‘Financieel bewustzijn kun je leren’ prinses máxima
10 VERZEKERD!
nummer 2, december 2010
Ze zet zich al jarenlang in voor een toegankelijke financiële sector. Sinds kort heeft ze er een nieuwe functie bij: erevoorzitter van CentiQ, Wijzer in geldzaken, een platform dat financieel bewustzijn wil bevorderen. ‘Mede door de financiële crisis is de aandacht voor dit onderwerp flink toegenomen en dat moet ook: financiële bewustwording is belangrijk.’
Prinses Máxima is van huis uit econoom en heeft na haar studie volop ervaring opgedaan in de financiële sector. Zo werkte ze, vóór ze naar Nederland kwam, bij HSBC, DKB en bij de Deutsche Bank. Later is ze zich gaan inzetten voor microkredieten in de breedste zin van het woord. ‘Financiële diensten zijn geen doel op zich, maar een middel tegen armoede en vóór ontwikkeling’, aldus de Prinses. ‘Een krediet kan een ondernemende vrouw in Kenia in staat stellen om een naaimachine te kopen. Daarmee kan ze een bedrijfje starten en haar gezin onderhouden. Maar het is geen tovermiddel, want financiële diensten zijn alleen effectief in combinatie met andere basisvoorzieningen.’ Als er iemand is die het belang van de financiële sector op de juiste waarde kan schatten, is het Prinses Máxima. Diezelfde financiële sector is echter niet altijd toegankelijk genoeg en veel mensen hebben moeite met het begrijpen van financiële diensten. De consequenties daarvan zijn bekend: onderzoek toont keer op keer aan dat het “beheren” van de eigen huishoudportemonnee voor de meeste mensen geen vanzelfsprekendheid is. Eén op de vier mensen in ons land spaart nooit en is niet voorbereid op onvoorziene uitgaven. Daarnaast vertoont maar liefst een derde van de jongeren financieel risicovol gedrag. ‘Juist jongeren zijn een kwetsbare groep’, aldus de Prinses. ‘Eén op de drie jongeren speelt om geld of steekt zich in de schulden. Voor hun toekomst is het ontzettend belangrijk dat ze goed met geld leren omgaan. Als ze nu al risicovol gedrag vertonen, is de kans groot dat ze ook later in de problemen komen.’ Het belang van financieel bewustzijn wordt, zeker sinds de financiële crisis, vaak genoemd, maar wat is het eigenlijk?
‘Financieel bewustzijn betekent in mijn optiek heel simpel dat je inzicht én overzicht hebt in je financiën. Je moet met andere woorden weten wat er binnenkomt en wat er wordt uitgegeven. Daarbij moet je niet alleen weten hoe het nu zit, maar ook wat het toekomstperspectief is. Pas dan kun je bepalen of je nu al iets moet regelen voor straks. Financieel bewustzijn gaat bovendien verder dan alleen controle over je eigen financiën. Het gaat heel nadrukkelijk ook om het kunnen inschatten van de risico’s van uitgaven; weten dat aan een lening wel een prijskaartje hangt. Je moet je dus bewust zijn van alle voor- en nadelen van een financiële keuze en moet ook goede gedragspatronen ontwikkelen, zoals sparen, budgetteren, vergelijken, etc.’
12 VERZEKERD!
nummer 2, december 2010
‘Financieel bewustzijn gaat verder dan alleen controle over .. je financien’ Is financieel “onbewustzijn” iets van deze tijd?
‘Het aantal financiële producten is de afgelopen jaren enorm gestegen, waardoor het steeds ingewikkelder is om uit al die producten de juiste keuze te maken. Daarnaast zijn er meer verleidingen, vooral voor jongeren. Denk alleen maar aan mobiele telefoons of aankopen via internet. Geld beheren is niet meer een kwestie van het geld in je portemonnee beheren. Geld komt tegenwoordig uit de muur, via je pinpas, waardoor de relatie met geld ingewikkelder is geworden.’ Is het niet gek dat Nederlanders, die als risicomijdend volk bekendstaan, zulk risicovol gedrag vertonen?
