Masterplan publiek domein Rozemaai PROJECTDEFINITIE

Masterplan publiek domein Rozemaai PROJECTDEFINITIE september 2013

COLOFON 

Projectleider Ivan Demil



Programmaleider Katlijn Van der Veken



Planologisch ambtenaar Katlijn Van der Veken



Secretariaat Bedrijfseenheid Stadsontwikkeling Francis Wellesplein 1, 2018 Antwerpen tel +32 3 244 52 81 I fax +32 3 248 24 54 [email protected]

_PROJECTDEFINITIE

1

2

INLEIDING ................................................................................................................................3 1.1

Voorwerp van de opdracht ............................................................................................3

1.2

Contact ..........................................................................................................................3

CONTEXT .................................................................................................................................4 2.1

Ruimtelijke context ........................................................................................................4

2.2

Beleidscontext .............................................................................................................10

3

AMBITIE VAN DE OPDRACHTGEVER .................................................................................19

4

PROGRAMMA VAN EISEN ....................................................................................................20

5

6

7

4.1

Publiek domein ............................................................................................................20

4.2

Mobiliteit ......................................................................................................................21

4.3

Parkeren ......................................................................................................................21

4.4

Landschap en water ....................................................................................................22

TRAJECT ................................................................................................................................23 5.1

Overlegstructuur ..........................................................................................................23

5.2

Communicatie en participatie ......................................................................................24

SAMENSTELLING VAN DE OPDRACHT .............................................................................. 25 6.1

Ontwerpproces van het masterplan ............................................................................. 25

6.2

Finaliteit van de opdracht ............................................................................................26

6.3

Ereloon ........................................................................................................................27

BIJLAGEN ..............................................................................................................................28

Masterplan Publiek Domein Rozemaai 2/28

_PROJECTDEFINITIE

1 1.1

INLEIDING Voorwerp van de opdracht

Het voorwerp van de ontwerpopdracht betreft de opmaak van een ontwerp voor het publiek domein van het projectgebied Rozemaai, gelegen tussen stad Antwerpen en de kern van Ekeren. Bijkomend maken gedetailleerde ontwerpen in de vorm van uitvoeringsprojecten deel uit van de opdracht. Voor het projectgebied Rozemaai is een masterplan opgemaakt dat op 22 juni 2012 werd goedgekeurd. Deze opdracht vormt een verdere detaillering van het masterplan Rozemaai en bestaat o.a. uit een beeldkwaliteitsplan, uitspraken over het intensief en extensief publiek domein, bouwvelden, wegenis, park en waterhuishouding, type straten,…; Daarnaast bestaat de opdracht uit de opmaak van een plan van aanpak met uitspraken over budgettering en fasering.

1.2

Contact

Voor inhoudelijke vragen met betrekking tot het project, de procedure en de dagelijkse werking: Dienst Ruimte Ivan Demil Francis Wellesplein 1 - 2018 Antwerpen tel: 03 338 21 04 mail: [email protected]


_PROJECTDEFINITIE

2 2.1

CONTEXT Ruimtelijke context

2.1.1 Situering De wijk Rozemaai is een woonwijk gelegen ten noorden van de Antwerpse binnenstad en bestaat hoofdzakelijk uit sociale huurwoningen. Het publiek domein heeft vaak een onbestemd karakter, is functioneel noch kwaliteitsvol ingericht en biedt nauwelijks belevings- en verblijfswaarde. Toch is er deels een natuurlijk waardevol gebied. Het vormt een groene corridor die de natuurgebieden de Oude Landen (in het oosten) en het Ekers Moeras (in het noordwesten) in verbinding stellen met elkaar. Handel is nauwelijks aanwezig op de site en zorgen ervoor dat de inwoners afhankelijk zijn van Luchtbal of het district Ekeren. Op de site bevinden zich momenteel wel sport- en recreatiemogelijkheden zoals voetbal-, tennis- en basketbalterreinen, minigolf en petanque. 2.1.2 Historische context De wijk wordt vanaf 1970 verkaveld en bebouwd. Vooral havenarbeiders, onderwijzend personeel en leden van de brandweer kwamen er wonen, in die tijd moest stadspersoneel immers op het grondgebied van de stad wonen. Rozemaai is historisch bouwkundig opgebouwd uit 5 delen:

Rozemaai 1  

bouwjaar 1973 bouwblokken met 360 appartementen (11 bouwlagen)

Rozemaai 2  

bouwjaar 1976 6 bouwblokken met 311 appartementen (6 bouwlagen)

Rozemaai 3  

bouwjaar 1982 3 bouwblokken 158 appartementen (7 en 9 bouwlagen)

Rozemaai 4  

bouwjaar 1996 25 eengezinswoningen (en 27 koopwoningen) Masterplan Publiek Domein Rozemaai 4/28

_PROJECTDEFINITIE

Rozemaai 5 (Arro Antwerpen)  

Bouwjaar 2004 +/- 28 koopwoningen

Figuur 1: bouwvelden Rozemaai

2.1.3

Gerealiseerde, lopende of geplande projecten in de buurt

Nieuwbouw Jos Van Eyndestraat Op de plaats van een voormalige parkeergarage is in 2010 een project verwezenlijkt bestaande uit 2 evenwijdige gespiegelde volumes. De gebouwen bevatten telkens 23 appartementen. Speelterrein Aan de Renaat Veremansstraat werd in 2012 een nieuw speelterrein aangelegd. Het is een groene en avontuurlijke speeltuin voor groot en klein. Heuveltjes verdelen het speelterrein in verschillende zones. De verschillende zones zijn: een verharde zitzone, een peuterspeeltuin, een picknickveldje, speelcirkels, een tienerhonk en een BMX-parcours. Dit parcours loopt verder door in de natuurlijke omgeving. Aansluitend aan de nieuwbouw Jos Van Eyndestraat is een speelterrein aangelegd. Verbouwing garage naar jeugd- en ontmoetingscentrum In de wijk Rozemaai is nood aan een binnenruimte voor kinderen en jongeren. Op de plek van een voormalige parkeergarage zal een nieuw jeugdcentrum gebouwd worden. De gunning voor deze werken is goedgekeurd in mei 2013. Volgende functies worden voorzien:   

Gemeenschapsruimte voor de hele buurt Kinderatelier Binnenspeeltuin voor kinderen

