Mantelzorgondersteuning in de praktijk
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
Cora (38 jaar, Nederland) "Ik ben mantelzorger en wil niet behoren tot een categorie vroegtijdig op te sporen mensen die moet worden geholpen om niet overbelast te raken. Waar ik behoefte aan heb is dat ik als mantelzorger serieus wordt genomen in mijn bijdrage die ik lever aan de maatschappij door te 'zorgen'. Dat serieus nemen speelt voor mij in erkenning van mijn kennis en vaardigheden m.b.t. de zorg, in de manier waarop zorgverleners met mij in gesprek gaan (als 'collega') en bovenal, als zelfdenkend, gezond en volwassen mens. Dus niet als 'bijnapatiënt'. Want mijn inziens raken veel mantelzorgers niet alleen overbelast door de zorgen, maar vooral omdat ze zich vaak niet serieus genomen voelen. Daar komen dan vervolgens klachten van. Maar in mijn ogen zijn dat veelal afgeleide klachten en een schreeuw om respect en de behoefte om als mens serieus genomen te worden."
2
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
Waarom dit boekje? Dit boekje is vooral geschreven voor de steunpunten mantelzorg, vrijwilligerswerk, ambtenaren en LOVZ-organisaties. Zij zijn degenen die de mantelzorgers ontmoeten, hun verhalen en wensen horen en methodes bedenken om hen beter van dienst te zijn.
Waarom nu weer een boekje over methodieken? Er zijn er al zoveel. Dat klopt! Maar met deze vijf voorbeelden willen we meer de diepte in gaan. Een interview op de plek waar de methode wordt toegepast, kijken naar de werkwijze, de effecten ervan, de succes- en faalfactoren en de ervaringen van de doelgroep zijn hier de invalshoeken.
Het begrip mantelzorg(ers) Dit boekje gaat weliswaar over mantelzorgers, maar is niet gericht tot deze mensen. Volgens de in Nederland algemeen aanvaarde definitie is mantelzorg: ‘zorg die niet op basis van een dienstverlenend beroep wordt verleend aan mensen uit de sociale omgeving, waarbij de sociale relatie de basis vormt van het zorg verlenen.’ Deze definitie werd door Kwekkeboom in 1990 geïntroduceerd en door het toenmalige WVC overgenomen, evenals door de toenmalige NRV in haar advies Ondersteuning mantelzorg uit 1991. Veelal wordt eraan gerefereerd als de definitie van de NRV.
Mantelzorgen is zwaar Een derde van de Nederlanders verwacht dat steeds minder mensen in de toekomst bereid zijn mantelzorg te verlenen. Zij denken dat het leveren van mantelzorg in combinatie met een baan en gezin steeds lastiger wordt. Een kwart van de mantelzorgers heeft lichamelijke klachten door de zorg voor een ander. Ook een deel krijgt psychische klachten, het eigen gezin lijdt eronder en men heeft een minder goede financiële positie gekregen. Mantelzorgers blijken zelf vooral behoefte te hebben aan een back-up. Dat betekent dat er iemand anders is die de zorg voor hun naaste overneemt als ze zelf uit zouden vallen. Meer dan een derde van de mantelzorgers wil dit graag zodat men zelf even kan bijkomen. In dit boekje staan verschillende quotes van mantelzorgers om de diversiteit hiervan te illustreren.
De kern van mantelzorgondersteuning In de eerste hoofdstukken wordt een beschrijving gegeven van de visie die gemeenten volgens de Wmo moeten ontwikkelen om te voorzien in effectieve ondersteuning van mantelzorg. Vervolgens worden de succes- en faalfactoren aangegeven en de basisfuncties beschreven. Daarna volgen enkele praktijkvoorbeelden.
De praktijk Er zijn veel vragen over goede voorbeelden van mantelzorgondersteuning. Er zijn al veel voorbeelden beschreven op websites en in brochures. Toch lijkt het alsof iedereen het wiel wil uitvinden, maatwerk schijnt belangrijk te zijn. Met dit boekje willen we een aantal methodes laten zien die redelijk vernieuwend en overdraagbaar zijn. We nemen u mee naar de uitvoering van deze methodes, hoe werkt het in de praktijk, wat zijn de resultaten voor de gebruiker, wat is er zo vernieuwend aan, met wie wordt samengewerkt, wat zijn de kosten en wie trekt de kar. We beschrijven de methodiek en interviewen degene die de methodiek in de praktijk gebruikt. We hopen dat het tot de verbeelding spreekt en u stimuleert in uw praktijk.
Willy Nabuurs
3
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
4
Inhoud Waarom dit boekje?
3
De visie
6
Succes- en Faalfactoren
10
Basisfunties mantelzorg
12
Praktijkvoorbeelden Startpunt Wonen Zorg Welzijn
14
Kansen en Kanteling
18
Website Zorgvoorelkaar
22
POM-methode
26
Respijtzorg Spijkenisse
30
5
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
De visie
6
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
Volgens de Wmo moeten gemeenten voorzien in effectieve ondersteuning van mantelzorgers. Daar is meer voor nodig dan het opzetten van een steunpunt mantelzorg. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is in essentie een participatiewet: iedere burger moet op zijn of haar niveau ‘mee kunnen doen’ aan de samenleving. De Wmo heeft een eind gemaakt aan het automatisme dat burgers, met VSHFLƬHNHEHSHUNLQJHQUHFKWKHEEHQRSEHSDDOGHYRRU]LHQLQJHQ'HQDGUXNLVNRPHQWHOLJJHQRS]HOIUHG]DDPKHLGHQ participatie. Hierdoor wordt van kwetsbare burgers verwacht dat zij voor ondersteuning - zo veel mogelijk - een beroep doen op hun sociale netwerk. Deze informele zorg, door naaste familieleden, vrienden en vrijwilligers, komt steeds vaker in de plaats van door de overheid betaalde professionele zorg. Het beroep op mantelzorgers en verleners van informele zorg neemt hierdoor toe. Dat wordt nog eens versterkt door de extramuralisering van de zorg, de toenemende vergrijzing, en de versobering van de AWBZ (pakketmaatregel). De mantelzorger De mantelzorger is vaak de kern waaromheen behandeling, verpleging en verzorging worden aangevuld. Ook is de mantelzorger vaak degene die het tekortschieten van professionele zorg zal (moeten) opvangen. Enerzijds is dit terug te voeren op de band tussen mantelzorger en zorgvrager en de daaruit vaak voortvloeiende beleving van de mantelzorger de eerstverantwoordelijke in de zorg te (moeten) zijn. Als zowel de mantelzorger als de zorgvrager een formele hulpvraag uitstelt, verlegt de mantelzorger vaak gaande het zorgproces zijn eigen grenzen en gaat daar uiteindelijk (vaak) aan voorbij. Anderzijds is dit ook terug te voeren op het gecompliceerde spel dat ontstaat als (meerdere) professionele zorgverleners in beeld komen en de mantelzorger vaak de centrale coördinerende en afstemmende rol vervult tussen verschillende instanties en functionarissen. Ook is de mantelzorger bij de behandeling, verpleging en verzorging, monitoring, en sociaal-emotionele begeleiding van de zorgvrager een vaak essentiële uitvoerder of schakel. Als de draaglast voor een mantelzorger de ervaren draagkracht overschrijdt, zal de mantelzorger vroeg of laat te maken krijgen met overbelasting, oververmoeidheid, isolement, UROFRQƮLFWHQHQHPRWLRQHOHSUREOHPHQHQRIHHQWRHQDPHYDQ JH]RQGKHLGVNODFKWHQHQ]LHNWH Ondersteuning aan mantelzorgers heeft daarom waarde voor zowel de mantelzorger, als voor de zorgvrager. Voor de mantelzorger ligt de waarde van ondersteuning in vermindering van de belasting door de zorg en in de mogelijkheid een HLJHQOHYHQVSDWURRQWHNXQQHQKDQGKDYHQ9RRUGH]RUJYUDJHULVGHZDDUGHKHWWHJHQJDDQYDQODQJGXULJH UROFRQƮLFWHQ HQUHODWLRQHOH VSDQQLQJHQGLHJDDQRQWVWDDQWXVVHQKHPKDDUHQGHPDQWHO]RUJHU2QGHUVWHXQLQJDDQGLHPDQWHO]RUJHU kan dergelijke spanningen verminderen en waarborgt - op de langere termijn - de kwaliteit van de relatie met degene die de zorg ontvangt. Regie over eigen situatie behouden of (her)krijgen Ondersteuning aan mantelzorgers beoogt ten minste een van de volgende doelen te bereiken: r GHGUDDJNUDFKWYDQGHPDQWHO]RUJHULQVWDQGKRXGHQRIYHUJURWHQ r GHGUDDJODVWYDQGHPDQWHO]RUJHUYHUPLQGHUHQ Daarbij speelt het aanbod in op het eigen levenspatroon van de mantelzorger. Alleen zo kan ondersteuning aan een mantelzorger bijdragen aan zijn of haar behoefte regie te houden over zijn of haar eigen levenspatroon. Daarbij is het essentieel de noden en perspectieven van zowel de zorgontvanger als de mantelzorger ten volle te respecteren. Mantelzorg als ruggengraat van de gezondgheidszorg Mantelzorg is vaak de eerste, de langste, de laatste en de belangrijkste zorg die naasten van elkaar krijgen of aan elkaar geven. Deze vorm van zorg heeft een andere betekenis en waarde dan professionele zorg (alle zorg die beroepsmatig wordt verleend, bijvoorbeeld door thuiszorg). Mantelzorgers zijn, na de directe zorgvragers, de doelgroep van de Wmo met de hoogste prioriteit. Vanuit persoonlijk en maatschappelijk oogpunt, maar ook vanuit economisch oogpunt is het belangrijk en noodzakelijk om veel aandacht te besteden aan mantelzorgers.
