Maintenance
Nummer 18, maart 2013
Magazine van DUTCH
001__01_cover.indd 1
INSTITUTE WORLD CLASS MAINTENANCE
Model voor decentraal produceren in de maak ‘Maintenance is de smeerolie voor onze campussen’ Windturbineproject heeft wind in de rug Betrouwbaarheid in de levenscyclus begint bij het ontwerp
05-03-13 17:01
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN. • Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie geld verdienen? • Hoeveel kan onderhoud bijdragen aan het bedrijfsresultaat? • Wat is Excellent Onderhoud en hoe geef ik dit vorm?
Kom naar stand 4.10 5
Maintenan
ce Ne
xt en ontdek uw kansen!
WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • HBO Onderhoudstechniek • Post-HBO Onderhoudstechnologie • Post-HBO Onderhoud en Management • Master of Engineering in Maintenance & Asset Management
Start 2 oktober 2013 Start 3 oktober 2013 Start 3 oktober 2013 Start 2 september 2013
Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar
[email protected] of kijk op www.cvnt.nl.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
FC_A4(new).indd 002_HU.indd 1 1
10-01-13 11:09 26-02-13 14:10
Inhoudsopgave
12
Model voor decentraal produceren in de maak Procesintensificatie maakt het mogelijk om in de toekomst chemische fabrieken veel compacter te bouwen, waardoor de installaties ervan in één of meer zeecontainers passen. Normaal hangt de winstgevendheid van een fabriek in de chemie nauw samen met de schaalgrootte. Bij compacte fabrieken zal de winstgevendheid meer afhangen van de economy of chain.
18
‘Maintenance is smeerolie voor onze campussen’ Limburg is samen met de provincie Noord-Brabant en Zeeland aandeelhouder van DI-WCM. Sinds oktober vorig jaar is Twan Beurskens (VVD) Limburgs gedeputeerde. Hij volgt Mark Verheijen op die naar de Tweede Kamer ging. Beurskens heeft Economie in zijn portefeuille. ‘Limburg zet in op campusontwikkeling, maar daar kunnen ze niet draaien zonder goed onderhoud.’
28
Aviolanda en Gate2: schouder aan schouder Maintenance is een van de economische speerpunten in Noord-Brabant. Met Gate2 en Aviolanda heeft de provincie twee toplocaties die inzetten op luchtvaartgerelateerd onderhoud. Beide ‘kristallisatiepunten’ maken werk van een gezamenlijke profilering en acquisitie. De tijd is aangebroken om gezamenlijk de (buitenlandse) markten te benaderen.
colums Aad Veenman
16
Peter van Dongen
16
Wiebe Cnossen
26
Roelf Venhuizen
26
17 20 22 24 27 31 32 34 35 37
De vloek van de winnaar NU klaar voor NEXT dimensies Windturbineproject heeft wind in de rug Betrouwbaarheid in de levenscyclus begint bij het ontwerp WCM-Academy: Minds for Maintenance On the spot: Proactief onderhoud Bedrijven onderschatten belang servicelogistiek Goedkoop is duurkoop De order: Onderhoud cougars 3D-visualisatie maakt stop veiliger en sneller
Maintenance maart ‘13
003__03_inhoud.indd 3
3
05-03-13 14:09
PaCked ConFerenCe ProGraMMe
tHe storaGe terMInaL oPerators’
ConFerenCe & eXHIBItIon ANTwERp EXpO 19 - 21 MARcH 2013
tHe worLd’s Fastest GrowInG tank terMInaL event
• Market developments - the impact of the eurozone crisis with refinery closures and new ownership • Diversification in the market for european crude • the importance of solid tank foundations and new technology to enhance safety and risk strategies
180+ world class exhibitors at the Free to attend exhibition. • SEE live demonstrations of the latest innovations in your industry • DISCOVER new, more cost-effective solutions to existing processes and test drive the latest products on the market • MEET the world’s leading suppliers and network with industry experts from the oil and chemical industries
Join us on: oFFICIaL PuBLICatIon
Partners & suPPorters: Kringen
sPonsors: Maintenance
INDUSTRIAL FIRE JOURNAL
Download your booking form or register for the FREE EXHIBITION now at
www.stocexpo.com
INNOVATIE MAAKT VAN GGB DE MARKTLEIDER The Global Leader in High Performance Bearing Solutions GGB luistert naar de response van zijn klanten. Het resultaat hiervan zijn superieure lagers die problemen vermijden. Meer weten? Surf dan naar onze website: www.ggbearings.be of scan de QR Code die u hieronder vindt. GGB Benelux Fountain Business Park, Building 5 C. Van Kerckhovenstraat 110 B-2880 Bornem Tel.: +32-(0)3 890 46 70 Fax: +32-(0)3 890 46 71
[email protected]
Get a QR code reader at http://getscanlife.com ©2012 GGB. All rights reserved.
GGB_8949_BrndBenelux_iM_M.indd 1
004_easyUK_ggb.indd 1
3/12/12 9:15 AM
27-02-13 10:52
editorial
Colofon Maintenance is een uitgave van het Dutch Institute World Class Maintenance. Voor meer informatie zie www.worldclassmaintenance.com Uitgever Industrielinqs pers en platform Mark Oosterveer
[email protected]
Redactie Rien Puyenbroek (Hoofdredacteur), Stefi Celie, David van Baarle, Pieter Pulleman, Erik te Roller, Mark Oosterveer en Elise Quaden Redactieraad Rien Puyenbroek, Stefi Celie, Moniek Schoofs, Jan Slokkers, Cècely Loontjens, Stefan van Seters, Gerard Blom, Rutger van der Male, Jaap Heukelom, Chris Rijsdijk en Mark Oosterveer Redactieadres Dutch Institute World Class Maintenance Princenhagelaan 13 4813 DA Breda T. 076-5311090 E.
[email protected] Oplage 5.000 exemplaren Vormgeving Studio-Online (Coverfoto: ASML) Druk Veldhuis Media, Raalte Eindverantwoordelijke Lex Besselink Advertentieverkoop Jetvertising Rob Koppenol T. 070 3990000 E.
[email protected]
Mede mogelijk gemaakt door:
Maintenance Onderhouden en Handhaven Op 30 april 1980 zweerde koningin Beatrix bij haar inhuldiging dat zij de Nederlandse grondwet zal onderhouden en handhaven. Op 30 april 2013 zal de toekomstige koning Willem-Alexander hetzelfde doen. Vooral de woorden ‘onderhouden en handhaven’, nauw gerelateerd aan de Nederlandse wapenspreuk ‘Je Maintiendrai’, spreken ons als DI-WCM sterk aan. Innovatief onderhouden en handhaven van kapitaalintensieve goederen en installaties is en blijft de kerntaak van DI-WCM. Na bijna vijf jaar coördineren, verbinden en stimuleren van ondernemingen, onderwijs/onderzoekinstellingen en overheden om te participeren in innovatieve projecten en programma’s, is er een fundament gelegd om de toekomst voor DI-WCM 2.0 te verankeren. De DI-WCM-activiteiten hebben geleid tot een netwerk van honderden personen, werkzaam bij een zelfde aantal bedrijven, kennisinstellingen en overheid. Samen goed voor een omvangrijk areaal aan expertise vanuit verschillende disciplines en sectoren. Het belang van DI-WCM wordt door veel partijen onderkend. Een groep actieve spelers in het WCM-ecosysteem heeft de wens geuit om, voortbouwend op de resultaten en leerervaringen, het geheel te continueren. De focus zal hierbij liggen op innovatieprojecten. Om snel en effectief een projectenportfolio met goed draagvlak te kunnen ontwikkelen, wordt momenteel onder regie van DI-WCM een compact en slagvaardig kernconsortium opgezet met asset owners, equipment manufacturers en service providers. Hun doel is een hefboomwerking te creëren in de vorm van een groot gezamenlijk budget voor projecten waarmee resultaten kunnen worden nagestreefd die op individuele basis niet haalbaar zijn. Als we de komende periode onze uitgangspunten met de industrie nastreven, kunnen wij de woorden ‘onderhouden en handhaven’ ten volle waarmaken. Een koninklijke en historische opgave en uitdaging, maar goed voorbeeld, doet goed volgen. Sluit u daarom aan bij DI-WCM en zorg dat u erbij bent en blijft. Ir. Lex Besselink Algemeen directeur DI-WCM
Dit project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van OP-Zuid:
Maintenance maart ‘13
005__02colofon_editorial.indd 5
5
05-03-13 17:02
Stork Technical Services and Al-Rashed Group for Projects sign agreement
Stork Technical Services, a global provider of knowledge based asset integrity services and Al-Rashed Group for Projects Holding Co. KSCC, a major participant in Oil & Gas, Utilities, Infrastructure and Power Transmission & Distribution projects, announce that, on 5 February 2013, an
agreement was signed to formalise their relationship with Stork Technical Services taking a 49% shareholding in Al-Rashed Cooperheat Trading & Contracting Co WLL. Post signing, the Company will be converted to a KSCC Company and renamed Stork Technical Services Kuwait.