In aanloop van de nieuwbouw zocht de stad op zoek naar een jeugdpartner die in de wijk een werking kon ontwikkelen. Die organisatie werd gevonden in JES vzw. Ze gingen in januari 2012 van start om een activiteitenaanbod voor kinderen en tieners uit te bouwen. Daarvoor zette de stad een tijdelijke infrastructuur op. Karel Candaelstraat – Jef van Hoofstraat Woonhaven Antwerpen start in het voorjaar 2014 de renovatiewerken in de Jef van Hoofstraat 2-4 en de Karel Candaelstraat 2-4. Tegen het voorjaar van 2016 zijn de twee gebouwen volledig afgewerkt. aantal woningen: 107 + 1 apotheek Masterplan Publiek Domein Rozemaai 5/28

_PROJECTDEFINITIE

Project bouwveld 15 Ten westen van het renovatieproject Karel Candaelstraat - Jef van Hoofstraat is een projectdefinitie in opmaak voor de bouw van nieuwe woningen. Aantal woningen: cfr masterplan Project bouwveld 10 projectdefinitie in opmaak Aantal woningen: cfr masterplan 2.1.4 Structuurbepalende landschap, groen- en waterelementen Het terrein te Rozemaai werd in de jaren ’60 opgehoogd met materiaal afkomstig uit de Antwerpse haven. Destijds werden ter plaatse vrachtwagens met gemengd materiaal zand/klei gestort. De situatie (milieu) ter plekke is daardoor vaak erg variabel. Vooral in het zuidelijk gedeelte is het terrein opvallend reliëfrijk, dit over korte afstanden. Het terrein varieert redelijk in hoogte. Tegen de A12, komt een relatief langgerekte laagte voor. Verder is er een opmerkelijk microreliëf, als resultaat van de wijze van ophogen in de jaren ’60. Doorheen het projectgebied Rozemaai liep de Donkse Beek. Door het ophogen van het terrein is de bedding verdwenen. Na de aanleg van de spoorweglijn is de loop van de overstromingsgevoelige Donkse Beek gewijzigd. Het oorspronkelijke traject doorheen het natuurgebied ‘Oude Landen’ is omgelegd naar een gracht aan de teen van het spoorwegtalud. Enkel het meest afwaarts deel van het traject is behouden en loopt in open bedding naar de Groot Schijn, waar het d.m.v. een pompgemaal in loost. In de onmiddellijke omgeving van het projectgebied bevindt zich het Groot Schijn. Deze loopt in ingebuisd tracé aan de zuidelijke en westelijke zijde van het projectgebied. Het Groot Schijn loopt parallel aan de A12 en gaat dan door het havengebied richting Rode Weel. Daar wordt het Groot Schijn onder het Kanaaldok door in de Schelde gepompt. Beschikbare inventarisatiegegevens van vegetatie van Rozemaai zijn schaars. Er bevinden zich soorten typerend voor wilgenbossen en natte ruigten en in de ondergroei zijn soorten van Rietland terug te vinden. Het bos zondert zich in fytosociologisch opzicht af van andere pionierbossen in het Antwerpse. Allicht heeft dit ten dele te maken met de verschillende terreingesteldheid (aanvoer van klei gemengd met zand t.o.v. opgespoten zand elders en verschillen in waterhuishouding) en een afwijkende pioniersfase. 2.1.5 Bebouwingsstructuur De wijk bestaat op dit moment uit vijf verschillende sociale woningbouwcomplexen die fragmentair naast elkaar liggen. Rozemaai wordt gekenmerkt door hoge gebouwen, een relatief lage bebouwingsdichtheid en een grote openheid. De verschillende bouwkundige entiteiten van Rozemaai worden gekenmerkt door een type gebouw dat meerdere keren werd herhaald. De infrastructuur werd steeds in functie van deze ene bouwfase aangelegd en geeft niet het gevoel van Masterplan Publiek Domein Rozemaai 6/28

_PROJECTDEFINITIE

een samenhangende wijk. Een deel van de woningen sluit aan op de Ekersesteenweg, een ander deel op de Ferdinand Verbieststraat. Er zijn een aantal onderlinge verbindingen gemaakt met verbindingen voor traag verkeer. Verspreid over het gebied liggen een aantal grootschalige gelijkvloerse parkeergebouwen. Deze worden afgebroken. Één hiervan is reeds vervangen door woningbouw en op een andere wordt een jeugd- en ontmoetingscentrum gepland. Elke van deze bouwkundige gehelen positioneert zich in zijn eigen gecreëerde context. De laagbouwwoningen zonderen zich duidelijk af van de appartementsblokken. Hetzelfde is ook van toepassing voor de koopwoningen die Arro Antwerpen realiseerde langsheen de Ekersesteenweg. Rozemaai is zo een verzameling van verschillende ruimtelijke entiteiten, gelegen tussen het centrum van Antwerpen en Ekeren. 2.1.6 Eigendomsstructuren Stad Antwerpen en de sociale huisvestingsmaatschappij Woonhaven zijn de twee belangrijkste grondeigenaars in de wijk.

Figuur 2: eigendomsstructuur Rozemaai

2.1.7 Voorzieningen Er zijn weinig functies die het niveau van de wijk overstijgen. Er zijn een supermarkt en doe-het-zelf zaak gevestigd, alsook een opleidingscentrum voor de jeugd van Germinal-Beerschot. Zij beschikken over 4 voetbalvelden aan de Leo Baekelandstraat.


