Mindfulness based stress reduction, hype of sleutel tot geluk? Effecten van MBSR op psychisch welzijn
Annelot Ruting Universiteit van Amsterdam
Collegekaartnr: 0331392 Begeleider: Drs.S.Raabe Datum: 5 Juni, 2009 Aantal woorden: 6880
Inhoudsopgave
Inleiding
3
Het effect van mindfulness based stress reduction op psychisch welzijn
5
De invloed van mindfulness based stress reduction op het stresshormoon cortisol
8
De invloed van mindfulness based stress reduction op de neuronale activiteit
11
Conclusie
14
Literatuur
17
2
Mindfulness based stress reduction, hype of sleutel tot geluk? Effecten van MBSR op psychisch welzijn ABSTRACT- Aan de hand van verschillende onderzoeken wordt een antwoord op de vraag gezocht of mindfulness based stress
reduction (MBSR) tot een verbetering van psychisch welzijn kan leiden. MBSR behelst een 8-weekse training waarbij deelnemers wekelijks bijeenkomen en dagelijks 45 minuten concentratie-, meditatie- en bewegingsoefeningen toepassen om zo afstand te nemen van de eigen gevoelens en gedachten waardoor verandering daarvan mogelijk zou zijn. Middels aspecten zoals de subjectieve beleving, het stresshormoon cortisol en neuronale activiteit wordt de invloed van MBSR op het psychisch welzijn belicht. Uit de onderzoeken komt een eenduidig beeld naar voren. Zo blijkt dat mensen na MBSR minder stress en negatief affect en meer positief affect ervaren. Eveneens raakt een verstoorde cortisol-afgifte meer in balans en blijkt er een toename van prefrontale en asymmetrische linker prefrontale activiteit te zien, een patroon dat duidt op positieve gevoelens en een verbeterde stressregulatie. MBSR lijkt effectief, echter de wetenschappelijke onderbouwing is nog mager. Ook is nog geen duidelijkheid verkregen omtrent het onderliggende mechanisme van MBSR en hoe dit exact gerelateerd is aan psychisch welzijn.
Inleiding Het verbeteren van ons psychisch welzijn spreekt veel mensen tot de verbeelding. Er zijn in de loop van de jaren dan ook tal van methoden ontwikkeld die er op gericht zijn dit te bereiken. De laatste 25 jaar is een nieuwe methode sterk onder de aandacht gekomen: Het verbeteren van kwaliteit van leven door aandachtstraining, Mindfulness Based Stress Reduction (MBSR), kortweg mindfulness genoemd. Jon Kabat-Zinn, de grondlegger hiervan, is van oorsprong moleculair bioloog aan het Massachusets Medical Centre. Hij veronderstelde dat mensen gestresst raken doordat zij teveel vanuit het verleden of naar de toekomst leven. De mens werd door hem vergeleken met een rijdende auto waarvan de rempedaal steeds is ingedrukt, dit kost veel energie. Kabat-Zinn heeft het stressreductie programma ontwikkeld door een combinatie te maken van meditatieoefeningen, yogatechnieken en westerse psychologie. MBSR behelst een 8-weekse training waarbij deelnemers wekelijks bijeenkomen en dagelijks 45 minuten concentratie-, meditatie- en bewegingsoefeningen toepassen. Het doel van MBSR is om mensen te leren vanuit een bewuste, niet-oordelende wijze in het moment te leven. Beoefenaars leren om gevoelens en daarmee samenhangende reacties te bevriezen om zo eerder observerend dan reactief te functioneren. Het gaat dus niet om het veranderen van een eventueel negatieve mentale inhoud, maar om het loskoppelen van de identificatie van de gedachte, de kunst om de eigen gedachte te aanschouwen zonder oordeel. Gedachtenpatronen kunnen zo waarneembaar worden, waardoor verandering ervan mogelijk lijkt. De behoefte aan een dergelijke verandering is groot. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, het RIVM, heeft 1 op de 6 mensen in Nederland last van psychische klachten. Deze klachten openbaren zich in de vorm van onder andere angstgevoelens, depressie, slaapproblemen of stress. Jaarlijks gaat 90% van de mensen met dergelijke klachten naar de huisarts, bij 70% worden de klachten herkend als psychische ongezondheid (http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o7543n38117.html). Psychische problemen kunnen op de lange termijn leiden tot de ontwikkeling van gezondheidsproblemen, psychische stoornissen of een onvermogen om goed te functioneren, zoals bijvoorbeeld in het geval van burnout of chronische stressgevoelens. Het begrip stress behelst voor de meeste mensen de focus op negatieve gevoelens en
3
emoties. Stress kan het best benaderd worden vanuit het biopsychosociale model, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen externe componenten zoals gebeurtenissen, en interne componenten zoals fysiologische en biochemische processen in het lichaam en de interactie tussen deze twee, die zich laat zien in cognitieve processen, gevoelens, gedachten en gedrag (http://www.stress.org/Definition_of_stress.htm). Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie, de WHO, hebben psychisch gezonde mensen een subjectieve beleving van welzijn, zij ervaren autonomie en competentie, kunnen sociale relaties aangaan en onderhouden en bevatten de flexibiliteit om met tegenslagen om te gaan (http://www.who.int/topics/mental_health/en/). Psychisch gezonde mensen voelen zich dus in staat om de eigen intellectuele en emotionele mogelijkheden te verwezenlijken.
Aandachtstraining lijkt psychisch welzijn voor meer mensen bereikbaar te maken. Kabat-Zinn en andere wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar het effect van aandachtstraining op de hersenen, emoties en het immuunsysteem. MBSR blijkt een effectieve methode om stress te verminderen en diverse lichamelijke en psychische klachten te verlichten. Zo blijkt dat mensen met terugkerende depressies die mindfulness beoefenen 50% minder kans hebben op een terugval (Barnhofer et al., 2007). Beoefenaars van MBSR raken minder vaak burnout, zijn geconcentreerder op het werk (Walach et al., 2007), hebben een verhoogde tolerantie voor pijn (Kingston et al., 2006) en een betere ademhaling (McComb et al., 2004). MBSR lijkt dus een heilzame methode voor uiteenlopende klachten. In de gezondheidszorg is het niet ongewoon om zowel cliënt als professional een MBSR training aan te bieden. Bij het RIAGG, de GGZ, en tal van academische ziekenhuizen worden trainingen aan personeel en patiënten aangeboden. Momenteel is er ook buiten de gezondheidszorg een enorme toename van interesse, aanbod en toepassing van deze methode. Zo heeft ook het bedrijfsleven de smaak te pakken. Managers onderwerpen zich massaal aan aandachtstraining om evenwichtiger, creatiever en stressbestendiger te worden. Ook kinderen worden momenteel in onderzoeken onderworpen aan de MBSR methode, zo wordt onderzocht of kinderen met bijvoorbeeld ADHD baat hebben bij mindfulness (http://www.uva-virenze.nl/mindfulness%20for%20kids.html). Er is dus sprake van een algemeen geaccepteerde methode. Met al die aandacht voor mindfulness en de heilzame resultaten, is het van belang om de effecten en de onderliggende mechanismen van MBSR goed te onderzoeken. Het is immers niet ondenkbaar dat er sprake is van een massale geloofsovertuiging in de positieve werkzaamheid van MBSR. Wellicht is de overtuiging van de beoefenaars de kracht van MBSR, en niet eens zozeer de techniek zelf. Of ontstaat als gevolg van de hype een vertekend beeld omtrent mindfulness, een self-fulfilling prophecy?