7
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
Mantelzorgondersteuning De ondersteuning aan mantelzorgers begint met de erkenning van hun specifieke rol. Ongeacht de wijze en inhoud van eventuele ondersteuning, zal dit door de mantelzorger alleen als steun worden ervaren indien het hem of haar in zijn of haar specifieke rol (h)erkent als: r LHPDQGPHWHHQHLJHQOHYHQVSDWURRQ r HUYDULQJV GHVNXQGLJHRSKHWJHELHGYDQGH]RUJYUDJHUHQGLHQV]RUJEHKRHIWH r JHOLMNZDDUGLJHYDQXLWHHQDQGHUSHUVSHFWLHIZHUNHQGHSDUWQHUYDQGHSURIHVVLRQHOH]RUJYHUOHQHULQKHW ]RUJSURFHV r PRJHOLMNHYUDJHUYDQSUDNWLVFKH KXOSRIVWHXQ Niet elke mantelzorger heeft behoefte aan ondersteuning, vraagt deze of zal deze accepteren. Het is bekend dat vaak de meest belaste mantelzorgers het moeilijkst steun accepteren of de zorg los kunnen laten. Het is daarom noodzaak niet alleen in te gaan op duidelijk gestelde vragen, maar soms bij de mantelzorger eerst een proces van bewustwording op gang te brengen rond zijn of haar situatie. Mantelzorgondersteuning vraagt om maatwerk De meeste vragen van mantelzorgers kunnen we als volgt beschrijven: r WDDNYHUOLFKWLQJUXLORQJHZHQVW ZHUNXLWKDQGHQQHPHQYHHODODGPLQLVWUDWLHZHUN r LQIRUPDWLHDGYLHVHQRQGHUVWHXQLQJRSPDDW r SUDNWLVFKHKXOS r VRFLDOHVWHXQ r PDWHULÆOHVWHXQ r GH]RUJRYHUQHPHQYULMDI r PHGH]HJJHQVFKDS Ondersteuning aan mantelzorgers betekent dat rekening wordt gehouden met de situatie en omstandigheden van zowel de mantelzorger als haar of zijn omgeving. Of mantelzorgers hulp willen en nodig hebben, en zo ja: welke, is dus situatieafhankelijk en vergt daarom maatwerk. Ondersteuning aan mantelzorgers vergt een laagdrempelig aanbod. Net zoals zorgvragers hebben ook de meeste PDQWHO]RUJHUVHUPRHLWHPHHHHQRQGHUVWHXQLQJVEHKRHIWHWHXLWHQHQRIHHQZHJWHYLQGHQGRRUKHW]RUJDDQERG'LWLV bij voorbaat een forse drempel. Indien er bij de toegang tot of vormgeving van een ondersteuningsaanbod voor (groepen) mantelzorgers verdere (im)materiële drempels - zoals toelatingsprocedures en - criteria, onhandige tijden, beperkte toegankelijkheid, additionele kosten en dergelijke - worden opgeworpen, zal het aanbod minder aansluiten bij de mogelijke behoefte van de mantelzorger. Daarom is laagdrempeligheid vereist. De ondersteuning aan (individuele) mantelzorgers begint met een inventarisatie van de situatie en de beleving van die mantelzorger(s). Mantelzorgers zijn veelal onzichtbaar omdat: r ]HGHQHLJLQJKHEEHQPHHUODVWHQRSKXQVFKRXGHUVWHQHPHQGDQJRHGYRRUKHQ]HOILVHQ]LMGXVQLHWVQHO]HOI KXOSYUDJHQ r QLHWDOWLMGPDNNHOLMNLVWHDFKWHUKDOHQZLHGHPDQWHO]RUJHUV]LMQ r DDQELHGHUVQLHWJHZHQG]LMQKHQnWH]LHQoKHQLHWVWHYUDJHQRIPHWKHQUHNHQLQJWHKRXGHQ (YHQWXHOHRQGHUVWHXQLQJDDQPDQWHO]RUJHUVVWDDWRIYDOWPHWKHWDFKWHUKDOHQYDQHQLQVSHOHQRSKXQVSHFLƬHNH behoeftes. Samenspel met mantelzorger(s) is daarom essentieel, zowel in de ontwerpfase van een aanbod (op het niveau van de organisatie) als bij het concreet aanbieden van steun aan mantelzorgers. Dat betekent dat hun behoeftes en stadium van overlast geïnventariseerd moeten worden. Dat kan op verschillende momenten, zoals tijdens de indicatie, het zorgproces, of een hiervan losstaand moment, bijvoorbeeld als men op basis van signalen uit het veld een collectieve of groepsactiviteit wil aanbieden.
8
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
Mariëlle en haar moeder Ans “Toen ik tien jaar was, werd mijn moeder ziek. Ze heeft de spierziekte ALS, waardoor ze steeds minder kan en ze moeilijk praat.” Ans en haar man zijn enkele jaren geleden gescheiden, waardoor de zorg voor Ans voor een groot deel op de schouders van Mariëlle is komen liggen. Ans maakt duidelijk dat ze het wel vervelend vindt dat Marielle voor haar moet zorgen, “maar het kan niet anders.” De zus van Ans beheert het persoonsgebonden budget voor zorg en helpt haar ‘s ochtends als Mariëlle al naar school is. ‘s Middags is er een verzorgster als mijn moeder terugkomt van het dagactiviteitencentrum, waar ze vier dagen per week naartoe gaat. Ik ga altijd meteen uit school naar huis, dan geef ik mijn moeder medicijnen, te drinken en te eten en zorg ik ervoor dat ze ‘s avonds niet steeds in dezelfde houding ligt. Mijn huiswerk maak ik zoveel mogelijk op school, dus ‘s middags heb ik tijd om voor mijn moeder te zorgen. Ik denk dat ik daar per dag ongeveer anderhalf uur mee bezig ben. Heel zwaar vind ik het niet, het is vanzelfsprekend, we hebben er mee leren omgaan.” “Ik denk dat het me wel veranderd heeft. Leeftijdgenoten vinden dat ik als een volwassene praat en veel dingen die zij leuk vinden, vind ik niet belangrijk, zoals schoolfeesten.”
9
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
Succes- en faalfactoren
10
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
Er zijn al veel ervaringen opgedaan met het werken voor en met mantelzorgers. Van deze ervaringen valt veel te leren. Daarom een aantal tips waarop gelet kan worden. Succesfactoren r +HWZHUYHQYDQGHMXLVWHPHQVHQYRRUGHMXLVWHNOXV9ULMZLOOLJHUVGLHELQQHQNRPHQYLDHHQYULMZLOOLJHUVFHQWUDOH waar zij al een intake gehad hebben (wat wilt u, wat kunt u, wat drijft u?), hebben een grotere kans van slagen om de intake als zorgvrijwilliger door te komen dan mensen die zijn doorgestuurd via het CWI. De coördinator PDDNW]HOIGHPDWFKHQEHJHOHLGWRRNKHWHHUVWHFRQWDFWKXLVEH]RHN$OVKHWQLHWOLMNWWHPDWFKHQWUHNGDQ de vrijwilliger terug. Contact blijven onderhouden met en nazorg aan mantelzorger en vrijwilliger versterkt wederzijds vertrouwen. r 5HJHOPDWLJWUDLQHQHQELMVFKROHQYDQYULMZLOOLJHUV r (HQYHUWURXZHQVEDQGYDQGHYULMZLOOLJHUPHWGHPDQWHO]RUJHULVHHQYRRUZDDUGHYRRUVXFFHV+HWLVEHODQJULMN dat vrijwilligers zich kunnen invoegen in het systeem en de werkwijze van mantelzorger en verzorgde. r 'HPDQWHO]RUJHUPRHWELMLHPDQGWHUHFKWNXQQHQDOVHULHWVPLVJDDW'LWKRHIWQLHWDOWLMGI\VLHNHEHUHLNEDDUKHLG te zijn, het kan ook telefonisch of per e-mail. r =RUJGDWHU]LFKWLVRSGHPDQWHO]RUJHUVLQGHHLJHQUHJLR0DQWHO]RUJHUVZLOOHQZHWHQZDDU]HWHUHFKWNXQQHQDOV ze een vraag of behoefte aan hulp hebben, liefst op één plek. r 2QGHU]RHNUHJHOPDWLJGHEHKRHIWHYDQPDQWHO]RUJHUV r 9HUVWHUNKHWVRFLDDO QHWZHUNYDQGHPDQWHO]RUJHU Faalfactoren r (ULVWHZHLQLJPHQVNUDFKWRPGHFRQWDFWHQWHRQGHUKRXGHQDOVGHPDWFKJHPDDNWLV r 9HUGHU]LMQHUZHHUVWDQGHQELMGHPDQWHO]RUJHU]RDOVVFKXOGJHYRHOGHVLWXDWLHQLHWORVNXQQHQODWHQRIHHQ hoge drempel om hulp in te schakelen. Daarnaast zijn er knelpunten bij de verzorgde, zoals het niet willen inzien YDQKHWSUREOHHPHQRIKXOSQLHWDFFHSWHUHQ r 0DQWHO]RUJHUVNLMNHQKHHONULWLVFKQDDUGH]RUJYULMZLOOLJHUYDQXLWVFKXOGJHYRHOHQV'H]RUJYULMZLOOLJHUORRSWGXV soms naar eigen gevoel ‘op eieren’. r 0DQWHO]RUJHUV]LMQHUJDIZDFKWHQGHQOLFKWZDQWURXZHQGNXQQHQGLHYULMZLOOLJHUVGDWZHO" r =RUJYULMZLOOLJHUVGHQNHQKXQHLJHQYHUKDDONZLMWWHNXQQHQELMGHPDQWHO]RUJHU9HHOYULMZLOOLJHUVKHEEHQ]HOIRRN problemen, maar die kan de mantelzorger er niet bij hebben. Mantelzorgers zien zichzelf als individu met een eigen leefomgeving, met een (eigen) huishouden, arbeid of andere tijd en energie vergende activiteiten. Ook kijken ze naar zichzelf in relatie tot de bestaande relatie met hun ‘partner’, ‘moeder’, ‘zoon’, ‘dochter’, ‘buurman’, enzovoorts. Binnen deze relatie bestaan (onuitgesproken) regels over de rol en taken die men binnen dit leefsysteem van of met de ander uitvoert. Pas daarna komt de zorgbehoefte van de ander in beeld, op basis van VWRRUQLVHQRIKDQGLFDSEHSHUNLQJRIEHOHPPHULQJ+HWKHOSHQYDQGHDQGHUGHVWDWXVNULMJHQYDQPDQWHO]RUJHURQWVWDDW daaruit en daarmee ontstaat ook een breuk in het eigen levenspatroon. De meeste mantelzorgers zijn vrouwen, en het beeld over mantelzorgers wordt daardoor vaak bepaald. Vrouwen stappen vrij gemakkelijk in de rol van mantelzorger, zorgen vaak (achtereenvolgens of gelijktijdig) voor meerdere personen en delen die zorg ook vaak met anderen. Als mannen actief zijn als mantelzorger is dat vaak omdat hun vrouw hulpbehoevend geworden is. Uit gesprekken blijkt dat mannen ook een andere stijl van zorg geven hebben, zij kijken naar mantelzorg als werk en hebben vooral behoefte aan praktische ondersteuning.
