Meerjarenbeleidsplan 2008-2012
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
1 van 68
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012
Opdrachtgever Raad van Bestuur Status Vastgesteld Raad van Toezicht Verspreiding Openbaar
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
2 van 68
Inhoudsopgave
Voorwoord................................................................................................................................................. 4 Samenvatting............................................................................................................................................. 5 1
Inleiding ........................................................................................................................................ 6
1.1
Doel en inhoud ............................................................................................................................... 6
1.2
Leeswijzer ...................................................................................................................................... 6
2
Bestaansgrond en missie............................................................................................................. 7
3
Het Kadaster en zijn omgeving anno 2007................................................................................... 8
3.1
Omgevingsanalyse ......................................................................................................................... 8
3.2
Interne ontwikkelingen ...................................................................................................................11
4
Visie en ambitie: het Kadaster anno 2012 ...................................................................................14
4.1
Visie, ambitie en strategische doelstellingen ...................................................................................14
4.2
Continuïteit en verbetering .............................................................................................................14
4.3
Vernieuwing ..................................................................................................................................16
4.4
Organisatieontwikkeling .................................................................................................................18
5
Uitwerking doelstellingen per kerntaak.......................................................................................19
5.1
Openbare registers en kadastrale registratie – juridisch-registratief .................................................19
5.2
Openbare registers en kadastrale registratie - landmeetkundig-cartografisch...................................24
5.3
Openbare registers en kadastrale registratie - informatieverstrekking ..............................................29
5.4
Topografie.....................................................................................................................................33
5.5
Geometrische infrastructuur ...........................................................................................................35
5.6
Gebiedsontwikkeling......................................................................................................................37
5.7
Informatievoorziening uit andere registraties...................................................................................40
5.7.1
Informatie-uitwisseling ondergrondse netten ...................................................................................40
5.7.2
Landelijke voorziening WKPB ........................................................................................................41
5.7.3
Landelijke voorziening BAG ...........................................................................................................41
5.7.4
Ontsluiting energieprestatiecertificaten ...........................................................................................42
5.7.5
Andere landelijke voorzieningen.....................................................................................................42
5.8
Internationale activiteiten ...............................................................................................................42
6
Bedrijfsvoering ............................................................................................................................44
6.1
Organisatie-inrichting.....................................................................................................................44
6.2
Personeel......................................................................................................................................45
6.3
Interne besturing............................................................................................................................47
6.4
Marketing en klantenservice...........................................................................................................48
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
3 van 68 6.5
Communicatie en public affairs ......................................................................................................49
6.6
Informatie- en communicatietechnologie.........................................................................................50
6.7
Huisvesting en archieven ...............................................................................................................52
6.8
Financiën ......................................................................................................................................52
Bijlagenoverzicht......................................................................................................................................55
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
4 van 68
Voorwoord We leven in een dynamische tijd. De technologische ontwikkeling laat grenzen vervagen en brengt informatie van elke plaats ter wereld voor iedereen binnen handbereik. Tegelijkertijd legt de groeiende wereldbevolking een toenemend beslag op de beperkte ruimte en natuurlijke hulpbronnen. Problemen als armoede en milieu vragen om oplossingen op wereldschaal. Van de overheid in ruime zin (van G8 tot en met gemeentebestuur) wordt een samenhangende aanpak gevraagd waarbij men over de eigen grenzen heen durft te kijken en innovaties benut en stimuleert. Wij zien in Nederland de grenzen tussen bestuursniveaus vervagen en samenwerkingsverbanden ontstaan tussen organisaties op gemeentelijk, provinciaal en rijksniveau. Een goed voorbeeld is de ontwikkeling van de geoinformatie-infrastructuur, die noodzakelijk is voor een samenhangend beleid op gebieden als ruimtelijke ordening, natuur en landschap, infrastructuur, energiegebruik en milieu. Om dit te laten slagen speelt een goede samenwerking tussen de verschillende overheden en met het bedrijfsleven een sleutelrol. En niet alleen binnen Nederland: een dergelijke infrastructuur is ook in ontwikkeling op Europees niveau (INSPIRE). Het Kadaster levert een bijdrage aan een duurzame samenleving vanuit zijn positie als betrouwbare leverancier van vastgoed- en geo-informatie en als onafhankelijk adviseur bij ruimtelijke vraagstukken. De verbindende rol tussen de bestuurslagen die wij van nature spelen wordt versterkt door het oppakken van nieuwe informatievoorzieningstaken, onder meer voor adressen en gebouwen, publiekrechtelijke beperkingen en energieprestatiecertificaten. De dynamiek in de samenleving vraagt om een voortdurende ontwikkeling van onze kerntaken, onder meer om meervoudig ruimtegebruik te ondersteunen en om aan de behoefte aan actuele en geïntegreerde geo-informatie te voldoen. In toenemende mate kijken we daarbij over de grenzen heen om zo goed mogelijk op de ontwikkelingen en behoeften in te kunnen spelen en om internationale ontwikkelingen mogelijk te maken. Een en ander stelt ons voor nieuwe uitdagingen op het gebied van financiering, governance en bedrijfsvoering. Wij gaan deze uitdagingen graag aan met een open oog voor de belangen van klanten, samenwerkingspartners en medewerkers. Open, zeker, ambitieus: deze begrippen zijn ook in dit Meerjarenbeleidsplan de rode draad. Apeldoorn, september 2007 Raad van Bestuur Kadaster Dorine Burmanje Godfried Barnasconi Arco Groothedde
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
5 van 68
Samenvatting Het Kadaster heeft de ambitie dé leverancier van vastgoed- en geo-informatie in Nederland te zijn, en toonaangevend in Europa. In dit meerjarenbeleidsplan worden de in eerdere jaren neergezette strategische lijnen voortgezet: 1. Wij waarborgen de continuïteit van de publieke taakuitvoering en verbeteren voortdurend de kwaliteit en efficiency daarvan, ook in vergelijking met andere Europese organisaties. 2. Tussen nu en 2010 registreren en/of ontsluiten wij alle relevante geo- en vastgoedgegevens in Nederland op, boven en onder de grond en zetten we onze kennis en informatie in voor verbetering en vernieuwing van de publieke dienstverlening op dit gebied in Nederland en Europa. 3. Wij richten onze organisatie in op duurzame eisen van efficiency, effectiviteit en innovatievermogen en bieden onze medewerkers een inspirerende werkomgeving waarin zij hun kennis en competenties kunnen ontwikkelen en optimaal kunnen inzetten. Belangrijke ontwikkelingen ten opzichte van het vorige meerjarenbeleidsplan zijn: - Plannen voor vergroting van de juridische betrouwbaarheid van de kadastrale registratie zijn verder uitgewerkt. - Met het notariaat zijn afspraken gemaakt over verdere stroomlijning van het inschrijvingsproces. - De rol van het Kadaster in het stelsel van basisregistraties wordt groter: naast kadaster, topografie, adressen en gebouwen ook mogelijk WOZ en GBKN. - De Wet Inrichting Landelijk Gebied is in werking getreden; het Kadaster gaat zijn expertise breder inzetten op het gebied van ruimtelijke ordening en inrichting. - Inbedding van de KLIC-functie wordt door vertraging in de wetgeving uitgesteld tot 2008. - Het proces van organisatieontwikkeling ligt op schema; gestart is met de centralisatie van de productiesturing en de concentratie van de ondersteunende functies. - Financiële resultaten zijn minder dan gepland, onder meer door daling van het werkaanbod. De omzet is ook gedaald als gevolg van een tweetal tariefsdalingen in 2006. Deze versie van het meerjarenbeleidsplan bevat nog geen overzicht van de doelstellingen voor het eerste jaar van de planperiode. Dit zal worden toegevoegd nadat de prioriteitstelling in de jaarplannen bepaald is (eind 2007).
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
6 van 68
1
Inleiding
1.1
Doel en inhoud
Met het Meerjarenbeleidsplan (MBP) geeft het Kadaster jaarlijks inzicht in de voor het Kadaster belangrijke ontwikkelingen en de vertaling daarvan in (strategische) beleidsvoornemens voor de komende vijf jaren. Het MBP vormt zo het kader van waaruit het Kadaster zijn externe en interne bedrijfsbeleid verder concretiseert en uitvoert. Het MBP wordt, voorafgaande aan de goedkeuring door de Minister van VROM, besproken met de Gebruikersraad en de Raad van Toezicht. Het voorliggende MBP is een actualisatie van het MBP 2007-2011. De opzet is niet ingrijpend gewijzigd. Het MBP is uitgebreid met nieuwe taken van het Kadaster op het gebied van informatievoorziening uit andere registraties (ondergrondse netten, adressen en gebouwen, publiekrechtelijke beperkingen, energieprestatiecertificaten). 1.2
Leeswijzer
Dit MBP omvat na het voorwoord en de samenvatting de hoofdstukken 1 tot en met 6 en de bijlagen. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 het kader geformuleerd waarbinnen en van waaruit het Kadaster opereert. Hoofdstuk 3 beschrijft de voor het Kadaster relevante ontwikkelingen in de omgeving en in de eigen organisatie. In hoofdstuk 4 worden op basis hiervan de ambities en belangrijkste strategische doelstellingen voor het Kadaster aangegeven. In hoofdstuk 5 zijn de concrete doelstellingen opgenomen voor de kernactiviteiten van het Kadaster: Openbare Registers en Kadastrale Registratie, Gebiedsontwikkeling, Topografie, Geometrische infrastructuur, Informatievoorziening uit andere registraties en Internationale activiteiten. In hoofdstuk 6 worden de beleidsvoornemens vertaald naar de verschillende aspecten van de bedrijfsvoering: organisatie en personeel, informatie- en communicatietechnologie, interne besturing (waaronder kwaliteitsbeleid), huisvesting en financiën. Daarbij wordt aandacht besteed aan het programma van organisatie-ontwikkeling waarmee wij onze doelstellingen voor de komende periode willen realiseren. In de bijlagen is de financiële doorrekening opgenomen van de beleidsvoornemens in een balans en een winst- en verliesrekening voor de komende vijf jaar. Tevens is een lijst opgenomen van in de tekst voorkomende afkortingen.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
7 van 68
2
Bestaansgrond en missie
Maatschappelijk bestaansrecht Nederland is dichtbevolkt en het ruimtegebruik is intensief. Er worden dan ook hoge eisen gesteld aan de geoinformatievoorziening en aan de dienstverlening bij onroerend goed transacties. Het Kadaster levert daarvoor basisvoorzieningen met optimale betrouwbaarheid en actualiteit tegen zo laag mogelijke kosten. Wettelijk kader Het Kadaster voert wettelijke taken uit in het belang van de rechtszekerheid en de geo-informatievoorziening. Deze taken worden beschreven in een aantal wetten. Naast deze wetten vormt de Organisatiewet Kadaster het kader voor de juridische en bestuurlijke status van het Kadaster. De Kadasterwet, die ten dele is gebaseerd op bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek, vormt de wettelijke grondslag voor de activiteiten op de terreinen openbare registers, kadastrale registratie, topografie en geometrische infrastructuur. Ook de informatievoorzieningstaken op het gebied van publiekrechtelijke beperkingen en van ondergrondse netten (na inwerkingtreding van het desbetreffende wetsvoorstel) zijn in de Kadasterwet vastgelegd. De Wet Inrichting Landelijk Gebied en aanverwante wetten geven de wettelijke basis voor de ondersteuning bij de gebiedsontwikkeling. Deze ondersteuning heeft als belangrijkste accenten het dienen van de rechtszekerheid van de rechthebbenden en de toedelingstaak. Het Kadaster is sinds 1 mei 1994 een zelfstandig bestuursorgaan met publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid. In de Organisatiewet Kadaster is de inrichting van het ZBO vastgelegd waarbij de positie van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht geregeld wordt evenals de onderlinge verhoudingen tussen deze organen. Elk van deze organen draagt op basis van de Organisatiewet Kadaster zijn eigen verantwoordelijkheden. Missie Onze missie is het bevorderen van de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed (inclusief schepen en luchtvaartuigen), het optimaliseren van de geoinformatie-infrastructuur en het doelmatig informeren van de samenleving op deze gebieden, dit alles tegen zo laag mogelijke kosten. Deze missie is ontleend aan de formulering van de doeleinden in de Kadasterwet: het dienen van de rechtszekerheid, de bevordering van een doelmatige geoinformatie-infrastructuur, een doelmatige informatievoorziening van de overheid en ondersteuning en bevordering van economische activiteiten. Hierbinnen past ook het leveren van bijdragen aan de ondersteuning van de gebiedsontwikkeling.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
8 van 68
3
Het Kadaster en zijn omgeving anno 2007
Dit hoofdstuk beschrijft de ontwikkelingen die de basis vormen voor onze strategie voor de komende periode. Gestart wordt met een schets van de relevante ontwikkelingen in de omgeving, gevolgd door een analyse van interne ontwikkelingen. 3.1
Omgevingsanalyse
Verzelfstandigingsbeleid en toezichtrelaties Sinds 1994 functioneert het kadaster als zelfstandig bestuursorgaan met een eigen instellingswet: de Organisatiewet Kadaster. Deze verzelfstandiging is destijds ingegeven door de wens om beleid en uitvoering te scheiden en het Kadaster betere mogelijkheden te geven tot een goede regelgebonden uitvoering. Die instellingscriteria zijn nog steeds van toepassing. Naast de verticale toezichtslijn van het ministerie kennen wij een horizontale verantwoordingslijn richting stakeholders en samenleving. Deze combinatie van lijnen leidt tot een systeem van checks and balances in en rond het Kadaster waarin ook de Raad van Toezicht en de Gebruikersraad een belangrijke rol hebben. De verzelfstandigingsdiscussie richt zich in 2008 en daarna op het voldoen aan de Kaderwet ZBO’s die vanaf 1 februari 2007 van kracht is. De departementen hebben een jaar de tijd om aan de Tweede Kamer aan te geven hoe zij gaan voldoen aan de Kaderwet ZBO’s. Voor het Kadaster betekent dit dat de Organisatiewet Kadaster wordt aangepast aan de Kaderwet ZBO’s. Verwacht wordt dat we in 2008 starten met een wetgevingstraject. Daarnaast blijven er discussies spelen over onder meer marktactiviteiten, hergebruik overheidsinformatie en toezicht. Activiteiten van het Kadaster liggen soms dicht tegen activiteiten van marktpartijen aan. We constateren een toenemende spanning op de grens tussen markt en overheid, ingegeven door de technologische ontwikkelingen rond informatieverstrekking. Nadere wetgeving op het gebied van markt en overheid (Mededingingswet) wordt in de loop van 2007 verwacht. Uitgangspunt voor ons beleid op dit gebied blijven de bij wet opgedragen taken. Bij voorgenomen activiteiten die geen wettelijke grondslag hebben zullen we de gedragsregels van de Mededingingswet toepassen. Dit betekent onder meer dat we naar onze omgeving transparant zijn over onze concrete plannen. Bij de productontwikkeling zal een Markt en Overheidtoets een vast onderdeel van het proces worden. De governance-structuur wijzigt door het toenemende aantal taken van het Kadaster. Het fungeren als beheerder van landelijke voorzieningen brengt met zich mee dat de medezeggenschap van verschillende groepen bronhouders en gebruikers moet worden vormgegeven. Voorzien wordt in afzonderlijke beheersoverleggen tussen gebruikers, bronhouders en Kadaster, die een ‘informatierelatie’ met de Gebruikersraad krijgen. De toename van het aantal taken heeft ook wijzigingen in de bedrijfsvoering tot gevolg. Een aantal taken wordt niet gefinancierd uit tarieven maar uit jaarlijkse budgetten, wat een ander financieel regime en andere klantrelaties met zich mee brengt.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
9 van 68 Ontwikkeling van de e-overheid Hoewel de ‘e-overheid’ in het beleidsprogramma van het nieuwe kabinet niet expliciet voorkomt, is het wel een noodzakelijke randvoorwaarde voor het realiseren van beleidsvoornemens op het gebied van de duurzame leefomgeving, openbare orde en veiligheid en inrichting van de publieke sector. Een stevige basis wordt gelegd met de inrichting van het stelsel van basisregistraties, waar het Kadaster een belangrijke rol in speelt. De ontwikkeling van de e-overheid vraagt een grote mate van samenwerking met andere organisaties, onder meer bij de ontwikkeling van frontoffice-functies (persoonlijke internetpagina, gemeente heeft antwoord etc.). Met name gemeenten worden in toenemende mate samenwerkingspartner voor het Kadaster. Het Kadaster zoekt de samenwerking nadrukkelijk op, onder andere via de Manifestgroep. De geoinformatie-infrastructuur Het afgelopen jaar zijn belangrijke stappen gezet in de ontwikkeling van de geoinformatie-infrastructuur, met name in institutioneel opzicht: instelling van het GI-beraad en Geonovum, en op Europees niveau de INSPIRE-richtlijn. Er wordt gewerkt aan afstemming tussen de informatiemodellen voor de geo-informatie met als doel te komen tot een integrale basis voor de geo-informatiehuishouding. In het stelsel van basisregistraties krijgt geo-informatie een centrale rol met de basisregistraties kadaster en topografie, de opbouw van de basisregistratie adressen en gebouwen en de voorziene ontwikkeling van de basisregistraties WOZ en GBKN. Ook satelliet- en luchtfoto’s en het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) zijn belangrijke elementen. Het BSIK-programma Ruimte voor Geo-Informatie geeft impulsen aan verdere innovatie en samenwerking op dit gebied. Het Kadaster speelt in deze ontwikkelingen een voortrekkersrol. Europese ontwikkelingen De INSPIRE-richtlijn, waarmee de totstandkoming van een Europese geoinformatie-infrastructuur wordt beoogd, zal uiterlijk in mei 2009 in de nationale wetgeving worden geïmplementeerd. Onder meer door bestaande samenwerkingsverbanden met buurlanden zijn wij goed voorbereid op deze ontwikkeling. Een ‘white paper’ over de transparantie van de hypotheekmarkt is in de maak. Mogelijk zal dit consequenties hebben voor de inschrijving van hypotheken. Verder werkt de EU aan een richtlijn over bodembescherming, waarin het kadastraal perceel wordt genoemd als mogelijke ondergrond voor informatieverstrekking over bodemvervuiling. Bij onze Europese zusterorganisaties zien wij dat e-conveyancing (elektronische overdracht) steeds meer in opkomst is. Ook in landen waar de notaris niet een verplichte intermediair is, zijn plannen voor inschrijving van overdrachten met elektronische handtekening. De onderlinge samenwerking binnen Europa neemt toe. De toegang tot de verschillende kadastrale informatiesystemen via EULIS is daarvan een goed voorbeeld. De informatiebehoefte in de onroerend goed markt De onroerend goed markt is van groot economisch belang en de openbare registers en kadastrale registratie vormen daarvoor een stabiele basis. Om in de pas te lopen met de ontwikkeling in de markt en in de techniek voorzien we dat het Kadaster de komende jaren aan een aantal behoeften moet voldoen: - Vergroting van de juridische betrouwbaarheid van de kadastrale registratie. Door verbeterde ontsluiting en ook door de aanwijzing als basisregistratie wordt het Kadaster in toenemende mate geacht te garanderen dat de inhoud van de kadastrale registratie klopt en in overeenstemming is met de juridische werkelijkheid.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
10 van 68 - Het integreren, dan wel in samenhang ontsluiten, van andere gegevens die een beeld geven van de rechten op en de toestand van onroerende zaken. Inmiddels is de kenbaarheid van netwerken en van publiekrechtelijke beperkingen vergroot door recente wetswijzigingen. Met ingang van 2008 gaat het Kadaster ook energieprestatiecertificaten ontsluiten. Voor de verdere toekomst valt te denken aan huur en pacht, WOZ-waarde, grondgebruik en kwaliteitskenmerken van gebouwen. - Verdere integratie van ketenprocessen voor koop en overdracht van onroerend goed en voor perceelsvorming. Met de KNB is eind 2006 een convenant gesloten om te komen tot betere gezamenlijke dienstverlening aan de onroerend goedmarkt door verdere integratie van processen. - Ondersteuning van meervoudig ruimtegebruik. Meervoudig ruimtegebruik leidt tot veranderingen in het traditionele concept van ‘grondeigendom’, zoals dat in het burgerlijk recht is gehanteerd, namelijk dat degene die een grondperceel bezit, tevens de rechten bezit van de kolom lucht daarboven en de kolom aarde daaronder. Meervoudige gebruiksrechten, appartementsrechten, recht van opstal, leidingen, tunnels en mineralen voldoen niet aan dit traditionele concept. Andere kadasterorganisaties (Zweden, Australië) hebben al stappen gezet naar een 3D-registratie als structurele oplossing voor de registratie van meervoudig ruimtegebruik. Ook in Nederland neemt de behoefte hieraan toe. Klanten en markten Naast de primaire partners in de vastgoedsector (notariaat, makelaardij en banken) is een bredere groep afnemers geïnteresseerd in de vastgoedinformatie van het Kadaster, veelal als deel van een bredere informatiebehoefte op het gebied van wonen of onroerend goed. Deze klant verwacht in toenemende mate afgestemde en geïntegreerde informatie in zijn keten. Webservices worden steeds belangrijker, waardoor steeds meer technische mogelijkheden ontstaan om ketendiensten te gaan bieden. Deze ketendiensten richten zich op veelal op sectoren maar er ontstaan ook sectoroverstijgende ketendiensten, zoals de samenwerking van overheidsorganisaties binnen de Persoonlijke Internet Pagina. Binnen de kaders van Markt en Overheid en de privacywetgeving wil het Kadaster voorzien in de vraag naar rapportages en gekoppelde informatie. Waar mogelijk en gewenst werken we daarbij samen met andere (publieke en private) partijen. In het kader van het voorkomen c.q. de bestrijding van fraude onderzoekt het Kadaster hoe het een “indicatorrol” kan vervullen. Op het gebied van geo-informatie en gebiedsontwikkeling is de overheid (in brede zin) de belangrijkste klant. Relevante sectoren zijn onder meer openbare orde en veiligheid, defensie en waterbeheer. Door de invoering van de basisregistraties zal naar verwachting het overheidsgebruik van onze gegevens toenemen. Aandachtspunt hierbij is het handhaven van een goede klant-leveranciersrelatie met de afnemers, waarbij prijs en kwaliteit in onderling verband worden besproken. Bij financiering uit een centraal budget is dat verband niet vanzelfsprekend. Naast gegevens leveren wij ook adviezen bij gebiedsontwikkeling en spelen daarbij in op de behoefte om al in een vroegtijdig stadium van planvorming inzicht te krijgen in de consequenties van verschillende planalternatieven. Voorbeelden zijn infrastructuurtracés, herstructurering van bedrijventerreinen en het in kaart brengen van grondposities. Onze expertise op het gebied van de ‘klassieke’ landinrichting wordt hiermee breder inzetbaar.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
11 van 68 In de markt ontstaat in toenemende mate de behoefte gegevens in hun ruimtelijke context te gebruiken. Dat is een goede zoekingang en geeft de mogelijkheid ruimtelijke verbanden te leggen (bijvoorbeeld Google Earth). De behoefte aan objectgerichte topografische bestanden, die nodig zijn om informatie aan de kaart te kunnen koppelen, neemt toe. Ook zien we een toenemende vraag naar registratie van gegevens op basis van ruimtelijke objecten (gebouwen, percelen, gebieden), onder meer op het gebied van beperkingen van rechten, gebruik (bijvoorbeeld jachtrechten) en gebouwkenmerken (bijvoorbeeld energieprestatiecertificaten). Het Kadaster kan deze vraag goed ondersteunen en zal nader onderzoeken of een aparte registratie op basis van gebieden opgezet moet worden naast die van percelen (kadaster) en topografische objecten. Een geheel andere markt die voor het Kadaster van belang is, is de arbeidsmarkt. Sinds 2006 voeren wij actief campagne voor het werven van nieuwe landmeters. Ook bij andere functiecategorieën is instroom gewenst omdat mobiliteit van medewerkers wordt gestimuleerd. Door de huidige krapte op de arbeidsmarkt moeten we echter rekening houden met hogere kosten voor inhuur. Technologie De mogelijkheden voor mobiel werken en het gebruik van geo-informatie zetten zich door. Het overal, op elk moment, opvragen van informatie via mobiele telefoon of pda is realiteit alhoewel de bandbreedte nog wel voor beperkingen zorgt. Als de digitalisering van de archieven is afgerond, is de technische infrastructuur van het Kadaster volledig locatieonafhankelijk en daarmee goed toegerust voor het mobiele tijdperk. Een andere belangrijke ontwikkeling is de toenemende aandacht voor het bouwen onder architectuur en het toepassen van standaards in de ICT. Nu steeds meer in ketens wordt gewerkt en content via verschillende kanalen geïntegreerd beschikbaar moet zijn, neemt de behoefte aan het structureren van en beheersen van interfaces toe. Binnen het overheidsdomein komt dit onder andere tot uiting in de Nederlandse Overheids Referentie Architectuur (NORA) en het gebruik van door de ICTU en Manifestgroeppartijen opgeleverde componentstandaarden (zoals de generieke terugmeldvoorziening). Deze e-overheids bouwstenen zullen, mede vanwege politieke druk, steeds vaker op open source software zijn gebaseerd. Om de innovatie binnen de organisatie te stimuleren heeft het Kadaster het Innovatielab ingericht. Medewerkers kunnen daar ideeën indienen en krijgen de kans deze in de praktijk uit te proberen. Pilots zijn uitgevoerd voor het gebruik van technieken als wiki en pictometrie. 3.2
Interne ontwikkelingen
Het Kadaster laat periodiek evaluaties en benchmarks uitvoeren om zijn eigen functioneren kritisch tegen het licht te houden. Uitkomsten uit deze onderzoeken worden gebruikt om de organisatie verder te verbeteren. Veel verbeterpunten zijn vertaald naar de organisatie-ontwikkeling en verwerkt in de nieuwe structuur. Hieronder volgen de belangrijkste aandachtspunten voor de komende periode, per INK-gebied. Leiderschap Bij de implementatie van de organisatie-ontwikkeling is vanaf het begin aandacht geweest voor de (beleving van de) mensen in de organisatie. In het managementprofiel zijn de belangrijkste competenties voor modern leiderschap: resultaatgerichtheid, mensgericht leiderschap, managen van veranderingen, samenwerkingsvermogen en overtuigingskracht. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan een heldere communicatie over de strategische doelen (waar doen we het allemaal voor) en onze kernwaarden (waar staan we voor).
