BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE MOERDIJK GEHOUDEN OP DONDERDAG 25 OKTOBER 2001 OM 19.00 UUR IN HET GEMEENTEHUIS TE ZEVENBERGEN. Aanwezig:
de heer P.J.F.M. Aarden, de heer W.E.J. Aper, de heer J.A. Bienefelt, de heer M.J. Boertjes, de heer J. van Brenkelen, mevr. M.C. Brouwers-Verschuuren, de heer A.C. den Engelse, mevr. B.G.D. van Exel-Wigant, de heer F.J. Gerritsma, mevr. A. Grootenboer-Dubbelman, de heer C.L.M. Hazen, de heer C. Huijssoon, de heer L.M. Koevoets, de heer S.W.G.M. Kramer, de heer L.C.P. Lansen, de heer L. van de Merbel, de heer C. Punt, de heer J.F. Reijnders, de heer H.C.A.M. Schouwenaars, mevr. A.P.J.M. van der Stee-van Agtmaal, de heer G. de Vos, de heer J.J.D. de Vos (vanaf 19.20 uur), mevr. M.G. de Wit-Greuter en de heer W.F.L. Zoetemelk.
Voorzitter: Secretaris:
de heer H.W. den Duijn mevr. mr. drs. C. Baan
Afwezig met kennisgeving: de heer W. van de Merbel. 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering en verzoekt de aanwezigen een ogenblik stilte in acht te nemen. Hij deelt mede dat bericht van verhindering is ingekomen van de heer W. van de Merbel. 2. Aanwijzing van een voorstemmer. Als voorstemmer wordt aangewezen nummer 17van de presentielijst, de heer Lansen. 3. Voorstel tot vaststellen van de gemeentebegroting 2002 Beschouwingen De voorzitter geeft een korte toelichting op de voorgestane procedure tijdens deze vergadering. Hij zegt dat er voor gekozen is de spreekvolgorde van de fracties te koppelen aan het bij de laatst gehouden verkiezingen behaalde aantal stemmen, waardoor achtereenvolgens desgewenst het woord gevoerd zal worden door de fractie Onafhankelijk Moerdijk, CDA, VVD, GroenLinks, PvdA en de ChristenUnie. Daarna zal er korte schorsing worden ingelast waarna het college zal overgaan tot beantwoording. Vervolgens bestaat voor de fracties gelegenheid om in tweede termijn een korte reactie te geven. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat deze termijn tevens zal worden gebruikt voor het afleggen van eventuele stemverklaringen. De voorzitter wijst erop dat voor de aanvang van de vergadering nog een drietal aanvullende stukken zijn uitgereikt, namelijk een notitie over de bezuinigingsvoorstellen, waarin wordt voorgesteld eerder voorgestelde bezuinigingen voor de Kinderopvang en voor subsidiering van Stedenbanden in verband met juridische onhaalbaarheid hiervan voor 2002 te schrappen, een notitie over incidentele gelden en een toelichting met betrekking tot de ontwikkeling van de personeelsformatie in de afgelopen jaren. De woordvoerder van de fractie Onafhankelijk Moerdijk zegt dat de opvatting van het college dat de provincie in het diagnoserapport een pluimpje heeft uitgedeeld niet wordt gedeeld. Het is niet zo dat er alleen nog rek zou zitten in de OZB maar wel de uitgavenkant van de begroting in het verleden te veel is ontzien. Daarbij wordt gewezen op het feit dat de inschakeling van externe bureaus slechts één van de onderdelen is die deze uitgavenkant beïnvloeden, dit los van het feit of de uitkomsten van deze onderzoeken wel zoveel resultaat oplevert. Gewezen wordt dat tijdens een strategiemiddag in het kader van de ombudsfunctie van de raadsleden ook ingegaan is op de daarbij behorende financiële verantwoordelijkheid welke de raadsleden dragen. Dezelfde afweging zal echter ook door het college gemaakt moeten worden, ook bij de raad gemandateerde zaken. Er wordt op aangedrongen om daarmee in de toekomst voorzichtig om te gaan en dit met name ook te doen bij het tussentijds verstrekken van extra subsidies. Gevraagd wordt wanneer er nadere voorstellen zijn te verachten over de het Kruisgebouw te Fijnaart
1
ondergebrachte voorzieningen en zorgfuncties. Gesteld wordt dat de constatering dat verwachte efficiencyvoordelen zijn uitgebleven kan worden gedeeld, doch dat de voorzieningen in de kernen wel in stand moeten blijven. Uitgesproken wordt dat er grote prioriteit wordt gegeven aan de kwaliteit van de leefomgeving en dat dit tevens inhoudt dat de gemeente Moerdijk er schoon, verzorgd en goed onderhouden bij dient te liggen. Er dient niet alleen sprake te zijn van een goed evenwicht tussen het wonen, werken en recreëren maar ook tussen woongebieden, polders en industrie, ondanks het feit dat dit zijn prijs heeft. Gesteld wordt dat het voorstel om de OZBtarieven naast de prijsindexstijging van 4,5% gefaseerd over 4 jaar nog eens met 10,2 % extra te verhogen vooralsnog niet wordt onderschreven. In verband daarmee wordt als alternatief voorgesteld om voor 2002 1,5 miljoen uit de algemene reserves te onttrekken, waardoor er rekening houdend met het reeds beschikbare bedrag in totaal 2 miljoen beschikbaar is. Vervolgens kan in de loop van 2002 voor de lange termijn een structureel besluit genomen, waarbij ook de opbrengst van het aandelenpakket van NV. Intergas structureel ingezet kan worden. Bovendien zou er minder werk uitbesteed kunnen worden, terwijl ook het terugbrengen van de personeelsformatie in dit kader een optie kan vormen. Aangegeven wordt dat met genoegen kennis genomen is van het feit dat de financiële problemen met betrekking tot voetbalvereniging DHV grotendeels tot het verleden behoren, temeer ook omdat deze club zelf niet om een verplaatsing heeft gevraagd. Aandacht wordt gevraagd voor de voortgang van de verplaatsing van de speeltuin te Zevenbergschen Hoek naar de nieuwe lokatie. Aangedrongen wordt op een oplossing voor de verkeersproblemen aan de Hazeldonkszandweg, waar dagelijks meer dan 10.000 voertuigen passeren. Het aanleggen van de Oostrand kan hier een definitieve oplossing betekenen voor deze reeds 10 jaar durende problematiek. Opgemerkt wordt dat de nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot de goederenspoorlijn worden toegejuicht en dat ervan uitgegaan wordt dat de raad frequent op de hoogte zal worden van verdere ontwikkelingen. Gevraagd wordt een overzicht te geven van de