Datum: Locatie:
13 september ‘12 Stadhuis
Miniconferentie armoede Deze miniconferentie is georganiseerd door het Maastrichts Minima Overleg. Dagvoorzitter is Petra Maas van Trajekt. De dreiging van armoede wordt voor steeds meer mensen in onze samenleving een harde werkelijkheid. In dit proces van bestaansonzekerheid is er dreiging, maar het kan ook kansen scheppen. Solidariteit en eigen kracht worden hierin benoemd als sleutelbegrippen. In 2010 is het Maastrichts Minima Overleg in samenwerking met de gemeente gestart met de Lokale Sociale Agenda om in 2020 een ‘armoede vrij’ Maastricht te realiseren. Het doel van de dag is om instanties bij elkaar te brengen die op de een of andere wijze te maken hebben met armoede. We willen samen de discussie voeren om onderwerpen boven tafel te krijgen die aan de sociale agenda kunnen worden toegevoegd. Wethouder Mieke Damsma heet iedereen van harte welkom op de conferentie. Zij benadrukt dat ze het een goed initiatief vindt. Armoede is een belangrijk, breed en ingewikkeld thema waar we vaak mee worden geconfronteerd. Armoede maakt deelname in de samenleving moeilijk, maar het is vaak nog een groot taboe om te praten over armoede in de omgeving van de betrokkenen. Wethouder Damsma legt uit dat de gemeente niet bepaalt hoe mensen omgaan met hun leven in armoede. Het is juist belangrijk dat mensen dit zelf bepalen en hierbij hulp krijgen in hun omgeving. Respect en tolerantie zouden moeten helpen in plaats van oordelen en veroordelen. Tenslotte kan iedereen in armoede terecht komen. Armoede kunnen we oplossen in gezamenlijkheid. Hierbij illustreert de Wethouder het verhaal van een zorgklant die samen met een brugconsulent uit de problemen geraakt. Deze klant was trots op haar baan bij Taksi Frenske maar vooral ook blij met de brugconsulent die haar hierin heeft begeleidt. Dit zijn mooie voorbeelden die bewijzen dat het kan in gezamenlijkheid.
Waarom bestrijding armoede en sociale uitsluiting en Armoedevrij Maastricht 2020 De heer Pie van Weersch van het Maastrichts Minima Overleg geeft een presentatie over armoede waarin hij een toelichting geeft op de historie. 29 september is het 25 jaar geleden dat de stichting in het leven is geroepen. Dat armoede anno 2012 is toegenomen in plaats van afgenomen wil niet zeggen dat er geen resultaten zijn bereikt. Het belangrijkste is dat armoede onder de aandacht is gebleven. Het neoliberale tijdperk heeft gezorgd voor een verrijking van de rijken. Deze verrijking heeft de crisis tot gevolg gehad, waarvan de rekening nu bij de armen en zwaksten in de samenleving wordt neergelegd. De aandacht voor armoede is wisselend. In de jaren 90 werd er anders gedacht over armoede en werden sociale conferenties ontstaan. Eind jaren 90 is de tendens van ‘werk, werk werk’ op gang gekomen wat heeft bijgedragen aan een armoedeval. Armoede in Nederland betekent dat je je eerste levensbehoeften niet kan betalen en niks extra’s kan doen. Er zijn op dit moment 529.000 gezinnen die leven onder de lage inkomensgrens. 327.000 kinderen worden opgevoed rondom het bestaansminimum. In totaal komt dit neer op zo’n 1,1 miljoen mensen. De adviescommissie geeft nog een reactie op de presentatie. Zij vragen wat de Lokale Sociale Agenda nu precies inhoud en wie hierbij betrokken is. Verder geven zij nog een aanvulling op de genoemde tekorten die armen hebben. Namelijk de diverse eigen bijdrages, schoolgeld e.d. Kosten die in de loop der tijd als normaal worden beschouwd in Nederland.