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
12 van 68
Strategie en beleid Aandachtspunten zijn onder meer concretisering van de Europese ambities, participatie in samenwerkingsverbanden (onder andere op het gebied van e-government, maar ook samenwerking met de private sector) en innovatie (bijvoorbeeld 3D registratie en webservices). Medewerkers Het Kadaster heeft te maken met een vergrijsd medewerkersbestand. De komende jaren wordt dan ook veel aandacht gegeven aan de in-, door- en uitstroom van medewerkers. Om de uitstroom van landmeetkundigen op te vangen zijn speciale landmeetkundige ontwikkelteams ingericht, waar nieuwe landmeters worden opgeleid. Voor het begeleiden van doorstroom en uitstroom is een mobiliteitsprogramma ingezet. Dit programma heeft tot medio 2007 geleid tot een totale in-, door- en uitstroom van bijna 800 medewerkers. In de komende periode zullen in het personeelsbeleid de kernwaarden open, zeker, ambitieus worden uitgewerkt, en zal aandacht worden besteed aan specifieke competentie-ontwikkeling in de samenwerking met andere organisaties. Middelen De bedrijfskosten zijn het afgelopen jaar gestegen, deels door het oppakken van nieuwe taken, deels door transitiekosten vanwege de organisatieontwikkeling. Ook de komende jaren blijft kostenbeheersing de nodige aandacht vragen. De toenemende complexiteit van de automatiseringsomgeving levert risico’s op voor de stabiliteit van de systemen. De uitdaging voor de komende periode is om binnen de beschikbare capaciteit voor projecten en onderhoud de juiste prioriteiten te stellen tussen vernieuwing van bestaande systemen, uitbreiding van functionaliteit en uitbreiding door nieuwe taken. Er wordt niet gekozen voor capaciteitsuitbreiding op korte termijn, waarvoor de mogelijkheden overigens beperkt zijn, maar voor gerichte uitbesteding. Hierdoor wordt de slagvaardigheid en flexibiliteit vergroot en de kracht en kennis uit de markt benut. Processen Het realiseren van de afgesproken kwaliteitsnormen in de primaire processen blijft een aandachtspunt. Voor de ondersteunende processen wordt gestreefd naar verzakelijking van het intern opdrachtgever- en opdrachtnemerschap. Waardering door medewerkers Hoewel de organisatieontwikkeling de nodige onrust en onzekerheid met zich meebrengt, laat o.a. het Intermediair-onderzoek zien dat de medewerkertevredenheid op peil blijft. Waardering door klanten Vanaf 2007 zal jaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek worden uitgevoerd, waardoor dit het karakter krijgt e
van een continue monitoring. De resultaten van het onderzoek 2007 worden in 4 kwartaal bekend.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
13 van 68
Waardering door de maatschappij Door het oppakken van nieuwe taken neemt de zichtbaarheid van het Kadaster in de maatschappij toe. Dit legt een toenemende druk op om waar te maken wat we beloven. De activiteiten van het Kadaster worden kritisch gevolgd door onder meer bedrijven in de geo-informatie. Nieuwe gedragsregels in de Mededingingswet gaan duidelijkheid bieden ten aanzien van mogelijkheden en beperkingen op dit gebied. Eindresultaten De financiële resultaten staan onder druk door daling van de omzet en gestegen kosten. Deels is dit gepland (tariefdaling en transitiekosten in verband met de organisatie-ontwikkeling en nieuwe taken). Daarnaast zijn er tegenvallers, onder meer door het lage werkaanbod. In de nieuwe meerjarenraming wordt een zo goed mogelijke doorkijk gegeven naar de komende jaren.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
14 van 68
4
Visie en ambitie: het Kadaster anno 2012
4.1
Visie, ambitie en strategische doelstellingen
Het Kadaster staat voor: open, zeker en ambitieus. Dit houdt in dat we: - onze taken uitvoeren voor onze klanten en in samenspraak met onze partners en stakeholders op basis van heldere afspraken; - bij de uitvoering van die taken zorgen voor uitstekende kwaliteit, lage kosten en een hoge klanttevredenheid en dat we die resultaten ook permanent monitoren, publiceren en verbeteren binnen de ruimte van de wettelijke kaders; - de ambitie hebben onze taak en positie nog verder te verbeteren: we willen dé leverancier van vastgoeden geo-informatie in Nederland zijn, en toonaangevend in Europa. Ter verduidelijking van het laatste punt: dé leverancier voor vastgoed- en geo-informatie in Nederland worden we door ons brede aanbod van kanalen en diensten en ontsluiting van relevante kennis en gegevens. Dit vereist een nauwe samenwerking met andere producenten en beheerders van geo-informatie en samenwerking bij de informatieverstrekking. De ambitie ‘toonaangevend in Europa’ is in de eerste plaats een norm die we onszelf opleggen voor ons functioneren binnen Nederland. Ons land is een van de hoogst ontwikkelde en tevens dichtst bevolkte landen van Europa. Onze geoinformatie-infrastructuur en dienstverlening in de vastgoedmarkt moeten zich dus kunnen meten met die van de beste zusterorganisaties in andere landen. Door voorop te lopen in kennis en innovatie kunnen we daarnaast bij de relevante Europese ontwikkelingen een actieve inbreng leveren. Dit doen we vanuit geloof in onze kwaliteit, vanuit de opdracht om onze klanten zo snel mogelijk van deze ontwikkelingen mee te laten profiteren, maar ook vanuit een belang om niet steeds aan te hoeven passen. Tenslotte willen wij een rol spelen in de groeiende pan-Europese markt voor geo- en vastgoedinformatie en zetten wij onze kennis in voor adviezen aan ontwikkelende landen. Om onze ambities te realiseren hanteren we de volgende strategische doelstellingen: 1.
Continuïteit en verbetering. Wij waarborgen de continuïteit van onze publieke taakuitvoering en verbeteren voortdurend de kwaliteit en efficiency daarvan, ook in vergelijking met andere Europese organisaties.
2.
Vernieuwing. Tussen nu en 2010 registreren en/of ontsluiten wij alle relevante geo- en vastgoedgegevens in Nederland op, boven en onder de grond en zetten we onze kennis en informatie in voor verbetering en vernieuwing van de publieke dienstverlening op dit gebied in Nederland en Europa.
3.
Organisatieontwikkeling. Wij richten onze organisatie in op duurzame eisen van efficiency, effectiviteit en innovatievermogen en bieden onze medewerkers een inspirerende werkomgeving waarin zij hun kennis en competenties kunnen ontwikkelen en optimaal kunnen inzetten.
Hieronder worden de hoofdlijnen van deze doelstellingen uitgewerkt. Een verdere uitwerking per kerntaak volgt in hoofdstuk 5. 4.2
Continuïteit en verbetering
De basis voor onze strategie is het voldoen aan onze maatschappelijke functie en het waarborgen van de kwaliteit en continuïteit van de primaire taken. Het werk goed doen, open en zeker, staat voorop.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
15 van 68
Klantgerichtheid Wij hebben een open oor voor de wensen van onze klanten. We toetsen de tevredenheid van de klant jaarlijks door middel van klanttevredenheidsonderzoeken en stellen ons daarbij als doel om in vervolgonderzoeken hoger te scoren op gesignaleerde aandachtspunten. Ook hechten wij groot belang aan de medezeggenschap van de gebruikers door middel van de Gebruikersraad. Daarnaast worden instrumenten ontwikkeld om het oordeel van de klanten over onze prestaties permanent te monitoren. Wij vinden het belangrijk dat het Kadaster één gezicht naar buiten heeft. Dit wordt ondersteund door een duidelijke huisstijl. De komende jaren werken we aan verdere integratie van de klantenservice-afdelingen tot één (virtueel) klantcontactcentrum. De online dienstverlening wordt verder verbeterd en uitgebreid. De verschillende klantcontactkanalen worden optimaal op elkaar afgestemd. Kwaliteit De kwaliteitseisen aan onze dienstverlening zijn vastgelegd in het kwaliteitshandvest. We toetsen voortdurend de uitvoering aan deze eisen door middel van kwaliteitsmetingen. Het realiseren van de normen is een belangrijk speerpunt in de komende periode. Voor de topografische producten geldt het kwaliteitsniveau dat in de Kadasterwet is vastgelegd als streefniveau. We willen ons ISO-certificaat vasthouden en ook nieuwe taken laten certificeren. Naast het behalen van de normen in het kwaliteitshandvest streven we naar het verder aanscherpen daarvan. Om de uitvoering te optimaliseren gaan we onze prestaties vergelijken met die van Europese zusterorganisaties. Ook wordt (binnen Nederland) deelgenomen in de Rijksbrede Benchmarkgroep, die in een driejaarlijkse cyclus ondermeer een aantal ZBO’s vergelijkt, op zoek naar best practices. Naast verbetering van de processen is verdere verbetering van onze gegevens noodzakelijk. Daarbij ligt de nadruk op gegevens die als authentiek gegeven gelden of dat in de toekomst zullen worden (erfdienstbaarheden). Voor dat doel zullen in de kadastrale registratie tenaamstellingen en huwelijksrelaties worden opgeschoond. De actualiteit en kwaliteit van de topografische bestanden wordt verder verhoogd, gebruik makend van de GBKN en van topografie van gemeenten. Transparantie 'Het werk goed doen' vergt een voortdurend inspelen op de ontwikkelingen die van invloed zijn op de processen en resultaten. Wij hanteren de uitgangspunten van het Handvest Publieke Verantwoording en de Code Goed Bestuur en laten ons daar ook op toetsen zodat we ons verder kunnen verbeteren. Bij de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten hanteren wij de gedragsregels uit de Mededingingswet. Continuïteit Om risico's voor de continuïteit tijdig te onderkennen en te beheersen hanteren we verschillende instrumenten van risicomanagement. Als belangrijke risico’s voor de komende jaren zijn aangemerkt: de continuïteit in verband met de vergrijzing van het personeelsbestand en de complexiteit van de operationele ICT-systemen. Kennismanagement en mobiliteit zijn dan ook belangrijke speerpunten in ons personeelsbeleid. De continuïteit
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
16 van 68 en beveiliging van de ICT op langere termijn wordt gewaarborgd door het voortzetten van de vernieuwingsstrategie voor de geautomatiseerde systemen. Financiële stabiliteit Continuïteit vraagt ook om een financieel gezonde bedrijfsvoering. We streven in de planperiode naar het bereiken van een verantwoord niveau van de financiële reserves om bedrijfsvoeringsrisico's op te vangen. Kostenbeheersing en kostenflexibiliteit zijn dan ook belangrijke aandachtspunten, naast het (waar mogelijk) verhogen van de afzet. We willen transparant zijn in wat een productgroep in totaal opbrengt en kost. Waar mogelijk en zinvol werken wij dan ook toe naar een meer kostendekkend tariefniveau per productgroep. Nieuwe taken worden op kostendekkendheid afgewogen. De efficiency van de werkprocessen wordt verder vergroot door ontwikkelingen als elektronisch aanleveren en geautomatiseerd accepteren en muteren van akten, gebruik van satellietplaatsbepaling en telewerken in het landmeetkundige proces, automatische generalisatietechnieken en het verder bevorderen van digitale informatieverstrekking. Hiervoor zijn ICTinvesteringen noodzakelijk. Het kostenniveau van ICT en andere ondersteunende taken wordt beheerst door het gebruik van benchmarks en door de verzakelijking van het intern opdrachtgever- en opdrachtnemerschap. 4.3
Vernieuwing
Ontwikkelingen in de samenleving vragen om een nieuwe kijk op de inhoud van ons takenpakket. Wij willen onze kennis inzetten om een aantal innovaties mogelijk te maken. In veel gevallen werken we hierbij samen met ketenpartners, met als doel de eindgebruikers optimale dienstverlening te leveren. Vergroting juridische betrouwbaarheid Op basis van het in 2006 uitgevoerde onderzoek van prof. Huijgen en de TU Delft en de daarop gevoerde discussie met deskundigen hebben wij besloten een aantal maatregelen te nemen om de juridische betrouwbaarheid van de kadastrale registratie verder te vergroten. Het is de bedoeling dat de raadplegers van de kadastrale registratie meer zekerheid wordt geboden in de vorm van een garantie dat de gegevens overeenstemmen met de openbare registers. We willen de hiervoor noodzakelijke wetsaanpassingen opnemen in een nieuwe Kadasterwet, die eenvoudiger en slanker van opzet zal zijn dan de huidige wet. Het streven is de nieuwe Kadasterwet in werking te laten treden in de loop van 2009. Te zijner tijd zal de uitbreiding van de bescherming van raadplegers ook een plaats moeten krijgen in het BW. Meer over de te nemen maatregelen is te vinden in paragraaf 5.1. Introductie van een 3D stelsel Om tegemoet te komen aan de ontwikkeling van meervoudig ruimtegebruik willen wij de komende jaren groeien naar een 3D stelsel. We sluiten daarbij aan op ontwikkelingen in onder meer Noorwegen en Zweden. Een ‘houtskoolschets’ geeft het volgende eindplaatje: - Visualisatie: rond 2012 is er een 3D-topografisch bestand waarin GBKN, TOP10NL en AHN (referentiebestand maaiveld) zijn geïntegreerd, en waarin zijn opgenomen de gebouwen (relatie met BAG), infrastructurele kunstwerken en kabels en leidingen. - Registratie: rond 2015 is het mogelijk om zgn. volumepercelen in de kadastrale registratie op te nemen, die niet alleen in het platte vlak begrensd zijn maar ook in de hoogtedimensie.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
17 van 68 Om dit eindplaatje te bereiken moet een aantal stappen worden gezet op diverse gebieden, waaronder techniek en wetgeving. Voor de korte termijn zal een aantal onderzoekspilots worden gedaan en ook de maatschappelijke behoefte aan een 3D-registratie worden onderzocht. Vormgeven van de e-overheid op het gebied van vastgoed- en geo-informatie Het Kadaster speelt een prominente rol in het stelsel van de basisregistraties. We beheren de basisregistraties Kadaster en Topografie en de landelijke voorziening voor de basisregistraties Adressen en Gebouwen. Een dergelijke rol kunnen wij ook invullen in de uitvoering van andere geo-gerelateerde basisregistraties, zoals GBKN, bodem en ondergrond, ruimtelijke plannen en WOZ. Ook in de ontsluiting van andere registraties op geo- en vastgoedgebied willen wij een rol spelen, in vervolg op de huidige ontwikkelingen rond publiekrechtelijke beperkingen, kabels en leidingen en energieprestatiecertificaten. Te denken valt aan het pachtregister, huurregistraties, landgoederenregister, en (lucht)fotoregistraties. Dit komt ook onze informatievoorziening aan de onroerend goedmarkt ten goede. De transparantie van deze markt verbeteren we door onder meer de Woningwaarde Index (WIK). Wij spelen ook een actieve rol in andere initiatieven op het gebied van de e-overheid. Voorbeelden zijn de Persoonlijke Internet Pagina voor de ontsluiting van en informatieverstrekking aan de burger en RO-online voor de ontsluiting van ruimtelijke plannen. Op technisch vlak zijn we actief betrokken bij de ontwikkeling van generieke diensten binnen het stelsel van basisregistraties zoals de OverheidServiceBus en de Terugmeldfaciliteit. In de Manifestgroep wordt met vergelijkbare organisaties samenwerking en afstemming gezocht op het gebied van klantcontactkanalen. Koppelen van topografische en andere geografische bestanden We willen de GBKN en de topografische bestanden integreren tot één schaalloos basisbestand. We streven in overleg met betrokken partijen naar integratie met het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) en Nationaal Wegenbestand (NWB). Ook gaan we integreren met lucht- en satellietfotobestanden. In toenemende mate zullen we informatie verstrekken in een 3D-referentiestelsel. Daarvoor is de samenhang in gebruik tussen RD, NAP en het Europese ETRS-stelsel steeds belangrijker. Wij hechten groot belang aan een goed georganiseerde infrastructuur. We participeren dan ook actief in het GI-beraad en het stimuleringsprogramma Ruimte voor Geo-Informatie. Ook ondersteunen we standaardisatie om goede uitwisseling van geo-informatie mogelijk te maken. Prominent partner zijn voor de EU We willen verder gaan dan alleen medeleverancier te zijn voor pan-Europese producten. Wij willen ook namens andere organisaties optreden als dienstenleverancier voor vastgoed- en geo-informatie, bijvoorbeeld in het kader van EULIS en INSPIRE. We willen een rol spelen in grensoverschrijdende innovatietrajecten op het gebied van vastgoed- en geo-informatie en gebiedsontwikkeling en in de verdere ontwikkeling van regelgeving op deze gebieden. We doen dit door middel van Europese koepels, Nederlandse ministeries en collega-uitvoeringsorganisaties, of op specifieke onderwerpen direct door eigen aanwezigheid in Brussel. Beter ondersteunen van gebiedsontwikkelingsprocessen We gaan onze producten- en dienstenportfolio verbreden en vernieuwen om flexibeler te kunnen inspelen op maatschappelijke behoeften, zoals uitgewerkt in 5.6. Een en ander vergt een goed gevoel voor wat de markt
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
18 van 68 nodig heeft. We streven naar de inzet van Kadaster-expertise en –informatie voor gebiedsontwikkelingsvraagstukken in de brede zin, zoals monitoring van grondposities en ‘verrommeling’ van het landschap. Daarbij maken wij onder andere gebruik van de ervaring die is opgedaan in de landinrichtingsprojecten en de kennis van GIS-technologie om de gegevens te combineren, te analyseren en inzichtelijk te presenteren. We willen onze GIS-expertise uitbouwen en in samenwerking met andere overheidsorganisaties komen tot een overheidsbreed ‘GIS competence center’. 4.4
Organisatieontwikkeling
