MER NOORDOOSTCORRIDOR SAMENVATTING PROVINCIE NOORD-BRABANT
25 september 2014 Concept D03071.000056.0100
Inleiding en leeswijzer
Daarnaast zullen t.z.t. de effecten van het VKA en de planologische vertaling daarvan in een provinciaal inpassingsplan worden beschreven in het MER, voor zover die afwijken van de effectbeoordeling van de alternatieven per deelgebied.
Inleiding Provincie Noord-Brabant wil in de regio Eindhoven-Helmond de bereikbaarheid
Leeswijzer
verbeteren. Doel is de Brainportregio een aantrekkelijk werk- en woonomgeving te
De wijze van rapporteren is zodanig vormgegeven dat de uitkomsten op verschillende
laten blijven met acceptabele reistijden. Gezocht wordt naar toereikende
detailniveaus (alleen hoofdlijnen of meer detail) te lezen zijn:
infrastructuuroplossingen die aansluiten bij de actuele economische en
1. Samenvatting en conclusies MER: Een samenvatting van de belangrijkste
maatschappelijke ontwikkelingen.
informatie uit het MER, inclusief factsheets, waarin voor de structuuralternatieven en de alternatieven per deelgebied informatie is opgenomen over het doelbereik,
Het is van belang de effecten van nieuwe infrastructuur op de woonomgeving en natuur en landschap goed mee te wegen in de besluitvorming. Om dit te waarborgen
de milieueffecten en de kosten. 2. Hoofdrapport MER: In het hoofdrapport zijn de achtergronden, de ambitie en
wordt er een Milieueffectrapport opgesteld. Dit wettelijk verplichte onderzoek
doelstellingen en de eerder genomen en te nemen besluiten nader toegelicht. Het
waarborgt dat meerdere oplossingsrichtingen onderzocht worden en dat
hoofdrapport bestaat uit een deel A (Algemeen en Analyse structuuralternatieven),
milieueffecten meegenomen kunnen worden in de besluitvorming.
deel B (Effecten tracé- en uitvoeringsalternatieven per deelgebied) en deel C (Effecten voorkeursalternatief).
Dit rapport vormt de samenvatting van het onderzoek naar deze effecten. De analyse is op twee niveaus uitgevoerd. Er is allereerst gekeken naar alternatieven op Structuurniveau (oplossingen op hoofdlijnen). Vervolgens zijn tracé- en uitvoeringsalternatieven onderzocht, doorgerekend en beoordeeld op een breed spectrum aan beoordelingscriteria. Allereerst zijn de verkeerseffecten modelmatig berekend en beschreven. Vervolgens zijn de milieueffecten berekend, beschreven en beoordeeld. Hierbij is gekeken naar bodem, water, natuur, landschap, cultuurhistorie, geluid, lucht, veiligheidsrisico’s, trillingen, cultuurhistorie en archeologie. Ook de sociale effecten en effecten op landbouw en recreatie zijn meegenomen. Uiteraard zijn ook de kosten geraamd. De analyse op het eerste niveau, de effectbeschrijving en –vergelijking van de structuuralternatieven, geeft een beschouwende blik op het totaal van effecten voor de NOC en de verschillende onderdelen waar de NOC uit bestaat. De beoordeling op het tweede niveau (effecten van alternatieven per deelgebied) is gedetailleerder van aard doordat er ingezoomd wordt. In de deelgebieden waar nog keuzes tussen tracé- en uitvoeringsalternatieven te maken zijn, focust de beoordeling op de aspecten en effecten die bepalend zijn voor de te maken keuze.
3. Effectrapporten: De resultaten van de uitgevoerde onderzoeken zijn gebundeld in een aantal thematische effectrapporten (“Verkeer”, “Grijs” en “Groen”)
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Bevindingen op hoofdlijnen
Met name binnen Veghel en op het weggedeelte tussen Dierdonk en Beek en Donk ontstaan er in de spitsperiodes structurele files. De verkeersproblemen op de N279 leiden tot meer sluipverkeer door de dorpen en kernen binnen het studiegebied. Ook
Doel van de Noordoostcorridor
de N/A270 tussen Helmond en Eindhoven kan het verkeer in 2030 niet meer aan,
Hoofddoel van de Noordoostcorridor is het verbeteren van de (regionale)
waardoor dagelijks files zullen ontstaan. Daarnaast leidt de toename van sluipverkeer
bereikbaarheid over de weg. In de provinciale Structuurvisie Ruimtelijke Ordening
en verkeer op de N/A270 tot knelpunten met betrekking tot de leefbaarheid (vooral
deel D, Brainport Oost (2011) is deze hoofddoelstelling uitgewerkt in 4 onderliggende
geluidsoverlast en luchtkwaliteit) en barrièrewerking voor de woonkernen in het
doelstellingen:
Middengebied (Rijk van Dommel en Aa).
Verbetering van de bereikbaarheid van de voornaamste clusters van bedrijvigheid in de Brainportregio.
Effectbeoordeling op twee niveaus
Vermindering van het verkeer in het Rijk van Dommel en Aa.
Effectbeoordeling structuuralternatieven
Vermindering van het verkeer door bewoond gebied.
De onderbouwing van nut en noodzaak voor de aanleg van de Noordoostcorridor
Vergroting van de robuustheid van het wegennet.
komt in het MER opnieuw aan de orde. In het MER is een analyse op hoofdlijnen opgenomen, die de effecten van het totale project op doelbereik, milieu en kosten afzet
Deze doelstellingen passen ook binnen de doelen zoals die voor heel Noord-Brabant
tegen de effecten van de realisatie van delen van het initiatief (zogenaamde
zijn verwoord in de Structuurvisie Ruimtelijke ordening 2010 (partiële herziening
structuuralternatieven). Aangezien de afgelopen jaren de economische verwachtingen
2014):
en de ontwikkeling van de bevolkingsgroei zijn gewijzigd, is op basis van actuele
“Kenmerkend voor de provincie Noord-Brabant is de aanwezigheid van een samenhangend
inzichten (geactualiseerd verkeersmodel en uitgewerkte ontwerpen van de
wegennet met lokale en regionale verbindingen, naast (inter)nationale wegen die de Brabantse
structuuralternatieven) de analyse uit het PlanMER uit 2011 geactualiseerd.
steden onderling verbinden en ook Brabant verbinden met omliggende gebieden. … Het doel is acceptabele en voorspelbare reistijden van 'deur tot deur' op de relaties tussen de belangrijkste
Effectbeoordeling tracé- en uitvoeringsalternatieven
woongebieden en de economische kerngebieden van BrabantStad”.
Naast de analyse op het hogere structuurniveau, is in het MER gekeken naar verschillende oplossingen voor de tracéligging en/of de uitvoering van de
Nut en noodzaak Noordoostcorridor
Noordoostcorridor. Het plangebied is daarbij opgesplitst in logische deelgebieden,
In de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening deel D, Brainport Oost is nut en noodzaak
waarbinnen telkens een te maken keuze tussen tracéligging en/of uitvoering centraal
om de Noordoostcorridor aan te leggen uiteen gezet. In het kader van de Notitie
staat. In de NRD is al een eerste effectbeoordeling van een aantal tracé- en
Reikwijdte & Detailniveau (NRD) uit 2013, opgesteld om de inhoud van het
uitvoeringsalternatieven opgenomen, om te komen tot een inperking van het aantal te
milieuonderzoek van dit MER af te bakenen, is een actuele analyse uitgevoerd van de
onderzoeken alternatieven in het MER. De resterende alternatieven zijn tijdens de
verkeersproblematiek die leidt tot de noodzaak om de Noordoostcorridor aan te
MER-fase verder uitgewerkt op basis van verkeerskundige en milieukundige
leggen. Uit deze analyse is gebleken dat de eerder geconstateerde problemen ongeveer
inzichten. In dit MER is, op een gedetailleerder niveau dan in de NRD, een analyse van
gelijk blijven, maar dat ze later in de tijd optreden dan eerder gedacht. Op delen van
de effecten van deze alternatieven opgenomen. Op basis van deze analyse kan een
de N279 Veghel - Asten kan de weg in 2030 het verkeer niet meer aan (de
voorkeursalternatief (VKA) gekozen worden. Na deze keuze zullen in dit MER de
verkeersintensiteit “raakt” dan aan de capaciteit van de weg).
effecten van het VKA worden beschreven en vindt de planologische vertaling daarvan in een provinciaal inpassingsplan (PIP) plaats.
077967938:C - Concept
ARCADIS
1
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Structuuralternatieven
Effectbeoordeling structuuralternatieven
De beoordeelde structuuralternatieven zijn schematisch weergegeven in de volgende
De resultaten van het onderzoek zijn samengebracht in de thematische
afbeelding. In de analyse zijn deze structuuralternatieven beoordeeld op hun effecten
achtergrondrapporten Verkeer, Grijs en Groen. De belangrijkste resultaten zijn
op verkeer (in hoeverre voldoen de structuuralternatieven aan de doelen voor de
opgenomen in zogenoemde factsheets voor de vier onderzochte structuuralternatieven
Noordoostcorridor), milieu en kosten.
en een samenvattende factsheet met de belangrijke verschillen in effecten van de structuuralternatieven. De factsheets voor de structuuralternatieven zijn opgenomen
Gehele Noordoostcorridor
Oostwestverbinding
als bijlage bij deze samenvattende rapportage. Hieronder is per aspect (verkeer, milieu en kosten) een vergelijking opgenomen van de belangrijkste effecten van de structuuralternatieven. Doelbereik/verkeer Navolgende figuur geeft een totaalbeoordeling van de effecten van de verschillende structuuralternatieven op doelbereik/verkeer weer via een schaalbalk.
N279
Ruit1
De NOC als geheel voldoet het beste aan de gestelde doelen, zoals beschreven onder het kopje Doel van de Noordoostcorridor. Ook de Ruit voldoet grotendeels aan de doelen, maar het bestaande knelpunt bij Veghel wordt in dit alternatief niet opgelost, waardoor de verbetering van de bereikbaarheid en robuustheid kleiner is. Voor de opwaardering van de N279 (betrouwbaarheid van reistijden en vermindering van verkeer door bebouwd gebied) en de aanleg van alleen de Oostwestverbinding (verkeersafwikkeling in de spits ) geldt dat ze niet aan alle doelen voldoen. Schematisch overzicht structuuralternatieven
1
Met de Ruit wordt in dit geval bedoeld het vervolmaken van de infrastructurele ruit om
Eindhoven en niet de gebiedsontwikkeling De Ruit, waar de Noordoostcorridor onderdeel van uitmaakt.
2
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Milieueffecten
Omdat de opwaardering van de N279 weinig verkeer wegtrekt uit het Rijk van
Navolgende figuren geven een totaalbeoordeling van de milieueffecten van de
Dommel en Aa, zijn de positieve effecten van dit alternatief op de leefbaarheid het
verschillende structuuralternatieven weer via een schaalbalk. Daarbij is onderscheid
kleinst. De effecten op leefbaarheid zijn het meest positief bij de Oostwestverbinding,
gemaakt tussen milieueffecten als gevolg van de ruimte die de weg inneemt
omdat deze verbinding verkeer wegtrekt uit het Rijk van Dommel en Aa (A/N270,
(ruimtebeslag) en milieueffecten op de leefbaarheid als gevolg van veranderende
N615), terwijl het verkeer op de N279 bij alleen de aanleg van de Oostwestverbinding
verkeersstromen.
(vrijwel) niet toeneemt. Dit komt doordat de N279 in dit alternatief niet wordt verbreedt naar 2x2 rijstroken, wat de capaciteit van de weg beperkt. De NOC scoort iets positiever dan de Ruit vanwege het (op het totaal bezien) beperkte positieve effect van de omleiding bij Veghel. Door deze omleiding neemt het verkeer door Veghel af, wat hier leidt tot een verbetering van de leefbaarheid. Hier staat wel een (beperkter) nieuw negatief effect tegenover voor de bewoners langs de nieuwe omleiding. Investeringskosten De geschatte investeringskosten (exclusief BTW) per structuuralternatief zijn weergegeven in navolgende figuur.
Bij de effecten als gevolg van ruimtebeslag kan gesteld worden dat hoe groter de ingreep is, hoe groter de negatieve milieueffecten zijn. De aanleg van de gehele NOC scoort dan ook het meest negatief, terwijl de opwaardering van de N279 de minste effecten heeft. Daarnaast is te zien dat de Oostwestverbinding, ondanks dat dit qua tracélengte het kortste alternatief is, toch tot aanzienlijke milieueffecten leidt door (nieuw) ruimtebeslag. Dit komt doordat in dit alternatief een nieuwe wegverbinding wordt aangelegd in een gebied met relatief hoge waarden. Conclusies uit vergelijking effecten van de structuuralternatieven Uit de effectbeoordeling van de Structuuralternatieven blijkt dat de NOC als geheel het meest positief scoort op doelbereik/verkeer, maar ook de grootste milieueffecten (met name door ruimtebeslag) heeft en de grootste investering met zich meebrengt. De Ruit scoort weliswaar wat minder op verkeer/doelbereik, maar de investeringskosten voor de Ruit zijn aanzienlijk lager dan voor de gehele NOC. De negatieve milieueffecten door ruimtebeslag van de Ruit zijn iets minder dan van de NOC en de Alle structuuralternatieven hebben per saldo in meer of mindere mate een positieve invloed op de leefbaarheid van bewoners in het studiegebied. Dit effect wordt vooral veroorzaakt doordat de structuuralternatieven verkeer wegtrekken uit de kernen.
077967938:C - Concept
effecten op leefbaarheid zijn juist iets minder positief dan voor de gehele NOC omdat er niets veranderd aan de N279 tussen Laarbeek en de aansluiting Veghel-Noord op de A50.
ARCADIS
3
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Alleen aanleggen van de Oostwestverbinding scoort het minst op doelbereik en
Alternatieven
voldoet niet aan de doelstelling voor de verkeersafwikkeling in de spits. Ook de
1. A50
opwaardering van de N279 voldoet niet aan alle doelstellingen, zei het dat de N279 op
1A 2x3
geen van de doelen negatief scoort. De milieueffecten van alleen de opwaardering van de N279 zijn duidelijk het kleinst. Daarnaast zijn de investeringskosten van de opwaardering van de N279 het laagst.
Conclusies effectvergelijking Een verbreding van de A50 naar 2x3 rijstroken en een weefvak (1A) scoort het beste op doelbereik/verkeer, heeft de minste nadelige milieueffecten en
1B parallelbanen
is goedkoper. Een keuze voor 1A ligt daarmee voor de hand.
2. Veghel - Bemmer 2A Kruising kanaal nabij
Verkeer en kosten zijn in dit deelgebied niet onderscheidend voor de te
Keldonk
maken keuze. Ten aanzien van milieu hebben beide alternatieven voor- en
Tracé- en uitvoeringsalternatieven per deelgebied
nadelen. Alternatief 2B maakt meer gebruik van het bestaande tracé van de
In de planvoorbereiding zijn al veel keuzes en afwegingen gemaakt om tot een
2B Kruising kanaal nabij
N279 en heeft daardoor minder effecten op landschap en landbouw dan
concreet tracé van de Noordoostcorridor te komen. Zo is in juni 2011 een zoekgebied
Zijtaart
alternatief 2A. Wel is de aantasting van EHS (beekdal van de Aa) en de
voor de Noordoostcorridor vastgesteld in de Structuurvisie Brainport Oost. In het vervolg hierop zijn, samen met vele belanghebbenden, mogelijke tracé- en inrichtings-
toename van geluidhinder (Veghel en Keldonk) groter.
3. Aansluiting/Knoop Laarbeek 3A Half klaverblad
alternatieven voor de Noordoostcorridor in kaart gebracht en in de NRD-fase op
Een knoop scoort het beste op doelbereik (verkeer), heeft de minste nadelige milieueffecten en is goedkoper (meer gebruik van bestaand tracé).
effecten onderzocht. In het kader van het MER zijn de overgebleven alternatieven in
3B Knoop
samenwerking met de regio verder uitgewerkt en met elkaar vergeleken op
4. Dierdonk
doelbereik/verkeerseffecten, milieueffecten en kosten.
4A Bestaand tracé
Een keuze voor een uitvoering als knoop (3B) ligt daarmee voor de hand.
Een omleiding (4B) scoort verkeerskundig beter vanwege het oplossend vermogen voor bestaande knelpunten op de aansluiting Rembrandtlaan.
Conclusies uit vergelijking effecten van de alternatieven per deelgebied
4B Omleiding
Wel heeft dit alternatief per saldo meer negatieve milieueffecten dan opwaardering van het bestaande tracé en zijn de investeringskosten voor de
De resultaten van het onderzoek naar de effecten van tracé- en
omleiding hoger.
uitvoeringsalternatieven zijn samengebracht in de thematische achtergrondrapporten
5. Helmond-Asten
Verkeer, Grijs en Groen. De belangrijkste resultaten zijn opgenomen in factsheets per
Van 2x1 naar 2x2,
Slechts één alternatief, dus er ligt geen keuze voor. De verbreding naar 2x2
deelgebied. De factsheets geven per deelgebied inzicht in de onderzochte
verbreding vooral aan
functioneert verkeerskundig goed en heeft vooral effecten op natuur
alternatieven, de verkeerseffecten (doelbereik), milieueffecten, mogelijke maatregelen
westzijde
(ruimtebeslag en verstoring) en grondwaterbeschermingsgebieden.
om effecten te verminderen en/of compenseren en kosten van de alternatieven. De
6. Ekkersrijt Verknoping NOC met de
Slechts één alternatief, dus er ligt geen keuze voor. Het ontwerp voor dit
Kennedylaan en
deelgebied is geoptimaliseerd op basis van de volgende wensen/eisen:
aansluiting voor
ongestoorde doorstroming John F. Kennedylaan / A50, zoveel mogelijk
conclusies over de verschillen tussen de alternatieven samengevat en geeft daarmee
bedrijventerrein Ekkersrijt-
ontzien Bokt en verknoping zo dicht mogelijk tegen bestaande knoop. De
geen totaalbeeld van de effecten.
Oost
verknoping functioneert verkeerskundig goed en heeft vooral effecten op
factsheets voor de alternatieven per deelgebied zijn opgenomen als bijlage bij deze samenvattende rapportage. In navolgende tabel zijn per deelgebied de belangrijkste
sociale aspecten en archeologie.
4
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Alternatieven
Conclusies effectvergelijking
7. Kruising Dommeldal 7A Brug – Noord
Voor doelbereik/verkeerseffecten zijn de alternatieven niet onderscheidend. De alternatieven met een boortunnel leiden tot minder milieueffecten dan de
7A Brug – Zuid
alternatieven met een brug. De kosten voor een boortunnel zijn echter zeer hoog en bedragen ongeveer de helft van het beschikbare budget voor de
7B Boortunnel –Noord
Noordoostcorridor. Wanneer de beide brug alternatieven met elkaar worden vergeleken, leidt het tracé van alternatief 7A Zuid in het Dommeldal tot
7B Boortunnel-Zuid
minder effecten op cultuurhistorie, archeologie en visuele hinder dan het tracé dat uitgaat van een (noordelijke) alternerende ligging. Hier staat echter
NB. Keuze in samenhang
een groter effect op landschapselementen, -patronen en/of -eenheden in het
bezien met deelgebied 8.
Dommeldal tegenover.
8. Dommeldal - Lieshout 8A Zuidelijke bundeling
Voor doelbereik/verkeerseffecten zijn de alternatieven niet onderscheidend. De milieueffecten laten in dit deelgebied een wisselend beeld zien, maar
8B Noordelijke bundeling
alternatief 8B (noordelijke bundeling) heeft wel de minste negatieve effecten. Dit komt met name doordat alternatief 8A (zuidelijke bundeling) de buurtschappen Stad van Gerwen, Achterbosch en Deense Hoek raakt en verder ruimtebeslag heeft op de waardevolle natuurgebieden Ruweeuwsels en Breugelse Beemden. Het is echter wel zo dat de investeringskosten voor alternatief 8B vanwege de benodigde kruisingen met het Wilhelminakanaal
NB. Keuze in samenhang
hoger zijn dan voor alternatief 8A. In samenhang met deelgebied 7 bedraagt
bezien met deelgebied 7.
het verschil ongeveer €100 tot 155 miljoen (afhankelijk van een keuze voor een boortunnel, respectievelijk brug in het Dommeldal).
9. Aarle Rixtel 9A Maaiveldligging
Voor doelbereik/verkeerseffecten zijn de alternatieven niet onderscheidend. De milieuvoordelen van een verdiepte ligging zijn beperkt terwijl de
9B Verdiepte ligging
verdiepte ligging wel twee maal zo veel kost als de maaiveldligging. Een keuze voor een maaiveldligging ligt daarom voor de hand.
