000210503Zaaknummer PBAB09 Onderwerp Bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan Het Wielblok
Raadsvoorstel Inleiding Het bestemmingsplan Het Wielblok omvat een deel van het perceel aan de Achterweg 28 in Herpt. Het bestemmingsplan voorziet in de herontwikkeling van het voormalige agrarische bedrijf. De bestaande agrarische bedrijfsgebouwen aan de Achterweg 28 worden gesloopt en ter plaatse komen 4 ruimte voor ruimte kavels en 2 reguliere kavels. Naast het bestemmingsplan is een beeldkwaliteitsplan opgesteld. Het beeldkwaliteitsplan vormt het toetsingskader voor welstand. Met dit raadsvoorstel worden het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan aan u ter vaststelling voorgelegd.
Feitelijke informatie Bestemmingsplan Geen inspraakprocedure Het college heeft besloten om het voorontwerpbestemmingsplan Het Wielblok niet ter inzage te leggen in het kader van de Inspraakverordening. Reden hiervoor is dat de beoogde ontwikkeling past binnen de ontwikkelingsvisie Herpt. Bij het opstellen van deze visie zijn de bewoners veelvuldig betrokken. Daarnaast is de omvang van het plangebied dermate klein dat inspraak overbodig is. Om bewoners wel te betrekken bij de planontwikkeling is voorafgaand aan deze terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan een informatieavond georganiseerd door Ruimte voor Ruimte. Tijdens deze avond hebben omwonenden hun reactie op het plan kunnen geven. Deze reacties hebben geen aanleiding gegeven tot aanpassing van het plan. Resultaten vooroverleg Tijdens het overleg ex art. 3.1.1 Bro (Besluit ruimtelijke ordening) in de periode juli en augustus 2010 hebben de volgende organisaties een inhoudelijke reactie ingediend: Gedeputeerde Staten Noord-Brabant, directie Ruimtelijke ontwikkeling en Handhaving Waterschap Aa en Maas VROM-Inspectie regio Zuid De reacties zijn verwerkt in hoofdstuk 8 en bijlage 11 van de toelichting van het bestemmingsplan Het Wielblok. Als gevolg van de reactie van het Waterschap is de waterparagraaf in de toelichting aangepast. De reactie heeft niet geleid tot ingrijpende aanpassingen in het stedenbouwkundig ontwerp. Gedeputeerde Staten Noord-Brabant en de VROM-inspectie hebben aangegeven geen opmerkingen te hebben op het plan.
1
000210503Zaaknummer PBAB09 Onderwerp Bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan Het Wielblok Behandeling informatieraad Ruimte Op 19 januari 2011 zijn het ontwerpbestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan behandeld in de informatieraad Ruimte. In de informatieraad is overwegend positief gereageerd op de inhoud van het plan en de versnelde procedure door direct de formele bestemmingsplanprocedure op te starten. Zienswijzen Het ontwerpbestemmingsplan Het Wielblok heeft van 16 december 2010 tot en met 26 januari 2011 ter inzage gelegen. Tevens is een kennisgeving van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan toegezonden aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en de inspectie VROM. Door deze instanties zijn geen zienswijzen ingediend. Er zijn 2 zienswijzen ingediend. De zienswijzen hebben niet geleid tot ingrijpende wijzigingen op het ontwerp. Voor een uitgebreide inhoudelijke beoordeling van de ingediende zienswijzen wordt verwezen naar de Nota zienswijzen & ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Het Wielblok. Ambtshalve aanpassingen Naast de verwerking van de ingediende zienswijzen zijn er een aantal aanpassingen voorzien als gevolg van de afstemming van het beeldkwaliteitsplan en het bestemmingsplan op elkaar. Daarnaast is een bouwplan ontwikkeld voor de boerenerfwoningen, waarbij enkele esthetische ingrepen zijn voorzien, die op grond van het ontwerpbestemmingsplan niet konden worden uitgevoerd. Alle aanpassingen zijn beperkt in omvang en leiden niet tot ingrijpende wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan. In de Nota zienswijzen & ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Het Wielblok is aangegeven welke aanpassingen dit betreft. Beeldkwaliteitsplan Bij het bestemmingsplan is separaat een beeldkwaliteitsplan opgenomen. Om de beeldkwaliteitscriteria te kunnen gebruiken als toetsingskader van de welstandsbeoordeling, dient deze paragraaf door u vastgesteld te worden als aanvulling op de gemeentelijke welstandsnota. Het is duidelijk dat door een nieuw bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan vast te stellen, het gewenste bebouwingsbeeld c.q. de gebiedskarakteristiek wordt gewijzigd. Daarmee verandert ook het kader voor de welstandstoets van bouwplannen die zich binnen het plangebied bevinden. Dat kader wordt gevormd door de welstandsnota én het beeldkwaliteitsplan als nadere invulling hiervan. Concreet betekent dit dat het beeldkwaliteitsplan voor Het Wielblok als appendix aan de welstandsnota wordt toegevoegd. Het welstandsniveau 2 van het bebouwingstype „boerenerf-agrarisch buitengebied‟ blijft voor het plangebied gehandhaafd. In 2004 is namelijk in de welstandsnota bepaald dat gebieden met beeldkwaliteitsplannen welstandsniveau 2 krijgen. Conform de Inspraakverordening heeft het beeldkwaliteitsplan van 16 december 2010 tot en met 26 januari 2011 ter inzage gelegen. Er zijn geen inspraakreacties op het beeldkwaliteitsplan ingediend. De ambtshalve aanpassingen van het bestemmingsplan hebben geen betrekking op de inhoud van het beeldkwaliteitsplan. Er is sprake van enkele beperkte afwijkingen van afmetingen die zijn
2
000210503Zaaknummer PBAB09 Onderwerp Bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan Het Wielblok toegelaten. In het bestemmingsplan zijn deze maten afgerond. Bij de toetsing van deze maten, zijn de maten in het bestemmingsplan juridisch bindend. Anterieure overeenkomst U bent op grond van afdeling 6.4 Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht bij de vaststelling van een bestemmingsplan ook een exploitatieplan vast te stellen. Middels een exploitatieplan kunnen grondexploitatiekosten, zoals de aanleg van openbare ruimte, op de ontwikkelaar worden verhaald indien een bestemmingsplan voorziet in aangewezen bouwplannen zoals bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). De bouw van een of meer woningen valt onder de in het Bro aangewezen bouwplannen. U kunt besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien het kostenverhaal „op een andere wijze‟ is verzekerd. Op 14 december 2010 is een anterieure overeenkomst gesloten tussen de gemeente Heusden en Ruimte voor Ruimte II CV. Met het ondertekenen van deze overeenkomst is kostenverhaal „op een andere wijze‟ verzekerd. U kunt derhalve besluiten geen exploitatieplan vast te stellen.
Afweging In het bestemmingsplan is toegelicht dat het plan past binnen de vigerende beleidskaders. Met het nieuwe bestemmingsplan is het niet meer mogelijk om een intensieve veehouderij uit te oefenen of de voormalige agrarische bebouwing voor andere agrarische doeleinden te gebruiken. Het bouwplan voorziet in een stedenbouwkundige onderlegger, waarmee de entree van Herpt vanaf de Achterweg wordt gekenmerkt door een eigentijds boerenerf. Omdat de locatie grenst aan de overgang tussen de kom en het landelijk gebied is ervoor gekozen de beeldkwaliteit vast te leggen in een beeldkwaliteitsplan. Het bestemmingsplan sluit aan op de uitgangspunten uit het handboek ruimtelijke plannen van de gemeente Heusden en geeft invulling aan de Ontwikkelingsvisie Herpt. Daarnaast blijkt uit de toelichting en de daarvoor verrichte onderzoeken dat de beoogde ontwikkeling geen nadelige effecten veroorzaakt voor de directe omgeving of dat de huidige locatie geen negatieve invloed heeft op de beoogde ontwikkeling. De twee ingediende zienswijzen hebben niet geleid tot ingrijpende wijzigingen van het ontwerpbestemmingsplan. Dit is ook van toepassing op de ambtshalve aanpassingen. Derhalve stellen wij u voor om in te stemmen met de Nota zienswijzen en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Het Wielblok. Gelet op de inhoud van de nota wordt voorgesteld om het ontwerpbestemmingsplan gewijzigd vast te stellen. Op het beeldkwaliteitsplan zijn geen inspraakreacties ingediend. Er zijn geen ambtshalve aanpassingen voorzien. Derhalve stellen wij u voor het beeldkwaliteitsplan, zoals opgenomen in de bijlage bij dit voorstel vast te stellen . Omdat het kostenverhaal „op een andere wijze‟ is verzekerd wordt voorgesteld om geen exploitatieplan bij het bestemmingsplan vast te stellen.
3
000210503Zaaknummer PBAB09 Onderwerp Bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan Het Wielblok
Inzet van Middelen De woningbouwlocatie wordt ontwikkeld voor rekening en risico van de Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte. In hoofdstuk 6 van de toelichting van het bestemmingsplan wordt geconcludeerd dat sprake is van een sluitende grondexploitatie, waarmee de financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in voldoende mate zeker gesteld kan worden geacht.
Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel.
Procedure Bestemmingsplan De bekendmaking van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan moet in het deze bestemmingsplanprocedure volgens artikel 3.8, 3e lid Wro geschieden binnen 6 weken na de vaststelling. Omdat voorgesteld wordt het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen, moet het vastgestelde bestemmingsplan nogmaals aan de Provincie en de Vrom-inspectie worden toegezonden, zodat zij kunnen beoordelen of geen nationale of provinciale belangen worden geschaad. Na publicatie wordt het bestemmingsplan conform de Wro voor een periode van 6 weken ter visie gelegd. In deze periode kan beroep tegen het bestemmingsplan worden ingesteld. Beeldkwaliteitsplan Na vaststelling van het beeldkwaliteitsplan vormt dit plan een appendix van de Welstandsnota. Tegen de vaststelling van het beeldkwaliteitsplan is geen bezwaar of beroep mogelijk.
Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven
de burgemeester, drs. H.P.T.M. Willems
4
000210503Zaaknummer PBAB09 Onderwerp Bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan Het Wielblok
De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van14 juni 2011; gezien het voorstel van het college van 10 mei 2011, doc.nr. PBAB09
gelet op de beraadslaging;
besluit: 1. in te stemmen met de beantwoording van de zienswijzen en de ambtshalve wijzigingen conform de Nota zienswijzen & ambtshalve aanpassingen Het Wielblok; 2. het bestemmingsplan “Het Wielblok” gewijzigd vast te stellen, conform dit raadsvoorstel inclusief de bijbehorende stukken, vervat in het digitale gebiedsgerichte besluit met identificatie: NL.IMRO.0797.BPwielblokherpt-VG01; 3. geen exploitatieplan zoals bedoeld in artikel 6.12 Wro vast te stellen, omdat het kostenverhaal „op een andere wijze‟ is verzekerd; 4. het beeldkwaliteitsplan “Het Wielblok” vast te stellen als appendix van de gemeentelijke welstandsnota, conform dit raadsvoorstel inclusief de bijbehorende stukken.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. H.P.T.M. Willems
5
bestemmingsplan
Het Wielblok Zes bouwkavels aan de Achterweg te Herpt
05808006A ontwerp 29 oktober 2010
bestemmingsplan
Het Wielblok Zes bouwkavels aan de Achterweg te Herpt
overleg ex artikel 3.1.1 Bro ontwerpplan ter visie vastgesteld vastgesteld plan ter visie in werking getreden onherroepelijk geworden
Juli 2010
05808006A ontwerp 29 oktober 2010
DOCUMENTATIEPAGINA
Opdrachtgever
Ruimte voor Ruimte CV
Contactpersoon
dhr. J.W. van den Boogert
Projectnaam
Het Wielblok, Herpt
Plantype
bestemmingsplan
IMRO code
NL.IMRO.0797.BPwielblokherpt-
Publicatieversie
ON01
Documentstatus
Ontwerp
Documentversie
3
Projectnummer
05808006A
Afdrukdatum
29 oktober 2010
Auteur(s)
R.J. Verkuylen, F.Hermse
Gecontroleerd door
J.M.A. Nijssen
Paraaf Goedgekeurd door Paraaf
J. Verkuylen
Toelichting
INHOUD TOELICHTING 1.
2.
3. 4.
5.
6. 7. 8.
blz Inleiding ......................................................................................................... 5 1.1 Aanleiding en doel ................................................................................. 5 1.2 Ligging en kadastrale begrenzing.......................................................... 7 1.3 Vigerend bestemmingsplan ................................................................... 9 1.4 Planvorm ............................................................................................... 9 1.5 Leeswijzer.............................................................................................. 9 Beleidskader ................................................................................................ 11 2.1 Nationaal niveau .................................................................................. 11 2.2 Provinciaal niveau ............................................................................... 12 2.3 Gemeentelijk niveau ............................................................................ 15 2.4 Conclusies beleidskader...................................................................... 17 Bestaande toestand ..................................................................................... 19 3.1 Wijdere omgeving ................................................................................ 19 3.2 Directe omgeving en plangebied ......................................................... 22 Planbeschrijving ........................................................................................... 25 4.1 Uitgangspunten ................................................................................... 25 4.2 Hoofdstructuur ..................................................................................... 26 4.3 Ontsluiting en parkeren ....................................................................... 30 4.4 Verkaveling en functies ....................................................................... 31 4.5 Groen en water .................................................................................... 34 4.6 Duurzaamheid ..................................................................................... 36 4.7 Beeldkwaliteit....................................................................................... 37 Uitvoeringsaspecten .................................................................................... 39 5.1 Bodem ................................................................................................. 39 5.2 Verkeerslawaai .................................................................................... 39 5.3 Luchtkwaliteit ....................................................................................... 41 5.4 Externe veiligheid ................................................................................ 41 5.5 Bedrijven en milieuzonering ................................................................ 42 5.6 Geurhinder veehouderijen ................................................................... 43 5.7 Archeologie en cultuurhistorie ............................................................. 43 5.8 Flora en fauna ..................................................................................... 48 5.9 Waterparagraaf.................................................................................... 48 5.10 Belemmeringen ................................................................................... 53 Financiële aspecten ..................................................................................... 54 6.1 Regelgeving grondexploitatie .............................................................. 54 6.2 Economische uitvoerbaarheid ............................................................. 54 Juridische aspecten ..................................................................................... 56 7.1 Algemeen ............................................................................................ 56 7.2 Planregels............................................................................................ 56 Procedure / maatschappelijke uitvoerbaarheid ............................................ 60 8.1 Informatiebijeenkomst ......................................................................... 60 8.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro ................................................................. 60
VH 101029 05808006A TLT.doc
1
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Bijlage 10: Bijlage 11:
Kaart Bestaande toestand Kaart Inrichtingsschets Kaart Terrein meting Bodemonderzoek Akoestisch onderzoek (wegverkeerslawaai) Aanvullend akoestisch onderzoek (wegverkeerslawaai) Archeologisch onderzoek Flora- en fauna onderzoek Vogel- en vleermuizenonderzoek HNO berekening Brieven overleg ex artikel 3.1.1 Bro
VH 101029 05808006A TLT.doc
2
VH 101029 05808006A TLT.doc
3
Afbeelding 1: topografische situatie
VH 101029 05808006A TLT.doc
4
1.
INLEIDING Voorliggend rapport betreft het bestemmingsplan "Het Wielblok" voor de bouw van vier Ruimte voor Ruimte-kavels en twee reguliere bouwkavels aan de Achterweg te Herpt, gemeente Heusden.
1.1
Aanleiding en doel Op 3 februari 2009 heeft het College van Burgemeester en Wethouders een besluit genomen om in principe medewerking te verlenen aan de ontwikkeling van vier Ruimte voor Ruimte-kavels en twee reguliere kavels aan de Achterweg in Herpt. Het initiatief kan niet worden gerealiseerd op basis van het vigerende bestemmingsplan. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken, is voorliggend nieuw bestemmingsplan opgesteld. Afbeelding 1 geeft de topografische situatie weer.
VH 101029 05808006A TLT.doc
5
Afbeelding 2: Kadastrale situatie
VH 101029 05808006A TLT.doc
6
1.2
Ligging en kadastrale begrenzing Afbeelding 2 geeft de kadastrale situatie weer. Tevens is de plangrens van voorliggend bestemmingsplan ingetekend. Tabel 1 geeft de kadastrale gegevens van de gronden binnen het plangebied. Tabel 1: kadastrale gegevens
Perceelnummer F1000 F0335 (gedeeltelijk)
VH 101029 05808006A TLT.doc
Oppervlakte (m2) 2.180 9.935
Eigenaar J.A.J. Pullens J.A.J. Pullens
7
Afbeelding 3: Uitsnede plankaart vigerend bestemmingsplan
VH 101029 05808006A TLT.doc
8
1.3
Vigerend bestemmingsplan Ter plaatse van het plangebied vigeert het Bestemmingsplan Buitengebied Heusden: vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 16 april 1996; goedgekeurd door Gedeputeerde Staten d.d. 8 november 1996; Afbeelding 3 geeft een uitsnede van de vigerende plankaart. De ligging van het plangebied is aangegeven. Binnen het plangebied geldt één bestemming: 1. Agrarisch gebied met visuele openheid. Deze gronden zijn uitsluitend bestemd voor bedrijfsvoering van agrarische bedrijven, met een nadere aanwijzing ‘visuele openheid’. Deze aanwijzing heeft als doel: de instandhouding en bescherming van cultuurhistorische waarden van het beschermd stadsgezicht. Mate van afwijking Het project wijkt zowel functioneel als ruimtelijk af van het vigerend bestemmingsplan. Functioneel gezien is voor de realisatie van het project een woonbestemming nodig. Ruimtelijk gezien zijn bouwvlakken nodig. Conclusie Het project kan niet worden gerealiseerd op basis van de vigerend bestemmingsplannen. Daarom wordt een nieuw bestemmingsplan wordt gemaakt.
1.4
Planvorm Voorliggend bestemmingsplan betreft een zelfstandig bestemmingsplan met een complete set planregels (postzegelplan). Het bestemmingsplan heeft een ontwikkelend karakter.
1.5
Leeswijzer Dit rapport is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van het beleid waaraan het plan moet voldoen. In hoofdstuk 3 is een gebiedsanalyse van het plangebied en omgeving opgenomen. Daaropvolgend wordt in hoofdstuk 4 het feitelijke (steden)bouwkundig plan beschreven. Dit geschetste wensbeeld wordt in hoofdstuk 5 vertaald in concrete ruimtelijke randvoorwaarden voor de ontwikkelingsmogelijkheden binnen het plan. Deze beeldkwaliteitparagraaf vertaalt het in hoofdstuk 4 geschetste wensbeeld in concrete ruimtelijke randvoorwaarden voor de ontwikkelingsmogelijkheden binnen voorliggend bestemmingsplan. Hoofdstuk 6 vervolgt met de met het plan samenhangende uitvoeringsaspecten milieu, waarden en water. De financiële aspecten komen in hoofdstuk 7 aan bod. Hoofdstuk 8 beschrijft de juridische aspecten (planregels en plankaart). Hoofdstuk 9 tenslotte bevat de resultaten van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro.
VH 101029 05808006A TLT.doc
9
VH 101029 05808006A TLT.doc
10
2.
BELEIDSKADER In dit hoofdstuk wordt kort het relevante vigerende beleid met betrekking tot onderhavig project toegelicht. Achtereenvolgens komt aan de orde het beleid op: nationaal niveau; provinciaal niveau; gemeentelijk niveau.
2.1
Nationaal niveau
2.1.1
Natura 2000 Natura 2000 is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Natura 2000 omvat alle gebieden die zijn beschermd op grond van de volgende EU-richtlijnen: Vogelrichtlijn (1979); Habitatrichtlijn (1992). Beide richtlijnen zijn in Nederland opgenomen in de Natuurbeschermingswet. Conclusie Het plangebied ligt niet binnen de aangewezen Natura 2000-gebieden c.q. in de voor Natura 2000 aangewezen invloedsgebieden.
2.1.2
Nota Ruimte De belangrijkste uitgangspunten voor het nationaal ruimtelijk beleid voor de periode tot 2020 staan in de Nota Ruimte, waarbij de periode 2020-2030 geldt als doorkijk naar de lange termijn. Het beleid in de Nota Ruimte is op vier algemene doelen gericht: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland; bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland; borging en ontwikkeling van belangrijke (inter-)nationale ruimtelijke waarden; borging van de veiligheid. Het rijksbeleid is gericht op het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit door de basiskwaliteit te waarborgen en waar mogelijk te vergroten, en door extra aandacht te geven aan de nationale ruimtelijke hoofdstructuur. De concrete uitwerking van de ruimtelijke kwaliteit is een taak voor de provincies en de gemeenten. Conclusie Voor onderhavig plan zijn geen bijzondere doelstellingen van toepassing.
2.1.3
Realisatieparagraaf In het kader van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is de structuurvisie "Realisatie nationaal ruimtelijk beleid" (kortweg Realisatieparagraaf) vastgesteld. Hierin geeft het kabinet aan hoe het werkt aan een mooi Nederland en welke nationale ruimtelijke belangen het wil verwezenlijken. In de realisatieparagraaf benoemt het kabi-
VH 101029 05808006A TLT.doc
11
net ruim 30 nationale ruimtelijke belangen. Hiervan is één belang rechtstreeks van toepassing op onderhavig plan: "[12] Het op orde brengen en houden van de regionale watersystemen" Conclusie De in voorliggend plan opgenomen wateraspecten voldoen aan de eisen van het waterschap en worden geacht daarmee tevens te voldoen aan het nationale belang in de Realisatieparagraaf.
2.2
Provinciaal niveau
2.2.1
Structuurvisie Ruimtelijke Ordening De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening bevat de visie van het provinciale bestuur op de ruimtelijke ontwikkelingen in Noord-Brabant. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de plankaart. Onderhavig plangebied ligt in de aanduiding ’kernen in het landelijk gebied’. In de ‘kernen in het landelijk gebied’ met de bijbehorende zoekgebieden voor verstedelijking wordt de lokale behoefte voor verstedelijking opgevangen (wonen, werken en voorzieningen).
Afbeelding 4: uitsnede Structuurvisie Ruimtelijke Ordening
Conclusie Voorliggend plan voldoet aan de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening. 2.2.2
Verordening ruimte In het kader van de Wet ruimtelijke ordening heeft de provincie Noord-Brabant een verordening opgesteld met algemene en specifieke eisen ten aanzien van ruimtelijke besluiten van gemeenten. De Verordening ruimte wordt gefaseerd ingevoerd. Fase 1 van de verordening is op 1 juni 2010 in werking getreden. Fase 2 is op 1 juni 2010 door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Naar verwachting zal de Verordening Ruimte fase 2 op 1 januari 2011 in werking treden. In deze paragraaf is een toetsing van voorliggend plan aan de Verordening ruimte fase 1 en 2 opgenomen.
VH 101029 05808006A TLT.doc
12
Het plangebied valt binnen Bestaand stedelijk gebied. Voor onderhavig plan zijn artikel 2.1.3 en 2.1.6 van toepassing. Hieronder wordt getoetst of het plan aan deze regels voldoet. Artikel 2.1.3. Stedelijke ontwikkeling in bestaand stedelijk gebied Bestemmingsplannen die voorzien in een stedelijke ontwikkeling zijn uitsluitend gelegen in het bestaand stedelijk gebied. Onderhavig plan ligt binnen het bestaand stedelijk gebied. Aan deze voorwaarde wordt dus voldaan. Artikel 2.1.6. Regels voor nieuwbouw van woningen 1. De toelichting bij een bestemmingsplan dat voorziet in de nieuwbouw van woningen, bevat een verantwoording over de wijze waarop: a. de afspraken die daaromtrent in het regionaal planningsoverleg als bedoeld in artikel 4.1.5, onder b, zijn gemaakt, worden nagekomen; b. de beoogde nieuwbouw zich verhoudt tot de afspraken genoemd onder a en tot de beschikbare harde plancapaciteit voor woningbouw. 2. Onder harde plancapaciteit voor woningbouw als bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt verstaan de capaciteit voor nieuw te bouwen woningen waarover een gemeente beschikt: a. die wordt uitgedrukt in aantallen woningen, en b. die is opgenomen in een vastgesteld bestemmingsplan waarbij de bestemming nog niet is verwezenlijkt. Ad 1a: Ad 1b. Ad 2a. Ad 2b.
De planlocatie is opgenomen in het vastgestelde gemeentelijke woningbouwprogramma, dat de input vormt voor het regionaal planningsoverleg. Voor de locatie zijn zes dure koopwoningen opgenomen in het woningbouwprogramma. Zie ad 1b. Zie ad 1b.
Conclusie Het plan voldoet aan de Verordening ruimte.
2.2.3
Beleidsregel Ruimte voor Ruimte (2006) De regeling Ruimte voor Ruimte (2006) heeft tot doel de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren door in ruil voor de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen, de bouw van woningen op passende locaties toe te staan in afwijking van de regel dat geen burgerwoningen mogen worden toegevoegd aan het buitengebied. Op 31 maart 2000 hebben Provinciale Staten van Noord-Brabant ingestemd met het beginsel Ruimte voor Ruimte. De beleidsregel bevat zowel voorwaarden voor de sloop van de agrarische bedrijfsgebouwen (sloopregeling) als voor de locatie waar de Ruimte voor Ruimtekavels mogen worden gerealiseerd. De ontwikkeling van Ruimte voor Ruimte-kavels is direct gerelateerd aan concreet te slopen staloppervlak. Voor de sloop van 1000 m² stallen en de bijbehorende milieuwinst mag één Ruimte voor Ruimte-kavel worden ontwikkeld.
VH 101029 05808006A TLT.doc
13
Om aan te tonen dat er inderdaad per te ontwikkelen woningbouwkavel 1000 m² stallen gesloopt zijn stelt de provincie conform afspraken met de Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte dossiernummers ter beschikking van aanvragen voor sloopsubsidie in het kader van de beëindigingsregeling. De benodigde dossiernummers voor onderhavig plangebied zijn opgenomen in onderstaande tabel. aanvraagnummer
mestnummer
4530905 114024855 Totaal ingebrachte m2 sloop
sloop m2 toegekende sloop m2 4.341
4.000 4.000
Ten aanzien van de locatie van de Ruimte voor Ruimte-kavels worden de planologische voorwaarden gesteld, deze komen overeen met artikel 3.5.2 uit de Verordening ruimte fase 1. Conclusie Het plan voldoet aan de beleidsregel Ruimte voor Ruimte.
VH 101029 05808006A TLT.doc
14
2.3
Gemeentelijk niveau
2.3.1
Structuurvisie Door de Gemeente Heusden is op 16 juli 2009 de Structuurvisie “Ideeën voor een plek” vastgesteld. Afbeelding 5 geeft een uitsnede van de plankaart. De ligging van het plangebied is aangegeven.
Afbeelding 5: Uitsnede plankaart structuurvisie
Onderhavig plangebied ligt in de zone buitengebied en is specifiek aangeduid als losse bebouwing. Het gebied wordt belendend door een zone aangeduid als ‘landschapszone met recreatieve potentie’. Conclusie De voorgenomen ontwikkeling past binnen de Structuurvisie.
2.3.2
Inbreidingsvisie In de concept Inbreidingsvisie Herpt d.d. oktober 2009 heeft de gemeente een ruimtelijk kader neergelegd om nieuwe bouwaanvragen te kunnen toetsen. Het plangebied is in deze Inbreidingsvisie aangewezen als mogelijke bouwlocatie, zie Afbeelding 6.
VH 101029 05808006A TLT.doc
15
Afbeelding 6 Inbreidingsvisie Herpt
De Inbreidingsvisie onderscheidt drie scenario’s voor inbreiding. Voorliggend plan valt onder scenario 2 “Nieuwe Erven”. “Nieuwe Erven” beschrijft het nieuw bestemmen van bestaande agrarische bedrijven / bebouwingsclusters. Met betrekking tot deze nieuwbouw wordt als volgt gesteld: “Bij nieuwbouw geldt dat het boerenerf de basis vormt voor een nieuwe bebouwingsopzet. De compactheid van de gebouwen, de volumes, de samenhang in materialisering en verbinding van het erf met het omringende landschap vormen beeldbepalende kenmerken. De woningen zijn aan de rand van het dorp en het buitengebied gesitueerd, en moeten zowel vanaf het gemeenschappelijk erf, vanuit de woning en vanuit het omringende landschap zichtbaar zijn. Een en ander mede uit een oogpunt van concentratie van bebouwing alsmede het respecteren van aanwezige kwaliteiten.” Dat het scenario “Nieuwe Erven” geschikt is voor Ruimte voor Ruimte projecten wordt expliciet benoemd. In de Inbreidingsvisie worden ook een aantal richtlijnen neergelegd ten aanzien van de beeldkwaliteiten. Deze zijn in dit plan meegenomen als ontwerpuitgangspunt. In hoofdstuk 5 wordt dieper ingegaan op de toe te passen beeldkwaliteit. Conclusie Het voorliggend plan geeft concreet invulling aan de Inbreidingsvisie Herpt 2.3.3
Woningbouwplanning 2010 – 2030 Op 24 augustus heeft het college van Heusden ingestemd met de Woningbouwplanning 2010-2030. Deze planning vormt de gemeentelijke input in het regionaal planningsoverleg. In de planning is rekening gehouden met de herontwikkeling van het voormalige agrarische perceel aan de Achterweg 28 in Herpt. Er is voorzien dat ter plaatse in 2012 6 dure koopwoningen worden gerealiseerd.
VH 101029 05808006A TLT.doc
16
2.4
Conclusies beleidskader Het plan voldoet aan alle relevante beleidsstukken. De Inbreidingsvisie bevat enkele richtlijnen die zijn meegenomen als ontwerpuitgangspunt voor dit plan.
VH 101029 05808006A TLT.doc
17
VH 101029 05808006A TLT.doc
18
3.
BESTAANDE TOESTAND Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de ruimtelijk-functionele situatie in de wijdere en de directe omgeving alsmede de bestaande toestand van het plangebied.
3.1
Wijdere omgeving Afbeelding 7 geeft de ligging van het plangebied in de wijdere omgeving weer.
VH 101029 05808006A TLT.doc
19
Afbeelding 7: luchtfoto wijdere omgeving
VH 101029 05808006A TLT.doc
20
Ontsluiting Het noordelijk deel van het plangebied ligt, nog net binnen de bebouwde kom, aan de Herptseweg. De Herptseweg vormt de hoofdverbinding vormt tussen Herpt en Oud-Heusden. De zuidzijde van het perceel grenst aan de Achterweg, een kleinschalige verbinding tussen Herpt en het zuidelijke deel van Oud-Heusden. Ruimtelijk-functioneel De nederzetting Herpt is ontstaan tussen 1100 en 1300 langs drie linten, parallel aan het Oude Maasje. Deze linten zijn thans bekend als de Burgemeester Buijsstraat, de Hoofdstraat en de Achterweg. Het plangebied ligt aan dit laatste lint. De bebouwing van het plangebied is de eerste bebouwing aan de westelijke zijde van de Achterweg bij binnenkomst van het dorp vanuit het zuiden. Daarmee maakt het plangebied als het ware onderdeel uit van een informele dorpsentree. De bebouwing aan de Achterweg vormt aan deze zijde de rand van het dorp en daarmee de scheiding tussen een relatief grootschalige en rechtlijnige agrarische verkaveling in het westen en een kleinschalige woonverkaveling in het oosten. De noordelijke zijde van het plangebied grenst aan de Herptseweg. De Herptseweg is een relatief jonge ontsluiting die is ontstaan ter plekke van het Oudheusdensche Pad, een oude polderweg die tegenwoordig de verbinding met het nabijgelegen Oud-Heusden verzorgt. Ook hier maakt het plangebied deel uit van het ensemble rondom de dorpsentree. De Herptseweg vormt de scheiding tussen het in het Rijksbeschermde stadsgezicht beschermde deel van het schootsveld van de vesting Heusden in het noorden en een meer omsloten agrarisch gebied tussen Oud-Heusden en het Oude Maasje in het zuiden. De bebouwing van Herpt bestaat overwegend uit vrijstaande woningen met eenvoudige volumes in één laag met kap. De kappen zijn zowel haaks op als parallel aan de linten gesitueerd. Rooilijnen zijn zeer informeel en verspringend. Zowel hoofdvormen van de bebouwing, de kappen als het materiaalgebruik zijn zeer eenvoudig en bescheiden. Aan de randen van het dorp bevinden zich diverse agrarische bedrijven. De schaalgrootte van deze bedrijven is beduidend groter dan van de woonbebouwing. Hierdoor zijn de agrarische ensembles sterk beeldbepalend in de uitstraling van het dorp. Dit wordt versterkt doordat Herpt een dorp is in een open landschap met lange zichtlijnen. Het gebied ten westen van Herpt is een goed geconserveerd deel van het schootsveld van de oude vesting Heusden. De vesting tekent zich hier af aan de horizon. Het karakter van de Herptseweg en het centrale deel van de Achterweg wordt in belangrijke mate bepaald door een laanbeplanting van gewone es (fraxinus excelsior). De overige wegen in de directe omgeving en het zuidelijke deel van de Achterweg hebben geen significante laanbeplanting. Woonerven bevatten doorgaans enkele bomen. De voorzijde van het erf is helder geordend en groen ingericht. De agrarische erven zijn deels verhard of halfverhard en geordend rond een centrale plaats met veelal enkele bomen. Waar het erf aan het landschap grenst, is doorgaans sprake van een houtsingel parallel aan de verkavelingsrichting.
VH 101029 05808006A TLT.doc
21
3.2
Directe omgeving en plangebied Kaart 1 is een weergave van de bestaande toestand van de directe omgeving en is bijgevoegd als bijlage 1. Ontsluiting Zoals vermeld ligt onderhavig plangebied aan zowel de Herptseweg als de Achterweg. De intensiteit op de Achterweg is relatief laag. De intensiteit op de Herptseweg is relatief groot. Bij beide wegen zijn vrijwel alle aanliggende percelen rechtstreeks op de weg ontsloten. Afbeelding 8 is een foto van het plangebied genomen vanaf de Achterweg.
Afbeelding 8: foto plangebied vanaf Achterweg
VH 101029 05808006A TLT.doc
22
Bebouwing en functies Het bebouwingslint aan de Achterweg bestaat uit individuele bebouwing op ruime percelen. Enkele woonboerderijen worden afgewisseld door recentere bebouwing. Er is sprake van een menging van wonen en (agrarische) bedrijvigheid. De woningen staan aan de straatzijde. De bedrijfsbebouwing staat overwegend achter de woningen, zie Afbeelding 9.
Afbeelding 9: bestaand boerenerf Achterweg 28
Beplanting Het centrale deel van de Achterweg, tussen de Herptseweg en de Akkerstraat wordt aan de westzijde begeleid door laanbeplanting van volgroeide gewone es (fraxinus excelsior). De Herptseweg wordt aan beide zijden begeleid door een laanbeplanting van eveneens volgroeide gewone es. Beide wegen zijn voorzien van een groene berm, typerend voor de omgeving. Het overige groen wordt gevormd door de erfbeplanting op de individuele percelen. Erfscheidingen zijn hoofdzakelijk vormgegeven als hagen. Incidenteel hebben erfscheidingen aan de zijde van het open gebied de vorm van houtwallen, dit vindt voornamelijk plaats aan de randen van boerenerven.
VH 101029 05808006A TLT.doc
23
VH 101029 05808006A TLT.doc
24
4.
PLANBESCHRIJVING Na voorgaande inventarisatie en analyse volgt in dit hoofdstuk de beschrijving van het feitelijke plan. Kaart 2 in bijlage 2 is de inrichtingsschets.
4.1
Uitgangspunten Kern van de opgave is het realiseren van vier Ruimte voor Ruimte-kavels en twee reguliere kavels ten behoeve van het bouwen van 6 woningen. Het gewenste sfeerbeeld is landelijk wonen, gebaseerd op de dorpse kwaliteiten van Herpt. De nieuwe bebouwingsmogelijkheden blijven globaal binnen het gebied waar zich momenteel de agrarische opstallen bevinden. Dit voorkomt aantasting van de landschappelijke kwaliteiten van open gebied door uitbreiding van gebouwd volume. Kenmerkend voor Herpt zijn een aantal boerenerven die zich verspreid langs de randen van het dorp bevinden. De oorspronkelijke opstallen in het plangebied vormen samen een dergelijk boerenerf, een typisch ensemble voor Herpt. Een deel van de nieuw te realiseren woningen zal, samen met het te behouden woonhuis, een nieuw boerenerf gaan vormen. Dit boerenerfconcept vormt tevens onderdeel van de voorwaarden die het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Heusden (in antwoord op het ingediende principeverzoek) heeft gesteld aan het verlenen van medewerking aan het voorliggend bestemmingsplan. De gemeente Heusden heeft een aantal ontwerpuitgangspunten voor het boerenerfprincipe geformuleerd: een compacte bebouwing: de onderlinge afstanden tussen de woningen mag niet te groot zijn, dit ten behoeve van de onderlinge samenhang van de opstallen; beperkte voortuinen: woningen grenzen direct aan het erf; een gootlijn van maximaal 3 meter; variatie in volumes; samenhang in materialisering; doorzichten die het erf met het omringende landschap verbinden (spanning tussen openheid en beslotenheid). Uit paragraaf 4.2 zal blijken dat dit boerenerfconcept maximaal is doorgevoerd in het voorliggend bestemmingsplan Tot slot bestaat er de wens te komen tot een duurzame planontwikkeling. Een integrale benadering van het begrip duurzaamheid, door alle lagen van het planproces, is daarbij essentieel. Ook dit bestemmingsplan kan daarin bijdragen. Derhalve is in het ontwerp rekening gehouden met onder andere de volgende aspecten: Cultuurhistorie; het is aannemelijk dat een plan dat zich goed voegt in zijn context breed gedragen zal worden, dit bevordert de levensduur van het gerealiseerde. In dit plan wordt de relatie met de cultuurhistorie hoofdzakelijk gelegd middels het integraal doorvoeren van het boerenerfconcept. Gunstige zonoriëntatie van de woningen ten behoeve van een efficiënt energiegebruik. Goed waterbeheer. Minimaliseren van verhard oppervlak.
VH 101029 05808006A TLT.doc
25
4.2
Hoofdstructuur Dit bestemmingsplan maakt een ruimtelijk onderscheid tussen het noordelijk en het zuidelijk deel van het plangebied. Afbeelding 10 is hiervan een grafische weergave. De bestaande houtwal op de grens van percelen F1000 en F0335 vormt de fysieke scheiding tussen beide plandelen.
Afbeelding 10: principe indeling plangebied
4.2.1
Lintbebouwing Het noordelijk deel van het plangebied is onderdeel van de bestaande lintbebouwing. De bebouwing van de Herptseweg is een relatief nieuwe bebouwingsreeks, opgebouwd uit hoofdzakelijk vrijstaande woningen. In massa, architectuur en positionering op het kavel verschilt deze bebouwing niet van de kenmerkende lintbebouwing in de rest van het dorp. Hoofdvormen, kapvorm en materialisering zijn eenvoudig. Rooilijnen en nokrichting zijn divers (verspringend binnen een ruime bandbreedte c.q. zowel haaks op als parallel aan de weg). Zolang de nieuwe bebouwing aan deze zijde zich voegt binnen de kenmerkende bebouwingsfeer van Herpt, is er relatief veel vrijheid mogelijk in architectuur. Er is aan de Herptseweg ruimte voor twee woningen, zie Afbeelding 11.
VH 101029 05808006A TLT.doc
26
Afbeelding 11: schets vrijstaande woningen Herptseweg
4.2.2
Boerenerf principe Het introduceren van het boerenerf principe is van toepassing op het zuidelijk deel van het plangebied. Een boerenerf kent een aantal typerende opstallen die ieder met hun specifieke kenmerken de bouwstenen van het ensemble vormen. De nieuwe woningen refereren ieder aan één van deze bouwstenen en waarborgen zodoende het karakter van het geheel. Afbeelding 12 is een schets van een uitgebreid boerenerf met verschillende bebouwingstypologieën.
Afbeelding 12: principeschets boerenerf
VH 101029 05808006A TLT.doc
27
Woonhuis Het woonhuis vormt het gezicht van het boerenerf aan de straat. Afhankelijk van het type boerderij is het woonhuis een vrijstaand pand of vormt het een onderdeel van de massa waarin zich ook de stal bevindt. Traditioneel hebben de meeste boerenerven één woonhuis maar boerenerven met meerdere woonhuizen (voor zoons, dochters of meewerkend personeel) komen ook regelmatig voor. Gezien de positie van het woonhuis op het kavel en de status die er aan ontleend wordt, is het woonhuis het rijkst aan detaillering en gebouwd met relatief hoogwaardige materialen. In een omgeving als Herpt betekent ‘rijk gedetailleerd’ echter niet ‘rijk gedecoreerd’, weelderige ornamentiek en uitbundige vormentaal zijn hier niet op hun plaats. Oude stal Van oudsher is de oude stal de meest voorname opstal op het erf. De oude stal is in hoogte dominant en altijd achter de voorgevelrooilijn van het woonhuis gesitueerd. De nokrichting is dwars op de weg gesitueerd. De hoofdvorm is eenvoudig zonder aan- of opbouwen. De materialisering is verwant aan het oude woonhuis, oudere stallen hebben een rieten kap met wolfsenden.
Afbeelding 13: oude stal
Grote schuur De grote schuur(en) is (zijn) doorgaans het (de) grootste volume(s) op het erf. Deze zijn van meer recente datum. De hoofdvorm is zeer eenvoudig en langgerekt met een lage kap. De kap is dwars op de weg gesitueerd. De materialisering is eenvoudige. Vaak wordt geteerd gepotdekseld hout toegepast als gevel en plaatmateriaal (golfplaat) voor op het dak. De grote schuur is zeer terughoudend in verschijningsvorm.
VH 101029 05808006A TLT.doc
28
Afbeelding 14: grote schuur
Veldschuur De veldschuur is een open gebouw zonder voorgevel, oorspronkelijk bedoeld voor opslag. De veldschuur wordt geplaatst met de nokrichting haaks op die van de stal met, de open zijde bevindt zich aan het erf. Indien deze open zijde wordt voorzien van een terugliggende glasgevel kan de typologie met behoud van karakter worden aangewend als woonhuis. De materialisering van de veldschuur is wat betreft de gevel verwant aan de grote schuur, de materialisering van het dak is verwant aan die van het oude woonhuis. Zeer typerend voor de veldschuur is de asymmetrische kap met een lang deel met een lage goothoogte aan de achterzijde en een voorzijde die slechts functioneert als afdakje met een hoge goothoogte. Zie Afbeelding 15 (linker foto).
Afbeelding 15: veldschuur met overstek (links), bakhuisje (rechts)
VH 101029 05808006A TLT.doc
29
Bakhuisje Het bakhuisje is een klein stenen gebouwtje met een eenvoudige vorm zonder toevoegingen. De nokrichting is overwegend haaks op de nokrichting van de stal. Het bakhuisje heeft een vrijstaande plaatsing nabij de stal of het woonhuis, in ieder geval achter de voorgevelrooilijn van het huis. Afbeelding 15 (rechter foto) is een voorbeeld van een bakhuisje. Kleine veldschuur Idem als de veldschuur maar dan in kleinere uitvoering als bijgebouw. De nokrichting is dan minder relevant. Erf De inrichting van de open ruimte op het erf kent eveneens twee typologieën: voorerf en het werkerf. Van oudsher is het woonhuis het centrale gebouw op het voorerf. Het voorerf, gelegen aan de straatzijde, heeft een representatief en geordend karakter. Mogelijk bevinden zich hier, naast het woonhuis, onder andere een siertuin, een moestuin, een waterput, het kippenhok en de boomgaard.
Afbeelding 16: voorerf (links) en werkerf (rechts)
Het werkerf is geconcentreerd rond de centrale plaats en heeft een informele inrichting. Hier bevinden zich alle overige genoemde opstallen. Deze opstallen zijn compact geordend. Naast de ruimtelijke kwaliteit die dit biedt waarborgt deze plaatsing tevens de afstand van de bebouwing tot de milieucontour van naastgelegen veehouderij.
4.3
Ontsluiting en parkeren De twee woningen aan de Herptseweg worden direct ontsloten aan de weg. Het parkeren vindt plaats op eigen terrein volgens de gemeentelijke parkeernorm van 1,8. Hiertoe zal een inrit gecreëerd worden door de bestaande grasberm, rekening houdend met de bestaande bomen in die berm. Inpandig parkeren gebeurt in de hoofdbouwmassa of in een vrijstaande garage of carport.
VH 101029 05808006A TLT.doc
30
Afbeelding 17: parkeren in een vrijstaand bijgebouw (links) of in het hoofdvolume (rechts)
De woningen rond het boerenerf (de bestaande woning uitgezonderd) worden ontsloten vanaf het erf. Dit erf heeft één centrale inrit vanaf de openbare weg. Op het erf is ruimte voor bezoekersparkeren. Daarnaast heeft iedere woning twee parkeerplaatsen op eigen terrein. Inpandig parkeren gebeurt in de hoofdbouwmassa of in een vrijstaande garage of carport. Het erf heeft een informele inrichting, bij voorkeur gebruikmakend van een halfverharding met een doorlatend oppervlak, bijvoorbeeld in de vorm van grind. Het erf is een centrale ontmoetingsruimte met naast het parkeren ruimte voor onder andere spelen en groen.
4.4
Verkaveling en functies In het nieuwe boerenerfconcept bevindt zich naast de bestaande woning ook een nieuw woonhuis op het erf. De aanwezigheid kan van dit woonhuis kan worden gezien als tweede woonhuis op het erf maar mag ook worden geïnterpreteerd als onderdeel van een tweede boerenerf binnen de plangrenzen. Deze beide interpretaties zijn uitwisselbaar en kunnen worden gerealiseerd binnen dezelfde randvoorwaarden. De stalwoning is geplaatst achter het bestaande woonhuis. De stalwoning is de grootste woning op het erf en is tevens geplaatst op het grootste kavel. Afbeelding 18 is een voorbeeld van een stalwoning.
VH 101029 05808006A TLT.doc
31
Afbeelding 18: referentie stalwoning
De schuurwoning bevindt zich in de zuidelijkwestelijke hoek van het erf. De nokrichting van de schuurwoning is haaks op de weg gesitueerd. Ook hier is het volume eenvoudig van hoofdvorm. De rooilijn van de woning bevindt zich zo dicht mogelijk op de noordelijke erfgrens, teneinde het contact met het erf te maximaliseren. Afbeelding 19 is een referentiefoto van een schuurwoning.
Afbeelding 19: referentie schuurwoning
VH 101029 05808006A TLT.doc
32
De veldschuurwoning is het sluitstuk van de verkaveling. De woning is met de nok overdwars geplaatst aan de achterzijde van het plangebied. De afstand van de veldschuurwoning tot de oostelijke erfgrens is minimaal, teneinde de ruimte van het boerenerf visueel goed te kunnen beëindigen. Afbeelding 20 is een voorbeeld van een veldschuurwoning.
Afbeelding 20: referentie veldschuurwoning
De twee vrijstaande woningen aan de Herptseweg voegen zich in het spel van de verspringende rooilijnen aan diezelfde weg. Afbeelding 21 is een referentiefoto van een vrijstaande woning.
Afbeelding 21: referentie vrijstaande woning
De woonboerderij op de hoek van de Herptseweg en de Achterweg is karakteristiek voor zijn omgeving. Om het aanzien van deze boerderij te respecteren en tevens voldoende afstand tot de weg te creëren geldt de geprojecteerde lijn waarin
VH 101029 05808006A TLT.doc
33
de zijgevel van deze woonboerderij aan de Herptseweg ligt als uiterste bebouwingsgrens voor de twee vrije kavels. Ten behoeve van de kenmerkende differentiatie in het straatbeeld van Herpt is de meest oostelijke woning bij voorkeur georienteerd met de nokrichting haaks op de weg en de meest westelijke woning met de nokrichting parallel aan de weg. In de oorspronkelijke situatie vormt de bebouwing van het plangebied de eerste bebouwing van het dorp bij binnenkomst vanaf de Achterweg, zie Afbeelding 22. Ook in de nieuwe situatie zal dat het geval zijn. Deze dorpsentree, heeft in lijn met de rest van het dorp, een informeel karakter. De overgang tussen dorp en landschap is een geleidelijke, zachte overgang. Dat zachte karakter wordt versterkt door de aanwezige houtopstanden. In voorliggend bestemmingsplan wordt dit karakter behouden. Mede daarom is bouwhoogte van de schuurwoning lager dan de daarachter gelegen de veldschuurwoning. De bouwhoogte van de veldschuurwoning is op zijn beurt weer lager dan de bouwhoogte van de stalwoning. Vanaf de landschapszijde ontstaat zo een serie coulissen van bebouwing en groen die de ervaring van het weidse landschap op subtiele wijze scheiden van de beslotenheid van het dorp.