Het Kadaster heeft voor de komende jaren een programma van organisatieontwikkeling ingezet om de organisatie beter in te richten op de maatschappelijke en technologische ontwikkelingen, kostenreducties te realiseren en zo de geformuleerde ambities waar te kunnen maken. Continuïteit én vernieuwing zijn de uitgangspunten voor dit programma. We streven naar een Kadaster dat één gezicht naar de klant heeft en als één organisatie naar buiten treedt met een integrale visie op zijn dienstverlening op het gebied van de rechtszekerheid, de geografische informatie en de gebiedsontwikkeling. Een aantal belangrijke stappen in dit traject is inmiddels gezet. In de komende periode zal de aansturing van de productieprocessen landelijk plaatsvinden, het aantal vestigingsplaatsen geleidelijk worden verminderd en zullen de relaties tussen lijn- en ondersteunende afdelingen worden geprofessionaliseerd. Het Kadaster zal voor de realisering van zijn ambities de bestaande kennis binnen de organisatie beter moeten aanboren en ook een grote innovatieve kracht ontwikkelen. Voor nieuwe taken (als de landelijke voorzieningen) is het delen van kennis en hergebruik van zowel ICT- als organisatorische oplossingen de basis voor ons opereren. Innovatie- en kennismanagement zullen daarom een duidelijke positie in de organisatie krijgen. Het Kadaster zal zijn relatie met kennis- en onderzoeksinstituten en de private sector moeten versterken en meer dan nu al het geval is de daar aanwezige innovatiekracht moeten toepassen. We streven naar een evenwichtig, flexibel en vitaal personeelsbestand om in te kunnen spelen op de toekomstige ontwikkelingen. De organisatie staat niet stil en vraagt ook van haar medewerkers de nodige beweging. De kernwaarden open, zeker en ambitieus staan ook op dit gebied centraal. Van het management vraagt dit een grote betrokkenheid bij het ontwikkelpotentieel en het wel en wee van de medewerkers. Het management motiveert en inspireert medewerkers om zich optimaal te kunnen ontwikkelen en inzetten. De organisatie zal in toenemende mate competenties moeten ontwikkelen voor samenwerking met anderen. De ontwikkelingen in samenleving en economie vragen om netwerkorganisaties waarbinnen en waartussen kennis vrijelijk stroomt (lees: die samenwerken). Samenwerken veronderstelt breder kijken dan alleen je eigen taak of belang. Nieuwe vormen van samenwerking zullen gestalte krijgen. In de planperiode zal hiernaar onderzoek worden gedaan en ervaring mee worden opgedaan.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
19 van 68
5
Uitwerking doelstellingen per kerntaak
In dit hoofdstuk worden de strategische doelstellingen uit het vorige hoofdstuk verder uitgewerkt in meer operationele doelstellingen voor de verschillende kerntaken van het Kadaster: openbare registers en kadastrale registratie, topografie, gebiedsontwikkeling, geometrische infrastructuur, informatievoorziening uit andere registraties en internationale activiteiten. De eerste kerntaak wordt om redenen van overzichtelijkheid gesplitst in drie onderdelen: een juridisch-registratief deel, waaronder de inschrijving in de openbare registers en de administratieve bijhouding van de kadastrale registratie wordt verstaan, een landmeetkundig deel, waaronder het proces van perceelsvorming en bijhouding van de kadastrale kaart valt, en de informatieverstrekking. Het onderdeel ‘informatievoorziening uit andere registraties’ omvat de informatievoorzieningstaken voor ondergrondse netten, publiekrechtelijke beperkingen, adressen en gebouwen en energieprestatiecertificaten. Per onderdeel wordt kort de huidige positie beschreven en de bereikte resultaten gerelateerd aan het vorige MBP. Als indicatie van de realisatie van de doelstellingen wordt daarbij de volgende kleurcodering gebruikt:
ü à
Doelstelling is gerealiseerd Realisatie is onderhanden
Vervolgens komen de relevante ontwikkelingen aan de orde en de operationele doelstellingen. 5.1
Openbare registers en kadastrale registratie – juridisch-registratief
Huidige positie De openbare registers zijn in beginsel ‘bepalend’ voor de rechtstoestand van onroerende zaken (Burgerlijk Wetboek, Boek 3, artikelen 16-31). Voorwaarde voor het beoogde rechtsgevolg is het inschrijven van rechtshandelingen (die voldoen aan de wettelijke inschrijvingsvereisten) in de openbare registers. De kadastrale registratie fungeert als een toegang voor de openbare registers en bevat hieruit de actuele rechtstoestand. Voor het notariaat is de inhoud van de kadastrale registratie uitgangspunt bij notariële recherches. Naast onroerende zaken worden ook schepen en luchtvaartuigen geregistreerd. Bereikte resultaten Hieronder de globale stand van zaken per medio 2007 van de doelstellingen uit het MBP 2007-2011:
ü
Doelstelling
Resultaat
Terstond inschrijven op 75% van de
Aanpassing werkprocessen loopt via een pilot. In de pilot-
dagen gerealiseerd
vestigingen wordt de doelstelling gerealiseerd. De werkwijze wordt in de loop van 2007 in alle vestigingen ingevoerd.
à
Tenaamstellingen, huwelijksrelaties en
Schoning tenaamstellingen loopt; wordt deels ingevuld dmv
vrije teksten opgeschoond
confrontatie met Handelsregister. Schoning huwelijksrelaties staat nog open. Schoning vrije teksten is afgerond.
ü à
90% van de akten wordt elektronisch
Doelstelling behaald in het tweede kwartaal.
aangeleverd Geautomatiseerd accepteren/muteren
Bijwerking publiekrechtelijke beperkingen wordt gedeeltelijk
ingevoerd voor hypotheekstukken en
geautomatiseerd uitgevoerd. Pilot voor hypotheekstukken is
publiekrechtelijke beperkingen
gepland voor eind 2007, invoering na 2007.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
20 van 68
ü
Wetenschappelijk onderzoek naar
Onderzoek en besluitvorming op hoofdlijnen afgerond;
vergroting juridische betrouwbaarheid
aanpak wordt uitgewerkt
opgevolgd
à ü à
ICT-vernieuwing massale output en
Vernieuwing massale output is onderhanden. Vernieuwing
hypothekenregistratie
hypothekenregistratie getemporiseerd i.v.m. prioriteitstelling.
WKPB ingevoerd
WKPB is ingevoerd per 1 juli.
Opvoeren erfdienstbaarheden vanaf
Deelproject 1e fase: interne ontsluiting, start begin 2008.
1999 bij actuele nummers gestart
Relevante ontwikkelingen Wetgeving Wetswijziging
Inwerkingtreding verwacht
Basisregistraties Kadaster en Topografie
2008
Nieuwe Kadasterwet
2009
Marktontwikkeling Het werkaanbod van in te schrijven stukken is afhankelijk van conjuncturele factoren als economische groei en rentefluctuaties. Het Kadaster hanteert een ramingsmodel dat op basis van een aantal van deze factoren het werkaanbod voorspelt. Omdat deze verklarende factoren zelf ook beperkt voorspelbaar zijn, wordt een aantal scenario's gehanteerd: een hoog, midden- en laag scenario. Normaal gesproken zal het werkaanbod zich tussen het hoge en lage scenario ontwikkelen. In de financiële ramingen is steeds het middenscenario gehanteerd. De verwachte ontwikkeling is weergegeven in onderstaande grafiek, waarbij de witte lijnen de raming uit het vorige MBP weergeven. De gebruikte verklarende factoren zijn te vinden in bijlage 2. Raming werkaanbod Akten / Hypotheekstukken 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Akten (hoog/midden/laag)
Hypotheekstukken (hoog/midden/laag)
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
21 van 68 Doelstellingen Kwaliteit Voor de planperiode gelden de volgende kwaliteitsdoelstellingen. Product of dienst
Norm
Doorlooptijd inschrijving stukken in
75% binnen 24 uur
Doorlooptijd bijwerking kadastrale
4 werkdagen
93,1%
95% binnen
100% binnen
registratie op grond van ingeschreven
(beslagen: 1 dag)
binnen
gestelde
gestelde
gestelde
norm
norm
Realisatie
Doelstelling
Doelstelling
2006
2008
2012
31%
75% (eind
75%
openbaar register
2008)
stukken (excl. meting)
norm Doorlooptijd bekendmaking in te
1 werkdag (beslagen:
97,4%
98% binnen
100% binnen
schrijven stukken
vzv aangeboden tot 9
binnen
gestelde
gestelde
uur: 1½ uur, anders 1
gestelde
norm
norm
uur)
norm
Levertijd
4 tot 10 werkdagen,
94% binnen 95% binnen
95% binnen
erfdienstbaarhedenonderzoeken
afhankelijk van
gestelde
gestelde
gestelde
onderzoeksperiode
norm
norm
norm
100%
100%
100%
100%
Volledigheid van verwijzing in kadastrale 100%
99,1%
99,5%
100%
gemiddeld
gemiddeld
gemiddeld
99%
99,5%
99,6 %
Volledigheid openbare registers registratie naar de ingeschreven stukken bij een perceel Volledigheid en juistheid van gegevens
gemiddeld 99,6%
in kadastrale registratie over onder meer rechthebbenden, percelen en hypotheken Verbetering efficiency
De efficiency van de werkprocessen wordt in de planperiode verbeterd door: • het elektronisch aanleveren van akten • het geautomatiseerd accepteren en muteren • concentratie van vestigingen en centrale planning en aansturing. Acties voor verbetering van de kwaliteit kunnen leiden tot een (tijdelijk) lagere efficiency. Doel is dat de verbetering van de efficiency en de verbetering van de kwaliteit elkaar in evenwicht houden. Opschoning geregistreerde gegevens Het kwaliteitshandvest heeft vooral betrekking op het reguliere bijhoudingsproces. In de loop van de tijd is door verschillende oorzaken 'vervuiling' in de kadastrale registratie ontstaan. Opschoning is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de kadastrale registratie een zo goed mogelijk beeld geeft van de juridische werkelijkheid. In de afgelopen periode zijn de voor de klant waarneembare delen en nummers van inschrijving uitgebreid, is een inhaalslag uitgevoerd in de adressen bij de kadastrale aanduidingen van appartementsrechten en is de registratie van (huwelijks)partners en de kwaliteit van cultuurcodes verbeterd. In
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
22 van 68 de komende periode zal nog projectmatig worden gewerkt aan verbetering van de betrouwbaarheid van kadastrale tenaamstellingen in gevallen waar tenaamstelling is ontstaan op basis van andere dan ingeschreven stukken. Daarnaast worden de mogelijkheden onderzocht voor het opschonen van vervallen hypotheken, hetzij in samenwerking met individuele banken, dan wel door middel van een vernieuwingswet. Vergroting juridische betrouwbaarheid kadastrale registratie In vervolg op het in 2006 uitgevoerde wetenschappelijk onderzoek en het daarop volgende overleg met juridisch deskundigen en KNB, hebben wij het voornemen de juridische betrouwbaarheid van de kadastrale registratie langs een aantal wegen te verbeteren: - het bevorderen van het opnemen van meetgegevens in de akte, het inschrijven van voorlopige grenzen voor bouwplannen en splitsing vooraf, en het verminderen van de doorlooptijd van overige akteposten (zie ook paragraaf 5.2) - vernieuwing tenaamstellingen die niet berusten op de openbare registers - actualisatie en ontsluiting van erfdienstbaarheden (zie hieronder) - in bepaalde gevallen (o.a. als is gewerkt met een stylesheet, na een ruilverkaveling, vonnis van onteigening) zeker te stellen dat de tenaamstelling in de kadastrale registratie overeenkomt met de openbare registers - het uitbreiden van de bevoegdheden van de bewaarder in geval van gerede twijfel aan de juridische juistheid van een stuk. Nieuwe Kadasterwet De Kadasterwetgeving is door zijn gelaagdheid niet de meest toegankelijke regelgeving. Veel onderwerpen worden drie tot vier maal geregeld: in de Kadasterwet, het Kadasterbesluit, de Uitvoeringsregeling Kadasterwet en vaak ook nog in de Kadasterregeling. Tijdens de voorbereiding van het wetsvoorstel basisregistraties kadaster en topografie is interdepartementaal en departementaal de wens geuit van een nieuwe opzet van de Kadasterwet. Het ministerie van VROM werkt samen met het Kadaster aan een moderne, flexibele, compacte, leesbare en toegankelijke regelgeving die in 2008 aan de Raad van State kan worden aangeboden. In de nieuwe Kadasterwet zal tevens een aantal elementen worden opgenomen die de vergroting van de juridische betrouwbaarheid van de kadastrale registratie ondersteunen. Geautomatiseerd verwerken van stukken Het streefpercentage van 90% digitaal aangeleverde akten is medio 2007 bereikt. We gaan uit van een resterend aanbod van 10% op papier. Met het notariaat zijn afspraken gemaakt om in de planperiode stapsgewijs de bijhouding van de kadastrale registratie verder te automatiseren. Op termijn worden volledig geautomatiseerd verwerkt: publiekrechtelijke beperkingen, beslagen, hypotheek en doorhalingen van beslagen en hypotheken, koopakten en eenvoudige akten van overdracht. De complexe akten worden automatisch gesignaleerd. Daardoor bereiken we dat de registratie veel sneller actueel is en dat de kantoren niet meer tussen 15.00 en 9.00 uur moeten sluiten om signaleringen te kunnen aanbrengen. Op termijn zullen de openingstijden voor aanleveren van stukken worden verruimd.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
23 van 68
Watchdogsysteem Notarissen zullen na het nemen van een zgn. watchdogabonnement door het Kadaster automatisch geïnformeerd worden omtrent nieuw aangeboden stukken, die betrekking hebben op het “watchdogobject”. Na inschrijving van de akte van overdracht van het watchdogperceel ontvangt de notaris een bewijs van inschrijving plus de verklaring dat sinds de start van het abonnement geen (andere dan met deel/ nr…) stukken zijn aangeboden. De notaris hoeft daardoor geen her- en narecherches meer te doen. In onderzoek is of het watchdogsysteem een overzicht kan bieden van alle in bewerking zijnde stukken. Dit door alle aangeboden stukken in het watchdogsysteem te vermelden. Teboekstelling van schepen In het kader van fraudebestrijding worden maatregelen ter voorkoming van dubbele teboekstellingen doorgevoerd. Nieuw te boek te stellen schepen worden, voorafgaand aan de teboekstelling, geïnspecteerd op aanwezigheid van kenmerken van eerdere teboekstellingen. Om te voorkomen dat het rechtsverkeer wordt vertraagd, zullen eerder in depot genomen teboekstellingverzoeken elektronisch voor inschrijving worden vrijgegeven. Actualiseren en ontsluiten erfdienstbaarheden Omdat erfdienstbaarheden in het verleden niet naar actuele perceelsaanduidingen zijn overgebracht moesten erfdienstbaarheden worden uitgezonderd van de groep authentieke gegevens in de basisregistratie Kadaster. Door erfdienstbaarheden naar actuele nummers over te brengen willen we het mogelijk maken dat erfdienstbaarheden ook de status authentiek gegeven krijgen. Dit gebeurt voor inschrijvingen die plaatsvonden na het ontstaan van een nieuwe infrastructuur of een nieuwe rechtstoestand. Het ontstaan van deze nieuwe situatie wordt vertaald naar een peildatum. Het project bestaat uit twee fasen waarbij in de eerste fase (t/m 2010) de erfdienstbaarheden uit het losbladig register en de AKR zullen worden overgebracht van de vervallen percelen naar de actuele percelen. Tevens zal het mogelijk zijn om, in geval van vernummering, de verwijzing naar de erfdienstbaarheid over te brengen naar de actuele percelen. Daarbij wordt optimaal gebruik gemaakt van herkenningstechnologie. In de tweede fase (t/m 2012) zullen de erfdienstbaarheden online opvraagbaar en inhoudelijk inzichtelijk gemaakt worden voor de klanten. Invoering kadastrale registratie van netwerken; registratie van meervoudig ruimtegebruik De Hoge Raad heeft in 2003 geoordeeld dat ondergrondse netwerken voor telecommunicatie als onroerende zaken moeten worden aangemerkt. De wetswijziging waarmee inschrijving van de overdracht en aanleg van alle netwerken (indirect) verplicht wordt is op 1 februari 2007 in werking getreden. De wetswijziging voorziet in een overgangstermijn van drie jaar en geldt voor inschrijving van netwerken die zijn aangelegd vanaf 1950. Verdere stappen om de registratie van meervoudig ruimtegebruik in juridische zin mogelijk te maken zijn afhankelijk van nader onderzoek en wetgeving op dit gebied.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
24 van 68 Invoering WKPB De Wet Kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken is in werking getreden op 1 juli 2007. Dit brengt met zich mee dat de registratie van publiekrechtelijke beperkingen wordt uitgebreid met een aantal beperkingen die van rijkswege of door provincies en waterschappen worden opgelegd, en dat een koppeling wordt gelegd met de gemeentelijke registraties van publiekrechtelijke beperkingen, zodat deze via Kadasteron-line raadpleegbaar worden. De publiekrechtelijke beperkingen die niet op basis van een ingeschreven stuk in de kadastrale registratie zijn opgenomen, dienen voor 1 januari 2009 te worden verwijderd. Dit gebeurt op schriftelijk verzoek van de organisaties die de betreffende beperkingen hebben opgelegd en bij gebreke van zo’n verzoek eind 2008 ambtshalve. In 2008 vraagt de invoering en opschoning nog een forse investering aan capaciteit en kosten. Basisregistratie voor schepen en luchtvaartuigen Schepen en luchtvaartuigen maken geen deel uit van het authentieke deel van de basisregistratie Kadaster. In overleg met de ministeries van V&W, LNV (visserij) en de RDW (motorboten) zal binnenkort definitief besloten worden of er één registratie voor schepen komt of dat het samenstel van scheepsregistraties de afnemersbehoeften voldoende dekt. De tweede optie lijkt het meest waarschijnlijk.
5.2
Openbare registers en kadastrale registratie - landmeetkundig-cartografisch
Huidige positie De rechtsgrenzen van percelen worden geometrisch vastgelegd op basis van aanwijzing door partijen en bijgehouden in het reconstructiearchief en op kadastrale kaarten. De percelen in de openbare registers, in de kadastrale registratie en op de kadastrale kaarten worden eenduidig vastgelegd met hun kadastrale aanduiding. Deze bestaat voor onroerende zaken uit de vermelding van de kadastrale gemeente, de sectie en het volgnummer. De openbare registers, de kadastrale registratie en de kadastrale kaarten, met onderliggende stukken, vormen zo een eenheid ten behoeve van de raadpleging van de rechtstoestand van een bepaalde onroerende zaak. Bereikte resultaten Hieronder de globale stand van zaken per medio 2007 van de doelstellingen uit het MBP 2007-2011:
à
Doelstelling
Resultaat
Voorraad oude akteposten
Project gestart met als doelstelling dit jaar de posten tot 2006 weg te
volledig gemeten en
werken uit de voorraad
afgedaan
à
Doorlooptijd akteposten
Doorlooptijd van akteposten ligt nog te hoog. Prioriteit wordt voorlopig
verbeterd
gelegd bij afdoen van de voorraad te oude posten. Daarnaast is het aantal splitsingen vooraf aanzienlijk toegenomen, waarvoor een kortere levertijd geldt.
