Berichten
Buitenland nr
Kansen in de Zuid-Afrikaanse tuinbouwsector
10
oktober 2012 | voor de Nederlandse agribusiness | jaargang 38
02
Korte berichten 03
Inhoud
Colofon
Succesvolle handelsmissie naar Zuid-Afrika
“Nederlandse tuinbouwsector internationaal sterk merk”
10
Kansen voor Nederlandse zuivel en vlees
De Roemeense en Bulgaarse markt voor voedingsmiddelen
14
Uitgever
Redactieadres
De Franse voedingsmiddelenindustrie Korte berichten
Redactie Berichten Buitenland T.a.v. Sabine Hoff Postbus 20401, 2500 EK Den Haag Tel. +31 (0)70 378 52 59 E-mail
[email protected] www.rijksoverheid.nl/berichtenbuitenland
Informatie en abonnementen
9 0 Kort Graag... 12 Uit onverwachte hoek 13 Column 17 Exportise 18 Landbouwraden in het buitenland 20 Naoogst 22 Grensverleggers 23 Foto van de maand 24 Activiteitenkalender
06
Er wordt gedrukt op een chloorarme papiersoort, in een inktbesparend FM-raster. Er wordt verzonden in recyclebare sealbags.
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie
Zorg over exportpositie
03
Berichten Buitenland is bestemd voor het Nederlandse agrarische bedrijfsleven en is een uitgave van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie. Het doel is informatieverstrekking over relevante ontwikkelingen op agrarisch handelsgebied, buitenlandse markten, handelsbemiddeling enzovoort. De landbouwraden in het buitenland dragen in sterke mate bij aan de berichtgeving in dit blad.
14
Voor informatie over artikelen of een (gratis) abonnement kunt u contact opnemen met Elma Verboom, Tel.: +31 (0)70 378 41 62 Fax: +31 (0)70 378 61 23 E-mail:
[email protected] Berichten Buitenland online: www.rijksoverheid.nl/berichtenbuitenland
Realisatie JackieWorks/geschreven * gedrukt
Aan dit nummer werkten mee: Peter Breedveld, Alexandra Feekes, Fan Hsueh, Hans van der Lee, Nico van Opstal, Philip den Ouden, Jacqueline Rogers, Niek Schelling
Opmaak Optima Forma bv, Voorburg
Druk OBT bv, Den Haag ISSN 0920 - 0975 De informatie, meningen en opinies in dit blad worden naar voren gebracht buiten verantwoordelijkheid van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie. Het overnemen of vermenigvuldigen van artikelen uit dit blad is alleen toegestaan onder vermelding als volgt: Berichten Buitenland, [maand/jaar], [pagina’s]
Zuid-Afrika Landbouwraad Pretoria Animal Health Cluster Per 1 oktober is bij het Technology Innovation Agency (TIA) in Pretoria het Tshwane Animal Health Cluster opgericht. De nieuwe organisatie beoogt de kennis over dier gezondheid in Zuid-Afrika beter op de kaart te zetten, door expertise van universiteiten, onderzoeksinstituten en andere instellingen te bundelen en innovaties aan te jagen ten behoeve van het bedrijfsleven. De nieuwe organisatie legt zich onder meer toe op het commercialiseren van onderzoeksresultaten uit de biotechnologie, het bevorderen van de concurrentiekracht van biotechnologische bedrijven, het aanjagen van de vaccin productie voor de bestrijding en preventie van belangrijke dierziekten, evenals het versterken van de relatie tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven.
Amerika Argentinië Landbouwraad Buenos Aires Dreigende handelsoorlog? Of het nu gaat om citroenen, vlees of biodiesel, één ding is zeker: Argentinië is een constante factor op het WTO-toneel. Met het indienen van een derde officiële klacht (‘consultatie’) binnen twee weken vestigt Argentinië de aandacht wederom op zich. Deze keer claimt Argentinië dat de Verenigde Staten de import van verse limoenen blokkeert. Dit slechts enkele dagen na een klacht over de Amerikaanse importstop van Argentijns rundvlees. Daarnaast is Argentinië ook als gedaagde in een viertal zaken verwikkeld. De Verenigde
Staten, Japan en Mexico dienden in augustus aanklachten in tegen Argentijnse import beperkende maatregelen. Dit ontlokte gelijk een Argentijnse reactie dat het represailles zou nemen richting de Verenigde Staten, wat een aantal dagen later dus ook gebeurde. De Verenigde Staten geeft aan teleurgesteld en bezorgd te zijn dat landen die WTO-regels overtreden niet hun gedrag verbeteren, maar een salvo tegenacties afvuren. Argentinië bezigt vaak het zogenoemde lik-op-stukbeleid. Toen de Europese Unie het land in mei beschuldigde van beperkende importmaatregelen, lokte dat als reactie een importverbod op biodiesel van buiten de regio uit. Van een handelsoorlog is nog geen sprake, maar de sfeer wordt wel steeds grimmiger.
opengesteld. Ga naar www.fda.gov > Food > (onder food Topics:) Guidance, Compliance & Regulatory Information > (onder Industry Assistance:) Registration of Food Facilities. Herregistratie moet uiterlijk 31 december 2012 plaatsvinden. Indien herregistratie plaatsvindt ná genoemde datum, kunnen partijen vanaf 1 januari 2013 problemen ondervinden aan de Amerikaanse grens. Een vernieuwde handleiding met nieuwe voedselcategorieën staat onder Guidance documents (linker kolom op de pagina over herregistratie). Meer informatie:
[email protected].
Brazilie Landbouwraad Brasília Biobrandstof uit algen De eerste fabriek voor de productie van biobrandstoffen uit algen is gepland in de Braziliaanse staat Pernambuco en moet eind 2013 gereed zijn. De fabriek van bijna US $ 10 miljoen krijgt een capaciteit van 1,2 miljoen liter per jaar. De installatie wordt gebouwd door SAT (Sea Algae Technology) uit Australië. Men zal de CO₂ die wordt uitgestoten bij ethanolproductie gebruiken om de fotosyn these in de grondstof zeewier te versnellen. Hiermee wordt tegelijkertijd de uitstoot verminderd. Het project moet nog worden goedgekeurd door het Braziliaanse Nationale Petroleum Agentschap. Brazilië is ‘s werelds tweede grootste producent van biobrandstof fen na de Verenigde Staten. Algen werden voor het eerst verkend als basis voor alterna tieve brandstof in 1978 onder president Jimmy Carter.
Verenigde Staten Landbouwraad Washington, D.C. Food Safety Modernization Act In de vorige editie is de verplichte herregistra tie aangekondigd van (ook) Nederlandse bedrijven die ‘FDA’ voedingsmiddelen voor mens of dier produceren verwerken, verpakken of opslaan en deze afzetten op de Ameri kaanse markt, onder de nieuwe Food Safety Modernization Act (FSMA). Het gaat om bedrijven, die al bij de FDA geregistreerd staan. De herregistratie vindt elk even jaar plaats, dus nu in 2012. Sinds 22 oktober is herregistratie
Seafood-industrie booming In 2011 bedroeg de waarde van de commerciële visvangst in de Verenigde Staten US $ 5,3 miljard, volgens een rapport van de National Oceanic and Atmospheric Adminis tration. De stijging in gewicht bedroeg 23%, die van de waarde 17% ten opzichte van 2010. Amerikanen aten in 2011 gemiddeld 15 kilo vis per persoon. Ongeveer 91% van de schaal- en schelpdieren geconsumeerd in de Verenigde Staten werd ingevoerd, een stijging van 86% tegenover 2010. Een deel van de ingevoerde vis werd echter gevangen door Amerikaanse vissers, geëxporteerd naar andere landen voor het verwerken, en vervolgens terug geïmporteerd naar de Verenigde Staten, volgens het rapport.
Azië
Jaargang 38 | Nummer 10 | oktober 2012 | Korte berichten
06
Afrika
04 Korte berichten
Korte berichten 05
maken van het nieuwe plan, is het faillisse ment aangevraagd voor twee grote vleesver werkende bedrijven, Gyulai Meat (zuidoosten) en Kapuvar Meat (noordwesten).
In Taichung City zal een 12 hectare grote Azië-Pacific bloemenveiling worden geves tigd. Het betreft een bundeling van de bloemenindustrie in midden-Taiwan en de logistieke functie van het vliegveld van deze stad. FloraHolland wordt als voorbeeld gesteld. De totale aanplant in genoemde regio bedraagt rond 7000 hectare, met een productiewaarde van € 26 miljoen).
Europese Unie België Landbouwraad Brussel Biologisch in de lift Bijna 20% van de Belgen is een fervent koper van biologische producten. De bestedingen in het segment ‘bio’ nemen sinds 2008 jaarlijks toe. In 2011 werd hieraan 3% meer besteed dan in 2010. Biologische producten zijn gemiddeld eenderde duurder dan ‘gewone’. De Belg koopt zijn bioproducten voor de helft in de supermarkt en voor eenderde in de gespecialiseerde winkel.
Hongarije Landbouwraad Boedapest Lobby lagere btw De Hongaarse levensmiddelensector pleit bij de Hongaarse overheid voor een lager btw-tarief op basislevensmiddelen. De sector kampt met een terugval in de consumptie van levensmiddelen door hoge btw-percentages
(18% en 27%) en de forse verhoging van prijzen door de economische crisis en droogte in de afgelopen zomer (inflatie tussen de 5 en 6%). De sector vindt dat de btw voor basisproduc ten verlaagd moet worden naar 7 à 8%. Bijkomend voordeel van een btw-verlaging zou een kleinere zwarte markt kunnen zijn. Uit onderzoek van de Hongaarse belasting dienst blijkt dat de meeste btw-fraude voorkomt bij landbouw- en voedselproducten (20-30% van de zuivelproducten, 30-35% van de vleeswaren, 40-50% van groente en fruit, 30-35% in brood en bakkerijproducten). Volgens de sector kan deze maatregel een
einde maken aan de grootschalige zwarte handel in levensmiddelen.
