Mantelzorg en werk combineren kun je leren
Magazine
Dit magazine is een eenmalige uitgave en onderdeel van het project 'BaanBrekend. Mantelzorg en werk, combineren kun je leren' De artikelen 'Alles over burn-out' en 'Hoe leer je omgaan met de valkuilen in je leven' zijn met toestemming bewerkt. De oorspronkelijke teksten zijn ontwikkeld binnen het Europese project 'Evenwicht, werk en privé in balans' dat van 2001 tot juli 2004 in Limburg werd uitgevoerd. Dit magazine is een tweede, gewijzigde, druk. De eerste druk is in november 2006 in een oplage van 500 stuks in Limburg verspreid. Grafische verzorging Hoenen&vanDooren Creatieve Communicatie St.Odilienberg Fotografie Annemiek Mommers Projectleiding Dorien Strik, Thuiszorg midden-limburg Hoofdredactie Neeke Swart, Hastijns Redactie Marianne Demarteau Amalie van Stekelenburg Dorien Strik Neeke Swart Gastschrijver Theo Keltjens, Derix & Hamerslag Ambassadeurs BaanBrekend Mevrouw A. Heffels, de heer M. Eurlings. Dank voor hun bijdrage Kerstin Achtenberg, Wim Baake, Gerrie van Bolderen, Familie Bonnee, Vina Corputty, Familie Gielkens, Anette Heffels, Maria Kakarissa, Fiet Opheij, Ria Verheze en Jannie Wiskerke. Projectsubsidie
Dit magazine werd mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Ministerie Onderwijs, Cultuur & Wetenschap (OC&W) en de ontwikkelingspartners: Hastijns, Huis voor de Zorg en Thuiszorg midden-limburg. Oplage: 2500 Tweede druk, september 2007 www.baanbrekend.info
Ik lever een klein beetje mantelzorg aan mijn moeder. Ze zit in een verzorgingstehuis waar ze zich prettig voelt en omdat ik de enige ben van haar vier kinderen die in de buurt woont, zoek ik haar een paar keer per week op. Ik doe de was, haal wat boodschappen en stel haar gerust wanneer ze in de war is en daar bang van wordt. Ik zou niet op het idee gekomen zijn om dit mantelzorg te noemen als me niet was gevraagd door 'BaanBrekend' om ambassadeur te worden omdat ik immers ook mantelzorg leverde aan mijn moeder. Tot nu toe en ook in het vervolg vond ik dat zo'n beetje zorgen voor mijn moeder bij het leven hoort. Zij heeft lang voor mij gezorgd en ik nu af en toe voor haar. Zij heeft meer moeite met die rolwisseling dan ik. Wanneer ik haar was ophaal zegt ze altijd verontschuldigend dat het maar een beetje is en ik verdenk haar ervan dat ze haar dekbedden slechts met de grootste tegenzin wisselt omdat ze vindt dat het strijken daarvan zo'n werk is voor haar kind, voor mij dus. 'Wat kan ik nou eens voor jou doen,' vraagt ze als ik weg ga. Wat ik haar niet kan uitleggen is dat door het zorgen voor haar een nieuwe zachtheid in onze relatie gekomen is, die ik niet had willen missen.
Voorwoord
3
Een heel ander geval is het natuurlijk, wanneer je dag en nacht voor een zieke, partner, kind of ouder moet zorgen. Ik kom dat af en toe tegen in mijn praktijk. Groot respect heb ik daarvoor, voor het geduld en de toewijding. En terwijl de omgeving zijn bewondering uitspreekt denken sommige mantelzorgers :'Je moest eens weten'. Je moest eens weten hoe boos en ongeduldig en gemeen ik soms ben tegen hem of haar, omdat hij mijn leven bepaalt, omdat hij er altijd is, omdat ik zo'n verstikkend medelijden heb waardoor ik niet kan vluchten.' Woede, jaloezie, ongeduld, irritatie, het verlangen om de deur uit te lopen en nooit meer terug te komen dat hoort er ook bij, wanneer je voor iemand zorgt. Wanneer je 'gewoon' werk doet voor een salaris komen daar natuurlijk ook regelmatig dingen bij die je niet leuk vindt, maar daar staat dan het geld tegenover. Als je voor iemand zorgt, krijg je daar ook wel wat voor terug: een goed gevoel, iets liefs, dankbaarheid, maar lang niet altijd en vaak niet genoeg. De valkuil voor mensen die mantelzorg bieden is dat ze van zich zelf niet alleen eisen dat ze zorgen, maar ook dat ze het altijd met liefde en geduld doen. Maar liefde en geduld zijn niet met een druk op de knop leverbaar. Soms zijn ze op. En dan moet je vragen of iemand even voor jou wil zorgen, of de zorg tijdelijk over wil nemen. Sommige mantelzorgers vinden dat niet makkelijk. 'Er is niemand die het van me over wil nemen', zeggen ze. Maar soms denk ik dan ook: 'Misschien heb je al zorgend afgeleerd te vragen.' Annette Heffels
Annette Heffels is psycholoog en publicist, en is ambassadeur voor het project 'BaanBrekend. Mantelzorg en werk; combineren kun je leren'.
Inhoud
4
Colofon
2
Voorwoord
3
Inhoudsopgave
4
Leven doe je samen
5
Alles over Burn-out
6
Mantelzorg en werk hoe combineer je dat
9
Doe de stresstest
14
BaanBrekertjes
15
Verdrukte zorgzaamheid Column van Theo Keltjens
16
Hoe leer je omgaan met de valkuilen in je leven? Op weg naar empowerment
17
15 tips en adviezen
21
Zorgen doe je samen
24
Wie staan er voor jou klaar? (1)
27
Wet- en Regelgeving Er is meer dan je denkt
28
Wie staan er voor jou klaar? (2) Handige adressen en telefoonnummers
30
Over Baanbrekend Magazine
31
Leven… doe je Samen. Dat is mijn motto, zowel in mijn werk als privé. Dat motto geldt nog eens extra op het moment dat iemand in mijn naaste omgeving, bijvoorbeeld door ziekte, niet meer alles kan wat hij of zij voorheen kon en hulp van anderen nodig heeft. door Dorien Strik beleidsmedewerker bij Thuiszorg Midden-Limburg
Leven doe je samen Als ik dan in de gelukkige omstandigheid ben dat ik die hulp (mee) kan bieden, dan doe ik dat graag, zoals velen met mij. Maar wat als de zorg zwaarder wordt en je zelf in de knel kunt komen met je andere bezigheden, zoals je werk, de zorg voor je gezin, hobby's en sporten? Het dilemma kan dan zijn op welke manier dit goed te combineren is en toch te zorgen dat je leven in balans blijft. Het is dan goed om jezelf de vraag te stellen 'wat wil ik doen en wat heb ik nodig om dit te kunnen doen?' Wat iemand nodig heeft om in balans te blijven is namelijk voor iedereen verschillend. Vanuit de gedachte dat je het combineren van mantelzorg en werk kunt leren, is het project BaanBrekend opgezet. Dit project ontwikkelt instrumenten, zowel voor mantelzorgers zelf als voor werkgevers, die bijdragen aan het verbeteren van de combinatie mantelzorg en werk. Dit magazine voor werkende (en herintredende) mantelzorgers is zo'n instrument. Je kunt bijvoorbeeld ervaringen van andere mantelzorgers lezen die de zorg voor een naaste combineren met een betaalde baan. Of informatie over in balans blijven en het omgaan met valkuilen, en dat alles zoveel mogelijk gericht op het voorkomen van overbelasting. Verder vind je ook informatie over wie
welke ondersteuning kan bieden, praktische informatie en bruikbare tips. Om mantelzorg en werk goed te kunnen combineren, heb ik zelf ervaren hoe belangrijk het is om de zorg met een aantal mensen te delen en daar afspraken over te maken; een netwerk opbouwen waar je een beroep op kunt doen. Daarnaast is het gebruik maken van voorzieningen die bepaalde taken kunnen overnemen, zoals de thuiszorg, een belangrijke ondersteuning geweest. Het zorgen voor de ander doe je dus ook echt samen, zowel met andere mantelzorgers als met professionele hulpverleners. Is het in een bepaalde situatie toch beter dat je zelf meer ruimte hebt om zorg te verlenen, dan is het goed om te weten dat er diverse regelingen zijn die dit (tijdelijk) mogelijk maken. Tenslotte: BaanBrekend! De bedenkers van deze naam kwamen op deze gedachte omdat het zorgen voor je naaste een onderbreking is van je werk én het is 'baanbrekend' als je dit goed weet te combineren. Ik wens jullie dan ook veel succes met het vinden van je eigen 'baanbrekende' manier om vooral met veel voldoening te kunnen zorgen voor je naaste en plezier te hebben in je werk.
5
6
Als stress te lang aanhoudt en niet wordt opgelost, kan iemand overspannen raken. Stress en spanning ontstaan vaak op de werkvloer. Het gevolg kan zijn, dat iemand geleidelijk aan de betrokkenheid bij het werk en de directe omgeving verliest. Hij/zij krijgt last van uitputtingsverschijnselen. Overspannen mensen raken zowel lichamelijk als emotioneel uitgeput. Een andere term die wel voor overspannenheid wordt gebruikt, is het uit Amerika afkomstige begrip 'burnout'. Herken de signalen
Alles over burn-out Hoe ontstaat het? Zowel persoonlijke eigenschappen, de werksituatie en maatschappelijke factoren dragen ertoe bij dat iemand overspannen kan raken. Iemand met een groot plichtsbesef, strenge normen en waarden en een hoge motivatie is gevoeliger voor stress. Hij/zij kan geneigd zijn zichzelf te straffen als er fouten worden gemaakt. Ook iemand die gevoelig is voor rolconflicten en rolverwarring, is gevoeliger voor stress en zal in dergelijke situaties mogelijk met onzeker en angstig gedrag reageren. Gedreven, ongeduldige en gehaaste mensen zijn voor zichzelf en voor de omgeving een bron van stress. Introverte types die de neiging hebben zich af te sluiten en alles zelf op te lossen, kunnen eerder te maken krijgen met stress. Onverwerkte persoonlijke ervaringen, gebrek aan greep op het werk, te hoge verwachtingen koesteren, de angst voor het overspannen raken en al zeer jong zijn gaan werken, zijn andere persoonlijke factoren die van invloed kunnen zijn. Natuurlijk is het niet alleen 'de persoonlijkheid' die bepaalt of iemand overspannen raakt. De situatie op het werk is eveneens een belangrijke factor. Hoe zit het met het bedrijf? Stelt het bedrijf hoge eisen, hoe gaat het om met het personeel, welke rechten heeft de werknemer? Kunnen alle werknemers tot hun recht komen? Zijn er voldoende ontplooiingsmogelijkheden? Is de sfeer open? Is er ruimte voor vernieuwing? Hoe gaat het met het bedrijf? Zijn er reorganisaties, zijn er financiële problemen, is er kans op ontslag? En dan de stem van de maatschappij zelf. Hoe staat het met de arbeidsmarkt? Zijn er kansen voor ieder individu in deze snel veranderende en op jonge mensen
gerichte samenleving? Wat draagt er bij aan een leven met minder stress? In eerste instantie de acceptatie van onze situatie en van onszelf en ons vermogen om zelf de situatie te veranderen. Niemand is perfect en ieder heeft het recht om tijdelijk ontevreden te zijn over de eigen situatie. Het is een uitdaging om daar zelf wat aan te doen. Dit kan de juiste instelling zijn om thuis en op het werk een prettige situatie te creëren en te behouden.
Hoe ziet het verloop eruit? Het proces van toenemende stress en overspannenheid is onder te verdelen in negen fasen. De eerste drie fasen beschrijven het ziek worden, de volgende drie beschrijven het ziek zijn. Het herstel geschiedt eveneens in drie stappen.
Het ziek worden Fase 1: Iemand is zich nog niet bewust van een verstoord evenwicht. Wel is er een onderliggend gevoel dat de inspanning om voldoening te krijgen steeds groter wordt. Dit gevoel blijft voortdurend op de achtergrond aanwezig. Het verstoorde evenwicht uit zich in het volgende gedrag: tegenzin om naar het werk te gaan, overgevoelig raken en eerder ruzie of conflicten krijgen. Het werk wordt mee naar huis genomen. Door dit alles raakt de thuissituatie ook gespannen. Er ontstaat het gevoel tegen de klok te moeten werken en tevens gevoelens van falen. De weerstand vermindert met als logisch gevolg dat er verkoudheden en griepjes optreden.