Vernieuwing cartografisch
à
systeem o.b.v. nieuwe GISeditor
Gestart is met de bouw van de GBKN-functies.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
25 van 68
à
10 nieuwe landmeetkundigen Begin 2007 is een tweede ontwikkelteam gestart met acht nieuwe
à
Mobiel kantoor en solo meten Ontwikkeling loopt op planning, pilots gestart.
ingestroomd zijn ontwikkeld Gebruik extern geleverde
à
landmeters, in september start een derde team.
Regelgeving intern voorbereid; pilot vindt plaats in de loop van 2007
meetgegevens geformaliseerd
à
Verder onderzoek 3D-
’houtskoolschets’ uitgewerkt (zie pag 16)
registratie
Relevante ontwikkelingen Inwinningstechnieken De nieuwe generatie tachymeters werkt reflectorloos en zelfvolgend. Daarnaast wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van plaatsbepaling met behulp van satellieten (het Amerikaanse GPS, het Russische Glonass en in de toekomst het Europese Galileo). Deze ontwikkelingen maken solo meten mogelijk. Daarnaast zijn er ontwikkelingen op het gebied van beeldmateriaal, zoals pictometrie. Deze ontwikkeling is interessant voor zowel de kadastrale inwinning als de topografische inwinning. Marktontwikkeling Het werkaanbod kadastrale meetposten (met name de splitsing van percelen op verzoek) is in 2006 en 2007 sterk gegroeid. Op basis van de bouwprognoses van VROM en de verwachting inzake economische groei wordt in de planperiode een stabilisatie verwacht. Evenals bij het werkaanbod van inschrijvingen wordt in het ramingsmodel een hoog, midden- en laag scenario gehanteerd zoals weergegeven in onderstaande grafiek. Zie ook bijlage 2 voor de gehanteerde verklarende variabelen. Binnen de geraamde aantallen is het aantal splitsingen op verzoek en het aantal akteposten sterk afhankelijk van de tarieven. Er wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van een ‘vastgoedmonitor’, met als doel het vroegtijdig inzicht krijgen in vastgoedontwikkelingen, om de productiecapaciteit beter te kunnen plannen.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
26 van 68 Ra ming w erkaanbod Meetposten 180.000 160.000 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Raming MBP 2007-2011 laag/midden/hoog
2009
2010
2011
2012
Huidige raming laag/midden/hoog
Doelstellingen Voldoen aan eisen in kwaliteitshandvest Voor het landmeetkundige proces gelden de volgende kwaliteitsdoelstellingen: Product of dienst
Norm
Realisatie 2006
Doelstelling
Doelstelling 2012
2008 Doorlooptijd meting in geval
12 tot 18 maanden,
57% binnen
80% binnen
99% binnen
een gedeeltelijk perceel is
afhankelijk van het
gestelde norm
gestelde norm
gestelde norm cq
overgedragen
aantal metingen
overeengekomen
binnen een gebied
levertijd
Levertijd grensreconstructies 20 werkdagen
93% binnen
96% binnen
99% binnen
en splitsingen op verzoek
gestelde norm
gestelde norm
gestelde norm
Juistheid en volledigheid van norm 5%-steekproef
70% binnen
80% binnen
99% binnen
de registratie
gestelde norm
gestelde norm
gestelde norm
Verkorting doorlooptijd meetproces De doorlooptijd en levertijden van het meetproces worden verkort door een betere aansturing op deze aspecten en door een landelijke werkvoorraad en centrale productie aansturing. Verdere verbetering is mogelijk door herinrichting van het proces (zie volgende pagina) en integratie van de buitendiensten. Kwaliteit De ingevoerde uniforme steekproefsgewijze kwaliteitsmeting wordt gebruikt ter toetsing van de juistheid en volledigheid van het proces. Om de verbetering van de juistheid en volledigheid te realiseren worden de resultaten op medewerkerniveau opgevolgd.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
27 van 68
Continuïteit in de personele bezetting Wij verwachten dat het huidige tekort aan landmeetkundig personeel verder toeneemt. De in 2006 gestarte opleidingstrajecten voor nieuwe landmeters worden daarom voortgezet. Kandidaten worden ingezet in leerwerktrajecten in afzonderlijke ‘ontwikkelteams’ bij verschillende vestigingen. Het eerste ontwikkelteam draait inmiddels productie. Verbetering efficiency De efficiency wordt in de loop van de planperiode verbeterd door: • inzet van efficiëntere inwinningstechnieken • doorontwikkelen solometen en mobiel kantoor • integratie buitendiensten • centrale productie aansturing • formaliseren van gebruik van meetgegevens van externe partijen ten behoeve van splitsen van percelen Daar staat tegenover dat door de verkorting van de doorlooptijd van het meetproces de kosten zullen stijgen. Kadastraal nut GBKN Het Kadaster draagt voor circa 20% bij in de kosten van de GBKN. In 2006 is deze bijdrage geëvalueerd op basis van het veronderstelde nut voor het Kadaster. Geconcludeerd is dat deze kosten gerechtvaardigd zijn mits in de bijhouding optimaal van de GBKN gebruik wordt gemaakt. De mogelijke aanwijzing van de GBKN tot basisregistratie is een belangrijke ontwikkeling. In de financiële raming is vooralsnog uitgegaan van een gelijkblijvende bijdrage aan de GBKN. Terugmelding basisregistraties Het proces terugmeldingen op gegevens uit de basisregistratie Kadaster zal in 2008 ingericht zijn. Wegwerken voorraad akteposten Naast het verkorten van de doorlooptijd heeft het meten en verwerken van de voorraad 'oude' akteposten de aandacht. Dit mede om te voldoen aan de kwaliteitseisen van de basisregistraties. Herinrichting van het meetproces Het beleid is er op gericht om in de planperiode de perceelsvorming te versnellen tot kort voor of kort na het moment van overdacht. Doelstelling is om in 2010 30% van het werkaanbod binnen 3 maanden te meten. Hiervoor zullen verschillende werkwijzen uitgetest worden, die in de planperiode verder worden uitgewerkt cq ingevoerd. Het gaat om proeven waarbij: -
Eenzijdige aanwijs wordt gehaald, waarna de perceelsvorming ter visie wordt gelegd.
-
Splitsing vooraf wordt gestimuleerd.
-
Meetgegevens van externe partijen worden gebruikt voor perceelsplitsingen.
-
Nieuwe percelen op basis van voorlopige grenzen worden gevormd.
Samenwerking met de spelers in de keten van perceelsvorming (notariaat, ingenieursbureaus, gemeenten) zal in de planperiode verder worden versterkt.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
28 van 68 Efficiencyverbetering door nieuwe technologie in de perceelsvorming Gewerkt wordt aan de volgende technische ontwikkelingen: -
Satellietplaatsbepaling. Met het beschikbaar komen van de derde generatie satellietontvangers kan zowel het GPS als ook het Glonass en in de toekomst het Galileo satellietplaatsbepalingsysteem gebruikt worden. Hierdoor zijn er meer satellieten beschikbaar en kan deze efficiëntere meetmethode in meer situaties worden toegepast. Als gevolg hiervan kunnen meer producten sneller en door één persoon (in plaats van twee) gemeten worden en wordt een efficiencyverbetering bereikt. Hiervoor wordt eerst een pilot in 2007 uitgevoerd waarna implementatie in 2008 volgt. Om optimaal gebruik te kunnen maken van deze technologie is in 2006 een eigen plaatsbepalingsysteem NETPOS in gebruik genomen.
-
Reflectorloze en zelfvolgende tachymetrie. Hiermee is in 2006 en 2007 positieve ervaring opgedaan. Ook deze technologie maakt het mogelijk dat producten door één persoon gemeten kunnen worden.
-
Elektronische handheld afstandmeters. De toepasbaarheid daarvan wordt in 2007 uitgeprobeerd, deels ter vervanging van de meetband. Ook deze technologie maakt het mogelijk om met maar één persoon te meten.
-
Het mobiel kantoor concept. De pilot vindt plaats in 2007, en de introductie in 2008. Hierdoor kan het kantoorwerk worden teruggebracht. Door te werken met digitale veldwerken en hulpkaarten is locatieonafhankelijk werken mogelijk.
In de planperiode zal het perceelsvormingsproces opnieuw ontworpen worden met gebruikmaking van het nieuwe GIS pakket Geomedia. Verbeteringen kadastrale kaart Verdere verbeteringen in de datastructuur en de toegankelijkheid worden planmatig uitgevoerd als onderdelen van de vernieuwing van de Kadastrale Registratie. Dit betreft onder meer invoering van voorlopige grenzen, van een objectgerichte kadastrale kaart en het gebruik van geo-webservices. De kadastrale kaart is voor het overgrote deel van Nederland afgestemd op de GBKN. Het principe blijft dat gebouwen van de GBKN worden afgebeeld in de kadastrale kaart. De reconstructiegegevens (onderdeel van het relaas van bevindingen) zijn de bron van informatie over de ligging van een door belanghebbenden overeengekomen grens in het terrein. De kadastrale kaart geeft overzicht en is een belangrijk middel voor de toegankelijkheid van de informatie. Meervoudig ruimtegebruik Bij inschrijving van rechten op leidingnetwerken worden de liggingsgegevens van deze rechten opgenomen in de kadastrale kaart. Het Kadaster kan leidingbeheerders ondersteunen bij de omzetting van hun gegevens naar het vereiste formaat. In 2008 wordt verder onderzoek gedaan naar registratie in 3D. Deze richt zich in eerste instantie op leidingen en appartementen. Onderzoek zal moeten leiden tot een inzichtelijker registratie van dit meervoudig grondgebruik.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
29 van 68 5.3
Openbare registers en kadastrale registratie - informatieverstrekking
Huidige positie De kadastrale registratie is digitaal en online via Internet toegankelijk, sinds 2001 voor abonnementhouders (Kadaster-on-line) en sinds 2003 voor niet-abonnees voor een beperkt aantal producten. Ook de openbare registers zijn (gedeeltelijk) digitaal beschikbaar. Grote bestanden worden geleverd uit de downloadservice en het is ook mogelijk gebiedsgerelateerde informatie op te vragen. Ook afgeleide of geaggregeerde gegevens worden geleverd. Begin 2008 zijn alle afzonderlijke kanalen samengebracht in MijnKadaster, waarbij de onderdelen van levering gehandhaafd zijn, maar de gebruiker een integraal service-concept krijgt aangeboden. Het Kadaster was in 2006 de eerste overheidsorganisatie die 100% van de dienstverlening online aanbood. Eind 2005 werd Kadaster-on-line onderscheiden met de e-Europe award voor e-government. Bij uitbreiding van gegevensverstrekking en productontwikkeling wordt steeds getoetst aan de regels van Markt en Overheid en de privacywetgeving. Bereikte resultaten Hieronder de globale stand van zaken per medio 2007 van de doelstellingen uit het MBP 2007-2011:
à
Doelstelling
Resultaat
Verhouding digitale vs analoge
Juni 2007: 97%
informatieverstrekking 98% MijnKadaster verder uitgebouwd
à
Invoering MijnKadaster in voorjaar opgeschort; hernieuwde implementatie gepland vanaf november 2007.
ü
Referentiepanden en laatste verkrijgingsakte als
Referentiepanden als pilot beschikbaar, laatste
online product beschikbaar
verkrijgingsakte is beschikbaar.
à
Samengestelde informatiepakketten voor
Uitbreiding van geautomatiseerd dataverkeer gepland
notariaat, makelaardij en deurwaarders
voor hypotheek- en persoonsberichten.
Online openstellingstijden 7x24 uur
Medio 2007 zijn we 7x22 uur open.
ü
WoningwaardeIndex verdiept
Onderzoek heeft uitgewezen dat verdieping niet overal
à
Vastgoedinformatieportaal verder ontwikkeld,
à
Tenminste 10 landen aangesloten op EULIS
à
wenselijk is. Ontwikkeling loopt.
o.a. PIP Nederland en nog 4 landen aangesloten, in de loop van 2007 volgen er nog 5.
Relevante ontwikkelingen Marktontwikkeling Door de verdergaande digitalisering verwachten we een afname van de informatieleveringen via de balie, fax en post en gematigde verdere groei van de online informatieverstrekking, zoals weergegeven in onderstaande grafiek. De groei van de online afzet is het afgelopen jaar duidelijk afgevlakt en op basis daarvan is de prognose voor de komende jaren naar beneden bijgesteld.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
30 van 68 Prognose afzet informatieproducten 30.000.000
25.000.000
20.000.000
15.000.000
10.000.000
5.000.000
0 2002
2003
2004
2005
Prognose MBP 2007-2011
2006
2007
2008
2009
digitaal
2010
2011
2012 analoog
Wel is extra vraag naar kadastrale informatie te verwachten door invoering van de basisregistraties. Ook neemt daardoor de behoefte toe aan combinaties van gegevens uit verschillende basisregistraties. Met name bij de overheid neemt de vraag naar geo-webservices ter ontsluiting van onze en andere (geo)data toe. Met webservices worden gegevens verstrekt vanuit internet-applicaties die op de achtergrond rechtstreeks uit de bronbestanden worden geleverd. Zowel vanuit de Openbare Orde en Veiligheid- sector als vanuit INSPIRE ligt er een noodzaak tot het inrichten van een Geoinformatie-infrastructuur. Het beter toegankelijk maken van (geo)data, bijvoorbeeld door geo-webservices of door middel van viewers als GoogleEarth en Virtual Earth, zal naar verwachting leiden tot een grotere vraag naar overige bestanden. Ook koppelingen met temporele gegevens (bijvoorbeeld file informatie, weersgegevens, etc.) vergroten de toepassingsmogelijkheden van (geo)datasets. Klanten Het notariaat is onze grootste afnemer van informatie. Door de toenemende concurrentie in de branche leggen notarissen zich toe op efficiënter werken en op het leveren van meerwaarde voor de klant. Met het notariaat is een convenant gesloten over de verdere ontwikkeling van de informatiestromen van en naar het notariaat. Ook bij de makelaardij neemt de vraag naar digitale informatie toe. Met één koepelorganisatie is in mei 2007 een overeenkomst gesloten over de levering via (geautomatiseerd) berichtenverkeer. Particulieren worden steeds mondiger en zelfredzamer bij het verzamelen van informatie, waardoor de behoefte aan intermediairs afneemt. In 2007 is, naast de reeds aanwezige online producten, ‘vind je eigen huis’ gemaakt. De roep om meer transparantie op de vastgoedmarkt uit zich bijvoorbeeld in de behoefte aan een duidelijke index voor de hoogte van de woningprijzen. Vrijwel iedereen beschikt over internet en ook mobiele informatiediensten vinden aftrek. Gemeenten en andere overheidsdiensten spelen hierop in. Proces- en
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
31 van 68 ketenintegratie zijn speerpunten bij vrijwel alle klanten. De vraag om 'data' direct te kunnen verwerken in het eindproduct is bij de meeste klantgroepen actueel. Daarnaast zal de behoefte aan opgemaakte Kadasterproducten, zogenaamde eindproducten, aanwezig blijven. Doelstellingen Voldoen aan eisen in kwaliteitshandvest Voor de informatieverstrekking gelden de volgende kwaliteitsdoelstellingen: Product of dienst Levertijd online producten
Norm
Realisatie 2006
Doelstelling
Doelstelling
2008
2012
gemiddeld en in 80%
gemiddeld 0,7
Conform
Conform
van de gevallen
seconde, in 98,8%
gestelde norm
gestelde norm
binnen 2,5 seconde
van de gevallen
98% binnen
99% binnen
99% binnen
gestelde norm
gestelde norm
gestelde norm
99,0%
98,5%
98,5%
binnen 2,5 seconde Levertijd uittreksels en
1 of 2 werkdagen
afschriften per post, fax of aan de balie Beschikbaarheid Kadaster-
97,5% op werkdagen
on-line
tussen 7 en 18 uur
Verruimen openstellingstijden Een verbeterpunt dat in het klanttevredenheidsonderzoek van 2004 is genoemd, is het verruimen van de openstellingstijden van met name de online service voor particulieren. Doelstelling is verruiming van de openstellingstijden tot 7x24 uur. Dit is ook noodzakelijk voor de vormen van geautomatiseerde bevraging via berichtenverkeer en via (geo) webservices. Uitbreiden interactieve bevraging De bestaande online toepassingen Kadaster-on-line en Kadata-internet worden in 2007 geïntegreerd tot MijnKadaster. Doelstelling is de gebruikersvriendelijkheid en het marktbereik van de afzonderlijke producten verder te vergroten. De mogelijkheden worden verder uitgebreid met onder meer: •
samengestelde informatieproducten, zoals het woninginformatierapport
•
toegang tot andere basisregistraties
•
luchtfoto’s en kaarten
•
gegevens uit andere landen
•
aanbieden vraaggerichte informatie; werken met klantprofielen
•
goede integratie van Mijn Kadaster met Kadaster.nl (incl. vernieuwing website)
•
koppeling met PIP
•
uitbreiding en verbetering e-services
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
32 van 68 Uitbreiden indirecte distributie Het Kadaster zal in toenemende mate gebruik maken van distributiekanalen van derden om het bereik naar met name particulieren te vergroten. Geautomatiseerde bevraging van de databases (berichtenverkeer) neemt sterk toe en neemt een deel van de interactieve bevraging (Kadaster-on-line) over. Klanten maken gebruik van geautomatiseerde bevraging om Kadaster informatie te verwerken in de eigen werkprocessen. Virtueel-lokethouders combineren Kadasterinformatie met eigen informatie en verstrekken deze aan hun klanten; een vorm van one stop shopping. Overheidsloketten bij gemeenten zijn een voorbeeld van deze indirecte vorm van distributie. Een specifieke vorm van indirecte distributie is het aanbieden van (geo)webmapping en webfeature services. Dit biedt de klant de mogelijkheid data in de eigen applicatie te tonen op een kadastrale of topografische kaartondergrond of gekoppeld aan topografische objecten. Dit alles via het concept ‘data bij de bron’. Het Kadaster voldoet hiermee aan de technische keuzes die gemaakt worden binnen INSPIRE en de nationale vragen binnen de overheid om te komen tot een uniforme nationale geodata infrastructuur. Vervangen massale output door actuele bevraging We verwachten dat de huidige massale output op termijn zal verdwijnen, omdat steeds meer klanten hun processen zullen inrichten op actuele bevraging en in de publieke sector zullen aansluiten op het stelsel van basisregistraties. In de komende jaren zullen wij zowel ‘data viewen’ als actuele massale output leveringen moeten gaan ondersteunen. Gerelateerd aan het ICT-vernieuwingsprogramma komt in 2008 een nieuwe vorm van massale output, de Massale Informatie Voorziening, beschikbaar. Deze zal in de loop van de planperiode geleidelijk de bestaande vormen vervangen. De huidige massale output zal medio 2009 worden afgebouwd. Realiseren landelijke portaalfunctie Het Kadaster wil met andere partijen, zoals Dataland (gemeentelijke gebouwgegevens) en het bodemloket (informatie over de ondergrond), allianties aangaan om gezamenlijk vastgoedinformatie aan te bieden en zo geïntegreerde informatievoorziening mogelijk te maken. Wij streven binnen het stelsel van basisregistraties naar het opzetten van een landelijke voorziening voor toegang tot diverse geo- en vastgoedgerelateerde basisregistraties, zoals gebouwen, adressen, ondergrond, GBKN en publiekrechtelijke beperkingen. Dit kan in de verdere toekomst onderdeel gaan uitmaken van een Europese geoinformatie-infrastructuur (in het kader van INSPIRE). Een specifiek onderdeel van deze portaalfunctie is de Persoonlijke Internet Pagina (PIP). Dit persoonlijke webdomein voor burgers en ondernemers kan als overzichtelijke en makkelijke ingang dienen om 'zaken te doen' met tal van overheidsinstellingen. Het Kadaster werkt mee in de proefopzet bij de invulling van het 'bouwen en wonen'-deel en is medio 2007 een pilotproject gestart met de gemeenten Amsterdam en Enschede. Integreren kadastrale en topografische kaartproducten Met zowel de kadastrale als de topografische gegevens in het productenpakket van het Kadaster ligt de weg open naar een verdere afstemming van bijhouding en productontwikkeling van digitale geografische bestanden (onder andere kadastrale kaart, GBKN, TOP10NL en afgeleide bestanden als 6PPC en ACN) in samenhang met andere basisregistraties als de BAG.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
33 van 68 5.4
Topografie
Huidige positie Het Kadaster is sinds 1 januari 2004 verantwoordelijk voor de inwinning, bijhouding, beheer en cartografische weergave van geografische basisgegevens. Het Kadaster beheert een landsdekkend basisbestand op de schaal 1:10.000 waaruit via generalisatie digitale bestanden worden afgeleid op kleinere schalen. Op verschillende schaalgroottes worden digitale vector- en rasterbestanden en afgeleide kaarten geproduceerd. In opdracht van verschillende samenwerkingsverbanden draagt het Kadaster bij aan beheer en distributie van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN). Dit is geen wettelijke taak maar een nevenactiviteit. De daaruit afkomstige informatie wordt gebruikt in het bestand TOP10NL. Bereikte resultaten Hieronder de globale stand van zaken per medio 2007 van de doelstellingen uit het MBP 2007-2011: Doelstelling
Resultaat
Tweejaarscyclus TOP10NL gestart
Tweejaarscyclus start in 3e kwartaal .