The company will offer specialised technical services with world class and high quality services to the oil & gas, petrochemical and power sector. Mr. Abdulaziz Al Rashed, Chairman & MD of Al-Rashed Group for Projects Holding stated: ‘Stork Technical Services enjoys a worldwide reputation as a leading provider of highly specialist services in a number of major industrial sectors. Al-Rashed Group for Projects Holding is delighted and honored that Stork Technical Services has made this significant commitment to participate in the future development of the State of Kuwait.’ Doug Meikle CEO of Stork Technical Services declared that his company’s expansion in the Middle East is one of the key strategies the company has been planning for the last few years: ‘That is why we are very pleased to affirm our cooperation with such an outstanding company as Al Rashed. We are honoured to work with Al Rashed and look forward to continuing our long relationship.’
Bent U de volgende winnaar van de DI-WCM Maintenance Awareness of Innovation Research Awards? Het Dutch Institute World Class Maintenance (DI-WCM) is in 2012 gestart met het uitreiken van de jaarlijkse DI-WCM Maintenance Awareness en Innovation Research Awards. De winnaars van 2012 zijn: Stork Technical Services met het Ooievaarspel (The Stork) en Gokmur Seyma Cakir met haar Masterthesis over Development of a Condition Based Maintenance Decision Model by Data Mining. Ook in 2013 zullen de Awards worden uitgereikt tijdens het DI-WCMjaarcongres in het najaar. Belangstellenden kunnen zich aanmelden tot 1 juli 2013 via
[email protected]. Na aanmelding ontvangen deelnemers alle relevante informatie zoals voorwaarden en criteria die van toepassing zijn voor het winnen van de Awards. De inschrijving voor deze Awards staat open voor de gehele (onderhouds)industrie en studenten van hbo- en wo-opleidingen. De DI-WCM Maintenance Awareness Award wordt uitgereikt voor het beste voorstel dat bewustzijn van het belang van industriële instandhouding bevordert binnen de (maak)industrie en onder de aandacht van het grote publiek weet te brengen. De maatschappelijke impact/relevantie moet duidelijk zijn. De DI-WCM Innovation Research Award richt zich specifiek op de onderwijs- en onderzoekinstellingen (hbo en wo). Studenten en onderzoekers met innovatieve ideeën of onderzoeksvoorstellen binnen de vakgebieden van maintenance, worden uitgenodigd zich in te schrijven. Innovatieve ideeën en onderzoeken kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de Nederlandse maintenancesector. Voelt u zich uitgedaagd of aangesproken of kent u
6
iemand of een organisatie die voor een Award in aanmerking zou kunnen komen? Meldt u zich dan via
[email protected]. De beoordeling en selectie wordt uitgevoerd door een vakkundige jury en de winnaars zullen worden bekendgemaakt tijdens het DI-WCM-congres in het najaar van 2013.
Maintenance maart ‘13
006_7_8_9_10__05_nieuws.indd 6
05-03-13 14:07
Nieuws
RapidPro 2013: specifiek voor iedereen Eind februari vond de derde editie van de RapidPro plaats. De beurs- en congrescombinatie bood een compleet overzicht van vorderingen in rapid technologieën en nieuwe toepassingen. Het evenement richtte zich specifiek op het snel ontwerpen en produceren van producten en prototypes. Wie drie jaar geleden dacht dat het met de rapid technologieën niet zo’n vaart zou lopen, heeft het mis. Bewijs hiervoor wordt onder meer geleverd door het feit dat RapidPro blijft groeien. Het is een duidelijke afspiegeling van het grote aantal nieuwe technieken en toepassingen dat zijn weg vindt naar bedrijfsleven en consument. Volgens Els van de Ven, beursmanager bij organisator Mikrocentrum, is de aantrekkingskracht van RapidPro snel verklaard: ‘Je kunt rustig stellen dat RapidPro uniek is, zelfs binnen een Europese context. Het thema rondom het snel maken van prototypes en producten is voor een zeer grote en diverse groep relevant. Zo bieden snelle productietechnieken en digitale simulaties ongekende voordelen voor de maakindustrie, helemaal gezien recente innovaties die zich op het gebied van metaalverwerking en
Brandbrief innovatiebeleid Dertien grote bedrijven maken zich ernstige zorgen over het innovatiebeleid in Nederland. De bedrijven vinden dat zij te weinig geld krijgen van publieke financiers van wetenschappelijk onderzoek, zoals NWO en TNO. Het zogeheten topsectorenbeleid zou op een mislukking dreigen uit te lopen. AkzoNobel, DSM en Unilever behoren tot de bedrijven die de brief hebben ondertekend. Het topsectorenbeleid is erop gericht dat bedrijven en kennisinstellingen nauwer samenwerken om de innovatiekracht van de industrie te versterken. De bedrijven zeggen dat nu juist het tegendeel dreigt te gebeuren. De voortzetting van bestaande samenwerkingsverbanden loopt volgens de bedrijven gevaar. Het ministerie van Economische Zaken wil alleen kwijt dat het in gesprek gaat met de briefschrijvers.
keramiek hebben voorgedaan. Er ontstaan nieuwe mogelijkheden voor de medische sector, de lucht- en ruimtevaart, de machinebouw en de architectuur.’ De brede inzetbaarheid van snelle techniek kwam goed tot uiting in het exposantenaanbod en het boordevolle congresprogramma. Zo waren er leveranciers van CAD- en simulatiesoftware en aanbieders van 3D-printoplossingen op de beursvloer te vinden, maar ook specialisten op het gebied van vacuümvormen, CNC-bewerken en spuitgieten. Ook was er aandacht voor
reverse engineering, nieuwe materialen en oppervlaktebehandelingen. Van de Ven: ‘Dat rapid technologieën op alle fronten aan terrein winnen, bleek tevens uit de diversiteit van de lezingen die we hebben weten neer te zetten. Zo was er op de eerste dag een plenair betoog over additive manufacturing als redder van de sieradenindustrie. Maar ook het additief verwerken van keramiek en aluminium werd uitgebreid uit de doeken gedaan. Op de tweede dag was ESTEC aan het woord over het gebruik van additieve technologie in de ruimtevaart.’
Kennismaking met techniek tijdens de Week van de Industrie
Ruim tweehonderd tweedejaars leerlingen van de Zeeuws-Vlaamse vmbo-scholen hebben eind januari deelgenomen aan de ‘Week van de Industrie’ door middel van een Experience Day in het Bio Base Europe Training Center in Terneuzen. Het doel van de Week van de Industrie was de leerlingen een goed beeld te geven van de toekomstmogelijkheden die de regionale bedrijven hen te bieden hebben. Tijdens de kennismaking stonden de beroepsmogelijkheden binnen de sectoren logistiek, maintenance en procesindustrie centraal. Vanaf oktober hebben de leerlingen op school ter kennismaking een gastles gekregen van een ‘Techniek Ambassadeur’, een enthousiaste technicus van één van de deelnemende bedrijven. Vervolgens hebben ze een bedrijfsbezoek gebracht aan het bedrijf waar de Techniek Ambassadeur werkzaam is. Tijdens dit bezoek hebben zij met eigen ogen kunnen zien en ervaren wat er tijdens de gastles is besproken. Tijdens de Week van de Industrie werd de slotdag van het project voor ‘Loopbaan Oriëntatie’ georganiseerd. Gedurende deze ‘Experience Day’ volgden de leerlingen een programma waarbij zij in de gelegenheid werden gesteld zich nog verder te verdiepen in de vraag wat het betekent om in deze sectoren werkzaam te zijn.