Fase 2: Iemand wordt zich nu bewust van de groter wordende inspanning. Voldoening na het werk of na het verrichten van zorgtaken is er niet meer. Er blijft een negatieve emotie achter na de inspanning. Het lichaam gaat reageren met negatieve prikkels. Voor het onprettige gevoel wordt compensatie gezocht. Dit uit zich ook in het gedrag. Iemand weet van geen ophouden meer en gaat steeds harder werken. Vermoeidheid wordt genegeerd. Van ontspanning is geen sprake meer en het gevoel van uitputting gaat de boventoon voeren. Dit wordt ook nog in de hand gewerkt doordat iemand steeds slechter gaat slapen. In het handelen wordt men krampachtiger. En men heeft moeite met onverwachte gebeurtenissen. Hier wordt rigide of met wrevel op gereageerd. Lichamelijk komen er klachten als nek-, schouder- en hoofdpijn, maag- en rugklachten. Mogelijk wordt de eetlust minder en de behoefte aan genotmiddelen groter. Ook de zin in vrijen kan afnemen. Fase 3: Er komt verzet tegen de onprettige gevoelens. Iemand wordt minder betrokken bij het werk en de zorgtaken en toont minder respect voor de omgeving. Het gevoel naar mensen verdwijnt, er treedt vermijdend gedrag op naar klanten, collega's, vrienden en familie. Men geeft anderen de schuld van fouten en wordt steeds afweziger, ook in lichamelijke zin. Dit zijn allemaal symptomen die op de voorgrond treden.
De uitputtingsfasen Fase 4: Iemand knapt af. Hij kan en wil niet meer werken en/of zorgen. Er vindt een ziekmelding plaats. Men denkt aan ontslag en wil op zoek gaan naar ander werk. Het afhaken uit zich enerzijds in schuld- en schaamtegevoelens, en anderzijds in onverschilligheid en vermijdend gedrag. Men sluit zich af en heeft last van algehele malaise. Met uiteenlopende klachten komt men bij de arts terecht. Fase 5: Herstel blijft tegen verwachting uit. Het schuldgevoel hierover neemt toe. Iemand blijft somber, wil alleen nog maar slapen en zoekt allerlei compensatie zonder daar voldoening uit te krijgen. Soms meldt iemand zich meerdere malen beter, uit schaamtegevoel. Maar hij/zij is dan nog niet beter.
Fase 6: De balans wordt opgemaakt. 'Heb ik wel de juiste baan of werkgever? Wil/kan ik nog wel zorgen?' In deze fase raakt men vaak in conflict met zichzelf en met de omgeving, men is uit balans en weet niet meer welke weg in te slaan. Nog steeds voeren sombere gevoelens de boventoon.
Tot slot de herstelperiode Fase 7: Iemand beseft dat hij/zij ziek is en niet alleen maar moe. Men gaat tijd steken in zelfzorg. Dit uit zich onder andere door prettige activiteiten te gaan ontplooien en ondernemen. Het gevoel van voldoening komt weer terug. En herstel treedt langzaam in, iemand krijgt weer energie terug. Men moet niets forceren, alles is gericht op het herstel.
Fase 8: Er wordt een daad gesteld. Men laat weten wanneer hij/zij van plan is weer terug te keren op het werk of heeft besloten afscheid te nemen van het werk. De beslissing voor een andere werkgever of zelfs een ander beroep kan gevallen zijn. In de thuissituatie besluit men hulp te vragen bij de zorgtaken en/of deze op een andere manier in te vullen. Fase 9: Iemand moet wennen aan de nieuwe situatie. De omgeving reageert op de andere manier van werken en zorgen. Wie van beroep verandert kan het moeilijk krijgen, het verlaten van het oude beroep kan gepaard gaan met rouwgevoelens. Na hersteld te zijn, kan de angst voor een nieuwe burnout nog regelmatig de kop opsteken.
Tips? Door zelfonderzoek kun je kijken hoeveel en wanneer je last hebt van stress. Kijk waar de problemen vandaan komen: hangen de problemen op het werk samen met problemen in de persoonlijke sfeer? Een combinatie van problemen in de privé-sfeer en op het werk vormen een grote belasting voor iemand. Pas als duidelijk is waar de stress vandaan komt, kan gekozen worden voor een aanpak van de stress. Zowel het oplossen van privé-problemen als de werkstress verdienen veel aandacht en zorg. Is er sprake van werkstress, dan kun je zelf maatregelen nemen om dit te verminderen. Zowel op de werkvloer als in je persoonlijke situatie kun je stappen zetten. In je persoonlijke leven kun je bewust ontspanning zoeken. Ook als je moe bent, kun je bijvoorbeeld gaan wandelen, fietsen of hardlopen. Of je kunt ontspanning zoeken door yoga, meditatie etc. Heel belangrijk is, dat je wat meer afstand neemt tot je werk en leert te relativeren. Ook dingen buiten het werk zijn belangrijk. Probeer eens te ontdekken welke dingen dat zijn en welke dingen je nu juist leuk vindt om te doen. Op de werkvloer kun je ook een aantal zaken veranderen. Ga eens praten met collega's en leidinggevenden over de dingen die je niet bevallen. Zoek daar zelf het goede moment voor uit. Maak duidelijk aan jouw omgeving wat voor jou een goed werkklimaat is. Geef grenzen aan in het werk en zorg dat er sprake is van een goede werkverdeling door deze daadwerkelijk ter sprake te brengen. Kijk eens kritisch naar je zorgtaken. Vraag bijvoorbeeld een goede vriend(in) om je hierbij te helpen. Welke onderdelen vind je leuk en geven je energie, en welke doen dit juist niet? Denk samen na over mogelijkheden om de vervelende taken met iemand te delen, of aan iemand over te dragen. Wie zou(den) je hierbij willen helpen? Op welke manier? Wees niet bang om anderen om hulp te vragen. Geef daarbij goed aan om welke taken het gaat en wat je aan de ander vraagt.
7
Is er geen verbetering in de situatie, dan is het aan te bevelen eens te onderzoeken of de bestaande situatie (in je werk, in privé) bij jou past. Je kunt ander werk overwegen, misschien binnen hetzelfde bedrijf of bij een andere werkgever. Het kan ook zo zijn dat hetzelfde werk bij een andere werkgever minder stress oplevert. In je zorgtaken kun je overwegen om een groot deel van de taken over te dragen aan (professionele) hulp, zodat jijzelf meer aandacht kan geven op het persoonlijke vlak. Het is in ieder geval aan te raden om open te staan voor de verschillende mogelijkheden en deze te onderzoeken.
Wat zijn valkuilen waarop je moet letten? 1 In de eerste plaats is het heel belangrijk om naar je lichaam en omgeving te luisteren; neem niet alleen je lichaam, maar ook je omgeving serieus. Vaak geeft je lichaam al in een vroeg stadium signalen af. Ook personen in de nabije omgeving zien signalen met betrekking tot afknappen vaak al eerder aankomen. 2 Beëindig je strijd. Zolang dit niet erkend kan worden, put men zichzelf nog verder uit. Alle energie is nodig om aan het herstel te werken. 3 Zie je eigen valkuilen.
Wat is een burn-out?
8
Het net zolang aanspreken van je energiereserves, totdat je letterlijk opgebrand bent en je lichaam geen energie meer overheeft en ook niet meer aanmaakt. Dat betekent dat je lichaam letterlijk uitgeput is. Hierdoor kunnen allerlei klachten ontstaan, zowel lichamelijk als geestelijk. Een aantal veel voorkomende signalen zijn: desinteresse, ongeïnteresseerdheid, slapeloosheid, spierspanning, gevoelens van onrust, gevoelens van angst, depersonalisatie, vergeetachtigheid, hoofdpijn, de draad kwijt zijn, geen structuur meer hebben en ook niet kunnen vinden.
Wat zijn kenmerken? Overspannen raken is een geleidelijk proces. De stress neemt - in het begin onopgemerkt - toe. Het is van steeds grotere invloed op het dagelijks handelen. Iemand die overspannen is, gaat zich minder dan anders inzetten voor het werk en voelt zich nauwelijks meer betrokken. Uiteindelijk kan diegene het werk niet meer aan: of omdat er niet meer kan worden voldaan aan de eisen die de werkgever stelt, of omdat de eigen eisen te hoog gesteld zijn. Er ontstaat het gevoel gefaald te hebben. De stress grijpt als het ware om zich heen. Op steeds meer gebieden is de stress merkbaar. Het geestelijk en lichamelijk welzijn van iemand die lijdt onder stress worden aangetast. Hij/zij raakt letterlijk uitgeput en kan steeds minder verzetten. Dat heeft natuurlijk weerslag op het sociaal-maatschappelijk leven.
Zijn er boeken over burn-out? Ja, er zijn een heleboel boeken verschenen over burnout. Het aardige is dat er ook een aantal boeken zijn verschenen met ervaringen van personen die zelf met een burn-out te maken hebben gehad. Hier volgen een aantal titels van veel gelezen en goed gewaardeerde boeken over burn-out. Ervaringsverhalen 'Omgaan met burn-out'. Auteur: Karsten, C. Uitgeverij: Elmar, 1999 'De lessen van burn-out'. Auteur: Bergen van, A. Uitgeverij: Elsevier, 2005 Overige titels 'Behandelingsstrategieën bij burn-out'. Auteur: Hoogduin, C.A.L. e.a. Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum, 1996 'Burn-out, oorzaken, gevolgen, remedies'. Auteur: Maslach, C. & Lieter, M.P. Uitgeverij: Contact, 1998 'Geen zin in m'n gezin. Wat doet een burn-out met je relatie, gezin en zelfbeeld?'. Auteur: Witterholt, Y. Uitgeverij het Spectrum, 2007 'Weer aan de slag na een burn-out. Praktische handleiding voor de werknemer'. Auteurs: Kjellman, M. & Hammarback, L. Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum, 2005
2,4 miljoen Nederlanders zijn mantelzorger. Zij verzorgen een familielid, buur of vriend. Daarvan combineren 1.344.000 mensen het zorgen met een betaalde baan. Hiervan voelen ruim 120.000 mensen zich overbelast door het combineren van arbeid met mantelzorg. In de volgende interviews vertellen Gerrie,Vina, Maria en Ria openhartig hoe zij mantelzorg en werk combineren en wat dat voor hen betekent. Persoonlijke ervaringen 9
Mantelzorg en werk hoe combineer je dat Gerrie van Bolderen (51) werkt fulltime als staffunctionaris in de thuiszorg. Sinds de dood van haar vader trekt ze zich als enig kind sterk het lot van haar moeder aan. Ook bekommert ze zich om een weduwe en een verstandelijk gehandicapte jongen uit de vriendenkring van haar ouders. “Je moet tijd voor jezelf overhouden. Anders kom je jezelf tegen.”
Waken over je balans “Ik ben 27 jaar geleden begonnen als leidster gezinszorg. Na de fusie met het kruiswerk werd ik assistent hoofd van de divisie huishoudelijke zorg en verzorging. Sinds de laatste reorganisatie vervul ik daar een staffunctie. Werken is voor mij een bestaansinvulling. Mijn man en ik hebben geen kinderen. We werken ook allebei fulltime. Vijf jaar geleden stierf mijn vader, volkomen onverwacht. Mijn moeder trof hem dood in bed aan. Ik ben enig kind, dus alles kwam op de schouders van mij en mijn partner neer. De uitvaart regelen, aangifte doen, verzekeringen en abonnementen stopzetten, noem maar op. En ondertussen mijn moeder steunen, want zij was behoorlijk aangeslagen. Mijn partner regelde de praktische zaken, ik hield me vooral met haar bezig. De eerste tijd heb ik veel verlof opgenomen om bij haar te kunnen zijn. Toen kwam het moment dat ze haar leven weer moest oppakken. Al gauw kreeg ze gezondheidsklachten. Ze had twintig jaar geleden een kunstheup gekregen en die was aan vervanging toe. Bezoeken aan de specialist, foto's maken, afspraken maken, naar het CIZ voor een indicatie
huishoudelijke verzorging, de operatie en tenslotte revalideren in verpleeghuis St.Martinus te Weert. Met een fulltime baan valt het niet mee om dat allemaal te regelen. Er bestaat weliswaar een zorgverlofregeling, die recht geeft op onbetaald verlof. Maar die paar dagen zetten weinig zoden aan de dijk. De zorg spreidt zich uit over veel langere tijd. Bovendien moet je het salaris kunnen missen. Ik zou dat nog wel kunnen, maar voor veel anderen geldt dat niet. Ik heb me met verlofuren en roosterwijzigingen aardig kunnen redden. Ik heb ook zoveel mogelijk afspraken op woensdagmiddagen gepland, omdat ik dan 3 uur ATV heb.