10. Kruising Zuid-Willemsvaart 10A kruising kanaal met
Voor doelbereik/verkeerseffecten zijn de alternatieven niet onderscheidend.
brug
Voor wat betreft de milieueffecten, heeft een kruising van de ZuidWillemsvaart met een aquaduct de minste negatieve effecten. Dit komt
10B Kruising kanaal met
doordat met name effecten op landschap, cultuurhistorie en visuele hinder
aquaduct
beperkt worden. Hydrologische effecten van een aquaduct zijn beperkt.
Overzicht tracéalternatieven per deelgebied
Uitgaande van een knoop in deelgebied 3, is het kostenverschil tussen een brug en aquaduct beperkt.
Conclusies uit vergelijking alternatieven per deelgebied
077967938:C - Concept
ARCADIS
5
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Inhoud
9. Mitigatie en compensatie......................................................................................... 31 10. Effecten voorkeursalternatief ............................................................................... 35
Bevindingen op hoofdlijnen ........................................................................................ 1 1. Aanleiding Noordoostcorridor ................................................................................. 7 2. M.e.r.-plicht en -procedure...................................................................................... 10
Bijlage 1
Factsheets Structuuralternatieven ................................................. 36
Bijlage 2
Factsheets Deelgebieden................................................................. 37
Bijlage 3
Ingebrachte aandachtspunten ........................................................ 38
3. Eerder genomen besluiten ...................................................................................... 11 4. Structuuralternatieven ............................................................................................. 12 5. Alternatieven per deelgebied ................................................................................. 14 6. Toelichting werkwijze effectbepaling .................................................................. 17 7. Effecten Structuuralternatieven ............................................................................. 19 8. Effecten tracé- en uitvoeringsalternatieven ......................................................... 21 8.1 A50....................................................................................................................... 21 8.2 Veghel-Bemmer ................................................................................................. 22 8.3 Aansluiting/Knoop Laarbeek ........................................................................... 23 8.4 Dierdonk ............................................................................................................. 24 8.5 Helmond-Asten ................................................................................................. 26 8.6 Ekkersrijt ............................................................................................................. 26 8.7 Kruising Dommeldal......................................................................................... 27 8.8 Dommeldal-Lieshout ........................................................................................ 29 8.9 Aarle-Rixtel ........................................................................................................ 30 8.10 Kruising Zuid-Willemsvaart .......................................................................... 30
6
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
1. Aanleiding Noordoostcorridor
Uit de verkeersprognoses voor het jaar 2030 blijkt dat er in de toekomst nieuwe verkeersknelpunten in de regio ontstaan en bestaande knelpunten erger worden.
De Noordoostcorridor in zijn context
Aanpassingen aan het wegennet zijn daarom noodzakelijk. Tegelijk moet de regio een
Brainport Regio Eindhoven
aantrekkelijke plek blijven om in te wonen en te verblijven. Samen met het Rijk en de
Het gebied rond Eindhoven en Helmond is een van de sterkste economische regio’s
regio werkt de provincie Noord-Brabant deze opgave uit in de gebiedsontwikkeling
van Nederland en staat bekend als de Brainport Regio Eindhoven. Meer dan 80% van
De Ruit, eerder aangeduid als de gebiedsontwikkeling Brainport Oost (het gebied ten
het werkende deel van de 750.000 inwoners vindt werk in eigen regio. Tegelijk is het
oosten van Eindhoven, tot en met Helmond en Veghel).
een aangename omgeving om in te wonen en te verblijven. Het Rijk, de provincie en de regio zetten in op versterking van de economische De Brainportregio is een gebied met internationaal gezien een vooraanstaande positie
spilfunctie van de Brainportregio. Onder andere door extra hoogwaardig openbaar
op het gebied van “Research & Development (R&D)”. Vooral de combinatie van
vervoer (weg en spoor), het verbeteren van de hoofdwegen (A2, A58, A67, N69) en het
kennisindustrie en maakindustrie, en de hoge investeringen in R&D zorgen voor deze
voltooien van een robuust en efficiënt verkeerssysteem rond Eindhoven, Helmond en
positie. Brainport is een van de trekpaarden van de Nederlandse economie. Al deze
Veghel. Hierbij wordt zowel naar bovenregionale als regionale oplossingen gekeken.
economische activiteit (waaronder ook Eindhoven Airport) brengt heel wat verkeer met zich mee. Bovendien is het hoofdwegennet rond Eindhoven erg kwetsbaar, onder
Zo heeft het Rijk aan de westzijde van Eindhoven de hoofdwegen verbreed. Dit komt
andere omdat er zes snelwegen aan de westzijde van de regio samenkomen op de A2.
de bovenregionale bereikbaarheid ten goede. Aan de oostzijde kiezen de provincie en
De grotere bedrijven zijn hier gesitueerd, wat maakt dat dit de etalage is van de
de regio met de Noordoostcorridor voor een regionale oplossing. Daarnaast komen er
Brainportregio.
ook meer mogelijkheden voor alternatieve vervoerswijzen, zoals de aanleg van een fietspadennetwerk, de verbreding van de Zuid-Willemsvaart, het Wilhelminakanaal en het Beatrixkanaal, en nieuwe Hoogwaardige OV-assen. De Ruit De gebiedsontwikkeling De Ruit, Afbeelding 1, maakt deel uit van de gebiedsopgave Brainport Oost. De Ruit bestaat uit een reeks maatregelen die de provincie, het Rijk en de Regio nemen om de bereikbaarheid en leefbaarheid van de Brainport te verbeteren.
Foto 1 Zicht op de N279 en de Zuidkade in Veghel
077967938:C - Concept
ARCADIS
7
MER Noordoostcorridor Samenvatting
2. Versterking van het Rijk van Dommel en Aa: de groei van Eindhoven en Helmond tot één stedelijk gebied wordt gestopt door het gebied ertussen te ontwikkelen als een groen, recreatief gebied. Nieuwe woon- en werkgebieden worden aan de westzijde van Eindhoven en de oostzijde van Helmond gepland. Verkeer dat hier niet hoeft te zijn wordt omgeleid via de grote Ruit, waardoor het doorgaand verkeer in het Rijk van Dommel en Aa vermindert. 3. De versnellingsopgave: in het kader van de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening worden een aantal natuur-, recreatie- en waterprojecten versneld gerealiseerd. De eerste projecten starten in 2014. Achtergrond De Noordoostcorridor kwam in 2007 op de bestuurlijke agenda terecht via het Bereikbaarheidsprogramma Zuidoostvleugel BrabantStad. Vervolgens is in de MIRTverkenning Zuidoostvleugel BrabantStad (2008) gewerkt aan een totaalbenadering voor de verbetering van de bereikbaarheid van de Brainportregio. Op basis van de MIRT-verkenning wordt een pakket aan mobiliteitsmaatregelen uitgevoerd zoals het verbeteren van het openbaar vervoer, fietsverbindingen, oplossen van knelpunten via verkeersmanagement (zoals toeritdosering of verkeersinformatie op panelen boven de weg) en het slim kiezen van locaties voor ruimtelijke ontwikkelingen (woon- en werkgebieden). Ook het verbreden van bestaande en toevoegen van nieuwe weginfrastructuur, waaronder de Noordoostcorridor, bleek noodzakelijk. Met de alternatieven die in het kader van het MER zijn uitgewerkt en onderzocht, kan de visie zoals deze in de MIRT-verkenning is bepaald, worden gerealiseerd. In de provinciale structuurvisie ruimtelijke ordening uit 2010 zijn de opgaven uit de Afbeelding 1 De Noordoostcorridor als onderdeel van het pakket van maatregelen (De Ruit)
MIRT-verkenning, en de gekozen verstedelijkingslocaties rondom Helmond, samengevoegd in het project ‘gebiedsontwikkeling Brainport Oost’. Ten behoeve van
De gebiedsontwikkeling De Ruit bestaat uit drie onderdelen:
de uitwerking van de gebiedsopgave is in 2011 de structuurvisie deel D, Brainport
1. De weginfrastructuur (Noordoostcorridor): de Noordoostcorridor bestaat uit de
Oost vastgesteld. In deze structuurvisie is een zoekgebied vastgesteld waarbinnen het
opwaardering van de provinciale weg N279 tussen Veghel (A50) en Asten (A67)
definitieve tracé van de Noordoostcorridor gerealiseerd wordt.
naar 2x2 rijstroken en de realisatie van een nieuwe oost-west gerichte wegverbinding tussen Eindhoven en Helmond ter hoogte van het Wilhelminakanaal.
Met de ontwikkelingen in Brainport Oost wordt invulling gegeven aan de ambities uit de Agenda van Brabant (een bestuursprogramma van de provincie waarin keuzes zijn gemaakt over investeringen en ombuigingen, vastgesteld in 2010).
8
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
De ambitie in Brainport Oost is het evenwicht te bewaren tussen de belangen van
“Kenmerkend voor de provincie Noord-Brabant is de aanwezigheid van een samenhangend
economische ontwikkelingen enerzijds en de kwaliteit van de woon- en leefomgeving
wegennet met lokale en regionale verbindingen, naast (inter)nationale wegen die de Brabantse
anderzijds. Deze ambities zijn ook vertaald in de Gebiedsagenda Brabant (een
steden onderling verbinden en ook Brabant verbinden met omliggende gebieden. … Het doel is
gezamenlijke visie voor de lange termijn (circa 2040), gemaakt door o.a. Rijk, provincie
acceptabele en voorspelbare reistijden van 'deur tot deur' op de relaties tussen de belangrijkste
Noord-Brabant, “BrabantStad2”, Samenwerkingsverband Regio Eindhoven en de
woongebieden en de economische kerngebieden van BrabantStad”.
Waterschappen). Nut en noodzaak Noordoostcorridor Doelstelling Noordoostcorridor
In de structuurvisie RO deel D, Brainport Oost zijn, mede op basis van de MIRT-
Hoofddoel van de Noordoostcorridor is het verbeteren van de (regionale)
verkenning Zuidoostvleugel BrabantStad (2008), nut en noodzaak voor de
bereikbaarheid over de weg. Het halen van dit doel is een belangrijke voorwaarde
Noordoostcorridor uiteen gezet. In het kader van de Notitie Reikwijdte &
voor de versterking van de positie van Brainport en de realisatie van nieuwe woon- en
Detailniveau, opgesteld om de inhoud van het milieuonderzoek van dit MER af te
werklocaties en de afname van regionaal sluipverkeer. Dit past binnen de
bakenen, is een actuele analyse uitgevoerd van de verkeersproblematiek die leidt tot
doelstellingen zoals die voor heel Noord-Brabant zijn verwoord in de Structuurvisie
de noodzaak om de Noordoostcorridor aan te leggen. Uit deze analyse is gebleken dat
Ruimtelijke ordening 2010 – partiële herziening 2014 , “Het realiseren van een
de problemen gelijk blijven, maar dat ze later in de tijd in volle omvang optreden dan
versterkt stedelijk netwerk Brabant”. Met de vaststelling van de Structuurvisie
eerder gedacht. Op delen van de N279 Veghel - Asten kan de weg in 2030 het verkeer
Brainport Oost in 2011 hebben Provinciale Staten gekozen voor een opwaardering van
niet meer aan (de verkeersintensiteit op de weg “raakt” aan de capaciteit van de weg).
de N279 en de aanleg van een oostwestverbinding tussen Helmond en Eindhoven.
Met name binnen Veghel en op het weggedeelte tussen Dierdonk en Beek en Donk
De doelstellingen voor de Noordoostcorridor zijn opgenomen in de Structuurvisie
ontstaan er in de spitsperiodes structurele files. De verkeersproblemen op de N279
Brainport Oost:
leiden tot meer sluipverkeer door de dorpen en kernen binnen het studiegebied. Ook
Verbetering van de bereikbaarheid van de voornaamste clusters van bedrijvigheid
de N/A270 tussen Helmond en Eindhoven kan het verkeer in 2030 niet meer aan,
in de Brainportregio.
waardoor dagelijks files zullen ontstaan. Daarnaast leidt de toename van sluipverkeer
Vermindering van het verkeer in het Rijk van Dommel en Aa;
en verkeer op de N/A270 tot knelpunten voor de leefbaarheid (vooral geluidsoverlast
Vermindering van het verkeer door bewoond gebied.
en luchtkwaliteit) en barrièrewerking voor de kernen in het Rijk van Dommel en Aa.
Vergroting van de robuustheid van het wegennet. De onderbouwing van nut en noodzaak voor de aanleg van de Noordoostcorridor
Deze doelstellingen passen ook binnen de doelstellingen zoals die voor heel Noord-
komt in dit MER opnieuw aan de orde. In het MER is een analyse op hoofdlijnen
Brabant zijn verwoord in de Structuurvisie Ruimtelijke ordening 2010 – partiële
opgenomen, die de effecten van zogenaamde structuuralternatieven op milieu,
herziening 2014 (vastgesteld door Provinciale Staten in februari 2014):
doelbereik en kosten in beeld brengt. Een dergelijke analyse was al uitgevoerd in het kader van het PlanMER dat gekoppeld was aan de provinciale Structuurvisie Brainport Oost (2011). Aangezien de afgelopen jaren de verwachtingen voor de economie en bevolkingsgroei zijn gewijzigd, is op basis van actuele inzichten
2
BrabantStad is het stedelijk netwerk van de vijf grote Brabantse steden Breda, Eindhoven,
Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg én de provincie Noord-Brabant. Samen werken zij aan een internationaal concurrerend en duurzaam stedelijk netwerk. 077967938:C - Concept
(geactualiseerd verkeersmodel en uitgewerkte ontwerpen van de alternatieven) de analyse uit het PlanMER geactualiseerd, zie 7. Effecten Structuuralternatieven voor de belangrijkste conclusies uit deze analyse. ARCADIS
9
MER Noordoostcorridor Samenvatting
2. M.e.r.-plicht en -procedure
Voordat het (Ontwerp) Tracébesluit kan worden genomen, is een aanpassing nodig van de Ruimtelijke Structuurvisie van het Rijk. Daarvoor wordt een aparte m.e.r.procedure doorlopen.
M.e.r.-plicht Grootschalige aanpassingen aan de infrastructuur (zoals de aanleg van de
Consultatie over de afbakening van het milieuonderzoek en de reactienota
Noordoostcorridor) kunnen leiden tot (negatieve en positieve) effecten op mens en
De m.e.r.-procedure is officieel van start gegaan met de publicatie van de Notitie
natuur. Zo heeft een verbreding van een bestaande weg over het algemeen een
Reikwijdte en Detailniveau (NRD) eind 2013. De NRD is het resultaat van een
verkeersaantrekkende werking, wat aan de ene kant betekent dat er meer verkeer over
uitgebreide verkenning van mogelijke tracéalternatieven voor de Noordoostcorridor,
de weg gaat rijden (toename effecten door geluid, lucht, etc.), maar er aan de andere
vastgelegd in een richtinggevend advies van de samenwerkingspartners (gemeenten,
kant minder verkeer op de overige wegen in het gebied zal rijden (afname effecten
regio (SRE), waterschappen, Rijk en provincie). De NRD beschrijft wat er in het
door geluid, lucht, etc.). Een nieuwe weg heeft daarnaast effecten als gevolg van de
Project-MER onderzocht gaat worden. Daarbij is gemotiveerd aangegeven welke
ruimte die de weg in het gebied inneemt (ruimtebeslag). Hierdoor kunnen
tracé- en uitvoeringsalternatieven voor de Noordoostcorridor in het MER onderzocht
bijvoorbeeld natuurgebieden of aanwezige bebouwing worden aangetast.
worden. Daarnaast is een beoordelingskader opgenomen waarin is aangegeven op welke effecten de alternatieven in het MER beoordeeld worden. Belanghebbenden zijn
In de Wet Milieubeheer is geregeld dat voor een project als de Noordoostcorridor de
eind 2013 in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze te geven op de voorgestelde
procedure van de milieueffectrapportage (m.e.r.) doorlopen moet worden. Dit
aanpak voor het MER, zoals beschreven in de NRD.
betekent dat een milieueffectrapport moet (MER) worden opgesteld, waarin onder andere de hiervoor genoemde effecten op de omgeving in beeld worden gebracht.
Op de NRD zijn circa 1.900 inspraakreacties (waarvan ongeveer 450 unieke
Doel hiervan is om de effecten op de omgeving goed mee te kunnen wegen in de
zienswijzen) ingediend. Daarnaast is advies ontvangen van de Commissie voor de
besluitvorming over de Noordoostcorridor. Voor u ligt een samenvatting van de
m.e.r. en de Provinciale Omgevingscommissie (POC). De inspraakreacties en adviezen
belangrijkste bevindingen en conclusies uit het MER voor de Noordoostcorridor.
zijn verwerkt in de Reactienota NRD Noordoostcorridor. In deze nota geven Gedeputeerde Staten een reactie op de binnengekomen zienswijzen op de NRD. Ook
M.e.r.-procedure
geven zij aan welke invloed de zienswijzen en adviezen hebben op het onderzoek in
Koppeling m.e.r.-procedure aan Provinciaal Inpassingsplan
het project-MER. Gedeputeerde Staten (Initiatiefnemer) hebben de reactienota in april
De m.e.r.-procedure is gekoppeld aan het opstellen van een Provinciaal Inpassingsplan
2014 vastgesteld en Provinciale Staten (Bevoegd gezag) hiervan in kennis gebracht. De
(PIP). In het PIP wordt een voorkeurstracé voor de weg benoemd en definitief gemaakt
reactienota wordt als bijlage bij het MER opgenomen.
door het voorkeurstracé planologisch vast te leggen. In het PIP staan ook de bijbehorende compenserende en verzachtende (mitigerende) maatregelen.
Vervolg Vanaf de vaststelling van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (met een eerste
10
Naast de koppeling aan het PIP kan er, bij aanpassingen aan rijkswegen, voor de
beschrijving van alternatieven en effecten) en de reacties op de zienswijzen daarop in
Noordoostcorridor een (Ontwerp) Tracébesluit genomen moeten worden. Of dit nodig
april 2014 door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, wordt gewerkt aan het
is hangt af van de keuzes die in het voorkeursalternatief genomen worden. Het
opstellen van het PIP en het project-MER. Wanneer deze gereed zijn (na keuze en
milieuonderzoek dat nodig is voor het nemen van een eventueel Tracébesluit, wordt
verdere uitwerking van een voorkeursalternatief) worden ze gezamenlijk ter inzage
t.z.t. opgenomen in dit MER.
gelegd. Het PIP en het MER staan dan open voor het indienen van zienswijzen.
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
De eerdere stappen van de ladder van Verdaas (ruimtelijke ordening, prijsbeleid,
3. Eerder genomen besluiten
openbaar vervoer, mobiliteitsmanagement en betere benutting) zijn onderdeel van andere projecten die in het kader van de MIRT-verkenning door Rijk en regio verder zijn uitgewerkt en deels werden uitgevoerd. Het prijsbeleid is daarbij niet doorgezet.
De Ruit en meer specifiek de Noordoostcorridor zoals deze ter beslissing liggen hebben al verschillende fasen doorlopen in de besluitvorming:
Ladder van Verdaas Uit de ingediende reacties op de NRD en de nieuwe gemeentelijke
BOSE-studie (2006)
coalitieprogramma’s na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014, blijkt dat er in
De BOSE-studie werd uitgevoerd door het SRE. Het onderzocht een verbinding vanaf
de regio getwijfeld wordt of een grootschalige oplossing als de Noordoostcorridor wel
Ekkersrijt langs Nuenen en Geldrop naar de A67, direct ten oosten van Eindhoven.
nodig is om de huidige en toekomstige verkeersproblemen in de regio op te lossen.
Hieruit bleek dat deze zogenaamde ‘Kleine Ruit om Eindhoven’ niet robuust was.
