Marktverkenning
Kansen voor de Nederlandse agribusiness in de IXe, Xe en de XIVe regio’s van Chili:
La Araucanía (IX), de Los Lagos (X), & de Los Rios (XIV).
Santiago de Chile, 12 juni 2008
Marktverkenning Kansen NL agribusiness in Zuid-Chili
Marktverkenning
Kansen voor de Nederlandse agribusiness in de IXe, Xe en de XIVe regio’s van Chili: La Araucanía (IX), de Los Lagos (X) en de Los Rios (XIV) Inleiding: Dit rapport is gebaseerd op een in mei 2008 door de Nederlandse Ambassade in Chili uitgevoerde marktverkenning in de drie hierboven genoemde regio’s. Vanwege de liging van Chili op het Zuidelijk Halfrond èn omdat deze regio’s met Nederland vergelijkbare klimatologische omstandigheden hebben, bestaan er interessante mogelijkheden voor ‘tegenseizoen-productie’ van verschillende landbouwproducten.
Uitgangspunten: • Bij het onderzoek is uitgegaan van een brede definitie van agribusiness: “bedrijven die zich bezighouden van het verbouwen, verwerken en verhandelen van landbouwproducten”. Dit betreft dus niet alleen productie, maar ook hulpmiddelen, kennis en dienstverlening. • De onderzochte markt is die voor de volgende delen van de agribusiness: o akkerbouw (granen, suikerbieten en aardappelen), o veeteelt (met name kalveren en koeien voor vlees- en melkproductie), o kennis en technologie ten behoeve van (intensieve) veeteelt en akkerbouw, o verwerkende industrie: bijv. zuivelindustrie, vleesverwerking, meel en veevoeder Voorts is tevens gekeken naar kansen in andere agrarische (sub-)sectoren zoals: o bio-energie en biotechnologie, o (kassen)tuinbouw en sierteelt, o (zoetwater)aquacultuur. • Voor elk van deze marktsegmenten is gekeken naar marktomvang, buitenlandse investeringen binnen de sector, eventuele nationale overheidsprogramma's, ontwikkelingsplannen of stimuleringsregelingen, markttoegang, evenals naar branche-organisaties.
Wijze van totstandkoming: Gedurende twee weken is een aanzienlijk aantal instellingen, bedrijven en brancheorganisaties in de drie regio’s door een ambassademedewerker bezocht. Dit rapport is geschreven op basis van die gesprekken, het tijdens die bijeenkomsten ontvangen informatiemateriaal en elders vergaard statistisch materiaal.
Doelstelling: Deze rapportage beoogt te dienen als startpunt van gerichter(e) marktonderzoek(en) en de ontwikkeling van PESP of andere projecten. De Ambassade hoopt tevens op vergrote interesse voor Nederlandse deelname aan de genoemde landbouw- en veeteeltgerelateerde beurzen in Chili en zou Nederlandse handelsmissies naar Chili gericht op één of meerdere subsectoren toejuichen. De handelsafdeling van de Nederlandse ambassade in Santiago is te allen tijde bereid meer en gedetailleerdere informatie te verstrekken naar aanleiding van gerichte vragen, die kunnen worden gericht aan:
[email protected], of telefonisch via nummer: 00-56-2-7569214.
1
Marktverkenning Kansen NL agribusiness in Zuid-Chili
Executive summary De belangrijkste bevindingen van de marktverkenning zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
er is grote behoefte aan het ontlenen van toegevoegde waarde aan landbouwproducten in de eigen regio: investeringen in agro-voedingsmiddelenindustrie zijn dringend gewenst; voor veel gewassen geldt dat rendabele productie mogelijk is mits goede markttoegang en ketenorganisatie worden gerealiseerd; in alle subsectoren is er behoefte aan het verhogen van het rendement van de (voedsel) productie d.m.v. technologie, onderzoek en mechanisatie; de vraag naar energie-efficiency en schone (organische) productie neemt sterk toe behalve in de reeds ontwikkelde bosbouw- en melksector, zijn er met name kansen voor de aardappelteelt, zeker met oog op gebruik als bestanddeel in bio-ethanol; overige sectoren met groeimogelijkheden: zaad- en bollenteelt, bloementeelt, fruitteelt, veeen visvoer, kaasproductie, honing, suikerbieten, noten; Chili is mogelijk vestigingsalternatief voor landbouwers en veehouders die hun activiteiten in Nederland willen stoppen en denken aan emigratie.
Pluspunten agrarische markt in de onderzochte Chileense regio’s: + klimatologisch vergelijkbaar met Nederland; + goede mogelijkheden van ‘tegenseizoen-productie’ voor vele gewassen; + fytosanitaire veiligheid; + ruimte (voldoende grond beschikbaar tegen redelijke prijzen); + goede infrastructuur (met name wegen en havens); + (wetenschappelijke) onderzoekscapaciteit aanwezig; + groot groeipotentieel landbouwproductie (intensivering en rendementsverbetering); + gunstige voorwaarden voor publiekprivate partnerschappen (m.n. logistiek en onderzoek). Algemene pluspunten voor investeringen in Chili: + stabiel economisch en politiek klimaat; + geliberaliseerde economie, goed ondernemersklimaat; + goed algemeen opleidingsniveau Chileense bevolking; + geografische ligging ten opzichte van opkomende Aziatische markten, waarmee Chili bovendien veel vrijhandelsovereenkomsten heeft gesloten; + toenemende exportgerichtheid (binnenlandse markt van 16 miljoen consumenten); + stijgende prijzen/opbrengst primaire landbouwproducten; + weinig corruptie (in vergelijking met overige Latijns-Amerikaanse landen); + betaalbaarheid arbeidskrachten; + subsidiemogelijkheden voor investeringen in innovatieve technologie en onderzoek; + Groeiend bewustzijn voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en eco-vriendelijk produceren. Mogelijk knelpunten: kredietverlening niet optimaal; hoge en stijgende energiekosten; op beperkt aantal locaties: de betrouwbaarheid van de energievoorziening; opleidingsniveau hoger technisch personeel; marktkennis en markt/ketenorganisatie zijn in Chili niet altijd optimaal; fytosanitaire controle is erg strikt (met name op import); in sommige subsectoren: macht geconcentreerd bij enkele grote Chileense spelers/grootgrondbezitters.