11
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
Basisfuncties mantelzorg
12
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
Het ministerie van VWS, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Mezzo stelden basisfuncties mantelzorg op voor een goed aanbod voor mantelzorgers. Informatie Dat kan zijn informatie over het aanbod van hulp, ondersteuning en zorg, informatie over ziekten, aandoeningen, beperkingen, handicaps en patiëntenverenigingen, informatie over wet- en regelgeving, toeslagen en belastingen enz. Deze informatie is bedoeld voor de individuele mantelzorger maar ook voor een breder publiek. Zo is het belangrijk hen tevens te informeren over het belang van mantelzorg, maar ook wat het “mantelzorger zijn” betekent, hoe je kunt voorkomen dat je overbelast raakt. Advies en begeleiding Een groot aantal mantelzorgers heeft behoefte aan meer dan alleen informatie. Een luisterend oor is vaak allereerst van belang. Vervolgens is er behoefte aan ondersteuning en begeleiding bij het vinden van de juiste weg in het woud van hulpverleningsmogelijkheden, het zetten van stappen naar instanties en het maken van keuzes. De functie advies en begeleiding geeft hier een antwoord op en kenmerkt zich door een individuele benadering. Onderdelen van deze functie zijn: adviesgesprekken bijvoorbeeld over de combinatie werk en mantelzorg, vraagverheldering, ondersteuning bij aanvragen materiële en financiële hulp, doorverwijzing naar mantelzorgondersteuning en zorgregie. Emotionele steun De functie emotionele steun staat meestal niet los van de functies informatie, advies en begeleiding. Emotionele steun kan individueel of groepsgewijs worden gegeven. Onderdelen van de functie emotionele steun zijn: een inloopspreekuur, individuele begeleiding, lotgenotengroep, mantelzorgcafé, verwendagen, ontspanningsactiviteiten voor mantelzorgers, maatjescontacten of sms-service. Educatie Mantelzorgers kunnen gebaat zijn bij voorlichting en training. Deze behoefte gaat verder dan informatie en advies. Educatie wordt meestal groepsgewijs aangeboden en bestaat uit cursussen over het omgaan met ziekte, ziektebeelden en zieke maar ook over de positie van de mantelzorger zelf. Voorbeelden zijn: een praktische training zoals tiltechnieken, cursus met tips voor mantelzorgers of een cursus “zorgen voor jezelf”. Vaak is binnen de setting ook emotionele steun te vinden, omdat de deelnemers ook lotgenoten zijn. Praktische hulp Mantelzorgers hebben veelal behoefte aan diverse vormen van praktische hulp om zo hun mantelzorgtaak iets te verlichten. Praktische hulp is het bieden van huishoudelijke hulp, (extra) kinderopvang, welzijnsdiensten (alarmering, maaltijdservice), gemaksdiensten (klussendienst, boodschappenservice), administratieve en juridische hulp. Deze praktische hulp is niet alleen gericht op de zorgbehoevende maar vaak ook op de gehele gezinssituatie. Respijtzorg Respijtzorg is een verzamelbegrip voor alle vormen van tijdelijke overname van de zorg om mantelzorgers even vrij af te geven. Zij kunnen dan even op adem komen en eigen activiteiten ontplooien (b.v. sporten of een middagje biljarten of even helemaal niets doen). Voorbeelden van respijtzorg zijn oppasvoorzieningen, logeerhuizen, aangepaste vakanties, dagopvang of ondersteuning thuis. Financiële tegemoetkoming 0DQWHO]RUJHUVGLHYDQZHJHKHW]RUJHQLQƬQDQFLÆOHSUREOHPHQUDNHQKHEEHQEHKRHIWHDDQWHJHPRHWNRPLQJLQGH NRVWHQ0HHUGDQGHKHOIWYDQGHPDQWHO]RUJHUVKHHIWEHKRHIWHDDQƬQDQFLÆOHRQGHUVWHXQLQJ'LWEOLMNWXLWGH'HUGH tussenrapportage Wmo (Movisie, 2009). Een derde van de intensieve zorgverleners onder de 65 jaar loopt 1,3 miljard HXURDDQLQNRPHQPLV7RFKZHHWYDQGHPDQWHO]RUJHUVQLHWGDWHUYRUPHQYDQƬQDQFLÆOHWHJHPRHWNRPLQJYRRU mantelzorgers bestaan. Gemeenten kunnen mantelzorgers ondersteuning bieden door beleid mantelzorgvriendelijk te maken, bijvoorbeeld door bijzondere bijstand. Ook kunnen gemeenten mantelzorgers actief bijstaan in het benutten van DQGHUHYRUPHQYDQƬQDQFLÆOHWHJHPRHWNRPLQJ Materiële hulp Alle voorzieningen die in het kader van de Wmo aan burgers geboden worden, kunnen voor mantelzorgers een ontlasting zijn. Een geschikte woningaanpassing vermindert de fysieke belasting. Vervoersmogelijkheden vergroten de onafhankelijkheid van de verzorgde en daarmee de vrijheid van de mantelzorger.
13
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
Startpunt Wonen Zorg en Welzijn
14
Mantelzorgondersteuning | Praktijkvoorbeelden
Het Startpunt werkt samen met veel andere informele zorgorganisaties. Een gezamenlijk scholingsaanbod, publiciteit voeren en contact leggen met gemeente ‘geeft’ meerwaarde.
De methode Het Steunpunt Mantelzorg Delft is ondergebracht bij de backoffice van het Startpunt Wonen Zorg Welzijn. Mantelzorgers weten vaak niet dat ze de zorg tijdelijk uit handen kunnen geven en als ze het wel weten zien ze er tegenop om er gebruik van te maken. Mede daarom hebben we Maatjes voor Mantelzorgers in het leven geroepen. Deze maatjes zijn goed getrainde vrijwilligers die de tijd en aandacht hebben speciaal voor de mantelzorger. Ze luisteren naar de mantelzorger, denken mee en kunnen tips geven. Soms ondernemen maatje en mantelzorger iets voor de gezelligheid. Een maatje kan helpen praktische informatie op te zoeken. Maar een maatje kan ook helpen het eigen sociale netwerk van de mantelzorger en van degene voor wie hij of zij zorgt, aan te spreken en te versterken. En het maatje kan zonodig de mantelzorger aanmoedigen om voor zichzelf op te komen en meer tijd voor zichzelf te nemen. Maatjes kennen de sociale kaart, ze weten welke ondersteuning er voor mantelzorgers is en welke mogelijkheden er zijn voor respijtzorg. Maatjes bieden tijdelijke ondersteuning gedurende drie tot zes maanden. De mantelzorger krijgt in die periode genoeg inzichten en ideeën om daarna zonder maatje verder te gaan. De ondersteuning van een maatje helpt om de drempels naar respijtzorg te verlagen. Wie is de trekker +HW6WHXQSXQW0DQWHO]RUJLQ'HOIWLVVLQGVRQGHUJHEUDFKWELMGHEDFNRƯFHYDQKHW6WDUWSXQW:RQHQ=RUJ:HO]LMQ DIVA Delft (Dienstverlening, Informatie, Voorlichting en Advies, voorheen Ouderenwerk Delft) is verantwoordelijk voor het Startpunt WZW. Voor de inzet van vrijwillige respijtzorg doen zij regelmatig een beroep op andere organisaties voor vrijwilligerszorg in Delft. Het zijn 15 organisaties waaronder Buddy Netwerk, Praktische Thuishulp MEE, Alzheimer Delft, Rode Kruis, De Zonnebloem en DIVA Delft. Er is elk kwartaal een overleg, zo kennen ze elkaars aanbod, voeren ze gezamenlijk de publiciteit, leggen ze samen contact met de gemeente en verzorgen ze samen aanvullende scholing van vrijwilligers. Het wordt gesubsidieerd door de gemeente Delft. Het Steunpunt Mantelzorg heeft een mantelzorgconsulent en een coördinator respijtzorg. Wat is het vernieuwende Het Steunpunt Mantelzorg doet, als het gaat om respijtzorg, een beroep op andere informele zorgorganisaties. Bij een aanvraag voor respijtzorg kijkt de coördinator respijtzorg wat voor zorg de zorgvrager nodig heeft en welke vrijwilligersorganisatie hier het beste op in kan springen. Als de mantelzorger ziet dat het de zorgvrager (degene voor ZLHKLM]LM]RUJW LHWVRSOHYHUWLVGHGUHPSHOHQVFKXOGJHYRHORPGH]RUJRYHUWHGUDJHQRRNODJHU,QGHWUDLQLQJYRRU de Maatjes wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan netwerkcoaching. Af en toe worden deze vrijwilligers ook voor respijtzorg ingezet. Altijd in overleg met de vrijwilliger uiteraard. In de Gids voor informele en vrijwilligerzorg, die in 2010 is uitgebracht staan alle samenwerkende partners beschreven. In eerste instantie was deze gids met name voor intermediairen (maatschappelijk werk, Diaconie, gemeente, Thuiszorg, GGZ, enz.), zodat deze zelf ook met de vragen van hun cliënten (waaronder ook mantelzorgers) aan de slag kunnen als het gaat om vrijwilligersinzet. Deze gids blijkt ook voor cliënten zelf goed toegankelijk.