Buurtbrök; een initiatief van Trajekt In twee jaar tijd zijn er al 4 Buurtbrök locaties opgericht in Maastricht. Een korte informatieve film laat een duidelijk beeld zien wat Buurtbrök voor een initiatief is welke meerwaarde het heeft voor de doelgroep. Buurtbrök wordt gefinancierd door sociale activering. Dit betekent dat het draaiend wordt gehouden door mensen die zelf tot de doelgroep behoren en niet door professionele hulpverleners. Deze mensen doen het werk bij Buurtbrök als vrijwilligerswerk vanuit hun eigen probleemsituatie. U kunt de film terugzien op Youtube; http://www.youtube.com/watch?v=pkSW4xQ50A Na de film geeft Riëlle Schols van Trajekt een presentatie over toenemende maatschappelijke tweedeling. Zij schets een beeld van de bestaande projecten en legt uit wat er nog meer zou moeten gebeuren. Het uitgangspunt is om de deskundigheid en kracht van mensen serieus te nemen. Er is veel zelfoplossend vermogen bij mensen. Out of the box denken en over eigen grenzen heen kijken schept verandering.
‘Tussen barmhartigheid en gerechtigheid’ Prof. Dr. René Gabriels, UM faculteit de cultuur en maatschappijwetenschappen, belicht het fenomeen van
voedselbanken in Nederland. Hoe kan het dat in zo’n rijk land als Nederland voedselbanken nodig zijn? En hoe staat dit fenomeen in relatie tot barmhartigheid en gerechtigheid? Voedselbanken hebben een tweeledig doel; enerzijds om mensen te voorzien van voedsel die niet over de middelen beschikken om voldoende eten te kopen. Anderzijds wordt met de inzet van voedselbanken de verspilling van voedsel teruggedrongen. Toch geneert het onderzoek naar voedselbanken een aantal vragen. Vragen die te maken hebben met dilemma’s; is voedsel uitdelen een goede manier om armoede te bestrijden? Vergt het verminderen van verspilling niet een meer radicale verandering? We moeten ons goed realiseren dat armoede verschillende oorzaken kent. Dit ligt soms aan de persoon zelf, maar iemand kan ook gewoon door domme pech in een armoedeval terecht komen. De mensen die afhankelijk zijn van de hulp van de voedselbanken ervaren vooral onrechtvaardigheid. Zij vinden dat ze respectloos behandeld worden, ze niets betekenen voor de samenleving en dat met name de rijkdom in Nederland oneerlijk is verdeeld. De hulp aan armen wordt in Nederland steeds meer gezien als een ‘gunst’ en steeds minder als een recht. De conclusie is dat Voedselbanken niet bijdragen aan oplossing van de armoede. Ze ledigen de sociale nood. Het is vooral belangrijk dat we het probleem en de aanpak van armoede goed definiëren. Maar ook dat we aandacht hebben voor bestuurlijk-organisatorische problemen die de armoede bestendigen. Armoedevrij Maastricht is een houdbare illusie, omdat het een gerechtvaardigd ideaal is dat mensen inspireert.
Armoede en gezondheid Belicht door Prof. Dr. Klasien Horstman, UM faculteit FHML (Health, Medicine and Life Sciences) Er blijkt een enorme relatie te zijn tussen armoede en gezondheidsproblematieken. Deze samenhang is heel ingewikkeld. Het is een bewezen feit dat mensen met een hogere status in de maatschappij langer leven dan mensen uit de lagere klassen. Daarbij komt ook nog het feit dat de laatste 15 levensjaren van mensen met een lagere sociale klasse kwalitatief veel slechter zijn. Eigenlijk kunnen we concluderen dat opleiding de enige weg is naar werk, participatie en gezondheid. Maar als we kijken naar de statistieken van Maastricht zien we dat wij het in onze gemeente niet goed doen in vergelijk met de rest van Nederland. We hebben aanmerkelijk meer voortijdige schoolverlaters, lagere inkomen, ongezondheid en chronische ziekten. Het ironische hieraan is dat het hier ook juist de armen betreft. In de hele relatie tussen armoede en gezondheid bestaat een interessante paradox; de ongezondheid van armere mensen komt niet door ondervoeding, maar juist door overvoeding! Een feit is dat burgerparticipatie, hetgeen we juist zo graag willen bereiken in de samenleving, wordt bedreigd door gezondheid. Vanuit de filosofie gezien is er