Met de “Strûner” naar de Champagne-streek. Deel 1
Inleiding: Dit jaar hebben Corrie Spanjaard en Eiko Rozenga( ze varen in een Compromis 777) besloten om eens niet naar Denemarken, Duitsland of Polen te gaan maar de rivieren en kanalen van Frankrijk te bevaren. De reeks artikelen in de Waterkampioen gaven hiertoe de aanleiding. Dat houdt wel in dat zij als motorboot gaan varen en de mast thuis laten. Kees, een vriend maakt een motorbootmastje en mag daarom een paar weekjes mee. Van een andere kennis die veel in Frankrijk heeft gevaren krijgen we bijna alle kaarten van de binnenwateren van Frankrijk. De bedoeling is om via Antwerpen,Brussel, Bergen en Canal du Nord naar Parijs te gaan en vandaar via de Loire, Saonne en la Meuse weer in Nederland aan te komen . We hebben voor deze reis 3 maanden gepland………. Hoe anders kan het gaan!! Corrie vertelt:
Hemelvaartsdag 21mei vertrekken we om 9.00 uur uit Uitgeest (de thuishaven) om er vervolgens om 10.45 uur weer aan te leggen. Ter hoogte van Westknollendam krijgen we problemen met de motor en gaan we terug. Er is geen monteur meer te bereiken dus moeten we wachten tot morgen. De monteur constateert een lekke koppakking. Deze moet besteld worden maar i.v.m. het weekend zal deze niet eerder dan begin volgende week bezorgd worden. Dinsdag blijkt dat de onderdelen ergens anders in Nederland bezorgd zijn. Woensdag 27 mei. staat om 9.30 uur de monteur voor de boot en om 12.00 uur kunnen we opnieuw uitvaren. Via de Zaan en de Kostverlorenvaart door Amsterdam (omdat we met gestreken motorbootmastje onder alle bruggen van 2.50 hoog door kunnen) varen we die dag door tot Woubrugge waar we overnachten. Donderdag 28 mei varen we via de Oude Rijn,de Gouwe, de Hollandse IJssel,de Nieuwe Maas, de Noord en de Oude Maas naar Dordrecht, waar we in De Kon.Jachthaven overnachten. Het is koopavond en we doen wat boodschappen. Vrijdag om 10.00 uur gaan we verder via de Oude Maas, Dordtse Kil, Hollands Diep, de Volkeraksluis en komen om 16.10 uur in Tholen aan.
Wat het weer betreft heeft fase 2 zijn intrede gedaan, dat wil zeggen dat de broek driekwart wordt, het lange T-shirt vervangen wordt door een met korte mouwen en de sokken uitgaan. Tholen is een mooi plaatsje en zeker de moeite van het bekijken waard. Zaterdag om 10.00 uur vervolgen we onze weg (of ons water). Ergens tussen Tholen en Antwerpen gaan we de grens over. WE HEBBEN NU 5 SLUIZEN GEHAD. Het havengebied van Antwerpen is erg indrukwekkend. We varen uren door allerlei industriegebied. Erg opwekkend vind ik het niet maar ja…. We komen nog maar weinig pleziervaart tegen en de bewijzering is erg schaars, of beter gezegd, die ontbreekt volkomen. Ik vind het erg spannend. Maar we komen toch om 15.15 uur in het Willemsdok aan en gaan de stad in om een 1e blik te werpen en een Belgisch patatje te eten. Had ik dat maar niet gedaan. Ik ben nog uren misselijk geweest De volgende dag gaan we op nader onderzoek in Antwerpen. We lopen langs de Scheldeboulevard naar de Grote Markt. Prachtig! Na koffie op een terras en een blik in de kathedraal maken we een rondrit door de werkelijk prachtige stad.
Maandag 1 juni gaan we om 8.30 uur weg. Het weer is mooi en de vaart is saai. We nemen 3 sluizen. Op de Wintamsluis kopen we een vignet om door Vlaanderen te varen. Om 16.00 uur komen we in Brussel aan. Voor ons ligt een boot uit Groningen en zij helpen ons met aanleggen. De havenmeester stapt bij ons aan boord voor een schippersbitter (nou…….één……) en paardenworst. Grappig! Dinsdag zijn de “jongens” samen Brussel gaan bekijken.