Varkenssector in nood De afgelopen jaren nam het aantal varkens in Hongarije constant af, tot het huidige dieptepunt van 3 miljoen varkens (officiële cijfers). 20 jaar geleden bedroeg het aantal varkens nog ruim 8 miljoen. Dit betekent dat het land netto-importeur is geworden van levende varkens en varkensvlees. De oorzaak hiervan is het uitblijven van modernisering van de sector en het feit dat Hongaarse varkenshouders gewend waren aan lage graanprijzen. Dit laatste heeft eraan bijgedra gen dat de laatste 20 jaar niet of nauwelijks is geïnvesteerd in nieuwe technologie. Gezien de prijsstijging van korrelmaïs, tarwe en gerst, verwacht men dat een groot aantal bedrijven dit jaar nog failliet zal gaan. Ook de verwerkende sector ondervindt al jarenlang financiële moeilijkheden. Het steeds maar weer uitstellen van een koude sanering van varkenshaken en vleesverwer kende bedrijven heeft de situatie dermate verslechterd dat de Hongaarse overheid waarschijnlijk (te) laat met een ambitieus strategisch plan is gekomen voor de vernieuwing van de sector. De overheid wil de varkensstapel vóór 2020 vergroten naar 7 miljoen. Zij stelt hiervoor een aanzienlijk bedrag beschikbaar. Onduidelijk is hoe en of dit plan gefinancierd kan worden, gezien de moeilijke situatie van de Hongaarse overheid, banken en de sector zelf. Net na het bekend
Oostenrijk Landbouwraad Boedapest Overwinteringservice kuipplanten
Slovenië Landbouwraad Boedapest Fusie Autoriteiten
Hoewel kuipplanten als oleander, olijfbomen en palmen zich in de zomer buiten nog prettig voelen, is een aantal professionele telers in de omgeving van Wenen een overwinteringinitia tief gestart voor mediterrane planten die de koude Oostenrijkse winters niet waarderen. De bedrijven bieden een professionele service aan, van het transport van de planten tot de verzorging ervan. Voor veel hobbytuiniers een uitkomst. Immers, wie beschikt er tegenwoor dig nog over voldoende geschikte ruimte om de planten te laten overwinteren? Tijdens de overwintering worden de planten verzorgd, omgepoot, op ziekten nagekeken en eventueel (biologisch) behandeld.
Eind augustus heeft de Sloveense regering een aantal wetswijzigingen goedgekeurd om diverse Sloveense autoriteiten op het terrein van voedselveiligheid samen te voegen tot één enkele entiteit. Het gaat hierbij om de veterinaire dienst, de fytosanitaire administra tie, het Food Safety-directoraat en een deel van de Inspectie voor de Landbouw, Bosbouw en Voedselvoorziening. De nieuwe autoriteit beslaat de terreinen veilig voedsel, diergeneeskunde en gewasbescherming en moet 1 januari 2013 operationeel zijn.
Hogere visproductie In 2011 is de Sloveense visserijproductie flink gestegen ten opzichte van 2010. Uit cijfers van
het ministerie van landbouw en milieu blijkt dat de productie van kweekvis is uitgekomen op 1397 ton. Het aandeel gekweekte zoet watervis bedroeg hierin 65%, 35% betrof zeevis en schelpdierenkweek. Vergeleken met 2010 steeg de productie van gekweekte zoetwatervis met 37%, terwijl de productie van zeevis met 315% steeg. Hoewel 2011 een goede groei liet zien ten opzichte van 2010, is de productie van gekweekte zoetwatervis in 2011 nog altijd lager dan de gemiddelde productie in de periode 2001-2010. De productie van schelpdieren bereikte na een daling in 2010 als gevolg van vervuiling, in 2011 een record: 439 ton. De productieverhoging kon gerealiseerd worden door modernisatie van viskweek bedrijven. Binnen het gemeenschappelijk visserijbeleid van de EU is Slovenië voorstan der van een versterking van aquacultuur.
Polen Landbouwraad Warschau Derde grootste EU-exporteur gevogelte De Poolse pluimvee-industrie is een Europese gigant. Ondanks gebrek aan grote investeer ders, heeft de buitenlandse handel in pluimvee(vlees) een waarde van bijna € 1 miljard. Gedurende de laatste 10 jaar heeft Polen de productie van pluimvee verdubbeld. Daarbij is vooral de uitvoer enorm toegeno men: Het land voert jaarlijks 500.000 ton uit. Dat is een derde van de totale productie. In 2005 was dat nog slechts 40.000 ton. Deskundigen uit de branche zeggen dat buitenlandse afnemers vooral worden aangetrokken door de uitstekende kwaliteit en de redelijk lage prijzen van het Poolse product, evenals de lage productiekosten. Gebrek aan grote investeerders kan ook een voordeel betekenen: Polen blijft namelijk zeer flexibel op dit gebied.
Varkenspopulatie daalt De varkenspopulatie in Polen daalde van juli 2011 tot juli 2012 met 14% tot 11,58 miljoen dieren, aldus het Poolse Centraal Bureau voor de Statistiek (GUS). Daarmee nam het aantal varkens in deze periode met 1,93 miljoen af. Gedurende het eerste halfjaar van 2012 was de prijs gemiddeld nog € 1,31 per kilogram en daarmee bijna 25% hoger dan één jaar geleden. Vanaf juli 2012 krijgen de boeren € 1,33 per kilogram slachtvarken.
Praktijktraining Rusland: samenwerking The Friesian en Agrofirma Trio Zuivelconsultancy The Friesian gaat samen met Agrofirma Trio voor gezamenlijke rekening praktijktrainingen uitvoeren op de melkveebedrijven van laatstgenoemde omvang 1000 en 2000 koeien). De cursussen starten in december 2012 en gaan over bedrijfsvoering, veevoeding en veterinaire zaken. Scholing van de instructeurs wordt gefinancierd uit HGIS-budget voor het Livestock Expertise Centre. Op dinsdag 9 oktober is deze samenwerking bezegeld in aanwezigheid van ambassadeur Ron Keller en landbouwattaché Erik Smidt. Dit gebeurde in het Hollandpaviljoen op de Golden Autumn beurs in Moskou.
Jaargang 38 | Nummer 10 | oktober 2012 | Korte berichten
Taiwan Landbouwraad Seoul Azië-Pacific bloemenveiling
06
07
“Nederlandse tuinbouwsector internationaal sterk merk” De bedekte tuinbouw staat in Zuid-Afrika nog in de kinderschoenen. We praten in dit geval specifiek over de teelt/kweek van bloemen, (pot)planten en groenten en ondersteunende sectoren, waaronder kasapparatuur, substraten en verpakkingsmaterialen. Aangezien de sector in Zuid-Afrika nog erg jong is, zijn er tal van afzetmogelijkheden.
Nederlandse roots
Eén van de bezochte ondernemingen was Plantimex in Krugersdorp, één van de grootste aanbieders van potplanten in Zuid-Afrika. Foto’s: Martin Helmich.
Een mooi voorbeeld van Hollandse onder nemersgeest in Zuid-Afrika is de Plantimex Group, een groep innovatieve bedrijven die samenwerken om de kwaliteit, consistentie en groei in de tuinbouwsector te waarborgen. Plantimex werd in 1998 opgericht door de families Van Geest en Van Barnhoorn, beide van Nederlandse afkomst. De tuinbouw families realiseerden zich dat het gezamenlijk vermarkten en distribueren van producten cruciaal is voor de ontwikkeling van de sector. En met succes, want de Plantimex Group is
marktleider en leverancier van indoor potplanten en accessoires aan ketenretailers, kwekerijen en landschapsarchitecten. Ivo van Geest, directeur van de Plantimex Group, ontving de missiedelegatie en André Haspels, de Nederlandse ambassadeur in Zuid-Afrika. Zij waren aanwezig bij de opening van de nieuwe cash & carry-hal. Van Geest, die moeiteloos schakelt tussen Afrikaans, Engels en Nederlands, legde uit dat er nauwe handelsrelaties bestaan tussen de twee landen. “Nederland is al jaren een belangrijke handelspartner, zowel voor de verkoop van inheemse producten uit dit land als de uitvoer van plant- en bodemmaterialen en tuinbouw apparatuur naar Zuid-Afrika.”
Toegevoegde waarde ‘Added value’ is een populair woord in Zuid-Afrika, mede door Nederlandse inbreng. En toegevoegde waarde is precies wat Koen
Jaargang 38 | Nummer 10 | oktober 2012 |
Zeventien tuinbouwexperts brachten in april 2012 een bezoek aan Zuid-Afrika om de handelsmogelijkheden te verkennen. De tuinbouw delegatie kan terugkijken op een succesvol bezoek met veel toekomstmogelijkheden en directe resultaten. Een volle week maakten de tuinbouwexperts kennis met potentiële zakenpartners, (lokale) overheden en kennisinstituten. Gideon de Jager van Codema Systems Group was één van de deelnemers. “De tuinbouwsector is nog erg onderontwikkeld. Er zijn Succesvolle handelsmissie naar Zuid-Afrika veel mogelijkheden, maar we moeten bij het begin beginnen.”
Pack uit Amstelveen, een internationale speler op het gebied van plant- en bloemverpak kingen, te bieden heeft. Koen Pack was deelnemer aan de handelsmissie en doet rechtstreeks zaken met Hortimex, de verpakkingstak van Plantimex. Maandelijks verscheept hij een container met moderne verpakkingsproducten naar Zuid-Afrika. “Hortimex heeft 80% van de markt in handen. Sinds een jaar leveren wij aan Zuid-Afrika en ik ben hier om de business door te spreken en waar mogelijk uit te breiden”, zegt Dave Hoekstra, sales manager van Koen Pack. “Hortimex is er trots op om Europese producten te distribueren aan de grote retailketens zoals Woolworths, Checkers en Pick ’n Pay. Ook gaat een deel van de produc ten naar bloemisten of worden ze verkocht in een cash & carry-hal zoals deze.”
‘50% van de winst schuilt in het versterken van de banden tussen de deelnemers’ De producten die Hoekstra levert zijn plantaccessoires zoals hoezen, boekethouders en speelse bijstekers. “De trends in Zuid-Afrika
zijn zeker anders dan in Europa. In Duitsland bijvoorbeeld zijn natuur en eco helemaal in en ziet men graag aardetinten. Kijk hier om je heen en je ziet de hele regenboog voorbij komen. Kleur, en vooral roze, is hier nog erg populair. Een beetje Brits. En dat is niet zo vreemd gezien de historische banden met Engeland.”
Groeiende middenklasse Alle missiedeelnemers zijn het eens over de reden waarom Zuid-Afrika op dit moment een interessante afzetmarkt is. De economie ontwikkelt zich in een rap tempo en er ontstaat een groeiende middenklasse, waarmee het behoeftepatroon verandert. Zuid-Afrika is recentelijk toegetreden tot de zogenoemde BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China en nu dus Zuid-Afrika), waardoor de handelspositie en -potentie zijn versterkt. Daarnaast stijgen de energieprijzen snel, is er sprake van waterschaarste en wordt naarstig gezocht naar duurzame oplossingen. Tel daar het gunstige klimaat en de hoge lichtintensi teit bij op. Door het implementeren van nieuwe tuinbouwtechnieken wordt de productie niet alleen duurzamer en van een hogere kwaliteit, maar levert het ook meer op. ‘In een kas kun je vijf keer zoveel produceren, met vijf keer zo weinig input’, luidt het motto.