Tuin Al met al kreeg ik het wel behoorlijk druk: mijn werk, het huishouden, mijn moeder. Daar kwam bij dat ik al tien jaar hand- en spandiensten deed voor een bevriend echtpaar. De man was inmiddels overleden, maar ik was de weduwe blijven helpen. Bovendien kreeg ik twee jaar na de dood van mijn vader het verzoek van een vriend van hem of ik zijn verstandelijk gehandicapte zoon wilde begeleiden. Hij ging zelfstandig wonen. Ik had een bijzondere band met hem, hij voelde zich bij me op zijn gemak. Ze zouden het fijn vinden als ik een paar keer per maand op bezoek ging.
Vorig jaar kreeg mijn moeder opnieuw een heupoperatie, nu de andere heup. Hetzelfde scenario. Na de eerste operatie had ik al thuiszorg voor haar geregeld: 3 uur huishoudelijke verzorging, voor onderhoud van het huis.Verder onderhouden mijn partner en ik ook de tuin en tijdens de opname en revalidatie voelde ik dat dit teveel werd. Het begon steeds meer als een verplichting te voelen. Binnen Thuiszorg Midden-Limburg is een service bureau waar je service producten kunt inkopen, zo ook tuinonderhoud. Dat heb ik gedaan, zij het na lang wikken en wegen. Ik wilde het heel graag zelf blijven doen. Mijn partner heeft me overgehaald. Ik was bang dat mijn moeder het erg zou vinden, maar dat bleek helemaal niet zo. We hebben ook iemand ingehuurd om de ramen te wassen.
Plezier
10
Tegenwoordig ga ik steevast twee keer per week bij haar op bezoek. Vooral om haar gezelschap te houden en sociaal te prikkelen. Ze is altijd heel actief geweest als vrijwilliger, maar na de dood van mijn vader stopte ze daarmee. Mijn vader was degene die voor actie zorgde in huis, hij zat in allerlei besturen. Zij liftte daarop mee. Haar eenzaamheid verontrust me wel een beetje. Ik weet ook niet hoe het straks zal gaan als ze meer zorg nodig heeft, hoe ik het met mijn werk moet gaan combineren. Een paar maanden geleden heb ik met onze personeelsadviseur gesproken over regelingen voor mantelzorg. Zij zegt: aan de hand van de situatie bekijken we de mogelijkheden die we kunnen regelen. Als leidinggevende heb ik natuurlijk ook vaker aan de andere kant van de tafel gezeten. Er zijn twee manieren om met de kwestie om te gaan: erover praten of de zaken op hun beloop laten. Het eerste verdient natuurlijk de voorkeur. De tweede categorie is vaak de uitputting nabij wanneer ze ermee voor de dag komen. Een probleem is dat de regelmogelijkheden zo weinig bekend zijn. In een arbeidsvoorwaardengesprek wordt er zelden over gepraat. Er is een zorgverlofregeling, maar die biedt lang niet altijd soelaas. Ik vind dat de overheid zich dat beter moet realiseren. Ze verwacht met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) veel van mantelzorgers, maar ze onderneemt weinig om die zorg te faciliteren. Tegelijk worden de indicatienormen voor zorg steeds strenger. Als ik het huis van mijn moeder zou moeten schoonmaken, zou ik minder moeten gaan werken. Dat is weer in strijd met het streven om zoveel mogelijk vrouwen aan het werk te krijgen. Je kunt niet alles willen. Dat geldt voor elk mens persoonlijk en dat geldt ook voor de samenleving. Je zult evenwichtige keuzes moeten maken. Het beste criterium voor die balans is het plezier. Als je dat kwijt raakt, als je merkt dat je moe en geïrriteerd bent, dat je aandacht er niet meer bij is, dan moet je ingrijpen.”
In de Molukse gemeenschap is het gebruikelijk dat kinderen hun ouders tot het eind toe verzorgen. “Het is onze manier om iets terug te doen en om afscheid van ze te nemen,” zeggen Vina Corputty en Maria Kakarissa uit Maastricht.
Een manier om afscheid te nemen Maria: “Mijn moeder is in 1996 ziek geworden. Met de hele familie hebben we haar verzorgd. Mijn zussen wonen in het Gooi, dus veel zorg kwam op mij neer. Mijn broers hielden zich meer met praktische zaken bezig, zoals boodschappen doen of naar de dokter rijden. Mijn nicht Vina was bij mijn ouders kind aan huis, dus die hielp ook veel. En ook mijn vader droeg zijn steentje bij. Hij was daar heel precies in, gaf heel trouw haar medicijnen. In 2000 viel mijn moeder van de trap en brak ze haar heup. In het ziekenhuis raakte ze in coma. Ze heeft nog een week geleefd. Op 7 april is ze overleden. Vanaf dat moment heb ik voor mijn vader gezorgd. Ik woonde en werkte in Heerlen. Elke weekend was ik bij hem. Hij woonde in Maastricht, samen met mijn broer. Al mijn verlof ging op aan de verzorging. Een half jaar lang ben ik 's middags om 2 uur naar huis gegaan. Ik had een fulltime baan bij het CBS. Mijn collega's wisten wel waarom ik naar huis was. Maar met mijn baas heb ik het er nooit over gehad. Ik stap niet zo gauw naar de baas, zeker niet met privé-zaken. Later is hij het via mijn collega's toch te weten gekomen. Ik heb toen alle verlof teruggekregen. Vorig jaar november kon ik bij het CBS met vervroegd pensioen. Ik werd toen 55. Ik kon een seniorenwoning
11
krijgen in de Molukse buurt in Maastricht. Daar ben ik naar toe verhuisd. Op de dag van mijn verhuizing is in een verzorgingshuis in Heer een dagopvang voor Molukse ouderen geopend. Zij kunnen daar twee dagen in de week naar toe, op dinsdag en donderdag. Vina en ik zijn er vrijwilligster. In het begin liep het een beetje stroef. Sommige ouderen waren bang dat ze moesten blijven. Die dagopvang is er niet om ons, mantelzorgers, te ontlasten, maar alleen om ouderen te activeren. Er is een dansgroep, er worden spelletjes gedaan, gewandeld en vooral veel gesnoept en gekletst. In april van dit jaar is mijn vader overleden.Vorig jaar augustus werd leverkanker bij hem geconstateerd. We hebben niets tegen hem gezegd. Hij wilde het woord kanker niet horen, zijn eigen neef was er ook aan gestorven. Mijn vader was de spil binnen de dagopvang Molukse ouderen. Hij danste en zong en iedereen zong mee. Sinds zijn dood is het een stuk rustiger bij de dagopvang.”
Ze kwamen alleen in het weekend naar huis Vina:“Mijn vader is in 1998 gestorven, ook aan leverkanker. Vier jaar lang heb ik hem dagelijks verzorgd. Ook ik heb veel broers en zussen in het noorden wonen. In het weekend kwamen ze meestal naar huis. Het hoort bij de Molukse cultuur dat kinderen zelf hun ouders verzorgen als ze oud of ziek worden. De ouders verlangen dat en wij willen het zelf ook. Ze zouden wegkwijnen als we ze naar een verzorgingshuis zouden brengen. Veel Molukse ouderen spreken nauwelijks Nederlands. Ze zouden met niemand kunnen praten. Het is ook onze manier om afscheid van ze te nemen,
die verzorging. Heel langzaam. Ook wanneer het thuis echt niet meer kan, blijven we verzorgen. Mijn moeder is vrij plotseling gestorven, in 2004, na een herseninfarct. De laatste 2 jaar heeft ze in een verpleegkliniek doorgebracht. De meeste mensen zie je daar af en toe een uurtje op bezoek komen. Maar wij zijn echt intensief met ze bezig. Soms zijn er verpleegsters van het Groene Kruis of dergelijke die ons wegwijs proberen te maken. Als ik heel eerlijk ben: ik begrijp niet dat mensen de zorg voor hun ouders zo makkelijk van zich kunnen afschuiven. Toen mijn opa ziek was, wilde hij perse geen verpleegster en ook geen ander bed. Uitgerekend de dag dat er een verpleegster kwam en hij een nieuw bed kreeg, is hij gestorven.”
Veel steun aan het geloof Maria:“Wat heel belangrijk voor ons is, is het geloof. Wij zijn christenen, we bidden elke dag voor onze familie en voor onszelf. Het geloof geeft ons de kracht om dit te doen. Er zijn dagen geweest dat ik zelf overal pijn had. Maar daar klaag je niet over. Ik heb 32 jaar voor het CBS gewerkt zonder één dag ziek te zijn. Ik heb ook altijd goede zin. Alleen 's morgens vroeg is het wat minder.”
Altijd bezig met anderen Vina: “Ik heb zelf geen betaald werk, ik ben afgekeurd. Maar het zou weinig verschil hebben gemaakt. Ook nu heb ik weinig vrije tijd. Ik ben altijd bezig met anderen. Het komt best wel eens voor dat ik niet zo'n zin heb. Maar dat is niet aan de orde. Geen zin bestaat niet.”
12
In 1999, toen haar kinderen van school waren, pakte Ria Verheze (53) haar baan in de thuiszorg weer op. In korte tijd verloor ze haar moeder en twee zussen, die ze samen met de overige familieleden intensief verzorgde. “Het werk is voor mij eerder afleiding dan belasting.”
De kracht van de familie “Van 1970 tot 1980 heb ik fulltime gewerkt. In die tijd bracht je nog de hele dag bij één cliënt door. Geweldig was dat. Nu kun je je dat niet meer voorstellen. Toen ik kinderen kreeg, ben ik gestopt. Mijn man werkte in ploegendienst en ik vond dat ik er 24 uur per dag voor de kinderen moest zijn. Ik heb daar nooit spijt van gehad. Ik ben ook altijd volop onder de mensen gebleven, ging mee op schoolreisjes, zat in de OR. Ik kom zelf uit een gezin met elf kinderen, ik heb vier broers en zes zussen. Het voor elkaar zorgen zat er van kindsbeen in. Mijn jongste zusje had Downsyndroom. Toen ik op de huishoudschool zat, ben ik een jaar thuis geweest om mijn moeder te helpen met de verzorging. Later is mijn zusje naar St. Anna in Heel gegaan, waar ze nog steeds woont en waar ze bijna dagelijks door een van ons wordt bezocht. Mijn moeder was vaak ziek. Geen wonder als je elk jaar een kind krijgt. Ze leed aan trombose. In 1980, dus toen ik net met werken gestopt was, kreeg ze borstkanker. De behandeling sloeg goed aan, maar na vijf jaar ging het bergafwaarts. Ze heeft nog vijf jaar geleefd, het laatste jaar is ze echt ziek geweest. Maar mijn moeder was een heel sterke vrouw. Een half jaar heeft ze thuiszorg gehad, maar de meeste zorg hebben we zelf gegeven. Met z'n allen, kinderen plus aanhang, hebben we ervoor gezorgd dat er continu iemand bij haar was. We gingen altijd met z'n tweeën. Niemand heeft dat ooit als belastend ervaren. Het was vanzelfsprekend dat we voor haar zorgden. We waren blij dat we iets terug konden doen. En natuurlijk was het fijn, dat we het met zo velen konden delen. Ze stierf in 1990. Toen werd vader een probleem. Mijn vader was een ander type: zwijgzaam, nerveus, neigend
naar zelfmedelijden. Hij was al lang geleden afgekeurd. Hij kreeg darmklachten en belandde regelmatig in het ziekenhuis. Eén keer is hij een half jaar niet meer thuis geweest. Zo heeft hij tien jaar gesukkeld. Al die tijd zijn we er voor hem geweest. Intussen kreeg een jongere zus de ziekte van Crohn, een chronische darmaandoening. Ze had ondanks haar ziekte nog een kind gekregen en dat was te zwaar voor haar geweest. Ze kreeg fistels en overal uitzaaiingen. Negen weken lag ze in het ziekenhuis in Maastricht. Van mei tot september hebben we met de hele familie voor haar gezorgd, elke middag en avond. De doktoren hadden haar opgegeven. Het is ongelooflijk hoe ze haar lot gedragen heeft. Ze was monter tot het eind, rookte sigaretjes, genoot van ons gezelschap. Voor haar kind heeft ze een boek en een video gemaakt, voor als ze ouder is. Het kind is nog te jong, niemand heeft die opnames al gezien. Uitgerekend de zus met wie ze de nauwste band had en die haar beloofd had goed op haar man en kind te passen, kreeg in 1999 ook kanker, aan de lever. Toen kwam veel samen: mijn vader, twee zieke zussen, ik was net weer gaan werken. Kort daarna gaf mijn man te kennen dat hij een ander had en wilde scheiden. Dat was zwaar. Ik ben in die tijd 14 kilo afgevallen. Ik heb ontzettend veel steun gehad van mijn familie, maar ook van mijn werk. Het werk was voor mij een afleiding, ontspanning. Je babbelde wat met de cliënten, hoorde hun lief en leed aan, maar als je naar buiten liep kon je het ook weer loslaten. Het was van een totaal andere orde dan wat ik met pa en mijn zussen meemaakte. In 2001 stierf mijn andere zus, in het ziekenhuis. Voor ze ging heeft ze iedereen bij zich geroepen. Je bent een toffe zus voor me geweest, zei ze tegen me. Ook tegen de anderen zei ze dat. We mochten niet treurig zijn op haar begrafenis. En dat zijn we ook niet geweest, het was een heel ontspannen dag. Op haar grafsteen staat: Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd. Ze is 46 geworden. Voor mijn vader was de dood van twee van zijn dochters de genadeslag. Hij is kort daarop gestorven, puur van verdriet. Bij de autopsie hebben ze geen doodsoorzaak kunnen vinden. Op het eind ging het heel slecht met hem. We hebben een week bij hem gewaakt. We haalden ons zusje uit St. Anna om afscheid te nemen. Mijn vader was ver heen, hij lag in een foetushouding op bed. Mijn zusje lag naast hem. Opeens kwam zijn hand omhoog en legde zich op die van haar. Dat was een prachtig beeld, ik krijg het er nog koud van.
