BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE MOERDIJK GEHOUDEN OP DONDERDAG 20 DECEMBER 2001 OM 19.30 UUR IN HET GEMEENTEHUIS TE ZEVENBERGEN. Aanwezig:
de heer P.J.F.M. Aarden, de heer W.E.J. Aper, de heer J.A. Bienefelt, de heer M.J. Boertjes, de heer J. van Brenkelen, de heer A.C. den Engelse, mevr. B.G.D. van Exel-Wigant, mevr. A. Grootenboer-Dubbelman, de heer C.L.M. Hazen, de heer C. Huijssoon, de heer L.M. Koevoets, de heer S.W.G.M. Kramer, de heer L. van de Merbel, de heer W. van de Merbel, de heer C. Punt, de heer J.F. Reijnders, de heer H.C.A.M. Schouwenaars, mevr. A.P.J.M. van der Stee-van Agtmaal, de heer G. de Vos (vanaf 19.40 uur), mevr. M.G. de Wit-Greuter en de heer W.F.L. Zoetemelk.
Voorzitter: Secretaris:
de heer H.W. den Duijn de heer A.P.M. de Kok (loco) t.e.m behandeling agendapunt 14) mevr. mr. drs. C. Baan, vanaf agendapunt 15
Afwezig met kennisgeving:
mevr. M.C. Brouwers-Verschuuren, de heer F.J. Gerritsma en de heer L.C.P. Lansen.
1. Opening. De voorzitter opent de vergadering en verzoekt de aanwezigen een ogenblik stilte in acht te nemen. Hij doet mededeling van de ingekomen berichten van verhindering. 2. Aanwijzing van een voorstemmer. Als voorstemmer wordt aangewezen nummer 1 van de presentielijst, de heer Aarden. 3. Besluitenlijst raadsvergadering d.d. 22 november 2001. De besluitenlijst van de vergadering van 22 november 2001 wordt ongewijzigd vastgesteld. 4.
Mededelingen en ingekomen stukken. Nadat door een lid ten aanzien van de jaarrekening 2000, het jaarverslag 2000 en het activiteitenplan en begroting 2002 van de Stichting Bibliotheek Moerdijk (punt D1) de kanttekening is geplaatst dat er vanwege het forse tekort nog wel enkel zorgpunten zijn wordt besloten daarmee in te stemmen. Ten aanzien van de door enkele inwoners uit Heijningen kenbaar gemaakte uiting van ongenoegen over de gang van zaken omtrent het gebruik van een perceel grond behorende bij het perceel Oude Heijningsedijk 31 aldaar (punt E7) wordt ingebracht dat, na de niet overtuigende beantwoording tijdens de commissiebehandeling en na kennisname van de sedertdien aan het dossier toegevoegde stukken, de aanvankelijke twijfels met betrekking de houdbaarheid van het door het college ingenomen standpunt zeker niet nog zijn weggenomen. Door enkele leden wordt, ter voorkoming van het risico om terecht te komen in een lange procedure, gevraagd met inachtneming van de geldende jurisprudentie nog eens kritisch te bezien of het betreffende wetsartikel correct is toegepast. Ingebracht wordt voorts dat het merkwaardig is dat deze jurisprudentie niet aan het dossier is toegevoegd en dat commissieleden derhalve afhankelijk waren van de informatie die zij hebben verkregen van belanghebbenden. Aangegeven wordt dat de jurisprudentie op dit onderdeel duidelijk aangeeft dat artikel 17 slechts toepasbaar is als er daadwerkelijk sprake is van een tijdelijk bouwwerk. Gevraagd wordt of het college ook kennisgenomen heeft van deze jurisprudentie. Een der leden brengt in dat hij zich in afwijking van de vorige sprekers volledig achter het college kan scharen omdat het bouwwerk precies in de omgeving past, terwijl een en nader ook strookt met de toekomstige regelgeving. Wethouder den Engelse zegt dat het gaat om een zaak waarvoor de bevoegdheid volledig bij het college ligt. Hij zegt dat bij toetsing van de ingediende plannen is gebleken dat deze wel degelijk binnen de geldende voorschriften passen en dat het om die reden niet juist is een aanvrager in een procedurele rol te dwingen. Hij stelt dat toepassing van het betreffende artikel mogelijk is als er sprake is van een
1
tijdelijke voorziening, waarvan de strijdigheid in het nieuwe bestemmingsplan wordt opgeheven. Om die reden is er voor deze weg gekozen, welke keuze ook strookt met datgene wat de gemeenteraad verlangt van het college. Bovendien zou er bij toepassing van artikel 19 een zeer tijdrovende en kostbare procedure moeten worden gevolgd. Hij stelt dat in het geval waarin het college deze weg niet gevolgd zou hebben er elders in de gemeente veel onprettige maatregelen zouden moeten worden getroffen door een consequent handhavingsbeleid. De voorzitter bevestigt dat er sprake is van een bevoegdheid welke het college toekomt en dat de jurisprudentie door de juridische afdeling is doorgelopen. Wethouder den Engelse zegt dat door toepassing van artikel 17 er geen anticipatieprocedure maar een vrijstellingsprocedure wordt gevolgd. Hij stelt dat het college tot verdere afwikkeling zal overgaan. 5. Voorstel tot het vaststellen van het beleidsplan Abw 2002. Ingebracht wordt dat ondanks eerdere toezeggingen om nog eens nadrukkelijk aandacht te schenken aan het kwijtscheldingsbeleid gebleken is dat het college kennelijk weinig waarde hecht aan de adviezen van de deskundigen, wardoor de minder draagkrachtige inwoners niet geholpen worden. Daarbij wordt verwezen naar een eerdere uitspraak van de raadsvoorzitter tijdens de behandeling van de kadernota 2002. Na het beschikbaar komen van de betreffende gegevens is duidelijk geworden dat enkele fracties kennelijk geen kleur durven te bekennen. Gevraagd wordt een vergelijking te maken van het totale pakket in de andere regiogemeenten, dit omdat het niet rechtvaardig is dat men als gevolg van de verschillen daarin op andere wijze behandeld wordt. Gesteld wordt dat vanwege het feit dat het hierbij specifiek gaat om de belangen van de eigen inwoners de gemeente hier het voortouw kan nemen. Aangegeven wordt dat het wel van belang is daarbij ook rekening te houden met de omstandigheid dat Moerdijk, in tegenstelling met vele andere gemeenten, bij kwijtschelding uitgaat van de 100% norm. Uit de cijfers inzake de bereikte scores is duidelijk dat er door de gemeente Moerdijk wel degelijk een geloofwaardig beleid wordt toegepast. Wethouder de Wit-Greuter zegt dat het niet terecht is de geloofwaardigheid van de gemeente in twijfel te trekken. Zij zegt dat het ter behoud daarvan niet nodig is om alle adviezen over te nemen en dat een gefundeerde afwijking daarvan altijd tot de mogelijkheid moet kunnen blijven behoren. Zij zegt dat een pakketvergelijking tussen de regiogemeenten beter door een ander orgaan dan de gemeente kan worden uitgevoerd. Nadat de leden C. Hazen, L. van de Merbel en W. van de Merbel hebben kenbaar gemaakt dat zij geacht willen worden tegen het voorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat het voorstel met 19 stemmen voor en 3 stemmen tegen is aangenomen. 6. Voorstel tot het aangaan van een raamcontract educatie 2001-2003, een productovereenkomst educatie 2001 en een productovereenkomst Nieuwkomers 2001. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 7.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een bijdrage aan voetbalvereniging DHV voor de realisatie van de was- en kleedaccomodatie. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