Vanzelfsprekend vergt dit kennisoverdracht, techniek en investering. Maarten Oostenbrink, managing director van Svensson, herkent deze economische beweging. Zijn bedrijf levert klimaatbeheer sende schermen aan kashouders en is al jaren actief in Zuid-Afrika. “De afgelopen twee tot drie jaar is onze omzet hier blijven stijgen - ondanks de crisis in Europa. De toetreding tot BRICS is ook een teken dat je deze economie serieus kunt nemen.” Oostenbrink geeft aan dat ook de ZuidAfrikaanse overheid soms een actieve rol speelt in de ontwikkeling van de tuinbouw sector. “In Durban is een AgriZone gebouwd als onderdeel van een internationale trade port, ter stimulering van de economie van de provincie KwaZulu Natal. In andere provincies worden soortgelijke zones gepland waar bedekte tuinbouw een belangrijke plaats inneemt”. Volgens Oostenbrink is dit een grootschalig voorbeeld, maar moet ook gekeken worden naar kleinschalige oplos singen. “Het is van belang dat we ook kijken naar publiek-private samenwerking om de kleine, zwarte boeren te ondersteunen bij de ontwikkeling van hun bedekte tuinbouw bedrijven. Daar is de echte winst te halen.
Kort graag... 09
08
thermostaat alle drie tegelijk te laten werken. Ik ben nu weer terug bij af en heb alleen maar warm water. Daardoor leer je Nederland weer des te meer waarderen.
5. Voor wie heeft u bewondering? Voor mensen, instellingen en bedrijven die echte veranderingen op de kaart weten te zetten, die perspectief bieden voor toekomstige generaties. Op dit moment bedrijven die radicaal durven in te zetten op een groene economie.
Henk de Jong Landbouwraad Londen
6. Welke sector laat hier absoluut kansen liggen?
Orchideeënkwekerij Duckitt in het Zuid-Afrikaanse Darling.
Er moet onderzoek gedaan worden naar welke technologie het beste past, daar is financie ring voor nodig en de bereidheid van de private sector om te investeren en kennis over te dragen.” Ook de directeur van Svensson Nederland is positief over de handelsmissie. “Het is mijn doel om meer techniek te leveren aan Zuid-Afrikaanse partners. Door efficiënte matchmaking kan ik in korte tijd mijn netwerk snel uitbreiden.” En het bezoek heeft Svensson geen windeieren gelegd, want Oostenbrink keerde met een bevestigde order terug naar Nederland.
Protea Mariska Borst van J. van de Put Fresh Cargo Handling is een beetje een vreemde eend in de bijt. “Ik vertegenwoordig een logistieke partij, maar de handelsmissie is uitermate nuttig, omdat wij de complete afhandeling van bloemen, planten, groenten en fruit, alsmede toebehoren zoals kassen en machi nes verzorgen, inclusief vervoer door de lucht en over zee. Ik houd me voornamelijk bezig met zeevracht vanuit de havens van Kaapstad en Durban, maar ook vragen op het gebied van luchtvracht pak ik op en speel ik door naar mijn collega’s.” Van de Put exporteert per zeevracht met name koelcellen, kassen, machines en decoratie- en verpakkings materialen. De protea, de nationale bloem van Zuid-Afrika, is het belangrijkste import product naar Nederland, zowel door de lucht als over zee. “Ik kan nu eindelijk gezichten aan namen koppelen en heb al acht interessante
ontmoetingen met bedrijven gehad. Dit zijn nuttige gesprekken die daadwerkelijk ook tot orders kunnen leiden.” Codema Systems Group is wereldwijd marktleider met zijn innovatieve logistieke systemen, management- en besturingssoft ware en op maat gemaakte producten voor de (glas)tuinbouw. Gideon de Jager, commercieel directeur: “Onze systemen zorgen ervoor dat de kassen optimaal benut worden en dat een hoge hygiënefactor en een lage uitval gewaarborgd worden. De kwaliteit neemt toe en daardoor ook de opbrengst.”
De lokale omstandigheden neemt hij in ogenschouw. “Samen met mijn nieuwe potentiële partners kijken we naar oplossin gen die hier lokaal werken. De ideeën die ik aandraag, zijn modulair en moeten met een bedrijf meegroeien. Aangezien de techniek nog ver achterloopt, beginnen we met simpele en relatief betaalbare systemen. Maar ik sprak ook een sla-teler met een succesvol bedrijf die zich eigenlijk verveelde. Met hem gaan we kijken hoe we met meer vooruitstrevende methodes een nieuwe impuls kunnen geven aan zijn bedrijf.”
Kansen creëren De Jager kiest zijn deelname aan handels missies zorgvuldig uit. “Ik heb maar twee handen, dus ik beperk me tot twee missies per jaar. Er komt als het goed is namelijk ook werk uit voort. Gelukkig is dat ook nu het geval, want ik heb mijn opvolgreis al gepland. Dan ontmoet ik vijf potentiële klanten die ik in Zuid-Afrika heb leren kennen.”
Enthousiasme “Wij hadden niet per se hoge verwachtingen van de missie en daarom zijn we aangenaam verrast. Het enthousiasme straalt er vanaf.” Ook De Jager herkent zich in de groeicurve van Zuid-Afrika. “In Nederland zijn we altijd gedwongen om de beste tuinbouwoplossing te vinden vanwege dure arbeid, hoge bevolkingsdichtheid, kostbare energie en veel vraag. Dit heeft geleid tot doeltreffende, creatieve en duurzame oplossingen. Dat groene tintje willen we hier ook overbrengen”, aldus De Jager.
Het verhaal van De Jager is exemplarisch voor de overige deelnemers. Toch heeft de commercieel directeur nog een andere goede reden om deel te nemen aan een handels missie. “50% van de winst schuilt in het versterken van de onderlinge banden tussen de missiedeelnemers. Wij wisselen kennis uit en presenteren ons als cluster naar de buitenwereld. Wij helpen elkaar en versterken de Nederlandse topsector tuinbouw. Samen creëren we kansen en bouwen wij het merk Nederland verder uit.” Niek Schelling, Landbouwraad Pretoria
Het ministerie van EL&I heeft ruim 50 afdelingen in evenzoveel landen. Elke maand maken we kennis met een van onze verre medewerkers.
Het mkb dat hier wil investeren in verantwoord produceren en ‘local for local’, maar daar gaan we wat aan doen.
7. Hoe staat het met duurzaam ondernemen in uw regio?
1. Hoe bent u in dit werk terechtgekomen? Sinds ik in 1987 bij het toenmalig LNV ben komen werken, heb ik altijd dossiers gehad met belangrijke internationale aspecten: voedsel veiligheid, geografische benamingen, gmo’s, MVO, agrologistiek, diergezondheid en –welzijn en biodiversiteit. Later, als hoofd van de LNV Vertegenwoordiging Buitenland, heb ik vanuit het Haagse perspectief intensief kennis gemaakt met het werk op de posten. Ik vind het erg leuk het nu zelf een keer te doen.
2. Wat zou iedereen moeten weten over uw werkgebied? Dat het Verenigd Koninkrijk, samen met België en Frankrijk een gedeelde tweede plaats inneemt als exportland voor de Nederlandse agrofood sector. En ook hoe belangrijk ‘verantwoord geproduceerd’ is in deze markt.
Duurzaam is absoluut topprioriteit voor het bedrijfsleven en beleidsmatig ook belangrijk voor de overheid. Maar bij de overheid zijn de korte termijn economische en financiële problemen momenteel dominant.
8. Wat kan er op uw werkterrein beslist beter? Op het gebied van ‘economische diplomatie’ wil ik samen met mijn collega’s van het economisch cluster hier in Londen de komende jaren forse stappen maken. Daar kan ‘Landbouw’ nog een beentje bijtrekken.
9. Welk lokaal gerecht is uw favoriet? Dan kies ik toch voor de moderne Engelse keuken. Er gebeurt hier zo ongelooflijk veel. Denk aan de invloed van sterrenkoks als Jamie Oliver en Gordon Ramsay. En het is nog betaalbaar ook. Mijn favoriet is tagliatelle met ragout van wilde eend, Sunday roast van varkensvlees met manchego en kweeperenjam.
10. Met wie zou u een avond op stap willen? 3. Wanneer denkt u ‘dit is een mooie dag’? Als het lukt om iets rond te krijgen, zoals een bedrijvenmissie of de Food Waste-conferentie die we hier binnenkort houden. Daarmee zetten we Nederland op de kaart als een land waar duurzaam wordt geproduceerd. Als dan ook nog de zon schijnt en ik vanuit het raam van mijn werkkamer de eekhoorns zie lopen in Hyde Park, dan is het helemaal top.
Giles Coren, de restaurantcriticus van de Times. Om lekker te eten, maar vooral ook om te horen wat de trends zijn in de ‘food industry’ en welke naar zijn mening zullen doorzetten. We willen proberen om tijdens het International Food and Drink Event van 17-20 maart 2013 een seminar te organiseren van Nederlandse bedrijven met enkele van dit soort toonaangevende trendsetters.
4. Wat is uw grootste bron van ergernis?
11. Wat is uw sleutelwoord voor de toekomst?
Het gebrek aan vakkundigheid en betrokkenheid van Engelse bedrijven die iets aan je huis komen doen. Ze zijn nu vier keer geweest om de verwarming te repareren en het is nog niet gelukt de verwarming, het warm water en de
‘Sustainable resources to feed the world.’
Jaargang 38 | Nummer 10 | oktober 2012 | Kort graag
11 vragen aan
10
11
middelgrote binnenlandse exploitanten. Hun populariteit is toe te schrijven aan hun vermogen te concurreren op prijs. Dit terwijl de moderne (grote) retail zich in Bulgarije gestaag ontwikkelt. De verdere ontwikkeling van de Bulgaarse voedingsector is sterk afhankelijk van de invoer van grondstoffen en moderne apparatuur. Consumenten zijn op zoek naar betere kwaliteit en grotere variëteit en vinden steeds vaker de grotere retailers. Daarnaast groeit ook hier de vraag naar gemaksvoeding. Eén van de uitdagingen voor de Bulgaarse markt is de standaardisering van voedselproducten. Nieuwe standaarden voor onder andere zuivel en vlees staan onder toezicht van de Bulgaarse autoriteit voor voedselveiligheid. Verder is een herstructurering nodig van de vleesproductie, omdat die moet voldoen aan EU-eisen voor diervriendelijke productie.
Kansen voor Nederlandse zuivel en vlees
De Roemeense en Bulgaarse markt voor voedingsmiddelen Met ruim 21 miljoen inwoners en een BBP/ capita van naar verwachting US $ 11.624 in 2015, heeft Roemenië op iets langere termijn veel potentieel. De Roemeense voedingsin dustrie kende de afgelopen 20 jaar een opwaartse trend en heeft belangrijke veranderingen ondergaan. Thans is de markt voor voedingsmiddelen in Roemenië meer dan € 30 miljard groot. In 2009 (meest recente cijfer) was de gemiddelde jaarlijkse uitgave aan voeding € 1058/persoon. Men verwacht een groei naar € 1736/persoon in 2020. Voedingsmiddelen maken 55% van de totale consumptieve bestedingen uit.
165 bedrijven namen deel aan de International Specialized Agro Fair BATA AGRO 2012 van jl. mei in Tara Zagora, Bulgarije. Hier lopen bezoekers rond machines van de Oekraïense fabricant Chervona zirka.