Financieël onafhankelijk Sindsdien is de rust een beetje weergekeerd. Ik ben meer gaan werken, om financieel onafhankelijk te zijn. Zoals gezegd heb ik de combinatie werken en mantelzorg nooit belastend gevonden. Eerder omgekeerd. Ik kon ook vrij makkelijk dingen regelen met mijn werk. Toen mijn tweede zus ziek was, heb ik een jaar lang elke week een dag vrij genomen. Dat kon omdat ik nog veel verlofdagen had. Bovendien koos ik een dag uit dat ik maar kort hoefde te werken. Mijn baas was op de hoogte van de familiesituatie en wist dat ik continu beschikbaar wilde zijn als er iets gebeurde.
Per 1 januari van dit jaar is het werk anders georganiseerd. Ik mag nou alleen nog maar alfahulp doen, hoewel ik altijd als B-verzorgende heb gewerkt. Voor mijn herintreding heb ik zelfs speciale B-cursussen moeten volgen. De reorganisatie heeft te maken met de nieuwe wet. Nu moet er apart een collega komen om een cliënt te douchen of steunkousen aan te trekken. In het begin was ik daar wel boos over, maar ik ben er nu aan gewend. En mijn cliënten maken veel goed.
Opnieuw kreeg een zus van me kanker In 2003 kreeg opnieuw een zus van me kanker, de oudste, aan de lymfeklieren. Non Hodgkin. Ze is goed door haar kuren gekomen. Nu zijn ze met stamcellen bezig. Ze houdt de familie een beetje af, haar eigen kinderen doen veel voor haar. Mijn oudste zus heeft een beetje de aard van mijn vader, minder open. Maar toch sterk. Als er iets is dat me altijd de kracht heeft gegeven om door te gaan, ook op momenten dat het moeilijk was, dan is dat mijn moeder. Dat was zo'n sterke en moedige vrouw. Voor mijn broers en zussen geldt hetzelfde, denk ik. Zij heeft ons altijd tot voorbeeld gediend. Niet zeuren en zorgen dat je er voor elkaar bent. Dat heeft ons altijd met elkaar verbonden.”
13
De 'San Diego Mental Health Service' ontwierp een stresstest. Welke van de volgende uitspraken herken je? Handig hulpmiddel
Doe de stresstest nooit
14
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
af en toe
vaak
altijd
Ik heb nooit voldoende rust Ik heb niet genoeg tijd voor mijzelf Ik heb onvoldoende tijd voor contact met de rest van mijn familie Ik voel mij schuldig in de huidige situatie Ik kan niet meer alleen van huis weg Ik heb ruzie met degene waar ik voor zorg Ik heb conflicten met de rest van mijn familie Ik huil iedere dag Ik maak mij zorgen over de financiën Mijn eigen gezondheid gaat achteruit Ik heb het gevoel dat ik onvoldoende kennis en vaardigheden heb om mijn naaste te verzorgen zoals ik dat zou willen
Heb je een van de vragen met 'vaak' of 'altijd' beantwoord? Dan is het raadzaam om hulp te zoeken bij de verzorging van je naaste en meer aandacht aan je eigen welzijn te schenken.
Een overmaat aan stress kan leiden tot overspannenheid of burn-out. Vaak ben je zelf de laatste die door heeft wat er aan de hand is. Wat doe je als je ziet dat iemand uit jouw omgeving veel stress heeft? Als eerste ga je in gesprek met deze persoon. Praat met je vriend(in), partner of collega als je ziet dat die overbelast is en klachten
krijgt. Als de overbelaste persoon de situatie ontkent, blijf dan je visie herhalen en wijzen op de klachten die volgens jou het gevolg van de stress zijn. Biedt praktische hulp aan. Help bijvoorbeeld bij het maken van een prioriteitenlijst. Maak samen afspraken om de stress aan te pakken. Dit kun je doen in de vorm van een weddenschap, bijvoorbeeld over het nemen van pauzes. Of door een ontspannende activiteit te ondernemen. Bedenk altijd dat het prima is om iemand te helpen, maar vergeet niet om je eigen grenzen ook te bewaken!
Zorg je voor een ander? Zorg dan ook goed voor jezelf! Lijst met heel veel leuke activiteiten
BaanBrekertjes: take break in deazon zitten Even vrijaf nemen Respijtzorg maakt het mogelijk dat je de (dagelijkse) zorg voor een korte of zelfs wat langere tijd even uit handen kunt geven. Respijtzorg kun je in huis of buitenshuis krijgen. Het zijn vrijwilligers en professionals die dat doen.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
naar muziek luisteren lekker koken jezelf verwennen, bijvoorbeeld naar de kapper gaan tekenen / schilderen iets drinken met vrienden in de stad lachen om van alles uitslapen buiten in de natuur zijn vakantieplannen maken iets voor jezelf kopen naar het strand gaan naar een sportwedstrijd kijken naar een leuk feest gaan brommer/scooter rijden zelf liedjes schrijven kamperen aan iets goeds in de toekomst denken kaarten vrije tijd hebben verhalen of gedichten schrijven dieren verzorgen bij iemand zijn van wie je houdt zwaar werk doen in de buitenlucht werken hapjes maken acteren hardlopen, joggen iets repareren zingen dansen in de zon zitten reizen gewoon zitten en nadenken mediteren / yoga naar de geluiden in de natuur luisteren een feestje geven naar de radio luisteren brieven of kaarten schrijven foto's maken vooruitkomen op school of in je werk iets nieuws leren jezelf een complimentje geven
lekker een boek lezen
De Steunpunten Mantelzorg in Limburg organiseren samen met Mezzo respijt-arrangementen. Misschien ook iets voor jou? Informeer ernaar bij het Steunpunt in jouw buurt. Het adres vind je achterin dit blad.
Bloemenbon Word lid van de landelijke belangenvereniging voor mantelzorgers en u ontvangt een bloemetje! Of maak iemand anders lid die het druk heeft met mantelzorg (in combinatie met werk) en maak jezelf of die ander blij. Het lidmaatschap kost € 10 per jaar. Meer informatie vind je op: www.mezzo.nl, of bel Mezzo: 030-659 22 22
15
zelf liedjes schrijven
wandelen in de natuur
Slowlife Wil je eens ontsnappen aan de dagelijkse drukte op het werk en in je prive leven? Kijk dan op de site www.slowlife.nl.
Gewoon af en toe een flink kruis zetten in je agenda helpt ook al. En neem dan de tijd eens om na te denken over wat je doet. De basisgedachte van Slowlife is: neem de regie over je eigen leven. Heel simpel. Je kunt ook in het dagelijks leven dingen anders doen, bewuster.
Ideetjes
iets repareren
lekker radio luistern
Hieronder een lijst met leuke activiteiten die je kunt doen. Om je een idee te geven…. • lekker eten • op bezoek gaan bij vrienden • met een hond wandelen • van een vrije middag genieten • naar de sauna • naar de bioscoop of theater • wandelen, fietsen • met een bekende bellen • knutselen • een leuk boek lezen • winkelen
brieven en kaarten schrijven
vakantieplannen maken
dansen
naar een feestje gaan
Column Theo Keltjens publicist
16
Verdrukte zorgzaamheid Het is bekend dat eskimo's veel meer woorden voor 'sneeuw' hebben dan wij. Ze hebben dagelijks met sneeuw te maken en zien eigenschappen die voor ons niet van belang zijn: of de sneeuw geschikt is om een iglo te bouwen, of hij vers genoeg is om te drinken, of je er snel op kunt reizen. Wat de eskimo's met sneeuw hebben, dat hebben wij met zorg. Ik denk dat weinig landen zo'n uitgebreid vocabulaire rond zorg hebben opgebouwd als Nederland: zorgvragers, zorgaanbieders, de zorgketen, huishoudelijke en verpleegkundige zorg, terminale zorg, complementaire zorg, intramurale en extramurale zorg het rijtje is moeiteloos uit te breiden. Ook het woord 'mantelzorg' zal menige buitenlander exotisch in de oren klinken. Wat hebben wij toch met zorg dat we er zoveel aandacht aan besteden, kranten, tijdschriften, tv-programma's, beleidsstukken en adviesrapporten vol? Is het onze zorgzame natuur of onze koopmansgeest? Want laten we eerlijk zijn: zorg is een bloeiend bedrijf. En waar zaken floreren, daar floreert de taal. Laten we het op beide houden: zorgzaamheid én commercie. Want het zijn juist deze dimensies die het woord 'mantelzorg' onderscheidt: aan de ene kant de zorg uit liefde, vriendschap of trouw, aan de andere kant de professionele zorg. Mantelzorgconsulent - ook een exotisch taalbloempje Fiet Opheij zegt in deze uitgave dat veel mantelzorgers zich niet in het woord 'mantelzorg' herkennen. Ze geven mantelzorg zonder het te beseffen. Wanneer ze dus ergens vernemen dat mantelzorgers met vragen en problemen bij de mantelzorgconsulent kunnen aankloppen, dan voelen ze zich niet aangesproken.
Zolang er geen vragen of problemen zijn, is dat niet zo erg. Het is zelfs mooi wanneer mensen zo vanzelfsprekend voor een ander zorgen dat ze niet beseffen dat ze iets bijzonders doen. Eigenlijk valt deze categorie ook niet onder 'mantelzorg'. Je beseft pas dat je iets bijzonders doet wanneer de zorg niet meer zo vanzelfsprekend is: wanneer je huis er niet op ingericht is; wanneer je agenda het niet toelaat; of wanneer je omgeving, in plaats van waardering te tonen, je voor gek verslijt dat je geen professionele hulp inschakelt. Een betere definitie van mantelzorg zou daarom zijn: zorg die je geeft uit verdrukte liefde, vriendschap of trouw. Een dergelijke aanscherping van het begrip zou de herkenbaarheid vergroten en de drempel naar de mantelzorgconsulent verlagen. Ook voor de politici in Den Haag zou het verhelderend zijn. Ze zouden minder snel op het idee komen om het probleem van de stijgende ziektekosten en de vergrijzing af te wentelen op mantelzorgers. Nu is die 'oplossing' volkomen gratuit. Liefde, vriendschap en trouw hebben ruimte nodig om te gedijen.Wanneer je tegelijkertijd de vaart der volkeren wil bijbenen, iedereen aan een hoogopgeleide baan wil helpen, de pensioenleeftijd wil verhogen en de werktijden wil verlengen, dan wil je als politicus te veel. Net zoals je te veel wil wanneer je de normen en waarden wil verbeteren en tegelijkertijd de kassa van vunze commercie wil laten rinkelen. Intussen is het voor ieder van ons, zeker voor de werkende mantelzorger, zaak om ruimte in zichzelf te creëren. Door goed te luisteren naar ons lichaam en door te beseffen dat maar weinig dagelijkse besognes belangrijker zijn dan onze rust en onze gezondheid. Preventieve zorg heet dat, met een van de heilzaamste taalbloemen uit het zorgvocabulaire. Een bloem die helaas wordt ondergesneeuwd door het geschreeuw van kooplieden.