Afbeelding 22: dorpsentree vanaf de Achterweg
4.5
Groen en water Aan de zijde van de Herptseweg biedt de bestaande laanbeplanting een sterke ruimtelijke kwaliteit, deze wordt volledig gehandhaafd. Afbeelding 23 is een foto van de Herptseweg richting het dorp.
VH 101029 05808006A TLT.doc
34
Afbeelding 23: laanbeplanting van de Herptseweg
Traditioneel worden boerenerven veelal begrensd door houtwallen aan weerszijden, haaks op de weg, parallel aan de verkavelingsrichting. Aan de zuidzijde van het plangebied wordt een dergelijke houtwal voorgesteld. Deze houtwal fungeert tevens als verzachtend element in de overgang van het landschap naar de bebouwing. De houtwal die de noordelijke en zuidelijke zijde van het plangebied scheidt, is het noordelijke antwoord op de houtwal aan de zuidelijke zijde van het boerenerf. Zo mogelijk wordt deze behouden en versterkt.
Afbeelding 24: bestaande houtwal in het plangebied
VH 101029 05808006A TLT.doc
35
Daar waar het kavel aan het landschap grenst en zich geen houtwal bevindt wordt bij voorkeur géén erfscheiding gerealiseerd. Het uitzicht op het landschap wordt daarmee optimaal benut. Indien hier toch een erfscheiding noodzakelijk is, is deze ten hoogste twee meter hoog en groen uitgevoerd. De kavels hebben een groene, bij voorkeur gemeenschappelijke erfscheiding. Door het besloten karakter van het erf wordt een erfscheiding aan de voorzijde niet noodzakelijk geacht. Indien er toch sprake is van een erfscheiding, krijgt deze de vorm van een haag van ten hoogste één meter. In de lijn van het boerenerf is er in het meest zuidelijke deel van het plangebied ruimte voor het realiseren van een boomgaard of populierenbosje. Afbeelding 25 geeft een beeld van een haag en een boomgaard.
Afbeelding 25: haag (links) en boomgaard (rechts)
Alle aan te planten bomen en heesters dienen van inheemse soorten te zijn, passend in de landschappelijke kwaliteiten van Herpt.
4.6
Duurzaamheid
4.6.1
Richtlijnen VROM Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft in samenwerking met enkele andere partners een brochure gemaakt 'Overzicht borgingsmogelijkheden voor milieu in ruimtelijke planvorming', een bijlage bij de publicatie Milieu in ruimtelijke plannen van juli 2008. De brochure heeft als doel om tot een duurzame ruimtelijke ontwikkeling te stimuleren en bevat een aantal concrete maatregelen, die zijn onderverdeeld naar thema: flora en fauna; bodem, landschap en cultuurhistorie; water; verkeer; energie; afval; woon- en leefmilieu; ruimtegebruik.
4.6.2
Beleid gemeente De gemeente Heusden heeft in het rapport 'Duurzaamheidsagenda, een kader voor duurzaamheid in de gemeente Heusden', haar eigen duurzaamheidsambitie vastgelegd. De gemeente wil een zo groot mogelijke bijdrage te leveren aan het
VH 101029 05808006A TLT.doc
36
terugdringen van de CO2 uitstoot door energiebesparing en het inzetten van duurzame energiebronnen. De gemeente wil middels de Rijks regeling 'Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven' haar ambitie concretiseren. De voor dit bestemmingsplan relevante items zijn: realiseren van woningen met een 75% verscherpte Energie Prestatie Coefficient (EPC) of realiseren van energieneutrale woningen; 10% van de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt wordt duurzaam opgewekt en geleverd via grootschalige en/of collectieve opties zoals windenergie, energie uit biomassa, energie uit waterkracht of warmte/koude/opslag; eventueel toepassing van LED verlichting in openbare verlichting. 4.6.3
Duurzame maatregelen In voorliggend plan zijn op basis van de VROM brochure en het gemeentelijk beleid de volgende concrete maatregelen opgenomen om tot een duurzame ruimtelijke ontwikkeling te komen: flora en fauna een flora fauna onderzoek is uitgevoerd conform de wettelijke verplichting water de afvoer van het (schone) hemelwater is gescheiden van de droogweerafvoer; het hemelwater wordt het eigen terrein geborgen en geïnfiltreerd; er worden geen uitlogende materialen gebruikt; energie het toepassen van bepaalde vormen van warmte en koude opslag is mogelijk; het gebruik van actieve zonne-energie (zonnepanelen) is mogelijk; woon- en leefklimaat het plan heeft een duidelijke identiteit (boerenerf concept); het gezamenlijke erf heeft een open karakter wat de sociale veiligheid bevordert; Ruimtegebruik het erf dient zowel als parkeervoorziening en als verblijfsgebied;
4.7
Beeldkwaliteit Aanvullend op de planbeschrijving in voorgaand hoofdstuk is een beeldkwaliteitplan opgesteld. Dit beeldkwaliteitplan is opgenomen in een separaat document dat dient als toetsingkader voor de ruimtelijke kwaliteit van de invulling van het plan.
VH 101029 05808006A TLT.doc
37
VH 101029 05808006A TLT.doc
38
5.
UITVOERINGSASPECTEN In dit hoofdstuk worden de uitvoeringsaspecten beschreven.
5.1
Bodem Lankelma Geotechniek Zuid B.V. uit Oirschot heeft een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd: rapport "Verkennend bodemonderzoek Locatie aan de Achterweg 28 te Herpt" (30 januari 2009, 62599). Het rapport is bijgevoegd als bijlage 4. De conclusies en aanbevelingen van het onderzoeksrapport zijn hieronder integraal weergegeven. "Daar som (cis, trans) 1,2 –dichloorethenen, barium en xylenen in het grondwater en lood en zink in de bovengrond de desbetreffende streefwaarden/achtergrondwaarden overschrijden dient de onderzoekshypothese te worden verworpen. Formeel gezien is de bodem op de locatie niet geheel vrij van bodemverontreiniging. Gezien de aard en mate van de aangetroffen verontreiniging is nader onderzoek niet noodzakelijk. Er bestaan uit bodemkwaliteitsoogpunt geen beperkingen ten aanzien van de geplande ontwikkelingen. De gemeente is in deze echter bevoegd gezag. Opgemerkt wordt dat een eventuele puinlaag onder de betonverharding en stelconplaten niet is meegenomen in het onderzoek. " Algemene conclusie Tijdens / na de verwijdering van de stelconplaten en de betonverharding wordt bepaald of een aanvullend onderzoek naar bodemverontreiniging moet worden uitgevoerd. Dit wordt getoetst in de procedure voor de verlening van de omgevingsvergunning waarmee het bouwen mogelijk wordt gemaakt. Het reeds uitgevoerde onderzoek geeft geen aanleiding om te veronderstellen dat de bodemgesteldheid niet geschikt zou zijn voor de toekomstige functie. Derhalve levert het aspect bodem geen belemmeringen op aan de uitvoering van het bestemmingsplan.
5.2
Verkeerslawaai Amitec Milieuadviezen B.V. heeft een akoestisch onderzoek uitgevoerd in het kader van de Wet geluidhinder. De resultaten van het onderzoek zijn beschreven in het rapport Akoestisch onderzoek, Achterweg 28 te Herpt, AV.043w-2, d.d. 27 oktober 2009, zie bijlage 5. De conclusies en aanbevelingen van het onderzoeksrapport zijn hieronder integraal weergegeven. “Het onderzoek vindt plaats in het kader van een wijziging van het bestemmingsplan. Het plangebied ligt binnen de invloedsfeer van de Achterweg, Hoofdstraat, Herptseweg en de Van Cuijkstraat te Herpt. Doel van het onderzoek is het bepalen van de geluidsbelasting ter plaatse van het bouwplan vanwege het wegverkeer. Het plangebied is gelegen binnen de verkeerskundige kom.
VH 101029 05808006A TLT.doc
39
Op grond van de Wet geluidhinder dient bij vaststelling of herziening van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd binnen de zones van wegen en industrieterreinen. Binnen het plangebied komen geen geluidsgezoneerde industrieterreinen en spoor-, tram- of metrowegen voor. Het akoestisch onderzoek heeft derhalve alleen betrekking op zones langs wegen. Voor het akoestisch onderzoek is de Standaardrekenmethode II (SRM-2, 2006) toegepast. Op grond van de Wet geluidhinder dient eerst getoetst te worden aan de voorkeursgrenswaarde. Sinds 1 januari 2007 bestaat op grond van de Wet geluidhinder de mogelijkheid voor gemeenten om zelf hogere waarden vast te stellen. De hoogst toelaatbare gevelbelasting is vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Uit de berekeningen blijkt dat op het gehele perceel voldaan wordt aan de hoogst toelaatbare gevelbelasting van 63 dB. Voor de woningen gelegen ten noorden van de (53-5=) 48 dB contourlijn (circa 47 m vanaf de wegas van de Herptseweg), zal door de gemeente een procedure voor een hogere waarde doorlopen moeten worden ten einde een hogere waarde voor de Lden te verlenen. Woningen welke gebouwd worden ten zuiden van de (53-5=) 48 dB contourlijn van de Herptseweg voldoen aan de voorkeursgrenswaarde. Voor deze woningen hoeft geen hogere waarde procedure gestart te worden. Tevens zullen maatregelen getroffen moeten worden om een aanvaardbaar binnenniveau te kunnen realiseren. Het treffen van maatregelen aan de bron of in de overdracht is niet realistisch. Er dient daarom een onderzoek plaats te vinden naar de geluidswering van de gevels van de woningen. Alvorens een onderzoek naar de geluidswering van de gevels uitgevoerd kan worden dient per woning of per woningblok de exacte geluidsbelasting berekend te worden. Hiervoor dient eerst de exacte ligging van de woningen vastgesteld te worden.” Naar aanleiding van bovenstaande conclusies heeft Amitec op basis van de werkelijke bouwblokken aanvullend onderzoek gedaan waarin de exacte geluidsbelasting op de gevels is berekend. De resultaten zijn beschreven in een notitie die is bijgevoegd als bijlage 6. Conclusie De geluidsbelasting ter plaatse van de twee (reguliere) woningen aan de Herptseweg is hoger dan de voorkeursgrenswaarde. Het treffen van maatregelen aan de bron, zoals het vervangen van het wegdek, is vanwege beeldkwaliteit en financiële overweging ongewenst. Ook het treffen van maatregelen in de overdrachtsfeer, zoals een geluidsscherm is landschappelijk en stedenbouwkundig gezien geen optie. Daarom wordt een hogere waarde procedure doorlopen worden voor de twee woningen aan de Herptseweg. Indien de hogere grenswaarden worden verleend, vormt het aspect geluid geen belemmering voor de uitvoering van het bestemmingsplan.
VH 101029 05808006A TLT.doc
40
5.3
Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteitseisen in werking getreden. Deze Wet voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programmaaanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde plannen met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze ‘niet in betekenende mate’ bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Een plan draagt ‘niet in betekenende mate’ bij aan de luchtverontreiniging als de 3% grens niet wordt overschreden. De 3% grens is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 0,4 μg/m3 voor zowel PM10 als NO2. In de “Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)” wordt aangegeven, ook voor de 3% grens, op welke manier snel kan worden vastgesteld of de bijdrage van een nieuwbouwplan op de luchtkwaliteit valt onder de term ‘niet in betekenende mate’. De bijlage van de regeling geeft een harde omschrijving van een aantal gevallen. Voor woningbouw bijvoorbeeld geldt bij één ontsluitingsweg een aantal van 1500 nieuwe woningen netto (vervanging van bestaande woningen geldt als bijdrageneutraal). Het plan betekent een toename met zes woningen en blijft daarmee ruim onder het genoemde aantal van 1500 woningen. Het plan is hiermee niet in betekenende mate van invloed op de luchtkwaliteit. In de Wet luchtkwaliteitseisen is geen ‘omgekeerde werking’ opgenomen. Conclusie Het plan is niet in strijd met de Wet luchtkwaliteitseisen.
5.4
Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) moet individuele en groepen burgers een basisbeschermingsniveau garanderen tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen bij inrichtingen. Burgers moeten voldoende beschermd zijn tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen. Het basisbeschermingsniveau is een basisnorm dat de kans uitdrukt dat een omwonende overlijdt door een ongeluk met een gevaarlijke stof. Het is uitgedrukt in een getal: het plaatsgebonden risico (PR). Dat is de kans dat een persoon die een jaar lang permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats aanwezig is, als rechtstreeks gevolg van een ongeluk met gevaarlijke stoffen overlijdt. Het Bevi stelt grenswaarden voor het plaatsgebonden risico (PR). Op basis van het Bevi zijn vaste veiligheidsafstanden opgenomen of is aangegeven via welke methodiek deze berekend kunnen worden. Deze veiligheidsafstanden worden getoetst aan de grenswaarden voor het plaatsgebonden risico.
VH 101029 05808006A TLT.doc
41
Daarnaast legt het Bevi een verantwoordingsplicht op voor het groepsrisico (GR). Het groepsrisico geeft de kans aan dat een groep personen door een ongeval bij een risicobedrijf overlijdt. Een gemeente of provincie moet een verantwoording van het groepsrisico afleggen bij veranderingen van het groepsrisico. Het groepsrisico moet verantwoord worden voor het gebied waarbinnen zich de gevolgen van een incident met gevaarlijke stoffen voordoen. Afbeelding 26 is een uitsnede van de risicokaart van Brabant. In de directe omgeving bevinden zich geen routes voor vervoer van gevaarlijke stoffen en/of objecten op basis waarvan een gevarencontour geldt. Tevens zijn er geen Bevi-inrichtingen en buisleidingen gevaarlijke stoffen in de directe omgeving zijn gesitueerd.
Afbeelding 26: Risicokaart Brabant
Conclusie Het project is niet in strijd met het Bevi en is niet gelegen in de directe nabijheid van een transportroute of buisleiding vervoer van gevaarlijke stoffen. Externe veiligheid is derhalve niet relevant voor de beoogde bestemmingsplanwijziging.
5.5
Bedrijven en milieuzonering In de omgeving van het plangebied bevinden zich geen niet-agrarische bedrijven. Conclusie Het voorliggend plan vormt geen belemmering voor niet agrarische bedrijven in de omgeving. Tevens is aangetoond dat er sprake is van een goed woon- en leefklimaat aangezien er geen niet-agrarische bedrijven in de nabije omgeving van het plangebied aanwezig zijn.
VH 101029 05808006A TLT.doc
42
5.6
Geurhinder veehouderijen Op 1 januari 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij in werking getreden. Op basis van deze wet moet worden beoordeeld of de bouw van nieuwe woningen of andere geurgevoelige objecten een belemmering vormen voor omliggende agrarische bedrijven. Tevens moet worden beoordeeld of het leefklimaat in het plangebied voldoende is. Herptseweg 1 Voor de Herptseweg 1 is op 16 december 1994 een milieuvergunning verleend voor het bedrijfsmatig houden en verhandelen van dieren. Gelet op de typering van het gebied is de geurcontour 100 meter. Op basis van het gemeentelijke geurbeleid kan deze contour worden teruggebracht tot 50 meter Volgens het vigerend bestemmingsplan heeft de Herptseweg 1 de bestemming Wonen. Uitbreiding van de agrarische activiteiten is dus niet mogelijk op basis van het vigerend bestemmingsplan. De geurcontour wordt derhalve gerekend vanaf het emissiepunt van de gevel van de stal, aangezien het bedrijf niet verder kan uitbreiden. Op bijlage 1 ‘Bestaande toestand’ is de geurcontour opgenomen. Belemmering voor bedrijfsuitbreiding De geplande nieuwbouw vormt geen belemmering voor de uitbreidingsmogelijkheden van het bedrijf, aangezien het bedrijf op basis van het vigerend bestemmingsplan niet verder mag uitbreiden en de hoofdgebouwen buiten de geurcontour worden gesitueerd. Gezond woon- en leefklimaat De woningen binnen het plangebied vallen buiten de geurcontour. Hiermee is een goed woon- en leefklimaat gewaarborgd. Conclusie Voor de woningen is sprake van een goed woon- en leefklimaat. De geplande ontwikkeling vormt geen belemmering voor de bedrijfsvoering van het bedrijf gelegen aan de Herptseweg 1.
5.7
Archeologie en cultuurhistorie Afbeelding 27 geeft een uitsnede van de Cultuurhistorische Waardenkaart 2005 van de provincie Noord-Brabant weer. Onderhavig plangebied is hierop aangeduid.
VH 101029 05808006A TLT.doc
43
Afbeelding 27: Uitsnede Cultuurhistorische Waardenkaart
5.7.1
Archeologie Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. In deze wet is onder meer opgenomen dat voor bouwwerkzaamheden met een oppervlakte van meer dan 100 m² én gelegen binnen een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde een archeologisch onderzoek uitgevoerd moet worden. Het plangebied ligt binnen een zone met de aanduiding lage archeologische verwachtingswaarde. Een archeologisch onderzoek is derhalve formeel niet vereist, maar is wel uitgevoerd vanwege de nabijheid van het oude Maasje. Bilan heeft het archeologisch onderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in rapport “Heusden 2010/B1618 (NB) – Herpt, Achterweg 28”, 1873 9350, d.d. 30-08-2010”, zie bijlage 7. De conclusie is hieronder integraal geciteerd: Op 27 november 2008 verleende Bureau Verkuylen BV namens Ruimte voor Ruimte CV aan BILAN opdracht voor een archeologisch bureau- en inventariserend booronderzoek (karterende fase) voor het plangebied ‘Achterweg 28’ in Herpt in de gemeente Heusden (provincie Noord-Brabant). Uit het bureauonderzoek bleek dat het plangebied volgens de IKAW vanwege de ligging op de relatief recente stroomgordel van het Oude Maasje een lage archeologische verwachting. Op de oeverwallen van deze rivier zijn echter archeologische waarden uit de late ijzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen bekend. Het gebied direct ten oosten van het plangebied heeft vanwege het voorkomen van oude woongronden van Herpt wel een hoge archeologische verwachting. In het begin van de negentiende eeuw bevond zich echter ook in het plangebied bebouwing van deze nederzetting. In de omgeving van het plangebied zijn archeologi-
VH 101029 05808006A TLT.doc
44
sche waarden uit de vroege en late Middeleeuwen, de Nieuwe tijd en mogelijk ook uit de Romeinse tijd aangetroffen. Het oostelijke deel van het plangebied is in ieder geval vanaf de eerste helft van de negentiende en mogelijk eerder bebouwd geweest. In de loop van de negentiende en/of twintigste eeuw is deze bebouwing vervangen door nieuwbouw. Het centrale deel van het plangebied is vanaf de jaren vijftig bebouwd geweest. In de jaren zeventig is de bebouwing in het plangebied door nieuwere grotere bebouwing vervangen en is ook het noordelijke deel van het plangebied bebouwd geraakt. Over het algemeen heeft bedrijfsbebouwing een beperkte funderingsdiepte, waardoor de verwachting is dat de bodem in het plangebied nog grotendeels onverstoord is. Op basis van deze gegevens kunnen in de afzettingen van het Oude Maasje (vanaf of nabij het maaiveld) archeologische waarden uit de late ijzertijd, Romeinse tijd, Middeleeuwen en Nieuwe tijd aanwezig zijn en wordt aan het plangebied een hoge archeologische verwachting toegekend. Uit het veldonderzoek bleek dat de geul-/ oeverwalafzettingen van de stroomgordel van het Oude Maasje in het plangebied vanaf een diepte van 60 à 165 cm –mv (d.w.z. 34 à 164 cm +NAP) aanwezig zijn. Deze afzettingen zijn afgedekt met kleiiger oeverwal(-kom-nabije-)afzettingen. De top van deze afzettingen zijn door antropogene afzettingen beïnvloed, waardoor waarschijnlijk een oude woongrond is ontstaan. Deze oude woongrond is plaatselijk door recentere ingrepen verstoord. Eventuele archeologische waarden worden vanaf het maaiveld verwacht en zullen derhalve bij de bouwwerkzaamheden worden verstoord. Er werden uitsluitend archeologische indicatoren uit de Nieuwe tijd aangetroffen, die kunnen wijzen op een vindplaats in of rondom het plangebied. Op basis van het uitgevoerde onderzoek is de kans op het aantreffen van indicatoren uit de vroegere perioden klein en kan de aanwezigheid van archeologische waarden uit vroegere perioden niet worden uitgesloten. Op basis van deze gegevens behoudt het plangebied een hoge archeologische verwachting en wordt, indien in het plangebied bodemingrepen worden uitgevoerd, geadviseerd een vervolgonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek uit te voeren om de aan- of afwezigheid vast te stellen en, indien aanwezig, de aard, het karakter, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden te bepalen. Dit selectieadvies moet, voordat bodemverstorende activiteiten plaatsvinden, door de verantwoordelijke overheid worden beoordeeld en onderschreven in een selectiebesluit. Voorafgaand aan het vervolgonderzoek dient een Programma van Eisen worden opgesteld, dat dient te worden geaccordeerd door de verantwoordelijke overheid. Conclusie Het proefsleuvenonderzoek wordt uitgevoerd nadat de bestaande opstallen en verharding zijn gesloopt. Ter bescherming van mogelijke archeologische waarden is in het bestemmingsplan een dubbelbestemming Waarde – Archeologie opgenomen. Op deze wijze is het aspect archeologie in het kader van het bestemmingsplan voldoende geborgd.
VH 101029 05808006A TLT.doc
45
5.7.2
Cultuurhistorie Het dorp Herpt ligt op de oude, hoger gelegen stroomgordel van het Oude Maasje. Vanwege deze ligging heeft het plangebied een hoge verwachting voor archeologische waarden uit de late ijzertijd, Romeinse tijd, Middeleeuwen en Nieuwe tijd. In latere perioden was het zuidelijk deel van het plangebied lange tijd in gebruik als bouwland en stond bekend als ‘Het Wielblok’. De term ‘Wiel’ in die naam verwijst naar een diep gat dat wordt uitgekolkt na een dijkdoorbraak, hetgeen enig inzicht geeft in de bewogen geschiedenis van de waterlopen in de omgeving. De voorzijde van het perceel aan de Achterweg is op de Cultuurhistorische Waardenkaart van de Provincie Noord-Brabant aangeduid met de waardering ‘hoog’ in de categorie historische stedenbouw. Hier is sprake van een kenmerkende lintbebouwing. De achterzijde van het perceel is op deze kaart aangeduid als onderdeel van het schootsveld in de categorie ‘historische zichtrelaties’ De huidige opstallen in het plangebied hebben geen aanduiding als waardevolle of monumentale bebouwing. Het ensemble van het agrarische bedrijf als geheel en diens positie aan de dorpsrand is echter een kenmerkend onderdeel van de dorpsstructuur van Herpt. In de eerste helft van de negentiende eeuw was het gebied enige tijd in gebruik als bouwland en dan weer als grasland, ingeklemd tussen de Maas in het noorden en het Oude Maasje in het zuiden. De oorspronkelijke bebouwing (boerderij met woonhuis) van het zuidelijke perceel stamt vermoedelijk uit deze periode. In de jaren vijftig van de 20ste eeuw ontstond er meer bebouwing in het plangebied. Het huidige woonhuis is vermoedelijk herbouwd in de eerste helft van de 20ste eeuw. De naastgelegen stal stamt uit de jaren zeventig maar de gevelindeling en een afwijkende kleur baksteen in het onderste deel van de gevel duiden erop dat het waarschijnlijk een verbouwing/uitbreiding van een oudere opstal betreft. Ook in het noordelijk deel van het plangebied zijn in de jaren zeventig bedrijfsloodsen opgericht, deze zijn in de jaren negentig weer gesloopt waarna het betreffende perceel weer zijn oorspronkelijke functie als grasland kreeg. Naastgelegen boerderij (Achterweg 26) is aangeduid als cultuurhistorisch waardevol object volgens het Monumenten Inventarisatie Project (M.I.P.) dat is uitgevoerd in de periode tussen 1986 en 1995. Deze straatbeeldtyperende boerderij stamt uit 1890 maar heeft geen directe relatie met het plangebied, zie Afbeelding 28.
VH 101029 05808006A TLT.doc
46
Afbeelding 28: Achterweg 26
Volgens de Cultuurhistorische Waardenkaart Brabant bevinden zich binnen het plangebied twee waarden: Schootsveld van de vesting Heusden; Oeverwalnederzetting Herpt. Het schootsveld van de vesting Heusden betreft het open, overwegend agrarisch, gebied tussen de vestingwerken van Heusden en Herpt. Van oudsher werd dit terrein ontwaard van bebouwing om goed zicht te hebben op potentiële belagers van de vesting. De bebouwing van voorliggend plan bevindt zich aan de rand van dit schootsveld. De realisatie van de voorziene bebouwing betekent geen noemenswaardige verandering van de grens van dit schootsveld aangezien zich momenteel agrarische opstallen op dezelfde plek bevinden. De Oeverwalnederzetting Herpt wordt als volgt beschreven: “Een ten zuidoosten van Heusden gesitueerd gehucht. Herpt heeft een langgerekte, ovaalvormige structuur opgebouwd uit een drietal, licht gebogen, noord-zuid getraceerde wegen, parallel aan het Oude Maasje. De Burgemeester Buysstraat en de Hoofdstraat zijn hiervan de oudste. Het bebouwingsbeeld is overwegend verspreid met een agrarische functie. Kenmerkend is de padenstructuur gelegen tussen de drie hoofdwegen. Langs verschillende wegen en paden liggen relicten van laanbeplanting, houtkanten en hagen. Herpt ontstond omstreeks de periode 1100-1300 op enkele stroomruggronden van de Maas, aan de westzijde van het Oude Maasje. In het noordelijke gedeelte bevinden zich de restanten van de in 1944 verwoeste kerk (1200-1800), ten westen daarvan werd in 1924 een katholieke kerk opgetrokken. Hier bevindt zich een concentratie van woonhuizen. Na 1940 werd in het zuidelijke en vooral het noordelijke gedeelte de bebouwing verdicht en uitgebreid.” Voorliggend bestemmingsplan voegt zich binnen bovenstaande beschrijving, met name omdat de voormalige agrarische functie het leidend beginsel vormt voor de te realiseren verkavelingsopzet en woningtypen. Tevens wordt daarbij aangesloten op bijbehorende inrichtingskarakteristieken. De beschreven waarde blijft in tact en wordt niet bedreigd door de geplande ontwikkeling. Conclusie Er worden geen cultuurhistorische waarden aangetast.
VH 101029 05808006A TLT.doc
47
5.8
Flora en fauna De wettelijke bescherming van natuurgebieden is geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998. Sinds 1 oktober 2005 is hierin ook het beschermingsregime van de Vogel- en Habitatrichtlijn geïmplementeerd. Vogel- en Habitatrichtlijngebieden worden volgens de gewijzigde wet beschouwd als Beschermd Natuurmonument annex Natura 2000-gebied. Om een overzicht te verkrijgen van de binnen het plangebied en de omgeving aanwezige beschermde soorten en de eventuele gevolgen van het bouwplan voor deze soorten heeft Staro natuur en beheer een quickscan uitgevoerd. Dit onderzoek (Rapportnummer P09-0186, november 2009) is bijgevoegd als bijlage 8. De conclusies van het onderzoek zijn hieronder geciteerd: “Concluderend kan gesteld worden dat: de toekomstplannen mogelijk in strijd zijn met de natuurwetgeving wat betreft vleermuizen. Nader onderzoek is voor deze soortgroep nodig; mogelijk huismus, steenuil of kerkuil in het plangebied voorkomen. Nader onderzoek is nodig in het broedseizoen; de aanbevelingen ten aanzien van vogels in acht genomen dienen te worden; de werkzaamheden voor de overige soortgroepen geen overtreding van de natuurwetgeving tot gevolg hebben.” Naar aanleiding van bovenstaande conclusies heeft Staro Natuur en Buitengebied aanvullend onderzoek naar vleermuizen uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in briefrapport “oplevering resultaten vogel- en vleermuisonderzoek Achterweg 29 (P010-022), d.d. 27 oktober 2010, zie bijlage 9. De conclusies van dit onderzoek zijn hieronder integraal overgenomen: “Uit het onderzoek blijkt dat vleermuizen foerageren bij het grasveld en beplanting nabij het woonhuis en de stallen, maar dat het geen belangrijk foerageergebied is. In de omgeving van het plangebied is tevens voldoende geschikt foerageer gebied aanwezig. Er zijn geen kraamkolonies en/of winterverblijfplaatsen van vleermuizen waargenomen in het plangebied. Uilen zijn niet aangetroffen in het plangebied. Tevens zijn er geen sporen van uilen waargenomen. De huismus en gierzwaluw of sporen van deze soorten zijn binnen het plangebied niet aangetroffen. Het slopen van de stallen is niet in strijd met de Flora- en faunawet.” Conclusie Na een quickscan natuurwaarden en een aanvullend veldonderzoek naar vogels en vleermuizen, wordt geconcludeerd dat voorliggend plan niet in strijd is met de Flora- en faunawet. Nader onderzoek is derhalve niet vereist.
5.9
Waterparagraaf
5.9.1
Inleiding Grasveld Civiele Techniek heeft de volgende stukken gebruikt voor het opstellen van deze paragraaf: Inrichtingsschets d.d. 10 november 2009 van Bureau Verkuylen; Verkennend bodemonderzoek d.d. 30 januari 2009 van Lankelma;
VH 101029 05808006A TLT.doc
48
5.9.2
Luchtfoto bestaande toestand d.d. 29 oktober 2008 van Bureau Verkuylen.
Beleid Waterschap Aa en Maas Het projectgebied valt binnen het werkgebied van het Waterschap Aa en Maas. Het Waterschap heefteen waterbeheerplan 2010 – 2015 (november 2009, Waterschap Aa en Maas) en haar Beleidsnota ‘Uitgangspunten watertoets waterschap Aa en Maas’ waar acht centrale uitgangspunten geformuleerd zijn. Deze uitgangspunten zijn: Wateroverlastvrij bestemmen; Gescheiden houden van vuilwater en schoon hemelwater; Doorlopen van de afwegingsstappen: hergebruik, infiltratie, buffering, afvoer; Hydrologisch neutraal bouwen; Water als kans; Meervoudig ruimtegebruik; Voorkomen van vervuiling; Waterschapsbelangen: ruimteclaims voor waterberging ruimteclaims voor de aanleg van natte EVZ’s en beekherstel aanwezigheid en ligging watersysteem aanwezigheid en ligging waterkering aanwezigheid en ligging van infrastructuur en ruimteclaims t.b.v. de afvalwaterketen in beheer van het waterschap De uitgangspunten van het Waterschap komen in deze notitie aan de orde.
5.9.3
Gebiedskenmerken Verharding Binnen het projectgebied is bestaande bebouwing en terreinverharding aanwezig met een totale oppervlakte van ca. 5.100 m2. De vier Ruimte voor Ruimte woningen worden gebouwd op de locatie van de huidige stallen en verharding. In het kader van de Ruimte voor Ruimte regeling is aanvullend elders in Brabant 4.000 m2 stal gesloopt. Deze 4.000 m2 is niet meegenomen in deze watertoets. Het is niet bekend hoe de bebouwing en terreinverharding zijn aangesloten op riolering of bestaande watergang. De bebouwing en terreinverharding zijn aangegeven op de Luchtfoto bestaande toestand d.d. 29 oktober 2008 van Bureau Verkuylen. Hoogteligging De hoogteligging van het terrein varieert tussen 2,3 en 2,9 meter boven NAP. De zuidkant van het plangebied is de hoge kant. Ondiepe bodemopbouw De bodem bestaat vanaf het maaiveld tot 4,0 m minus maaiveld uit matig fijn siltig zand met plaatselijk leemlagen. Grondwater De grondwaterstand is door Lankelma op 26 januari 2009 ter plaatse gemeten op 2,10 m minus maaiveld.
VH 101029 05808006A TLT.doc
49
Afwegingsstappen Voor de omgang met het schone hemelwater zijn de afwegingsstappen hergebruik, infiltratie, buffering, afvoer doorlopen. Hergebruik van hemelwater wordt niet haalbaar geacht gezien de beperkte omvang van de ontwikkeling (6 woningen). Conform de civiel- en cultuurtechnische randvoorwaarden van de gemeente Heusden (LIOR) zal het schoon water ter plaatse worden geïnfiltreerd. De doorlatendheid van de bodem is niet bekend. Uitgaande van de boringen uit het verkennend bodemonderzoek worden aanvullende maatregelen (grondverbetering) nodig geacht om op de locatie te infiltreren. Voor de twee woningen aan de Herptseweg is het voorstel om een watergang langs de Herptseweg aan te leggen waarin het schone hemelwater kan worden geïnfiltreerd. Het hemelwater van de daken en inritten wordt hierbij ondergronds afgevoerd naar de watergang. Voor de vier woningen aan de Achterweg is het voorstel om de centrale toegangsweg in een bestrating van straatbakstenen uit te voeren met een ondergrondse bergings-/infiltratievoorziening. Hierbij wordt hemelwater van de rijbaan, daken en inritten middels een ondergrondse leiding naar de ondergrondse infiltratievoorziening geleid. 5.9.4
Toekomstig watersysteem In het watersysteem maken wij onderscheid in de droogweerafvoer (huishoudelijk afvalwater) en regenwaterafvoer (neerslag). Deze beide rioolwaterstromen worden gescheiden gehouden in overeenstemming met de uitgangspunten van het Waterschap. Dit betekent dat er twee aparte rioolsystemen worden aangelegd. Beide systemen worden in de onderstaande paragrafen separaat beschreven. Droogweerafvoer De droogweerafvoer (DWA) van de zes bouwkavels voeren af naar de bestaande vuilwaterriolering. De twee woningen aan de Herptseweg worden separaat van elkaar aangesloten op de bestaande vuilwaterriolering in de Herptseweg. De vier woningen aan de Achterweg worden verzameld in een nieuw hoofdriool onder de centrale toegangsweg. Dit hoofdriool zal worden aangesloten op de bestaande vuilwaterriolering in de Achterweg. De aansluitpunten op de vuilwaterriolering in de Herptseweg en de Achterweg worden tijdens de civieltechnische planvoorbereiding in overleg met de gemeente bepaald. Regenwaterafvoer De keuze is gemaakt om het regenwater afkomstig van de daken en inritten van de twee woningen aan de Herptseweg te infiltreren in een aan te leggen watergang langs de Herptseweg en het regenwater van de daken en perceelsverhardingen van de vier woningen aan de Achterweg aan te sluiten op een bergings/infiltratievoorziening onder het toegangspad. Als gevolg van de ontwikkeling van de locatie worden 4 nieuwe Ruimte voor ruimte woningen en 2 nieuwe reguliere woningen en inrit van ca. 250 m2 gerealiseerd. De nieuwe terreinverharding in de Achterweg bedraagt ca. 1.575 m2.
VH 101029 05808006A TLT.doc
50
Voor de realisatie van de vier Ruimte voor Ruimte woningen wordt op het terrein 5100 m2 stalruimte en verharding afgebroken. In totaal wordt er (4 x 250 m2 + 2/3 deel van de terreinverharding Achterweg) 1.000 m2 + 1.050 m2 = 2.050 m2 nieuwe verharding gecreëerd. Deze ontwikkeling is hydrologisch positief en een aanvullende water bergingsvoorziening voor de nieuwe verharding is dan ook niet noodzakelijk. De twee reguliere woningen die buiten de Ruimte voor Ruimte woningen vallen, dienen hydrologisch neutraal te worden ontwikkeld. De totale nieuwe verharding voor de reguliere woningen bedraagt (2 x 250 m2 + 1/3 deel van de terreinverharding Koesteeg) 500 m2 + 525 m2 = 1.025 m2. Op basis van de tool hydrologisch neutraal ontwikkelen (HNO-tool) van waterschap Aa en Maas is onder maatgevende omstandigheden (neerslagreeks T = 10 + 10%) een berging benodigd van 49 m3. Daarbij mag een hoeveelheid van 65 m3 (neerslagreeks T = 100 + 10%) niet tot wateroverlast binnen het plangebied of bij derden leiden. Een uitdraai van de HNO-tool is als bijlage 10 toegevoegd. De minimaal benodigde capaciteit kan worden gerealiseerd door het verbreden van een waterloop ter plaatse van de twee kavels aan de Herptseweg en het aanleggen een waterbergingssyseem ter plaatse van de vier kavels aan de Achterweg. Nabij de kavels aan de Herptseweg wordt in de bestaande waterloop met een lengte van 50 m en de onderstaande afmetingen een berging gecreëerd. De berging in de waterloop zal, gerekend met een waterschijf van 0,30 m en een waking van 0,50 m, voldoen aan de bergingseis.
De locatie en uitwerking van de aansluiting (overstort) zal in overleg met de betrokken partijen (Ruimte voor Ruimte, gemeente Heusden en Waterschap Aa en Maas) in de fase van de civieltechnische planvoorbereiding plaatsvinden. Nabij de vier kavels aan de Achterweg wordt een bergingssysteem gerealiseerd met een minimaal benodigde capaciteit van 28 m3. De oppervlakte van het bergingssysteem bedraagt ca. 72 m2. De dikte van de waterberging is minimaal 0,39 m. Wij verwachten dat waterbergende fundering boven de GHG komt te liggen.
VH 101029 05808006A TLT.doc
51
5.9.5
Aandachtspunten Om vervuiling tegen te gaan dient de toepassing van uitlogende bouwmaterialen te worden voorkomen.
VH 101029 05808006A TLT.doc
52
5.10
Belemmeringen Op kaart 2 Bestaande toestand zijn alle relevante hindercontouren weergegeven, te weten: een geur- en geluidscontour.
VH 101029 05808006A TLT.doc
53
6.
FINANCIËLE ASPECTEN
6.1
Regelgeving grondexploitatie In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is in afdeling 6.4 de regelgeving rondom grondexploitatie opgenomen. Centrale doelstelling van deze regelgeving is om in de situatie van particuliere grondexploitatie te komen tot een verbetering van het gemeentelijk kostenverhaal en de versterking van de gemeentelijke regie bij locatieontwikkeling. In artikel 6.12 van de Wro is bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop een bouwplan is voorgenomen. In artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is vastgelegd wat onder een bouwplan wordt verstaan. De bouw van een of meerdere hoofdgebouwen is in het betreffende artikel van de Bro opgenomen. Een exploitatieplan dient tegelijkertijd met een bestemmingsplan te worden vastgesteld. In de Wro is tevens opgenomen, dat kan worden afgeweken van de verplichting tot het opstellen van een exploitatieplan indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is. Dit is het geval indien de gemeente en de initiatiefnemer en/of de ontwikkelende partij een privaatrechtelijke overeenkomst hebben gesloten over de verdeling van kosten bij de grondexploitatie. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet een expliciet besluit worden genomen dat het niet noodzakelijk is om een exploitatieplan vast te stellen. Bij de herontwikkeling van het voormalige agrarische bedrijf naar woningbouw is een overeenkomst tussen de gemeente en de ontwikkelende partij gesloten, waardoor het niet noodzakelijk is een exploitatieplan op te stellen. Het vaststellen van een exploitatieplan is derhalve niet aan de orde.
6.2
Economische uitvoerbaarheid Conform artikel 3.1.6 Bro moet de economische uitvoerbaarheid van het plan worden onderzocht. De beoogde ontwikkeling is een particulier initiatief. Door de ontwikkelaar is een exploitatieberekening opgesteld die vertrouwelijk is getoetst. Op grond van de uitgevoerde berekeningen kan worden geconcludeerd dat sprake is van een sluitende grondexploitatie en de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in voldoende mate zeker is gesteld.
VH 101029 05808006A TLT.doc
54
VH 101029 05808006A TLT.doc
55
7.
JURIDISCHE ASPECTEN
7.1
Algemeen In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke manier voorliggend plan juridisch is vertaald. Deze juridische vertaling bindt burgers en overheid. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de notitie “Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008, bindende afspraken en aanbevelingen met betrekking tot de opbouw en de presentatie van het bestemmingsplan (digitaal en analoog)” (SVBP2008) en het “Informatiemodel Ruimtelijke Ordening 2008” (IMRO2008). Het bestemmingsplan bestaat uit: de toelichting; bijlagen bij de toelichting; de plankaart c.q. de verbeelding (hierna te noemen plankaart); de planregels. De toelichting heeft geen juridisch bindende werking. De toelichting heeft wel een belangrijke functie voor de onderbouwing van het plan en ook bij de verklaring van de bestemmingen en planregels en in het bijzonder ten aanzien van de regels inzake nadere eisen en ontheffing. De plankaart geeft de bestemmingen weer met de daarbij behorende harde randvoorwaarden. De plankaart vormt samen met de planregels het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. De planregels vormen de juridische regels voor gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.
7.2
Planregels De indeling van de planregels is als volgt. Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
Inleidende regels Bestemmingsregels Algemene regels Overgangs- en slotregels
Hoofdstuk 1
Inleidende regels
Begrippen (artikel 1) In dit artikel zijn de begrippen gedefinieerd, die in de planregels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis. Wijze van meten (artikel 2) In dit artikel is aangegeven hoe de hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.
VH 101029 05808006A TLT.doc
56
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
De bestemmingsregels zijn conform de SVBP2008 als volgt opgebouwd: Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels Afwijken van de gebruiksregels Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Wijzigingsbevoegdheid Per bestemming kunnen onderdelen, voor zover niet relevant, ontbreken. In de bestemmingsomschrijving wordt omschreven voor welke doelen/functies de gronden mogen worden gebruikt. In voorliggend bestemmingsplan zijn de volgende bestemmingen opgenomen: Agrarisch (artikel 3) De gronden binnen het plangebied met de bestemming agrarisch maken in het bestemmingsplan van 1996 onderdeel uit van het agrarisch bouwblok. Om te voorkomen dat in de nieuwe situatie op deze gronden agrarische opstallen gebouwd kunnen worden, is de bestemming gewijzigd naar agrarisch. Tuin (artikel 4) De gronden met de bestemming tuin zijn bedoeld voor o.a. tuinen, erven, verhardingen en waterhuishoudkundige voorzieningen. Binnen deze bestemming mogen slechts kleine gebouwen zoals erkers of luifels worden gebouwd. Verkeer - Verblijfsgebied (artikel 5) In deze bestemming betreft het gemeenschappelijke erf van de woningen. Binnen deze gronden kunnen o.a. wegen en parkeervoorzieningen worden gerealiseerd. Wonen (artikel 6) Alle woningen in het plangebied vallen binnen de bestemming wonen. Op de verbeelding zijn vier verschillende ‘specifieke bouwaanduidingen’ weergegeven. Binnen deze aanduidingen gelden regels ten aanzien van de bebouwing. Deze aanduidingen zijn opgenomen om te zorgen dat de nieuwe bebouwing binnen de stedenbouwkundige uitgangspunten wordt gerealiseerd. Per bouwaanduiding worden o.a. de goot- en bouwhoogte, en de dakhelling vastgelegd. Waarde - Archeologie (artikel 7) Met deze (dubbel)bestemming worden de agrarische waarden beschermd. Deze bestemming is opgenomen omdat tijdens de voorbereiding van het bestemmingsplan de opstallen nog niet gesloopt waren, en dus geen archeologisch veldonderzoek heeft kunnen plaatsvinden. Na sloop van de opstallen zal een proefsleuvenonderzoek worden uitgevoerd om de aanwezig van eventuele archeologische waarden vast te stellen.
VH 101029 05808006A TLT.doc
57
Hoofdstuk 3
Algemene regels
Anti-dubbeltelregel (artikel 8) Om misbruik van de bouwregels te voorkomen, is in dit artikel bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor een bouwvergunning hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen. Algemene bouwregels (artikel 9) In dit artikel zijn bepalingen opgenomen ten aanzien van bestaande maten en ondergeschikte bouwonderdelen. Algemene gebruiksregels (artikel 10) Onder de algemene gebruiksregels is een verwijzing naar het verbod in de Wro opgenomen om gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met het bestemmingsplan. Algemene aanduidingsregel (artikel 11) Op de plankaart is een aanduiding milieuzone –geur opgenomen, die de geurcontour van het aangrenzende agrarische bedrijf weergeeft. Binnen deze geurcontour mogen geen geurgevoelige objecten gebouwd worden. Zodra deze geurcontour komt te vervallen, hebben Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid om de plankaart te wijzigen en deze geurcontour aan te passen c.q. te laten vervallen. Algemene afwijkingsregels (artikel 12) In dit artikel is een aantal algemene ontheffingsmogelijkheden opgenomen. Deze ontheffingen betreffen het overschrijden van de maximaal toegestane maten, afmetingen en percentages. Algemene procedureregels (artikel 13) In dit artikel zijn de procedures beschreven die doorlopen moeten worden bij de toepassing van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. Overige regels (artikel 14) In de overige regels is een strafregel opgenomen en is de werking van wettelijke regelingen vastgelegd.
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht (artikel 15) Voor volgens de regels afwijkende bestaande bebouwing is voor de omvang, het onderhoud en de herbouw een overgangsregel opgenomen. Het gebruik van de bebouwing daarentegen wordt indien mogelijk positief bestemd of indien noodzakelijk door handhaving aan de gebruiksregels van de betreffende bestemming aangepast. Slotregel (artikel 16) Hier wordt vermeld onder welke naam de regels van dit bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.
VH 101029 05808006A TLT.doc
58
VH 101029 05808006A TLT.doc
59
8.
PROCEDURE / MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID Het bestemmingsplan doorloopt de volgende procedure: a. Overleg ex artikel 3.1.1 Bro b. Terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan c. Vaststelling door gemeenteraad d. Terinzagelegging vastgesteld bestemmingsplan
8.1
Informatiebijeenkomst Op 25 oktober 2010 is een informatiebijeenkomst voor omwonenden en belanghebbenden georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst is de beoogde ontwikkeling toegelicht. Aanwezigen zijn tijdens deze avond in de gelegenheid gesteld om hun reactie op de beoogde ontwikkeling te geven.
8.2
Overleg ex artikel 3.1.1 Bro Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg gepleegd te worden met het waterschap en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor dit plan overleg gepleegd met: 1. Gedeputeerde Staten Noord-Brabant, directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving 2. Waterschap Aa en Maas 3. VROM-Inspectie regio Zuid 4. Regionale Brandweer Door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Inspectie VROM regio Zuid en het Waterschap Aa en Maas zijn reacties ingediend. Deze reacties zijn opgenomen in Bijlage 11. Voor zover de binnengekomen reacties hebben geleid tot aanpassingen in het bestemmingsplan, zijn deze in het onderhavige document verwerkt.
8.2.1
Gedeputeerde Staten Noord-Brabant Reactie In haar brief geven GS aan geen opmerkingen te hebben over het voorontwerpbestemmingsplan in relatie tot de provinciale belangen die op basis van het provinciaal ruimtelijke beleid relevant zijn. Beantwoording gemeentezijde Dit wordt ter kennisneming aangenomen.
VH 101029 05808006A TLT.doc
60
8.2.2
Waterschap Aa en Maas Reactie a. Het waterschap verzoekt qua waterbeleid te refereren aan het Waterbeheerplan 2010-2020 en de uitgangpunten voor de watertoets. b. Het waterschap gaat ervan uit dat de 4.000 m2 te slopen agrarische Bebouwing zich volledig in het plangebied bevindt. Indien dit niet zo is, en in de nieuwe situatie de verharding op de locatie toeneemt, ten aanzien van de bestaande situatie moet deze toename HNO te worden gecompenseerd. c. Het waterschap komt tot een andere grootte van de wateropgave dan in de toelichting is voorzien. Zij stellen wel dat de voorziene berging/infiltratie van 53 m3 meer dan voldoende is. d. In het bestemmingsplan is aangegeven dat de wens is om te infiltreren. Het waterschap geeft aan dat niet duidelijk is of dat mogelijk is, of dat hiervoor grondverbeteringsmaatregelen noodzakelijk zijn. e. Als aanvullende voorziening is aangegeven dat de bestaande bermsloot wordt verbreed. Het waterschap verzoekt deze berekening opnieuw uit te voeren. Zij stelt dat de bermsloot qua dimensionering voldoende groot moet zijn om ten minste 21 m3 aan water te herbergen. Beantwoording gemeentezijde a. Het bestemmingsplan wordt hierop aangevuld. b. In het kader van de Ruimte voor Ruimte regeling wordt enkel bebouwing gesloopt binnen het plangebied. Het plangebied is in het ontwerpbestemmingsplan aangepast, waarbij het gehele agrarische bouwvlak behorende bij de Achterweg 28 is opgenomen. Alle bebouwing en verharding die onderdeel uitmaakte van de agrarische bedrijfsvoering worden gesloopt en is meegenomen in de berekening. Er worden als gevolg van de onderhavige toepassing van de Ruimte voor Ruimte regeling geen gebouwen of verharding elders gesloopt. Er is dus geen sprake van een extra toename van verharding in het plangebied en dus geen noodzaak voor extra compensatie. c. Hiervan nemen wij kennis. d. Voorafgaand aan de bouw van de nieuwe woningen en na de sloop van de bestaande gebouwen en verharding zal onderzoek worden uitgevoerd naar de mogelijkheden voor infiltratie van de gronden. In overleg met het waterschap zal worden bepaald in welke mate infiltratie mogelijk is en welke grondverbeteringsmaatregelen worden genomen. e. De berekening wordt opnieuw uitgevoerd. Tevens zal de dimensionering van de bermsloot volgens de eisen van het waterschap worden aangepast.