Yildiz (30 jaar, Turkije) “Ik zie mijzelf nog steeds voor mijn moeder zorgen, en ik denk dat deze zorg tegen die tijd wel zwaarder wordt. Ook vrees ik voor mijn vader, hij is een zware roker en ik denk dat hij op den duur ook zorg nodig zal krijgen. Maar anderzijds wonen ook zijn zussen hier, dus die zouden ook voor hem kunnen zorgen. Maar ik voel nu al die plicht als het zover komt dat ik ‘moet’. Ik denk zelfs: wat zouden ze doen als ik doodga? Wie gaat er dan voor hen zorgen en voor mijn kinderen? Ik geef mijn leven momenteel een 7, vroeger zou ik het een 4 hebben gegeven. Ik zou willen dat het nog beter wordt: een 9. Maar om dat te bereiken moet ik meer ‘nee’ zeggen en nog beter voor mijzelf leren opkomen.”
15
Mantelzorgondersteuning | Praktijkvoorbeelden
Hoeveel kost het Er is een coördinator respijtzorg, voor 18 uur. De informele zorgorganisaties hebben vier bijeenkomsten per jaar. Het Steunpunt Mantelzorg voert het secretariaat en het voorzitterschap. De bijeenkomsten dienen ook een breder doel: elkaar versterken, kennis- en informatie-uitwisseling enz. Ook de beleidsambtenaar Welzijn van de gemeente schuift aan en ontvangt de notulen. In een agendacommissie waar twee deelnemers en de twee medewerkers van het Steunpunt Mantelzorg zitting hebben, worden de onderwerpen gekozen en voorbereid. Er worden, indien van toepassing, ook gastsprekers uitgenodigd, waar tot nu toe niet veel kosten aan verbonden waren. Welke partners Alle informele zorginstellingen, zoals: VPTZ, Buddynetwerker, De Zonnebloem, Stadsdiakonaat, Stichting Alzheimer, Johaniter Hulpverlening, Perspektief Vriendendienst, Humanitas, Rode Kruis, Vrijwilliger Thuiszorg VTZ (voorheen Praktische Thuiszorg MEE) doen mee. Hoe lang voordat het een succes is Het eerste jaar was veel kennismaken, elkaar leren kennen. In 2010 en 2011 hebben we al veel praktisch van elkaar en de samenwerking kunnen profiteren door gezamenlijke werving op informatiemarkten (gezamenlijke informatiestands, gezamenlijk PR-materiaal), uitwisseling van vrijwilligers, gezamenlijke bijscholing voor vrijwilligers, en kennis- en informatie-uitwisseling. Waar te zien www.startpuntwonenzorgwelzijn.nl (sociale kaart) www.divadelft.nl (mantelzorg)
Stefan (44 jaar, Nederlands) p,NEHQ]HOIPDQWHO]RUJHUJHZHHVW,N]LHGDWHUHHQƮLQNHJURHSPDQWHO]RUJHUVLVGLHPRQGLJ]LMQ]HOIYULMDDUGLJGHZHJ wel weten te vinden, zich goed informeren over de materie om gelijkwaardig te kunnen meepraten met de hulpverleners. Maar er is ook een grote groep (misschien wel de grootste) die juist wat verloren zijn, er alleen voor staan, niet goed weten wat ze moeten doen, bang zijn om hulp te vragen, het geld niet hebben om eenvoudige oplossingen zelf te regelen. Ik denk dat dit de mensen zijn die je in eerste instantie kunt helpen om op gang te komen en daarna ook weer kunt loslaten. En juist omdat mantelzorg iets is wat er vaak insluipt, gaat het mensen vaak boven het hoofd voordat ze er erg in hebben (beetje zoals de kikker die niet in de gaten heeft dat het langzaam warmer wordende water straks gaat koken). In mijn ogen is het zo dat dingen pas gaan wringen als ze niet passen bij wat je wilt, of wat je omgeving wil, of als wat je denkt dat je omgeving van je verwacht niet bij jou past. Als die omgeving het normaal vindt dat je elkaar helpt en dat ook de lamme de blinde kan helpen, wordt het leven voor iedereen waardevoller. Je bent ‘zelfs’ nog van waarde als je ‘lamme’ bent, want je helpt de ‘blinde’.
16
Interview
De mantelzorger uit het isolement Dat respijtzorgcoördinator Janny Gort behalve met respijtzorg en het Maatjesproject ook bezig is met een project over sociaal isolement, zegt veel: “Daar zijn wel raakvlakken, mantelzorgers zitten vaak in een sociaal isolement.”
“Ik heb getallen gezien dat er 9000 mantelzorgers zijn in Delft, wij hebben er 300 op onze lijst staan. Wij kennen dus lang niet alle mantelzorgers. Maar we proberen er voor te zorgen dat diensten en hulpverleners die er zijn voor degene die zorg nodig heeft, ook oog hebben voor de mantelzorger.” Het Steunpunt verzorgt een nieuwsbrief, organiseert themabijeenkomsten - algemeen en speciaal op allochtonen toegesneden-, geeft voorlichting, verzorgt de dag van de mantelzorg. En dat is maar een greep uit het hele arsenaal. “Mantelzorger worden, overkomt je. Moeder wordt ziek en opeens heb je een aantal zorgtaken. Mensen denken dan niet: ‘Hé, ik ben nu mantelzorger.’ Dat besef komt pas als ze bijvoorbeeld een cursus ‘Tijd maken voor jezelf’ zien en dan ineens inzien dat dat over henzelf gaat.” Passende oplossing is voor iedereen anders “Mensen worden naar ons doorverwezen of ze kennen ons en weten ons te vinden. Door publicaties over activiteiten in de krant en via brochures. Lang niet altijd hoef je met een oplossing aan te komen in de zin van een respijtzorger, een gesprek kan al voldoende zijn. Maar soms is er ook wel behoefte aan respijtzorg, en dan gaan we op zoek. Een voorbeeld? Een vrouw zou Engelse les willen volgen, maar ze durft haar moeder niet alleen te laten. Dus gaan we op zoek naar een oppas. Het moet iemand zijn die dezelfde taal spreekt als de moeder. Toevallig heb ik een Iraanse buurvrouw met een groot netwerk in Delft en zij gaat verder voor mij op zoek. Zo kom je stukje bij beetje tot een oplossing, en die is voor iedereen anders.” Helpen bouwen aan een eigen netwerk “Het vinden van een respijtzorger is passen en meten. Voordat de mantelzorger de zorg overdraagt aan iemand die hij helemaal niet kent, dat is toch wel wat. Dus het heeft ook wel even tijd nodig. En het is niet zelden dat ik een respijtvrijwilliger geregeld heb en dat mensen toch afhaken. We merkten wel vaker dat de behoefte van mantelzorgers eerder lagen bij de mogelijkheid om gewoon eens met iemand te praten en hun hart te luchten. Daarom zijn we die Maatjes van de Mantelzorgers op gaan zetten, vrijwilligers die aandacht besteden aan de mantelzorgers. Ze kunnen een keer oppassen, maar dat is niet de insteek. Het maatje is een soort netwerkcoach, iemand die de mantelzorger in een periode van drie tot zes maanden helpt om te kijken wat iemand nodig heeft en daarbij eventueel het bestaande netwerk aanspreekt of probeert uit te breiden.” “Alles waar we nu in investeren en wat nog als bijzonder ervaren wordt of waar even nog niet aan gedacht was, zal in de toekomst normaal moeten worden. We zullen elkaar veel meer moeten gaan helpen. We zijn nog aan het zaaien, en daar zal iets moois uit moeten groeien.”
17
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
Kansen en kanteling
18
Mantelzorgondersteuning | Praktijkvoorbeelden
In het kantelen gaat het erom dat burgers (weer) in een proces komen waarin zijzelf creëren of de gelegenheid krijgen om hun eigen lot te controleren en de beslissingen te beïnvloeden die hun eigen leven aangaan.