Als gevolg van de recessie shoppen consumen ten in Roemenië nu driemaal per maand bij de grotere retail (dit was: vijfmaal) en is de voorkeur gewijzigd naar minder dure, private labelproducten. De traditionele winkels bedienen nog 60% van de markt, maar de
moderne (grote) retail is in opmars. In 2010 bedroeg hun marktaandeel 41% (oplopend naar circa 60% in 2015). In de hoofdstad Boekarest bedient de moderne retail al 70% van de markt. Het traditionele Roemeense dieet is gebaseerd op vlees, met een gemiddelde jaarlijkse consumptie van ongeveer 65 kg/persoon (en stijgende). Varkensvlees is het populairst, goed voor meer dan de helft van de totale consumptie per hoofd, gevolgd door pluimvee. De vismarkt is groeiende, met substantiële invoer uit Noorwegen, Ierland, de Verenigde Staten en Nederland. Zuivel consumptie is relatief laag, met een geschatte melkconsumptie van 31,8 liter/persoon in 2010. Roemenië importeert ongeveer 70% van zijn voedingsmiddelen. De belangrijkste import
landen zijn Duitsland, Italië, Hongarije, Frankrijk, Oostenrijk en Nederland. In 2010 werd bijna 30.000 ton kaas geïmporteerd, met een waarde van € 81,3 miljoen. Nederland leverde 2200 ton, goed voor een vijfde plaats.
‘Een grote kans ligt in het ontbreken van logistieke centra’ De totale vleesimport bedroeg in 2010 meer dan 360.000 ton, met een waarde van meer dan € 515 miljoen. Nederland bezet een derde plaats, met 41.000 ton (waarde € 56 miljoen). Varkensvlees wordt voor 70% ingevoerd, gevogelte voor 20%. De geïmporteerde hoeveelheid rundvlees bedroeg in 2010 circa 2500 ton (waarde € 7,3 miljoen). Nederland is daar vijfde, met 216 ton (waarde bijna € 270.000).
Bulgarije De Bulgaarse markt voor voedingsmiddelen is nog steeds in ontwikkeling en, ondanks alles, groeiende. Deze markt is onverzadigd en gefragmenteerd. Het grootste deel van het marktaandeel is in handen van kleine en
Bij de levering van gecondenseerde melk staat Nederland met 3158 ton na Duitsland en Polen op de derde plaats. In boter en plantaardige vetten heeft ons land met 389 ton ook een derde plaats. Bij kaas en kwark zijn onze 415 ton goed voor een vijfde plaats en moet Nederland ook Denemarken en Griekenland vóór zich dulden. In 2009 bedroeg de rund- en kalfsvleesimport 11.853 ton, waarvan 93% diepgevroren en slechts 7% vers of gekoeld. De grootste importlanden zijn Polen, Oostenrijk, Spanje en Italië. Nederland speelt hier geen rol.
Marktstrategie (Varkens)vlees wordt in Bulgarije en Roemenië overwegend gevraagd als grondstof voor de verwerkende industrie. Belangrijkste uitdaging voor Nederlandse bedrijven is het feit dat zij producten van hoge kwaliteit met een relatief hogere prijs leveren, waarmee moeilijk kan worden geconcurreerd op deze volumemarkten. Exporteurs melden dat trends naar gezond eten en bijvoorbeeld halalvlees het consumentengedrag beïnvloeden. Een grote kans ligt in het ontbreken van logistieke centra. Langere aanvoerlijnen beïnvloe den de kwaliteit van het verse en bevroren product op dit moment negatief. Daarom worden bestaan de grote distributeurs gebruikt als platforms voor invoer en lokale distributie. De laatste jaren hebben veel
verwerkers hun faciliteiten gemoderniseerd, waardoor bulkexport vanuit Nederland voor plaatselijke verwerking nu beter mogelijk is. Grootste uitdaging in zuivel is het ‘opvoeden’ van de Roemeense consument over de hoge kwaliteit van het product en de navenant hoge prijs, in vergelijking met het product waaraan men gewend is. Een andere sector met potentieel is de bakkerijsector. Bijvoorbeeld de eigen bakkerijen van grote retailers zijn een goede ingang voor Nederlandse bakkerijtechnologie en -ingrediënten.
Conclusie Naast verbeterde toegang tot informatie en bewustwording bij Nederlandse bedrijven van de kansen, dienen Roemenië en Bulgarije mee te lopen in de promotieactiviteiten van brancheorganisaties. Tegelijkertijd hangt versterking van de Nederlandse marktpositie ook af van een hogere mate van kwaliteits bewustzijn en een hogere acceptatiegraad in deze markten. Maar de succesvolle markt strategie die elk individueel bedrijf moet hebben, moet vergezeld gaan van collectieve activiteiten die het merk Nederland uitdragen en versterken. Zo’n benadering moet worden ondersteund door een grotere inspanning van brancheorganisaties en instanties voor handelsbevordering om een gezamenlijk platform voor handel en promotie te creëren. Hans van der Lee Op basis van het rapport ‘Strategy for strengthening the Dutch dairy and meat products presence on the Bulgarian and Romanian Market’, Business Development Group Romania, in opdracht van het ministerie van EL&I en de Nederlandse ambassade te Boekarest. Meer informatie: Landbouwraad Boekarest,
[email protected].
Jaargang 38 | Nummer 10 | oktober 2012 |
Het relatief kleine markt aandeel van Nederland op de markt voor voedingsmiddelen in Roemenië en Bulgarije kent twee belangrijke oorzaken: onbekendheid met de marktkansen die er liggen, en het feit dat deze landen bij de brancheorganisaties geen prioriteitsland voor handelsbevordering zijn. Maar in beide markten ontwikkelen de moderne retail en het consumptiepatroon zich in de richting van West-Europa.
12 Uit onverwachte hoek
Rumoer in de keten
Een duurzame bruggenbouwer
In de afgelopen weken is veel commotie ontstaan, toen bleek dat een aantal grote Nederlandse supermarktketens hun leveranciers informeerden dat zij een eenzijdig opgelegde betalingskorting gingen invoeren. Voor een aantal leveranciers zou dit het verschil tussen plus en min betekenen. Helaas komen deze praktijken veelvuldig voor. Zij zijn een uitdrukking van scheefgegroeide onderhandelingsverhoudingen tussen retailers en leveranciers. De oorzaak ligt bij de steeds grotere consolidatie van retailbedrijven. Zo zijn er in Nederland nog maar vijf inkooporganisaties, waarvan een drietal - Albert Heijn, Superunie en Jumbo - tezamen rond de 80% van de markt vormen. Nee zeggen tegen een klant kan dus al snel betekenen dat een bedrijf tot aan 30% van zijn omzet kwijtraakt. Dat beperkt de onderhandelingspositie dermate, dat het overtreden van wettelijke spelregels, zoals het eenzijdig opleggen van een betalingskorting, ongestraft kan blijven.
Daarnaast wordt met Inno-Feed nog bijge dragen aan het oplossen van problemen als mineralenschaarste, voedselveiligheid en mestproblematiek. Coppens is ook de eerste die in 1997 met de Dierenbescherming ging samenwerken en samen met die organisatie het ‘Beter Leven’-logo heeft gecreëerd, met de uitgangs punten voor vleesproductie die daarbij horen. Over innovatief gesproken. “Niemand in onze sector deed dat”, zegt Kemps, “omdat de Dierenbescherming altijd werd gezien als een organisatie die totaal tegengestelde doelen had. Dus op dat gebied hebben we echt bruggen geslagen, de weg geopend naar samenwerking.”
‘Innovatie’ is gewoon een synoniem voor Coppens diervoeding, het Helmondse bedrijf dat onlangs werd bekroond met de Lean and Green Award van het ministerie van Infra structuur en Milieu. Coppens kreeg de Award vanwege zijn inspanningen om de CO₂uitstoot de komende jaren met 25 procent te verminderen door onder andere de aanvoer van de grondstoffen voor een groot deel over water te doen en de chauffeurs bewuster te maken van hun rijgedrag. Pragmatisme lijkt de sleutel te zijn tot het succes van Coppens’ innovatieve duurzaam heid. “Onze producten krijgen er toegevoegde waarde door en er worden kosten mee bespaard”, zegt commercieel directeur Ad Kemps. “Dat zijn allemaal zaken waar onze klanten hun voordeel mee doen. Neem bijvoorbeeld Inno-Feed, onze benadering van diervoeders”, zegt Kemps. “Met behulp van sectordeskundigen van Wageningen Universi teit en Research en diernutritionisten van Schothorst Feed Research maken we voeding met een betere structuur, die beter voorziet in de behoeftes van de dieren, waardoor ze gezonder worden. Daardoor heb je minder uitval en ook minder antibiotica nodig. Het drukt de kosten en de consument heeft lekkerder en gezonder vlees op zijn bord.”
Philip den Ouden Directeur FNLI
Het resultaat is het Volwaard-scharrelkuiken, dat door bijvoorbeeld Albert Heijn is opgenomen in het Puur & Eerlijk-assortiment. Kemps noemt het een tussenvorm tussen de reguliere kip en de biologische kip. “Biologi sche kippen zijn te duur. Ik sprak laatst een Duitse boer die ervan overtuigd is dat het biologische segment onderuit gaat.”
Maar deze samenballing heeft ook een aantal nadelige effecten, die vooral ten koste gaan van iets kleinere spelers. Kleinere bedrijven hebben een belangrijke rol in de keten: zij kunnen vaak creatiever en flexibeler inspelen op veranderingen in de markt, niches bedienen en met hun flexibiliteit een snel veranderende vraag bedienen. Die functie wordt bemoeilijkt door de scheve onderhandelingsposities. Dit kan worden opgelost door snel een aantal regels af te spreken die het koop mansfatsoen weer terugbrengen in de dagelijkse handelspraktijk. Geen eenzijdige contractwijziging of -opzegging, geen betalingskortingen waarvoor geen tegenpres tatie wordt geleverd, geen beloftes afdwingen dat de voorwaarden altijd het beste zullen zijn voor die ene afnemer en het respecteren van opzegtermijnen. Zomaar een greep uit afspraken die retailers, fabrikanten en boeren in Brussel al zijn overeengekomen. In veel landen in Europa zijn deze principes al van kracht. Wat let ons in Nederland een afdwingbare gedragscode in te voeren? Kom aan, collega’s van de supermarkten en primaire sector: als goede polderaars moeten we toch snel om de tafel kunnen en dit regelen? Als dit uit de weg is, kunnen wij in goede samenwerking tussen de ketenpartners aandacht besteden aan fantastische nieuwe producten waar toegevoegde waarde in zit. Dat soort rumoer mag weer terug in de keten!