_PROJECTDEFINITIE

Het handelscentrum is gericht op het kruispunt F. Verbieststraat en Ekersesteenweg en doet dienst als scharnier tussen Rozemaai en de kern van Ekeren. Toch haakt het handelscomplex onvoldoende aan op de structuur van de wijk. Het complex keert zich naar de woonwijk met haar achterkant en heeft geen verharde toegangsweg vanuit die hoek. Buiten deze handelszone en met uitzondering van één apotheek zijn er op Rozemaai geen economische activiteiten gehuisvest. 2.1.8 Mobiliteit Vanuit de stad Antwerpen en omgeving is de wijk eenvoudig bereikbaar via de A12 en de Noorderlaan die aansluit op de Ekersesteenweg. De wijk is opgebouwd uit meerdere compartimenten. Het gaat om verschillende subgebieden die ontsloten worden door twee wegen rondom de wijk: Ekersesteenweg en Ferdinand Verbieststraat. Deze assen houden de wijk bijeen. Los hiervan is er weinig onderlinge samenhang. De deelwijken hebben beperkte raakpunten, missen in het geval van de hoogbouwflats aangelegde verbindingen en zijn omgeven door braakliggende gronden. Binnen de wijk loopt een structuur van doodlopende straten. Tussen de zuidelijke helft en noordelijke helft is geen autoverbinding, maar wel verbindingen voor het zachte wegverkeer. Openbaar vervoer verbindt de wijk met het centrum van Antwerpen enerzijds en Ekeren, Hoevenen en Stabroek anderzijds. Er bevindt zich 1 bushalte ter hoogte van Rozemaai op de Ekersesteenweg. De toekomstige tramverlenging van Antwerpen naar Ekeren zal twee haltes hebben ter hoogte van de wijk. In het gebied bevinden zich meerdere parkeergebouwen. Omwille van onveiligheidsgevoel en vandalisme worden deze echter niet volledig gebruikt. De inwoners verkiezen hun auto’s op het publiek domein te stallen. Een aantal van deze garages zijn reeds afgebroken of zullen verdwijnen voor de bouw van nieuwe woningen en een jeugd- en gemeenschapscentrum. 2.1.9 Open ruimte Het huidige publiek domein heeft vaak een onbestemd karakter, is functioneel noch kwalitatief ingericht en biedt nauwelijks belevings- en verblijfswaarde. De recreatiezone in de hoek A12 – L. Baekelandstraat omvat een opleidingscentrum voor de jeugd van Germinal-Beerschot bestaande uit 4 voetbalvelden (in concessie). Verspreid over de wijk liggen (semi) publieke ontspanningsruimten (basketbalveld, visvijver, minigolf, tennisvelden). Centraal in het gebied ligt een recent aangelegd speelterrein en een BMX parcours. De braakliggende terreinen worden spontaan gebruikt voor recreatie. Het is een soort niemandsland dat bewoners naar hun hand zetten voor wandelen en spel. Door de verhouding bouwblokken en braakliggende gronden wordt de wijk als verlaten ervaren.


_PROJECTDEFINITIE

2.1.10 Overstromingen en overstromingsgebieden De inkleuring op de kaart van de van nature overstroombaar gebieden wijst op een gebied overstroombaar vanuit de rivier (Schelde). De omliggende hoger gelegen gebieden worden ingekleurd als van nature niet overstroombaar.

Figuur 3: van nature overstroombare gebieden

De overstromingsgevoeligheid is geïllustreerd aan de hand van de kaarten met risiocozones voor overstroming en recent overstroomde gebieden. Beide overstromingskaarten maken verder een markering van overstroming t.h.v. de noordoostelijke hoek van het projectgebied. Het maaiveld is er plaatselijk laag en zodoende vanuit het natuurgebied “Oude Landen” overstroombaar.

Figuur 4: risicozones voor overstromingen

Figuur 5: recent overstoomde gebieden


_PROJECTDEFINITIE

2.2

Beleidscontext

2.2.1

Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA) ‘Antwerpen Ontwerpen’ Het strategisch ruimtelijk structuurplan Antwerpen, het s-RSA, werd definitief goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 22 december 2006. In het s-RSA worden twee ruimtelijke strategieën vastgelegd om het structuurplan uit te werken: het generiek beleid en het actief beleid. Het generiek beleid beschrijft een aantal beelden (of thema’s) van de stad die een richtinggevend kader aanreiken. Door te focussen op één hoofdthema geeft elk beeld tegelijkertijd de mogelijkheid om de realiteit te kaderen. Elk beeld is een manier om het beleid van de toekomst van de stad te definiëren. Het actief beleid is een projectmatige benadering van een aantal welomschreven ruimten, die op hun beurt strategische programma’s en projecten bepalen. Ecostad Het beeld van de ecostad betekent dat Ekeren verbonden wordt met het centrum van de stad Antwerpen via een lineair groen park. Meer ten noorden van Ekeren functioneert de open ruimte als wateropvang bij overstromingen. Deze open ruimte moet worden gebruikt als buffer om de natuur te versterken en moet zuidelijk aansluiten op de Rozemaai.

Dorpen en metropool | wonen Het gebied langs de Donksebeek is een omvangrijk beboste oppervlakte, gedeeltelijk waterrijk, tussen de snelweg en het woongebied. Het waterprobleem is hier vrij delicaat doordat meer noordwaarts de Schijn tot kanaal gemaakt is. Vanuit het oogpunt van een organisch programma van de renaturalisatie van de Schijnvallei en de relevante kwaliteit van dit bos wordt voorgesteld om het zuidelijke deel van het gebied Rozemaai uit te sluiten van bebouwing. De mogelijkheid kan hier onderzocht worden om stroomafwaarts aan de Oude Landen (ten westen van de Ekerse Steenweg) een nieuwe open bedding te graven. Dat is ook coherent met het doel om een natuurlijke filter tot stand te brengen voor de snelweg die voor geluidshinder zorgt en de kwaliteit van de woonruimte in de buurt naar beneden haalt. Masterplan Publiek Domein Rozemaai 10/28

_PROJECTDEFINITIE

Programma Noorderpark Het Noorderpark, dat deel uitmaakt van ‘de zachte ruggengraat’, moet de ontwikkeling garanderen van de verbindende parkstructuur in het noordelijke deel van de stad en moet het bebouwde perifere landschap in Brasschaat/ Schoten verbinden met de Schelde en het centrum. Het park bestaat uit kleine gebieden langs de spoorweg en de A12 en een groot gebied dat Oude Landen, Rozemaai, de vallei van de Laarse beek en het gebied rond het Fort van Merksem omvat. In het Noorderpark worden de ecologische waarden van de gebieden langs de Laarse en Donkse beek versterkt. Voetgangers- en fietspaden (noord-zuid gericht) worden uitgebouwd, gekoppeld aan kwalitatieve verblijfsruimten aan het water. Er moet een evenwicht gevonden worden tussen toegankelijkheid in functie van recreatie en bescherming van de natuur. Bijkomende maatregelen en acties zijn nodig om de geluidsoverlast van de A12 te reduceren. Programma Noorderlaan Noorderlaan vormt een verbinding tussen de haven en de stad en kan evolueren tot een as met verschillende grootstedelijke functies en/ of activiteiten. Er wordt een tramlijn van de Leien en Spoor Noord naar Ekeren voorzien. Brabo II zal voor een verlenging van de tramlijn van de Leien tot aan de keerlus ‘De Mieren’ zorgen. ‘De Mieren’ bevinden zich in het verlengde van de Ekerse Steenweg, net voor de kern van Ekeren. Voor de stad is ‘De Mieren’ het eindpunt van de tramlijn. Een doortrekking door de kern van Ekeren heeft geen meerwaarde. Trams zouden in de rijbaan komen met als gevolg een exponentiële stijging van de reisduur alsook een moeilijk stabiel de houden dienstverlening stadsinwaarts wat een kwaliteitsverlies voor de reizigers betekent. 2.2.2 Gewestplan (K.B. 03/10/1979 – M.B.07/07/2000) Rozemaai is gelegen in woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. De aanvullende stedenbouwkundige voorschriften in verband met de toegelaten hoogtes zijn recent gewijzigd. Criteria voor de maximale bouwhoogte zijn nu: de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten, de eigen aard van het gebied en de breedte van het voor het gebouw gelegen publiek domein. De A12 is afgezoomd met een strook buffergroen. Masterplan Publiek Domein Rozemaai 11/28