2
Marktverkenning Kansen NL agribusiness in Zuid-Chili
Waarom handelen of investeren in de landbouwsector in Chili? De Nederlandse ambassade in Santiago de Chile is ondanks de reeds bestaande activiteiten van het Nederlands bedrijfsleven in de agrarische sector in Chili van mening dat het land méér mogelijkheden biedt, die tot dusver door Nederlandse ondernemers te weinig worden benut. Natuurlijk zijn er elders in de wereld ook interessante handels- en investeringsmogelijkheden, maar zeker in de agribusiness in brede zin (d.w.z. het verbouwen, verwerken en verhandelen van landbouwproducten), biedt Chili uitgebreide en concurrerende mogelijkheden. Dit betreft niet alleen productie, maar ook hulpmiddelen, kennis en dienstverlening. Hierna zal - in willekeurige volgorde - een kort overzicht gegeven worden voor een tiental landbouwproducten (subsectoren), die naar mening van de ambassade juist voor de Nederlandse agribusiness kansen bieden op het gebied van productie, rendementsverhoging en verwerking van primaire landbouwproducten: I. II. III. IV. V. VI. VII. VIII. IX. X.
melkproductie en -verwerking waaronder in het bijzonder kaasproductie vleesproductie en -verwerking aardappelteelt zaad- en bollenteelt bloementeelt, fruitteelt, vee- en visvoer, suikerbieten, honing, noten
Vervolgens zal een zevental ‘thema’s’ worden beschreven, waarin niet-product gebonden, maar wel voor de agribusiness relevante processen worden opgesomd. Hierbij kunnen Nederlandse kennis, expertise en investeringen van grote toegevoegde waarde zijn en zijn mogelijkerwijs interessante rendementen verwachtbaar: XI. markttoegang XII. ketenorganisatie XIII. energie-efficiency XIV. schone (organische) productie XV. mechanisatie XVI. toegepast wetenschappelijk onderzoek XVII. vestigingsalternatief voor landbouwers/veehouders (emigratie). Maar eerst enkele basisgegevens van de drie onderzochte regio’s1 (van Noord naar Zuid): Regio IX, la Araucanía Oppervlak: 31.842 km2 Hoofdstad: Temuco (227.086 inwoners) Afstand Santiago-Temuco: 675 km Ligging: tussen 37°35’ en 39°37’ Zuiderbreedte Inwoners: 869.535 Gemiddelde bevolkingsdichtheid: 27,2 inw/km2 Gemiddelde temperatuur op jaarbasis: 13,0° C Gemiddelde neerslag per jaar: tussen de 1400 mm en 2000 mm 1
Gebaseerd op Census 2002
3
Marktverkenning Kansen NL agribusiness in Zuid-Chili
Regio XIV, de los Ríos Oppervlak: 18.430 km2 Hoofdstad: Valdívia (127.750 inwoners) Afstand Santiago-Valdívia: 840 km Ligging: tussen 39°37’ en 40°13’ Zuiderbreedte Inwonertal: 356.396 Gemiddelde bevolkingsdichtheid: 19,3 inw./km2 Gemiddelde temperatuur op jaarbasis: 10,7° C Gemiddelde neerslag: tussen de 1800 en 2800 mm Regio X, de los Lagos Oppervlak: 48.585 km2 Hoofdstad: Puerto Montt (153.118 inwoners) Afstand Santiago-Puerto Montt: 1024 km Ligging: tussen 40°13’ en 44°3’ Zuiderbreedte Inwonertal: 716.739 Gemiddelde bevolkingsdichtheid: 14,8 inw./km2 Gemiddelde temperatuur op jaarbasis: 10,0° C Gemiddelde neerslag per jaar: tussen de 1600 en 2500 mm
4
Marktverkenning Kansen NL agribusiness in Zuid-Chili
I.
melkproductie en –verwerking, waaronder in het bijzonder kaasproductie
In regio IX is melkproductie de op twee na belangrijkste landbouwactiviteit (na bosbouw en graanverbouw). Typerend voor die regio is bovendien het grote aantal kleine boeren, veelal van inheemse afkomst. In de zuidelijker gelegen regio XIV neemt de melkproductie de tweede plaats in (na bosbouw) en in de grotere regio X de derde plaats (na bosbouw en zalmkwekerij)a. De grootste melkverwerkende bedrijven in Chili zitten allemaal in de drie onderzochte regio’s en zijn Soprole (eigendom van het Nieuw-Zeelandse Fonterra), Nestlé, Colún en Loncoleche. Verder is er nog een tiental kleinere producenten, waarvan de grootste Surlat is. Surlat is bovendien de sterkste groeier. De Surlat-fabriek in Pitrufquen (regio IX) is in 2001 overgenomen door een melkproducent (Iparlat/Kaiku) uit Spaans Baskenland van o.a. Nestlé, die van de fabriek afwilde omdat er verlies werd gemaakt. In 2000 was de productie 18 miljoen liter per jaar, in 2008 wordt een productie van 180 miljoen liter verwacht. De fabriek is in de loop der jaren steeds verder gemoderniseerd, een proces dat overigens nog steeds doorgaat. Surlat biedt ondersteuning aan de boeren op het gebied van de melkproductie, opslag en transport. De fabriek koopt steeds meer melk op van verder af gelegen boerderijen, tot in regio X aan toe. Door Surlat is veel geïnvesteerd in productdifferentiatie (verschillende soorten yoghurt en bio-melkdrankjes) en in marketing (groot deel productie wordt verkocht als huismerk van grote supermarktketens). Vooral melkpoeder wordt geëxporteerd, met name aan Mexico en Venezuela. Binnenkort wordt een tweede fabriek geopend (in Lautaro, ca. 50 km. noordelijker), uitsluitend voor kaasproductie (geen Hollandse kaas)b. Volgens het Consorcio Tecnológico Lechero is de melkproductie in Chili over de laatste 16 jaar met 74% gestegen. In regio X (inclusief regio XIV) wordt 65% van de nationale productie gerealiseerd. De groei in dat gebied over dezelfde periode van 16 jaar was 88%. Het merendeel van de melkveehouders (82 %) produceert minder dan 100.000 liter, wat neerkomt op een kleine 14 procent van de totale regionale productie. De grote melkveehouders, die slechts 2,3 % van het totaal vormen, produceren ieder meer dan 1 miljoen liter. Gezamenlijk goed voor 37% van de regionale melkproductie. In regio XIV worden ongeveer 600.000 koeien gehouden, 37 % van het nationale bestand, de veestapel in regio X is van vergelijkbare omvangc. Het Consorcio Tecnológico Lechero is een recent tot stand gekomen Publiek-Private Partnerschap (PPP), dat een budget van usd 3 miljoen heeft voor een periode van 5 jaar. In die periode hoopt men 38 onderzoeksprojecten te realiseren. INIA is een van de samenwerkingspartners. Het heeft o.a. een onderzoekscentrum in Remehue (regio X)d dat is gespecialiseerd op het gebied van koeien