Om deze reden heeft de regio (SRE en gemeenten) in de zomer 2014 onderzocht of het mogelijk is om de benoemde doelstellingen voor de Noordoostcorridor te bereiken met
Het ‘Bereikbaarheidsakkoord Zuidoostvleugel BrabantStad’ (2007)
een kleinere ingreep dan de aanleg van de Noordoostcorridor zoals onderzocht in dit
Het bereikbaarheidsakkoord Zuidoostvleugel legt het Bereikbaarheidsprogramma
MER. Bij dit onderzoek is de ladder van Verdaas nogmaals langsgelopen, waarbij ook
vast, dat is opgesteld door de provincie, SRE, Rijkswaterstaat, de betrokken 13
bekeken is of de meest actuele gegevens ten aanzien van demografie (groei of krimp
gemeenten in afstemming met NS, de BZW en de BMF. Verschillende maatregelen
van de bevolking), werkgelegenheid en mobiliteit goed zijn meegenomen in het SRE
zoals fastlanes voor fietsers, HOV-assen en de Noordoostcorridor werden benoemd
3.0 verkeersmodel. Hierna worden de belangrijkste conclusies uit dit onderzoek
om de bereikbaarheid van de Zuidoostvleugel van Brabantstad te waarborgen en
samengevat.
brachten zo de Noordoostcorridor voor het eerst op de bestuurlijke agenda. Relatie trends in mobiliteitsontwikkeling en SRE 3.0 verkeersmodel Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (2008)
Onderzocht is welke trends er te zien zijn in de mobiliteitsontwikkeling en of deze
Op basis van het Bereikbaarheidsakkoord is in 2008 een verkenning in het kader van
trends voldoende zijn meegenomen in het verkeersmodel SRE 3.0 dat in het MER
het ‘Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport’ (MIRT) uitgevoerd. De
gebruikt is voor het bepalen van de verkeerseffecten van de Noordoostcorridor.
intenties uit het Bereikbaarheidsprogramma werden vertaald in een aantal concrete
Geconcludeerd wordt dat het verkeersmodel een reële weergave geeft van de mobility
gebiedsopgaven voor de Zuidoostvleugel, waaronder de Noordoostcorridor. Daarbij is
verwachte groei van de automobiliteit en het vrachtverkeer. Deze groei betekent dat er
de ladder van Verdaas gebruikt voor de afweging van de verschillende maatregelen
in 2030 verkeersproblemen ontstaan in de regio Brainport (bereikbaarheid,
aan de infrastructuur. Deze ladder is erop gericht om te bekijken of en hoe het
leefbaarheid en robuustheid) en dat er maatregelen nodig zijn om deze problemen op
aanleggen of uitbreiden van infrastructuur uitgesteld of beperkt kan worden door het
te lossen.
toepassen van andere oplossingen. De Ruit zoals vandaag gekend geeft invulling aan de laatste stappen van de ladder (aanpassen van bestaande infrastructuur en aanleg
Ladder van Verdaas
van nieuwe infrastructuur).
Gezien de conclusie dat maatregelen nodig zijn om de verkeersproblemen in de toekomst op te lossen, is de ladder van Verdaas langs gelopen om te kijken welke maatregelen een voldoende oplossing bieden voor de geconstateerde problematiek.
077967938:C - Concept
ARCADIS
11
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Hieronder zijn per stap de belangrijkste conclusies samengevat. 1. Ruimtelijke ordening: Er zijn nauwelijks kansen op beperking van de mobiliteit
4. Structuuralternatieven
en alleen op (zeer) lange termijn. 2. Prijsbeleid: Het toepassen van prijsbeleid is nationaal geschrapt. Het regionaal toepassen van prijsbeleid is geen optie (geen draagvlak, sluipverkeer, etc.). 3. Mobiliteitsmanagement en fiets: Afname van mobiliteit door
In hun reactie op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau Noordoostcorridor vragen de Commissie voor de m.e.r., de Provinciale omgevingscommissie en een groot aantal insprekers om het doel (nut en noodzaak) van de ontwikkeling van de
mobiliteitsmanagement is mogelijk, maar vooral afhankelijk van derden. E-bike
Noordoostcorridor concreter in beeld te brengen. Deze oproep is ontstaan omdat
biedt kansen. Voorwaarde is extra investering in fietsinfrastructuur.
economische en demografische ontwikkelingen de afgelopen jaren zijn gewijzigd en
4. Openbaar vervoer: Het effect van maatregelen aan OV is beperkt.
(indirect) invloed zullen hebben op te hanteren verkeerscijfers. In de NRD-fase is
5. Benutting: In de regio zijn weinig kansen voor benuttingsmaatregelen (smart
hiertoe ook een aantal ontwerpuitgangspunten gewijzigd (van 100 km/uur naar 80
mobility, auto delen).Smart mobility (o.a. zelfsturende auto’s) biedt op de (zeer)
km/uur, en deels gelijkvloers). Mede hierdoor is de vraag ontstaan (of sterker
lange termijn wel kansen, maar niet op de termijn dat de problemen ontstaan en
geworden) of er sprake is van voldoende nut en noodzaak van het initiatief.
opgelost moeten worden. 6. Aanpassing bestaande infrastructuur: De problemen kunnen opgelost worden
Om voorgaande redenen hebben Gedeputeerde Staten in de Reactienota op de NRD
met grootschalige aanpassing van bestaande infrastructuur, maar de kosten voor
aangegeven een analyse toe te voegen aan het MER die hier op in gaat. In een analyse
de benodigde maatregelen zijn te hoog.
op hoofdlijnen wordt ingegaan op de effecten van zowel de gehele Noordoostcorridor
7. Nieuwe infrastructuur: Aanleg van nieuwe infrastructuur is noodzakelijk, maar
als de separate onderdelen. De analyse heeft betrekking op doelbereik, milieueffecten,
kan wel in kleinere omvang dan de Noordoostcorridor wanneer dit gecombineerd
verkeer en kosten en richt zich op de bijdrage van de onderdelen aan de
wordt met andere maatregelen in de regio (o.a. opwaardering A67).
totaaldoelstelling van het project. Het gaat hierbij om de analyse van zogenoemde structuuralternatieven. De analyse maakt gebruik van de meest actuele cijfers en
PlanMER en Structuurvisie Brainport Oost (2011) De provinciale Structuurvisie Brainport Oost (2011) voegt de opgaven uit de MIRTverkenning en de gekozen verstedelijkingslocaties rondom Helmond samen in het project ‘Gebiedsontwikkeling Brainport Oost’. In deze structuurvisie is een zoekgebied voor de Noordoostcorridor vastgesteld. Dit zoekgebied werd bepaald aan de hand van het planMER Noordoostcorridor, waarin verschillende alternatieven bekeken werden. Met de vaststelling van de Structuurvisie Brainport Oost hebben Provinciale Staten gekozen voor de opwaardering van de N279 en de aanleg van een oostwestverbinding.
aangescherpte doelen en criteria. Doel van deze analyse is vooral om, op basis van actuele inzichten, te toetsen of de conclusies uit het PlanMER en de Structuurvisie Brainport Oost (2011) overeind blijven . Met deze analyse wordt ook invulling gegeven aan de adviezen van de Commissie m.e.r. om in het MER de structuur van het gehele project goed af te wegen, de toegevoegde waarde van de Oostwestverbinding op doelbereik en milieueffecten apart inzichtelijk te maken en een helder verantwoorde, totale winsten verliesrekening voor het project op te nemen in termen van doelbereik en milieueffecten.
12
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
De volgende structuuralternatieven zijn beoordeeld, zie afbeelding 2:
Aangezien er in een groot deel van de deelgebieden nog verschillende alternatieven in
de NOC als geheel.
beeld zijn, is bij de analyse van de structuuralternatieven een keuze gemaakt welk
de opwaardering van de N279.
alternatief per deelgebied meegenomen wordt in de analyses. Er is daarbij aangesloten
de Oostwestverbinding.
bij de verkeerskundige basis die ook gebruikt wordt in de Maatschappelijke Kosten
De Ruit om Eindhoven.
Baten Analyse (MKBA). Dat wil zeggen dat in alle deelgebieden alternatief A wordt meegenomen in de beoordeling. Deze combinatie ligt het dichtst bij de tracékeuze van
Gehele Noordoostcorridor
Oostwestverbinding
het voorlopig voorkeursalternatief zoals vastgesteld in de stuurgroep in juni 2013. Onderstaand is een overzicht opgenomen van de A-alternatieven per deelgebied3. 1. A50
2x3 rijstroken
6. Ekkersrijt
Verknoping John F. Kennedylaan
2. VeghelBemmer
Kruising ZWV bij Keldonk
7. Dommeldal
Brug
3. Laarbeek
Aansluiting (kwart klaverblad)
8. Dommeldal Lieshout
Zuidelijke bundeling Wilhelminakanaal
4. Dierdonk
Bestaand tracé
9. Aarle-Rixtel
Maaiveldligging
5. HelmondAsten
Bestaand tracé
10. Kruising ZWV
Brug
Onderstaand is per structuuralternatief aangegeven welke deelgebieden het N279
Ruit
betreffende structuuralternatief bevat: NOC als geheel
Alle deelgebieden
Opwaardering van de N279
Deelgebieden 1 t/m 5, excl. aansluiting/knoop Laarbeek omdat de oostwestverbinding niet wordt aangelegd
Oostwestverbinding
Deelgebieden 3 en 6 t/m 10
Ruit om Eindhoven
Deelgebieden 3 t/m 10
De onderverdeling van de Noordoostcorridor in onderdelen komt overeen met de onderverdeling uit de MKBA die parallel aan het project-MER wordt opgesteld.
3
Afbeelding 2 Schematisch overzicht structuuralternatieven
Het is zeer goed mogelijk dat de uiteindelijke combinatie van alternatieven die wordt
opgenomen in het voorkeursalternatief voor de Noordoostcorridor, afwijkt van de combinatie die bij de structuuralternatieven is gehanteerd. Lokaal kan dit tot andere effecten/conclusies leiden,
Voor de beoordeling op het tweede niveau (beoordeling alternatieven per deelgebied)
maar de gebruikte combinatie geeft voldoende informatie over de dilemma’s die er spelen bij de
is het studiegebied opgedeeld in deelgebieden, zie 5. Alternatieven per deelgebied.
te maken keuze op structuurniveau (vooral verkeerskundig doelbereik en kosten).
077967938:C - Concept
ARCADIS
13
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Zowel de informatie uit het MER als de MKBA worden vervolgens betrokken bij de
Voor een beschrijving van de effecten en een vergelijking van de effecten van de
integrale afweging voor een voorkeursalternatief voor de Noordoostcorridor. De
alternatieven die in de NRD-fase zijn onderzocht, wordt verwezen naar de NRD en de
MKBA wordt t.z.t. als bijlage bij het (Ontwerp) PIP opgenomen.
daarin opgenomen bijlagen. In navolgend tekstkader wordt aangegeven welke alternatieven in deze fase van het onderzoek zijn afgevallen.
5. Alternatieven per deelgebied
Afgevallen alternatieven Op basis van de resultaten uit het onderzoek in het kader van de NRD, heeft GS
Van zoekgebied naar te onderzoeken alternatieven
besloten om de volgende alternatieven niet mee te nemen in het vervolgonderzoek:
In de planvoorbereiding zijn al veel keuzes en afwegingen gemaakt om tot een
Deelgebied AB - Veghel: Lange omleidingen om Zijtaart en tunnel door Veghel.
concreet tracé van de Noordoostcorridor te komen. Zo is in juni 2011 een zoekgebied
Deelgebied D - Dierdonk: Korte omleiding om Dierdonk.
voor de Noordoostcorridor vastgesteld in de Structuurvisie Brainport Oost. In het
Deelgebied E - N270: Verdiepte ligging N279.
vervolg hierop zijn, samen met vele belanghebbenden, mogelijke tracé- en
Deelgebied G - Ekkersrijt: Haarelmmermeeraansluiting op John F. Kennedylaan en
inrichtingsalternatieven voor de Noordoostcorridor in kaart gebracht. In het kader van de Notitie Reikwijdte & Detailniveau zijn de ingebrachte alternatieven verder
volledige verknoping op A50/58 (G4).
Deelgebied HI - Dommeldal: zuidelijke alternatieven (HI4 en HI5) en gebouwde
uitgewerkt en met elkaar vergeleken op doelbereik/verkeerseffecten, milieueffecten en kosten. Het onderzoek tijdens de NRD-fase heeft zich geconcentreerd op die
tunnels.
Deelgebied J - Aarle-Rixtel: Ligging ten noorden van Wilhelminakanaal (J2, J4 en
onderdelen van de Noordoostcorridor waar sprake is van wezenlijk verschillende
J6) en lange gebouwde tunnels.
trajecten (alternatieven) en bijbehorende, wezenlijke verschillen in effecten. Een aantal onderzochte alternatieven gaat uit van een vormgeving als regionale stroomweg met
In navolgende tabel zijn de te onderzoeken alternatieven voor het project-MER
2x2 rijstroken en een ontwerpsnelheid van 100 km/u met ongelijkvloerse
(alternatieven per deelgebied) weergegeven, zoals opgenomen in de NRD. Daarbij zijn
aansluitingen. Ook is een drietal alternatieven onderzocht die uitgaan van een
ook de in de NRD benoemde aandachtspunten opgenomen.
snelheidsregime van 80 km/uur en een aantal gelijkvloerse aansluitingen tussen Veghel en Beek en Donk. Op basis van de resultaten van het uitgevoerde onderzoek tijdens de NRD-fase heeft
Onderzoeksalternatieven
Aandachtspunten
Ruit 80 km/u, ongelijkvloers.
Aansluiting N272
Veghel-Bemmer 80 km/u
ongelijkvloers. Aansluiting
gelijkvloers .
Corsica.
2x3 rijbanen, parallelbanen
Uitwerken met
meenemen
Rijkswaterstaat,
Veghel-
Korte omleiding tussen Zijtaart
Uitwerken locatie kruising
Bemmer
en bedrijventerrein.
Zuid-Willemsvaart.
Uitvoering
de Stuurgroep Brainport Oost in september 2013 advies uitgebracht aan de provincie over de alternatieven die meegenomen dienen te worden in het op te stellen ProjectMER. Dit advies van de Stuurgroep is door Gedeputeerde Staten overgenomen en verwoord in de NRD die eind 2013 ter inzage is gelegd. Gedeputeerde Staten hebben daarbij gekozen voor een snelheidsregime van 80 km/uur. Dit biedt mogelijkheden om
4
A50 AB
negatieve effecten door ruimtebeslag en doorsnijding te beperken (vanwege krappere
Veghel
boogstralen) en geeft meer mogelijkheden voor het gebruik van het bestaande tracé. Ook de kosten zijn hierbij een overweging geweest. 4
Met uitzondering van de aansluiting op de Gemertseweg (N615 / N272), welke ongelijkvloers
wordt uitgevoerd.
14
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
C
Knoop
Onderzoeksalternatieven
Aandachtspunten
Daarbij is het zoekgebied voor de oversteek van de Zuid-Willemsvaart ter hoogte van
‘Haarlemmermeer’
Tenzij uit onderzoek
Keldonk naar het noorden uitgebreid. Hierdoor wordt er een extra alternatief
verknoping nodig blijkt,
toegevoegd aan het onderzoek waarbij de korte omleiding bij Veghel direct de Zuid-
mede in relatie met
Willemsvaart kruist en aansluit op de huidige N279.
Laarbeek
oplossing bij Ekkersrijt. D
Dierdonk
Lange omleiding
Uitwerking alternatieven
geoptimaliseerd en bestaand
De in de NRD geformuleerde onderzoeksalternatieven zijn in overleg met de
tracé.
omgeving (gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat) nader uitgewerkt. Bij deze
E
N270
Bestaande ligging.
uitwerking is gewerkt van grof naar fijn. In eerste instantie zijn schetsontwerpen
F
Asten
-
opgesteld. Op basis van eisen en wensen van betrokken stakeholders, input vanuit
G
Ekkersrijt
Optimaliseren verknoping
Verkeerskundige werking,
ontwerpsessies, verkeersberekeningen en landschappelijke inpassing, zijn de tracés
richting Ekkersrijt en
ruimtelijke aspecten en
verder ingepast in de omgeving. Voorbeelden hiervan zijn:
aansluiting op het
Bokt.
de inpassing van het tracé ter hoogte van Foodpark Veghel en Zijtaart (alternatieven 2A en 2B).
bedrijventerrein. HI
Dommeldal
Overbrugging en meenemen in onderzoek geboorde tunnel. Bundeling zuidzijde Wilhelminakanaal en
de uitwerking van de verknoping van de oostwestverbinding op de N279 bij Laarbeek (alternatief 3B).
de geoptimaliseerde inpassing van de omleiding Dierdonk (alternatief 4B).
de uitwerking en optimalisatie van de verknoping van de Noordoostcorridor bij Ekkersrijt (alternatief 6A).
meenemen in onderzoek korte alternerende ligging. J
Aarle
Bundeling zuidzijde
Als laatste is gekeken naar de mogelijkheden om effecten te mitigeren en
Rixtel
Wilhelminakanaal met een brug
compenseren. Dit alles heeft geleid tot een Voorlopig Ontwerp van de verschillende
over Zuid-Willemsvaart.
onderzoeksalternatieven. De alternatieven per deelgebied zijn weergegeven in de
Meenemen in onderzoek Korte
navolgende tabel en afbeelding.
onderdoorgang ZuidWillemsvaart, half verdiept ter hoogte van Aarle Rixtel. Tabel 1 Te onderzoeken alternatieven in Project-MER, zoals opgenomen in de NRD
Alternatief
Omschrijving
1. A50 1A
Verbreding A50 naar 2x3 rijstroken en een weefvak, verbreding vanuit de middenberm
1B
Parallelbanen aan beide zijden van de A50 met een rijstrook en weefvak.
2. Veghel - Bemmer
De door GS in april 2014 vastgestelde Reactienota en definitieve NRD vormen de
2A
uitgangspunten voor de verdere uitwerking van de Noordoostcorridor in het projectMER en PIP. In de Reactienota geven GS aan hoe zij bij het vervolg van het project omgaan met inspraakresultaten, de adviezen van de Commissie voor de m.e.r. en de
Korte omleiding om Veghel, kruising Zuid-Willemsvaart nabij Keldonk, na aansluiting op Zuidelijke Randweg Erp naar bestaand tracé, afwaardering N279 door Veghel.
2B
Korte omleiding om Veghel, kruising Zuid-Willemsvaart ten oosten van Zijtaart, vervolgens op bestaand tracé, afwaardering N279 door Veghel.
Provinciale Omgevingscommissie. 077967938:C - Concept
ARCADIS
15
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Alternatief
Omschrijving
3. Aansluiting/Knoop Laarbeek 3A
Aansluiting vormgegevens als half klaverblad, waarbij de doorgaande route de route van/naar de oostwest verbinding is.
3B
Volledige verknoping waarbij de doorgaande route de route van/naar de N279 is.
4. Dierdonk 4A
Verbreding van het bestaande tracé (tussen Dierdonk en andere wijken Helmond). Waar het tracé aansluit op de aansluiting Laarbeek, buigt het tracé van het bestaande tracé af.
4B
Omleiding waarbij het tracé ten zuiden van de Heikantseweg blijft en parallel aan De Wolfsputten naar het bestaande tracé van de N279 loopt. Vervolgens buigt het tracé weer van het bestaande tracé af om aan te sluiten op de Knoop Laarbeek. In combinatie met alternatief 3B (knoop Laarbeek) is bij dit alternatief een extra aansluiting nodig ter ontsluiting van Helmond (met name de wijk Dierdonk) in noordelijke richting.
5. Helmond-Asten 5A
Opwaardering bestaand tracé naar 2x2 rijstroken. Verbreding vindt grotendeels aan de westzijde plaats omdat hier een ruimtereservering ligt.
6. Ekkersrijt 6A
Volledige verknoping NOC met de Kennedylaan, inclusief een aansluiting voor bedrijventerrein Ekkersrijt-Oost op de Kennedylaan.
7. Kruising Dommeldal 7A Noord
Kruising Dommeldal met brug i.c.m. noordelijke bundeling (alternerende ligging).
7A Zuid
Kruising Dommeldal met brug i.c.m. met zuidelijke bundeling.
7B Noord
Kruising Dommeldal met boortunnel i.c.m. noordelijke bundeling (alternerende ligging).
7B Zuid
Kruising Dommeldal met boortunnel i.c.m. zuidelijke bundeling.
8. Dommeldal - Lieshout 8A
Zuidelijke bundeling met Wilhelminakanaal.
8B
Noordelijke bundeling met Wilhelminakanaal (alternerende ligging).
9. Aarle Rixtel 9A
Maaiveldligging ten zuiden van Wilhelminakanaal
9B
Verdiepte ligging ten zuiden van Wilhelminakanaal tussen aansluiting Lieshout en Beekseweg.
10. Kruising Zuid-Willemsvaart 10A
Kruising Zuid-Willemsvaart met brug.
10B
Kruising Zuid-Willemsvaart met korte tunnel.
Afbeelding 3 Overzicht te onderzoeken tracéalternatieven per deelgebied
Tabel 2 Te beoordelen alternatieven per deelgebied in het MER
16
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
6. Toelichting werkwijze effectbepaling
Bij de beoordeling is de volgende scoringsmethodiek gehanteerd (zevenpuntschaal):
Conform het advies van de Commissie voor de m.e.r. over de Reikwijdte en Detailniveau van het MER (rapportnummer 2668-157), is in dit MER een beoordeling van het initiatief op drie niveaus uitgevoerd.
Een analyse van de effecten van de Noordoostcorridor als geheel ten opzichte van de realisatie van delen van het initiatief.