8.2.3
VROM-Inspectie regio Zuid Reactie In haar brief geven de VROM-inspectie aan dat zij namens de betrokken rijksdiensten geen aanleiding ziet tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de RNRB. Beantwoording gemeentezijde Dit wordt ter kennisneming aangenomen.
VH 101029 05808006A TLT.doc
61
Regels
INHOUD REGELS Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten
3 3 7
Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS Artikel 3 Agrarisch Artikel 4 Tuin Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied Artikel 6 Wonen Artikel 7 Waarde - Archeologie
8 8 9 10 11 14
Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS Artikel 8 Anti-dubbeltelregel Artikel 9 Algemene bouwregels Artikel 10 Algemene gebruiksregels Artikel 11 Algemene aanduidingsregels Artikel 12 Algemene afwijkingsregels Artikel 13 Algemene procedureregels Artikel 14 Overige regels
16 16 17 18 19 20 21 22
Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 15 Overgangsrecht Artikel 16 Slotregel
23 23 24
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
2
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 het plan het bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt van de gemeente Heusden. 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0797.BPwielblokherpt-ON01 met de bijbehorende regels. 1.3 aanbouw een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.4 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.5 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.6 aan-huis-verbonden beroep een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. 1.7 afhankelijke woonruimte een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huishouden, zoals gehuisvest in die woning, uit een oogpunt van mantelzorg is ondergebracht. 1.8 bebouwing een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 1.9 beroeps- .c.q. bedrijfsvloeroppervlak het totale vloeroppervlak van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein dat wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslagen administratieruimten en dergelijke. 1.10 bestaande situatie 1. t.a.v. bebouwing: bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning; 2. t.a.v. gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip waarop het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen. Bureau Verkuylen bv (05808006A)
3
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
1.11 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak. 1.12 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.13 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.14 bouwgrens de grens van een bouwvlak. 1.15 bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd; zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder (ruimte onder peil) en zolder (ruimten onder de kap) voor zover deze zonder ingrijpende voorzieningen geschikt kan worden gemaakt voor woonfuncties en daarmee gelijke gebruiksmogelijkheden biedt als de daaronder gelegen bouwlagen. 1.16 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 1.17 bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond. 1.18 bijgebouw een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.19 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
4
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
1.20 extensief recreatief medegebruik een vorm van recreatief medegebruik die in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving en die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen gegeven doeleinden. 1.21 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.22 geurgevoelig object gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt. 1.23 gevellijn de als zodanig aangegeven lijn en het verlengde daarvan, welke niet door gebouwen mag worden overschreden. 1.24 huishouden een persoon of groep personen die een huishouding voert waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling en voor zover het een groep personen betreft van onderlinge verbondenheid. 1.25 nutsvoorzieningen voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie. 1.26 standplaats het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aanbieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. 1.27 uitbouw de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.28 voorgevel de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel. 1.29 voorgevellijn de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelgrenzen.
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
5
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
1.30 waterhuishoudkundige voorzieningen voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater. 1.31 woning een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
6
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten en berekend: 2.1 afstand de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is. 2.2 bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen zoals schoorstenen, lichtkoepels, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.3 dakhelling langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.4 goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.5 inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.6 lengte, breedte en diepte van een bouwwerk tussen (de lijnen getrokken langs) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren). 2.7 ondergrondse (verticale) bouwdiepte van een bouwwerk vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk. 2.8 oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.9 peil 1. voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; 2. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein.
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
7
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS Artikel 3 3.1
Agrarisch
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen; b. paden, wegen en parkeervoorzieningen; c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; d. extensief recreatief medegebruik.
3.2
Bouwregels
a. Voor het bouwen van gebouwen geldt dat uitsluitend bestaande schuren zijn toegestaan. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
8
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Artikel 4 4.1
Tuin
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, erven, verhardingen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen. 4.2
Bouwregels
4.2.1 Gebouwen Op of in deze gronden mogen als gebouwen uitsluitend erkers, balkons of luifels en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, aan een hoofdgebouw in de aangrenzende bestemming worden gebouwd. Voor deze gebouwen gelden de volgende voorwaarden: a. de diepte mag niet meer bedragen dan 1,5 m; b. de afstand tot de bestemmingsgrens van de bestemming 'Verkeer' of 'Verkeer - Verblijfsgebied' mag niet minder bedragen dan 3 m; c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw; d. de breedte van een erker mag niet meer bedragen dan 66% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw. 4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m; b. met betrekking tot overkappingen gelden de volgende regels: 1. de bebouwde oppervlakte aan overkappingen mag niet meer bedragen dan 30 m²; 2. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 3 m; 3. de afstand tot de bestemmingsgrens van de bestemming 'Verkeer' of 'Verkeer - Verblijfsgebied' mag niet minder bedragen dan 3 m; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
9
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Artikel 5 5.1
Verkeer - Verblijfsgebied
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebiedsontsluitingswegen; b. erftoegangswegen; c. fiets- en voetpaden; d. parkeervoorzieningen; e. groenvoorzieningen; f. speelvoorzieningen; g. straatmeubilair; h. nutsvoorzieningen; i. standplaatsen; j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2
Bouwregels
5.2.1 Gebouwen Op of in deze gronden mogen gebouwen worden gebouwd, uitsluitend ten behoeve van nutsvoorzieningen. Voor deze gebouwen gelden de volgende regels: a. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m²; b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m. 5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 12 m; b. de bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 4 m; c. de bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 12 m; d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
10
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Artikel 6 6.1
Wonen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. aan-huis-verbonden beroep of bedrijf; c. tuinen, erven en verhardingen; d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
6.2
Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen in bouwvlakken waar geen specifieke bouwaanduiding van toepassing is Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de voorgevel wordt gebouwd in de gevellijn; c. de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 7 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' een andere hoogte is aangegeven; d. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 11 m. 6.2.2 Hoofdgebouwen ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-1' Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-1' gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. het aantal woningen per bouwvlak bedraagt maximaal 1; c. de goothoogte bedraagt maximaal 4,5 m; d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 10 m; e. de breedte van het hoofdgebouw bedraagt minimaal 6 m en maximaal 15 m; f. de diepte van het hoofdgebouw bedraagt minimaal 6 m en maximaal 20 m; g. de dakhelling bedraagt minimaal 15° en maximaal 55°. 6.2.3 Hoofdgebouwen ter plaatse van de ‘specifieke bouwaanduiding-2’ Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-2' gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. het aantal woningen per bouwvlak bedraagt maximaal 1; c. de voorgevel wordt in de gevellijn gebouwd; d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,5 m; e. de bouwhoogte bedraagt minimaal 7 en maximaal 9 m; f. de breedte van het hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' bedraagt minimaal 16 m; g. de diepte van het hoofdgebouw bedraagt minimaal 8 m; h. het hoofdgebouw wordt voorzien van een kap met een nokrichting parallel aan de gevellijn; i. de dakhelling bedraagt over ten minste 80% van het bebouwde oppervlak minimaal 45° en maximaal 55°.
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
11
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
6.2.4 Hoofdgebouwen ter plaatse van de ‘specifieke bouwaanduiding-3’ Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-3' gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. het aantal woningen per bouwvlak bedraagt maximaal 1; c. de voorgevel wordt in de gevellijn gebouwd; d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,5 m; e. de bouwhoogte bedraagt minimaal 3 en maximaal 6 m; f. de breedte van het hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' bedraagt minimaal 18 m; g. de diepte van het hoofdgebouw bedraagt minimaal 6 m; h. het hoofdgebouw wordt voorzien van een kap met een nokrichting parallel aan de gevellijn; i. de dakhelling bedraagt over ten minste 80% van het bebouwde oppervlak minimaal 10° en maximaal 30°; j. het aantal woningen per bouwvlak bedraagt maximaal 1 per bouwvlak. 6.2.5 Hoofdgebouwen ter plaatse van de ‘specifieke bouwaanduiding-4’ Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-4' gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. het aantal woningen per bouwvlak bedraagt maximaal 1; c. de voorgevel wordt in de gevellijn gebouwd; d. de goothoogte bedraagt minimaal 2 m ter hoogte van de gevellijn en minimaal 3,5 m aan de tegenoverliggende zijde; e. de goothoogte bedraagt maximaal 3,5 m ter hoogte van de gevellijn en maximaal 5,5 m aan de tegenoverliggende zijde; f. de bouwhoogte bedraagt minimaal 6 m en maximaal 8,5 m; g. de breedte van het hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding gevellijn bedraagt minimaal 14 m; h. de diepte van het hoofdgebouw bedraagt minimaal 7 m; i. het hoofdgebouw wordt voorzien van een kap met een nokrichting haaks op de gevellijn; j. de dakhelling bedraagt over ten minste 80% van het bebouwde oppervlak minimaal 15° en maximaal 60°. 6.2.6 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels: a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor zover gesitueerd buiten het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan 60 m²; c. voor zover de oppervlakte van de strook grond achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 300 m² mag de onder b. geregelde gezamenlijke oppervlakte worden vermeerderd met 10% van deze overmaat tot in totaal maximaal 150 m²; d. de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mogen voor maximaal 50% worden bebouwd; e. bij vrijstaande hoofdgebouwen dient één der zijstroken vrij van aan- en uitbouwen en bijgebouwen te blijven tot de lijn evenwijdig aan en op een afstand van 25 m achter de voorgevellijn; f. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; g. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m. 12
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
6.2.7 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd binnen en buiten het bouwvlak; b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 m; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m. 6.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is: a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld; b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid; d. ter voorkoming dat bebouwing de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en inrichtingen, woningen en bouwwerken onevenredig aantast. 6.4
Specifieke gebruiksregels
Voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, gelden de volgende bepalingen: a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 50 m²; b. er dient minimaal 1 parkeerplaats per 12 m² van de onder a. genoemde gezamenlijke vloeroppervlakte te worden gerealiseerd op eigen terrein; c. detailhandel is niet toegestaan; d. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
13
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Artikel 7 7.1
Waarde - Archeologie
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden. 7.2
Bouwregels
a. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m², een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld. b. Indien uit het in lid 7.2 onder a. genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen: 1. De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden. 2. De verplichting tot het doen van opgravingen. 3. De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties. c. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 7.2 onder a. indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. 7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 7.3.1 Verbod op werken, geen bouwwerk zijnde, en op werkzaamheden Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,5 m onder het maaiveld, zoals afgraven, diepploegen, egaliseren, frezen, scheuren van grasland, aanleg of rooien van bos, boomgaard of diepwortelende beplanting, aanbrengen van oppervlakteverhardingen, aanleggen van drainage, verwijderen van funderingen; b. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels; c. het aanleggen van leidingen dieper dan 0,5 m onder het maaiveld. d. het verhogen of verlagen van de grondwaterstand.
14
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
7.3.2 Uitzonderingen Het in lid 7.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die: a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn; b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 7.3.3 Toelaatbaarheid a. De in lid 7.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. b. Alvorens over de aanvraag wordt beslist, dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld. c. Een rapport is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
15
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS Artikel 8
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
16
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Artikel 9 9.1
Algemene bouwregels
Bestaande afmetingen en afstanden
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan. 9.2
Parkeren
Een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in artikel 2.1, lid 1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt slechts verleend indien vaststaat dat per woning minimaal 2,0 parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd.
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
17
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Artikel 10 10.1
Algemene gebruiksregels
Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan: a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting; b. het gebruik van bijgebouwen bij een woning als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte. 10.2
Niet strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt niet begrepen het gebruik van woningen voor recreatieve verblijfsvoorzieningen in de vorm van ’bed en breakfast’, mits voldaan wordt aan de volgende bepalingen: a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de hoofdbebouwing en de daaraan gebouwde bijgebouwen; b. het aantal personen ten dienste van de recreatieve verblijfsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 10; c. er dient minimaal 1 parkeerplaats per 12 m² van de onder a. genoemde gezamenlijke vloeroppervlakte te worden gerealiseerd op eigen terrein.
18
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Artikel 11 11.1
Algemene aanduidingsregels
Milieuzone - geurzone
11.1.1 Geurgevoelige objecten binnen geurzone Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geurgevoelige objecten worden opgericht, met uitzondering van nieuwbouw ter vervanging van bestaande gevoelige bebouwing, waarvoor op basis van een bestemmingsplan reeds een omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend. 11.1.2 Wijzigingsbevoegdheid milieuzone - geurzone a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de plankaart te wijzigen, waarmee de aanduiding 'milieuzone - geurzone' van het bestemmingsplan kan worden gewijzigd of verwijderd. b. Burgemeester en wethouders kunnen uitsluitend van deze bevoegdheid gebruik maken indien de omgevingsvergunning, die de milieubelastende activiteiten toelaat, is ingetrokken of indien de richtafstand op basis van weten/of regelgeving is gewijzigd.
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
19
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Artikel 12
Algemene afwijkingsregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken: a. van deze regels en worden toegestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft; b. van deze regels en worden toegestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat: 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 mag bedragen; 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen; c. van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en worden toegestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot: 1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 40 m; 2. ten behoeve van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 50 m; 3. ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 10 m; d. van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van een overschrijding van deze maximaal toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat: 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak; 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1,26 maal de maximaal toegestane bouwhoogte van het betreffende gebouw.
20
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Artikel 13 13.1
Algemene procedureregels
Met een omgevingsvergunning afwijken en nadere eisen
Met betrekking tot de voorbereiding van het met een omgevingsvergunning afwijken en het stellen van nadere eisen ingevolge artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening door burgemeester en wethouders, geldt de volgende procedure: a. het voornemen wordt gepubliceerd in het plaatselijk huis-aan-huisblad en tevens langs elektronische weg kennisgegeven; b. het voornemen ligt vervolgens twee weken ter inzage op het gemeentehuis; c. gedurende de periode van de terinzagelegging kunnen belanghebbenden schriftelijk hun zienswijze kenbaar maken aan het college van burgemeester en wethouders; d. na afloop van de termijn van de terinzagelegging beslissen burgemeester en wethouders omtrent afwijken respectievelijk nadere eisen.
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
21
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Artikel 14 14.1
Overige regels
Strafregel
Overtreding van het bepaalde in: a. lid 7.3.1; is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten. 14.2
Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van dit plan.
22
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 15 15.1
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 15.2
Overgangsrecht gebruik
1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dit plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
23
bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt (ontwerp)
Artikel 16
Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels bestemmingsplan Het Wielblok, Herpt
24
Bureau Verkuylen bv (05808006A)
Bureau Verkuylen bv
Veemarktkade 8
5222 AE 's-Hertogenbosch
tel.(073) 623 13 13
fax (073) 623 04 34
www.bureauverkuylen.nl
[email protected]
bestemmingsplan
Het Wielblok, Herpt
bijlagen
Inhoud
1.
Kaart Bestaande toestand.
2.
Kaart Inrichtingsschets.
3.
Kaart terreinmeting.
4.
Verkennend bodemonderzoek, Locatie aan de Achterweg 28, Herpt rapport 52599, Lankelma, 30 januari 2009
5
Akoestisch onderzoek, Achterweg 28 te Herpt; rapport AV.0434w-2, Amitec Milieuadviezen B.V., 27 oktober 2009
6.
Addendum behorend bij akoestisch rapport AV.0434w-2; Amitec Milieuadviezen, 18 oktober 2010.
7.
Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), Heusden – Herpt, Achterweg 28; rapport 2010/B1618, Baac-Bilan, 30 augustus 2010.
8.
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28, Herpt; rapport P09-0186, Staro Natuur en Buitengebied, november 2009.
9.
Oplevering resultaten vleermuisonderzoek Achterweg 28; rapport P010-022, Staro Natuur en Buitengebied, 30 september 2010.
10.
HNO berekening, Achterweg Herpt; Waterschap De Dommel/Waterschap Aa en Maas, 28 september 2010.
11.
Brieven overleg ex artikel 3.1.1 Bro
AMITEC MILIEUADVIEZEN B.V.
RAPPORT AV.0434w-2 27 oktober 2009 Achterweg 28 te Herpt AKOESTISCH ONDERZOEK
OPDRACHTGEVER De heer H.W. Sinke Achterweg 28 5256 NL Herpt
ADVISEUR ing. G. van Pelt
Inhoudsopgave Hoofdstuk
Blad
Titel
Samenvatting
1
1. 1.1. 1.2.
INLEIDING Algemeen Gegevens
2 2 2
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.
Uitgangspunten Algemeen Uitzonderingen zoneringsregime Situatie Invoergegevens ten behoeve van het model De met methode II berekende geluidbelastingen
3 3 3 3 3 4
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5.
Normstelling Wet geluidhinder Algemeen Bestaande Situaties Nieuwe Situaties Vervangende nieuwbouw Beschouwde situatie
5 5 6 6 6 6
4. 4.1. 4.2.
Resultaten en conclusies Geluidsbelasting 2019 Conclusie
7 7 7
BIJLAGEN: 1 2 3
Invoergegevens rekenmodel en verkeersgegevens Rekenresultaten Figuren
© 2009 Amitec B.V.
Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt worden in de ruimste zin des woords zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Amitec B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
Amitec B.V. ®
Rapport AV.0434w-2
Bladzijde 1
Samenvatting In opdracht van de heer H.W. Sinke is door Amitec B.V. een akoestisch onderzoek uitgevoerd in het kader van de Wet geluidhinder. Het onderzoek vindt plaats in het kader van een wijziging van het bestemmingsplan (art. 19 Wro). Het plangebied ligt binnen de invloedsfeer van de Achterweg, Hoofdstraat, Herptseweg en de Van Cuijkstraat te Herpt. Doel van het onderzoek is het bepalen van de geluidsbelasting ter plaatse van het bouwplan vanwege het wegverkeer. Het plangebied is gelegen binnen de verkeerskundige kom. Op grond van de Wet geluidhinder dient bij vaststelling of herziening van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd binnen de zones van wegen en industrieterreinen. Binnen het plangebied komen geen geluidsgezoneerde industrieterreinen en spoor-, tram- of metrowegen voor. Het akoestisch onderzoek heeft derhalve alleen betrekking op zones langs wegen. Voor het akoestisch onderzoek is de Standaard-rekenmethode II (SRM-2, 2006) toegepast. Op grond van de Wet geluidhinder dient eerst getoetst te worden aan de voorkeursgrenswaarde. Sinds 1 januari 2007 bestaat op grond van de Wet geluidhinder de mogelijkheid voor gemeenten om zelf hogere waarden vast te stellen. De hoogst toelaatbare gevelbelasting is vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Uit de berekeningen blijkt dat op het gehele perceel voldaan wordt aan de hoogst toelaatbare gevelbelasting van 63 dB. Voor de woningen gelegen ten noorden van de (535=) 48 dB contourlijn (circa 47 m vanaf de wegas van de Herptseweg), zal door de gemeente een procedure voor een hogere waarde doorlopen moeten worden ten einde een hogere waarde voor de Lden vast te stellen. Woningen welke gebouwd worden ten zuiden van de (53-5=) 48 dB contourlijn van de Herptseweg voldoen aan de voorkeursgrenswaarde. Voor deze woningen hoeft geen hogere waarde procedure gestart te worden. Tevens zullen maatregelen getroffen moeten worden om een aanvaardbaar binnenniveau te kunnen realiseren. Het treffen van maatregelen aan de bron of in de overdracht is niet realistisch. Er dient daarom een onderzoek plaats te vinden naar de geluidswering van de gevels van de woningen. Alvorens een geluidswering gevels onderzoek uitgevoerd kan worden dient per woning of per woningblok de exacte geluidsbelasting berekend te worden. Hiervoor dient eerst de exacte ligging van de woningen vastgesteld te worden.
Amitec B.V. ®
Rapport AV.0434w-2
1.
INLEIDING
1.1.
Algemeen
Bladzijde 2
In opdracht van de heer H.W. Sinke is door Amitec B.V. een akoestisch onderzoek uitgevoerd in het kader van de Wet geluidhinder. Het onderzoek vindt plaats in het kader van een wijziging van het bestemmingsplan (art. 19 Wro). Het plangebied ligt binnen de invloedsfeer van de Achterweg, Herptseweg, Hoofdstraat en van Cuijkstraat te Herpt. Doel van het onderzoek is het bepalen van de geluidsbelasting ter plaatse van het plangebied vanwege het wegverkeer. Op grond van de Wet geluidhinder dient bij vaststelling of herziening van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd binnen de zones van wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen het plangebied komen geen geluidsgezoneerde industrieterreinen en spoor-, tram- of metrowegen voor. Het akoestisch onderzoek heeft derhalve alleen betrekking op zones langs wegen. Voor het akoestisch onderzoek is (met behulp van Geonoise versie V5.43) de Standaardrekenmethode II (SRM-2, 2006) toegepast. Deze methode geeft in deze situatie de meest representatieve geluidsbelasting.
1.2.
Gegevens
Ten behoeve van het voorliggend onderzoek is gebruik gemaakt van de volgende gegevens: 1) Reken- en Meetvoorschrift Verkeerslawaai (Wet geluidhinder), regeling als bedoeld in artikel 110d en 110e, van de Wet geluidhinder. 2) Overzichtstekening van het gebied (o.a. kadastrale kaart) en tekeningen van het project. 3) Door de gemeente Heusden aangeleverde verkeersgegevens. 4) Publicatie GF-DR-35-01 van het ministerie van VROM.
Hurk 303, Uden
[email protected]
0413 – 26 90 91
0413 – 25 25 13
Amitec B.V. ®
Rapport AV.0434w-2
2.
Uitgangspunten
2.1.
Algemeen
Bladzijde 3
Op grond van de Wet geluidhinder heeft iedere weg een zone aan weerszijden van de weg met een breedte die afhankelijk is van de inrichting van die weg (artikel 74 Wgh). Voor de Herptseweg, de Hoofdweg en de Van Cuijkstraat geldt een zone van 250 meter. De maximale snelheid is op de Herptseweg 80 km/uur buiten de bebouwde kom. Ter plaatse van de beoogde woningbouwlocatie die binnen de bebouwde kom ligt, geldt echter een maximum snelheid van 50 km/uur, omdat dit deel van de weg binnen de verkeerskundige kom van Herpt ligt. In het rekenmodel is derhalve uitgegaan van een snelheid van 50 km/uur voor de Herptseweg. Op de Hoofdweg en de Van Cuijkstraat geldt eveneens een maximale snelheid van 50 km/uur. Volgens opgave van de gemeente Heusden geldt voor de Achterweg een gemiddelde snelheid van 30 km/uur. Deze weg heeft derhalve geen zone op grond van de Wet geluidhinder en hoeft in het onderzoek niet te worden beschouwd. Echter in het kader voor de zorgvuldige ruimtelijke ordening wordt deze weg meegenomen in de berekeningen.
2.2.
Uitzonderingen zoneringsregime
Volgens artikel 74 Wgh heeft iedere weg aan weerszijden een zone tenzij: 1. 2.
2.3.
De weg is gelegen binnen als woonerf aangeduid gebied. De maximum snelheid van de weg 30 km/uur bedraagt.
Situatie
Het plan betreft een nieuwbouwplan van een aantal woningen gelegen aan de Achterweg en Herptseweg te Herpt. Op grond van de Wet geluidhinder is het stelsel van zonering van wegen erop gebaseerd dat de geluidsbelasting van de gevel van een geluidsgevoelig object dat is gelegen binnen de zone van meerdere wegen per weg wordt bepaald. Voor het aanbrengen van geluidswerende gevelvoorzieningen dient echter uitgegaan te worden van het cumulatieve effect, dus de gezamenlijke geluidsbelasting van de wegen, zonder aftrek op grond van artikel 110g Wgh. 2.4.
Invoergegevens ten behoeve van het model
Gelet op de Wet geluidhinder dient voor het berekenen van de geluidsbelasting van een weg uitgegaan te worden van een maatgevende verkeersintensiteit, dat wil zeggen een etmaalintensiteit zoals die binnen 10 jaar wordt verwacht. In bijlage 1 staan de uitgangspunten m.b.t. de verkeersgegevens. Deze zijn ontleend aan een opgave van de gemeente Heusden. Ten opzichte van de geïnventariseerde gegevens is rekening gehouden met een groei welke is gebaseerd op een opgave van de gemeente Heusden. Er zijn geen gegevens beschikbaar voor de Van Cuijkstraat. Voor de etmaal intensiteit voor deze weg is het verschil aangenomen tussen de Herptseweg
Hurk 303, Uden
[email protected]
0413 – 26 90 91
0413 – 25 25 13
Amitec B.V. ®
Rapport AV.0434w-2
Bladzijde 4
en Achterweg. Voor het bepalen van uurintensiteiten de voertuigverdeling in de dag-, avond- en nachtperiode is de Methode Hofstra1 gehanteerd. 2.5.
De met methode II berekende geluidbelastingen
Volgens artikel 1 van de Wet geluidhinder is de “geluidsbelasting” in dB als volgt gedefinieerd; de geluidsbelasting Lden op en plaats vanwege een bron over alle perioden van 07.0019.00 uur, van 19.00-23.00 uur en van 23.00-07.00 uur van een jaar als omschreven in bijlage I, onderdeel 1, van richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG L 189). De berekeningen zijn verricht op een waarneemhoogte van respectivelijk 1,5 en 4,5 boven het plaatselijke maaiveld. Op grond van artikel 110g van de Wet geluidhinder mogen de berekende geluidsbelastingen gecorrigeerd (verminderd) worden met 2 dB voor de wegen waar de snelheid hoger is dan 70 km/uur en met 5 dB voor de overige wegen (< 70 km/uur). Deze correctie houdt verband met de verwachting dat het verkeer in de toekomst stiller zal worden door technische ontwikkelingen en aanscherping van het type keuringseisen. De in bijlage 3 opgenomen berekende geluidcontouren zijn hiervoor nog niet gecorrigeerd.
1
Publicatie GF-DR-35-01 van het ministerie van VROM: “Onderzoekprogramma geluidhinder: bepaling van verkeersgegevens ten behoeve van de Wet geluidhinder” (ISBN 9034608468, VROM distributienr. 60447, april 1986).
Hurk 303, Uden
[email protected]
0413 – 26 90 91
0413 – 25 25 13
Amitec B.V. ®
Rapport AV.0434w-2
3.
Normstelling Wet geluidhinder
3.1.
Algemeen
Bladzijde 5
De Wet geluidhinder kent verschillende normwaarden voor de hoogst toelaatbare gevelbelasting, die afhankelijk zijn van de fase waarin de geluidgevoelige objecten zich bevinden ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan. Te onderscheiden zijn "bestaande situaties" en "nieuwe situaties". Grenswaarden wegverkeerslawaai in nieuwe situaties situatie: nieuwe woning / bestaande weg
voorkeur grenswaarde
hoogst toelaatbare gevelbelasting met ontheffing
hoogst toelaatbaar binnenniveau
nieuw te bouwen woningen
48 dB
stedelijk: 63 dB buitenstedelijk: 53 dB
33 dB
nieuw te bouwen agrarische bedrijfswoning
48 dB
stedelijk: n.v.t. buitenstedelijk: 58 dB
33 dB
vervangende nieuwbouw
48 dB
stedelijk: 68 dB buitenstedelijk: n.v.t.
33 dB
bestaande woningen
48 dB
stedelijk: 63 dB buitenstedelijk: 58 dB
33 dB
gelijktijdig met de wegaanleg te bouwen woning
48 dB
stedelijk: 58 dB buitenstedelijk: 53 dB
33 dB
situatie: bestaande woning / nieuwe weg aanleg
NB: Stedelijk gebied is het gebied binnen de bebouwde kom met uitzondering van het gebied liggend binnen de zone van een autoweg of autosnelweg. Buitenstedelijk gebied is het gebied buiten de bebouwde kom alsmede het gebied binnen de bebouwde kom binnen de zone van een autoweg of autosnelweg. Zie artikel 1 van de Wgh voor de exacte definitie.
Indien binnen de zone van de weg geluidsgevoelige objecten of bestemmingen liggen, zal een akoestisch onderzoek uitgevoerd dienen te worden naar de te verwachten geluidsbelasting op de gevels van de geluidsgevoelige objecten of naar de geluidsbelasting op geluidgevoelige bestemmingen. Tevens dient de doeltreffendheid van geluidsbeperkende maatregelen te worden onderzocht waardoor de geluidsbelasting kan worden teruggebracht tot de voorkeursgrenswaarde van 48 dB dan wel de hoogst toelaatbare gevelbelasting. Bij het bepalen van geluidsbeperkende maatregelen geldt de volgorde van voorkeur: 1) bronmaatregelen; 2) overdrachtsmaatregelen; 3) gevelmaatregelen.
Hurk 303, Uden
[email protected]
0413 – 26 90 91
0413 – 25 25 13
Amitec B.V. ®
Rapport AV.0434w-2
Bladzijde 6
Indien het treffen van geluidsreducerende maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied op overwegende bezwaren stuit of als deze maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn, dienen geluidwerende voorzieningen aan de gevel van de geluidsgevoelige objecten te worden getroffen. Hierbij dient te worden uitgegaan van de geluidsbelasting zonder aftrek ex. artikel 110g Wgh. Bij toetsing of de geluidsisolatie van de gevel voldoet aan de te stellen eisen wordt uitgegaan van geopende ventilatie voorzieningen (bijvoorbeeld suskasten of gebalanceerde ventilatie). Uitgangspunt voor de Wet geluidhinder is dat een nieuwe woning over een zodanige geluidswering van de gevel moet beschikken, dat het equivalente geluidsniveau niet meer dan 33 dB bedraagt. Naarmate de buitenbelasting hoger ligt, moet de geluidwering van de gevel hoger worden. Met een buitenniveau van 58 dB Lden is een binnenniveau van 33 dB realiseerbaar, omdat met moderne bouwtechnieken een gemiddelde geluidswering van 23 dB mogelijk is. Dit betekent in de praktijk dat alleen bij een hogere buitenbelasting dan 58 dB Lden extra maatregelen nodig zijn. Binnen zones langs wegen kunnen krachtens de Wet geluidhinder respectievelijk het "Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen" in bepaalde gevallen en binnen zekere grenzen hogere waarden worden vastgesteld dan de voorkeursgrenswaarde. Vanwege de relatie Wgh met de WRO moet de hogere waarde procedure zijn afgerond voordat de gemeenteraad het bestemmingsplan vaststelt. Het verzoek dient derhalve na het gereedkomen van het akoestisch onderzoek ten spoedigste ter hand genomen te worden. Het verzoek hogere waarde kan sinds 1 januari 2007 door burgemeester en wethouders zelf, zonder tussenkomst van Gedeputeerde Staten, een hogere waarde worden vastgesteld. Het vaststellen van een hogere waarde kan alleen in gevallen waarin maatregelen, gericht op het terugbrengen van de te verwachten geluidsbelasting onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel op overwegende bezwaren stuit van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard. Voorwaarde voor het verlenen van een hogere waarde is dat de geluidsbelasting binnen de geluidsgevoelige ruimten de hoogst toelaatbare gevelbelasting niet overschrijdt. 3.2.
Bestaande Situaties
Van een "bestaande situatie" is sprake als weg én woningen reeds bestaan (of mogelijk is gemaakt) op 1 maart 1986 (het tijdstip waarop het onderdeel "bestaande situaties" in werking is getreden). Eén en ander is geregeld in de artikelen 88 t/m 90 Wgh. 3.3.
Nieuwe Situaties
Nieuwe situaties ingevolge de Wet geluidhinder zijn situaties waarin door het vaststellen van een bestemmingsplan of herziening van een bestemmingsplan de bouw van geluidgevoelige objecten (woningen) of de aanleg van een weg of de reconstructie van een weg mogelijk wordt gemaakt. 3.4.
Vervangende nieuwbouw
De kwalificatie van een bouwplan als "vervangende nieuwbouw" binnen de zone van een weg betekent dat hierop een ruimere normstelling van toepassing is, e.e.a. is geregeld in artikel 83 van de Wet geluidhinder. Voor vervangende nieuwbouw gelden een aantal strikte criteria. 3.5.
Beschouwde situatie
Het bouwplan betreft de nieuwbouw van woningen aan de Achterweg en de Herptseweg te Herpt. De berekende geluidniveaus ten gevolge van de Herptseweg, de Hoofdstraat en de Van Cuijkstraat worden na aftrek getoetst aan een voorkeursgrenswaarde van 48 dB en aan de hoogst toelaatbare gevelbelasting van 63 dB voor stedelijk gebied. Hurk 303, Uden
[email protected]
0413 – 26 90 91
0413 – 25 25 13
Amitec B.V. ®
Rapport AV.0434w-2
4.
Resultaten en conclusies
4.1.
Geluidsbelasting 2019
Bladzijde 7
In het Geonoise rekenmodel zijn (door middel van een grid) immissiepunten ingevoerd over het plangebied. Het grid geeft de mogelijkheid om de geluidscontouren zichtbaar te maken. Uit deze geluidscontouren blijkt dat woningen die minimaal 47 meter ten zuiden van de wegas van de Herptseweg gebouwd worden zullen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Voor woningen ten noorden van deze (53-5=) 48 dB contour dient een hogere grenswaarde aangevraagd te worden. De overschrijding van de voorkeursgrenswaarde wordt geheel veroorzaakt door de Herptseweg. De geluidsbelasting van de Hoofdstraat en de Van Cuijkstraat ligt lager dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Op de Achterweg geld een maximum snelheid van 30 km/h. Deze weg heeft derhalve geen zone op grond van de Wet geluidhinder en is in het onderzoek niet getoetst. Een overzicht van de geluidscontouren van de Herptseweg, de Hoofdstraat, de Van Cuijkstraat en de Achterstraat zijn te vinden in bijlage 3. Opgemerkt dient te worden dat de op de plot gepresenteerde waarden Lden zijn ZONDER AFTREK OP GROND VAN ARTIKEL 110g WGH. Zie paragraaf 2.5. Tabel 4.1: Afstand uit de wegas waar voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde. Weg
Afstand van de wegas tot immisiepunten
Hoogte (m)
Lden
Herptseweg
47
4,5
53
Herptseweg
37
1,5
53
NB: De in tabel 4.1 gepresenteerde waarden zijn ZONDER AFTREK OP GROND VAN ARTIKEL 110g WGH. Van de berekende waarden in de tabel ten gevolge van de Herptseweg dient derhalve nog 5 dB afgetrokken te worden alvorens deze getoetst kunnen worden aan de Wet Geluidhinder. Om ter plaatse van deze afstand van de wegas te voldoen aan de voorkeursgrenswaarde, kunnen de onderstaande maatregelen getroffen worden aan de bron of in de overdracht. Bij maatregelen aan de bron kan worden gedacht aan: - vervangen van het bestaande wegdek door speciaal geluidabsorberend asfalt; - het (deels) afsluiten van de weg voor verkeer. Beide maatregelen liggen in handen van de gemeente en zijn in het kader van de bouw van een aantal woningen zeer ingrijpend en niet realistisch. Bij maatregelen in de overdracht kan worden gedacht aan het plaatsen van een scherm langs de weg. In het kader van veiligheid, esthetica en kosten is dit geen verantwoord alternatief. 4.2.
Conclusie
Nieuwbouw op de locatie is mogelijk. Uit de berekeningen blijkt dat op het gehele perceel voldaan wordt aan de hoogst toelaatbare gevelbelasting van 63 dB. Voor de woningen gelegen ten noorden van de (53-5=) 48 dB contourlijn (circa 47 m vanaf de wegas van de Herptseweg), zal door de gemeente een procedure voor een hogere waarde doorlopen moeten worden ten einde een hogere waarde voor de Lden vast te stellen.
Hurk 303, Uden
[email protected]
0413 – 26 90 91
0413 – 25 25 13
Amitec B.V. ®
Rapport AV.0434w-2
Bladzijde 8
Woningen welke gebouwd worden ten zuiden van de (53-5=) 48 dB contourlijn van de Herptseweg voldoen aan de voorkeursgrenswaarde. Voor deze woningen hoeft geen hogere waarde procedure gestart te worden. Tevens zullen maatregelen getroffen moeten worden om een aanvaardbaar binnenniveau te kunnen realiseren. Het treffen van maatregelen aan de bron of in de overdracht is niet realistisch. Er dient daarom een onderzoek plaats te vinden naar de geluidswering van de gevels van de woningen. Alvorens een geluidswering gevels onderzoek uitgevoerd kan worden dient per woning of per woningblok de exacte geluidsbelasting berekend te worden. Hiervoor dient eerst de exacte ligging van de woningen vastgesteld te worden
Hurk 303, Uden
[email protected]
0413 – 26 90 91
0413 – 25 25 13
BIJLAGE 1 Invoergegevens rekenmodel en verkeersgegevens
BIJLAGE 2 Rekenresultaten
BIJLAGE 3 Figuren
BIJLAGE 1 Invoergegevens rekenmodel en verkeersgegevens
BIJLAGE 2 Rekenresultaten
BIJLAGE 3 Figuren
BIJLAGE 1 Invoergegevens rekenmodel en verkeersgegevens
Achterweg 28 Model informatie
AV.0434w-2 Bijlage 1A
Model: Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 meter Lijst van model eigenschappen Model eigenschap ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Omschrijving Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 meter Verantwoordelijke M. Stout Rekenmethode RMW-2006 Modelgrenzen (-40,30, -40,30) - (443,36, 389,44) Aangemaakt door Laatst ingezien door Model aangemaakt met
m.stout op 5-1-2009 gordon op 27-10-2009 Geonoise V5.43
Originele database Originele omschrijving Geïmporteerd door
Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing
Definitief Definitief verklaard door
Niet van toepassing Niet van toepassing
Standaard bodemfactor Zichthoek Maximum aantal reflecties Luchtdemping Luchtdemping [dB/km] Meteorologische correctie C0 waarde Detailniveau resultaten ontvangers Detailniveau resultaten grids Rekenoptimalisatie aan
0,80 2 1 Standard RMV-2006, SRM II 0,00; 0,00; 1,00; 2,00; 4,00; 10,00; 23,00; 58,00 Standard RMV-2006, SRM II 3,50 Bronresultaten Groepsresultaten Nee
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
27-10-2009 15:48:09
Achterweg 28 Ingevoerde bodemgebieden
AV.0434w-2 Bijlage 1B
Model:Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 meter Groep:hoofdgroep Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Omschrijving Bf ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 Achterweg 0,00 02 Herptseweg 0,00 03 Hoofdweg 0,00 04 Van Cuijkstraat 0,00
Geonoise V5.43
27-10-2009 15:49:41
Achterweg 28 Ingevoerde gebouwen
AV.0434w-2 Bijlage 1C
Model:Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 meter Groep:hoofdgroep Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Omschrijving Hoogte Maaiveld HDef. Cp Zwevend Refl. 63 Refl. 125 ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 gebouw 8,00 0,00 Relatief 0 dB F 0,80 0,80 02 gebouw 8,00 0,00 Relatief 0 dB F 0,80 0,80 03 gebouw 8,00 0,00 Relatief 0 dB F 0,80 0,80 04 gebouw 8,00 0,00 Relatief 0 dB F 0,80 0,80 05 gebouw 8,00 0,00 Relatief 0 dB F 0,80 0,80 06 07 08
gebouw gebouw gebouw
Geonoise V5.43
8,00 8,00 8,00
0,00 Relatief 0,00 Relatief 0,00 Relatief
0 dB 0 dB 0 dB
F F F
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
27-10-2009 15:50:37
Achterweg 28 Ingevoerde gebouwen
AV.0434w-2 Bijlage 1C
Model:Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 meter Groep:hoofdgroep Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 02 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 03 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 04 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 05 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 06 07 08
Geonoise V5.43
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80
27-10-2009 15:50:37
Achterweg 28 Ingevoerde grids
AV.0434w-2 Bijlage 1D
Model:Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 meter Groep:hoofdgroep Lijst van Grids, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Omschrijving Hoogte Maaiveld HDef. DeltaX DeltaY ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 Grid plangebied 1,50 0,00 Relatief 4 4
Geonoise V5.43
27-10-2009 15:51:16
Achterweg 28 Ingevoerde grids
AV.0434w-2 Bijlage 1D
Model:Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 4,5 meter Groep:hoofdgroep Lijst van Grids, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Omschrijving Hoogte Maaiveld HDef. DeltaX DeltaY ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 Grid plangebied 4,50 0,00 Relatief 4 4
Geonoise V5.43
27-10-2009 15:51:59
Achterweg 28 Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 Bijlage 1E
Model:Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 meter Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Omschrijving ISO H ISO maaiveldhoogte HDef. Invoertype Hbron ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 Herptseweg 0,00 0,00 Relatief Verdeling 0,75 02 Hoofdstraat 0,00 0,00 Relatief Verdeling 0,75 03 Achterweg 0,00 0,00 Relatief Verdeling 0,75 04 Van Cuijkstraat 0,00 0,00 Relatief Verdeling 0,75 05 Achterweg noordelijk 0,00 0,00 Relatief Verdeling 0,75
Geonoise V5.43
27-10-2009 15:52:37
Achterweg 28 Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 Bijlage 1E
Model:Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 meter Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Ch Wegdek V(MR) V(LV) V(MV) V(ZV) Intensiteit %Int.(D) %Int.(A) %Int.(N) %Int.(P4) %MR(D) %MR(A) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 0,00 Fijn 50 50 50 50 3163,00 6,40 3,20 1,12 ---02 0,00 *Klinkers 50 50 50 50 1072,00 6,48 3,72 0,92 ---03 0,00 *Klinkers 30 30 30 30 956,00 6,48 3,72 0,92 ---04 0,00 *Klinkers 50 50 50 50 1051,00 6,48 3,72 0,92 ---05 0,00 *Klinkers 30 30 30 30 1051,00 6,48 3,72 0,92 ----
Geonoise V5.43
27-10-2009 15:52:37
Achterweg 28 Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 Bijlage 1E
Model:Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 meter Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id %MR(N) %MR(P4) %LV(D) %LV(A) %LV(N) %LV(P4) %MV(D) %MV(A) %MV(N) %MV(P4) %ZV(D) %ZV(A) %ZV(N) %ZV(P4) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 --89,10 92,10 85,30 -5,10 2,90 5,70 -5,80 5,00 9,00 -02 --84,96 84,31 84,31 -10,65 10,89 10,89 -4,38 4,79 4,79 -03 --84,96 84,31 84,31 -10,65 10,89 10,89 -4,38 4,79 4,79 -04 --84,96 84,31 84,31 -10,65 10,89 10,89 -4,38 4,79 4,79 -05 --84,96 84,31 84,31 -10,65 10,89 10,89 -4,38 4,79 4,79 --
Geonoise V5.43
27-10-2009 15:52:37
Achterweg 28 Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 Bijlage 1E
Model:Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 meter Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id MR(D) MR(A) MR(N) MR(P4) LV(D) LV(A) LV(N) LV(P4) MV(D) MV(A) MV(N) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 ----180,37 93,22 30,22 -10,32 2,94 2,02 02 ----59,02 33,62 8,31 -7,40 4,34 1,07 03 ----52,63 29,98 7,42 -6,60 3,87 0,96 04 ----57,86 32,96 8,15 -7,25 4,26 1,05 05 ----57,86 32,96 8,15 -7,25 4,26 1,05
Geonoise V5.43
27-10-2009 15:52:37
Achterweg 28 Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 Bijlage 1E
Model:Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 meter Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id MV(P4) ZV(D) ZV(A) ZV(N) ZV(P4) LE (D) 63 LE (D) 125 LE (D) 250 LE (D) 500 LE (D) 1k ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 -11,74 5,06 3,19 -82,25 88,41 95,06 98,36 103,11 02 -3,04 1,91 0,47 -76,33 85,98 93,71 95,35 104,84 03 -2,71 1,70 0,42 -77,66 83,57 93,94 91,43 100,75 04 -2,98 1,87 0,46 -76,24 85,89 93,62 95,27 104,75 05 -2,98 1,87 0,46 -78,07 83,99 94,35 91,84 101,16
Geonoise V5.43
27-10-2009 15:52:37
Achterweg 28 Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 Bijlage 1E
Model:Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 meter Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id LE (D) 2k LE (D) 4k LE (D) 8k LE (A) 63 LE (A) 125 LE (A) 250 LE (A) 500 LE (A) 1k LE (A) 2k LE (A) 4k ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 101,37 93,84 86,74 78,94 84,83 91,21 94,83 99,85 98,18 90,54 02 98,96 89,65 82,50 74,01 83,65 91,40 93,05 102,42 96,57 87,31 03 95,99 87,26 83,15 75,30 81,28 91,66 89,13 98,34 93,61 84,95 04 98,88 89,56 82,42 73,92 83,57 91,32 92,96 102,33 96,48 87,23 05 96,40 87,67 83,56 75,72 81,70 92,08 89,54 98,75 94,02 85,36
Geonoise V5.43
27-10-2009 15:52:37
Achterweg 28 Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 Bijlage 1E
Model:Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 meter Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id LE (A) 8k LE (N) 63 LE (N) 125 LE (N) 250 LE (N) 500 LE (N) 1k LE (N) 2k LE (N) 4k LE (N) 8k LE (P4) 63 ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 83,31 75,21 81,56 88,43 91,80 96,05 94,13 86,74 79,78 -02 80,17 67,94 77,59 85,34 86,98 96,35 90,50 81,24 74,10 -03 80,86 69,24 75,22 85,60 83,06 92,27 87,54 78,88 74,80 -04 80,08 67,86 77,50 85,25 86,90 96,27 90,41 81,16 74,02 -05 81,28 69,65 75,63 86,01 83,48 92,68 87,95 79,29 75,21 --
Geonoise V5.43
27-10-2009 15:52:37
Achterweg 28 Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 Bijlage 1E
Model:Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 meter Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id LE (P4) 12 LE (P4) 25 LE (P4) 50 LE (P4) 1k LE (P4) 2k LE (P4) 4k LE (P4) 8k ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 -------02 -------03 -------04 -------05 --------
Geonoise V5.43
27-10-2009 15:52:37
AV.0434, Achterweg 28 te Herpt
Bijlage 1f
Verkeersgegevens gekregen van de gemeente Heusden Achterweg (Noordelijke deel) 2004 Avond (2 uur) W 120 O 60 Ochtend (2 uur) W 120 O 60 Etmaal: 1.100 Wegtype: Klinkers Maxiumsnelheid: 30 km/h
Achterweg (Zuidelijk deel) 2004 Avond (2 uur) W 100 O 50 Ochtend (2 uur) W 40 O 80 Etmaal: 910 Wegtype: Klinkers Maxiumsnelheid: 30 km/h
Hoofdstraat (Noordelijke deel) 2004 Avond (2 uur) W 10 O5 Ochtend (2 uur) W5 O 10 Etmaal: 120 Wegtype: Klinkers Maxiumsnelheid: 50 km/h
Hoofdstraat (Noordelijke deel) 2004 Avond (2 uur) W 70 O 70 Ochtend (2 uur) W 50 O 45 Etmaal: 120 Wegtype: Klinkers Maxiumsnelheid: 50 km/h
2015 W 120 O 60 W 120 O 60 1.095
2020 W 120 O 60 W 120 O 60 1.160
2015 W 90 O 45 W 30 O 80 820
2020 W 110 O 45 W 35 O 90 910
2015 W 15 O5 W5 O 10 120
2020 W 10 O5 W5 O 10 120
2015 W 80 O 90 W 65 O 50 120
2020 W 90 O 95 W 70 O 50 120
2015 W 260 O 140 W 90 O 230 2.260
2020 W 390 O 185 W 105 O 400 3.330
Herotseweg Avond (2 uur) Ochtend (2 uur) Etmaal:
2004 W 215 O 120 W 80 O 165 2.030
Wegtype: Maxiumsnelheid:
Asfalt 80 km/h
BIJLAGE 2 Rekenresultaten
AV.0434, Achterweg 28 te Herpt Geluidscontouren Herptseweg op 1,5meter
Bijlage 2A-1
LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Weg < 43,0 dB 43,0 - 48,0 dB 48,0 - 53,0 dB 53,0 - 58,0 dB 58,0 - 63,0 dB 63,0 - 68,0 dB > 68,0 dB periode:
Lden
Groep:
Herptseweg
Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid
0m
50 m
schaal = 1 : 2000 oorsprong = 50, 0
01
63,0 58,0 53,0
48,0 48,0
43,0
0
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Achterweg 28 - Herptseweg 50 km/uur - Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 [D:\Mijn Documenten\GORDON 2009\AV.0434 Achterw-heusden\AV.0434 Achterw-heusd
AV.0434 Achterweg 28 te Herpt Geluidscontouren Herptseweg op 4,5 meter
Bijlage 2A-2
LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Weg < 43,0 dB 43,0 - 48,0 dB 48,0 - 53,0 dB 53,0 - 58,0 dB 58,0 - 63,0 dB 63,0 - 68,0 dB > 68,0 dB periode:
Lden
Groep:
Herptseweg
Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid
0m
50 m
schaal = 1 : 2000 oorsprong = 50, 0
01
63,0 58,0
53,0
48,0 48,0
43,0
0
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Achterweg 28 - Herptseweg 50 km/uur - Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 4,5 [D:\Mijn Documenten\GORDON 2009\AV.0434 Achterw-heusden\AV.0434 Achterw-heusd
AV.0434, Achterweg 28 te Herpt Geluidscontouren Hoofdstraat op 1,5 meter
Bijlage 2B-1
LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Weg < 43,0 dB 43,0 - 48,0 dB 48,0 - 53,0 dB 53,0 - 58,0 dB 58,0 - 63,0 dB 63,0 - 68,0 dB > 68,0 dB periode:
Lden
Groep:
Hoofdstraat
Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid
0m
50 m
schaal = 1 : 2000 oorsprong = 50, 0
01
43,0
0
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Achterweg 28 - Herptseweg 50 km/uur - Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 [D:\Mijn Documenten\GORDON 2009\AV.0434 Achterw-heusden\AV.0434 Achterw-heusd
AV.0434 Achterweg 28 te Herpt Geluidscontouren Hoofdstraat op 4,5 meter
Bijlage 2B-2
LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Weg < 43,0 dB 43,0 - 48,0 dB 48,0 - 53,0 dB 53,0 - 58,0 dB 58,0 - 63,0 dB 63,0 - 68,0 dB > 68,0 dB periode:
Lden
Groep:
Hoofdstraat
Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid
0m
50 m
schaal = 1 : 2000 oorsprong = 50, 0
01
43,0
0
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Achterweg 28 - Herptseweg 50 km/uur - Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 4,5 [D:\Mijn Documenten\GORDON 2009\AV.0434 Achterw-heusden\AV.0434 Achterw-heusd
AV.0434, Achterweg 28 te Herpt Geluidscontouren Achterweg Zuid op 1,5meter
Bijlage 2C-1
LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Weg < 43,0 dB 43,0 - 48,0 dB 48,0 - 53,0 dB 53,0 - 58,0 dB 58,0 - 63,0 dB 63,0 - 68,0 dB > 68,0 dB periode:
Lden
Groep:
Achterweg zuid
Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid
0m
50 m
schaal = 1 : 2000 oorsprong = 50, 0
01
43,0
48,0 53,0
58,0 43,0
48,0
63,0 53,0
0
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Achterweg 28 - Herptseweg 50 km/uur - Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 [D:\Mijn Documenten\GORDON 2009\AV.0434 Achterw-heusden\AV.0434 Achterw-heusd
AV.0434 Achterweg 28 te Herpt Geluidscontouren Achterweg Zuid op 4,5 meter
Bijlage 2C-2
LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Weg < 43,0 dB 43,0 - 48,0 dB 48,0 - 53,0 dB 53,0 - 58,0 dB 58,0 - 63,0 dB 63,0 - 68,0 dB > 68,0 dB periode:
Lden
Groep:
Achterweg zuid
Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid
0m
50 m
schaal = 1 : 2000 oorsprong = 50, 0
01
53,0
43,0
58,0
48,0
53,0
48,0
58,0
0
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Achterweg 28 - Herptseweg 50 km/uur - Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 4,5 [D:\Mijn Documenten\GORDON 2009\AV.0434 Achterw-heusden\AV.0434 Achterw-heusd
AV.0434, Achterweg 28 te Herpt Geluidscontouren Van Cuijkstraat op 1,5meter
Bijlage 2D-1
LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Weg < 43,0 dB 43,0 - 48,0 dB 48,0 - 53,0 dB 53,0 - 58,0 dB 58,0 - 63,0 dB 63,0 - 68,0 dB > 68,0 dB periode:
Lden
Groep:
van Cuijkstraat
Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid
0m
50 m
schaal = 1 : 2000 oorsprong = 50, 0
01
43,0
0
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Achterweg 28 - Herptseweg 50 km/uur - Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 [D:\Mijn Documenten\GORDON 2009\AV.0434 Achterw-heusden\AV.0434 Achterw-heusd
AV.0434 Achterweg 28 te Herpt Geluidscontouren Van Cuijkstraat op 4,5 meter
Bijlage 2D-2
LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Weg < 43,0 dB 43,0 - 48,0 dB 48,0 - 53,0 dB 53,0 - 58,0 dB 58,0 - 63,0 dB 63,0 - 68,0 dB > 68,0 dB periode:
Lden
Groep:
van Cuijkstraat
Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid
0m
50 m
schaal = 1 : 2000 oorsprong = 50, 0
01
43,0
0
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Achterweg 28 - Herptseweg 50 km/uur - Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 4,5 [D:\Mijn Documenten\GORDON 2009\AV.0434 Achterw-heusden\AV.0434 Achterw-heusd
AV.0434, Achterweg 28 te Herpt Geluidscontouren Achterweg Noord op 1,5meter
Bijlage 2E-1
LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Weg < 43,0 dB 43,0 - 48,0 dB 48,0 - 53,0 dB 53,0 - 58,0 dB 58,0 - 63,0 dB 63,0 - 68,0 dB > 68,0 dB periode:
Lden
Groep:
Achterweg noord
Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid
0m
50 m
schaal = 1 : 2000 oorsprong = 50, 0
01
43,0
0
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Achterweg 28 - Herptseweg 50 km/uur - Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 [D:\Mijn Documenten\GORDON 2009\AV.0434 Achterw-heusden\AV.0434 Achterw-heusd
AV.0434 Achterweg 28 te Herpt Geluidscontouren Achterweg Noord op 4,5 meter
Bijlage 2E-2
LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Weg < 43,0 dB 43,0 - 48,0 dB 48,0 - 53,0 dB 53,0 - 58,0 dB 58,0 - 63,0 dB 63,0 - 68,0 dB > 68,0 dB periode:
Lden
Groep:
van Cuijkstraat
Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid
0m
50 m
schaal = 1 : 2000 oorsprong = 50, 0
01
43,0
0
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Achterweg 28 - Herptseweg 50 km/uur - Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 4,5 [D:\Mijn Documenten\GORDON 2009\AV.0434 Achterw-heusden\AV.0434 Achterw-heusd
AV.0434, Achterweg 28 te Herpt Geluidscontouren cumulatief op 1,5meter
Bijlage 2F-1
LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Weg < 43,0 dB 43,0 - 48,0 dB 48,0 - 53,0 dB 53,0 - 58,0 dB 58,0 - 63,0 dB 63,0 - 68,0 dB > 68,0 dB periode:
Lden
Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid
0m
50 m
schaal = 1 : 2000 oorsprong = 50, 0
01
63,0 58,0
53,0 58,0 48,0 63,0
53,0 58,0 48,0
0
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Achterweg 28 - Herptseweg 50 km/uur - Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 1,5 [D:\Mijn Documenten\GORDON 2009\AV.0434 Achterw-heusden\AV.0434 Achterw-heusd
AV.0434 Achterweg 28 te Herpt Geluidscontouren cumulatief op 4,5 meter
Bijlage 2F-2
LEGENDA Bodemgebied Gebouw Grid Weg < 43,0 dB 43,0 - 48,0 dB 48,0 - 53,0 dB 53,0 - 58,0 dB 58,0 - 63,0 dB 63,0 - 68,0 dB > 68,0 dB periode:
Lden
Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid
0m
50 m
schaal = 1 : 2000 oorsprong = 50, 0
01
63,0 58,0
58,0 53,0 48,0
58,0
53,0
0
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Achterweg 28 - Herptseweg 50 km/uur - Rekenjaar 2019 Herptseweg 50 km/uur grid 4,5 [D:\Mijn Documenten\GORDON 2009\AV.0434 Achterw-heusden\AV.0434 Achterw-heusd