en melkproductie. Het onderzoek concentreert zich daar vooral op verhoging van de kwaliteit en kwantiteit van melkproductie. Dit gebeurt o.a. door onderzoek naar veevoer. Ook licht INIA veehouders voor hoe zij een optimaal rendement uit hun koeien kunnen halen. Onderzoek richt zich tevens op schonere productie. De melkverwerkende industrie is redelijk ontwikkeld, hoewel diversificatie van melkproducten nog niet zo ver is ontwikkeld als in Europae. Nestlé heeft onlangs 60 ha. land gekocht in de buurt van Puerto Octay (regio X) waar het een nieuwe melkpoederfabriek gaat bouwenf. Volgens de meeste gesprekspartners liggen met name in kaasproductie goede kansen. De meeste kazen in Chili zijn jonge, vrij smaakloze kazen. In november 2007 heeft CORFO samen met ProChile in Valdívia een seminar georganiseerd over kaasproductie, gericht op bedrijven uit Frankrijk, Italië en Spanje. CORFO is bereid om indien gewenst een dergelijk seminar gericht op Nederlandse bedrijven te organiseren. In Valdívia (regio XIV) kent twee grote beurzen gericht op de melkveehouderij en melkindustrie: de Chilelacteo (tweejaarlijks) van Fedeleche en de Expo Lactea Austral (jaarlijks) van SAVAL. Beiden staan gepland voor 2009g. 5
Marktverkenning Kansen NL agribusiness in Zuid-Chili
Nieuw-Zeeland is de laatste jaren zeer actief in regio X in de melksector. Niet alleen door de overname van melkindustrie Soprole, maar ook door grote stukken land op te kopen. Het concept daarachter is dat over een paar jaar, als er goede voorwaarden zijn geschapen voor de gehele keten van melkproductie, deze stukken land in kleinere delen worden doorverkocht aan individuele Nieuw-Zeelandse boeren, die deze grond kunnen kopen met een 3%-lening van de NieuwZeelandse overheid. Deze aanpak is ontwikkeld omdat de groeimogelijkheden voor de NieuwZeelandse melkveehouderij hun plafond hebben bereikt. Daarom wordt emigratie van veehouders en melkproductie voor de Nieuw-Zeelandse markt in Chili, aangemoedigdh. Cooprinsem is veertig jaar geleden begonnen als een coöperatieve, gericht op kunstmatige inseminatie van met name koeien. Inmiddels is het een commerciële onderneming met een scala van activiteiten gericht op alle vormen van landbouw en veeteelt. Kunstmatige inseminatie is nog steeds één van de activiteiten waarop met Nederland wordt samengewerkt (Holland Genetics, CRP/Delta), hoewel de laatste twee jaar met importproblemen. Daarnaast heeft Cooprinsem veertien veterinaire apotheken in deze en de aangrenzende regio’s. Ook levert het diensten ter bevordering van de melkkwaliteit (men heeft een groot melklaboratorium), en levert andere vormen van dienstverlening (kennis en technologieoverdracht) aan 12.000 klanten. De meeste klanten zijn melkveehoudersi. II.
Vleesproductie en verwerking
In regio’s X en XIV is het merendeel van de Chileense vleesproductie geconcentreerd. De vleesproductie is de laatste jaren afgenomen ten gunste van de meer rendabele melkveehouderijj. Toch zijn er groeimogelijkheden, zowel in de vleesproductie als verwerking (o.a. diversificatie). Er is slechts één groot slachthuis in Osorno (Mafrisur S.A.) waar pas sinds kort ook ander vee dan koeien wordt geslacht (schapen). In Chili is de veehouderij steeds meer een afgeleide van de melkveehouderij geworden. Concurrentie met Argentinië en Uruguay is moeilijk, ondanks Chili’s voordelen van grote fytosanitaire veiligheidk. III. Aardappelteelt Van verschillende kanten is naar voren gebracht dat met name op het gebied van aardappelteelt nog veel groeimogelijkheden zijn, zeker als bestanddeel voor bio-ethanoll. Er wordt in Chili veel onderzoek verricht naar de verbouw van inheemse aardappelsoorten, hoewel ook de meest gangbare aardappelzaden worden gekweekt en verbouwd. Het INIA (Instituto de Investigaciones Agropecuarias) heeft twee onderzoekscentra gericht op aardappelteelt; in Tranapuente (regio IX, geheel gericht op onderzoek naar aardappelzadenm) en in Remehue (regio X)n. Ook aan de Universidad Austral de Chile (UACh) in Valdivia, regio XIV) vindt onderzoek naar aardappelteelt plaats. Het onderzoek van de UACh richt zich vooral op droge gebieden en cultivatie met zo min mogelijk gebruik van kunstmest en pesticiden. Voorts wordt onderzoek gedaan naar het gebruik van gekleurde aardappelen en het verbeteren van de voedingswaarde hiervan op basis van genetische verbetering van het aardappelzaad.o Er is onlangs ook een ‘Consorcio Tecnológico de la Pápa’ opgericht waarbij 22 partijen zijn betrokken. De opzet is vergelijkbaar met het eerder genoemde Consorcio Tecnológico Lechero. Ongeveer één derde van de nationale Chileense aardappelproductie vindt plaats in de regio IX, voor een groot deel wordt dit geteeld door kleine boeren (naar schatting 17.000) in de kustzone van de regio. Dit zijn vooral mensen die behoren tot de inheemse bevolkingsgroep van de Mapuches. Deze zijn vaak niet opgeleid en hebben daardoor ondersteuning nodig, o.a. van het 6
Marktverkenning Kansen NL agribusiness in Zuid-Chili
INIA, om hun productie te vergroten zodat behalve voor eigen consumptie er ook aardappels voor de verkoop kunnen worden verbouwd. Het rendement per hectare is vooralsnog vrij laag (24,8 ton/ha), maar is reeds - mede dankzij voorlichting en ondersteuning door INIA - flink gestegen en de verwachting is dat in 2010 zeker 30 ton/ha haalbaar is. Met name door meer irrigatie in deze regio te introduceren, zal de productie nog veel hoger worden. In de zuidelijker gelegen regio’s XIV en X is vrijwel geen irrigatie nodig en ligt het rendement per hectare nu al hoger. Andere verbeteringsmogelijkheden liggen in zaadverbetering en ziektebestrijding. Vooruitgang dient voorts te worden gezocht in betere organisatievormen van de kleinere boeren, alsmede in het ontwikkelen van een beter functionerende logistieke keten (o.a. opslag), inclusief aardappelverwerkingsindustrie. Slechts het bedrijf Unisur (regio X) verwerkt aardappels. Er wordt