7. Voorstel tot het vaststellen van de marktverordening Gemeente Moerdijk 2001. Door een der leden wordt uitgesproken dat er geen absoluut verbod mag zijn om tot in lengte van jaren de verkoop van gebruikte goederen te blijven verbieden. Wethouder Kramer zegt dat hij tot nu toe geen uitsluitsel heeft verkregen van de marktcommissie. Hij doet het voorstel om bij een instemmende reactie van de marktcommissie daarin mee te gaan. In het geval deze instemming niet verkregen wordt zal een en ander opnieuw aan de commissie worden voorgelegd. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten, dit met inachtneming van het hiervoor aangegeven mondelinge voorstel van wethouder Kramer. 8. Voorstel tot het verstrekken van een geldlening aan de stichting Vlasserij - en Suikermuseum tot een bedrag van fl. 250.000, -- ( € 113.445, --). Ingebracht wordt dat in het geval er in de toekomst onverhoopt iets fout mocht gaan de gevolgen van het verstrekken van een renteloze lening hetzelfde zijn als bij een gemeentegarantie. Gevraagd wordt of een dergelijk geval ook de schuld blijft bestaan. Bovendien is het wat merkwaardig dat de gemeente in zijn hoedanigheid als eigenaar van het
2
gebouw een huurder laat opdraaien voor de kosten van achterstallig onderhoud daarvan. Bij het doorgaan van de geldlening zal de Stichting gedurende 20 jaar jaarlijks een bedrag van f 12.500,00 moeten terugbetalen aan de gemeente, terwijl er blijkens de meerjarenbegroting over 2003 tot 2005 niet duidelijk is of de stichting daartoe wel in staat is. Voorts zal, zo uit deze stukken blijkt, de gemeente ook nog te maken krijgen met een verzoek tot aanvulling van het daarin opgenomen tekort, hetwelk niet in de gemeentebegroting is voorzien. Gevraagd wordt op welk moment en door welk bestuursorgaan is besloten het gebouw om niet ter beschikking te stellen. Gevraagd wordt of de rentekosten van de geldlening, welke over 20 jaar een bedrag van f 100.000,00 overstijgen kunnen worden toegerekend aan de stichting. Gesteld wordt dat er in de toekomst een exploitatiegevoeligheid aanwezig zal blijven. Uit de overgelegde financiële gegevens is duidelijk dat er daarin geen ruimte voorhanden voor de kosten van achterstallig onderhoud. Opgemerkt wordt dat het zeer wel van belang is dat het cultureel erfgoed goed bewaard wordt en dat dit voorstel daaraan zeker zijn bijdrage levert. Wethouder Kramer zegt dat het feitelijk gaat om de centrale vraag of de wil al dan niet aanwezig is, terwijl alle andere vragen daaraan feitelijk ondergeschikt zijn. Hij zegt dat er geen sprake is geweest van een particulier maar van een gemeentelijk initiatief. Na aanvankelijke aarzelingen op een bij de provincie neergelegde subsidieaanvrage is er uiteindelijk een provinciale bijdrage verkregen. Dankzij de inzet van de vrijwilligers is er nu sprake van een uitvoeringsgereed plan, van een provinciale bijdrage en van een toezegging inzake gemeentelijke steun. De noodzaak tot het verstrekken van een renteloze lening is opgekomen door het feit dat er geen andere mogelijkheden zijn toegestaan. De gemaakte afspraken ten aanzien van het achterstallige onderhoud zijn ingegeven om te voorkomen dat de stichting nadien genoodzaakt wordt de door de gemeente aangebrachte voorzieningen te veranderen of te verwijderen. Hij zegt dat er gekomen is tot maatwerkafspraken voor deze specifieke situatie. Wethouder Kramer zegt dat in het geval na enkele jaren mocht blijken dat er geen levensvatbare situatie is verkregen er op dat moment alsnog gestopt moet worden. In dat geval blijft het gebouw in eigendom van de gemeente. Hij zegt dat ambtelijk goed is uitgezocht wat voor de stichting en voor de gemeente het meest gunstig is en dat dit geleid heeft tot het voorliggende voorstel. De voorzitter vult aan dat bij de vaststelling van het treasury-beleid de gemeenteraad en het college geen enkele mogelijkheid heeft opengehouden om daarvan af te wijken. Hij zegt dat het verstrekken van een renteloze lening wel is toegestaan. Hij zegt dat hiermee in feite duidelijk is dat het treasury-beleid goed werkt. In het verleden was het zo dat een bank graag bereid was geldleningen te verstrekken als er sprake is van een gemeentelijk garantie, omdat elk risico daardoor volledig werd uitgesloten. Op dit moment wordt het risico gelegd daar waar dit in feite thuishoort. Hij stelt dat het stichtingsbestuur veel werk voor gemeente heeft verzet en dat er intussen een groot aantal vrijwilligers hun schouders hieronder hebben gezet. Bijkomstig is dat gelijktijdig het huisvestingsprobleem voor twee heemkundekringen wordt opgelost. In tweede termijn wordt aangegeven dat het nodig is om te proberen iedereen gelijk te behandelen. In de afgelopen 5 jaar is er meermalen gesproken over de wenselijkheid om te komen tot een doorzichtig subsidiebeleid, met uitsluiting van verkapte subsidies. De ingebruikgeving van het gebouw om niet staat daarmee op gespannen voet. Bovendien is de overgelegde meerjarenbegroting op termijn bezien niet sluitend en is het prematuur om daarbij op voorhand ervan uit te gaan dat gemeente het jaarlijkse tekort van f 50.000,00 zal afdekken. Als alle door de gemeente te maken kosten, zoals huur en kosten renteloze lening etc., inzichtelijk gemaakt worden zal blijken dat de gemeentelijke