BIJLAGE 3 Figuren
bezoekadres: Hobostraat 1E 5402 CB Uden postadres: Hurk 303 5403 LD Uden
Ruimte voor Ruimte t.a.v. dhr. H.W. Sinke Postbus 79 5201 AB ’s-Hertogenbosch
T. 0413-269091 F. 0413-252513 E.
[email protected] I. www.amitec.nl ABN-AMRO nr. 40.84.88.735 ING nr. 424 598 K.v.K. nr. 16058413 Amitec bv is gecertificeerd Volgens ISO 9001:2008
datum: 18 oktober 2010
Geachte heer Sinke, Onderstaand treft u het addendum aan, behorende bij het akoestisch rapport (kenm. AV.0434w-2) van 27 oktober 2009. Het betreft de herontwikkeling rondom de Achterweg te Herpt. In oktober 2009 is door ons bureau een akoestisch rapport (wegverkeerslawaai) opgesteld voor de bouw van een aantal woningen aan de Achterweg 28 te Herpt. In het onderzoek zijn de geluidscontouren bepaald ter plaatse van het te bebouwen perceel. Ten tijde van het uitvoeren van het onderzoek was de exacte ligging van de nieuwe woningen op het perceel nog niet bekend. De voorkeursgrenswaarde zal op een deel van het perceel overschreden worden, waardoor per woning(blok) een hogere grenswaarde aangevraagd moet worden. Hiervoor is het noodzakelijk, dat de exacte geluidsbelasting per woning of per woningblok berekend wordt. Deze geluidsbelasting is ook nodig voor de berekening van eventuele geluidwerende voorzieningen aan de gevels van de woningen. In dit addendum wordt de exacte geluidsbelasting per woningblok berekend. De woningen zijn hiervoor ingevoerd in het bestaande rekenmodel, behorende bij het akoestisch onderzoek van 27 oktober 2009. Er is, t.b.v. de berekening van de exacte geluidsbelasting, uitgegaan van de verkeersintensiteiten, zoals die worden verwacht in het jaar 2020. In het eerdere onderzoek is uitgegaan van het jaar 2019. De gehanteerde verkeersgegevens zijn weergegeven in tabel 1 en zijn afkomstig van de gemeente Heusden. Voor het bepalen van de uurintensiteit en de voertuigverdeling over dag-, avond- en nachtperiode is de methode Hofstra gehanteerd (publicatie GF-DR-35-01 van het Ministerie van VROM).
onderwerp: addendum
referentie: 8.925-001 pagina: 1/7
referentie: 8.925--001 8.925 pagina: 2/7
Tabel 1: Verkeersgegevens voor het prognosejaar 2020 Weg
Etmaal
periode
intensiteit Herptseweg
Hoofdstraat
Achterweg
Van Cuijkstraat
Achterweg noordelijk deel
3330
1090
910
1160
1160
%
uur-
Gemidd.
%
uursintensiteit
intensi-
voertuigcategorie
teit
per
Snelheid
Wegdek type
(km/h)
MOTOR
LMV
MZV
ZMV
Dag
6,40
--
89,1
5,1
5,8
Avond
3,20
--
92,1
2,9
5,0
Nacht
1,12
--
85,3
5,7
9,0
Dag
6,48
--
84,96
10,65
4,38
Avond
3,72
--
84,31
10,89
4,79
Nacht
0,92
--
84,31
10,89
4,79
Dag
6,48
--
84,96
10,65
4,38
Avond
3,72
--
84,31
10,89
4,79
Nacht
0,92
--
84,31
10,89
4,79
Dag
6,48
--
84,96
10,65
4,38
Avond
3,72
--
84,31
10,89
4,79
Nacht
0,92
--
84,31
10,89
4,79
Dag
6,48
--
84,96
10,65
4,38
Avond
3,72
--
84,31
10,89
4,79
Nacht
0,92
--
84,31
10,89
4,79
50
Fijn asfalt dab 0/16
50
Klinkers
30
Klinkers
50
Klinkers
30
Klinkers
De berekende geluidsbelasting voor het jaar 2020 is weergegeven in de tabellen in bijlage 2 en is per weg berekend. Tevens is in bijlage 2F de cumulatieve geluidsbelasting weergegeven van de omliggende wegen. Voor de ontvangerpunten in de onderstaande tabel, dient een hogere grenswaardeprocedure te worden doorlopen ten gevolge van de Herptseweg. Toelichting bij de navolgende tabel: Ontvanger: De nummering van de ontvangerpunten correspondeert met die op de betreffende tekening van de onderzochte locatie (bijlage 3). Waarneemhoogte De hoogte van het waarneempunt ten opzichte van het plaatselijk maaiveld. Geluidbelasting De vermelde waarden zijn exclusief de aftrek conform artikel 110g. Deze (werkelijk W): waarden dienen te worden gehanteerd voor de bepaling van de geluidniveaus in de woningen. Geluidbelasting De vermelde waarden zijn inclusief de aftrek conform artikel 110g. Deze (toetsingswaarde T): waarden dienen ter toetsing aan de grenswaarde uit de Wgh. Indien de belasting vetgedrukt en onderstreept is weergegeven wordt in het waarneempunt op de betreffende waarneemhoogte de voorkeursgrenswaarde overschreden.
referentie: 8.925--001 8.925
Tabel 2: rekenresultaten en aan te vragen Hogere Grenswaarden wegverkeer Ontvanger 1 (voorgevel) 5 (voorgevel)
Hoogte [m] 1.5 4.5 7.5 1.5 4.5 7.5
Geluidbelasting Lden [dB] ten gevolge van het verkeer op de Herptseweg W T 59 54 60 55 59 54 57 52 58 53 58 53
Tevens zullen maatregelen in het kader van een zorgvuldige ruimtelijke ordening en in het kader van het Bouwbesluit getroffen moeten worden om een aanvaardbaar binnenniveau te kunnen realiseren. Het treffen van maatregelen aan de bron of in de overdracht is niet realistisch. Er dient daarom een onderzoek plaats te vinden naar de geluidswering van de gevels van de volgende woningblokken: - ontvangerpunten 1 t/m 4; - ontvangerpunten 5 t/m 8; - ontvangerpunten 25 t/m 28. Voor het berekenen van de geluidwerende voorzieningen aan de gevels van bovengenoemde woningen dient uitgegaan te worden van de cumulatieve geluidsbelasting van de omliggende wegen (zie bijlage 2F). De woning met ontvangerpunten 29 t/m 32 is een bestaande woning, die in de nieuwe situatie blijft bestaan. Vetrouwende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet,
Amitec BV Hans Clemens
Bijlagen: 1. invoergegevens geonoise v5.43 2. resultaten berekening 3. figuren 4. verkeersgegevens
pagina: 3/7
referentie: 8.925--001 8.925
BIJLAGE 1 INVOERGEGEVENS GEONOISE V5.43
Achterweg Herpt Ingevoerde bodemgebieden
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1A
Model:Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Groep:hoofdgroep Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Omschrijving Bf ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 Achterweg 0,00 02 Herptseweg 0,00 03 Hoofdweg 0,00 04 Van Cuijkstraat 0,00
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:12:26
Achterweg Herpt Ingevoerde gebouwen
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1B
Model:Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Groep:hoofdgroep Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Omschrijving Hoogte Maaiveld HDef. Cp Zwevend Refl. 63 Refl. 125 ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 gebouw 8,00 0,00 Relatief 0 dB F 0,80 0,80 02 gebouw 8,00 0,00 Relatief 0 dB F 0,80 0,80 03 gebouw 8,00 0,00 Relatief 0 dB F 0,80 0,80 04 gebouw 8,00 0,00 Relatief 0 dB F 0,80 0,80 05 gebouw 8,00 0,00 Relatief 0 dB F 0,80 0,80 06 07 08 09 10
gebouw gebouw gebouw nieuwe woning A nieuwe woning B
8,00 8,00 8,00 8,00 8,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
F F F F F
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
11 12 13 14 15
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
8,00 8,00 8,00 8,00 8,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
F F F F F
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
16 17 18 19 20
gebouw gebouw gebouw gebouw gebouw
8,00 8,00 8,00 8,00 4,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
F F F F F
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Geonoise V5.43
woning C woning woning woning woning E
14-10-2010 12:14:25
Achterweg Herpt Ingevoerde gebouwen
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1B
Model:Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Groep:hoofdgroep Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 02 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 03 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 04 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 05 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 06 07 08 09 10
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
11 12 13 14 15
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
16 17 18 19 20
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:14:25
Achterweg Herpt Ingevoerde ontvangers
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1C
Model:Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Groep:hoofdgroep Lijst van Ontvangers, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Omschrijving Maaiveld Hoogtedefinitie Hoogte A Hoogte B ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 nieuwe woning A 0,00 Relatief 1,50 4,50 02 nieuwe woning A 0,00 Relatief 1,50 4,50 03 nieuwe woning A 0,00 Relatief 1,50 4,50 04 nieuwe woning A 0,00 Relatief 1,50 4,50 05 nieuwe woning B 0,00 Relatief 1,50 4,50 06 07 08 09 10
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
B B B C C
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
4,50 4,50 4,50 4,50 4,50
11 12 13 14 15
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning C woning C woning woning woning
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
4,50 4,50 4,50 4,50 4,50
16 17 18 19 20
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
4,50 4,50 4,50 4,50 4,50
21 22 23 24 25
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
4,50 4,50 4,50 4,50 4,50
26 27 28 29 30
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
4,50 4,50 4,50 4,50 4,50
31 32
nieuwe woning nieuwe woning
0,00 0,00
Relatief Relatief
1,50 1,50
4,50 4,50
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:16:32
Achterweg Herpt Ingevoerde ontvangers
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1C
Model:Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Groep:hoofdgroep Lijst van Ontvangers, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Hoogte C Hoogte D Hoogte E Hoogte F X Y ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 7,50 ---183,86 230,24 02 7,50 ---186,87 222,03 03 7,50 ---181,06 214,35 04 7,50 ---178,29 222,98 05 7,50 ---205,22 221,76 06 07 08 09 10
7,50 7,50 7,50 7,50 7,50
------
------
------
210,73 203,62 198,23 190,84 200,66
215,85 211,63 217,70 183,84 176,56
11 12 13 14 15
7,50 7,50 7,50 7,50 7,50
------
------
------
188,33 178,60 178,46 181,27 174,76
174,93 182,46 169,50 161,23 155,01
16 17 18 19 20
7,50 7,50 7,50 7,50 7,50
------
------
------
171,89 192,49 200,86 190,91 182,38
163,22 151,53 145,54 144,53 150,64
21 22 23 24 25
7,50 7,50 7,50 7,50 7,50
------
------
------
195,91 204,54 194,99 186,38 224,38
141,66 135,80 134,26 140,37 149,69
26 27 28 29 30
7,50 7,50 7,50 7,50 7,50
------
------
------
226,17 220,90 218,88 233,07 236,35
142,73 137,66 144,57 186,05 180,87
31 32
7,50 7,50
---
---
---
230,75 227,12
177,76 181,29
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:16:32
Achterweg Herpt Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1D
Model:Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Omschrijving ISO H ISO maaiveldhoogte HDef. Invoertype Hbron ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 Herptseweg 0,00 0,00 Relatief Verdeling 0,75 02 Hoofdstraat 0,00 0,00 Relatief Verdeling 0,75 03 Achterweg 0,00 0,00 Relatief Verdeling 0,75 04 Van Cuijkstraat 0,00 0,00 Relatief Verdeling 0,75 05 Achterweg noordelijk 0,00 0,00 Relatief Verdeling 0,75
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:16:58
Achterweg Herpt Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1D
Model:Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id Ch Wegdek V(MR) V(LV) V(MV) V(ZV) Intensiteit %Int.(D) %Int.(A) %Int.(N) %Int.(P4) %MR(D) %MR(A) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 0,00 Fijn 50 50 50 50 3330,00 6,40 3,20 1,12 ---02 0,00 *Klinkers 50 50 50 50 1090,00 6,48 3,72 0,92 ---03 0,00 *Klinkers 30 30 30 30 910,00 6,48 3,72 0,92 ---04 0,00 *Klinkers 50 50 50 50 1160,00 6,48 3,72 0,92 ---05 0,00 *Klinkers 30 30 30 30 1160,00 6,48 3,72 0,92 ----
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:16:58
Achterweg Herpt Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1D
Model:Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id %MR(N) %MR(P4) %LV(D) %LV(A) %LV(N) %LV(P4) %MV(D) %MV(A) %MV(N) %MV(P4) %ZV(D) %ZV(A) %ZV(N) %ZV(P4) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 --89,10 92,10 85,30 -5,10 2,90 5,70 -5,80 5,00 9,00 -02 --84,96 84,31 84,31 -10,65 10,89 10,89 -4,38 4,79 4,79 -03 --84,96 84,31 84,31 -10,65 10,89 10,89 -4,38 4,79 4,79 -04 --84,96 84,31 84,31 -10,65 10,89 10,89 -4,38 4,79 4,79 -05 --84,96 84,31 84,31 -10,65 10,89 10,89 -4,38 4,79 4,79 --
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:16:58
Achterweg Herpt Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1D
Model:Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id MR(D) MR(A) MR(N) MR(P4) LV(D) LV(A) LV(N) LV(P4) MV(D) MV(A) MV(N) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 ----189,89 98,14 31,81 -10,87 3,09 2,13 02 ----60,01 34,19 8,45 -7,52 4,42 1,09 03 ----50,10 28,54 7,06 -6,28 3,69 0,91 04 ----63,86 36,38 9,00 -8,01 4,70 1,16 05 ----63,86 36,38 9,00 -8,01 4,70 1,16
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:16:58
Achterweg Herpt Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1D
Model:Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id MV(P4) ZV(D) ZV(A) ZV(N) ZV(P4) LE (D) 63 LE (D) 125 LE (D) 250 LE (D) 500 LE (D) 1k ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 -12,36 5,33 3,36 -82,47 88,63 95,28 98,58 103,34 02 -3,09 1,94 0,48 -76,40 86,05 93,78 95,43 104,91 03 -2,58 1,62 0,40 -77,44 83,36 93,72 91,21 100,53 04 -3,29 2,07 0,51 -76,67 86,32 94,05 95,70 105,18 05 -3,29 2,07 0,51 -78,50 84,41 94,78 92,27 101,59
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:16:58
Achterweg Herpt Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1D
Model:Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id LE (D) 2k LE (D) 4k LE (D) 8k LE (A) 63 LE (A) 125 LE (A) 250 LE (A) 500 LE (A) 1k LE (A) 2k LE (A) 4k ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 101,59 94,06 86,97 79,16 85,05 91,43 95,06 100,07 98,40 90,77 02 99,03 89,72 82,57 74,08 83,73 91,48 93,12 102,49 96,64 87,38 03 95,77 87,04 82,93 75,09 81,07 91,45 88,92 98,13 93,39 84,74 04 99,30 89,99 82,85 74,35 84,00 91,75 93,39 102,76 96,91 87,65 05 96,83 88,10 83,99 76,14 82,12 92,50 89,97 99,18 94,45 85,79
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:16:58
Achterweg Herpt Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1D
Model:Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id LE (A) 8k LE (N) 63 LE (N) 125 LE (N) 250 LE (N) 500 LE (N) 1k LE (N) 2k LE (N) 4k LE (N) 8k LE (P4) 63 ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 83,54 75,43 81,79 88,65 92,02 96,28 94,36 86,96 80,00 -02 80,24 68,01 77,66 85,41 87,05 96,43 90,57 81,32 74,17 -03 80,65 69,02 75,00 85,38 82,85 92,06 87,33 78,67 74,58 -04 80,51 68,28 77,93 85,68 87,32 96,70 90,84 81,59 74,44 -05 81,70 70,08 76,06 86,44 83,90 93,11 88,38 79,72 75,64 --
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:16:58
Achterweg Herpt Ingevoerde wegen
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1D
Model:Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Groep:hoofdgroep Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Id LE (P4) 12 LE (P4) 25 LE (P4) 50 LE (P4) 1k LE (P4) 2k LE (P4) 4k LE (P4) 8k ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01 -------02 -------03 -------04 -------05 --------
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:16:58
Achterweg Herpt Model informatie
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1E
Model: Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Lijst van model eigenschappen Model eigenschap ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Omschrijving Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur Verantwoordelijke M. Stout Rekenmethode RMW-2006 Modelgrenzen (-40,30, -40,30) - (443,36, 389,44) Aangemaakt door Laatst ingezien door Model aangemaakt met
m.stout op 5-1-2009 Gordon op 14-10-2010 Geonoise V5.43
Originele database Originele omschrijving Geïmporteerd door
Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing
Definitief Definitief verklaard door
Niet van toepassing Niet van toepassing
Standaard bodemfactor Zichthoek Maximum aantal reflecties Luchtdemping Luchtdemping [dB/km] Meteorologische correctie C0 waarde Detailniveau resultaten ontvangers Detailniveau resultaten grids Rekenoptimalisatie aan
0,80 2 1 Standard RMV-2006, SRM II 0,00; 0,00; 1,00; 2,00; 4,00; 10,00; 23,00; 58,00 Standard RMV-2006, SRM II 3,50 Bronresultaten Groepsresultaten Nee
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:17:29
Achterweg Herpt Groepenbeheer
AV.0434w-2 addendum Bijlage 1F
Model:Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur - model okt 2010 - Achterweg 28 Lijst van alle items Groep Itemsoort Id Omschrijving ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------hoofdgroep Gebouw 01 gebouw hoofdgroep Gebouw 02 gebouw hoofdgroep Gebouw 03 gebouw hoofdgroep Gebouw 04 gebouw hoofdgroep Gebouw 05 gebouw hoofdgroep Gebouw 06 gebouw hoofdgroep Gebouw 07 gebouw hoofdgroep Gebouw 08 gebouw hoofdgroep Gebouw 09 nieuwe woning A hoofdgroep Gebouw 10 nieuwe woning B hoofdgroep Gebouw 11 nieuwe woning C hoofdgroep Gebouw 12 nieuwe woning hoofdgroep Gebouw 13 nieuwe woning hoofdgroep Gebouw 14 nieuwe woning hoofdgroep Gebouw 15 nieuwe woning E hoofdgroep Gebouw 16 gebouw hoofdgroep Gebouw 17 gebouw hoofdgroep Gebouw 18 gebouw hoofdgroep Gebouw 19 gebouw hoofdgroep Gebouw 20 gebouw hoofdgroep Ontvanger 01 nieuwe woning A hoofdgroep Ontvanger 02 nieuwe woning A hoofdgroep Ontvanger 03 nieuwe woning A hoofdgroep Ontvanger 04 nieuwe woning A hoofdgroep Ontvanger 05 nieuwe woning B hoofdgroep Ontvanger 06 nieuwe woning B hoofdgroep Ontvanger 07 nieuwe woning B hoofdgroep Ontvanger 08 nieuwe woning B hoofdgroep Ontvanger 09 nieuwe woning C hoofdgroep Ontvanger 10 nieuwe woning C hoofdgroep Ontvanger 11 nieuwe woning C hoofdgroep Ontvanger 12 nieuwe woning C hoofdgroep Ontvanger 13 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 14 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 15 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 16 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 17 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 18 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 19 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 20 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 21 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 22 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 23 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 24 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 25 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 26 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 27 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 28 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 29 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 30 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 31 nieuwe woning hoofdgroep Ontvanger 32 nieuwe woning hoofdgroep Bodemgebied 01 Achterweg hoofdgroep Bodemgebied 02 Herptseweg hoofdgroep Bodemgebied 03 Hoofdweg hoofdgroep Bodemgebied 04 Van Cuijkstraat hoofdgroep Grid 01 Grid plangebied Achterweg noord Weg 05 Achterweg noordelijk Achterweg zuid Weg 03 Achterweg Herptseweg Weg 01 Herptseweg Hoofdstraat Weg 02 Hoofdstraat van Cuijkstraat Weg 04 Van Cuijkstraat
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:17:59
referentie: 8.925--001 8.925
BIJLAGE 2 RESULTATEN BEREKENING
Achterweg Herpt Geluidsbelasting Herptseweg zonder aftrek ex. art 110 Wgh
AV.0434w-2 addendum Bijlage 2A
Model: Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur - model okt 2010 - Achterweg 28 Bijdrage van Groep Herptseweg op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01_A nieuwe woning A 1,5 57,6 54,3 50,6 59,1 01_B nieuwe woning A 4,5 58,2 54,9 51,1 59,6 01_C nieuwe woning A 7,5 58,0 54,7 51,0 59,5 02_A nieuwe woning A 1,5 51,5 48,2 44,4 53,0 02_B nieuwe woning A 4,5 52,7 49,4 45,6 54,2 02_C 03_A 03_B 03_C 04_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
A A A A A
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
52,7 32,4 33,8 35,0 51,0
49,4 29,1 30,5 31,7 47,7
45,7 25,3 26,8 27,9 44,0
54,2 33,8 35,3 36,5 52,5
04_B 04_C 05_A 05_B 05_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
A A B B B
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
52,2 52,1 55,6 56,5 56,4
48,9 48,8 52,3 53,2 53,1
45,2 45,1 48,5 49,4 49,4
53,7 53,6 57,1 57,9 57,9
06_A 06_B 06_C 07_A 07_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
B B B B B
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
50,8 52,2 52,3 36,5 38,1
47,6 48,9 49,0 33,2 34,8
43,8 45,1 45,2 29,4 31,0
52,3 53,6 53,8 37,9 39,5
07_C 08_A 08_B 08_C 09_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
B B B B C
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
39,3 50,5 51,9 52,0 44,2
36,0 47,2 48,6 48,7 40,9
32,2 43,4 44,8 44,9 37,1
40,8 52,0 53,4 53,4 45,6
09_B 09_C 10_A 10_B 10_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
C C C C C
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
46,1 47,2 31,5 33,6 35,6
42,8 43,9 28,2 30,3 32,2
39,0 40,2 24,4 26,6 28,6
47,5 48,7 33,0 35,1 37,0
11_A 11_B 11_C 12_A 12_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
C C C C C
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
29,9 31,5 33,7 41,0 42,8
26,7 28,2 30,4 37,7 39,5
22,9 24,5 26,7 33,9 35,7
31,4 33,0 35,2 42,5 44,3
12_C 13_A 13_B 13_C 14_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning C woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
43,9 39,1 40,7 42,1 25,5
40,7 35,8 37,4 38,9 22,2
36,9 32,0 33,6 35,1 18,6
45,4 40,5 42,1 43,6 27,0
14_B 14_C 15_A 15_B 15_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
29,5 32,4 ----
26,1 29,0 ----
22,5 25,4 ----
31,0 33,9 ----
16_A 16_B 16_C 17_A 17_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
39,8 41,2 42,5 26,4 29,7
36,5 38,0 39,2 23,1 26,3
32,7 34,2 35,4 19,5 22,7
41,2 42,7 44,0 27,9 31,2
17_C 18_A 18_B 18_C 19_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
34,5 34,1 35,7 37,2 18,6
31,2 30,9 32,4 33,9 15,3
27,6 27,0 28,6 30,1 11,6
36,0 35,6 37,1 38,6 20,1
19_B 19_C 20_A 20_B 20_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
21,9 29,5 22,6 26,2 33,1
18,5 26,1 19,3 22,8 29,7
14,9 22,6 15,6 19,2 26,1
23,4 31,0 24,1 27,7 34,6
21_A 21_B 21_C 22_A 22_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
23,8 26,5 34,2 29,8 31,4
20,4 23,2 30,9 26,5 28,1
16,8 19,6 27,3 22,7 24,4
25,2 28,1 35,7 31,2 32,9
22_C
nieuwe woning
7,5
32,8
29,5
25,8
34,3
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:23:49
Achterweg Herpt Geluidsbelasting Herptseweg zonder aftrek ex. art 110 Wgh
AV.0434w-2 addendum Bijlage 2A
Model: Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur - model okt 2010 - Achterweg 28 Bijdrage van Groep Herptseweg op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------23_A nieuwe woning 1,5 ----23_B nieuwe woning 4,5 ----23_C nieuwe woning 7,5 ----24_A nieuwe woning 1,5 31,2 28,0 24,2 32,7 24_B nieuwe woning 4,5 32,5 29,1 25,4 33,9 24_C nieuwe woning 7,5 34,5 31,2 27,5 36,0 25_A 25_B 25_C 26_A 26_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
36,9 38,5 40,1 33,0 34,7
33,6 35,2 36,8 29,7 31,4
29,8 31,4 33,0 26,0 27,7
38,4 40,0 41,5 34,5 36,2
26_C 27_A 27_B 27_C 28_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
36,4 ---36,2
33,1 ---32,9
29,4 ---29,1
37,9 ---37,6
28_B 28_C 29_A 29_B 29_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
37,7 39,3 44,0 45,8 46,6
34,4 36,0 40,8 42,6 43,3
30,6 32,2 37,0 38,8 39,6
39,2 40,7 45,5 47,3 48,1
30_A 30_B 30_C 31_A 31_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
34,7 36,6 38,1 22,3 25,3
31,4 33,3 34,8 19,0 21,9
27,7 29,6 31,1 15,4 18,4
36,2 38,1 39,6 23,9 26,9
31_C 32_A 32_B 32_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5
31,0 25,8 29,2 36,6
27,7 22,4 25,8 33,2
24,0 18,8 22,2 29,6
32,5 27,2 30,7 38,1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:23:49
Achterweg Herpt Geluidsbelasting Hoofdstraat zonder aftrek ex. art 110 Wgh
AV.0434w-2 addendum Bijlage 2B
Model: Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur - model okt 2010 - Achterweg 28 Bijdrage van Groep Hoofdstraat op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01_A nieuwe woning A 1,5 31,2 28,8 22,7 32,3 01_B nieuwe woning A 4,5 31,3 28,9 22,8 32,3 01_C nieuwe woning A 7,5 31,6 29,2 23,1 32,6 02_A nieuwe woning A 1,5 29,4 27,0 20,9 30,5 02_B nieuwe woning A 4,5 30,1 27,7 21,6 31,1 02_C 03_A 03_B 03_C 04_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
A A A A A
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
31,8 30,8 31,6 32,9 28,0
29,4 28,4 29,2 30,5 25,6
23,3 22,3 23,2 24,4 19,5
32,9 31,8 32,7 33,9 29,0
04_B 04_C 05_A 05_B 05_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
A A B B B
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
28,7 29,1 30,3 30,5 31,1
26,3 26,7 27,9 28,1 28,7
20,2 20,6 21,8 22,1 22,7
29,8 30,2 31,4 31,6 32,2
06_A 06_B 06_C 07_A 07_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
B B B B B
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
32,6 33,3 34,6 31,6 32,7
30,2 30,9 32,2 29,2 30,3
24,1 24,8 26,1 23,1 24,2
33,6 34,3 35,6 32,6 33,7
07_C 08_A 08_B 08_C 09_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
B B B B C
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
33,9 17,6 21,1 25,0 23,2
31,5 15,2 18,8 22,6 20,8
25,4 9,1 12,7 16,6 14,7
35,0 18,7 22,2 26,1 24,3
09_B 09_C 10_A 10_B 10_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
C C C C C
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
25,6 28,6 33,6 34,4 35,9
23,2 26,2 31,2 32,0 33,5
17,2 20,1 25,1 25,9 27,4
26,7 29,6 34,7 35,4 37,0
11_A 11_B 11_C 12_A 12_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
C C C C C
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
22,3 25,3 29,1 20,5 21,4
19,9 22,9 26,7 18,1 19,0
13,8 16,8 20,6 12,1 13,0
23,4 26,4 30,2 21,6 22,5
12_C 13_A 13_B 13_C 14_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning C woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
21,9 22,4 25,6 29,7 30,4
19,5 20,0 23,3 27,3 28,0
13,4 14,0 17,2 21,3 21,9
23,0 23,5 26,7 30,8 31,4
14_B 14_C 15_A 15_B 15_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
31,9 34,7 32,6 33,6 35,0
29,5 32,3 30,1 31,2 32,6
23,4 26,2 24,1 25,1 26,6
32,9 35,7 33,6 34,6 36,1
16_A 16_B 16_C 17_A 17_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
---24,4 27,2
---22,0 24,8
---15,9 18,8
---25,5 28,3
17_C 18_A 18_B 18_C 19_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
30,1 35,9 37,4 39,0 19,9
27,7 33,5 35,0 36,6 17,5
21,7 27,5 28,9 30,5 11,4
31,2 37,0 38,5 40,0 21,0
19_B 19_C 20_A 20_B 20_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
23,4 31,5 ----
21,1 29,1 ----
15,0 23,0 ----
24,5 32,5 ----
21_A 21_B 21_C 22_A 22_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
20,7 24,2 31,7 40,6 42,0
18,3 21,8 29,3 38,2 39,6
12,2 15,7 23,3 32,1 33,5
21,8 25,3 32,8 41,6 43,1
22_C
nieuwe woning
7,5
43,2
40,8
34,7
44,2
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:25:05
Achterweg Herpt Geluidsbelasting Hoofdstraat zonder aftrek ex. art 110 Wgh
AV.0434w-2 addendum Bijlage 2B
Model: Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur - model okt 2010 - Achterweg 28 Bijdrage van Groep Hoofdstraat op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------23_A nieuwe woning 1,5 38,8 36,4 30,4 39,9 23_B nieuwe woning 4,5 40,2 37,8 31,7 41,2 23_C nieuwe woning 7,5 41,2 38,8 32,7 42,2 24_A nieuwe woning 1,5 ----24_B nieuwe woning 4,5 ----24_C nieuwe woning 7,5 ----25_A 25_B 25_C 26_A 26_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
24,0 27,8 31,9 35,5 37,4
21,6 25,4 29,5 33,1 35,0
15,6 19,3 23,4 27,1 28,9
25,1 28,8 32,9 36,6 38,4
26_C 27_A 27_B 27_C 28_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
39,3 38,9 40,4 41,6 33,5
36,9 36,5 38,0 39,2 31,1
30,8 30,4 31,9 33,1 25,0
40,3 40,0 41,5 42,7 34,6
28_B 28_C 29_A 29_B 29_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
34,8 35,7 34,1 35,4 36,8
32,4 33,3 31,7 33,0 34,4
26,3 27,3 25,6 26,9 28,3
35,9 36,8 35,2 36,4 37,9
30_A 30_B 30_C 31_A 31_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
32,6 34,4 36,9 28,6 30,7
30,2 32,0 34,6 26,2 28,3
24,2 26,0 28,5 20,1 22,2
33,7 35,5 38,0 29,6 31,7
31_C 32_A 32_B 32_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5
32,9 28,3 29,3 30,5
30,5 25,9 26,9 28,1
24,4 19,8 20,8 22,1
34,0 29,4 30,3 31,6
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:25:05
Achterweg Herpt Geluidsbelasting Achterweg zuid zonder aftrek ex. art 110 Wgh
AV.0434w-2 addendum Bijlage 2C
Model: Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur - model okt 2010 - Achterweg 28 Bijdrage van Groep Achterweg zuid op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01_A nieuwe woning A 1,5 34,2 31,9 25,8 35,3 01_B nieuwe woning A 4,5 35,9 33,6 27,5 37,0 01_C nieuwe woning A 7,5 37,1 34,8 28,7 38,2 02_A nieuwe woning A 1,5 34,4 32,0 26,0 35,5 02_B nieuwe woning A 4,5 36,2 33,9 27,8 37,3 02_C 03_A 03_B 03_C 04_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
A A A A A
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
37,9 37,4 39,2 40,2 30,0
35,5 35,0 36,8 37,9 27,6
29,4 28,9 30,7 31,8 21,5
39,0 38,4 40,3 41,3 31,1
04_B 04_C 05_A 05_B 05_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
A A B B B
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
31,3 31,3 39,5 41,6 42,0
29,0 28,9 37,2 39,2 39,7
22,9 22,8 31,1 33,2 33,6
32,4 32,4 40,6 42,7 43,1
06_A 06_B 06_C 07_A 07_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
B B B B B
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
42,8 44,9 45,3 40,8 43,0
40,4 42,6 42,9 38,4 40,6
34,4 36,5 36,8 32,3 34,5
43,9 46,0 46,3 41,8 44,0
07_C 08_A 08_B 08_C 09_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
B B B B C
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
43,3 32,6 34,3 35,6 35,3
41,0 30,2 31,9 33,3 33,0
34,9 24,1 25,8 27,2 26,9
44,4 33,7 35,4 36,7 36,4
09_B 09_C 10_A 10_B 10_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
C C C C C
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
37,5 38,2 45,3 47,2 47,5
35,1 35,8 42,9 44,8 45,1
29,0 29,7 36,9 38,7 39,1
38,5 39,2 46,4 48,3 48,6
11_A 11_B 11_C 12_A 12_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
C C C C C
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
40,3 42,4 43,0 21,9 22,8
37,9 40,0 40,6 19,5 20,4
31,9 33,9 34,6 13,5 14,3
41,4 43,4 44,1 23,0 23,9
12_C 13_A 13_B 13_C 14_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning C woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
23,6 38,6 40,6 41,5 41,5
21,2 36,2 38,2 39,1 39,1
15,2 30,2 32,1 33,1 33,0
24,7 39,7 41,7 42,6 42,5
14_B 14_C 15_A 15_B 15_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
43,5 44,3 34,2 35,6 37,0
41,1 41,9 31,8 33,2 34,6
35,0 35,9 25,7 27,1 28,5
44,6 45,4 35,2 36,6 38,0
16_A 16_B 16_C 17_A 17_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
8,1 10,2 12,0 42,4 44,5
5,8 7,8 9,6 40,0 42,1
-0,3 1,7 3,5 34,0 36,0
9,2 11,3 13,0 43,5 45,6
17_C 18_A 18_B 18_C 19_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
44,9 45,7 47,6 47,9 34,5
42,5 43,3 45,3 45,6 32,1
36,5 37,3 39,2 39,5 26,1
46,0 46,8 48,7 49,0 35,6
19_B 19_C 20_A 20_B 20_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
36,6 38,2 27,4 29,2 30,4
34,2 35,8 25,0 26,9 28,0
28,2 29,7 18,9 20,8 21,9
37,7 39,3 28,5 30,3 31,4
21_A 21_B 21_C 22_A 22_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
35,1 37,0 39,0 48,6 50,1
32,7 34,6 36,6 46,2 47,7
26,6 28,6 30,6 40,2 41,6
36,2 38,1 40,1 49,7 51,2
22_C
nieuwe woning
7,5
50,3
47,9
41,8
51,3
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:25:34
Achterweg Herpt Geluidsbelasting Achterweg zuid zonder aftrek ex. art 110 Wgh
AV.0434w-2 addendum Bijlage 2C
Model: Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur - model okt 2010 - Achterweg 28 Bijdrage van Groep Achterweg zuid op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------23_A nieuwe woning 1,5 44,2 41,8 35,8 45,3 23_B nieuwe woning 4,5 46,1 43,7 37,6 47,2 23_C nieuwe woning 7,5 46,4 44,0 37,9 47,5 24_A nieuwe woning 1,5 8,5 6,1 0,0 9,6 24_B nieuwe woning 4,5 12,3 9,9 3,8 13,4 24_C nieuwe woning 7,5 15,0 12,7 6,6 16,1 25_A 25_B 25_C 26_A 26_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
53,5 53,8 53,5 57,9 57,9
51,1 51,4 51,1 55,5 55,5
45,0 45,4 45,1 49,4 49,4
54,6 54,9 54,6 59,0 59,0
26_C 27_A 27_B 27_C 28_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
57,3 52,5 52,9 52,7 38,5
54,9 50,1 50,6 50,3 36,1
48,8 44,0 44,5 44,2 30,0
58,3 53,5 54,0 53,7 39,6
28_B 28_C 29_A 29_B 29_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
40,6 41,0 52,7 53,0 52,7
38,2 38,6 50,3 50,6 50,3
32,1 32,6 44,3 44,6 44,3
41,7 42,1 53,8 54,1 53,8
30_A 30_B 30_C 31_A 31_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
58,7 58,6 57,9 53,2 53,5
56,3 56,2 55,5 50,8 51,2
50,2 50,1 49,5 44,7 45,1
59,8 59,7 59,0 54,3 54,6
31_C 32_A 32_B 32_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5
53,3 35,7 37,8 38,4
50,9 33,3 35,4 36,0
44,8 27,2 29,4 29,9
54,4 36,8 38,9 39,4
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:25:34
Achterweg Herpt Geluidsbelasting Van Cuijkstraat zonder aftrek ex. art 110 Wgh
AV.0434w-2 addendum Bijlage 2D
Model: Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur - model okt 2010 - Achterweg 28 Bijdrage van Groep van Cuijkstraat op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01_A nieuwe woning A 1,5 41,8 39,4 33,3 42,8 01_B nieuwe woning A 4,5 42,8 40,4 34,3 43,9 01_C nieuwe woning A 7,5 43,8 41,4 35,3 44,8 02_A nieuwe woning A 1,5 39,7 37,3 31,2 40,7 02_B nieuwe woning A 4,5 41,0 38,6 32,5 42,0 02_C 03_A 03_B 03_C 04_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
A A A A A
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
42,1 16,6 19,1 21,3 36,6
39,7 14,2 16,7 18,9 34,2
33,7 8,1 10,6 12,8 28,2
43,2 17,7 20,2 22,4 37,7
04_B 04_C 05_A 05_B 05_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
A A B B B
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
37,2 37,8 43,9 45,4 46,4
34,8 35,4 41,5 43,0 44,0
28,8 29,3 35,5 37,0 37,9
38,3 38,9 45,0 46,5 47,5
06_A 06_B 06_C 07_A 07_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
B B B B B
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
42,4 44,0 45,0 18,7 21,6
40,0 41,6 42,6 16,3 19,2
33,9 35,5 36,5 10,2 13,1
43,4 45,1 46,0 19,8 22,6
07_C 08_A 08_B 08_C 09_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
B B B B C
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
24,8 36,7 38,2 39,2 19,9
22,4 34,3 35,8 36,8 17,5
16,3 28,2 29,7 30,8 11,5
25,9 37,8 39,2 40,3 21,0
09_B 09_C 10_A 10_B 10_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
C C C C C
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
24,2 27,4 21,4 24,6 27,5
21,8 25,0 19,0 22,2 25,1
15,7 18,9 13,0 16,1 19,1
25,3 28,4 22,5 25,7 28,6
11_A 11_B 11_C 12_A 12_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
C C C C C
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
17,2 19,2 21,0 17,2 19,7
14,8 16,8 18,6 14,8 17,3
8,7 10,8 12,6 8,8 11,3
18,2 20,3 22,1 18,3 20,8
12_C 13_A 13_B 13_C 14_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning C woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
22,2 19,4 23,0 25,9 21,8
19,8 17,0 20,6 23,5 19,4
13,7 10,9 14,5 17,4 13,4
23,3 20,5 24,1 26,9 22,9
14_B 14_C 15_A 15_B 15_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
24,6 27,3 ----
22,2 24,9 ----
16,1 18,8 ----
25,7 28,3 ----
16_A 16_B 16_C 17_A 17_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
14,1 16,3 18,4 21,8 24,4
11,7 14,0 16,0 19,5 22,0
5,6 7,9 9,9 13,4 16,0
15,1 17,4 19,5 22,9 25,5
17_C 18_A 18_B 18_C 19_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
26,9 21,9 24,5 27,4 12,9
24,5 19,5 22,2 25,0 10,5
18,5 13,4 16,1 19,0 4,5
28,0 23,0 25,6 28,5 14,0
19_B 19_C 20_A 20_B 20_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
16,1 22,4 17,5 19,7 22,9
13,7 20,0 15,1 17,3 20,5
7,6 13,9 9,1 11,3 14,5
17,2 23,5 18,6 20,8 24,0
21_A 21_B 21_C 22_A 22_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
16,4 18,4 26,7 19,6 22,5
14,0 16,0 24,3 17,2 20,1
7,9 9,9 18,2 11,1 14,1
17,5 19,5 27,7 20,6 23,6
22_C
nieuwe woning
7,5
26,1
23,7
17,7
27,2
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:26:04
Achterweg Herpt Geluidsbelasting Van Cuijkstraat zonder aftrek ex. art 110 Wgh
AV.0434w-2 addendum Bijlage 2D
Model: Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur - model okt 2010 - Achterweg 28 Bijdrage van Groep van Cuijkstraat op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------23_A nieuwe woning 1,5 ----23_B nieuwe woning 4,5 ----23_C nieuwe woning 7,5 ----24_A nieuwe woning 1,5 9,9 7,5 1,4 10,9 24_B nieuwe woning 4,5 14,8 12,4 6,3 15,8 24_C nieuwe woning 7,5 18,0 15,6 9,6 19,1 25_A 25_B 25_C 26_A 26_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
34,5 35,9 37,1 32,4 33,8
32,1 33,5 34,7 30,0 31,4
26,0 27,4 28,6 23,9 25,3
35,6 37,0 38,2 33,5 34,9
26_C 27_A 27_B 27_C 28_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
35,2 10,2 13,6 17,3 17,2
32,8 7,8 11,2 14,9 14,8
26,7 1,8 5,2 8,8 8,8
36,2 11,3 14,7 18,3 18,3
28_B 28_C 29_A 29_B 29_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
19,6 21,4 32,8 34,8 36,5
17,2 19,0 30,4 32,4 34,1
11,1 13,0 24,3 26,4 28,1
20,7 22,5 33,9 35,9 37,6
30_A 30_B 30_C 31_A 31_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
39,0 40,8 41,6 16,5 19,3
36,6 38,4 39,2 14,1 16,9
30,5 32,3 33,1 8,0 10,8
40,1 41,8 42,7 17,6 20,4
31_C 32_A 32_B 32_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5
22,1 13,2 18,0 24,3
19,7 10,9 15,6 22,0
13,6 4,8 9,6 15,9
23,2 14,3 19,1 25,4
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:26:04
Achterweg Herpt Geluidsbelasting Achterweg noord zonder aftrek ex. art 110 Wgh
AV.0434w-2 addendum Bijlage 2E
Model: Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur - model okt 2010 - Achterweg 28 Bijdrage van Groep Achterweg noord op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01_A nieuwe woning A 1,5 38,9 36,5 30,4 40,0 01_B nieuwe woning A 4,5 40,2 37,8 31,7 41,3 01_C nieuwe woning A 7,5 41,3 38,9 32,8 42,3 02_A nieuwe woning A 1,5 39,4 37,0 31,0 40,5 02_B nieuwe woning A 4,5 40,7 38,3 32,2 41,7 02_C 03_A 03_B 03_C 04_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
A A A A A
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
41,7 29,6 30,6 31,6 --
39,3 27,3 28,2 29,3 --
33,2 21,2 22,2 23,2 --
42,8 30,7 31,7 32,7 --
04_B 04_C 05_A 05_B 05_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
A A B B B
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
--40,9 42,4 43,3
--38,5 40,0 41,0
--32,4 33,9 34,9
--42,0 43,5 44,4
06_A 06_B 06_C 07_A 07_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
B B B B B
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
41,3 42,8 43,7 27,1 28,8
38,9 40,4 41,3 24,7 26,4
32,9 34,3 35,2 18,6 20,4
42,4 43,9 44,8 28,2 29,9
07_C 08_A 08_B 08_C 09_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
B B B B C
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
30,2 34,3 35,7 36,7 35,9
27,8 31,9 33,3 34,3 33,6
21,7 25,8 27,2 28,3 27,5
31,3 35,4 36,7 37,8 37,0
09_B 09_C 10_A 10_B 10_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
C C C C C
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
36,8 37,6 20,8 24,4 29,3
34,4 35,3 18,4 22,1 26,9
28,3 29,2 12,3 16,0 20,9
37,9 38,7 21,9 25,5 30,4
11_A 11_B 11_C 12_A 12_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
C C C C C
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
18,0 21,2 24,2 27,9 28,3
15,6 18,9 21,9 25,5 25,9
9,6 12,8 15,8 19,5 19,8
19,1 22,3 25,3 29,0 29,3
12_C 13_A 13_B 13_C 14_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning C woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
26,1 27,6 28,5 29,6 15,1
23,7 25,3 26,1 27,2 12,7
17,7 19,2 20,0 21,1 6,6
27,2 28,7 29,5 30,7 16,2
14_B 14_C 15_A 15_B 15_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
19,4 25,6 ----
17,1 23,2 ----
11,0 17,2 ----
20,5 26,7 ----
16_A 16_B 16_C 17_A 17_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
23,3 25,0 25,5 19,2 22,3
20,9 22,6 23,1 16,8 19,9
14,8 16,5 17,0 10,8 13,8
24,3 26,1 26,6 20,3 23,3
17_C 18_A 18_B 18_C 19_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
25,7 20,8 23,9 27,1 10,7
23,4 18,4 21,5 24,7 8,4
17,3 12,3 15,4 18,7 2,3
26,8 21,8 25,0 28,2 11,8
19_B 19_C 20_A 20_B 20_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
13,7 23,3 15,8 19,6 24,8
11,3 20,9 13,4 17,2 22,5
5,3 14,8 7,4 11,2 16,4
14,8 24,4 16,9 20,7 25,9
21_A 21_B 21_C 22_A 22_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
12,8 14,8 25,2 17,8 20,9
10,4 12,5 22,8 15,4 18,5
4,3 6,4 16,8 9,3 12,5
13,9 15,9 26,3 18,9 22,0
22_C
nieuwe woning
7,5
23,9
21,6
15,5
25,0
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:26:51
Achterweg Herpt Geluidsbelasting Achterweg noord zonder aftrek ex. art 110 Wgh
AV.0434w-2 addendum Bijlage 2E
Model: Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur - model okt 2010 - Achterweg 28 Bijdrage van Groep Achterweg noord op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------23_A nieuwe woning 1,5 ----23_B nieuwe woning 4,5 ----23_C nieuwe woning 7,5 ----24_A nieuwe woning 1,5 12,4 10,0 4,0 13,5 24_B nieuwe woning 4,5 16,4 14,0 7,9 17,5 24_C nieuwe woning 7,5 24,0 21,6 15,6 25,1 25_A 25_B 25_C 26_A 26_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
36,6 38,1 39,2 38,7 38,4
34,2 35,7 36,8 36,3 36,1
28,1 29,6 30,8 30,2 30,0
37,6 39,1 40,3 39,8 39,5
26_C 27_A 27_B 27_C 28_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
39,2 ---22,3
36,8 ---19,9
30,8 ---13,8
40,3 ---23,4
28_B 28_C 29_A 29_B 29_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
23,3 24,4 32,8 34,5 36,5
21,0 22,0 30,4 32,1 34,1
14,9 15,9 24,4 26,1 28,1
24,4 25,4 33,9 35,6 37,6
30_A 30_B 30_C 31_A 31_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
22,5 26,2 32,1 35,3 35,7
20,2 23,9 29,8 32,9 33,4