Iedereen staat in het leven wel eens stil bij zijn diepste verlangens en dromen. Dromen over hoe je leven er idealiter uit zou zien. Helaas loop je direct tegen een aantal valkuilen aan, waardoor dat ideaal soms lastig verwezenlijkt kan worden. Die valkuilen komen vaak voort uit jezelf: “Ik kan het verleden niet loslaten!” of “Ik ben te perfectionistisch!”. In deze reportage tref je een aantal ingrijpende verhalen aan van mensen die hebben leren omgaan met datgene waarvan ze last hadden. Dromen waarmaken
Hoe leer je omgaan met de valkuilen in je leven? Op weg naar empowerment Perfectionisme “Ik moet alles altijd beter doen dan goed” Je hebt altijd het gevoel dat je je moet bewijzen. Alsof je altijd beter moet zijn als anderen. En als het dan eens minder gaat, kan je jezelf zo enorm op je kop geven, dat het lijkt alsof jij één van die weinige mensen bent die geen fouten mag maken. Je jut jezelf op en ziet overal dingen die beter en anders moeten. Jij weet hoe alles beter zou kunnen lopen: je bedrijf, je huishouden en vaak zelfs de wereld. Je denkt dat anderen net zo moeten denken en werken als jij. Je vraagt je regelmatig wanhopig af, waarom andere mensen zoveel langzamer en slechter werken of waarom je partner de dingen zo onhandig aanpakt. Dat ergert je soms. Soms word je moe van jezelf, maar je kan niet anders dan het optimale van jezelf verlangen. En dat vind je diep in je hart ook belangrijk, want met minder wil je geen genoegen nemen. Paul is 48 jaar, getrouwd met Irene en heeft geen kinderen. Hij is accountmanager bij een bank. “Alles klinkt heel herkenbaar. Dit had ik allemaal. Tot ik op een punt kwam dat ik het zo niet meer wilde en ook niet meer kon. Toen kwam ik erachter dat ikzelf de lat zo hoog legde. En dat ik me vooral niet zo moest ergeren
als ik mijn deadlines niet haalde, die ik mezelf elke dag weer oplegde. Ik besefte dat andere mensen daarover ook nooit kritiek hadden. Ik denk nu dat ze misschien wel eens blij waren, dat ik ook maar een mens bleek te zijn. Misschien dat ik hen dan ook een dag met rust liet. Want ik sleepte anderen ook mee in dat gehaast. Ik had altijd commentaar als anderen iets deden en ik liet de meeste collega's zelden merken dat ik iets goed vond aan hun werk. Nu denk ik toch meer dat iedereen op zijn eigen manier zijn werk doet en dat niet alleen mijn manier goed hoeft te zijn. Ik kijk anders naar de collega's, waarvan ik voorheen dacht dat ze niets konden. Ik kijk meer naar de dingen die ze wel goed kunnen. Ik bleek er zelfs soms iets van te kunnen leren. En als ik het echt niet goed vind wat ze doen -zoals bij mijn baasdan erger ik me er niet meer zo over. Ik denk dan meer: het is hun probleem, ik kan het toch niet veranderen. En vooral voor mijn vrouw is het veel plezieriger. Die kreeg namelijk ook altijd commentaar. Als het niet over haarzelf was, dan ging het altijd over al die vreselijke collega's van mij. Gelukkig ben ik net zo ambitieus gebleven en ben ik heel wat prettiger in de omgang geworden. Zowel voor mezelf, als voor anderen.”
17
18
Emancipatie
Loslaten
“Ik ben geëmancipeerd en zie mezelf als een zelfstandig individu.” De volgende opvattingen ken je misschien wel: de vrouw is voorbestemd om te trouwen, huisvrouw te worden en kinderen te krijgen. Ze doet het huishouden en voedt de kinderen. Deze taken worden echter niet als werk beschouwd. De reclame schotelt het mooi voor: zij stofzuigt, hij leest de krant en doet zijn beentjes omhoog als zij onder zijn stoel moet stofzuigen. De man is voorbestemd voor een andere rol: hij moet supermannelijk zijn, stoer, hij staat boven de vrouw, zij moet steun en toeverlaat bij hem vinden en hij wordt opgevoed om later kostwinner te worden. Als hij huishoudelijk werk doet, wordt hij voor een zacht ei uitgemaakt.
“Ik heb het verleden losgelaten en geaccepteerd.” Er komt een moment in het leven waarop de rollen tussen ouder en kind worden omgedraaid. Ouders worden oud en misschien wel eenzaam en hulpbehoevend. Ze zullen een beroep doen op hun kinderen. In de praktijk blijken dit meestal de dochters te zijn. Als moeder en dochter elkaar snel op de zenuwen werken of niet goed met elkaar op kunnen schieten, dan kan deze zorg zwaar drukken op het leven van de dochter. Het liefst zou de dochter de zorg voor haar moeder aan anderen overlaten, maar het gevoel van verplichting is te groot. Na alles wat zij voor jou heeft gedaan, hoor jij nu voor je moeder te zorgen. Dit veroorzaakt een gespannen relatie.
Deze ouderwetse opvatting over de rolverdeling komt misschien niet altijd zo letterlijk voor, maar ze beïnvloeden onze levenswijze vaak nog sterk. Ook al is er sinds het begin van de twintigste eeuw de emancipatie van de vrouw. Emancipatie wil beslist niet zeggen dat de rollen omgedraaid worden. Het betekent wel dat mannen en vrouwen gelijke kansen hebben. Zo zijn de man en de vrouw beiden in de gelegenheid om te werken en worden de zorgtaken gelijk verdeeld. Uit cijfers blijkt echter dat vrouwen, als er kinderen komen of als een familielid of vriend(in) langdurige zorg nodig heeft, deze zorgtaken op zich nemen. Vrouwen, en ook mannen, die een baan met zorg combineren worden voortdurend heen en weer geslingerd. De zorg overlaten aan anderen kost vaak moeite, want je wilt het beste voor de ander. Stoppen met werken is meestal geen voor de hand liggende oplossing. Aan de ene kant heeft dat financiële gevolgen. Aan de andere kant worden de voldoening en de waardering die het werk opleveren dan gemist. Hoe houd je alle bordjes dan omhoog? Misschien als het werk thuis beter wordt verdeeld met de partner en de kinderen? Vaak betekent dat je bestaande patronen gaat veranderen en dat gaat niet altijd zonder slag of stoot. Heleen is 37 jaar en heeft twee kinderen van 10 en 12 jaar. Ze wordt van jongs af aan door haar ouders tot zelfstandigheid gemotiveerd. Als ze achttien is wordt ze verliefd en komt ze via haar vriend Richard in een traditioneel milieu terecht. “De verdeling van rollen en taken in mijn gezin verloopt moeizaam. Richard was met zulke andere beelden opgegroeid dan ik. Hij vond het normaal dat zijn moeder hem alles nadroeg. Dat verwachtte hij ook van mij. Na veel praten stond hij er open voor om goede afspraken te maken over alle taken in huis, zoals wassen, koken, de strijk, het gras maaien en de administratie. Omdat Richard fulltime werkt en ik parttime, heb ik iets meer taken. Zo gaat het eigenlijk prima. Hoewel ik wél merk dat Richard niet de ramen wil wassen of de stoep wil vegen. Hij is toch meer geëmancipeerd binnen de deur dan buiten de deur.”
Truus is 55 jaar en getrouwd met Jan. Het schooladvies van Truus was dat ze een goede opleiding moest gaan volgen. Maar Truus koos er als rebelse puber voor om naar de huishoudschool te gaan en daarna naaister te worden. Haar ouders hebben haar hierin vrijgelaten en haar niet tot studeren gemotiveerd. Terugkijkend op haar leven voelde Truus in eerste instantie heel veel boosheid. Met name op haar moeder. Want Truus was altijd van mening dat alleen een leven met een goede opleiding, de nodige rijkdom en balans biedt. “Door het verleden los te laten, de schuld niet meer bij mijn moeder te leggen en haar ook te accepteren, ben ik weer dichter bij mezelf gekomen. Zonder opleiding heb ik toch de kracht in mezelf gevonden. Nu kan ik in moeilijke tijden mijn moeder behulpzaam zijn en voor mijn moeder zorgen zonder gefrustreerd te worden. En bij dit alles heb ik ook nog de energie over om mijn werk goed te blijven doen. En ook daar draait het om bij empowerment!”
Omgaan met tegenslagen “Ik buig tegenslagen om naar iets positiefs.” Positief denken is de vaardigheid om met de negatieve dingen van het leven om te kunnen gaan. Het is de kracht om niet negatiever te denken dan strikt noodzakelijk is en de problemen op hun waarde te schatten. Probeer altijd de realiteit van je eigen fantasie te scheiden. Wat is er precies gebeurd en wat is niet gebeurd maar zit in jouw hoofd? De negatieve gebeurtenissen en de negatieve gedachten kunnen leiden tot kwaliteitsverlies van het leven. Dit uit zich in emoties, zoals frustratie, spanning, angst of agressie. Je kunt daar lang last van hebben. Deze emoties kunnen je zodanig verlammen dat je niet meer toe komt aan de leuke dingen in het leven. Anita is in 1966 geboren in Suriname en in 1974 naar Nederland gekomen. Na de basisschool heeft zij de huishoudschool gedaan en een opleiding gevolgd tot bejaardenverzorgster. Anita vertelt dat ze altijd al oudere mensen wilde helpen en verzorgen. Ze kreeg lichamelijke klachten en mocht dit werk helaas niet meer doen, omdat zij werd afgekeurd. Nu heeft zij een leuke baan als Maatschappelijke Werkster. Anita geeft aan: “Lichamelijke ziekte is geen reden om thuis te blijven. Als je dat doet glijd je af, word je passief en kom je geestelijk niet meer in beweging. Zij wil andere vrouwen
leren dat tegenslagen je sterker maken, je ervan moet leren en jou uiteindelijk positieve kracht geven. “Dat heb ik zelf mogen ervaren, want ik heb altijd moeten knokken om te zijn zoals ik nu ben. En daarop ben ik trots!”
Dromen waarmaken betekent ook: jezelf durven zijn. Ik heb zo veel dromen! Dromen, fantaseren, even weg dobberen en terechtkomen bij wat mag, is belangrijk voor een mens. Het heeft een helende functie. Als je droomt kun je alles nog eens over doen, je kunt dingen een plaats geven en tot rust komen. Maar je kunt er ook al je wensen in kwijt: verlangen naar, hopen op en mijmeren over een betere toekomst. Tijd krijgen om te dromen is in deze wereld van snelheid, efficiëntie en rationaliteit niet altijd vanzelfsprekend. Geef jezelf daarom de ruimte om te dromen. Dromen waarmaken heeft alles te maken met jezelf zijn. Een vreemde stelling? Eigenlijk niet. Vaak 'mag' je van je omgeving niet zijn wie je bent. Het kan te maken hebben met je kleding. Of met muziek. Of met de woorden die gebruikt worden. Het kan heel moeilijk zijn om je spontaan te gedragen. Zo wringen kinderen zich soms in allerlei bochten om hun ouders een plezier te doen. Zij proberen aan het beeld te voldoen dat de ander van hen heeft. Ken jij dit gevoel ook? Bespreek dit dan met iemand waarbij je je veilig voelt. Bijvoorbeeld je partner, of een goede vriend(in). Klopt jouw eigen idee over wat anderen van je verwachten? Als dit zo is, kun je dan samen bedenken hoe je dit kunt veranderen en wat de reactie van anderen op die veranderingen kan zijn? Als je hier samen uit komt, heb jij al een supporter. Je hebt iemand die je kan helpen en steunen bij de veranderingen die je wilt doorvoeren. Bedia is in 1962 in Turkije geboren. Hier heeft zij vijf jaar op de lagere school gezeten. Daarna wilde zij dolgraag doorleren. Omdat er geen geld was om te studeren, werd ze naar de huishoudschool gestuurd. “Vanaf dat moment heb ik gedroomd dat ik verder mocht studeren. Ik wilde zo graag journaliste worden. Maar helaas”, zegt Bedia, “ik sprak de taal onvoldoende.” Toch schitteren Bedia's ogen: “Je moet altijd blijven dromen. Het moet voortdurend in je hoofd zitten om vooruit te willen en uitdagingen aan te gaan. Ik wil nog steeds journaliste worden, omdat ik graag mezelf wil kunnen zijn. Want dat willen we allemaal. Ik heb al heel wat stappen gezet om mijn droom waar te kunnen maken, maar als ik de taal nog beter beheers, weet ik zeker dat ik nog meer kan!”