Maar de consument geeft wel degelijk om diervriendelijk en gezond vlees. Daarom zorgde Coppens voor een manier van kippen fokken waarbij de dieren meer ruimte hebben, beter worden gevoerd, langer doorgroeien en nagenoeg geen antibiotica nodig hebben tegen ziektes. “Het vlees is iets vetter en de smaak daardoor beter”, aldus Kemps. Ook in de varkenssector zorgt Coppens voor meer duurzaamheid. Bijvoorbeeld door varkensmest met een innovatief systeem, Aqua Purga genaamd, te ontdoen van het water, dat gewoon in de sloot mag worden geloosd en de droge resten te verwerken tot kunstmest. “De wijnboeren in Frankrijk betalen daar graag voor”, besluit Kemps.
Het probleem is niet de consolidatie van retailers op zich. Dat gebeurt ook in andere schakels van de keten. Er zijn steeds minder boerenbedrijven in Nederland, maar de bedrijfsgrootte neemt toe. Dat gebeurt ook in de voedingsmiddelen industrie, waar zeer grote bedrijven zijn ontstaan. Die consolidatie heeft grote voordelen gebracht op het gebied van efficiency en kostenbeheer, voor innovatie en research. Concurrentie wordt zelfs vaak versterkt door consolidatie, omdat spelers meer mogelijkheden krijgen zich op de markt te weren.
Berichten Buitenland online De vindbaarheid van Berichten Buitenland op www.rijksoverheid.nl is verbeterd. Voortaan kunt op www.rijksoverheid.nl/ berichtenbuitenland de pdf en tekstversie van elk nummer terugvinden.
Jaargang 38 | Nummer 10 | oktober 2012 | Column Philip den Ouden
Het Helmondse bedrijf Coppens Diervoeding is een koploper op het gebied van innovatie en duurzaamheid, door de kwaliteit te verbeteren en tegelijk de kosten te drukken. Ze maken diervoeders (Inno-Feed) waar dieren gezonder, sterker én lekkerder van worden, varkensmest veranderen ze van een kostenpost in een lucratief handeltje en ze hebben samen met de Dierenbescherming een kip op de markt gezet die duurzaam, lekker én betaalbaar is.
Column 13
14
15
Jaargang 38 | Nummer 10 | oktober 2012 |
Frankrijk is de grootste landbouwnatie van de Europese Unie, met een aandeel van 19% in de EU-landbouwproductie. Het land heeft, op basis van een veelzijdige primaire sector, door de jaren heen een belangrijke verwerkende industrie opgebouwd. De voedingsmiddelenindustrie is dankzij een jaaromzet van € 157 miljard (2011) een werkgever van betekenis en de belangrijkste economische sector in Frankrijk. Zorg over exportpositie Belangrijker dan de metaal-/ automobielindustrie, de chemische of farmaceutische industrie.
De Franse voedingsmiddelenindustrie De Franse levensmiddelenindustrie is georganiseerd in de belangenorganisatie ANIA (Association Nationale des Industries Alimentaires) en telt ruim 14.000 onderne mingen. De sector biedt werk aan zo’n half miljoen werknemers en is verspreid over het hele land. Twee sectoren zijn absolute zwaargewichten wat betreft aantallen bedrijven, werkgelegenheid en aandeel in de totale toegevoegde waarde: de vleesindustrie en de zuivelindustrie. Daarna volgen de drankenindustrie en ‘verder verwerkende’industrie (industriële (banket)bakkerij, zoetwaren). Sectoren als visverwerking, groente- en fruitverwerking, oliën en vetten, graanverwerking, zetmeelindustrie en diervoeders zijn kleiner.
maar met eigen productie-units en eigen vissersvloot), Pernod-Ricard, Socopa, Terrena, InVivo, Bigard en Bonduelle. Buitenlandse bedrijven zijn vooral actief in de groente- en fruitverwerking en de visverwerking. De Franse voedingsmiddelenindustrie neemt 13% van de totale toegevoegde waarde van de Franse industrie voor zijn rekening en is goed voor 74% van de totale export van de Franse industrie. Met een positieve bijdrage van € 7 miljard (2011) aan de handelsbalans, is de sector van strategische waarde voor de Franse economie. De Franse markt is voor de sector een belangrijke afzetmarkt, 70% van de voedselconsumptie is ‘produit de France’.
Trends consumptie Strategische positie
Links: ambachtelijke productie van (witte) chocolade tabletten (Dordogne) ©Pascal Xicluna/Min.Agri.Fr; rechts: verpakkingslijn van yoghurt (Laiterie Saint-Malo; Saint-Malo) ©Xavier Remongin/Min.Agri.Fr
Slechts 300 bedrijven tellen meer dan 500 werknemers. Deze 300 zijn goed voor 75% van de totale, nationale toegevoegde waarde en 74% van de totale investeringen van de voedingsmiddelenindustrie. In de top-10 staan Nestlé France, Danone, LDC, Lactalis, Bongrain, Intermarché (supermarktketen,
Ook de Franse consument wordt steeds kritischer op de wijze waarop voedings middelen worden geproduceerd. Tv-program ma’s over voeding worden goed bekeken, vooral als er negatieve berichtgeving is. Zo scoorde de uitzending van ARTE’s ‘notre poison quotidien’ (ons dagelijks gif ) over pesticide-residuen in voedsel hoge kijkcijfers.
Daarnaast loopt ook in Frankrijk het aandeel van de besteding aan voeding (nu ruim 15%) terug in het gemiddelde huishoudbudget. Bovendien krimpt de gemiddelde koopkracht per huishouden gestaag als gevolg van de economische crisis en dat resulteert in een verscherpte concurrentie waar de retailer zijn leverancier graag bij betrekt. Overigens blijft de aandacht van de Franse consument voor gastronomie een vaste constante. Bovendien is men trots op de UNESCO-kwalificatie immaterieel cultureel erfgoed voor de Franse gastronomie.
SIAL 2012 Van 21 tot 25 oktober is het ministerie van EL&I met een stand aanwezig in het Nationaal Paviljoen op de SIAL 2012 in Parijs. Vanaf deze plek zal het bureau van de Landbouwraad Parijs deelnemende Nederlandse bedrijven ondersteunen. SIAL 2012 omvat 19 beurssectoren en 130 paviljoens waarin landen en regio’s zich presenteren. Er zijn dit jaar veel deelnemers aanwezig uit de sectoren zuivelproducten, gebak & banketbakkerij en droge producten. Vakbeurzen IPA (verwerking & verpakking) en IN-FOOD (halffabricaten en ingrediënten) zijn ook onderdeel van de SIAL. Ruim 100 landen en 6000 bedrijven zijn vertegenwoordigd. De top-10 qua aantal exposanten bestaat uit Frankrijk, Italië, Spanje, China, Nederland, Turkije, België, Duitsland, de Verenigde Staten en Brazilië. Azië neemt na Europa, de tweede plaats in als best vertegenwoordigde regio. Aan SIAL 2010 namen 180 Nederlandse bedrijven deel. SIAL 2010 telde 140.000 bezoekers, waarvan ruim 4000 uit Nederland.
Onderzoek staat sterk Voor productontwikkeling/-innovatie bestaat een goed gefinancierd onderzoek circuit namelijk: - ACTIA, netwerk van instituten voor toegepast onderzoek in de foodsector - UMT (Unités Mixtes Technologiques), partnerships tussen onderzoek en (ook food)bedrijven - INRA, fundamenteel landbouwonderzoek - ANR (Agence Nationale de la Recherche), financier van innovatieve bedrijfsonder zoeksprojecten. Ondernemingen, kennis- en onderzoeksin stellingen en regionale overheden werken verder nauw samen in de zogenoemde ‘pôles de compétitivité’ innovatieclusters, waarvan sommige ook internationaal actief zijn en waarin buitenlandse bedrijven als partner
Innovatie is op SIAL een centraal thema. In dat kader zullen SIAL Innovation Awards en SIAL d’Or prijzen worden uitgereikt voor innovatieve producten. SIAL zal samen met XTC World Innovation de belangrijkste trends in het consumptiegedrag wereldwijd presenteren. Supermarktketen Intermarché lanceert een promotiecampagne gericht op innovatieve producten. De retailer selecteert vijftien artikelen uit de SIAL d’Or-producten en biedt deze vervolgens aan in 1800 Intermarché-supermarktwinkels in de periode van 23 tot 27 oktober. Verder zullen er op SIAL bezoekroutes worden aangeboden met een focus op een bepaald thema, bijvoorbeeld een route langs exposanten, gespecialiseerd in private label of ‘kleine bedrijven’. Kortom, SIAL staat voor foodnetwerken wereldwijd! Uiteraard is voor Nederland de ontwikkeling in de voedselsector van het gastland van eminent belang.
welkom zijn. Deze clusters worden door de overheid als instrument gesteund voor versterking van de (markt)positie van de participerende bedrijven. Een aantal van deze Pôles is gericht op de foodsector in het
bijzonder. Uit een recente evaluatie blijkt dat deze aanpak inderdaad de gewenste spin-off heeft. Enkele goedwerkende Pôles in de voedingsmiddelenindustrie zijn: Agrimip (voedselketens), Aquimer (visserij,
16
17
aquacultuur), Céréales Vallée (graan), Industries et Agro-Ressources (groene chemie), PEIFL (groente en fruit, wijn), Valorial (zuivel, vlees, eieren, novelty foods), Végépolys (tuinbouw, veredeling) en Vitagora (gezondheid, voedsel). Naast het onderzoekcircuit zijn er nog twee sterke punten: een brede, divers georiënteer de landbouwsector als toeleverancier van grondstoffen en een rijke, veelzijdige knowhow. Een zorgpunt voor de primaire, maar ook voor verwerkende sector, is de concurrentiekracht ten opzichte van andere EU-lidstaten.
Handelspositie De voedingsmiddelenindustrie draagt positief bij aan de handelsbalans. In 2011 was dit een positief saldo van € 7 miljard, een plus van 23% ten opzichte van 2010. Dit saldo is vooral te danken aan twee sterke sectoren: wijnen/ gedistilleerd en zuivelproducten. De andere sectoren zijn minder solide. Een aantal sectoren, zoals vis en visproducten, oliën en vetten, en verwerkte groente en fruit, resulteren zelfs structureel in een negatief handelssaldo. Daarbij bedreigt een aantal factoren de concurrentiepositie van de voedings middelenindustrie. Denk aan relatief hoge loonkosten, stijgende grondstofprijzen, gebrek aan goed opgeleid personeel, de onzekere conjunctuur en het probleem van overcapaciteit in bepaalde sectoren. Ondanks de matige conjunctuur waarin de sector verkeert, bedraagt de gemiddelde winstmarge 2,4%. De sectoren met de hoogste winstmar ges zijn de oliën- en vettenindustrie, dranken en graanverwerking/zetmeelindustrie. De concurrentie is groot. Het zijn vooral de kleinere ondernemingen met een gemiddelde omzet van € 1 à € 2 miljoen die als gevolg van fusies of overnames verdwijnen. De helft van de Franse levensmiddelenindustrie bestaat uit coöperatieve ondernemingen. Deze zijn vooral in bepaalde sectoren en ook in bepaalde regio’s dominant, zoals in de wijnbouw, diervoeders, kaasproductie en in mindere mate in granen, zaaizaden en de groothandel. Het coöperatiewezen is
georganiseerd in de belangenorganisatie COOP de France. Alleen InVivo behoort tot het Europese topteam van coöperaties en neemt op deze ranglijst de zesde plaats in. In de Europese top-20 bevinden zich wel acht Franse coöperatieve ondernemingen.