14,1 17,8 23,7 26,8 27,3
23,6 27,3 33,2 36,3 36,8
31_C 32_A 32_B 32_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5
36,3 11,9 14,7 25,9
33,9 9,5 12,3 23,6
27,8 3,5 6,3 17,5
37,3 13,0 15,8 27,0
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:26:51
Achterweg Herpt Geluidsbelasting cumulatief zonder aftrek ex. art 110 Wgh
AV.0434w-2 addendum Bijlage 2F
Model: Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur - model okt 2010 - Achterweg 28 Bijdrage van hoofdgroep op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------01_A nieuwe woning A 1,5 57,8 54,6 50,7 59,3 01_B nieuwe woning A 4,5 58,4 55,1 51,3 59,9 01_C nieuwe woning A 7,5 58,3 55,1 51,2 59,8 02_A nieuwe woning A 1,5 52,1 49,0 44,9 53,5 02_B nieuwe woning A 4,5 53,3 50,2 46,1 54,7 02_C 03_A 03_B 03_C 04_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
A A A A A
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
53,5 39,7 41,3 42,4 51,2
50,4 37,2 38,7 39,8 48,0
46,3 31,5 33,1 34,2 44,1
54,9 40,9 42,4 43,5 52,7
04_B 04_C 05_A 05_B 05_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
A A B B B
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
52,4 52,4 56,1 57,1 57,2
49,2 49,1 52,9 53,9 54,0
45,3 45,3 48,9 49,9 49,9
53,9 53,8 57,5 58,5 58,6
06_A 06_B 06_C 07_A 07_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
B B B B B
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
52,4 53,8 54,1 42,6 44,6
49,4 50,9 51,2 40,1 42,0
44,9 46,4 46,7 34,6 36,5
53,7 55,2 55,5 43,8 45,8
07_C 08_A 08_B 08_C 09_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
B B B B C
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
45,3 50,9 52,2 52,4 45,3
42,7 47,7 49,0 49,2 42,3
37,2 43,7 45,1 45,2 37,9
46,5 52,3 53,7 53,8 46,7
09_B 09_C 10_A 10_B 10_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
C C C C C
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
47,1 48,2 45,8 47,6 48,2
44,0 45,1 43,4 45,2 45,7
39,8 40,9 37,4 39,2 39,8
48,5 49,6 46,9 48,7 49,3
11_A 11_B 11_C 12_A 12_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
C C C C C
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
40,8 42,8 43,7 41,3 43,0
38,4 40,4 41,3 38,1 39,8
32,5 34,5 35,4 34,1 35,9
41,9 43,9 44,8 42,7 44,5
12_C 13_A 13_B 13_C 14_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning C woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
44,1 42,1 43,9 45,2 41,9
40,9 39,3 41,1 42,4 39,5
37,0 34,4 36,1 37,5 33,5
45,6 43,4 45,1 46,4 43,0
14_B 14_C 15_A 15_B 15_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
44,0 45,1 36,4 37,7 39,1
41,6 42,7 34,1 35,3 36,7
35,6 36,8 28,0 29,2 30,7
45,1 46,2 37,5 38,8 40,2
16_A 16_B 16_C 17_A 17_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
39,9 41,4 42,6 42,6 44,8
36,7 38,1 39,4 40,2 42,4
32,8 34,3 35,5 34,2 36,4
41,3 42,8 44,1 43,7 45,8
17_C 18_A 18_B 18_C 19_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
45,5 46,4 48,3 48,8 34,8
43,1 44,0 45,9 46,4 32,4
37,2 38,1 40,0 40,5 26,4
46,6 47,5 49,4 49,9 35,9
19_B 19_C 20_A 20_B 20_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
37,0 39,7 29,2 31,6 35,6
34,6 37,2 26,6 28,9 32,7
28,6 31,4 21,1 23,6 28,0
38,1 40,8 30,3 32,8 36,9
21_A 21_B 21_C 22_A 22_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
35,6 37,6 41,1 49,3 50,8
33,2 35,2 38,5 46,9 48,4
27,3 29,3 33,0 40,9 42,3
36,7 38,8 42,3 50,4 51,9
22_C
nieuwe woning
7,5
51,1
48,7
42,7
52,2
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:27:28
Achterweg Herpt Geluidsbelasting cumulatief zonder aftrek ex. art 110 Wgh
AV.0434w-2 addendum Bijlage 2F
Model: Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur - model okt 2010 - Achterweg 28 Bijdrage van hoofdgroep op alle ontvangerpunten Rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006; Periode: Alle perioden Id Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------23_A nieuwe woning 1,5 45,3 42,9 36,9 46,4 23_B nieuwe woning 4,5 47,1 44,7 38,6 48,2 23_C nieuwe woning 7,5 47,5 45,1 39,1 48,6 24_A nieuwe woning 1,5 31,4 28,1 24,3 32,8 24_B nieuwe woning 4,5 32,7 29,4 25,6 34,1 24_C nieuwe woning 7,5 35,0 31,8 27,8 36,4 25_A 25_B 25_C 26_A 26_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
53,7 54,1 54,0 58,0 58,0
51,3 51,7 51,6 55,6 55,6
45,3 45,7 45,6 49,6 49,6
54,8 55,2 55,1 59,1 59,1
26_C 27_A 27_B 27_C 28_A
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5 1,5
57,5 52,7 53,2 53,0 41,4
55,1 50,3 50,8 50,6 38,7
49,0 44,2 44,7 44,5 33,4
58,5 53,7 54,2 54,1 42,5
28_B 28_C 29_A 29_B 29_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
4,5 7,5 1,5 4,5 7,5
43,1 44,0 53,4 53,9 53,9
40,5 41,3 50,9 51,4 51,4
35,1 36,1 45,1 45,7 45,8
44,3 45,2 54,5 55,1 55,1
30_A 30_B 30_C 31_A 31_B
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning woning
1,5 4,5 7,5 1,5 4,5
58,8 58,7 58,1 53,3 53,6
56,4 56,3 55,7 50,9 51,3
50,3 50,3 49,7 44,8 45,2
59,8 59,8 59,2 54,4 54,7
31_C 32_A 32_B 32_C
nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
woning woning woning woning
7,5 1,5 4,5 7,5
53,4 36,8 38,9 41,2
51,1 34,4 36,4 38,5
45,0 28,5 30,7 33,3
54,5 37,9 40,0 42,4
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geonoise V5.43
14-10-2010 12:27:28
referentie: 8.925--001 8.925
BIJLAGE 3 FIGUREN
Achterweg Herpt
Addendum bij AV.0434w-2 BIJLAGE 3 Figuur 1: overzicht rekenmodel LEGENDA Bodemgebied Gebouw Ontvanger Weg
0m
100 m
schaal = 1 : 4000
05
oorsprong = -200, -100
01
01 04020805 03 0706
04
02
03
29 1209 30 31 10 32 1311 1614 152017 25 18 28 19 26 21 24 2322 27
0
0
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Achterweg 28 - model okt 2010 - Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur [D:\Mijn Documenten\GORDON 2009\AV.0434 Achterw-heusden\AV.0434 Achterw-heusden\Gn\Wegverke
Achterweg Herpt
Addendum bij AV.0434w-2 BIJLAGE 3 Figuur 2: ontvangers bij woningen LEGENDA Bodemgebied Gebouw Ontvanger Weg
20 m
schaal = 1 : 1000
05
0m
oorsprong = 100, 100
01 04
02
05 08
06
03 07
29
09
12
32
11
30 31
10
13 16
14
15 17
20
25 18
19 24
28
21 22
27
03
23
26
Wegverkeerslawaai - RMW-2006, Achterweg 28 - model okt 2010 - Rekenjaar 2020 Herptseweg 50 km/uur [D:\Mijn Documenten\GORDON 2009\AV.0434 Achterw-heusden\AV.0434 Achterw-heusden\Gn\Wegverke
referentie: 8.925--001 8.925
BIJLAGE 4 VERKEERSGEGEVENS
AV.0434, Achterweg 28 te Herpt
Bijlage 4
Verkeersgegevens gekregen van de gemeente Heusden Achterweg (Noordelijke deel) 2004 Avond (2 uur) W 120 O 60 Ochtend (2 uur) W 120 O 60 Etmaal: 1.100 Wegtype: Klinkers Maxiumsnelheid: 30 km/h
Achterweg (Zuidelijk deel) 2004 Avond (2 uur) W 100 O 50 Ochtend (2 uur) W 40 O 80 Etmaal: 910 Wegtype: Klinkers Maxiumsnelheid: 30 km/h
Hoofdstraat (Noordelijke deel) 2004 Avond (2 uur) W 10 O5 Ochtend (2 uur) W5 O 10 Etmaal: 120 Wegtype: Klinkers Maxiumsnelheid: 50 km/h
Hoofdstraat (Noordelijke deel) 2004 Avond (2 uur) W 70 O 70 Ochtend (2 uur) W 50 O 45 Etmaal: 120 Wegtype: Klinkers Maxiumsnelheid: 50 km/h
2015 W 120 O 60 W 120 O 60 1.095
2020 W 120 O 60 W 120 O 60 1.160
2015 W 90 O 45 W 30 O 80 820
2020 W 110 O 45 W 35 O 90 910
2015 W 15 O5 W5 O 10 120
2020 W 10 O5 W5 O 10 120
2015 W 80 O 90 W 65 O 50 120
2020 W 90 O 95 W 70 O 50 120
2015 W 260 O 140 W 90 O 230 2.260
2020 W 390 O 185 W 105 O 400 3.330
Herotseweg Avond (2 uur) Ochtend (2 uur) Etmaal:
2004 W 215 O 120 W 80 O 165 2.030
Wegtype: Maxiumsnelheid:
Asfalt 80 km/h
BAAC - BILAN RAPPORT 2010/B1618 Heusden (NB) – Herpt, Achterweg 28 Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase)
in opdracht van Bureau Verkuylen BV namens Ruimte voor Ruimte CV
Rapport-ID Titel
Gemeente onderzoek
ISSN
1873 9350
Rapportnummer
2010/ B1618
Aantal pagina's
49
Opdrachtgever
Bureau Verkuylen BV namens Ruimte voor Ruimte CV
Contactpersoon opdrachtgever
Dhr. R.J. Verkuylen
Onderzoekskader
nieuwbouw
Projectleider BAAC
Mw. E. de Boer
Auteur(s)
Mw. E. de Boer
Kaarten en afbeeldingen
Dhr. R. van Breugel
Datum definitief
30-08-2010
Digitale versie
ja
Verzending definitief aan
Opdrachtgever, RCE, KB-depot
Akkoord BAAC
Dhr. C. Verbeek Seniorarcheoloog Datum
A: P: T: F: E: W:
Graaf van Solmsweg 103 5222 BS ’s -Hertogenbosch (073) 6136219 (073) 6149877
[email protected] www.baac.nl
A: P: T: F: E: W:
-
Plaats
(prov),
projectnaam.
Soort
Paraaf
Postbus 2015 7420 AA Deventer (0570) 670055 (0570) 618430
[email protected] www.baac.nl © BAAC 2010
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch databestand of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave dient men zich tot de uitgever te wenden.
Inhoudsopgave Voorwoord ..............................................................................................................................................................7 Samenvatting ..........................................................................................................................................................9 1
2
Inleiding ...........................................................................................................................................................11 1.1
Administratieve gegevens project.......................................................................................................11
1.2
Ligging van het plangebied.................................................................................................................12
1.3
Huidig en toekomstig gebruik.............................................................................................................13
Bureauonderzoek ............................................................................................................................................15 2.1
Onderzoeksmethode............................................................................................................................15
2.2
Geologie en landschap.........................................................................................................................15
2.3
Historische situatie ...............................................................................................................................18
2.4
Bekende archeologische waarden.......................................................................................................20
3
Verwachtingsmodel en vraagstelling .............................................................................................................21
4
Inventariserend veldonderzoek ......................................................................................................................23 4.1
Onderzoeksmethode............................................................................................................................23
4.2
Resultaten van het veldonderzoek......................................................................................................23
4.3
Archeologische indicatoren .................................................................................................................25
5
Toetsing en beantwoording ...........................................................................................................................26
6
Conclusie en selectieadvies .............................................................................................................................28
7
Literatuur .........................................................................................................................................................29
Bijlage 1: Plan van Aanpak ...................................................................................................................................31 Bijlage 2: Administratieve gegevens en lijst met afkortingen conform ASB .....................................................39 Bijlage 3: Boorstaten .............................................................................................................................................41 Bijlage 4: Vondstenlijst .........................................................................................................................................46 Bijlage 5: Overzicht archeologische perioden .....................................................................................................48 Bijlage 6: Overzicht geologische perioden ..........................................................................................................49
Figuren Fig. 1:
Ligging van het plangebied in de regio..............................................................................................12
Fig. 2:
Huidig grondgebruik in plangebied en omgeving.............................................................................13
Fig. 3:
Geplande toekomstige situatie in het plangebied.............................................................................14
fig. 4:
Blokdiagram van een meanderende rivier. ........................................................................................15
Fig. 5:
De locatie van het plangebied op de geologisch-geomorfologische kaart. .....................................16
Fig. 6:
Het plangebied op de vereenvoudigde bodemkaart.........................................................................17
Fig. 7:
Het plangebied op het minuutplan van circa 1830. ...........................................................................19
Fig. 8:
Het plangebied op de IKAW met ARCHIS-waarnemingen en AMK-terreinen..................................20
Fig. 9:
Ligging van het plangebied met boorpunten en NAP-hoogten........................................................24
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Voorwoord Per 1 januari 2010 is Fontys Bilan opgegaan in het archeologisch onderzoeksbureau BAAC bv en daarmee is deze rapportage een uitgave van BAAC bv. Wanneer u vragen en/of opmerkingen met betrekking tot dit rapport heeft, kunt u contact opnemen met BAAC bv. Onze contactgegevens vindt u voorin dit rapport.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 7
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 8
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Samenvatting Op 27 november 2008 verleende Bureau Verkuylen BV namens Ruimte voor Ruimte CV aan BILAN opdracht voor een archeologisch bureau- en inventariserend booronderzoek (karterende fase) voor het plangebied ‘Achterweg 28’ in Herpt in de gemeente Heusden (provincie Noord-Brabant). Uit het bureauonderzoek bleek dat het plangebied volgens de IKAW vanwege de ligging op de relatief recente stroomgordel van het Oude Maasje een lage archeologische verwachting. Op de oeverwallen van deze rivier zijn echter archeologische waarden uit de late ijzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen bekend. Het gebied direct ten oosten van het plangebied heeft vanwege het voorkomen van oude woongronden van Herpt wel een hoge archeologische verwachting. In het begin van de negentiende eeuw bevond zich echter ook in het plangebied bebouwing van deze nederzetting. In de omgeving van het plangebied zijn archeologische waarden uit de vroege en late Middeleeuwen, de Nieuwe tijd en mogelijk ook uit de Romeinse tijd aangetroffen. Het oostelijke deel van het plangebied is in ieder geval vanaf de eerste helft van de negentiende en mogelijk eerder bebouwd geweest. In de loop van de negentiende en/of twintigste eeuw is deze bebouwing vervangen door nieuwbouw. Het centrale deel van het plangebied is vanaf de jaren vijftig bebouwd geweest. In de jaren zeventig is de bebouwing in het plangebied door nieuwere grotere bebouwing vervangen en is ook het noordelijke deel van het plangebied bebouwd geraakt. Over het algemeen heeft bedrijfsbebouwing een beperkte funderingsdiepte, waardoor de verwachting is dat de bodem in het plangebied nog grotendeels onverstoord is. Op basis van deze gegevens kunnen in de afzettingen van het Oude Maasje (vanaf of nabij het maaiveld) archeologische waarden uit de late ijzertijd, Romeinse tijd, Middeleeuwen en Nieuwe tijd aanwezig zijn en wordt aan het plangebied een hoge archeologische verwachting toegekend. Uit het veldonderzoek bleek dat de geul-/ oeverwalafzettingen van de stroomgordel van het Oude Maasje in het plangebied vanaf een diepte van 60 à 165 cm –mv (d.w.z. 34 à 164 cm +NAP) aanwezig zijn. Deze afzettingen zijn afgedekt met kleiiger oeverwal(-kom-nabije-)afzettingen. De top van deze afzettingen zijn door antropogene afzettingen beïnvloed, waardoor waarschijnlijk een oude woongrond is ontstaan. Deze oude woongrond is plaatselijk door recentere ingrepen verstoord. Eventuele archeologische waarden worden vanaf het maaiveld verwacht en zullen derhalve bij de bouwwerkzaamheden worden verstoord. Er werden uitsluitend archeologische indicatoren uit de Nieuwe tijd aangetroffen, die kunnen wijzen op een vindplaats in of rondom het plangebied. Op basis van het uitgevoerde onderzoek is de kans op het aantreffen van indicatoren uit de vroegere perioden klein en kan de aanwezigheid van archeologische waarden uit vroegere perioden niet worden uitgesloten. Op basis van deze gegevens behoudt het plangebied een hoge archeologische verwachting en wordt, indien in het plangebied bodemingrepen worden uitgevoerd, geadviseerd een vervolgonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek uit te voeren om de aan- of afwezigheid vast te stellen en, indien aanwezig, de aard, het karakter, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden te bepalen. Dit selectieadvies moet, voordat bodemverstorende activiteiten plaatsvinden, door de verantwoordelijke overheid
worden
beoordeeld
en
onderschreven
in
een
selectiebesluit.
Voorafgaand
aan
het
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 9
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
vervolgonderzoek dient een Programma van Eisen worden opgesteld, dat dient te worden geaccordeerd door de verantwoordelijke overheid.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 10
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
1
Inleiding
Op 27 november 2008 verleende Bureau Verkuylen BV namens Ruimte voor Ruimte CV aan BILAN opdracht voor een archeologisch bureau- en inventariserend booronderzoek (karterende fase) voor het plangebied ‘Achterweg 28’ in Herpt in de gemeente Heusden (provincie Noord-Brabant). De aanleiding voor dit onderzoek was de geplande nieuwbouw op de locatie. Hierbij zullen bodemverstorende activiteiten plaatsvinden waardoor een archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Doel van het onderzoek was het vaststellen van de archeologische verwachting van het plangebied. Dit onderzoek bestond uit een bureauonderzoek aangevuld met een karterend booronderzoek. Voorafgaand aan de veldfase waren de eisen waaraan het booronderzoek moest voldoen (vraagstelling, methode en werkwijze), vastgelegd in een Plan van Aanpak. Het veldonderzoek werd op 22 en 23 december 2008 uitgevoerd. De projectleiding was in handen van mw. E. de Boer. De verantwoordelijke overheid was de gemeente Heusden. Het onderzoek werd uitgevoerd volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA 3.1).
1.1
Administratieve gegevens project
Datum gunning
27 november 2008
Opdrachtgever
Bureau Verkuylen BV namens Ruimte voor Ruimte CV
Uitvoerder
BILAN
BILAN projectcode
B1618
Provincie
NB
Gemeente
Heusden
Plaats
Herpt
Straat
Achterweg 28
Coördinaten hoeken
NW: 148.963/ 375.796
NO: 148.995/ 375.783
ZW: 148.956/ 375.781
ZO: 148.994/ 375.765
Oppervlakte plangebied
1,1 ha
Kaartblad
44F
CIS meldingnummer
32618
KLIC meldingnummer
08G221655
Verantwoordelijke overheid
gemeente Heusden
KNA-versie
3.1
Beheer en plaats van documentatie
BILAN1
1
Binnen twee jaar na afronding van het veldwerk zal de onderzoeksdocumentatie, conform de eisen van het depot, worden overgedragen aan het Depot Bodemvondsten Noord-Brabant.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 11
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
1.2
Ligging van het plangebied
Het plangebied ligt aan de zuidwestelijke rand van de bebouwde kom van Herpt in de gemeente Heusden (provincie Noord-Brabant) en heeft een oppervlakte van circa 1,1 ha. Het plangebied omvat het perceel aan de Achterweg 28 en wordt in het oosten begrensd door deze straat. De noordelijke begrenzing wordt gevormd door de Herptseweg.
Fig. 1:
Ligging van het plangebied in de regio.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 12
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
1.3
Huidig en toekomstig gebruik
Het plangebied is momenteel in gebruik als erf (betonverharding) met bedrijfswoning en schuren omringd door weiland. In de toekomst wil men de schuren in het plangebied slopen en wil men op de locatie zes woningen bouwen. Deze woningen zullen in principe op staal worden gefundeerd, waarvoor de bodem waarschijnlijk minimaal tot 1 m –mv zal worden ontgraven. In het geval van grondverbetering zal de bodem tot circa 2 m –mv worden verstoord. De huidige woning aan de Achterweg 28 zal behouden blijven2.
Fig. 2:
2
Huidig grondgebruik in plangebied en omgeving.
Schriftelijke mededeling dhr. R.J. Verkuylen (Bureau Verkuylen), 26 januari 2009.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 13
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Fig. 3:
Geplande toekomstige situatie in het plangebied. Bron: Bureau Verkuylen.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 14
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
2 2.1
Bureauonderzoek Onderzoeksmethode
Tijdens het bureauonderzoek werd aan de hand van bestaande bronnen informatie verzameld en geanalyseerd omtrent bekende archeologische, (cultuur-)historische en landschappelijke waarden. Als bronnen3 werden gebruikt: het Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS II), de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW), de Archeologische Monumenten Kaart (AMK), de Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant (CHW), het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN), topografische, historische, geologische, geomorfologische en bodemkundige kaarten, relevante literatuur, internetsite en overige bronnen, zoals lokale heemkundigen. Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek werd een verwachtingsmodel opgesteld, de veldwerkmethode bepaald en werden daarvoor onderzoeksvragen geformuleerd, die werden vastgelegd in een Plan van Aanpak.
2.2
Geologie en landschap
Het plangebied ligt in het rivierlandschap ten zuiden van de Maas. Het landschap waarvan het plangebied deel uitmaakt, is in belangrijke mate ontstaan in het Holoceen. Vanaf het Holoceen hadden de rivieren een meanderend karakter en ontstonden oeverwallen en stroomruggen, waarbij in de komgebieden klei is afgezet (Echteld Formatie4) en zich veen heeft gevormd (Nieuwkoop Formatie; Hollandveen Laagpakket).
fig. 4:
Blokdiagram van een meanderende rivier. Uit: Verbraeck (1984).
Een stroomrug ontstond uit een meanderende rivier. In de bedding werd het grofste materiaal, voornamelijk zand en grind, afgezet. Bij overstroming werden zand en klei uit de bedding gelicht en op de oevers afgezet, waardoor oeverwallen ontstonden (zeer fijnzandig en zavelig materiaal). Verder van de rivier af kwam het overstromingswater tot rust en werd klei afgezet. Deze klei is meestal vrij uniform van samenstelling en kalkarm of kalkloos. Kalkrijke klei komt uitsluitend voor nabij stroomgordels en op plaatsen waar de opslibbing dermate snel is gegaan dat ontkalking niet kon plaatsvinden (bijvoorbeeld bij
3 4
Voor zover beschikbaar. Voorheen Formaties van Gorkum en Tiel.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 15
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
oeverwaldoorbraken, de zogenaamde crevasse-afzettingen). Als de grondwaterspiegel hoog stond, kon in de komgebieden veen worden gevormd. Na verloop van tijd verzandde de bedding en verlegde de rivier zijn loop. Het zandige geullichaam en de oeverwallen bleven hierbij achter (zie fig. 4). Door het zandige karakter van het geullichaam en de oeverwallen kwamen deze delen door ontwatering en differentiële klink5 hoger te liggen en vormden ze door de eeuwen heen gunstige plaatsen voor bewoning6.
Fig. 5:
De locatie van het plangebied op de geologisch-geomorfologische kaart. Bron: Berendsen, J.H.A. & E. Stouthamer.
Op de geologisch-geomorfologische kaart van Berendsen & Stouthamer7 ligt het plangebied op de stroomgordel van het Oude Maasje8, die vermoedelijk actief was vanaf 1660 BP9 (d.w.z. vanaf de Romeinse tijd, mogelijk al vanaf de late ijzertijd). Tussen 1230 en 1270 n.C. is deze rivierarm bij Hedikhuizen afgedamd. Na deze periode werd de afwatering overgenomen door andere geulen, zoals de Afgedamde Maas, en raakte de stroomgordel bedekt met komafzettingen. De top van de stroomgordel van het Oude Maasje bevindt zich desondanks aan of nabij het oppervlak. In de veertiende eeuw werd de Maas bedijkt,
5
6 7 8 9
Klei en veen klinken sterker in dan zand, waardoor de oorspronkelijk laag gelegen stroomgordels na verloop van tijd hoog in het landschap kwamen te liggen. Verbraeck 1984. Berendsen. H.J.A & E. Stouthamer 2001. Alleen de geulafzettingen (geen oeverwalafzettingen) zijn op de kaart van Berendsen & Stouthamer gekarteerd. Before Present = voor 1950.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 16
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
waardoor de sedimentatie grotendeels werd beperkt tot het buitendijkse gebied. Desondanks vond door dijkdoorbraken en overstromingen tot in de twintigste eeuw ook binnendijkse sedimentatie plaats. Bij een dijkdoorbraak werd een diep gat, een zogenaamd wiel of waal, uitgekolkt. Het materiaal afkomstig uit het gat werd als zogenaamde overslaggrond waaiervormig achter het wiel afgezet. Overslaggronden bestaan over het algemeen uit een mengsel van klei en zand, soms vermengd met grind. De nieuwe, herstelde dijk werd meestal om het wiel heen gelegd, waardoor de dijk een sterk kronkelend verloop kreeg. In 1460 n.C. is de meanderbocht van de Afgedamde Maas bij Heusden afgesneden, waardoor de Doode Maas ontstond. In 1904 is de huidige Afgedamde Maas afgedamd en is ten zuiden hiervan een nieuwe loop, de Bergsche Maas, uitgegraven, die de Maas verbond met de Haringvliet. De Bergsche Maas werd door middel van het Heusdensch Kanaal ter hoogte van Dode Maas verbonden met de Afgedamde Maas.
Fig. 6:
Het plangebied op de vereenvoudigde bodemkaart.
Volgens de geomorfologische kaart10 ligt het plangebied op een rivieroeverwal (kaarteenheid 3K25) waarin zich op ruim 100 m ten oosten van het plangebied een geul van een meanderend afwateringsstelsel (het Oude Maasje; kaarteenheid 2R11) bevindt. De oeverwal wordt omringd door een rivierkom- en oeverwalachtige vlakte (kaarteenheid 2M22).
10
ARCHIS II.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 17
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Uit de kaart van het Actueel Hoogtebestand Nederland11 blijkt dat Herpt ligt op een relatief smalle, noordnoordoost-zuidzuidwest georiënteerde hoogte, die in zuidwestelijke richting uitwaaiert in een iets lager, maar nog steeds hoger gelegen gebied ter hoogte van het plangebied. Ten oosten van de hoogte van Herpt bevindt zich een dal met waterloop. Het plangebied ligt op circa 2,2 tot 2,4 m +NAP. Het centrale deel van het plangebied, dat is bebouwd, ligt op circa 2,8 m +NAP. Het is mogelijk dat deze waarde beïnvloed is door de aanwezige bebouwing. Op de bodemkaart12 is het plangebied gekarteerd als een kalkloze ooivaaggrond (kaarteenheid Rd10C) ontstaan in lichte zavel met grondwatertrap VII. Direct ten zuiden van het plangebied komen eveneens kalkloze ooivaaggronden met grondwatertrap VII voor (kaarteenheid Rd90C). Deze gronden zijn op deze locatie echter ontstaan in zware zavel en lichte klei. De kern van Herpt, direct ten oosten van de Achterweg is gekarteerd als een oude bewoningsplaats met aan de oostzijde een smalle kreekbedding, geul enz.. Ooivaaggronden worden in deze omgeving aangetroffen op de hoogste delen van de oeverwallen van het Oude Maasje13. Deze gronden worden gekenmerkt door een vrij dunne, zwak ontwikkelde, humeuze bovengrond met direct daaronder de C-horizont. Door een goede interne drainage en bioturbatie is tot circa 60 à 100 cm –mv geen sprake van roest of gelaagdheid, maar heeft het profiel een egale bruine kleur. Deze ooivaaggronden zijn ontstaan in tot dieper dan 50 cm –mv ontkalkte zavel- en lichte-kleigronden met plaatselijk in de bovenlaag bijmenging van grof zand en in de ondergrond smalle banen, matig fijn en/of grof zand zand14. De dichtstbijzijnde boring die beschreven is in het DINO-loket bevindt zich op circa 250 m ten noordwesten van het plangebied. In deze boring15 is een 80 cm dik pakket sterk siltige tot sterk zandige klei aangetroffen met daaronder tot 2,50 m –mv een pakket (kleiig), zeer tot matig fijn zand afgewisseld met zandige klei. Van 2,50 tot 2,55 m –mv bevond zich een laag bruine veen, die een pakket matig grof tot matig fijn zand afdekte. Vermoedelijk zijn de afzettingen boven het veen Holocene rivierafzettingen van voornamelijk het Oude Maasje. Het onderliggende zand bestaat vermoedelijk uit een laatpleniglaciaal terras.
2.3
Historische situatie
Het plangebied maakte in de eerste helft van de negentiende eeuw16 deel uit van een gebied dat afwisselend in gebruik was als bouwland en grasland en ingeklemd lag tussen de Maas in het noorden en het Oude Maasje in het zuiden. Op ruim 800 m ten noordwesten van het plangebied bevond zich langs een afgesneden meanderbocht van de Maas, genaamd de Doode Maas, de vestingstad Heusden. Op circa 650 m ten westen van het plangebied lag langs het Oude Maasje Oud-Heusden met het kasteel van Oud-Heusden. Direct ten oosten van het plangebied bevond zich langs drie wegen, Den Achter Weg (de huidige Achterweg), De Hoog Straat (de huidige Hoofdstraat) en De Lage Straat (de huidige Burgemeester Buijsstraat), evenwijdig aan het Oude Maasje de bebouwing van het dorp Herpt. Deze nederzetting is tussen 1100 en 1300 ontstaan op de stroomruggronden van de Maas17.
11 12 13 14 15 16 17
AHN 2008. Bodemkaart van Nederland 1:50.000 (44 Oost). Harbers, P. 1990. Harbers, P. 1990, Bakker, H. de & J. Schelling 1989. Boring B44F0502. Kadasterkaart (minuutplan en OAT), Topographische en Militaire kaart. CHW 2006.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 18
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Het plangebied grensde in het oosten aan Den Achter Weg. Het gehele noordelijke deel van het plangebied was in gebruik als tuin behorende bij respectievelijk de bebouwing direct ten noordoosten van het plangebied en de boerderij in het oostelijke deel van het plangebied. Het zuidelijke deel was in gebruik als bouwland en stond bekend als Het Wiel Blok. Langs de noordgrens van het plangebied liep het Oudheusdensche Pad (de huidige Herptse weg) in westelijke richting naar het nabijgelegen Oud-Heusden. In het midden van de negentiende eeuw18 is langs dit pad, direct ten westen van het plangebied, bebouwing verrezen.
Fig. 7:
Het plangebied op het minuutplan van circa 1830.
In de loop van de negentiende en twintigste eeuw19 veranderde er weinig aan het plangebied en de directe omgeving. Pas in de jaren vijftig20 is de bebouwing direct ten noordoosten van het plangebied en in het plangebied sterk uitgebreid met bijgebouwen. In de jaren zestig21 is het onbebouwde deel van het plangebied in gebruik genomen als grasland. In de jaren zeventig22 is de bebouwing in het oostelijke deel van het plangebied gesloopt en vervangen door nieuwere bebouwing (o.a. grote bedrijfsloodsen). Ook in het noordelijke deel van het plangebied zijn in deze periode bedrijfshallen verrezen. In de jaren negentig23 is de bebouwing in het noordelijke deel gesloopt en is dit deel van het plangebied in gebruik genomen als 18 19 20 21 22
Bonneblad 1868. Bonnelblad 1874, 1900, 1907 en 1916, Topografische kaart 1936 en 1950. Topografische kaart 1958. Topografische kaart 1969. Topografische kaart 1981.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 19
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
grasland. Het centrale deel van het plangebied is momenteel in gebruik als agrarisch bedrijf met in het oosten een (bedrijfs)woning. Voor zover bekend hebben in het plangebied in het verleden geen ontgrondingen plaatsgevonden24. Op de Cultuurhistorische Kaart van de provincie Noord-Brabant25 behoort het oostelijke deel van het plangebied bij de oeverwalnederzetting Herpt, die gekarteerd is als historische stedenbouw van hoge waarde. De noordwestelijke helft van het plangebied valt binnen het oude schootsveld van Heusden. Direct ten noordoosten van plangebied bevindt zich aan de Achterweg 26 een boerderij uit 1890, die in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project als waardevol pand is gekarteerd.
2.4
Fig. 8:
Bekende archeologische waarden
Het plangebied op de IKAW met ARCHIS-waarnemingen en AMK-terreinen.
Op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) heeft het plangebied vanwege de ligging op een relatief recente stroomgordel (Oude Maasje) een lage archeologische verwachting. Op de oeverwallen van het Oude Maasje zijn echter archeologische resten uit de late ijzertijd, de Romeinse tijd en de Middeleeuwen bekend26. Tot op heden zijn in het plangebied zelf geen archeologische waarnemingen gedaan. In de directe omgeving (straal van circa 1 km) bevinden zich volgens ARCHIS27 wel diverse
23 24 25 26 27
Topografische kaart 1988, Topografische Atlas 2004. Ontgrondingen 1950-1998. 2005 CHW 2006. Berendsen, J.H.A. & E. Stouthamer 2001. Registratie- en informatiesysteem van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM).
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 20
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
waarnemingen (zie Fig. 8), die alle, evenals het plangebied, op de stroomgordel van het Oude Maasje liggen. Op circa 250 m ten zuidoosten van het plangebied zijn een ijzeren speer en twee zwaarden uit de vroege Middeleeuwen-B gevonden (ARCHIS-waarnemingsnr. 37395). Op circa 650 m ten noordwesten van het plangebied zijn bij oppervlaktekarteringen door een particulier aardewerkfragmenten en metalen gebruiksvoorwerpen uit de late Middeleeuwen-B en Nieuwe tijd aangetroffen. Daarnaast zijn ook diverse aardewerkfragmenten uit de Romeinse tijd in dit gebied gevonden. Volgens de toelichting bij de waarneming is het niet zeker of het materiaal ook oorspronkelijk van deze locatie afkomstig is. Het materiaal uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd zou ook als gevolg van ophoging of het uitrijden van stadsafval op de akker terecht zijn gekomen. Het Romeinse materiaal zou eventueel ook afkomstig zijn van opgebaggerd materiaal uit de omgrachting van Heusden (ARCHIS-waarnemingsnr. 54710). Op circa 800 m ten westen van het plangebied bevindt zich een waarneming van aardewerkfragmenten uit de late Middeleeuwen(-A) (ARCHIS-waarnemingsnr. 37375). Op een nabijgelegen terrein zijn de funderingsresten, waterput (met aardewerkfragmenten en musketkogels, e.d.) en gracht aangetroffen van het kasteel van Oud-Heusden, dat vermoedelijk dateert van voor de twaalfde eeuw (ARCHISwaarnemingsnr. 37401). Op bijna 700 m ten noordoosten van het plangebied zijn bij een archeologische opgraving bij de N.H. kerk in Herpt funderingsresten van een tufstenen kerk uit de late Middeleeuwen-A en aardewerkfragmenten vanaf de vroege Middeleeuwen-B aangetroffen (ARCHIS-waarnemingsnr. 13977). Op ruim 900 ten noorden van het plangebied zijn door een particulier in een bouwput een pottenbakkersoven (met afvalkuil en aardewerkfragmenten) uit de veertiende eeuw aangetroffen (ARCHIS-waarnemingsnr. 46742). Bij de lokale Heemkundekring Onsenoort28 zijn geen vondsten bekend uit het plangebied of aangrenzende percelen. Men vermoedt dat er sporen van
prehistorische/ inheems-Romeinse en/of middeleeuwse
bewoning aanwezig kunnen zijn. Het perceel zou niet intensief gebruikt zijn door de landbouw, waardoor mogelijk aanwezige waarden nog onverstoord zullen zijn.
3
Verwachtingsmodel en vraagstelling
Het plangebied heeft volgens de IKAW vanwege de ligging op de relatief recente stroomgordel van het Oude Maasje een lage archeologische verwachting. Op de relatief hooggelegen oeverwallen van deze rivier zijn echter archeologische waarden uit de late ijzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen bekend. Het gebied direct ten oosten van het plangebied heeft vanwege het voorkomen van oude woongronden van Herpt wel een hoge archeologische verwachting. In het begin van de negentiende eeuw bevond zich echter ook in het plangebied bebouwing van deze nederzetting. In de omgeving van het plangebied zijn archeologische waarden uit de vroege en late Middeleeuwen, de Nieuwe tijd en mogelijk ook uit de Romeinse tijd aangetroffen. Het oostelijke deel van het plangebied is in ieder geval vanaf de eerste helft van de negentiende eeuw en mogelijk eerder bebouwd geweest. In de loop van de negentiende en/of twintigste eeuw is deze
28
Schriftelijke mededeling dhr. B. Beaard (Heemkundekring Onsenoort), 19 december 2008.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 21
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
bebouwing vervangen door nieuwbouw. Het centrale deel van het plangebied is vanaf de jaren vijftig bebouwd geweest. In de jaren zeventig is de bebouwing in het plangebied door nieuwere grotere bebouwing vervangen en is ook het noordelijke deel van het plangebied bebouwd geraakt. Over het algemeen heeft bedrijfsbebouwing een beperkte funderingsdiepte, waardoor de verwachting is dat de bodem in het plangebied nog grotendeels onverstoord is. Op basis van deze gegevens kunnen in de afzettingen van het Oude Maasje (vanaf of nabij het maaiveld) archeologische waarden uit de late ijzertijd, Romeinse tijd, Middeleeuwen en Nieuwe tijd aanwezig zijn en wordt aan het plangebied een hoge archeologische verwachting toegekend. Een inventariserend veldonderzoek (karterend booronderzoek) is noodzakelijk om inzicht te krijgen in (de intactheid van) het bodemprofiel en de aan- of afwezigheid van archeologische waarden. Het veldonderzoek dient antwoord te geven op de volgende onderzoeksvragen:
Welk type bodem wordt aangetroffen in het plangebied?
Wat is de geologische opbouw van het plangebied?
Is deze bodem onverstoord sinds de vorming ervan?
Zijn archeologische indicatoren aanwezig in het plangebied?
Zo ja, wat is de aard en ouderdom van deze indicatoren?
Wijzen deze indicatoren op een vindplaats?
Zo ja, is een begrenzing van de vindplaats mogelijk?
In hoeverre wordt de vindplaats bedreigd door de toekomstige planontwikkeling?
Het onderzoek dient plaats te vinden volgens het in bijlage toegevoegde Plan van Aanpak (zie bijlage 1).
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 22
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
4 4.1
Inventariserend veldonderzoek Onderzoeksmethode
Het veldonderzoek bestond uit een karterend booronderzoek. Dit houdt in dat het terrein systematisch wordt beboord waarbij gelet wordt op de bodemopbouw en de aanwezigheid van archeologische indicatoren, zoals houtskool, vuursteen, aardewerk, baksteen en verbrande leem. Hieruit kan blijken of de bodem al dan niet verstoord is, welke ontstaansgeschiedenis de bodem heeft en of eventuele archeologische lagen bewaard zijn gebleven. De aanwezigheid van archeologische indicatoren in de boorkernen kan inzicht geven in de aard en ouderdom van het bodemarchief. Indicatoren kunnen wijzen op (oudere) archeologische lagen onder de bouwvoor of op de aanwezigheid, ter plaatse of in de nabijheid, van een archeologische vindplaats. De spreiding van vondsten kan een indicatie geven van de omvang van de vindplaats. De eisen waaraan het veldonderzoek moest voldoen, waren vastgelegd in een Plan van Aanpak29 (PvA; zie bijlage 1). Uiteindelijk werden, conform PvA, in totaal 18 boringen gezet, waarvan er twee stuikten voordat de onverstoorde C-horizont was bereikt. De boringen werden tot 100 cm –mv uitgevoerd met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm, waarna vanwege een betere leesbaarheid van de bodemopbouw is overgestapt op een guts met een diameter van 3 cm. Tijdens het veldonderzoek werd zoveel mogelijk een raster van 20 x 25 m aangehouden. Vanwege de aanwezigheid van een boerderij met stallen omringd door verharding (beton) was het niet mogelijk om in het centrale deel van het plangebied volgens een regelmatig grid te boren. Hier zijn uitsluitend op de beboorbare locaties boringen gezet. De opgeboorde sedimenten werden beschreven conform de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode30, handmatig verbrokkeld en geïnspecteerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. Alle boorpunten werden relatief ten opzichte van gebouwen en perceelsgrenzen in het terrein ingemeten en gekoppeld aan het Rijksdriehoekstelsel. Met behulp van een waterpasinstrument werd de relatieve hoogte van de boorpunten bepaald. Op basis van het AHN werd de absolute hoogte ten opzichte van NAP van boorpunt 6 bepaald31, waarna de absolute hoogte van de overige boorpunten is doorgerekend.
4.2
Resultaten van het veldonderzoek
Het oostelijke deel van het plangebied rond de boerderij en stallen lag het hoogst. Van daaruit helt het gebied af. De hoogte van de boorpunten varieerde van 2,04 tot 2,71 m +NAP.
29
30 31
De gebruikte boormethode is gebaseerd op de verwachte aanwezigheid van een archeologische laag (boormethode D2; Tol, A.J. et al. 2006). Bosch, J.H.A. 2005. AHN 2008.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 23
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Fig. 9:
Ligging van het plangebied met boorpunten en NAP-hoogten.