Een analyse van de effecten per deelgebied van de Noordoostcorridor waar nog
Score
Toelichting
+++
Zeer positief ten opzichte van de referentiesituatie
++
Positief ten opzichte van de referentiesituatie
+
Licht positief ten opzichte van de referentiesituatie
0
Neutraal
-
Licht negatief ten opzichte van de referentiesituatie
--
Negatief ten opzichte van de referentiesituatie
---
Zeer negatief ten opzichte van de referentiesituatie
Tabel 3 Zevenpuntschaal kwalitatieve beoordeling
alternatieven tegen elkaar moeten worden afgewogen.
Referentie: autonome ontwikkeling 2030
Tevens zullen de effecten van het Voorkeursalternatief (VKA) en de wijze waarop
De effecten van de alternatieven worden vergeleken met het toekomstjaar 2030,
dit vastgelegd wordt in het (Ontwerp) PIP, worden beschreven voor zover die
waarbij er van uit wordt gegaan dat de gebiedsontwikkeling De Ruit (inclusief de
afwijken van de effectbeoordeling van de alternatieven per deelgebied.
Noordoostcorridor) niet is gerealiseerd. Dit wordt de referentiesituatie of autonome ontwikkeling genoemd. De uitvoering van vastgestelde plannen, zoals de verbreding
Voor de verschillende beoordelingsniveaus zijn beoordelingskaders opgesteld, mede
van de N279 tussen ’s-Hertogenbosch en Veghel, zijn onderdeel van de autonome
op basis van het voorstel van de Commissie voor de m.e.r. De analyse op het eerste
ontwikkeling. Op basis van de berekende verkeersintensiteiten voor de autonome
niveau geeft een samenvattend beeld van het totaal van effecten voor de NOC en de
situatie 2030 worden op de onderstaande wegvakken knelpunten verwacht.
verschillende onderdelen waar de NOC uit bestaat. De beoordeling op het tweede niveau (deelgebied) is gedetailleerder (en kwantitatiever) van aard. In de deelgebieden
A50
waar nog keuzes tussen alternatieven te maken zijn, focust de beoordeling op de
Verslechtering van de betrouwbaarheid van de reistijd Paalgraven – Ekkersweijer
aspecten en effecten die bepalend zijn voor de te maken keuze tussen de tracé- en
(verzwaring van bestaand probleem).
uitvoeringsalternatieven. De beoordeling op het derde niveau (beoordeling VKA) is gelijk aan die van de alternatieven per deelgebied en geeft een beschouwing van de
Veghel
verschillen in effecten (indien relevant) tussen het uiteindelijk gekozen en planologisch
Het tracé van de N279 door Veghel (verzwaring bestaand probleem);
vertaalde VKA en de alternatieven die in het MER zijn onderzocht.
Het tracé van de A50 rond Veghel, inclusief de aansluiting Eerde en N279 Noord (verzwaring van bestaand probleem).
De beschouwde alternatieven zijn onderzocht op (verkeerskundig) doelbereik, milieueffecten en kosten. De effecten voor doelbereik en milieu zijn weergegeven aan
Veghel – Gemert
de hand van cijfers en/of kwalitatieve scores.
Het tracé van de N279 tussen Veghel – Gemert krijgt een matige afwikkeling (beginnend nieuw probleem);
De N272 tussen Gemert en het kruispunt met de N279 (verzwaring van bestaand probleem).
077967938:C - Concept
ARCADIS
17
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Rijk van Dommel en Aa
N615 door bebouwd gebied van Nuenen en Beek en Donk (verzwaring van bestaand probleem);
Verslechtering van de betrouwbaarheid van de reistijd op de A270 (nieuw probleem).
Toename van sluipverkeer in het gebied (o.a. dorpen zoals Aarle-Rixtel, Beek en Donk en Geldrop).
Foto 2 Drukte op de N279 in Veghel
Helmond
Het tracé van de N279 door Dierdonk / Helmond rondom de aansluiting Rembrandlaan en aansluiting met de A270 (verzwaring van bestaand probleem);
De N270 / Kasteeltraverse door Helmond (verzwaring van bestaand probleem).
Helmond – Asten Het tracé van de N279 tussen Helmond en Asten krijgt een matige afwikkeling en verslechtering van de betrouwbaarheid van de reistijd (nieuw probleem). Eindhoven
John .F. Kennedylaan tussen Eindhovenseweg en de A50 (verzwaring van bestaand probleem);
Het westelijke deel van de A270 nabij de stedelijke ring van Eindhoven (Nuenen –
Afbeelding 4 Schematische weergave verkeersknelpunten 2030
Eindhoven);
18
A50 rondom Son en Breugel / Eindhoven (verzwaring van bestaand probleem).
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
7. Effecten Structuuralternatieven
Milieueffecten Navolgende figuren geven een totaalbeoordeling van de milieueffecten van de verschillende structuuralternatieven weer via een schaalbalk. Daarbij is onderscheid
De resultaten van het onderzoek zijn samengebracht in zogenoemde factsheets voor de
gemaakt tussen effecten als gevolg van de ruimte die de weg inneemt (ruimtebeslag)
vier onderzochte structuuralternatieven en een samenvattende factsheet met de
en effecten op de leefbaarheid door veranderende verkeersstromen.
belangrijke verschillen in effecten van de structuuralternatieven. De factsheets voor de structuuralternatieven geven inzicht in het verkeerskundig doelbereik, de kosten en de belangrijkste verschillen in milieueffecten. De factsheets voor de structuuralternatieven zijn opgenomen als bijlage 1 van deze samenvattende rapportage. Hieronder worden de belangrijkste conclusies uit het onderzoek samengevat. Doelbereik/verkeer Onderstaande figuur geeft een totaalbeoordeling van de effecten van de verschillende structuuralternatieven op doelbereik/verkeer weer via een schaalbalk. Bij de effecten als gevolg van ruimtebeslag kan gesteld worden dat hoe groter de ingreep is, hoe groter de negatieve milieueffecten qua ruimtebeslag zijn. De aanleg van de gehele NOC scoort dan ook het meest negatief, terwijl de opwaardering van de N279 de minste effecten heeft. Daarnaast is te zien dat de Oostwestverbinding, ondanks dat dit qua tracélengte het kortste alternatief is, toch tot aanzienlijke milieueffecten leidt door ruimtebeslag. Dit komt doordat in dit alternatief een nieuwe wegverbinding wordt aangelegd in een gebied met relatief hoge waarden (o.a. natuur, landschap en water). Uit voorgaande figuur blijkt dat de NOC als geheel het beste voldoet aan de gestelde doelen5. Ook de Ruit voldoet grotendeels aan de doelen, maar het bestaande knelpunt bij Veghel wordt in dit alternatief niet opgelost, waardoor de verbetering van de bereikbaarheid en robuustheid kleiner is. Voor de opwaardering van de N279 (betrouwbaarheid van reistijden en vermindering van verkeer door bebouwd gebied) en de aanleg van alleen de Oostwestverbinding (verkeersafwikkeling in de spits ) geldt dat ze niet aan alle doelen voldoen. Alle structuuralternatieven hebben per saldo in meer of mindere mate een positieve 5
Doelen: Verbetering van de bereikbaarheid van de voornaamste clusters van bedrijvigheid in de
Brainportregio. Vermindering van het verkeer in het Rijk van Dommel en Aa. Vermindering van
invloed op de leefbaarheid van bewoners in het studiegebied. Dit effect wordt vooral veroorzaakt door het wegtrekken van verkeer uit de kernen.
het verkeer door bewoond gebied. Vergroting van de robuustheid van het wegennet. 077967938:C - Concept
ARCADIS
19
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Omdat de opwaardering van de N279 weinig verkeer wegtrekt uit het Rijk van
Vergelijking structuuralternatieven
Dommel en Aa, zijn de positieve effecten van dit alternatief op de leefbaarheid het
Uit het voorgaande blijkt dat de NOC als geheel het meest positief scoort op
kleinst. Wel treedt er een zeer beperkt positief effect op als gevolg van de omleiding bij
doelbereik/verkeer, maar ook de grootste milieueffecten heeft (met name door
Veghel. Weliswaar neemt hierdoor het verkeer door Veghel af (inclusief een afname
ruimtebeslag) en de grootste investering met zich meebrengt.
van de geluidhinder), maar hier staat een toename van geluidhinder langs de omleiding tegenover.
De Ruit scoort weliswaar wat minder op verkeer/doelbereik, maar voldoet wel in meer of mindere mate aan de doelstellingen (met de kanttekening dat de bestaande
De effecten zijn het meest positief bij de Oostwestverbinding, omdat deze verbinding
knelpunten bij Veghel niet worden opgelost). Daarnaast zijn de investeringskosten
verkeer wegtrekt uit het Rijk van Dommel en Aa (A/N270, N615), terwijl het verkeer
voor de Ruit fors lager dan voor de gehele NOC (ongeveer 25%) en zijn de negatieve
op de N279 (vrijwel) niet toeneemt. Dit komt doordat de N279 in dit alternatief niet
milieueffecten door ruimtebeslag van de Ruit ook minder (zei het beperkt). De effecten
wordt verbreedt naar 2x2 rijstroken, wat de capaciteit van de weg beperkt. De effecten
op leefbaarheid zijn juist iets minder positief dan de gehele NOC omdat er niets
van de gehele NOC en de Ruit zijn vergelijkbaar. Ook deze alternatieven trekken
veranderd aan de N279 door Veghel.
verkeer uit de kernen, maar hier staat wel een toename van verkeer op de N279 tegenover. Deze toename leidt tot (beperkte) negatieve effecten op met name de kern
Alleen aanleggen van de Oostwestverbinding scoort het minst op doelbereik en
van Helmond (Rijpelberg, Dierdonk), waardoor de positieve effecten kleiner zijn dan
voldoet niet aan de doelstelling voor de verkeersafwikkeling in de spits. In verhouding
van de Oostwestverbinding. De NOC scoort iets positiever dan de Ruit vanwege het
met de Ruit en de gehele NOC zijn de milieueffecten en de investeringskosten echter
(op het totaal bezien) beperkte positieve effect van de omleiding bij Veghel. Door deze
wel een stuk minder, maar meer dan de opwaardering van de N279.
omleiding neemt het verkeer door Veghel af, wat hier leidt tot een verbetering van de leefbaarheid. Hier staat wel een (beperkter) negatief effect tegenover voor de bewoners
Ook de opwaardering van de N279 voldoet niet aan alle doelstellingen, zei het dat de
langs de nieuwe omleiding.
N279 op geen van de doelen negatief scoort. Wel zijn er verschillende doelen waar de opwaardering van de N279 niet aan voldoet omdat hij geen toegevoegde waarde biedt
Kosten
ten opzichte van de referentie; betrouwbaarheid van reistijden en vermindering van
De investeringskosten (exclusief BTW) per structuuralternatief zijn weergegeven in
verkeer door bebouwd gebied. De milieueffecten van dit alternatief zijn echter
navolgende figuur.
duidelijk het kleinst. Daarnaast zijn de investeringskosten van de opwaardering van de N279 het laagst. Conclusies structuuralternatieven
Oostwestverbinding en N279 voldoen niet aan alle doelstellingen.
NOC voldoet aan alle doelstellingen (ook voor Veghel). Logischerwijs staan hier wel de grootste milieueffecten en hoogste kosten tegenover.
Ruit voldoet ook aan alle doelstellingen, m.u.v. knelpunt bij Veghel. Negatieve milieueffecten door ruimtebeslag zijn kleiner t.o.v. NOC, positieve effecten leefbaarheid (geluid) kleiner t.o.v. NOC. Kosten zijn circa €200 miljoen lager dan NOC.
20
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
8. Effecten tracé- en uitvoeringsalternatieven
Onderwerp
Aspect
Toetsingscriteria
Verkeersintensiteiten
Toe- en afnames verkeersintensiteiten
Verkeer
0
++
+
Bodemkwaliteit
Beïnvloeding milieuhygiënische
0
+
++
bodemkwaliteit Oppervlaktewater
Waterberging
Beïnvloeding waterbergingsgebied
0
-
---
Natuur
Beschermde
Ruimtebeslag
0
-
---
soorten
Versnippering/barrièrewerking
0
0
-
Beschermde
Ruimtebeslag
0
-
--
gebieden
Stikstofdepositie
0
-
0
Landschap
Landschapselementen, patronen en/of
0
+
0
deelgebied. De factsheets geven per deelgebied inzicht in de onderzochte alternatieven, de verkeerseffecten (doelbereik), milieueffecten, mogelijke maatregelen om effecten te verminderen en/of compenseren en kosten van de alternatieven. De
1B
Milieueffecten Bodem
Verkeer, Grijs en Groen. De belangrijkste resultaten zijn opgenomen in factsheets per
1A
in het studiegebied
De resultaten van het onderzoek naar de effecten van tracé- en uitvoeringsalternatieven zijn samengebracht in de thematische achtergrondrapporten
Ref.
Verkeerseffecten
Landschap
-eenheden
factsheets voor de alternatieven per deelgebied zijn opgenomen als bijlage 2 van deze
Visueel ruimtelijke kenmerken
0
+
0
Geomorfologie
Geomorfologische waarden
0
0
-
Cultuurhistorie
Cultuurhistorie
Cultuurhistorische elementen
0
0
-
Daarnaast is per deelgebied een analyse gemaakt van de belangrijkste dilemma’s voor
Geluid en trillingen
Trillingen
Trillinghinder
0
0
-
de alternatievenkeuze. Deze analyse per deelgebied biedt, samen met de uitgevoerde
Sociale aspecten
Visueel
Visuele hinder
0
0
-
Gedwongen vertrek
Aantal malen gedwongen vertrek uit
0
0
--
0
0
-
0
0
-
0
0
-
0
--
---
0
0
-
55,2
131,4
samenvattende rapportage.
analyse voor de structuuralternatieven en de Maatschappelijke Kosten Baten Analyse
woningen en/of bedrijven
(MKBA), de benodigde input voor het maken van bestuurlijke keuzen. In deze samenvattende rapportage zijn per deelgebied de belangrijkste conclusies ten
Doorsnijding
Doorsnijding op stedelijk
stedelijk gebied
afwegingsniveau
Sociale integratie
Beïnvloeding sociale contacten door sloop woningen
behoeve van de te maken keuzes samengevat. Om de te maken keuzes te
Sociale veiligheid
ondersteunen wordt daarbij gefocust op de onderscheidende effecten van de
name relevant bij fiets- en
alternatieven. Per deelgebied is een tabel opgenomen met de onderscheidende effecten voor verkeer/doelbereik, milieu (inclusief maatregelen om effecten te voorkomen of
Beïnvloeding sociale veiligheid, met voetgangerstunnels
Landbouw
Landbouwgrond
Ruimtebeslag oppervlakte landbouwgrond
verminderen, zie 9. Mitigatie en compensatie) en kosten. Vervolgens worden deze
Doorsnijding
effecten kort toegelicht. Per deelgebied wordt geëindigd met een conclusie. Voor een
Doorsnijding en bereikbaarheid van landbouwpercelen
totaaloverzicht van de effecten en meer gedetailleerde informatie, wordt verwezen
Investeringskosten
naar de eerder genoemde factsheets en effectrapporten.
Kosten
Kosten
Investeringskosten, excl. BTW (mln. euro)
8.1 A50
Tabel 4 Onderscheidende effecten deelgebied A50
Doelbereik/verkeer: 2x3 rijstroken (alternatief 1A) scoort beter op doelbereik In navolgende tabel zijn de onderscheidende effecten in dit deelgebied weergegeven
Verkeerskundig heeft een ontwerp van de A50 met 2x3 rijstroken (alternatief 1A) de
voor verkeer/doelbereik, milieu en kosten. Na de tabel worden de effecten toegelicht.
voorkeur. De A50 heeft in alternatief 1A een iets betere doorstroming en zorgt voor minder verkeer op het onderliggende wegennet van Veghel.
077967938:C - Concept
ARCADIS
21
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Milieueffecten: 2x3 rijstroken (alternatief 1A) heeft de minste milieueffecten
Onderwerp
Met uitzondering van de beïnvloeding van de bodemkwaliteit en stikstofdepositie op
Verkeerseffecten
beschermde gebieden, scoort alternatief 1A (2x3) op alle toetsingscriteria gelijkwaardig
Verkeer
Aspect
Toetsingscriteria
Ref.
2A
2B
Verkeersintensiteiten
Toe- en afnames
0
+++
++
0
+++
++
0
++
+++
verkeersintensiteiten in het
of positiever dan alternatief 1B (parallelbanen). Dit komt voornamelijk door het
studiegebied
smallere dwarsprofiel dat nodig is voor de verbreding van de A50 naar 2x3 rijstroken,
Verkeersafwikkeling
regio (ochtendspits en avondspits)
in vergelijking tot de aanleg van nieuwe parallelbanen aan weerszijden van de A50. Zo leidt alternatief 1A tot een kleiner ruimtebeslag op reserveringsgebieden voor waterberging, gebieden die behoren tot de ecologische hoofdstructuur en
Milieueffecten
landbouwgebied. Ook hoeven er geen panden te worden geamoveerd, in tegenstelling
Natuur
Bereikbaarheid
Beïnvloeding bereikbaarheid
bedrijventerreinen
bedrijventerreinen
Beschermde
Ruimtebeslag
0
--
---
Karakteristiek
0
--
-
Landschapselementen, patronen
0
--
-
gebieden
tot alternatief 1B. Daarnaast zijn de effecten op landschap en cultuurhistorie kleiner, waarbij landschappelijke versterking rond de verbrede A50 zelfs kan leiden tot licht
Landschap
Landschap
positieve effecten. Verder liggen er bij alternatief 1A minder woningen binnen 50
en/of -eenheden
meter van de weg, waardoor de kans op trillingshinder kleiner is dan bij alternatief 1B. Het geheel overziend leidt alternatief 1A (2x3) tot aanzienlijk minder negatieve milieueffecten dan alternatief 1B (parallelbanen).
Beïnvloeding verkeersafwikkeling in
Geluid en
Visueel ruimtelijke kenmerken
0
-
0
Geluid
Aantal ernstig geluidgehinderden
0
-
--
Fijn stof
Verschuivingen in blootstelling per
0
0
-
0
---
--
135,8
170,6
trillingen Luchtkwaliteit
µg/m3 (extra) Fijn stof
Kosten: 2x3 rijstroken (alternatief 1A) heeft de laagste investeringskosten
Landbouw
Landbouwgrond
vanwege de aanleg van nieuwe kunstwerken bij de parallelbanen, is alternatief 1B (parallelbanen, € 131 mln.) ongeveer 2,5 maal zo duur als alternatief 1A (2x3, € 55 mln.).
Ruimtebeslag oppervlakte landbouwgrond
Ten aanzien van de kosten is er een groot verschil tussen beide alternatieven. Mede Investeringskosten Kosten
Kosten
Investeringskosten, excl. BTW (mln. euro
Tabel 5 Onderscheidende effecten deelgebied Veghel-Bemmer
Doelbereik/verkeer: Lichte voorkeur voor alternatief 2A Conclusie deelgebied A50
Beide deelalternatieven leiden tot een duidelijke verbetering voor Veghel, waarbij het
Uit het voorgaande blijkt dat alternatief 1A (2x3) het beste scoort op
effect van alternatief 2A het grootst is. Bij alternatief 2B blijven beperkt
doelbereik/verkeer, de minste nadelige milieueffecten heeft en het minste kost. Een
afwikkelingsproblemen bestaan op de N279 (NCB-laan – N279 noord). Daarentegen is
keuze voor verbreding van de A50 naar 2x3 rijstroken ligt daarmee voor de hand.
alternatief 2B (eerder het kanaal over) beter voor de ontsluiting van de bedrijventerreinen aan de bestaande N279 (directere ontsluiting op NOC). Het geheel
8.2 Veghel-Bemmer
overziend wordt alternatief 2A beter beoordeeld voor doelbereik/verkeer. De verschillen zijn echter beperkt.
In navolgende tabel zijn de onderscheidende effecten in dit deelgebied weergegeven voor verkeer/doelbereik, milieu en kosten. Na de tabel worden de effecten toegelicht.
Milieueffecten: Wisselend beeld De verschillen in milieueffecten tussen beide alternatieven worden veroorzaakt door de locatie waar het kanaal gekruist wordt, bij Keldonk (alternatief 2A) of bij Zijtaart (alternatief 2B). In de rest van dit deelgebied volgen de alternatieven hetzelfde tracé.
22
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
De milieubeoordeling van beide alternatieven laat een wisselend beeld zien. De
8.3 Aansluiting/Knoop Laarbeek
kruising van de Zuid-Willemsvaart bij Keldonk (alternatief 2A) heeft als voordeel dat de aantasting van EHS door ruimtebeslag kleiner is. Dit komt doordat het beekdal van
In navolgende tabel zijn de onderscheidende effecten in dit deelgebied weergegeven
de Aa niet fysiek geraakt wordt. Daarnaast leidt dit alternatief tot een kleiner aantal
voor verkeer/doelbereik, milieu en kosten. Na de tabel worden de effecten toegelicht.
ernstig geluidgehinderden dan alternatief 2B, vanwege de grotere afstand tot de kernen Veghel en Keldonk. De kruising van de Zuid-Willemsvaart bij Zijtaart (alternatief 2B) leidt echter tot een kleinere aantasting van het landschap dan
Onderwerp
Aspect
Toetsingscriteria
Verkeersintensiteiten
Toe- en afnames verkeersintensiteiten
Ref.
