Masterplan Rozemaai PROJECTDEFINITIE juni 2009
COLOFON
Projectleider Ivan Demil
Programmaleider Katlijn Van der Veken
Planologisch ambtenaar Frank De Bruyne
Secretariaat Bedrijfseenheid Stadsontwikkeling Desguinlei 33, 2018 Antwerpen tel +32 3 338 23 81
[email protected]
_PROJECTDEFINITIE
1
2
3
4
5
6
7
INLEIDING ................................................................................................................................4 1.1
Voorwerp van de opdracht ..........................................................................................4
1.2
Opdrachtgever.............................................................................................................4
1.3
Contact ........................................................................................................................4
CONTEXT .................................................................................................................................5 2.1
Ruimtelijke context ......................................................................................................5
2.2
Beleidscontext ...........................................................................................................16
AMBITIE VAN DE OPDRACHTGEVER .................................................................................27 3.1
Een leefbare woonwijk ..............................................................................................27
3.2
Grotere functieverweving ..........................................................................................27
3.3
Verdichting ................................................................................................................28
3.4
Een nieuwe klemtoon op natuur, waterhuishouding en zachte recreatie ..................28
3.5
Verankeren in de omgeving ......................................................................................29
3.6
Structurele, gefaseerde aanpak ................................................................................29
DOELSTELLINGEN................................................................................................................30 4.1
Functioneel programma ............................................................................................30
4.2
Stedenbouwkundig programma ................................................................................32
TRAJECT................................................................................................................................36 5.1
Overlegstructuur........................................................................................................36
5.2
Communicatie en participatie ....................................................................................37
SAMENSTELLING VAN DE OPDRACHT..............................................................................38 6.1
Ontwerpproces van het masterplan ..........................................................................38
6.2
Finaliteit van de opdracht ..........................................................................................39
6.3
Timing........................................................................................................................39
6.4
In te leveren documenten masterplan .......................................................................39
6.5
Ereloon ......................................................................................................................40
ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN MINICOMPETITIE ........................................................41 7.1
Opdracht minicompetitie............................................................................................41 Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 2/44
_PROJECTDEFINITIE
8
7.2
Procedure..................................................................................................................41
7.3
Vragen betreffende de opdracht................................................................................41
7.4
In te leveren documenten..........................................................................................41
7.5
Gunningscriteria ........................................................................................................42
7.6
Beoordelingscommissie ............................................................................................43
7.7
Wedstrijdpremie ........................................................................................................43
BIJLAGEN ..............................................................................................................................44
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 3/44
_PROJECTDEFINITIE
1 1.1
INLEIDING Voorwerp van de opdracht
Het voorwerp van de ontwerpopdracht betreft de opmaak van een masterplan voor het projectgebied Rozemaai, gelegen tussen stad Antwerpen en de kern van Ekeren. Rozemaai is een sociale woonwijk. Zoals vaak bij dit soort grootschalige wijken zijn het sociale weefsel en de kwaliteit van de woonomgeving delicate punten. Ook Rozemaai kampt op dit vlak met leefbaarheidproblemen. Vanuit verschillende (stads-) diensten en de Woonhaven worden initiatieven genomen om in de wijk Rozemaai projecten op te starten. Daarom is de opmaak van een masterplan met als doel een globale aanpak voor Rozemaai onontbeerlijk. Zo kan vanuit een globale visie de wijk getransformeerd worden van haar huidige toestand naar een kwaliteitsvolle woonomgeving. Het sleutelen aan de leefbaarheid van de wijk is een absoluut uitgangspunt.
1.2
Opdrachtgever
Stad Antwerpen Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen
1.3
Contact
Voor inhoudelijke vragen met betrekking tot het project, de procedure en de dagelijkse werking: Dienst Ruimtelijke Ordening Ivan Demil (projectleider) Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen tel: 03 338 04 30 mail:
[email protected] Voor vragen met betrekking tot het contract: Dienst Stadsbouwmeester Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen tel: 03 338 51 74 Voor vragen met betrekking tot de financiën: Secretariaat SW/BEL/RO Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen tel: 03 338 23 39
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 4/44
_PROJECTDEFINITIE
2 2.1
CONTEXT Ruimtelijke context
2.1.1 Situering De wijk Rozemaai is een woonwijk gelegen ten noorden van de Antwerpse binnenstad en bestaat hoofdzakelijk uit sociale huurwoningen en huurappartementen. Hoewel de wijk administratief gezien tot het district Antwerpen behoort, sluit zij fysisch sterker aan bij het district Ekeren. De rol van de wijk in de context van Ekeren en Antwerpen is op dit moment beperkt en in hoofdzaak te herleiden tot een concentratie van sociale huisvesting omgeven door natuurgebieden. Rozemaai wordt ruimtelijk afgebakend door de Leo Baekelandstraat en Ferdinand Verbieststraat in het noorden, de Ekersesteenweg en het natuurgebied Oude Landen en het Ekers Moeras in het oosten en het tracé van de A12 aan de zuidwestzijde. Deze verschillende ruimtelijke barrières leiden tot isolement, waardoor de wijk staat als een aparte, op zichzelf gerichte entiteit, met zeer weinig voorzieningen.
Figuur 1: luchtfoto Rozemaai
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 5/44
_PROJECTDEFINITIE
Figuur 2: topografische kaart Rozemaai
2.1.2 Historische context Op de Ferraris kaart zien we dat het gebied ten zuiden van de kern van Ekeren voornamelijk bestond uit landbouwgrond.
Figuur 3: Ferrariskaart
Het grondgebied waar Rozemaai zich bevindt, behoorde tot en met 1929 tot Ekeren, vanaf dan tot het district Antwerpen. De wijk wordt vanaf 1970 verkaveld en volgebouwd. Vooral havenarbeiders, onderwijzend personeel en leden van de brandweer kwamen er wonen, in die tijd moest stadspersoneel immers op het grondgebied van de stad wonen. Voor boodschappen, sportverenigingen, jeugdbewegingen en sociaal leven waren de bewoners van Rozemaai van meet af aan aangewezen op het centrum van Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 6/44
_PROJECTDEFINITIE
Ekeren. Tot vandaag hebben de bewoners daarom ook meer het gevoel ‘Ekeren’ te zijn dan Antwerpen. Rozemaai is historisch (bouwkundig) opgebouwd uit 5 delen:
Figuur 4: groei bouwvelden Rozemaai
Rozemaai 1
bouwjaar 1973 bouwblokken met 360 appartementen (11 bouwlagen) nog 1 resterend garagegebouw in verhuring stalplaatsen (1 is reeds in het verleden verkocht aan de Stad voor speelterreinen, 1 werd afgebroken voor een nieuwbouw woonproject) Pater Strackestraat 1-5, Henry Van de Veldestraat 2-6, Herman Vosstraat 15
Rozemaai 2
bouwjaar 1976 6 bouwblokken met 311 appartementen (6 bouwlagen) Pater Strackestraat 6-8, 10-14, 7-9, 11-13, Renaat Veremansstraat 2-4, 6-8 garage gebouwen (waarvan 2 garages zijn vernieuwd en nog in verhuring als autostaanplaats, 1 in gebruik voor materiaal technische dienst, 1 half in gebruik als fietsenstalplaats)
Rozemaai 3
bouwjaar 1982 3 bouwblokken 158 appartementen (7 en 9 bouwlagen) Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 7/44
_PROJECTDEFINITIE
Karel Candaelstraat 2-4, 6-8, Jef Van hoof 2-4 15 + 79 garageboxen (bovengronds en ondergronds)
Rozemaai 4
bouwjaar 1996 25 eengezinswoningen (en 27 koopwoningen) Gerard Walschapstraat 1-17, Leen Van Marckestraat 2-14, Victor Brunclairstraat 2-18
Rozemaai 5 (Arro Antwerpen)
Bouwjaar 2004 +/- 28 koopwoningen
2.1.3 Socio-culturele context 1 Daar de wijk Rozemaai zich bevindt op de grens van de districten Antwerpen en Ekeren wordt de socio-culturele context van de wijk zowel met de stad als met deze twee districten vergeleken.
Uit de demografische cijfers blijkt dat de bevolking van Rozemaai sterk is gestegen de voorbije 10 jaar (+25,5%) hoewel dit zich de laatste 2 jaar stabiliseert.
De gezinsgrootte is vergelijkbaar met die van het district Antwerpen maar kleiner dan die van het district Ekeren en de volledige stad Antwerpen.
Rozemaai heeft een jonge bevolking. Meer dan een kwart van de bevolking is jonger dan 18 jaar.
Het aandeel allochtonen ligt hoog en is vergelijkbaar met het gemiddelde voor het Antwerpse district maar is 5 maal hoger dan het Ekerse gemiddelde.
Het werkloosheidspercentage bedraagt meer dan het dubbele dan het Antwerpse gemiddelde. Ook hier is het contrast met het district Ekeren groot (3,6% tov 18,7%). Het woningpatrimonium bestaat nagenoeg volledig uit sociale huurwoningen. Het grootste deel van het woonaanbod werd opgebouwd in drie fasen (1973, 1976, 1982), waarin telkens een aantal identieke hoogbouwblokken werden ingepland. Rozemaai wordt door haar opbouw (4 bouwfasen) en haar woonprogramma (sociale huurwoningen) gekenmerkt door zeer specifieke cijfergegevens, die zich niet steeds laten vergelijken met stedelijke gemiddelden. De cijfers die de bewoning kenmerken lopen niet gelijk met een gemiddelde wijk in Antwerpen. Zij zijn meer exemplarisch voor de bevolking die volgens de Vlaamse wetgeving toegang krijgt tot de sociale huurwoningen dan voor een natuurlijke
1
opgemaakt door de cel omgevingsanalyse Antwerpen Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 8/44
_PROJECTDEFINITIE
bevolkingsevolutie van een stedelijke woonwijk. In die zin is de evolutie van deze cijfers onlosmakelijk verbonden met het gecontroleerde toewijzingsbeleid van de huurwoningen binnen de sociale huisvestingssector. Zo is de stijging van het inwonersaantal sinds 1998 te verklaren door een toewijzingsbeleid volgens het principe van ‘rationele bezetting’. Dit wil zeggen dat bij een nieuwe bewoning de familiestructuur zo wordt gekozen dat dit overeenstemt met het aantal beschikbare slaapkamers. Als mensen ouder worden en gezinnen bijgevolg kleiner worden, kinderen verlaten het gezin of ouderen komen alleen te staan, blijven zij in hun appartement wonen. Een wijk als Rozemaai, gebouwd in de jaren 70-80 zit op dit moment in een periode (na ongeveer 25-35 jaar) waarbij de oorspronkelijke bewoners vertrekken en de appartementen worden ingevuld met gezinnen die eigen zijn aan de grootte van het appartement.