totale kosten welke tot nu toe zijn gemaakt voor het gebied Moerdijkse Hoek. Daarbij wordt tevens gevraagd op welke wijze de daarvoor 620 geraamde uren in 2002 een andere invulling zullen krijgen. Gevraagd wordt bij de VNG aandacht te vragen voor de negatieve erfenis uit de decentraliseringoperatie van de WVG taken van de rijksoverheid naar de gemeenten. Gesteld wordt dat er ten aanzien van de woningbouw geopteerd wordt voor een verdeling naar rato van het aantal inwoners per kern, waarbij gelet op de voorzieningen de grondprijs in de grote kernen hoger dient te liggen dan in de kleine kernen. Gesteld wordt dat de extra bijdrage van de gemeente voor de opwaardering van het bovenlokale industrieterrein Dintelmond de instemming heeft. Aangegeven wordt dat gemeentelijke bijdrage voor het muziekonderwijs zolang deze aan een bovengrens wordt gebonden terecht is, omdat daarmee een basis wordt gelegd voor de kunstzinnige vorming op het gebied van muziek. Gesteld wordt dat plaatsing van windmolens nabij de kern Heijningen gebonden moet worden aan een maximum van 10, namelijk 4 langs de Dintel en 6 welke dienen als vervanging voor de thans aanwezige windmolens aan de Buitendijk. Gesteld wordt dat een kritische houding en alertheid ten aanzien van gemeenschappelijke regelingen wordt onderschreven en dat het standpunt van de gemeente Moerdijk over de rol van het Havenschap en haar deelnemers in 2002 met belangstelling wordt tegemoet gezien. De woordvoerder van de CDA-fractie verwijst naar een recente beschouwing in BN/De Stem waarin werd aangegeven dat politici hun verantwoordelijkheid dienen te nemen. Hij zegt dat het daarbij echter wel zo is dat men eerder gemaakte afspraken niet zo maar naast zich neer kan leggen. Gesteld wordt dat de voorgestelde tariefsstijging van de OZB hoger is dan de verwachte inflatie en dat dit ook niet overeenkomt met de verwachte loonstijging. Dit betekent dat de burger er behoorlijk op achteruit gaat. Omdat een gedeelte van de opbrengst afkomstig is van de bedrijven betekent dit ook dat het bedrijfsleven fors wordt belast. Ingebracht wordt dat het college bezuinigingen heeft getroffen tot een bedrag van 0,5 miljoen euro, terwijl er ook sprake is van een financieringsoverschot van zodanige omvang dat naar verwachting in 2002 geen nieuwe geldleningen behoeven te worden afgesloten. De omvang van de reserves en de voorzieningen belopen een bedrag van 150 miljoen, terwijl de jaarrekeningen over vorige dienstjaren met een fors positief saldo konden worden afgesloten. Tenslotte zijn er flinke incidentele opbrengsten te verwachten uit voorgenomen verkopen. Al deze omstandigheden leiden ertoe dat de voorgestelde extra verhoging van de OZB niet goed is te motiveren. Vaststaat dat er wel een start gemaakt moet worden met de beheerplannen, terwijl er ook nog investeringen zijn te doen. Uitgesproken wordt dat handhaving van het voorzieningenniveau gewenst is, doch dat men zich bij eerdere uitspraken op dit onderdeel mogelijk wat heeft verkeken, omdat er te gemakkelijk vanuit werd gegaan dat deze zaken ook in de voormalige gemeenten mogelijk waren. Intussen is duidelijk geworden dat dit niet zo blijkt te zijn en dat de gemeente daarnaast ook nog eens flink
2
wordt gekort op de gemeentefondsuitkeringen, welke kortingen steeds in het nadeel van de gemeente Moerdijk zijn uitgepakt. Om die reden is het van belang de OZB verhoging wel in overweging te nemen, daarbij geldt dat dit wel is te beschouwen als het allerlaatste redmiddel. Erkend wordt daardoor wel de band met de burgers nog verder wordt verzwakt. Gesteld wordt dat men met de voorliggende cijferopstelling alle kanten op kan en dat om die reden een verhoging van 10,2% te ver gaat. Uitgesproken wordt dat het van belang is een overtuigende start te maken met de beheerplannen. Om een dergelijke start te kunnen maken is een extra verhoging van 2,5% voor het eerste jaar gerechtvaardigd. Met de voorgestane maatregelen voor de daarop volgende 3 jaren wordt thans nog niet ingestemd. Voorts wordt melding gemaakt van het feit dat er sprake van erg veel verkeersdrempels in de gemeente, met name in de kernen Klundert, Willemstad en Zevenbergen. Gesteld wordt dat men hiermee wat te ver doorslaat en dat op dit onderdeel zeker bezuinigingen mogelijk zijn. Gesteld wordt dat gebleken is dat deze voorzieningen met name bij beroepschauffeurs tot lichamelijke klachten kunnen leiden. Aangegeven wordt dat met voldoening is geconstateerd dat de problematiek met betrekking de stadsplattegronden nu snel tot een oplossing kan komen. Opgemerkt wordt dat uit de notitie met betrekking tot de personeelsformatie blijkt dat de situatie zelfs nog erger is dan verwacht en dat daar op later tijdstip nog zal worden teruggekomen. Ten aanzien van de notitie inzake bezuinigingen van professionele instellingen wordt gezegd dat het juist is om op de voorgenomen schreden terug te komen. Gesteld wordt dat de standpuntbepaling inzake Moerdijkse Hoek geheel op eigen kracht is genomen en dat het niet zo is dat andere fracties dit standpunt in deze richting gestuurd hebben. Aangegeven wordt dat dit standpunt is ingenomen omdat gebleken is dat de provincie niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan aan de opgelegde voorwaarden. De woordvoerder van de VVD-fractie zegt dat ten aanzien van de Moerdijkse Hoek na het doorlopen van het gehele traject duidelijk werd dat de provincie niet is tegemoetgekomen aan de 10 gestelde voorwaarden en dat om die reden Moerdijkse Hoek voor zijn fractie niet meer in beeld is. Hij zegt dat dit echter niet tevens inhoudt dat de fractie niet meer wil blijven meepraten over eventuele toekomstige ontwikkelingen. Gesteld wordt dat er van de centrale reorganisatie nog weinig wordt teruggezien in de begroting. Ondanks de opgelegde korting van 5 miljoen zou er na de daarvoor gedane investeringen, zoals de bouw van het gemeentehuis, de realisatie van de