Schuldgevoelens “Ik zet mijn schuldgevoelens aan de kant.” Last hebben van schuldgevoelens vergt veel energie. Je doet iets niet, bijvoorbeeld je gaat niet bij je ouders langs met de feestdagen, maar je blijft er toch mee bezig. Je kunt de verwijten die je je hiermee op de hals haalt, niet loslaten. Zodat je tijdens deze dagen toch "half bij de ouders bent". Schuldgevoel heeft een dubbel karakter. Het kent als het ware twee kanten: je wilt iets niet en je
wilt iets wel. Je wilt de hele dag lekker luieren en áls je luiert dan denk je toch aan allerlei dingen die je zou moeten doen. Rondom schuldgevoelens hangen altijd allerlei soorten van "moeten". ”Ik zou toch wel eens dit en ik moet nu toch eindelijk eens dat”. Het nare van deze zogenaamde geboden is vaak dat het lijkt alsof ze van jou zijn. Maar als je er bij stilstaat, blijkt dat de regels niet altijd jouw regels zijn. Het betreft vaak ongeschreven regels die in onze samenleving bestaan. Daarom voelt het als moeten. Maar waarom eigenlijk? Bart is 50 jaar en getrouwd. Hij heeft een zoon van 25 jaar en is als oudste van een gezin met vijf kinderen geboren. Voor Bart betekende dit al heel vroeg veel verantwoordelijkheid. Hij moest dit en hij moest dat. Zo werd er van hem verwacht dat hij de zaak zou overnemen van zijn vader. Maar dat wilde Bart niet. Zijn vader stierf heel jong aan een hartverlamming. Omdat Bart niet altijd voldeed aan de wensen van zijn ouders en door de vroege dood van zijn vader heeft Bart heel hard geknokt tegen schuldgevoelens. “Het was alsof ik van mezelf geen plezier mocht hebben in mijn werk en misschien zelfs in mijn leven, omdat ik mijn ouders ook ongelukkig had gemaakt. Op een gegeven moment besefte ik echter dat ik niet verantwoordelijk ben voor het leven van mijn ouders. Ik voel me ook niet meer schuldig over de keuzes die ik heb gemaakt. Het gaat steeds beter met mij en ik ben bezig me los te maken van mijn schuldgevoelens. Dit is uitermate belangrijk om evenwichtig in het leven te staan.”
Geen grenzen kunnen stellen en loyaliteit “Ik kan nog steeds geen nee zeggen.” Effectiever met je tijd omgaan is niet alleen een kwestie van beter leren plannen. Het is ook belangrijk om erachter te komen waarom je niet genoeg tijd hebt. Soms heeft het tekort aan tijd te maken met een tekort aan assertief gedrag. Geen 'nee' kunnen zeggen en moeite hebben met het stellen van grenzen is een veel voorkomende oorzaak van werkdruk, stress en burnout. Voor je het weet zit je opgescheept met allerlei klusjes, die niet tot jouw takenpakket behoren. Het gevolg is veel stress, omdat je niet meer aan je eigen werkzaamheden toekomt. Bovendien zullen mensen misbruik van je maken, omdat ze weten dat ze dat klusje toch op je kunnen afschuiven. Vaker 'nee' zeggen, kan je veel tijd besparen. Vraag jezelf eens af waarom je geen nee zegt. Het kan zijn dat je je werk zo leuk vindt dat je alles wel wilt doen? Vaak heeft het echter te maken met aardig gevonden willen worden. Veel mensen hebben het gevoel dat 'nee' zeggen egoïstisch is en gaan zich schuldig voelen. 'Nee' zeggen heeft te maken met assertiviteit: het opkomen voor je eigen belangen. Je laat zien dat je keuzes maakt en dat je zelf bepaalt waar je grenzen liggen. 'Nee' zeggen tegen collega's is iets anders dan 'nee' zeggen tegen je leidinggevende. Je baas is je opdrachtgever, dus is het moeilijker om hem of haar een klus te weigeren. Maar er zijn leidinggevenden die hun positie misbruiken en werknemers werk laten doen waar ze zelf -
19
ook vanwege een slechte planning - niet aan toekomen of waarin ze geen zin hebben. Als je het idee hebt dat je baas met klusjes aankomt die niet tot jouw takenpakket behoren, kun je bijvoorbeeld aangeven dat je eigen werk niet afkomt wanneer je dat er nog bij moet doen. Je kunt ook aanbieden om na te denken over oplossingen (zonder dat je het werk zelf aanneemt). Bedenk dat loyaliteit vooral een positieve eigenschap is. Het moet alleen niet tot in het absurde doorwerken. Er zijn mensen die alles doen voor hun werk uit loyaliteit. Je bent je werkgever niets schuldig. Je krijgt een salaris voor de inzet van je energie. Mensen met een te grote loyaliteit, accepteren te veel.
20
Nicole is 32 jaar, woont samen met Rob en heeft al van jongs af aan moeite met 'nee' zeggen: “Nu ik ouder word, denk ik soms dat het beter gaat. Maar dat is slechts een verloochening van de waarheid. Ik kan het nog steeds niet. Niet thuis, niet op het werk en zeker niet tegen vrienden. Kan je dit even voor me doen? Waarom ben je al zo lang niet meer bij mij op bezoek geweest? Schrijf je een sollicitatiebrief voor me? Allemaal krijgen ze "ja" te horen, ook al ben ik omringd door massa's werk of komt het mij niet goed uit. Ik kan het niet over mijn hart krijgen iemand af te wijzen of teleur te stellen. Zelfs al doe ik mezelf ermee tekort. Waar ik totaal geen problemen mee heb, is mezelf aan de kant te schuiven voor een ander. Of ik andersom op evenveel begrip mag rekenen, blijft voor mij een groot vraagteken. Maar ik blijf het proberen om toch 'nee' te zeggen. En ooit word ik hier echt heel goed in, daarvan ben ik 100% overtuigd!”
Controle “Ik ben een controle-freak.” Sommige mensen houden van controle. Ze regelen de wereld nog als ze een uur het huis verlaten en bellen dan tussendoor of alles nog steeds goed gaat. Ze fantaseren voortdurend over alle mogelijke rampen die kunnen gebeuren als ze weg zijn. Het lijkt soms of zij alleen maar op zoek zijn naar bevestiging van deze rampen. Juist als mensen niet worden vertrouwd en ze niet verantwoordelijk zijn voor hun eigen daden, kan dat de oorzaak zijn van een ramp. Dus misschien ben jij zelf wel de ramp? Farah is 28 jaar, woont samen en heeft een kind van 2 jaar. Het tweede kind is op komst. “Ik was dus echt zo'n contole-freak”, vertelt Farah. Selcuk, mijn vriend, werd echt gek van mij. Hij zorgt twee dagen in de week voor onze zoon. Vanaf de dag van de geboorte heb ik Selcuk afgekraakt: Hij hield onze zoon niet goed vast, legde hem te laat in bed, kleedde hem te koud aan met wandelen en ga maar door. Ik legde de kleertjes klaar, schreef alles precies op en belde nog 3 keer op vanuit mijn werk. Tot Selcuk zei: “Ik stop ermee, zo gaat het niet!” Eerst vond ik nog dat ik toch goed zorgde voor hem en mijn zoon. Totdat ik inzag dat ik hem niet vertrouwde. Misschien wel omdat ik diep in mijn hart dacht, dat mannen niet geschikt zijn voor het verzorgen
van baby's. Nou, mooi wel dus. Sinds ik me er niet meer bemoei, gaat het echt goed. Soms overleggen we zelfs hoe we dingen qua verzorging en opvoeding moeten aanpakken. Echt erg leuk allemaal en wel zo ontspannen voor mij en mijn vriend. En die kleine? Die lacht er vrolijk bij!”
Principes “En nu stop ik met mijn principes!” Zonder dat je het weet kun je allerlei beelden en principes hebben die jouw zelf tot last zijn. Dat kan ook het geval zijn met je zelfbeeld. Als je bijvoorbeeld denkt: ik ben dom, of ik moet alles zelf kunnen. Als je denkt dat je dom bent, kan dat je onzeker en angstig maken om vooruit te komen in je werk of je mening te geven in een gesprek. Als je denkt dat je alles moet kunnen, kan dat maken dat je altijd alleen worstelt en je niemand om hulp vraagt. Het gekke is dat de principes meestal diep in jezelf zitten en dat het moeilijk is om ze te doorzien. Eigenlijk zou je op afstand naar jezelf moeten kunnen kijken en opschrijven wat je ziet. Wat zijn jouw principes en hoe beïnvloedt dat je denken, handelen en voelen? Het is vooral belangrijk dat je erachter komt of je principes je helpen bij een prettig leven, of dat ze je belemmeren? Principes lijken prachtig, maar ze kunnen je behoorlijk begrenzen. En wellicht is er buiten die grenzen een heleboel moois te beleven. Selcuk is 29 jaar en woont samen met Farah. Hij heeft een kind van 2 jaar. “Ik heb het knap lastig gehad toen ik een kind kreeg. Ik vond het logisch dat ik ook voor Arsen, ons zoontje, zou gaan zorgen, maar dat deed niemand van mijn vrienden. En ik was ook opgegroeid met het principe dat vrouwen voor de kinderen zorgen en dat ze dat goed doen. Toen mijn vriendin Farah ook nog eens alles afkraakte dacht ik: “Ik stop ermee!”. Tot ik erachter kwam dat ik misschien nog wel meer last had van mezelf dan van haar. Pas toen ik me kon bevrijden van die beelden en 'mannelijke' principes kon ik echt gaan genieten van mijn kind. Ik merk nu trouwens dat ik van meer principes last heb gehad. Dat je bijvoorbeeld geen watje moet maken van je kind. Ik was voortdurend bang dat Arsen een watje werd en kon daardoor niet voelen waar hij behoefte aan had. Zo kan ik doorgaan. Ik zie het ook in mijn omgeving dat veel mensen last hebben van hun principes. Een vriendin van ons, een alleenstaande moeder, zat helemaal vast. Wij zagen dat wel, maar ze weigerde alle hulp. Ze zag hulp aannemen als een teken van zwakte, het schepte ook nog eens verplichtingen en ze zou nooit wat terug kunnen doen. Totdat ze instortte. Toen moest ze onze hulp wel aannemen. Gelukkig gaat het nu beter. En als ze iets vraagt zeggen we: “Goed zo Marleen.” Maar soms plagen we ook: “Daar kom ze weer. Ze moet weer eens wat.” Daar kan ze inmiddels om lachen.
Handig om te bewaren Aandachtspunten voor jou als mantelzorger
15 tips en adviezen 1. Zorg dat je zoveel mogelijk van de ziekte van je naaste aan de weet komt
Kennis van ziekte en haar gevolgen kan de draagkracht vergroten. Het maakt het je doorgaans gemakkelijker om bepaalde vreemde gedragingen beter te begrijpen en te accepteren.
2. Geef jezelf regelmatig een schouderklopje
Mantelzorgers krijgen (helaas!) vaak weinig schouderklopjes of complimenten van anderen. Men vindt het vanzelfsprekend dat je altijd zorgt. Het is daarom belangrijk dat je jezelf er regelmatig een geeft. Een schouderklopje werkt verkwikkend en geeft je energie. Ook als je het jezelf geeft.
3. Probeer de ander te accepteren zoals hij/zij is
Ziekte van partner of naaste brengt vaak veranderingen met zich mee. Als je de naaste accepteert zoals hij is en niet probeert hem te boetseren naar het eigen ideaal, dan krijg je lucht.
4. Vergeef jezelf voor je fouten
Iedereen die zijn naaste verzorgt, schiet af en toe eens uit zijn slof, is wel eens harteloos, humeurig, verliest zijn geduld of is jaloers op anderen die niet zoveel hoeven te zorgen.Voel je daar niet schuldig over.
5. Maak jezelf niet onmisbaar
Sommige mantelzorgers hebben het gevoel 24 uur per dag onmisbaar te zijn. Deze bezorgdheid en dit verantwoordelijkheidsgevoel kunnen op den duur tot overbescherming leiden en juist knellend gaan werken (voor beide partijen). Om te voorkomen dat men elkaars gevangene wordt, is het voor beide partijen beter dat de zorg zo af en toe door iemand anders wordt overgenomen.
21
6. Let op signalen van spanning en neem deze serieus
Zorgen voor een naaste kan zowel geestelijk als lichamelijk erg belastend zijn. Neem signalen serieus, want gespannenheid wordt op den duur overspannenheid en vermoeidheid wordt oververmoeidheid.
7. Leef zoveel mogelijk bij de dag
Blijf niet hangen in het verleden en verspil geen energie aan datgene wat er in de toekomst kan gebeuren. Leef bij de dag en probeer zo weinig mogelijk zorgen te maken over de dag van morgen
22
8. Beloof nooit dat je tot de dood voor je naaste zult zorgen
Het enige dat je je naaste menselijkerwijs kunt beloven, is dat je je best zult doen. Je kunt immers niet in de toekomst kijken.
9. Geef niet toe aan piekeren
Piekeren is de grootste energievreter die er is. Het lost niets op.
10. Maak elke dag even tijd vrij voor jezelf om iets leuks te doen
De boog kan niet altijd gespannen zijn. Daarom is het belangrijk elke dag enige tijd voor jezelf te reserveren.
11. Concentreer je op problemen waar iets aan te doen is
Het leven is nu eenmaal niet eerlijk.Verdriet hebben mag, zelfmedelijden ook, maar het helpt niet als je almaar blijft klagen over je lot.