wel een kleine hoeveelheid aardappels geëxporteerd (naar Brazilië en Argentinië), maar erg winstgevend is dat tot dusver niet (vanwege hoge kosten). Het bedrijf ‘Papas Arcoris” (Regenboog-aardappelen) in Puerto Varas (regio X) is gespecialiseerd in de handel van gepigmenteerde aardappels. Gepigmenteerde aardappelen hebben van nature reeds een hogere voedingswaarde en bevatten meer anti-oxydanten. Dit bedrijf werkt samen met zaadhandel Van Rijn in Nederland.p Verschillende gesprekspartners zijn in 2007 jaar op een interessante missie naar Nederland geweest op het gebied van de aardappelteelt (Wageningen/Lelystad/Emmeloord). Allen zijn van mening dat aardappelteelt in Chili veel potentieel biedt voor een buitenlandse investeerder, doch die zal zich wel over de hele keten (inputs, productie, opslag, vervoer, verpakking, vermarkting) moeten ontfermen, of zal er tenminste voor moeten zorgen dat die keten functioneertq. IV. Zaad- en bollenteelt ANASAC is een groot Chileens zaadbedrijf dat op het Parque Industrial y Tecnológico de la Auracanía in Lautaro is gevestigd (regio IX). Het heeft behalve in Chili, ook bedrijven in Argentinië en Peru. In totaal werken er 700 mensen. De helft van de productie is gericht op agrochemicaliën en de andere helft op zaden (inclusief maïs en veevoer). In Chili zijn er vier productiefaciliteiten. De meest gebruikte havens zijn die van San Antonio en Lirquén (beide in andere regio’s), die goed bereikbaar zijn via Ruta 5. Het is goed bekend met de Nederlandse reputatie op het gebied van landbouw en zaden en doet veel zaken met Nederlandse bedrijvenr. In regio XIV zijn een aantal in zaadreproductie gespecialiseerde laboratoria, die vaak al samenwerken met Nederlandse zaad en bollenhandelaars. Globalsurs is een nog kleine onderneming waar zaden worden vermenigvuldigd. Op dit moment voor de eucalyptusboom, maar ook voor de manuka-plant, die voor een goede honingproductie garant staat. Binnenkort zullen ook andere zaden en bollen daar worden vermenigvuldigd en worden opgekweekt. Valdiflora, (binnenkort FloraChile) is een biotechnologielaboratorium waar bloem- en bollenzaden worden vermenigvuldigd. Het is opgericht in oktober 2007, sinds maart 2008 is met de productie begonnen. Het bedrijf heeft twee Chileense en twee Nederlandse aandeelhouders. De leiding is in handen van één van de twee Chileense aandeelhoudsters, voorheen werkzaam voor Vitro Chile S.A. Op dit moment reproduceert men leliebollenzaden voor het Nederlandse bedrijf Mark Lilly, maar ook voor andere Nederlandse bedrijven wordt binnenkort hetzelfde gedaan. Uit twee volwassen bloembollen kan men één miljoen nieuwe zaden/bollen kweken. De helft hiervan gaat als zaad (in vitro/tejido) per luchtvracht (Martinair) naar Nederland, de andere helft wordt eerst lokaal opgekweekt (bijv. bij Sun & Breeze Gardens Ltda. in Osorno) en vervolgens als bol naar de VS geëxporteerd. Volgens FloraChile is Chili een ideale productieplaats voor de Nederlandse bollen- en bloemenkwekers. Het enige alternatief is Nieuw-Zeelandt.
7
Marktverkenning Kansen NL agribusiness in Zuid-Chili
De bollenteelt is in Chili een sector met groeimogelijkheden, hoewel deze grote initiële investeringen vergt (ca. 50.000 euro plantgoed per ha.)u. Nico Buijsse is een Nederlander die thans leiding geeft aan het bedrijf Van Tulip Ltdav. Het bedrijf bezit geen eigen land, dit wordt gepacht. Op 60 ha land wordt voor de helft leliebollen en de andere helft tulpenbollen gekweekt. Er is zeker ruimte voor meer bollenproductie, hoewel goede grond niet makkelijk te bemachtigen is. De meeste goede grond is in bezit van grote veehouders, die deze grond dus niet optimaal benutten. In Chili wordt nog maar ongeveer 90 ha tulpenbollen verbouwd, in Nederland is dat zo’n 10.000 ha en in Nieuw-Zeeland ca. 200 ha. Lelies: Chili 400 ha, Nederland 1500 ha en Nieuw-Zeeland iets van 100-150 ha. Een groot deel van de Chileense bollenproductie gaat naar Azië (met name Japan), meestal rechtstreeks vanuit de haven van Concepción (Regio VII), hoewel het commerciële traject via Nederland loopt. Het vrijhandelsakkoord met China heeft nog geen volumestijgingen opgeleverd, maar heeft de handel wel vereenvoudigd, omdat nu direct naar Chinese havens verscheept wordt, waar dit eerst altijd via Hong Kong diende te gebeuren Het op één-na-grootste bollenbedrijf in Chili, Southern Bulbs S.A., kent een Nederlandse grootaandeelhouder, Joop van Veen, leliekweker uit Noorden. Van Tulip Ltda. produceert de leliebollen in zijn geheel voor Southern Bulbs en een deel van de tulpenbollen eveneens, de rest komt voor eigen rekening. De prijs voor leliebollen is de afgelopen tijd sterk gedaald terwijl de prijs van tulpenbollen hoger ligt en al lange tijd stabiel is. Omschakelen van lelies naar tulpen lijkt eenvoudiger dan het is, gezien de productiecyclus die zo’n vier jaar beslaat. Buijsse heeft onlangs 10 ha. eigen grond verworven naast de huidige boerderij. Hij wil daar zijn eigen verwerking van tulpenbollen gaan opzetten. Voor financiering van de te bouwen loods en de aan te schaffen apparatuur is hij in gesprek met de Rabobank Chile. Met de komst van de Rabobankw in Chili, die meer oog heeft voor de specifieke kanten van het boerenbedrijf, wordt er tegemoet gekomen aan de dringende behoefte aan kredieten voor o.a. zaai- en plantgoed in Chili. De samenwerking met zowel Southern Bulbs als met de andere bollenkwekers in de regio is goed (Juan Sone S.A., Sun Harvest S.A., Sun & Breeze Gardens Ltda., Agrícola Chile Bollén S.A. en Vial). De zeven bedrijven hebben een eigen belangenorganisatie opgericht die regelmatig activiteiten organiseert. Alle bedrijven hebben hun contacten met Nederlandse afnemers en leveranciers. Buijsse wordt door hen geraadpleegd en zij kijken met belangstelling naar hem als hij nieuwe machines en/of technologie introduceert (bijv. de nettenproductie, die het rooien van de bollen vele malen eenvoudiger maakt). V.