Maintenance maart ‘13
006_7_8_9_10__05_nieuws.indd 7
7
05-03-13 14:08
Maintenance NEXT lanceert kennisgame ‘Focus on the NEXT’
Maintenance NEXT, de technologie- en onderhoudsexpo die plaatsvindt van 16 t/m 18 april in Ahoy Rotterdam, heeft de game ‘Focus on the NEXT’ gelanceerd. Onderhoudsprofessionals testen hun kennis van technische producten door middel van een online fotospel. De hoofdprijs is een bezoek aan het Airbus A380 complex in Toulouse. De game is te spelen op www. focusonthenext.nl. Op Maintenance NEXT staan de laatste ontwikkelingen op het gebied van techno-
logie en onderhoud centraal. Om bezoekers van de expo alvast een voorproefje te geven van wat er op de beursvloer gepresenteerd wordt, krijgen zij in de online game sterk ingezoomde foto’s van technische producten te zien. Degene die de producten het snelst herkent, wint de hoofdprijs die op de eerste dag van Maintenance NEXT uitgereikt wordt. Daarnaast worden er onder de deelnemers aan de game die ook de expo bezoeken nog extra prijzen verloot.
Erik Takes, Exhibition Manager Ahoy Rotterdam: ‘Wij denken dat deze game een speelse manier is om kennis te maken met Maintenance NEXT. Plantmanagers, operators en technici kunnen testen of zij NU klaar zijn voor NEXT dimensies en of zij weten wat er op hun vakgebied te koop is. Maintenance NEXT is de plek waar zij het aanbod in het echt kunnen aanschouwen en volop kunnen netwerken en zaken doen. Het mooie aan de game is dat collega’s en organisaties elkaar kunnen uitdagen om hun score te verbeteren. Wij hopen dat dit onderling een gezonde concurrentiestrijd teweegbrengt en het onderhoudsprofessionals stimuleert om gezamenlijk de expo te komen bezoeken.’ Om uitwisseling van kennis en kunde onder onderhoudsprofessionals te versterken, organiseert Ahoy Rotterdam een kennisinhoudelijk programma. De drie dagthema’s Who’s NEXT, Reliability NEXT en Safety NEXT komen uitvoerig aan bod in ontbijtshows, masterclasses en casepresentaties. Stakeholders uit de industrie, vak- en brancheverenigingen en specialisten uit het bedrijfsleven gaan dieper in op de actualiteit van asset ownership en dienstverlening. Voor meer informatie, zie: www.maintenancenext.nl
AVANS+ en AMC Centre investeren in Asset Management Competences De eerste jaargang van de eenjarige postbachelor assetmanagementopleiding van AVANS+ is in 2012 gestart en is met een eindpresentatie begin februari voor alle deelnemers op één na volledig afgerond. De diploma’s werden donderdag 21 maart uitgereikt. De inmiddels populaire assetmanagementopleiding gaat dit jaar voor de derde keer van start. Deelnemers worden bekend gemaakt met assetmanagementprincipes en -processen volgens de PAS 55/ISO 55.000-richtlijnen, waarbij een bedrijfskundige verbreding en een assetmanagementverdieping plaatsvindt. De opleiding is gericht op medewerkers van organisaties en bedrijven die zich bezighouden met het beheer en onderhoud van kapitaalintensieve objecten en trajecten. Daarnaast wordt veel aandacht gegeven aan persoonlijke ef-
8
fectiviteit en samenwerking aan projecten met collega’s uit andere sectoren. De AVANS+-opleiding Asset Management is opgezet in samenwerking met onder andere het AMC Centre, ProRail, RWS, Liander, Enexis, Delta, Joulz en KWR en is onderdeel van het AM+-leertraject. Met het AM+-programma wordt beoogd een vervolgtraject op te zetten dat door AVANS+ en AMC Centre gezamenlijk zal worden ontwikkeld. Het doel is een alternatief te bieden voor de opleiding Master of Science in Asset Management Control. Voor meer informatie over de post-bachelor assetmanagementopleiding kunt u terecht op de Avans+-website www.avansplus.nl of bij info@amccentre. nl. U kunt ook contact opnemen met Kees Michielsen (06-27455191) of John den Ridder (06-27909067).
Maintenance maart ‘13
006_7_8_9_10__05_nieuws.indd 8
05-03-13 14:08
Nieuws
Spare parts planning vanuit de control tower De planning van spare parts wordt steeds complexer waardoor er bij veel bedrijven een behoefte ontstaat voor specifieke ICT-systemen. Bedrijven kampen tegelijkertijd vaak met een tekort aan ervaren en deskundig logistiek personeel wat leidt tot een toename van risico’s bij lage voorraadniveaus en dure kritische onderdelen. Planning Services is een nieuwe dienst voor gestructureerd voorraadbeheer en distributie van spare parts van de klant. Uitgangspunt is om een optimale balans te creëren tussen beschikbaarheid van service parts, geïnvesteerd kapitaal en operationele kosten. De doelgroep voor deze methodiek is bij uitstek de kapitaalintensieve industrie met een breed assortiment van verschillende parts met ieder hun eigen vraag en toeleveringskarakteristieken. Deze dienst wordt gedeeltelijk door Gordian uitgevoerd vanuit de control tower die binnen Dinalog Lab is gevestigd. Eén centraal planningspunt waaruit de klanten worden bediend, waardoor schaalgrootte in de planningsorganisatie is gerealiseerd. De eerste pilot bij de Nederlandse marine diende als basis voor het binnenhalen van data. Deze manier van datamining werd vervolgens in Pilot 2 gebruikt bij NedTrain. Hier werd het plannen op afstand uitgepro-
beerd waarbij werd gedifferentieerd tussen voorraadstrategieën en service levels. Deze kennis is gebruikt om in de derde pilot bij Alstom Transport een volledig geïntegreerde IT-omgeving te ontwikkelen (inclusief een dashboard), vanuit waar de volledige planning plaats kan vinden. Uiteindelijk werd er in de laatste pilot binnen het project over meerdere locaties heen parts-planning gerealiseerd, waardoor ook schaalgrootte in de vraag werd gecreëerd. Jurgen Donders van Gordian: ‘Het optimaliseren van de twee individuele locaties leverde een voorraadreductie van 25 procent op en 1,5 procent extra servicelevel. Vervolgens wordt er nog eens 10 procent voorraadwaarde bespaard wanneer er over beide locaties heen wordt gepland. Voor ons het bewijs dat Planning Services in de praktijk werkt.’ Ondanks dat de ondersteuning vanuit Dinalog nu formeel ten einde is, gaat de ontwikkeling bij de pilotbedrijven nog wel even door. Om Planning Services nog meer waarde te laten genereren, wordt momenteel gewerkt aan een nieuw demonstratieproject waarin parts pooling, samenwerking en planning tussen meerdere bedrijven, meer aandacht krijgt. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dinalog:
[email protected]
WCAA-training voor Jamaicanen en bezoek Kazachse ambassadeur
Zes Jamaicanen van het Caribbean Aerospace College zijn afgelopen november aan de World Class Aviation Academy (WCAA) gestart in Hoogerheide. Ze volgen het praktijkonderdeel van Module 15 van de Basis Training (Gas Turbine Engine, Jet Engine). Ook kreeg de WCAA bezoek van de ambassadeur van Kazachstan, mevrouw Mainura Murzamadiyeva. Oudwielrenner Rini Wagtmans, die veel doet aan promotie van Kazachstan in Nederland, was aanwezig, evenals de Woensdrechtse burgemeester Marcel Fränzel en wethouder Martin Groffen. Peter Huis in ‘t Veld gaf uitleg over de WCAA en het Rotary Wing Training Centre in Rijen/Tilburg. Burgemeester Fränzel vertelde over de meerwaarde van de WCAA voor zijn gemeente. Opzet van het bezoek was om Kazachstan te interesseren voor de vliegtuigen helikopteropleidingen. ‘Op onze opleiding zitten mensen uit Jamaica en Chili en we zouden het fantastisch vinden als ook mensen uit uw land hier naartoe komen’, zei Huis in ‘t Veld. De ambassadeur luisterde met veel interesse en zei dat vliegen een belangrijke manier van transport is in haar land, dat ongeveer 65 keer zo groot is als Nederland. Ze beloofde de informatie door te spelen naar de regering van Kazachstan. ‘Ik hoop dat een van onze ministers binnenkort bij u op bezoek komt’, zo stelde zij.