12. Streef niet naar perfectie
Niemand is perfect, ook jij niet. Probeer daarom soms wat "gemakkelijker" te leven, bijvoorbeeld door het stofzuigen eens een dag over te slaan.
13. Voorkom dat je in een isolement raakt
Het is daarom zowel in je eigen belang, als in dat van je naaste, om mensen te blijven zien en je contacten te onderhouden.
14. Probeer ook aandacht te hebben voor de plezierige kanten van het zorgen
Het kan zijn dat de ziekte de relatie met de naaste heeft verdiept. Of dat men door de ziekte of handicap zich bewust is geworden van de essentie van het leven. Het leven is niet alleen groei, geluk en voorspoed. Je hebt pas echt geleefd als je ook weet wat neergang en lijden is.
15. Respecteer elkaars verwerkingsstijl
Het verlies van de gezondheid en de daaruit voortvloeiende afhankelijkheid moet verwerkt worden. Niet alleen door de zieke zelf, maar ook door de mantelzorger (en andere naasten). Een ieder doet dat op eigen wijze en de ene manier van verwerken is daarbij niet beter dan de andere. Belangrijker is dat men elkaars verwerkingsstijl respecteert. Dit kan helpen te voorkomen dat men, juist in een fase dat men elkaar zo hard nodig heeft, (verder) uit elkaar groeit.
23
Zorgen doe je niet alleen. Dat doe je samen. Om alle bordjes omhoog te kunnen houden kun je alle hulp gebruiken.Wat kunnen je werkgever, je huisarts, de thuiszorg en een mantelzorgconsulent voor jou betekenen? In deze reportage komen zij aan het woord. Zorg optimaal op elkaar afstemmen
Zorgen doe je samen 24
De wet biedt werkende mantelzorgers beperkte mogelijkheden tot betaald en onbetaald verlof. In de praktijk zijn die zelden toereikend. Beter is om in overleg met de werkgever naar oplossingen te zoeken. En wel zo vroeg mogelijk. “Het minst verstandige wat je kunt doen is zelf ziek worden.”
Wat kun je regelen met je baas? Voor een overheid die zo hoog inzet op burgerplicht en mantelzorg, zijn de wettelijke mogelijkheden voor zorgverlof aan de magere kant. Een werknemer die plotseling geconfronteerd wordt met een ziek kind, heeft recht op 'calamiteitenverlof' met behoud van salaris. De duur daarvan varieert van enkele uren tot maximaal enkele dagen. Voor de echte mantelzorger bestaan twee soorten 'zorgverlof': kortdurend en langdurend. Voor de eerste kom je in aanmerking als een thuiswonend kind, partner of ouder ziek is en jij de enige bent die voor hem/haar kan zorgen. De duur ervan is beperkt: maximaal 10 dagen per jaar bij een fulltime aanstelling. De werkgever moet minimaal 70% van het loon doorbetalen. 'Langdurend zorgverlof' is er voor werknemers van wie partner, kind of ouder een 'levensbedreigende' ziekte hebben. Het geeft recht op maximaal zes weken onbetaald (!) verlof, bij voorkeur op te nemen in deeltijd. In sommige CAO's is geregeld dat de werkgever toch een deel van het salaris doorbetaalt. Soms zijn werkgevers daar ook zelf toe bereid. Informeer ernaar. Een andere wettelijke mogelijkheid is de levensloopregeling, de flexibele spaarpot die voor meerdere doelen kan worden benut, ook voor zorgverlof. Probleem is echter dat de regeling nog maar kort bestaat en de spaarpot in veel gevallen nog weinig gevuld is.
In gesprek Om als werknemer substantieel mantelzorg te kunnen geven, zal dus vaak buiten de wet iets geregeld moeten worden, rechtstreeks met je baas. Voor de hand liggende
oplossingen zijn verlofdagen opnemen of een voorschot vragen (bijvoorbeeld wanneer langdurend zorgverlof je in financiële problemen brengt). Ook kunnen afspraken gemaakt worden over flexibele werktijden of andere locaties (thuis of dichter bij huis). Het grote probleem is echter dat zo'n gesprek tussen werknemer en werkgever lang niet altijd plaatsvindt, zegt verzuimbegeleidster Kerstin Achtenberg. “De werknemer wordt vaak zo in beslag genomen door de thuissituatie dat hij aan een zakelijke afweging niet toekomt. De werkgever op zijn beurt laat zich door schroom of medeleven weerhouden van een gesprek over arbeidsvoorwaarden. Het eindresultaat is niet zelden een ziekmelding, en dan is men verder van huis dan ooit. Je krijgt dan te maken met de hele regelgeving rondom ziekteverzuim en met de discussie of de werknemer zélf echt ziek is of niet? De baas wordt op kosten gejaagd, de werknemer voelt zich in de verdediging gedrukt. Kortom, de arbeidsverhouding en ook de thuissituatie worden er niet beter op.”
Combinatie Achtenberg raadt werkende mantelzorgers aan altijd naar een combinatie van werk en zorg te blijven streven. Zo blijf je betrokken bij je werk en de werkgever ook bij jou. Slaagt de werknemer er niet in de eerste stap te nemen, dan doet de werkgever er goed aan het initiatief te nemen. Meer info over zorgverlof is te vinden op www.verlofregelingen.szw.nl
De meeste thuiswonende zieken staan onder toezicht van hun huisarts, met wie ze een vertrouwensband hebben. Als mantelzorger doe je er goed aan deze huisarts op de hoogte te houden en zonodig in beslissingen te betrekken. “Zorg op zijn minst dat je in beeld blijft.”
De huisarts als medisch klankbord De eerstelijns functie van de huisarts kan de mantelzorger op meerdere manieren van pas komen. De huisarts kan medische vragen beantwoorden maar ook de sociale situatie beoordelen. Hij kan je doorverwijzen en hulpvragen bespoedigen. Komt hij op huisbezoek, dan is het goed om daarbij aanwezig te zijn en zonodig zelf onder vier ogen even bij te praten. “Als een patiënt van mij mantelzorg krijgt, probeer ik ook altijd de verzorger in beeld te krijgen”, zegt Wim Baake, huisarts te Weert. “Redt hij of zij het nog met de verzorging en met zijn andere verplichtingen zoals werk en gezin? Zijn er spanningen? Is de zorg aan de maat? Het systeem van zieke én mantelzorger moet in balans zijn.”
Activerend Baake constateert dat veel mantelzorgers (te) lang wachten met extra hulp inschakelen. “Het zijn zorgzame mensen die makkelijk over hun eigen grenzen gaan. Daar komt bij dat niet iedere zieke een vreemde over de vloer wil. 'Ik heb toch verzorging,' zeggen ze dan. Dáár wringt vaak de schoen.” In zulke situaties ziet Baake voor zichzelf een 'activerende' rol. “Als men er zelf niet uit komt, kan een medisch argument de doorslag geven om toch bijvoorbeeld naar de thuiszorg te stappen. Aan opgebrand raken heeft uiteindelijk niemand iets, de zieke niet en de mantelzorger ook niet.”
Ontlasten Mantelzorgers staan bij Thuiszorg midden-limburg stevig op het netvlies. In een twee jaar geleden gestart project is een heel instrumentarium ontwikkeld om mantelzorgers te ontlasten. Allereerst worden medewerkers getraind om signalen van overbelasting op te pakken. Ze betrekken de mantelzorger bij het overleg, stellen vragen, geven adviezen en verwijzen door - op dezelfde manier als de Steunpunten en mantelzorgconsulenten dat doen. Maar de thuiszorg biedt ook praktische hulp. Om te beginnen kan ze natuurlijk, tijdelijk of voor langere tijd, een indicatie aanvragen voor meer zorg. Ze kan ook via de Thuishulpcentrale extra opvang proberen te regelen. Wil je als mantelzorger op vakantie, dan kan er tijdelijke opvang of opname geregeld worden. Verder biedt Thuiszorg midden-limburg enkele cursussen voor mantelzorgers, zoals de cursus 'tillen en verplaatsen' om de lichamelijke overbelasting te verminderen; en de gespreksgroepen 'thuis omgaan met dementie' en 'verder na een beroerte'. Tenslotte bestaat nog de mogelijkheid van sociale alarmering. Door de cliënt toe te rusten met een zendertje dat is aangesloten op een alarmcentrale, krijg je als mantelzorger meer bewegingsvrijheid. Op diverse plaatsen in het land wordt momenteel ook geëxperimenteerd met videobewaking.
Mantelzorgers en professionele zorgverleners komen elkaar geregeld tegen bij de cliënt thuis. De medewerkers van Thuiszorg midden-limburg benutten deze momenten om de zorg optimaal op elkaar af te stemmen. Daarbij hebben ze ook oog voor de noden van de mantelzorgers zelf. Met adviezen, cursussen en ondersteuning kunnen ze je taak verlichten. Flexibel Thuiszorg - óók voor mantelzorgers Wordt het je als mantelzorger te veel, dan is de meest voor de hand liggende oplossing om thuiszorg te nemen. Daarvoor is zoals bekend een indicatie nodig van het CIZ. Het CIZ kijkt niet alleen naar de cliënt, maar maakt ook een inschatting van wat de partner en andere huisgenoten kunnen doen. Als mantelzorger word je dus in feite 'mee geïndiceerd'. “Daarom hebben we graag dat de mantelzorger met ons meedenkt,” zegt Jannie Wiskerke van Thuiszorg midden-limburg. “We kunnen dan concreet met elkaar afspreken wie wat doet. Als blijkt dat dat binnen de beschikbare uren niet kan, dan kunnen we een herindicatie aanvragen.”
De meeste thuiszorgorganisaties beperken zich niet tot geïndiceerde zorg, maar bieden cliënten en hun mantelzorgers ook allerlei nevendiensten aan. Door lid te worden van de Gezondheidsservice Midden-Limburg, kun je tegen korting alledaagse karweitjes laten opknappen: de tuin of het huis onderhouden, boodschappen doen, ergens naar toe rijden, etc. Het lidmaatschap bedraagt € 13,25 per jaar. “Voor de groep werkende mantelzorgers is misschien wel het belangrijkste wat we kunnen doen: flexibel zijn,” zegt Jannie Wiskerke. “Flexibel in werktijden, in de uitvoering van taken. Natuurlijk zitten daar grenzen aan. Het is niet: u vraag wij draaien. Maar er is vaak meer mogelijk dan men denkt. En dat begint altijd met praten.”
25
Elke mantelzorger kent momenten dat het hem of haar te veel wordt. Het zou mooi zijn als je op zo'n moment bij iemand je verhaal kwijt kon, te rade kon gaan of om hulp kon aankloppen. Welnu, zo iemand bestaat. Alleen weet lang niet iedereen daarvan.
Een mooie, te weinig bekende voorziening
26
Vier jaar geleden erkende de overheid de nood van mantelzorgend Nederland en stelde geld beschikbaar voor ondersteuning. In Midden-Limburg kwam dat geld via het Zorgkantoor terecht bij de Thuishulpcentrale, die er 1 regiocoördinator en 2 'mantelzorgconsulenten' mee aanstelde. De consulenten werken in de regio voor een 8-tal Steunpunten. Een mantelzorgconsulent kan op een adequate manier antwoord geven op tal van vragen waar je als (werkende) mantelzorger mee te maken krijgt. Praktische vragen over zorgverlof, sollicitatieplicht of zorgaanvraag, maar ook persoonlijke vragen en morele dilemma's. “Vaak is de eerste stap om de vraag boven water te krijgen,” zegt mantelzorgconsulent Fiet Opheij. “Veel klanten lopen over als ze eindelijk de stap naar ons durven zetten. Door gewoon te luisteren, proberen we het probleem helder te krijgen. Vaak is het een kwestie van overbelasting. Men kan of wil soms niet meer. Pas als je dat voor jezelf erkent, kun je naar oplossingen zoeken.”
Basaal Die oplossingen liggen in uiteenlopende richtingen: hulp van de Thuiszorg of Thuishulpcentrale; een gesprek met andere familieleden; sociale alarmering; goede afspraken met je zelf. “Vaak is de steun die we geven heel basic,” zegt Fiet. “Het invullen van een formulier of het plegen van een telefoontje kan nét dat beetje last van de schouders nemen dat te veel is.” Het liefst ziet Fiet mantelzorgers komen vóórdat ze in de
problemen raken. Voorkomen is beter dan genezen. Dat geldt zeker voor de werkende mantelzorger. “Zij hebben te maken met een driedubbele belasting. Ze zijn gezinshoofd, mantelzorger én werknemer. Van drie kanten worden er voortdurend dingen van hen verwacht. Wat we hun kunnen leren is tijd voor zichzelf vrij te maken. En soms kunnen we ook praktische dingen uit handen nemen.” Waar veel mantelzorgers ook baat bij hebben is lotgenotencontact. Samen met de steunpunten organiseren de consulenten regelmatig ontspanningsactiviteiten en themabijeenkomsten. Ook verschijnt 4 keer per jaar een nieuwsbrief.