Woensdag ben ik meegegaan. Ook hier is een Grote Markt en ook hier drinken we eerst koffie. Vervolgens bekijken we de markt nader. Over indrukwekkend gesproken……wat een oude gebouwen en wat zijn ze versierd…..en wat een details… Daarna hebben we op het centraal station een rondritbus genomen om alle highlights in vogelvlucht van de stad te kunnen bekijken. Gigantisch!!! In de bus krijgen we via de koptelefoon geschiedenisles. Mooi meegenomen. Het weer is precies goed, niet te warm of te koud. Lekker. Na de rondrit lopen we langs manneke pis. Nou ja, wat een drukte om zo’n klein kereltje. Het beeldje is helemaal afgezet met touwen en bloemen. Wonderlijk dat zoiets zo bekend en beroemd is. Vervolgens weer naar de Grote Markt om op een terrasje iets te drinken en te eten. Donderdag 4 juni vertrekken we om 10.30 uur en worden uitgezwaaid door onze Engelse buurman, die we ook al in Antwerpen hebben ontmoet. Om 18.00 uur leggen we aan in Ittre; 30 kilometer en 7 sluizen verder. Beneden in de sluis van Anderlecht laat de sluiswachter touwen naar beneden zakken en moeten wij vervolgens de onze om een haak (die onderaan het touw zit) slaan en zo haalt hij onze touwen omhoog. Zelf hoeven we niets meer te doen. Een hele aparte ervaring. Toch ben ik er niet zo van. Ik heb liever zelf de touwtjes in handen
In de sluis van Ittre werken ze de papieren bij. Het vignet voor Wallonië is gratis. Vrijdag 5 juni zijn we om 11.00 uur vertrokken en om 11.15 uur bereiken we het Hellend Vlak van Ronquieres. 10 voor half 12 kunnen we binnen varen en aanleggen met dubbele touwen (verplicht) en even later begint het spektakel. We worden 67 meter omhoog ge…..tja……hoe zal ik het noemen? Getakeld?! Zoiets.
de Strûner in het Hellend vlak van Ronquires
Ook dit is een heel bijzondere ervaring. Om 12 over 12 varen we er weer uit. De dag is druilerig begonnen maar knapt weer wat op naar “net” lekker. De volgende haven is niet erg duidelijk aangegeven op de kaart. In werkelijkheid ligt-ie aan de andere kant dan de kaart aangeeft, maar goed……, we hebben hem gevonden. Om 13.40 uur leggen we aan in Seneffe. De “jongens”gaan op de fiets boodschappen doen en ik, zoals
het een geëmancipeerde vrouw betaamt, heb de broodkist heringericht, gezogen, de ramen gelapt en de buitenkant van de boot en het dek min of meer schoongemaakt om vervolgens voor het eten te zorgen. In het clubhuis hebben we koffie gedronken en daarna zijn we gaan wandelen in de mooie landelijke omgeving.
Zaterdag 6 juni. Het plan is om om 9.30 uur te vertrekken naar de Sambre. Het gerucht dat al enkele dagen de ronde doet maar ook weer in twijfel wordt getrokken, is dat de Sambre al 4 jaar gestremd is omdat er een aquaduct naar beneden is gestort, wordt bevestigd door de havenmeester van Seneffe. Kennelijk viert het toerisme geen hoogtij in deze streek. We besluiten via Mons te gaan. Om 10.00 uur varen we naar de scheepslift de Strépy-Thieu. (we gaan 70 meter omlaag). We moeten de papieren laten zien en omdat ik 3 woorden Frans spreek (in het land der blinden is éénoog koning) moet ik maar meegaan. Nou, dat is wel lekker. Eerst moet ik aan de kant zien te komen en het verschil in hoogte boot/kant is nogal groot. Met gezamenlijke krachten; duwen, trekken en wat eigen initiatief ben ik er eindelijk. Vervolgens moet ik een parmantige dame volgen die over het gevaarte loopt alsof ze een zebrapad oversteekt en ik volg haar, behoedzaam de kant vasthoudend. Dan blijkt dat we een andere route hebben genomen dan we bij de laatste controle hebben aangegeven te zullen gaan en daarom moet de hele zaak opnieuw geregistreerd worden. Dat houdt nogal wat maar eindelijk mag ik weer gaan. Nou, alleen nog ff op de boot zien te komen maar dat gaat vrij gemakkelijk. Dalen gaat altijd beter dan stijgen. Ondertussen is de scheepslift in vol bedrijf.