_PROJECTDEFINITIE

De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden. 2.2.3 Bijzonder Plan van Aanleg & RUP’s Er is geen B.P.A. meer van kracht. Het laatst geldende B.P.A. (nr.57) is in het kader van het nieuwe decreet op de ruimtelijke ordening geschrapt (GR 02/05/2000). 2.2.4 Masterplan Rozemaai Op 22 juni 2012 is het masterplan goedgekeurd. Het masterplan is gebaseerd op 4 ruimtelijke structuren en een socio-cultureeleconomische laag. Deze 4 ruimtelijke structuren bestaan uit water als ontwerpend element, landschap als drager, duurzame mobiliteit en de bouwvelden. Water als ontwerpend element:  

het uitgangspunt voor de ontwikkeling van Rozemaai is het waterrijke landschap; dankzij het opnieuw openleggen van de Donkse beek, het behouden van het overstromingsgebied en het aanleggen van een wadi-structuur zal de waterhuishouding binnen Rozemaai weer optimaal gebeuren.

Landschap als drager:  

door middel van extensief beheer toe te passen wordt de ecologische biodiversiteit versterkt; om van de vallei een visuele, sociale en attractieve pool te maken worden in de parkachtige omgeving meerdere paviljoenen geplaatst. Een clustering van enkele paviljoenen functioneert als scharnierpunt tussen de buurten op Rozemaai.

Duurzame mobiliteit:  

om de woonkwaliteit binnen Rozemaai te optimaliseren worden de interne en omliggende verkeersstructuren aangepakt; ten zuiden van Rozemaai loopt de A12. Er kan een geluidswal aangelegd worden die de woonkwaliteit in de bouwvelden zal verhogen.

Bouwvelden: 

het mengen van functies is essentieel om van Rozemaai een sociaal dynamische woonwijk te maken. Dit zorgt voor een levendige wijk. Dankzij een gezonde verhouding tussen sociale woningen en privé-woningen wordt getracht een gewenste sociale mix te realiseren.

Socio-cultureel-economische laag: 

de inwoners van Rozemaai hebben behoefte aan een aantrekkelijke en comfortabele verblijfplaats;


_PROJECTDEFINITIE



door het opnemen van bovenlokale en lokale activiteiten zal de wijk opnieuw leven worden ingeblazen. De relatie tussen Ekeren en Rozemaai zal op deze manier versterkt worden.

Figuur 6: masterplan Rozemaai

2.2.5 Cultuurhistorische waarden Beschermde monumenten en landschappen Oude Landen ten oosten van Rozemaai is beschermd als landschap (M.B.13/02/1980 en 27/12/1987). 2.2.6 Mobiliteitsplan In het deelmobiliteitsplan Ekeren is Rozemaai afgebakend als woon- en verblijfsgebied. Alle straten in het verblijfsgebied zijn geselecteerd als lokale weg type III, zijnde woonstraten. De verblijfsfunctie primeert op de verkeersfunctie. Sluipverkeer wordt geweerd. De inrichting gebeurt louter in functie van bestemmingsverkeer. 2.2.7 Biologische waarderingskaart Delen van de bufferstrook langs de A12 en de centrale open ruimte van Rozemaai zijn aangeduid als biologisch waardevol en complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen.


_PROJECTDEFINITIE

2.2.8 Ecostudie In de ecostudie, afgerond mei 2011 is een landschapsecologische visie opgesteld voor Rozemaai. Dit in het licht van de diverse functies die het gebied moeten vervullen (recreatie, bewoning, infiltratie en buffer, natuur…). Het reconstrueren van de oude loop van de Donkse Beek is hierbij van wezenlijk belang. Dit vormt de ruggengraat van Rozemaai. De bodem(opbouw) is in kaart gebracht. De bodemkarakteristieken (bodemsamenstelling) zijn van ultiem belang als objectieve basis voor de toekomstige inrichting naar flora en fauna toe. In het noordelijk gedeelte, tussen de gebouwen, zal een meer strikt beheer plaats vinden.

Figuur 7: Waterpeil onder maaiveld

2.2.9 Geluids- en luchtstudie Deze studie is opgemaakt om maatregelen voor geluids- en luchtaspecten op te stellen. Deze is in het voorjaar van 2012 opgeleverd. De wijk kampt momenteel met leefbaarheidsproblemen, veroorzaakt door sociale en ruimtelijke knelpunten. De A12 in het westen en zuiden en de te hoge rijsnelheid op de Ekersesteenweg zorgen voor geluidsoverlast in het woongebied. Om de woonkwaliteit binnen Rozemaai te optimaliseren zijn milderende maatregelen opgenomen:  

de Ekersesteenweg wordt gedegradeerd in hiërarchie en krijgt een zone 50 aanduiding; Zowel om ecologische redenen alsook voor het beperken van de geluidsoverlast wordt gepleit voor het behoud van de natuurlijk ontstane vegetatie aan de zuidrand van Rozemaai. De aanleg van een geluidsberm/scherm/wal zal de woonkwaliteit in de bouwvelden verhogen.


_PROJECTDEFINITIE

Figuur 8: Geluidscontouren geplande toestand met geluidsreducerende maatregelen

2.2.10 Draaiboeken openbaar domein file://\\antwerpen.local\Doc\SW\02_08_Openbaar_Domein\02_08_07_Algemene_D ocumenten\07_03_Draaiboeken\openbaar_domein Opgenomen in bijlage. 2.2.11 Sorteerstraten Aanvullend aan de bestaande sorteerstraat wordt het aantal sorteerstraatjes uitgebreid. Het uitgangspunt is een afstand van 75 m, met de mogelijkheid om tot 125 m uit te breiden. Er dient steeds in looplijnen gemeten worden en niet in vogelvlucht. Voor Rozemaai wordt uitgegaan van 45 containers in 8 tot 9 sorteerstraatjes. Het technisch dossier van de sorteerstraten bevindt zich in bijlage.