bijdrage meer dan hetgeen verantwoord is. Door een der leden wordt ingebracht dat het ook elders nog niet is voorgekomen dat een museum een positief exploitatiesaldo oplevert en dat na de eerder uitgesproken intenties het logisch is om in te stemmen met een gemeentelijke bijdrage. Thans gaat het om de finale besluitvorming, welke ertoe kan leiden dat het culturele erfgoed op één plaats bijeen kan worden gebracht. Om die reden is een maatwerkoplossing beslist gerechtvaardigd. Aangegeven wordt dat het nodig is om de plannen voor de opzet van museum een reële kans geven. Daarbij moet onderkend worden dat het op dit moment niet onwaarschijnlijk is dat de gemeente in de toekomst dient te komen tot herziening c.q. uitbreiding van eerdere uitspraken inzake subsidiering. Wethouder Kramer zegt dat veel vragen ook tijdens de commissiebehandeling aan de orde zijn geweest en dat het onnodig is deze discussie nu volledig over te doen. Hij zegt dat het college voor deze oplossing heeft gekozen dit onder erkenning dat er vele andere oplossingen mogelijk geweest zouden zijn. Naar het oordeel van de wethouder is er voor de beste oplossing gekozen. Hij geeft aan dat gaandeweg steeds opnieuw weer hindernissen zijn opgekomen,
3
doch dat desondanks de stichting heeft doorgezet. Hij zegt dat het behoud van cultureel erfgoed de inzet van gemeentelijke middelen rechtvaardigt en dat dit ook het geval is bij de instandhouding van de gemeentelijke monumenten. De vraag hoever je daarin moet gaan zal er altijd wel blijven. De wethouder zegt dat getracht zal worden een beroep te doen op de stimuleringsregeling van de provincie, waarbij de inzet van gemeentelijke middelen beperkt kan blijven tot 10%. De wethouder zegt dat hij voorstaat dat het bestuur van de Stichting in de loop van volgend jaar in de commissie een toelichting geeft over de stand van zaken op dat moment. Tevens zegt hij toe dat er in de loop van 2002 gekomen zal worden tot opstelling van een totaaloverzicht van inzet aan gemeentelijk middelen. Nadat de leden H. Schouwenaars en G. de Vos hebben kenbaar gemaakt dat zij geacht willen worden tegen het voorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat het voorstel met 20 stemmen voor en 2 stemmen tegen is aangenomen. 9. Voorstel tot vaststelling van de "monumentenverordening Moerdijk 2001". Door een der leden wordt aandacht gevraagd voor een wenselijke uitbreiding van de commissie met personen uit de heemkundekringen. Tevens wordt opgemerkt dat in artikel 5 van de verordening het woord “bewoner” overbodig is. Wethouder Kramer zegt dat beide vragen ook in de commissie aan de orde zijn geweest en dat uit de beantwoording, welke vandaag per E-mail aan alle raadsleden is verzonden, blijkt dat uitbreiding van de commissie mogelijk is. Hij zegt dat in verband hiermee de tekst van artikel 4 aangepast zal worden. in die zin dat de monumentencommissie kan worden uitgebreid met een of meer plaatselijke deskundigen Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel en met inachtneming van de hiervoor bedoelde aanvulling besloten. 10. Voorstel tot accorderen van het harmonisatievoorstel seniorenvervoer. Melding wordt gedaan van het feit dat uit het advies van de seniorenadviesraad blijkt dat de organisatie door de inzet van vrijwilligers bij het vervoer enig risico loopt. Gesteld wordt dat er bij eerdere harmonisatievoorstellen overgangsregelingen waren opgenomen, terwijl dit nu niet het geval is. Ingebracht wordt dat het onaanvaardbaar is dat men in enkele kernen er behoorlijk op achteruit gaat. Gepleit wordt ervoor om de voorgenomen schrapping van de mogelijkheid om voor het werk van de Zonnebloem gebruik te maken van de regeling alsnog achterwege te laten. Wethouder Kramer zegt dat dit ook uitvoering in de commissie aan de orde is geweest. Hij zegt dat als er alsnog een bijstelling nodig geacht wordt voorafgaand overleg met de seniorenadviesraad nodig is. Bovendien zijn er voor het vervoer van en naar het zonnebloemwerk andere middelen voorhanden. Voorts stelt hij dat er vanwege het feit dat het gaat om marginale bedragen er bewust niet gekozen is voor een overgangsregeling. Bij de nadere uitwerking van het voorliggende harmonisatievoorstel zullen er nog een aantal zaken nadere invulling moeten krijgen. Bij de besluitvorming is van belang dat elke raadsfractie een volledige afweging van alle onderdelen in zijn oordeel betrekt. Het tegenstemmen op een of enkele onderdelen is niet mogelijk. Nadat de leden C. Hazen, L. van de Merbel en W. van de Merbel hebben kenbaar gemaakt dat zij geacht willen worden tegen het voorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat het voorstel met 19 stemmen voor en 3 stemmen tegen is aangenomen. 12. Voorstel tot 1. het vast stellen van de verslaglegging van de meningokokkenvaccinatiecampagne, 2. het (achteraf) beschikbaar stellen van een budget van fl. 188.982 (€ 85.757) voor deze campagne, 3. het dekken van dit budget uit de post Onvoorzien Incidenteel 2001. Wethouder Kramer zegt dat hij voorafgaande aan de behandeling van dit voorstel graag een korte verklaring wil afleggen, welke overigens geen betrekking heeft op de inhoud van dit stuk. Hij geeft aan dat de kosten waarop tijdens de commissievergadering is ingegaan in geen enkele verhouding staan tot het leed dat veel mensen hebben geleden. Enkele ouders hebben hun kind verloren. Ouders in Zevenbergen, Standdaarbuiten en Klundert maakten zich grote zorgen over het ziektebeeld van hun kinderen. Gelukkig is dat tot op heden goed afgelopen. Hij geeft daarbij aan dat de gevolgen op lange termijn niet bekend zijn. Het aantal ziektegevallen is gelukkig beperkt gebleven. Het college heeft veel medeleven getoond in die
4