Maintenance maart ‘13
006_7_8_9_10__05_nieuws.indd 9
9
05-03-13 14:08
UAV’s voor maritieme toepassingen
Het Europese project ‘3i’ moet het gebruik van onbemande vliegtuigen (unmanned aerial vehicle: UAV) voor het monitoren van zeeschepen en activiteiten ver uit de kust stimuleren. Hiervoor is vanuit het Europese programma ‘Interreg 2 zeeën’ 1,85 miljoen euro beschikbaar gesteld.
Twaalf organisaties uit Nederland, Frankrijk en Groot-Brittannië verdubbelen dit bedrag. Onder andere politie, havendiensten en milieuorganisaties zijn geïnteresseerd in de bewegingen en activiteiten van schepen en met UAV’s zijn deze goed te volgen. Het project bestaat uit drie fases. In de eerste plaats ontwikkelen de betrokken partijen de specificaties voor een prototype UAV. In de tweede fase zullen zij het prototype bouwen en testen. De derde fase is de demonstratiefase, waarin de ontwikkelde UAV in de haven en voor de kust van Rotterdam, voor de kust van Kent, in de haven van Dover en voor de kust van Bretagne een aantal demonstraties zal geven. Alle deelnemende landen nemen delen van het project op zich. Zo ontwikkelt de
TU Delft de automatische piloot van de UAV. De Britse University of Southampton ontwikkelt het frame en de aandrijving en de Franse universiteit Telecom Bretagne ontwikkelt de gebruikersomgeving. De eindgebruikers op hun beurt stellen de kaders op waaraan de UAV moet voldoen op basis van een aantal operationele scenario’s. Volgens projectleider Stefan van Seters van Rewin NV in Breda loopt het project redelijk op schema en hopen de projectdeelnemers in het najaar een prototype beschikbaar te hebben. Het volledige project eindigt in 2014 of iets later. De resultaten van het project worden vrij beschikbaar gesteld om de ontwikkeling van de technologie van UAV’s te ondersteunen.
Internationale samenwerking & innovatie in maintenancesector MORE4CORE is een internationale samenwerking om innovatie te stimuleren in de onderhouds-, reparatie- en revisie-industrie (Maintenance, Repair and Overhaul, MRO). Vier Europese landen, gespecialiseerd in MRO, gaan samenwerken om innovatie te versnellen, onderwijsprojecten op te starten en aan beleidsontwikkeling te doen. Het project verenigt de industrie, het onderwijs en de overheid om via gezamenlijke strategieën deze sector te versterken en grensoverschrijdende samenwerking mogelijk te maken. Coördinator Michel Weeda: ‘MRO is cruciaal om onze industrie competitief te houden en de duurzaamheid van onze productie te verbeteren. Industrie, onderwijs en overheid moeten samen streven naar gemeenschappelijke doelen en gedeelde ambities.’ Het doel is de belangrijkste bedrijfstakken in Noordwest-Europa effectiever te laten werken. Dit zal een belangrijke stimulans zijn om de industriële competitiviteit van Noordwest-Europa op wereldvlak te versterken. ‘MRO heeft een sleutelrol in de industrie. Naast het op peil houden van bestaande productiviteit is MRO doorslaggevend voor de snelle en grootschalige introductie van slimmere, schonere, meer duurzame of energiezuinige technologieën. Deze ‘upgrades’ van bestaande systemen zijn belangrijk, want de huidige productiemid-
10
delen verouderen, terwijl de economische omstandigheden een langere levensduur op competitief niveau eisen. Een extra uitdaging vormt de vergrijzing van de arbeidsmarkt’, aldus Michel Weeda van BOM en coördinator van het project. Partners zijn in Nederland de Brabantse OntwikkelingsMaatschappij, Dutch Institute World Class Maintenance, Stichting Maintenance Education Consortium, in België the Belgian Maintenance Association en de Kamer van Koophandel Antwerpen-
Waasland, in Frankrijk de Association Française des ingénieurs et responsables de maintenace, in Duitsland de Wirtschaftsverband für Industrieservice en in Europa de European Federation of National Maintenance Associations. Samen vertegenwoordigen deze partners meer dan duizend bedrijven met meer dan 500.000 werknemers, verantwoordelijk voor 57 miljard euro aan beheerde assets. MORE4CORE is de eerste samenwerking van deze aard en omvang in Europa.
Maintenance maart ‘13
006_7_8_9_10__05_nieuws.indd 10
05-03-13 14:08
Nieuws
Finalisten Verkiezing Maintenance Manager van het Jaar 2013 bekend De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) heeft de namen van de finalisten van haar jaarlijkse verkiezing Maintenance Manager of the Year bekendgemaakt. Het gaat om Mieke van Zon (44), Maintenance Manager bij Heijmans Infra Services, Arjan van Broekhoven (40), Contract Manager bij Volker Infra en Ton Huibers (56), Maintenance Manager bij Vlisco Nederland. Zij maken kans om op 21 maart de titel Maintenance Manager of the Year 2013
in de wacht te slepen. Met deze wedstrijd beloont de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud, samen met Industrielinqs pers en platform, de manager die een duidelijke visie op onderhoud heeft omgezet in een resultaatgericht beleid. Het is niet zomaar een wedstrijd, want er gelden strenge regels. Op diverse onderdelen binnen het vakgebied wordt op performance beoordeeld. Financiële resultaten en visie en missie van de onderhoudsorganisatie zijn daar onderdelen van. Maar ook aan het
verbeteringsklimaat en onderhoudsvormen worden waarderingen gegeven. De leiding wordt geïnterviewd, de medewerkers worden gehoord en uiteraard wordt gekeken naar veilig werken en worden aspecten binnen duurzaam ondernemen beoordeeld. De jury bestaat uit ervaren vakgenoten die hun sporen reeds lang verdiend hebben in het vakgebied. Op 21 maart 2013 wordt de winnaar bekendgemaakt. Dat gebeurt tijdens het feestelijke verkiezingsdiner na afloop van het iMaintain-congres in De Kuip Rotterdam.
Onderhoud binnen de Food, Beverage & Farma-sector in 2020 vier procent van het Bruto Binnenlands Product. De totale sector biedt werkgelegenheid aan zo’n 260.000 tot 300.000 professionals, zo’n vier procent van de werkzame Nederlandse bevolking. Cees ’t Hart, boegbeeld van de topsector Agri&Food, positioneert onderhoud als een belangrijke functie in de voedingsmiddelenindustrie. Vooral kwesties rondom productveiligheid, maar ook bij veiligheid in het algemeen. Veel incidenten uit het verleden hadden te maken met verkeerd onderhoud of te weinig hygiënische kennis bij onderhoudsbedrijven. De onderhoudsmarkt zal een actieve rol moeten vervullen en op thema’s als resource efficiency in de keten, voedselveiligheid of duurzame maaktechnologie samenwerking moeten aangaan met industrie, kennisinstellingen en overheid.