2.2.12 Straatmeubilaris http://www.antwerpen.be/eCache/BED/4/589.cmVjPTU0MDQ.html De straatmeubilaris is momenteel in herziening. Bij de opdracht zal steeds de meest recente versie bezorgd worden.

2.2.13 Bomenboek file://\\antwerpen.local\Doc\SW\02_08_Openbaar_Domein\02_08_07_Algemene_D ocumenten\07_03_Draaiboeken\bomenboek Opgenomen in bijlage. De bepalingen van het bomenplan gelden voor de inplanting van groen in het project:


_PROJECTDEFINITIE

Bij aanplant van nieuwe bomen wordt in eerste instantie gekozen voor een op die locatie passende inheemse, soortechte boomsoort. Met het oog op beeldkwaliteit, beperkingen van de groeiplaats en beperken van het risico van ziekten en plagen kan worden uitgeweken naar cultivars of uitheemse boomsoorten. Het project situeert zich in een overwegend natuurlijke omgeving, en ligt tussen een aantal belangrijke natuurkerngebieden. In die hoedanigheid heeft het projectgebied een belangrijke functie als natuurlijke verbinding of natuurlijke stapsteen tussen grotere natuurgebieden. Het is daarom van belang om het aandeel inheemse beplanting te maximaliseren. De inheemse beplanting moet niet enkel in kwantiteit, maar ook in kwaliteit aansluiten op de natuurlijke biotopen in de omgeving. De gekozen beplanting moet met andere woorden ecologisch relevant zijn. Om dit te realiseren dienen volgende richtlijnen gehanteerd bij de keuze van beplanting, zowel bomen als lagere beplanting: In de groene zones rond de Donkse beek en buiten de bouwvelden mag uitsluitend gebruik gemaakt worden van inheemse, ecologisch relevante beplanting. Het betreft zowel de extensieve als de intensieve en de recreatieve groene zones. In de stroken tussen de bouwvelden (wegen en woonerven) wordt gebruik gemaakt van inheemse beplanting, of van cultuurvariëteiten van inheemse beplanting in geval de groeiomstandigheden geen kwaliteitsvolle ontwikkeling van inheemse soortechte beplanting toelaat. Binnen de bouwvelden wordt gestreefd naar het gebruik van inheemse soorten of cultuurvariëteiten van inheemse soorten. Enkel indien de standplaatsomstandigheden van die aard zijn dat inheemse soorten of cultuurvariëteiten van inheemse soorten geen kwaliteitsvolle ontwikkelingskansen hebben, en wanneer ook standplaatsverbetering onvoldoende garanties biedt, kan hier gebruik gemaakt worden van exoten. Binnen de bouwvelden mogen enkel boomsoorten gebruikt worden die voorkomen in de goedgekeurde bomenlijst die deel uitmaakt van het goedgekeurd bomenplan. De overige beplanting moet een ecologische relatie hebben met de interne en omringende bioptopen.

2.2.14 Lichtplan http://www.antwerpen.be/eCache/ABE/82/04/395.Y29udGV4dD04MDMzODk2.htm l 2.2.15 Bouwcode http://www.antwerpen.be/eCache/ABE/80/66/325.Y29udGV4dD04MDMzOTQx.htm l 2.2.16 Waterbeheer Bij verkavelingen en grotere projectontwikkelingen worden in de meeste gevallen stukken grond overgedragen na oplevering aan de gemeente als nieuw publiek domein. Het ontwerp en gebruik van dit nieuw publiek domein dient aan de principes van herinrichten van het bestaand publiek domein te voldoen. Voor wat betreft waterbeheer en rioleringen zijn dat de onderstaande: Principes Masterplan Publiek Domein Rozemaai 16/28

_PROJECTDEFINITIE

 

Gescheiden inzamelen en afvoeren van afvalwater Recuperatie van hemelwater op private gebruik voor toilet- en spoelvoorzieningen hoogste prioriteit, gevolgd door infiltratie, buffering en vertraagd lozen  Ruimte bieden op het OD aan hemel- en grondwater voor buffer en natuurlijke infiltratie  Verhoogde belevingswaarde en beeldkwaliteit door meer water in open bedding (baangrachten, vijvers, etc.) in straatbeeld en bewoners/bezoekers (visueel en/of recreatief) te betrekken bij het watersysteem  Vroegtijdig aanvragen hydraulisch advies en goedkeuring rioolbeheerder Materialen Bij het ontwerp van (nieuw) publiek domein is het van belang veel groenvakken en waterdoorlatende bestrating te voorzien. Inrichting van OD kan zo gebeuren dat het hemelwater op natuurlijke wijze naast de bestrating de bodem in kan infiltreren, bij voorbeeld via een plantvak of een baangracht. Bij hevige regenval dient het overschot aan water lokaal gebufferd te worden op plaatsen waar het geen schade en langdurige overlast veroorzaakt. Dat kan ook op de bestrating, bijvoorbeeld in de parkeervakken, vanwaar het vertraagd afstroomt naar de ondergrond, een infiltratiebekken of baangracht. Delen van het OD met een lage gebruiksintensiteit, zoals parkeervakken en brandweerdoorgangen, dienen uitgevoerd te worden met waterdoorlatende verhardingen, zoals gras tegels of versterkt gras. Rioleringen Gescheiden rioolstelsel, zowel op private domein als OD. DWA onder de rijbaan in gres buis. RWA langs rijbaan aan twee zijden in open baangracht. Hemelwater van de rijbaan, parkeerstrook en voetpaden laten infiltreren langs verharde oppervlakte. Percelen zijn bereikbaar door 1 overwelving met een maximale lengte van 4 meter en een minimale buisdiameter van 60 mm. Indien de RWA als buis wordt voorzien, dan in uitvoering van infiltratieriool omwikkeld met geotextiel en grind. Het overgrote deel van het ‘private’ hemelwater dient in ieder geval op het private perceel te worden hergebruikt en kunnen infiltreren. Toezichtsputten op de huisaansluitingen RWA en DWA dienen op het private domein geplaatst te worden, zo dicht als mogelijk tegen de grenslijn aan. Septische putten dienen om het afvalwater met fecaliën voor te behandelen en verstopping in het openbare rioolnet te vermijden. Ze bevatten 2 kamers en een ontluchtingskanaal. Het grijze afvalwater dient niet via de septische put te stromen, maar stroomafwaarts aan te sluiten op de DWA-huisaansluiting. De septische put dient op het private perceel voorzien te worden. Diameters en hellingsgraden van RWA-kanalen berekenen op een twintig jaarlijkse regenval – T20. Rioolinspectieputten om de 50 meter en in bochten. Gemeenschappelijke infiltratie- of buffervoorzieningen zoveel als mogelijk bovengronds (in open bedding) aanleggen. Grachten, vijvers, enz Maak optimaal gebruik van de topografische hoogteverschillen en het bestaande hydrografisch netwerk van grachten, beken, en andere oppervlakte wateren. Vergroot het waterbergend vermogen door deze met elkaar te verbinden, te verdiepen en in een open bedding met flauwe taluds te leggen. Grotere Masterplan Publiek Domein Rozemaai 17/28

