekking (klinkers of tegels) of in hout op noppen (bankiraï of gelijkwaardig); - Dolomiet en grind zijn verboden; - De afwerkingslaag van het terras ligt 15 cm lager dan de bovenkant van de dorpel van de toegangsdeur; - De afvoer van regenwater van het terras moet worden verzekerd. - Het terras moet plaats voorzien voor een stopcontact en een watertoevoer. Plaats voorzien voor een privaat tuinhuisje van 1,50 m x 1,50 m. Toegangspoort van minimum 1,40 meter hoog op 0,90 meter breed om van de privatieve tuin naar de gemeenschappelijke tuin te gaan. Groendak * een levenslijn voor het onderhoud voorzien * de voorkeur geven aan een intensief groendak dat als tuin dient met barrière van minimum 1,60 m * zie basisprincipes
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
25/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
8. SIMULATIE VAN DE INRICHTING 8.1 Inrichting van de woning Een simulatie van de plaatsing van het meubilair in de woningen (op een plan) is noodzakelijk voor: het voorontwerp, de stedenbouwkundige vergunning en het aanbestedingsdossier om de afmetingen van de ruimten en de mogelijke inrichtingen, verlichting, werking en ST-noden,... te visualiseren. het opstellen van de elektriciteitsplannen. Studio en 1 slaapkamer
2 slaapkamers
3 slaapkamers
Tafel
90 x 120 cm vrije ruimte van 90 cm
90 x 180 cm vrije ruimte van 90 cm
90 x 240 cm vrije ruimte van 90 cm
Buffetmeubel
50 x 120 cm vrije ruimte van 90 cm
50 x 180 cm vrije ruimte van 90 cm
50 x 240 cm vrije ruimte van 90 cm
90 x 180 cm 90 x 90 cm
90 x 180 cm 90 x 180 cm
90 x 180 cm 90 x 220 cm
60 x 120 cm vrije ruimte van 90 cm
60 x 180 cm vrije ruimte van 90 cm
60 x 240 cm vrije ruimte van 90 cm
Woonkamer:
Zetels Salonmeubel
Keuken: zie punten 2.2 en 5.8 Slaapkamer ouders: bed: 160 x 200 cm en vrije ruimte rondom van 70 cm 2 nachtkastjes: 50 x50 cm kleerkast: 65 x 200 cm (eventueel 1 kleerkast van 120 en 1 linnenkast van 80 cm breed) vrije ruimte van 80 cm Kinderkamer: bed: 90 x 200 cm en vrije ruimte rondom van 90 cm nachtkastje: 50 x 50 cm kleerkast: 65 x 100 cm en vrije ruimte van 80 cm bureau: 80 x 120 cm en vrije ruimte van 90 cm boekenkast: 30 x 80 cm
8.2 Inrichting van het fietslokaal Voor het voorontwerp en de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moeten de fietsen op het plan getekend worden.
8.3 Inrichting van het vuilnislokaal Voor het voorontwerp en de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moeten de containers (60 x 75 cm) op het plan (minimum 3) getekend worden.
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
26/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
9. MEETCODE Bron: Le label européen des surfaces bâties – Comité de Liaison des Géomètres Européens. Legitimiteit van de code: Opgesteld in samenwerking met de Europese Commissie en het kadaster van België Grensoverschrijdend kwaliteitslabel Gemeenschappelijke terminologie onder professionelen Vereenvoudigt de objectieve vergelijking tussen verschillende panden
9.1 Extra-murosoppervlakte (EMO) Extra-murosoppervlakte (EMO): heeft betrekking op de buitenomtrek van het gebouw, de gevelbekledingen inbegrepen, gemeten op vloerniveau Gebruik inzake bouw- en stedenbouwkundig recht De totale EMO van een gebouw is de som van de EMO van alle vloerniveaus waarvan de zijden gevormd worden door: - de buitenzijden van de gevelelementen; - de as van de gemene muren tussen verschillende gebouwen; - de as van de bouwelementen die verschillende gebruikers of bestemmingen van elkaar scheiden; De EMO omvat met name de oppervlakte van: - technische lokalen van het gebouw; - bruikbare zolders (gemakkelijke toegang, aanwezigheid van vloer en gebinte dat niet in de weg zit); - schachten van verticale doorgangen; - spouwen van schoorstenen en technische kokers; - balkons, terrassen op de hogere verdiepingen en loggia's; - toegankelijke loopbruggen of doorgangen tussen twee delen van het gebouw
De EMO omvat geen oppervlakten van: - onbruikbare zolders
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
27/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN -
decoratieve spouwen, lichttunnels en atriums decoratieve gevelelementen, uitgehold of in reliëf opengewerkte noodtrappen buiten loopbruggen die enkel voor onderhoud bestemd zijn niet-toegankelijke daken (behalve voor onderhoud) wegen en toegangen tuinen.