Bloementeelt
In vergelijking tot de bollenteelt is de (snij)bloementeelt in Chili veel minder ver ontwikkeld. Toch zijn er ook kansen voor deze subsector. Het Chileense bedrijf BoPar S.A. is een grote boomen bloemenkwekerij, en tevens een bosbeheerder (1500 ha.). Wat bloemen betreft, kweekt men Calla’s (Zantedeschia’s, 5 tot 10 ha.) die allemaal worden geëxporteerd naar de veilingen in Aalsmeer, Rijnsburg en Naaldwijk. De hierbij door BoPAR gebruikte machines komen allemaal uit Nederland. BoPar is enthousiast over de samenwerking met Nederland die men graag zou uitbreiden. Voor het transport van de bloemen gebruikt men geen Martinair, die zijn wel de beste maar ook de duurste. Meestal gebruikt men TAM of LAN, via Frankfurt of Parijsx. De Nederlandse honoraire consul in Temuco heeft even buiten Gorbea (regio IX) een kwekerij voor pioenrozen opgezet. De gehele productie (50.000 stuks in 2007, 100.000 in 2008) wordt geëxporteerdy.
8
Marktverkenning Kansen NL agribusiness in Zuid-Chili
ProChile heeft op 10 juni 2008 een seminar over snijbloementeelt georganiseerd in Osorno met deelname van enkele Nederlandse (o.a. Flora Holland) alsmede zo’n 100 Chileense bedrijven. VI. Fruitteelt Fruit is één van de belangrijkste exportproducten van Chili. Het meeste fruit wordt in het drogere en warmere centrale deel van Chili verbouwd. Doch ook in regio IX wordt steeds meer fruit verbouwd, mogelijk mede te danken aan de klimaatsverandering. De statistieken over de fruitproductie in Chili geven een vertekend beeld omdat het meeste in de zuidelijke regio’s verbouwde fruit via de havens van Concepción en Valparaíso wordt geëxporteerd en dan wordt opgenomen in de statistieken van die regio’sz. Hoewel de productie van fruit omhoog is geschoten (vooral appels, aardbeien, kersen en bosbessen), is er weinig of geen agro-industrie in regio IX. De verwerking tot sap, moes of andere producten vindt vrijwel geheel buiten deze regio (en soms zelfs buiten Chili) plaats. Oscar Løvengreen, een Chileense fruitteler van Nederlandse afkomst heeft een plantage met 40 ha. blauwe bosbessen (arándanos). De gehele productie van blauwe bosbessen wordt geëxporteerd. Hij doet zelf nog wel de verpakking, maar opslag en transport worden door de opkopers geregeld. Hij probeert zo ‘groen’ mogelijk te produceren en gebruikt zo min mogelijk chemische pesticiden. Ook probeert hij zijn gewassen steeds meer te vervangen door sterkere planten met een hoger rendementaa. BoPar S.A. gaat nu ook murtilla (een inheemse bessoort) verbouwen, nadat ze meegewerkt heeft aan een succesvol onderzoeksproject met het INIAbb. VII. Vee- en visvoer Het areaal voor de verbouw van granen is de laatste jaren afgenomen, de prijzen waren onaantrekkelijk en veel boeren hebben ingezet op bosbouwcc. Een groot deel van de graan- en maïsverbouw is voor veeconsumptie bestemddd. Echter met stijgende (wereld)marktprijzen is de verwachting dat er de komende jaren meer geproduceerd zal worden, met name van hoogkwalitatieve granen en granen die kunnen dienen als vee c.q. visvoer (zalm), zoals raps canola en lupines. Door hun hoge proteïnegehalte zijn dit ideale visvoerbestanddelen in de voor Chili zo belangrijke zalmproductieee. Het Nederlandse bedrijf Skretting (Cetreco) heeft visvoerfabrieken in Osorno, Puerto Montt en Pargua, allemaal in regio X. VIII. Suikerbieten Enkele gesprekspartners stellen dat de verbouw van suikerbietenff niet veel meer voorstelt terwijl het gewas goed gedijt in de regio. Het probleem is vooral dat er geen suikerverwerkende industrie meer is (vroeger wel: IANSA). Investering in een suikerverwerkende industrie (en bijbehorende keten) kan de productie binnen korte tijd weer naar grote hoogten stuwen. IX. Honing Bijenhouderij en productie van honing is in deze regio’s van Chili onderdeel van de traditionele landbouw. Globalsur is een kleine Chileense onderneming met een laboratorium waar zaden worden vermenigvuldigd. Men reproduceert hier o.a. de manuka-plant, die voor een goede honingproductie garant staat. De bedoeling van Globalsur is om in samenwerking met kleine boeren in de omgeving, meestal van inheemse afkomst (Mapuches) een bijenproject op te zetten die tot grote honingproductie moet gaan leiden. Manuka-honing schijnt veel geld op te brengengg. 9
Marktverkenning Kansen NL agribusiness in Zuid-Chili
X.