de scheepslift de Strépy-Thieu
Om 14.05 komen we aan in Mons en daar is de Engelsman weer. We halen boodschappen bij de Aldi en eten een patatje in het clubhuis. De “jongens” gaan na het eten op de fiets naar het station zo’n 5 kilometer verder om de reistijden naar Brussel-Amsterdam te bekijken. Kees gaat n.l. morgen naar huis. Vannacht heeft het behoorlijk geregend. Zondag 7 juni. Om 11.00 uur nemen we afscheid van Kees. We besluiten vandaag te blijven liggen en dat is maar goed ook want ff later begint het te regenen. Ik ben over onze reis gaan schrijven op de pc. We hebben een was in de machine gedaan en kunnen in het havenkantoor onze mailtjes bekijken. Daar heb ik via een memorystick deel 1 van onze reis verstuurd.
In het clubgebouw hebben we verrukkelijk gegeten voor relatief weinig en daarna, terwijl de regen lekker op het dak tikte, zijn we op de pc gezellig een dvdtje gaan kijken Maandag 8 juni. De Engelsman wil graag met ons opvaren. Nou, dat mag. Hij heet trouwens Peter, zijn hondje heet Pedro en zijn boot heet Askari. Om 10.10 gaan we weg. De 1e sluis heeft een verval van 12,5 meter en werkt met drijvende bolders. Je legt je touwtje om een bolder, zet hem vast op de kikker en de rest gaat vanzelf.
Drijvende bolders in de sluis
Het is een beetje een saaie vaart, wel lekker weer, niet te warm en om 14.50 uur leggen we aan in Perronnes. Eiko en Peter gaan op de fiets weg om geld te tanken. Het dorp c.q. stadje ligt een km of 7 verder.Terwijl ze weg zijn, begint het te regenen. Lekker hoor. Ik heb net m’n handwas opgehangen. Op ’n gegeven moment komt Eiko terug. Hij was helemaal verdwaald en had ook de Engelsman onderweg verloren. Een dame had ze meegenomen met
haar auto naar een bank (fietsen achterin) en toen moesten ze dat hele eind zien terug te komen Maar eind goed, al goed. Peter aan boord voor een glaasje port Later komt-ie met een nieuwe fles aan. Veel betere port, trouwens. Dinsdag 9 juni. De Struner en de Askari gooien om 9.30 uur de touwen los. In de sluis Perronnes 2 moeten we naar boven komen en worden de papieren gecontroleerd en in de computer ingevoerd. Peter hoeft niet?! Vreemde zaak. We krijgen een stevige bui op onze kop. Na de 2e sluis gaan we de grens over. Fotootje van Eiko met Frans bezoekersvlaggetje.