periode. In dit verband past ons terug te denken aan de mensen die zo geleden hebben bij hun ziek kind. Hierna wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten. 13. Voorstel tot instemming met: a. de locatieontwikkelingsovereenkomst van de gemeente Moerdijk met Toonders Beheer voor de realisering van het project De Molenberg. b. de wijziging van de driepartijenovereenkomst tot realisering van het HotelTheatercomplex “De Molenberg”. Ingebracht wordt dat de beantwoording tijdens de commissiebehandeling door wethouder Kramer over de in te brengen woningbouwcontingenten en de uitleg daaromtrent van wethouder den Engelse tijdens een workshop op 19 december jl. heeft geleid tot onduidelijkheden. Een der leden stelt zich op het standpunt dat het feit dat Toonders Beheer zijn afspraken uit de eerste overeenkomst niet is nagekomen betekent dat thans geen nieuwe overeenkomst is af te sluiten ook omdat er geen enkele garantie bestaat dat de afspraken nu wel zullen worden nagekomen. Daarbij wordt gewezen op het feit dat in artikel 9 ten aanzien van de bankgarantie geen tijdpad is opgenomen, terwijl er ook geen duidelijkheid bestaat over het in artikel 11 bedoelde planningschema. Gesteld wordt dat er nergens voorwaarden zijn gesteld inzake de maximaal aan de kopers in rekening te brengen koopsommen voor de appartementen, waardoor de ontwikkelaar volledig vrij is bij de prijsbepaling. Geïnformeerd wordt naar de uitkomsten van de op 18 december jl. voor omwonenden gehouden informatiebijeenkomst. Wethouder Kramer zegt dat er sprake is van een langdurige en complexe voorgeschiedenis. Nadat er enkele kinkels zijn opgekomen is er op aandrang van de gemeente een nieuwe regeling tot stand gekomen. Hij zegt te erkennen dat het sneller gekund had maar dat de zaken eenmaal zo gelopen zijn. Duidelijk is wel dat het thans voorliggende plan vele malen beter is dan het aanvankelijke plan, zowel qua aanzicht als qua invulling. Tijdens gesprekken met de toneelvereniging is onderkend dat met de voorliggende plannen volledig aan de wensen wordt tegemoet gekomen. Het nieuwe plan heeft ook voor de omwonenden een belangrijke verbetering ondergaan, omdat het uitzicht vanuit de seniorenflat blijft gewaarborgd. Bovendien zullen hotelgasten hun auto onder het gebouw kunnen parkeren. De wethouder zegt dat als dit plan gerealiseerd wordt dat een aanwinst is voor de omgeving en ook voor de gehele kern Zevenbergen. Harde garanties ten aanzien van een strak tijdpad kunnen niet afgegeven worden omdat dit nauw samenhangt met een aantal onzekerheden uit het plan. Ten aanzien van de garantstelling is juridisch wel de verzekering gekregen dat de huidige voorwaarden afdoende zijn om in voorkomend geval een bedrag van f 500.000,00 te kunnen innen. Hij zegt dat de gemeente er echter veel meer baat bij heeft dat de realisatie van de plannen doorgaat. De vaststelling van de verkoopprijzen voor de appartementen is niet aan voorwaarden gebonden. De projectontwikkelaar is in dit verband wel gebonden aan de marktwerking. Dit is een risico dat bij de ontwikkelaar berust. Bovendien is het niet zo dat dit soort projecten primair zijn bedoeld voor starters. Tijdens de informatiebijeenkomst waren de bewoners vol lof. Het enige kritiekpunt dat is gehoord had betrekking op de grauwe zijmuren. Ook waren omwonenden erg gelukkig met de geplande parkeervoorziening. Wethouder Kramer zegt dat de inbreng van woningcontingenten onlosmakelijk onderdeel vormt van de overeenkomst, omdat dit tijdens de onderhandelingen is overeengekomen. In tweede termijn wordt aangegeven dat de eerdere opmerkingen geen betrekking hadden op de plannen maar wel op het contract. Daarbij wordt nogmaals gesteld dat het eerste contract niet is nagekomen. Bovendien worden er andermaal zorgen uitgesproken met betrekking tot een mogelijk prijsopdrijving door de projectontwikkelaar. De contingenten worden door de gemeente ingebracht zonder dat de burger daaraan iets heeft. Door een der leden wordt aangegeven dat er sprake is van een technisch voorstel waarbij een eerder gesloten ingewikkelde overeenkomst sterk vereenvoudigd wordt. Gesteld wordt dat het pas mogelijk geweest zou zijn om de boete te innen als de gemeente voor 100% in zijn rechten zou staan. Doordat de gemeente zelf mogelijkheden in de discussie heeft toegevoegd is deze wel af van de financiële last van de Molenberg. Wethouder Kramer zegt dat hij het niet eens is met de opmerking dat de burger daarvan niet beter wordt. Hij zegt dat er sprake is van totaalplan waarin een aantal zaken is geregeld, zoals een hotelvoorziening, een multifunctionele zaal, een sportvoorziening en een aantal woonvoorzieningen. Hij zegt dat intussen gebleken is dat er voor deze appartementen gewoon vraag is. Ten aanzien van de garantstelling zegt de wethouder dat de vorige overeenkomst
5
gezamenlijk door partijen is opgezegd. De huidige garantstelling is beter dan de vorige. De inzet is erop gericht om het plan zo snel mogelijk te realiseren. De voorliggende lokatieontwikkelingsovereenkomst is het resultaat van de gevoerde onderhandelingen. Hierna wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten. 14. Voorstel tot vaststelling van een voorlopig standpunt bij de tracékeuze goederenlijn 11. Ingebracht wordt dat het omwille van de veiligheid van belang is de infrastructuur zoveel mogelijk te clusteren op een lokatie welke zover mogelijk van de woonkernen is verwijderd, doch dat het personenvervoer voor de kern Zevenbergen wel van belang blijft. Gesteld wordt dat het niet verstandig is om op dit moment een expliciete voorkeur uit te spreken voor een verplaatsing van ven een goederen- en personenvervoer met 500 meter buiten de kern, omdat dit enkel is te zien als een verplaatsing van het probleem. Om die reden dient ervoor gekozen te worden de koppeling personen en goederenvervoer los te laten. Bij de uiteindelijke keuze speelt het station in Zevenbergen een belangrijke rol, daarbij is wel te bedenken dat dit complex niet van de gemeente is. Het is van belang te komen tot een variant waarin ook de Halderbergse en Roosendaalse situatie wordt betrokken. Uitgesproken wordt dat een koppeling van personen en goederenvervoer de voorkeur heeft omdat er dan slechts één geluidszone behoeft te worden vastgesteld. Een der leden spreekt uit dat geen medewerking verleend zal worden aan een bevordering van de goederenstroom. Gesteld wordt dat het van belang is dat de regio met een gezamenlijk standpunt