In deze these worden de effecten van MBSR op het psychisch welzijn nader onder de loep genomen. Om een goed gefundeerde blauwdruk te verkrijgen van de invloed van MBSR op het psychisch welzijn zal dit fenomeen vanuit meerdere invalshoeken worden belicht. Naast de empirische gegevens verkregen uit subjectieve ervaringen, wordt er ook gekeken naar objectieve meetbare effecten van MBSR, verkregen uit endocrinologisch en neurofysiologisch onderzoek. In de eerste paragraaf zal aan de hand van verschillende selfreports gekeken worden of mensen een verbetering ervaren van het psychisch welzijn na een MBSR training. Vervolgens zal in de tweede paragraaf het effect van MBSR
4
op het stresshormoon cortisol worden behandeld. In de derde paragraaf wordt het effect van MBSR op de neuronale activiteit onder de loep genomen.
Paragraaf 1: De invloed van MBSR op psychisch welzijn Psychisch welzijn is een relatief complex begrip, dat een diversiteit aan componenten kent, zoals autonomie, controle over de omgeving, persoonlijke ontwikkeling, positieve relaties met anderen, doel in het leven en zelfacceptatie (http://www.who.int/topics/mental_health/en/). Maar ook fysieke gezondheid en flexibiliteit ten aanzien van tegenslagen zijn belangrijke aspecten die een bijdrage leveren aan de psychische gezondheid (Raybeck, 2006). Een methode om de effectiviteit van MBSR op het psychisch welzijn te meten, is aan de hand van selfreports.
Veel mensen ervaren stress op het werk. In bepaalde sectoren blijkt dan ook verhoogd risico op het ontwikkelen van psychische klachten als gevolg hiervan. Mensen met een verhoogd risico op het ontwikkelen van stressklachten bieden een goede gelegenheid om het effect van MBSR op het psychisch welzijn te onderzoeken. In een ongecontroleerd onderzoek kregen vrouwen uit de zorgsector, werkzaam in een academisch ziekenhuis, een 8-weekse MBSR training aangeboden. Zij rapporteerden na de training significant minder vermoeidheid, emotionele uitputting en stress dan daarvoor. Het empatisch vermogen jegens anderen en zichzelf was na de training ook significant toegenomen (Galantino et al., 2005). Het afnemen van stress en vermoeidheid en de toename van empathie, zijn componenten die een belangrijke bijdrage leveren aan psychisch welzijn. Het lijkt er dus op dat een MBSR training positieve effecten op psychisch welzijn teweeg brengt. Toch kunnen er aan de hand van dit onderzoek geen steekhoudende conclusies getrokken worden, gezien het geringe aantal proefpersonen, die slechts uit vrouwen in de zorgsector bestond en het ontbreken van een controle conditie. Ook kreeg de training een bijzondere naam toegekend door de onderzoekers, “healing heart and mind”, wellicht dat deze titel de vrouwen heeft beïnvloed bij de rapportage.
De onderzoeksresultaten van Galantino et al. (2005) werden gerepliceerd in een ongecontroleerde studie van Shapiro, Schwartz en Bonner (1998), waarbij het effect van een MBSR training op het psychisch welzijn van jonge medische studenten werd onderzocht. Na een 8-weekse MBSR training ervoeren de medische studenten op korte termijn significant meer empathie en minder psychische stress, angst en depressieve gevoelens na het volgen van een MBSR training. Het betreft hier evenals het onderzoek van Galantino et al. (2005), een correlationeel onderzoek. Er kan slechts van een samenhang gesproken worden en niet van een oorzakelijk verband. Aangezien er geen controlecondities zijn gebruikt bij dit onderzoek valt niet te achterhalen of de medische studenten wellicht een toename van psychisch welzijn rapporteerden vanuit een soort placebo-effect. Het is niet ondenkbaar dat de overtuiging of suggestie van de positieve effecten van de training tot effecten leidt. Ook mag niet onderschat worden, dat bij een 8-weekse training waarbij dagelijks 45 minuten tijd wordt geïnvesteerd, mensen graag effecten willen zien van de geleverde inspanningen.
5
Het ontbreekt in de onderzoeken van Galantino et al. (2005) en Shapiro et al. (1998) aan controlecondities en heterogene populaties waardoor geen steekhoudende conclusies getrokken kunnen worden over de effectiviteit van mindfulness op psychisch welzijn. Wel wijzen deze onderzoeken in de richting van een verband tussen mindfulness training en een toename van subjectieve beleving van psychisch welzijn. Hoewel deze bevindingen van groot belang zijn, dient men grote zorgvuldigheid te betrachten met de veronderstelling dat het de mindfulness zelf is die deze heilzame effecten voor de psychische gezondheid teweeg brengt. De mate van mindfulness zelf werd immers in deze onderzoeken niet gemeten, er werd slechts een verband aangetoond tussen het beoefenen van MBSR en een toename van subjectieve ervaring van psychisch welzijn. Het is dus van belang te bekijken in hoeverre de mate van mindfulness samenhangt met psychisch welzijn omdat hiermee een verklaring voor het effect van MBSR op het psychisch welzijn aangetoond kan worden. Andere onopgemerkte interfererende factoren zoals bijvoorbeeld de invloed van de verwachting ten aanzien van MBSR, kunnen dan uitgesloten worden. Het is dus de vraag of mindfulness op zich, het mechanisme is dat verantwoordelijk gesteld mag worden voor de heilzame effecten van MBSR.
Om meer inzicht te verkrijgen in het werkzame mechanisme van MBSR deden Nyklicek en Kuijper (2008) gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek naar de relatie tussen mindfulness en het psychisch welzijn. De onderzoekers toonden aan dat de mate van mindfulness op een valide en betrouwbare wijze gemeten kan worden middels vragenlijsten. Een 8-weekse MBSR training werd door 30 gestresste vrijwilligers uit alle lagen van de samenleving volbracht. Voor en na de training werd middels vragenlijsten de mate van psychisch welzijn, de levenskwaliteit en de mate van mindfulness gemeten. Deelnemers vertoonden gedurende de 8-weekse MBSR training een significante toename van mindfulness en een significante afname van stresservaringen en gevoelens van uitputting. Dit effect bleef uitgesloten bij de mensen die niet hadden deelgenomen aan MBSR. Ook werd er een sterke samenhang gevonden tussen de mate van mindfulness en de mate van stress, negatief affect en fysieke vermoeidheid. Hoe meer mindful iemand in het leven staat, hoe minder last deze persoon blijkt te hebben van ervaringen zoals stress, vermoeidheid en negatief affect. Er is hiermee dus een verband aangetoond tussen mindfulness en psychisch welzijn. Er mag verondersteld worden dat mindfulness zelf inderdaad het onderliggende mechanisme is dat de positieve effecten teweeg brengt. En eveneens is met het onderzoek van Nyklicek en Kuijper (2008) aangetoond dat relatief gezonde gestresste mensen baat hebben bij MBSR. Wellicht dat mensen met zwaardere problematiek anders reageren op MBSR. Mensen uit een klinische populatie hebben veelal te kampen met een verminderd psychisch welzijn als gevolg van chronische ziekten, psychische stoornissen of trauma’s. Onderzoek naar het effect van MBSR op de psychische gezondheid van mensen uit de klinische populatie kan een bijdrage leveren aan een breder perspectief omtrent de effectiviteit van MBSR op het psychisch welzijn.