De methodiek Het project Kansen en Kanteling richt zich onder andere op het eerste contact, waarbij in de intake, de vraagverheldering HHQEHODQJULMNHUROJDDWVSHOHQ'DWEHWHNHQWGDWKHWRQGHUVFKHLGWXVVHQGHWDNHQYDQ KHWKXLGLJHIURQWHQEDFNRƯFH een andere dimensie krijgt. Voor het project Kansen en Kanteling wordt het onderscheid tussen de gemeentelijke IURQWRƯFHHQEDFNRƯFHGDQRRNORVJHODWHQ1LHWGHDDQYUDDJPDDUGHEXUJHUVWDDWFHQWUDDO9RRUGHEXUJHULVKHW belangrijk dat er een vast contactpersoon komt. Deze contactpersoon behandelt zijn hulpvraag en blijft dit monitoren. De contactpersoon heeft als taak de hulpvraag te verhelderen en beschikbare oplossingen in casuïstiekbesprekingen met het Team Zelfregie te zoeken. De vraagverheldering gaat over alle leefgebieden van de burger en beperkt zich niet alleen tot producten van de Wmo. De medewerkers krijgen de bevoegdheid om voorstellen te doen over toe te wijzen mogelijke voorzieningen. De projectmedewerker probeert in het psychosociaal gesprek in één keer een totaal beeld van de problematiek in kaart te brengen. De vraagverheldering leidt tot inzicht in: r r r r r
RIHUHHQYUDDJDFKWHUGHYUDDJLV KHWJHHQGHFOLÆQW]HOINDQRSORVVHQHPSRZHUPHQW RIHHQGRRUYHUZLM]LQJQRGLJLV RIHHQDDQYUDDJQRGLJLV KHWWLMGLJRQGHUNHQQHQYDQWRHNRPVWLJHYUDJHQSUHYHQWLHYHZHUNLQJ
Wie is de trekker In september 2009 is er in de gemeente Haarlemmermeer een pilotproject gestart onder de noemer ‘Kanteling en Kansen’. Er is een Team Zelfregie ingesteld, dat aan de slag is gegaan met ‘Het Gesprek’, dat tussen gemeente en burger ZRUGWJHYRHUG+HWSURMHFWORRSWWRWMXOL+HWGRHOYDQGHSLORWLVRPRQGHU]RHNWHGRHQQDDUGHHƪHFWHQYDQHHQ grondige vraagverheldering. Hoe komen we er in Het Gesprek achter welke vraag de burger werkelijk heeft? Kunnen we op deze manier inderdaad tot beter passende oplossingen komen? In het multidisciplinair Team Zelfregie, zitten medewerkers van de brede welzijnsorganisatie, van het Steunpunt Mantelzorg, MEE en (balie)medewerkers van de gemeente. Wat is het vernieuwende 1DHHQMDDU.DQVHQHQ.DQWHOLQJ]LMQELQQHQGH]HSLORWGHYROJHQGHHƪHFWHQ]LFKWEDDU r 9HUEHWHULQJYDQGHJHPHHQWHOLMNHGLHQVWYHUOHQLQJ r ,QYXOOLQJYDQKHWFRPSHQVDWLHEHJLQVHOHQGHRQWMXULGLVHULQJYDQKHWYHUVWUHNNLQJHQEHOHLG r *URWHUHSURIHVVLRQDOLVHULQJYDQGHJHPHHQWHPHGHZHUNHUV r 1HWZHUNRQWZLNNHOLQJWXVVHQGHJHPHHQWHHQSDUWQHUV r 3RVLWLHYHQHYHQHƪHFWHQQDDVWGHEHRRJGHGRHOVWHOOLQJ r (HQYRRU]LFKWLJHYHUZDFKWLQJGDWJHNDQWHOGZHUNHQNRVWHQEHVSDUHQGNDQ]LMQ Hoeveel kost het De VNG heeft op basis van een aantal pilots een analyse gemaakt en komt tot de volgende conclusie: een goede kanteling kan tot 15 procent besparing opleveren en in een slechte kanteling nemen de kosten met 5 procent toe. In een gekantelde situatie worden de kosten opgedreven doordat: r PHHUWLMGZRUGWEHVWHHGDDQYUDDJYHUKHOGHULQJHQKHWGRRUVSUHNHQYDQRSORVVLQJHQ r PHGHZHUNHUVHHQKRJHUNZDOLWHLWVQLYHDXKHEEHQ r DUUDQJHPHQWHQYDNHUHLJHQNUDFKWVRFLDOHQHWZHUNHQHQDOJHPHQHYRRU]LHQLQJHQEHYDWWHQ r PHHUPHQVHQZRUGHQEHUHLNW r PHHUWLMGYRRUQD]RUJQRGLJLV
19
Mantelzorgondersteuning | Praktijkvoorbeelden
Besparingen worden gerealiseerd omdat: r DUUDQJHPHQWHQPLQGHUYDDNLQGLYLGXHOHYRRU]LHQLQJHQEHYDWWHQRPGDWDOWHUQDWLHYHRSORVVLQJHQZRUGHQ JHYRQGHQLQGHVIHHUYDQGHHLJHQNUDFKWVRFLDOHQHWZHUNHQDOJHPHQHYRRU]LHQLQJHQ r HUPLQGHUEH]ZDDUVFKULIWHQZRUGHQLQJHGLHQG r GHGXXU]DDPKHLGYDQDUUDQJHPHQWHQKRJHULV r GH]RUJFDUULÃUHYDQEXUJHUVYODNNHULVGDWZLO]HJJHQKHWDQWLFLSHUHQRSYHU]ZDULQJYDQGH]RUJYUDDJ
Welke partners De kern van het project wordt gevormd door het Team Zelfregie (de werkgroep). In deze werkgroep nemen de projectleider HQHHQDDQWDOGRRUGHSURMHFWJURHSDDQJHZH]HQJHPHHQWHOLMNHPHGHZHUNHUVGHIURQWRƯFH:PREDFNRƯFH=RUJ Verlengde FO, BO- Werk en Inkomen) en consulenten van partnerorganisaties (stichting MEE, stichting Meerwaarde, Steunpunt Mantelzorg) zitting. Het Team Zelfregie bestaat uit tien personen. De projectleider is voorzitter van de vergaderingen van het Team Zelfregie. Hoelang voordat het een succes is De pilot heeft tot de tussenrapportage april 2011 geleid tot: r WHYUHGHQEXUJHUVGLHKHWJHYRHOKHEEHQGDW]HPHHUVHULHXVZRUGHQJHQRPHQ r LQWHJUDOHKXOSYHUOHQLQJDOVJHYROJYDQYUDDJYHUKHOGHULQJ r SUHYHQWLHYHZHUNLQJGRRU EHWHUHVLJQDOHULQJYDQGHSUREOHPDWLHN r GRRUYHUZLM]LQJQDDUGHPHHVWDGHTXDWHSHUVRRQRUJDQLVDWLH r ODDJGUHPSHOLJKHLGZDDUGRRUEXUJHUVVQHOOHUKXOSNXQQHQYUDJHQ r RSORVVLQJHQGLHJHYRQGHQ]LMQLQGHnHLJHQNUDFKWoVRFLDDOQHWZHUNFROOHFWLHYHYRRU]LHQLQJHQHQLQGLYLGXHOH YRRU]LHQLQJHQ r LPDJRYHUEHWHULQJYDQGHJHPHHQWHYROJHQVGHEXUJHUVGLHDDQGHSLORWPHHGHGHQ Waar te zien Linda van der Zwaan is projectleider:
[email protected]
Sulaika (30 jaar, Antillen) “Mijn broer wil nu weer naar een afkickkliniek, maar ik vraag me af of het iets uithaalt. Ik heb hem geadviseerd psychische hulp te zoeken. In onze familie komt veel psychische problematiek voor. Ons ‘gezin’ bestaat uit acht kinderen (vijf broers, drie zussen), maar wel van acht verschillende vaders. Ik hoef je dus niet uit te leggen dat mijn moeder geen stabiele vrouw LV=HLVLQGHZDUHQ]H]LHW]LFK]HOIDOWLMGDOVKHWVODFKWRƪHUYDQDQGHUHQ=LMKHHIWKHWDOWLMGPRHLOLMNHQNDQHUGDDURP niet voor haar kinderen zijn. Ik weet niet beter, ik zorg eigenlijk al vanaf dat ik me kan herinneren voor haar. Maar ik ben niet boos, ik neem het haar niet kwalijk. Zij doet haar best en kan niet meer of beter voor haar kinderen dan dit. Ik wil geen verwijten maken, daar schiet niemand iets mee op. Ik probeer gewoon respectvol te blijven en onvoorwaardelijk liefde en genegenheid aan haar te geven.”
20
Interview
Passende oplossing door te kijken naar het totaalplaatje Kansen en kanteling draait om het Gesprek. Met een hoofdletter, want in het pilotproject is het persoonlijke contact tussen de burger en de gemeentelijke organisatie de spil waar het om draait. “Een psychosociaal gesprek,” noemt projectleidster Linda van der Zwaan het.
De Haarlemmermeerse burger die zich aan het gemeentelijke Wmo-loket meldt, loopt een gerede kans dat hij of zij de mogelijkheid krijgt aangeboden om in een aparte ruimte een uitgebreid gesprek te voeren. Welke mensen die mogelijkheid krijgen? ‘Dat heeft te maken met fingerspitzengefühl. De baliemensen hebben geleerd om signalen op te pikken. Ze kijken naar lichaamstaal, luisteren goed naar de vraag en kijken of er een vraag achter de vraag zit. Daar zijn geen concrete criteria voor opgesteld, dat is ondoenlijk.’ Intergratie van front- en backoffice Waar de baliemedewerker vroeger louter de eerste formaliteiten afhandelde, is deze nu degene die bepaalt of mensen eventueel in aanmerking komen voor de pilot. ‘En ze kunnen eventueel ook het uitgebreide gesprek voeren. Het verschil tussen front- en backoffice zoals wij dat kenden, is opgeheven. In het multidisciplinaire team Zelfregie dat de pilot uitvoert, zitten mensen van de brede welzijnsorganisatie, van het steunpunt mantelzorg en (balie) medewerkers van de gemeente. Ze zijn getraind in gesprekstechnieken en empowerment.’ Het grotere geheel bekijken Een uitgebreid gesprek draait om integrale vraagverheldering en is, zoals Linda van der Zwaan het noemt, een psychosociaal gesprek. ‘Dus geen psychologisch gesprek, dat is nadrukkelijk iets anders. We kijken naar alle levensdomeinen en benoemen de gedachtes en gevoelens die daarbij horen. Maar we blijven wel de gemeente, dus hoe diep we gaan, dat is wel een beetje begrensd. Als het bijvoorbeeld over vroeger gaat, is dat meestal meer een taak voor een psycholoog. Het kan, maar soms is het niet gepast. Bij ons gaat het eerder om het fysieke, de dagbesteding, de sociale contacten.’ Duwtje in de rug op weg naar dubbele winst Waar zo’n gesprek toe kan leiden, laat zich mooi illustreren aan de hand van het verhaal van de alleenstaande vrouw die een probleem had met het leerlingenvervoer van haar chronisch zieke zoon. In het Gesprek kwam de vraag aan de orde of er nog meer knelpunten waren. Die bleken er te zijn: door een scala aan problemen was ze werkloos. Samen met een lid van het team Zelfregie is haar week in kaart gebracht en toen bleek al snel dat het mogelijk was om een baan te zoeken. Nu werkt ze in een schoenenwinkel. ‘En ook de vraag over het leerlingenvervoer van haar zoon is opgelost. Hier is sprake van dubbele winst. De vrouw is gelukkiger en de gemeente is goedkoper uit omdat zij zichzelf nu bedruipt.’ De burger bewust maken van zijn eigen mogelijkheden, daar gaat het om. “Mensen vinden het moeilijk om hulp te vragen, willen onafhankelijk zijn. Wij zetten mensen ook niet in hun eigen kracht, dat doen ze op eigen houtje. Wij geven misschien net dat kleine duwtje in de goede richting.”