De bodem werd in het zuidelijke deel van het plangebied (boringen 6 t/m 13) over het algemeen gekenmerkt door een overwegend 20 tot 30 cm en plaatselijk tot 50 cm dikke, zwak humeuze, donkerbruingrijze bouwvoor (Ap-horizont), die bestond uit zandige klei. Onder de bouwvoor bevond zich een pakket bruingrijs kleiig zand met oxidatievlekken dat met toenemende diepte geleidelijk lichter werd. In de top van dit pakket werd in enkele boringen humus en/of antropogeen materiaal aangetroffen. Zo werd in boring 7 in deze laag tot 80 cm –mv houtskoolfragmentjes aangetroffen. In boring 8 bevonden zich tot 70 cm –mv fragmentjes baksteen en in boring 11 werden, naast baksteen, fragmentjes koolas en een scherf roodbakkend aardewerk aangetroffen. De overgang tussen de antropogeen beïnvloede laag (AChorizont) en de diepere natuurlijke lagen was in de boringen diffuus. Mogelijk zijn antropogene indicatoren door bioturbatie dieper in het profiel terecht gekomen of is de top van dit pakket opgebracht en/of verploegd, waarna door hydromorfe processen (oxidatie en reductie) de sedimenten een meer natuurlijk aanzien hebben gekregen. Vanaf 85 à 155 cm –mv (d.w.z. 164 à 95 cm +NAP) werd lichtgeelgrijs tot (bruin)geel, zwak siltig tot sterk siltig, matig fijn tot matig grof zand aangetroffen, dat geïnterpreteerd is als (geul)afzettingen van de stroomgordel van het Oude Maasje. In de boringen 8 en 9 in het zuidelijke deel van het plangebied werd onder de circa 70 cm dikke A(C)horizont een kleiig pakket aangetroffen, die bestond uit (licht)bruingrijs, zwak tot sterk zandige klei met roestvlekken. Deze laag werd geleidelijk minder kleiig en ging over in een laag lichtbruingrijs, kleiig, matig
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 24
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
fijn zand. Vanaf 100 à 145 cm –mv (d.w.z. 128 à 101 cm +NAP) werd de geulafzettingen van het Oude Maasje aangetroffen (zwak tot sterk siltig, matig fijn tot matig grof zand). In het centrale deel van het plangebied (boringen 14, 15 en 18) werd een 80 à 87 cm dik antropogeen pakket aangetroffen, dat bestond uit heterogeen, zwak humeus, donkergrijs tot (donker)bruingrijs, sterk zandige klei tot kleiig zand met baksteen en mortel. In boring 18 werd in dit pakket een laag geelgrijs bouwzand, waaruit valt af te leiden dat dit pakket deels zeer recent is opgebracht en/of is verstoord. Onder dit antropogeen beïnvloede pakket werd een pakket lichtbruingrijs, sterk zandige klei aangetroffen. Vanaf 140 à 157 cm –mv ( d.w.z. 114 à 78 cm +NAP) bevond zich de top van geulafzettingen van de stroomgordel van het Oude Maasje, die bestonden uit lichtbruingeel tot (geel)wit, zwak tot sterk siltig, matig fijn tot matig grof zand met plaatselijk een kleiiger laagje. In het noordelijke deel van het plangebied32 werd een antropogeen pakket van sterk variabele dikte en samenstelling aangetroffen. Dit pakket, dat in dikte varieerde van 50 tot 125 cm, bestond overwegend uit zwak humeus, (donker)bruingrijs, kleiig zand met zwak tot sterk kleiige lagen of insluitingen van bouwzand. In dit pakket werd tevens bijmenging van baksteen, recent aardewerk en mortel aangetroffen. Hieronder werd een pakket matig tot sterk siltige en zwak tot sterk zandige klei aangetroffen (C-horizont), die met toenemende diepte zandiger en minder kleiig werd. Vanaf een diepte van 34 à 95 cm +NAP werd een zandig pakket aangetroffen, dat bestond uit (licht)grijs tot grijsgeel, zwak siltig, matig grof zand met kleiige lagen (uiterst siltige klei, sterk zandige klei en/of kleiig, matig fijn zand). De diepte waarop deze afzettingen, die geïnterpreteerd zijn als oeverwal- en geulafzettingen van het Oude Maasje werden aangetroffen, nam in zuidwestelijke richting toe. In boring 16 en 17 stuikte de boor vermoedelijk op beton (er werd geen residu aan de boorkop waargenomen) voordat de onverstoorde C-horizont werd bereikt. Samengevat komen in het plangebied vanaf een diepte van 34 tot 164 cm +NAP zandige afzettingen voor die geïnterpreteerd zijn als de oeverwal-/geulafzettingen van het Oude Maasje. De hoogte van deze afzettingen nam in het zuidwestelijke deel van het plangebied (boringen 6 t/m 15) in noordoostelijke richting af, terwijl deze in het noordoostelijke deel (1 t/m 5 en 18) in zuidwestelijke richting afnam. Boven deze afzettingen werd een pakket kleiiger oeverwal-/komafzettingen aangetroffen. Rond de bestaande boerderij (boringen 1 t/m 5, 7 t/m 9, 10, 14, 15 en 18) werd een deels opgebracht, deels antropogeen beïnvloed pakket aangetroffen, dat gezien het voorkomen van bouwzand en recent aardewerk, in ieder geval deels recent is. In het zuidelijke deel van het plangebied (boringen 6 t/m 13) kwamen onder de bouwvoor ook antropogeen beïnvloedde afzettingen voor, waarvan niet duidelijk was of deze waren opgebracht, verstoord of door bioturbatie beïnvloed waren. Mogelijk gaat het hier zoals aan de oostzijde van de Achterweg om oude woongronden.
4.3
Archeologische indicatoren
Onder archeologische indicatoren vallen zowel artefacten als mogelijk-antropogene objecten. Met artefacten worden alle mobiele door de mens gemaakte objecten bedoeld, zoals aardewerk, bot en
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 25
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
vuursteen. Mogelijk-antropogene objecten zijn voorwerpen, zoals houtskool en natuursteen, die als nevenproduct van een menselijke activiteit ontstaan. In de antropogeen beïnvloede bovengrond werden naast niet nader dateerbaar materiaal, zoals houtskool, baksteen en koolas, ook twee fragmenten aardewerk aangetroffen. In boring 4 werd op circa 90 cm –mv een fragment roodbakkend aardewerk33 aangetroffen uit de Nieuwe tijd. In boring 11 bevond zich op circa 50 cm –mv eveneens een fragment roodbakkend aardewerk34 dat gedateerd is in de Nieuwe tijd. Deze vondsten kunnen duiden op de aanwezigheid van een vindplaats in of rond het plangebied.
5
Toetsing en beantwoording
Het veldwerk diende antwoord te geven op de volgende onderzoeksvragen: Welk type bodem wordt aangetroffen in het plangebied? De bodem in het plangebied kan worden geïnterpreteerd als een ooivaaggrond, die door antropogene processen is opgehoogd en/of beïnvloed (mogelijk oude woongrond). Wat is de geologische opbouw van het plangebied? In het plangebied kwamen vanaf een diepte van 60 à 165 cm –mv (d.w.z. 164 à 34 cm +NAP) zandige afzettingen voor die geïnterpreteerd zijn als de oeverwal-/geulafzettingen van het Oude Maasje. De hoogte van deze afzettingen namen in het zuidwestelijke deel van het plangebied (boringen 6 t/m 15) in noordoostelijke richting af, terwijl deze in het noordoostelijke deel (1 t/m 5 en 18) in zuidwestelijke richting afnam. Boven deze afzettingen werd een pakket kleiiger oeverwal-/komafzettingen aangetroffen. Is deze bodem onverstoord sinds de vorming ervan? De bodem is in zekere mate beïnvloed door antropogene processen. Een deel hiervan is zeer recent en zal mogelijk aanwezige oudere sporen van menselijke aanwezigheid hebben verstoord. De overgang van de antropogeen beïnvloede bovengrond (mogelijk oude woongrond) naar de natuurlijke bodem was, als gevolg van natuurlijke bodemprocessen (hydromorfe processen) diffuus maar er zijn geen duidelijke aanwijzigingen dat de oeverwalafzettingen verstoord zijn. Zijn archeologische indicatoren aanwezig in het plangebied? Zo ja, wat is de aard en ouderdom van deze indicatoren? In het plangebied werden aardewerkscherven uit de Nieuwe tijd aangetroffen. Wijzen deze indicatoren op een vindplaats? Deze vondsten kunnen duiden op de aanwezigheid van een vindplaats in of rond het plangebied. Zo ja, is een begrenzing van de vindplaats mogelijk? Niet van toepassing.
32 33 34
Boringen 1 t/m 5. Vondstnr. 1. Vondstnr. 2.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 26
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
In hoeverre wordt de vindplaats bedreigd door de toekomstige planontwikkeling? In de top van de geulafzettingen werd geen archeologische laag aangetroffen. Archeologische waarden worden derhalve verwacht in oeverwalafzettingen boven de geulafzettingen, d.w.z. vanaf het maaiveld. Door de geplande nieuwbouw zal de bodem tot 1 à 2 m –mv (d.w.z. maximaal tot 0 m +NAP) worden verstoord, waardoor ook eventuele archeologische waarden verstoord zullen raken.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 27
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
6
Conclusie en selectieadvies
Het plangebied had vanwege de ligging op de stroomgordel van het Oude Maasje een hoge verwachting voor archeologische waarden uit de late ijzertijd, Romeinse tijd, Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Uit het veldonderzoek bleek dat de geul-/ oeverwalafzettingen van de stroomgordel van het Oude Maasje in het plangebied vanaf een diepte van 60 à 165 cm –mv (d.w.z. 34 à 164 cm +NAP) aanwezig zijn. Deze afzettingen zijn afgedekt met kleiiger oeverwal(-kom-nabije-)afzettingen. De top van deze afzettingen zijn door antropogene afzettingen beïnvloed, waardoor waarschijnlijk een oude woongrond is ontstaan. Deze oude woongrond is plaatselijk door recentere ingrepen verstoord. Eventuele archeologische waarden worden vanaf het maaiveld verwacht en zullen derhalve bij de bouwwerkzaamheden worden verstoord. Er werden uitsluitend archeologische indicatoren uit de Nieuwe tijd aangetroffen, die kunnen wijzen op een vindplaats in of rondom het plangebied. Op basis van het uitgevoerde onderzoek is de kans op het aantreffen van indicatoren uit de vroegere perioden klein en kan de aanwezigheid van archeologische waarden uit vroegere perioden niet worden uitgesloten. Op basis van deze gegevens behoudt het plangebied een hoge archeologische verwachting en wordt, indien in het plangebied bodemingrepen35 worden uitgevoerd, geadviseerd een vervolgonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek uit te voeren om de aan- of afwezigheid vast te stellen en, indien aanwezig, de aard, het karakter, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden te bepalen. Dit selectieadvies moet, voordat bodemverstorende activiteiten plaatsvinden, door de verantwoordelijke overheid
worden
beoordeeld
en
onderschreven
in
een
selectiebesluit.
Voorafgaand
aan
het
vervolgonderzoek dient een Programma van Eisen worden opgesteld, dat dient te worden geaccordeerd door de verantwoordelijke overheid.
35
Archeologische waarden kunnen aan of nabij het oppervlak worden verwacht.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 28
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
7
Literatuur
Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN), Interactieve AHN viewer op Internet, http://www.ahn.nl/kaart/, 112-2008. ARCHIS II, Registratie- en informatiesysteem van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, te raadplegen op http://archis2.archis.nl. Bakker, H. de & J. Schelling. 1989. Systeem van bodemclassificatie voor Nederland. De hogere niveaus. Wageningen: Staring Centrum. Beaard, B. 2008. Schriftelijke mededeling Heemkundekring Onsenoort. 19 december 2008. Berendsen, H.J.A. 2004. De vorming van het land. Inleiding in de geologie en de geomorfologie (Fysische geografie van Nederland). Koninklijke Van Gorcum. Berendsen, H.J.A. & E. Stouthamer. Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, The Netherlands. Koninklijke Van Gorcum – Assen 2001. Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Kaartblad 44 Oost Oosterhout. 1990. Wageningen: Stichting voor Bodemkartering. Bonneblad, No. 706 Bladel, 1868, 1874, 1900, 1907 en 1916, http://watwaswaar.nl. Bosch, J.H.A. 2005. Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode. Archeologie Leidraad 3. SIKB. Cultuurhistorische waardenkaart Noord-Brabant (CHW), te raadplegen op chw.brabant.nl. Versie september 2006. DINOloket (Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond). NITG-TNO, 15-12-2008. Google Earth, recente luchtfoto’s; 1 december 2008. Harbers, P. 1990. Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Toelichting bij kaartblad 44 Oost Oosterhout. Wageningen: Staring Centrum, Stiboka. Kadasterkaart (minuutplan en OAT), Kaartblad Herpt en Bern, Sectie B Herpt, blad 3, 1811-1832, http://watwaswaar.nl. Ontgrondingen 1950-1998. 2005. Provincie Noord-Brabant. Tol, A.J. et al. 2006. Leidraad inventariserend veldonderzoek. Deel: karterend booronderzoek. SIKB. Topografische Atlas Noord-Brabant 1:25.000. Gekarteerd 2000. 2004. Den Haag; ANWB bv. Topografische kaart van Nederland. 1:25.000. No. 44F Heusden. 1936, 1950, 1958, 1969, 1981 en 1988.. Te raadplegen via: http://watwaswaar.nl/. Topographische en Militaire Kaart van het Koninkrijk der Nederlanden, schaal 1:50.000. Blad 44-II (verkend 1837/40). In: Grote Historische Atlas van Nederland 1:50.000, 4. Zuid-Nederland 1838-1857. 1990. Groningen; Wolters-Noordhoff Atlasprodukties. Verbraeck, A. 1984. Toelichtingen bij de geologische kaart van Nederland 1:50.000. Blad Tiel West (39W) en blad Tiel Oost (39O). Haarlem: Rijks Geologische Dienst Haarlem.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 29
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 30
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Bijlage 1: Plan van Aanpak
BILAN Postbus 90903 5000 GD Tilburg t: 0877 876322 f: 013 5360051 e:
[email protected] I: www.bilan.nl
Plan van Aanpak Inventariserend veldonderzoek (karterende fase)
Heusden (NB) – Herpt, Achterweg 28
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 31
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 32
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
LOCATIE
Heusden (NB) – Herpt, Achterweg 28.
PROJECT
Heusden (NB) – Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase).
PLAATS BINNEN ARCHEOLOGISCH PROCES Archeologisch vooronderzoek (IVO): karterend booronderzoek OPSTELLER Auteurs
Naam, adres, telefoon, e-mail BILAN Drs. E. de Boer Postbus 90903/ 5000 GD Tilburg Tel. 0877-876322 /
[email protected] Projectleider (senior archeoloog) BILAN Drs. C.Verbeek Postbus 90903 / 5000 GD Tilburg Tel. 0877-876322 /
[email protected] Mede-opstellers
datum paraaf 17/12/2008
17/12/2008 CV
OPDRACHTGEVER
Naam, adres, telefoon, e-mail Ruimte voor Ruimte CV Contactpersoon: Robert-Jan Verkuylen (Bureau Verkuylen) Veemarktkade 8 / 5222 AE ’s-Hertogenbosch Tel. 073-6231313 /
[email protected]
datum
paraaf
BEVOEGD GEZAG Gemeente
Naam, adres, telefoon, e-mail Gemeente Heusden Contactpersoon: mw. Van de Wiel Postbus 41 / 5250 AA Vlijmen Tel. 073-5131789
datum
paraaf
Provincie Overig / onbekend (toelichten) ROB (beschermd monument / projectvergunning / grote projecten) UITVOEREND BEDRIJF / INSTELLING Naam BILAN Contactpersoon Drs. E. de Boer Telefoon / e-mail Tel. 0877-876322 /
[email protected] DATUM ONDERZOEK Start Duur
Na opstellen PvA
BASISGEGEVENS Projectnaam
Heusden (NB) – Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase). Provincie Noord-Brabant Gemeente Heusden Plaats Herpt Toponiem Achterweg Gemeente code Kaartblad 44f X-coördinaat 138.760 Y-coördinaat 415.175 Kadaster-nr. CMA/AMK-status Nvt. CAA-nr. Nvt. CMA-nr. Nvt. ARCHIS-monument-nr. Nvt. ARCHIS-waarnemings-nr. Nvt. CIS-code (onderzoeksmeldingsnummer) 32618 Oppervlakte plan- of onderzoeksgebied 1,1 ha Huidig grondgebruik Agrarisch bedrijf (hallen + verharding), weiland. PERIODE(N) Vroege prehistorie (paleo/meso/neo) Late prehistorie (brons/ijzer) Romeinse tijd
COMPLEXTYPE(N) Onbekend Onbekend Onbekend
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 33
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Middeleeuwen (vroeg/laat/NT) 1. Doel en reden van het onderzoek Doel Reden Selectiebesluit (alleen na IVO)
Onbekend
Het vaststellen van het bodemprofiel en de aan- of afwezigheid van archeologische waarden in de ondergrond. Toekomstige nieuwbouw
2. Resultaten van het tot dusver uitgevoerde onderzoek Administratieve gegevens Bureauonderzoek Uitvoerder Uitvoeringsperiode Publicatie Overig onderzoek Uitvoerder Uitvoeringsperiode Uitvoeringsmethode Publicatie
BILAN December 2008 E. de Boer. Heusden (NB) – Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase). BILAN 2008 (intern concept). Nvt. Nvt. Nvt. Nvt.
Bewaarplaats van vondsten en documentatie Nvt. Resultaten: landschappelijke en aardwetenschappelijke context Huidig grondgebruik; (sub) recente Het plangebied is in gebruik als agrarisch bedrijf (verharding en bedrijfshallen) ingrepen en verstoringen en weiland. NAP-hoogte maaiveld Ca. 2,2-2,4 m +NAP Grondwatertrap VII Fysiek-landschappelijke, geologische, Het plangebied ligt in het rivierlandschap ten zuiden van de Maas. geomorfologische en bodemkundige Op de geologisch-geomorfologische kaart van Berendsen & Stouthamer ligt het kenmerken plangebied op de stroomgordel van het Oude Maasje, die vermoedelijk actief was vanaf 1660 BP (d.w.z. vanaf de Romeinse tijd). Tussen 1230 en 1270 n.C. is deze rivierarm bij Hedikhuizen afgedamd. Na deze periode werd de afwatering overgenomen door andere geulen, zoals de Afgedamde Maas, en raakte de stroomgordel bedekt met komafzettingen. De top van de stroomgordel van het Oude Maasje bevindt zich desondanks aan of nabij het oppervlak. In de veertiende eeuw werd de Maas bedijkt, waardoor de sedimentatie grotendeels werd beperkt tot het buitendijkse gebied. Desondanks vond door dijkdoorbraken en overstromingen tot in de twintigste eeuw ook binnendijkse sedimentatie plaats. Bij een dijkdoorbraak werd een diep gat, een zogenaamd wiel of waal, uitgekolkt. Het materiaal afkomstig uit het gat werd als zogenaamde overslaggrond waaiervormig achter het wiel afgezet. Overslaggronden bestaan over het algemeen uit een mengsel van klei en zand, soms vermengd met grind. De nieuwe, herstelde dijk werd meestal om het wiel heen gelegd, waardoor de dijk een sterk kronkelend verloop kreeg. In 1460 n.C. is de meanderbocht van de Afgedamde Maas bij Heusden afgesneden, waardoor de Doode Maas ontstond. In 1904 is de huidige Afgedamde Maas afgedamd en is ten zuiden hiervan een nieuwe loop, de Bergsche Maas, uitgegraven, die de Maas verbond met de Haringvliet. De Bergsche Maas werd door middel van het Heusdensch Kanaal ter hoogte van Dode Maas verbonden met de Afgedamde Maas. Volgens de geomorfologische kaart ligt het plangebied op een rivieroeverwal (kaarteenheid 3K25) waarin zich op ruim 100 m ten oosten van het plangebied een geul van een meanderend afwateringsstelsel (het Oude Maasje; kaarteenheid 2R11) bevindt. De oeverwal wordt omringd door een rivierkomen oeverwalachtige vlakte (kaarteenheid 2M22). Uit de kaart van het Actueel Hoogtebestand Nederland blijkt dat Herpt ligt op een relatief smalle, noordnoordoost-zuidzuidwest georiënteerde hoogte, die in zuidwestelijke richting uitwaaiert in een iets lager, maar nog steeds hoger gelegen gebied ter hoogte van het plangebied. Ten oosten van de hoogte van Herpt bevindt zich een dal met waterloop. Het plangebied ligt op circa 2,2 tot 2,4 m +NAP. Het centrale deel van het plangebied, dat is bebouwd, ligt op circa 2,8 m +NAP. Het is mogelijk dat deze waarde beïnvloed is door de aanwezige bebouwing. de bodemkaart is het plangebied gekarteerd als een kalkloze ooivaaggrond (kaarteenheid Rd10C) ontstaan in lichte zavel met grondwatertrap VII. Direct ten zuiden van het plangebied komen eveneens kalkloze ooivaaggronden met grondwatertrap VII voor (kaarteenheid Rd90C). Deze gronden zijn op deze locatie echter ontstaan in zware zavel en lichte klei. De kern van Herpt, direct ten oosten van de Achterweg is gekarteerd als een oude bewoningsplaats met aan de oostzijde een smalle kreekbedding, geul enz.. De dichtstbijzijnde boring die beschreven is in het DINO-loket bevindt zich op
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 34
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
circa 250 m ten noordwesten van het plangebied. In deze boring werd een 80 cm dik pakket sterk siltige tot sterk zandige klei aangetroffen met daaronder tot 2,50 m –mv een pakket (kleiig), zeer tot matig fijn zand afgewisseld met zandige klei. Van 2,50 tot 2,55 m –mv bevond zich een laag bruine veen, die een pakket matig grof tot matig fijn zand afdekte. Vermoedelijk zijn de afzettingen boven het veen Holocene rivierafzettingen van voornamelijk het Oude Maasje. Het onderliggende zand bestaat vermoedelijk uit een laatpleniglaciaal terras. Cultuurlandschappelijke en historisch- Het plangebied maakte in de eerste helft van de negentiende eeuw deel uit geografische kenmerken van een gebied dat afwisselend in gebruik was als bouwland en grasland en ingeklemd lag tussen de Maas in het noorden en het Oude Maasje in het zuiden. Op ruim 800 m ten noordwesten van het plangebied bevond zich langs een afgesneden meanderbocht van de Maas, genaamd de Doode Maas, de vestingstad Heusden. Op circa 650 m ten westen van het plangebied lag langs het Oude Maasje Oud-Heusden met het kasteel van Oud-Heusden. Direct ten oosten van het plangebied bevond zich langs drie wegen, Den Achter Weg (de huidige Achterweg), De Hoog Straat (de huidige Hoofdstraat) en De Lage Straat (de huidige Burgemeester Buijsstraat), evenwijdig aan het Oude Maasje de bebouwing van het dorp Herpt. Deze nederzetting is tussen 1100 en 1300 ontstaan op de stroomruggronden van de Maas. Het plangebied grensde in het oosten aan Den Achter Weg. Het gehele noordelijke deel van het plangebied was in gebruik als tuin behorende bij respectievelijk de bebouwing direct ten noordoosten van het plangebied en de boerderij in het oostelijke deel van het plangebied. Het zuidelijke deel was in gebruik als bouwland en stond bekend als Het Wiel Blok. Langs de noordgrens van het plangebied liep het Oudheusdensche Pad (de huidige Herptse weg) in westelijke richting naar het nabijgelegen Oud-Heusden. In het midden van de negentiende eeuw is langs dit pad, direct ten westen van het plangebied, bebouwing verrezen. In de loop van de negentiende en twintigste eeuw veranderde er weinig aan het plangebied en de directe omgeving. Pas in de jaren vijftig is de bebouwing direct ten noordoosten van het plangebied en in het plangebied sterk uitgebreid met bijgebouwen. In de jaren zestig is het onbebouwde deel van het plangebied in gebruik genomen als grasland. In de jaren zeventig is de bebouwing in het oostelijke deel van het plangebied gesloopt en vervangen door nieuwere bebouwing (o.a. grote bedrijfsloodsen). Ook in het noordelijke deel van het plangebied zijn in deze periode bedrijfshallen verrezen. In de jaren negentig is de bebouwing in het noordelijke deel gesloopt en is dit deel van het plangebied in gebruik genomen als grasland. Het centrale deel van het plangebied is momenteel in gebruik als agrarisch bedrijf met in het oosten een (bedrijfs)woning. Voor zover bekend hebben in het plangebied in het verleden geen ontgrondingen plaatsgevonden. Op de Cultuurhistorische Kaart van de provincie Noord-Brabant behoort het oostelijke deel van het plangebied bij de oeverwalnederzetting Herpt, die gekarteerd is als historische stedenbouw van hoge waarde. De noordwestelijke helft van het plangebied valt binnen het oude schootsveld van Heusden. Direct ten noordoosten van plangebied bevindt zich aan de Achterweg 26 een boerderij uit 1890, die in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project als waardevol pand is gekarteerd. Resultaten: perioden en sites Regionale archeologische context
Op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) heeft het plangebied vanwege de ligging op een relatief recente stroomgordel (Oude Maasje) een lage archeologische verwachting. Op de oeverwallen van het Oude Maasje zijn echter archeologische resten uit de late ijzertijd, de Romeinse tijd en de Middeleeuwen bekend. Tot op heden zijn in het plangebied zelf geen archeologische waarnemingen gedaan. In de directe omgeving (straal van circa 1 km) bevinden zich volgens ARCHIS wel diverse waarnemingen, die alle, evenals het plangebied, op de stroomgordel van het Oude Maasje liggen. Op circa 250 m ten zuidoosten van het plangebied zijn een ijzeren speer en twee zwaarden uit de vroege Middeleeuwen-B gevonden (ARCHISwaarnemingsnr. 37395). Op circa 650 m ten noordwesten van het plangebied zijn bij oppervlaktekarteringen door een particulier aardewerkfragmenten en metalen gebruiksvoorwerpen uit de late Middeleeuwen-B en Nieuwe tijd aangetroffen. Daarnaast zijn ook diverse aardewerkfragmenten uit de Romeinse tijd in dit gebied gevonden. Volgens de toelichting bij de waarneming is het niet zeker of het materiaal ook oorspronkelijk van deze locatie afkomstig is. Het materiaal uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd zou ook als gevolg van ophoging of het uitrijden van stadsafval op de akker terecht zijn gekomen. Het Romeinse materiaal zou eventueel ook afkomstig zijn van opgebaggerd materiaal uit de omgrachting van Heusden (ARCHISwaarnemingsnr. 54710). Op circa 800 m ten westen van het plangebied bevindt zich een waarneming van aardewerkfragmenten uit de late Middeleeuwen(-A) (ARCHIS-
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 35
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
waarnemingsnr. 37375). Op een nabijgelegen terrein zijn de funderingsresten, waterput (met aardewerkfragmenten en musketkogels, e.d.) en gracht van het kasteel van Oud-Heusden, dat vermoedelijk dateert van voor de twaalfde eeuw (ARCHIS-waarnemingsnr. 37401). Op bijna 700 m ten noordoosten van het plangebied zijn bij een archeologische opgraving bij de N.H. kerk in Herpt funderingsresten van een tufstenen kerk uit de late Middeleeuwen-A en aardewerkfragmenten vanaf de vroege Middeleeuwen-B aangetroffen (ARCHIS-waarnemingsnr. 13977). Op ruim 900 ten noorden van het plangebied zijn door een particulier in een bouwput een pottenbakkersoven (met afvalkuil en aardewerkfragmenten) uit de veertiende eeuw aangetroffen (ARCHIS-waarnemingsnr. 46742). Aard en ouderdom van de vindplaats Onbekend; op basis van de landschappelijke ligging en de bekende archeologische waarden kunnen archeologische waarden vanaf de late ijzertijd worden verwacht in het plangebied. Gaafheid en conservering (structuren, Onbekend sporen, vondsten, paleo-ecologische resten) Begrenzingen en oppervlakte van de Nvt. totale vindplaats (dus ook buiten het plangebied) Begrenzing en oppervlakte van (het Nvt. deel van) de vindplaats binnen het plangebied Archeologische stratigrafie en diepte Onbekend. van vondstlagen Archeologische verwachting op basis van het vooronderzoek Structuren en sporen Onbekend Artefacten: anorganisch Onbekend Artefacten: organisch Nvt. Paleo-ecologische resten Nvt. Complexiteit Nvt. 3. Vraagstelling Onderzoekskader, relatie met NOA, Nvt. synergie Onderzoeksvragen Welk type bodem wordt aangetroffen in het plangebied? Wat is de geologische opbouw van het plangebied? Is deze bodem onverstoord sinds de vorming ervan? Zijn archeologische indicatoren aanwezig in het plangebied? Zo ja, wat is de aard en ouderdom van deze indicatoren? Wijzen deze indicatoren op een vindplaats? Zo ja, is een begrenzing van de vindplaats mogelijk? In hoeverre wordt de vindplaats bedreigd door de planontwikkeling? Aanbevelingen Beperkingen 4. Veldwerk Strategie Methoden en technieken
Bemonstering Artefacten: anorganisch Artefacten: organisch Paleo-ecologische resten Beperkingen
toekomstige
Karterend booronderzoek om inzicht in de bodemopbouw, eventuele verstoringen en de aan- of afwezigheid van archeologische indicatoren binnen het plangebied vast te stellen. Karterend booronderzoek conform ASB. 16 boringen per hectare; zijnde 18 boringen (Edelman diameter 7 cm) in het plangebied minimaal tot minimaal 25 cm inde stroomgordel van het Oude Maasje, zo goed mogelijk verspreid over het beboorbare oppervlakte, maar bij voorkeur in een regelmatig, verspringend grid. De opgeboorde sedimenten moeten worden gezeefd verbrokkeld en geïnspecteerd op de aanwezigheid van archeologische waarden. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt.
05. Uitwerking en conservering Analyse fysische geografie
De stratigrafie in de boorstaten dient gekoppeld te worden aan de fysische geografie. Structuren en grondsporen Nvt. Artefacten: anorganisch Artefacten dienen verwerkt te worden door een KNA-archeoloog. Artefacten: organisch Nvt. Paleo-ecologische resten Nvt. Beeldrapportage (objecttekeningen, Conform KNA 3.1.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 36
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
foto’s, kaarten, e.d.) Conservering geselecteerd (zie CvAK-leidraad nr. 1) Beperkingen
materiaal Nvt. Nvt.
6. Eindproduct: rapportage en deponering Te leveren product Eindrapport conform KNA 3.1 en de minimumeisen van de provincie van Noord-Brabant. Bij het eindproduct hoort een bewijs (af te geven door de ontvangende instantie) van overdracht van vondsten en documentatie. Inhoud eindrapport Eindrapport conform KNA 3.1. Verschijning en oplaag eindrapport Het rapport dient binnen 4 weken na de afronding van het veldwerk in conceptvorm gereed te zijn. Het eindrapport dient in één (analoog) exemplaar aan de opdrachtgever, het RACM en het bevoegd gezag te worden aangeleverd. Deponering Vondsten en documentatie conform KNA 3.1 en de richtlijnen van het Provinciaal depot voor bodemvondsten van Noord-Brabant. Beperkingen 7. Randvoorwaarden Personele randvoorwaarden Het onderzoek moet verricht worden door een door het SIKB gecertificeerd archeologisch bedrijf en conform de KNA 3.1. Het onderzoek moet uitgevoerd worden door een veldteam bestaande uit minimaal een prospector. Uitvoeringsperiode en Het veldwerk dient in 1 werkdag uitgevoerd te zijn. opleveringstermijn veldwerk Uitvoeringscondities veldwerk De toegankelijkheid, betredingstoestemming en het milieurapport wordt door de opdrachtgever geregeld. De opdrachtnemer dient zich in kennis te stellen van kabels en leidingen door middel van een KLIC-melding. Kwaliteitsbewaking, toezicht, overleg, Nvt en evaluatie Selectieprocedure tijdens het veldwerk Nvt (i.h.b. bij archeologische begeleiding) Uitvoeringsperiode uitwerking; Conceptrapport binnen 3 weken na de uitvoering van het veldwerk. opleveringstermijn (concept) Eindrapport na goedkeuring door de opdrachtgever met een eindtermijn van eindrapport drie weken na het verschijnen van het conceptrapport. Termijn overdracht van vondsten, Uiterlijk 4 weken na inzending van het standaardrapport, conform specificatie monsters en documentatie aanleveren vondsten en monsters (KNA 3.1). Procedure toetsing eindproduct door De uitvoerder overhandigt na goedkeuring van het conceptrapport aan het bevoegd gezag bevoegd gezag het eindrapport en de bewijzen van overdracht van vondsten en documentatie. Het eindrapport dient altijd binnen twee jaar na afronding van het veldwerk opgeleverd te worden. 8. Wijzigingen na evaluatie Wijzigingen tijdens het veldwerk Nvt. Procedure van wijziging na de Nvt. evaluatiefase van het veldwerk Procedure van wijziging tijdens Nvt. uitwerking en conservering 9. Literatuur en bijlagen Literatuur Bijlage
E. de Boer. Heusden (NB) – Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase). BILAN 2008 (intern concept). 1. Ligging van het plangebied.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 37
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Bijlage 1; Ligging van het plangebied.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 38
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Bijlage 2: Administratieve gegevens en lijst met afkortingen conform ASB Kenmerkcode ABM
Beschrijving Gegevenstype Algemene beschrijvingsmethode ASB
SB CIS CS CSD
Soort boringen CIS-code Coördinatensysteem Coördinatensysteemdatum
XCO en YCO
X- en Y-coördinaten
LOB RV MA MAB DB UIT BM BDM OPD VTW OBL BL
BAR 32618 RD2000 ETRS89
Toelichting Archeologische Standaard Boorbeschrijving Archeologische boring Rijksdriehoek stelsel European Terrestrial Reference System 1989 138.751 415.247 138.771 415.244 138.790 415.241 138.776 415.218 138.757 415.221 138.794 415.143 138.775 415.147 138.756 415.152 138.735 415.152 138.717 415.162 138.697 415.167 138.779 415.121 138.759 415.125 138.726 415.193 138.707 415.198 138.751 415.177 138.803 415.159 138.804 415.178 Gemeten t.o.v. perceelsgrenzen Normaal Amsterdams Peil
boring 1 boring 2 boring 3 boring 4 boring 5 boring 6 boring 7 boring 8 boring 9 boring 10 boring 11 boring 12 boring 13 boring 14 boring 15 boring 16 boring 17 boring 18 Locatiebepaling LT10 Referentievlak NAP Maaiveldhoogte 204 tot 271 cm Bepaling maaiveldhoogte MGOV Waterpastoestel Datum boring 22 en 23/12/2008 Uitvoerder BILAN Boormethode EDM Edelmanboring Boordiameter 7 cm Opdrachtgever Ruimte voor Ruimte CV Vertrouwelijkheid OPENBAAR Organisatie beschrijver lithologie BILAN Beschrijver(s) lithologie Boer, E. de
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 39
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Afkortingen AWX Aardewerk BAR Archeologische boring BG Bijmenging grind BH Bijmenging humus BOT Botresten BST Baksteen CA Kalkgehalte FFEC IJzerconcreties FOV Fosfaatvlekken GD Grondsoort GLS Glas GMK Grindmediaanklasse GWB Grondwaterstand na beëindiging boring HK Hoofdkleur HKB Brokken houtskool HKF Fijn verdeelde houtskool HO Hout IK Intensiteit kleur LDO Onderdiepte laag LHU Huttenleem MSL Metaalslak PLH Plantenresten hoeveelheid ROV Roestvlekken SCH Schelpmateriaal SVU Vuursteen SXX Natuursteen TK Tweede kleur ZM Zandmediaan ZMK Zandmediaanklasse
Kleurcodes boorstaten bl blauw br bruin do donker ge geel gn groen gr grijs li licht ol olijf or oranje pa paars ro rood rz roze wi wit zw zwart
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 40
4
3
zkx
zkx zkx kz3 zs2 zkx zs1
zs1 zkx
40 55 120 150 156 160
195 30
zkx ks3 kz3 zs1 ks4
57 115 128 160 180
25
zkx
40
100 160 190 212 223 255
zkx
kz1 kz1 kz3 zkx kz3 zs1
49
5
zs1
23
BAR
2
zkx
LDO
1
GD
mg mf
mg mg mf mf mf mf
mf
mg zf mf mf
mf
mf
mf zf mf mf mf mg
mg
mf
BG
g2
Bijlage 3: Boorstaten
ZMK
BH
h1
h1
h1
h1
h2
h1
h1
iK
li do
li li li
do
do
li
do
do
TK (T…)
br
br gr
br
gr br gr gr
br
br
br
ge
br
HK gr gr
gr br gr gr gr gr
gr
br gr ge ge gr
gr
gr
gr gr gr gr gr gr
gr
gr
BHN (BH…) 2C Aap
A A/C 1C
Aap
2C
1C
A/C
A
Aap
2C
A 1C
Ca
Aap
FEC
ROV 2 1 1
2 1 1
1 2 1
2 3
1
1
1
MSL 1
214
215
204
224
NAP-hoogte
vondst
SXX
SVU
AWX
BOT
LHU
HKB
HKF
GLS
PLH
FOV
HO
SCH
weiland, 7 cm boor
zeer hard kleiger laagjes kleibandjes kleiig bandje op175 cm
met zkx mfbandjes en ox aan top weiland, 7 cm boor
scherpe overgang, kleiger laagjes weiland, 7 cm boor vermengd met bouwzand kleibrokjes
grasland, 7 cm boor bouwzand met broken zkx, dobrgr,h1
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 41
1
1
1
BST 1
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
opmerkingen
CA
GWB
GD
zkx
kz1 zkx zs2 zs1 kz3
kz3
ks2 kz1 zkx zkx
zkx zkx zs1 zkx
zkx zkx zs1 zkx
zkx
kz3 kz1 kz3 zkx zs1 zs1 zkx
LDO
125
148 165 180 210 30
50
150 165 170 28
140 155 170 25
80 142 165 27
70
85 100 140 145 153 165 28
6
7
8
BAR
mf mf mf mf mf mg mf
mf
mf mg mg mf
mf mg mg mf
mf mf mf
mf
mf mf mf mg mf
BG
g1
h1
h1
h1
h1
h1
h1
iK
li li
do
li li
li li li do
li li li do
li
li li li li do
do
TK (T…)
br
br br br br
br
br br gr br
br ge ge br
br
br
br
br
HK gr gr gr gr ge ge gr
gr
gr gr ge gr
gr gr gr gr
gr gr gr gr
gr
gr gr gr gr gr
gr
BHN (BH…) 2C Ap
1C
AC
AC 1C 2C Ap
1C 2C Ap
1C 2C Ap
A/C
2C Ap
1C
Aa
ROV 1
2
2 2 1
2 1 1
1
BST 1
1
GLS
PLH
FOV
FEC
HO
SCH
CA
GWB
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 42
9
5
ZMK
mg
BH
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
HKF 1
1
vondst 1
NAP-hoogte 228
246
243
250
209
weiland, 7 cm boor
weiland, 7 cm boor bst= recent, mortel
kleiiger bandjes kleiiger bandjes weiland, 7 cm boor
weiland, 7 cm boor
kleiige bandjes kleiige bandjes kleiiger bandjes weiland, 7 cm boor vs met humeuze delen, minder zandig naar onder toe
recent wit aardewerk, mortel, ge brokjes, afw zandiger/kleiiger
opmerkingen
SXX
SVU
AWX
BOT
LHU
MSL
HKB
GD
zkx kz3
zkx
zs3 zkx
zkx zkx zs3 zs1 zkx
zkx zkx zs3 zkx
zkx zs3 zkx
zkx zkx zs3 zs1 zs1 zkx
zkx kz3
kz3 zkx zkx zs1 zkx
zkx
LDO
65 80
100
120 28
60 80 90 100 20
75 85 100 35
75 100 5
50 60 75 98 105 12
52 80
98 145 155 160 25
80
10
11
12
13
14
BAR
15
ZMK
mf
mf mf mf mg mf
mf mf
mf mf mf mg mg mf
mf mf mf
mf mf mf mf
mf mf mf mg mf
mf mf
mf
mf mf
BH
h1
h1 h1
h1
h1
h1
h1
h1
h1
h1
iK
li
do
do
do
li li
do
do
li li
do
li
li
TK (T…)
br
br
gr ge
br
br
br br br
br br br
br br br br
br br br ge br
br
br
br br
HK gr
gr br gr wi gr
gr gr
gr gr gr ge wi gr
gr ge gr
gr ge ge gr
gr gr gr gr gr
ge gr
gr
gr gr
BHN (BH…) A/C
1C 2C Aap
Aa
2C Aap
A 1C
1C 2C Ap
AC 1C 2C Ap
2C Ap
1C
2C Ap
1C
A
FEC
1
2 1
1
1
BST 1 1
1
1
1
1
1
GLS 1
MSL 1
1
1 2
vondst
SXX
SVU
AWX
BOT
LHU
HKB
HKF
PLH
FOV
HO
SCH
232
233
224
213
207
214
groenstrook, 7 cm boor br gr vlekken
vs met brgr aan top orge vlekken
groenstrook, 7 cm boor
weiland, 7 cm boor
weiland, 7 cm boor geleidelijk lichter
weiland, 7 cm boor
weiland, 7 cm boor
geleidelijk minder kleiig geleidelijk minder kleiig
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 43
1
ROV 1 1
NAP-hoogte
CA
GWB
BG
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
opmerkingen
kz3 zkx
zs2
87 157
185
ZMK
mf
mf mf
mf zg
mf
mf
mf mg mf
mf mf mf mf mf
iK
h1
h1
h1
li
do
do
h1
h1
do
h1
li li li li li
TK (T…)
ge
br br
br ge
br
gr
br
br
br br br br
HK wi
gr gr
gr gr
gr
br
gr gr gr
gr ge ge gr gr
BHN (BH…) 2C
A 1C
Aap Ca
Aa
Aap
Aap Ca Aa
2C
1C
FEC 1
ROV 2
1
BST 2 2
2
1
GLS
PLH
FOV
HO
SCH
CA
GWB
BG
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 44
kz3 zs1
28 65
kz3
42
18
kz3
5
zkx zs1 zkx
17
BAR
5 40 60
kz3 zs3 zs2 zkx zs2
LDO
16
GD
140 151 160 165 195
BH
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
NAP-hoogte 271
255
269
scherpe overgang
kleilaagje op 182 cm -mv erf, 7 cm boor bouwzand vs met zs1, mg zand, boor stuikt voortuin, 7 cm boor boor stuikt op beton voortuin, mortel mortel, brgr brokken
opmerkingen
vondst
SXX
SVU
AWX
BOT
LHU
MSL
HKB
HKF
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 45
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
4 11
horizont
Aa AC
90 50
keramiek keramiek
ABR-code
KER, ROOD KER, ROOD
globaal KER KER
specifiek AWG AWG
aantal 1 1
fragment fragment
fragment
type
soort
Vondstnr.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 46
boring
1 2
diepte (cm -mv)
Bijlage 4: Vondstenlijst
materiaal
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
periode NT NT
datering 1500-1900 1500-1900
opmerkingen
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 47
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Bijlage 5: Overzicht archeologische perioden Periode
Code
Paleolithicum Paleolithicum Vroeg Paleolithicum Midden Paleolithicum Laat
Tot 8800 vC Tot 300.000 C14 300.000 - 35.000 C14 35.000 C14 – 8800 vC
PALEO PALEOV PALEOM PALEOL
Mesolithicum Mesolithicum Vroeg Mesolithicum Midden Mesolithicum Laat
8800 – 5300 vC 8800 – 7100 vC 7100 – 6450 vC 6450 – 5300 vC
MESO MESOV MESOM MESOL
Neolithicum Neolithicum Vroeg Neolithicum midden Neolithicum Laat
5300 – 2000 vC 5300 – 4200 vC 4200 – 2850 vC 2850 – 2000 vC
NEO NEOV NEOM NEOL
Bronstijd Bronstijd Vroeg Bronstijd Midden Bronstijd Laat
2000 – 800 vC 2000 – 1800 vC 1800 – 1100 vC 1100 – 800 vC
BRONS BRONSV BRONSM BRONSL
IJzertijd IJzertijd Vroeg IJzertijd Midden IJzertijd Laat
800 – 12 vC 800 – 500 vC 500 – 250 vC 250 – 12 vC
IJZ IJZV IJZM IJZL
Romeinse Tijd Romeinse Tijd Vroeg Romeinse Tijd Midden Romeinse Tijd Laat
12 vC – 450 AD 12 vC – 70 AD 70 – 270 AD 270 – 450 AD
ROM ROMV ROMM ROML
Middeleeuwen Middeleeuwen Vroeg Middeleeuwen Vroeg A Middeleeuwen Vroeg B Middeleeuwen Vroeg C Middeleeuwen Vroeg D Middeleeuwen Laat Middeleeuwen Laat A Middeleeuwen Laat B
450 – 1500 AD 450 – 1050 AD 450 – 525 AD 525 – 725 AD 725 – 900 AD 900 – 1050 AD 1050 – 1500 AD 1050 – 1250 AD 1250 – 1500 AD
XME VME VMEA VMEB VMEC VMED LME LMEA LMEB
Nieuwe Tijd Nieuwe Tijd A Nieuwe Tijd B Nieuwe Tijd C
1500 – heden 1500 – 1650 AD 1650 – 1850 AD 1850 – heden
NT NTA NTB NTC
Onbekend
XXX
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 48
BAAC/BILANRAPPORT 2010/B1618
Bijlage 6: Overzicht geologische perioden
Perioden Laat-Holoceen
Subatlanticum Subboreaal
Midden-Holoceen Holoceen
Atlanticum Boreaal Vroeg-Holoceen Preboreaal Jonge Dryas Allerød Laat-Weichselien (Laat-Glaciaal) Oude Dryas Weichselien Laat-Pleistoceen
Bølling Midden-Weichselien (Pleniglaciaal) Vroeg-Weichselien (Vroeg-Glaciaal)
Kwartair Eemien Saalien Pleistoceen
Holsteinien Midden-Pleistoceen Elsterien Cromerien Bavelien Menapien Waalien Vroeg-Pleistoceen Eburonien Tiglien Pretiglien
Plioceen Mioceen Tertiair
Oligoceen Eoceen Paleoceen
Ouderdom* 0 2.900 5.000 8.000 9.000 10.150 10.950 11.900 12.100 12.450 73.000 115.000 130.000 370.000 410.000 475.000 850.000 1.100.000 1.200.000 1.500.000 1.800.000 2.450.000 2.600.000 5.300.000 23.000.000 34.000.000 56.000.000 65.000.000
* in o.a. C14-jaren. Bron: Berendsen 2004.
Heusden - Herpt, Achterweg 28. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase), p. 49
Quickscan natuurwaarden Plangebied Achterweg 28 te Herpt
November 2009
Rapportnummer: P09-0186 In opdracht van: Ruimte voor Ruimte II CV Uitgevoerd door: Staro Natuur en Buitengebied Lodderdijk 38a 5421 XB Gemert tel. 0492-450161 fax. 0492-450162 www.starobv.nl
Inhoud
1
Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doel 1.3 Leeswijzer
2 2 2 2
2
Onderzoek 2.1 Methode 2.2 Ligging en beschrijving plangebied 2.3 Bronnenonderzoek 2.4 Beschermde soorten
3 3 4 6 7
3
Effecten 3.1 Geplande ingreep 3.2 Effecten op beschermde soorten 3.3 Effecten op beschermde gebieden 3.4 Gedragscode 3.5 Mitigerende en compenserende maatregelen
10 10 11 11 12 12
4
Conclusies
14
Referenties
15
Bijlage 1 Toelichtende tabel Bijlage 2 Wet en regelgeving
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
1
1
Inleiding
1.1
Aanleiding De inbreidingsvisie Herpt biedt ruimte voor ontwikkeling van 6 woningen op locatie Achterweg 28 te Herpt, gemeente Heusden. Ten behoeve van de noodzakelijke ruimtelijke procedures dient onderzocht te worden welke natuurwaarden actueel in het gebied aanwezig zijn. Dit om te voorkomen dat in strijd met de natuurwetgeving gehandeld zal worden. Hierbij wordt gekeken naar gebiedsgerichte bescherming alsook soortgerichte bescherming.In opdracht van Ruimte voor Ruimte II CV heeft derhalve in november 2009 (week 46) een onderzoek plaatsgevonden in het plangebied Achterweg 28 te Herpt.
1.2
Doel Doel van het onderliggende onderzoek is te bepalen of de wijzigingen binnen het plangebied mogelijk leiden tot overtreding van de natuurwetgeving. Voor soortbescherming is hierbij de Flora- en faunawet van belang, gebiedsbescherming is vastgelegd in de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur. Deze rapportage beschrijft de (mogelijke) aanwezigheid van soorten die zijn opgenomen op de lijsten van beschermde flora en fauna in het kader van de Flora- en faunawet en Natura-2000 lijsten. Ook wordt bepaald op welke wijze en in welke mate de voorgenomen werkzaamheden invloed hebben op deze soorten. Op basis daarvan kan worden vastgesteld welke maatregelen getroffen en vervolgstappen genomen dienen te worden om te voorkomen dat in strijd met de natuurwetgeving zal worden gehandeld. Aanvullend zal worden bepaald of voorgenomen ontwikkelingen effect hebben op de beschermde natuurwaarden van nabijgelegen natuurgebieden.
1.3
Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de onderzoeksmethode en de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten. De effecten van de geplande ingreep op beschermde natuurwaarden en mogelijke noodzaak tot het treffen van mitigerende en compenserende maatregelen worden beschreven in hoofdstuk 3. In het laatste hoofdstuk zijn de conclusies uiteengezet.
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
2
2
Onderzoek
2.1
Methode Als eerste heeft een veldbezoek plaatsgevonden waarbij alle in het plangebied aanwezige biotopen zijn opgenomen. De aanwezigheid van deze biotopen vormt de basis voor de mogelijkheid tot het vóórkomen van beschermde soorten. Naast de biotopen zijn tevens directe en indirecte aanwijzingen opgenomen die duiden op het voorkomen van beschermde soorten. Dergelijke aanwijzingen zijn bijvoorbeeld het fysiek aantreffen van exemplaren van soorten maar ook het aantreffen van holen, uitwerpselen, prooiresten, vraat-, loop- en veegsporen. Deze waarnemingen zijn bij de beoordeling betrokken. De aanwezige biotopen zijn vervolgens vergeleken met de habitateisen van beschermde planten- en diersoorten. Op basis van deze vergelijking is beoordeeld welke van deze soorten in het plangebied kunnen voorkomen. Aansluitend op het veldbezoek heeft een bronnenonderzoek plaatsgevonden, waarbij is gekeken naar gebiedsgerichte bescherming en mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten in het plangebied. Onder andere is gebruik gemaakt van het 1 Natuurloket en diverse verspreidingsatlassen van soorten. De aanwezigheid van relevante natuurterreinen in de omgeving en de ligging van Natuurbeschermingswet 1998 gebieden (o.a. Habitat- en Vogelrichtlijngebieden) en de EHS in de nabijheid van het plangebied zijn onderzocht. De bevindingen van het veldbezoek en het literatuuronderzoek zijn vervolgens gebundeld in deze rapportage. Het veldbezoek dat voor dit onderzoek is uitgevoerd, heeft plaatsgevonden op 13 november in de middag onder de volgende weersomstandigheden: bewolkt en miezerig, matige wind en circa 10 graden Celsius.