Label Oppervlakte in hectare (volgens SS) Oppervlakte woongebied in hectare (volgens SS) Aandeel woongebied Aantal inwoners (1998) Aantal inwoners (2006) Aantal inwoners (2008) Bevolkingstoename (1998-2008) Bevolkingstoename (2006-2008) Aantal huishoudens (2008) Gemiddelde gezinsgrootte (2008) Bevolkingsdichtheid (2008) Aandeel alleenstaanden (2008) Aandeel huishoudens (2 pers.) (2008) Aandeel middelgrote en grote huishoudens (2008) Aandeel min18-jarigen (2008) Aandeel actieve leeftijd (18-64 jr.) (2008) Aandeel 65-plussers (2008) Aandeel allochtonen (2008) Aandeel allochtonen van buiten de EU (2008) Aandeel Turken en Marokkanen (2008) Evolutie aandeel allochtonen Evolutie aandeel Turken en Marokkanen Aantal niet werkende werkzoekenden op actieve leeftijd (2008) Aandeel niet werkende werkzoekenden t.o.v. de actieve bevolking (2008) Mediaan inkomen per inwoner (2004) Gemiddeld inkomen per inwoner (2004) Kansarmoede-index (2007) Aantal sociale woningen (2006) Aandeel sociale woningen (2006) Aandeel eigenaars (2001) Aandeel huurders (2001) Aandeel huurders van een particulier (2001)
Donkse Distr. Beek: Ekeren J932 (wijk (2180) Rozemaai)
Stad Antwerpen
Distr. Antwerpen
20.426 5.400 26,4% 449.420 461.269 471.100 4,8% 2,1% 228.484 2,1 23,06 46,4% 28,1% 14,6% 20,4% 61,1% 18,6%
7.996 1642,21 20,5% 158.640 165.749 170.828 7,7% 3,1% 88.739 1,9 21,36 55,7% 23,0% 12,7% 20,9% 62,8% 16,3%
906 548,44 60,5% 21.639 22.343 22.287 3,0% -0,3% 9.426 2,4 24,59 29,1% 35,3% 20,8% 20,9% 61,3% 17,9%
42 33,66 80,5% 1.342 1.676 1.684 25,5% 0,5% 877 1,9 40,27 52,7% 23,5% 13,1% 25,8% 57,5% 16,7%
27,9% 19,2% 10,1% -2,6% -11,2%
39,0% 26,7% 12,0% -2,6% -14,4%
7,1% 2,7% 0,5% -0,4% -1,3%
37,8% 28,6% 12,5% -2,4% -16,4%
24.372
11.641
498
181
8,5%
10,8%
3,6%
12.746 10 27.033 10,1% 53,4% 44,4% 28,9%
11.471 12 16.908 19,5% 39,0% 58,6% 32,0%
14.857 6 57 0,6% 77,4% 21,1% 18,0%
18,7% 11.587 6.540 16 895 103,0% 4,6% 95,4% 1,0%
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 9/44
_PROJECTDEFINITIE
Aandeel huurders van een sociale woning (2001) Aandeel huurders van een privé-vennootschap (2001)
10,7% 4,7%
19,6% 7,0%
0,6% 2,5%
94,4% 0,0%
Aandeel eengezinswoningen open en halfopen bebouwing (2001) Aandeel eengezinswoningen rijwoning (2001) Aandeel eengezinswoningen appartementen (2001) Aandeel kleine woningen (opp. <85m²) (2001) Aandeel middelgrote woningen (85-104m²) (2001) Aandeel grote woningen (>104m²) (2001) Aandeel woningen zonder garage (2001) Aandeel woningen met garage (2001) Aandeel woningen zonder tuin (2001) Aandeel woningen met tuin (2001)
8,5% 30,8% 60,1% 65,5% 18,9% 15,7% 62,0% 38,0% 57,8% 42,2%
4,1% 22,3% 72,7% 68,2% 16,3% 15,5% 76,7% 23,3% 75,9% 24,1%
34,8% 39,5% 25,3% 58,0% 22,0% 20,0% 35,7% 64,3% 19,6% 80,4%
2,4% 6,4% 90,4% 86,3% 10,7% 3,0% 73,1% 26,9% 88,9% 11,1%
2.1.4
Gerealiseerde, lopende of geplande projecten in de buurt
Figuur 5: lopende en geplande projecten
1 Nieuwbouw Garage A (Woonhaven Antwerpen) Architect: Driessen-Meersman-Thomaes architecten in samenwerking met Bureau Bouwtechniek Ontwerp: Op de plaats van de voormalige parkeergarage A wordt een project verwezenlijkt bestaande uit 2 evenwijdige gespiegelde volumes. Zij bevatten telkens 23 appartementen, 9 duplexappartementen met 3 slaapkamers, 2 duplexappartementen met 4 slaapkamers en 2 appartementen met 2 slaapkamers waarvan 1 is aangepast voor rolstoelgebruikers. 1 volume is voorbehouden voor huurappartementen, in het andere volume worden de appartementen verkocht. Aannemer: Brebuild De werken zijn gestart op 01/04/2008 en dienen volgens de uitvoeringstermijn klaar te zijn op 01/11/2009. 2 Nieuwbouw (Veremanstraat – Strackestraat) (Woonhaven Antwerpen) Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 10/44
_PROJECTDEFINITIE
Aansluitend op het project van Arro Antwerpen, dat uitsluitend koopwoning telt, is er ruimte voor een nieuwbouw van Woonhaven. Het ontwerp viel na aanbesteding te veel boven de prijsnormen en dient herwerkt te worden. Voor het project Arro en het nieuwbouwproject Woonhaven is de omgevingsaanleg, de straat en ondergrondse infrastructuur uitgevoerd. Het architectuurplan moet volledig worden herzien en kan afgestemd worden op uitspraken van het masterplan. 3 Speelterrein Het bestaande speelterrein in de wijk Rozemaai heeft plaats gemaakt voor nieuwe sociale woningen. Het district Antwerpen heeft in het kader van de Meerjarenplanning Speelterreinen en Sportterreinen in 2009 financiële middelen voorzien voor een nieuw speelterrein ter hoogte van “den dreihoek” in de Pater Strackestraat en een BMXparcours aan de groene buffer. De opening is gepland voor in 2010. 4 Verbouwing garage naar jeugd- en ontmoetingscentrum De doelstelling van dit project is om een leegstaande garage om te bouwen tot een jeugd- en gemeenschapscentrum. Volgende functies worden voorzien: Gemeenschapsruimte voor de hele buurt Kinderatelier Binnenspeeltuin voor kinderen Skatepark voor tieners met streetskate-toestellen Het project wordt verder uitgewerkt in nauwe samenwerking met de bewoners en kinderen/tieners uit de buurt. De studiedienst van Patrimoniumonderhoud werkt i.s.m. met de stedelijke jeugddienst het dossier verder uit. Er zal o.a. een realistisch en betaalbaar programma worden opgesteld geënt op de beschikbare budgetten. 2.1.5 Structuurbepalende landschap, groen- en waterelementen De randen van de wijk Rozemaai kampen in periodes van zware regenval met een ernstig probleem van wateroverlast. De rol en de potentie van de braakliggende gebieden in de waterhuishouding van de ruime omgeving (als natuurlijk overstromingsgebied) dient grondig te worden onderzocht. Hierdoor is het niet mogelijk om ondergrondse parkeergarages te voorzien in het gebied.
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 11/44
_PROJECTDEFINITIE
Figuur 6: hydrografie
2.1.6 Bebouwingsstructuur De wijk bestaat op dit moment uit vijf verschillende sociale woningbouwcomplexen (het merendeel van de woningen zijn eigendom van Woonhaven Antwerpen) dewelke fragmentair naast elkaar liggen. Tussenin ligt circa 15 hectare braakliggende grond met als bestemming woonzone (ca. 13 ha stadseigendom en 2 ha in handen van de sociale bouwmaatschappijen). Rozemaai wordt gekenmerkt door hoogbouw, een relatief lage bebouwingsdichtheid en een grote openheid. De huidige publieke ruimte heeft vaak een onbestemd karakter, is functioneel noch kwalitatief ingericht en biedt nauwelijks belevings- en verblijfswaarde. Rozemaai is opgebouwd uit verschillende bouwkundige entiteiten. Elke bouwfase wordt gekenmerkt door een type gebouw dat meerdere keren werd herhaald. De infrastructuur werd steeds in functie van deze ene bouwfase aangelegd en geeft niet het gevoel dat de wijk. Een deel van de woningen sluit aan op de Ekersesteenweg, een ander deel op de Ferdinand Verbieststraat. Er zijn beperkte onderlinge verbindingen gemaakt met (aangelegde) voetpaden. Elke van deze bouwkundige gehelen positioneert zich in zijn eigen gecreëerde context. De laagbouwwoningen (deels koop, deels huur) zonderen zich duidelijk af van de appartementsblokken. Hetzelfde gebeurde recent opnieuw, waarbij de koopwoningen die Arro Antwerpen realiseerde langsheen de Ekersesteenweg samen met het nieuwbouwproject van 24 appartementen van Woonhaven Antwerpen (zie omschrijving boven) wordt ontsloten op de Veremansstraat, en niet de verbinding maakt met de rest van de wijk (Pater Strackestraat). Rozemaai is zo een verzameling van verschillende ruimtelijke entiteiten, gelegen tussen Antwerpen en Ekeren. De gebouwen van Rozemaai 1 hebben een gelijkvloerse verdieping op een sterk verhoogde sokkel. Een buitentrap geeft toegang tot de gemeenschappelijke inkomhal. Dit versterkt de anonimiteit van het openbaar domein rondom de appartementsgebouwen. De grasvelden hebben een lage gebruikswaarde, zij doen voornamelijk dienst als kijkgroen vanuit de appartementen. Daarnaast verkleint de sokkel de toegankelijkheid voor sommige bewoners. Gezien het groot aandeel ouderen in de wijk lijkt het aangewezen dat de appartementsgebouwen die Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 12/44
_PROJECTDEFINITIE
behouden blijven (renovatie) worden aangepast waarbij de toegankelijkheid voor minder mobiele huurders wordt verbeterd. De bouwkundige staat van de gebouwen op Rozemaai (RO 1-3) is na evaluatie in grote lijnen als gelijk te beschouwen:
Technieken, elektrische en sanitaire installaties en leidingen zijn aan vervanging toe. Met uitzondering van de gemeenschappelijke stookketel en de liften die op Rozemaai 1 reeds werden vervangen. De energieprestatie en isolatiekwaliteiten zijn van een lage kwaliteit. Dit zal ertoe leiden dat bij renovatie de gebouwen gestript/ingepakt moeten worden. Brandveiligheid zal bij renovatie tot grote structurele ingrepen leiden (voornamelijk in Rozemaai 1 en 2) waar te weinig ruimte is om binnen het bestaand volume de circulatie. Wellicht zal dit ook in Rozemaai 3 tot structurele aanpassingen leiden.