3A
3B
0
++
+++
0
++
+++
Verkeerseffecten Verkeer
alternatief 2A, met name doordat over een grotere lengte het bestaande tracé van de
in het studiegebied Verkeersafwikkeling
N279 wordt gevolgd. Daarnaast heeft het grotere gebruik van het bestaande tracé tot
Beïnvloeding verkeersafwikkeling in regio (ochtendspits en avondspits)
gevolg dat dit alternatief een kleiner ruimtebeslag op landbouwgronden heeft. Voor de
Verkeersveiligheid
Beïnvloeding verkeersveiligheid
0
--
-
Bodemkwaliteit
Beïnvloeding milieuhygiënische
0
+
0
Ruimtebeslag
0
-
0
Versnippering/barrièrewerking
0
-
0
Beschermde gebieden
Ruimtebeslag
0
-
0
Landschap
Karakteristiek
0
-
0
Kosten: Investeringskosten beide alternatieven vergelijkbaar
Landschapselementen, patronen en/of -
0
-
0
Uit de kostenraming blijkt dat de investeringskosten van alternatief 2B (€171 mln.)
eenheden
overige milieuaspecten zijn de alternatieven in dit deelgebied gelijk beoordeeld. Bij
Milieueffecten
beide alternatieven geldt dat de omleiding er voor zorgt dat het verkeer door Veghel
Bodem
afneemt, wat hier leidt tot een verbetering van de leefbaarheid (geluid/luchtkwaliteit). Hier staat wel een (kleiner) negatief effect tegenover voor de bewoners langs de
bodemkwaliteit Natuur
nieuwe omleiding. Landschap
ongeveer €35 miljoen hoger zijn dan van alternatief 2A (€136 mln.), met name doordat de weg na de kanaalkruising voor een deel op palen wordt uitgevoerd en er een nieuw
Cultuurhistorie
kunstwerk opgenomen is om de Morgenstraat bij Keldonk te laten kruisen over de
en archeologie
voor een weg op palen vervalt. Daarnaast kan de kruising met de Morgenstraat
Visueel ruimtelijke kenmerken
0
--
0
Geomorfologie
Geomorfologische waarden
0
-
0
Cultuurhistorie
Cultuurhistorisch waardevolle structuren
0
-
0
0
--
---
0
--
-
Barrièrewerking
0
-
0
Beïnvloeding sociale contacten door
0
-
0
0
--
0
0
--
-
0
---
--
en patronen Archeologie
NOC en de Zuid-Willemsvaart. Uit de effectbeoordeling blijkt dat de weg het waterbergingsgebied na de kruising van het kanaal niet raakt waardoor de noodzaak
Beschermde soorten
Beïnvloeding verwachte archeologische waarden
Sociale aspecten
Gedwongen vertrek
Aantal malen gedwongen vertrek uit woningen en/of bedrijven
geoptimaliseerd worden. Hierdoor is het kostenverschil tussen beide alternatieven
Bereikbaarheid
naar verwachting te verwaarlozen.
omgeving Sociale integratie
sloop woningen
Conclusie deelgebied Veghel-Bemmer
Recreatie
Verkeer/doelbereik en kosten zijn in dit deelgebied niet onderscheidend voor de te maken keuze. Ten aanzien van milieu hebben beide alternatieven voor- en nadelen. Alternatief 2B (kruising kanaal bij Zijtaart) maakt meer gebruik van het bestaande
Landbouw
Recreatieve
Doorsnijding recreatieve routes,
voorzieningen
voorzieningen en gebieden
Doorsnijding
Doorsnijding en bereikbaarheid van landbouwpercelen
Landbouwbedrijven
Beïnvloeding landbouwbedrijven
tracé van de N279 en heeft daardoor minder effecten op landschap en landbouw dan alternatief 2A. Wel is de aantasting van EHS (beekdal van de Aa) en de toename van geluidhinder (Veghel en Keldonk) groter. 077967938:C - Concept
ARCADIS
23
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Onderwerp
Aspect
Toetsingscriteria
Ref.
3A
3B
Investeringskosten, excl. BTW (mln. euro), i.c.m. alternatief 10A
87,3
73,7
Investeringskosten, excl. BTW (mln. euro), i.c.m. alternatief 10B
97,1
76,5
Investeringskosten Kosten
Tabel 6 Onderscheidende effecten deelgebied Aansluiting/Knoop Laarbeek
Doelbereik/verkeer: Alternatief 3B is robuuster Een volledige verknoping (alternatief 3B) is een robuustere oplossing dan een half
Conclusie deelgebied Aansluiting/Knoop Laarbeek Uit het voorgaande blijkt dat alternatief 3B (knoop) het beste scoort op doelbereik/verkeer, de minste nadelige milieueffecten heeft en het minste kost. Een keuze voor een uitvoering als knoop ligt daarmee voor de hand.
8.4 Dierdonk
klaverblad met geregelde kruispunten op de toe- en afritten (alternatief 3A). Daarnaast
In navolgende tabel zijn de onderscheidende effecten in dit deelgebied weergegeven
heeft de verknoping ook een groter effect op het verminderen van verkeer op het
voor verkeer/doelbereik, milieu en kosten. Na de tabel worden de effecten toegelicht.
onderliggend wegennet. Verder is de knoop voor verkeersveiligheid gunstiger omdat er geen gelijkvloerse kruispunten zijn, in tegenstelling tot de aansluiting. Milieueffecten: Alternatief 3B heeft de minste milieueffecten Met uitzondering van de beïnvloeding van de bodemkwaliteit en de beïnvloeding van
Onderwerp
Aspect
Toetsingscriteria
Verkeer
Verkeersintensiteiten
Toe- en afnames
Beïnvloeding verkeersafwikkeling in
Bereikbaarheid
Beïnvloeding bereikbaarheid
Vooral effecten op landschap en cultuurhistorie worden hierdoor beperkt, doordat
bedrijventerreinen
bedrijventerreinen
Bodemkwaliteit
Beïnvloeding milieuhygiënische
Bodem
0
++
+++
+++
0
-
+
+
0
0
+
+
0
++
0
0
0
--
-
-
bodemkwaliteit Grondwater
Beschermingsgebieden
Beïnvloeding van waterwin- en grondwater-beschermingsgebieden en natte natuurparels
doorsneden). Ook kan in alternatief 3B aantasting van de zichtstal Agro-Zicht Natuur
aanwezige archeologische waarden dan alternatief 3A (aansluiting). Kanttekening
Beschermde soorten
Ruimtebeslag
0
--
-
-
Beschermde gebieden
Ruimtebeslag
0
---
--
--
Verstoring
0
-
---
---
Stikstofdepositie
0
0
-
-
Karakteristiek
0
-
--
--
Landschapselementen, patronen
0
0
--
--
Visueel ruimtelijke kenmerken
0
0
--
--
Geomorfologische waarden
0
0
-
-
daarbij is echter dat een groot deel van dit ruimtebeslag onder of rond de bestaande Landschap
Landschap
en/of -eenheden
Kosten: Alternatief 3B heeft de laagste investeringskosten Met name door het verschil in vastgoedkosten, zijn de investeringskosten voor
3B
Milieueffecten
worden geamoveerd en de barrièrewerking kleiner is (er worden minder wegen
N279 ligt en daardoor mogelijk al verstoord is.
3A
regio (ochtendspits en avondspits)
aansluiting, waardoor meer het bestaande tracé van de N279 gevolgd kan worden.
voorkomen worden. Wel heeft een knoop een groter ruimtebeslag op mogelijk
4B icm
studiegebied Verkeersafwikkeling
name het gevolg van de compactere vormgeving van de knoop ten opzichte van de
de sociale aspecten en landbouw, doordat er minder (agrarische) panden hoeven te
4B icm
verkeersintensiteiten in het
toetsingscriteria gelijkwaardig of positiever dan alternatief 3A (aansluiting). Dit is met
voorkomen kan worden. Daarnaast heeft dit alternatief minder negatieve effecten op
4A
Verkeerseffecten
verwachte archeologische waarden, scoort alternatief 3B (knoop) op alle
aantasting van karakteristieke begeleidende beplanting langs wegen en de Broekse Aa
Ref.
Geomorfologie
alternatief 3B (knoop) lager dan voor alternatief 3A (aansluiting).
24
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Onderwerp
Aspect
Toetsingscriteria
Cultuurhistorie Cultuurhistorie
Cultuurhistorisch waardevolle
en archeologie
structuren en patronen Archeologie
Ref.
4A
4B
4B
Doelbereik/verkeer: Verkeerskundige voorkeur voor omleiding
icm
icm
3A
3B
Een omleiding (4B) heeft verkeerskundig de voorkeur, met name omdat autonome
0
-
-
0
--
-
--
0
--
---
---
0
-
-
0
het bestaande tracé (4A).
Verschuiving in blootstelling
0
--
0
+
Milieueffecten: Alternatief 4A heeft de minst negatieve effecten
Verschuivingen in blootstelling per
0
0
-
-
0
0
+
+
0
--
-
-
Beïnvloeding bekende
sterk worden verminderd. Een extra aansluiting direct ten noorden van Dierdonk
archeologische waarden Beïnvloeding verwachte archeologische waarden Geluid en
Geluid
trillingen Luchtkwaliteit
Totaal aantal ernstig
Fijn stof Groepsrisico (GR)
veiligheid Gezondheid
Verandering groepsrisico t.o.v.
Gezondheid
Beïnvloeding van de gezondheid
Visueel
Visuele hinder
0
-
--
--
Gedwongen vertrek
Aantal malen gedwongen vertrek uit
0
-
--
--
0
-
0
0
0
-
0
0
woningen en/of bedrijven Doorsnijding op stedelijk
gebied
afwegingsniveau
Ontwikkelingsmogelijk-
Beïnvloeding ontwikkelings-
heden omgeving
mogelijkheden in de omgeving
Sociale integratie
Beïnvloeding van sociale relaties
0
0
-
-
negatieve effecten op de gebieden rond deze weg toenemen. Hierdoor scoort dit geluidhinder) en doorsnijding van de stedelijke structuur. Met geluidschermen is het aantal geluidgehinderden echter vergelijkbaar aan de omleiding (4B). De verbreding
Beïnvloeding sociale contacten door
0
0
-
-
0
0
-
-
Recreatieve
Toe- of afname van recreatieve
ontwikkelingsmogelijk-
ontwikkelingsmogelijkheden
Landbouwgrond
geraakt wordt. Hierdoor scoort alternatief 4A (bestaand tracé) slechter op beïnvloeding
Alternatief 4B gaat uit van een nieuwe omleiding rond Dierdonk, waarbij het bestaande tracé van de N279 wordt gehandhaafd. Doordat een nieuw tracé wordt beekdallandschap van de Bakelsche Aa) en landbouw (zowel ruimtebeslag als
-
---
---
Ruimtebeslag oppervlakte
0
0
--
--
0
-
---
---
Investeringskosten, excl. BTW (mln. euro), i.c.m. alternatief 3A
64,6
68,9
n.v.t.
Investeringskosten, excl. BTW (mln. euro), i.c.m. alternatief 3B
59,9
n.v.t.
75,3
landbouwgrond Doorsnijding en bereikbaarheid van Beïnvloeding landbouwbedrijven
barrièrewerking en beïnvloeding bedrijven) aanzienlijk groter. Ook leidt dit alternatief tot grotere effecten op verwachte archeologische waarden. Hoewel het ruimtebeslag op EHS kleiner is dan dat van alternatief 4A (bestaand tracé), neemt het verstoorde
landbouwpercelen Landbouwbedrijven
geraakt). Ook is hier het ruimtebeslag op EHS aanzienlijk, waarbij een dassenburcht
aangelegd zijn de effecten op met name landschap (vooral de aantasting van het 0
Doorsnijding
aansluiting op de N607 Weg naar Bakel, heeft alternatief 4A (bestaand tracé)
van grondwaterbeschermingsgebieden en beïnvloeding van beschermde soorten.
heden
Investeringskosten Kosten
Alternatief 4A maakt gebruik van het bestaande tracé van de N279 waardoor
ruimtebeslag op het waterwingebied bij Helmond (er worden geen winputten
Doorsnijding stedelijk
sloop woningen
Landbouw
verkeersintensiteiten op de Kanaaldijk en Aarle-Rixtelseweg dan de opwaardering van
van de N279 heeft ruimtebeslag op een archeologisch monument bij Scheepstal. Bij de
aspecten
Recreatie
aansluiting Rembrandtlaan. Wel heeft een omleiding minder effect op de
alternatief slechter op met name geluid, gezondheid (vooral door de toename van
oriëntatiewaarde (GES methodiek)
Sociale
(alleen in combinatie met alternatief 3B) leidt tot een verdere afname van verkeer op de
geluidgehinderden
µg/m3 (extra) Fijn stof Externe
problemen met de verkeersafwikkeling op en rond de aansluiting Rembrandtlaan
0
oppervlak EHS wel vele malen meer toe dan bij alternatief 4A. Om deze reden scoort alternatief 4B slechter op de beïnvloeding van beschermde gebieden dan alternatief 8A. De omleiding heeft ook grotere effecten op de sociale aspecten, met name vanwege het ontstaan van visuele hinder voor bewoners langs de nieuwe weg en een groter
Tabel 7 Onderscheidende effecten deelgebied Dierdonk
077967938:C - Concept
aantal te amoveren panden. ARCADIS
25
MER Noordoostcorridor Samenvatting
De extra aansluiting die nodig is wanneer de omleiding wordt gecombineerd met
Doelbereik/verkeer: Alternatief 5A voldoet
alternatief 3B (knoop Laarbeek) scoort positiever voor geluid en negatiever voor de
Er is één alternatief voor dit deelgebied welke verkeerskundig goed functioneert.
aantasting van bekende archeologische waarden (historische kern Kloosterdreef 4, Aarle Rixtel). Aandachtspunt bij de omleiding is de doorsnijding van de waterberging
Milieueffecten: Met name effecten op natuur
Bakelse Beemden. Effecten op de waterberging dienen te worden gemitigeerd en/of
Doordat in dit deelgebied gebruik wordt gemaakt van het bestaande tracé van de
gecompenseerd, zie ook 9. Mitigatie en compensatie.
N279, zijn de milieueffecten voor de meeste aspecten relatief beperkt. De grootste effecten in dit deelgebied zijn de effecten op EHS gebieden (zowel ruimtebeslag als
Over het geheel bezien hebben beide alternatieven voor- en nadelen, maar blijkt uit de
toename van verstoring door geluid), verwachte archeologische waarden en de
beoordeling dat de effecten van een nieuwe omleiding (alternatief 4B) op meer criteria
beïnvloeding van grondwaterbeschermingsgebieden (rond de waterwinning bij
negatiever worden beoordeeld dan de effecten van de opwaardering van het
Helmond). Daarnaast neemt de kans op trillingshinder toe, doordat het aantal
bestaande tracé (alternatief 4A).
bestemmingen binnen 50 meter van de weg als gevolg van de verbreding van het tracé van de N279 toeneemt. Dit betreffen voornamelijk woningen in de wijk Rijpelberg.
Kosten: Alternatief 4A heeft de laagste investeringskosten
Effecten als gevolg van geluid zijn beperkt, mede door het toepassen van
De investeringskosten van alternatief 4A (bestaand tracé, € 65 mln.) zijn lager dan van
geluidschermen bij de wijken Rijpelberg en Brouwhuis.
alternatief 4B (omleiding, €69 mln.). Mede omdat bij opwaardering van het bestaande tracé ervan uit wordt gegaan dat de bestaande verharding verwijderd moet worden en
Kosten
er nieuwe verharding wordt aangelegd, zijn de verschillen in kosten tussen de
De investeringskosten exclusief BTW bedragen in dit deelgebied ongeveer €60 miljoen.
alternatieven echter relatief beperkt. Wanneer alternatief 4B wordt gecombineerd met alternatief 3B (knoop Laarbeek, €75 mln.) neemt het kostenverschil toe, doordat er een
Conclusie deelgebied Helmond-Asten
extra aansluiting moet worden aangelegd.
In dit deelgebied is slechts één alternatief aanwezig. Dit alternatief functioneert verkeerskundig goed en heeft vooral effecten op natuur (ruimtebeslag en verstoring)
Conclusie deelgebied Dierdonk
en grondwaterbeschermingsgebieden.
Een omleiding (4B) scoort verkeerskundig beter vanwege het oplossend vermogen voor bestaande knelpunten op de aansluiting Rembrandtlaan. Wel heeft dit alternatief per saldo meer negatieve milieueffecten dan opwaardering van het bestaande tracé (4A) en zijn de investeringskosten voor de omleiding hoger.
8.6 Ekkersrijt Omdat er in dit deelgebied slechts één alternatief aanwezig is, zijn er in dit deelgebied geen onderscheidende effecten ten behoeve van een keuze tussen alternatieven. Om
8.5 Helmond-Asten
deze reden is er geen tabel met onderscheidende effecten opgenomen. Wel worden hieronder de belangrijkste effecten in dit deelgebied toegelicht.
Omdat er in dit deelgebied slechts één alternatief aanwezig is, zijn er in dit deelgebied geen onderscheidende effecten ten behoeve van een keuze tussen alternatieven. Om
Doelbereik/verkeer: Alternatief 6A voldoet
deze reden is er geen tabel met onderscheidende effecten opgenomen. Wel worden
Er is één deelalternatief voor dit deelgebied welke verkeerskundig goed functioneert.
hieronder de belangrijkste effecten in dit deelgebied toegelicht.
26
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Milieueffecten
Onderwerp
Het deelgebied waarin de aansluiting van de NOC op de John F. Kennedylaan en de
Natuur
A50 wordt gerealiseerd, ligt ingesloten tussen knooppunt Ekkersrijt, de
Aspect Beschermde
Toetsingscriteria
Ref.
Ruimtebeslag
0
7A N
7A Z
brug
brug
7B N
7B Z
-
-
0
0
tunnel tunnel
soorten
Eindhovenseweg en het stedelijke gebied van Eindhoven en Son en Breugel. Daarnaast
Beschermde
Ruimtebeslag
0
--
---
-
--
is dit gebied aangewezen als zoekgebied verstedelijking. Om deze reden zijn effecten
gebieden
Verstoring
0
---
---
-
--
Landschap
Karakteristiek
0
--
--
0
0
Landschapselementen,
0
0
-
0
0 +
Landschap
op aspecten als natuur, landschap en landbouw beperkt. De grootste effecten in dit deelgebied zijn de effecten op sociale aspecten als gevolg van het aantal te amoveren
patronen en/of -eenheden
panden en het ruimtebeslag op het zoekgebied verstedelijking en volkstuinen. Daarnaast leidt het ruimtebeslag op gebieden met een (middel)hoge archeologische verwachtingswaarde tot negatieve effecten op de verwachte archeologische waarden.
Cultuurhistorie
Visueel ruimtelijke kenmerken
0
-
-
+
Geomorfologie
Geomorfologische waarden
0
--
--
-
-
Cultuurhistorie
Cultuurhistorisch waardevolle
0
--
-
0
0
Cultuurhistorische elementen
0
---
--
-
-
Beïnvloeding bekende
0
--
-
--
-
0
-
-
0
0
en archeologie
Effecten op geluid zijn in dit deelgebied beperkt, omdat er reeds een geluidswal aanwezig is langs de woonwijk Blixembosch en de John F. Kennedylaan door aanleg
structuren en patronen Archeologie
van de Noordoostcorridor in oostelijke richting verschuift (van de woonwijk af).
archeologische waarden Externe
Groepsrisico (GR)
veiligheid
Kosten
Sociale
De investeringskosten exclusief BTW bedragen in dit deelgebied ruim €100 miljoen.
Verandering groepsrisico t.o.v. oriëntatiewaarde
Visueel
Visuele hinder
0
--
-
0
0
Recreatieve
Toe- of afname van recreatieve
0
--
--
0
0
ontwikkelings-
ontwikkelingsmogelijkheden 0
--
--
0
0
0
--
--
-
-
227,6
108,4
402,7
340,5
aspecten Recreatie
Conclusie deelgebied Ekkersrijt
mogelijkheden
In dit deelgebied is slechts één alternatief aanwezig. Dit alternatief functioneert verkeerskundig goed en heeft vooral effecten op sociale aspecten en archeologie. Landbouw
Recreatieve
Doorsnijding recreatieve routes,
voorzieningen
voorzieningen en gebieden
Landbouwgrond
Ruimtebeslag oppervlakte landbouwgrond
8.7 Kruising Dommeldal
Investeringskosten Kosten
In navolgende tabel zijn de onderscheidende effecten in dit deelgebied weergegeven voor verkeer/doelbereik, milieu en kosten. Na de tabel worden de effecten toegelicht.