komt en dat de voorkeur van het college op dit moment niet te nadrukkelijk uitgedragen mag worden. Aangegeven wordt dat als er ingestoken wordt op een uitplaatsing van het bestaande spoor daarmee feitelijk ook een keuze is gemaakt voor de goederenlijn. Om die reden is te overwegen de bestaande spoorlijn voor personenvervoer in stand te houden en een nieuwe verbinding te maken voor het goederentransport, gebundeld aan reeds bestaande infrastructuur. Wethouder Kramer zegt eraan te hechten dat uit de diepgang van de discussie duidelijk blijkt dat de fracties doorhebben waarover het feitelijk gaat. Hij zegt dat voor alle mogelijkheden veel te zeggen is, doch dat vanaf meet af aan is aangegeven dat de gemeente niet voelt voor uitbreiding en afscherming van het bestaande spoor. Hij zegt dat het gaat om de veiligheid in de kern Zevenbergen. Om die reden wordt handhaving van een boemeltrein ook niet gezien als een goede oplossing. Hij geeft aan dat de minister heeft toegezegd volgend jaar met een nader voorstel te komen op basis waarvan er een maatschappelijk discussie kan worden gevoerd. In tweede termijn dient de heer Bienefelt dient een amendement in, waarvan de tekst als volgt luidt: Geacht college, In dit voorstel worden een aantal punten ter goedkeuring aan de raad aangeboden. Met name de voorkeurvariant van het college waarbij gekozen wordt voor een omleiding van het personenvervoer in combinatie met een goederenlijn heeft niet onze instemming. Na overleg bleek dit ook te gelden voor de frakties van Onafhankelijk Moerdijk en de Christen Unie Wij stellen u voor om deze tekst als volgt te wijzigen: De voorkeur gaat uit naar een omleiding van de goederenlijn, zodanig dat er een veel grotere afstand ten opzichte van huidige en toekomstige woonwijken van Zevenbergen is. Dit is dus een veel grotere afstand dan in het college voorstel. Het personenvervoer kan in voorkomende gevallen op het huidige tracé doorgaan. Vr. gr CDA fraktie; A.Bienefelt Onafhankelijk Moerdijk; C. Punt Christen Unie: W. Zoetemelk Nadat de voorzitter heeft geconcludeerd dat het amendement in voldoende is mate is ondertekend en derhalve deel uit kan maken van de verdere discussie wordt door een der leden gesteld dat het amendement erop duidt dat het voorbarig is op zich nu al vast te leggen en dat om die reden het nut van dit amendement niet wordt onderschreven. Ook in het collegevoorstel blijven alle mogelijkheden nog open. Een ander lid herhaalt dat zijn fractie tegenstander is van een toename van het goederenvervoer per spoor. Wethouder Kramer zegt dat hij er zeer aan hecht dat er na vanavond een standpunt kan worden uitgedragen. Hij zegt dat ook het amendement nog voldoende mogelijkheden
6
openlaat en dat het college zich om die reden erin kan vinden om de tekst onder het vierde aandachtstreepje in het collegevoorstel te vervangen door de tekst welke is opgenomen in de laatste alinea van het amendement. De voorzitter brengt het amendement en het voorstel van wethouder Kramer dienaangaande in stemming. Nadat de leden C. Hazen, L. van de Merbel en W. van de Merbel hebben kenbaar gemaakt dat zij geacht willen worden tegen het amendement met het bijbehorende voorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat met 19 stemmen voor en 3 stemmen tegen de tekst onder het vierde aandachtstreepje van het collegevoorstel als volgt is gewijzigd: • De voorkeur gaat uit naar een omleiding van de goederenlijn, zodanig dat er een veel grotere afstand ten opzichte van huidige en toekomstige woonwijken van Zevenbergen is. Dit is dus een veel grotere afstand dan in het college voorstel. Het personenvervoer kan in voorkomende gevallen op het huidige tracé doorgaan. Vervolgens brengt de voorzitter het collegevoorstel in stemming. Nadat de leden C. Hazen, L. van de Merbel en W. van de Merbel hebben kenbaar gemaakt dat zij geacht willen worden ook tegen het collegevoorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat het voorstel met 19 stemmen voor en 3 stemmen tegen is aangenomen. 15. Voorstel tot het beëindigen van de gemeenschappelijke regeling Bestuursacademie Zuid Nederland 1 januari 2002. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 16. Voorstel tot het vaststellen van een verordening op het raadgevend referendum Gemeente Moerdijk. Een der leden spreekt uit dat het voortstel voor zijn fractie te mager is omdat er te veel zaken worden uitgesloten. Bovendien is er nu niet voorzien in een raadplegend referendum. Dit betekent dat de burgers er maar weinig mee opschieten. De voorzitter zegt dat de gelijktijdige invoering van een raadplegend referendum op het praktische probleem zou stuiten dat er dan de gehele procedure opnieuw is op te starten. In tweede termijn wordt opgemerkt dat dit argument niet valide is omdat ook de mogelijkheid bestond om het voorstel op een eerder tijdstip voor te leggen. Nadat de leden C. Hazen, L. van de Merbel en W. van de Merbel hebben kenbaar gemaakt dat zij geacht willen worden tegen het voorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat het voorstel met 19 stemmen voor en 3 stemmen tegen is aangenomen. 17. Voorstel tot afsluiten krediet nieuwbouw gemeentehuis. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 18. Voorstel tot het voteren van een krediet van f 4.700,-- (€ 2.135.--) in verband met een donatie aan de "Stichting Herdenking Watersnoodramp 1953 Gemeente Moerdijk" wegens de uitbreiding van het watersnoodmonument te Heijningen alsmede voor de voorbereidingskosten 2002 van de herdenking en het (zonodig) garant staan voor de daadwerkelijke realisering van het namenplateau. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 19. Voorstel tot het gedeeltelijk gegrond en voor het overige ongegrond verklaren van de ingediende zienswijzen tegen het ontwerp van het bestemmingsplan, alsmede het voorstel (gewijzigd) vaststellen van het bestemmingsplan "Klundertseweg" te Zevenbergen. Ingebracht wordt dat de intentie van het college goed was en dat de kosten niet gering waren. Vervolgens wordt door een der leden uitvoerig ingegaan op de geschiedenis, waaruit blijkt dat er door de provincie wel degelijk verwachtingen zijn gewekt. Dit betekent dat we nu niet weten waar we aan toe zijn. Een ander lid zegt dat de kavelomvang zodanig is dat er geen sprake meer is van een verantwoord grondgebruik. Gesteld wordt dat eerste grondaankoop logisch en verantwoord was maar dat de aankoop welke nadien heeft plaatsgevonden niet getuigt van een verantwoord beleid. Het college zou er daarbij ten onrechte van uit zijn gegaan dat het allemaal wel goed zou komen. Voorgesteld wordt bij de provincie alsnog een compensatie te vragen voor de grondaankoop van bedrijf De Klerk. Wethouder den Engelse zegt dat ook het college niet weet war men op dit moment staat en dat dit is de reden om de procedure voort te zetten. Hij zegt dat de kavelomvang is ontstaan