_PROJECTDEFINITIE

grasvlakten en open groene ruimtes (sportvelden) dienen ingericht te worden met een waterbergende functie; bij voorbeeld delen als wadi of waterpoelen. Ook kan dit als speel- en recreatie-element ontworpen worden. Sluit de baangrachten en de ondergrondse RWA-kanalen aan op bestaande waterlopen en andere wateroppervlakten. Houd een 5-meter brede zone langs waterlopen en vijvers bouwvrij. Juridisch kader    

Stedenbouwkundige verordening ‘bouwcode’ Gewestelijke verordening Hemelwater en infiltratievoorzieningen Rioleringsreglement Reglementen voor onbevaarbare waterlopen


_PROJECTDEFINITIE

3

AMBITIE VAN DE OPDRACHTGEVER

Op 22 juni 2012 werd voor de wijk Rozemaai een masterplan goedgekeurd. Dit masterplan kwam er omwille van aanvragen voor nieuwe sociale woningbouwprojecten op Rozemaai. Deze werden geblokkeerd door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen en de afdeling Woonbeleid van het Vlaams gewest omwille van gebrek aan visie over de ontwikkeling van de woonwijk. Initieel werkten alle stadsdiensten en andere publieke partners apart aan hun projecten. Het masterplan heeft de verschillende partners samengebracht met de stad in de regierol. Het heeft ervoor gezorgd dat een geïntegreerd plan ontstond waarbij getracht werd een antwoord te vinden op de verschillende problematieken. De visie van het masterplan is om het woongebied te herstructureren met een nieuwe mix van sociale koop, huur en private woningen. Daarnaast worden nieuwe woonondersteunende functies aangetrokken met als ambitie een nieuwe centraliteit in het noorden van het district Antwerpen. Uit dit masterplan is duidelijk dat het terug open maken van de Donkse beek en het aansluitende groengebied de centrale en verbindende ruimte is voor Rozemaai. Het masterplan Rozemaai heeft niet als finaliteit een ontwerp voor het publiek domein. Het geeft wel richtlijnen voor de verdere uitwerking ervan. Het is net dit publiek domein dat cruciaal is voor het slagen van het plan. De bouwvelden zijn in eigendom van verschillende eigenaars. Om te vermijden dat er voor elk bouwveld een andere inrichting van het publiek domein voorgesteld wordt, is het essentieel om een overkoepelend beeldkwaliteitsplan voor heel het publiek domein van Rozemaai op te maken. Naast een verdere detaillering is ook een fasering en plan van aanpak voor het publiek domein nodig. Dit resulteert in vervolgopdrachten in de vorm van uitvoeringsprojecten. De uitvoering van twee eerste deelopdrachten worden toegekend aan de ontwerper van het masterplan publiek domein. Het plan heeft een verre tijdshorizon en hiervoor is een gefaseerde aanpak van belang. Indicatief kan deze fasering in 3 fases opgedeeld worden. De eerste fase bestaat uit de aanleg van de zuidelijke parkzone en de hieraan grenzende bouwvelden. De zuidelijke parkzone wordt een extensief parkgebied. Een geluidsberm en –scherm die het woongebied zullen beschermen van geluidsoverlast kunnen geïntegreerd worden in dit extensieve parkgebied. In tweede fase kan het noordelijke deel van het park aangelegd worden als intensief parkgebied samen met de noordelijke bouwvelden. Het sluitstuk tussen deze twee fases bestaat uit de inrichting van het verbindingsstuk tussen het zuidelijke en noordelijke deel van het park. Op deze parkgebieden sluiten de wegenis en laanbeplanting van de bouwvelden aan.


_PROJECTDEFINITIE

4

PROGRAMMA VAN EISEN

Het bestaande masterplan Rozemaai bevindt zich op het kantelpunt tussen ruimtelijk beleid en publiek domein. De richtlijnen van dit masterplan worden verder uitgewerkt. Het vervolgproject bestaat uit de opmaak van een operationeel plan met 3 onderdelen:  opmaak masterplan voor het publiek domein. Deze detaillering van het masterplan Rozemaai bestaat uit een beeldkwaliteitsplan, uitspraken over het intensief en extensief publiek domein, wegenis, park en waterhuishouding, type straten,…;  opmaak van een plan van aanpak. Deze bestaat uit een nota die uitspraken doet over budgettering, fasering,…;  het 3de onderdeel vormt het vervolgtraject in de vorm van uitvoeringsprojecten. Dit zijn de gedetailleerde ontwerpen van het publiek domein.

4.1

Publiek domein

Voor het publiek domein wordt gestreefd naar een eenvormige en heldere aanleg zodat een samenhangend geheel van publiek domein ontstaat dat past binnen Rozemaai als entiteit. Een voorstel voor meer leesbaarheid (oriëntatie en structuur in het publiek domein) van het projectgebied is nodig zodat Rozemaai een eigen gezicht krijgt in de stad en een link ontstaat met het district Ekeren. Het publiek domein op Rozemaai is heel divers. De grote delen bestaan uit een extensief en intensief park. De kleinere open ruimtes bevinden zich tussen de bebouwing in de bouwvelden. Deze worden verbonden door verschillende wegen, erven, paden voor autoverkeer, fietsers en voetgangers. De bouwvelden zijn ook in eigendom van verschillende eigenaars. Om te vermijden dat er voor elk bouwveld een andere inrichting van het publiek domein voorgesteld wordt, is het essentieel om een overkoepelend plan voor heel het publiek domein van Rozemaai op te maken. Voor het publiek domein zijn volgende uitgangspunten van belang:

    

een duidelijk ontwerp van de grenzen tussen de openbare en de private ruimte; de realisatie van verschillende omgevingen en sferen; opnemen van de bestaande natuurwaarden; verschil tussen extensief en intensief beheer; de activiteiten van verschillende gebruikers.