Brown en Ryan (2003) deden onderzoek naar de effectiviteit van MBSR op het psychisch welzijn van mensen met borst- of prostaatkanker. Na een 8-weekse MBSR training ervoeren deze mensen enerzijds een grotere mate van mindfulness, anderzijds een significante afname van stress, negatief affect en stemmingswisselingen. Het blijkt dus dat bij mensen met borst- of prostaatkanker een verandering in de
6
mate van mindfulness samenhangt met een verandering in psychisch welzijn. Naast mensen met een fysieke aandoening is het ook van belang te bezien in hoeverre mensen met een psychische aandoening baat kunnen hebben bij MBSR. Barnhofer et al. (2007) onderzochten het effect van MBSR op het psychisch welzijn van mensen met een wederkerende depressie in een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek. Na een 8-weekse MBSR training rapporteren mensen die deelnamen aan MBSR significant minder negatief affect en stress en meer positief affect. Dit effect bleef uit bij mensen die de gebruikelijke behandeling kregen voor depressie. Naast mensen met een lichamelijke ziekte blijken dus ook mensen met een psychische ziekte, zoals terugkerende depressies, profijt te hebben van MBSR. Echter de mate van mindfulness werd in dit onderzoek niet onderzocht, er werd slechts een samenhang aangetoond tussen MBSR en de ervaring van een verbeterd psychisch welzijn.
Uit de resultaten van de onderzoeken van Brown en Ryan (2003) en Nyklicek en Kuijper (2008) mag verondersteld worden dat de mate van mindfulness zelf inderdaad ten grondslag ligt aan de effectiviteit van MBSR op psychisch welzijn. Ook blijkt uit de selfreports dat zowel zieke als gezonde mensen een afname in stress ervaren als gevolg van MBSR. Een afname van stress impliceert indirect een toename van psychisch welzijn. Mensen ervaren dus een toename van psychisch welzijn als gevolg van MBSR. Toch is nog onduidelijk hoe mindfulness als mechanisme werkt en hoe dit exact gerelateerd is aan psychisch welzijn. Ook is onbeantwoord gebleven in hoeverre deze heilzame effecten zich ook op de langere termijn laten zien. Het is van belang om meer inzicht te verkrijgen in de lange termijn effecten van MBSR, omdat dit tot een robuuster beeld omtrent de effectiviteit van MBSR kan leiden.
Zo deden Reibel et al., (2001) ongecontroleerd onderzoek naar zowel de korte- als de lange termijn effecten van MBSR op het psychisch welzijn van mensen uit een heterogene klinische populatie. De deelnemers rapporteerden zowel direct na de 8-weekse- MBSR training, als 4 maanden later een toename van psychisch welzijn. Het blijkt zelfs dat de deelnemers 4 maanden later een sterkere toename van psychisch welzijn rapporteerden dan direct na de training. Wel dient opgemerkt te worden dat er bij de follow-up, na vier maanden, slechts 30 procent van de populatie deelnam. Dit kleurt de resultaten, en maakt het eveneens lastig om tot steekhoudende conclusies ten aanzien van de lange termijn effecten van MBSR te komen. De reden dat mensen gestopt waren met MBSR is eveneens niet achterhaald, er kan alleen gesuggereerd worden dat mensen die weinig tot geen profijt ervaren van de MBSR eerder geneigd zijn te stoppen met de methode dan mensen die er wel baat bij hebben. Ook opvallend aan dit onderzoek was dat de mensen met slechts gemiddeld 20 minuten oefening per dag, in plaats van de voorgeschreven 45 minuten, ook een positief effect beleefden als gevolg van MBSR. Ook hier ontbrak het aan een controleconditie in dit onderzoek, waardoor geen causaal verband aangetoond kan worden.
Op zoek naar meer duidelijkheid ten aanzien van de lange termijn effecten van MBSR deden Carlson, Speca, Faris en Patel (2007) gerandomiseerd, gecontroleerd onderzoek bij mensen met borst- of prostaatkanker. Mensen die hadden deelgenomen aan MBSR rapporteerden een jaar na aanvang van de training nog steeds een verbetering van kwaliteit van leven, verminderde stresssymptomen en minder
7
stemmingswisselingen. Dit in tegenstelling tot mensen die niet hadden deelgenomen aan MBSR. MBSR blijkt dus naast korte termijn ook op de lange termijn effectief.
Al met al kan uit de beschreven onderzoeken worden geconcludeerd dat mensen een toename van psychisch welzijn ervaren na deelname aan MBSR. Het blijkt dat zowel gezonde mensen als mensen uit een klinische populatie een verbetering in psychisch welzijn rapporteren. Er werd voornamelijk een afname van stress ervaren na MBSR zowel op korte als op langere termijn. Ook blijkt dat de mate van mindfulness een mediërende factor is bij een toename van psychisch welzijn. Mensen die meer mindful zijn vertonen meer psychisch welzijn en kunnen beter omgaan met stress en negatieve ervaringen. Er lijkt dus geen sprake te zijn van een placebo-effect of van onopgemerkte interfererende factoren. Deze feiten wijzen in de richting van positieve effectiviteit van MBSR op de subjectieve beleving van psychisch welzijn. Toch is enige terughoudendheid ten aanzien van steekhoudende conclusies hier gepast. Zo is het niet mogelijk om slechts aan de hand van subjectieve ervaringen tot steekhoudende conclusies te komen. Het is daarom van belang om naast deze subjectieve rapportage ook vanuit andere disciplines de effecten van MBSR op het psychisch welzijn te belichten. Zo kan vanuit endocrinologisch onderzoek meer inzicht en begrip verkregen worden over de mechanismen die ten grondslag liggen aan MBSR in relatie tot psychisch welzijn.