Een destructief onderzoek zal de bouwkundige waarde van de typegebouwen op Rozemaai in beeld moeten brengen. Zodat bij de opbouw en uitwerking van het masterplan verschillende opties kunnen worden afgewogen (al dan niet delen van constructies herbruiken/afbreken).
RO 1 (WoHa) RO 2 (WoHa) RO 3 (WoHa) RO 4 (WoHa) RO 5 (ARRO) Totaal
aantal wooneenheden
1 slpk. app.
2 slpk. app.
2 slpk. app.
360 (huur) 311 (huur) 158 (huur) 25(huur) 27(koop) 28 (koop)
180 24 78
120 251 79
60 36
909
282
gezinswoningen
52 28 450
96
80
2.1.7 Voorzieningen Er zijn weinig functies die het niveau van de wijk overstijgen. Er zijn een supermarkt en doe-het-zelf zaak gevestigd, alsook een opleidingscentrum voor de jeugd van Germinal-Beerschot. Zij beschikken over 4 voetbalvelden (in concessie) aan de Leo Baekelandstraat. Het handelscentrum is gericht op het kruispunt F. Verbieststraat en Ekersesteenweg en doet dienst als scharnier tussen Rozemaai en de kern van Ekeren. Toch haakt het handelscomplex onvoldoende aan op de structuur van de wijk. Het complex keert zich naar de woonwijk met haar achterkant en heeft tot op vandaag geen verharde toegangsweg vanuit die hoek. Buiten deze handelszone en met uitzondering van één apotheek zijn er op Rozemaai geen economische activiteiten gehuisvest. 2.1.8 Recreatie Bewoners van Rozemaai zijn actief in BIN (Buurt Informatie Netwerk) en Opsinjoren. Er zijn ook twee verenigingen gevestigd met eigen accommodatie. Zo beschikt vzw Jeugd en Cultuur over een petanquebaan, een biljartclub, een visvijver, … Het ontmoetingscentrum Sint-Fransicus huisvest een feestzaal, vergaderruimtes, tennisvelden en een cafetaria. Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 13/44
_PROJECTDEFINITIE
B.O.A.-JEUGD is een actieve jeugdvereniging in de kelder van het gebouw aan de Pater Strackestraat (tegenover de chalet van 'jeugd en cultuur), een soort knutselatelier met werking op woensdagnamiddag. De recreatiezone in de hoek A12 – L. Baekelandstraat (waarvan het merendeel sportvelden) is als bovenlokaal en privaat terrein een apart complex. De omheiningen accentueren dit. Ook de sportinfrastructuur van de parochie is niet vrij te betreden en vormt een eigen geheel. Verspreid over de wijk liggen (semi) publieke ontspanningsruimten (basketbalveld, jeugdlokaal). Tenslotte worden de braakliggende terreinen spontaan gebruikt voor recreatie. Het is een soort niemandsland dat bewoners naar hun hand zetten voor wandelen (zandwegstructuur) en spel. Veruit het merendeel van het recreatief aanbod ligt in open lucht. 2.1.9 Mobiliteit De wijk is opgebouwd uit meerdere compartimenten. Het gaat om verschillende subgebieden die ontsloten worden door twee wegen rondom de wijk: Ekersesteenweg en Ferdinand Verbieststraat. Deze assen houden de wijk bijeen. Los hiervan is er weinig onderlinge samenhang. De deelwijken hebben beperkte raakpunten, missen in het geval van de hoogbouwflats aangelegde verbindingen en zijn omgeven door braakliggende gronden. Binnen de wijk loopt een structuur van doodlopende straten. Tussen de zuidelijke helft en noordelijke helft is geen autoverbinding, geen gemeenschappelijke of bindende open ruimte noch een expliciete as voor zacht wegverkeer. Er zijn beperkte onderlinge verbindingen gemaakt met (aangelegde) voetpaden. Vanuit de stad Antwerpen en omgeving is de wijk eenvoudig bereikbaar via de A12 en de Noorderlaan (sluit aan op de Ekersesteenweg). Openbaar vervoer (bussen) verbindt de wijk met Antwerpen enerzijds en Ekeren, Hoevenen en Stabroek anderzijds. Er bevindt zich 1 bushalte ter hoogte van Rozemaai op de Ekersesteenweg. Ten tijde van de werken aan de op- en afritten van de A12 werd op het grondgebied een parking aangelegd ten behoeve van werfverkeer. Deze werd nadien officieus gebruikt als kiss&ride zone en als parkeergelegenheid voor vrachtwagens. De parking werd recent afgebroken. In het gebied bevinden zich meerdere parkeergebouwen. Omwille van onveiligheidsgevoel en vandalisme worden deze echter niet volledig gebruikt. De inwoners verkiezen hun auto’s op het openbaar domein te stallen. Daarnaast wordt sociale huisvesting gekenmerkt door een steeds armere bevolking. De sociale huurders hebben steeds minder vaak een auto ter beschikking (recente telling op Rozemaai doet 52% autobezit per gezin vermoeden). Daarnaast is een extra huurprijs voor een autostalplaats een overbodige luxe geworden voor een groot deel van de sociale huurders. 2.1.10 Algemene beleving Rozemaai wordt beleefd als een ‘sociale woonwijk’ en kan zich moeilijk van die stempel ontdoen. Door de verhouding bouwblokken en braakliggende gronden wordt de wijk als verlaten ervaren. Ook het feit dat de onderste appartementen zich op een halve verdieping boven het maaiveld bevinden bevordert het contact tussen de woningen en de omgeving niet. Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 14/44
_PROJECTDEFINITIE
2.1.11 Omgevingsanalyse
Figuur 7: situering stadswijken
Voor het functioneel onderzoek Rozemaai werden Stadsdeel Antwerpen Luchtbal (2030) en wijken Schoonbroek – Luchtbal, Ekeren Centrum geanalyseerd via GISsysteem (inclusief de geplande voorzieningen). Deze analyse wijst op theoretische tekorten. Rozemaai maakt deel uit van de wijk Schoonbroek – Luchtbal. In het functionele onderzoek worden de tekorten voor lokale publieke voorzieningen opgezocht. De bestaande waardes worden vergeleken met de stedelijke gemiddelden, de groennorm, de volkstuinnorm en de Blosonorm. Hieruit blijkt dat het aantal tekorten voor de wijk Schoonbroek - Luchtbal beperkt is. Het voorzien van een sporthal (multifunctioneel of specifiek) is wenselijk. Tekortzones
formeel groen (20,2 ha tekort): tekortzone voor wijkgroen (800 m)
pleinen (0,6 ha tekort)
fuifruimte (310 m²)
Tekorten
sporthal (0,6 tekort – 903 m² sportopp)
jeugdcentrum (0,5 tekort)
middenschool (2 tekort)
zwembad (0,2 tekort) Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 15/44
_PROJECTDEFINITIE
2.2
Beleidscontext
2.2.1
Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA) ‘Antwerpen Ontwerpen’ Het strategisch ruimtelijk structuurplan Antwerpen, het s-RSA, werd definitief goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 22 december 2006. In het s-RSA worden twee ruimtelijke strategieën vastgelegd om het structuurplan uit te werken: het generiek beleid en het actief beleid. Het generiek beleid beschrijft een aantal beelden (of thema’s) van de stad die een richtinggevend kader aanreiken. Door te focussen op één hoofdthema geeft elk beeld tegelijkertijd de mogelijkheid om de realiteit te kaderen. Elk beeld is een manier om het beleid van de toekomst van de stad te definiëren. Het actief beleid is een projectmatige benadering van een aantal welomschreven ruimten, die op hun beurt strategische programma’s en projecten bepalen. Ecostad Het beeld van de ecostad betekent dat Ekeren verbonden wordt met de stad via een lineair groen park. Meer ten noorden van Ekeren functioneert de open ruimte als wateropvang bij overstromingen. Deze open ruimte moet worden gebruikt als buffer om de natuur te versterken en moet zuidelijk aansluiten op de Rozemaai. Ekeren is onderhevig aan overstromingen, ten gevolge van het slecht functioneren van de ondergronds kanalen die het water van de Schijn afvoeren naar het noordelijk deel van de haven. De buurt ligt bij een polder, die functioneert als wateropvang bij overstromingen. Deze groene zone moet worden gebruikt als buffer om de natuur te versterken en moet overgaan in het noordelijke deel van het park richting Rozemaai en Luchtbal. Het toepassen van het beeld van de ecostad betekent dat Ekeren verbonden wordt met de stad via dit lineaire groen park, dat het waardevolle polderlandschap wordt beschermd en versterkt en dat er slechts geconcentreerde ontwikkelingsmogelijkheden mogen gegeven worden aan de verbouwbare delen van de ruimte.
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 16/44
_PROJECTDEFINITIE
Figuur 8: selecties ecostad
Poreuze stad Vanuit de doelstelling om het sociaal-maatschappelijk, cultureel, economisch evenwicht in verschillende wijken te herstellen, kunnen een aantal richtlijnen aangehaald worden die ondersteunend werken. Voor de ‘modernistische’ hoogbouwwijken zoals Rozemaai, vaak met concentraties sociale woningen en een vrij duidelijke, maar vaak eenzijdige identiteit, moet ingezet worden op een kwaliteitsverbetering van het publiek domein en de woningen. Een evenwicht moet nagestreefd worden met andere bewonersdoelgroepen.
Figuur 9: selecties poreuze stad
Dorpen en metropool | wonen Op basis van de algemene doelstelling om te voorzien in een toename van 1000 nieuwe woningen per jaar, zijn al de theoretisch beschikbare gebieden geïnventariseerd en vervolgens getoetst aan een aantal uitsluitende of beperkende criteria. Gebieden die niet bebouwd kunnen worden: Zuidelijk deel Rozemaai (Antwerpen): Het gebied langs de Donksebeek is een omvangrijk beboste oppervlakte, gedeeltelijk waterrijk, tussen de snelweg en het woongebied. Het waterprobleem is hier vrij delicaat doordat meer noordwaarts de Schijn tot kanaal gemaakt is. Vanuit het oogpunt van een organisch programma van de renaturalisatie van de Schijnvallei (dat betekent ook zoveel mogelijk ruimte langs de stroom beschikbaar Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 17/44
_PROJECTDEFINITIE
laten voor natuurlijke infiltratie) en de relevante kwaliteit van dit bos wordt voorgesteld om het zuidelijke deel van het gebied Rozemaai uit te sluiten van bebouwing. De mogelijkheid kan hier onderzocht worden om stroomafwaarts aan de Oude Landen (ten westen van de Ekerse Steenweg) een nieuwe open bedding te graven die zowel het debiet van de Laarse Beek, de Oudelandse Beek als de Donkse Beek kan opvangen. Dat is ook coherent met het doel om een natuurlijke filter tot stand te brengen voor de snelweg die voor geluidshinder zorgt en de kwaliteit van de woonruimte in de buurt naar beneden haalt. Het is ook coherent met het voorstel om de kwaliteit te verbeteren in de andere delen van Rozemaai door een programma van vernieuwing van het bestaande bebouwde patrimonium, inbreiding, met een specifiek project voor de open ruimte. Een bijkomend woonaanbod kan uitgevoerd worden door de bestaande woonomgeving te verdichten en verder in te vullen. Gebieden onder breed management: Noordelijk deel Rozemaai (Antwerpen): In Rozemaai Noord ligt een te herstructureren gebied met een sociale doelstelling voor wonen, gekoppeld aan het verbeteren van het publiek domein. Een bijkomend woonaanbod kan uitgevoerd worden door de bestaande woonomgeving te verdichten en verder in te vullen. Dit moet deel uitmaken van verder ontwerpmatig onderzoek en een samenhangend stedenbouwkundig plan.