milieustraat en de nieuwe gemeentewerf toch wel sprake moeten zijn van efficiëncyvoordelen. Ondanks het feit dat het college aangeeft dat de maatschappelijke ontwikkelingen snel gaan en dat de medewerkers van de gemeente breed inzetbaar dienen te zijn is in de afgelopen 2 jaar de personele bezetting met 15%, ofwel met 32 medewerkers toegenomen, waardoor de vraag opkomt of het tekort dat aangegeven wordt in kwalitatieve zin nu in kwantitatieve zin wordt ingevuld. Gevraagd het komende jaar zichtbaar te maken wanneer de organisatiestructuur op orde is, zowel ten aanzien van de beheersing van kosten als de uitvoering van taken. Gesteld wordt dat de verwijzing naar het diagnoserapport niet betekent dat deze thans feitelijk ook deel uitmaakt van de beraadslagingen. Een afzonderlijk discussie over dit onderwerp in de raad is op zijn plaats. Gesteld wordt dat het erg eenvoudig is om naast de verhoging van de prijsindex voor de komende 4 jaren ook nog eens een extra verhoging van 2,5% per jaar voor te stellen om de beheerplannen uit te voeren. Aangegeven wordt dat er ook geldopleverende plannen in de ijskast staan, zoals de ontwikkeling van het plan West in Fijnaart en het Havenfront in Willemstad. Gesteld wordt dat het van belang is het woningbouwprogramma eerlijk te verdelen. Verwezen wordt naar een passage in de Nota van Antwoord waarin het college aangeeft dat door een interactieve organisatie er alles aan gedaan wordt om het extra contingent van 50 woningen veilig te stellen. Aangegeven wordt dat de actieve organisatie in dit verband verloren energie is omdat extra nog steeds meer betekent. Het college balanceert daarmee op het randje van de arrogantie omdat er zelfs minder wordt gebouwd dan het normale contingent. Aangegeven wordt dat er per 31 december jl. 385 woningen meer gebouwd hadden mogen zijn terwijl er voor 2001 nog 174 woningen op het programma staan. Rekening houdend met het uitgevoerde gedeelte hadden er bij een vooruitstrevend beleid 400 woningen meer gebouwd kunnen worden. Hierdoor is er inmiddels meer dan een half miljoen aan belastingen misgelopen en is er tevens sprake van gemiste kansen voor starters die al jaren wachten op een bouwkavel. Ondanks de toegezegde inhaalslag is de uitvoering van het woningbouwbeleid ver beneden peil. Het is dan ook niet aan de orde om kavels te oormerken als het aantal woningen zonder de 50 extra woningen niet gebouwd kan worden. Ingebracht wordt dat het zeer wel van belang is na alle uitgevoerde inventarisaties keuzes te maken. Het voorstel om boven de prijsindex van 4,5% een extra verhoging van de OZB tarieven van 2,5% toe te passen gaat te ver. Voorgesteld wordt deze verhoging thans te beperken tot ten hoogste één jaar en prioriteit te leggen bij het baggeren, het
3
onderhoud van de wegen en de zwembaden. Bij niet uitvoering van deze zaken moeten de extra gelden in 2003 terugvloeien naar de burger. De woordvoerder van de fractie GroenLinks zegt dat in de Nota van Antwoord wordt bevestigd dat de voordelen van de gemeentelijke herindeling zijn uitgebleven, terwijl dit volgens de provincie buiten de korting op de gemeentefondsuitkeringen te maken zou hebben met keuzes ten aanzien van het voorzieningenpakket. Af te vragen is of er in het verleden wel de goede keuzes op andere beleidsgebieden zijn gemaakt. Aangegeven wordt dat de toegepaste kortingen uit de gemeentefondsuitkeringen onrechtvaardig zijn en dat de voornemens om dit schriftelijk aan de partijgenoten in de 2e Kamer kenbaar te maken ook door de andere fracties in de raad opvolging verdient. Uitgesproken wordt dat bij de vaststelling van het lokaal sociaal beleid en bij de ontwikkeling van de dorpsplannen voor moet zitten om in alle kernen de voorzieningen in stand te houden. Aangegeven wordt dat in de kwijtscheldingsnota is aangegeven dat er in Nederland met de gemeente Moerdijk nog slechts 4 gemeenten zijn die niet de mogelijkheid tot kwijtschelding van afvalstoffenheffing kennen en dat er met de gemeente Moerdijk nog slechts 2 andere gemeenten zijn waar geen mogelijkheid bestaat voor kwijtschelding van het rioolrecht. Voorgesteld wordt de rioolrechten onder te brengen in de OZB omdat het heffen van rioolrechten minder goed verdedigbaar is als men de riolering vergelijkt met andere gemeentelijke voorzieningen, zoals wegen en trottoirs. Daarnaast geldt het argument dat de OZB door iedereen wordt betaald. Voor zover de panden niet op de riolering zijn aangesloten wordt daarmee rekening gehouden bij de vaststelling van de waarde voor het betreffende pand. Inzake de financiering van de beheerplannen is het nodig eerst nog eens nadrukkelijk aandacht te schenken aan die uitgaven welke minder noodzakelijk zijn en welke niets toevoegen aan het welzijn van de burger. Voor het daarna resterende tekort is een aanpassing van de OZB-tarieven bespreekbaar, onder voorwaarde dat de huidige voorzieningen in stand blijven en dat deze worden gezien in combinatie met een deugdelijk kwijtscheldingsbeleid en een aanpak van de verdeling van de Zalmsnip overeenkomstig de vorig jaar daartoe ingediende voorstellen. Gesteld wordt dat in eerste termijn geen antwoord is verkregen ten aanzien van de verzekeringsmogelijkheden in verband met de aansprakelijkheid ingediend door een burger tegen de gemeente. Ten aanzien van het inhuren van externe bureaus moet er sprake zijn van een duidelijke opdrachtformulering, waarbij de inhoud en de kosten onomstotelijk vastliggen. Bij het door de rekenkamer in 2002 te verrichten onderzoek is ook de doelmatigheid en doeltreffendheid van het inhuren van externe bureaus in de jaren 1999 en 2000 te betrekken. Ten aanzien van de beleidsmatig te maken keuzes inzake de Wet Voorzieningen Gehandicapten wordt gesteld dat het voorzieningenniveau moet voldoen aan de criteria dat het voor mensen met een handicap mogelijk blijft om aan het maatschappelijk leven te kunnen blijven deelnemen. De WVG-reserve