De Nederlandse sector Agri&Food staat aan de wereldtop. Twaalf van de veertig wereldwijd grootste foodbedrijven hebben een vestiging of belangrijke Research & Development-activiteit in Nederland. Ons land is de nummer één Agri&Food-innovatieregio met internationaal toonaangevende kennisinstellingen. Wij zijn, na de Verenigde Staten, de tweede exporteur van agro- en foodproducten ter wereld. Redenen genoeg voor de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) om te onderzoeken hoe onderhoud zich binnen de sectoren Food, Beverage & Farma positioneert in het jaar 2020. Uit het onlangs verschenen NVDO Onderhoudskompas blijkt dat de Nederlandse onderhoudsmarkt een omvang heeft van tussen de 30 en 35 miljard euro. Dit is ongeveer
KI<-manager naar Brussel voor R&D Padraig Naughton, deeltijd leider van het Kennis en Innovatie Centrum (KI<) van het Maintenance Valuepark Terneuzen, is sinds februari door zijn werkgever Dow Benelux gedetacheerd als Innovatie Manager bij CEFIC, de Europese koepelorganisatie voor de chemische industrie. In deze rol zal hij samen met Europese collega’s uit de chemische industrie sturing geven aan de innovatie op het gebied van duurzaamheid en het efficiënt gebruik van de beschikbare grondstoffen en energiebronnen. Hij zal zich in het bijzonder
richten op de voorstellen voor de publiekprivate samenwerking zoals die vorig jaar in het Europese onderzoeksprogramma geïnitieerd zijn onder de naam SPIRE (Sustainable Process Industry through Resource and Energy Efficiency). Voor het Maintenance Valuepark heeft Naughton de afgelopen twee jaar een leidende rol vervuld in het opzetten van het Kennis en Innovatie Centrum. Zijn inzet voor het bij elkaar brengen van de vele partijen, ideeën en middelen heeft geleid tot een portfolio met tal van verbe-
teringsmogelijkheden voor het onderhoud in de procesindustrie. Sommige van deze mogelijkheden zijn al verder uitgewerkt en hebben geleid tot concrete verbeteringen. Tevens heeft hij bijgedragen aan de opbouw van een groot netwerk op het gebied van kennis en kunde voor onderhoud, zowel binnen Nederland als met buitenlandse bedrijven en kennisinstituten. Dow Benelux zal de opvolging van Naughton op korte termijn invullen en haar bijdrage aan het MVP-project niet alleen continueren maar verder uitbreiden.
Maintenance maart ‘13
006_7_8_9_10__05_nieuws.indd 11
11
05-03-13 14:08
Onderhoud in de keten Procesintensificatie maakt het mogelijk om in de toekomst chemische fabrieken veel compacter te bouwen, waardoor de installaties ervan in één of meer zeecontainers passen. Normaal hangt de winstgevendheid van een fabriek in de chemie nauw samen met de schaalgrootte. Bij compacte fabrieken zal de winstgevendheid waarschijnlijk meer afhangen van de economy of chain, oftewel de manier waarop grondstofleveranciers en producenten in de keten met elkaar samenwerken.
Economisch model voor decentraal produceren in de maak Een groep wetenschappers van bedrijven en universiteiten ontwikkelt een economisch model om meer inzicht te krijgen in de meest optimale keten. Duidelijk is in elk geval dat onderhoud het succes van een productieketen mede bepaalt. DSM is de initiatiefnemer van het project Economy of Chain, waarbij wetenschappers een economisch model voor gedecentraliseerde productie ontwikkelen. Dit project valt samen met andere projecten onder het zogenoemde TKI Procestechnologie binnen de topsector Chemie. In dit TKI (topconsortium voor kennis en innovatie) werken verschillende bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstituten samen aan nieuwe productiemethoden. De coördinatie is in handen van het Institute for Sustainable Process Technologie (ISPT) in Amersfoort. Aan het project nemen behalve DSM ook DI-WCM, Tebodin (engineering contractor), BearingPoint (management- & technologieconsultant), Tri-Vizor (logistieke netwerkregie), TU Delft en Rotterdam School of Management deel. DI-WCM brengt in het project kennis over onderhoud in. Decentrale productie in kleine fabrieken draait namelijk niet alleen om procestechnologie
12
en logistiek, maar ook om de manier van onderhouden. ‘De trend in de chemie is om steeds kleinere installaties te bouwen’, zegt Maarten Oudshoorn van DSM Resins, leider van het project Economy of Chain. ‘Met kleine reactoren en scheidingsinstallaties kun je straks een forse productie halen. Dit betekent dat je bestaande chemische fabrieken op den duur kan vervangen door één of meer kleinere installaties, die zeker zo rendabel zijn. Dit geldt vooral voor de specialty-producten met een hoge toegevoegde waarde. Grote installaties zoals krakers blijven een flinke omvang nodig hebben om rendabel te kunnen produceren.’ Gemakkelijk te verplaatsen Hoe kleiner de productie-installatie, hoe groter de flexibiliteit. ‘Een traditionele chemische fabriek verplaats je niet zomaar. Maar een kleine fabriek ondergebracht in één of meer zeecontainers, kun je betrekkelijk snel en goedkoop verplaatsen’, legt Oudshoorn uit. Hij ontkent dat dit tot een uittocht van chemische productie uit Nederland zal leiden. ‘Meer flexibiliteit maakt het juist
mogelijk om hier industrie te behouden. In de petrochemie heb je te maken met ruwe olie die per schip in Rotterdam aanlandt en daar in de grote raffinaderijen en fabrieken wordt omgezet in petrochemische producten. Maar bij meer inzet van groene grondstoffen zal er een heel andere productieketen ontstaan. Overal in het land komen agrarische reststromen beschikbaar, die je als grondstoffen kunt inzetten voor de chemische industrie. Die reststromen bevatten veel water, waardoor het efficiënter en goedkoper is om ze dicht bij huis te verwerken en niet ergens centraal in het land. Hiermee spaar je veel transportkosten en energie uit. Ook kun je de tussenproducten of producten meteen aan lokale klanten leveren. Als je de nieuwe keten slim organiseert, kun je met de groene producten concurreren op de wereldmarkt, ook vanuit Nederland.’ Voor DSM Resins is dit geen toekomst maar al deels realiteit: het sterkst groeiende product van het bedrijf is een hars op basis van biologische grondstoffen. Decentraal Hij erkent dat transportkosten niet alles zeggen. ‘Decentraal produceren heeft
Maintenance maart ‘13
012_13_15__19_artikel.indd 12
05-03-13 14:07
Foto: Siemens
In onherbergzame gebieden is het voordelig om de rotorbladen van windmolens ter plekke te maken en daar meteen een harsenfabriek bij te zetten. In Nederland kun je de benodigde productie-installaties in zeecontainers opbouwen en die vervolgens naar de plaats van bestemming vervoeren.
meer voordelen. Als je met verschillende producenten bij elkaar gaat zitten, kun je efficiënter omgaan met warmte, dus energie besparen en ook grondstoffen efficiënter benutten’, verklaart Oudshoorn. Hij legt uit dat als producent A een product wil leveren aan producent B, hij het product vaak eerst moet drogen om het te kunnen laten vervoeren naar B. Producent B moet het product weer aanlengen met water en opwarmen. Door dicht bij elkaar te produceren, kunnen A en B de stappen van drogen, aanlengen en opwarmen overslaan en daarmee kosten besparen. Maar als veel producenten bij elkaar gaan zitten, kunnen ze niet dicht bij alle grondstofbronnen produceren. ‘Je moet bij elk product naar het optimum zoeken. Bij sommige producten zal het wel en bij andere niet werken’, aldus Oudshoorn. Ter plekke produceren Oudshoorn noemt als voorbeeld de fabricage van de rotorbladen van windmolens uit composietmateriaal. ‘Om die lange bladen over de weg te vervoeren naar afgelegen locaties in bijvoorbeeld Pakistan en Mongolië is een crime, vooral als je daar een heel windmolenpark wilt bouwen. Veel handiger
is de rotorbladen ter plekke te maken en daar meteen ook een harsenfabriek bij te zetten, waardoor je als harsenproducent, rotorbladenmaker en windmolenbouwer dus dicht bij elkaar zit. In Nederland kun je de benodigde productie-installaties in zeecontainers opbouwen en die vervolgens daarheen vervoeren en aan elkaar koppelen. Als je de harsen voor het composietmateriaal ter plekke produceert, omzeil je het probleem dat onverwerkte harsen tijdens het vervoer onklaar kunnen raken doordat ze tamelijk instabiel zijn. Nu maak
‘Je moet bij elk product naar het optimum zoeken. Soms zal het werken, soms niet.’ je de onverzadigde harsen ter plekke en kun je ze meteen met de sterke vezels in een mal brengen en laten uitharden tot rotorbladen.’ Wolven en schapen Dit jaar ontwikkelt een promovendus in opdracht van het projectconsortium een economisch en wiskundig model om het
zakendoen in een keten met gedecentraliseerde productie met behulp van de computer te kunnen simuleren. Volgens Oudshoorn is het principe van dit agent based supply chain model te vergelijken met een schaakbord waarop schapen en wolven rondlopen. Sommige van de 64 vakjes bevatten alleen rotsen, andere gras. De schapen verblijven wat langer in de hokjes met gras om te grazen en lopen bij de hokjes met rotsen door. De wolven lopen bij de vakjes met rotsen en alleen gras door en blijven langer in de hokjes met schapen om die te verorberen. ‘Bij de simulatie gaat het erom de voorwaarden zo te kiezen, dat alles in balans is. Dat wil zeggen dat de populatie van zowel schapen als wolven in stand blijft. Zulke modellen worden ook gebruikt om de inkoop van olieraffinaderijen te bekijken. Uiteindelijk gaat het erom op basis van het economisch gedrag van de deelnemers te voorspellen hoe de waardeketen zal gaan functioneren en om te bepalen onder welke voorwaarden het systeem stabiel is. We doen geen technologisch onderzoek naar de installaties in de containers, maar kijken naar de condities waaronder een gedecentraliseerde productieketen kan groeien en bloeien.’