Figuur 10: wonen en metropool
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 18/44
_PROJECTDEFINITIE
Dorpen en metropool | recreatie Cultuurrecreatieve clusters: Ekeren Om de structuur van het stedelijk centrum te versterken, zullen twee sportzones, die vandaag een aantal scholen bedienen, met elkaar verbonden worden. Ook het Veltwijckpark behoort hiertoe. Een derde grote sportzone is Rozemaai, een problematische wijk, geïsoleerd van de stad en van Ekeren zelf. Het is belangrijk om ook die zone te verbinden, gebruikmakend van het park, wandel- en fietspaden en buffers. Goede verbindingen kunnen Ekeren verbinden met en integreren in het park. Nieuwe voorzieningen in deze cluster moeten het concept versterken. Programma Noorderpark (Oude Landen - Rozemaai - vallei Laarse beek - fort van Merksem - Kwade Velden - vallei Oudelandse beek) Het Noorderpark, dat deel uitmaakt van ‘de zachte ruggengraat’, moet de ontwikkeling garanderen van de verbindende parkstructuur in het noordelijke deel van de stad en moet het bebouwde perifere landschap in Brasschaat/ Schoten verbinden met de Schelde en het centrum. Het park bestaat uit kleine gebieden langs de spoorweg en de A12 en een groot gebied dat Oude Landen, Rozemaai, de vallei van de Laarse beek en het gebied rond het Fort van Merksem omvat. In het Noorderpark worden enerzijds de ecologische waarden van de gebieden langs de Laarse en Donkse beek versterkt en worden anderzijds voldoende recreatie- en sportfaciliteiten voor Luchtbal, Merksem en Ekeren voorzien. Voetgangers- en fietspaden (noord-zuid gericht) worden uitgebouwd, gekoppeld aan kwalitatieve verblijfsruimten aan het water. Er moet een evenwicht gevonden worden tussen toegankelijkheid in functie van recreatie en bescherming van de natuur. Bijkomende maatregelen en acties zijn nodig om de geluidsoverlast van de A12 te reduceren. Programma Noorderlaan Noorderlaan vormt een verbinding tussen de haven en de stad en kan evolueren tot een as met verschillende grootstedelijke functies en/ of activiteiten. Er wordt een tramlijn van de Leien en Spoor Noord naar Ekeren voorzien. In eerste fase zal Brabo II voor een verlenging van de tramlijn van de Leien tot aan de keerlus ‘De Mieren’ zorgen. ‘De Mieren’ bevinden zich in het verlengde van de Ekerse Steenweg, net voor de kern van Ekeren. In latere fase wordt die tramlijn door het centrum van Ekeren getrokken. 2.2.2 Gewestplan (K.B. 03/10/1979 – M.B.07/07/2000) Rozemaai is gelegen in woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 19/44
_PROJECTDEFINITIE
De aanvullende stedenbouwkundige voorschriften in verband met de toegelaten hoogtes zijn recent gewijzigd. Criteria voor de maximale bouwhoogte zijn nu: de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten, de eigen aard van het gebied en de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein. De A12 is afgezoomd met een strook buffergroen. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden. De bestemming van Oude Landen is ‘reservaat en natuurgebied’.
Figuur 11: gewestplan
2.2.3 Bijzonder Plan van Aanleg & RUP’s Er is geen B.P.A. meer van kracht. Het laatst geldende B.P.A. (nr.57) is in het kader van het nieuwe decreet op de ruimtelijke ordening geschrapt (GR 02/05/2000). 2.2.4 Cultuurhistorische waarden Beschermde monumenten en landschappen Oude Landen ten oosten van Rozemaai is beschermd als landschap (M.B.13/02/1980 en 27/12/1987). 2.2.5 Mobiliteitsplan Rozemaai is in het deelmobiliteitsplan Ekeren+ afgebakend als woon- en verblijfsgebied. Alle straten in het verblijfsgebied zijn geselecteerd als lokale weg type III, zijnde woonstraten. De verblijfsfunctie primeert op de verkeersfunctie. Sluipverkeer wordt geweerd. De inrichting gebeurt louter in functie van bestemmingsverkeer.
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 20/44
_PROJECTDEFINITIE
2.2.6 Biologische waarderingskaart Delen van de bufferstrook langs de A12 en de centrale open ruimte van Rozemaai zijn aangeduid als biologisch waardevol en complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen.
Figuur 12: biologische waarderingskaart
2.2.7
Eigendomsstructuren
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 21/44
_PROJECTDEFINITIE
Figuur 13: eigendomsstructuur
2.2.8 Vlaamse Wooncode M.B. 15.07.1997 Eén van de bijzondere doelstellingen is het streven naar sociale vermenging door kleinschalige woonprojecten die geïntegreerd zijn in de lokale woonstructuur en door gemengde projecten. 2.2.9 Gebieden van VEN en IVON De aanduiding van gebieden voor het Vlaams ecologisch netwerk (VEN) gebeurt door de Vlaamse Regering in verschillende stappen. De Vlaamse regering besliste op 18 juli 2003 over de definitieve afbakening van het eerste deel van het VEN. De VEN-gebieden aangeduid in de eerste fase zijn allemaal gebieden die op het gewestplan een groene bestemming hebben. Samen gaat het om 85.000 hectare VEN. Hiermee is al een groot deel van het Vlaams Ecologisch Netwerk afgebakend. Momenteel is de tweede fase van de aanduiding van VEN-gebieden lopend. De Oude Landen en de zone ten zuiden van het recreatiegebied Muisbroek zijn in de omgeving van Rozemaai aangeduid als VEN-gebied.
Figuur 14: VEN-gebieden
2.2.10 Overstromingskaart Uit volgende kaarten is het duidelijk dat er een waterproblematiek is in Rozemaai. Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 22/44
_PROJECTDEFINITIE
Figuur 15: van nature overstroombare gebieden
Figuur 16: recent overstroomde gebieden
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 23/44
_PROJECTDEFINITIE
Figuur 17: risicozone voor overstroming (2006)
2.2.11 Bestuursakkoord 2007–2012 Wonen
De stad wil het woonaanbod opvoeren met grote projecten voor stadsvernieuwing, en met bijkomende privé-woningen en sociale woningen (waar het huidige gemiddelde van sociale huurwoningen niet is bereikt).
Antwerpen bestrijdt sociale segregatie in het wonen en streeft naar sociale vermenging door sociale woningen, betaalbare huizen en duurdere woningen zoveel mogelijk te mengen.
Bij het ontwikkelen van nieuwe wijken wil de stad, in navolging van het project Militair Hospitaal, het systeem van een geconditioneerde invulling van de wijk toepassen.
Het stadsbestuur erkent de noodzaak aan bijkomende sociale huisvesting in Antwerpen. Maar omdat de huidige regelgeving weinig ruimte laat voor een autonoom stedelijk woonbeleid, staat het stadsbestuur voorlopig terughoudend tegenover bijkomende sociale huurwoningen op het eigen grondgebied. De stad wil meer autonomie om de woningen toe te wijzen, ook aan gezinnen met een modaal inkomen uit arbeid of aan gezinnen die bedreigd worden door sociale verdringing. De nieuwe Vlaamse wooncode zal de gemeenten de kans bieden om een autonoom stedelijk woonbeleid te voeren. Zodra het sociale huurbesluit Antwerpen de nodige garanties geeft, wil de stad investeren in sociale huurwoningen, maar alleen in die stadsdelen waar er vandaag weinig of geen sociale huurwoningen zijn. De sociale woningbouw moet door concept en architectuur een meerwaarde betekenen voor zijn wijk.
Antwerpen wil dat er meer sociale koopwoningen op zijn grondgebied worden aangeboden. De huisvestingsmaatschappij moet expertise op het gebied van sociale koopwoningen opbouwen.
De huisvestingsmaatschappij kan ook sociale huurwoningen verkopen. Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 24/44
_PROJECTDEFINITIE
De sociale woningbouw moet door de kwaliteit van concept en architectuur een meerwaarde betekenen voor de buurt. Kleinschaligheid moet de norm zijn.
2.2.12 Lokaal sociaal beleidsplan Sociale huisvesting opwaarderen
Handhaven en verhogen van de leefbaarheid en de sociale cohesie in sociale woonwijken. De huisvestingsmaatschappijen moeten voor elke sociale woonwijk een leefbaarheidsplan opstellen dat wordt overlegd met de stad. Bewonersgroepen worden georganiseerd met voldoende aandacht voor structureel overleg zodat zij betrokken worden. Een voorbeeld hiervan is het Platform Antwerpse Huurders.
Politiediensten screenen technisch-preventief de sociale wooncomplexen om het veiligheidsgevoel te vergroten. Daaruit kunnen maatregelen vloeien zoals het plaatsen van vandaalbestendige brievenbussen, het afsluiten van kelders, het voorzien van voldoende verlichting …
Actie ondernemen om sociale woningen een positief imago te geven. Dat kan door gerichte projecten zoals het Dakproject Chicagoblokken.