dient op peil te blijven door aanvulling vanuit de algemene middelen. Vanuit de PvdA-fractie wordt aangegeven dat de toegevoegde Nota Kwijtscheldingsbeleid en het provinciaal diagnoserapport op dit moment slechts bruikbaar zijn als achtergrondinformatie, omdat deze later nog afzonderlijk in de commissie aan de orde zijn te stellen. Gesteld wordt dat er bij de dienstverlening naar de burger rekening is te houden met feit dat er geen sprake is van enige concurrentie. Ingebracht wordt dat er bij de frontoffice nog een verenigingenloket ontbreekt en dat het van groot belang is voortvarendheid te betrachten bij het opzetten van de zogenaamde backoffice functie. Gesteld wordt dat de door het college gemaakte keuze voor de kwaliteit van de leefomgeving en een borging van de algemene veiligheid wordt onderschreven. Daarbij wordt de kanttekening gemaakt dat kwaliteit van de leefomgeving meer is dan een set beheerplannen. Aangegeven wordt dat het belang is dat de raad voorafgaande aan een verhoging van de belastingdruk eerst nog een inhoudelijke discussie kan voeren over deze plannen en het daarbij voorgestane kwaliteitsniveau. Gesteld wordt dat zowel de begroting als de meerjarenraming weinig ruimte biedt en dat de ruimte die er nog is nodig is voor de invulling van het lokaal sociaal beleid en de gebouwentreintjes ontbreekt. Aangegeven wordt dat nadrukkelijk niet wordt gekozen voor het inzetten van de huidige reserves voor de financiering van beheerplannen, omdat het daarbij gaat om structurele uitgaven. Gesteld wordt dat om die reden wordt ingestemd met een gefaseerde invoering van de beheerplannen in 4 jaar en dat voor 2002 ingestemd kan worden met een extra verhoging van de OZB met 2,5%. Een oordeel voor de jaren 2003-2005 wordt afhankelijk gesteld van de uitkomst van de discussie over deze plannen uiterlijk in 2002. In de opstartperiode dienen er prioriteiten gelegd te worden bij de sportaccommodaties en de wegen. Nadat geconstateerd is dat het weerstandsvermogen inmiddels tussen 1,5 en 2 maal de aanbevolen ondergrens bedraagt wordt afgevraagd tot hoever het college daarmee denkt te gaan en of daar intussen mogelijk wat ruimte gaat ontstaan. Bij de uitvoering van het lokaal sociaal beleid en de vraag wat er in dit kader met de accommodaties dient te gebeuren moet er een
4
oplossing gevonden worden voor de huidige gebruikers, waarbij men zich niet slechts dient te beperken tot De Schakel en Het Anker. Aangegeven wordt dat ook de kern Zevenbergen recht heeft op een gemeenschapshuis. Grote teleurstelling wordt uitgesproken over het feit dat het college thans geen middelen vrijmaakt voor de uitvoering van lokaal sociaal beleid. Ten aanzien van de personeelsformatie wordt gewag gemaakt van enkele tegengestelde uitspraken waardoor de vraag opkomt of de resultaten van het in 2002 op te stellen personeelsplan mogelijk al bekend zouden zijn. Aangegeven wordt dat het erop lijkt dat de formatie niet past bij de verrichten werkzaamheden, terwijl de personeelsformatie nog steeds stijgt. Ten aanzien van de woningbouw wordt gesteld dat de praktijk veel anders uitpakt dan dat op papier wordt voorgesteld en dat in alle kernen met tussenpozen wordt gebouwd. Om die reden wordt in overweging gegeven de uitgangspunten voor de woningverdeling te herzien waarbij niet slechts een woningbehoeftenonderzoek maar ook een visie over de ontwikkeling van de diverse kernen onderdeel moet vormen van dit beleid. De daarover te voeren discussie zal moeten gaan over inhoud en kwaliteit en minder over aantallen. Gesteld wordt dat de verantwoordelijke wethouder wordt meegesleept met cijfertjes en richtgetallen en plannen van projectontwikkelaars, dit terwijl het politieke bestuur hierbij juist leidend zou moeten zijn. Aangegeven wordt dat, ondanks het feit dat de notitie kwijtscheldingsbeleid niet ingaat op de maatschappelijke kant van de zaak, ingestemd wordt met de keuze om het kwijtscheldingsbeleid niet te verruimen. Daarbij wordt aangesloten op de overweging dat het voor de betrokken inwoners beter is om een minimabeleid te voeren dat ruimte laat voor maatwerk boven een algemeen kwijtscheldingsbeleid. Opgemerkt wordt dat de wijze waarop het college het begrip solidariteit gebruikt om de taakstellende bezuinigingen bij professionele instellingen te motiveren te ver gaat. Er is geen sprake van een consequente toepassing naar de gesubsidieerde verenigingen, terwijl het bij professionele instellingen niet in alle gevallen om subsidieverstrekking gaat maar ook om het inkopen van diensten. Als er bezuinigd dient te worden dient dit plaats te vinden via de prestatieafspraken, waarbij is aan te geven welke taken niet langer gewenst zijn. Darnaast is er bij deze instellingen ook vaak sprake van lange termijnverplichtingen, zoals wachtgeldregelingen. Gesteld wordt dat uit het diagnoserapport overduidelijk blijkt dat Moerdijk een dermate afwijkende structuur heeft dat er geen enkel algemeen compensatiesysteem te bedenken valt waarbij Moerdijk er gunstig uitkomt. Aangegeven wordt dat een gedegen discussie gemist wordt over de wensenlijst en de prioriteiten welke gesteld kunnen worden vanwege de incidentele middelen. Te voorkomen is dat er geregeerd wordt naar de waan de dag. Hierdoor is het van belang bindende afspraken te maken, waarbij het lokaal sociaal beleid een hoge plaats verdient. Gesteld wordt dat er een post ontbreekt die gebruikt zou kunnen worden om de internationale solidariteit, met name in de richting van echt arme landen (Noord-Zuid) te kunnen tonen. Aangegeven wordt dat er in het eerste lustrum van de gemeente veel bereikt is, doch dat het aantal zaken dat nog opgelost moet worden minstens zo groot is. Hierdoor is er nog verschrikkelijk veel werk te verzetten door het ambtenarenkorps, het college en de raad. Vanuit de ChristenUnie wordt ingebracht dat er thans een eerste aanzet ligt voor een produktbegroting en dat gaandeweg de kwaliteit