Maintenance maart ‘13
012_13_15__19_artikel.indd 13
13
05-03-13 14:07
YOUR REPUTATION IS MINE.
CAN YOUR REPUTATION BECOME OUR RESPONSIBILITY?
Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectie- en keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam en Akersloot en logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 15 landen vestigingen heeft. Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website:
Safety, quality and environment
WWW.VINCOTTE.NL
Industrieel Onderhoud_NEW.indd 1
06/02/13 09:33
ONDERHOUD? DETECTEREN. METEN. REGISTREREN. METPOINT® Meetinstrumentatie
■ Lekkages detecteren ■ Persluchtflow meten ■ Drukdauwpunt registreren ■ Olierestdamp controleren
Bezoek ons op de Maintenance Beurs Brussel 20-21 maart Stand nr. F019
BEKO TECHNOLOGIES - ‘‘STERK IN PERSLUCHT”
BEKO Technologies B.V. - Veenen 12 - 4703 RB Roosendaal
014_AIB_BEKO.indd 1
T 0165 32 03 00
W www.beko-technologies.nl
E
[email protected]
26-02-13 14:09
Onderhoudsbewust ontwerpen Eelco Bleeker is vanuit DI-WCM bij het project betrokken. ‘Een keten met decentraal geplaatste kleine installaties vraagt om een andere onderhoudsaanpak. Vanuit DI-WCM dringen we erop aan bij het ontwerp van de kleine fabrieken al rekening te houden met de manier van onderhoud, of anders gezegd: onderhoudsbewust te ontwerpen. Als je bijvoorbeeld een schip bouwt en er geen rekening mee houdt dat een groot onderdeel zoals de motor op een gegeven moment vervangen moet worden, kan het gebeuren dat je een stuk uit de romp moet snijden om het oude onderdeel eruit te halen en het nieuwe te plaatsen. Meer in het algemeen geldt, dat je veel kosten kunt vermijden als je bij het ontwerp van een installatie al nadenkt over welke materialen je het beste kunt gebruiken en hoe je alles zo bouwt dat je overal goed bij kunt. Bepaal ook vooraf je onderhoudsstrategie. Ga je uit van correctief onderhoud, waarbij je onderdelen pas vervangt als ze kapot gaan, of plaats je bijvoorbeeld sensoren om de conditie van de onderdelen te meten, zodat je weet wanneer het tijd wordt om ze te vervangen, nog voordat ze kapot gaan?
Met condition based maintenance kun je in elk geval veel kosten besparen.’ Afspraken over betrouwbaarheid De manier van onderhoud bepaalt ook de beschikbaarheid van de fabriek. Daarover moeten de samenwerkende partijen afspraken maken. Oudshoorn: ‘Als het gaat om één productiecontainer bij bijvoorbeeld DSM en er is een korte storing, dan valt daarmee te leven. Maar als de containers van verschillende partners aan elkaar geschakeld zijn, kan de uitval van de installatie in één container de hele boel plat leggen, waardoor ook de andere partners problemen hebben. Bij miljoenen investeringen moet je dat voorkomen. Iedere partner moet zijn zaken dus goed op orde hebben. De individuele installaties moeten in hoge mate betrouwbaar zijn. Dat stelt eisen aan de kwaliteit van de onderdelen en het onderhoud. Hiervoor spreek je een norm af, de equipment reliability. Maar hoe hoger de betrouwbaarheid, des te hoger de kosten. Een telecommunicatiesatelliet zal veel betrouwbaarder moeten zijn dan bijvoorbeeld een tractor. Je zoekt naar de gulden middenweg.’
Bleeker: ‘De onderhoudsstrategie bepaalt de operationele beschikbaarheid van een installatie. Van te voren moet je dus vaststellen welke beschikbaarheid vereist is en daar het onderhoud op afstemmen. Verder moet je van te voren weten of je het onderhoud zelf uitvoert of dat uitbesteedt aan een ander bedrijf. Dat moet dan over de nodige reserveonderdelen kunnen beschikken om storingen snel te verhelpen of te voorkomen. Als DI-WCM willen we dat de onderhoudsstrategie deel gaat uitmaken van het economy of chain-model. We weten niet hoe dat modelmatig in zijn werk gaat. Dat laten we graag aan de experts over. Wel kunnen wij hen alles vertellen over de verschillende keuzes bij het ontwerp en het onderhoud en wat die betekenen voor de operationele kosten en de betrouwbaarheid van de installaties. Onze wens is dat het model niet alleen laat zien onder welke voorwaarden de partijen in onderlinge samenwerking tot het beste resultaat kunnen komen, maar ook in welke mate het ontwerp van een installatie van invloed is op de kosten van het onderhoud en op beschikbaarheid van de installatie.’ ●
Maintenance maart ‘13
012_13_15__19_artikel.indd 15
15
05-03-13 14:07
column
rubriek
Verdieping & Verbreding Uit onafhankelijk onderzoek is gebleken dat het belang van de Dutch Institute World Class Maintenance-activiteiten door veel partijen wordt onderkend. Een groep actieve spelers in het WCM-ecosysteem heeft de wens geuit door te willen gaan met vooral innovatieprojecten. Daarom wordt er nu een compact en slagvaardig kernconsortium opgezet met asset owners, equipment manufacturers en service providers onder de naam DI-WCM 2.0. Hun doel is een hefboomwerking te creëren met een groot gezamenlijk budget voor actuele maintenance- en serviceprojecten die op individuele basis niet haalbaar zijn. Het resultaat betreft een verdiepingsslag op individueel bedrijfsniveau én voor het collectief. De WCM-cross-sectorale innovatieprojecten op gebieden als performance based contracting, condition based maintenance, asset management for remote installed base, design for maintenance en scope management for stops hebben de laatste vijf jaar geleid tot aansprekende inzichten, methoden en richtlijnen. Dit alles wordt nu toegepast en verder geïmplementeerd in de praktijk. De agenda, activiteiten en projecten van DI-WCM 2.0 zullen nog nadrukkelijker door de industrie bepaald worden en de onderwijs- en kennisinstellingen worden daarbij efficiënt en zeer gericht ingezet om het kennispeil ‘World Class’ te houden. De verbreding van DI-WCM 2.0 betreft de internationale ambities van onze WCMondernemers en -organisaties. Door innovatie versterken we nationaal en internationaal de concurrentiepositie. Binnen de EU is het zelfs pure noodzaak meer en meer te gaan samenwerken. Niet alleen tussen ondernemingen, maar ook tussen branche- en belangenorganisaties. DI-WCM 2.0 staat goed in de steigers. Het elan bij WCM-ondernemingen, onderwijs/onderzoekinstellingen en betrokken overheden in de laatste vijf jaar geeft veel vertrouwen dat we met DI-WCM 2.0 een juiste koers varen. Wilt u deel van uitmaken van het kernconsortium, meld u dan snel in Breda.