Sociale segregatie bestrijden We bestrijden sociale segregatie door sociale woningen, betaalbare en duurdere huizen zoveel mogelijk te vermengen. Hiervoor worden verschillende woontypologieën in wijken, districten en op stadsniveau geïntegreerd. 2.2.13 Ondernemingsplan Woonhaven Antwerpen Woonhaven heeft zich geëngageerd om een aanbod van 18.000 sociale huurwoningen ter beschikking te houden. Deze woningen moeten kwalitatief en betaalbaar zijn en bieden een leefbare omgeving aan voor de huurders. Leefbaarheid kan vaak pas door goede sociale en functionele mix. Daarom kiezen we ervoor om de wooneenheden beter te spreiden over alle buurten. Een te hoge concentratie sociale” huurwoningen in eenzelfde buurt moet vermeden worden. Om het aantal klanten status quo te houden, maar de kwaliteit te verhogen zullen tegelijkertijd op nieuwe locaties nieuwe wooneenheden gecreëerd moeten worden. Op deze manier wordt er gewerkt aan de spreiding van het huuraanbod binnen de stad en wordt er ruimte gecreëerd om verouderde woningen te renoveren of vernieuwen tot woningen met een hoge woon- en leefkwaliteit. 2.2.14 Geïntegreerde aanpak door sociale planningscel De herontwikkeling van Rozemaai is een opportuniteit om de bestaande samenlevingsproblemen en de leefkwaliteit op een geïntegreerde manier aan te pakken. De ambitie moet zijn om op Rozemaai ruimtelijke en sociale veranderingen aan mekaar te koppelen. Of hoe door ruimtelijke ingrepen de leefkwaliteit van de huidige bewoners verbeterd kan worden en randvoorwaarden gecreëerd kunnen worden voor een groter sociale mix door een ander (lees koopkrachtiger) profiel kan aan te trekken. Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 25/44
_PROJECTDEFINITIE
Dit betekent dat het ruimtelijk ontwerp een ruimtelijk antwoord moet kunnen bieden op de huidige realiteit en tevens inspelen op de toekomstige gewenste toestand. De sociale planningscel kan op basis van lokale terreinkennis en expertise met betrekking tot sociaalruimtelijke processen de noden en de mogelijkheden van de huidige en toekomstige bewoners- en gebruikersgroepen in kaart brengen en een bijkomend advies formuleren over hoe deze kennis in een ruimtelijk plan kan geïntegreerd worden.
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 26/44
_PROJECTDEFINITIE
3
AMBITIE VAN DE OPDRACHTGEVER
In 2001 werd door de Planningscel (nu AG Stadsplanning) een structuurschets opgemaakt voor de wijk Rozemaai. De sociale huisvestingsmaatschappijen (nu Woonhaven Antwerpen) waren toen reeds vragende partij voor de opmaak van een toekomstvisie om de wijk Rozemaai te herstructureren, grondig te renoveren en te herbouwen. Het dossier liep spaak in 2002. De laatste tijd worden vanuit verschillende (stads-) diensten en de Woonhaven initiatieven genomen om in de wijk projecten op te starten. Daarom is de opmaak van een masterplan met als doel een globale aanpak voor de ontwikkeling van Rozemaai onontbeerlijk. Zo kan vanuit een totaalvisie de wijk getransformeerd worden van haar huidige toestand naar een kwaliteitsvolle woonomgeving. Het sleutelen aan de leefbaarheid van de wijk is een absoluut uitgangspunt. Om die reden start de dienst stadsontwikkeling met de opmaak van een masterplan Rozemaai. Vertrekkende van de structuurschets opgemaakt anno 2001 wordt een rondvraag gedaan naar de noden en wensen van de aanwezige en geïnteresseerde partners. De actoren die tot op heden werden betrokken zijn district Antwerpen en district Ekeren, Woonhaven Antwerpen, OCMW, Lerende Stad, dienst sport, dienst openbaar domein en diens stads- en buurtonderhoud. Volgende ambities worden nagestreefd:
3.1
Een leefbare woonwijk
Rozemaai is een sociale woonwijk. De sociale woningen in het stadsdeel Antwerpen-Noord zijn vrijwel volledig geconcentreerd in Rozemaai en Luchtbal. Zoals vaak bij dit soort grootschalige wijken zijn het sociale weefsel en de kwaliteit van de woonomgeving delicate punten. Ook Rozemaai kampt op dit vlak met leefbaarheidproblemen Een leefbare wijk houdt in dat de bewoners er blijven wonen uit overtuiging en niet enkel uit noodzaak. Zij moeten hun woning en de woonomgeving niet als verwaarloosd maar als voldoende kwalitatief ervaren. Meer diversiteit op de woningmarkt is dan ook wenselijk. Het doorbreken van het eenzijdig aanbod sociale huurappartementen is nodig met het oog op een evenwichtigere ‘sociale mix’. Een mix tussen sociale woningen, geconditioneerd wonen (dit is betaalbaar wonen of budgetwonen) en residentieel wonen (dit is wonen zonder prijsbeperkingen of dus wonen op de private markt) is aangewezen; Maar ook een mix tussen koop- en huurwoningen en het introduceren van nieuwe woontypes kunnen het bestaande eenzijdige aanbod aanvullen. Het verbeteren van de kwaliteit van de woonomgeving in functie van de leefbaarheid impliceert onder meer aandacht en aanpak van onveilige situaties; vermijden van hinder (zoals geluidshinder, sluikstort) en een doordachte en creatieve inrichting van de publieke ruimte als verblijfs- en ontmoetingsruimte.
3.2
Grotere functieverweving
Rozemaai ligt er op dit moment wat desolaat bij. De woonfunctie domineert. De ruimte rondom lijkt restruimte. Om de levendigheid van de wijk te verhogen is het doorbreken van het monofunctioneel karakter gewenst. Maar Rozemaai is in de eerste plaats wel een woonwijk. Dit betekent dat er enkel sprake kan zijn van andere functies in overeenstemming met het wonen. Zij mogen het wonen niet hinderen, maar eerder het woonweefsel versterken. Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 27/44
_PROJECTDEFINITIE
Enkel functies in overeenstemming met het wonen en op schaal van de wijk kunnen toegelaten worden in het gebied. Mogelijkheden zijn kleinschalige dienstverlening, lokale commerciële functies en het uitbouwen van de natuur-, hydrografische en recreatieve functies in de wijk (zie 3.4). Een kleinschalige bijkomende economische ontwikkeling past ook in dit denkbeeld. De bestaande handelspool is hiervoor een ruimtelijk aanknopingspunt. Om het mono-functionele karakter van de wijk te doorbreken, is het ook aangewezen de wijk te verbinden met de aanwezige functies in de omgeving (bijvoorbeeld de supermarkt op de hoek van de Ekerse Steenweg en de Ferdinand Verbieststraat). Dit draagt eveneens bij tot het verankeren van de wijk in de omgeving (zie 3.5)
3.3
Verdichting
Rozemaai is nu een hoogbouwwijk. In het oorspronkelijke concept van hoogbouw schuilt de oude modernistische gedachte: licht, lucht, ruimte, gemeenschapsvoorzieningen en comfort als basisrechten voor iedereen. Hoogbouw vraagt dus voldoende groene, publieke ruimte. Hoogbouw vraagt om een open wijk. Bijkomende ontwikkelingen moeten daarom altijd afgewogen worden in functie van de draagkracht van het gebied en zijn oorspronkelijke concept. Om met verdere verdichting in de wijk om te gaan is het essentieel het hoogbouwkarakter te bevragen. In het geval hoogbouw als model behouden blijft is het essentieel voldoende open ruimte in de wijk, tussen de bebouwing, te behouden. Een te hoge bebouwingsgraad of omgekeerd een gebrek aan (adem) ruimte zou de wijk ontwrichten en aan kwaliteit doen inboeten. Het open en groen karakter van de wijk moet dan zeker behouden blijven en dient voldoende gelinkt te worden aan de groene omgeving Maar de hoogbouw op Rozemaai mag gerust verdwijnen. In dat geval dient er een andere, aangepaste vorm van bebouwing en verdichting uitgewerkt te worden. Een model dat eveneens voldoende woon- omgevingskwaliteiten in zich draagt, maar daarom niet per sé open en groen dient te zijn. In dat geval is het eveneens essentieel een link te leggen met het omliggende groene landschap.
3.4
Een nieuwe klemtoon op natuur, waterhuishouding en zachte recreatie
Rozemaai ligt in een langgerekt natuurlijk netwerk dat een essentieel onderdeel uitmaakt van de natuurlijke structuur van de stad Antwerpen (van het reservaat Kuifeend tot aan Oude Landen en mogelijks Peerdsbos). Samen met linkeroever en de omgeving van de Hobokense Polder is deze noordelijke strook het zwaartepunt in de stedelijke natuur. De wijk mag dit natuurnetwerk in geen geval blokkeren maar moet het respecteren en zelfs versterken of actief voeding geven. Rozemaai heeft (met haar beekrestant) een verantwoordelijkheid op te nemen in oplossingen rond het hydrografisch probleem van de regio. Rozemaai kan als schakel het bestaand natuurlijk-recreatief netwerk (Oude Landen – Muisbroek) aanvullen en linken De open en groene ruimten in de wijk liggen er echter op dit moment onbestemd, verwilderd en zelfs verwaarloosd bij. Het zou zowel de woonomgeving als de bovenlokale (ecologische, hydrologische en recreatieve) netwerken ten goede komen om deze ruimten uitdrukkelijker te gebruiken en deze gericht aan te leggen. De open plekken in de zuidelijke helft van de wijk komen het meest in aanmerking Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 28/44
_PROJECTDEFINITIE
voor natuurontwikkeling, projecten van waterhuishouding en zacht recreatief gebruik. Voor deze drie invullingen zijn het bestaand natuurlijk gehalte, de aanwezigheid van water, het onbebouwd en bosrijk karakter en de ligging in bovenlokale groene netwerken belangrijke ruimtelijke aanknopingspunten. Het uitbouwen van deze activiteiten zet met andere woorden de sterkste kwaliteit en troef van de wijk in de verf en doet er ook iets mee. Bovendien kunnen natuur, waterhuishouding en zachte recreatie zonder al te veel conflicten hand in hand gaan. Het veronderstelt uiteraard wel de nodige inrichtingswerken.
3.5
Verankeren in de omgeving
Rozemaai is een eiland in een afgelegen omgeving, een dorp tussen stad en Ekeren. De wijk beter enten op zijn omgeving is niet enkel ruimtelijk, maar ook socio-economisch van belang. De woonwijk heeft er alle baat bij dat hier de link met de rest van Ekeren wordt gemaakt en dat er een verbinding wordt gezocht zodat Rozemaai uit haar isolement wordt gehaald. Een overlapping met de wijk Groot Hagelkruis zou daarbij een uitgangspunt kunnen zijn, maar het verankeren van de wijk kan eveneens gebeuren via het publiek domein, via de lokale ontsluitingsnetwerken en via het verbinden van wijkondersteunende functies in Rozemaai zelf met functies uit de wijdere omgeving. Op verschillende vlakken (ecologie, water, recreatie) kan Rozemaai zich inschakelen in bovenlokale (nog verder uit te bouwen) netwerken en zachte verbindingen. Dit is eveneens een sleutel om van Rozemaai een meer dynamisch onderdeel te maken van de stad en van Ekeren. De wijk dient te verschuiven van een losse korrel tussen de Stad, haven, infrastructuren en het landelijke Ekeren, naar een essentiële schakel binnen een stedelijk conglomeraat.