Noten
De productie van verschillende notensoorten (walnoten, hazelnoten en kastanjes) gedijt goed in de onderzochte regio’s van Chili. BoPar S.A. (regio XIV) heeft een grote kastanjeboomgaard (gegarandeerde oogstafname door Italië). Oscar Løvengreen (regio IX), heeft een plantage met 87 ha. hazelnoten. In 2007/2008 kon hij een eerste ‘echte’ oogst begroeten, die in zijn geheel is verkocht aan Ferrero. Ferrero heeft ook eigen hazelnootplantages in Chili. Met name het wat drogere noorden van regio IX is geschikt voor de verbouw van walnoten (thans 140 ha)hh. XI. Markttoegang In het algemeen wordt gesteld dat de meeste producenten van landbouwproducten erg afhankelijk zijn van twee of drie grote bedrijven, en vooral voor kleinere boeren is dit geen goede zaakii. Er moet meer geïnvesteerd moeten worden in productdifferentiatie en marketingjj. In Chili ontbreekt het vaak aan kennis van de internationale markten van de verschillende landbouwproducten. Nederland is in Chileense ogen koploper en expert op dit gebied, en activiteiten op dit vlak zou in de regio’s La Araucanía, de los Ríos en de los Lagos zeer welkom zijnkk. Zo vindt bijvoorbeeld de verbouw van groenten overal wel op kleine schaal plaats, maar alles voor lokale consumptie. Hierin zit zeker groeipotentieel, mits markttoegang kan worden gerealiseerd. Dit is, zoals eerder gezegd, in Chili een groot probleem. De kennis hiervoor ontbreekt voor de meeste producten en gewassen, zeker als men het heeft over de wereldmarkt, en aangezien de nationale markt relatief klein is, is dat al gauw het gevalll. Het succes van de Chileense bollensector is in hoge mate te danken aan het feit dat de zeven bedrijven goed met elkaar samenwerken èn allemaal hun contacten hebben met Nederlandse afnemers en leveranciers, die de markt goed kennen. Een deel van de Chileense bollenproductie gaat naar Japan en andere Aziatische landen, meestal rechtstreeks via de haven van Concepción (Regio VII), hoewel het commerciële/administratieve traject via Nederland looptmm. XII. Ketenorganisatie De keten van verwerking, verpakking en het vermarkten is voor veel producten nog nauwelijks ontwikkeld c.q. kan niet concurreren met die van dezelfde producten elders in Chili, laat staan met die van buiten Chilinn. Vooruitgang kan worden geboekt in betere organisatievormen van boeren, alsmede door het ontwikkelen van een betere logistieke keten (o.a. opslag), inclusief verwerkingsindustrie. Verschillende gesprekspartners dichten bijvoorbeeld de aardappelteelt in Chili veel potentieel toe. De (buitenlandse) investeerder zal zich wel over de hele ‘keten’ (inputs, productie, opslag, vervoer, verpakking en vermarkting) moeten ontfermen, of zal er voor moeten zorgen dat die keten ook echt gaat werken, m.a.w. dat de onderdelen (schakels) goed op elkaar zijn afgestemdoo. Het succes van melkproducent Surlat is mede gebaseerd op de ondersteuning die zij aan de boeren biedt op het gebied van de melkproductie, opslag en transportpp. In de fruitsector is de keten al beter ontwikkeld en is al veel meer sprake van specialisatie, hoewel verbetering mogelijk blijftqq.
10
Marktverkenning Kansen NL agribusiness in Zuid-Chili
XIII. Energie efficiency De hoog opgelopen energiekosten in Chili doen zich ook voelen in de agrarische sector. In sommige delen van het land is bovendien ook nog eens sprake van instabiliteit in de stroomvoorziening. Vrijwel alle geïnterviewde bedrijven en instanties hebben aangegeven dat energie efficiency voor hen een belangrijk onderwerp is en dat men genegen is te investeren in energiebesparende technologieën. Het CORFO beheert een groot innovatiefonds. Hieruit kunnen haalbaarheidsstudies voor investeringen in hernieuwbare energie voor een maximumbedrag van usd 60.000,-- worden gefinancierdrr. Bij diverse bedrijven is gebleken dat er een groeiend energiebewustzijn isss, en tevens dat de interesse voor het leveren van ‘groene’ producten stijgende is. (zie ook XIV). XIV. Schone (organische) ecologisch vriendelijke productie Het onderzoek van het INIA-station in Carillanca richt zich steeds meer op schone, milieuvriendelijke agrarische productie. Verschillende bedrijven geven aan steeds minder chemicaliën te gebruiken en zoveel mogelijk ‘groen’ te willen produceren omdat zij zich realiseren dat de vraag naar dat soort producten op de verschillende afzetmarkten alleen maar toeneemt. ‘Organische’ landbouw heeft ook in Chili toekomst. Het bedrijf Globalsur heeft geen winstmaximalisatie als hoofddoelstelling, doch wil vooral “maatschappelijk verantwoord ondernemen” en dat het liefst zo “groen” mogelijk. Ook andere gesprekspartners gaven ongevraagd aan dat schonere productie in de zin van minder gebruik van schadelijke chemicaliën en dergelijke, een groeiend marktsegment binnen de landbouw en veeteelt in Chili is. Sommigen spraken van een nieuwe, doch onomkeerbare ‘trend’tt. XV. Mechanisatie Verschillende bedrijven, met name in de bollen en bloementeelt, gaven aan dat veel van de gebruikte machines uit Nederland komen, nieuw of tweedehandsuu. Van Tulip Ltda. wordt binnenkort ook een soort vertegenwoordiger van Nederlandse machinefabrikanten. Namens deze bedrijven zal een onderdelenvoorraad worden beheerd, die doorverkocht wordt aan de collegabollenkwekers. Eén van die Nederlandse bedrijven overweegt productie van machines te beginnen in Chili. Eén gesprekspartnervv voorzag verdere mechanisatie in de Chileense landbouw, niet alleen vanwege de grote stukken land die moeten worden bewerkt, maar ook omdat het steeds moeilijker wordt de jeugd op het land te laten werken; de aantrekkingskracht