1
Het Natuurloket is een onafhankelijke informatiemakelaar, die gegevens over beschermde soorten toegankelijk maakt. Deze gegevens zijn afkomstig uit de databanken van gespecialiseerde organisaties, verenigd in de Vereniging Onderzoek Flora en Fauna.
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
3
2.2
Ligging en beschrijving plangebied Het plangebied is gelegen aan de Achterweg 28 in Herpt, gemeente Heusden. Het gebied is gelegen aan de oostkant van de kern van Herpt ingeklemd tussen de Achterweg en de Herptseweg, zie figuur 1. De grenzen worden gevormd door de Achterweg, de Herptseweg, erfafscheiding tussen Achterweg 28 en Achterweg 26. Overige grenzen lopen door het grasland (figuur 2).
Figuur 1. ligging van het plangebied (bron: Google Maps).
Op het perceel staan een woonhuis en twee bedrijfsopstallen. Rondom het huis ligt een tuin. Het terrein tussen het woonhuis en de stallen is verhard. Achter op het terrein ligt een compost/bladerhoop, een berg hout en afval zoals onder andere autobanden. Verder bestaat het plangebied langs de Achterweg uit grasland waar paarden lopen en ook het stuk grond langs de Herptseweg is momenteel paardenwei. Een deel van deze tuin bestaat uit grasland er staan enkele grote coniferen op het terrein. Hieronder is een en ander zichtbaar in een foto-impressie.
Foto 1. het plangebied gezien vanaf de Achterweg
Foto 2. het plangebied gezien vanaf de Achterweg met rechts de twee schuren en het woonhuis
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
4
Figuur 2. begrenzing van het plangebied (bron: Google Maps).
Foto 3. het woonhuis en de schuur
Foto 5. stapel hout achter op het erf
Foto 4. de twee opstallen
Foto 6. hoop takken en bladeren
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
5
Foto 7. de paardenwei, het gedeelte van het
Foto 8. de twee schuren vanaf het erf gezien
plangebied langs de Herptseweg
2.3
Bronnenonderzoek Gebieden Natuurbeschermingswet 1998 Uit de kaarten van de gebiedendatabase op de website van het ministerie van LNV blijkt dat het plangebied zich niet in Natura-2000 gebieden, Wetlands of Beschermdeof Staatsnatuurmonumenten bevindt. Gebieden EHS Zoals blijkt uit de kaarten van de gebiedendatabase op de website van het ministerie van LNV (figuur 3), maakt het plangebied geen deel uit van EHS-gebied. Dit blijkt ook uit de provinciale uitwerking van de EHS.
Figuur 3. EHS gebieden in de buurt van het plangebied (bron: www.brabant.nl).
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
6
Soorten Natuurloket Het Natuurloket verstrekt informatie over het voorkomen van soorten per kilometerhok (kmhok). Binnen het kader van deze quickscan is het niet mogelijk om vast te stellen welke soorten per kmhok zijn weergegeven door het Natuurloket. De weergave van het Natuurloket kan dan ook alleen als indicatie voor de mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten worden beschouwd. Het plangebied bevindt zich in het kmhok 138-415. Aangezien het plangebied slechts een gedeelte van dit kmhok beslaat is het niet zeker dat de geregistreerde soorten ook daadwerkelijk voorkomen binnen het plangebied. De beschikbare gegevens zijn afkomstig uit de onderzoeksperiode 1980 t/m 2008. Binnen deze periode is het bewuste kmhok onderzocht op het voorkomen van soorten. Er is onderscheid gemaakt tussen niet, slecht, matig, redelijk en goed onderzocht. De beschikbare gegevens zijn weergegeven in de tabel in bijlage 1 en besproken in paragraaf 2.3. Naast de bovenstaande bronnen zijn tevens gegevens gebruikt die afkomstig zijn van verschillende verspreidingsatlassen. Onder andere gegevens over vleermuizen, amfibieën, reptielen en vissen zijn uit dergelijke atlassen afkomstig.
2.4
Beschermde soorten Flora Uit de gegevens van het Natuurloket blijkt dat het km waarin het plangebied ligt goed is onderzocht op vaatplanten. Er wordt geen melding gemaakt van beschermde of bijzondere soorten. Uit het veldbezoek blijkt ook dat de vegetatie binnen het plangebied vooral cultivar zijn en bijzondere planten worden niet verwacht. Conclusie: in het plangebied komen geen bijzondere of beschermde plantensoorten voor. Vlinders en libellen De groep dagvlinders is volgens Het Natuurloket redelijk onderzocht in het kmhok. De groep libellen is matig onderzocht. In het kmhok is een dagvlindersoort van FFlijst 2/3 waargenomen en een soort van de Rode Lijst. Beschermde libellen zijn niet aangetroffen. Uit het veldbezoek blijkt dat het gebied, door het ontbreken van voor deze soorten geschikte biotopen, ongeschikt is voor het voorkomen van beschermde vlinder- en libellensoorten. Mogelijk benut een aantal algemeen voorkomende, niet beschermde soorten vlinders het gebied wel als onderdeel van hun leefgebied. Conclusie: in het plangebied komen geen beschermde vlinders en libellen voor. Mieren en kevers Het betreffende kmhok is niet onderzocht op mieren en kevers. Uit het veldbezoek blijkt dat voor beschermde mieren en kevers geschikt biotopen binnen het plangebied niet voorkomen, derhalve worden beschermde soorten uit deze groepen ook niet verwacht in het plangebied. Conclusie: in het plangebied komen geen beschermde soorten mieren en kevers voor.
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
7
Reptielen en amfibieën Uit het natuurloket blijkt dat het km niet is onderzocht op reptielen en amfibieën. Uit de gegevens van het RAVON blijkt dat de amfibiesoorten kleine watersalamander, gewone pad, heikikker, bruine kikker en bastaardkikker voorkomen in de omgeving van het plangebied. In het plangebied komt geen oppervlaktewater voor. Het gebied is daarom niet geschikt voor kleine watersalamander, heikikker en bastaardkikker. Mogelijk is het gebied geschikt als landbiotoop voor gewone pad en bruine kikker. Met betrekking tot reptielen blijkt uit de gegevens van het RAVON dat levendbarende hagedis voorkomt in de omgeving van het plangebied. Uit het veldbezoek blijkt dat er in het plangebied voor deze soort geen geschikte biotopen aanwezig is. Conclusie: mogelijk benut een klein aantal soorten amfibieën (FFlijst 1) het gebied als landbiotoop. Voor reptielen is geen geschikt biotoop aanwezig. Vissen Het betreffende kmhok is niet onderzicht op vissen. Aangezien er in het plangebied geen oppervlaktewater aanwezig is, kan met zekerheid gezegd worden dat er ook geen (beschermde) vissen voorkomen. Conclusie: in het plangebied komen geen beschermde vissoorten voor. Vogels Uit de gegevens van het natuurloket blijkt dat de groep broedvogels in het betreffende kmhok niet is onderzocht. De groep watervogels is goed onderzocht. Er wordt geen melding gemaakt van bijzondere vogels in het kmhok. Op de website waarneming.nl staan in Herpt in de buurt van het plangebied steenuil, wulp en gierzwaluwen vermeld. Uit het veldbezoek blijkt dat een klein aantal vogelsoorten, met name de cultuurvolgende soorten, het gebied kan benutten als foerageergebied. Het plangebied is niet geschikt voor weidevogels. Het gebouwen in het gebied kunnen geschikt zijn als verblijfplaats voor jaarrond beschermde vogels zoals de huismus, kerkuil, steenuil en de gierzwaluw. Echter alleen het woonhuis kan geschikt zijn voor de gierzwaluw, deze woning blijft behouden. De aanwezige bomen, struiken en takkenhopen kunnen door een aantal vogelsoorten worden benut als broedgelegenheid. Het gebied is niet voor alle vogelsoorten geschikt als foerageer- en broedgebied. Tijdens het veldbezoek zijn in het gebied individuen van de winterkoning aangetroffen. Conclusie: een aantal vogelsoorten (FFlijst 3) gebruikt het gebied als foerageergebied en de beplanting als broedgelegenheid. Mogelijk komen in het gebied verblijfplaatsen van jaarrond beschermde vogelsoorten voor. Zoogdieren Het kmhok is niet onderzocht op zoogdieren. Uit het veldbezoek blijkt dat het plangebied voor een aantal grondgebonden zoogdieren, zoals de mol, egel en huisspitsmuis, geschikt is als onderdeel van hun leefgebied. Vooral de takken- en bladerhoop kan geschikt zijn als verblijfplaats vanr bijvoorbeeld egels. Uit de Atlas van de Nederlandse Vleermuizen blijkt dat de gewone- en ruige dwergvleermuis, rosse vleermuis, watervleermuis en laatvlieger voorkomen in de omgeving van het plangebied. Het plangebied is met name voor de gewone dwergvleermuis geschikt als foerageergebied. De rosse vleermuis benut het plangebied mogelijk als onderdeel van een groter foerageergebied. De schuren kunnen dienen als verblijfplaats voor gebouwbewonende vleermuissoorten, zoals de gewone dwergvleermuis. Daarnaast
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
8
benutten meerdere vleermuissoorten de bomen langs de Herptseweg mogelijk als vliegroute. Conclusie: een aantal grondgebonden zoogdieren (FFlijst 1) benut het gebied als leefgebied. Vleermuizen (FFlijst 3) benutten het plangebied als foerageergebied en mogelijk ook als verblijfplaats en vliegroute.
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
9
3
Effecten
3.1
Geplande ingreep In het kader van ruimte voor ruimte zullen in het plangebied 6 woningen worden gerealiseerd.
Figuur 4: concept toekomstige ontwikkeling.
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
10
3.2
Effecten op beschermde soorten Op basis van hetgeen beschreven in hoofdstuk 2 kan worden geconcludeerd dat het plangebied mogelijk behoort tot het leefgebied van beschermde zoogdieren, vogels, en amfibieën. In het onderstaande wordt per soortgroep beschreven welke effecten optreden. Amfibieën Mogelijk wordt het plangebied door een klein aantal soorten amfibieën (FFlijst 1) benut als landbiotoop. Bij herinrichting van het plangebied vindt verlies van het landbiotoop plaats. Vogels Mogelijk benut een klein aantal vogelsoorten (FFlijst 3) het gebied als foerageergebied en de beplanting als broedgelegenheid. Met betrekking tot foerageergebied geldt dat hierin naar verwachting geen negatieve veranderingen plaatsvinden. Er vindt wel een verschuiving van structuren plaats, in de toekomst is het gebied voor vogels echter nog steeds geschikt als foerageergebied. Met betrekking tot broedgelegenheden geldt dat bij verwijdering van de beplanting en opstallen mogelijk broedgelegenheden van algemeen voorkomende soorten, maar ook van jaarrond beschermde vogelsoorten worden vernietigd. Mogelijk komen in het plangebied huismussen, steenuil of kerkuil voor, nader onderzoek hiernaar is nodig in het broedseizoen. Omdat het plangebied deel uit maakt van een uitgestrekter gebied waarin voor vogels voldoende geschikte broedgelegenheden beschikbaar blijven, is het verlies hiervan verwaarloosbaar voor de ervan gebruikmakende algemeen beschermde vogelsoorten. Zoogdieren Mogelijk benut een klein aantal grondgebonden zoogdieren (FFlijst 1) het plangebied als (onderdeel van hun) leefgebied. Bij herinrichting van het plangebied vindt vernietiging van dit leefgebied plaats. Het verwijderen van blader- en takkenhopen moet voorzichtig gebeuren, dit valt onder de zorgplicht. Met betrekking tot vleermuizen geldt dat er naar verwachting geen effecten optreden ten aanzien van mogelijk aanwezige foerageergebieden. Er vindt een functiewijziging plaats, maar in de toekomst is het gebied voor vleermuizen nog steeds geschikt en door extra erfbeplanting mogelijk meer geschikt om in te foerageren. De omgeving biedt daarnaast voor vleermuizen ook voldoende mogelijkheden tot foerageren. Met betrekking tot mogelijk aanwezige verblijfplaatsen geldt dat de kans dat vleermuizen de schuren benutten als tijdelijke overdagingsplaats aanwezig is. Bij sloop van bebouwing kunnen tijdelijke verblijfplaatsen worden vernietigd. Ook zomer(kraam) en winterverblijfplaatsen zijn mogelijk aanwezig in het plangebied, effecten hieraan treden op bij sloop van de bebouwing. Aanvullend onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen is noodzakelijk.
3.3
Effecten op beschermde gebieden Er treden geen effecten op ten aanzien van Natura 2000-gebieden, Beschermde- of Staatsnatuurmonumenten of EHS-gebieden.
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
11
3.4
Gedragscode Voor zover bekend maakt de opdrachtgever geen gebruik van de beschikbare en goedgekeurde gedragscodes, wettelijk gezien zijn dan ook de soorten van FFlijst 2 ontheffingsplichtig.
3.5
Mitigerende en compenserende maatregelen Om te voorkomen dat het uitvoeren van de werkzaamheden of het aanpassen van de ruimtelijke situatie negatieve effecten heeft op de aanwezige beschermde soorten en daarmee strijdig is met de Flora- en faunawet, verdient het aanbeveling om maatregelen te treffen om mogelijke schade te voorkomen dan wel zoveel mogelijk te beperken; zogenaamde mitigerende en compenserende maatregelen. Vogels Indien broedende vogels (FFlijst 2/3) aanwezig zijn, kunnen verstorende werkzaamheden als verwijdering van de beplanting niet plaatsvinden zonder hinder te veroorzaken. Wanneer er geen broedende vogels aanwezig zijn kunnen de werkzaamheden wel plaatsvinden. Door beplanting vóór het broedseizoen voor vogels te verwijderen wordt voorkomen dat vogels er zullen gaan broeden. Indien zo gehandeld wordt dan treden er geen effecten op ten aanzien van vogels. Wanneer de werkzaamheden in het geheel plaatsvinden buiten het broedseizoen worden geen nadelige effecten verwacht op vogels. ten aanzien van de jaarrond beschermde vogels, zoals de huismus en de kerkuil geldt dat mitigerende en compenserende maatregelen moeten worden getroffen. Nader onderzoek naar deze vogelsoorten in het broedseizoen is noodzakelijk. Zoogdieren Het is niet noodzakelijk om mitigerende of compenserende maatregelen uit te voeren voor de zoogdiersoorten van FFlijst 1. Ten aanzien van vleermuizen (FFlijst 3) geldt dat er naar verwachting geen effecten optreden ten aanzien van mogelijk aanwezige foerageergebieden. Indien verblijfplaatsen aanwezig zijn in de panden moet u de voorgenomen mitigerende maatregelen laten beoordelen door Dienst Regelingen. Indien het ministerie van LNV het uitvoeren van de voorgestelde mitigerende en compenserende maatregelen voldoende vindt om schade aan de vleermuizen te voorkomen, krijgt u een beschikking met daarin de goedkeuring van de maatregelen. De goedkeuring krijgt u in de vorm van een afwijzing van uw ontheffingsaanvraag. Een mitigerende maatregelen kan bijvoorbeeld zijn: het uitvoeren van de sloop in de periodes april t/m half mei of augustus t/m september. Amfibieën Het is niet noodzakelijk mitigerende of compenserende maatregelen uit te voeren voor de amfibiesoorten van FFlijst 1.
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
12
Zorgplicht Voor alle aanwezige flora en fauna geldt de algemene zorgplicht ex art. 2 van de FFwet, die van toepassing is op zowel beschermde als onbeschermde dier- en plantensoorten. Op grond hiervan dient men zoveel als redelijkerwijs mogelijk is te handelen op een wijze waarop nadelige gevolgen voor flora en fauna kunnen worden voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk worden beperkt of ongedaan worden gemaakt.
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
13
4
Conclusies
In het plangebied komen mogelijk verschillende beschermde soorten voor die vermeld staan op de lijsten van de Flora- en faunawet. Soorten van FFlijst 1 (Mogelijk) voorkomende grondgebonden zoogdieren en een aantal soorten amfibieën komen voor op FFlijst 1. Voor soorten van FFlijst 1 geldt een vrijstelling: bij het uitvoeren van ruimtelijke ingrepen is het voor deze soorten niet noodzakelijk een ontheffing aan te vragen. Soorten van FFlijst 2/3 Mogelijk voorkomende vogelsoorten staan vermeld op FFlijst 3 en zijn feitelijk ontheffingsplichtig. Indien de werkzaamheden echter worden uitgevoerd op de wijze zoals is beschreven in paragraaf 3.5, zullen geen nadelige effecten optreden ten aanzien van vogels en is het niet noodzakelijk een ontheffing aan te vragen. Ten aanzien van de jaarrond beschermde vogelsoorten zoals huismus, steenuil en kerkuil geldt dat nader onderzoek in het broedseizoen noodzakelijk is. Mogelijk in het plangebied voorkomende vleermuizen staan vermeld op FFlijst 3 en zijn ontheffingsplichtig. Ten aanzien van foerageergebied geldt dat hieraan geen negatieve effecten optreden. Ten aanzien van de verblijfplaatsen geldt dat nader onderzoek nodig is. Als verblijfplaatsen aanwezig zijn in het pand moet een ontheffing worden aangevraagd. Indien het ministerie van LNV het uitvoeren van de voorgestelde mitigerende en compenserende maatregelen voldoende vindt om schade aan de vleermuizen te voorkomen, krijgt u een beschikking met daarin de goedkeuring van de maatregelen. De goedkeuring krijgt u in de vorm van een afwijzing van uw ontheffingsaanvraag. Concluderend kan gesteld worden dat: • de toekomstplannen mogelijk in strijd zijn met de natuurwetgeving wat betreft vleermuizen. Nader onderzoek is voor deze soortgroep nodig; • mogelijk huismus, steenuil of kerkuil in het plangebied voorkomen. Nader onderzoek is nodig in het broedseizoen; • de aanbevelingen ten aanzien van vogels in acht genomen dienen te worden; • de werkzaamheden voor de overige soortgroepen geen overtreding van de natuurwetgeving tot gevolg hebben.
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
14
Referenties Literatuur • • •
Limpens, H. et al, Atlas van de Nederlandse vleermuizen, onderzoek naar verspreiding en ecologie, KNNV Uitgeverij, Utrecht, 1997. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Brochure: Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten, 22 februari 2005. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Wijziging beoordeling ontheffing Floraen faunawet bij ruimtelijke ingrepen, Den Haag, 26 augustus 2009.
Geraadpleegde internetsite • • • • • •
www.minlnv.nl www.natuurloket.nl www.ravon.nl www.vlinderstichting.nl www.waarneming.nl www.zoogdiervereniging.nl
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
15
Bijlage 1 Toelichtende tabel soorten per kilometerhok
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
16
Bijlage 2 Wet en regelgeving Flora- en faunawet (Bron: ministerie van LNV) De soortbescherming is in Nederland vastgelegd in de Flora- en faunawet (FFwet). Los van de zorgplicht (Art. 2), die inhoudt dat zorgvuldig moet worden omgesprongen met alle dieren en planten, zijn ongeveer 500 soorten specifiek door de FFwet beschermd. Dat is circa anderhalf procent van de soorten die in Nederland voorkomen. Doel van de wet is er zorg voor te dragen dat de gunstige staat van instandhouding van soorten niet in gevaar komt. In de Flora- en faunawet zijn lijsten samengesteld van soorten die binnen de Nederlandse wet- en regelgeving een beschermde status genieten. Met name de artikelen 2, 8, 9, 10 en 11 van deze wet hebben directe gevolgen voor de wijze waarop en de mate waarin planologische ingrepen, maatregelen en feitelijke werkzaamheden invloed mogen hebben op de beschermde soorten. Sinds de inwerkingtreding van de AMvB Art. 75 van de FFwet in februari 2005 is het niet meer altijd nodig een ontheffing te hebben voor het uitvoeren van werkzaamheden. Of dat nodig is hangt af van de soorten die het betreft en de mate van bescherming die zij genieten. De zorgplicht uit artikel twee blijft echter altijd van toepassing op alle in het wild levende planten en dieren en hun directe leefomgeving. Voor de soorten van FFlijst 1 is geen ontheffing nodig. Voor de soorten van FFlijst 2 geldt dat moet worden gewerkt volgens een door de minister goedgekeurde gedragscode. Indien er geen goedgekeurde gedragscode voorhanden is zijn ook de soorten uit FFlijst 2 ontheffingsplichtig. Voor soorten van FFlijst 3 moet altijd ontheffing worden aangevraagd. Behalve voor beschermde soorten, geldt deze indeling ook voor hun vaste rust- en verblijfsplaatsen. Door een recente wijziging in de wetgeving (augustus 2009) is het voor soorten van de Habitatrichtlijn (b.v. vleermuizen en rugstreeppad) en voor vogels niet meer mogelijk een ontheffing te verkrijgen voor ruimtelijke inrichting of ontwikkelingen. Daarnaast geldt voor vogels dat een ontheffing in het kader van belang “dwingende reden groot openbaar belang” eveneens niet meer mogelijk is. Natuurbeschermingswet 1998 (Bron: ministerie van LNV) De Natuurbeschermingswet regelt de bescherming van gebieden die als staats- of beschermd natuurmonument zijn aangewezen. Deze juridische status geeft extra bescherming aan bijzonder waardevolle en kwetsbare natuurgebieden. Het belangrijkste onderdeel van de wet is dat er een aparte vergunning nodig is voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor het natuurmonument. Het maakt daarbij niet uit waar die activiteiten plaatsvinden, dat kan zowel binnen als buiten het natuurgebied zijn (de zogenaamde 'externe werking'). Op dit moment is ongeveer 300.000 ha natuurgebied aangewezen als staats- of beschermd natuurmonument. Op 1 oktober 2005 is de gewijzigde Natuurbeschermingswet (Nb) 1998 in werking getreden. Daarmee voldoet Nederland aan de eisen van de Europese natuurwetgeving. De wet biedt een beschermingskader voor de flora en fauna binnen de aangewezen beschermde gebieden, de zogenaamde Natura-2000 gebieden. Hieronder vallen de speciale beschermingszones volgens de Vogel- en Habitatrichtlijn, gebieden die deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), beschermde natuurmonumenten en staatsnatuurmonumenten. Een belangrijk onderdeel van de nieuwe Nb-wet is dat er geen vergunning gegeven mag worden voor handelingen of projecten die schadelijk kunnen zijn voor de kwaliteit van de habitats van soorten waarvoor een gebied is aangewezen. Wanneer niet op voorhand uitgesloten kan worden dat er schadelijke effecten kunnen optreden, dan dient de initiatiefnemer een 'passende beoordeling' te
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
17
maken. Dat betekent een onderzoek naar alle aspecten van het project en welke gevolgen die kunnen hebben voor datgene wat bescherming geniet. Het bevoegd gezag (in de meeste gevallen is dat Gedeputeerde Staten) dient aan de hand van deze beoordeling zekerheid te verkrijgen dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet worden aangetast. Kan die zekerheid niet verkregen worden, dan mag er geen vergunning verleend worden.
Ecologische Hoofdstructuur (Bron: Ministerie van LNV) De term 'Ecologische Hoofd Structuur' (EHS) werd in 1990 geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan (NBP) van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De EHS is een netwerk van gebieden in Nederland waar de natuur (plant en dier) in feite voorrang heeft. Het netwerk helpt voorkomen dat planten en dieren in geïsoleerde gebieden uitsterven en dat de natuurgebieden hun waarde verliezen. De EHS kan worden gezien als de ruggengraat van de Nederlandse natuur. De EHS bestaat uit: • Bestaande natuurgebieden, reservaten en natuurontwikkelingsgebieden en robuuste verbindingen. • Landbouwgebieden met mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer (beheersgebieden). • Grote wateren (zoals de kustzone van de Noordzee, het IJsselmeer en de Waddenzee). De EHS moet in 2018 klaar zijn. Kleinere natuurgebieden, kleine bosjes, sloten, rietkragen et cetera maken geen deel uit van de EHS, maar dragen uiteraard wel bij aan de natuurkwaliteit van stad en platteland. Het Rijk gaat ervan uit dat deze in voldoende mate door andere partijen (gemeente, waterschappen, grondeigenaren e.d.) worden beschermd. Het Rijk heeft hiervoor een kwaliteitsimpuls voor het landschap opgezet.
Quickscan natuurwaarden, Plangebied Achterweg 28 te Herpt, november 2009
18
Toetsinstrumentarium Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen Compenserende berging voor nieuw verhard gebied Algemeen Naam project:
Achterweg te Herpt
Contactpersoon initiatiefnemer: Datum:
28-09-2010
28 september 2010 Hydrologisch pagina 1 van 2neutraal ontwikkelen
Kenmerken projectgebied Bruto oppervlak projectgebied
0
m²
Bestaand verhard oppervlak
0
m²
Nieuw totaal verhard oppervlak
1025
m²
Netto te compenseren oppervlak
1025
m²
Hiervan is type 1 (volledig verhard)
1025
m²
Hiervan is type 2 (semi-verhard)
0
m²
Infiltratiepercentage semi-verhard oppervlak
50
%
Maaiveldniveau nieuw verhard oppervlak
0.0
m + NAP
GHG
-1.25
m + NAP
Infiltratiesnelheid bodem
0.0
m/dag
De waterschappen Aa & Maas en De Dommel willen met deze berekening in een vroeg stadium de betrokkenen adviseren over de eisen die de waterschappen stellen ten aanzien van hydrologisch neutraal ontwikkelen. Het berekende wateradvies is richtinggevend. Aan de berekening kunnen geen rechten worden ontleend.
Systeemeisen aan berging in projectgebied Dimensies voorziening Lengte voorziening
0.0
Talud voorziening (1:x)
0.0
m
Maximale peilstijging (in normaal nat jaar)
0.55
m
Maximale peilstijging bij T=10 jaar scenario
0.65
m
Maximale peilstijging bij T=100 jaar scenario
0.75
m
Afvoercoëfficiënt bij T=10 jaar scenario
0.67
l/s/ha
Afvoercoëfficiënt bij T=100 jaar scenario
1.34
l/s/ha
Afvoercoëfficiënten voorziening
Contactpersoon
Resultaten Totale benodigde berging in projectgebied Berging voor infiltratie
0
m³
Berging bij extreme neerslag T=10 jaar
49
m³
Berging bij extreme neerslag T=100 jaar
65
m³
Ruimtebeslag
0
m²
Maximale berging in normaal nat jaar
0
m³
Maximale ledigingstijd in normaal nat jaar
0
uren
Berging bij extreme neerslag T=10 jaar
0
m³
0
m³
Ruimtebeslag
76
m²
Berging bij T=10 jaar
49
m³
Berging bij T=100 jaar
65
m³
Afvoercapaciteit bij T=10 jaar
0.2
m³/uur
8
m³
Ontwerp infiltratievoorziening
T=100 jaar
Ontwerp bergingsvoorziening voor extreme neerslagsituaties
Berging 'tussen de stoepranden' Berging bij T=100 jaar
Dhr. A. Thomas Tel: 073−61 566 66 Fax: 073−61 566 00 http://www.aaenmaas.nl Waterschap Aa en Maas Postbus 5049 5201 GA ’s−Hertogenbosch Pettelaarpark 70 5216 PP ’s−Hertogenbosch
Toetsinstrumentarium Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen Compenserende berging voor nieuw verhard gebied Toelichting
Neerslag die valt op verhard oppervlak wordt sneller naar het oppervlaktewater afgevoerd dan neerslag die op onverhard oppervlak valt. In het geval dat er
28 september 2010 Hydrologisch pagina 2 van 2neutraal ontwikkelen
verharding wordt aangelegd op een locatie waar eerst geen verharding aanwezig was, is er dus sprake van een versnelde lozing naar het oppervlaktewater. Dit heeft gevolgen voor de aanvulling van het grondwater en de afvoer uit het projectgebied bij neerslagsituaties. Deze gevolgen dienen gecompenseerd te worden door infiltratie en berging in het projectgebied.
Opmerkingen
De waterschappen Aa & Maas en De Dommel willen met deze berekening in een vroeg stadium de betrokkenen adviseren over de eisen die de waterschappen stellen ten aanzien van hydrologisch neutraal ontwikkelen. Het berekende wateradvies is richtinggevend. Aan de berekening kunnen geen rechten worden ontleend.
Contactpersoon Dhr. A. Thomas Tel: 073−61 566 66 Fax: 073−61 566 00 http://www.aaenmaas.nl Waterschap Aa en Maas Postbus 5049 5201 GA ’s−Hertogenbosch Pettelaarpark 70 5216 PP ’s−Hertogenbosch
4
\ D...e.Utr"CZ~
Provincie Noord-Brabant
-
00 2....1 L ':) I L(
Brabantlaan
'--G- t:::_. ;-~~v1---:--;-E--'-U!0-~D--F-N . H_ 0 ~ __ 1-----
Ingekorr:e:l
I
J
1
Pastbus 90151 5200 MC 's-Hertogenbosch Telefoon (073) 6812812 Fax (073) 61411
15
[email protected]
Het college van burgemeester en wethouders van Heusden Postbus 41 5250 AA VLIJMEN
1 Z AUG 2010
www.brabant.nl Bank ING 674560043 Postbank 1070176
VERZONDEN
11 AUG.1010
Onderwerp
Vooroverlegreactie
voorontwerp Bestemmingsplan 'Het Wielblok' Datum 10 augustus 2010
Geacht college,
On5 kenmerk
In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op het voorontwerp Besternmingsplan 'Het Wielblok'.
Uw kenmerk
1708638/1714864
Contactper50on
Wij hebben ons beperkt tot de vraag hoe het Bestemmingsplan zich verhoudt tot de provinciale belangen die op basis van het provinciaal ruimtelijke beleid relevant zijn. Uw voorontwerp Bestemmingsplan geeft ons geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
H.M.J. van OudheusdenGeeraets Directie Ruimtelijke Ontwikkeling
en
Handhaving Telefoon
De directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving,
(073) 680 86 96
namens deze,
Fax
I
)/1
(073) 680 76 45 Bijlage(n)
E-mail [email protected]
Het provinciehuis is vanaf het centraal station bereikbaar met stadsbus, lijn 61 en 64, halte Provinciehuis of met de treintaxi.
Waterschap
.....- AaenMaas Pette!aarpark 70 5216 PP, 's-Hertogenbosch Postbus 5049 5201 GA , 's-Hertogenbosch
T 073 61 5 66 66 F 073 61 5 66 00 E [email protected]!
W ·WINw. aaenmaas. n!
Gemeente Heusden T.a.v. de heer J. Burgs Postbus 41 5250 AA Vlijmen
Datum
26 augustus 2010
Ons zaaknr.
2010/11 554
Ons kenmerk
2010/
Doorkies nr.
(073) 615 82 25/ A. Thomas
Onderwerp
Wateradvies voorontwerpbestemm ingsplan Het Wielblok, Herpt, gemeente Heusden
Geachte heer Bu rgs,
Per e-mail va n 26 juli j l. heeft u ons gevraagd een reactie te geven op het voorontwerpbestemmingsplan Het Wielblok te Herpt, gemeente Heusden. Hierbij ontvangt u ons wateradvies .
Het pl an Het bestemmi ngsplan voorziet in de herontwikkeling van een voormalig agrarisch bedrijf naar vier Ru imte voor Ruimte (RvR)- en twee reg uliere woo nkavels.
De waterparagraaf W ij verzoeken u qua waterschapsbeleid te refereren aan ons beheerplan 2010-2015 en de acht uitgangspunten voor de watertoets (zie bijlage). We gaan er vanuit dat de 4.000m2 aan te slopen agrarische bebouwing in het kader van de RvR-regeling zich volled ig in het plangebied bevindt. Als dit niet zo is, en de verha rding blijkt in de nieuwe RvR-situatie per saldo toe te nemen, dan dient voor deze toename HNO te worden gecompenseerd . De waterbergingsvoorziening wordt in het plan gedimensioneerd op een T=1 00+1 O%-bui. Als waterschap vo rmt een T=1 0+ 1O%-bui ons toetsi ngskader, maar een voorzien ing dimensioneren op een T=100+10%-bu i verkleint in ieder geval de kans op wateroverlast. Wij komen echter tot een andere grootte va n de wateropgave. Volgens onze gegevens bedraagt deze 49m3 (zie bijlage) voor T=10+10% en 65m3 voor T=100+ 10% . Berg ing/infiltratie van 53m3 is 4m3 extra en voor ons meer dan voldoende.
Met water in de weer
I
I
U heeft aangegeven te wi ll en infiltreren maar het is u niet precies bekend in welke mate dat kan. Naar verwachting zullen grondverbeteringsmaatregelen noodzakelijk zijn . Ook is aangegeven om als aanvullende voorziening een bestaande berms loot te verbreden om hierin een deel va n het afstromende hemelwater te laten 'infiltreren'. Hiermee kunnen wij in principe instemmen maar verzoeken u de dimensionering van de nieuwe situatie na te rekenen. Op basis van het profiel va n de watergang (blz. 66) is bij 0,3m pei lstijging, 25,5m3 (50mx1,7mxO,3m) berging mogelijk Illet inachtneming van 0,5m waak hoogte. De waterbodem ligt op 1,25-mv in plaats va n 0,8m-mv. Volgens onze gegevens bevindt de gemiddeld hoogste grondwaterstand zich in het noorden va n het plangebied tussen 1 en 1,21ll-mv. De waterbodem za l naa r verwachti ng hiermee plaatselijk onder de GHG komen te liggen. De bermsloot za l qua dimensionering voldoende groot moeten zijn om in ieder geval 21 1113 (49m3-28 m3) aa n water te kunnen bergen.
I I I
I
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nog vrage n hebben over dit advies , neem dan gerust contact op met de heer A. Thomas bereikbaar via telefoonnumm er (073) 615 82 25.
I
Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, namen s deze,
I
~'9COOi09,".
drs. T.J. Boer
I I I I
Bijlage:
Uitgangspunten watertoets Wateropgave o.b.v. HNO-tooi
I
I
Waterschap
Aa en Maas Uitgangspunten watertoets waterschap Aa en Maas Bij ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder ver- en nieuwbouwpla nnen, hanteert het waterschap een aantal uitgangspunten ten aanzien van het duurzaam omgaan met water, die van belang zijn als vertrekpunt van het overleg tussen initiatiefnemer en waterbeheerder. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient de initiatiefnemer hier invulling aan te geven: 1. Wateroverlastvrij bestemmen Bij de locatiekeuze voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient rekeni ng te worden gehouden met de norm uit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). In eerste instantie za l bij de locatiekeuze van een ontwikkeling gezocht moeten worden naar een plek 'die hoog en droog genoeg' is. Mocht dit echter niet mogelijk of wenselijk zijn, dan zal in de compenserende of mitigerende sfeer gezocht moeten worden na ar maatregelen die het gewenste beschermi ngsnivea u tegen wateroverlast helpen rea liseren. Liever nog dan mitigeren of compenseren, wordt bij voorkeu r gebouwd op locaties die als gevolg van hun ligging nu al voldoen aa n de NBW-norm voor de toekomstige functie. 2. Gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater Het streefbeeld is het afvoeren van het vuile water via de riolering en het binnen het plangebied verwerken van het schone hem elwater. Afhankelij k van de omstandigheden ter plaatse ka n een compromis gesloten worden, waarbij de minimale inzet (in bestaand bebouwd gebied) is om het vuile en het schone water gescheiden aa n te bieden op het (reeds aanwezige) gemengde rioolstelse l. Het waterschap zal echter niet akkoord gaan met de aanleg van nieuwe gemengde rioolstelsels. 3. Doorlopen van de afwegingsstappen: "hergebruik - infiltratie - buffering -afvoer" In aansluiting op het landelijke beleid (NW4, WB21) hanteert het waterschap het beleid dat bij nieuwe plannen altijd onderzocht dient te worden hoe omgegaan kan worden met het schone hemelwater. Hierbij worden de afwegingsstappen "hergebruik - infiltratie - buffering - afvoer" (afgeleid van de trits "vasthouden - bergen - afvoeren") doorlopen. Herg ebruik van hemelwater wordt voornamelijk overwogen bij grootschalige voorzieningen als scholen, kantoorgebouwen ed. Voor particu liere woni ngen wordt dit, ook gezien de landelijke ervaringen met grijswatersystemen, niet gestimu leerd. Binnen grondwaterbeschermingsgebieden kunnen door de grondwaterbeheerder (provincie) aanvullende kwalitatieve eisen gesteld worden in de Provinciale Mi lieu Verordening. Ook kan een vergunning nodig zij n van de grondwaterbeheerder. 4. Hydrologisch neutraal ontwikkelen Nieuwe ontwikkelingen dienen te voldoen aan het principe van hydrologisch neutraal ontwikkelen, waarbij de hydrologische situatie minimaal gelijk moet blijven aan de uitgangssitu atie. Hi erbij mag de natuurlijke GHG (Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand) niet verlaagd word en en mag bijvoorb eeld bij transformatie van landelijk naar bebouwd geb ied de oorspronkelijke landelijke afvoer in de normale situatie niet overschreden worden. Het waterpei l sluit aan bij optima le grondwaterstanden en in poldergebieden worden se izoensfluctuaties toegestaan. 5. Water als kans "Water" wordt door stedenbouwkund igen bij inrichtingsvraagstukken vaak benaderd als een probleem 2 ("er moet ook ruimte voor water gecreëerd worden, en m zijn duur"). Dat is erg jammer, want "water" kan ook een meerwaarde geven aa n het plan, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de belevingswaarde van water. Zo is 'wonen aan het water' erg gewild, ee n mooie waterpartij met bijbehorend groen wordt door vele inwoners gewaardeerd etc. 6. Mee/voudig ruimtegebruik "Er moet ruimte voor water gecreëerd word en, en m 2 zijn duur". Maar door bij de inrichting van een plangebied ruimte voor twee of meer doeleind en te gebruiken, is het "verlies" van m2 als gevolg van de toegenomen ruimtevraag vanuit water te beperken. Zo is het in bepaa lde geva llen mogelijk om het
I
I
flauwe talud ook te gebruiken als onderhoudsstrook. Flauwe taluds geven veel ruimte voor buffering van water, maar zijn ook te gebruiken voor recreatieve doeleinden (een fietspad dat af en toe niet te gebruiken is).
I
7. Voorkomen van vervuifing Bij de inrichting, het bouwen en het beheer van gebieden wordt het milieu belast. Vanuit zij n wettelijke taak ten aanzien van het waterkwaliteitsbeheer streeft het waterschap ernaar om nieuwe bronnen van verontreiniging zoveel mogelijk te voorkomen. Deze bronaanpak is ook verwoord in het Emissiebeheersplan. Het waterschap besteedt hier reeds aandacht aan in de fase van de watertoets, zodat dit aspect als randvoorwaard e kan worden meegenomen in het verdere ontwerpproces.
I
I
8. Waterschapsbelangen Er zijn 'waterschapsbelangen' met een ruimtelijke component. Dit betreft het volgende: a) ruimteclaims voor waterberging b) ruimteclaims voor de aanleg van natte EVZ's en beekherstel c) aanwezigheid en ligging watersysteem d) aanwezigheid en ligging waterkeringen e) aanwezigheid en ligging van infrastructuur en ruimteclaims tbv de afva lwaterkete n in beheer van het waterschap. Indien deze belangen een rol spelen in het ruimtelijke plan dan zou hieraan in de toelichting, de voorschri ften en de plankaart aandacht besteed moeten worden.
I I I I I
I I
I
Pagina 2 van 2
I I I
,UI
Illll'll
,
lr. ;r S' r~! (~e
re r
e
('11 J
waterschap~) ~
Algemeen
De Dommel /""~
Het Wielblok, Herpt
Naam project:
.~'
Contactpersoon initiatiefnemer:
Datum:
~
Waterschap
Aa en Maas
27-08-2010
Kenmerken projectgebied Bruto oppetvlak proJectgeblod
0
of
Bestaand verhard oppervlak
0
of
Nieuw lotaal verhard oppervlak
1025
m'
Netto Ie compenseren oppervlak
1025
m'
1025
of
0
of
50
%
Hiervan Is type 1 (volledig verhard) Hiervan Is type 2 (semI-verhard) Infillratl epercentaga semi-verhard oppervlak Maaivel dniveau nIeuw verhard opparvlak
0.0
m + NAP
GHG
·1.25
m+NAP
Inliltrallesnolheid bodem
0.0
mldag
Systeemeisen aan berging in projectgebied Dimensies voorziening
l engte voorzienIng
0.0
Talud voorziening (l;x)
0.0
m
Maximale peilslijging (in normaal nal jaar)
0.55
m
M,l)umale peil stijging bij T= 10 jaar scenario
0.65
m
Maximale peils~jgi ng bij T=100 Jaar scenario
0.75
m
Afvoarcoêfficillnt biJ T= 10 jaar scenario
0.67
""ho
Afvo9rcoéfficiênt bij T=1oo Jaar scenario
1.34
IIsJl1a
Afvoercoiifficiënten vOOf2J'ening
,.
Resu ltaten Totale benodigde berging in projectgebied
voor Infiltra tia
0
m'
Bergmg bij extreme neerslag T"10 Jaar
49
m'
Berging bij extreme neerslag T=100 jaar
65
m'
Berging
Ontwerp infilfratievoorziening
0
m'
0
m'
0
uren
T =10 jaar
0
m'
T=1oo jaar
0
m'
Ruimtebeslag
76
m'
Berging bij T=10 jaar
49
m>
Berging bij T=100 Jaar
65
m'
Afvoercapaclleit bij T=10 Jaar
0.2
m'/uur
8
m'
RUImtebeslag Maximale bergmg In nonnaal
nat Jaar
Maximale ledigingstIJd in normaal nat Jaar Berging bij extreme neerslag
Ontwerp bergingsvoorziening voor extreme neerslagsituaties
Berging 'tussen de stoepranden' Berging bij T=100 jaar
r
H
nt r
Hydroloqisch Neutraal 0
l fP
Co mi " serE:nde t rging VOOI ,iel"" "er L
Waterschap
Toe li chti ng
afgevoerd dan neerslag die op onverhard oppervlak valt. In hel geval dat er verharding word t aangelegd op een locatie waar eerst geen verharding aanwezig W8S, is er dus sprake van een versnelde lozing naar hel oppervlaktewater. Dit heeft gevolgen voor de aanvulling van hel grondwater en de afvoer uit het projectgebied bij neerslagsiluaties. Deze gevolgen dienen gecompenseerd te worden door infiltratie en berging in hel projectgebied.
Opm erkingen
SJ "a, Aa en Maas
DeD~~ ~
Neerslag die valt op verhard oppervlak wordt sneller naar hel oppervlaktewater
iel
Waterschap
Anne te Brake Van: Verzonden: Aan: CC: Onderwerp: Bijlagen:
Ingrid Bruinooge [[email protected]] namens Postbus VIZ Ruimtelijke plannen [[email protected]] donderdag 26 augustus 2010 14:54 _Teammail PB '[email protected]' T.a.v. mw. A. te Brake Overleg ex artikel 3.1.1 Bro Het Wielblok, Herpt image001.jpg; uitnodiging enquête Handreiking RO en M.pdf
Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden. Ter attentie van mw. A. te Brake. Op 22 juli 2010 heb ik uw verzoek ontvangen om advies op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening over het voorontwerpbestemmingsplan “Het Wielblok” (H34188). In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de minister van VROM aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK20072008, 31500 nr 1) gemeenten altijd vooroverleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-Inspectie coördineert vervolgens de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, -projectbesluiten en –structuurvisies richting gemeenten. Het bovengenoemde plan geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de RNRB. Deelname webenquête VROM doet onderzoek naar het gebruik van de Handreiking Ruimtelijke Ordening en Milieu. U kunt via een webenquête uw mening geven over deze handreiking. VROM hoort graag uw mening en nodigt u uit om de webenquête in te vullen. In de bijlage treft u een toelichting aan met meer informatie over de webenquête. Indien u al heeft deelgenomen, wil ik u bedanken voor uw medewerking. De directeur-inspecteur regio Zuid, p.o. ir. JJM Henssen Ministerie van VROM VROM-Inspectie Regio Zuid Kennedyplein 7-13 | 5611 ZS | Eindhoven | 4.14 Postbus 850 | 5600 AW | Eindhoven ........................................................................ T 040-2652911 F 040-2653030 [email protected]
Van: _Teammail PB [mailto:[email protected]] Verzonden: donderdag 22 juli 2010 17:21 Aan: Postbus VIZ Ruimtelijke plannen Onderwerp: Overleg ex artikel 3.1.1 Bro Het Wielblok, Herpt
Geachte mevrouw, meneer, Wij willen u het bestemmingsplan Het Wielblok in Herpt voorleggen in het kader van artikel 3.1.1 Bro. Voor meer informatie verwijs ik u naar bijgevoegde brief. Het bestemmingsplan is bijgevoegd per mail in 3 delen, te weten de toelichting en regels, de verbeelding en de bijlagen. Ik stel het op prijs indien u binnen een termijn van 6 weken kunt reageren. 1
Met vriendelijke groeten, Anne te Brake Projectbureau
Gemeente Heusden Bezoek: Raadhuisplein 16 Drunen Post: Postbus 41 5250 AA Vlijmen tel 073-513 17 89 | fax 073-513 17 99 www.heusden.nl
2
nota zienswijzen & ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Het Wielblok
Gemeente Heusden 02-05-2011
*000242130*
Toelichting op nota zienswijzen & ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Het Wielblok
Inleiding Vanaf 16 december 2010 heeft het ontwerpbestemmingsplan in het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) ter inzage gelegen gedurende 6 weken. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn 2 zienswijzen ontvangen. In deze nota geeft de gemeenteraad formeel commentaar op de ontvangen reacties op het ontwerpbestemmingsplan. Met de beantwoording van de reacties wordt de fase van het ontwerp afgesloten.
Zienswijzen In bijgevoegde nota worden deze individueel samengevat en beantwoord. De Wet bescherming persoonsgegevens laat niet toe dat de persoonsgegevens van reclamanten digitaal openbaar worden gemaakt. Om die reden zijn de zienswijzen geanonimiseerd. Aan de betrokkenen is per brief kenbaar gemaakt onder welk nummer hun zienswijze is opgenomen.
Ambtshalve aanpassingen In deze nota is tevens een overzicht opgenomen van de ambtshalve aanpassingen die leiden tot een gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Het Wielblok.
nota zienswijzen en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Het Wielblok
pagina 3
Zienswijzen 1 a.
b.
c.
d.
Gevolgen voor bestemmingsplan
Reactie
Beantwoording gemeente Heusden
Reclamant stelt dat de bestemming van zijn perceel in het bestemmingsplan niet correct is weergegeven. Volgens reclamant moet de bestemming Agrarisch met een bouwvlak zijn.
Reclamant verwijst naar een uitsnede van het voorontwerpbestemmingsplan Herpt. Het voorontwerpbestemmingsplan Herpt maakt deel uit van de voorbereiding voor het vaststellen van een bestemmingsplan voor de bebouwde kom Herpt. Dit bestemmingsplan heeft geen juridische status. Sinds de goedkeuring van het Bestemmingsplan Buitengebied Heusden op 8 november 1996 rust op het perceel Herptseweg 1 de bestemming Wonen. De uitsnede van de plankaart op pagina 8 en de tekst op pagina 43 in het ontwerpbestemmingsplan Het Wielblok met betrekking tot de bestemmingsplan van het perceel Herptseweg 1 geven de juridische situatie conform het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Heusden correct weer. In het ontwerpbestemmingsplan in onterecht aangegeven dat voor de Herptseweg 1 een milieuvergunning is verleend. Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast.
Deze zienswijze heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Voor de beantwoording voor het beknotten van de ontwikkelingsmogelijkheden wordt verwezen naar de beantwoording onder d. De ontwikkelingslocatie maakt deel uit van het bestaand stedelijk gebied, zoals bedoeld in het provinciale streekplan, de Verordening Ruimte Noord-Brabant en de stedenbouwkundige bebouwde van de gemeente Heusden. Het gestelde van reclamant dat de grenzen van de bebouwde kom worden opgerekt met de beoogde ontwikkeling is derhalve onjuist. Overigens wordt opgemerkt dat op grond van de beleidsregel Ruimte voor Ruimte onder voorwaarden in afwijking van de algemene beleidsregels wel woningbouw mogelijk is in het agrarisch buitengebied.