21
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
Website “Zorgvoorelkaar”
22
Mantelzorgondersteuning | Praktijkvoorbeelden
Zorgvoorelkaar is in augustus 2011 gelanceerd in vier gemeenten. Vanaf 2012 komt de website ook beschikbaar in andere Nederlandse gemeenten. Zo worden gemeenten, zorg-, vrijwilligersen welzijnsorganisaties gekoppeld aan de behoefte van burgers die een voorziening, hulp of ondersteuning nodig hebben. De Methodiek Gemeenten hebben vanuit hun compensatieplicht in de Wmo behoefte aan toegankelijke manieren om burgers met een beperking bij te staan in hun behoefte aan voorzieningen, hulp en ondersteuning. De rol van informele zorg heeft hier een toenemend belang in. Op Zorgvoorelkaar kunnen burgers hun eigen sociale netwerk in de buurt versterken, wat leidt tot meer zelfredzaamheid en participatie. Binnen de sector van Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorgorganisaties (VVT) zijn in toenemende mate vrijwilligers nodig om de kwaliteit van de zorg en leven voor hun klanten zo hoog mogelijk te laten zijn. Zorgvoorelkaar biedt organisaties in de VVT-sector een platform om meer vrijwilligers te werven, te zorgen voor betere matchmaking en om het organiseren van de inzet van vrijwilligers te vergemakkelijken. Zorgvoorelkaar biedt welzijns- en vrijwilligersorganisaties een vernieuwend platform om vrijwilligers te werven en in te zetten. Dankzij Zorgvoorelkaar kan de inzet van vrijwilligers makkelijker georganiseerd worden, waarmee het een uitstekende aanvulling is op bestaande wervingskanalen, zoals de eigen vrijwilligersvacaturebank. Tot slot kan de inzet van vrijwilligers ook beter worden afgestemd met de andere organisaties in de regio, doordat zij allen op hetzelfde platform actief kunnen zijn. Zorgvoorelkaar is dé online marktplaats voor vrijwillige hulp en professionele zorg in Nederland. Vergelijk het met Marktplaats.nl, maar dan voor zorg en welzijn. Het is niet alleen een website voor mantelzorgers, maar voor alle mensen die zorg of hulp zoeken en organisaties die vrijwilligers willen vinden en matchen. Via Zorgvoorelkaar plaatsen mensen een opdracht om zo makkelijk in contact te komen met vrijwilligers en professionele zorgaanbieders bij hen in de buurt. 7HYHQVLVKHWHHQLQVWUXPHQWYRRU]RUJZHO]LMQVHQYULMZLOOLJHUVRUJDQLVDWLHVRPHƯFLÆQWHUHQHƪHFWLHYHUYULMZLOOLJHUVWH vinden en te matchen. Wie is de trekker Stichting I-nspire is een organisatie die zich inzet om internettoepassingen met maatschappelijke impact te ontwikkelen en te implementeren. Indien de toepassing voldoende ontwikkeld is, wordt deze als een zelfstandig bedrijf in de markt gezet met als voorwaarde dat het voldoende inkomsten kan genereren. Op die manier kunnen de concepten duurzaam blijven voortbestaan, zonder volledige afhankelijkheid van subsidies. I-nspire combineert zo “doing good” met “doing business”. Social Care Network B.V. is door I-nspire opgericht om Zorgvoorelkaar verder in de markt te zetten. Voor meer informatie over I-nspire verwijzen wij u graag door naar www.i-nspire.nl. Wat is het vernieuwende Zorgvoorelkaar is een online marktplaats voor vrijwillige en professionele zorg & welzijn. Het is de eerste website LQ1HGHUODQGGLH]LFKVSHFLƬHNULFKWRSKHWELMHONDDUEUHQJHQYDQ]RZHOYULMZLOOLJHDOVSURIHVVLRQHOH]RUJRSHHQ gebruiksvriendelijke manier. Particulieren die professionele zorg of vrijwillige ondersteuning nodig hebben, kunnen hier hun zorgvraag plaatsen, maar ook zorginstellingen die vrijwilligers zoeken. Tevens brengt het in kaart welke zorg of hulp in de buurt gevraagd wordt, zodat burgers weer meer voor elkaar gaan zorgen. Het is een makkelijke en laagdrempelige manier om vrijwillige of professionele zorg te vinden. Zo komen er meer vrijwilligers die zich gaan inzetten in de zorg. Mensen krijgen vaker de hulp of zorg die ze nodig hebben en minder mensen vallen tussen wal en schip.
23
Mantelzorgondersteuning | Praktijkvoorbeelden
Hoeveel kost het Voor gemeenten is het gratis. Het is ook gratis voor zorgvragers, vrijwilligers en vrijwilligers- en welzijnsorganisaties. In de toekomst zal alleen een abonnement gevraagd worden aan de (commerciële) zorgaanbieders. Welke partners De partners zijn Actiz en Mezzo. De eerste klanten vanaf augustus 2011 zijn: Etten-Leur, Geldrop-Mierlo, Breda en Westland. Hoelang voordat het een succes is In augustus 2011 is gestart met de eerste pilots en eind 2012 hoopt men een goed beeld te hebben van de resultaten. Waar te zien www.zorgvoorelkaar.com
[email protected]
Ismael (17 jaar, Algerije) Vanaf zijn veertiende zorgt hij al voor zijn invalide moeder. “Eerst deed ik dat samen met mijn broer, maar die woont nu op zichzelf.” Het betekent dat van Ismael meer verwacht wordt dan in een standaardgezin gebruikelijk is. “Ik doe boodschappen, ik kook regelmatig en ik maak schoon, omdat mijn moeder dat niet kan doen.” Iedere dag gaat hij direct vanuit school naar huis, naar zijn moeder. “Dan weet ik pas of ik wat kan gaan doen met mijn vrienden.” Er zijn honderden jonge mantelzorgers zoals Ismael, die nog voordat ze volwassen zijn, extra verantwoordelijkheden krijgen omdat een ouder, oma of broertje tijdelijk of voor langere tijd extra hulp nodig heeft. Zo is de eveneens zeventienjarige Loubna niet anders gewend dan dat ze voor haar oudere, gehandicapte broer moet zorgen. “Ik doe dat samen met mijn andere broers en zussen, dat scheelt, maar er moet wel altijd iemand zijn, bijvoorbeeld om hem zijn medicijnen te geven.” Ismael en Loubna vinden het heel normaal. Ismael: “Het voelt niet als een verplichting, ik ben er juist trots op.”
24
Interview
Combineren van ‘doing good’ en ‘doing business’ Zijn eerste stappen in de wereld van het sociale ondernemerschap zette Mathijs Huis in ‘t Veld in India, waar hij zich bezighield met de kwestie hoe tuktukchauffeurs een betere sociale status te bezorgen. Terug in Nederland ging hij samen met Patrick Anthonissen brainstormen hoe ze hun gezamenlijke ambitie om ‘doing good’ en ‘doing business’ te combineren, konden vormgeven. Het was hun beider geloof in de bindende kracht van internet die leidde tot Zorgvoorelkaar.com.
Ondernemen met maatschappelijk relevante doeleinden “Op een gegeven moment ontdekte ik dat het ondernemerschap een mooi vak is, maar dat het voor mij niet voldoende was om daar alleen maar geld mee te verdienen. Dus ben ik op zoek gegaan naar manieren om ondernemen te combineren met maatschappelijk relevante doeleinden. We wilden een maatschappelijke uitdaging oppakken en vervolgens kijken of we daar met internet en een verdienmodel een gezond bedrijf van konden maken. We kwamen uit bij de zorg. Als je kijkt naar de vergrijzing, de stijging van de zorgkosten en het nijpende personeelstekort, dan is de conclusie dat mensen meer voor elkaar moeten zorgen onvermijdelijk. En als zorgbehoevende zal je minder bij de overheid terechtkunnen en zelf de regie in handen moeten nemen. Een platform dat mensen met elkaar in contact brengt, zoals Zorgvoorelkaar dat is, is een uitstekende manier om de uitdaging aan te pakken.” Vraag en aanbod in zorgbehoefte “Traditioneel waren er sites waar je terecht kon om adresgegevens op te zoeken. Een Gouden Gids voor de zorg. Web 1.0 noem ik dat, omdat het puur een doorverwijsfunctie heeft. Wat wij doen, web 2.0 in mijn woorden, biedt veel meer mogelijkheden voor gebruikers om direct een passende oplossing te vinden voor hun eigen zorgbehoefte. Bovendien kunnen gebruikers punten toekennen aan bepaalde aanbieders, zodat de ervaring van anderen jou nog beter kan helpen een keuze te maken. Ook voor de vrijwilliger die zich aanmeldt, is het makkelijker. Die maakt een profiel aan: wie ben ik, waar ben ik naar op zoek en hoeveel tijd heb ik daarvoor beschikbaar. Vervolgens krijg je aanbiedingen toegestuurd die bij dat profiel passen. We zijn een marktplaats van vraag en aanbod, met rubrieken aangeboden en gezocht.” Van maatschappelijke uitdaging tot gezond bedrijf “Zorgvoorelkaar draait op dit moment in vier proefgemeenten. Begin 2012 willen we onze conclusies trekken: wat werkt wel en wat niet? Op basis van deze uitkomsten zullen we ons plan uitrollen om in 2013 landelijk dekkend te kunnen zijn. Het platform is nu nog gratis, maar wij vinden het wel belangrijk dat we er op termijn geld mee kunnen genereren. In de welzijnshoek zie je te vaak dat fantastische initiatieven moeten stoppen omdat ze geheel afhankelijk waren van subsidie. Daarom is het belangrijk dat we een verdienmodel koppelen aan dit initiatief, dat we onszelf kunnen bedruipen. Er zitten legio mogelijkheden in ons systeem voor instellingen om geld te besparen, dus zijn we een interessante investering.”
25
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
POM-methode
26
Mantelzorgondersteuning | Praktijkvoorbeelden
Oudere migranten verdienen onze aandacht: Programma Oudere Migranten (POM). Zij hebben met hun komst en hun inzet bijgedragen aan de ontwikkeling van de Nederlandse welvaart. Nu bereiken ze een leeftijd waarop ze onze zorg nodig hebben.