Herkennen Die nieuwsbrief wordt verspreid onder de circa 2000 mantelzorgers die bij de steunpunten in MiddenLimburg zijn geregistreerd. Dat klantenbestand is deels het resultaat van een bloemenactie tijdens de Landelijke Dag van de Mantelzorg. Bij die actie konden mantelzorgers worden voorgedragen voor een bloemetje. “Het aantal hulpvragers ligt lager dan die 2000,” zegt Opheij. “En buiten ons bestand zijn er beslist nog veel mantelzorgers die we goed zouden kunnen helpen. Op voorlichtingsbijeenkomsten merken we dat mensen zich vaak niet in de term 'mantelzorg' herkennen. Pas als je ze erover vertelt, herkent men zich. Wat dat betreft zouden we misschien anders moeten heten...”
Jij zorgt voor een ander. Wie kan je daarbij helpen? Als je daarover nadenkt, vergeet je gemakkelijk mensen en organisaties. Daarom is het verstandig om een 'netwerkkaart' te maken. Dit is je geheugensteuntje bij het vragen van hulp en inzet. In de netwerkkaart breng je verschillende aspecten van je netwerk in kaart. Zo krijg je overzicht over de mensen die je kunt inschakelen. Je staat er niet alleen voor 27
Wie staan er voor jou klaar? (1) Hoe werkt de netwerkkaart? Vul bij elk onderwerp in of je die vorm van ondersteuning krijgt van de genoemde groepen. Als je dit doet zul je ontdekken voor welke onderdelen jij geen hulp hebt/kan bedenken. Om de lege plekken in te vullen kun je vervolgens actie ondernemen. Wacht hier niet
familie
vrienden
te lang mee, want als je hulp nodig hebt, heb je geen tijd meer om mensen te gaan raadplegen. Heb je hulp bij het invullen nodig? Dan kun je contact opnemen met het Steunpunt Mantelzorg bij jou in de buurt (kijk achterin dit blad voor het adres), of je kunt de Mantelzorglijn bellen: 0900 2020 496 (10 eurocent per min.).
kennissen en buren
hulpverleners
openbare plekken
overige contacten (collega’s en werkgever)
praktische hulp
overname zorg
emotionele zorg
ontspanning
informatie
Sinds november 2001 is de Wet Arbeid en Zorg van kracht. Hiermee wil de overheid de combinatie van arbeid en zorg gemakkelijker maken. In deze wet staan een aantal verlofregelingen waar werknemers gebruik van kunnen maken als zij tijdelijk voor een ziek familielid of andere naaste willen zorgen. Daarnaast is er ook de Wet Aanpassing Arbeidsduur. In deze wet is het recht op meer of minder werken geregeld. 28
Maak er gebruik van!
Wet- en Regelgeving Er is meer dan je denkt Deeltijd (parttime)werk
Kortdurend zorgverlof
Maakt je geen gebruik van een verlofregeling? Dan kun je ook minder gaan werken. Iedereen heeft het recht om meer of minder te gaan werken. Dit kan op grond van de Wet Aanpassing Arbeidsduur. Alleen als het bedrijf of de organisatie waar je voor werkt in ernstige problemen komt, mag je werkgever het verzoek afwijzen.
Verzorg je thuis een ziek familielid, bijvoorbeeld je kind of je partner? Dan kun je het kortdurend zorgverlof opnemen. Als je fulltime werkt kun je per jaar maximaal tien dagen zorgverlof krijgen. Werk je deeltijd, dan kun je minder zorgverlof opnemen. Het aantal dagen is namelijk evenredig met de omvang van je dienstverband. Wie bijvoorbeeld 50% werkt, heeft recht op 50% zorgverlof. Dus op vijf dagen. Zorgverlof regel je in overleg met je werkgever. Je kunt de dagen aaneengesloten opnemen, of verspreid over een langere periode.
Let op • werken er bij jouw bedrijf bedrijf of instelling minder dan 10 werknemers, dan geldt deze regeling niet; • het maakt niet uit hoeveel uren je minder wilt werken; • het kan zijn dat er in je CAO afspraken staan die afwijken van de wet. Vraag hiernaar bij je personeelsfunctionaris.
Calamiteitenverlof Het calamiteitenverlof is bedoeld voor noodsituaties die niet uitgesteld kunnen worden. Bijvoorbeeld de plotselinge ziekte van je partner of van één van je ouders. De wet geldt ook bij andere noodsituaties, bijvoorbeeld als blijkt dat je huis onveilig is gebouwd en je plotseling moet verhuizen.
Dit verlof geeft je de ruimte om in de privé-sfeer de eerste noodmaatregelen te kunnen treffen. De lengte van het verlof heeft te maken met de situatie waarin je je bevindt. Soms gaat het om een paar uur, soms om enkele dagen.
Loopbaanonderbreking Wil je voor een zieke zorgen, dan kun je samen met je werkgever besluiten om je werkzaamheden te onderbreken. Je kunt voor dit onbetaalde verlof sparen via de levensloopregeling.
Langdurig zorgverlof De verzorging van een naaste met een levensbedreigende ziekte kan zo zwaar zijn dat je langdurig onbetaald verlof op wil nemen. Hierop heb je sinds 1 juni 2005 recht. De totale duur van dit zorgverlof is maximaal 6 keer de wekelijkse arbeidsduur in een periode van 12 achtereenvolgende maanden, bij voorkeur op te nemen in deeltijd. De werkgever kan een verzoek om zorgverlof alleen weigeren als er zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen in het gedrang komen. Houd er rekening mee dat langdurig zorgverlof consequenties kan hebben voor inkomensafhankelijke regelingen (zoals de huursubsidie), secundaire arbeidsvoorwaarden, verzekeringen, pensioenopbouw en voor de opbouw van vakantiedagen.
Wil je meer weten over deze verlofmogelijkheden? Bezoek dan de volgende websites: www.mantelzorgenwerk.nl www.mantelzorg.nl www.verlofregelingen.szw.nl levensloopregeling.startpagina.nl www.postbus51.nl, trefwoord verlofregelingen www.leeftijd.nl/archief/alle_verlofregelingen_op_een_rij
29
Verlofsparen of levensloopregeling Door gebruik te maken van het verlofsparen of de levensloopregeling kan je geld opzij zetten, zodat je op een later tijdstip extra verlof op kunt nemen. Tijdens die verlofperiode neem je dan je spaargeld van de levenslooprekening op. Je kunt dit verlof opnemen om voor een naaste zorgen, maar ook om er zes maanden tussenuit te gaan om de batterijen op te laden. Via de levensloopregeling kan jij, als werknemer, jaarlijks maximaal 12% van je brutoloon opzij zetten. In totaal mag je 210% van je laatstverdiende bruto jaarsalaris opzij zetten. Bij opname van het tegoed moet je loonheffing betalen. Hierbij geldt een verlofkorting van € 183,(geïndexeerd) per jaar waarin is ingelegd. Je neemt het verlof, uiteraard, in overleg met je werkgever op. Tenzij het gaat om de wettelijk geregelde vormen van verlof.
In Limburg zijn 5 regionale Steunpunten Mantelzorg die u kunnen helpen of verwijzen naar een Steunpunt Mantelzorg bij u in de buurt. Informatie, advies en praktische hulp
Wie staan er voor jou klaar? (2) 30
U kunt bij de Steunpunten terecht voor informatie, advies, praktische hulp, emotionele steun en lotgenotencontact. • Hoe combineert u de zorg voor een naaste met een baan? • Kunt u op uw werk bespreken dat u mantelzorg verleent? • Zijn er mogelijkheden om tijdelijk verlof op te nemen? • Denkt u erover om de werktijden aan te passen of zelfs te stoppen vanwege uw mantelzorgtaken? • Wie heeft, of maakt, er tijd voor u? De medewerkers van de Steunpunten helpen u een aantal zaken op een rijtje te zetten en weten bijvoorbeeld welke verlofregelingen er zijn. Op www.informelezorg.org vindt u meer informatie.
Mantelzorgondersteuning Noord-Limburg Kennedyplein 18 5801 VH Venray tel.(0478)526255 e-mail:
[email protected]
Mantelzorgondersteuning Midden-Limburg Postbus 1316 6040 KH Roermond tel.(0475)356228 e-mail:
[email protected]
Steunpunt Mantelzorg Westelijke Mijnstreek Houtmanstraat 2 6160 AC Geleen tel.(046)4235335 e-mail:
[email protected]
Steunpunt voor Mantelzorgers Parkstad Limburg Beersdalweg 93 6412 PE Heerlen tel.(045)5616210 e-mail:
[email protected]
Steunpunt Mantelzorg Rode Kruis ZZL Cortenstraat 7 6211 HT Maastricht tel.(043)3215046 e-mail:
[email protected]
BaanBrekend Magazine
Project levert de volgende instrumenten op
BaanBrekend Magazine is een product van het project 'Mantelzorg en Werk; combineren kun je leren!' In dit artikel kun je lezen waarom dit project loopt, wat we willen bereiken en wie we willen bereiken.
• Een methodiekbeschrijving “Mantelzorg en werk, combineren kun je leren”. Met deze methodiekbeschrijving kunnen medewerkers van Steunpunten Mantelzorg een adequaat pakket aan ondersteunende maatregelen nemen. • Overdraagbare cursusmethode “Mantelzorg en werk, combineren kun je leren”. Deze cursus is laagdrempelig en bedoeld voor mantelzorgers met knelpunten op het vlak van arbeid en mantelzorg. De cursus bevat een specifieke module met informatie en ondersteuning voor nog niet werkende herintreders. • Een “Klachtenmeldpunt Mantelzorg en werk” en een beschrijving voor professionals over het inrichten van een klachtenmeldpunt. • Informatiebrochure en/of bundeling op basis van bestaande informatie die tot doel heeft mantelzorgers bewust te maken van combinatieproblemen en te wijzen op de ondersteuningsmogelijkheden. • Magazine voor werkende mantelzorgers over het combineren van arbeid en zorg, de ondersteuningsmo gelijkheden en de manieren om knelpunten op te lossen. • Handreikingen voor leidinggevenden. Hierin worden leidinggevenden bewust gemaakt van de problematiek van mantelzorgers en van de (mogelijke) gevolgen die deze belasting in de privésfeer kan hebben op het gedrag van mensen in de arbeidssfeer. • Publicaties over de specifieke ervaringen van allochtone mantelzorgers. • Een knelpuntennotitie voor werkgevers- en werknemersvertegenwoordiging en politieke vertegenwoordigers. In deze notitie zijn eveneens aanbevelingen voor aanpassingen van beleid en regelgeving opgenomen.
Mantelzorg en werk, combineren kun je leren! Veel mantelzorgers zorgen voor een naaste in combinatie met een betaalde baan. Het 'BaanBrekend' project ontwikkelt instrumenten die bijdragen aan het verbeteren van de combinatie mantelzorg en werk, voor mantelzorgers zelf én voor werkgevers. Het project wordt in 2006-2007 uitgevoerd en wordt gesubsidieerd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W).
Wat willen we bereiken? Het project heeft tot doel: • de zelfredzaamheid van werkende mantelzorgers vergroten door het eigen inzicht in de knelpunten te vergroten en door hen praktische instrumenten aan te reiken om knelpunten op te lossen; • de zelfredzaamheid van herintreders die tevens mantelzorg verlenen te vergroten door het eigen inzicht in de knelpunten te vergroten en door hen praktische instrumenten aan te reiken om knelpunten op te lossen; • het klimaat voor werkende mantelzorgers te verbeteren door P&O-ers en leidinggevenden voor te lichten en te ondersteunen; • belemmerende wet- en regelgeving aan de kaak te stellen en om aanpassingen op dit vlak in gang te zetten.
Wie willen we bereiken en met welke doelstellingen? Werkende (allochtone) mantelzorgers in Limburg met combinatieproblemen • Mensen die mantelzorg verrichten bewust maken van het feit dat men mantelzorger is en op welke wijze dit het eigen (werkzame) leven, de keuzes en mogelijkheden beïnvloedt. • Mantelzorgers kennis geven en ontwikkelen van vaardigheden om zowel praktisch als emotioneel het zorgen, als ook het combineren van zorgen met werk zo optimaal mogelijk gaan verrichten. • Het bieden en bekendmaken van voorzieningen die de zorgtaken kunnen ontlasten. • Het in kaart brengen van regelgeving en beleid die de mantelzorgers tegenwerken. • Niet werkende mantelzorgers (potentiële herintreders) bewust maken van kansen om mantelzorg te combineren met betaald werk. • Specifiek de groep werkende allochtone mantelzorgers bereiken.
31
www.baanbrekend.info