9.2 Intra-murosoppervlakte (IMO) Intra-murosoppervlakte (IMO): heeft betrekking op de binnenomtrek van alle bouwelementen of vaste wanden, gemeten boven de plint van de vloer Referentie inzake beoordeling (prijs/m²), vastgoedtransacties en gebouwbeheer De totale IMO van een gebouw bestaat uit het geheel van de binnenoppervlakten waarvan de gebruikers rechtstreeks of onrechtstreeks genot hebben, met uitsluiting van alle bouwelementen en vaste wanden. De IMO wordt onderverdeeld in vier oppervlaktecategorieën: - hoofdoppervlakten, - accessoire oppervlakten, - resterende oppervlakten, - en dienstenoppervlakten. De IMO van een vloer van het gebouw, of van een deel van de vloer, is de som van de oppervlakten van alle mogelijke gesloten veelhoeken waarvan de zijden worden gevormd door de zichtbare binnenzijden van de bouwelementen zoals gevelmuren, gemeenschappelijke muren, binnenmuren en -wanden, kolommen en vaste wanden. Voor de hoofdoppervlakten beperkt de opmeting zich tot de vloerdelen die over een vrije hoogte hoger dan of gelijk aan 2,10 m beschikken. De IMO van een terras op een verdieping of een balkon wordt berekend tot aan de verticale binnenprojectie van de balustrade. Op de benedenverdieping worden alle overdekte en lateraal geopende zones, met uitzondering van dakuitsprongen of decoratieve uitsteeksels, eveneens in de IMO opgenomen en gemeten volgens verticale projectie van het overdekkende gedeelte. De IMO omvat met name de oppervlakte van: - onderhoudslokalen en technische lokalen ten dienste van het gebouw - wandkasten - onder de afneembare bekledingen van technische elementen - onder de verplaatsbare wanden - bruikbare zolders al dan niet ingericht - traphallen binnen de grens van de projectie - trappen op toegankelijk niveau - liftkooien, enkel geteld op het lagere bediende niveau - overdekte lateraal gesloten doorgangen - galerijen en loopbruggen tussen twee delen van het gebouw - balkons, terrassen op de hogere verdiepingen en loggia's. Verdeling van de intra-murosoppervlakte (IMO)
Hoofdoppervlakten:
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
28/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN Alle vloerdelen met een vrije hoogte groter dan of gelijk aan 2,10 meter en gebonden aan het hoofdgebruik van het gebouw.
Resterende oppervlakten:
Alle vloerdelen met een vrije hoogte kleiner dan 2,10 meter en gebonden aan het hoofdgebruik van het gebouw.
Accessoire oppervlakten:
Alle vloerdelen zonder hoogtecriterium die niet voor het hoofdgebruik van het gebouw dienen. Ze omvatten met name: - bergruimten en archieflokalen op de kelderverdieping - kelders - parkeerruimten - bruikbare niet-ingerichte zolders - balkons, terrassen op de hogere verdiepingen, loggia's... - doorgangen en niet-afgesloten overdekte zones (luifel, carport,...).
Dienstoppervlakten:
Alle vloerdelen zonder hoogtecriterium bestemd voor de diensten van het gebouw, ongeacht de bewoner. Ze omvatten met name: - liftkooien - traphallen - toegangshellingen - technische en onderhoudslokalen ten dienste van het gebouw... - (technische lokalen voor gebruik door een bewoner die als bijkomstige lokalen van de hoofdoppervlakte worden beschouwd, worden niet weerhouden)
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
29/30
Bijzonder bestek/ MINIMALE VEREISTEN VOOR NIEUWBOUWWONINGEN
De IMO omvat geen oppervlakten van: - bouwelementen en vaste wanden; - openingen van deuren en vensters; - decoratieve binnenspouwen en lichttunnels; - verticale kokers of technische schachten; - schoorsteenkokers. Onderscheid tussen de gemeenschappelijke entiteiten en privatieve delen Een privatief deel is een entiteit gebruikt door één bewoner. Een gemeenschappelijk deel is een entiteit gebruikt door verschillende bewoners. Onderscheid tussen bovengrondse en ondergrondse oppervlakten (uitdiepen indien nodig) Ratio's (voor efficiëntiemeting) -
Totale IMO / totale EMO IMO gemeenschappelijke delen / totale IMO Hoofd-IMO / totale IMO Hoofd-IMO / totale EMO > hIMO / totale EMO Accessoire IMO / totale IMO Rest-IMO / totale IMO Dienst-IMO / totale IMO Accessoire IMO / hoofd-IMO
RU-Mob/ 29/02/2016 exigences_LogneufsXL_FINAL_NL.doc
30/30