verbeterd is. Gesteld wordt dat er ondanks dit wel gesproken kan worden van een magere begroting, waarin ruimte voor nieuw beleid ontbreekt. Hierdoor zijn er keuzes nodig. Aangegeven wordt dat eraan gehecht wordt om het bestaande voorzieningenniveau te handhaven, hetwelk ertoe leidt dat de daarvoor benodigde middelen ergens vandaan zullen moeten komen. Gesteld wordt dat de voorgestelde extra verhoging van de tarieven voor de OZB voorlopig tot één jaar zijn te beperken. Aangegeven wordt dat het ook van belang is zich nader te bezinnen over de stedenbanden, welke bezinning niet uitsluitend gericht dient te zijn op het kostenaspect. Daarnaast is er een afweging te maken ten aanzien van nut en noodzaak van het instandhouden van sportaccommodaties, terwijl ook de vraag de vraag is beantwoorden hoever de gemeente dient te gaan met het muziekonderwijs. Gesteld wordt dat er grote zorgen bestaan over de uitvoering van de WVG op langere termijn. Er is hierbij sprake van een kwetsbare groep mensen, die zelf zeker niet om de situatie gevraagd hebben. De voorzitter schorst de vergadering voor een kort intern beraad. Beantwoording door college. Na de heropening van de vergadering geeft wethouder de Wit-Greuter aan dat er op dit moment volop wordt gewerkt aan de voorbereidingen voor de verplaatsing van de speeltuin te Zevenbergschen Hoek en dat deze verplaatsing past binnen de eerdere planning. Met betrekking tot de verkeersproblematiek stelt de wethouder dat de realisatie van de Oostrand op de lange termijn gezien wordt als de allerbeste oplossing. De wethouder zegt dat eerder niet vast stond wie verantwoordelijk was voor de financiering van dit weggedeelte en dat dit wederom is geconstateerd in de provinciale studie “West van de A 16”, welke studie tijdens een recente
5
bijeenkomst in Etten-Leur nader is toegelicht. Intussen is vastgesteld dat ook de gemeente een gedeelte van de kosten zal moeten dragen, doch over de dekking daarvan is tot nu toe geen enkele uitspraak gedaan. Bovendien is het hergebruik van secundaire grondstoffen niet meer toegestaan. Zij stelt dat er intussen in een overleg met de bewoners is afgesproken dat er in afwachting van een definitieve oplossing gezocht wordt naar een tijdelijke maatregel, doch dat voorzichtigheid daarbij wel geboden is Wethouder de Wit-Greuter geeft aan dat het beheerplan voor de wegen intussen gereed is en dat dit deelplan in december of januari aanstaande in de commissie aan de orde zal komen. De noodzaak tot aanleg van verkeersdrempels vloeit voort uit het verkeersveiligheidsplan. Hierbij kan er zonder meer van uitgegaan worden dat in die gevallen waarin de noodzaak niet vaststaat aanleg daarvan ook achterwege zal blijven. Vaak is het zo dat mensen vragen om nog meer van dit soort maatregelen vragen, welke in een aantal gevallen ook onvermijdelijk zijn. Omdat de regels daaromtrent zijn vastgelegd in landelijke en provinciale regelingen heeft de gemeente daarop ook niet zoveel invloed. Wethouder de Wit-Greuter zegt dat de notitie kwijtscheldingsbeleid aan de orde zal komen in de commissievergadering van december aanstaande gelijktijdig met de behandeling van het beleidsplan ingevolge de Algemene Bijstandswet. Bedoelde notitie kan daarbij als onderlegger dienen. Zij zegt dat het sociaal beleid van de gemeente niet alleen door een ruimhartig kwijtscheldingsbeleid is in te vullen. Het lokaal sociaal beleid heeft tot nu toe enige vertraging opgelopen. Zij zegt dat naar verwachting nog voor het einde van deze zittingsperiode gekomen kan worden tot vaststelling van de sociale structuurvisie, waardoor de te leggen accenten vastliggen. Hierna kan deze visie tezamen met de op te stellen ruimtelijke visie dienen als bouwsteen bij de opstelling van de dorpsplannen. Omdat er gekozen is voor een interactieve opzet is door de provincie een bijdrage in deze opzet toegezegd. Wethouder den Engelse geeft aan dat de kritiek welke het college heeft gekregen in verband met inschakeling van externe bureaus niet terecht is. Hij zegt dat deze bureaus juist worden ingeschakeld voor taken die de gemeente zelf niet kan uitvoeren. Als voorbeelden noemt hij daarbij het beheer van de begraafplaatsen, het privatiseringsonderzoek van de zwembaden door marktplan en ook vele wel intern opgestelde rapportages aan de orde komen, terwijl er in toenemende mate wordt gewerkt via het design en contructmodel. Hij zegt dat als inschakeling van externe bureaus achterwege wordt gelaten een aantal zaken nog verder dient door te schuiven. Desgevraagd geeft hij aan dat een aantal technische zaken niet in eigen beheer kunnen worden uitgevoerd. De voorzitter vult aan dat het aan de gemeenteraad is om te bepalen welke opdrachten de rekenkamer gaat uitvoeren. Wethouder den Engelse geeft aan dat de opmerking om te stoppen met het toekennen van extra subsidies niet goed begrepen wordt omdat deze steeds worden vastgesteld door de gemeenteraad zelf. Hij zegt dat de harmonisatie van de subsidieregelingen hier en daar pijn heeft veroorzaakt en dat vanwege de uitspraak dat de harmonisatie in geen geval is bedoeld als een bezuinigingsoperatie is afgezien van toepassing van bezuinigingen. Door een der leden wordt aangegeven dat hiervoor ook geen pleidooi is gehouden maar dat er slechts een vergelijking is getrokken met de professionele instellingen. Wethouder den Engelse zegt dat de agenda voor de eerstkomende commissievergadering voorziet in een bespreking van de WVG evaluatie. Hij zegt dat de rapportage, welke door een interne adviesgroep is opgesteld, ter inzage zal worden gelegd. Hij zegt dat er in dit verband wel gesproken moet worden van een zorgelijke situatie, dit omdat de tekorten alleen maar verder zullen stijgen. Hij zegt dat de VNG intussen een landelijk onderzoek uitvoert naar de knelpunten welke zich bij de gemeenten voordoen en dat het niet op voorhand wordt uitgesloten dat de uiteindelijke conclusie zal zijn