van de stad zorgt ook in Chili voor vergrijzing van het platteland. XVI. Toegepast wetenschappelijk onderzoek CORFO wijst erop dat hout wellicht nieuwe toepassing zal gaan krijgen, want reststoffen kunnen waarschijnlijk worden benut voor het aanmaken van biomassa c.q. bio-energie. Ook de teelt van aardappels zou kunnen bijdragen aan de productie van biobrandstoffen.ww Zoals onder XIII (energie efficiency) al is vermeld, beheert CORFO een groot innovatiefonds. CORFO verleent ook andere interessante voordelen aan bedrijven die willen investeren in innovatietechnologie. De AGDR (Agencia Regional Desarrollo Productivo) heeft in samenwerking met alle agentschappen een investeringsbeleid ontwikkeld voor elke regio, waarbij de prioriteiten zijn gedefinieerd. Het AGDR wil hierbij vooral inzetten op Publiek-Private Partnerschappen (PPP)xx. 11
Marktverkenning Kansen NL agribusiness in Zuid-Chili
Een mooi voorbeeld van een Publiek-Private Partnerschap is het bedrijvenpark ‘Parque Industrial y Tecnológico de la Auracanía’ in Lautaro. Het is het eerste bedrijvenpark in zijn soort in de IXe regio en is gunstig gelegen aan de Ruta 5, de snelweg die Noord- en Zuid-Chili met elkaar verbindt. Tot dusver zijn er al veel industriële bedrijven neergestreken. Op het gebied van technologieontwikkeling zijn er nog geen successen te melden. De beheersmaatschappij, CorpAraucanía, is echter in gesprek met Indiase bedrijven die zich wellicht in Chili willen vestigen. Op 26 augustus 2008 zal een groot seminar worden gehouden genaamd Enela 2008: Encuentro Empresarial de La Araucaníayy. Er zijn verschillende ‘Consorcios Tecnológicos” tot stand gekomen; PPP’s met elk een substantieel onderzoeksbudget. Het FIA (Fondo de Innovación Agraria) van de Chileense overheid draagt ongeveer tweederde van het budget, de aangesloten bedrijven de rest, waarvan een groot deel in natura (menskracht en productie). Onder andere de Universiteit Austral de Chile (UACh) en het INIA zijn aandeelhouders in deze consortia doch dit betekent niet dat zij bij al het (wetenschappelijk) onderzoek betrokken dienen te zijnzz. INIA/Carillanca voert haar onderzoeksprojecten uit in samenwerking met lokale universiteiten (met de Universidad de la Frontera en de Universidad Católica de Temuco, voedsel voor zalm), maar ook met buitenlandse universiteiten (vooral genetisch onderzoek). Het heeft enkele projecten gefinancierd gekregen door de regionale tak van Conicyt (Nationale Commissie voor Wetenschappelijk en Technisch Onderzoek). Ook de Universidad de la Frontera in Temuco (de oudste universiteit in de regio IX) heeft een landbouw- en een bosbouwfaculteit en zou graag samenwerken met Nederlandse universiteiten, vooral op het terrein van biotechnologieaaa. De Universidad Austral de Chile (UACh) in Valdívia (regio XIV) lijkt op wetenschappelijk onderzoeksgebied het meeste te bieden te hebben (samen met het INIA). Het onderzoek naar aardappelteelt van de UACh richt zich vooral op droge gebieden en cultivatie met zo min mogelijk gebruik van kunstmest en pesticiden. De UACh doet ook genetisch onderzoek naar nietdikmakend zetmeel (almidón) en naar mogelijkheden van het gebruik van aardappelen voor bioethanol, waarbij de verbouw van die aardappelen in gebieden zou moeten plaatsvinden die ongeschikt zijn voor eetaardappelenbbb. De UACh is ook bezig met micro-organismenonderzoek naar bacteriën en schimmels, gericht op de bestrijding van ziektes in landbouw gewassen en ter verhoging van productieverhoging. Er zijn momenteel 43 gepatenteerde bio-pesticiden op de wereldmarkt, hiervan staan er drie op naam van de UACh. Voor één daarvan heeft de UACh een prestigieuze Wereldbankprijs gewonnen (bacillus subtilis cepa D.03.02, tegen Rhizoctania Solani). Ook bij de UACh zou men samenwerking op het gebied van biotechnologie met Nederlandse universiteiten verwelkomen. XVII. Chili als vestigingsalternatief voor landbouwers/veehouders (emigratie) Voor individuele veehouders uit Nederland is het wellicht interessant hun bedrijf naar Chili te verplaatsen. Er is hier nog genoeg ruimte en grond is relatief betaalbaar (gemiddeld 6000 usd per ha). Een gesprekspartnerccc komt vervolgens met cijfers die de Nederlandse intensieve veehouder zullen afschrikken. Hij vindt namelijk dat je minimaal 250 ha grond nodig hebt om daar zo’n 800 koeien te laten grazen, wil je tenminste tot een rendabele melkproductie kunnen komen. Na enige discussie komt ook hij tot de conclusie dat je met andere technieken ook met minder grond en minder koeien toe kunt om dezelfde (zo niet hogere) productie te behalen.
12
Marktverkenning Kansen NL agribusiness in Zuid-Chili
Het is bekend dat de Chileense overheid weinig (financiële/fiscale) voordelen biedt aan buitenlandse investeerders. Maar Nico Buijsse van Van Tulip Ltda. stelt dat hij destijds warm is onthaald en dat de bureaucratie weliswaar stevig is, maar dat dit net zo goed geldt voor Chileense investeerders. Hij heeft er goede contacten bij overheidsinstanties aan overgehouden en kan boeren die willen emigreren uit Nederland om elders een agrarisch bedrijf op te zetten, aanraden om naar Chili te komen. Hij verbaast zich er over dat hij zo’n beetje de enige is die de stap naar Chili heeft durven zetten, terwijl er toch genoeg Nederlandse landbouwers naar buurland Argentinië zijn gegaan, waar de economische en politieke omstandigheden zeker niet stabieler zijn dan in Chiliddd.
-+-+-+-+-
Lijst van gesprekspartners: a