niets ‘gevaarlijker’ dan het maken van beleid. Zodra beleid wordt gemaakt voor dergelijke problematieken, worden systeemraders in gang gezet. Organisaties en systemen zijn bij uitstek bedreigend. Het verzorgen van wieg tot graf van burgers resulteert in afhankelijkheid en claimgedrag. Het gevolg is categorisatie. We gaan een classificatie aanbrengen in sociale doelgroepen; ‘arm, een beetje arm, minder arm etc. het classificeren van mensen leidt tot stigmatisatie. Het genereert schaamte. Dit laatste is iets wat mensen niet in beweging brengt. Fysiek niet bewegen, betekent ook sociale en emotionele stilstand. Kortom, schaamte leidt tot stilstand op alle niveaus. Professor Horstman vindt het belangrijk om na te denken over Maastricht armoede vrij. Maar vooral welke rol we hierin spelen. In 40 jaar verzorgingsstaat in Nederland zijn we nog lang niet uit de armoedeproblemen geraakt. Dat armoede een urgent probleem is in de samenleving is wel duidelijk, maar de weg naar oplossingen is van een hele andere orde. Empowerment is een term die vaak opduikt als we praten over oplossingen. Maar empowerment betekent eigenlijk disciplineren. Het betekent dat wij als instanties weer gaan beslissen voor burgers. We vinden participatie allemaal belangrijk, maar het gaat altijd volgens onze vorm en onze agenda. Beleid is goed, maar we moeten ons altijd bewust zijn van onze valkuilen en de manier waarop we het beleid maken. Het belangrijkste in de strijd tegen armoede is continue in contact blijven met de mensen waar het om gaat. Inzicht krijgen in de alledaagse werkelijkheid van armoede, maar vooral ook inzicht in de verschillende gezichten van armoede en hoe verschillend mensen wel of niet hierin hun eigen lot in handen nemen. Er zijn namelijk veel manieren om met armoede om te gaan. Misschien moeten we deze verschillen wel inzichtelijk maken, waarbij we ook niet bang moeten zijn om te oordelen en soms misschien wel eens iets van mensen te eisen. Er liggen dus nog veel vraagstukken open op weg naar een armoedevrij Maastricht. Vraagstukken die we zeker ook niet uit de weg moeten gaan.
Discussieronde armoede Er worden een aantal stellingen voorgelegd, waarover we gezamenlijk in discussie kunnen gaan. Er is helaas niet meer veel tijd over om alle stellingen gezamenlijk te beargumenteren, daarom worden twee stellingen eruit gelicht. Deze leiden niet direct tot een discussie maar er worden wel een aantal zinvolle reacties gegeven door de aanwezige mensen van de verschillende instantie. Uit de reacties kunnen we concluderen dat er nog een lange weg is te gaan, maar dat het goed is dat we met elkaar de strijd blijven aangaan tegen armoede. Een strijd waarbij we vooral over de samenwerking opzoeken en over onze eigen grensen heenkijken. De reacties zijn hieronder per stelling weergegeven.
1
Armoede vrij Maastricht 2020; een illusie of haalbaar en wat is hier dan voor nodig?
De gemeente moet zichzelf deze vraag stellen! Eigenlijk mag het geen illusie zijn.
Je bent pas een goede hulpverlener voor de ander, als je jezelf zo snel mogelijk overbodig kunt maken.
Het is belangrijk om te kaart te brengen hoe de situatie is als het gaat om armoede. Onderzoek en cijfermatige gegevens zijn hard nodig. Maar ook gegevens over stille armoede, want hierover is vaak niets bekend. We moeten goed kijken naar de rol van de gemeente en de instanties die met armoede hebben te maken.
We moeten niet de uitspraak van Christus vergeten toen hij Judas aansprak op zijn verkwistend gedrag; “armen zult gij altijd bij u hebben”.
Behalve uitkeringsgerechtigden zijn er steeds meer werkende armen. Hier moet ook aandacht voor worden gevraagd. Kansen op fulltime banen zijn klein en vaak voor armen niet bereikbaar. Ook omdat werkgevers vaak meer baat hebben bij parttimers. Hier zou een goed onderzoek naar ingesteld kunnen worden.
Het is verstandig om de weg in te slaan richting een armoede vrij Maastricht. Maar de gemeente zou hierin net zoveel geld moeten investeren als in Maastricht Culturele Hoofdstad.