‘Buitenlandse ondernemingen zijn welkom in Franse innovatieclusters’
ontwikkeling investeren. Een andere doorn in het oog van sector en overheid is dat Frankrijk sinds 2010 zijn traditionele derde plaats, ná de Verenigde Staten en Nederland als wereld exporteur van agrarische en verwerkte producten is kwijtgeraakt aan Duitsland. De ambitie is dan ook snelle herovering van de verloren exportpositie. Onder de vorige Landbouwminister Le Maire is al in 2010 een ambitieus Plan-Export van start gegaan in samenwerking met UBIFRANCE, een agent schap voor exportondersteuning. Nico van Opstal, Landbouwraad Parijs
Zorg over exportpositie Een zorgpunt door zowel sector als overheid gedeeld, is de Franse concurrentiepositie in een context van toenemende mondialisering. De export- en importwaarden van verwerkte producten waren in 2011 respectievelijk € 41 en € 34 miljard. Van de Franse export gaat 72% naar andere EU-lidstaten. De voornaamste afnemers van Franse voedingsmiddelen zijn Duitsland, België en Italië, samen goed voor 40% van de Franse export van verwerkte producten, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Nederland. Buiten de Europese-Unie zijn Noord-Afrika/het Midden-Oosten, de Verenigde Staten en Sub-Sahara Afrika de grootste afnemers. 76% van de Franse import komt uit de EU. Nederland is de voornaamste leverancier, gevolgd door Spanje, België, Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk. Brazilië is de grootste leverancier van buiten de EU. Slechts 20% van de Franse voedingsmiddelen bedrijven exporteert. Een probleem is dat tweederde van de industrie uit mkb bestaat en dan vooral uit een groot aantal zeer kleine bedrijven die niet of nauwelijks in product
Organisaties • www.ania.net • www.ania-recherche.net • www.ania-export.com • www.competitivite.gouv.fr Onderzoek • www.ifn-asso.fr (Institut Français pour la Nutrition) • www.actia-asso.eu (toegepast onderzoek voeding) • www.inra.fr (fundamenteel landbouwonderzoek) • www.agence-nationale-recherche.fr Statistieken • http://panorama-iaa.alimentation.gouv.fr • www.agreste.agriculture.gouv.fr Vakbeurzen (complete lijst beschikbaar op aanvraag) • www.sialparis.fr • www.sirha.com • www.promosalons.nl
Vroeger had je machines en daar maakte je brood mee. WP-Haton begint met een brood en verzint daar de best mogelijke machine bij. Machinefabriek WP-Haton begon ooit als een toeleverancier van machines voor kleine bakkerijen. Inmiddels is het bedrijf uitgegroeid tot een ontwikkelaar van complete productielijnen voor fabrikanten over de hele wereld. Het eindproduct staat daarbij centraal. “Wij krijgen broden gestuurd uit China, India, Israël en daar maken wij dan de meest efficiënte machine bij”, vertelt algemeen directeur Henk Snellink.
De perfecte toast, en nog duurzaam ook WP-Haton is gegroeid van een aanbod gestuurd naar een vraaggestuurd bedrijf”, legt Snellink uit. “Dat vergde een hele verandering van de bedrijfscultuur, totaal andere vaardigheden. Maar in plaats van dat we onze medewerkers vervingen, hebben we ze bijgeschoold.” Innovatie is één van de pijlers van WP-Haton. Daar wordt iedereen, van de hoogste manager tot de eenvoudigste arbeidskracht, bij betrokken. “We hebben midden in onze fabriek in Panningen een ruimte ingericht, het Blue Innovation Centre”, aldus Snellink, “waar iedereen zijn ideeën kwijt kan. In elke organisatie die je binnenloopt, klagen medewerkers dat er naar hen nooit wordt geluisterd. Nou, bij ons wordt er goed geluisterd. Dat houdt iedereen gemotiveerd en maakt dat WP-Haton altijd voorop loopt bij innovatie.” Een voorbeeld daarvan is Easy Toast, één van de productielijnen die door WP-Haton zijn ontwikkeld. Het is een complete fabriek die deeg maakt voor toast en waarbij water en meel zo worden gemixt en gekneed dat je er het ideale toast deeg meekrijgt. De Heilige Graal van toast, als het ware. Op de website van Easy Toast staat uitgelegd hoe dat perfecte deeg verkregen wordt en dat luistert heel nauw: terwijl het meel in de machine neerdwarrelt, wordt er verneveld water in gespoten, waardoor een maximale hoeveelheid water in het deeg wordt opgenomen. Dat maakt dat de deegstructuur
zeer gelijkmatig wordt, zodat je een stevig stuk toast krijgt. “Alles wordt precies afgewogen en uitgebalanceerd, tot op de halve procent nauwkeurig”, legt Snellink uit. Dat betekent een optimaal gebruik van de grondstoffen, en het is allemaal nog energie zuinig ook. “Het energieverbruik wordt met dit systeem met vijfentwintig procent gereduceerd”, aldus Snellink. Sinds anderhalf jaar geleden draait er een Easy Toast-fabriek in Zuid-Afrika. “Daar wordt 4,6 ton deeg per uur in verwerkt tot 8000 broden per uur, dat zijn 54 miljoen broden per jaar”, somt Snellink op. De machines zijn vanuit Nederland in achtendertig scheepscontainers naar Afrika verscheept. “Daar zijn we als Nederland goed in”, meent Snellink. “Met elke situatie flexibel om te springen, overal de beste oplossing voor te vinden.” Binnenkort hoopt WP-Haton een fabriek te beginnen in India en ook in China en Japan en Indonesië bestaat interesse. “Dit is echt ondernemen, risico’s nemen, het diepe ingaan”, zegt Snellink, die steeds enthousiaster wordt terwijl hij praat. “Niet dat we onbezonnen zijn. We bereiden ons natuurlijk goed voor op elk avontuur.”
De exportise van: Henk Snellink Functie: algemeen directeur Bedrijf: WP-Haton Sector: bakkerij-industrie www.wp-haton.com
Jaargang 38 | Nummer 10 | oktober 2012 | Exportise
Productielijn van gevulde BN-koeken (Biscuiterie Nantaise; Nantes) ©Pascal Xicluna/Min.Agri.Fr
18 Landbouwraden in het buitenland
Addis Abeba Werkgebied: Ethiopië Dhr. mr. J.L.M. van den Heuvel, Landbouwraad T (00-251) 113.711.100 ext. 205 E
[email protected] I http://ethiopia.nlembassy.org Nairobi Werkgebied: Kenia, Oeganda, Tanzania, tevens voor UNEP Dhr. mr. W.J. Wolff, Landbouwraad T (00-254) 20.4450.137 E
[email protected] I http://kenia.nlambassade.org Pretoria Werkgebied: Zuid-Afrika, Zambia, Mozambique Dhr. drs. N. Schelling, Landbouwraad T (00-27) 12.425.4570/2/3 E
[email protected] I http://zuidafrika.nlambassade.org Kigali Werkgebied: Rwanda en Burundi Mw. ir. J.T.C.G. Muffels, Landbouwraad T (00-250) 280280281 E
[email protected] I http://rwanda.nlambassade.org Rabat Vacature, Landbouwraad Dhr. M.A. Moustanjidi, Agricultural assistant T 00-212 537219609 E
[email protected] I http://marokko.nlambassade.org Algiers (Landbouwsteunpunt, valt onder Rabat) Dhr. K. Benchaalal, Agricultural assistant T (00-213) 21.92.28.28 E
[email protected] I http://algerije.nlambassade.org
Amerika Brasília Werkgebied: Brazilië Mw. ir. P.M.B. de Vries-van Loon, Landbouwraad T (00-55) 61.3961.3208 E
[email protected] I http://brazilie.nlambassade.org
São Paulo (Landbouwsteunpunt, valt onder Brasília) Mw. F.E. Heering, Agricultural assistant T (00-55) 11.3811.3300 T (00-55) 11.3811.3313 E
[email protected] I http://saopaulo.nlconsulaat.org Buenos Aires Werkgebied: Argentinië, Chili, Uruguay Dhr. ir. B. Vrolijk, Landbouwraad T (00-54) 11.4338.0090 E
[email protected] I http://argentinie.nlambassade.org Mexico Werkgebied: Mexico, Cuba Mw. ir. G.J.G.M. Nuytens-Vaarkamp, Landbouwraad T (00-52) 55.5258.9921 tst. 215 E
[email protected] I http://mexico.nlambassade.org Washington Werkgebied: Verenigde Staten van Amerika (incl. Puerto Rico), Canada, tevens Wereldbank Dhr. drs. M.W.M. Olde Monnikhof, Landbouwraad T (00-1) 202.274.2716 E
[email protected] I http://dc.the-netherlands.org I www.hollandfoodpartner.com
Azië Hanoi Werkgebied: Thailand en Vietnam Mw. mr. drs. D. Dernison, Landbouwraad T (00-84) 43.8315.650 ext. 220 E
[email protected] I http://nl.hollandinvietnam.org Bangkok (Landbouwsteunpunt, valt onder Hanoi) Dhr. S. Chantachitpreecha, Agricultural Assistant T (00-66) 2.309.5290 E
[email protected] I http://thailand.nlambassade.org
Jakarta Werkgebied: Indonesië, Singapore, Malesië, tevens voor Association of South-East Asean Nations (ASEAN) Dhr. ir. J.F. Rummenie, Landbouwraad T (00-62) 21.524.1032/48 T (00-62) 21.525.1515 E
[email protected] I http://indonesie.nlambassade.org Kuala Lumpur (Landbouwsteunpunt, valt onder Jakarta) Vacature, Agricultural assistant T (00-60) 3.2168.2600 E
[email protected] I http://maleisie.nlambassade.org Singapore (Landbouwsteunpunt, valt onder Jakarta) Vacature, Agricultural assistant T (00-65) 6739.1121 E
[email protected] I http://singapore.nlambassade.org New Delhi Werkgebied: India, Sri Lanka, Nepal Dhr. A. Veldhuizen, MBA, Landbouwraad T (00-91) 11.24.197.605 E
[email protected] I http://india.nlambassade.org Peking Werkgebied: Volksrepubliek China, (incl. Hong Kong) en Mongolië Dhr. ir. M. Overheul, Landbouwraad Dhr. drs. E.A.A.C. Gemmeke, Raad voor veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden T (00-86) 10.8532.0260 E
[email protected] I http://china.nlambassade.org Hong Kong SAR (Landbouwsteunpunt, valt onder Peking) Mw. M.P.C. Ng, Agricultural assistant T (00-852) 2524.8187/88 E
[email protected] I http://hongkong.nlconsulaat.org Shanghai (Landbouwsteunpunt, valt onder Peking) Dhr. N. Hong, Agricultural assistant T (00-86) 21.22.087229 E