CORFO (Corporación de Fomento de la Producción), mw. Paola Varela, coordinadora de inversiones), Temuco,12 mei 2008; b Surlat, mw. Maité Zufiaurre (gerente de producción), Pitrufquen, 13 mei 2008; c Consorcio Tecnológico Lechero, Pedro Joustra (Chileen van Friese komaf, die zelf geen Nederlands spreekt), Valdívia, 20 mei 2008; d INIA (Instituto de Investigaciones Agropecuarias), Humberto Navarro, onderdirecteur van het onderzoekscentrum en expert op het gebied van koeien en melkproductie, Remehue, nabij Osorno, 20 mei 2008; e CORFO, Roberto Martinic en Pablo Stuardo, Valdívia, 20 mei 2008; f Covepa, Georg Wammes, Puerto Montt, 23 mei 2008; g CORFO, Roberto Martinic en Pablo Stuardo, Valdívia, 20 mei 2008; h Cooprinsem, Sergio Niklitschek, Osorno, 22 mei 2008; Agrollanquihue, Eduardo Schwerter en Alexis Fuente, Puerto Montt, 23 mei 2008; i Cooprinsem, Sergio Niklitschek, Osorno, 22 mei 2008; j CORFO, Roberto Martinic en Pablo Stuardo, Valdívia, 20 mei 2008; INDAP, Carlos Cristi, Puerto Montt, 22 mei 2008; k Codeproval, Guillermo Schwarzenberg, Valdívia, 19 mei 2008; CORFO, Roberto Martinic en Pablo Stuardo, Valdívia, 20 mei 2008; l Universidad Austral de Chile (UACh), Andres Contreras, aardappelexpert op gebied germoplasma, Valdívia, 19 mei 2008; Agrollanquihue, Eduardo Schwerter en Alexis Fuente, Puerto Montt, 23 mei 2008; m INIA, Juan Inostroza, hoofd sub-onderzoekstation Tranapuente, Carillanca, 12 mei 2008; n INIA, Ivette Acuña,expert op het gebied van aardappelen, Remehue, nabij Osorno, 20 mei 2008; o Universidad Austral de Chile (UACh), Andres Contreras, Valdívia, 19 mei 2008; p INIA, Juan Inostroza, Carillanca, 12 mei 2008; q SOFO (Sociedad de Fomento Agricola de Temuco), Temuco 14 mei 2008,; INIA, Juan Inostroza; INIA, Ivette Acuña; r José Manuel Irarrazábal, vestigingsdirecteur ANASAC, Lautaro, 13 mei 2008; s Globalsur, Carlos Rubio, Ciruelos, 19 mei 2008; t Valdiflora/FloraChile, Ximena Henzi, Paillao/Valdívia, 20 mei 2008; u SOFO, Rene Araneda, Temuco, 14 mei 2008; Van Tulip Ltda, Nico Buijsse, Osorno, 21 mei 2008; v Van Tulip Ltda, Nico Buijsse, 30 km. ten oosten van Osorno, 21 mei 2008; w Rabobank, Francisco de Elorriaga en Alberto Turu, Temuco, 14 mei 2008; x BoPar S.A. Helmuth Huber, 25 km ten noorden van Valdívia, 19 mei 2008; y Germán Nicklas, Gorbea, faja 4, 10 mei 2008; z CORFO, mw. Paola Varela, coordinadora de inversiones), Temuco,12 mei 2008; aa Oscar Løvengreen, een Chileense fruitteler van Nederlandse afkomst, Gorbea, 13 mei 2008; bb BoPar S.A. Helmuth Huber, 25 km ten noorden van Valdívia, 19 mei 2008; INIA, Fernando Ortega, Carillanca, 12 mei 2008; cc CORFO, mw. Paola Varela, Temuco,12 mei 2008; CORFO, Roberto Martinic en Pablo Stuardo, Valdívia, 20 mei 2008; dd INDAP, Carlos Cristi, Puerto Montt, 22 mei 2008; ee Cooprinsem, Sergio Niklitschek, Osorno, 22 mei 2008; INIA, Fernando Ortega, Carillanca, 12 mei 2008; CORFO, Roberto Martinic en Pablo Stuardo, Valdívia, 20 mei 2008;
13
Marktverkenning Kansen NL agribusiness in Zuid-Chili ff
SOFO, Rene Araneda, Temuco, 14 mei 2008; INDAP, Carlos Cristi, Puerto Montt, 22 mei 2008; Globalsur, Carlos Rubio, Ciruelos, 19 mei 2008; hh BoPar S.A. Helmuth Huber, Valdívia, 19 mei 2008; Oscar Løvengreen, Gorbea, 13 mei 2008; ii CORFO, mw. Paola Varela, Temuco,12 mei 2008; CORFO, Roberto Martinic en Pablo Stuardo, Valdívia, 20 mei 2008; SOFO, René Araneda, Temuco, 14 mei 2008; Consorcio Tecn. Lechero, Pedro Joustra, Valdivia, 20 mei 2008; Agrollanguihue, Eduardo Schwerter, Puerto Montt, 23 mei 2008; jj CORFO, Roberto Martinic en Pablo Stuardo, Valdívia, 20 mei 2008; Agrollanguihue, Eduardo Schwerter, Puerto Montt, 23 mei 2008; Surlat, mw. Maité Zufiaurre, Pitrufquen, 13 mei 2008; kk SOFO, Rene Araneda, Temuco, 14 mei 2008; ARDP (Agencia Regional del Desarrollo Productivo), Maria Cecilia García, Temuco, 14 mei 2008 ll INDAP, Carlos Cristi, Puerto Montt, 22 mei 2008; mm Van Tulip Ltda, Nico Buijsse, 30 km. ten oosten van Osorno, 21 mei 2008; nn CORFO, mw. Paola Varela,Temuco,12 mei 2008; ARDP, Maria Cecilia García, Temuco, 14 mei 2008; oo INIA, Juan Inostroza, Carillanca, 12 mei 2008; Agrollanguihue, Eduardo Schwerter, Puerto Montt, 23 mei 2008; pp Surlat, mw. Maité Zufiaurre, Pitrufquen, 13 mei 2008; qq Oscar Løvengreen, Gorbea, 13 mei 2008; rr CORFO, mw. Paola Varela, Temuco,12 mei 2008; CORFO, Roberto Martinic en Pablo Stuardo, Valdívia, 20 mei 2008; ss Magasa (houtverwerkingsindustrie), Juan Carlos Salas, Temuco, 13 mei 2008; Anasac (zaadbedrijf), Lautaro, 13 mei 2008; BoPar S.A. Helmuth Huber, Valdívia, 19 mei 2008; Oscar Løvengreen, Gorbea, 13 mei 2008; Globalsur, Carlos Rubio, Ciruelos, 19 mei 2008; Valdiflora/FloraChile, Ximena Henzi, Paillao/Valdívia, 20 mei 2008; tt INIA, Haroldo Savo-Garrido, Carillanca, 12 mei 2008; ; Oscar Løvengreen, Gorbea, 13 mei 2008; Globalsur, Carlos Rubio, Ciruelos, 19 mei 2008; Cooprinsem, Sergio Niklitschek, Osorno, 22 mei 2008; Agrollanguihue, Eduardo Schwerter, Puerto Montt, 23 mei 2008; uu BoPar S.A. Helmuth Huber, Valdívia, 19 mei 2008; Van Tulip Ltda, Nico Buijsse, Osorno, 21 mei 2008; vv Agrollanguihue, Eduardo Schwerter, Puerto Montt, 23 mei 2008; ww CORFO, mw. Paola Varela, Temuco,12 mei 2008; xx ARDP, Maria Cecilia García, Temuco, 14 mei 2008; yy CorpAraucanía (beheersmaatschppij bedrijvenpark), Diego Benavente en Barnardo Suazo, Lautaro, 13 mei 2008; zz Consorcio Tecnológico Lechero, Pedro Joustra, Valdívia, 20 mei 2008; INIA, Ivette Acuña, Osorno, 20 mei 2008; aaa Universidad de la Frontera (UFRO), Raúl Sanchez en René Montalban, Temuco, 12 mei 2008; bbb Universidad Austral de Chile (UACh), Andres Contreras, Valdívia, 19 mei 2008; ccc Cooprinsem, Sergio Niklitschek, Osorno, 22 mei 2008; ddd Van Tulip Ltda, Nico Buijsse, Osorno, 21 mei 2008; gg
14