Investeringskosten, excl. BTW (mln. euro)
Tabel 8 Onderscheidende effecten deelgebied Kruising Dommeldal
Doelbereik/verkeer: Alternatieven zijn niet onderscheidend Onderwerp
Aspect
Toetsingscriteria
Ref.
7A N
7A Z
7B N
7B Z
brug
brug
tunnel
tunnel
0
0
0
-
-
Milieueffecten: Boortunnel heeft de minste milieueffecten
0
0
0
-
-
In dit deelgebied wordt het Dommeldal gekruist met een brug of een boortunnel,
0
-
--
-
-
Voor doelbereik/verkeerseffecten zijn de alternatieven niet onderscheidend.
Milieueffecten Grondwater
Grondwaterstand
Beïnvloeding grondwaterstand
Grondwaterstroming Beïnvloeding grondwaterstroming Oppervlakte-
Waterberging
water
077967938:C - Concept
Beïnvloeding waterbergingsgebied
gecombineerd met een noordelijke of zuidelijke bundeling met het Wilhelminakanaal. Over het algemeen leidt een boortunnel (alternatief 7B) tot kleinere milieueffecten dan een brug (alternatief 7A).
ARCADIS
27
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Met name de effecten op natuur (EHS gebieden), landschap, cultuurhistorie, sociale
Kosten: Brug met zuidelijke bundeling heeft de laagste investeringskosten
aspecten, recreatie en landbouw zijn kleiner bij een boortunnel doordat de weg
Een brug door het Dommeldal gecombineerd met een zuidelijke bundeling met het
grotendeels onder de grond ligt. Hier staan alleen licht negatieve effecten op
Wilhelminakanaal (7A Zuid, €108 mln.) heeft de laagste investeringskosten. De kosten
grondwater tegenover. Wat betreft geluid kan opgemerkt worden dat de effecten van
voor een brug door het Dommeldal met een noordelijke (alternerende) bundeling met
alle alternatieven hier vergelijkbaar zijn en dat bij beide bruggen slechts beperkt
het Wilhelminakanaal (7A Noord € 228 mln.) zijn ongeveer twee maal zo hoog, met
geluidschermen nodig zijn.
name door de kruising van het Wilhelminakanaal met een aquaduct. De alternatieven met een boortunnel (7B) zijn aanzienlijk duurder en kosten respectievelijk €340 miljoen
Wanneer de beide alternatieven met een brug (7A Noord en 7A Zuid) met elkaar
voor een zuidelijke bundeling en ruim €400 miljoen voor een noordelijke bundeling.
worden vergeleken, blijkt dat de verschillen in tracéligging niet dusdanig zijn dat dit tot grote verschillen in effecten leidt. Er zijn echter wel enkele verschillen te duiden. Zo
Conclusie deelgebied Kruising Dommeldal
leidt het tracé van alternatief 7A Zuid tot een groter ruimtebeslag op
Voor doelbereik/verkeerseffecten zijn de alternatieven niet onderscheidend. De
waterbergingsgebieden en een grotere aantasting van landschapselementen, -patronen
alternatieven met een boortunnel (7B) leiden tot minder milieueffecten dan de
en/of eenheden, met name doordat in het Dommeldal meer kleinschalige bosjes en
alternatieven met een brug (7A). De kosten voor een boortunnel zijn echter zeer hoog
landschappelijke elementen worden aangetast. Alternatief 7A Noord leidt echter tot
en bedragen ongeveer de helft van het totale budget voor de Noordoostcorridor.
een grotere aantasting van cultuurhistorisch waardevolle structuren, patronen en
Wanneer de beide brug alternatieven (7A) met elkaar worden vergeleken, leidt het
elementen, met name vanwege de doorsnijding van het akkercomplex Hooidonksche
tracé van alternatief 7A Zuid in het Dommeldal tot minder effecten op cultuurhistorie,
Akkers en de kruising met het Wilhelminakanaal. Daarnaast leidt dit alternatief tot een
archeologie en visuele hinder dan het tracé van alternatief 7A Noord. Hier staat echter
grotere aantasting van bekende archeologische waarden, met name door ruimtebeslag
een groter effect op landschapselementen, -patronen en/of -eenheden in het
op twee archeologische monumenten bij Gaskendonk. Ook leidt alternatief 7A Noord
Dommeldal tegenover.
tot meer visuele hinder voor omwonenden omdat bij dit alternatief een geluidscherm op de brug moet worden geplaatst bij de kruising met de weg Bokt/Driehoek. Bij
NB. De keuze voor een zuidelijke of noordelijke bundeling met het Wilhelminakanaal moet in
alternatief 7A Zuid is dit scherm niet nodig. Voor de overige toetsingscriteria zijn de
samenhang bekeken worden met deelgebied 8 (Dommeldal-Lieshout), omdat de noordelijke
alternatieven 7A Noord en 7A Zuid gelijk beoordeeld.
alternatieven in deelgebied 7 alleen gecombineerd kunnen worden met het noordelijke alternatief in deelgebied 8 (alternatief 8B). De zuidelijke alternatieven in deelgebied 7 kunnen
Een vergelijking van de beide alternatieven met een boortunnel (7B Noord en 7B Zuid)
alleen in combinatie met het zuidelijke alternatief in deelgebied 8 (alternatief 8A).
laat zien dat de noordelijke of zuidelijke bundeling met het Wilhelminakanaal in dit deelgebied tot weinig verschillen in de effectbeoordeling leiden. Ook hier leidt de noordelijke bundeling tot een grotere aantasting van bekende archeologische waarden (monumenten bij Gaskendonk). Verder is de beïnvloeding van EHS gebieden (zowel ruimtebeslag als verstoring door geluid) door alternatief 7B Noord kleiner dan door alternatief 7B Zuid. Voor de overige toetsingscriteria zijn de alternatieven 7B Noord en 7B Zuid gelijk beoordeeld.
28
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
8.8 Dommeldal-Lieshout
Voor de overige aspecten scoort alternatief 8B (noordelijke bundeling) gelijkwaardig of positiever dan alternatief 8A (zuidelijke bundeling Wilhelminakanaal). Met name
In navolgende tabel zijn de onderscheidende effecten in dit deelgebied weergegeven
doordat alternatief 8A langs/door de buurtschappen Stad van Gerwen, Achterbosch en
voor verkeer/doelbereik, milieu en kosten. Na de tabel worden de effecten toegelicht.
Deense Hoek loopt, zijn de effecten op trillingshinder, gedwongen vertrek en de daarmee gepaard gaande beïnvloeding van sociale contacten, voor alternatief 8A
Onderwerp
Aspect
Toetsingscriteria
Ref.
8A
8B
Oppervlaktewater
Waterberging
Beïnvloeding waterbergingsgebied
0
--
0
Natuur
Beschermde soorten
Ruimtebeslag
0
--
---
Beschermde gebieden
Ruimtebeslag
0
---
--
Alternatief 8A heeft ten zuiden van het Wilhelminakanaal ruimtebeslag op
Landschap
Landschap
Visueel ruimtelijke kenmerken
0
-
--
reserveringsgebied voor waterberging (Dommeldal).Ten noorden van het
Cultuurhistorie
Cultuurhistorie
Cultuurhistorische elementen
0
--
-
en archeologie
Archeologie
Beïnvloeding verwachte
0
---
--
Geluid en
Trillingen
Trillinghinder
0
--
-
Gedwongen vertrek
Aantal malen gedwongen vertrek uit
0
---
--
0
---
-
78,9
120,7
Milieueffecten
negatiever beoordeeld dan voor alternatief 8B. Mede doordat bij de zuidelijke bundeling (alternatief 8A) geluidschermen geplaatst worden bij Stad van Gerwen en Deense Hoek, zijn de effecten op geluid voor beide alternatieven vergelijkbaar.
Wilhelminakanaal is in dit deelgebied geen reservering aanwezig. Verder is de beïnvloeding van te verwachten archeologische waarden bij de noordelijke bundeling
archeologische waarden
(alternatief 8B) kleiner dan bij de zuidelijke bundeling (alternatief 8A).
trillingen Sociale aspecten
woningen en/of bedrijven Sociale integratie
Beïnvloeding sociale contacten door
Al met al laten de milieueffecten een wisselend beeld zien, maar heeft alternatief 8B (noordelijke bundeling) wel de minste negatieve effecten.
sloop woningen Investeringskosten Kosten
Kosten
Kosten: Alternatief 8A heeft de laagste investeringskosten Investeringskosten, excl. BTW (mln. euro)
Tabel 9 Onderscheidende effecten deelgebied Dommeldal-Lieshout
Doelbereik/verkeer: Alternatieven zijn niet onderscheidend Voor doelbereik/verkeerseffecten zijn de alternatieven niet onderscheidend. Milieueffecten: Wisselend beeld, alternatief 8B heeft iets minder negatieve effecten Voor ongeveer de helft van de onderzochte aspecten geldt dat de alternatieven niet tot onderscheidende effecten leiden. Voor de overige aspecten laten de alternatieven in dit deelgebied een wisselend beeld zien. Zo heeft alternatief 8A (zuidelijke bundeling) een minder negatieve invloed op beschermde diersoorten, maar leidt dit alternatief wel tot een grotere aantasting van beschermde natuurgebieden (m.n. Breugelse Beemden en Ruweeuwsels). Verder tast alternatief 8B minder cultuurhistorische elementen aan (geen aantasting van cultuurhistorisch waardevolle buurtschappen Stad van Gerwen en Achterbosch), maar is de beïnvloeding van de visueel ruimtelijke kenmerken van het gebied weer groter (met name door de kruising van het Wilhelminakanaal).
077967938:C - Concept
Alternatief 8A (€ 79 mln.) heeft in dit deelgebied de laagste investeringskosten. De kosten voor alternatief 8B (€ 121 mln.) zijn, met name vanwege de kruising van het Wilhelminakanaal met een aquaduct, ongeveer 50% hoger. Het kostenverschil tussen een zuidelijke bundeling (8A) en een noordelijke bundeling (8B) is echter veel groter doordat het grootste kostenverschil tussen beide tracés in deelgebied 7 (Kruising Dommeldal) zit. Conclusie deelgebied Dommeldal-Lieshout Voor doelbereik/verkeerseffecten zijn de alternatieven niet onderscheidend. De milieueffecten laten in dit deelgebied een wisselend beeld zien, maar alternatief 8B (noordelijke bundeling) heeft wel de minste negatieve effecten. Dit komt met name doordat alternatief 8A (zuidelijke bundeling) de buurtschappen Stad van Gerwen, Achterbosch en Deense Hoek raakt. Het is echter wel zo dat de investeringskosten voor alternatief 8B vanwege de benodigde kruisingen met het Wilhelminakanaal hoger zijn dan voor alternatief 8A. In samenhang met deelgebied 7 bedraagt het verschil ongeveer €100 miljoen (boortunnel Dommeldal) tot 155 miljoen (brug Dommeldal). ARCADIS
29
MER Noordoostcorridor Samenvatting
NB. De keuze voor een zuidelijke of noordelijke bundeling met het Wilhelminakanaal moet in
Ook tast de verdiepte ligging geomorfologische waarden (beekdal Goorloop en Aa)
samenhang bekeken worden met deelgebied 7 (Kruising Dommeldal), omdat het noordelijke
aan. Beide alternatieven scoren licht positief op geluid door het wegtrekken van
alternatief in deelgebied 8 alleen gecombineerd kan worden met de noordelijke alternatieven in
verkeer uit de kernen.
deelgebied 7 (7A Noord of 7B Noord). Het zuidelijke alternatief in deelgebied 8 kan alleen in Kosten: Alternatief 9A heeft de laagste investeringskosten
combinatie met de zuidelijke alternatieven in deelgebied 8 (7A Zuid of 7B Zuid).
De aanleg van een verdiepte ligging (€45,5 mln.) kost in dit deelgebied ongeveer twee maal zo veel als de aanleg van de weg op maaiveld (€ 21,9 mln.).
8.9 Aarle-Rixtel In navolgende tabel zijn de onderscheidende effecten in dit deelgebied weergegeven
Conclusie deelgebied Aarle-Rixtel
voor verkeer/doelbereik, milieu en kosten. Na de tabel worden de effecten toegelicht.
Voor doelbereik/verkeerseffecten zijn de alternatieven niet onderscheidend omdat hetzelfde tracé wordt gevolgd. De maaiveldligging (9A) heeft de minste negatieve
Onderwerp
Aspect
Toetsingscriteria
Ref.
9A
9B
Grondwater
Grondwaterstand
Beïnvloeding grondwaterstand
0
0
-
Landschap
Geomorfologie
Geomorfologische waarden
0
-
--
21,9
45,5
milieueffecten. Milieuvoordelen van een verdiepte ligging (9B) zijn hier niet of nauwelijks aanwezig, terwijl de verdiepte ligging wel twee maal zo veel kost als de
Milieueffecten
maaiveldligging. Een keuze voor een maaiveldligging ligt dan ook voor de hand.
Investeringskosten Kosten
Kosten
Investeringskosten, excl. BTW (mln. euro)
8.10 Kruising Zuid-Willemsvaart
Tabel 10 Onderscheidende effecten deelgebied Aarle-Rixtel
In navolgende tabel zijn de onderscheidende effecten in dit deelgebied weergegeven Doelbereik/verkeer: Alternatieven zijn niet onderscheidend
voor verkeer/doelbereik, milieu en kosten. Na de tabel worden de effecten toegelicht.
Voor doelbereik/verkeerseffecten zijn de alternatieven niet onderscheidend. Onderwerp
Aspect
Toetsingscriteria
Ref.
10A
10B
Milieueffecten: Alternatief 9A heeft de minste milieueffecten, maar verschil is beperkt
Milieueffecten
Met uitzondering van de beïnvloeding van grondwaterstanden en geomorfologie,
Natuur
Beschermde gebieden
Verdroging
0
0
-
Landschap
Landschap
Karakteristiek
0
--
0
Landschapselementen, patronen
0
-
0
worden de alternatieven in dit deelgebied voor alle toetsingscriteria gelijkwaardig beoordeeld. Dit komt met name doordat de alternatieven in dit deelgebied hetzelfde
en/of -eenheden
tracé volgen. Het enige verschil is dat alternatief 9A uitgaat van een maaiveldligging terwijl alternatief 9B uitgaat van een verdiepte ligging. Omdat de verdiepte ligging hier op relatief grote afstand van bebouwing ligt, heeft deze weinig tot geen positieve
Cultuurhistorie
Visueel ruimtelijke kenmerken
0
--
0
Geomorfologie
Geomorfologische waarden
0
-
--
Cultuurhistorie
Cultuurhistorisch waardevolle
0
-
0
0
--
0
Investeringskosten, excl. BTW (mln. euro), i.c.m. alternatief 3A
87,3
97,1
Investeringskosten, excl. BTW (mln. euro), i.c.m. alternatief 3B
73,7
76,5
en archeologie
structuren en patronen
invloed op geluidhinder en visuele hinder voor omwonenden. Vanwege de bundeling
Sociale aspecten Visueel
Visuele hinder
met het Wilhelminakanaal heeft de verdiepte ligging ook voor landschap weinig effect.
Investeringskosten
De groenstructuren van het kanaal vangen de ruimtelijke impact van de weg namelijk
Kosten
al enigszins af omdat deze ruimtelijk van grotere invloed zijn. De aanleg van de verdiepte ligging leidt echter wel tot licht negatieve effecten op de grondwaterstanden
Tabel 11 Onderscheidende effecten deelgebied Kruising Zuid-Willemsvaart
in het gebied (opstuwende werking door verdiepte ligging). 30
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Voor doelbereik/verkeerseffecten zijn de alternatieven niet onderscheidend.
9. Mitigatie en compensatie
Milieueffecten: Alternatief 10B heeft de minste milieueffecten
In het onderzoek naar de milieueffecten van de tracé- en uitvoeringsalternatieven voor
Met uitzondering van de beïnvloeding van geomorfologische waarden, scoort
de Noordoostcorridor, is ook gekeken naar mogelijk maatregelen om effecten te
alternatief 10B (korte tunnel) op alle toetsingscriteria gelijkwaardig of positiever dan
voorkomen, te verminderen (mitigatie) of te compenseren.
Doelbereik/verkeer: Alternatieven zijn niet onderscheidend
alternatief 10A (brug). De kruising van de Zuid-Willemsvaart met een brug leidt op deze locatie met name tot een negatieve beïnvloeding van het landschap en de
In de deelonderzoeken die voor de verschillende aspecten (geluid, natuur, water, etc.)
cultuurhistorische waarde van de kanalen. Daarnaast leidt de brug (10A) tot visuele
zijn uitgevoerd, zijn in eerste instantie effecten bepaald en beoordeeld zonder het
hinder voor met name woningen aan de noordoostzijde van Aarle-Rixtel, doordat er
uitvoeren van mitigerende en compenserende maatregelen. Vervolgens zijn de
een relatief grote brug nodig is om de Zuid-Willemsvaart op deze locatie (het punt
mogelijke maatregelen benoemd en is aangegeven wat de invloed is van de
waar de Zuid-Willemsvaart en het Wilhelminakanaal samenkomen) te kruisen. De
maatregelen op de effectscores. De effectscores na maatregelen zijn vervolgens
korte tunnel voorkomt of beperkt de hiervoor beschreven effecten. Daar staat wel een
overgenomen in de factsheets en in deze samenvattende rapportage.
grotere beïnvloeding van geomorfologische waarden (dalvormige laagte van de Aa) tegenover. De hydrologische effecten van een korte tunnel zijn gering.
In dit hoofdstuk is een overzicht opgenomen van de in het kader van dit onderzoek benoemde maatregelen. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen (wettelijk) verplichte
Kosten: Kostenverschil brug en aquaduct is beperkt
maatregelen die standaard meegenomen zijn in het ontwerp (zoals geluidschermen) en
Uitgaande van een verknoping van de Oostwestverbinding met de N279 in deelgebied
aanvullende maatregelen die genomen kunnen worden om de effecten verder te
3 (Aansluiting/knoop Laarbeek), bedragen de investeringskosten van de kruising van
verminderen (zoals maatregelen om de weg goed in te passen in het landschap). Voor
de Zuid-Willemsvaart met een brug (10A) € 74 miljoen. Het verschil met een korte
deze aanvullende maatregelen geldt dat in het kader van de uitwerking van een
tunnel in alternatief 10B (€ 77 miljoen) is beperkt.
voorkeursalternatief ten behoeve van het PIP, bezien zal worden of deze maatregelen meegenomen worden in het ontwerp of niet.
Conclusie deelgebied Kruising Zuid-Willemsvaart Voor doelbereik/verkeerseffecten zijn de alternatieven niet onderscheidend. Voor wat
Maatregelen die standaard meegenomen zijn in het ontwerp
betreft de milieueffecten, heeft een kruising van de Zuid-Willemsvaart met een korte
Navolgende tabel bevat een overzicht van de maatregelen die standaard meegenomen
tunnel (alternatief 10B) de minste negatieve effecten. Dit komt doordat met name
worden in het ontwerp om de effecten van de verschillende alternatieven te
effecten op landschap, cultuurhistorie en visuele hinder beperkt worden. Uitgaande
voorkomen of verminderen.
van een knoop in deelgebied 3, is het kostenverschil tussen een brug en korte tunnel beperkt.
077967938:C - Concept
ARCADIS
31
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Aspect
Maatregelen
Aspect
Maatregelen
Water
Algemeen Ruimtebeslag op en/of doorsnijding van waterlopen wordt in overleg met de waterbeheerders gecompenseerd door aanleg van een nieuwe waterloop met de benodigde ontwateringsfunctionaliteit. Hierbij vormt onder andere de ontwatering ter hoogte van de verknoping bij Ekkersrijt een aandachtspunt. Ook de doorsnijding van natte natuurparels (en de effecten hiervan op verdroging) is daarbij een aandachtspunt. Effecten op waterbergingsgebieden (projectgebieden en reserveringsgebieden) door ruimtebeslag of opstuwing, moeten in overleg met de waterschappen worden gemitigeerd en/of gecompenseerd, mede rekening houdend met landschappelijke inpassing. Hierbij vormen onder andere de doorsnijdingen van de waterbergingsgebieden Bakelse Beemden het Dommeldal (zowel regionale waterberging als reserveringsgebied voor waterberging) een aandachtspunt. Omdat bij doorsnijding van reserveringsgebieden nog niet bekend is of en zo ja, welke maatregelen genomen worden, zijn deze niet meegenomen in de effectscores.