Paragraaf 2: De invloed van MBSR op het stresshormoon cortisol. De vraag of MBSR van invloed is op psychisch welzijn kan worden belicht middels fysiologisch onderzoek. Het is bekend dat een aantal fysiologische veranderingen een toename van psychisch welzijn voorspelt: Een toename van serotonine, een afname van cortisol, een afname van dopamine en een toename van melatonine (Speca, Patel en Goodey, 2004). Eveneens is het bekend dat een toename van psychologische stress tot een toename van het stresshormoon cortisol leidt. Emoties hebben een regulerende werking op de cortisolafgifte. Zo vertonen mensen tijdens hoogemotionele gebeurtenissen een sterke toename van cortisol, terwijl bij laagemotionele gebeurtenissen deze toename uit blijft (Nejtek, 2002). Het reduceren van hoge cortisolniveaus kan negatieve effecten zoals psychische stress terugdraaien aldus Nejtek. Om meer inzicht te verkrijgen in de invloed van MBSR op psychisch welzijn zal verder ingegaan worden op de vraag of MBSR van invloed is op het stresshormoon cortisol. Een afname van stress impliceert immers indirect een afname van cortisol. Het is gebleken dat het meten van cortisol middels ‘salivary cortisol’, ofwel cortisol uit speeksel, een valide en betrouwbare methode is om het cortisolniveau te meten, Obminski & Stupnicki (1997, aangehaald in Galantino et al. 2005). Ook is het gebleken dat het meten van cortisol aan de hand van een speekselmonster een goede marker is voor stress (Nejtek, 2002).
Om meer inzicht te verkrijgen in de effectiviteit van MBSR op het psychisch welzijn onderzochten Galantino, Baime, Maguire, Szapary en Farrar (2005) in een ongecontroleerd onderzoek of MBSR van invloed is op de cortisolafgifte. Gezonde vrouwen uit de zorg kregen een 8-weekse MBSR training aangeboden waarbij een voor- en nameting werd gedaan middels salivary cortisol, ’s avonds
8
afgenomen, op één moment, door de deelnemers zelf. Er werd geen verschil in cortisolafgifte gevonden, echter de vrouwen rapporteerde wel dat zij zich meer ontspannen en minder gestresst na MBSR voelden. Uit dit onderzoek blijkt dus dat gezonde vrouwen geen verandering in cortisol vertonen na het volgen van een MBSR training. Wel dient in ogenschouw genomen te worden dat bij dit onderzoek alleen gebruik is gemaakt van een voor- en een nameting van salivary cortisol waarbij slechts 60% van de deelnemers, een cortisolmonster inleverde. Dit kan de resultaten hebben beïnvloed. Het is algemeen bekend dat cortisollevels gedurende de dag kunnen fluctueren. Er wordt om deze reden meestal gekozen om salivary cortisol in de ochtend af te nemen omdat dan vanuit de meest neutrale toestand gemeten wordt. Het is dus niet ondenkbaar dat met een sensitievere methode een ander resultaat was verkregen. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld het meten van cortisol middels een 24uurs urinemonster of frequentere afname van speekselmonster op een dag. Eveneens zou het geen overbodige luxe zijn om gedurende de training meerdere cortisolmetingen in kaart te brengen, hierdoor wordt een betrouwbaarder beeld verkregen over de invloed van MBSR op de cortisolafgifte. Ook is slechts in geringe mate gecontroleerd op factoren die van invloed kunnen zijn op de cortisolniveaus, zoals alcoholgebruik, cafeïne, medicatie en slaapgebrek. Een ander punt van aandacht behelst het feit dat in het onderzoek van Galantino et al. (2005) gebruik is gemaakt van een gezonde vrouwelijke populatie. Aangezien gezonde mensen normaliter geen abnormaliteiten vertonen in de cortisolafgifte kan onderzoek bij mensen met een verstoorde cortisolafgifte wellicht meer inzicht bieden in de vraag of MBSR van invloed is op het de cortisolafgifte.
Evenals Galantino et al. (2005) deden McComb, Tacon, Randolph en Caldera (2004) onderzoek naar de effecten van een MBSR op het cortisolniveau. In een gecontroleerd onderzoek werden 18 oudere blanke vrouwen uit de hogere middenklasse met een hart- of vaat ziekte random toebedeeld aan ofwel de 8-weekse MBSR, ofwel de controleconditie. Er werd in tegenstelling tot Galantino et al.(2005) een sterke onderzoeksmethode gehanteerd, zo werd het cortisollevel middels acht wekelijkse afnamen van bloedsamples gemeten. Ook was er meer controle op interfererende factoren en werd 12 uur voor de afname geen voedsel, cafeïne, alcohol of nicotine gebruikt. Factoren die de cortisolniveaus zouden kunnen beïnvloeden werden zo uitgesloten. Vrouwen die deelnamen aan MBSR vertoonden na acht weken een lager cortisolniveau dan ervoor, dit was echter net niet significant. Dit verschil liet zich niet zien in de controle conditie. Uit dit onderzoek blijkt dus dat vrouwen na MBSR een verschil in cortisol vertoonde, zij het niet significant, maar wellicht heeft de kleine omvang van de steekproef meegespeeld. Het is niet uitgesloten dat leeftijdgerelateerde effecten op fysiologische stressreacties van invloed zijn geweest op de onderzoeksresultaten. De onderzoekers waren voorzichtig met het trekken van conclusies, zij benadrukten het belang van nader onderzoek met een heterogene populatie.
In tegenstelling tot de resultaten uit de onderzoeken van Galantino et al. (2005) en McComb et al. (2004) bleek uit eerder ongecontroleerd onderzoek van Marcus, et al. (2003) dat MBSR wel van invloed is op het cortisolniveau van mannen in een therapeutische kliniek. Zij vertoonden een significante afname van het cortisolniveau na het volgen van een 8-weekse MBSR-training. Er werd gebruik gemaakt van een pre- en een posttest van salivary cortisol, afgenomen op verschillende
9
momenten in de ochtend, 0, 30, 45 en 60 minuten na het ontwaken. Er werd een significant verschil gevonden. In de posttest liep het cortisolniveau significant minder snel op dan in de pretest en ook het gemiddelde cortisolniveau was na MBSR significant lager dan ervoor. In dit onderzoek ontbrak het aan een controleconditie waardoor er slechts een samenhang is aangetoond tussen MBSR en afname van cortisol. Eveneens is het niet duidelijk in welke mate de therapeutische setting een mediërende factor is geweest bij het afnemen van stressgevoelens. Gezien het feit dat het ontbrak aan een controle conditie in dit onderzoek is het lastig om te spreken over een causaal verband of om tot een betrouwbare conclusie te komen.
Het onderzoek van Marcus et al. (2004) vertoont tegengestelde resultaten in vergelijking tot de onderzoeken van McComb et al. (2004) en Galantino et al. (2005). De tegenstrijdige resultaten kunnen duiden op een verschil tussen gezonde mensen en mensen met sterk verminderd psychisch welzijn. Uit bovenstaand onderzoek blijkt dat gezonde mensen geen verschil in cortisolniveau vertonen, in tegenstelling tot mensen die niet gezond zijn, zij laten een daling van cortisolniveau zien na MBSR. Het is niet ondenkbaar dat er juist effecten gevonden worden bij mensen met abnormale cortisolniveaus. Ook andere aspecten kunnen een verklaring bieden voor de verschillende resultaten. Zo is er bij de drie onderzoeken gebruikt gemaakt van drie verschillende methodes om cortisolniveaus te meten. Verder lopen de populaties zeer sterk uiteen, van welgestelde oudere dames tot blanke mannen in een therapeutische kliniek. Dit maakt een vergelijking lastig. Uit de onderzoeken komt wel naar voren dat mensen met een sterker verminderd psychisch welzijn een sterkere afname van cortisol vertoonden na MBSR. Aangezien tijdens stress cortisol wordt vrijgegeven, wijst de significante afname van cortisol na MBSR in de richting van een betere stressregulatie en indirect dus op een verbetering van het psychisch welzijn, vooral bij mensen uit een klinische populatie.