[email protected] I http://shanghai.nlconsulaat.org
Seoul Werkgebied: Republiek Korea en Taiwan Dhr. ir. O.T.J. Stiekema, Landbouwraad T (00-82) 2.311.8670 E
[email protected] I http://zuidkorea.nlambassade.org
Sofia (Landbouwsteunpunt, valt onder Boekarest) Mw. D.H. Milenkova, Agricultural assistant T (00-359) 2.8160.380 E
[email protected] I http://bulgarije.nlambassade.org
Taipeh (Landbouwsteunpunt, valt onder Seoul) Mw. C.S. Hsiung, Agricultural assistant T (00-886) 2.2713.5760 ext. 150 E
[email protected] I www.ntio.org.tw
Brussel Werkgebied: België, Luxemburg Dhr. drs. G.G.J. Thissen, Landbouwraad T (00-32) 2.679.1550 E
[email protected] I http://belgie.nlambassade.org
Tokyo Werkgebied: Japan Mw. drs. C.M. Heijdra, Landbouwraad T (00-81) 3.5776.5490 E
[email protected] I http://japan.nlambassade.org
Kopenhagen (Landbouwsteunpunt) Werkgebied: Denemarken, Noorwegen en Zweden i.s.m. Berlijn; Finland i.s.m. Warschau Mw. drs. R. Nijland, Agricultural assistant Vacature, Raad voor Visserij en Mariene Biodiversiteit T (00-45) 33.707.237 E
[email protected] I http://denemarken.nlambassade.org
Europese Unie Berlijn Werkgebied: Duitsland en Zwitserland; Denemarken, Noorwegen en Zweden i.s.m. Kopenhagen Dhr. ir. A.C. van Arnhem, Landbouwraad Vacature, Landbouwattaché T (00-49) 30.2095.6480 E
[email protected] I http://bln.niederlandeweb.de/nl
Rome (Landbouwsteunpunt) Werkgebied: Italië Mw. M. Sipman, Agricultural assistant T (00-39) 06.3228.6224 E
[email protected] I http://italie.nlambassade.org Warschau Werkgebied: Polen, Estland, Letland, Litouwen en Wit-Rusland; Finland i.s.m. Kopenhagen Dhr. drs. A.J.M. van Poppel, Landbouwraad T (00-48) 22.559.1269 E
[email protected] I http://polen.nlambassade.org
Midden-Oosten Kairo Werkgebied: Egypte Dhr. ir. J.C.M.A. Geijer, Landbouwraad T (00-202) 2 736 38 63 / 2 739 55 71/2/3 E
[email protected] I http://egypte.nlambassade.org
Londen Werkgebied: Verenigd Koninkrijk, Ierland Dhr. dr. M.H. de Jong, Landbouwraad T (00-44) 20.7590.3279/76/77/80 E
[email protected] I http://verenigdkoninkrijk. nlambassade.org
Riyadh Werkgebied: VAE, Saoedi-Arabië, Koeweit, Bahrein, Qatar, Oman Dhr. dr. ir. J.G. van der Beek, Landbouwraad T (00-966) 1 488 1093 E
[email protected] I http://saudi-arabie.nlambassade.org
Boedapest Werkgebied: Hongarije, Slovenië, Oostenrijk Dhr. ir. M.A.C. Homan, Landbouwraad T (00-36) 1.3366.380 E
[email protected] I http://hongarije.nlambassade.org
Madrid Werkgebied: Spanje, Portugal Mw. Drs. C.W. Zwitser, Landbouwraad T (00-34) 91.353.7521 E
[email protected] I http://spanje.nlambassade.org
Dubai (Landbouwsteunpunt, valt onder Riyadh) Mw. S. Kadri, Agricultural assistant T (00-971) 4.4407600 (ext. 607) E
[email protected] I http://vae.nlambassade.org
Boekarest Werkgebied: Roemenië, Bulgarije en Griekenland Dhr. drs. R.H. Schaap, Landbouwraad T (00-40) 21.231.5657 E
[email protected] I ww.netherlandsemb.ro
Lissabon (Landbouwsteunpunt, valt onder Madrid) Mw. A.P. Paiva Geadas, Agricultural assistant T (00-351) 21.391.4919 E
[email protected] I http://portugal.nlambassade.org
Overig Europa
Parijs Werkgebied: Frankrijk Dhr. ir. N.A. van Opstal, Landbouwraad T (00-33) 1.4062.3353/55 E
[email protected] I http://frankrijk.nlambassade.org
Ankara Werkgebied: Turkije, Israël en Palestijnse gebieden Dhr. M. Cevikoglu, Landbouwraad T (00-90) 312.409.1860 E
[email protected] I http://turkije.nlambassade.org
Belgrado Werkgebied: Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Servië en Montenegro Dhr. drs. A.M. de Roo, Landbouwraad T (00-381) 11.202.39.83 E
[email protected] I http://serbia.nlembassy.org I www.agribusiness-nl-srb.com Zagreb (Landbouwsteunpunt, valt onder Belgrado) Mw. D. Bacic, Agricultural assistant T (00-385) 1.464.2220 E
[email protected] I http://kroatie.nlambassade.org Kiev Werkgebied: Oekraïne, Dhr. dr. H.E. Krajenbrink, Landbouwraad T (00-380) 44 490 82 23 E
[email protected] I http://oekraine.nlambassade.org Moskou Werkgebied: Rusland, Kazachstan Dhr. ir. P.J.M. de Jong, Landbouwraad Dhr. E. Smidt, Landbouwattaché T (00-7) 495.797.2955 E
[email protected] I http://rusland.nlambassade.org
Permanente Vertegenwoordigingen EL&I bij internationale organisaties Brussel PV-EU Dhr. drs. G.G.J. Thissen, Landbouwraad Dhr. ir. W.J.H. van der Sande, Veterinaire Raad Mw. mr. N. Runia, Landbouwattaché Dhr. drs. G.H.J. Kits Nieuwenkamp, Landbouwattaché T (00-32) 2.679.1545/1546 E
[email protected] I http://eu.nlmission.org Tevens belast met procurementaangelegenheden in het kader van de ontwikkelingsfondsen van de EU.
Genève PV-Genève Werkgebied: Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de WTO (Wereldhandelsorganisatie) en andere internationale organisaties te Genève (UNCTAD, UNEP, WHO, WIPO/UPOV) Dhr. ir. P.L. Gooren, Landbouwraad T (00-41) 22.748.1822/08 E
[email protected] I http://geneva.nlmission.org Parijs PV-OESO Werkgebied: Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) Mw. drs. C. Boonstra, Landbouwraad T (00-33) 1.4524.9971 E
[email protected] I http://oeso.nlvertegenwoordiging.org Rome PV-Rome Werkgebied: Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de VN-organisaties voor voedsel en landbouw Mw. G. Verburg, Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur, Permanent Vertegenwoordiger Dhr. drs. R. Elkhuizen, Ambassaderaad, Plv. Permanent Vertegenwoordiger Mw. drs. E. van Woersem, Tweede Secretaris, Adj. Permanent Vertegenwoordiger T (00-39) 06.574.0306/ 2326 E
[email protected] I Zie www.italie.nlambassade.org > Ambassade > Nederlandse vertegenwoordigingen in Italië
Netherlands AgriBusiness Support Office Izmir Dhr. J. Kipp, Chief Representative T (0090) 530 926 93 47 E
[email protected] I www.nabsoturkey.com
Jaargang 38 | Nummer 10 | oktober 2012 | Landbouwraden in het buitenland
Afrika
Landbouwraden in het buitenland 19
20 Naoogst
Naoogst 21
In de vorige editie is de verplichte herregistra tie aangekondigd van (ook) Nederlandse bedrijven die ‘FDA’ voedingsmiddelen voor mens of dier produceren verwerken, verpakken of opslaan en deze afzetten op de Amerikaanse markt, onder de nieuwe Food Safety Modernization Act (FSMA). Het gaat om bedrijven, die al bij de FDA geregistreerd
staan. De herregistratie vindt elk even jaar plaats, dus nu in 2012. Sinds 22 oktober is herregistratie opengesteld. Ga naar www.fda.gov > Food > (onder food Topics:) Guidance, Compliance & Regulatory Information > (onder Industry Assistance:) Registration of Food Facilities. Herregistratie moet uiterlijk 31 december 2012 plaatsvinden.
Indien herregistratie plaatsvindt ná genoemde datum, kunnen partijen vanaf 1 januari 2013 problemen ondervinden aan de Amerikaanse grens. Een vernieuwde handleiding met nieuwe voedselcategorieën staat onder Guidance documents (linkerkolom op de pagina over herregistratie). Meer informatie:
[email protected].
Nederlandse bedrijfsleven bezoekt appelregio India Een delegatie van 15 personen bezocht van 17-23 september 2012 de Indiase regio Hymachal Pradesh. Een eerste kennismaking met dit productiegebied vol extensieve fruitteelt door kleine bedrijven, op 2300 m hoogte aan de voet van de Himalaya. De telers verkopen hun oogst direct aan handelaren; die verwerken het fruit en vervoeren het naar Delhi. Hier wordt het fruit gedistribueerd over vele kleine tot zeer kleine marktverkopers. Red Delicious en, in mindere mate, Golden Delicious vormen de hoofd moot van het assortiment. Naast het productiegebied zijn ook partners uit de gehele Indiase fruitkolom bezocht. Deelnemers aan de missie waren afkomstig uit de vruchtboomkwekerij, watergiftsector en
van kennisinstelling Wageningen UR. De reis werd georganiseerd door Plant Publicity Holland en Phaff Export Marketing in samenwerking met het ministerie EL&I.
PPH en Marc Ravesloot van PPO. Die gaven uitleg over de sterke punten van de Nederlandse vruchtboomteelt. Ook is de Floriade bezocht en een matchmakingborrel georganiseerd, met ook negen missie deelnemers. Daar is de intentie uitgesproken dat een consortium zal worden gevormd, als eerste stap op weg naar samenwerking.
In week 40 bezochten hooggeplaatste ambtenaren uit twaalf staten van India, samen met de Landbouwraad Arie Veldhuizen, ons land onder leiding van Karst Weening van Greenport Holland International. Bij Productschap Tuinbouw is de groep toegesproken door Helma van der Louw van
Dit buitenlandnetwerk is er om u te helpen bij uw marktentree in landen in deze regio. Onze vertegenwoordigers weten alles over de lokale markt, kansen voor Nederlandse bedrijven en ze beschikken over de beste contacten met potentiële zakenpartners. Het Midden-Oosten en Noord-Afrika bieden volop mogelijkheden voor grensverleggende ondernemers uit Nederland. Wilt u meer weten over uw (export)mogelijkheden? Meld u zich dan aan (zie onder). U kunt maximaal
vijf gesprekken van 20 minuten elk aanvragen. Hoe concreter uw vragen, hoe beter men u van dienst kan zijn. Het is mogelijk uw vragen van tevoren in te zenden via het registratiefor mulier.