7
vanwege voorgestane transparantie vanwege de situering aan de buitenrand van de bebouwde kom. Hiermee wordt tevens bereikt dat er veel particulier groen in de wijk komt. Nadat de leden C. Hazen, L. van de Merbel en W. van de Merbel hebben kenbaar gemaakt dat zij geacht willen worden tegen het voorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat het voorstel met 19 stemmen voor en 3 stemmen tegen is aangenomen 20. Voorstel tot het ongegrond verklaren van een ingediende zienswijze tegen het ontwerp van het bestemmingsplan, alsmede het voorstel tot het (gewijzigd) vaststellen van het bestemmingsplan "Voormalige gemeentewerf" te Klundert. Ingebracht wordt dat in het PPC advies een nadrukkelijke voorwaarde is opgenomen dat de goot- en bouwhoogten bepaalbaar moeten zijn, dit ter bescherming van de rechtszekerheid. De opmerking in de nota van commentaar waar dit wordt weerlegd is niet overtuigend, zodat er niet op voorhand is uit te gaan van een te verkrijgen goedkeuring van de provincie. Bovendien zouden volgens een der leden ook hier de oppervlakte van de bouwkavels onaanvaardbaar groot zijn. Wethouder den Engelse stelt dat de hoorcommissie welke bestaat uit de leden van de commissie ruimtelijke ordening tot dit advies is gekomen. Hij zegt dat hij er om die reden ook wat moeite mee heeft dat de voorliggende vragen door dezelfde commissieleden worden gesteld. Hij zegt dat er sprake is van goed afgewogen advies, waaraan, na de zorgvuldig verlopen procedure, weinig is te voegen. Nadat in tweede termijn wordt aangegeven dat elk raadslid het recht heeft om te reageren zoals hij of zij dat wenst zegt wethouder den Engelse dat de raad de commissie ruimtelijke ordening heeft belast met het horen en dat hij niet juist vindt de daar gevoerde discussie nu nog eens volledig te herhalen. Nadat de leden C. Hazen, L. van de Merbel en W. van de Merbel hebben kenbaar gemaakt dat zij geacht willen worden tegen het voorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat het voorstel met 19 stemmen voor en 3 stemmen tegen is aangenomen. 21. Voorstel tot het in voorbereiding verklaren van een herziening van delen van het bestemmingsplan Molengors, het uitbreidingsplan 1942 kern Zevenbergen, de conserveringsverordening, de partiële wijziging van het uitbreidingsplan in hoofdzaak landelijk gebied II en het bestemmingsplan Centrum 1968 voor de ontwikkeling van de kop van Roode Vaart-Zuid. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 22. Voorstel in te stemmen met de conclusies genoemd in de notitie 'naar een sociaal en betaalbaar wvg beleid: de uitwerking van het kostenreducerend model'. Gesteld wordt dat het erg moeilijk is om duidelijke regels te stellen voor een solide beleid. Gevraagd wordt of de voorgestane verlaging van de verhuiskosten en de hardheidsclausule ook geldt in die gevallen waarin de kosten uitkomen boven een bedrag van f 6.000,00. Aangedrongen wordt op het verder aanscherpen van de toelatingscriteria. Gewezen wordt op het feit dat het zeer wel mogelijk is een inkomenstoets toe te passen als er bepaalde onderdelen worden overgebracht naar de bijzondere bijstand. Gesteld wordt dat het ruimhartige beleid in het verleden de oorzaak is van de huidige problematiek. Aangegeven wordt dat na de decentraliseringsoperatie in 1994 de maatschappelijke ontwikkelingen ertoe geleid hebben dat de bodem van de reservepot snel in beeld is gekomen. Desondanks moet de gemeente aan zijn zorgplicht kunnen blijven voldoen. Gesteld wordt dat het inbouwen van een inkomenstoets wellicht niet mogelijk is doch dat wel de mogelijkheid bestaat te komen tot de invoering van een eigen bijdrage. Betwijfeld wordt of deze mogelijkheid wel voldoende aan de orde is geweest bij de voorbereiding. Bovendien is het gewenst oneigenlijk gebruik zo veel mogelijk terug te dringen. Gesteld wordt dat het aantal medische keuringen verder ingeperkt kan worden, terwijl ook de verhuiskostenvergoeding op een andere wijze kan worden geregeld. Voorts is het nodig de problematiek welke zich niet alleen bij de gemeente Moerdijk voordoet aan de orde te stellen via de VNG. Gesteld wordt dat een beroep is te doen op de solidariteit van de burgers en dat via een raadgevend referendum antwoord verkregen zou kunnen worden op de vraag of men bereid is voor dit doel de belastingen op te trekken. Wethouder den Engelse stelt dat men het over een groot aantal zaken volstrekt met elkaar eens is. Hij zegt dat de maatregelen wat sneu lijken te zijn maar dat wel af te vragen is of dit ook zo is. Hij zegt dat de regeling betaalbaar dient te blijven en dat het beter is te spreken over wat minder optuigen. Hij zegt dat de invoering van eigen bijdrage feitelijk niet strookt met de
8