De methodiek Actieve opsporing van de mantelzorger: Als een cliënt wordt aangemeld bij een zorginstelling, wordt ook contact opgenomen met de mantelzorger en wordt een afspraak voor een POM-gesprek gemaakt. Tijdens het POM-gesprek wordt de belasting van de mantelzorger in kaart gebracht met behulp van een standaardvragenlijst en wordt gekeken waar de mantelzorger knelpunten ervaart. Met behulp van de “Gids voor mantelzorgers” wordt de mantelzorger geïnformeerd over ondersteuningsmogelijkheden die dicht bij huis te vinden zijn. Ook als de mantelzorger nog geen behoefte heeft aan ondersteuning is het belangrijk dat hij of zij weet waar hulp te vinden is. Het kenmerkende van POM is dat niet gewacht wordt tot de (overbelaste) mantelzorger zich zelf meldt, maar dat de zorginstelling vanuit een coachende stijl het initiatief neemt om met de mantelzorg in gesprek te komen. Dit is des te belangrijker omdat mantelzorgers zelf vaak allerlei belemmeringen ervaren om ondersteuning te vragen. Daarnaast stelt de mantelzorgconsulent thema’s aan de orde als zicht krijgen op de eigen mogelijkheden (en die uitbouwen) en de eigen grenzen in de familie bespreekbaar maken. De ondersteuning is gericht op voorkomen van isolement en overbelasting bij de mantelzorger. Het project in Delfshaven is uitgegroeid tot POM, dat inmiddels in vier deelgemeenten succesvol wordt ingezet om oudere migranten te bereiken. Belangrijk element van het programma is de inzet van allochtone cultuurtolken. Ook elders ziet men de kracht van de allochtone zorgconsulent bij het bereiken van deze specifieke groep. Zo zijn in 2009 twee allochtone mantelzorgconsulenten aangesteld bij het Startpunt wonen zorg welzijn in de gemeente Delft. Eind 2006 is bij het Trimbosinstituut de landelijke editie van POM verschenen. De uitgave betreft een werkset voor preventiewerkers en zorgvernieuwers en bestaat uit de onderbouwing en beschrijving van de POM-methodiek, aanbevelingen voor de organisatie van dit aanbod en trainingsprogramma’s om medewerkers te leren mantelzorgvragen te signaleren en de POM-methodiek toe te passen. Wie is de trekker Het is als project in Delfshaven door het Ouderenwerk van SMDD ontwikkeld. De eerste jaren met eigen middelen. Vervolgens - na succes - heeft de deelgemeente structureel gefinancierd. Het Steunpunt Mantelzorg in de wijk Delfshaven in Rotterdam werkt al jaren met een allochtone mantelzorgconsulent. Door individuele gesprekken en groepsactiviteiten maakt de mantelzorgconsulent mantelzorgers wegwijs in het doolhof van voorzieningen en stimuleert hen op tijd hulp te vragen. Wat is het vernieuwende De volgende thema’s zijn vernieuwend: r &XOWXXUWRONHQEHWDDOG r 6DPHQZHUNLQJPHWGH]HOIRUJDQLVDWLHVPRVNHHÆQYURXZHQJURHSHQYHUHQLJLQJHQHQ] r 2QGHU]RHNQDDUPLJUDWLHJHVFKLHGHQLVHQQDDUGHEHOHYLQJVZHUHOGYDQGHRXGHUHPLJUDQWHQ r 9HHORXWUHDFKHQGZHUNHQUHJLVWUDWLHHQLQWHUYLVLH r 0DQWHO]RUJHUVNULMJHQYHUWURXZHQLQSURIHVVLRQHOHKXOSYHUOHQLQJ r 9LDSURIHVVLRQHOHKXOSNHQQLVRQWZLNNHOHQRYHUGHYRRU]LHQLQJHQHQGLHQVWYHUOHQLQJ r 3UHYHQWLHIZHUNHQYHUPLQGHUWGUXNRS]RUJPHHURXGHUHPLJUDQWHQ]RHNHQKXOSLQGH]RUJKXLVDUWVHQ
27
Mantelzorgondersteuning | Praktijkvoorbeelden
Hoeveel kost het Bij het nadenken over hulpverlening aan migranten, kijken organisaties vaak naar gescheiden oplossingen: een eigen afdeling, of een aparte stichting. Dat is in onze ogen niet nodig. Voor oudere migranten hoef je als organisatie voor ouderenwerk géén apart aanbod in te richten. Ze hebben immers dezelfde vragen als autochtone ouderen. Evenmin is het nodig voor elke groep een ‘eigen’ hulpverlener in dienst te hebben. Dat vereist grote investeringen en is niet goed voor de professionaliteit van de hulpverlener. POM laat zien dat het mogelijk is met bestaande middelen deze groep ook te bereiken. Behalve het inzetten van de Cultuurtolken, dat kost extra geld. Welke partners POM is gestart in Delfshaven. Initiatiefnemer Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Delfshaven (SMDD) zocht daarvoor de samenwerking met de deelgemeente Delfshaven en met zelforganisaties. Momenteel werken vier Rotterdamse organisaties met POM: Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Delfshaven SMDD), Stichting Welzijn Feijenoord (SWF), Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Centrum (SMDC) en Stichting Ouderenwerk Noord (SON). Hoelang voordat het een succes is In het Rotterdamse Delfshaven zijn de afgelopen jaren flinke successen geboekt in het bereiken van deze bijzondere doelgroep. Centraal in de gedachtegang is het omkeren van de inspanning. Het bereiken van de ouderen is een taak van de instelling. ‘Zij weten ons niet te vinden’ wordt ‘Hoe kunnen we hen bereiken’. Is die bril eenmaal opgezet, dan volgt de rest als een logische stap.Na een jaar zagen wij een stijging van 30% onder de oudere migranten. Het Programma Oudere Migranten is inmiddels een stadsbreed programma in Rotterdam. POM werkt! Waar is het al werkend te zien www.smdd.nl
Meneer Çelik (81 jaar, Turkije) “Ik had nooit gedacht dat ik hier oud zou worden. Nu wil ik wel terug naar Turkije, maar mijn vrouw wil dat niet, omdat onze kinderen en kleinkinderen hier wonen. In Turkije zou je hulp van je kinderen of familie krijgen, maar hier is dat heel moeilijk. De kinderen wonen niet in de buurt, we zien ze niet zo vaak en ze hebben allemaal eigen bezigheden. Meestal breng ik mijn formulieren en brieven naar de moskee. Ik spreek geen Nederlands. Ik laat ze aan verschillende mensen lezen, maar dan krijg ik meestal verschillende antwoorden. Ik wil mensen niet lastigvallen, ze hebben allemaal dezelfde problemen als ik.”
28
Interview
Oudere migranten actief benaderen met hulp en voorzieningen “Oudere migranten zullen wel andere problemen hebben dan hun autochtone leeftijdsgenoten. Dat dachten we tenminste. Maar dat bleek niet zo te zijn. Huisvesting, gezondheid, problemen omtrent traplopen en mobiliteit: precies dezelfde thema’s.”
Zeki Celikkaya is tegenwoordig gebiedsmanager voor een grote welzijnsorganisatie in de Rotterdamse deelgemeente Delfshaven. Voorheen was hij coördinator van POM. “Wij zijn met de POMmethodiek van start gegaan rond 2000. We zagen oudere migranten wel op straat rondlopen, maar ze kwamen niet naar het maatschappelijk werk. Daarop gingen we onderzoeken hoe we deze groep beter konden bereiken. Wat waren hun specifieke problemen en hoe konden we daar het best op inspelen. Specifieke knelpunten van migranten Toen kwamen we er dus achter dat er zeer veel overeenkomsten zijn tussen de noden van allochtone en autochtone ouderen. Maar er is wel een aantal aan de cultuur gerelateerde problemen. Migranten zijn wat sneller oud geworden omdat ze zwaar werk deden. Ze hebben er vaak op gerekend dat ze op hun oude dag door hun kinderen zouden worden verzorgd, maar dat blijkt in de praktijk nogal eens tegen te vallen. En dan zie je nog vaak dat mensen heimwee hebben. Maar terugkeren is niet mogelijk, omdat ze hier kinderen en kleinkinderen hebben. Dan gaan ze pendelen, een aantal maanden per jaar terug naar hun thuisland. Wat het weer moeilijker maakt om hier te aarden. Vertalen van taal én cultuur Ook de taal is natuurlijk een probleem, een drempel om organisaties te benaderen waar voorzieningen kunnen worden aangevraagd. Het zijn mensen die je wel taalondersteuning kunt aanbieden, maar het is voor ouderen bijna onmogelijk om nog een nieuwe taal te leren. Wat je zelfs vaak ziet, is dat mensen die vroeger Nederlands spraken, dat weer verleren. De POM-methodiek is gebaseerd op deze ervaringen. Zo zijn er bijvoorbeeld cultuurtolken. Dat is een tolk die niet alleen letterlijk vertaalt, maar ook de cultuurspecifieke elementen benoemt en interpreteert. ‘Zo’n persoon kan een hulpverlener die op huisbezoek gaat bijvoorbeeld attenderen op de betekenis van een schilderij dat aan de muur hangt.” Actieve benadering De allochtone oudere is minder bekend met voorzieningen en stapt moeilijk naar de hulpverlening, maar komt wel bij de moskee en cultuureigen stichtingen. De POM-methodiek is outreachend. “We gaan naar die organisaties toe, we gaan in gesprek. We geven informatie voor die groepen. Zodat je een band hebt met de organisaties, zodat zij ook bekend worden met voorzieningen in onze deelgemeente. Binnen twee jaar nadat we gestart waren met de methode, was het bereik van onze doelgroep gestegen van 10 tot 30%. Nu is het bereik onder oudere migranten gestegen naar 52%. We horen keer op keer hetzelfde verhaal: waarom horen we nu pas hoeveel voorzieningen er zijn. En we merken hoe blij de mensen zijn als ze uitgelegd krijgen waar ze allemaal recht op hebben. Ons motto is ‘alle hulpverleners voor alle ouderen’.”