dat het gehele systeem op de helling moet komen. Wethouder den Engelse geeft aan dat in de eerstkomende collegevergadering een evaluatie van de gladheidbestrijding aan de orde komt en dat deze evaluatie vervolgens in december of januari aanstaande in de commissie zal komen. Hij zegt dat daar waar er een plan wordt vastgesteld door de gemeenteraad en waar de uitvoering overeenkomstig plaatsvindt het niet juist is om achteraf te roepen dat het plan niet deugt. Ten aanzien van de kernenvisie geeft wethouder den Engelse aan dat daarop zal worden teruggekomen bij de ontwikkeling van de dorpsplannen. Hij geeft aan dat er in dit verband op 29 oktober aanstaande een aftrap zal worden gedaan door Hart voor Moerdijk. Wethouder den Engelse zegt dat hij de opmerking dat er bij de woningbouw in toenemende mate gesproken dient te worden over de kwaliteit van harte wil onderschrijven. Hij zegt dat wel degelijk bekend is dat er achterstanden zijn en dat de situatie zelfs zo is dat we nu zelfs zitten op het peil van de jaren dertig. Hij geeft een uiteenzetting met betrekking tot de stand van zaken van de verschillende plannen, waaruit blijkt dat er in veel gevallen buiten de schuld van gemeente en door procedures en bezwaren tegen verleende bouwvergunningen forse vertragingen ontstaan. Hij zegt dat deze procedures bovendien ook nog eens een fors tijdsbeslag
6
leggen, omdat medewerkers continue bezig zijn met de afwikkeling daarvan. Hij zegt dat daarnaast een inhaalslag wordt uitgevoerd om het aantal bestemmingsplannen terug te brengen van ruim 250 naar 26. Hij zegt dat er hiervoor slechts een beperkt aantal medewerkers beschikbaar is en dat de gemeente zich daarbij geen procedurefouten kan veroorloven, hetwelk betekent dat grote zorgvuldigheid geboden is. Hij zegt dat het een misverstand is om te veronderstellen dat de woningcontingenten welke tot nu toe niet konden worden gebouwd verloren zouden gaan, doch dat deze worden doorgeschoven. Wethouder den Engelse zegt dat er op 1 januari 2002 een start gemaakt wordt met de invoering van een proef met een verenigingenloket. Wethouder Kramer zegt dat de voorgeschiedenis van het kruisgebouw te Fijnaart genoegzaam bekend mag worden verondersteld en dat nu gestart wordt met de verdere afwikkeling. Hij geeft aan dat er recentelijk overleg met de stichting is geweest over de exploitatie en dat vervolgens de kwestie opnieuw aan de commissie en de raad voorgelegd gaat worden. Inzake de bouwgrondprijzen zegt hij het wat opmerkelijk te vinden dat een fractie van mening is dat de prijs in enkele kernen lager dient te liggen. Hij zegt dat mensen die vragen om bouwkavels doorgaans niet zitten te wachten op de door die fractie bedoelde voorzieningen, doch dat het daarbij veel meer te doen om het feit dat men in die kern wil gaan wonen. Wethouder Kramer geeft aan dat de discussie over de toekomst van het Havenschap intussen loopt. Daarbij zal ook worden bezien op welke wijze de inkomsten voor de gemeenten Drimmelen en Moerdijk voor de toekomst veilig gesteld kunnen worden. Hij zegt dat naar verwachting in de loop van dit najaar de strategische discussie afgerond kan worden. Wethouder Kramer zegt dat het naar zijn oordeel van lef getuigt dat een der fracties zegt dat de coalitiepartijen zich ten aanzien van Moerdijkse Hoek achter de provincie verschuilen. Hij geeft aan dat hij dit nooit zou durven te zeggen als de eigen fractie tijdens de discussie zelf van standpunt is gewijzigd. Door een der raadsleden wordt hierop gereageerd met de opmerking dat dit gewijzigde standpunt een rechtstreeks gevolg is van uitspraken welke gedaan zijn tijdens een van de eerste presentaties. Wethouder Kramer zegt voor een goed bestuur slagvaardigheid is vereist en dat er daarbij zaken ook ingegeven kunnen worden door voortschrijdend inzicht. Hij zegt dat het uiterst belangrijk is om bij de discussie betrokken te blijven. In dit verband noemt hij twee zaken die anders gelopen zouden zijn als de gemeente niet aan het overleg zou hebben deelgenomen, namelijk het baggerslibdepot en goederenspoorlijn 11. Hij zegt dat het om die reden beter is om bij de discussie betrokken te blijven. Ten aanzien van de muziekschool geeft wethouder Kramer aan dat hierover in de laatste raadsvergadering een besluit is genomen. Hij zegt dat via het op te stellen convenant nadrukkelijk aandacht geschonken zal worden aan de toekomstsituatie. Hij zegt dat nader uitsluitsel zal volgen. Wethouder Kramer zegt dat door een van spreker gewag is gedaan van geldopleverende objecten Plan West te Fijnaart en het Havenfront te Willemstad. Hij zegt dat deze veronderstelling voor plan West wel uit zou kunnen komen, doch dat het optimisme voor het plan Havenfront wat prematuur is. Hij zegt dat het thans aan de orde zijnde plan daarin zeker niet voorziet. Hij zegt dat op basis van het eerdere plan de gemeente is overgegaan tot aankoop van de averijhaven van rijkswaterstaat doch dat het nog maar de vraag of de gemeente daarmee kan doen wat zij zelf wil. Met betrekking tot het grondbedrijf zegt wethouder Kramer dat het niet goed om de huid van de beer reeds te verkopen voordat deze geschoten is. Hij zegt dat in Zevenbergschen Hoek de grondprijs is vastgesteld op f 175,00, doch dat dit plan nog moet worden afgewerkt. Hij zegt dat duidelijk is dat deze prijs eigenlijk op f 225,00 had moeten liggen. Bovendien is op dit moment onduidelijk wat men nog tegenkomt ten aanzien van de verplaatsing van het bedrijf Nieuwkerk te Fijnaart. Hij zegt dat het plan Klundertseweg te Zevenbergen daarbij als evident voorbeeld kan dienen. De aanvankelijke steun van de provincie is nadien gewijzigd in een negatief standpunt. Hij geeft aan dat ook het plan Roodevaart Zuid zijn afronding nog dient te krijgen. Door een der leden wordt gesteld dat in het plan Grote Spiepolder op voorstel van de RBT-veiling een idee is ingebracht om te komen tot een opcentenheffing voor de