Het publiek domein van de wijk moeten ontworpen worden met oog voor het comfort van de voetganger en de fietser. Via differentiatie in ruimtegebruik binnen elk bouwveld kan de inwoner genieten van een levendigere publiek domein en genieten van de groene ruimtes aan de woning. Deze ruimtes zijn rechtstreeks verbonden met het grootschaligere publiek domein in de omgeving: het parkgebied van Rozemaai, de sportcluster en de Oude Landen.


_PROJECTDEFINITIE

Er is mogelijkheid om traditionele volkstuintjes bestaande uit 1 perceel voor 1 familie, met omheining, poortje, tuinhuisje, eigen oogst voor eigen gebruik op te nemen. Een andere mogelijkheid zijn gemeenschapstuinen. Hier gaat het niet om individueel tuinieren, maar om gezamenlijk in een tuin te werken, de oogst te verdelen, gezamenlijk verantwoordelijkheid voor de tuin op te nemen. Zo’n gemeenschapstuin kan geïntegreerd worden tussen de volkstuintjes. De winkel wandel promenade vormt voor voetgangers de toegangsweg tot de wijk vanaf de toekomstige tramhalte langs de Ekersesteenweg. Hierlangs kunnen lokale voorzieningen zoals handel, horeca en openbare activiteiten komen. Ze vormt een brede wandelweg waar beperkt lokaal verkeer tot de parkeercluster is toegelaten. De breedte van de weg laat toe dat er rustplaatsen met banken kunnen geïnstalleerd worden. Doorheen de bouwvelden en de groengebieden worden paden ontworpen die een meer natuurlijk karakter krijgen. Doorheen het parkgebied zullen deze rekening houden met de bestaande vegetatie.

4.2

Mobiliteit

Het is de bedoeling om van Rozemaai een verblijfsgebied te creëren. De inrichting moet gebeuren in functie van het bestemmingsverkeer. De interne verbindingen en verbindingen met het centrum van Ekeren en het centrum van de stad moeten verbeterd worden door een netwerk van trage wegen voor fietsers en voetgangers. De lussen vormen het belangrijkste publiek domein waar auto's mogen rijden. Het is een woonstraat waar maximum 30 km/u gereden mag worden. Deze lussen vormen stedelijke straten waar langsparkeren voor bezoekers wordt toegelaten. Voor voetgangers worden voetpaden en voldoende rustplaatsen met banken voorzien. Het woonerf is een ruimte met prioriteit voor voetgangers, fietsers en inwoners. Er is een wettelijk verschil tussen de lussen, waar je 30 km/u mag rijden, en de woonerven die hierop aantakken, waar je 20 km/u mag rijden. Hoewel er een wettelijk verschil is, zullen de lussen en de woonerven zo ontworpen worden dat ze een continue ruimte vormen. In de woonerven kan men veilig spelen en wandelen. De woonerven worden verhard maar er moet genoeg aandacht zijn voor groen om een aangename omgeving te creëren. Het parkeren voor bezoekers wordt georganiseerd langs de lussen in de vorm van langsparkeren.

4.3

Parkeren

Bewoners parkeren op het eigen bouwveld, dit kan omwille van de waterproblematiek eventueel halfondergronds en in een aangrenzend bouwveld. Voor de bewoners van sociale huisvesting bedraagt de norm 0,5 parkeerplaatsen per woning. Voor bezoekers worden 0,3 parkeerplaatsen per woning op het publiek domein voorzien.


_PROJECTDEFINITIE

Voor private woningen wordt de CROW- norm toegepast. Deze categorisering wordt door de mobiliteitsdienst op kaart uitgezet. Specifieke omgevingsfactoren zoals toegang tot openbaar vervoer zorgen voor een correctie op deze norm.

4.4

Landschap en water

Rozemaai wordt omgeven door natuurgebieden en maakt deel uit van een lineair groen park dat Ekeren moet verbinden met het centrum van de stad Antwerpen. In dit park worden zowel de ecologische waarden langs de Donkse beek versterkt. Een evenwicht moet gevonden worden tussen toegankelijkheid in functie van recreatie en bescherming van de natuur. Het landschap kan gebruikt worden om de geluidsoverlast van de A12 te reduceren. De opengelegde Donkse beek vormt de basis voor de ontwikkeling van Rozemaai. Deze stimuleert de verder ontwikkeling van de wijk Rozemaai op vlak van wonen en de daaraan gekoppelde voorzieningen. Aan de beekvallei worden landschaps- en natuurelementen gekoppeld. Het beheer zal variëren van een meer extensief beheer in het zuiden naar een meer intensief beheer naar het noorden toe. Om van de vallei een visuele, sociale en attractieve pool te maken worden in haar omgeving verschillende paviljoenen geplaatst. Een clustering van enkele paviljoenen functioneert als scharnierpunt tussen de buurten op Rozemaai. De paviljoenen nemen sociale en economische functies op en zorgen voor een visuele, attractieve en sociale dynamiek. Het waterbeheer wordt bij voorkeur georganiseerd via een systeem van wadi’s binnen de bouwvelden. Ze voeren het regenwater van het publiek domein en de overlopen van de waterputten/infiltratiesystemen van de gebouwen naar de Donkse beek en bufferen het water in het geval van hevige regenval.


_PROJECTDEFINITIE

5 5.1

TRAJECT Overlegstructuur

Voor een goed verloop van het planproces en om het planproces te begeleiden wordt een interne overlegstructuur opgezet. De interne overlegstructuur bestaat uit een projectteam en een plangroep. De projectleider van stadsontwikkeling/R coördineert de opmaak van het masterplan publiek domein. Dit gebeurt samen met het projectteam. Volgende diensten worden in een vroeg stadium en in overleg betrokken: 

Afgevaardigde vanuit dienst stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering (SW/O&U)



Afgevaardigde vanuit dienst stadsontwikkeling/ ruimte (SW/R)



Afgevaardigde vanuit dienst stadsontwikkeling/ mobiliteit (SW/MOB)



Afgevaardigde stadsbouwmeester (SBM)



Afgevaardigde vanuit dienst cultuur, sport en recreatie (CS/SR)



Afgevaardigde vanuit stads- en buurtonderhoud/ logistieke afdeling en groen (SB)



Afgevaardigde vanuit jeugddienst (CS/JEU)



Afgevaardigde vanuit dienst sociale planning (SL/WO)



Afgevaardigde vanuit Woonhaven Antwerpen



Afgevaardigde vanuit Vlaamse Maatschappij Sociaal Wonen (VMSW)

In de plangroep worden de voorstellen getoetst en beleidsmatige alternatieven overwogen. 