29
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
Respijtzorg Spijkenisse
30
Mantelzorgondersteuning | Praktijkvoorbeelden
Respijtzorg is de tijdelijke en volledige overname van de zorg van een mantelzorger met het doel om die mantelzorger even vrijaf te geven. Zo kunnen vrijwilligers een middag oppassen of activiteiten en uitstapjes organiseren.
De methodiek In toenemende mate hebben mantelzorgers complexe hulpvragen. Intensieve respijtzorg door vrijwilligers verlicht de taak voor deze mantelzorgers. Dat vraagt wel om vrijwilligers met specifieke vaardigheden. Er komt veel bij kijken als een organisatie voor vrijwilligerszorg het aanbod wil uitbreiden met ondersteuning voor mantelzorgers in complexe zorgsituaties. Movisie heeft samen met de gemeente Spijkenisse hiervoor een training gegeven aan een groep vrijwilligers. Wie is de trekker De gemeente Spijkenisse voert dit project uit in het kader van de Wmo, één van de rijksopdrachten is om iets te doen voor mantelzorgers die steeds meer onder druk komen te staan. De gemeente Spijkenisse financiert het project. Wat is het vernieuwende Het vernieuwende zit hem in de manier waarop dit project is opgezet. Niet alleen de lokale mantelzorg wordt geholpen doordat er vrijwillige respijtzorgers worden opgeleid. De doelgroep waarmee dit wordt gedaan zijn mensen die een uitkering genieten en die in eerste instantie niet geschikt zijn om direct te worden bemiddeld naar betaalde arbeid. Deelname is overigens vrijwillig. Zorginstellingen zijn ook vanaf het begin van het project betrokken bij de planvorming en hebben een grote stem gehad in de vormgeving van het project. Deze zorginstellingen krijgen een financiële prikkel om de extra begeleiding te geven die deze doelgroep nodig heeft. Door de zorginstellingen vanaf het begin te betrekken heeft het project een groot draagvlak gekregen en is daarom ook levensvatbaar om voor langere tijd te bestaan. De deelnemers kunnen na het positief afronden van dit project een opleiding volgen in de reguliere zorg waarbij een betaalde baan veel dichterbij komt dan voorheen. Maar misschien nog wel belangrijker is het feit dat de deelnemers door middel van een training gedurende twee jaar, werken aan een positiever zelfbeeld en met meer zelfvertrouwen in het leven komen te staan. Tot slot is het voor de zorginstellingen ook verhelderend om te zien dat de doelgroep waar nu mee gewerkt wordt PHHULQ]LMQKDDUPDUVKHHIWGDQQRUPDDOJHVSURNHQ]RXZRUGHQYHUZDFKW Hoeveel kost het Op dit moment is er per zorginstelling een begeleider nodig om de doelgroep te begeleiden. Vanuit de gemeente is een beleidsmedewerker hier een klein jaar mee bezig geweest en nu nog een coördinator die er wekelijks wat tijd in steekt. Om de continuering te garanderen verzorgt deze coördinator ook samen met Movisie de training voor respijtzorg. In geld uitgedrukt is er € 79.000,= uitgetrokken voor het project. Dit is voor twee jaar en behelst in totaal 20 deelnemers. Zoals het er nu uitziet wordt dit bedrag niet gehaald en blijven we ver binnen de begroting doordat er op diverse posten minder wordt uitgegeven dan begroot.
31
Mantelzorgondersteuning | Praktijkvoorbeelden
Welke partners Vanzelfsprekend zijn dat in eerste instantie de zorginstelling zonder wie de gemeente ‘blind’ zou moeten opereren. Zij zijn het immers die de doelgroepen het beste kennen. Daarnaast is Movisie als trainingspartner belangrijk. Tot slot vraagt het binnen de gemeente ook wat van verschillende afdelingen om bijvoorbeeld de goede kandidaten te leveren die als aspirant respijtzorgers kunnen beginnen. Hoelang voordat het een succes is Dit is moeilijk te zeggen, maar volgens het projectplan is de pilot geslaagd te noemen als na twee jaar nog twaalf deelnemers het vrijwilligerswerk blijven doen (respijtzorg dus). Echter het project zoals het nu nog steeds loopt is al een succes te noemen, omdat er nu al tekenen zijn dat steeds meer mantelzorgers hun hulpvraag durven te stellen aan de zorgorganisaties en er ook meer bekendheid komt voor het fenomeen respijtzorg. Waar te zien In Spijkenisse is het al werkend te zien. Er is geen specifieke website. Contactpersonen: /HRQ6FKRXWHQOVFKRXWHQ#VSLMNHQLVVHQO -RODQGD(OIHULQNMHOIHULQN#PRYLVLHQO
Mevrouw De Vries (74 jaar, Nederland) “Op 18-jarige leeftijd kreeg mijn zoon tijdens een gewone schooldag een acute psychose. Zijn docent belde mij en ik ben toen direct naar school gegaan om hem naar het ziekenhuis te brengen. Vanaf dat moment is hij in en uit ziekenhuizen, dagbehandelcentra en begeleid wonen gegaan. Niet overal ging het namelijk even goed. Zo zie je maar dat hulpverlening gewoon mensenwerk is. Uiteindelijk heeft hij lange tijd in een gesloten kliniek gezeten en daar had hij het erg naar zijn zin. Maar zoals zoveel andere instellingen moest hij ook daar weg. Nu zit hij alweer een tijdje in een andere kliniek, waar hij het helaas minder leuk heeft. Ik kan een heleboel hebben, maar ik word ouder en dit merk ik aan mijn lichaam. Het gaat allemaal niet zo soepel meer. Gelukkig ga ik vaak naar de lotgenotengroep en hier heb ik heel veel aan. Alleen al om GDDUPHWDQGHUHQWHSUDWHQRYHUGDWZDWPHEH]LJKRXGWLVƬMQ'DDUQDDVWEHJULMSHQZHHONDDUJRHGRPGDWZHLQGH]HOIGH situatie zitten. Als ik thuis ben dan sta ik niet zo stil bij het feit dat ik mantelzorger ben. Bij de lotgenotengroep is dit besef er wel. Dan realiseer ik mij ook hoe zwaar het soms kan zijn. Binnenkort gaan we een weekendje weg en daar kijk ik erg naar uit. Tijd voor mezelf, want mantelzorgen is toch wel een zware taak.”
32
Interview
Mantelzorger ontlast en respijtzorger klaar voor de arbeidsmarkt Leon Schouten is als klantmanager vrijwilligerswerk betrokken bij het selecteren en begeleiden van vrijwillige respijtzorgers, mensen die mantelzorgers ontlasten, in de gemeente Spijkenisse. “We zijn er altijd op gericht om plannen te maken waarbij het mes aan twee kanten snijdt. Deze aanpak is een typisch voorbeeld.”
Er komen steeds meer mantelzorgers in Nederland. De maatschappij vergrijst en de reguliere zorg staat onder druk. De zorg voor een familielid of naaste kan echter een loodzware last zijn. Werk, een eigen gezin, het is al druk genoeg. Als daar dan ook nog mantelzorgtaken bovenop komen, gebeurt het niet zelden dat het te veel wordt. De respijtzorger is een zij (de praktijk wijst uit dat het meestal een vrouw is), iemand die niet direct bemiddelbaar is naar de reguliere arbeidsmarkt. “Vaak heeft ze vroeger in de zorg gewerkt, maar door fysiek ongemak - een versleten rug of knie - is ze in de WAO terechtgekomen. Ze is veelal tussen de 30 en 50 jaar oud.” Het is een vrouw die nog iets wil betekenen voor de maatschappij, wil terugkeren in de zorg, maar dan op een ander niveau. Klaarstomen voor de arbeidsmarkt De respijtzorger wordt maximaal 20 uur per week ingezet om één of meerdere mantelzorgers bij te staan. Gedurende twee jaar wordt de afstand tot de reguliere arbeidsmarkt steeds meer verkleind. “Het is heel erg gericht op ervarend leren. We bieden geen schoolse opleiding aan. Natuurlijk moet er wat theoretische kennis worden bijgebracht, maar het gaat voornamelijk om op de praktijk aangepaste trainingen die we samen met Movisie opzetten.” Na twee jaar is de respijtzorger naar het punt toe geleid waarop zij een zogeheten Bolopleiding tot helpende in de zorg kan gaan doen. Succesvol eerste traject Van de vrouwen die aan de training begonnen, heeft er eentje betaald werk gevonden, zijn er vier afgehaakt - soms blijkt het gewoon niet te passen - en zijn er nog elf druk doende. “Dat is boven verwachting goed. Meestal is er een grotere uitval tijdens dergelijke trajecten. Ik begin in januari met een tweede groep van 20 mensen.” Brug tussen thuiszorg en verpleging “We zien dat de respijtzorgers een belangrijke signaalfunctie hebben. Thuiszorg en verpleging, dat zijn verschillende organisaties. Daardoor mist men het totaalplaatje wel eens. Je leest dat ook in de kranten, dat de signalen niet worden opgepikt. Het blijkt dat onze mensen dat wel doen. Dat gegeven integreren we nu ook in onze trainingen.” En valkuilen, zijn die er ook? “Jazeker, dat is het eigen succes. Het wordt groter en groter. In het begin vroegen we ons wel eens af waar we al die respijtzorgers moesten inzetten. Nu dreigt de werkdruk erg groot te worden. Het gaat wel om mensen die nog niet professioneel geëquipeerd zijn, dus daar moeten we de vinger aan de pols houden. En ten slotte, het risico dat dit project bij een pilot blijft. Dat zou eeuwig zonde zijn, want het is een fantastisch project.”
33
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
34
Mantelzorgondersteuning in de praktijk
35
JSO. Omdat iedereen telt Nieuwe Gouwe Westzijde 1, 2802 AN Gouda - Postbus 540, 2800 AM Gouda T 0182 547 888 - F 0182 547 889 - E
[email protected] - www.jso.nl