3.6
Structurele, gefaseerde aanpak
Hoewel de wijk Rozemaai al sterk bebouwd is en een aantal projecten reeds lopen is het noodzakelijk een masterplan uit te werken dat de huidige wijk grondig aanpakt. De wijk vraagt om een structurele en een gefaseerde aanpak en het masterplan dient navenant uitgewerkt te worden. In feite mag de wijk opgevat worden als quasi een leeg blad, aangezien een heel groot deel van de bestaande bebouwing en de wegenisstructuur gesloopt mag worden (met uitzondering van de harde randvoorwaarden zoals reeds vermeld). Hoogbouw dient niet behouden te blijven. De huidige structuur mag volledig omgegooid worden, nieuwe typologieën en functies mogen ingeplant worden. Ook de eigendomsverhoudingen mogen wijzigen. Het principe van grondruil tussen de verschillende grondeigenaars of consessiehouders (stad Antwerpen, Woonhaven Antwerpen, Germinal Beerschot) wordt door Woonhaven Antwerpen als mogelijkheid beschouwd. Mits het opportuun is voor de nieuwe structuur van de wijk kunnen op deze wijze gronden worden gewisseld rekening houdend met de bestemming van de grond (geschikt voor woningbouw). Maar het blad zal wel maar stukje bij stukje leeg komen. De wijk kan maar deel per deel aangepakt worden. Sloop en bouw dienen zeer gefaseerd uitgevoerd te worden. Het masterplan dient dus gefaseerd uitgevoerd te worden en dit over een lange termijn (van 20-25jaar). Het is een uitdrukkelijke uitdaging voor het masterplan dit mee in het concept en de visie op de wijk op te nemen.
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 29/44
_PROJECTDEFINITIE
4
DOELSTELLINGEN
4.1
Functioneel programma
4.1.1 Woonhaven Antwerpen: sociale huisvesting Rozemaai is dringend aan vernieuwing toe. Grote onderhoudswerken werden enkele jaren geleden stilgelegd met het vooruitzicht van een structuurschets/ masterplan die een globale toekomstvisie zou geven voor de woonwijk. Ondertussen is deze vraag alleen prangender geworden en is het dringend nodig om onderhoudswerken te plannen in die blokken die niet onmiddellijk (de eerste 34 jaar) worden gerenoveerd of afgebroken. Een ruimtelijk onderzoek moet aangeven wat de draagkracht is van de wijk. Woonhaven streeft naar een wijk waar koop en huur, sociaal en privé woningen in de toekomst worden gecombineerd. Het woonprogramma wordt hierbij nog niet gedifferentieerd naar sociaal en privé. Woonhaven Antwerpen beoogt voor Rozemaai het perspectief van een gemengde wijk:
Als vertrekpunt neemt Woonhaven een gelijk aantal huureenheden (850) voor Rozemaai, zolang er geen vervangende ontwikkelingen kunnen worden gerealiseerd in de omliggende wijken en districten. De draagkracht van de omgeving zal uitmaken hoeveel bijkomende woningen er kunnen gerealiseerd worden. Boven het aantal van 850 huurwoningen zal het bijkomende aanbod woningen uit 25% sociale koopwoningen, 50% 2 prijsgecorrigeerde en 25% niet gecorrigeerde woningen bestaan. Slechts bij het realiseren van een verdichting zal er dus een gemengd woonprogramma gecreëerd worden. Een fasering in de tijd zal een bijgestuurd perspectief kunnen geven over de mix van het woonprogramma. De mogelijke reductie van aantallen zal elders in de regio/stad moeten gecompenseerd worden bij voorkeur in district Ekeren (0,6%) en Merksem (3,2%) waar nu geen of weinig sociale huurwoningen zijn). Het exacte aandeel sociale huurwoningen zal pas in een eindfase van de studie, wanneer het totale woonprogramma binnen de nieuwe ruimtelijke structuur gekend is, bepaald worden. Het is niet de bedoeling om in Rozemaai na herontwikkeling opnieuw te komen tot een eenzijdig aanbod van appartementen in een wijk met 100% sociale huurwoningen. Streven naar een diversiteit van woontypologieën.
In deze wijk wordt de nadruk op huisvesting voor gezinnen gelegd (10-20% aanbod voor gezinnen vanaf 5 personen). De appartementen worden met een grote toegankelijkheid ontwikkeld zodat oudere of minder mobiele huurders zich hier levenslang kunnen vestigen. Hogere bebouwing langs de Ekersesteenweg is ruimtelijk verdedigbaar. Deze randbebouwing geeft enerzijds een gezicht aan de Ekersesteenweg en biedt Rozemaai een rustig en geborgen karakter. Wegens de dringende noodzaak zal
2
Nota in opmaak: geconditioneerde invulling van de wijk Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 30/44
_PROJECTDEFINITIE
Woonhaven Antwerpen als een voorafname op het masterplan de renovatiedossiers van deze hoogbouw op korte termijn opstarten. De aansluitingen van de wijk, de oversteekbaarheid en het profiel van de Ekersesteenweg dienen grondig geëvalueerd te worden in het kader van dit masterplan. Het overige deel van de wijk (los van de Ekersesteenweg) kan, op de nieuwbouw projecten na, doorgedreven in vraag worden gesteld in functie van de mogelijkheden van het masterplan, de bouwkundige kwaliteiten, de ruimtelijke draagkracht van de wijk, het behoud van een redelijk aantal sociale huurwoningen en de fasering van de herontwikkeling. 4.1.2 OCMW: dienstencentrum OCMW Antwerpen ontwierp in juni 2008 een Zorgstrategisch Plan (ZSP) waarin een aantal wijken prioritair worden gesteld om seniorenzorg (verder) uit te bouwen én wijken waar er idealiter een herlocatie van de bestaande voorzieningen moet plaatsvinden. In het ZSP wordt de wijk Schoonbroek-Luchtbal als prioritaire wijk naar voren geschoven (voor wat betreft aanbod rusthuis, dagverzorging en kortverblijf). Het OCMW stelt voor een nieuw dienstencentrum met enkele tientallen serviceflats van OCMW Antwerpen in het Masterplan Rozemaai op te nemen. Richtlijnen qua oppervlakte: dienstencentrum (vloeroppervlakte: 950 m²), serviceflats (met gemeenschappelijke delen inbegrepen): 60 m² per flat. 4.1.3 Sport en recreatie: sportinfrastructuur In Antwerpen is een groot tekort aan sportinfrastructuur. In de wijk Rozemaai zijn reeds verschillende sportfaciliteiten aanwezig (allemaal gevestigd op stadsgronden in concessie) die op dit moment niet optimaal benut worden. Zo liggen enkele tennisvelden en een voetbalveld er nagenoeg ongebruikt bij omdat ze niet de nodige infrastructuur (zoals kleedkamers) bezitten om sportclubs te ontvangen. De 4 voetbalvelden van het opleidingscentrum Germinal Beerschot zijn op dit moment ook niet publiek toegankelijk en worden dus niet vaak bespeeld. Aangezien het opleidingscentrum van Germinal Beerschot in de toekomst zal verhuizen naar de Wilrijkse Pleinen komen de gronden als recreatiegrond vrij. Een toegankelijk voetbalveld is zeker wenselijk op Rozemaai. De dienst sport en recreatie is vragende partij om de bestaande voetbalvelden en tennisvelden te optimaliseren en uit te breiden met de nodige faciliteiten zodat verschillende clubs zich hier kunnen vestigen. Een uitbreiding van de sportzone met een sporthal (multifunctioneel of specifiek) is wenselijk. Een lokaal, openbaar trapveld (eventueel in kunstgras) en een loopparcours kunnen ook in het gebied voorzien worden. Een behoeftestudie zal door de sportdienst opgemaakt worden. 4.1.4
Vaststaande projecten: District Antwerpen | Lerende stad | Stedelijke Jeugddienst: speelterrein + BMXparcours Het bestaande speelterrein in de wijk Rozemaai heeft plaats gemaakt voor nieuwe sociale woningen. Het district Antwerpen heeft in het kader van de Meerjarenplanning Speelterreinen en Sportterreinen in 2009 financiële middelen voorzien voor een nieuw speelterrein ter hoogte van “den dreihoek” aan de Pater Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 31/44
_PROJECTDEFINITIE
Strackestraat en een BMX-parcours aan de groene buffer. Dit project staat vast en de opening is gepland voor in 2010. verbouwing garage tot jeugd- en ontmoetingscentrum (vaststaand project) De doelstelling van dit project is om een leegstaande garage om te bouwen tot een lokaal jeugdontmoetings- en gemeenschapscentrum. Volgende functies worden voorzien:
Gemeenschapsruimte voor de hele buurt Polyvalente instuifruimte voor tieners en jongeren Kinderatelier Binnenspeeltuin voor kinderen
Het project wordt verder door de jeugddienst uitgewerkt in nauwe samenwerking met de bewoners en kinderen/tieners uit de buurt. 4.1.5 Stads- en buurtonderhoud | Stadsreiniging: sorteerstraatjes Een ondergronds sorteerstraatje wil prioritair mensen met krappe behuizing, wijken met veel migratie, wijken met een diversiteit aan culturen en talen en aandachtwijken voor sluikstort, zwerfvuil en properheid van straten de kans geven om 7 dagen op 7, van 7u ’s morgens tot 22u ’s avonds, hun afval op een reglementaire (gescheiden) wijze aan te bieden. Sorteerstraatjes worden daarom vooral voorzien in sluikstortgevoelige wijken, (sociale) hoogbouw en nieuwbouwwijken. In de wijk Rozemaai worden nieuwe sorteerstraatjes voorzien. De locatie van deze ondergrondse afvalcontainers zal bepaald worden door het ontwerp van het masterplan
4.2
Stedenbouwkundig programma
Figuur 18: harde randvoorwaarden
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 32/44
_PROJECTDEFINITIE