column
Ir. Aad Veenman Voorzitter Raad van Toezicht DI-WCM
Slimme specialisatie Begin februari werd in Brussel een akkoord bereikt over de hoogte en de beoogde inzet van de Europese fondsen. Premier Rutte was content over de uitkomsten voor Nederland: behoud van de korting van in totaal een miljard voor Nederland op de afdracht aan Brussel. Ook de totale begroting van Brussel ging voor het eerst naar beneden. Reden om tevreden te zijn? Dat hangt er maar van af. Alleen als het Nederland lukt de juiste ingangen te vinden en door te voldoen aan de geldende criteria zal er werkelijk geld uit deze Europese fondsen te halen zijn. Hoe optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden van de Brusselse vleespotten? Slimme specialisatie helpt regio’s prioriteiten te kiezen waarop zij zich willen concentreren en in willen excelleren. Dat vraagt meer en nog betere samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen in de regio. Het EIT (European Institute for Innovation and Technology) stimuleert en faciliteert de samenwerking tussen bedrijfsleven, universiteiten, hbo-instellingen en kennisinstellingen op het terrein van onderwijs, onderzoek en innovatie. Lambert van Nistelrooij, Europarlementariër van het CDA en onderhandelaar voor de regionale investeringsfondsen 2014-2020, benoemt expliciet Maintenance Valley in Zuid-Nederland als kansrijk. Dat vraagt voortvarendheid en krachtenbundeling in de gezamenlijke planvorming. Het jaarlijkse budget van EIT wordt verhoogd met 309 miljoen naar 2,8 miljard euro. Harde voorwaarden voor gebruik van de fondsen zijn gelegen in de drie C’s: Connectie, Concentratie en Coöperatie. Voorwaarden die in de basis volop aanwezig zijn in de maintenancesector. Laten we in de samenwerking tussen alle relevante actoren (bedrijven, NVDO, Profion, Dutch Institute World Class Maintenance, het Maintenance Education Consortium en kennisinstellingen) op zoek gaan naar mogelijkheden om Nederland optimaal te laten profiteren van de mogelijkheden in Brussel. Een stevige en gedragen bundeling van krachten is noodzakelijk. Anders is het balken naar Noorwegen dragen. Peter van Dongen Voorzitter Maintenance Education Consortium
16
Maintenance maart ‘13
016__07_8_column.indd 16
05-03-13 14:04
Wetenschap ‘ProRail bijt van zich af over gevaarlijk spoor’, zo kopte het FD begin februari. Het management van ProRail verzette zich fel tegen de suggestie dat het zo sterk op prijs stuurde bij het gunnen van onderhoudswerk aan het spoor dat dit wel ten koste moest gaan van de kwaliteit, en dus ten koste van de veiligheid. Getergd reageert het management: dit gaat helemaal niet over veiligheid, de bonden en de leveranciers willen over de rug van de publieke opinie meer geld aftroggelen van de spoorbeheerder.
De vloek van de winnaar Gaat lekker daar tussen de partijen, denk je dan als buitenstaander, en dat is nou precies wat de wetenschapper ook denkt. Want al manifesteren onderhoudsproblemen zich uiteindelijk in de techniek, in dit geval spoorinfrastructuur die het niet goed doet, de oorzaken liggen veelal in de
Als een uitbesteder aan meerdere partijen een bod vraagt, en kiest voor het laagste bod, dan is vaak degene met het laagste bod vervloekt, zo luidt de wetmatigheid. organisatie, in de manier waarop er wordt samengewerkt in dat onderhoud. Als klant A leverancier B niet vertrouwt, zal A niet alles willen vertellen aan B, waardoor B zijn werk minder goed kan doen en trouwens wel in de gaten heeft dat A niet helemaal open is. Daardoor zal ook B geneigd zijn spelletjes te gaan spelen. Het matige werk van B en het niet-transparante gedrag van B ziet A als bevestiging van haar eerdere vermoeden dat B niet deugde, en nog meer dan eerst zal B proberen A kort te houden. En zo gaat de relationele spiraal verder naar beneden en worden werkrelaties flink verstoord. Winner’s curse Dit soort relationele dynamiek die escaleert is al in tal van domeinen onderzocht en aangetoond. Bij de wapenwedloop, in relaties tussen partners, ja ook in klant-leverancierrelaties, met name in IT-outsourcing dan. Nu ben ik graag geneigd vooralsnog de mogelijkheid open te houden dat ProRail
de uitzondering op de regel is en dat hier ondanks een verzuurde relatie toch een prima onderhoudsprestatie neergezet gaat worden. Maar bekend blijft uit de literatuur over IT-outsourcing de zogeheten winner’s curse, de ‘vloek van de winnaar’. De winner’s curse gaat als volgt. Als een uitbesteder aan meerdere partijen een bod vraagt, en kiest voor het laagste bod, dan is vaak degene met het laagste bod vervloekt, zo luidt deze wetmatigheid. De gekozen leverancier is vervloekt, want waarschijnlijk is het zo goed als ondoenlijk om nog geld te maken op dit contract en gaat hij dus proberen her en der zijn centjes terug te verdienen. Maar de klant is ook vervloekt, want de leverancier is niet in staat om te investeren in kwaliteitsverbetering laat staan productiviteitsverbetering. Goedkoop duurkoop, heette dat vroeger bij ons.
de regel bevestigt, en dat hier de winner’s curse niet op gaat. Academische twijfel is echter op zijn plaats. En iedere bedrijfssetting is weer anders. Daarom zijn we vanuit het Dutch Institute World Class Maintenance ook druk bezig met het opzetten van onderzoek naar onderhoudsprestaties bij het uitbesteden van onderhoud. Onderhoud in de procesindustrie, onderhoud in de waterzuivering, onderhoud in infrastructuur. Dat doen we met de bedrijven die echt verder willen in hun uitbestedingsrelaties, en met de universiteiten die echt willen snappen hoe het zit. Want iedere bedrijfstak is net weer even anders. Misschien is er bij ons spoor geen sprake van de vloek van de winnaar. En ik hoop van harte dat er ook geen sprake zal zijn van de wrok van de verliezer. Daar wordt namelijk niemand beter van. ●
Academische twijfel Nogmaals, het kan zeer goed zijn dat de situatie van ProRail de uitzondering is die
Henk Akkermans Wetenschappelijk directeur, DI-WCM
Maintenance maart ‘13
017__20_artikel_groen.indd 17
17
05-03-13 14:03
Samenwerking Limburg is samen met de provincie Noord-Brabant en Zeeland aandeelhouder van DI-WCM. Sinds oktober vorig jaar is Twan Beurskens (VVD) Limburgs gedeputeerde. Hij volgt Mark Verheijen op die naar de Tweede Kamer ging. Beurskens heeft Economie in zijn portefeuille. ‘Limburg zet in op campusontwikkeling, maar daar kunnen ze niet draaien zonder goed onderhoud.’
‘Maintenance is smeerolie voor onze campussen’
18
‘Ik ben geboren met twee linkerhanden’, zegt Beurskens lachend. ‘Maar ik kan wel goed organiseren. Althans, dat zegt men over mij.’ Zijn broer heeft meer met techniek. In zijn jonge jaren hielp hij hem wel eens met sleutelen, maar vaak hield hij een onderdeel over. ‘Dat werd dan ruzie. Dus nee, zelf sleutelen aan een oude tv of brommer, dat deed ik niet. Ik ben meer een alpha-jongen.’
kunnen maken’. ‘Je hebt technici nodig om iets aan de gang te brengen, om iets te maken. Techniek en creativiteit zitten dicht bij elkaar. Je hebt beide nodig om een concept te kunnen uitvoeren. Met alleen management kom je er niet, maar techniek is vaak geconcentreerd op één aspect, een specialisme. Dan verlies je mogelijk het grotere geheel uit het oog. Dan levert management meerwaarde.’