gedachte dat alle inwoners met een handicap in principe dezelfde rechten dienen te hebben. Zo is het wettelijk ook niet toegestaan om een vermogenstoets in te bouwen. De invoering van een inkomenstoets is wellicht wel mogelijk, doch in dat geval dient er uitgegaan te worden van alle kosten. Hierdoor wordt de besparing volledig tenietgedaan en worden de kosten voor de gemeente zelfs nog hoger. De wethouder stelt dat het van belang is dat de gemeente zich niet gaat bemoeien met medische indicaties, hetwelk niet wegneemt dat na te streven is het aantal onnodige medische keuringen zoveel mogelijk terug te dringen. Om die reden worden aangestuurd op een keuringsinstituut. In tweede termijn wordt gesteld dat de vervoersvoorziening al eerder teruggebracht is naar nihil. Ingebracht wordt tevens dat iedereen met een handicap terecht een beroep doet op de regelgeving, dit ondanks diens vermogenspositie. Gesteld wordt dat bij het maken van keuzes de bijzondere bijstandsregeling nadrukkelijk in beeld dient te komen. Wethouder den Engelse zegt dat bij de volgende ronde rekening zal worden gehouden met de ingebrachte opmerkingen. Hij zegt dat de regeling intussen al voor een deel is afgeroomd waarmee er f 500.000,00 wordt bezuinigd. De voorzitter vult aan met de opmerking dat het college voor 100% overtuigd is van het feit dat iedereen die de regeling nodig heeft daarvan ook gebruik maakt. Nadat de leden W. Aper, J. van Brenkelen, C. Hazen, C. Huijssoon, L. van de Merbel, W. van de Merbel, C Punt en J. de Vos hebben kenbaar gemaakt dat zij geacht willen worden tegen het voorstel te hebben gestemd concludeert de voorzitter dat het voorstel met 14 stemmen voor en 8 stemmen tegen is aangenomen. 23. Voorstel met betrekking tot realisering van diverse voorzieningen in de kern Fijnaart (gebouwentreintje Fijnaart) en beschikbaarstelling van de daartoe noodzakelijke middelen. Ingebracht wordt dat door iedereen in brede zin is meegediscussieerd, doch dat er desondanks tijdens de commissiebehandeling kennelijk nog wel enige onduidelijkheid bestond. Om die reden is nadien gekomen tot bijstelling van het ontwerpbesluit op onderdelen. Gesteld wordt dat dit niet mag betekenen dat zaken uiteindelijk worden losgekoppeld. Opgemerkt wordt dat er nu gestart wordt met de herhuisvesting van 2 scholen. Er is sprake van een zeer gedegen werkstuk waarbij de opstelling in goed overleg heeft plaatsgevonden. Desondanks wordt het standpunt ten aanzien van huisvesting van de Heemkundige Kring niet goed begrepen, terwijl ook de plannen voor het gebouw De Witte Roos kennelijk als erg overdadig worden gezien. Ten aanzien van Heemkundige Kring wordt gesteld dat een huisvesting in de diaconiewoningen aan de Wilhelminastraat meer logisch geweest zou zijn. Betreurd wordt dat na de praktische uitwerking van deze onderdelen overleg achterwege is gebleven. Gevraagd wordt om lid 1 van het besluit aan te vullen in die zin dat nog nader overleg is te voeren met zowel de gebruikers als de beheerder van gebouw De Witte Roos. Voorts worden er vraagtekens geplaatst bij de voorgestane koppeling van het zwembad en de sportzaal. Opgemerkt wordt dat bij de commissiebehandeling de grootste pijn zat in het voorschot op de incidentele middelen voor 2002. Nu het voorstel op dit onderdeel is bijgesteld is deze pijn weggenomen. Bovendien is tot uitdrukking gebracht dat de andere onderdelen nog verdere uitwerking zullen krijgen. Gesteld wordt dat ondanks aanpassing van het voorstel er nog steeds uitgegaan wordt van een dekking door de eerstvolgende vrijkomende incidentele middelen. Gevraagd wordt welke middelen daarmee precies bedoeld worden en of daarin ook de Intergas-middelen zijn betrokken. Gevraagd wordt waarom er geen gebruik wordt gemaakt van de middelen uit de post onvoorzien incidenteel, welke in 2001 nog bijna 2 miljoen bedragen. Aangeven wordt dat er feitelijk sprake is van een gemiste kans als niet getracht wordt de sportzaal aan voor de wedstrijdeisen geschikt te maken. Daarmee kan deze voorziening ook dienen voor de omliggende kernen. Wethouder den Engelse ontkent ten stelligste dat niet alle betrokkenen de kans hebben gehad hun zegje te doen bij de uitwerking van het gebouwentreintje. Hij zegt dat er sprake is geweest van een intensief traject via overleg, zowel schriftelijk als mondeling en ook via de stuurgroep en de klankbordgroep. Hij zegt dat na deze uitspraak plannen zullen worden uitgewerkt welke daarna opnieuw aan de bevolking worden voorgelegd. Hij zegt dat uit vanuit de klankbordgroep de suggestie is gekomen tot verkleining van de sportzaal. Hij zegt dat de uitwerking wel degelijk in het overleg aan de orde is geweest en dat de ingebrachte opmerkingen op dit punt volstrekt onjuist zijn. Hij zegt dat er bij het vervolgoverleg wel rekening is te houden met de financiële grenzen. De voorzitter dat het voorstel uitgaat van de
9
incidentele middelen welke als eerste vrijkomen, zoals bijvoorbeeld de opbrengst van het aandelenpakket van Intergas, het overschot uit de jaarrekening en andere incidentele meevallers. In tweede termijn wordt aangedrongen op een vervolgoverleg met de inspreker tijdens de commissievergadering, zodat eventuele misvattingen uit de wereld geholpen kunnen worden. Uitgesproken wordt dat beter geweest zou zijn dat deze opmerkingen tijdens de commissievergaderingen zouden zijn weerlegd. Afgevraagd wordt hoe de dekking eruit komt te komt te zien aks de verkoop van Intergas-aandelen uiteindelijk geen doorgang kan vinden omdat de minister daarmee niet instemt. Gesteld wordt dat ook om principiële reden niet is ingestemd met deze verkoop en dat men om dezelfde reden er ook moeite mee heeft om uit deze gelden de dekking te regelen. Gevraagd wordt de post onvoorzien incidenteel 2001 hiervoor in te zetten. Wethouder den Engelse zegt dat op pagina 7 van de besluitenlijst een duidelijke uitleg is opgenomen en dat de opmerking welke thans wordt gemaakt dan ook niet terecht is. De voorzitter zegt dat na afsluiting van het dienstjaar 2001 de incidentele middelen welke nog beschikbaar zijn inbegrepen in het saldo van de jaarrekening en dat deze automatisch voor aanwijzing in aanmerking komen. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten. 24. Voorstel tot instemming met: 1. Het basisplan (visie) tot herstructurering van Zoetendaal in Zevenbergen. 2. in principe voor de herstructurering de daarvoor benodigde financiële middelen te verkrijgen door voorstellen te doen om de gemeentelijke belastingen daarvoor te verhogen. 