Om meer inzicht in te krijgen in de invloed van MBSR op cortisol deden Carlson, Speca, Patel en Goodeya (2004) gecontroleerd onderzoek met een populatie bestaande uit mensen met borst- of prostaatkanker. Middels vragenlijsten en cortisol metingen werd getracht een relatie te vinden tussen psychisch welzijn, cortisolniveaus, cortisolpatronen en MBSR. Voor en na de MBSR werden vragenlijsten afgenomen betreffende ervaring van stress, kwaliteit van leven en welzijn. Salivary cortisol werd driemaal daags, 8:00, 14:00 en 20:00 afgenomen vooraf en na de MBSR training. Middels de cortisolmetingen kon een onderscheid gemaakt worden tussen de mensen met een gebruikelijke of afwijkende cortisolafgifte. Normaliter daalt het cortisolniveau namelijk langzaam gedurende de dag, maar bij gestresste mensen of mensen met een psychische stoornis blijkt er een abnormaal verloop van de cortisolafgifte. Uit de resultaten bleek dat het patroon van abnormale cortisolafgifte na 8-weken MBSR tot stabilisatie komt. Bij mensen met normale cortisolafgifte werd geen verandering in cortisolniveaus gevonden, er werd bij hen dan ook geen verdere afname in cortisol gemeten. Eveneens bleek uit het onderzoek dat mensen met een afwijkende cortisolafgifte meer stress ervaren en minder kwaliteit van leven ervaren dan mensen met een normale cortisolafgifte. Het blijkt dus dat mensen met afwijkende cortisolafgifte profijt hebben van MBSR. Ook is aan de hand van dit
10
onderzoek duidelijk geworden dat mensen uit de klinische populatie niet allen verstoringen in de cortisolafgifte laten zien.
Aan de hand van de beschreven onderzoeken kan geconcludeerd worden dat MBSR van invloed is op de afgifte van het stresshormoon cortisol. Het blijkt dat met name abnormale patronen van cortisolafgifte genormaliseerd raken als gevolg van de MBSR. Gezien het feit dat met name mensen met een verminderd psychisch welzijn abnormale patronen in de cortisolafgifte vertonen, kan er logischerwijs verondersteld worden dat MBSR van invloed is op het stresshormoon cortisol bij mensen met een verminderd psychisch welzijn die stress ervaren. Toch dient in ogenschouw genomen te worden dat het hier veelal kleinschalig onderzoek betreft waarbij methodologische en procedurele kanttekeningen geplaatst kunnen worden. Zo ontbreekt het vaak aan gedegen controle condities, heterogene populaties en follow-ups. Nader vergelijkend, longitudinaal onderzoek is gewenst om meer duidelijkheid te verkrijgen in de invloed van MBSR op de cortisolregulatie. Terugkoppelend naar de vraagstelling is er enigszins meer duidelijkheid verkregen over de invloed van MBSR op het psychisch welzijn. Het feit dat mensen uit een klinische populatie na 8 weken MBSR een verbeterde stressregulatie vertonen lijkt de veronderstelling dat MBSR een effect heeft op het psychisch welzijn te ondersteunen. Een afname van stress impliceert immers indirect een toename van psychisch welzijn. Het is interessant te bekijken of de invloed van MBSR op het psychisch welzijn zich naast de subjectieve ervaring, en de stabilisatie van abnormale cortisolafgifte, ook laat zien in een veranderende neurofysiologie. Het is namelijk bekend dat langdurige stress kan leiden tot een verandering in bepaalde delen van het brein die corresponderen met de regulatie van emoties en stress, zoals de prefrontale cortex en de amygdala (Rayback, 2006). Het is dus niet ondenkbaar dat MBSR ook van invloed is op de breinactiviteit. Middels onderzoek naar de relatie tussen MBSR en de breinactiviteit zal getracht worden meer duidelijkheid te verkrijgen over de onderliggende mechanismen en de invloed van MBSR op het psychisch welzijn.
Paragraaf 3: Het effect van MBSR op het brein Meer inzicht in veranderende neurofysiologie kan een onderliggende verklaring bieden voor de mechanismen die ten grondslag liggen aan het effect van MBSR op psychisch welzijn. Een methode om de invloed van MBSR op de neurofysiologie te onderzoeken is aan de hand van EEG onderzoek. Eerder EEG onderzoek naar affectieve processen heeft aangetoond dat verschillende emoties samenhangen met verschillende EEG patronen in de frontale delen van het brein. Hoewel onbekend is in hoeverre individuele verschillen van de neuronale activiteit exact relateren aan psychisch welzijn, is wel gebleken dat prefrontale asymmetrische activiteit betrokken is bij emotieregulatie. Mensen met meer activiteit in de linker dan in het rechter frontale deel van de cortex ervaren meer positief affect dan mensen zonder dit verschil. Ook blijkt langdurige stress een inhiberend effect op de neuronale activiteit in de prefrontale cortex te hebben. Volgens Creswell, Eisenberg en Lieberman (2007) leidt een toename van neuronale activiteit in de frontale cortex tot een afname van activiteit in de amygdala waardoor meer controle over negatieve emoties mogelijk is.
11
Om meer inzicht in de relatie tussen MBSR en neuronale activiteit te verkrijgen deden Davidson et al. (2003) gecontroleerd longitudinaal onderzoek naar het effect van MBSR op de activiteit in de prefrontale cortex. Middels EEG werd de invloed van MBSR op zowel een toestand van rust als een emotionele toestand gemeten. Ook werden voor en na de training vragenlijsten afgenomen om de mate van psychische stress te meten. Mensen vertonen zowel gelijk na MBSR, als vier maanden later een significante toename in de linker anterior temporaal kwab, een prefrontaal deel van het brein dat in relatie wordt gebracht met het afnemen van angst en negatief affect en het toenemen van positief affect Deze neuronale veranderingen verschenen zowel tijdens rust als tijdens emotionele uitdagingen, wat suggereert dat het effect van MBSR zich ook laat zien tijdens emotionele interactie in het dagelijks leven en niet alleen tijdens een meditatieve introverte toestand. Na de training voelden mensen zich eveneens significant minder angstig en ervoeren zij minder negatief affect en meer positief affect. Opmerkelijk aan dit onderzoek is dat ondanks het feit dat deelnemers zich niet hielden aan de voorgeschreven richtlijn van 30 minuten per dag MBSR, er toch een significant effect werd gevonden. De groep beoefende gemiddeld 2,5 keer per week 16 minuten MBSR, maar vertoonde al wel een toename van linker prefrontale asymmetrie. Wellicht dat er naast de MBSR ook onopgemerkte mediërende factoren van invloed zijn geweest op deze resultaten. Zo werd in dit onderzoek gebruik gemaakt van een kleine steekproef bestaande uit gezonde blanke hoogopgeleide mensen, allen werkzaam op dezelfde afdeling. Het is niet ondenkbaar dat 8 weken lang, drie uur durende wekelijkse bijeenkomsten, tot een gevoel van saamhorigheid hebben geleid, waardoor meer positief affect werd ervaren. Dit zou tot een vertekening van de onderzoekresultaten geleid kunnen hebben. Een andere verklaring kan gelegen zijn in de veronderstelling dat mensen wellicht ook met minder mindfulness een bevredigend resultaat kunnen behalen. Ondanks deze kleine kanttekening kan met enige terughoudendheid verondersteld worden dat MBSR van invloed is op de breingebieden die in verband worden gebracht met positieve gevoelens en de stress- en emotieregulatie. Davidson et al. (2003) tonen een samenhang aan tussen MBSR en een veranderende neuronale activiteit in gebieden van het brein die gerelateerd zijn aan positieve gevoelens en emotieregulatie. Maar in hoeverre MBSR verantwoordelijk gesteld mag worden voor het genereren van deze veranderingen in het brein is nog maar de vraag. Misschien dat mensen die wekelijks drie uur gezellig kletsen, thee drinken en naar mooie muziek luisteren ook een verandering in de linker temporaal kwab vertonen en minder angst en meer positief affect ervaren. Zo is bijvoorbeeld bekend dat het luisteren naar klassieke muziek een spanningsreducerende en relaxerende werking op mensen te heeft (Kreutz, Ginsborg en Williamon, 2009). Het is mogelijk dat spanningsreducerende of relaxerende toestanden gelijksoortige effecten in het brein als MBSR teweeg brengen. De verschillen in neuronale activiteit gedurende een ontspannen toestand en gedurende MBSR kan meer duidelijkheid geven over de mogelijke onderliggende werkzame mechanismen van MBSR.