‘Ik denk niet dat dat iets met het risicomijdende karakter te maken heeft. Feit is, en dat geldt volgens mij niet alleen voor Nederlanders, dat veel mensen financiële producten saai en ingewikkeld vinden. Vooruitkijken is lastig; we zijn liever bezig met leuke dingen die we nú kunnen doen. Dat betekent echter niet dat Nederlanders geen financiële producten afsluiten. Integendeel. Zo hebben we veel dingen verzekerd, zoals de inboedel en arbeidsongeschiktheid. Maar niet bij alle verzekeringen is even helder welke risico’s we er precies mee afdekken. Bovendien vinden mensen het moeilijk om persoonlijke risico’s goed in te schatten. Neem nou het pensioen. Uit onderzoek van CentiQ, Wijzer in geldzaken blijkt dat 66 procent van de Nederlanders niet weet
Personalia Prinses Máxima zet zich al jarenlang in voor toegang tot financiële diensten tegen een redelijke prijs en op duurzame wijze, voor iedereen die dit nodig heeft. Zo was ze in 2005 lid van de VN-adviesgroep voor het Internationale Jaar van het Microkrediet en van 2006-2008 lid van de VN-adviesgroep voor een toegankelijke financiële sector. Sinds 2009 is ze speciaal pleitbezorger voor Inclusive Finance for Development van Ban Ki-moon, Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. In Nederland is Prinses Máxima lid van de Raad voor Microfinanciering en sinds 1 september 2010 erevoorzitter van CentiQ, Wijzer in geldzaken.
fotografie: ivar pel
hoe hoog zijn pensioen straks is én, misschien nog wel belangrijker: of het genoeg zal zijn. We weten dus dat een pensioen belangrijk is en betalen er ook premie voor, maar de vraag of het nou echt goed is geregeld, kunnen maar weinig mensen beantwoorden. In ontwikkelingslanden hebben mensen vaak geen toegang tot eenvoudige financiële producten, zoals een spaarrekening. Hier hebben we dat wel, maar begrijpen we niet altijd hoe een financieel product in elkaar steekt, hoe we ermee moeten omgaan en wat het voor onze persoonlijke situatie betekent.’ Hoe kunnen we dat veranderen?
‘Door financiële educatie stevig te verankeren. Onder financiële educatie versta ik goed en verstandig omgaan met geld en dat is iets wat je kunt leren. Het is een onderwerp dat altijd en overal aandacht verdient, en ook zeker in het onderwijs. CentiQ, Wijzer in geldzaken is heel actief om het op de agenda te krijgen. En met succes. Zo is dit voorjaar de Handreiking Financiële Educatie gelanceerd, die scholen handvatten biedt om financiële educatie in bestaande vakken op te nemen. We zien dat gelukkig steeds meer gebeuren. De partners van CentiQ spannen zich in om scholen te laten zien dat ze, juist in bestaande vakken, op een
heel eenvoudige manier op het onderwerp kunnen inhaken, zonder dat het takenpakket wordt verzwaard.’ Hoe kunnen scholen dat doen?
‘Door in vakken als maatschappijleer, economie en rekenen aandacht te besteden aan financiële zaken. Die vakken lenen zich daar bij uitstek voor. Zo kun je bij rekenen heel mooi inspelen op de belevingswereld van kinderen en dat gebeurt ook al in een aantal lesmaterialen. Je moet dan denken aan aansprekende rekensommen: je hebt nog drie euro beltegoed en een gesprek kost twintig cent per minuut. Hoelang kun je dan nog telefoneren?’ Is het genoeg om een verandering te bewerkstelligen?
‘Ja, dat denk ik wel, maar het heeft natuurlijk wel tijd nodig. Financiële educatie is geen hype, maar een kwestie van een lange adem. Ik heb de indruk dat het besef van nut en noodzaak door de financiële crisis overal, en dus ook binnen het onderwijs, sterk is toegenomen. CentiQ onderneemt voortdurend actie om het onderwerp onder de aandacht te brengen. Dat gebeurt via drie
nummer 2, december 2010
VERZEKERD!
13
‘Jongeren en vrouwen zijn groepen die extra aandacht verdienen’ programmalijnen: Financiën op orde, Jong geleerd is oud gedaan en Zorg voor de toekomst. We zijn als initiatiefnemer of subsidieverlener betrokken bij een groot aantal projecten, die door de partners worden ontwikkeld en uitgevoerd. Het is fantastisch om te zien hoe zij zich voor het onderwerp inzetten.’ Wat is uw eigen rol daarbij?
‘Als speciaal adviseur praat ik met belanghebbenden over de manier waarop financiële vaardigheden kunnen worden vergroot én richt ik me specifiek op acties om vooral jongeren te bereiken.’
het onderwerp blijvend op de agenda staan. Binnen CentiQ vinden wij dat twee groepen extra aandacht verdienen: in de eerste plaats zijn dat jongeren, die zoals gezegd een kwetsbare groep zijn. Twee derde van de jongeren vindt omgaan met geld moeilijk en de kans dat ze worden verleid om een onverantwoorde aankoop aan te gaan, is door internet en mobiele telefoons aanzienlijk vergroot. Naast jongeren verdienen ook vrouwen extra aandacht. Uit onderzoek blijkt dat drie miljoen vrouwen niet in staat zijn in hun eigen onderhoud te voorzien. Veel vrouwen werken parttime en hebben geen idee wat de financiële gevolgen zijn als ze er onverhoopt alleen voor komen te staan. Juist voor deze groep is het belangrijk dat zij inzicht krijgt in de financiële gevolgen van bepaalde beslissingen.’ Hoe bereikt CentiQ die kwetsbare groepen?