3. het College van B. en W. te mandateren tot indiening voor subsidie bij de provincie in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV. Gesteld wordt dat in verband met de snel nadere deadline voor de subsidieaanvrage is gekomen tot een bijstelling van het voorstel in die zin dat er sprake is van richtinggevend plan. Uitgesproken wordt dat de wijze waarop de uitwerking heeft plaatsgevonden de complimenten verdient. Gesteld wordt dat het plan nog niet af is en dat het van belang is de marktpartijen hiervoor te interesseren Gevraagd wordt of het college bereid is voor de begroting 2003 te komen tot een plan dat voorziet in de gebouwelijke situatie voor De Meerenhof en Het Anker, dit vooruitlopend op de discussie over het gebouwentreintje. Daarmee kan worden voorkomen dat er onnodig andere plannen worden geblokkeerd, tevens wordt de druk voor de toekomst weggehaald. Begrepen is dat er over alle planonderdelen nog nadere uitspraken kunnen worden gedaan. Gesteld wordt dat en positief raadsbesluit er ook toe zal leiden dat andere partijen tot participatie bereid zijn. Er zijn nog veel onzekerheden, terwijl het welslagen van het plan afhankelijk is van vele factoren. Gesteld wordt dat dit besluit nodig is om subsidie van de provincie te verkrijgen doch dat het wel belang blijft het plan in zijn totaliteit te blijven zien. Wethouder den Engelse zegt dat hij blij is met instemming. Hij geeft aan dat er sprake is geweest van een lang en erg interessant proces en dat zich intussen reeds private partijen hebben gemeld. Hij zegt dat er ook nog veel financiële onzekerheden bestaan, doch dat er gestart wordt met het maken van een financiële doorrekening uiteindelijk leidend tot een totaalvoorstel. Hij geeft aan dat er ten aanzien de Meerenhof wat vooruit gelopen wordt op het gebouwentreintje dat dit nodig is om te voorkomen dat de zaak vastloopt. Hij zegt dat hij echter niet kan toezeggen dat er voor de begroting 2003 een afgerond voorstel zal voorliggen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming ingestemd met het voorstel. 25. Vragen ex. artikel 37 Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad. De voorzitter geeft aan dat de sedert vorige vergadering door L. van de Merbel gestelde schriftelijke vragen inzake aanleg HSL-werken zijn beantwoord, en dat de recentelijk gestelde vervolgvragen in behandeling zijn. Tevens geeft hij dat de ingekomen vragen van J. Reijnders inzake het verenigingsgebouw Het Anker te Zevenbergen en subsidiering kosten viering huwelijk kroonprins Willem-Alexander en Maxima een dezer dagen zijn beantwoord. De vragen van C. Huijssoon inzake de ontwikkeling van een bovenregionaal industrieterrein en van C. Hazen inzake Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant zijn in behandeling.
10
26. Sluiting. De voorzitter geeft een korte terugblijk op het haast voorbije jaar 2001. Hij zegt dat door de gebeurtenissen op 11 september jl. in de Verenigde Staten alle andere zaken zoals de menigokokken-operatie en de Moerdijkse Hoek zijn te relativeren. Voor de Moerdijkse gemeenteraad is de Moerdijkse Hoek niet meer actueel. Dit laat onverlet het feit dat het college met instemming van de raad eenmaal per 2 maanden met het college van Gedeputeerde Staten aan tafel zit onder het moto “niet over ons en zonder ons praten en beslissen” . Hij zegt dat de medewerkers van de gemeente in het afgelopen jaar hebben laten zien dat zij in staat zijn om grote prestaties te leveren, zoals de meningokokkenoperatie, de houseparty op het industrieterrein Moerdijk, de goede resultaten uit het klanttevredenheidsonderzoek, het regionaal inkoopbureau, de handhavingsprijs van de minister van justitie, de resultaten uit de visitatiecommissie gemeentelijke herindeling. Hij spreekt hiervoor zijn dank uit. Hij stelt dat er ook in commissie- en raadverband veel werk is verzet en dat er veel besluiten, sommige met verstrekkende gevolgen zijn genomen. Hij noemt daarbij de sanering van ongezuiverde lozingen in het buitengebied, de verkoop van de CAI Klundert/Zevenbergen, de intentie inzake verkoop aandelen NV Intergas, de gebouwentreintjes Fijnaart en Zevenbergen, het lokaal sociaal beleid, besluitvorming ten aanzien van extra middelen en mankracht voor de brandweer, de milieuplannen en de bezinning over de toekomst van het Havenschap Moerdijk en het bedrijventerrein Dintelmond. Tevens gaat hij in op de verkeersproblematiek waarbij er wordt nagedacht over en gewerkt aan oplossingen op korte en lange termijn, zoals Hazeldonksezandweg, Industrieweg, oostelijke ontsluitingsweg, rotondes nu en straks, goederenlijn 11 en 30 kilometer-regimes in alle kernen. Hij zegt dat de problemen zeker niet van de ene op de andere dag oplosbaar zullen zijn en dat het goed zou zijn dat het college en de gemeenteraad op dit punt gelijke taal naar de inwoners spreekt en hetzelfde uitdraagt. DE gemeente wil de problemen zo snel mogelijk oplossen maar is daarbij in hoge afhankelijk van derden. Tevens wordt er hard gewerkt aan de totstandkoming van Lokaal Sociaal Beleid. En het maken van keuzes omtrent de financiering van voorzieningen. Duidelijk is dat er sprake dient te blijven van een goede balans tussen voorzieningen en de gemeentelijke uitgaven. Hij spreekt zijn dank uit voor degenen die zorgdragen voor de verzorging tijdens de vergaderingen van rad en commissies en dankt de pers voor de kritische en meestal positief opbouwende opstelling. Hij bedankt het publiek voor de aanwezigheid en belangstelling tijdens de vergaderingen. Mede namens de nestor van de rad dankt hij ook de raadsledenvoor het belangrijke werk dat is uitgevoerd in een goede harmonieuze sfeer van respect en waardering voor elkaar en elkaars standpunten. Tot slot wenst hij allen fijne kerstdagen en gezellige en veilige jaarwisseling en gezond 2002 toe. Hierna sluit de voorzitter de vergadering met een ogenblik stilte. . Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Moerdijk van 24 januari 2002. de secretaris,
de voorzitter,
mr. drs. C. Baan
H.W. den Duijn
11
AKTIEPUNTENLIJST RAADSVERGADERING 20 DECEMBER 2001 1.
opstelling totaaloverzicht alle kosten (w.o. huur, rentekosten etc.) inzake oprichting Vlasserij en Suikermuseum in de loop van 2002
12
PvA