Oostrand, doch dat dit idee uiteindelijk niet is gerealiseerd. Gevraagd wordt of er niet de mogelijkheid bestaat om dit soort gelden in te zetten voor infrastructurele werken. Wethouder Kramer zegt dat het nodig is daarnaar nog eens goed te kijken. Hij zegt dat daarvan in feite reeds sprake is via een opslag voor bovenwijkse voorzieningen. De voorzitter zegt dat hij tijdens de eerste ronde met voldoening heeft geconstateerd dat een meerderheid van de raad zal instemmen met een extra verhoging van de tarieven voor de OZB voor het jaar 2002 met 2,5%. Hij zegt dat ook de vraag om nog een nadrukkelijk naar de beheerplannen te kijken goed is overgekomen. Hij zegt dat de opmerking dat men zich niet wil vastleggen voor de volgende zittingsperiode niet helemaal terecht is omdat ook andere besluiten veelal doorlopen naar een volgende zittingsperiode. Hij zegt dat hij het alternatieve voorstel om
7
een gedeelte van de reserves aan te spreken stellig wil ontraden omdat vooraf vaststaat dat de provincie daaraan niet haar goedkeuring zal verlenen. Hij zegt dat reserves slechts aangewend mogen worden voor incidentele zaken en dat aanwending voor structurele zaken niet is toegestaan. Naar aanleiding van een opmerking dat de gedachte hiervoor is ontstaan omdat de reservepositie boven het aanvaardbare niveau ligt zegt de voorzitter dat men ook dan nog te maken blijft houden met provinciale regels. Ten aanzien van de opmerking over de resultaten van de jaarrekeningen zegt de voorzitter dat het er wel op lijkt dat de voorzieningen en de reserves steviger zijn maar dat de opmerking dat er jaarlijks forse overschotten zijn niet juist is. Hij zegt dat er in dit verband overwegend sprake is van meevallers in de incidentele sfeer en dat de uitkomst van de jaarrekening en begroting in structureel opzicht erg dicht bij elkaar ligt. Ten aanzien van de voornemens van een fractie om over de kortingen op de gemeentefondsuitkeringen een brief te schrijven naar de partijgenoten van de Tweede Kamer zegt de voorzitter dat voorkomen moet worden dat daarmee de daarmee de lachers op de hand gekregen worden. Hij stelt dat deze maatregelen, welke in 1997 zijn getroffen, bedoeld zijn ter versterking van de positie van de grote steden en dat daarmee door de Tweede Kamer is ingestemd. Hij stelt dat er destijds vanuit de gemeente Moerdijk een brief naar de Tweede Kamer is verzonden. Ten aanzien van de personeelsformatie zegt de voorzitter dat er in 2002 met de nieuwe raad aandacht geschonken zal worden aan de streefformatie, maar dat dit niet op voorhand betekent dat daardoor de personeelsformatie verlaagd zal kunnen worden. Hij zegt dat dit mede afhankelijk zal zijn van de door de raad te kiezen insteek en dat er telkens opnieuw weer een afweging is te maken. De voorzitter zegt dat het ook niet zo is dat het behalen van efficiencywinsten van het ene op het andere jaar zichtbaar worden. Hij zegt dat daarvoor meer tijd nodig is en dat een winst ook mogelijk wordt gemaakt door het reduceren van het aantal bestemmingsplannen van 260 naar 26. De voorzitter zegt dat de suggestie om de rioolrechten te incorporeren in de OZB eerder in de commissie abf aan de orde is geweest, doch dat toen geconstateerd moest worden dat daarvoor op dat moment geen politiek draagvlak aanwezig was. Hij geeft aan dat het beter is dit punt in te brengen tijdens de bespreking van het beleidsakkoord voor de komende zittingsperiode. De voorzitter geeft aan dat het tijdstip waarop het diagnoserapport door de provincie is uitgebracht niet bewust is gepland. Hij zegt toe dat dit rapport nog afzonderlijk in de commissie abf aan de orde zal komen. Voorts geeft hij aan dat het college dit rapport nadrukkelijk niet ziet als een pluim op de hoed maar wel als een gratis advies, waarmee de gemeente zijn voordeel kan doen. Hij zegt dat de prijsindex altijd achteraf wordt vastgesteld, dat de daarbij gebezigde systematiek uitvoerig is beschreven in de kadernota en dat het indexcijfer achteraf steeds wordt bijgesteld op basis van de werkelijke prijsindex. Ten aanzien van de accenten welke er zijn te leggen te leggen bij de behandeling van zowel de kadernota als de begroting geeft de voorzitter aan dat hij desgewenst graag bereid is daarover in de commissie nog eens in discussie te treden. Hij zegt dat de situatie op dit moment zo is dat de kadernota teveel wordt gezien als een technisch stuk, waardoor het hoofdaccent nog te veel komt te liggen bij de begrotingsbehandeling, waarbij wel de intentie voorzit om de technische vragen en de politieke beschouwingen zoveel mogelijk van elkaar te scheiden. Hij geeft aan dat hierbij voorligt de intentie om voor het jaar 2002 de OZBtarieven met 2,5% te verhogen, dit met de nadrukkelijke uitspraak om de beheerplannen en de OZB-tarieven in de toekomst nog eens nadrukkelijk aan de orde te stellen. Hij zegt dat hij vanuit de fracties opmerkingen heeft vernomen over het vrijmaken van gelden voor de WVG, instandhouden van gemeenschapsvoorzieningen, gebouwentreintjes en onderhoud van wegen, doch dat daarbij wel speelt het gegeven dat voor al deze zaken geld nodig is. Hij zegt dat de gemeente Moerdijk ten aanzien van de totale belastingdruk provinciaal bezien eerder deel uitmaakte van de top vijf, terwijl de gemeente op dit moment is in te delen bij de middenmoot. Hij zegt dat dit betekent dat het gevoerde beleid zeker zijn effecten heeft gehad. Reacties in tweede termijn en stemverklaring. In tweede termijn wordt gesteld dat nog geen antwoord is gekregen op de vraag inzake een herbestemming van de 620 uren welke waren bestemd voor de Moerdijkse Hoek. De voorzitter zegt dat de uren in mindering zullen worden gebracht op het geraamde urentekort van 6000. Vervolgens wordt aangegeven dat uit de beantwoording duidelijk is dat het voorgelegde alternatieve voorstel bij een toetsing door de provincie de nodige haken en ogen zal opleveren en dat een verhoging van 2,5% voor het jaar 2002 wel enigszins past in de lijn van de fractie. Hierdoor kan na de beantwoording alsnog steun gegeven worden aan de thans voorliggende begroting. Aangegeven wordt dat een prijsindexcijfer van 4,5% wel aan de hoge kant is, doch goede nota is genomen van de toezegging dat achteraf in alle gevallen correctie plaatsvindt op basis van de werkelijke cijfers. Gesteld wordt dat duidelijk is dat incidentele inkomsten niet kunnen worden gebruikt voor verlaging van de OZB tarieven. Gesteld wordt dat over de positieve