Om hier meer helderheid in te verkrijgen deden Chan, Han en Cheung (2008) gecontroleerd onderzoek naar de neuronale activiteit tijdens ontspanning en tijdens MBSR. EEG patronen werden afgenomen tijdens het luisteren naar rustgevende klassieke muziekstukken en bij mensen die deelnamen aan
12
MBSR. Het blijkt dat zowel het luisteren naar klassieke muziek als MBSR tot een toename van activiteit in de linker anterior cortex leidt. Echter de mensen die deelnamen aan MBSR vertoonden naast de toename van linker prefrontale asymmetrie eveneens een significante toename van activiteit in de frontale cortex. Dit verschil in activiteit in de frontale cortex is van groot belang om de effectiviteit van MBSR op psychisch welzijn te verklaren. Er is dus een essentieel onderscheid aangetoond in neuronale activiteit tussen MBSR en dagelijkse reguliere ontspanning, zoals bijvoorbeeld luisteren naar mooie muziek. MBSR blijkt dus meer te bieden te hebben dan alleen ontspanning, namelijk een toename van activiteit in de frontale cortex. Zoals eerder vermeld blijkt dat een toename van activiteit in de prefrontale cortex tot een verbeterde emotieregulatie lijdt. Zo wordt de frontale cortex beschouwd als de top van de hiërarchie van neuronale structuren waar interne en externe representaties worden geïntegreerd. Vanuit de frontale cortex lopen circuits naar andere delen van het brein, zoals onder andere de amygdala, die in relatie gebracht worden met onder andere aandacht, emoties, zelfbeeld en leren (Travis & Arenander, 2005). Aan de hand van slechts één onderzoek naar verschil in neuronale activiteit kan slechts gesproken worden over de mogelijkheid van een onderscheidend vermogen van MBSR. Hoewel de onderzoeken van Davidson et al. (2003) en Chan et al. (2008) doen vermoeden dat MBSR van invloed is op breingebieden die in relatie gebracht kunnen worden met psychisch welzijn, betreft het in beide onderzoeken gezonde mensen met een relatief goed psychisch welzijn. De vraag is echter of deze effecten zich ook laten zien bij mensen met een ongebruikelijke neuronale activiteit. Zo blijkt dat mensen met terugkerende depressies andere patronen van frontale breinactiviteit vertonen. In tegenstelling tot gezond functionerende mensen vertonen depressieve mensen juist een rechter prefrontale asymmetrische activiteit, een patroon dat in relatie wordt gebracht met negatief affect, vermijdende coping en angst. Wellicht dat een abnormale of verstoorde breinactiviteit middels MBSR meer in balans gebracht kan worden, net zoals bij een verstoorde cortisolafgifte.
Barnhofer et al. (2007) onderzochten de invloed van MBSR op de breinactiviteit van mensen met terugkerende depressies. De mensen die deelnamen aan het onderzoek hadden minstens drie maal een depressieve periode gehad met suïcidale klachten. Het is bekend dat na een derde depressieve periode de kans op terugval 90 procent is. Deze populatie biedt dus bij uitstek een goede gelegenheid om de effectiviteit van MBSR op het brein te onderzoeken. Het blijkt dat depressieve mensen die een MBSR training hadden gevolgd een significante toename van linker prefrontale asymmetrie vertoonden. Dit effect bleef uit bij depressieve mensen die de gebruikelijke behandeling volgden, zij vertoonden zelfs een toename van rechter prefrontale asymmetrische activiteit. De resultaten uit het bovenstaand onderzoek lijken in de richting te wijzen dat tijdens een rusttoestand MBSR van invloed is op de neuronale activiteit in delen van het brein die gerelateerd zijn aan positieve emoties en stress- en emotieregulaties. In dit onderzoek is het effect van MBSR op het brein tijdens een emotionele toestand buiten beschouwing gelaten waardoor niet aangetoond kan worden of MBSR tot een verbetering van emotieregulatie leidt bij depressieve mensen. Zij zijn immers eerder geneigd stimuli negatiever te beoordelen dan goed functionerende mensen. Een niet onbelangrijke bijkomstigheid is dat in dit onderzoek gebruik is gemaakt van slechts 10 proefpersonen in de mindfulness conditie. Dus ondanks het feit dat dit onderzoek een bevestiging lijkt te geven voor een verondersteld effect van MBSR voor
13
mensen met verminderd psychisch welzijn is terughoudendheid hier op z’n plaats. Aan de hand van dit kleinschalig onderzoek kan gesproken worden over een mogelijk heilzaam effect van MBSR op het brein van mensen met een wederkerende depressie.