Programma • • •
• •
De organisatie van de MENA Challenge is in handen van Agentschap NL, in nauwe samenwerking met de Kamer van Koophandel en andere partners uit het NL Internationaal Ondernemen.
Bijeenkomst fytosanitaire markttoegang in de regio Azië “Ik wil graag mijn tomaten afzetten in Azië, kunnen jullie aangeven of daarvoor een markt is in jullie land? En dan ben ik ook benieuwd of de consumenten bereid zijn om een hogere prijs te betalen voor een kwalitatief beter product.” Met deze vraag eindigde de presentatie van Paul van Schriel van het bedrijf Global Green Team en leidde hij de workshop ‘Nederlandse exportstromen en het belang van fytosanitaire aangelegenheden’ in. De lokale landbouwassistenten, werkzaam op de Nederlandse ambassades in Azië, waren in het kader van een training fytosanitair beleid bijeengekomen in Hong Kong. Nadat in de ochtend hun kennis over fytosanitair beleid was opgefrist, pasten zij hun kennis toe in het beantwoorden van de vraag van het Global Green Team. En achter deze vraag zit een wereld van fytosanitaire vraagstukken. Zo is markttoegang in China voor Nederlandse tomaten nu nog niet mogelijk vanwege fytosanitaire eisen. Dus ook al zijn er Chinese afnemers te vinden en is de marktinformatie op orde, als de tomaten niet kunnen voldoen aan de fytosanitaire eisen van China, kan de handelsstroom niet plaatsvinden. In de middag presenteerden drie landbouw assistenten cases uit respectievelijk Vietnam,
Midden-Oosten en Noord-Afrika Challenge (MENA) Voor agribusiness-ondernemers die (verder) willen internationaliseren zijn er de Challenges. Donderdag 1 november 2012 staan staan landbouw-vertegenwoordigers van de EL&I-afdelingen van onze ambassades in het Midden-Oosten en Noord-Afrika tot uw beschikking, op de MENA Challenge.
Landbouwassistenten en bedrijfsleven bijeen te Hong Kong
09.00-12.00 individuele gesprekken 12.00-13.30 netwerklunch 13.30-14.30 plenaire sessie zakendoen in de MENA, met Jan-Hein Jesse (oud-Heere ma, -Shell en –ING), Oscar Rijcken-Voigt (hoofd EMEA, ABN Amro) en Paul Aarts (Midden-Oostendeskundige) 15.00-17.00 parallelsessies, o.a. ‘agro, visserij en water’ en ‘kansen in Marokko’ 17.00-18.30 netwerkreceptie
Locatie: Crowne Plaza Hotel, Den Haag. Voor meer informatie over het programma en voor aanmelden: zie www.agentschapnl.nl > Actueel >Agenda > Midden-Oosten en Noord-Afrika Challenge (MENA).
India en Indonesië. Elk van de presentaties benadrukte een ander aspect. Zo kwam in de casus van Vietnam naar voren dat de Vietna mese overheid graag het fytosanitaire systeem wil opwaarderen naar internationale standaarden, maar dat daar wel risico’s in zitten voor de handelsstromen van planten en plantaardig materiaal vanuit Nederland. In de presentatie van Indonesië lag de nadruk op de handelsbarrières die recentelijk zijn ontstaan voor de uienexport. De laatste presentatie focuste op fytosanitaire uitdagingen in India. De dag werd afgesloten met een presentatie door handelskoepel Frugi Venta (groente en fruit). Ook werden de deelnemers door Rubert Konijn geïnformeerd over de ontwikkeling en activiteiten van Greenport Holland Internatio nal in de regio Azië.
De volgende dag werd een bezoek gebracht aan de Chinese inspectiedienst in de haven Shenzhen en werd een laboratorium bezocht, waar onderzocht wordt of in de producten schadelijke organismen zitten. Op deze manier konden de deelnemers in de praktijk zien en horen, hoe inspectiediensten werken. ‘s Middags spraken de landbouwassistenten op de beurs Fruit Logistica Asia met de Nederlandse beursdeelnemers en werden ervaringen gedeeld. Het blijkt dat de handelskoepels de weg naar de landbouwcollega’s op de ambassades goed kunnen vinden. Deze koepels hebben bovendien goede relaties met de mensen die zich bij DG Agro en de nVWA bezighouden met markttoegang voor derde landen. Door goede samenwerking en informatie-uitwisseling tussen al deze partijen is het mogelijk om markttoegang te verkrijgen en, daar waar problemen zich voordoen, die tijdig te onderkennen en te voorkomen. Dat de landbouwassistenten daarbij een hele belangrijke rol spelen is evident. Zij zijn onze ‘ogen en oren’ in het buitenland.
Digitale wereldkaart landbouwraden Op een handige, nieuwe, ‘klikbare’ digitale wereldkaart zijn alle details van de Nederlandse Landbouwraden in het buitenland te vinden. Ga hiervoor naar www.landbouwraden.nl. De door het ministerie van EL&I uitgezonden Landbouwraden zijn u gaarne behulpzaam bij uw buitenlandse agro-activiteiten. Daarbij kan deze digitale kaart handig zijn voor het snel vinden van de juiste ingang(en).
De digitale kaart met landbouwraden in het buitenland.
Jaargang 38 | Nummer 10 | oktober 2012 | Naoogst
Herregistratie Food Safety Modernization Act (FSMA)
22 Grensverleggers
Jaargang 38 | Nummer 10 | oktober 2012 | Foto van de maand
Echt sap nu echt klaar voor export “We verwerken per jaar 32 miljoen kilo fruit tot 18 miljoen liter vers sap”, vertelt directeur Michiel van ’t Hek van Hoogesteger. “We zijn de grootste producent op het gebied van vers sap, dus de kans om in eigen land nog te groeien, is minimaal.” Dus wil Hoogesteger de consument in het buitenland gaan veroveren. Daar hebben de sappen van Hoogesteger inmiddels ook de aandacht getrokken; kansen genoeg. Er is alleen één bezwaar: de sappen, zonder conserveringsmiddelen of pasteurisa tie, zijn beperkt houdbaar, maximaal acht dagen. Dat is ondoenlijk als ze naar bijvoor beeld Zuid-Duitsland moeten worden vervoerd, om daar te worden verspreid en verkocht. Samen met Wageningen Universiteit en Research vond Hoogesteger de oplossing: dankzij pulsed electrified field technology is het sap nu twee weken houdbaar. “Wij noemen het micro-pulse, aldus ’t Hek. “Het komt er op neer dat de sappen een kleine elektrische schok krijgen, waardoor de microben in het sap worden ‘verdoofd’ en het bedervingsproces wordt vertraagd. Andere bedrijven werken met concentraten, of ze pasteuriseren het sap, wat gewoon koken is”, legt ’t Hek uit. “Maar daarmee wordt alles gewoon gedood, alles wat structuur, smaak en kleur geeft aan verse sappen. De vruchten suikers karameliseren, waardoor je altijd een bijsmaakje krijgt.” Met micro-pulse blijft alles intact. Het sap blijft smaken en voelen als vers sap. “We hebben het getest op consumenten panels en die weten het sap voor de micro pulse-behandeling niet te onderscheiden van het behandelde sap.”
Nu het sap dus langer houdbaar is, kan het worden geëxporteerd naar het buitenland. “We werken in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Tsjechië en vooral ook NoordEuropa”, vertelt ’t Hek, “omdat de consument daar dezelfde voorkeuren heeft als die in Nederland.” Waarom heeft Hoogesteger eigenlijk niet gewoon een fabriek geopend in de landen waar het zijn sappen op de markt wil brengen? “Omdat we nog voldoende ruimte hadden voor uitbreiding in onze Nederlandse vestiging”, antwoordt ’t Hek. “Bovendien is Duitsland een groot land; ook al open je daar een fabriek, dan heb je nog steeds te maken met lange afstanden. En ook het fruit, dat we vooral afnemen van Nederlandse telers, zou vanuit Nederland naar Duitsland moeten worden vervoerd.” Nederland loopt voorop, wat verse sappen betreft. Altijd gedaan ook. “Omdat we zijn opgevoed met een voorkeur voor vers”, weet ’t Hek. “Bovendien is het in Nederland mogelijk om verse producten snel in de winkels te krijgen, vanwege de moderne logistiek en de snelle aanvoerlijnen.”
Biologische katoen wordt op dit moment al geproduceerd in 20 landen, zoals hier in Burkina Faso. India, Syrië, Turkije, China en de Verenigde Staten zijn de grootste producenten. Het grootste deel van de productie wordt verbruikt door bedrijven met grote programma’s voor biologisch textiel, zoals C&A, Nike, Wal-Mart, H&M, Levi Strauss en Adidas.
Foto van de maand
Hoogesteger is het bedrijf dat ons de bekende verse sappen in de glazen flessen bij Albert Heijn brengt: sinaasappelsap, maar ook mangosap, aardbeisap, kiwi-meloenbessensap, mangosap met mint en noem maar op. Echt vers sap, zo uit de vrucht in de fles, bij wijze van spreken.
23
Activiteitenkalender 2012
Onderstaande activiteiten zijn op alfabetische volgorde gerangschikt per regio en per land
Amerika
Azië/Oceanië
Europese Unie
Overig Europa
Brazilië
India
België
Oekraïne
Handelsmissie agribusiness Inlichtingen uitvoering NL EVD Internationaal •
[email protected] Inlichtingen markt Landbouwraad •
[email protected]
Handelsmissie aardappelsector Inlichtingen uitvoering Gmv •
[email protected] Inlichtingen markt Landbouwraad •
[email protected]
Handelsmissie bio-based materials en aanverwante producten Inlichtingen uitvoering
[email protected] Inlichtingen markt Landbouwraad •
[email protected]
Matchmaking Oekraïense kassenbouwers en toeleveranciers Inlichtingen uitvoering NCH •
[email protected] Inlichtingen markt Landbouwraad •
[email protected]
Frankrijk
Holland Paviljoen tijdens InterAgro (landbouwbrede vakbeurs) Inlichtingen uitvoering Ministerie van EL&I Inlichtingen markt Landbouwraad •
[email protected]
18-23 november
29 nov-5 dec
Midden-Oosten en Afrika Challenge Datum: 1 november Tijd: 09.00-18.30 uur Locatie: Crowne Plaza Hotel, Den Haag Meer informatie, zie pagina 20.
18-19 december
26-30 januari Holland Paviljoen tijdens SIRHA (voedingsmiddelen vakbeurs) Inlichtingen uitvoering Phaff •
[email protected] Inlichtingen markt Landbouwraad •
[email protected]
Noteer het in je agenda!
28 oktober
Oekraïne
12-14 februari