Geografische informatiebehoefte binnen
Globaal marktonderzoek (breder dan alleen overheid) is
de overheid in kaart gebracht
uitgevoerd, wordt nog verder uitgewerkt.
Basisregistratie Topografie ingevoerd
Uitgesteld tot 1 januari 2008, voorbereidingen gereed.
à
Onderzoek 3D-topografie i.h.k.v. Ruimte
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door TU Delft en ITC,
voor Geo-Informatie uitgevoerd
resultaten worden in de loop van 2007 verwacht.
à
Ontwikkeling nationaal luchtfotobestand
Kadaster participeert in de werkgroep van VROM.
à
Landelijke standaard GBKN verder
Kadaster ondersteunt benoeming GBKN als
bevorderd
basisregistratie.
à
Onderzoek bronnen derden i.h.k.v.
Onderzoek naar gebruik gemeenten loopt; onderzoek
bijhouding topografie afgerond
gebruik GBKN stagneert i.v.m. prioriteitstelling.
Integratie TOP10NL met NWB
Start in het tweede halfjaar.
à à à
à
(in overleg met betrokken partijen)
Relevante ontwikkelingen Wetgeving Het wetsvoorstel voor de aanwijzing van het topografisch basisbestand en kleinschalige afgeleiden daarvan tot basisregistratie treedt in werking op 1 januari 2008. Marktontwikkeling en klantbehoeften Het belangrijkste marktsegment voor de kleinschalige topografie is de overheid. Deze markt kent vrijwel geen groei. Voor de topografische producten opereren we, anders dan de rechtszekerheidssector van het Kadaster, op een competitieve markt: er zijn ook andere aanbieders van topografische producten. In 2007 wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden in de markt. In de private sector wordt de kaart in een groot deel van de gevallen gebruikt als 'plaatje' of als oriëntatiemiddel. Op dit gebied is sprake van toenemend aanbod van gratis data (bijvoorbeeld Google Earth)
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
34 van 68 en daarmee van prijserosie. Afnemers die de topografische producten meer intelligent inzetten, stellen hoge eisen aan de kwaliteit. Naast betrouwbaarheid en volledigheid wordt actualiteit steeds belangrijker en ook de behoefte aan uitwisselbaarheid van gegevens neemt toe. Deze behoeften vormen dan ook de basis voor de introductie van het TOP10NL-bestand, dat tweejaarlijks geactualiseerd wordt en via Internet beschikbaar is. Technologie en GIS-expertise De belangrijkste technologische ontwikkelingen voor het domein kleinschalige topografie zijn: -
objectgerichte technologie en ruimtelijke databases (ook voor andere schalen dan 1:10.000) waardoor andere gegevens aan topografische objecten kunnen worden gekoppeld en zo via de kaart ontsloten kunnen worden
-
het gebruik van sensordata (AHN) voor de 3D-component van TOP10NL
-
het gebruik van objectgerichte generalisatiesoftware, met mogelijke doorgroei naar “schaalloze bestanden”
-
automatische visualisatie van de TOPxxNL-productenrange
-
webportals en gerelateerde webservices voor het aanbieden en gebruiken van geodata
-
gebruik van beeldmateriaal zoals pictometrie en cyclorama-foto’s voor inwinning
-
koppeling van topografische objecten met images
-
automatische objectherkenning uit digitale luchtfoto’s .
Deze technologieën zullen er toe leiden dat het gebruiksgemak van de data voor de gebruiker zal toenemen. In combinatie met de inzet van GIS-expertise worden nieuwe maatwerk producten mogelijk. Onze eigen expertise op dit gebied is nu in één GIS-competence centrum samengebracht. Op termijn kan van hieruit in samenwerking met partners een overheidsbreed GIS-competence centrum worden gerealiseerd. Doelstellingen Invoeren basisregistratie TOP10NL vormt de basis voor de vernieuwing van de productielijnen voor de kleine schalen en voor de basisregistratie Topografie. De invoering van de basisregistratie brengt met zich mee dat er mechanismen worden ingericht voor terugmelding en kwaliteitscontrole. Daarnaast zal in toenemende mate integratie plaatsvinden met andere (beoogde) basisregistraties, met name Gebouwen (BAG) en GBKN, en zullen in een aantal gevallen gegevens van topografie producerende gemeenten worden gebruikt. Ook met andere gemeenten zijn contacten over het gebruik van gemeentelijke informatie bij de inwinning. Vanaf 2010 zullen ook de afgeleide schalen deel uitmaken van de basisregistratie en voldoen aan de eisen die daaraan gesteld worden. Kostendekkendheid Ons beleid is gericht op een kostendekkende uitvoering van de topografische taak. We gaan ervan uit dat in de planperiode een groot deel van de omzet bestaat uit het gebruik van de basisregistratie in de overheidssector. De reeds in gang gezette maatregelen voor vergroting van de omzet en beheersing van de kosten blijven daarbij relevant. Aan de omzetkant gaat het om de volgende maatregelen:
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
35 van 68 •
verdere marktpenetratie van de huidige producten bij gemeenten, nutssector, meldkamers, de private sector, onder meer door gerichte inzet van account management
•
actieve marktbewerking van de (particuliere) consumentenmarkt,
•
verlaging gebruiksdrempels door ontsluiting via Internet (MijnKadaster en evt. andere portals)
•
nieuwe producten op basis van TOP10NL, op basis van het in 2007 uitgevoerde marktonderzoek
•
het leveren van maatwerk GIS-oplossingen, in combinatie met advies.
Aan de kostenkant worden verschillende maatregelen genomen, gericht op kostenreductie en flexibilisering van de capaciteit in zowel de productie- als de indirecte sfeer (bijv. verbeterde software, gebruik van mutaties van GBKN, gebruik data van derden, gebruik kleurenluchtfoto’s voor betere interpretatiemogelijkheden). Om omzetvergroting en kostenreductie mogelijk te maken moeten de eerste jaren nog extra kosten worden gemaakt voor verbetering van het productieproces en vergroting van de kennis van de markt. Uniformeren GBKN Voor het gebruik door het Kadaster, en voor de verdere ontwikkeling tot geografisch basisbestand, is het noodzakelijk dat de GBKN landelijk uniform en objectgericht wordt gemaakt. Het Kadaster bevordert de in gang gezette procedure om de GBKN tot basisregistratie te benoemen. Het Landelijk Samenwerkingsverband (LSV) GBKN neemt hierin het initiatief. Er vindt ook afstemming plaats met de Basisregistraties Gebouwen en Adressen (BAG), omdat een deel van de geometrie gekoppeld dient te worden. In dat verband is het positief dat het Landelijk Samenwerkingsverband GBKN nieuwe landelijke productspecificaties heeft goedgekeurd, waarin ook rekening wordt gehouden met de wensen van de BAG. Op basis van een inventarisatie is berekend wat in de komende jaren de mogelijkheden en kosten zijn om de GBKN in het hele land op dit niveau te brengen. Extra financiering daarvoor is aangevraagd door het LSV. 5.5
Geometrische infrastructuur
Huidige positie Het Kadaster is wettelijk verantwoordelijk voor de Rijksdriehoeksmeting (RD), de infrastructuur voor geometrische plaatsbepaling (x- en y-coördinaten). Hierbij wordt nauw samengewerkt met Rijkswaterstaat, die de verantwoordelijkheid heeft voor de hoogtebepaling (z-coördinaat) en met de beheerders van referentiestelsels van andere Europese landen. Informatie over de coördinaatpunten wordt veelal digitaal verstrekt aan abonnementhouders. Relevante ontwikkelingen Gebruikers van de geometrische infrastructuur (dat wil zeggen: heel landmeetkundig Nederland) gaan steeds meer gebruik maken van GPS-plaatsbepalingssystemen. Real-time Kinematics (RTK) diensten maken nauwkeurige plaatsbepaling met mobiele apparatuur mogelijk. Het Kadaster beheert samen met Rijkswaterstaat voor eigen gebruik het RTK-netwerk NETPOS (NETherlands Positioning Service) waarbij, naast GPS, ook gebruik gemaakt wordt van het Russische satellietnavigatiesysteem GLONASS en op termijn het Europese Galileo. Daarnaast certificeert het Kadaster de netwerken van andere dienstverleners.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
36 van 68 Een landmeter kan met gebruikmaking van GPS met hetzelfde instrument op hetzelfde moment zowel ligging als hoogte meten. Hiertoe wordt van één driedimensionaal geodetisch referentiestelsel gebruik gemaakt, het European Terrestrial Reference System (ETRS89), dat in Nederland gezamenlijk wordt bijgehouden door het Kadaster en Rijkswaterstaat door middel van het Actief GPS Referentiesysteem (AGRS). Doelstellingen Kostendekkendheid en efficiency Voor de RD-taak (onderhoud van het RD-netwerk en distributie van RD-gegevens) geldt niet de eis van afzonderlijke kostendekkendheid. De kosten worden gedekt door de kadastrale registratie (het landmeetkundige proces) en zijn in dit MBP ook onder die noemer verantwoord. De kosten worden beheerst door de bijhouding van de kernnetpunten door landmeetkundig medewerkers te laten uitvoeren. Daarnaast worden de specialisten van de RD ingezet voor de planning, verdere verwerking van de metingen met specifieke software en ter ondersteuning van de landmeetkundig medewerkers, bijvoorbeeld bij opleidingen voor het gebruik van geodetische apparatuur. Dienstverlening aanpassen aan klantbehoeften De wensen en eisen van de klanten zijn bepalend voor de richting die wij inslaan. Via klantenonderzoek zal een juiste afstemming plaatsvinden. Beschikbaarstellen van aansluitpunten (kernnetpunten) aan derden draagt zorg voor een optimaal gebruik van de geboden geometrische infrastructuur. Het GPS-kernnet en de AGRS.NL-referentiestations spelen inmiddels de centrale rol in de bijhouding van het RD-stelsel. De producten van de RD zoals "inrekenen tijdelijk basisstation" en certificering van RTK-dienstverleners hebben een meer prominente rol gekregen. Gestreefd wordt naar certificering van alle aanwezige permanente referentiestations van zowel providers als individuele gebruikers (gemeenten, nutsbedrijven e.d.). Werken aan één 'loket' voor ligging en hoogte De verplichtingen die het Kadaster en Rijkswaterstaat naar elkaar toe hebben voor instandhouding van de geometrische infrastructuur zijn de basis voor een verdere samenwerking in de toekomst. Klanten van de RD laten steeds vaker horen dat er behoefte is aan één loket voor de gehele geometrische infrastructuur (ligging en hoogte). Deze signalen worden door Rijkswaterstaat onderschreven. Het ligt voor de hand te zoeken naar een vorm van samenwerking waarbij de wensen van de klanten worden gehonoreerd. De Nederlandse Commissie voor Geodesie (NCG) is gevraagd een onderzoek te doen naar een optimaal beheer en beschikbaarstelling van een nationale geometrische infrastructuur. Het past in onze ambities om de verantwoordelijkheid voor deze taken op ons te willen nemen. Aansluiten bij INSPIRE Geometrische referentie maakt deel uit van bijlage 1 van de INSPIRE-richtlijn. Het Kadaster zal samen met Rijkswaterstaat werken om het RD-stelsel en het NAP bij INSPIRE te laten aansluiten.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
37 van 68
5.6
Gebiedsontwikkeling
Huidige positie Het Kadaster ondersteunt al sinds het begin van de vorige eeuw gebiedsontwikkelingsprojecten als onafhankelijke deskundige op het gebied van herverkaveling en rechtszekerheid. De Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) geeft de wettelijke basis voor onze ondersteuning bij de gebiedsontwikkeling. Deze ondersteuning heeft als belangrijkste accenten het herverkavelen met inachtneming van de rechtszekerheid van de rechthebbenden. Naast het feitelijke herverkavelen voert het Kadaster verkavelingsgerelateerde advisering uit in het kader van groot- of kleinschalige gebiedsontwikkelingen. Daarbij zoekt het Kadaster de ketenpartners nadrukkelijk op. Bereikte resultaten Hieronder de globale stand van zaken per medio 2007 van de doelstellingen uit het MBP 2007-2011: Doelstelling
Resultaat
à
Provincies zijn bewust van de rol van het
Samen met DLG worden gesprekken gevoerd met
Kadaster in de gebiedsontwikkeling
afdelingshoofden en gedeputeerden.
à
LI-systemen vernieuwd m.b.v. nieuwe
Project is gestart, zal in 2008 doorlopen.
à
GIS-editor Aanvullende diensten uitgebouwd
Aanvullend account management-plan is in uitvoering.
Relevante ontwikkelingen De huidige gebiedsontwikkelingsmarkt is een echte nichemarkt; een specifieke markt. Dit betekent dat het Kadaster sterk afhankelijk is van de bewegingen in die markt. Enkele actuele ontwikkelingen zijn: Werk in het landelijk gebied In 2007 is de Wet Inrichting Landelijk Gebied van kracht worden. Via deze wet worden de provincies zelf in staat gesteld om de inrichting van het landelijk gebied te realiseren. In tegenstelling tot eerdere geluiden die voorspelden dat het werkaanbod vanaf 2009 sterk terug zou lopen, is de verwachting dat tot en met 2010 sprake zal zijn van een zeer omvangrijk werkaanbod aan gebiedsontwikkelingswerk. De verwachting is dat de omvang van wettelijke herverkavelingen daarna zal afnemen (dit verschilt echter per regio). Die afname wordt in sommige provincies al in toenemende mate gedeeltelijk gecompenseerd door vrijwillige kavelruilprojecten. Wat blijft is de core-business van het Kadaster: het ontwerpen en vastleggen van een nieuwe rechtstoestand, met de gewaarborgde bescherming van rechten vanuit betrouwbare registraties en een onafhankelijke positie. Verantwoordelijkheden verschuiven Verantwoordelijkheden verschuiven van de centrale overheid, het ministerie van Landbouw, naar met name de tweede bestuurslaag, de provinciale overheid. Dit heeft consequenties qua opdrachtverwerving.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
38 van 68 Doelstellingen Afronden 'klassieke' landinrichtingsprojecten Wij willen een constructieve bijdrage blijven leveren aan de beoogde afronding van de reeds langlopende landinrichtingsprojecten, onder meer door het inzetten van medewerkers van andere organisatie-onderdelen en het aantrekken van (tijdelijke) nieuwe medewerkers. Dit laatste ook in verband met de uitstroom van met name oudere medewerkers. Tegelijkertijd wordt actief gezocht naar opdrachten in het kader van gebiedsontwikkeling, die de terugloop in de klassieke projecten geheel of gedeeltelijk zal compenseren. Kostendekkendheid en efficiency Voor de planperiode wordt, voor de ‘klassieke’ landinrichtingsprojecten en de overige diensten tezamen, uitgegaan van de volgende omzetcijfers:
18 16 omzet x € 1 mln
14 12 10 8 6 4 2 0 2007
2008
2009
Landinrichtingsprojecten
2010
2011
2012
Dienstverlening en advies
Uitgangspunt is een kostendekkende uitvoering van de activiteiten. De jaarlijks te realiseren verbetering van de efficiencynorm voor de reguliere gebiedsontwikkelingstaak is bepaald op 2%. Organisatorische inrichting Het signaal dat de werkvoorraad in de verdere toekomst afneemt is reden om nu te reageren teneinde ook in de toekomst bestaansrecht te behouden. In dat licht wordt de voormalige directie (Kadaster) Landinrichting omgebouwd naar een eenheid Ruimte en Advies, waarin naast de bestaande processen nieuwe activiteiten worden ontwikkeld. Daarbij wordt naast het professioneel aansturen van projecten nadrukkelijk gestuurd op de ontwikkeling van medewerkers en aan competenties als ondernemerschap, innovatie en flexibiliteit/aanpassingsvermogen. De bedrijfsprocessen worden geflexibiliseerd, instrumentarium wordt vernieuwd en verkleining van de afhankelijkheid van externe ontwikkelingen is een noodzaak. De nieuwe afdeling oriënteert zich op een vroegtijdige betrokkenheid bij diverse opdrachten (landelijk en stedelijk), eigen kadasterprojecten in Nederland en opdrachten in internationaal verband. Daarbij zoekt het Kadaster de ketenpartners nadrukkelijk op.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
39 van 68 De cultuur waarin de huidige landinrichtingsactiviteiten plaatsvinden, zal een wijziging ondergaan. Van management en medewerkers van de nieuwe afdeling wordt gevraagd zich snel aan te passen aan verschillende opdrachtgevers met verschillende wensen, aan het werken in groepen met wisselende samenstelling en aan het werken op verschillende locaties. Bij deze veranderingen wordt het sterke merk dat het Kadaster op dit moment is als uitgangspunt gehanteerd. Kwaliteit De werkprocessen die wij in de gebiedsontwikkeling uitvoeren zijn in overleg met DLG gestandaardiseerd en genormeerd. Dit leidt tot meer uniformiteit volgens de beste werkmethoden, meer transparantie voor de opdrachtgever en een verhoging van de effectiviteit en efficiency. De normenset wordt regelmatig herijkt. Bij de uitvoering van een gebiedsontwikkelingsproject zijn naast het Kadaster verschillende andere actoren betrokken. Een vertraging bij één van de actoren werkt veelal door in de doorlooptijd van een project. Wij analyseren eventuele vertragingen ten opzichte van de projectplanning om zonodig maatregelen te treffen waardoor wij de voortgang niet nadelig beïnvloeden. Ook bij de levering van andere producten en diensten houden we ons aan de met onze opdrachtgever overeengekomen levertijden. Ontwikkelen van de markt Het Kadaster wil bij alle betrokkenen bij de inrichting van het landelijk gebied bekend en erkend zijn als onafhankelijke deskundige, betrouwbaar adviseur, begeleider en uitvoerder met betrekking tot gebiedsontwikkeling en overige processen waarbij grondmobiliteit een rol speelt. In dit kader streven wij naar versterking en waar mogelijk verbetering van de relatie met de DLG en het leggen of versterken van contacten met andere actoren op het gebied van de inrichting van het landelijk gebied, zoals provincies en belangenorganisaties. Naast het uitvoeren van projecten die onder het reguliere gebiedsontwikkelingsbudget vallen, streven wij ernaar aanvullende diensten te verrichten. Daarbij kan gedacht worden aan het uitvoeren van bijvoorbeeld kavelruilwerkzaamheden (onder meer op basis van de ideeën zoals opgenomen in het eerder genoemde rapport "Ruilen op maat"), haalbaarheidsonderzoeken of andere werkzaamheden die betrekking hebben op de gebiedsontwikkeling van het landelijk gebied. Wij willen deze markt in de komende jaren verder ontwikkelen door bijvoorbeeld samenwerkingsverbanden met andere partijen aan te gaan. Onze expertise kan onder meer worden ingezet bij de uitvoering van verschillende onderdelen van de Nota Ruimte, zoals infrastructurele sleutelprojecten, "Ruimte voor de Rivier" en natuur- en landbouwontwikkeling. Maar evenzeer bij monitoring van ruimtelijke ontwikkelingen, zoals de ‘verrommeling’ van het landschap, glastuinbouw, bebouwingspercentages etc. en het volgen van de realisatie van doelstellingen met een ruimtelijke impact. Vernieuwing instrumentarium Het kadastrale instrumentarium voor de gebiedsontwikkeling zal worden vernieuwd om tegemoet te komen aan verschillende maatschappelijke ruimtelijke behoeften, welke oorsprong deze ook mogen hebben. De inrichting van het landelijk gebied moet sneller, eenvoudiger en tegen lagere kosten. Daarnaast moet het instrumentarium ook geschikt zijn voor toepassing buiten het landelijk gebied. Wij willen in samenhang
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
40 van 68 daarmee een goed gevoel ontwikkelen voor ruimtelijke ontwikkelingen in de samenleving en welk instrumentarium daarbij ingezet kan worden. In 2007 zijn principe-afspraken gemaakt over samenwerking met de Dienst Landelijk Gebied. De volgende samenwerkingsonderwerpen zijn benoemd: • regional planning & executing • klassieke landinrichting • ruimtelijke informatievoorziening • internationale projecten 5.7
Informatievoorziening uit andere registraties
In 2007 en 2008 zijn of worden nieuwe taken aan het Kadaster toegewezen op het gebied van informatievoorziening. Het gaat daarbij om het beheer van een aantal landelijke voorzieningen voor de informatieverstrekking uit gegevensverzamelingen die het Kadaster niet zelf in beheer heeft: ondergrondse netwerken, publiekrechtelijke beperkingen van gemeenten, adressen en gebouwen, WOZ-waarde, energieprestatiecertificaten. Hiermee wordt invulling gegeven aan de ambitie om dé leverancier van vastgoeden geo-informatie in Nederland te zijn. Deze nieuwe taken brengen een verbreding met zich mee van de gebruikersparticipatie. Naast afnemers krijgen ook bronhouders zeggenschap over het beheer van de voorzieningen. Voor een deel is dit wettelijk voorgeschreven (BAG, WKPB), voor een deel in convenanten vastgelegd (KLIC). Per taak worden hiervoor afzonderlijke overlegvormen ingericht. Zaken die meer taken of afnemersgroepen raken, of een grote invloed (kunnen) hebben op de rollen van het Kadaster, worden besproken in de Gebruikersraad. Bereikte resultaten Hieronder de globale stand van zaken per medio 2007 van de doelstellingen uit het MBP 2007-2011: Doelstelling
Resultaat
à
KLIC-functie ingebed
Inwerkingtreding wet verwacht per 1 januari 2008;
ü
Beheer landelijke voorziening BAG
ü
Landelijke voorziening WKPB in beheer
5.7.1
voorbereidingen liggen op schema. Vanaf juni in beheer bij het Kadaster.