4.2.1 Architectuur De wijk bestaat op dit moment uit vijf verschillende sociale woningbouwcomplexen die fragmentair naast elkaar liggen. Tussenin ligt circa 15 hectare braakliggende grond. Het masterplan houdt een onderzoek in naar het behoud van bepaalde gebouwen en de introductie van nieuwbouw met een gefaseerde aanpak om de beeldwaarde van Rozemaai te verbeteren. De 4 appartementsgebouwen langs de Ekersesteenweg met bijhorende ondergrondse parkeergarage (1) en de nieuwbouwprojecten van Arro in de Renaat Veremansstraat (2) en Woonhaven in de Eugeen Van Mieghemstraat (3) en Herman Vosstraat (4) worden als harde randvoorwaarden aangeduid. Ook de garage in de Ferdinand Verbieststraat waar het jeugd- en ontmoetingscentrum (5) in onder gebracht wordt, de woningen (6) langs de Herman Vosstraat en de handelscluster (7) zijn harde randvoorwaarden. 4.2.2 Landschap en water Landschap Rozemaai wordt omgeven door de natuurgebieden Oude Landen en het Ekers Moeras in oosten en het tracé van de A12 aan de zuidwestzijde. Delen van de bufferstrook langs de A12 en de centrale open ruimte van Rozemaai zijn aangeduid als biologisch waardevol en complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen. Rozemaai maakt deel uit van een lineair groen park dat Ekeren moet verbinden met de stad. Het park bestaat uit kleine gebieden langs de spoorweg en de A12 en omvat Rozemaai. In dit park worden zowel de ecologische waarden langs de Donkse beek versterkt als recreatie- en sportfaciliteiten voorzien. De 4 voetbalvelden van het opleidingscentrum Germinal Beerschot waarvan de concessie binnenkort afloopt vormen het verlengde van dit park en kunnen opengesteld worden voor de bewoners. Tegen eind 2010 zou de site vrij kunnen komen omdat tegen dan de Wilrijkse pleinen gerealiseerd zijn waar de club naar verhuisd. Er moet een evenwicht gevonden worden tussen toegankelijkheid in functie van recreatie en bescherming van de natuur. Bijkomende maatregelen en acties zijn nodig om de geluidsoverlast van de A12 te reduceren. Waterproblematiek De randen van de wijk Rozemaai kampen in periodes van zware regenval met een ernstig probleem van wateroverlast. De beboste oppervlakte langs de Donksebeek is gedeeltelijk waterrijk. De rol en de potentie van de braakliggende gebieden in de waterhuishouding van de ruime omgeving dient grondig te worden onderzocht. De mogelijkheid kan onderzocht worden om stroomafwaarts aan de Oude Landen (ten westen van de Ekerse Steenweg) een nieuwe open bedding te graven die zowel het debiet van de Laarse Beek, de Oudelandse Beek als de Donkse Beek kan opvangen. Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 33/44
_PROJECTDEFINITIE
Dat is ook coherent met het doel om een natuurlijke filter tot stand te brengen voor de snelweg die voor geluidshinder zorgt en de kwaliteit van de woonruimte in de buurt naar beneden haalt. Het zuidelijke deel van het gebied Rozemaai dient uitgesloten te worden van bebouwing. 4.2.3 Mobiliteit De verlenging van de tramlijn tot ‘De Mieren’ - gelegen in het verlengde van de Ekerse Steenweg, net voor de kern van Ekeren - zal er voor zorgen dat de inwoners van Rozemaai op wandelafstand van een tramhalte wonen en gemakkelijk tot stad Antwerpen kunnen reizen. De Ekersesteenweg verzorgt de verbinding met de stad en met Ekeren. De wegen in Rozemaai worden aangeduid als lokale wegen. Het is de bedoeling om van Rozemaai blijvend een verblijfsgebied te creëren. De inrichting zal gebeuren in functie van het bestemmingsverkeer. De interne verbindingen en verbindingen met het centrum van Ekeren en de stad moeten verbeterd worden door een netwerk van trage wegen voor fietsers en voetgangers. Zo kan er een comfortabele voetgangers- en fietsverbinding aangelegd worden tot de supermarkt en het winkelcentrum van Ekeren. De missing link in het fietsroutenetwerk via de Ferdinand Verbieststraat naar het centrum van Ekeren dient onderzocht, en zal afhankelijk zijn van de ligging van de nieuwe tramlijn. In het masterplan wordt gezocht naar een manier om de ontsluiting van alle verkeertypes te regelen. De oversteekbaarheid van de Ekerse Steenweg moet ook onderzocht worden. 4.2.4 Openbaar domein De huidige publieke ruimte heeft vaak een onbestemd karakter, is functioneel noch kwalitatief ingericht en biedt nauwelijks belevings- en verblijfswaarde. Centraal in het gebied worden verschillende speelterreinen (8) aan de Pater Strackestraat (den dreihoek) ingericht met aansluitend BMX-parcours. Deze speelterreinen vormen harde randvoorwaarden. Gezien de herinrichting van de wijk kan de vraag gesteld worden of dit aanbod van speelterreinen voldoende zal zijn voor een nieuw samengestelde bevolking. Het parkeren vindt nagenoeg volledig plaats op het openbaar domein. Dit heeft een belangrijke impact op het openbaar domein. In het masterplan moet een oplossing gezocht worden voor de parkeervoorzieningen voor de bijkomende woningen. Het parkeren moet in overeenstemming met de omgeving zijn. De ruimte-inname op het openbaar domein moet beperkt blijven. Voor sociale woningen wordt de norm op 0,6 parkeerplaatsen per wooneenheid gelegd. (Uit tellingen ter plaatse blijkt deze norm 0,52 te zijn.) Per privéwoning wordt 1,1 parkeerplaats voorzien. De waterproblematiek laat niet toe dat er ondergrondse parkeergarages worden voorzien. Voor een minderheid moet er steeds de mogelijkheid blijven om overdekt te kunnen parkeren. Hiervoor kunnen kleinschaligere garages verdeeld worden over de ganse wijk en zodanig gesitueerd dat ze handig in gebruik zijn voor bewoners van de wijk.
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 34/44
_PROJECTDEFINITIE
De gebouwen van Rozemaai 1 hebben een gelijkvloerse verdieping op een sterk verhoogde sokkel. Een buitentrap geeft toegang tot de gemeenschappelijke inkomhal. Dit versterkt de anonimiteit van het openbaar domein rondom de appartementsgebouwen. De grasvelden hebben een lage gebruikswaarde, zij doen voornamelijk dienst als kijkgroen vanuit de appartementen. De zorg voor de beeldkwaliteit van Rozemaai is een belangrijke doelstelling in het masterplan. Voor het publiek domein wordt gestreefd naar een eenvormige en heldere aanleg zodat een samenhangend geheel van openbare ruimten ontstaat dat past binnen Rozemaai als entiteit. Naast het bestaande sorteerstraatje (9) in de Pater Strackestraat zal de inplanting van bijkomende sorteerstraatjes afhangen van het uiteindelijke ontwerp van het masterplan. 4.2.5 Leesbaarheid Rozemaai ligt geïsoleerd langs de A12, Ekersesteenweg en de bebouwing van Ekeren. De wijk wordt beleefd als een ‘sociale woonwijk’ en kan zich moeilijk van die stempel ontdoen. Door de verhouding bouwblokken en braakliggende gronden wordt de wijk als verlaten ervaren. Ook het feit dat de onderste appartementen zich op een halve verdieping boven het maaiveld bevinden bevordert het contact tussen de woningen en de omgeving niet. In het masterplan wordt onderzocht hoe de ligging van Rozemaai beter leesbaar kan worden en de aansluitingen met Antwerpen en vooral Ekeren verbeterd worden. Een voorstel voor meer leesbaarheid van het projectgebied wordt verwacht zodat Rozemaai een eigen gezicht krijgt in de stad.
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 35/44
_PROJECTDEFINITIE
5 5.1
TRAJECT Overlegstructuur
Voor een goed verloop van het planproces en om het planproces te begeleiden wordt een interne overlegstructuur opgezet. De interne overlegstructuur bestaat uit een ambtelijke werkgroep en een plangroep. De projectleider van stadsontwikkeling/beleid/ruimtelijke ordening (SW/BEL/RO) coördineert de opmaak van het masterplan. Dit gebeurt samen met de ambtelijke werkgroep. Volgende diensten worden in een vroeg stadium en in overleg betrokken:
afgevaardigde vanuit dienst stadsontwikkeling/openbaar domein (SW/OD) (openbaar domein, groen)
afgevaardigde vanuit dienst stadsontwikkeling/beleid/mobiliteit en verkeer (SW/BEL/MVK)
afgevaardigde vanuit dienst stadsontwikkeling/burgers/stedenbouwkundige vergunningen (SW/BUR/SV)
afgevaardigde stadsbouwmeester
afgevaardigde vanuit dienst sociale zaken/woondienst (SZ/WD)
afgevaardigde vanuit dienst cultuur, sport en recreatie/sport en recreatie (CS/SR)
afgevaardigde vanuit dienst lerende stad (LS, stedelijke jeugddienst)
afgevaardigde vanuit stads- en buurtonderhoud/stadsreiniging (SB/SR)
afgevaardigde vanuit sociale planning (SL/STC/BB)
afgevaardigde vzw RECYCLANT lokale entiteit energie (vzw RCL/LEE)
afgevaardigde Woonhaven Antwerpen
afgevaardigde van het OCMW
In de plangroep worden de voorstellen getoetst en beleidsmatige alternatieven overwogen.
projectleider
programmaleider generiek beleid
schepen voor stadsontwikkeling, sport en diamant of zijn afgevaardigde
schepen voor jeugd, wonen, samenlevingsopbouw, stedelijk wijkoverleg en ontwikkelingssamenwerking of zijn afgevaardigde
stadsbouwmeester of zijn afgevaardigde Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 36/44
_PROJECTDEFINITIE
afgevaardigde van het district Antwerpen en het district Ekeren
afgevaardigde van Vastgoed en stadsprojecten Antwerpen (AG VESPA)
afgevaardigde Woonhaven Antwerpen
5.2
Communicatie en participatie
Een specifiek communicatietraject wordt uitgezet voor de bewoners in samenwerking met SWO. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen communiceren en participeren. Fase voorontwerp Tijdens de voorontwerpfase wordt een communicatie- en participatiemoment georganiseerd. Fase definitief ontwerp Het definitief ontwerp wordt voorgesteld door middel van een presentatiemoment voor de inwoners van Rozemaai en omgeving.