8
resultaten van de jaarrekeningen in het diagnoserapport wel nadrukkelijk melding wordt gemaakt en dat er in dit kader door de provincie zelfs een suggestie is gedaan. Aangegeven wordt dat, niet zonder moeite, ingestemd kan worden met een tariefstijging van 2,5%, doch dat het dan wel van belang is een serieuze start te maken met de beheerplannen. Aangegeven wordt dat daarbij zelfs een vliegende start gewenst is en dat men zichzelf daarbij een inspanningsverplichting moet opleggen, welke voor de burger zichtbaar wordt. Ingebracht dat in commissieverband teruggekomen zal worden op de woningbouwsituatie, dit omdat de beantwoording door de portefeuillehouder niets heeft opgeleverd. Hierbij wordt steeds verwezen naar de plannen die nu in ontwikkeling zijn, terwijl met de vorig jaar gemaakte noodkreet nog steeds niets is gedaan. Daarbij wordt aangegeven dat het door de wethouder gebruikte argument kan nopen tot het maken van een eerdere start met de planvoorbereiding. Daarbij wordt aangegeven dat er in de kern Standdaarbuiten sedert 1997 wel een plan uitvoeringsgereed ligt. Gesteld wordt dat de indruk dat de benodigde financiële ruimte ook gevonden kan worden door een stringente kostenbeheersing nog niet is weggenomen. Aangegeven wordt dat het niet zo mag zijn dat thans volstaan wordt met een start van enkele beheerplannen, doch dat het belang is een integrale benaderingswijze toe te passen. De heer Hazen geeft in een stemverklaring aan dat bij de behandeling van de Kadernota het college liet doorschemeren niet blij te zijn met de status van de gemeente Moerdijk als een van de gemeenten met het slechtste kwijtscheldingsbeleid in Nederland, terwijl op dat moment door het college en andere fracties de indruk werd gewekt dat er voornemens bestonden om het kwijtscheldingsbeleid te verruimen. Aangegeven wordt dat gelet op het standpunt van het college ten aanzien van het kwijtscheldingsbeleid en het niet voldoende waarborgen van het voorzieningenniveau door de fractie GroenLinks niet kan ingestemd met de voorliggende begroting. Een ander lid zegt met instemming kennis genomen te hebben van de toezegging met betrekking tot de instelling van een verenigingenloket. Tevens wordt aangedrongen op een integrale benadering van de beheerplannen. Beantwoording en stemming. De voorzitter zegt dat hij begrepen heeft dat een der fracties 2 randvoorwaarden heeft meegegeven. Naar aanleiding daarvan zegt hij toe dat een integrale afweging van de beheerplannen wordt voorgestaan, maar dat dit niet behoeft te betekenen dat er geen aanvang zou kunnen worden gemaakt met en eerste presentatie van de plannen die nu gereedkomen. Besluitvorming over de inzet van middelen dient echter integraal plaats te vinden als alle plannen gereed zijn. Hij zegt dat het niet logisch is om alles door te schuiven tot op het moment waarop alle plannen gereed zijn. Om die reden wordt voorgestaan in de tussentijd fasegewijs kennis te nemen van de inhoud van de plannen. Hij geeft aan dat een bedrag van 3 miljoen nodig is om het huidige niveau te kunnen handhaven en dat het minimale streven erop is gericht om de huidige kwaliteit te handhaven. Hij zegt dat bovendien getracht wordt om een vliegende start te maken. Ten aanzien van de tweede randvoorwaarden om een zoektocht uit te voeren naar meer financiële ruimte na 2002 zegt de voorzitter dat ook op dit punt een toezegging kan worden gedaan middels bespreking van het diagnoserapport. Hij zegt dat het geen bezwaar ontmoet om eenmalige middelen in te zetten voor het baggeren van watergangen, welke daarna worden overgedragen aan het waterschap. Daarnaast zal ook het personeelsplan nog eens nadrukkelijk tegen het licht wordt gehouden. Tenslotte concludeert de voorzitter dat de gemeenteraad, met uitzondering van de leden Hazen en L. van de Merbel instemmen met de begroting voor 2002, met de tariefsverhoging van 2,5% voor de OZB voor het jaar 2002 en met het voorstel om voor het jaar 2002 af te zien van de taakstellende bezuiniging op de subsidies voor professionele instellingen met het bijbehorende dekkingsvoorstel. 4.
Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering met een ogenblik stilte. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Moerdijk van 22 november 2001. de secretaris,
de voorzitter,
mr. drs. C. Baan
H.W. den Duijn
9
AKTIEPUNTENLIJST RAADSVERGADERING 25 OKTOBER 2001 (BEGROTINGSVERGADERING) 1. voorbereiding verplaatsing speeltuin Zevenbergschen Hoek verder afronden
wos
2. bespreking deelbeheerplan wegen in cie. verkeer en welzijn december of januari as.
BOR
3. bij behandeling beleidsplan Algemene Bijstandswet in december as. notitie kwijtscheldingsbeleid als onderlegger betrekken
wos
4. vaststelling van de sociale structuurvisie voor afloop van de huidige zittingsperiode
wos
5.
wos
ter inzage legging WVG-evaluatie in leeskamer raadsleden
6. bespreking evaluatie gladheidbestrijding in cie. ros in december of januari as.
BOR
7. vervolgbespreking kruisgebouw Fijnaart in commissie ezv
wos
8. afronding strategische discussie over de toekomst van het Havenschap voor de komende jaarwisseling
S en P
9. bezien of mogelijkheid bestaat om via een zgn, opcentenregeling inkomsten vrij te maken voor de realisatie van Oostrand
financien
10. in voorjaar 2002 nadere bespreking streefformatie in cie abf
POJZ
11. afzonderlijke bespreking diagnoserapport provincie in cie. abf
financien
10