IN BELGIE HEBBEN WE 15 SLUIZEN GEHAD, en een Hellend Vlak. Ik gebruik met veel plezier de sluishaak i.p.v. een touwtje. Wat een gemak. In één van de volgende sluizen komen we in contact met Fabian. Hij is 26 jaar, komt uit Haarlem en reist alleen in een heel klein bootje (Liberté Toujours) naar Parijs. In de volgende sluis moeten we allemaal bij de sluiswachter komen. We vullen van alles in en dan krijgen we een papier dat we vier sluizen verder moeten laten zien en dan kunnen we een vignet kopen waarmee we door Frankrijk mogen varen. Bovendien moeten we vandaag deze sluis nemen want daarna is-ie tot 18 juni gestremd. Het plan was om naar een plaatsje te varen vóór die sluis maar dat zullen we nu maar niet doen. Terwijl met z’n allen bij de sluiswachter zijn, houdt Eiko beneden de touwtjes vast. Er breekt een onweer los, de regen stort naar beneden en Eiko is doorweekt. In genoemde 4e sluis ga ik aan wal. Alles is opengebroken maar met gevaar voor eigen leven bereik ik toch het sluiswachterhuisje. Daar blijkt geen personeel te zijn om een vignet te kopen vanwege werkzaamheden aan de sluis. We krijgen een lijst met sluizen waar het wel kan. Zaweh (= het zal wel) Om 17.49 uur leggen we aan naast de sluis van Denain. Ik maak hapjes en we drinken met z’n allen wat. Om 22.00 uur gaan we slapen. Donderdag 11 juni We moeten vandaag door een tunnel van bijna 5 kilometer. Oh ja,……de tunnel.!! Ik heb steeds gezegd dat ik écht geen lange tunnel wilde doen (je bent tenslotte een beetje claustrofobisch of niet) maar omdat de Sambre gestremd is kan het niet anders. Maar goed. Vóór de tunnel moeten we 7 sluizen nemen en daarna nog 5. Dit kan allemaal flink ophouden, dus we gaan voor ons doen vroeg weg.
Om 9.34 uur hebben we de 1e sluis al gehad. Het uitzicht wordt steeds mooier. Bossen, doorkijkjes naar uitgestrekte korenvelden en dorpjes. We zien waterhoentjes (echte dus en geen meerkoetjes), ’n adelaar, buizerds, reigers en aalscholvers. Dit alles wordt begeleid door vogelgeluiden (tenminste als Fabian niet te dicht in de buurt is, want die blaast met z’n boxen zo’n beetje al het geluid weg). Voor de tunnel raak ik lichtelijk in paniek. Als we binnen varen zie ik licht aan het einde en kalmeer ik. Eigenlijk is het wel geinig!!!
de tunnel van Ruyaulcourt
Fabian zet z’n muziek aan, ik resoneer mee op m’n bank en ook m’n vullingen trillen mee. Ik zie een tegenligger. Spannend!! Maar het valt mee want hij ligt gewoon te wachten voor een rood licht, totdat we voorbij zijn en hij weer verder kan.
Bij de laatste sluis moeten we heel lang wachten. Elke keer komt er weer nieuwe beroepsvaart aan (die hebben voorrang boven pleziervaart). Het is al half 7 en de sluizen draaien tot 7 uur. Dan komt de sluiswachter naar ons toe en zegt dat-ie nu voor ons de sluis aan het klaarmaken is maar dat als er beroepsvaart komt ze toch voor kunnen proberen te gaan (hoewel ze via de marifoon weten dat wij eerst mogen) en dat we dat niet moeten laten gebeuren. Dus we gooien de touwen los en gaan liggen dweilen voor de ingang, steeds achterom kijkend of het wel goed gaat komen. Maar als het licht groen wordt zijn we gelukkig de enige bootjes. Om 19.21 uur komen we aan bij een heel schattig haventje met een camping in een lommerrijke omgeving. Perronne. Onze éérste Franse jachthaven! We gaan later de plaats in om te eten. Dit kost ons nog geen 10 euro! Biefstuk, patat en saus naar keuze. Om 23.30 zijn we terug in de haven en gaan slapen. Vrijdag 12 juni zijn we blijven liggen. Het is zo wel ff genoeg geweest qua vaaruren dan. Badderen, lummelen, boodschappen, stoeltje in de schaduw, lezen. Ik ga naar het toiletgebouw op een wel heel erg klein wctje zitten. “Toch vreemd”, denk ik. Maar in vergelijking met de hurktoiletten (zoals
ik ze ken) toch wel beter. Je moet alleen niet teveel rugpijn hebben. Later blijkt het een kindertoiletje te zijn. Hoe dom kun je zijn?!