ingevoerd voor projectfase Overdracht vanuit VROM heeft plaatsgevonden.
genomen Informatie-uitwisseling ondergrondse netten
Het wetsvoorstel 'Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten' (WION) zal naar verwachting per 1 januari 2008 in werking treden. De wet heeft tot doel het aantal graafincidenten met kabels en leidingen te verminderen. Dit gebeurt door de informatie-uitwisseling over de ligging van een net op een eenduidige en effectieve wijze te regelen. De informatie-uitwisseling tussen kabel- en leidingbeheerders enerzijds en grondroerders anderzijds wordt verplicht gesteld. Tevens is in het wetsvoorstel een verplichting opgenomen voor grondroerders en hun opdrachtgevers om zorgvuldig te graven. Het proces van informatie-uitwisseling wordt thans gefaciliteerd door het Kabels- en Leidingen Informatiecentrum (KLIC). Deze taak wordt met dit wetsvoorstel ondergebracht bij het Kadaster.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
41 van 68 Het hiervoor benodigde informatiesysteem, KLIC-online, zal in 2008 proefdraaien met een aantal marktpartijen en in 2009 operationeel zijn. Het Kadaster streeft naar verdere innovatie van de gegevensuitwisseling in de sector, in overleg met de betrokken partijen. Kostendekkendheid Klic Uitgangspunt is dat deze taak afzonderlijk kostendekkend wordt uitgevoerd. De exploitatiekosten (alsmede de afschrijving op investeringen) worden gefinancierd door voor de KLIC-meldingen een kostendekkend tarief in rekening te brengen. Dit tarief wordt in de Regeling Tarieven Kadaster (RTK) opgenomen. We streven ernaar het tarief na ingebruikname van KLIC-online te laten dalen. 5.7.2
Landelijke voorziening WKPB
De Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB) is in werking getreden per 1 juli 2007. Deze wet is opgesteld om ervoor te zorgen dat het eenvoudiger wordt om volledige informatie te krijgen over de publiekrechtelijke beperkingen die rusten op een onroerende zaak op een bepaald moment. De wet maakt onderscheid tussen publiekrechtelijke beperkingen die opgelegd zijn door gemeenten en door niet-gemeenten (rijksoverheid, provincies, waterschappen). De publiekrechtelijke beperkingen van nietgemeenten worden ingeschreven bij het Kadaster. Gemeenten blijven de eigen publiekrechtelijke beperkingen registreren. De wet introduceert een eenduidige registratiemethodiek en aan elkaar gekoppelde registers van gemeenten en Kadaster. De gemeentelijke publiekrechtelijke beperkingen worden opgenomen in een landelijke voorziening en zijn via Kadaster-on-line toegankelijk voor notariaat, makelaardij en andere klanten. De landelijke voorziening wordt beheerd door het Kadaster. Het beheren van de landelijke voorziening WKPB wordt beschouwd als een afzonderlijke taak die ook afzonderlijk kostendekkend wordt uitgevoerd. Dit wordt gefinancierd uit een opslag op het inzagetarief in Kadaster-on-line. 5.7.3
Landelijke voorziening BAG
De basisregistratie Adressen en de Basis Gebouwenregistratie maken deel uit van het stelsel van basisregistraties. De politieke verantwoordelijkheid voor deze basisregistraties ligt bij de minister van VROM en het beheer van de registraties ligt bij de gemeenten. Het wetsvoorstel Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG), waarmee deze basisregistraties worden ingesteld, is in februari 2007 aangeboden aan de Tweede Kamer. Onderdeel van het wetsvoorstel is het inrichten van een landelijke voorziening waarmee de gemeentelijke registraties kunnen worden ontsloten. Het beheer van de landelijke voorziening is belegd bij het Kadaster. De Basis Gebouwenregistratie bevat alle panden en verblijfsobjecten, met een aantal kenmerken. Een van die kenmerken is de pandgeometrie, die is gekoppeld aan de GBKN. De Basisregistratie Adressen bevat alle straatnamen, huisnummers en woonplaatsen. Ook hierbij is de geometrie gekoppeld aan de GBKN. Het Kadaster heeft met de minister afgesproken om de kosten van de inrichting van de landelijke voorziening te financieren uit de eigen middelen. Over de financiering van de exploitatie moeten nog afspraken worden gemaakt. Naar verwachting zal de wet BAG in werking treden in 2009.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
42 van 68 5.7.4
Ontsluiting energieprestatiecertificaten
Vanaf 1 januari 2008 moet bij bouw, verkoop en verhuur van een gebouw op het moment van transactie een energielabel (energieprestatiecertificaat) aanwezig zijn. Het energielabel is gebouwgebonden en geeft, op basis van een berekening, informatie over de hoeveelheid energie die bij gestandaardiseerd gebruik van dat gebouw nodig is. De energielabels worden afgegeven door certificerende instanties en geregistreerd door SenterNovem. De informatie (energieklasse en -index) zal via Kadaster-on-line toegankelijk worden gemaakt. Evenals de landelijke voorzieningen WKPB en BAG beschouwt het Kadaster dit als een afzonderlijke wettelijke taak, die afzonderlijk kostendekkend dient te zijn. De kosten van de koppeling worden gefinancierd door het ministerie van VROM. 5.7.5
Andere landelijke voorzieningen
Medio 2007 heeft de Waarderingskamer aan de staatssecretaris van Financiën advies uitgebracht over de landelijke voorziening WOZ. Geadviseerd is de WOZ-waarde van woningen openbaar te maken en het operationele beheer van de landelijke voorziening onder te brengen bij het Kadaster, parallel aan de landelijke voorziening BAG. Het Kadaster wil deze taak graag op zich nemen. Inwerkingtreding van het wetsvoorstel wordt verwacht per 1 januari 2009. De inrichting van de landelijke voorziening zal in 2008 plaatsvinden. Andere kandidaten om aan het stelsel van basisregistraties toegevoegd te worden zijn de informatie over de ondergrond (DINO), ruimtelijke plannen (‘RO online-portaal’) en de GBKN. Het Kadaster wil ook voor deze registraties een rol spelen in de ontsluiting van de gegevens en de koppeling aan de andere basisregistraties. 5.8
Internationale activiteiten
Huidige positie Hoewel de wettelijke en organisatorische achtergronden van grondregistratie in de wereld verschillen van land tot land, staat de wijze waarop rechten op grond in Nederland worden bijgehouden goed bekend. Ook de aanwending van de kadastrale gegevens voor goed bestuur trekt internationaal de aandacht. Het Kadaster zet zijn kennis en ervaring dan ook regelmatig in om bijdragen te leveren aan internationale congressen, symposia en publicaties over onderwerpen als elektronische aanlevering, systeemvernieuwing, bedrijfsvoering, e-overheid, geometrische infrastructuur en basisregistraties. Het Kadaster wordt door andere landen regelmatig gevraagd om advies en begeleiding. Ook is er samenwerking met de Wereldbank en de Verenigde Naties, bijvoorbeeld op het gebied van het ontwikkelen van principes en richtlijnen voor armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling, goede grondpolitiek en goede grondregistratie. Bereikte resultaten Hieronder de globale stand van zaken per medio 2007 van de doelstellingen uit het MBP 2007-2011:
à
Doelstelling
Resultaat
Uitbouwen internationale
Kadaster participeert in INSPIRE drafting teams, diverse werkgroepen
activiteiten
Eurogeographics, EuroSDR.
UNU-School for Land Administration Studies De School, die een samenwerking is tussen het International Institute for Geo-information and Earth Sciences
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
43 van 68 ITC en het Kadaster, heeft inmiddels de status van ‘United Nations University School’. De School heeft een aanbod van korte cursussen, symposia en expert meetings. Per september 2007 start een MSc opleiding voor ‘Land Administration’ en inmiddels zijn er 4 promovendi om noodzakelijk onderzoek te doen. De School streeft op termijn naar verbreding door meer samenwerking met andere universiteiten in binnen- en buitenland. Doelstellingen De internationale activiteiten van het Kadaster kunnen worden onderscheiden in: - Internationale samenwerking: het participeren in internationale samenwerkingsverbanden zoals werkgroepen van de Verenigde Naties en FIG (Fédération Internationale des Géomètres). Ook de activiteiten van de 'School' vallen hieronder. Dit wordt gerekend tot de wettelijke taak kadastrale registratie; het budget is gemaximeerd op 0,25% van de omzet voor die taak. - Internationale consultancy: dienstverlening op verzoek, die op kostendekkende basis wordt verstrekt. Dit wordt gerekend tot de nevenactiviteiten. De projectenportefeuille zal in de planperiode worden uitgebouwd tot € 2.0 mln op jaarbasis. Er is een bescheiden portfolio van adviesprojecten in alle delen van de wereld. - Het actief deelnemen aan samenwerkingsverbanden met zusterorganisaties en overheden om de totstandkoming van internationale geoinformatie-infrastructuren en de transparantie van de vastgoedmarkt te bevorderen. Voorbeelden zijn EULIS, Eurogeographics, EUROGI, ELRA, EUREF, EuroSDR en INSPIRE. - Het Kadaster zal daarnaast in toenemende mate zelf op Europees niveau aanwezig zijn om de eigen belangen te behartigen. Daarmee zorgen we ervoor dat we voorop lopen bij de Europese ontwikkelingen en ons niet steeds aan hoeven te passen.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
44 van 68
6
Bedrijfsvoering
Bereikte resultaten Hieronder de globale stand van zaken per medio 2007 van de doelstellingen uit het MBP 2007-2011:
ü ü ü
Doelstelling
Resultaat
Duidelijke positionering Kadaster vanuit
Nieuwe huisstijl geïntroduceerd
branding-traject Beleid voor kennismanagement vastgesteld
Is vastgesteld
Verhouding ICT-capaciteitsinzet beheer en
Nu ca 65:35, in 2006 70:30
onderhoud t.o.v. vernieuwing verder verbeterd
à à à
Overige kosten op benchmarkniveau
In 2007 wordt geen benchmark uitgevoerd
Scores klanttevredenheidsonderzoek
Nieuw onderzoek wordt eind 2007 uitgevoerd
tenminste gelijk aan scores 2004 Organisatie-inrichting Rechtszekerheid,
Services organisatorisch ingericht, concentratie
GEO en Services
medewerkers wordt in oktober afgerond. Inrichting Rechtszekerheid en GEO loopt, plaatsing medewerkers is gepland op 1 januari 2008.
à ü 6.1
Vestigingen Lelystad, Assen en Alkmaar
Lelystad en Assen zijn gesloten; sluiting Alkmaar is
gesloten
verschoven naar 2008
Archieven volgens planning gedigitaliseerd
Ligt op schema, in lijn met sluiten van vestigingen.
Organisatie-inrichting
De organisatiestructuur van het Kadaster ziet er de komende jaren als volgt uit:
Raad van Bestuur Strategie & Beleid Rechtszekerheid
Financien, Planning en Control GEO
Services
Onder de Raad van Bestuur opereren twee directies die zich met het primaire productieproces bezighouden (Rechtszekerheid en GEO) en één die verantwoordelijk is voor de ondersteuning daarvan (Services). De Raad van Bestuur wordt ondersteund door een directie Strategie en Beleid voor de lange en middellange termijn strategie en door een directie Financiën, Planning en Control voor de bedrijfsmatige beheersing. In de periode 2006-2007 is deze nieuwe organisatiestructuur gefaseerd ingevoerd. Het jaar 2008 is voor de directies Rechtszekerheid en GEO deels gericht op consolidatie voor wat betreft de inrichting en beheersing, deels op de realisatie van de vernieuwingsdoelstellingen, waarbij ook het opdrachtgeverschap richting Services geprofessionaliseerd wordt.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
45 van 68 Directies Rechtszekerheid en GEO De directie Rechtszekerheid is verantwoordelijk voor de juridisch registratieve processen (inclusief de openbare registers en het administratieve deel van de kadastrale registratie), de gebiedsontwikkeling en de daaraan gelieerde advisering en het voeren van de landelijke voorziening WKPB. Het werkterrein van de directie GEO omvat het landmeetkundige werk (meten en bijwerken van de kadastrale kaart), de Geometrische Referentiesystemen (GRS, voorheen Rijksdriehoeksmeting) de teboekstelling van schepen en luchtvaartuigen, de topografie en GBKN-dienstverlening en GIS-maatwerk. Op het vlak van de landelijke voorzieningen zijn de informatie-uitwisseling ondergrondse netwerken (KLIC) en de landelijke voorziening adressen en gebouwen (LV BAG) onderdeel van GEO gezien hun belangrijke geometrische component. Directie Services De Directie Services levert diensten ter ondersteuning van de productie-directies op basis van een transparante klant-leveranciersrelatie met resultaatverplichting. Binnen Services wordt onderscheid gemaakt naar interne services (personeel, financieel, facilitair, juridisch, communicatie), ICT-services, projectmanagement-services en klantenservices (front office, marketing en accountmanagement). Stafdirecties: Strategie & Beleid en Financiën, Planning & Control Strategie en Beleid adviseert het Bestuur over de integrale strategie voor de diverse beleidsvelden (zoals rechtszekerheid, informatiebeleid en -architectuur, marktontwikkeling en kwaliteitsbeleid). Zij richt zich op de lange en middellange termijn. Daarnaast houdt zij zich bezig met politieke en wetgevingkwesties en met de coördinatie van onderzoek en ontwikkeling. Financiën, Planning en Control omvat de auditfunctie, de strategische control (o.m. Meerjarenbeleidsplan), de management control (o.m. de planning & control cyclus) en de financiële control (o.m. concernconsolidatie en externe verslaggeving). Medezeggenschapsstructuur De medezeggenschap volgt de zeggenschapsstructuur. In 2008 is er een ondernemingsraad met onderdeelcommissies. 6.2
Personeel
Het Kadaster zal zich verder ontwikkelen naar een extern gerichte, innoverende, ontwikkelende en veranderende organisatie die zakelijkheid en operational excellence hoog in het vaandel heeft. Kwaliteit, klantgerichtheid, zakelijkheid en veranderingsvermogen zijn waarden die bij alle medewerkers naar voren moeten komen. Deze waarden zijn nauw gelieerd aan onze kernwaarden open, zeker en ambitieus. Dit alles bij een forse capaciteitsreductie door het effect van automatisering. Om op termijn over een personeelsbestand te beschikken dat zowel kwalitatief als kwantitatief aansluit op de bedrijfsvoering, is een personeelsprogramma opgesteld. Dit personeelsprogramma is nadrukkelijk bedoeld om het organisatie-ontwikkelingstraject te ondersteunen. Het personeelsprogramma richt zich onder andere op de volgende thema's: • mobiliteit
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
46 van 68 • leeftijdsbewust personeelsbeleid • leiderschap • het verhogen van de kwaliteit van medewerkers • kennismanagement Voor de implementatie van het personeelsprogramma hebben we met de vakbonden een aantal uitgangspunten vastgesteld, waaronder het voorkomen van gedwongen ontslagen en het niet toepassen van een eenmalige leeftijdsgebonden regeling. Bevorderen van mobiliteit Mobiliteit is essentieel om een evenwichtiger personeelsopbouw te realiseren, de vitaliteit van de organisatie continu te stimuleren en om de te verwachten krimp van de organisatie te ondervangen. Om dit te bereiken is naast uit- en doorstroom ook nadrukkelijk nieuwe instroom nodig. We stimuleren en begeleiden medewerkers in hun loopbaanontwikkeling door diverse faciliteiten ter beschikking te stellen. Daarbij gaan we ervan uit dat medewerkers een eigen verantwoordelijkheid hebben voor hun loopbaan. Leeftijdsbewust personeelsbeleid Leeftijdsbewust personeelsbeleid is erop gericht om de inzetbaarheid van alle medewerkers te vergroten, waarbij rekening wordt gehouden met hun wensen en behoeften, als loopbaanfase, ambitie, lichamelijke conditie, verschillen in de verhouding werk-privé. Het beleid richt zich op alle doelgroepen, zowel ouderen als jongeren, en gaat uit van bestaande regelingen, zoals de senioren regelingen, de variatie in werkpatronen (4x9 of 5x8, etc.), het werken in deeltijd, het gebruik maken van ouderschapsverlof, het toepassen van zorgverlof, Kadaster à la Carte en de levensloopregeling. Het gaat erom dat medewerkers datgene doen, waarin ze goed zijn. Dit wordt op individueel niveau besproken en vastgelegd in de bestaande Personeelsmanagement Cyclus. Ontwikkelen van leiderschap In het organisatieontwikkelingstraject speelt het management een cruciale rol. De nieuwe directeuren zijn benoemd aan de hand van de leiderschapscompetenties resultaatgerichtheid, persoonsgericht leiderschap, managen van veranderingen, samenwerkingsvermogen en overtuigingskracht. In de komende periode wordt het Management Development traject verder geprofessionaliseerd, te beginnen met een ontwikkelprogramma voor alle managers. Daarbij ligt de focus op de ontwikkeling van het management overeenkomstig de nieuwe competentieprofielen en de dynamiek van de organisatie. Hiervoor worden structureel leergangen en/of modules voor leidinggevenden aangeboden. Verhogen van kwaliteit van medewerkers Net zoals er andere eisen worden gesteld aan het management worden er ook andere eisen gesteld aan de medewerkers. Competentieprofielen van medewerkers moeten dan ook meer dan tot nu toe waarden reflecteren als kwaliteitsbesef, zakelijkheid, klantgerichtheid en veranderingsvermogen. Wij willen medewerkers op een zodanige wijze inzetten, dat zij een goede bijdrage kunnen leveren aan onze doelstellingen. We bieden daarom nadrukkelijk ruimte voor opleiding en ontwikkeling. De vereiste
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
47 van 68 opleidingstijd is beschikbaar om de kennis en vaardigheden voor het uitoefenen van de eigen functie mogelijk te maken. Afspraken hierover worden gemaakt in het kader van de Personeelsmanagement Cyclus en kunnen per individuele medewerker verschillend zijn. Voor de functiecategorieën in het primaire proces maken we gebruik maken van landelijke ontwikkeltoetsen om gericht te kunnen werken aan de vereiste kennis, vaardigheden en gedrag overeenkomstig de betreffende functie- en competentieprofielen. Kennismanagement Het stimuleren van employability betekent dat het noodzakelijk is dat de kennis in de organisatie goed geborgd wordt, zodat bij vertrek van een medewerker uit zijn huidige functie niet alle kennis verloren gaat. In de planperiode worden instrumenten van kennismanagement planmatig ingezet, zodat tijdig wordt geanticipeerd op door- en uitstroom en aangesloten op automatiseringsontwikkelingen. De aandacht gaat hierbij onder andere uit naar e-learning en het beschikbaar stellen van interne docenten. Met behulp van elearning wordt de cruciale kennis voor de organisatie in kaart gebracht en toegankelijk gemaakt, waardoor de kennis voor iedereen te raadplegen is. Daarnaast zullen we een actieve rol spelen in de ontwikkeling en distributie van kennis. We gaan hiervoor structurele relaties aan met kennisinstituten, universiteiten en andere organisaties en zetten onze kennis en expertise in bij de verschillende ontwikkelingen in ons vakgebied in nationaal en internationaal verband. 6.3
Interne besturing
Bij de organisatie-inrichting gaan we uit van het principe: één Kadaster. De productie-directies zijn geen autonome business units maar resultaatverantwoordelijke eenheden die een bijdrage leveren aan onze strategische doelstellingen, opereren binnen afgesproken beleidskaders en ondersteunende diensten afnemen van de eenheid Services. De realisatie van doelstellingen wordt gevolgd via de planning- en controlcyclus. Risico's, gerelateerd aan de continuïteit van de uitvoering of aan vernieuwingsactiviteiten, worden gestructureerd geanalyseerd en beheerst. Audits (waaronder ISO-certificering), evaluaties en benchmarks houden de organisatie scherp en gericht op voortdurende verbetering. In het organisatieontwikkelingstraject staat een aantal verbeteringen in de interne besturing voorop: concentratie van de productiebesturing, inrichting van procesverantwoordelijkheid, verbeteren van de relatie tussen primaire en ondersteunende processen en het vereenvoudigen van de besluitvorming. Concentratie productiebesturing Er wordt gewerkt vanuit één landelijke werkvoorraad. De productiebesturing die tot nu toe per vestiging of per regio was georganiseerd, komt landelijk in één hand te liggen (waarbij onderscheid wordt gemaakt in de juridisch-registratieve en de landmeetkundige processen). Dit moet leiden tot meer uniformiteit, betere kwaliteit, grotere inzetbaarheid van medewerkers en een betere kostenbeheersing. Door het elektronisch aanleveren van akten en door de digitalisering van archieven kan het juridisch-registratieve werk locatieonafhankelijk worden uitgevoerd. Voor het landmeetkundige werk blijft locatiegebondenheid bestaan, waarbij steeds meer mobiele technologie beschikbaar komt om gegevens op locatie te ontsluiten.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
48 van 68 Procesverantwoordelijkheid In de nieuwe structuur wordt de verantwoordelijkheid voor de primaire processen eenduidig in de lijn belegd. Uitvoeringsbeleid en kwaliteitsmanagement, nodig om de processen uit te voeren en te optimaliseren, is in de productiedirecties ondergebracht. Veranderingen in de processen verlopen planmatig, worden ondersteund met opleidingen en instructies en op hun effect geëvalueerd. Verbeteren relatie tussen primaire en ondersteunende processen De directie Services levert diensten ter ondersteuning van de primaire processen. Deze levering vindt plaats in een transparante klant-leverancierrelatie met resultaatverplichting. De afspraken worden vastgelegd in dienstenniveau overeenkomsten. De diensten zijn in beginsel normeerbaar (behalve adviesdiensten). De directie Services wordt nadrukkelijk gestuurd op kosten en toegevoegde waarde voor het primaire proces. De performance van de serviceorganisatie zal periodiek worden beoordeeld op marktconformiteit, bijvoorbeeld via benchmarking. Diensten worden zo georganiseerd dat ze in principe uitbesteedbaar zijn. Er zullen regels worden opgesteld waarin onder meer wordt vastgelegd welk deel van de uitvoering van Services in eigen beheer wordt uitgevoerd en welke diensten onder welke voorwaarden op de vrije markt worden gebracht. Eenvoudige besluitvormingsstructuur Te nemen besluiten worden besproken in een gezamenlijk overleg tussen de Raad van Bestuur en de directeuren. De Raad van Bestuur beslist, na advies van de directeuren en wanneer nodig de OR. 6.4
Marketing en klantenservice
Onze marketingstrategie voor de komende jaren is gebaseerd op de formule ‘dienstverlening op maat’: het aanbieden van betrouwbare, op de doelgroep afgestemde, standaardproducten en diensten met zoveel mogelijk koopgemak tegen zo laag mogelijke kosten voor klanten. We kiezen voor een gedifferentieerde marktbenadering met een vast product- en dienstenaanbod per doelgroep. Voor specifieke doelgroepen (vooral kennis- en adviesgerelateerd) kunnen wij maatwerk leveren. Kernbegrippen van het marketingbeleid zijn: multi channel (verschillende distributiekanalen), 7 x 24 uur beschikbaarheid van digitale vraaggestuurde informatie, zo laag mogelijke prijzen, productdifferentiatie op basis van klantbehoeften, doelgroepgerichte marketingcommunicatie en uniformering en standaardisering van processen door de serviceorganisatie. In het vorige hoofdstuk is al aandacht besteed aan doelstellingen op het gebied van distributie en productbeleid. Aanvullend daarop komen hieronder de marketingcommunicatie en het marketingorganisatiebeleid aan de orde. Het tariefbeleid komt aan de orde in de paragraaf Financiën. Marketingcommunicatie Elke doelgroep vraagt om een op hem gerichte manier van communiceren. Het Kadaster wil: •
de taal spreken van de doelgroep,
•
inspelen op de behoeften en werk- of zoekprocessen van de doelgroep,
•
daar aanwezig zijn waar de doelgroep informatie verwacht,
•
weten hoe de doelgroep het 'merk Kadaster' ervaart en dit merk steviger positioneren (zie ook de paragraaf communicatie en public affairs).