Al met al is er iets meer duidelijkheid verkregen over de invloed van MBSR op de breinactiviteit. Uit bovenstaand onderzoek blijkt dat zowel psychisch gezonde mensen als mensen met een wederkerende depressie een verandering in neuronale activiteit in het brein vertonen na het volgen van een 8-weekse MBSR. MBSR lijkt voornamelijk van invloed te zijn op delen van het brein die in relatie gebracht worden met het psychisch welzijn. Zo blijkt dat mensen die deelnamen aan MBSR een toename van linker prefrontale asymmetrische activiteit vertonen, een patroon dat in relatie gebracht wordt met een afname van angst en negatief affect en een toename van positief affect. Eveneens vertonen mensen na MBSR een toename van activiteit in de frontale cortex. Zo’n toename wordt in relatie gebracht met een verbeterde aandachtsfocus, en speelt een sleutelrol bij stress- en emotieregulaties. Ondanks het feit dat de onderzoeken een consistent beeld laten zien, is enige terughoudendheid ten aanzien van steekhoudende conclusies hier wel op z’n plaats. Zo betreft het vaak kleinschalig onderzoek, waarbij de lange termijn effecten van MBSR op het brein veelal onderbelicht zijn gebleven. Verder longitudinaal onderzoek waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen neurologische activiteit tijdens rust en tijdens emotionele toestanden is wenselijk. Ook zal middels een grotere steekproef uit een heterogene klinische en heterogene gezonde populatie meer inzicht verkregen kunnen worden ten aanzien van het effect van MBSR op de neurologische activiteit. Diverse psychische stoornissen vertonen namelijk een diversiteit aan affectregulaties en neurologische activiteit, wat een scala aan onderzoeksmogelijkheden geeft. Naast deze methodologische kanttekeningen is er aan de hand van de onderzoeken geen duidelijkheid verkregen over de exacte mechanismen waarmee MBSR van invloed is op prefrontale asymmetrie. Wel wijzen alle onderzoeken op een verband tussen MBSR en een veranderde neurologische activiteit in de prefrontale cortex, en de asymmetrische linker prefrontale cortex. Gezien het feit dat het hier patronen en gebieden in het brein betreft die in relatie staan tot positief affect, en stress- en emotieregulatie, kan er voorzichtig gewezen worden op een effect van MBSR op psychisch welzijn.
Conclusie Onderzoek naar de invloed van MBSR op het psychisch welzijn laat over het algemeen een consistent beeld zien. MBSR lijkt van invloed te zijn op lichaam en geest. Zowel gezonde mensen als mensen met een sterk verminderd psychisch welzijn ervaren een verbetering van het psychisch welzijn als gevolg van MBSR. Zo blijken zij na het volgen van MBSR minder stress, negatief affect, angst en vermoeidheid te ervaren. Daarnaast ervaren zij meer positieve gevoelens, empathie en ontspanning. Deze empirische bevindingen worden ondersteund door fysiologische en neurologische veranderingen als gevolg van MBSR. Zo vertonen mensen met verstoorde stress- of emotieregulatie abnormale patronen in de cortisolafgifte. Het blijkt dat juist bij deze mensen veranderingen in de cortisolniveaus worden aangetoond als gevolg van MBSR. Het betreft veelal een afname van de cortisolniveaus. De
14
stabiliserende invloed van MBSR op het stresshormoon cortisol onderbouwt dus de veronderstelling dat MBSR een positief effect heeft op het psychisch welzijn. Naast deze hormonale verandering blijkt MBSR tevens van invloed te zijn op de neuronale activiteit in delen van ons brein die in relatie gebracht worden met aandacht, positieve gevoelens en stress- en emotieregulatie. Zo vertonen mensen als gevolg van MBSR een toename van linker prefrontale asymmetrische activiteit en een toename van activiteit in de prefrontale cortex. De prefrontale cortex wordt ook wel het aandachtscentrum genoemd, en speelt een sleutelrol bij regulatieprocessen. Een toename van neuronale activiteit in dit gebied duidt op een verbeterde stress- en emotieregulatie. Linker asymmetrische prefrontale activiteit duidt op een afname van angst, negatieve gevoelens en een toenamen van positieve gevoelens. Deze neurologische veranderingen onderbouwen eveneens de veronderstelling dat MBSR een positieve invloed heeft op het psychisch welzijn van mensen.
Er lijkt een duidelijk verband te zijn aangetoond tussen MBSR en een toename van psychisch welzijn. Na MBSR ervaren mensen meer psychisch welzijn, raken verstoorde cortisol patronen in balans, en verschijnen neuronale patronen die in relatie staan met psychisch welzijn. Ondanks het feit dat veel onderzoeken een consistent beeld vertonen is het van groot belang deze veelbelovende resultaten te nuanceren gezien de betrouwbaarheid en validiteit van het beschreven onderzoek. Het betreft veelal kleinschalig onderzoek waarbij met enige regelmaat procedurele en methodologische kanttekeningen geplaatst kunnen worden. Zo is het lange termijn effect van MBSR veelal onderbelicht gebleven en ontbreekt het soms aan controlecondities en heterogene populaties. Het betreft vaak correlationeel onderzoek waardoor slechts over een samenhang tussen MBSR en verbetering van psychisch welzijn gesproken kan worden. Ook is het lastig om aan de hand van de empirische resultaten, verkregen op basis van subjectieve belevingen, tot valide en betrouwbare veronderstellingen te komen. Zo zijn onbedoeld velerlei aspecten van invloed op de rapportage, zoals sociaal wenselijk gedrag, verwachtingspatronen en verschil in beleving van psychische aspecten. Ook blijkt uit de onderzoeken dat veel mensen minder dagelijkse mindfulness oefening deden dan de voorgeschreven 45 minuten. Deze mensen vertoonden echter wel een positief effect van MBSR. De vraag is dus of mensen met minder dagelijkse mindfulness oefeningen eveneens positieve effecten zullen verkrijgen. Opvallend bij de follow-ups was de relatief hoge uitval van deelnemers. Redenen hiervoor zijn onbelicht gebleven, terwijl de achterliggende motieven om vroegtijdig met MBSR te stoppen meer inzicht kunnen geven omtrent dit fenomeen. Zijn bepaalde mensen bijvoorbeeld gevoeliger voor MBSR, of spelen factoren zoals discipline, een zeker mate van overtuiging of spirituele behoeften een rol? Dit is een kleine greep uit tal van mogelijke factoren die van invloed zijn op de bereidbaarheid tot overgave aan MBSR. Nader onderzoek kan meer duidelijkheid brengen omtrent de bovengenoemde vraagstukken.
Naast deze kanttekeningen die geplaatst kunnen worden is er ook nog geen helderheid verkregen over de mechanismen die ten grondslag liggen aan het succes van MBSR. Zo is het bijvoorbeeld niet helder welke oefeningen van de methode verantwoordelijk gesteld mogen worden voor welk effect. Zijn het de lichaamsoefeningen, de ademhalingsoefeningen of de meditaties? Het is van groot belang deze aspecten afzonderlijk in relatie tot psychisch welzijn aan onderzoek te onderwerpen. Ook is het niet
15
duidelijk hoe de neurofysiologische processen, zoals bijvoorbeeld de neuronale activiteit en de afgifte van stresshormonen exact gerelateerd zijn aan MBSR en psychisch welzijn. Het is bijvoorbeeld niet ondenkbaar dat een toename van neuronale activiteit in de prefrontale cortex, naast MBSR, ook bereikt kan worden met aandachtsactiviteiten zoals schaken, breien, sudoku of computerspelletjes spelen. Om helderheid te verkrijgen in de uniciteit van de mechanismen die ten grondslag liggen aan MBSR is het van belang dat er specifieker onderzoek wordt gedaan naar het verschil in neuronale activiteit tijdens MBSR en tijdens andere activiteiten waarbij de aandacht wordt gebruikt. Ook zal middels een grotere steekproef uit een heterogene klinische en heterogene gezonde populatie meer inzicht verkregen kunnen worden ten aanzien van het effect van MBSR op de neurologische activiteit. Zo vertonen diverse psychische stoornissen bijvoorbeeld een diversiteit aan affectregulaties en neurologische activiteit, wat een scala aan onderzoeksmogelijkheden geeft. Pas als blijkt dat MBSR tot een unieke fysiologische en neuronale activiteit leidt kan met zekerheid gesteld worden dat het inderdaad de MBSR is die tot een verbetering van psychisch welzijn lijdt. Het wachten is dus op longitudinaal gecontroleerd onderzoek waarbij zowel mensen uit de klinische als de gezonde populatie deelnemen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt in de duur van de dagelijkse mindfulness oefeningen en waarbij de drie aspecten van MBSR afzonderlijk van elkaar onderzocht worden in relatie tot psychisch welzijn. Aangetoond is dat MBSR voor veel mensen werkt en daar draait het uiteindelijk om, al is de wetenschappelijke onderbouwing nog mager. MBSR is inderdaad een hype, maar daarnaast biedt het veel mensen ook een sleutel tot geluk.