Zaterdag 13 juni gaan we met z’n 3en en met een croissant, baguette met roomboter en koffie achter onze kiezen, weg. Om 9.30 uur treffen we de 1e sluis. Het gaat met een bloedgang en we komen scheef te liggen, niet te houden. De haak is onder water verdwenen en we krijgen hem nauwelijks los van de trap.
Om 18.52 uur zien we de 1e aanlegmogelijkheid bij een sluis. We passen net achter elkaar. De stoeltjes gaan naar buiten naast de boot van Peter zodat we in de schaduw komen. We verzamelen het e.e.a aan eten en barbecueën een paar hamburgers, warmen wat chili, poffen wat aardappelen, nuttigen een beetje vla en eindigen met een after eight.
Zondag 14 juni. Om 9.50 gaan we weg en komen om 15.10 uur in Compeigne aan. Het is erg warm, om niet te zeggen heet. Ik probeer met een paraplu wat in de schaduw te blijven. Bij aankomst ben ik in Peters boot gaan liggen. Hij heeft de airconditioner aangezet. Na verloop van tijd trek ik een beetje bij. Het is een leuk haventje. Het liggeld, stroom en douches zijn de eerste 2 nachten gratis maar er wordt wel een vrijwillige bijdrage gevraagd. Als dank voor onze steun krijgen we een vaantje. De “jongens” Eiko, Peter en Fabian gaan om 19.00 uur naar de pub (invloed van Peter).
Maandag 15 juni regent het pijpenstelen. We blijven liggen en Peter komt ons een halve baguette brengen. Lekker. Later knapt het weer wat op en ga ik lekker met een stoeltje en een boek in de schaduw zitten. Er komt een Nederlandse boot binnen. Het blijkt dat zij ook een paar dagen met Fabian opgevaren zijn. Ze komen uit Leeuwarden en heten Joke en Erik. ‘s Middags gaan we het plaatsje bekijken. We zien weer een prachtige
Romaanse kerk en nemen een kijkje. Joke en Erik zijn daar ook. Vervolgens in de supermarkt treffen we elkaar weer.
De supermarkt….tjonge….jonge…..ik weet er geen eind aan. Wat is wat? Wat is waar? En hoe kom ik er in godsnaam achter wat iets kost? Wat ik voor die paar boodschappen moet betalen vind ik erg veel. Het blijkt dat ik 2 tournedos heb gekocht voor 12 euro. Nou, dat zal dan morgen wel lekker gaan smaken. Op een terras eten we een croque monsieur (d.i. een soort tostie) Dinsdag 16 juni eten we een lekkere verse baquette en gaan daarna om 9.42 uur weg. Onderweg is het vrij warm. Om 15.02 komen we in Creil aan en daar ligt de boot van Joke en Erik. We lopen het stadje in. Alweer zien we een prachtige kerk evenals een fraai stadhuis. Op een terrasje hebben we een “conversatie” met een paar fransen. Leuk! Terug op de boot smaken de tournedos met gorgonzolasaus en aardappeltjes dauphinois en sla, inderdaad zalig. Woensdag 17 juni. Om 9.30 uur varen we weg om om 15.30 uur aan te leggen aan een kantje in l’ Ile Adam. Joke en Erik liggen ook weer aan de steiger. Vlakbij zwemmen enkele otters. Mooi hoor! Peter neemt ons mee op kroegentocht (terrassentocht eigenlijk). Overal één drankje en dan op naar de volgende. Gelukkig hebben we maar 3 terrassen gehad anders waren we niet meer normaal op de boot gekomen. Donderdag 18 juni vertrekken we om 9.30 uur en varen langs prachtige bossen met door-, en uitkijkjes op mooie steden en leuke dorpjes.