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
49 van 68 Marketingorganisatie Door verdere ontwikkeling van de elektronische dienstverlening (‘e-services’) wordt de zelfredzaamheid van de klant verhoogd. Vanaf 2007 wordt voor de klanten één klantcontactcentrum (KCC) ingericht voor de eerstelijns klantcontacten (onder meer door de invoering van één landelijk telefoonnummer). Aansturing gebeurt centraal, bemensing en uitvoering is lokaal. De klantcontactcentra worden door informatietechnologie onderling verbonden zodat overloop en overname eenvoudig kan worden gerealiseerd. In de klantcontactcentra wordt ook de baliefunctie ondergebracht. De vorm waarin het 'face to face' contact met de klant in de toekomst wordt vormgegeven, is (mede in verband met de vermindering van het aantal vestigingsplaatsen) nog een punt van nadere besluitvorming. Het aantal baliebezoeken neemt al sterk af. De meeste van onze klanten hebben contact met ons via telefoon en www.kadaster.nl (e-services). In 2008 wordt onze website verder verbeterd om de toegang tot informatie en producten te verbeteren, het web voor de organisatie efficiënter in te richten als distributiekanaal en meer aan te sluiten op overheidsbrede beleidslijnen. Naast de balies van de Kadastervestigingen wordt gedacht aan nauwere samenwerking met gemeenten en andere lokale contactpunten. Belangrijke klanten worden bediend door accountmanagement. Accountmanagement kent een vijftal keyaccountmanagers die strategische klanten en thema’s bedienen en coördineren. Marketingmanagement zorgt voor een goede inzet en ontwikkeling van kanalen, monitort de klanttevredenheid, initieert marktonderzoeken en analyseert trends en ontwikkelingen in de markt. Dit doet zij in nauw overleg met de productie-directies, accountmanagement en het KCC. 6.5
Communicatie en public affairs
Communicatiestrategie Uit de algemene Kadasterdoelstellingen volgt een drietal strategische communicatiespeerpunten die gericht zijn op meer zichtbaarheid van het Kadaster: - meer aandacht aan het imago en een bredere bekendheid als dé vastgoedbron, maar ook als innovatieve, efficiënte en betrouwbare organisatie bij alle stakeholders, waarbij onze kernwaarden open, zeker en ambitieus leidend zijn. - meer bekendheid bij de burger - grotere betrokkenheid, tevredenheid en trots van de eigen medewerkers op basis van onze kernwaarden Om hier verder invulling aan te geven is het noodzakelijk nadere invulling te geven aan de corporate communicatiestrategie en het Kadaster als corporate merk waarbij de nodige aandacht wordt besteed aan het realiseren van de gewenste identiteit van het Kadaster. De nieuwe monolithische huisstijl is hierbij een belangrijk instrument. Bovendien zal in de communicatie gestuurd worden op integratie van corporate en marketingcommunicatie middelen zodat door een consistente boodschap de effectiviteit van de communicatie wordt vergroot. Het digitale kanaal speelt in de communicatiemix een steeds belangrijkere rol. Bij de ontwikkeling van communicatiemiddelen gaan innovativiteit, vernieuwing en creativiteit hand in hand.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
50 van 68 Public Affairs Om de ambities te realiseren is het voor het Kadaster belangrijk om goed in te spelen op de politieke besluitvorming, op de veranderingen in de maatschappij en op de publieke opinie. Daarbij bouwen wij voort op de reeds gevestigde naam. Public affairs speelt hierin een strategische rol en omvat de volgende activiteiten: 1.
Initiëren en onderhouden van een nationaal en internationaal (met de nadruk op Europees) extern netwerk met organisaties als bijvoorbeeld andere ZBO's, bedrijven, overheden, parlement, kabinet, ministeries en andere voor het Kadaster belangrijke contacten binnen en buiten Nederland.
2.
(Her)kennen van belangrijke ontwikkelingen en contacten en hierop inspelen, de verschillende belangen en machtsverhoudingen analyseren en bijeenkomsten organiseren.
3.
Coördineren van afspraken met voor het Kadaster belangrijke contacten, commissies en instellingen en ervoor zorgen dat de juiste man/vrouw op de juiste plaats is.
4. 6.6
Onderzoeken van bestaande en toekomstige wet- en regelgeving. Informatie- en communicatietechnologie
IT governance In 2007 is een IT governance board opgericht, met als doel het bewaken van de samenhang en de continuïteit en het realiseren van de ambities van het Kadaster met ICT. Deze board behandelt op tactisch/strategisch niveau de planning, prioritering en budgettering van IT-projecten en adviseert hierover aan het Directeuren Overleg. In 2008 zal de board zich tevens buigen over verbetering van de IT-planning en het formuleren en borgen van leidende IT-principes, zoals het werken onder architectuur. Voortgang van de vernieuwing van de primaire systemen De ingezette vernieuwing van de primaire systemen vordert. Hierbij komt inmiddels de technische vervanging van de kern van de kadastrale en hypothekenregistratie in zicht. Dit is een complex vraagstuk waarvoor in 2008 nader zal worden onderzocht hoe dit het best kan worden aangepakt. Sourcing strategie In lijn met het kadaster beleid van “uitbesteden tenzij” wordt de komende jaren gestreefd naar het verder opvoeren van het aandeel uitbesteding/resultaatverplichtingen in de out of pocket menskosten. Waar de verhouding tussen inhuur en uitbesteding nu ligt op 70% staat tot 30%, is het streven om dit in de planperiode om te buigen tot 60% staat tot 40%. In 2008 zal ook ten aanzien van de infrastructuur dienstverlening worden bekeken welke uitbestedingsstappen gezet kunnen worden. Kadaster is overtuigd van het feit dat door deze stappen een betere risicoverdeling ontstaat met partners en dat meer toegevoegde waarde wordt gerealiseerd. De slagvaardigheid en flexibiliteit worden vergroot en de kracht en kennis uit de markt benut. Complexiteitsreductie IT infrastructuur De afgelopen jaren is veel energie gestoken in het consolideren van zowel de technische infrastructuur als de applicaties. Hierin zijn belangrijke vorderingen gemaakt (virtualisatie machinecapaciteit, vereenvoudiging van autorisatieprocedures, consolidatie van databases). Het Kadaster heeft echter nog steeds een betrekkelijk complexe applicatiestructuur met bijbehorende grote beheerlast. Deze beheerlast wordt veroorzaakt door de grote verscheidenheid aan producten, die in de loop der tijden zijn gebruikt voor de realisatie van de
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
51 van 68 applicaties van het Kadaster en door de grote hoeveelheden interfaces tussen applicaties, die allemaal op verschillende manieren zijn ontwikkeld en moeten worden beheerd. Om de beheerkosten te reduceren en de Kadasterapplicatieomgeving beter geschikt te maken voor het werken binnen externe ketens (bijvoorbeeld als Landelijke Voorziening), is verdere complexiteitsreductie en standaardisatie nodig. Hiervoor zal steeds vaker gebruik worden gemaakt van standaard componenten uit de e-overheidsinfrastrucuur (zoals de overheidsservicebus) en extern ontwikkelde standaard software afkomstig uit het open source domein of van commerciële partijen (commercial off-the-shelf software). Vooral gezien de toename van het aantal nieuwe systemen en taken zal in 2008 bijzonder aandacht worden gegeven aan de beheersing van de complexiteit. Ontwikkeling ICT kosten In 2007 is mede als gevolg van de vernieuwingsgolf een doorbraak gerealiseerd in het procentueel verlagen van het aandeel beheer- en onderhoudskosten in de totale ICT kosten. In 2008 zullen de kosten van beheer en onderhoud tijdelijk weer oplopen als gevolg van de meerkosten van het in beheer en onderhoud nemen van nieuwe activiteiten o.a. de landelijke voorzieningen BAG en WKPB en het KLIC. Streven is om deze tijdelijke toename in de daarop volgende jaren weer te compenseren door additionele besparingen in beheer en onderhoud. Daarnaast blijven we in toenemende mate investeren in vernieuwing, waardoor de ICT-kosten in de planperiode per saldo licht stijgen. IT-beveiliging Door het gebruik van Internet voor het ontsluiten van de kadastrale informatie is veel aandacht nodig voor de veilige afscherming van de eigen infrastructuur. Inbraakpogingen en misbruik van Kadastersystemen vanaf internet moeten immers worden voorkomen. Daarnaast vraagt de afscherming tegen spam continu de aandacht. De verdergaande integratie en automatisering van bedrijfsprocessen maken dat incidenten een steeds grotere impact kunnen hebben op de bedrijfsprocessen. In 2008 en 2009 worden er een aantal basisregistraties operationeel. Het stelsel van basisregistraties stelt eisen aan de integriteit, beschikbaarheid en toegankelijkheid die binnen de bestaande ICT- infrastructuur geborgd worden. Het Kadaster is gecertificeerd tegen de Code voor Informatiebeveiliging ISO/IEC 27001:2005. Binnen de organisatieontwikkeling is de informatiebeveiliging integraal, dus inclusief de fysieke en personele aspecten, bij beveiligingsmanagement belegd. Het voordeel hiervan is dat nu vanaf één punt in de organisatie de beveiliging van de informatie wordt overzien. Uitwijk Inmiddels is de exploitatie van de toepassingen over twee locaties verdeeld waardoor de continuïteit van de informatiesystemen in geval van een calamiteit gewaarborgd is. De interne verplaatsing van ICT-systemen vraagt hierbij continu de aandacht. Jaarlijks wordt een uitwijkoefening gehouden.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
52 van 68
6.7
Huisvesting en archieven
In het kader van de organisatieontwikkeling wordt de huisvesting geconcentreerd op een achttal kantoren in het land, mogelijk aangevuld met een aantal 'flexlocaties' voor medewerkers die gebiedsgebonden werkzaamheden uitvoeren. In 2008 zullen vijf vestigingen worden gesloten. Tegelijkertijd hiermee wordt een werkplekconcept ingevoerd waardoor het benodigde aantal m2 reduceert. Voor de verschillende locaties geldt het volgende tijdpad: Locatie
Vermoedelijke verhuisdatum
Locatie
Vermoedelijke verhuisdatum
Groningen
--
Zoetermeer
2008
Assen
gerealiseerd
Rotterdam
--
Leeuwarden
2008
Middelburg
2009
Emmen
Nader te bepalen *
Breda
2008
Zwolle
2008 *
Eindhoven
--
Lelystad
gerealiseerd
Roermond
2009
Utrecht
2008
Arnhem
--
Amsterdam
--
Flexlocaties
Vanaf 2008 tot 2009
Alkmaar
2008
buitendienst
*huurcontract Zwolle eindigt eind 2008; te zijner tijd zal over de huisvesting van Zwolle en Emmen in samenhang besloten worden. We verwachten dat het sluiten van vestigingen niet ten koste zal gaan van het contact met de klant, zeker gezien het beperkte aantal baliebezoeken. Steeds meer baliefuncties worden ondergebracht in het digitale kanaal. Waar ‘face-to-face’ contact noodzakelijk is, blijven daar mogelijkheden voor bestaan. Bij het landmeetkundige werk blijft de landmeter het terrein bezoeken. Een belangrijke randvoorwaarde voor het huisvestingsscenario is het verder digitaliseren van de kadastrale archieven. Voor de huidige werkprocessen is toegang tot de dynamische archieven van veldwerken en hulpkaarten noodzakelijk. In de periode tot 2010 worden deze archieven gedigitaliseerd, zodat de werkprocessen locatie-onafhankelijk kunnen worden uitgevoerd. Parallel hieraan wordt onderzocht welke archieven nog meer moeten worden gedigitaliseerd willen ook voor deze archieven de knelpunten worden opgelost. 6.8
Financiën
Het financiële beleid richt zich op twee speerpunten. Het eerste is het streven naar zo laag mogelijke kosten. Het tweede is het behouden van een gezonde financiële positie om de continuïteit te waarborgen en ruimte te scheppen voor vernieuwing. Kostenbeheersing Bij de verschillende onderdelen van hoofdstuk 5 is al ingegaan op maatregelen van kostenbeheersing voor de afzonderlijke taakgebieden. Voor de ondersteunende processen wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van benchmarks, worden administratieve processen gestroomlijnd en worden inkoopcontracten geclusterd en
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
53 van 68 geüniformeerd. Kostenniveaus worden bewaakt in de planning- en controlcyclus. De kostenontwikkeling in het verleden en in de planperiode is in onderstaande grafiek weergegeven, waarbij zichtbaar is dat na een toename van de innovatiekosten in 2007 en 2008 een stabilisatie optreedt in lijn met het verwachte werkaanbod. 350 Werkelijke omzet c.q. MBP
EUR miljoen
300 250
Werkelijke kosten c.q. MBP
200 150
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
100
Omzet zonder tariefaanpassingen
Waarborgen financiële positie Het eigen vermogen van het Kadaster is op basis van bepalingen in de Organisatiewet genormeerd. Met de minister zijn in 2007 de geldende afspraken over de omvang van het normvermogen herbevestigd. Het normvermogen, te weten het totaal van het structurele en het conjuncturele normvermogen en de stand van de reserve nevenactiviteiten, ligt per einde 2006 op € 82 miljoen en komt naar verwachting aan het eind van de planperiode uit op € 77 miljoen. Het eigen vermogen ontwikkelt zich in de planperiode volgens onderstaande grafiek, waarbij is gerekend met de in 2007 geldende tarieven. Dit resulteert aan het eind van de planperiode in een eigen vermogen van € 107 miljoen negatief.
150 100 50 Totaal eigen vermogen
0 2006 -50 -100 -150
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Totaal normvermogen
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
54 van 68
Tarievenbeleid Het Kadaster streeft naar tarieven die: • zo laag mogelijk zijn, conform de voorwaarden die de Kadasterwet en de Organisatiewet Kadaster stellen; • kostendekkend zijn per product(groep) of wettelijke taak; • sporen met het algemene overheidsbeleid, met name ter zake van de informatievoorziening (dat wil zeggen: lage tarieven voor informatieverstrekking); • waar nodig en mogelijk de rechtszekerheid bevorderen; • gerelateerd zijn aan een overzichtelijke productstructuur; • de bedrijfsvoering van het Kadaster ondersteunen; • niet te veel fluctueren. Om het gebruik van digitale kanalen te stimuleren worden lagere tarieven gehanteerd voor digitale dienstverlening. De weging van deze elementen onderling bepaalt de uitwerking in concrete tarieven. Parallel aan dit MBP wordt een voorstel gedaan voor herziening van de tarieven met ingang van 2008. De consequenties van dit tariefvoorstel zijn weergegeven in bijlage 3. Financiering basisregistraties Met de minister van VROM is de principe-afspraak gemaakt dat het gebruik van de basisregistraties Kadaster en Topografie binnen de overheid wordt gefinancierd vanuit een centraal budget bij VROM. De verdere invulling van deze principe-afspraak is nog onderhanden. Voor beide basisregistraties wordt gestreefd naar een kostendekkende basisfinanciering. Dit is nog niet in dit MBP verwerkt.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
55 van 68
Bijlagenoverzicht
Bijlage 1: financiële meerjarenraming 2008-2012 Bijlage 2: scenario-waarden ramingsmodel Bijlage 3: globale meerjarenraming na toepassing tariefwijziging Bijlage 4: Afkortingenlijst
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
56 van 68 Bijlage 1: Financiële meerjarenraming Balans _______________________________________________________________________________________ Activa 2008 2009 2010 2011 2012 _______________________________________________________________________________________ (in miljoenen euro’s) Vaste activa Immateriële vaste activa Software en licenties Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en terreinen Andere vaste bedrijfsmiddelen
Financiële vaste activa Overige vorderingen
Totaal vaste activa
13
13
13
13
13
52 55 52 49 46 25 27 24 21 19 _________________________________________________ 77 82 76 70 65
24
-
-
-
-
__________________________________________________ 114 95 89 83 78
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Debiteuren Overige vorderingen
Liquide middelen
Totaal vlottende activa
2
2
2
2
2
20 18 18 17 17 5 5 5 5 5 __________________________________________________ 25 23 23 22 22 2
2
2
2
2
_________________________________________________ 29 27 27 26 26 __________________________________________________
Totaal activa
143
122
116
109
104
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
57 van 68 _______________________________________________________________________________________ Passiva 2008 2009 2010 2011 2012 _______________________________________________________________________________________ (in miljoenen euro’s) Eigen vermogen wettelijke taken nevenactiviteiten Totaal eigen vermogen Voorzieningen Seniorenregelingen Ingegane wachtgeld- en werkloosheidverplichtingen Overige voorzieningen Totaal voorzieningen Langlopende schulden Overlopende passiva Vooruitontvangen op akteposten Totaal langlopende schulden Kortlopende schulden Vooruitontvangen op akteposten Kasgeldlening Crediteuren Belastingen en sociale premies Overlopende passiva Overige schulden Totaal kortlopende schulden
16 -25 -54 -81 -108 1 1 1 1 1 _________________________________________________ 17 -24 -53 -80 -107
20
18
15
14
13
6 5 4 3 3 4 4 4 4 4 __________________________________________________ 30 27 23 21 20
7 5 2 2 2 2 5 8 11 13 __________________________________________________ 9 10 10 13 15
45 41 38 34 32 27 57 82 105 6 6 6 6 6 8 8 8 8 8 14 13 13 12 12 14 14 14 13 13 __________________________________________________ 87 109 136 155 176 __________________________________________________
Totaal passiva
143
122
116
109
104
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
58 van 68 Specificaties ________________________________________________________________________________________________ Voorziening Seniorenregelingen 2008 2009 2010 2011 2012 ________________________________________________________________________________________________ (in miljoenen euro's) Stand 1/1 Aanwending - KSR Dotatie Oprenting
23
20
18
15
14
-/- 7 3 1
-/- 6 3 1
-/- 6 2 1
-/- 4 2 1
-/- 4 2 1
Stand 31/12
20
18
15
14
13
________________________________________________________________________________________________ Voorziening Ingegane wachtgelden werkloosheidverplichtingen 2008 2009 2010 2011 2012 ________________________________________________________________________________________________ (in miljoenen euro's) Stand 1/1 Aanwending - Wachtgeld / werkloosheid Oprenting Stand 31/12
7
6
5
4
3
-/-1 0
-/- 1 0
-/- 1 0
-/- 1 0
-/- 0 0
6
5
4
3
3
________________________________________________________________________________________________
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
59 van 68 Toelichting op de balans (in miljoenen euro's) ACTIVA Immateriële vaste activa Deze post geeft aan het verloop van de boekwaarde van de gekochte software, de licenties en de zelf ontwikkelde systemen. De hoogte van de investeringen op dit terrein wordt met name beïnvloed door de invoering van de ICT-vernieuwingen.