‘We houden voortdurend acties om het onderwerp te agenderen. Zo hebben we in september voor het eerst de Week van het Geld georganiseerd, die een groot succes was. Ik zou het goed vinden als we daar een vast onderdeel van maken en ieder jaar een Week van het Geld hebben. Daarnaast hebben we de campagne Zonder Cash ben je nergens georganiseerd en zelf heb ik via Hyves deelgenomen aan chatsessies met jongeren.’ Komen er ook concrete acties voor vrouwen?
Over jongeren gesproken: hoe vroeg moeten we met financiële educatie beginnen?
‘Wat mij betreft kun je daar niet vroeg genoeg mee beginnen! In de eerste plaats is financiële educatie een verantwoordelijkheid van ouders, maar scholen kunnen helpen om het belang van het onderwerp te benadrukken. Ik ben er een groot voorstander van om al vroeg met zakgeld te beginnen. Kinderen kunnen dan spelenderwijs oefenen met geld: ga ik het uitgeven en zo ja, waaraan? Of zet ik het opzij om iets groters te kunnen kopen? En als ik ga sparen, hoe doe ik dat dan? Ik vind eigenlijk dat kinderen vanaf hun zesde een eigen spaarpotje moeten hebben. De website www.nibudjong.nl geeft daar goede tips voor.’ Hebben uw eigen dochters ook een spaarpotje?
‘Jazeker, ze hebben er alle drie één. Ariane, de jongste, is met haar drie jaar eigenlijk iets te klein en begrijpt nog niet wat ze ermee moet, maar Amalia neemt het heel serieus. Ze krijgt één euro zakgeld per week en we hebben afspraken gemaakt wat ze daarmee mag doen. Persoonlijk vind ik het wel leuk dat ze niet meteen alles wil uitgeven, maar sparen héél belangrijk vindt. Ze moet sparen voor een doel, want daar leer je het meest van. Ook daarmee moeten kinderen leren begrijpen dat op ook echt op is.’
‘Die zijn er al. Zo ondersteunen we de “Vrouw en Geld Cafés”, die E-Quality organiseert. Vrouwen leren bijvoorbeeld om goed stil te staan bij de financiële consequenties van bepaalde beslissingen, zoals minder werken of een echtscheiding. De Consumentenbond heeft, in samenwerking met CentiQ, folders uitgegeven over “Vrouwen en geld”. Ook bekijken we wat we verder kunnen doen om het pensioenbewustzijn van vrouwen te vergroten.’ Wie is uiteindelijk verantwoordelijk voor een financieel bewust Nederland?
‘In eerste instantie ben je dat als persoon natuurlijk zelf, maar je hebt daarbij wel hulp nodig van alle instellingen en organisaties die actief zijn in de financiële sector. Die hulp is écht noodzakelijk. Ik spreek graag van een gedeelde verantwoordelijkheid. Financiële instellingen moeten het niet alleen aan ouders en scholen overlaten, maar ook zélf hun verantwoordelijkheid nemen. Gelukkig zien we dat binnen CentiQ ook volop gebeuren. Het Verbond van Verzekeraars is één van de partners die heel actief is. En ook voor de individuele verzekeraars is een belangrijke rol weggelegd. Zij hebben rechtstreeks contact met de consument en weten wat er leeft.’ Waar liggen in uw ogen kansen voor verzekeraars?
Stopt financiële educatie als kleine kinderen groot zijn?
‘Nee, integendeel. Ik vind het belangrijk dat je er vroeg mee begint, maar het houdt nooit op. Financiële educatie is een continu proces. In alle levensfasen krijgen mensen immers te maken met financiële beslissingen en keuzemogelijkheden en dus moet
14 VERZEKERD!
nummer 2, december 2010
‘Verzekeraars moeten, en dat geldt voor alle financiële dienstverleners, mensen zo zorgvuldig mogelijk faciliteren als ze hen financiële producten aanbieden en er keuzen moeten worden gemaakt. Dat is een heel belangrijke verantwoordelijkheid, maar ik vind dat financiële instellingen het vooral als kans moeten zien om een steentje bij te dragen aan financiële educatie.’
<