Projectleider



Programmaleider



Schepen voor ruimtelijke ordening en stadsontwikkeling of afgevaardigde



Schepen voor publiek domein of afgevaardigde



Schepen voor sociale zaken, wonen of afgevaardigde



Schepen voor mobiliteit of afgevaardigde



Team Stadsbouwmeester



Afgevaardigde van het district Antwerpen Masterplan Publiek Domein Rozemaai 23/28

_PROJECTDEFINITIE



Afgevaardigde van het district Ekeren



Afgevaardigde van Vastgoed en stadsprojecten Antwerpen (AG VESPA)



Afgevaardigde vanuit Woonhaven Antwerpen



Afgevaardigde vanuit Vlaamse Maatschappij Sociaal Wonen (VMSW)

5.2

Communicatie en participatie

Een specifiek communicatietraject wordt uitgezet voor de bewoners ism SWO. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen communiceren en participeren. Fase voorontwerp Tijdens de voorontwerpfase wordt een communicatie- en participatiemoment georganiseerd. Fase definitief ontwerp Het definitief ontwerp wordt voorgesteld door middel van een presentatiemoment voor de inwoners van Rozemaai.


_PROJECTDEFINITIE

6

SAMENSTELLING VAN DE OPDRACHT

6.1

Ontwerpproces van het masterplan

6.1.1     

Fase 1: analyse In kaart brengen van het studiegebied Inventariseren van gebieds- en/of omgevingskenmerken Informatie vergaren en consulteren van betrokken actoren Interpreteren analyse en probleemstelling Opmaak finaal analyse-document met bijvoorbeeld: - overzichtskaarten bestaande situatie - beeldmatige interpretatie (fotomateriaal) bestaande situatie - probleemstelling 2 Overlegmomenten,: - startvergadering - projectteam bijvoorbeeld na afronding analyse



6.1.2    

 

Fase 2: visie Ontwikkeling van een visie Formulering van de visie als programma van eisen Ruimtelijke uitwerking van de visie als conceptontwerp 4 Overlegmomenten, bijvoorbeeld: - scenario’s, visie en programma van eisen - uitwerking in conceptontwerp - afronding fase 2 (aanpassing na presentatieronde) - commissie openbaar domein 2 Presentatiemomenten, bijvoorbeeld: - projectteam (aftoetsen visie, programma van eisen en conceptontwerp) - plangroep (aftoetsen visie, programma van eisen en conceptontwerp) Besluitvorming - Goedkeuring visie door college

6.1.3 Fase 3: voorontwerp  Uitwerking van meerdere alternatieve voorontwerpscenario’s, zowel in 2D (plannen) als 3D (fotomontage, schetsen en snedes).  Uitwerking van het voorkeurscenario tot voorontwerp in plan en wervend 3D materiaal.  5 Overlegmomenten: - projectteam: maandelijks + aanpassingen na scenario’s en voorontwerp - commissie openbaar domein - de ontwerper vraagt advies aan brandweer en het centrum voor toegankelijkheid  4 Presentatiemomenten: - plangroep (scenario’s + voorontwerp) - districtscollege/-raad (scenario’s + voorontwerp) - communicatie - gecoro  Besluitvorming - Goedkeuring voorontwerp door college Masterplan Publiek Domein Rozemaai 25/28

_PROJECTDEFINITIE

6.1.4 Fase 4: definitief ontwerp en actieplan  Verzamelen adviezen op voorontwerp, bijvoorbeeld van: - raden (district, jeugd, senioren, winkeliers, …) - gecoro  Diverse aanpassingen in het definitief ontwerp  Extensieve eindrapportering  Samenvattende eindrapportering met wervend beeldmateriaal  Overzicht en onderlinge relaties van vereiste acties ten behoeve van verdere ontwikkeling  Definiëring en onderlinge relaties van fasering  Definiëring en omschrijving van deelprojecten  Definiëring en omschrijving van harde resp. zachte randvoorwaarden van het masterplan  3 Overlegmomenten, bijvoorbeeld: - maandelijks + bespreken adviezen - commissie openbaar domein - de ontwerper vraagt advies aan brandweer en het centrum voor toegankelijkheid  5 Presentatiemomenten: - projectteam - plangroep - districtscollege/-raad - gecoro - communicatie indien voorzien  Besluitvorming - advies/ goedkeuring actieplan door districtscollege/ districtsraad, tezamen met definitief ontwerp - Goedkeuring definitief ontwerp door college, tezamen met definitief ontwerp

6.2

Finaliteit van de opdracht

Voor het volledige publiek domein van Rozemaai wordt een masterplan publiek domein opgemaakt. Daarnaast maakt de ontwerper een actieplan met fasering in tijd op voor de uitvoering van het publiek domein. De twee uitvoeringsopdrachten voor bouwveld 15 en bouwveld 10 zijn de eerste projecten die deel uitmaken van het vervolgtraject. De andere projecten van het vervolgtraject zijn:            

Bouveld 1 Bouwveld 3 Bouwveld 5 Bouwveld 6 Bouwveld 7 Bouwveld 9 Bouwveld 12 Bouwveld 13 Bouwveld 14 Bouwveld 18 Extensief park Intenstief park Masterplan Publiek Domein Rozemaai 26/28

_PROJECTDEFINITIE

De opdrachtgever behoud het recht om niet alle vervolgopdrachten vermeld in deze projectdefinitie toe te wijzen aan het geselecteerde ontwerpteam.

6.3

Ereloon

Het maximale budget van de opdracht bedraagt 62.500 incl. btw.


_PROJECTDEFINITIE

7

BIJLAGEN

Definitief Ontwerp Masterplan Rozemaai Technisch dossier van de sorteerstraten Draaiboeken openbaar domein Bomenboek


Masterplan publiek domein Rozemaai PROJECTDEFINITIE

Recommend Documents