Deze zienswijze heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Zoals in de beantwoording onder a is weergegeven, is de huidige bestemming Wonen. Binnen deze bestemming is het niet mogelijk om de agrarische activiteiten op het perceel aan de Herptseweg 1 uit te oefenen dan wel uit te breiden. Naar aanleiding van de ingediende zienswijze heeft een controle van de melding uit 2008 plaatsgevonden. Uit deze controle is naar voren gekomen dat er geen sprake is van bedrijfsmatige activiteiten ter plaatse van de Herptseweg 1. Door de eigenaren/gebruikers is aangegeven dat er feitelijk niet bedrijfsmatig wordt gehandeld. Op grond van de feitelijke situatie en de
Deze zienswijze leidt tot aanpassing van de toelichting (§ 5.6 en 7.2), regels (artikel 1 en 11) en de verbeelding (de aanduiding Milieuzone-
In de uitvoeringsaspecten zoals beschreven in het ontwerpbestemmingsplan "Het Wielblok" wordt in § 5.6 gesteld dat voor de Herptseweg 1 een milieuvergunning is verleend. Het betreft hier echter een Melding in het kader van het Besluit Landbouw. Reclamant stelt dat de beoogde ontwikkeling in strijd is met de beleidsregel Ruimte voor Ruimte, omdat de beoogde ontwikkeling: de ontwikkelingsmogelijkheden van het agrarisch bedrijf aan de Herptseweg 1 beknot; in buitengebied ligt en met de uitvoering van het bouwplan de grenzen van de bebouwde kom oprekt. Reclamant stelt dat de ontwikkelingsmogelijkheden van zijn bedrijf aan de Herptseweg 1 worden beknot. In het bestemmingsplan is rekening gehouden met een geurcontour van 50 m. Het agrarische bedrijf valt onder de reikwijdte van het Besluit Landbouw. Daarnaast stelt reclamant dat de verordening
nota zienswijzen & ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Het Wielblok
Deze zienswijze leidt tot aanpassing van de toelichting (§ 5.6)
pagina 4
e.
2. a.
b.
c.
Gevolgen voor bestemmingsplan geurzone vervalt)
Reactie
Beantwoording gemeente Heusden
Geurhinder van de gemeente niet van toepassing is. De geurcontour waarmee rekening moet worden gehouden is 100 m. Reclamant geeft daarnaast aan dat er wel ontwikkelingsmogelijkheden zijn op grond van het vigerend bestemmingsplan.
administratie van de afgelopen jaren wordt geconcludeerd dat er uitsluitend sprake is van het hobbymatig houden van een beperkt aantal dieren. Hieruit volgt dat er geen sprake is van een inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer. De geplande woningbouw betekent geen beperking van het gebruik van het perceel Herptseweg 1 overeenkomstig de vigerende bestemming. Ook in de toekomst wordt een ontwikkeling naar een agrarische bestemming niet voorzien. Derhalve hoeft ook geen rekening te worden gehouden met de geurcirkel die in het ontwerpbestemmingsplan is opgenomen. In de toelichting wordt de beschrijving van het aspect bedrijven en milieuhinder aangepast, de juridische planbeschrijving wordt aangepast op de wijzigingen in de regels en de regels worden aangepast. Op de verbeelding vervalt de gebiedsaanduiding Milieuzone-geurzone. De gemeente heeft meerdere belangen afgewogen op basis waarvan zij medewerking wil Deze zienswijze heeft verlenen aan de beoogde ontwikkeling: geen gevolgen voor het bestemmingsplan De beoogde ontwikkeling vormt deels een financiële compensatie voor het staken van de agrarische bedrijfsvoering van het agrarische bedrijf aan de Achterweg 28. De beoogde ontwikkeling past binnen de bestaande beleidskaders, waaronder de ontwikkelingsvisie Herpt Binnen de ontwikkelingsvisie Herpt is een zorgvuldige afweging gemaakt waar nieuwe woningen kunnen worden toegelaten. De ontwikkeling laat woningen toe binnen bestaand stedelijk gebied, waarbij de woningen stedenbouwkundig en landschappelijk verantwoord zijn ingepast De ontwikkeling draagt bij aan de realisatie van het gemeentelijke woningbouwprogramma.
Reclamant is van mening dat kostbare open ruimte wordt opgeofferd voor een commercieel belang.
Reclamant geeft aan verbaasd te zijn dat in het Brabants Dagblad is aangegeven dat zijn pand mocht blijven bestaan. Reclamant vraagt zich af of er in ambtelijke stukken aanleiding is om te komen tot deze merkwaardige conclusie. Heusden etaleert zich als 'Groene Gemeente'. Reclamant vindt het beangstigend te zien hoe dat stap voor stap oprukkende bebouwing vanuit Oud-Heusden en nu dus vanuit Herpt dit groene uitgangspunt stapje voor stapje teniet doet. Reclamant stelt dat door de planontwikkeling de privacy van zijn gezin en zijn persoon in niet
Bij de gemeente is niets bekend over een publicatie in het Brabants Dagblad, waarin het pand van reclamant mag blijven bestaan. In de planontwikkeling is altijd rekening gehouden met het behoud van dit pand.
Deze zienswijze heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan
De woningbouw is stedenbouwkundig zo ingepast, dat deze het groene karakter aan de rand van Herpt respecteert. Ook ligt de beoogde ontwikkeling binnen de bebouwde kom van Herpt. De realisatie van woningen ter plaatse wordt aanvaardbaar geacht.
Deze zienswijze heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan
De wijze waarop de nieuwbouw is gesitueerd ten opzichte van de bestaande woningen is zorgvuldig afgewogen. Desondanks zullen met de uitvoering van het plan
Deze zienswijze heeft geen gevolgen voor
nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen bestemmingsplan Het Wielblok
pagina 5
Reactie
Beantwoording gemeente Heusden
geringe mate wordt aangetast, de zichtlijnen stedenbouwkundige wijzigingen ontstaan. De gemeente is van mening dat de geen vanuit het perceel van reclamant nadrukkelijk sprake is van onevenredige aantasting van de rechten van reclamant. wordt beperkt en de vrees voor waardevermindering van het pand en perceel van reclamant in hoge mate gegrond is.
nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen bestemmingsplan Het Wielblok
Gevolgen voor bestemmingsplan het bestemmingsplan
pagina 6
Ambtshalve aanpassingen Onderdeel Toelichting Regels Algemeen Artikel 1 Artikel 6
Opmerking
Aanpassing
-
-
Definitie van het begrip hoofdgebouw ontbreekt Naar aanleiding van opmerkingen uit de informatieraad van 19 januari 2011 en de esthetische uitwerking van het bouwplan voor het boerenerf worden enkele wijzigingen doorgevoerd. Het betreft hier ondergeschikte wijzigingen, waaronder de toegelaten nokrichting, toegelaten goot- en/of bouwhoogten en het bouwen in de gevellijn. Voor een woning wordt de bouwhoogte opgetrokken van 8,5 naar 8,6 m. Alle voorziene wijzigingen passen binnen het beoogde stedenbouwkundig beeld.
Verbeelding -
nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen bestemmingsplan Het Wielblok
Indien aanpassingen uit deze nota leiden tot vernummeringen in de regels, worden deze vernummeringen in de regels doorgevoerd. Een definitie van het begrip hoofdgebouw wordt toegevoegd Dit leidt tot aanpassing van artikel 6.2.3, artikel 6.2.5, en invoeging van een nieuw lid 6.4.
-
pagina 7
beeldkwaliteitplan
Het Wielblok Zes bouwkavels aan de Achterweg te Herpt
22 oktober 2010
beeldkwaliteitplan
Het Wielblok Zes bouwkavels aan de Achterweg te Herpt
22 oktober 2010
1
INHOUD TOELICHTING 1. 2.
3.
4.
blz Inleiding ......................................................................................................... 3 Bestaande toestand ....................................................................................... 5 2.1 Wijdere omgeving .................................................................................. 5 2.2 Directe omgeving en plangebied ........................................................... 7 Planbeschrijving ........................................................................................... 11 3.1 Uitgangspunten ................................................................................... 11 3.2 Hoofdstructuur ..................................................................................... 12 3.3 Ontsluiting en parkeren ....................................................................... 19 3.4 Verkaveling en functies ....................................................................... 20 3.5 Groen en water .................................................................................... 24 Welstandsbeleid........................................................................................... 27 4.1 Oriëntatie en positie woningen ............................................................ 28 4.2 Hoofdvorm ........................................................................................... 30 4.3 Kap ...................................................................................................... 36 4.4 Materialisering ..................................................................................... 37 4.5 Kleuren ................................................................................................ 39 4.6 Parkeren .............................................................................................. 39 4.7 Erfscheiding ......................................................................................... 40 4.8 Terreininrichting kavel ......................................................................... 41 4.9 Terreininrichting gemeenschappelijk erf .............................................. 41
VA 101022 05808006A BKP.doc
2
Afbeelding 1: topografische situatie
VA 101022 05808006A BKP.doc
3
1.
INLEIDING Dit beeldkwaliteitplan is opgesteld als toetsingkader voor de ruimtelijke kwaliteit van de invulling van het plan ‘Het Wielblok’ te Herpt. Vertrekpunt voor nieuwe ontwikkelingen op deze locatie is de bestaande situatie in het plangebied en de omgeving daarvan, dit wordt beschreven in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 worden de randvoorwaarden en uitgangspunten geïnventariseerd. Op basis daarvan wordt vervolgens het stedenbouwkundig plan toegelicht. Het is evident dat enkel een consistente uitwerking de uiteindelijke kwaliteit van dit stedenbouwkundig plan zal valideren. Daarom zijn in hoofdstuk 4 een aantal eisen en wensen beschreven waaraan de beeldkwaliteit van deze uitwerking wordt getoetst. Deze criteria zijn aanvullend op de in het bestemmingsplan geformaliseerde criteria ten aanzien van bouwvlak, bouwhoogte ed. Dit beeldkwaliteitplan wordt geformaliseerd in het gemeentelijke welstandsbeleid waarbinnen dit document functioneert als een autonome, gebiedsgerichte welstandsparagraaf. De inhoud van dit document bouwt voort op het bebouwingstype G3 als aangegeven op de ‘kaart bebouwingstypen Herpt’ als opgenomen in het algemene welstandsbeleid. Het ter plekke geldende welstandsniveau is 2. “Onder dit welstandsniveau vallen de gebieden die om een zorgvuldige afstemming vragen van nieuwe bouwkundige ingrepen.” (bron: algemeen deel gemeentelijke Welstandsnota)
VA 101022 05808006A BKP.doc
4
VA 101022 05808006A BKP.doc
5
2.
BESTAANDE TOESTAND Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de ruimtelijk-functionele situatie in de wijdere en de directe omgeving alsmede de bestaande toestand van het plangebied.
2.1
Wijdere omgeving Afbeelding 2 geeft de ligging van het plangebied in de wijdere omgeving weer.
Afbeelding 2: luchtfoto wijdere omgeving
VA 101022 05808006A BKP.doc
6
Ontsluiting Het noordelijk deel van het plangebied ligt, nog net binnen de bebouwde kom, aan de Herptseweg. De Herptseweg vormt de hoofdverbinding vormt tussen Herpt en Oud-Heusden. De zuidzijde van het perceel grenst aan de Achterweg, een kleinschalige verbinding tussen Herpt en het zuidelijke deel van Oud-Heusden. Ruimtelijk-functioneel De nederzetting Herpt is ontstaan tussen 1100 en 1300 langs drie linten, parallel aan het Oude Maasje. Deze linten zijn thans bekend als de Burgemeester Buijsstraat, de Hoofdstraat en de Achterweg. Het plangebied ligt aan dit laatste lint. De bebouwing van het plangebied is de eerste bebouwing aan de westelijke zijde van de Achterweg bij binnenkomst van het dorp vanuit het zuiden. Daarmee maakt het plangebied als het ware onderdeel uit van een informele dorpsentree. De bebouwing aan de Achterweg vormt aan deze zijde de rand van het dorp en daarmee de scheiding tussen een relatief grootschalige en rechtlijnige agrarische verkaveling in het westen en een kleinschalige woonverkaveling in het oosten. De noordelijke zijde van het plangebied grenst aan de Herptseweg. De Herptseweg is een relatief jonge ontsluiting die is ontstaan ter plekke van het Oudheusdensche Pad, een oude polderweg die tegenwoordig de verbinding met het nabijgelegen Oud-Heusden verzorgt. Ook hier maakt het plangebied deel uit van het ensemble rondom de dorpsentree. De Herptseweg vormt de scheiding tussen het in het Rijksbeschermde stadsgezicht beschermde deel van het schootsveld van de vesting Heusden in het noorden en een meer omsloten agrarisch gebied tussen Oud-Heusden en het Oude Maasje in het zuiden. De bebouwing van Herpt bestaat overwegend uit vrijstaande woningen met eenvoudige volumes in één laag met kap. De kappen zijn zowel haaks op als parallel aan de linten georiënteerd. Rooilijnen zijn zeer informeel en verspringend. Zowel hoofdvormen van de bebouwing, de kappen als het materiaalgebruik zijn zeer eenvoudig en bescheiden. Aan de randen van het dorp bevinden zich diverse agrarische bedrijven. De schaalgrootte van deze bedrijven is beduidend groter dan van de woonbebouwing. Hierdoor zijn de agrarische ensembles sterk beeldbepalend in de uitstraling van het dorp. Dit wordt versterkt doordat Herpt een dorp is in een open landschap met lange zichtlijnen. Het gebied ten westen van Herpt is een goed geconserveerd deel van het schootsveld van de oude vesting Heusden. De vesting tekent zich hier af aan de horizon. Het karakter van de Herptseweg en het centrale deel van de Achterweg wordt in belangrijke mate bepaald door een laanbeplanting van gewone es (fraxinus excelsior). De overige wegen in de directe omgeving en het zuidelijke deel van de Achterweg hebben geen significante laanbeplanting. Woonerven bevatten doorgaans enkele bomen. De voorzijde van het erf is helder geordend en groen ingericht. De agrarische erven zijn deels verhard of halfverhard en geordend rond een centrale plaats met veelal enkele bomen. Waar het erf aan het landschap grenst, is doorgaans sprake van een houtsingel parallel aan de verkavelingsrichting.
VA 101022 05808006A BKP.doc
7
2.2
Directe omgeving en plangebied
Afbeelding 3: bestaande toestand
VA 101022 05808006A BKP.doc
8
Ontsluiting Zoals vermeld ligt onderhavig plangebied aan zowel de Herptseweg als de Achterweg. De intensiteit op de Achterweg is relatief laag. De intensiteit op de Herptseweg is relatief groot. Bij beide wegen zijn vrijwel alle aanliggende percelen rechtstreeks op de weg ontsloten. Afbeelding 4 is een foto van het plangebied genomen vanaf de Achterweg.
Afbeelding 4: foto plangebied vanaf Achterweg
VA 101022 05808006A BKP.doc
9
Bebouwing en functies Het bebouwingslint aan de Achterweg bestaat uit individuele bebouwing op ruime percelen. Enkele woonboerderijen worden afgewisseld door recentere bebouwing. Er is sprake van een menging van wonen en (agrarische) bedrijvigheid. De woningen staan aan de straatzijde. De bedrijfsbebouwing staat overwegend achter de woningen, zie Afbeelding 5.
Afbeelding 5: bestaand boerenerf Achterweg 28
Beplanting Het centrale deel van de Achterweg, tussen de Herptseweg en de Akkerstraat wordt aan de westzijde begeleid door laanbeplanting van volgroeide gewone es (fraxinus excelsior). De Herptseweg wordt aan beide zijden begeleid door een laanbeplanting van eveneens volgroeide gewone es. Beide wegen zijn voorzien van een groene berm, typerend voor de omgeving. Het overige groen wordt gevormd door de erfbeplanting op de individuele percelen. Erfscheidingen zijn hoofdzakelijk vormgegeven als hagen. Incidenteel hebben erfscheidingen aan de zijde van het open gebied de vorm van houtwallen, dit vindt voornamelijk plaats aan de randen van boerenerven.
VA 101022 05808006A BKP.doc
10
VA 101022 05808006A BKP.doc
11
3.
PLANBESCHRIJVING Na voorgaande inventarisatie en analyse volgt in dit hoofdstuk de beschrijving van het feitelijke plan, zie Afbeelding 6.
Afbeelding 6: inrichtingsschets
3.1
Uitgangspunten Kern van de opgave is het realiseren van vier Ruimte voor Ruimte-kavels en twee reguliere kavels ten behoeve van het bouwen van 6 woningen. Het gewenste sfeerbeeld is landelijk wonen, gebaseerd op de dorpse kwaliteiten van Herpt. De nieuwe bebouwingsmogelijkheden blijven globaal binnen het gebied waar zich momenteel de agrarische opstallen bevinden. Dit voorkomt aantasting van de landschappelijke kwaliteiten van open gebied door uitbreiding van gebouwd volume. Kenmerkend voor Herpt zijn een aantal boerenerven die zich verspreid langs de randen van het dorp bevinden. De oorspronkelijke opstallen in het plangebied vormen samen een dergelijk boerenerf, een typisch ensemble voor Herpt. Een deel van de nieuw te realiseren woningen zal, samen met het te behouden woonhuis, een nieuw boerenerf gaan vormen. Dit boerenerfconcept vormt tevens onderdeel van de voorwaarden die het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Heusden heeft gesteld aan het verlenen van medewerking aan het voorliggend plan. De gemeente Heusden heeft een aantal ontwerpuitgangspunten voor het boerenerfprincipe geformuleerd:
VA 101022 05808006A BKP.doc
12
-
-
Een compacte bebouwing: de onderlinge afstanden tussen de woningen mag niet te groot zijn, dit ten behoeve van de onderlinge samenhang van de opstallen; Beperkte voortuinen: woningen grenzen direct aan het erf; Een gootlijn van maximaal 3 m; Variatie in volumes; Samenhang in materialisering; Doorzichten die het erf met het omringende landschap verbinden (spanning tussen openheid en beslotenheid).
Uit paragraaf 3.2 zal blijken dat dit boerenerfconcept maximaal is doorgevoerd in dit plan. Tot slot bestaat er de wens te komen tot een duurzame planontwikkeling. Een integrale benadering van het begrip duurzaamheid, door alle lagen van het planproces, is daarbij essentieel. Ook dit plan kan daarin bijdragen. Derhalve is in het ontwerp rekening gehouden met onder andere de volgende aspecten: Cultuurhistorie; het is aannemelijk dat een plan dat zich goed voegt in zijn context breed gedragen zal worden, dit bevordert de levensduur van het gerealiseerde. In dit plan wordt de relatie met de cultuurhistorie hoofdzakelijk gelegd middels het integraal doorvoeren van het boerenerfconcept; Gunstige zonoriëntatie van de woningen ten behoeve van een efficiënt energiegebruik; Goed waterbeheer, Minimaliseren van verhard oppervlak. 3.2
Hoofdstructuur Het stedenbouwkundig plan maakt een ruimtelijk onderscheid tussen het noordelijke en het zuidelijke deel van het plangebied. Afbeelding 7 is hiervan een grafische weergave. De bestaande houtwal op de grens van percelen F1000 en F0335 vormt de fysieke scheiding tussen beide plandelen.
Afbeelding 7: principe indeling plangebied
VA 101022 05808006A BKP.doc
13
3.2.1
Lintbebouwing Het noordelijk deel van het plangebied is onderdeel van de bestaande lintbebouwing. De bebouwing van de Herptseweg is een relatief nieuwe bebouwingsreeks, opgebouwd uit hoofdzakelijk vrijstaande woningen. In massa, architectuur en positionering op het kavel verschilt deze bebouwing niet van de kenmerkende lintbebouwing in de rest van het dorp. Hoofdvormen, kapvorm en materialisering zijn eenvoudig. Rooilijnen en nokrichting zijn divers (verspringend binnen een ruime bandbreedte c.q. zowel haaks op als parallel aan de weg). Zolang de nieuwe bebouwing aan deze zijde zich voegt binnen de kenmerkende bebouwingsfeer van Herpt, is er relatief veel vrijheid mogelijk in architectuur. Er is aan de Herptseweg ruimte voor twee woningen. Afbeelding 8 is een impressie van deze woningen gezien vanaf de Herptseweg.
Afbeelding 8: schets vrijstaande woningen Herptseweg
VA 101022 05808006A BKP.doc
14
3.2.2
Boerenerf principe Het introduceren van het boerenerf principe is van toepassing op het zuidelijk deel van het plangebied. Een boerenerf kent een aantal typerende opstallen die ieder met hun specifieke kenmerken de bouwstenen van het ensemble vormen. De nieuwe woningen refereren ieder aan één van deze bouwstenen en waarborgen zodoende het karakter van het geheel. Afbeelding 9 is een schets van een uitgebreid boerenerf met verschillende bebouwingstypologieën.
Afbeelding 9: principeschets boerenerf
Woonhuis Het woonhuis vormt het gezicht van het boerenerf aan de straat. Afhankelijk van het type boerderij is het woonhuis een vrijstaand pand of vormt het een onderdeel van de massa waarin zich ook de stal bevindt. Traditioneel hebben de meeste boerenerven één woonhuis maar boerenerven met meerdere woonhuizen (voor zoons, dochters of meewerkend personeel) komen ook regelmatig voor. Gezien de positie van het woonhuis op het kavel en de status die er aan ontleend wordt, is het woonhuis het rijkst aan detaillering en gebouwd met relatief hoogwaardige materialen. In een omgeving als Herpt betekent ‘rijk gedetailleerd’ echter niet ‘rijk gedecoreerd’, weelderige ornamentiek en uitbundige vormentaal zijn hier niet op hun plaats.
VA 101022 05808006A BKP.doc
15
Oude stal Van oudsher is de oude stal de meest voorname opstal op het erf. De oude stal is in hoogte dominant en altijd achter de voorgevelrooilijn van het woonhuis gesitueerd. De nokrichting is dwars op de weg gesitueerd. De hoofdvorm is eenvoudig zonder aan- of opbouwen. De materialisering is verwant aan het oude woonhuis, oudere stallen hebben een rieten kap met wolfsenden, zie Afbeelding 10.
Afbeelding 10: oude stal
VA 101022 05808006A BKP.doc
16
Grote schuur De grote schuur(en) is (zijn) doorgaans het (de) grootste volume(s) op het erf. Deze zijn van meer recente datum. De hoofdvorm is zeer eenvoudig en langgerekt met een lage kap. De kap is dwars op de weg gesitueerd. De materialisering is eenvoudig. Vaak wordt geteerd gepotdekseld hout toegepast als gevel en plaatmateriaal (golfplaat) voor op het dak, zie Afbeelding 11. De grote schuur is zeer terughoudend in verschijningsvorm.
Afbeelding 11: grote schuur
VA 101022 05808006A BKP.doc
17
Veldschuur De veldschuur is een open gebouw zonder voorgevel, oorspronkelijk bedoeld voor opslag. De veldschuur wordt geplaatst met de nokrichting haaks op die van de stal met, de open zijde bevindt zich aan het erf. Indien deze open zijde wordt voorzien van een terugliggende glasgevel kan de typologie met behoud van karakter worden aangewend als woonhuis. De materialisering van de veldschuur is wat betreft de gevel verwant aan de grote schuur, de materialisering van het dak is verwant aan die van het oude woonhuis. Zeer typerend voor de veldschuur is de asymmetrische kap met een lang deel met een lage goothoogte aan de achterzijde en een voorzijde die slechts functioneert als afdakje met een hoge goothoogte. Zie Afbeelding 12 (linker foto).
Afbeelding 12: veldschuur met overstek (links), bakhuisje (rechts)
Bakhuisje Het bakhuisje is een klein stenen gebouwtje met een eenvoudige vorm zonder toevoegingen. De nokrichting is overwegend haaks op de nokrichting van de stal. Het bakhuisje heeft een vrijstaande plaatsing nabij de stal of het woonhuis, in ieder geval achter de voorgevelrooilijn van het huis. Afbeelding 12 (rechter foto) is een voorbeeld van een bakhuisje. Kleine veldschuur Idem als de veldschuur maar dan in kleinere uitvoering als bijgebouw. De nokrichting is dan minder relevant.
VA 101022 05808006A BKP.doc
18
Erf De inrichting van de open ruimte op het erf kent eveneens twee typologieën: voorerf en het werkerf, zie Afbeelding 13. Van oudsher is het woonhuis het centrale gebouw op het voorerf. Het voorerf, gelegen aan de straatzijde, heeft een representatief en geordend karakter. Mogelijk bevinden zich hier, naast het woonhuis, onder andere een siertuin, een moestuin, een waterput, het kippenhok en de boomgaard.
Afbeelding 13: voorerf (links) en werkerf (rechts)
Het werkerf is geconcentreerd rond de centrale plaats en heeft een informele inrichting. Hier bevinden zich alle overige genoemde opstallen. Deze opstallen zijn compact geordend. Naast de ruimtelijke kwaliteit die dit biedt waarborgt deze plaatsing tevens de afstand van de bebouwing tot de milieucontour van naastgelegen veehouderij.
VA 101022 05808006A BKP.doc
19
3.3
Ontsluiting en parkeren De twee woningen aan de Herptseweg worden direct ontsloten aan de weg. Het parkeren vindt plaats op eigen terrein volgens de gemeentelijke parkeernorm van 1,8. Hiertoe zal een inrit gecreëerd worden door de bestaande grasberm, rekening houdend met de bestaande bomen in die berm. Inpandig parkeren gebeurt in de hoofdbouwmassa of in een vrijstaande garage of carport.
Afbeelding 14: parkeren in een vrijstaand bijgebouw (links) of in het hoofdvolume (rechts)
De woningen rond het boerenerf (de bestaande woning uitgezonderd) worden ontsloten vanaf het erf. Dit erf heeft één centrale inrit vanaf de openbare weg. Op het erf is ruimte voor bezoekersparkeren. Daarnaast heeft iedere woning twee parkeerplaatsen op eigen terrein. Inpandig parkeren gebeurt in de hoofdbouwmassa of in een vrijstaande garage of carport, zie Afbeelding 14. Het erf heeft een informele inrichting, bij voorkeur gebruikmakend van een halfverharding met een doorlatend oppervlak, bijvoorbeeld in de vorm van grind. Het erf is een centrale ontmoetingsruimte met naast het parkeren ruimte voor onder andere spelen en groen.
VA 101022 05808006A BKP.doc
20
3.4
Verkaveling en functies In het nieuwe boerenerfconcept bevindt zich naast de bestaande woning ook een nieuw woonhuis op het erf. De aanwezigheid kan van dit woonhuis kan worden gezien als tweede woonhuis op het erf maar mag ook worden geïnterpreteerd als onderdeel van een tweede boerenerf binnen de plangrenzen. Deze beide interpretaties zijn uitwisselbaar en kunnen worden gerealiseerd binnen dezelfde randvoorwaarden. De stalwoning is geplaatst achter het bestaande woonhuis. De stalwoning is de grootste woning op het erf en is tevens geplaatst op het grootste kavel. Afbeelding 15 is een voorbeeld van een stalwoning.
Afbeelding 15: referentie stalwoning
VA 101022 05808006A BKP.doc
21
De schuurwoning bevindt zich in de zuidelijkwestelijke hoek van het erf. De nokrichting van de schuurwoning is haaks op de weg gesitueerd. Ook hier is het volume eenvoudig van hoofdvorm. De rooilijn van de woning bevindt zich zo dicht mogelijk op de noordelijke erfgrens, teneinde het contact met het erf te maximaliseren. Afbeelding 16 is een referentiefoto van een schuurwoning.
Afbeelding 16: referentie schuurwoning
De veldschuurwoning is het sluitstuk van de verkaveling. De woning is met de nok overdwars geplaatst aan de achterzijde van het plangebied. De afstand van de veldschuurwoning tot de oostelijke erfgrens is minimaal, teneinde de ruimte van het boerenerf visueel goed te kunnen beëindigen. Afbeelding 17 is een voorbeeld van een veldschuurwoning.
Afbeelding 17: referentie veldschuurwoning
VA 101022 05808006A BKP.doc
22
De twee vrijstaande woningen aan de Herptseweg voegen zich in het spel van de verspringende rooilijnen aan diezelfde weg. Afbeelding 18 is een referentiefoto van een vrijstaande woning.
Afbeelding 18: referentie vrijstaande woning
De woonboerderij op de hoek van de Herptseweg en de Achterweg is karakteristiek voor zijn omgeving. Om het aanzien van deze boerderij te respecteren en tevens voldoende afstand tot de weg te creëren geldt de geprojecteerde lijn waarin de zijgevel van deze woonboerderij aan de Herptseweg ligt als uiterste bebouwingsgrens voor de twee vrije kavels. Ten behoeve van de kenmerkende differentiatie in het straatbeeld van Herpt is de meest oostelijke woning bij voorkeur georiënteerd met de nokrichting haaks op de weg en de meest westelijke woning met de nokrichting parallel aan de weg.
VA 101022 05808006A BKP.doc
23
In de oorspronkelijke situatie vormt de bebouwing van het plangebied de eerste bebouwing van het dorp bij binnenkomst vanaf de Achterweg, zie Afbeelding 19. Ook in de nieuwe situatie zal dat het geval zijn. Deze dorpsentree, heeft in lijn met de rest van het dorp, een informeel karakter. De overgang tussen dorp en landschap is een geleidelijke, zachte overgang. Dat zachte karakter wordt versterkt door de aanwezige houtopstanden. In dit plan wordt dit karakter behouden. Mede daarom is bouwhoogte van de schuurwoning lager dan de daarachter gelegen de veldschuurwoning. De bouwhoogte van de veldschuurwoning is op zijn beurt weer lager dan de bouwhoogte van de stalwoning. Vanaf de landschapszijde ontstaat zo een serie coulissen van bebouwing en groen die de ervaring van het weidse landschap op subtiele wijze scheiden van de beslotenheid van het dorp.
Afbeelding 19: dorpsentree vanaf de Achterweg
VA 101022 05808006A BKP.doc
24
3.5
Groen en water Aan de zijde van de Herptseweg biedt de bestaande laanbeplanting een sterke ruimtelijke kwaliteit, deze wordt volledig gehandhaafd. Afbeelding 20 is een foto van de Herptseweg richting het dorp.
Afbeelding 20: laanbeplanting van de Herptseweg
Traditioneel worden boerenerven veelal begrensd door houtwallen aan weerszijden, haaks op de weg, parallel aan de verkavelingsrichting. Aan de zuidzijde van het plangebied wordt een dergelijke houtwal voorgesteld. Deze houtwal fungeert tevens als verzachtend element in de overgang van het landschap naar de bebouwing.
VA 101022 05808006A BKP.doc
25
De houtwal (zie Afbeelding 21) die de noordelijke en zuidelijke zijde van het plangebied scheidt, is het noordelijke antwoord op de houtwal aan de zuidelijke zijde van het boerenerf. Zo mogelijk wordt deze behouden en versterkt.
Afbeelding 21: bestaande (noordelijke) houtwal in het plangebied
Daar waar het kavel aan het landschap grenst en zich geen houtwal bevindt wordt bij voorkeur géén erfscheiding gerealiseerd. Het uitzicht op het landschap wordt daarmee optimaal benut. Indien hier toch een erfscheiding noodzakelijk is, is deze ten hoogste 2 m hoog en groen uitgevoerd. De kavels hebben een groene, bij voorkeur gemeenschappelijke erfscheiding. Door het besloten karakter van het erf wordt een erfscheiding aan de voorzijde niet noodzakelijk geacht. Indien er toch sprake is van een erfscheiding, krijgt deze de vorm van een haag van ten hoogste 1 m. In de lijn van het boerenerf is er in het meest zuidelijke deel van het plangebied ruimte voor het realiseren van een boomgaard of populierenbosje. Afbeelding 22 geeft een beeld van een haag en een boomgaard.
Afbeelding 22: haag (links) en boomgaard (rechts)
Alle aan te planten bomen en heesters dienen van inheemse soorten te zijn, passend in de landschappelijke kwaliteiten van Herpt.
VA 101022 05808006A BKP.doc
26
VA 101022 05808006A BKP.doc
27
4.
WELSTANDSBELEID In dit hoofdstuk wordt de planbeschrijving uit hoofdstuk 3 uitgewerkt. De geschetste visie wordt vertaald in een beschrijving van de gewenste beeldkwaliteit van het plan beschrijven. Waar mogelijk zijn deze wensen en eisen puntsgewijs geformuleerd als objectief toetsbare criteria. Deze criteria dienen als gebiedsgericht toetsingskader voor de welstandscommissie. De inhoud van dit hoofdstuk bouwt voort op het bebouwingstype G3 (Boerenerven – agrarisch buitengebied) als aangegeven op de ‘kaart bebouwingstypen Herpt’ als opgenomen in het algemene welstandsbeleid. Het ter plekke geldende welstandsniveau is 2. “Onder dit welstandsniveau vallen de gebieden die om een zorgvuldige afstemming vragen van nieuwe bouwkundige ingrepen.” (bron: algemeen deel gemeentelijke Welstandsnota) Een aantal beschreven criteria zijn volledigheidshalve opgenomen in dit hoofdstuk maar zijn formeel geregeld in het bestemmingsplan. Deze criteria maken derhalve geen deel uit van de welstandstoets en zijn aangeduid met een ‘*’
VA 101022 05808006A BKP.doc
28
4.1
Oriëntatie en positie woningen Herptseweg Aan de Herptseweg voegt de nieuwe bebouwing zich in het ritme van de bestaande rooilijnen aan deze weg. Deze verspringen binnen een bescheiden bandbreedte, zie het voorbeeld in Afbeelding 23. Oriëntatie: Ten behoeve van het ritme en de afwisseling in het bebouwingslint wordt de westelijke woning bij voorkeur met de nokrichting dwars op de weg georiënteerd; Oriëntatie: de oostelijke woning wordt bij voorkeur met de nokrichting parallel aan de weg georiënteerd; Voorste perceelsgrens*: de woning bevindt zich minimaal op een afstand van 8 m tot de perceelgrens. Dit biedt ruimte voor een ruime, groene voortuin, passend in de dorpse karakteristiek; Zijdelingse perceelsgrens*: de afstand van de woning tot de zijdelingse erfgrens is bij voorkeur 6 m; Uitzondering*: vanwege de ligging van een milieucontour van het naastgelegen perceel wordt er op het westelijke kavel ruimte geboden om uit te wijken tot 3 m van de erfgrens; Achterste perceelsgrens*: voor achtertuinen wordt een maat van ten minste 10 m aangehouden.
Afbeelding 23: verspringende rooilijnen
VA 101022 05808006A BKP.doc
29
Boerenerf Essentieel op het boerenerf is een compacte ordening, teneinde een besloten binnengebied te kunnen realiseren. Compact erf: de woningen zijn met de voorzijde direct aan het erf gesitueerd, zie Afbeelding 24; Zijdelingse perceelsgrens*: standaard biedt een afstand van 3 m tot de zijdelingse erfgrens voldoende ruimte om een ruimtelijke scheiding van kavels te bewerkstelligen in het boerenerfconcept; Uitzondering*: de schuurwoning kan, vanwege de geringe kavelbreedte tot op 2 m van de erfgrens gebouwd worden; Achterste perceelsgrens*: aan de achterzijde zijn ruime tuinen voorzien, mede ingegeven door de positie van eerder genoemde milieucontour. Deze tuinen hebben een sterke relatie met het omliggende landschap.
Afbeelding 24: situering bouwmassa aan boerenerf
VA 101022 05808006A BKP.doc
30
4.2
Hoofdvorm Architectuur Onderlinge samenhang in architectuur en materialisering is een belangrijk middel om de ruimtelijke samenhang van het boerenerfconcept te waarborgen, zie Afbeelding 25. Er is dan ook een voorkeur om de woningen van het boerenerf alle vier door dezelfde architect te laten ontwerpen. Een alternatief is dat deze woningen per twee door dezelfde architect worden ontworpen. Er ontstaan dan kleinere ensembles binnen het boerenerf. Ook vrijstaande bijgebouwen worden in dit ontwerp meegenomen en maken wat betreft vormgeving een integraal deel uit van het geheel.
Afbeelding 25: onderlinge relatie tussen woningen
VA 101022 05808006A BKP.doc
31
Bouwmassa De bouwmassa’s zijn overeenkomstig met de dorpskarakteristiek Eenvoud: alle woningen hebben een eenvoudige hoofdmassa; Hoogte*: deze hoofdmassa is ten hoogste één laag met kap, zie Afbeelding 26; Toevoegingen: deze hoofdmassa is vrij van aan- en uitbouwen, erkers, balkons en dakkapellen; Loggia’s: loggia’s doorbreken het volume maar storen minder; Richting: de hoofdgebouwen zijn overwegend horizontaal georiënteerd, gerelateerd aan de kapvorm.
Afbeelding 26: eenvoudig horizontaal volume
De woningen refereren aan een aantal typologieën uit de omgeving. Er zijn per typologie een aantal kenmerkende afmetingen te benoemen. De kenmerkende afmetingen betreffen: nok- en goothoogte*; dakhelling*; lengte en breedte van grondoppervlak (footprint)* Deze kenmerkende afmetingen worden vertaald naar bouwenveloppen. Aan ieder kavel is een specifieke bouwenveloppe toegewezen. De getoonde maatvoeringen van deze bouwenveloppen beschrijven het stedenbouwkundige wensbeeld. Dit wensbeeld kan derhalve afwijken van de maximaal toegestane maatvoeringen als beschreven in het bestemmingsplan.
VA 101022 05808006A BKP.doc
32
Woonhuizen De woonhuizen refereren in vorm en afmetingen aan de bestaande lintbebouwing van Herpt. Dit geldt zowel voor de woonhuizen aan de Herptseweg als het nieuwe woonhuis op het boerenerf. Afbeelding 27 geeft de enveloppe van een woonhuis.
Afbeelding 27: enveloppe woonhuis
VA 101022 05808006A BKP.doc
33
Stalwoning De stalwoning is de grootste woning in het boerenerfconcept en is in afmetingen gerelateerd aan de typische Herptse boerderij. Ook de kap sluit aan bij het gangbare beeld en heeft een hellingshoek die geschikt is voor zowel riet als pannen. Afbeelding 28 geeft de enveloppe van een stalwoning.
Afbeelding 28: enveloppe stalwoning
VA 101022 05808006A BKP.doc
34
Schuurwoning De schuurwoning heeft een flink volume maar is in voorkomen en hoogte ondergeschikt aan de stalwoning. De massa van de schuurwoning kan zowel worden vormgegeven als één grote schuur of als een samengesteld volume, bestaande uit twee kleinere schuren. Van belang is dat de verhoudingen van het volume sterk blijven refereren aan een schuur en zich toch kunnen voegen binnen het bouwvlak. Met name de dakhelling en de goot- en nokhoogte dienen zeer bescheiden te zijn. Afbeelding 29 geeft de enveloppe van een schuurwoning.
Afbeelding 29: de twee varianten van de enveloppe voor de schuurwoning
Ondermeer ten behoeve van de onderlinge relatie met de andere woningen in het ensemble van het boerenerf heeft deze schuurwoning slechts een beperkte bouwhoogte. Het echter zeer wenselijk dat eventuele bijgebouwen op het perceel van deze woning in maatvoering ondergeschikt blijven aan de woning. Derhalve is het wenselijk dat bijgebouwen een maximale nokhoogte van 4,5m hebben.
VA 101022 05808006A BKP.doc
35
Veldschuurwoning De veldschuurwoning heeft een asymmetrische kap waarvan het achterste deel het hoofddak vormt en het voorste deel niet veel meer dan een afdakje is. De lange dakhelft heeft een lage goot, de voorzijde van het pand heeft een open uitstraling (o.a. door gebruik te maken van teruggelegen afdaken). Dit alles refereert aan het archetype veldschuur. Afbeelding 30 geeft de enveloppe van een veldschuurwoning.
Afbeelding 30: enveloppe veldschuurwoning
VA 101022 05808006A BKP.doc
36
4.3
Kap Kapvorm - Zadeldaken: in principe zijn alle kappen zadeldaken; - Platte daken: aan de Herptseweg zijn platte daken denkbaar indien de architectuur terughoudend van karakter is; - Lessenaarsdak: indien de schuurwoning wordt opgebouwd uit twee schuurvolumes, kunnen deze beiden een lessenaarsdak hebben, zodanig dat ze samen de contouren van één grote kap vormen; - Wolfsend: voor alle kappen geldt dat het maken van wolfsenden ongewenst is; - Uitzondering: de stalwoning kan voorzien worden van wolfsenden indien deze met riet wordt gedekt, zie Afbeelding 31.
Afbeelding 31: voorbeeld van een stalwoning met wolfsend
Nokrichting - Herptseweg: de woningen aan de Herptseweg zijn bij voorkeur wisselend georiënteerd; de westelijke woning met de nokrichting haaks op de weg, de oostelijke woning met de nokrichting parallel aan de weg; - Boerenerf*: op het boerenerf is de nokrichting van het bestaande woonhuis leidend. Alle woningen bevinden zich parallel aan deze richting, uitgezonderd de veldschuurwoning die traditioneel haaks op deze richting georiënteerd is en eventueel de nieuwe woning die op de Achterweg georiënteerd is. Schoorsteen - Stalwoning en de woningen aan de Herptseweg: een stenen schoorsteen, geplaatst in de nok; - Schuur- en veldschuurwoning: van oorsprong past een dergelijke schoorsteen niet bij de typologie van een schuur of veldschuur. Bij deze woningen
VA 101022 05808006A BKP.doc
37
wordt de schoorsteen daarom zoveel mogelijk onopvallend uitgevoerd en niet in de nok geplaatst. Overstek Het overstek dient gerelateerd te zijn aan de typologie en architectuur van de woning. - Veldschuur: bij de veldschuur is een overstek, tenminste aan de voorzijde, essentieel. Goten Het type goot dat wordt toegepast is zoveel mogelijk passend bij de typologie en de architectuur van de woning. - Geen goten: voor de stalwoning, de veldschuurwoning en de schuurwoning heeft het de voorkeur om geen goten toe te passen en het hemelwater op te vangen middels een grindstrook rond de woning.
4.4
Materialisering Gevel - Baksteen: het ligt voor de hand de woningen aan de Herptseweg te realiseren in baksteen, vergelijkbaar met andere woningen in het dorp. Dit is echter geen vereiste; - Overig: andere materialen kunnen worden toegepast indien deze meer recht doen aan het ontwerp; - Stalwoning: traditioneel is de stal qua materialisering nauw verwant aan het bestaande woonhuis. De gesloten delen van de gevel van de stalwoning worden daarom bij voorkeur uitgevoerd in een vergelijkbare baksteen als het woonhuis; - Schuurwoning en veldschuurwoning: de gevelmaterialen van de schuren en veldschuur zijn traditioneel terughoudend en ondergeschikt aan de combinatie van woonhuis en stal. Zwart gepotdekseld hout is veel voorkomend maar meer eigentijdse alternatieven zijn mogelijk. Ook eventuele bijgebouwen kennen een vergelijkbaar terughoudend materiaalgebruik; - Groene gevel: uit oogpunt van duurzaamheid is het voor alle woningen mogelijk om een groene gevel toe te passen. Plint Voor alle woningen geldt dat de plint zowel kan zijn vervaardigd in een steenachtig materiaal (bij voorkeur beton) als in hetzelfde materiaal als de gevel. Kap De daken van woonbebouwing in Herpt zijn doorgaans gedekt met een donkere, gebakken pan. Her en der komt ook een oranjerode pan voor, zo ook bij het bestaande woonhuis op het perceel. - Gebakken pan: het wensbeeld voor de nieuwe woningen aan de Herptseweg en de veldschuurwoning is een donkere gebakken pan; - Geglazuurde pannen: geglazuurde, anderszins glanzende of kunststof pannen zijn in alle gevallen ongewenst; - Stalwoning: indien de stalwoning met pannen gedekt wordt, geldt de oranje kleur van de pannen van het bestaande woonhuis als uitgangspunt. Dit ten behoeve van de onderlinge relatie. Veel oudere boerderijen zijn echter (deels)
VA 101022 05808006A BKP.doc
38
-
voorzien van een rieten kap. Dit past ook uitstekend bij het beeld van de stalwoning; Schuurwoning: de kap van de schuurwoning is niet gedekt met pannen of riet maar met materialen met een meer eigentijds karakter; Groen dak: van bovenstaande kan worden afgeweken indien een groen dak wordt toegepast, zie Afbeelding 32.
Afbeelding 32: groen dak
VA 101022 05808006A BKP.doc
39
4.5
Kleuren -
-
4.6
Schuurwoning en veldschuurwoning: voor de schuurwoning en de veldschuurwoning geldt dat alle materialen in een donkere (terughoudende) kleurstelling worden uitgevoerd; Stalwoning: de kleurstelling van de stalwoning sluit zo veel mogelijk aan op de kleuren van het woonhuis (rode steen en oranjerode pan); Materiaaleigen kleur: voor alle overige woningen is de eigen kleur van de toegepaste materialen het uitgangspunt; Kozijnen: kozijnen worden zo veel mogelijk in donkere kleurstelling uitgevoerd zodat het contrast tussen kozijn en raamvlak minimaal is. Voor de stalwoning mag worden aangesloten op de witte kleur van de kozijnen van het woonhuis.
Parkeren De gemeentelijke parkeernorm is 1,8 parkeerplaatsen per woning. Ruimte voor Ruimte hanteert als ontwerpregel 2 parkeerplaatsen op eigen terrein. Het aantal parkeerplaatsen voldoet dus aan de gemeentelijke norm. Daarnaast is er op het gemeenschappelijke erf ruimte voor bezoekersparkeren. Door de ruime opzet van het erf kan er flexibel geparkeerd worden zodat het erf op rustige momenten kan dienen als bijvoorbeeld speelruimte. -
Parkeren in de hoofdbouwmassa of vrijstaand: indien er sprake is van een gebouwde parkeervoorziening (garage/schuur) dan betreft dit ofwel een parkeervoorziening in de hoofd bouwmassa ofwel een parkeervoorziening in de vorm van een vrijstaand bijgebouw.
VA 101022 05808006A BKP.doc
40
4.7
Erfscheiding Het dorp Herpt heeft een open opzet met veel contact met het omringende landschap. Erfscheidingen passen niet goed bij dit beeld. - Geen erfscheidingen: bij voorkeur ontbreken erfscheidingen, zeker aan de landschapszijde en rond het gemeenschappelijke erf; - Onderdeel van ontwerpproces: indien toch voor een erfscheiding wordt gekozen, dan wordt deze bij voorkeur meegenomen in het ontwerp van de woningen; - Groene erfscheidingen: een groene erfscheiding past het beste in de omgeving. Dit groen wordt bij voorkeur gevormd door een inheemse heester, zie Afbeelding 33; - Voorzijde: aan de voorzijde van de woning heeft de erfscheiding een hoogte van maximaal 1 m; - Achterzijde: aan de achterzijde van de woning heeft de erfscheiding een hoogte van maximaal 2 m; - Houtwal: een houtwal kan een doorgaande erfscheiding vormen tussen kavel en landschap, dáár waar de erfgrens haaks op de weg staat, dit naar analogie van de begrenzingen van het boerenerfconcept.
Afbeelding 33: erfscheiding tussen kavels
VA 101022 05808006A BKP.doc
41
4.8
Terreininrichting kavel -
-
4.9
Voortuinen: de voortuinen van de woningen zijn bij voorkeur ingericht met dezelfde materialen als het gemeenschappelijke erf. Het onderscheid tussen het private en het collectieve domein is hier (nagenoeg) niet zichtbaar. Beide domeinen vormen daardoor visueel één ruimte waaromheen de woningen gegroepeerd zijn; Vuilcontainers: de terreininrichting van de individuele kavels houdt rekening met een opstelplaats voor vuilcontainers, bij voorkeur achter de voorgevelrooilijn.
Terreininrichting gemeenschappelijk erf Het gemeenschappelijke erf is de centrale plek waaromheen de woningen zijn geordend. - Informeel: traditioneel is het erf een informele plaats met een eenvoudige inrichting, zonder veel vormgegeven elementen; - Gebouwen: de gebouwen (in dit geval woningen) staan dicht op deze plaats; - Gebruik: het gebruik van het erf is flexibel. Ruimtelijke scheidingen tussen rijvlak, parkeren, spelen en overige ruimte zijn niet noodzakelijk. - Verblijfsgebied: het erf is overwegend een verblijfsgebied en heeft geen verkeerskundig karakter. - Materiaalgebruik: uitgangspunt voor de bestrating zijn gebakken klinkers in een waalformaat (rood-paars), dit is, passend bij de uitstraling van de woningen en eleganter dan dikformaat. - Geheel: van groot belang voor het ruimtelijk goed functioneren van het erf als geheel, is dat er geen erfscheidingen worden geplaatst op de grens van het openbare deel van het erf. Het is daarom wenselijk dat de voortuinen worden ingericht als onderdeel van het erf. Idealiter loopt de bestrating door op het eigen terrein van de woningen. - Loopstrook: eventueel kan er als overgangszone aan de zijde van de woningen een loopstrook in een afwijkend materiaal worden gerealiseerd (bij voorbeeld natuursteen of grind). Deze strook is dan 1 tot 1,50 m breed. - Toegangsweg: het profiel van de toegangsweg van het gemeenschappelijke erf bestaat uit een groenstrook van 2 m, een weg van 5 m en weer een groenstrook van 2 m. Deze groenstroken hebben de vorm van informele houtwallen zoals die ook rond de kavels geplaatst worden.
VA 101022 05808006A BKP.doc