Voor de brug moet de haven liggen en we zien een klein bruggetje rechts. We varen eronder door en komen hartstikke vast te liggen. We gebaren Peter dat-ie weg moet blijven en Fabian met z’n kleine bootje maar een motor met een vermogen van 40 pk moet ons zien los te trekken. Na veel gedoe lukt het. Even later zien we vlak voor de brug maar dan ook vlak voor de brug een haveningang en we varen een prachtige haven in. Het lijkt net Saint Tropez maar dan heel minutieus. Omgeven door prachtige gebouwen waarvan de onderverdiepingen allemaal restaurantjes zijn. En uiteraard, allemaal terrassen. Joke en Erik liggen er al en ze helpen ons naast hen aan te leggen. We hebben besloten om vrijdag een dagje te blijven liggen en vertellen dat tegen Peter en Fabian. Peter wordt onrustig; zijn Turkse vriendin komt eerder naar Parijs dan afgesproken en nadat-ie de hele dag Fabian heeft proberen over te halen om ook overmorgen verder te gaan, besluit-ie vrijdag met Joke en Erik op te varen.
Port Cergy
Fabian komt ’s avonds buurten en Eiko gaat vroeg naar bed. Hij voelt zich niet lekker. Vrijdag 19 juni.
We zwaaien Peter, Fabian, Joke en Erik uit “see you Sunday in Paris”. Tutten, een paar wassen draaien, boodschappen doen. Op een terras als ontbijt een Frans dessert genomen, n.l stokbrood en Franse kaas. Lekker hoor. Zaterdag 20 juni. Eiko voelt zich nog steeds ziek en we besluiten nog maar een dagje te blijven liggen. Eiko heeft de hele dag geslapen en heeft behoorlijke koorts Zondag 21 juni. Eiko knapt langzaam een beetje op. Voor ons is een feesttent verschenen. Het is tenslotte bijna midzomernacht. Overal komt muziek vandaan. Lekker hard en tegen elkaar in. Genieten geblazen dus. Om 19.00 hebben we een stuk verder een terras opgezocht met maar één soort muziek. Heel prettig. Het eten was ook lekker en niet duur. Vanaf Maandag 22 juni tot zondag 28 juni zijn we door ziekte en zeer gedwongen geweest om in Cergy te blijven. Veel doktersbezoeken, onderzoeken en medicijnen zijn ons ten deel gevallen. En na een week kunnen we min of meer hersteld verder. Vrijdag legt Peter aan in de haven. Zijn droom over z’n Turkse liefde blijkt een desillusie geworden en die ochtend is-ie na een fikse ruzie uit Parijs vertrokken. Op naar “good old England”
Zondag 28 juni. WE VERLATEN CERGY!!!! ON THE ROAD (nou ja, road) AGAIN!!! Een Engels setje waar we gisteren een tijd mee gepraat hebben, zwaait ons uit. Het wordt gedurende de dag allengs warmer tot bloedheet.
We verlaten de l’Oise en komen op de Seine. We wachten anderhalf uur voor de sluis (lunchtijd) van Bougival en na het sluizen leggen we aan. We zetten de stoeltjes aan de kant onder de bomen en zitten heerlijk in de schaduw. Het is zo lekker rustig. Nu pas merken we hoe gespannen we de laatste week zijn geweest. ’s Avonds eten we bij een Italiaan. Erg lekker en gezellig. Het is nog steeds bloedheet als we weer naar de boot gaan. Maandag 29 juni maak ik om 6.00 uur Eiko wakker met het verzoek om weg te gaan. Dan is het nl nog lekker koel maar Eiko vindt het veel te vroeg en wil verder slapen. Om 8.20 uur gooien we de trossen los. Het is nu al warm. In de kajuit is het al 22 graden en het wordt steeds maar warmer. We zitten allebei met een paraplu op in onze “penicillinedracht”; lange pijpen, lange mouwen, sokken, schoenen en dat alles zo veel mogelijk in het wit en op de “blote”delen sunblocker 50. De plantenspuit staat voor het grijpen om steeds kleding, haren, en petten nat te maken maar het droogt in no-time op. Er begint gelukkig een windje op te steken waardoor het dragelijker wordt. En dan…….WE VAREN PARIJS BINNEN en komen langs de Eiffeltoren, het Vrijheidsbeeld, het Louvre, een hele bekende brug (naam vergeten) en de Notre Dame. We feliciteren elkaar. We zijn er!
We varen Parijs binnen.