Maastricht armoedevrij is wel een illusie. Maar deze moet uitnodigen om na te denken of we armoede accepteren. En of we in kunnen zetten op de verschillen om armoede te verkleinen. Om de armen minder arm te laten worden, moet ook bij de rijken verantwoordelijkheid neergelegd.
Armoede moeten we niet ontkennen. Als we de problemen analyseren kunnen we stap voor stap iets invullen.
Armoedevrij Maastricht 2020 is een illusie als we dit invullen als dat er dan minder verschil is tussen arm en rijk en de armen rijker zijn geworden. Het is wel mogelijk dat er voor het leven in de stad meer kwaliteit en mogelijkheden ontstaan.
2
Wanneer diverse actoren van elkaar zouden weten wat ze precies aan armoede doen, zouden ze elkaar kunnen inspireren en een netwerk met perspectieven kunnen creëren dat het ideaal van een armoedevrij Maastricht dichterbij brengt. hoe kan het zijn dat we elkaar niet vinden? En hoe kunnen we elkaar structureel vinden?
We zouden de obstakels van beleid en institutionalisering moeten wegnemen. Maar dit is lastig, omdat er allerlei redenen spelen om dit niet te doen.
Aansluiten aan de methode die vanmorgen is toegelicht door de wetenschappers van UM. Het is goed om een tweede conferentie te organiseren met de armen erbij om te inventariseren wat we nodig hebben.
De methodiek van zelfhulp moeten we niet institutionaliseren. We zouden deze methodiek goed moeten bestuderen en besluiten of dit wel de manier is om te bereiken wat we willen
De onderkant van de samenleving wordt afgewimpeld door de instanties. Probeer maar eens een instantie te bereiken, dat is een werkelijke crime! Laten we hier eens iets aan doen.
Deze conferentie is een prima initiatief want het werkt als je elkaar opzoekt.
We zouden juist helemaal niet zoveel moeten samenwerken. Ik vind dit omdat we ons als hulpverleners juist zo snel mogelijk ‘overbodig’ moeten maken. Mezelf overbodig maken wordt moeilijk als er meer wetten en regels komen waardoor mensen het juist zelf niet meer kunnen doen!
Belangrijk is dat we de intentie hebben om elkaar te zoeken en te vinden (over grenzen heen kijken).
Het zou goed zijn om een te luisteren naar de ervaringsdeskundigen. Organiseer een dag waarin instantie verteld waar ze mee bezig zijn. Het zou ook een goed idee zijn om vanuit de gemeente een website op te zetten over armoedebeleid.
Stellingen die niet aan bod zijn geweest
→ Een gezonde economie kent geen armoede. Armoede is schadelijk voor de economie. → Aangeboren eigen kracht en sociaal netwerk zijn essentieel voor bestrijding armoede. → Armoede wordt profileringskeuze van Maastricht als culturele hoofdstad naar de marge geduwd. → In de armoede bestrijding is het ideaal van empowerment makkelijker gezegd dan gedaan. → Om Maastricht armoede vrij te maken, moeten we niet alleen denken aan mensen die arm zijn, maar ook aan de mensen die niet arm zijn en aan de schaamte die beiden op de plaats houdt. → Een rechtvaardige verdeling van de rijkdom zou voedselbanken overbodig maken. → De grootste misser in het lokaal armoedebeleid is dat het gemeenteapparaat erop is gericht om eerder van de armen dan van de armoede een probleem te maken.
Afsluiting Er is vandaag een stap gemaakt, er zijn 85 deelnemers bij elkaar geweest. Er wordt een stuurgroep en een monitorgroep opgericht om jaarlijks te evalueren. Er is behoefte aan inzicht in de Maastrichtse situatie voor wat betreft armoede. Voor de bekendheid naar de buitenwereld kan gedacht worden aan het maken van een boek of een film. Wethouder Damsma benadrukt nog eens dat het belangrijk is dat we niet afwachten maar vooral doorgaan en elkaar opzoeken. Als gemeente moeten we daarin verbinden. Netwerken is wellicht niet een toverwoord maar het zorgt wel voor inspiratie. We moeten de overtuiging en het vertrouwen hebben dat we op de goede weg zitten, ondanks dat overheidsfinanciering moeilijk is. De grootste opgave is dat we de armoede problematiek moeten oppakken als samenleving. Iedereen is van harte bedankt voor zijn/haar komst naar deze bijeenkomst.