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 37/44
_PROJECTDEFINITIE
6
SAMENSTELLING VAN DE OPDRACHT
6.1
Ontwerpproces van het masterplan
6.1.1
Fase 1: analyse In kaart brengen van het studiegebied Inventariseren van gebieds- en/of omgevingskenmerken Informatie vergaren en consulteren van betrokken actoren Interpreteren analyse en probleemstelling Opmaak finaal analyse-document: - overzichtskaarten bestaande situatie - beeldmatige interpretatie (fotomateriaal) bestaande situatie - probleemstelling 1 Overlegmoment: - 1x ambtelijke werkgroep - startvergadering 1 Presentatiemoment - 1x ambtelijke werkgroep
6.1.2
Fase 2: visie Ontwikkeling van alternatieve scenario’s Ontwikkeling van een visie Formulering van de visie als programma van eisen Ruimtelijke uitwerking van de visie als conceptontwerp Opmaak richtnota 2 Overlegmomenten: - 1x ambtelijke werkgroep - scenario’s, visie en programma van eisen - 1x ambtelijke werkgroep - uitwerking in conceptontwerp 1 Presentatiemoment, bijvoorbeeld: - 1x plangroep - finaal document: visie, programma van eisen en conceptontwerp)
6.1.3 Fase 3: voorontwerp Uitwerking van meerdere alternatieve voorontwerpscenario’s, zowel in 2D (plannen) als 3D (fotomontage, schetsen en snedes). Uitwerking van het voorkeurscenario tot voorontwerp in plan en wervend 3D materiaal. Opmaak voorstel faseringsplan in samenwerking met Woonhaven Opmaak finaal voorontwerp-document 3 Overlegmomenten: - 3x ambtelijke werkgroep 4 Presentatiemomenten: - 1x plangroep - 1x districtscollege/ -raad - 1x communicatie - 1x presentatie voor de directie van Woonhaven Besluitvorming - Goedkeuring voorontwerp door college 6.1.4 Fase 4: definitief ontwerp Verzamelen adviezen op voorontwerp, bijvoorbeeld van: - raden (district, jeugd, senioren, winkeliers, …) - gecoro Diverse aanpassingen in het definitief ontwerp Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 38/44
_PROJECTDEFINITIE
6.2
Een voorstel van de nodige te ondernemen acties en/ of fasering Extensieve eindrapportering Samenvattende eindrapportering met wervend beeldmateriaal 2 Overlegmomenten: - 2x ambtelijke werkgroep 5 Presentatiemomenten: - 1x ambtelijke werkgroep - 1x plangroep - 1x gecoro - 1x districtscollege/ -raad - 1x communicatie Besluitvorming - advies/ goedkeuring definitief ontwerp door districtscollege - goedkeuring definitief ontwerp door college
Finaliteit van de opdracht
In het voorontwerp zal reeds een voorstel tot fasering met betrekking tot het eigendom van Woonhaven worden voorgesteld, dit in overleg met Woonhaven zelf. De te behouden en af te breken gebouwen moeten minstens gekend zijn. Het masterplan moet een plan zijn dat de toekomstmogelijkheden voor Rozemaai kenbaar maakt. Het masterplan moet een wervend plan zijn dat verder gaat dan het louter in kaart brengen van enkele actiepunten. Het masterplan moet de ambitie van het bestuur letterlijk ‘in beeld’ brengen.
6.3
Timing
Het voorontwerp masterplan voor Rozemaai moet klaar zijn in december 2009. De timing voor de verschillende fases verloopt als volgt:
05.10.2009: Start van opmaak van masterplan
16.10.2009: Einde fase 1 analyse (2 weken)
06.11.2009: Einde fase 2 visie (3 weken)
18.12.2009: Einde fase 3 voorontwerp (6 weken)
05.02.2010: Einde fase 4 ontwerp (5 weken)
6.4
In te leveren documenten masterplan
Fase 1: Een analyse-document met daarin overzichtkaarten van de bestaande situatie, een beeldmatige interpretatie (fotomateriaal) van de bestaande situatie en een probleemstelling. Fase 2: Een richtnota waarin de alternatieve scenario’s, de visie, het programma van eisen en de ruimtelijke uitwerking van de visie als conceptontwerp opgenomen zijn. Fase 3: Een voorontwerp waarin het voorkeursscenario zowel in plan als in wervend beeldmateriaal uitgewerkt werd. Fase 4: Een definitief masterplan, dat zowel een extensieve eindrapportering als een samenvatting met wervend beeldmateriaal bevat.
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 39/44
_PROJECTDEFINITIE
Deze documenten worden zowel in digitaal als analoog formaat ingeleverd. Er worden per fase 5 exemplaren analoog gevraagd. 6.4.1 Digitaal formaat Het definitieve masterplan dient in volgende digitale formaten te worden aangeleverd:
masterplan in *.pdf (en indien relevant in *.dwg) bijhorende documenten in *.pdf: toelichtingsnota, presentatie, ... bijhorende beelden in *.jpg (of gelijkaardig standaard formaat) een gegeorefereerd beeld van het masterplan (*.tiff) rasterformaat van de legende van het masterplan (*.tiff) de gegeorefereerde afbakening van het masterplan in vectorformaat (*.shp) de verschillende gegeorefereerde complementaire lagen in vectorformaat: punten, lijnen, vlakken (zoals bepaald in de richtlijn digiRUPs naar de gedetailleerdheid van het plan (*shp), http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/registers/digirups/digirups.html
6.5
Ereloon
In het bestek zijn uurlonen opgegeven. De ontwerper doet zelf, aan de hand van de voorgestelde timing, een ereloonvoorstel. De raming van de opdracht bedraagt 38.700 euro (excl BTW).
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 40/44
_PROJECTDEFINITIE
7 7.1
ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN MINICOMPETITIE Opdracht minicompetitie
Vanuit een vergelijkbare opdracht en/of een plan van aanpak voor Rozemaai de onderzoeksthema’s blootleggen en hierop een eerste aanzet tot visie formuleren.
7.2
Procedure
29.06.2009: Uitnodiging deelname minicompetitie
02.07.2009: informele toelichting projectdefinitie
12.08.2009: Afsluiten digitale vragenronde
26.08.2009: Inleveren van offerte
08.09.2009: beoordelingscommissie (datum onder voorbehoud)
25.09.2009: Gunning van de opdracht
7.3
Vragen betreffende de opdracht
Na de uitnodiging tot deelname aan de minicompetitie worden enkele weken voorzien gedurende dewelke vragen per mail aan de projectleider van Stad Antwerpen bezorgd kunnen worden. De vragen dienen uiterlijk op 12 augustus doorgemaild te worden. De projectleider verzamelt alle vragen en verstuurt op 17 augustus de antwoorden naar alle geselecteerde kandidaten. De vragen worden verstuurd naar alle volgende mailadressen:
[email protected] [email protected] [email protected]
7.4
In te leveren documenten
7.4.1 Offerteformulier Offerteformulier in 1 exemplaar, volledig ingevuld. 7.4.2 Conceptnota Een nota betreffende het concept of de verkennende visie van de ontwerper over de opdracht, in functie van de doelstellingen en uitgangspunten uit de projectdefinitie, en waarin het volgende wordt verduidelijkt:
Kwaliteit van concept en visievorming op vlak van stedenbouw, landschapsinrichting, architectuur en mobiliteit en leefkwaliteit. Dit door middel van schetsen, tekeningen, beeldmateriaal of andere die nodig zijn om Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 41/44
_PROJECTDEFINITIE
duidelijk te maken op welke wijze de visie ruimtelijk uitgewerkt zou worden en dit gekaderd in zijn ruimere context.
Plan van aanpak: een werkvoorstel voor de organisatie van het planproces en een fasering die ook toelaat om de leefkwaliteit op zeer korte termijn aan te pakken.
Timing van de uitvoering van de opdracht en financieel voorstel op basis van de opgegeven ereloonberekening.
7.4.3 Formaat en aantal Alle documenten worden opgemaakt in A4, plannen kunnen per uitzondering op A3 worden opgemaakt
Alle documenten worden afgedrukt in viervoud
Op digitale drager: 1 exemplaar.
7.5
Gunningscriteria
Voor de deelopdrachten die voortvloeien uit deze raamovereenkomst zijn telkens de volgende gunningscriteria van toepassing (de gunningscriteria van de deelopdracht zijn een concretisering van de gunningscriteria van de raamovereenkomst). 7.5.1
Kwaliteit van concept en visievorming op vlak van stedenbouw, landschapsinrichting, architectuur en mobiliteit. (60 punten) De inschrijver geeft door middel van zijn offerte zijn visie over deze opdracht op basis van de projectdefinitie. De conceptnota wordt aangevuld met de nodige schetsen of schema’s om het voorstel voldoende te verduidelijken en inzichtelijk te maken. Voor de beoordeling worden verschillende deelaspecten in rekening gebracht. Volgende (niet limitatieve) opsomming geeft een overzicht van de betreffende deelaspecten en zullen telkens verduidelijkt worden in de projectdefinitie van de deelopdracht:
stedenbouwkundige visie of de ontsluiting van de site en zijn relatie met de grotere omgeving architecturale visie of de relatie tussen de verschillende onderdelen mobiliteit en ontsluiting op het domein zelf en met zijn omgeving erkennen en benutten van de aanwezige potenties flexibiliteit en haalbaarheid van het concept met het oog op de uitvoering vertaling van een antwoord op de huidige (en toekomstige) maatschappelijke noden in een ruimtelijk plan
Dit alles gerelateerd aan de ambitie en verwachtingen van de opdrachtgever 7.5.2 Aanpak van de deelopdracht (30 punten) Dit criterium wordt beoordeeld op basis van een nota waarin de voorgestelde aanpak van de verschillende deelaspecten van de samenwerking worden beschreven. Elementen die hierin kunnen aan bod komen zijn: Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 42/44
_PROJECTDEFINITIE
samenwerking verschillende disciplines binnen ontwerpteam samenwerking ontwerpteam-opdrachtgever samenwerking met externe betrokkenen taakverdeling en plan van aanpak
7.5.3
Timing van de uitvoering van de opdracht en financieel voorstel op basis van de opgegeven ereloonberekening (10 punten) Opgave van het aantal uren waarbinnen de opdracht gerealiseerd zal worden. De inschrijver gaat een resultaatverbintenis aan om de opdracht ook effectief binnen het opgegeven aantal uren te verwezenlijken. Het in de modelovereenkomst opgegeven uurloon wordt vermenigvuldigd met de op te geven uren om zo tot een forfaitaire prijs te komen.
7.6
Beoordelingscommissie
De beoordelingscommissie bestaat uit:
Diensthoofd ruimtelijke ordening Projectleider ruimtelijke ordening Stadsbouwmeester Woonhaven Extern deskundige
7.7
Wedstrijdpremie
Elke inschrijver die voor een concrete deelopdracht een redelijke en regelmatige offerte (beantwoordend aan de projectdefinitie) indient, ontvangt een premie waarvan het bedrag bepaald wordt door de omvang van het specifieke project. De wedstrijdpremie bedraagt 10% (afronding naar een hoger honderdtal) van het geraamde bedrag voor het opmaken van een masterplan (vastgelegd door de opdrachtgever), met een plafondwaarde van 10.000 euro per kandidaat. Het ereloon van de ontwerper aan wie de deelopdracht wordt toegekend, wordt niet verminderd met het bedrag van deze vergoeding. De raming van de opdracht bedraagt 38.700 euro (excl BTW). De wedstrijdpremie voor deze deelopdracht bedraagt 3.900 euro (excl. BTW).
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 43/44
_PROJECTDEFINITIE
8
BIJLAGEN
Masterplan Rozemaai 17/6/09 - 44/44