Het is een heel aparte belevenis om dat “gewoon” vanaf je eigen bootje mee te maken. We wachten nog 10 minuten op het sluisje van Port de Plaissance de Paris Arsenal, leggen om 15.00 uur aan en komen bij in de schaduw. Joke en Erik liggen er nog en we worden bijgepraat over Peter, z’n Turkse vriendin en Fabian. En wij vertellen hoe wij “gevaren”zijn. Elke dag hebben ze de haven afgelopen om te zien of we er al waren en vroegen zich af wat er aan de hand was. We gaan de stad in om iets te eten en worden geconfronteerd met een hele agressieve zwerver. Ik vind dat ff minder. We gaan terug en praten met de buren en later gaan we op de borrel bij Joke en Erik.
Port de Plaissance de Paris Arsenal
Dinsdag 30 juni. Joke en Erik komen gedag zeggen en we zwaaien ze uit. Ze gaan 5 dagen eerder weg dan gepland vanwege de warmte. Bovendien is de weersverwachting dat het zeker tot en met het weekend zo heet zal blijven. Ik voel me zo ziek als een hond en het is bloedheet. Ik ben misselijk en geef steeds over. Eiko heeft de parasoltent opgezet. Zo, dat scheelt. En af en toe een lekker windje. Na het douchen heb ik me overal ingesmeerd met factor 20 en daarna voor de zekerheid toch ook maar met de sunblocker. Toch begint ’n huid weer op te spelen.
Donderdag 2 juli. We bezoeken de Notre Dame, gaan naar het Quartier Latin en wachten in een park tot het wat minder heet is. Vrijdag 3 juli is het weer zo heet. We doen een Open Tour (hoewel ik binnen ga zitten. Ik ben als de dood voor meer huidellende) en komen langs de highlights van Parijs. In de schaduw van de Notre Dame eten we uiensoep. Onder de brug bij het sluisje staat een aantal tenten waar clochards leven. Ook staan er een hoop spullen. Ik vind het een merkwaardige ervaring. Zaterdag 4 juli is het voor de verandering weer eens zo heet. We doen boodschappen en hoppen van terrasje naar terrasje voor de broodnodige afkoeling. Als we weer op de boot zijn komt er een “SaintTropez”-boot naast ons liggen. Een motorcatamaran met ligstoelen voorop, veel kussens op de grond maar vooral GROOT. We groeten en worden niet terug gegroet. De champagne wordt in een koeler aan dek gebracht evenals allerlei hapjes. De dame is volkomen in het wit (en géén penicillinedracht) maar dan ook écht wit. De feestverlichting brandt en een grote pot met strik waarin een hortensia, siert het achterdek. Na het eten wordt er gedoucht en daarna in badjas koffie gedronken. Zondag 5 juli. De Saint-Tropez-boot is ontwaakt en de dame in het wit gaat van boord. Strohoedje (zo’n stijve), strotasje (ook zo’n stijve). Kortom helemaal compleet. Om 11.00 uur varen we weg. Ook wij hebben er genoeg van om in die warmte in die hete stad te zijn. We hebben besloten niet zuidelijk naar de Loire te gaan omdat we al een week verloren hebben met motorpech en later een week door gezondheidsperikelen. Dus gaan we de Marne op. Volgens het boek zijn aan de Marne óveral aanlegplaatsen?!?! Zahweh,. maar wíj zien ze niet.
Onderweg is het heerlijk weer geweest met sluierbewolking. De natuur is mooi. Later vind ik het te aangeharkt, te netjes, te pas gewassen en gestreken, te Oostenrijks. Om 17.20 uur leggen we aan in Lagny. We zetten de parasol op en gaan het plaatsje in. Het is overal uitgestorven en ongezellig. Dichte luiken, gesloten eettenten. Gelukkig vinden we er nog een die wel open is en we krijgen daar een menu voor 9,90 euro en een fles bourgogne voor 6 euro. Volgens de eigenaar is de weersverwachting dat het gaat regenen “maar dat zeggen ze al 3 dagen”, zegt-ie.
Wordt vervolgd.