Natuur
Algemeen Effecten op EHS gebieden (zowel gerealiseerd als nog te realiseren) als gevolg van ruimtebeslag en verstoring door geluid worden gecompenseerd. Ook ruimtebeslag op leefgebieden van beschermde soorten wordt gecompenseerd. Dit wordt uitgewerkt in een Compensatieplan dat onderdeel uitmaakt van het PIP. Effecten door versnippering of barrièrewerking kunnen verminderd worden door de aanleg van voorzieningen waarmee dieren de weg kunnen kruisen. Daarbij kan gedacht worden aan dassentunnels (deelgebieden 2, 4 en 8), ruime overspanning van bruggen over de Zuid-Willemsvaart en Biezenloop (deelgebied 2), uitstapvoorzieningen met reëentunnels (deelgebied 2), hop overs voor vleermuizen (alternatief 3A en deelgebieden 4, 5 en 8), amfibie/reptielentunnels (alternatief 3A). De Noordoostcorridor is opgenomen in de projectenlijst behorende bij de Programmatische Aanpak Stikstofdepositie (PAS). Indien de PAS niet doorgaat kunnen de volgende maatregelen toegepast worden om de toename van stikstofdepositie te verminderen: - Hydrologische maatregelen. - Wegnemen van andere stikstofbronnen in de omgeving, zoals veehouderijbedrijven. - Beheersmaatregelen, zoals opslag verwijderen, plaggen en begrazen.
Deelgebied 4 Dierdonk Alternatief 4A doorsnijdt het waterwingebied bij Helmond. Er worden geen winputten geraakt, maar wel enkele waarnemingsputten. Deze dienen in overleg met Brabant Water te worden verplaatst. Deelgebied 7 Kruising Dommeldal Voor de tunnel-alternatieven (7B) kunnen mogelijke grondwaterstand verhogende effecten van de tunneltoeritten beperkt worden indien aan de bovenstroomse zijde de doorlatendheid wordt vergroot zodat het grondwater makkelijker om de tunneltoeritten heen kan stromen. Deelgebied 10 Kruising Zuid-Willemsvaart Voor beide alternatieven kunnen de effecten op grondwater van het verleggen van de Aa beperkt worden door zo veel mogelijk aansluiting te zoeken bij de bestaande loop van de Aa.
32
ARCADIS
Deelgebied 4 Dierdonk Bij de omleiding om Dierdonk (alternatief 4B) zijn robuuste ontsnipperende maatregelen nodig. Daarbij valt te denken aan de realisatie van een ecoduct en/of hop overs voor vleermuizen en dassentunnels met rasters. Landschap en cultuurhistorie
Algemeen Effecten op landschappelijke en cultuurhistorische waarden kunnen beperkt worden door bij de inpassing van de weg rekening te houden met deze waarden. Ten behoeve van de inpassing van de weg wordt een Beeldkwaliteitsplan opgesteld, dat onderdeel uitmaakt van het PIP. In het deelrapport zijn verschillende maatregelen benoemd die bij het opstellen van het Beeldkwaliteitsplan betrokken kunnen worden. Deze maatregelen zijn onder meer gebaseerd op de beschrijving van de cultuurhistorische vlakken uit de Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant.
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Aspect
Maatregelen
Aspect
Maatregelen
Archeologie
Algemeen Vroegtijdig onderzoek en planaanpassing moeten leiden tot het minimaliseren van de verstoring van archeologische vindplaatsen. Het voorkomen van aantasting van (verwachte) archeologische waarden blijkt echter niet overal mogelijk. De volgende maatregelen kunnen getroffen worden om de effecten op archeologische waarden te beperken: - Nagaan hoe de archeologische waarden alsnog kunnen worden gespaard. Hierbij kan bijvoorbeeld gekeken worden naar archeologievriendelijke bouwmethoden. (ondiepe funderingen, ophogen met zand etc.). - Archeologische waarden op een verantwoorde wijze opgraven en onderzoeken, waarna de resten bijvoorbeeld in een museum gepresenteerd kunnen worden.
Landbouw
Algemeen Uitgangspunt in het ontwerp is dat bestaande verbindingen die doorsneden worden door de Noordoostcorridor, worden hersteld. Hiermee wordt (de toename van) barrièrewerking zoveel mogelijk voorkomen. Echter zullen niet alle landbouwkundige verbindingen tussen percelen gehandhaafd blijven. Op diverse plekken in het studiegebied kan aantasting van (agrarische) panden en bouwblokken voorkomen worden door het toepassen van een steiler talud (indien mogelijk) of een keerwand (deelgebieden 1, 2, 4, 5, 8 en 9).
Geluid
Sociale aspecten
077967938:C - Concept
Algemeen Op de gehele hoofdrijbaan van de Noordoostcorridor wordt geluidsarm asfalt (overeenkomstig dunne deklagen A) toegepast. Er wordt vanuit gegaan dat bij op- en afritten en rotondes geen geluidsarm asfalt toegepast kan worden. Op basis van de rekenresultaten voor geluid is globaal bepaald of er na het toepassen van geluidsarm asfalt overschrijdingen van normen uit de Wet geluidhinder te verwachten zijn. Waar dit het geval lijkt te zijn, is onderzocht of maatregelen doelmatig gerealiseerd kunnen worden (geluidscherm / schermhoogte). Uit deze analyse het in verschillende deelgebieden doelmatig om schermen toe te passen: - Lage schermen (0-2 meter): deelgebieden 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8 en 9 - Middelhoge schermen (2-4 meter): deelgebieden 4 en 5 - Hoge schermen (4-6 meter): deelgebied 5 Algemeen Uitgangspunt in het ontwerp is dat bestaande verbindingen die doorsneden worden door de Noordoostcorridor, worden hersteld. Hiermee wordt (de toename van) barrièrewerking voorkomen. (Licht) negatieve effecten op sociale veiligheid worden beperkt door bij fietstunnels een goede verlichting en cameratoezicht toe te passen.
Tabel 12 Maatregelen die standaard meegenomen zijn in het ontwerp
Aanvullende maatregelen Onderstaande tabel bevat een overzicht van de aanvullende maatregelen die genomen kunnen worden om de effecten van de verschillende alternatieven te voorkomen of verder te verminderen. Zoals eerder aangegeven wordt bij de uitwerking van een voorkeursalternatief voor de Noordoostcorridor bekeken welke relevante maatregelen daadwerkelijk opgenomen zullen worden in het ontwerp en het PIP. Aspect
Maatregelen
Natuur
Deelgebied 5 Helmond-Asten Toename van barrièrewerking in de EVZ Astensche Aa kan worden voorkomen door het realiseren van een ruime kruising met deze beek, met doorlopende oeverzones onder het wegdek. Eventueel kunnen tussen de rijstroken vides aangelegd worden voor licht toetreding. Deelgebied 7 Kruising Dommeldal Voor de brug-alternatieven (7A) kan de vormgeving van de brug bijdragen aan vermindering van de barrièrewerking. Daarbij kan gedacht worden aan de toetreding van licht onder de brug en het plaatsen van (lage) schermen om geluid en licht af te schermen. Bij de tunnel-alternatieven (7B) kan geleidende beplanting bij de tunnelmonden barrièrewerking verminderen voor dieren die langs de beekdalflanken migreren. Beplanting geleidt o.a. vleermuizen en verminderd verstoring door licht.
ARCADIS
33
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Aspect
Maatregelen
Trillingen
Algemeen Wettelijk gezien is er geen kader waarmee bepaald kan worden wanneer maatregelen genomen moeten worden om trillingshinder te voorkomen of te verminderen. Indien het treffen van maatregelen toch wenselijk is, is voor trillingen het creëren van extra afstand tussen bron (de weg) en ontvanger (de woningen) dé manier om hinder of verstoring te voorkomen.
Lucht
Algemeen Er worden geen grenswaarden uit de Wet milieubeheer overschreden, waardoor het toepassen van maatregelen niet noodzakelijk is. Omdat er voor luchtkwaliteit echter geen concentratie te benoemen is waaronder een verdere verbetering geen positief effect meer heeft op de gezondheid, is hier een aantal maatregelen genoemd die de concentraties, veroorzaakt door het wegverkeer, kunnen verlagen: - Verdere stimulatie van schone voertuigen op lokaal niveau. - Beperking van de uitstoot door de industrie. - Beperking van de maximum snelheid en het voorkomen van stop en go momenten. - Langzaam rijden gaat sneller (LARGAS) of het instellen van een groene golf regeling van verkeerslichten.
Sociale aspecten
Aspect
Deelgebied 5 Helmond-Asten De toename van visuele hinder als gevolg van de realisatie van geluidschermen nabij Rijpelberg kan verminderd worden indien de geluidschermen langs de weg geplaatst kunnen worden in plaats van bovenop de reeds aanwezige geluidswal. Deelgebied 6 Ekkersrijt Twee panden tussen de bestaande John F. Kennedylaan en de NOC, die door de NOC niet meer bereikbaar zijn, ontsluiten op de nieuwe ontsluitingsweg van bedrijventerrein Ekkersrijt Oost. Deelgebied 7 Kruising Dommeldal De alternatieven met een noordelijke bundeling met het Wilhelminakanaal komen ten noorden van het kanaal aan de oppervlakte ter hoogte van woonwagenkamp Gaskendonk. Door het tracé aan te passen en het kanaal iets oostelijker te kruisen kan deze aantasting voorkomen worden. Een andere optie om het woonwagenkamp in zijn geheel te verplaatsen. In alternatief 7A wordt de recreatieve waarde van het Dommeldal onder andere aangetast door visuele hinder als gevolg van de brug. Door de brug een vormgeving te geven die aansluit bij het natuurlijke en rustige karakter van het gebied (bijvoorbeeld door open pijlers, gescheiden rijbanen en/of het gebruik van natuurlijke materialen), kan deze aantasting verminderd worden.
Algemeen Visuele hinder door geluidschermen kan verminderd worden door te kiezen voor architectonische schermen in plaats van ‘standaard’ schermen.
Deelgebied 8 Dommeldal-Lieshout De aantasting van de buurtschappen Stad van Gerwen, Achterbosch en Deens Hoek in alternatief 8A is niet te voorkomen. Wel kan de vormgeving van de weg er voor zorgen dat de aantasting zoveel mogelijk beperkt wordt, bijvoorbeeld door een verdiepte ligging en/of beplanting langs de weg. BetonCenter Swinkels kan in alternatief 8A niet op de huidige locatie worden gehandhaafd. Door een vervangende vergelijkbare (aan een kanaal gelegen) locatie voor dit bedrijf te vinden, kunnen de effecten hiervan gemitigeerd worden.
Deelgebied 1 A50 Bij alternatief 1B kan het aantal te amoveren gebouwen beperkt worden door het toepassen van een steiler talud. Deelgebied 2 Veghel-Bemmer Een verdiepte ligging van de Noordoostcorridor tussen Zijtaart en Doornhoek verminderd de visuele hinder en barrièrewerking door de Noordoostcorridor. Bijkomend positief effect is een vermindering van de geluidbelasting. Deelgebied 4 Dierdonk De toename van visuele hinder als gevolg van de realisatie van geluidschermen in alternatief 4A kan verminderd worden indien de geluidschermen ter plekke van de verdiepte ligging van de N279 onderaan het talud geplaatst kunnen worden. Hierdoor zijn de schermen niet zichtbaar vanuit Dierdonk.
34
ARCADIS
Maatregelen
Landbouw
Algemeen De effecten op de bereikbaarheid van landbouwpercelen kunnen beperkt worden door het toepassen van ruilverkaveling of kavelruil, het uitplaatsen van bedrijven en het zoveel mogelijk volgen van eigendomsgrenzen. Deelgebied 3 Aansluiting/Knoop Laarbeek Het aantasten van het bouwblok van de kas aan de broekdalerbaan kan gemitigeerd worden door de weg iets meer naar het oosten aan te leggen.
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Aspect
Maatregelen
Landbouw
Deelgebied 8 Dommeldal-Lieshout Het effect op het aantal bedrijven is in alternatief 8A relatief groot ten opzichte van het verlies op landbouwgrond (bij 8A gaat het om 24 gebouwen en circa 30 hectare). Door enkele bedrijven op te kopen is het grondverlies snel op te vangen.
10. Effecten voorkeursalternatief PM Na vaststelling van het voorkeursalternatief, worden de effecten hiervan in beeld gebracht en toegevoegd aan het MER.
Tabel 13 Aanvullende maatregelen die genomen kunnen worden om effecten verder te beperken
Naast de maatregelen uit de voorgaande tabel overweegt de provincie om extra maatregelen voor diersoorten te treffen om bij de realisatie van de Noordoostcorridor in te spelen op kansen en trends ten aanzien van de natuurontwikkeling in Brabant. Deze maatregelen zijn niet zozeer het gevolg van de geconstateerde effecten in het MER, maar neemt de provincie ter bevordering van de biodiversiteit. Zo zijn diersoorten als de das, boommarter en steenmarter zich in Oost en Zuidoost Brabant na een sterke teruggang weer aan het uitbreiden. De maatregelen zijn in navolgende tabel opgenomen. Aspect
Maatregelen
Natuur
Algemeen Naast de genoemde maatregelen om versnippering voor beschermde diersoorten tegen te gaan (zie tabel 12), kunnen in het gehele tracé ecologische voorzieningen (bijvoorbeeld tunnels en voorzieningen voor dieren) toegepast worden om het passeren van de weg door dieren te bevorderen. Het toepassen van het principe van “natuurinclusief bouwen”, zoals opgenomen in de rapportage Natuurinclusief bouwen, case Noordoostcorridor Brainport Eindhoven, Vista, april 2014. Natuurinclusief bouwen houdt in dat bij het ontwerp van de weg rekening wordt gehouden met ecologische aspecten. Daarbij valt te denken aan het creëren van nestruimte voor vleermuizen, zwaluwen, grote gele Kwikstaart bij bruggen, beekdalen gevarieerd inrichten met ijsvogelwanden, paaiplekken voor vissen, poelen voor amfibieën e.d., bij bolle akkers het hoogteverschil aansnijden en daarmee biotopen voor akkerrandbeplanting creëren, buitenranden met beplanting accentueren.
Tabel 14 Aanvullende maatregelen om in te spelen op kansen en trends t.a.v. natuurontwikkeling
077967938:C - Concept
ARCADIS
35
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Bijlage 1 Factsheets Structuuralternatieven
36
ARCADIS
077967938:C - Concept
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Bijlage 2 Factsheets Deelgebieden
077967938:C - Concept
ARCADIS
37
MER Noordoostcorridor Samenvatting
Bijlage 3
Ingebrachte aandachtspunten
Deze bijlage bevat een overzicht van de aandachtspunten die door de ambtelijke deelprojectgroepen en klankbordgroepen zijn ingebracht tijdens de NRD-fase van het project. Deze aandachtspunten zijn genummerd terug te vinden op de MKK’s zoals opgenomen in de factsheets voor de deelgebieden, zie bijlage 2. Onderstaand is een voorbeeld opgenomen van hoe de nummers terug te vinden zijn op de MKK’s.
38
ARCADIS
077967938:C - Concept
Nummer 1
2
3
4
5
Wie
Wat
Waar
Heemkundekring Son en Breugel
houd rekening met de archeologische waarde rondom knooppunt Ekkersrijt
Ekkersrijt
SAS
Ekkersrijt en Hooidonkse Akkers zijn archeologisch waardevol; hou er dus rekening mee
Ekkersrijt
handhaaf de Hooidonkse akkers: bolle akker met archeologische waarde
Hooidonkse Akkers
A2 Passage Dommeldal
Lieshout
A4 Passage Lieshout
KNNV Eindhoven
langs het kanaal dienen de Dorpsraad Lieshout archeologische waarden ontzien en in stand gehouden te worden t Hof en Hooge Akkers zijn SAS archeologisch waardevol; hou er dus rekening mee
Hooge Akkers
Onderdeel A1 Aansluiting en passage Ekkersrijt A2 Passage Dommeldal
A5 Knoop Laarbeek
ZLTO Veghel en Laarbeek
Indien nodig moet je de middeleeuwse Boerdonk boerderij opgraven
B3 Knoop Laarbeek
7
SAS
houd rekening met archeologisch monument Scheepstal
Scheepstal
C3 Dierdonk en Rijpelberg
8
Archeologische houd rekening met het oude gehucht Vereniging Kempen Dierdonk en Scheepstal, dat van hoge en Peelland archeologische waarde is
Dierdonk
C3 Dierdonk en Rijpelberg
6
9
1
1
2
3
4
5
6
7
8 9
10
11
076972206:0.3
Rijpelberg
Archeologie
Archeologie
Archeologie
Archeologie
Archeologie Archeologie
C4 Aansluiting N272 Archeologie C4 Aansluiting N270 A Oost West Verbinding
Eindhoven
Eindhoven
Laarbeek
Achterbosch
zorgen voor een veilige fietsverbinding van en naar scholen in de omgeving Dorpsraad Lieshout Lieshout alsmede een veilige fietsverbinding voor werknemers van Bavaria waarborg de internationale fietsroute Actiegroep Landelijk via de Laarbrug tussen Beek en Donk en Laarbeek Aarle-Rixtel voorkom dat N279 nationale route met Dorpsraad Zijtaart grote verkeersaantrekkende werking wordt voorkom dat de N279 ongewenst Dorpsraad Keldonk nationaal verkeer aantrekt voorkom dat NOC een landelijke hoofdroute wordt door te kiezen voor EVO 80 km per uur in plaats van 100 km per uur Fietsersbond, Maak een veilige verbinding afdeling Veghel
Archeologie
Archeologie
Archeologische houd rekening met het oude gehucht Vereniging Kempen Rijpelberg, dat van hoge archeologische Rijpelberg en Peelland waarde is De geluidswal bij Rijpelberg is BrabantWater aangelegd met verontreinigde grond en lekt voorkom dat de NOC een nationale Brabantse hoofdroute tussen de Randstad en Milieufederatie Venlo wordt Verbeter de sociale veiligheid van de Ondernemersvereni huidige fietsroute tussen Son en ging Ekkersrijt Eindhoven Houd in de verkeersmodellen rekening met de wijzigingen aan de A2 bij GOOL Eindhoven bescherm de internationale fietsroute Actiegroep Landelijk die zich ten zuiden van het Laarbeek Wilhelminakanaal bevindt Dorpsraad Lieshout waarborg verbindingsbrug Achterbosch voor landbouwers en fietsers
Aspect
Laarbeek
Zijtaart
A1 Aansluiting en passage Ekkersrijt A1 Aansluiting en passage Ekkersrijt A3 Dommeldal Lieshout A3 Dommeldal Lieshout
Bodem
Infrastructuur
Infrastructuur
Infrastructuur
Infrastructuur
Infrastructuur
A4 Passage Lieshout Infrastructuur A5 Knoop Laarbeek
Infrastructuur
B N279 Midden Infrastructuur
Keldonk
B N279 Midden
Veghel
B N279 Midden
Infrastructuur
Infrastructuur Veghel
B N279 Midden
Infrastructuur
12
13 14 15
16
17
18
19
20
Stichting Kern West
houd rekening met bestaande Zijtaart fietsverbinding en fietsbrug uit Zijtaart
Verbreed de weg aan de westkant van Deurne's Industrieel de huidige weg, hier ligt reeds een Contact zandtracé Werkgroep fietsbrug Rijpelberg-Dierdonk Brouwberg instandhouden Houd het gebied ten oosten van de Dorpsraad Lieshout N279 minstens zo bereikbaar voor fietsen als nu hier heeft de Raad van State net Deurne's Industrieel toestemming gegeven om een Contact zuidelijke rondweg rond Deurne aan te leggen
Fietsersbond afd. Eindhoven
Fietsersbond afd. Eindhoven
Fietsersbond afd. Eindhoven
Fietsersbond afd. Eindhoven
B1 Passage Veghel
Deurne
C2 Laarbeek tot Dierdonk
Rijpelberg
C3 Dierdonk en Rijpelberg
Lieshout
C3 Dierdonk en Rijpelberg
Deurne
Infrastructuur
Infrastructuur Infrastructuur
Infrastructuur
C6 Aansluiting N67 Infrastructuur
Wat ontbreekt bij de MKK en waar op de afgelopen bijeenkomst nogmaals aandacht voor is gevraagd, is de doorgang voor de schoolgaande jeugd van noord naar zuid en vv: - Vanuit Eindhoven naar Son, over de Bokt;
Eindhoven
Wat ontbreekt bij de MKK en waar op de afgelopen bijeenkomst nogmaals aandacht voor is gevraagd, is de doorgang voor de schoolgaande jeugd van noord naar zuid en vv: - Vanuit Eindhoven naar Son, over de Eindhovenseweg;
Eindhoven
Wat ontbreekt bij de MKK en waar op de afgelopen bijeenkomst nogmaals aandacht voor is gevraagd, is de doorgang voor de schoolgaande jeugd van noord naar zuid en vv: - Vanuit Nuenen naar Breugel over de Hooidonk-Stakenburgstraat;
Nuenen
Wat ontbreekt bij de MKK en waar op de afgelopen bijeenkomst nogmaals aandacht voor is gevraagd, is de doorgang voor de schoolgaande jeugd van noord naar zuid en vv: - De oversteek bij stad van Gerwen;
Stad van Gerwen
Infrastructuur
Infrastructuur
Infrastructuur
Infrastructuur
21
Fietsersbond afd. Eindhoven
Wat ontbreekt bij de MKK en waar op de afgelopen bijeenkomst nogmaals aandacht voor is gevraagd, is de doorgang voor de schoolgaande jeugd van noord naar zuid en vv: - en bij het Achterbosch;
Achterbosch
Wat ontbreekt bij de MKK en waar op de afgelopen bijeenkomst nogmaals aandacht voor is gevraagd, is de doorgang voor de schoolgaande jeugd van noord naar zuid en vv: - bij Lieshout.