16
Literatuur
Barnhofer, T., Duggan, D., Crane, C., Hepburn, S., Fennell, M. & Williams, M. (2007). Effects of meditation on frontal a-asymmetry in previously suicidal individuals. Behaviour Neuroreport,18, 709712. Brown, K.W. & Ryan, R. M. (2003) The benefits of being present: mindfulness and its role in psychological well-being. Journal of personality and social psychology, 84, 822-848. Carlson, L. E., Speca, M., Faris, P. & Patel, K. D. (2007). One year pre–post intervention follow-up of psychological, immune, endocrine and blood pressure outcomes of mindfulness-based stress reduction (MBSR) in breast and prostate cancer outpatients. Brain, Behavior, and Immunity, 21, 1038–1049. Carlson, L.E., Speca, M., Patel, K. D. & Goodeya, E. (2004). Mindfulness-based stress reduction in relation to quality of life, mood, symptoms of stress and levels of cortisol, dehydroepiandrosterone sulfate (DHEAS) and melatonin in breast and prostate cancer outpatients. Psychoneuroendocrinology, 29, 448–474. Coffey, K. A. & Hartman, M. (2008). Mechanisms of Action in the Inverse Relationship Between Mindfulness and Psychological Distress. Complementary Health Practice Review, 13(2), 79-91. Creswell, J. D., Way, M. B., Eisenberger, N. I. & Lieberman, M. D. (2007). Neural Correlates of Dispositional Mindfulness During Affect Labeling. Psychosomatic Medicine, 69, 560–565. Davidson, R. J., Kabat-Zinn, J., Schumacher, J., Rosenkranz, M., Muller, D., Santorelli, S. F. et al. (2003). Alterations in Brain and Immune Function Produced by Mindfulness Meditation Psychosomatic Medicine, 65, 564–570.
17
Galantino, M. L., Baime, M., Maguire, M., Szapary, P. O. & Farrar, J. T. (2005). ShortCommunication: Association of psychological and physiological measures of stress in health-care professionals during an 8-week mindfulness meditation program:mindfulness inpractice. Stress and Health, 21, 255-261. Imel, Z., Baldwin, S., Bonus, K. & MacCoon, D. (2008). Beyond the individual: Group effects in mindfulness-based stress reduction. Psychotherapy Research, 18, 735-742. Kabat-Zinn, J. (2005). Coming to our sense. Hyperion Books. Kingston, B. J., Chadwick, P., Meron, D. & Skinner, T. (2006). Short communication: A pilot randomized control trial investigating the effect of mindfulness practice on pain tolerance, psychological well-being, and physiological activity. Journal of Psychosomatic Research, 62, 297-300. Kreutz, G., Ginsborg, J. & Williamon, A. (2009). Health promoting behaviors in conservatoire students. Psychology of music, 37, 47-59. Marcus, M. T., Fine, P. M., Moeller, F., Khan, G., Myrna, M., Pitts, K. et al. (2003). Change in Stress Levels Following Mindfulness-based Stress Reduction in a Therapeutic Community. Addictive Disorders & Their Treatment, 2, 63–68. McComb, J. R., Tacon, A., Randolph, P. & Caldera, Y. (2004). A Pilot Study to Examine the Effects of a Mindfulness-Based Stress-Reduction and Relaxation Program on Levels of Stress Hormones, Physical Functioning, and Submaximal Exercise Responses. The Journal of Alternative and Complementary Medicine, 5, 819-827. Nejtek, A. (2002). High and low emotion events influence emotional stress perceptions and are associated with salivary cortisol response changes in a consecutive stress paradigm. Psychoneuroendocrinology, 27, 337-352. Takai, N., Yamaguchib, M., Aragakia, T., Eto K., Uchihashia, K. & Nishikawaa, Y.(2004). Effect of psychological stress on the salivary cortisol and amylase levels in healthy young adults. Archives of Oral Biology, 49, 963-968. Nyklicek, I. & Kuijpers, K. F. (2008). Effects if Mindfulness-Based Stress-Reduction Intervention on Psychologicasl Well-being and Quality of Life: Is Increased Mindfulness indeed the mechanism? Ann Behav Med, 35, 331–340. Rathi, N. & Rastogi, R. (2007). Meaning in Life and Psychological Well-Being in Pre-Adolescents and Adolescents. Journal of the Indian Academy of Applied Psychology, 33, 31-38. Raybeck, D., (2006). Self-Determination and the Neurology of Mindfulness, Journal of Humanistic Psychology, 46, 474-493. Reibel, D., Greeson,, J. M., Brainard, G. C. & Rosenzweig, S. (2001). Mindfulness based stress reduction and health related quality of life in a heterogeneous patient population.General Hospital Psychiatry, 23, 183-192. Shapirs, S. L., Schwartz, G. E. & Bonner, G. (1998), Effects of mindfulness-based stress reduction on medical and premedical students. Journal of behavioral medicine, 21, 581-599. Shapiro, S. L., Oman, D., Thoresen, C. E., Plante T. G. & Flinders, T. (2008). Cultivating Mindfulness: Effects on Well-Being. Journal of clinical psychology, 64, 840-862. Travis, S. & Arenander, A. (2005) Cross-sectional and Longitudinal study of effects of Transcendental Meditation practice on Interhemispheric Frontal Asymmetry and Frontal Coherence. International Journal of Neuroscience, 116, 1519-1538. Vickie Y., Chang, P. O., Caldwell, R., Glasgow, N., Abramson, M., Luskin, F. et al. (2004). The effects of a mindfulness based stress reduction program on stress, mindfulness self efficacy, and positive states of mind. Stress and Health,20, 141–147.
18
Walach, H., Nord, E., Zier, C., Dietz-Waschkowski, B., Kersig, S. & Schupbach, H. (2007). Mindfulness based stress reduction as a method for personnel development: a pilot evaluation. International Journal of stress management, 2, 188-198. http://www.stress.org/Definition_of_stress.htm. http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o7543n38117.html http://www.uva-virenze.nl/mindfulness%20for%20kids.html
19