Stand per 1/1 Investeringen - software en licenties Afschrijvingen Stand per 31/12
2008
2009
2010
2011
2012
12
13
13
13
13
5 -4 13
5 -5 13
5 -5 13
5 -5 13
5 -5 13
Materiële vaste activa Hiertoe behoren de bedrijfsgebouwen en terreinen die in eigendom zijn van het Kadaster, alsmede de andere vaste bedrijfsmiddelen, waaronder de automatiseringsapparatuur, kantoorinventaris, installaties en vervoermiddelen. De investeringen onder de post bedrijfsgebouwen- en terreinen hebben betrekking op verbouwingen van panden om de medewerkers te kunnen huisvesten van panden die gedurende de planperiode zullen gaan sluiten. Ook het pand de Grift te Apeldoorn wordt verbouwd. De verwachte ingebruikname van dit pand is medio 2008. De investeringen in andere vaste bedrijfsmiddelen betreffen naast de investeringen ten behoeve van herhuisvesting de reguliere investeringen. De desinvesteringen betreffen de verkoop van de panden Leeuwarden en Roermond. De verwachte boekwinsten zijn in mindering gebracht op de afschrijvingen.
Stand per 1/1 Investeringen - Bedrijfsgebouwen en terreinen - Andere vaste bedrijfsmiddelen Desinvesteringen Afschrijvingen Stand per 31/12
2008 73
2009
2010
2011
2012
77
82
76
70
4 16 -3 -13 77
10 13 -4 -14 82
0 8 -14 76
0 8 -14 70
0 8 -13 65
Financiële vaste activa De financiële vaste activa zijn de resultante van de cashflows die samenhangen met de ontvangsten en uitgaven op grond van de geplande bedrijfsactiviteiten. Het betreffen deposito’s die zijn belegd bij het Ministerie van Financiën. In dit model van het MBP zal deze post medio 2009 tot nul zijn gereduceerd.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
60 van 68 Vlottende activa Voorraden De voorraden bestaan uit het onderhanden werk en de voorraad topografische kaarten. Het onderhanden werk betreft de kosten van reeds uitgevoerde deelwerkzaamheden voor akteposten die nog niet zijn afgerond. Vorderingen De raming van het saldo van de post debiteuren is vastgesteld op basis van de omzet wettelijk- en nevenactiviteiten en de gemiddelde krediettermijn. Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen is voor de planperiode gesteld op € 2 miljoen. Dit bedrag betreft de noodzakelijk geachte liquiditeit om te kunnen voldoen aan betalingsverplichtingen op korte termijn. De liquide middelen maken deel uit van het Geïntegreerd Middelenbeheer.
PASSIVA Eigen vermogen Wettelijke taken De structurele reserve bestaat uit 1/3e deel van het structurele balanstotaal. Dit balanstotaal wordt gevormd door de immateriële vaste activa, de materiële vaste activa en de vlottende activa, alsmede het onder de financiële vaste activa begrepen bedrag gelijk aan 50% van de post ‘vooruitontvangen op akteposten’. De structurele reserve tendeert aan het eind van de planperiode naar € 42 miljoen. Het conjuncturele deel van het eigen vermogen is vastgesteld op maximaal € 34 miljoen. Samen met de hieronder vermelde stand van de reserve nevenactiviteiten van € 1 miljoen komt dit zogenoemde normvermogen aan het einde van de planperiode uit op maximaal € 77 miljoen. Aan het einde van de planperiode bedraagt de prognose van het eigen vermogen € 107 miljoen negatief. Nevenactiviteiten Het maximaal eigen vermogen op nevenactiviteiten is met ingang van 1999 gesteld op € 4 miljoen. Aan het einde van 2006 bedraagt de reserve nevenactiviteiten € 1 miljoen. Voorzieningen De voorzieningen bestaan uit: •
seniorenregelingen
•
ingegane wachtgeld- en werkloosheidverplichtingen
•
overige voorzieningen
De mutatie in de voorzieningen vindt plaats op basis van het bij de jaarrekening 2002 ontwikkelde model. De mutaties zijn opgenomen onder de lonen, salarissen, sociale lasten en de financiële baten en lasten.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
61 van 68 Onder de voorziening seniorenregelingen zijn opgenomen de kosten van de Kadaster Seniorenregeling (KSR). De KSR is van toepassing op de medewerkers die vòòr 1 januari 1953 zijn geboren. De kosten van de regeling bestaat uit twee delen, zijnde: - de kosten waarvoor geldt dat de KSR al is ingegaan; - de kosten voor het toekomstige gebruik van de KSR, afgebakend tot de ingangsdatum van de nieuwe seniorenregeling zijnde, de Regeling werktijdvermindering senioren (RWS). De RWS is het vervolg op de hiervoor genoemde KSR en van toepassing op de medewerkers die op of na 1 januari 1953 zijn geboren. De kosten van deze regeling worden in het jaar van uitbetaling ten laste van het resultaat gebracht. Onder de voorziening ingegane wachtgeld- en werkloosheidverplichtingen zijn de kosten opgenomen voor ingegane wachtgelden, werkloosheid en soortgelijke uitkeringen. Hieronder vallen naast de kosten van de reorganisatie bij de verzelfstandiging van het Kadaster, ook de kosten voor toegezegde afvloeiingsregelingen. Onder de overige voorzieningen zijn de toekomstige kosten opgenomen voor alle personeelsleden die in aanmerking komen voor een ambtsjubileumuitkering. Uitkeringen in het kader van ambtsjubilea vinden plaats bij het bereiken van een dienstverband van 12,5 jaar, 25 jaar en 40 jaar. Langlopende schulden Onder de overlopende passiva zijn de spaardagen en de langlopende bijdrage aan het project BAG opgenomen. De langlopende verplichting spaardagen bestaat uit: KSR-spaarverlof, Pre-FPU, Sabbatical leave en einde dienstverband met premie. De verwachting bestaat dat deze verplichting van € 4 miljoen in 2007 zal aflopen naar € 2 miljoen aan het einde van de planperiode. De normale voorraad akteposten is gepresenteerd onder de kortlopende schulden. De normale werkvoorraad wordt afgedaan binnen twaalf tot achttien maanden. Indien de verwachte voorraad akteposten de normale werkvoorraad te boven gaat, wordt het meerdere opgenomen onder de langlopende schulden. In de jaren 2008 tot en met 2012 loopt het langlopende deel aan vooruitontvangen op akteposten op. Kortlopende schulden Het saldo ultimo boekjaar aan vooruitontvangen op akteposten wordt gevormd door de werkvoorraad akteposten. De normale werkvoorraad akteposten is gepresenteerd onder de kortlopende schulden en wordt afgedaan binnen twaalf tot achttien maanden. De post is berekend op grond van de aantallen conform het ramingsmodel, rekeninghoudend met de tarieven van de bestaande nog te produceren akteposten. De productie akteposten in aantallen is in de jaren 2008 tot en met 2012 gelijk aan het nieuwe werkaanbod volgens het ramingsmodel. Het saldo vooruitontvangen op akteposten wordt gevormd door de werkvoorraad akteposten. Het beleid is dat de werkvoorraad ten hoogste 1,25 maal het werkaanbod zal bedragen.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
62 van 68 Winst- en verliesrekening (in miljoenen euro’s) ___________________________________________________________________________________________________ 2008 2009 2010 2011 2012 ___________________________________________________________________________________________________ Bedrijfsopbrengsten Omzet wettelijke taken Wijziging onderhanden werk Geactiveerde productie eigen bedrijf Omzet nevenactiviteiten Som der bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten Lonen en salarissen (incl. sociale lasten) Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten
Bedrijfsresultaat
Financiële baten en lasten
Resultaat
200 180 171 169 167 0 0 0 0 0 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 _________________________________________________________ 207 187 178 176 174
105
95
87
82
80
65
50
39
40
40
17
17
19
19
18
69 65 59 58 58 _________________________________________________________ 256 227 204 199 196
-49
-40
-26
-23
-22
1
-1
-3
-4
-5
_________________________________________________________ -48 -41 -29 -27 -27
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
63 van 68 Toelichting op de winst- en verliesrekening BEDRIJFSOPBRENGSTEN Omzet wettelijke taken Specificatie van de omzet wettelijke taken naar strategische eenheden (in miljoenen euro's): omzet Vastgoedinformatie
omzet Ruimte en Advies
omzet Topografie
omzet KLIC
totale omzet Wettelijk
165 147 139 138 137
17 16 16 14 13
13 13 13 14 14
5 4 3 3 3
200 180 171 169 167
2008 2009 2010 2011 2012
De raming van de omzet Vastgoedinformatie is gebaseerd op het geactualiseerde ramingsmodel. In de omzet Vastgoedinformatie is inbegrepen de omzet met betrekking tot WKPB en de BAG, tezamen € 7 miljoen over de gehele planperiode. De omzet Topografie en Ruimte en Advies zijn gebaseerd op interne ramingen, waarbij de omzet van Ruimte en Advies bestaat uit de omzet van klassieke landinrichtingsprojecten en overige diensten in het kader van gebiedsontwikkeling. De omzet behorende bij de wettelijke taak KLIC is opgenomen vanaf 1 januari 2008. Het werkaanbod, in belangrijke mate bepalend voor de omzet uit wettelijke taken, is bepaald op basis van het in 2005 vastgestelde ramingsmodel, met het midden scenario als uitgangspunt. Het ramingsmodel voorspelt de ontwikkeling van het werkaanbod akten en hypotheekstukken. Ook voor het werkaanbod meetposten, zijnde het totaal van akteposten en de splitsing van percelen op verzoek, wordt het midden scenario aangehouden. Binnen het geraamde werkaanbod meetposten is het aandeel splitsingen op verzoek en het aandeel akteposten sterk afhankelijk van de tarieven. Het ramingsmodel maakt gebruik van de volgende indicatoren: •
economische groei;
•
stijging hypotheekrente;
•
eigen woningbezit (ten behoeve van raming akten);
•
aantal afgegeven bouwvergunningen (ten behoeve van raming akteposten).
Voor de informatieverstrekking wordt uitgegaan van een gemengde benadering op basis van portfolio posities: • Kadaster-on-line groeit in beperkte mate; • de levering van klassieke output wordt meer en meer vervangen door Kadaster-on-line en zal daarom in de toekomst afnemen; • overige output betreft kernproducten met een relatief stabiele positie.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
64 van 68 Voor de berekening van de omzet is het RTK van 1 januari 2007 toegepast. Bij deze berekening van de omzet zijn de effecten van het digitaal aanleveren en het geautomatiseerd muteren van akten en hypotheekstukken meegenomen. Specificatie van de omzet wettelijke taken (aantallen):
2008 2009 2010 2011 2012
akten
hypotheekstukken
akteposten
splitsingen vooraf
506.400 506.600 513.900 521.100 528.400
630.800 627.900 625.000 622.000 619.200
77.200 69.600 65.200 61.700 58.100
57.000 60.000 63.000 66.000 70.000
Bij de vertaling van de bovengenoemde aantallen naar omzet is uitgegaan van de volgende tarieven: Gemiddeld tarief in € per stuk Akten
2008 52
2009 47
2010 38
2011 36
2012 34
65
42
42
42
42
Akteposten
431
430
425
417
412
Splitsingen vooraf
174
174
174
174
174
Hypotheekstukken
De daling van de tarieven akten en hypotheekstukken is het gevolg van het geautomatiseerd muteren. Geautomatiseerd muteren heeft een lager tarief dan zonder geautomatiseerde mutatie. Voor akten en hypotheekstukken is de verwachting dat vanaf 2012 respectievelijk 60% en 70% volledig geautomatiseerd verwerkt kan worden. De daling van het gemiddelde tarief per akteposten is eveneens het gevolg van het automatisch muteren. Daarnaast is de omzet akteposten gebaseerd op de productie akteposten en deze is gelijkgesteld aan het verwachte werkaanbod. De productie akteposten wordt in belangrijke mate afgedaan binnen twaalf tot achttien maanden. Omzet nevenactiviteiten Hieronder wordt de omzet met betrekking tot nevenactiviteiten gespecificeerd (in miljoenen euro's).
GBKN International Consultancy Totaal
2008 3 1 4
2009 3 1 4
2010 3 1 4
2011 3 1 4
2012 3 1 4
De omzet GBKN betreft de GBKN dienstverlening, namelijk het uitvoeren van opdrachten inzake directievoering, bestandsbeheer, distributie en relatiebeheer. In het meerjarenbeleidsplan is uitgegaan van kostendekkende nevenactiviteiten.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
65 van 68 Geactiveerde productie voor het eigen bedrijf De geactiveerde productie voor het eigen bedrijf heeft betrekking op software-ontwikkeling.
BEDRIJFSLASTEN In de bedrijfslasten zijn geen autonome kostenstijgingen (inflatie) verwerkt en is derhalve het prijspeil 2007 aangehouden. Wel is in de verwachte bedrijfslasten vanaf 2008 de salarisverhoging van 2,1% meegenomen, conform de eind 2006 afgesloten CAO met een looptijd van 1 oktober 2006 tot 1 oktober 2008. De kosten van de nieuwe wettelijke taak KLIC zijn vanaf 1 januari 2008 in de bedrijfslasten opgenomen. Vanaf het jaar 2008 dalen de verwachte bedrijfslasten met gemiddeld € 15 miljoen per jaar ten opzichte van een afname van de bedrijfsopbrengsten met gemiddeld € 8 miljoen per jaar.
FINANCIELE BATEN EN LASTEN Bij het bepalen van de hoogte van financiële baten en lasten zijn de rentebaten gebaseerd op een rendementsverwachting van 4% per jaar.
RESULTAAT De resultaten zijn over de hele planperiode negatief. Het eigen vermogen daalt in 2012 naar € 107 miljoen negatief.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
66 van 68 Bijlage 2: scenario-waarden ramingsmodel Scenario 2006 Groei BBP Realisatie Niveau hypotheekrente Eigen woningbezit Bouwvergunningen 2007 Groei BBP Prognose Niveau hypotheekrente Eigen woningbezit Bouwvergunningen 2008 Groei BBP Prognose Niveau hypotheekrente Eigen woningbezit Bouwvergunningen 2009 Groei BBP Prognose Niveau hypotheekrente Eigen woningbezit Bouwvergunningen 2010 Groei BBP Prognose Niveau hypotheekrente Eigen woningbezit Bouwvergunningen 2011 Groei BBP Prognose Niveau hypotheekrente Eigen woningbezit Bouwvergunningen 2012 Groei BBP Prognose Niveau hypotheekrente Eigen woningbezit Bouwvergunningen
Hoog: Midden: Laag:
Hoog 3,00% 4,30% 57,10% 96.400 2,75% 4,50% 57,80% 90.000 3,25% 4,60% 58,50% 90.000 3,5% 4,70% 59,20% 91.000 3,5% 4,80% 59,90% 91.000 3,5% 4,90% 60,60% 100.000 3,5% 5,00% 61,30% 100.000
Midden 3,00% 4,30% 57,10% 96.400 2,75% 4,50% 57,60% 90.000 2,75% 4,80% 58,10% 86.000 2,25% 4,80% 58,60% 83.000 2,25% 4,80% 59,10% 81.000 2,25% 4,80% 59,60% 80.000 2,25% 4,80% 60,10% 80.000
Laag 3,00% 4,30% 57,10% 96.400 2,75% 4,50% 57,50% 90.000 1% 5,00% 57,90% 82.000 1% 5,20% 58,30% 77.000 1% 5,00% 58,70% 71.000 1% 4,80% 59,10% 70.000 1% 4,60% 59,50% 70.000
CPB-prognose maart/april Rente 2006 + CPB-ontw.lange rente OTB Bouwprognose VROM 2007
Economie groeit als eind jaren 90; rente stijgt beperkt; eigen woningbezit + 0,7% per jaar; bouwvergunningen volgens hoog scenario bouwprognose. Economische groei volgens CPB-prognoses; rente-ontwikkeling volgt CPB ontwikkeling lange rente en daarna stabiel; eigen woningbezit + 0,5% per jaar; bouwvergunningen volgens middenscenario bouwprognose. Economie groeit zeer beperkt; rente stijgt eerst en daalt daarna licht; eigen woningbezit + 0,4% per jaar; bouwvergunningen volgens laag scenario bouwprognose.
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
67 van 68 Bijlage 3: Globale meerjarenraming na toepassing tariefwijziging Winst- en verliesrekening (in miljoenen euro’s) ________________________________________________________________________________ 2008 2009 2010 2011 2012 ________________________________________________________________________________ Bedrijfsopbrengsten Omzet wettelijke taken Wijziging onderhanden werk Geactiveerde productie eigen bedrijf Omzet nevenactiviteiten Som der bedrijfsopbrengsten
217 204 198 195 191 0 0 0 0 0 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 ___________________________________________ 224 211 205 202 198
Som der bedrijfslasten
256
227
204
199
196
Bedrijfsresultaat
-32
-16
+1
+3
+2
Financiële baten en lasten
+2
0
-1
-2
-2
___________________________________________ Resultaat -30 -16 0 +1 0 ________________________________________________________________________________
Eigen vermogen per ultimo
35
19
19
20
20
Datum
18 oktober 2007 Titel
Meerjarenbeleidsplan 2008-2012 Versie
definitief Blad
68 van 68 Bijlage 4: afkortingenlijst 3D
Driedimensionaal
KLIC
Kabels en leidingen
6PPC
6-positie postcode coördinaten
KNB
ACN
Adrescoördinatenbestand Nederland
LNV
AGRS
Actief GPS Referentiesysteem
LTO
Ondernemers- en werkgevers-
Nederland
organisatie agrarische sector
AHN
Actueel Hoogtebestand Nederland
MBP
Meerjarenbeleidsplan
BAG
Basisregistratie Adressen en Gebouwen
NAP
Normaal Amsterdams Peil
BSIK
Besluit Subsidies Investeringen
NCG
Nederlandse Commissie voor
Informatiecentrum Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Kennisinfrastructuur
Geodesie
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
NETPOS
Netherlands Positioning System
CPB
Centraal Planbureau
NWB
Nationaal wegenbestand
DLG
Dienst Landelijk Gebied
NORA
Nederlandse Overheid Referentie
ELRA
European Land Registry Association
OR
Ondernemingsraad
EU
Europese Unie
Pda
Portable digital assistant
EULIS
European Land Information Service
PIP
Persoonlijke Internet Pagina
EUREF
European Reference Framework
RD
Rijksdriehoeksmeting
EUROGI
European umbrella organisation for
RDW
Rijksdienst Wegverkeer
EuroSDR European Spatial Data Research
RTK
Regeling Tarieven Kadaster
ETRS89
European Terrestrial Reference System
RTK
Real-time Kinematics
FIG
Fédération Internationale des Géomètres
TOP10NL
Topografisch basisbestand 1:10.000
GBKN
Grootschalige basiskaart Nederland
UNSDI
United Nations Spatial Data
Architectuur
geographic information
Infrastructure GI-
Geoinformatie-beraad
UNU
United Nations University
GIS
Geografisch informatiesysteem
V&W
Verkeer en Waterstaat
GPS
Global Positioning System
VROM
Volkshuisvesting, Ruimtelijke
ICT
Informatie- en Communicatietechnologie
WILG
Wet Inrichting Landelijk Gebied
ICTU
ICT-uitvoeringsorganisatie
WIK
Waarde-index Kadaster
INSPIRE
Infrastructure for spatial information in
WKPB
Wet Kenbaarheid Pubiekrechtelijke
beraad
Ordening en Milieu
Europe ITC
International Institute for Geo-information
Beperkingen WOZ
Waardebepaling Onroerende Zaken
ZBO
Zelfstandig Bestuursorgaan
Science and Earth Observation KCC
Klantcontactcentrum