Lieshout
Infrastructuur
22
Fietsersbond afd. Eindhoven
23
Realiseer een veilige verbinding voor Dorpsraad Lieshout fietsverkeer van en naar school de Helm
Lieshout
ZLTO Asten
Helmond
24
076972206:0.3
Handhaaf deze agrarische oversteek
Infrastructuur
Infrastructuur C5
Infrastructuur
Fietsersbond, afdeling Helmond ZLTO afdeling Deurne
Waarborg deze oversteek voor langzaam verkeer Houd de agrarische verbinding Vlierbeek Oostappen in stand
27
25
Helmond
C5
Deurne
C5
Dorpsraad Ommel
Behoud oversteek Oostappensche Dijk Deurne
C5
1
SAS
houd rekening met de aardkundige waarden bij Rijpelberg
C3 Dierdonk en Rijpelberg
2
IVN Son en Breugel
ondertunnel de NOC bij Esp en Bokt, dit Esp is waardevol cultuurlandschap
A1 Aansluiting en passage Ekkersrijt
3
Henri van Abbestichting
handhaaf de monumentale 16eeeuwse boerderij op het adres Esp 6
A2 Passage Dommeldal
26
4 5
6
7
8
Dorpsraad Nederwetten Dorpsraad Nederwetten
Rijpelberg
Infrastructuur Infrastructuur Landschap en cultuurhistorie Landschap en cultuurhistorie
Landschap en cultuurhistorie Landschap en Hooidonkse A2 Passage cultuurhistorie Akkers Dommeldal A3 Dommeldal - Landschap en Nederwetten cultuurhistorie Lieshout Woensel
houd rekening met de Hooidonkse Watermolen en het oude klooster behoud Nederwetten als samenhangend historisch geheel ook de cultuurhistorische gehuchten zoals het Achterbosch, de Deense Hoek Dorpsraad Lieshout Lieshout en 't Hof dienen in stand gehouden te worden behoud de Hooge akkers: Actiegroep Landelijk Hooge Akkers cultuurhistorisch Hagelkruis met Laarbeek recreatieve waarde houd rekening met de oude SAS viskwekerijen, die zijn cultuurhistorisch Laarbeek belangrijk
A4 Passage Lieshout A5 Knoop Laarbeek C2 Laarbeek tot Dierdonk
Landschap en cultuurhistorie Landschap en cultuurhistorie
Heemkundekring Helmond-Peelland
10
Brouwhuische Heemkundekring HN deze oude historische weg was vroeger en Ouwerling de doorgaande weg in deze streek Oostappensch e Heide
C5 Brouwhuische en Oostappensche Landschap en Heide cultuurhistorie
11
houd rekening met dit woonhuis met IVN Asten Someren cultuurhistorische waarde (Bij Schooteind???)
C5 Brouwhuische en Oostappensche Landschap en Heide cultuurhistorie
Expertmeeting (17/04/2012)
Dierdonk
Asten
C3 Dierdonk en Rijpelberg
Landschap en cultuurhistorie
9
12
hier staat boerderij Dierdonk: vroeger een baken in een leeg landschap
Infrastructuur
Het buurtschap Zondveld bij Zijtaart, in tracé N279 Noord, is een cultuurhistorisch waardevol ensemble Zondveld van historsche lintbebouwing met langgevelboerderijen en aangrenzende ‘bolle akker’.
N279 HelmondVeghel Landschap en cultuurhistorie
13
Expertmeeting (17/04/2012)
Het buurtschap ‘t Hof bij Lieshout, is uit cultuurhistorisch oogpunt één van de t Hof toplocaties in het tracé van de NOC.
Oostwest verbinding
14
Expertmeeting (17/04/2012)
In het buurtschap Achterbosch bij Lieshout liggen relatief veel Achterbosch kenmerkende langgevelboerderijen van rond 1900.
Oostwest verbinding
15
Expertmeeting (17/04/2012)
Het kloostereiland Hooidonk aan de Dommel is uit cultuurhistorisch oogpunt één van de toplocaties in het tracé van de NOC.
Hooidonk
Oostwest verbinding
16
Henri van Abbestichting
houd rekening met landschapswaarde van de Hooidonkse Watermolen
Hooidonkse Akkers
A2 Passage Dommeldal
076972206:0.3
Landschap en cultuurhistorie
Landschap en cultuurhistorie
Landschap en cultuurhistorie
Landschap en cultuurhistorie Landschap en cultuurhistorie
handhaaf Nederwetten en het omringende landelijke gebied; dit is een eenheid voorkom doorsnijding van Ruweeuwsels, Stad van Gerwen en Olen Dommeldal en Breugels broek zijn belangrijke NNP’s. Ook het akkercomplex is van groot landschappelijk belang
17
Henri van Abbestichting
18
IVN Son en Breugel
19
Expertmeeting (17/04/2012)
20
Hier lag vroeger het oude IVN Asten Someren kampenlandschap aan weerszijden van Deurne de Astensche Aa
1
IVN Son en Breugel
2 3 4 5
Henri van Abbestichting
A3 Dommeldal Landschap en Lieshout cultuurhistorie
Olen
A4 Passage Lieshout
Dommeldal
Oostwest verbinding
houd rekening met natuurgebieden Esp, Dommel, Breugelsche Beemden, Ruweeuwsels
Esp
houd rekening met natuurwaarden Dommel, Dommeldal
Dommel
behoud de natuurwaarde van de IVN Nuenen Dommel behoud het waardevolle natte Brabants Landschap natuurgebied Ruweeuwsels KNNV Eindhoven
Nederwetten
houd rekening met Ruweeuwsels: een nat kwetsbaar gebied aan de zuidzijde waarborg de natuurwaarde van natte natuurgebied Ruweeuwsels Waarborg de natuurwaarde van natte natuurparels
A1 Aansluiting en passage Ekkersrijt
Natuur A2 Passage Dommel Natuur Dommeldal A3 Dommeldal Ruweeuwsels Natuur Lieshout Ruweeuwsels
A3 Dommeldal Lieshout
Natuur A3 Dommeldal Ruweeuwsels Natuur Lieshout A3 Dommeldal Natuur Lieshout
7
IVN Nuenen
8
de natuurgebieden langs het Wilhelminakanaal o.a. de RuDorpsraad Lieshout weeuwsels Breugelsche Beemden, moeten in stand gehouden worden
Ruweeuwsels
9
Actiegroep Landelijk houd rekening met het bijzondere Laarbeek natuurgebied De Rijbroeker Beemden
Rijbroeker Beemden
A5 Knoop Laarbeek
10
Toeristisch Ondernemers Platform Brabant
De Biezen
A5 Knoop Laarbeek
IVN Veghel
Leg de weg niet door 't Lijnt
12
Stichting Kern West
bescherm en verbeter het Aadal door de N279 om Veghel heen te leggen
13
Dorpsraad Keldonk
14
Heemkundekring Aarle-Rixtel
15
SAS
16
IVN Laarbeek
Structuurversterking van de Natuurzone tussen Molerheide en Lieshoutseheide en Het Gerecht houd rekening met natuurgebied Bakelse Beemden hou rekening met de natuurlijke waarden van De Biezen houd rekening met de natuur- en recreatieve waarden rond de Bakelse Aa handhaaf de unieke natuurwaarde van Bakelse Beemden
17
BrabantWater
18
SAS
blijf af van de Bakelse Beemden
IVN Laarbeek
voorkom dat de NOC de Bakelse Beemden, de Hooge Akkers en de EHS doorsnijdt
19
076972206:0.3
Natuur
A2 Passage Dommeldal
IVN Nuenen
11
Landschap en cultuurhistorie
C5 Brouwhuische en Oostappensche Landschap en Heide cultuurhistorie
6
tast natuurgebied De Biezen niet aan
Landschap en cultuurhistorie
A4 Passage Lieshout Natuur
B1 Passage Veghel het Aadal
Keldonk Bakelse Beemden De Biezen
B1 Passage Veghel B2 N279 Veghel tot Laarbeek C1 Knoop Laarbeek C2 Laarbeek tot Dierdonk
Bakelse Aa
C2 Laarbeek tot Dierdonk
Bakelse Beemden Bakelse Beemden
C3 Dierdonk en Rijpelberg C3 Dierdonk en Rijpelberg
Bakelse Beemden
C3 Dierdonk en Rijpelberg
Natuur
Natuur Natuur
Natuur
Natuur Natuur Natuur
Natuur Natuur Natuur
Natuur
20
Heemkundekring HN bescherm de Bakelsche Beemden door Bakelse Ouwerling hier geen weg door te leggen Beemden
21
Astensche Aa wordt reeds gehermeanderd: leg daarom een IVN Asten Someren amfibiepassage onder N279 aan en combineer zo dieren en mensen
C5 Brouwhuische en Astensche Aa Oostappensche Heide
Op de kruising van de N279 en de IVN Asten Someren Astensche Aa lag een moeras
C5 Brouwhuische en Astensche Aa Oostappensche Heide
22
23
Expertmeeting (17/04/2012)
24
Expertmeeting (17/04/2012)
25
Expertmeeting (17/04/2012)
26
Dorpsraad Keldonk
27
Expertmeeting (17/04/2012)
28
BrabantWater
Ten zuidwesten van de waterzuivering Helmond ligt de natte natuurparel De Bundertjes. Wijboschbroe Wijboschbroek is belangrijke NNP k
Ten Zuiden van kanaal: hier ligt het Geregt, natuurgebied. Waardevol, kleinschalig gebied (De Beemd). Betreft grotendeels beheergebied (planten, vlinders, amfibiën, struweelvogels). Archeologisch niet een erg hoog gebied, wel kwetsbaar, maar niet onderscheidend. handhaaf de openbare bosgebieden ten noorden van Rijpelberg; dit is tevens waterwingebied
Rijpelberg
30
de dassentunnels onder de A67 zijn te IVN Asten Someren steil en liggen onder water, en hebben Deurne daardoor geen nut
2
3
4
5
Lieshout
C3 Dierdonk en Rijpelberg
A2 Passage Dommeldal Natuur C6 Aansluiting N68 A3 Dommeldal Lieshout
Actiegroep Landelijk houd rekening met de kerosineleiding Laarbeek die in het plangebied ligt
Laarbeek
C1 Knoop Laarbeek
Bokt
A1 Aansluiting en passage Ekkersrijt
hou rekening met het waardevolle agrarische gebied bij Bokt
ZLTO afdeling Deurne
agrarische oversteek Esdonk Biesbeek is in gevaar door toenemende drukte op N270
Deurne
Houd rekening met het fietspad aan de Wilhelminazuidoever van het Wilhelminakanaal kanaal
7
Dorpsraad Gerwen
Houd rekening met recreatiebedrijf Krakenburg
8
Toeristisch Ondernemers Platform Brabant
Houd rekening met recreatiegebied De De Heikant Heikant
076972206:0.3
Oostwest verbinding
A5 Knoop Laarbeek
SAS
6
Natuur
Actiegroep Landelijk houd rekening met kerosineleiding van Laarbeek Laarbeek de NATO
Henri van Abbestichting
Natuur
Natuur
Handhaaf de oevers van de Dommel in verband met het belang van deze Dommel oevers voor amfibien
houd rekening met de hier gelegen hogedruk aardgastransportleiding
Natuur
Natuur
Trefpunt Groen Eindhoven
Dorpsraad Lieshout
Natuur
Natuur N279 HelmondNatuur Veghel
Keldonk
De Beemd
Natuur
N279 AstenHelmond
Het natuurgebied de Ruweeuwsels is Oostwest zeer waardevol, hoewel het ‘slechts’ de Ruweeuwsels verbinding status EHS heeft.
29
1
C3 Dierdonk en Rijpelberg
Olen
C5 Brouwhuische en Oostappensche Heide
Natuur
RO
RO
RO
RO
RO
A3 Dommeldal Lieshout
RO A3 Dommeldal RO Lieshout A5 Knoop Laarbeek
RO
9
ANWB
herstel de recreatieve verbinding Derde Derde Steeg Steeg over de N272
B3 Knoop Laarbeek
10
Heemkundekring Aarle-Rixtel
houd rekening met sportpark AarleRixtel en natuurgebied De Biezen
Aarle-Rixtel
C1 Knoop Laarbeek
Brabantse Milieufederatie
Bakelse Aa is belangrijk uitloopgebied voor Helmondenaren en moet gespaard blijven
Bakelse Aa
11
12
13
14
Expertmeeting (17/04/2012)
Hier wordt nu ook een forellenvijver aangelegd als onderdeel van een recreatieve poort. Het betreft particulier bezit. (Ecologisch minder waardevol in vergelijking met Bakelse beemden of De Biezen en Milschot)
RO
C2 Laarbeek tot Dierdonk RO
Archeologische Bakelse Beemden zijn belangrijk Bakelse Vereniging Kempen uitloopgebied voor Helmondenaren en Beemden en Peelland moeten gespaard blijven
De recreatieve routes door de Wijkraad Brouwhuis Brouwhuische Heide moeten blijven
RO
C3 Dierdonk en Rijpelberg RO
C5 Brouwhuische Brouwhuische en Heide Oostappensche Heide
Aarlesche vijver
RO
N279 AstenHelmond
RO 15
Actiegroep Landelijk houd rekening met de bouw van een Laarbeek nieuwe brede school
Laarbeek
A5 Knoop Laarbeek
Actiegroep Landelijk Waarborg een veilige fietsroute voor de Laarbeek Laarbeek schooljeugd
A5 Knoop Laarbeek
voorkom sluipverkeer langs Zwijsen Stichting Kern West Veghel College in Veghel Dorpsplatform Aarle- Houdt rekening met de aanleg Bemmer Aarle-Rixtel Rixtel IV
B1 Passage Veghel C1 Knoop Laarbeek
19
houd rekening met andere ruimtelijke ontwikkelingen, zoals de bouw van het Wijkraad Brouwhuis Brouwhuis stadion en het evenemententerrein (en Groene Peelvallei)
C4 Aansluiting N270
20
houd rekening met de glastuinbouw Wijkraad Brouwhuis rondom Deurne
Deurne
C4 Aansluiting N271
21
Deurne's Industrieel het nieuwe bedrijventerrein van Contact Deurne staat nog niet op de kaart
Deurne
C6 Aansluiting N67
Deurne's Industrieel Realiseer een goede ontsluiting van Contact mobilisatiecomplex Deurne
Deurne
Archeologische hier ligt een toekomstige woonlocatie Vereniging Kempen (Blixembosch Noordoost???) en Peelland
Ekkersrijt
A1 Aansluiting en passage Ekkersrijt
Ekkersrijt
A1 Aansluiting en passage Ekkersrijt
16 17 18
22
23
24
25
SAS
Dorpsraad Gerwen
26
SAS
27
Dorpsraad Eerde
28
076972206:0.3
IVN Veghel
hier ligt een toekomstige woonlocatie (Blixembosch Noordoost???)
RO RO RO
RO
C6 Aansluiting N270
sluit het dorp Gerwen door de nieuwe Gerwen verbinding niet af van Stad van Gerwen
A3 Dommeldal Lieshout
hier komt een nieuwe woonwijk; hou er Laarbeek rekening mee de omlegging Veghel bedreigt Zijtaart Eerde en Eerde. Woningen, Versnippering, Leefbaarheid
A5 Knoop Laarbeek
voorkom dat Eerde door de omleiding nog meer wordt afgesneden
B1 Passage Veghel
Eerde
RO
B1 Passage Veghel
RO
RO
RO
RO
RO
RO RO
RO
RO
voorkom dat Zijtaart door een lange omleiding ingeklemd wordt door wegen, kanalen en bedrijventerreinen
Zijtaart
Stichting de Scheifelaar
pas geluid- en stankbeperkende maatregelen toe in Eerde en Zijtaart
Eerde
31
Stichting de Scheifelaar
pas geluid- en stankbeperkende maatregelen toe in Eerde en Zijtaart
Zijtaart
32
Dorpsplatform Aarle- houd rekening met woningbouw bij Rixtel Lieshout en Aarle-Rixtel
Aarle-Rixtel
33
Dorpsraad Lieshout Waarborg de rust op de campings
Helmond
29
30
34
35
36
1
Dorpsraad Zijtaart
Toeristisch Ondernemers Platform Brabant Toeristisch Ondernemers Platform Brabant Gemeente Deurne
Brabants Landschap
Waarborg alle fiets-, wandel- en ruiterroutes nabij Achterbosch
RO
Lieshout
Ontsluit recreatiegebied Prinsenmeer beter op fietsers en wandelaars vanuit Helmond Helmond Houd rekening met Structuurvisie Deurne Groene Peelvallei (recreatieve ontwikkeling)
B1 Passage Veghel B1 Passage Veghel C1 Knoop Laarbeek C4 Aansluiting N270 A4 Passage Lieshout
C6 Aansluiting N270 A2 Passage Dommeldal
houd rekening met de waterberging van waterschap De Dommel in dit gebied
Dommel
A3 Dommeldal Lieshout
3
bescherm de waterwinningen van Dorpsraad Lieshout BrabantWater en Bavaria
4
IVN Nuenen
Lieshout
Voorkom verstoring Kwelwaterstromen Son en door NOC ten noorden van Breugel Wilhelminakanaal te realiseren
Dorpsraad Lieshout houd rekening met de Goorloop
Lieshout
RO RO RO
RO
RO
Son en Breugel
ZLTO Dommelland
RO
C5
Bescherm hydrologische structuur en grondwaterstromen (bij tunnel)
2
5
B1 Passage Veghel
RO
Water
Water A3 Dommeldal Water Lieshout A3 Dommeldal Lieshout Water A4 Passage Lieshout Water
6
7
8
IVN Laarbeek
Heemkundekring Helmond-Peelland
houd rekening met het waterbergingsgebied bij Rijpelberg en Brouwhuis
Rijpelberg
C3 Dierdonk en Rijpelberg Water
Brouwhuische dit gebied wordt een en noodoverloopgebied voor waterberging Oostappensch e Heide
Expertmeeting (17/04/2012)
Hier ligt een waterbergingsgebied, wat bij doorsnijding gecompenseerd moet worden. Dit is een Waterwingebied en grondwater-wingebied. Belangrijke schakel in landschapecologisch opzicht.
Expertmeeting (17/04/2012)
Ten zuiden van Son is een hydrologisch Son zeer kwetsbaar gebied (grondwaterstromen).
C5 Brouwhuische en Oostappensche Heide
Water
Beekdal Aa, Astensche Aa N279 Asten(Diesdonk), Helmond Bakelse Beemden Water
9
076972206:0.3
Oostwest verbinding
Water
10
Expertmeeting (17/04/2012)
EVO 11
12
13
14
076972206:0.3
Expertmeeting (17/04/2012)
Expertmeeting (17/04/2012)
Waterschap Aa en Maas
Ten zuiden van het Wilhelminakanaal ten hoogte van Breugel (beekdal Dommel en Hooidonkse Akkers en Breugel Breugelssche Beemden) ligt een is een hydrologisch complex en zeer kwetsbaar gebied.
Oostwest verbinding
Houd bij de realisatie van bruggen Wilhelminarekening met de opwaardering van het kanaal Wilhelminakanaal naar klasse IV
A Oost West Verbinding
Kipverwerker Plukol (nabij Ommel) gebruikt grondwater. Tevens is dit een Ommel boringsvrije zone. Scheidende lagen mogen niet doorboord worden.
N279 AstenHelmond
Dit is een Waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebied. Bakelsbosch Belangrijk nat natuurgebied (geen NNP)
N279 AstenHelmond
Bochtverruiming Z-WillemsvaartWilhelminakanaal. Rijkswaterstaat heeft concrete plannen voor het afsnijden van de boch die schepen vanuit de noordelijke Z-Willemsvaart richting het Wilhelminakanaal maken. Meer informatie qua ruimtebeslag en evt. kosten bij RWS opvragen
B3 Knoop Laarbeek
Aarle-Rixtel
Water
Water
Water
Water + Natuur
Water