Respect Beurskens zegt dan ook veel respect te hebben voor ‘mensen die van niets iets
Ondersteunend Net als bij de landelijke topsectoren ziet Beurskens maintenance niet als aparte
sector, maar ‘als smeerolie die overal doorheen loopt’. ‘In Limburg is maintenance geen onderwerp dat apart op de beleidsagenda staat, maar het is wel een belangrijk speerpunt voor de provinciale economie, zij het meer ondersteunend.’ De provincie focust op de ontwikkeling van de campussen, zoals Chemelot, Health Campus en Green Campus. ‘Daar hoort maintenance bij, het fietst overal doorheen. De campussen en de bedrijven kunnen ook niet zonder goed onderhoud. De overheid moet het daarom wel stimuleren en faciliteren en vandaar ook onze deelname in DI-WCM.’
Maintenance maart ‘13
018_19__21_artikel_blauw.indd 18
05-03-13 14:02
Zelf invullen Beurskens is namens de provincie onder meer betrokken bij Chemelot. ‘Of het daar een gespreksonderwerp is? Absoluut. Bij bedrijven als DSM en Sabic is het zeker een thema. Maar als provincie kunnen wij het alleen maar faciliteren. Op Chemelot zitten wij bijvoorbeeld in tachtig procent van het nieuwe vastgoed. We financieren onderzoeksprogramma’s en steunen het opzetten van nieuwe opleidingen. Maar de onderwijsconcepten moet het onderwijs zelf ontwikkelen. Zo vinden we het als provincie ook niet zo belangrijk of onderzoeksprogramma’s leiden tot nieuwe chemische producten of maintenanceoplossingen. Als het de bedrijven op Chemelot maar versterkt. Het is aan de sector om dat zelf in te vullen.’ Onderwijs De bedrijven zouden zelf nog meer de samenwerking met het onderwijs moeten opzoeken, vindt de gedeputeerde. ‘Er moet een hele keten ontstaan waarin bedrijven en onderwijsinstellingen kennis uitwisselen. Begin februari is Green Brains gestart. Twee medewerkers van het opleidingsinstituut staan rechtstreeks in contact met de bedrijven. Die kunnen heel direct vragen voorleggen, bijvoorbeeld: ‘Hoe voorkom ik dat in de winter de prei bevriest?’ Daar doen studenten vervolgens onderzoek naar. Maintenance is groot en divers, maar moet ook die aansluiting zoeken met het onderwijs en daar zelf de vragen neerleggen. De hele sector moet daar bovenop zitten, zich profileren en aansluiting zoeken bij de onderzoeksprogramma’s.’ Exportproduct ‘Maintenance speelt zich af in een internationale setting. Als ik bijvoorbeeld kijk naar de weg- en waterbouw en wat Nederland daar internationaal in betekent ... Ik reis veel, kom zelf uit de ruimtelijke ordening en wat Nederland doet, is gewoon uniek. Dat geldt ook voor zaken als duurzaamheid en verlengen van de levensduur. Hoe kan je iets zo goed onderhouden dat het levensbestendig is? Dat zijn de zaken waar het om draait. Onderhoud en beheer zijn nodig om de levenscyclus te verlengen en daar heb je de nodige creativiteit bij nodig. Die kennis kun je ook weer gebruiken als exportproduct.’ Grond ‘Het gaat voor de provincie ook niet alleen om het verkopen van grond, bijvoorbeeld. Kijk naar de overname van Océ door Canon, dat ging om een grote grondpositie. Maar de Japanners keken veel verder, naar de kwaliteit van omgeving, service,
Twan Beurskens: ‘In Limburg is maintenance geen onderwerp dat apart op de beleidsagenda staat, maar het is wel een belangrijk speerpunt voor de provinciale economie.’
gekwalificeerd personeel et cetera. Alles moest perfect in orde zijn: de grondprijs, de exploitatie en het beheer. Op grondprijs en arbeidskosten winnen wij het in Nederland niet, dus moet het uit andere facetten komen en onderhoud levert daaraan een belangrijke bijdrage.’
Maintenance is groot en divers, maar moet ook de aansluiting zoeken met het onderwijs.
Samenwerken Limburg trekt op maintenancegebied op met Zeeland en Brabant. Het initiatief ligt bij Beurskens collega Bert Pauli van Brabant, zegt de VVD’er. ‘Hij trekt de kar op het gebied van maintenance. Limburg haakt daar graag bij aan, wil er ook van leren. Wij lopen voorop als het gaat om agro en logistiek.’ Limburg steunt DI-WCM met 300.000 euro per jaar voor een periode van vijf jaar. ‘In 2011 stemden we in met die financiering, nu is het de bedoeling om die periode af te maken. Ik zit ook op de lijn om dat te steunen, maar uiteindelijk moet het instituut de eigen broek ophouden.’ Lonend ‘Op de vraag of de samenwerking in DIWCM voor de bedrijven en inwoners van Limburg iets opgeleverd heeft, hoef ik niet lang na te denken. Ik kan zo een aantal voorbeelden noemen van samenwerkingsprojecten die zeer lonend zijn, zoals de Maintenance Class. Een samenwerking van het bedrijfsleven en onderwijs, ondersteund vanuit DI-WCM voor met name de inhoudelijke onderwijscomponent. Jongeren
worden in een dedicated programma opgeleid voor een beroep bij een van de aangesloten maintenancebedrijven. Daarnaast doen Limburgse bedrijven mee in projecten van DI-WCM, zoals Sitech dat een belangrijke rol invulde in het VITALE-project over levensduurverlengend onderhoud. Ook wil ik nog wijzen op de inhoudelijke samenwerking tussen de chemische bedrijven in Zeeland en Limburg. Kennis over de maintenanceprocessen wordt gedeeld en de diverse ‘stops’ worden mogelijk op elkaar afgestemd, zodat ook de inzet van de gespecialiseerde ploegen zo optimaal mogelijk verloopt; ook hier weer met ondersteuning en de expertise van DI-WCM.’ Uitwisselen ‘Rondom de opleiding vliegtuigonderhoud zien we dat er een goede samenwerking groeit tussen de betrokken ROC’s in Zuid-Nederland onder andere rondom de examinering van de kandidaten volgens de internationale standaarden. Daarbij wordt tussen de instituten kennis en ervaring uitgewisseld. Al deze instituten zijn aangesloten bij DI-WCM. Voor Limburg is deze opleiding van belang vanwege de vestiging op Maastricht Aachen Airport. De gehele maintenance service boulevard, een samenwerkingsverband van het ROC Leeuwenborgh en de vliegtuigonderhoudsbedrijven, is niet alleen belangrijk vanwege de werkgelegenheid, maar ook vanwege de medium en hightech kennis in de regio. Wij zien dat bedrijven en onderwijsinstellingen het onderwerp maintenance belangrijk vinden en meedoen in DI-WCM-verband. Dat is de reden waarom wij participeren in DI-WCM. Gezien de resultaten tot nu toe en de intensieve samenwerking met de ROC’s zijn wij blij dat we meedoen.’ ●
Maintenance maart ‘13
018_19__21_artikel_blauw.indd 19
19
05-03-13 14:02
NU klaar voor NEXT dimensies
Pulse reflectometry
Team Industrial Services presenteert Acoustic Eye op stand 3.211. Het bedrijf heeft een inspectiemethode voor piping ontwikkeld dat gebaseerd is op zogeheten ‘pulse reflectometry methods’. Hiermee worden zowel inner diameter (ID)- en outer diameter (OD)-inspecties tegelijk mogelijk. De innovatie is na enkele jaren van ontwikkeling klaar voor de markt en maakt terecht onderdeel uit van de Innovatieroute op de beursvloer.
laatste ontwikkelingen in het gamma van plaatmaterialen op basis van Calcium Silicaat is PROMASIL-1100 Super. De voordelen van dit product zijn zijn lichtgewicht isolatieplaten op groot formaat met hoge stabiliteit met een wijd temperatuurbereik (tot 1050 graden Celsius). Het product heeft zeer lage thermische conductiviteit, is mechanisch zeer sterk en zodoende zeer economisch. De toepassingsgebieden van dit product zijn ovens en huishoudtoestellen. Maar ook de glasindustrie (smelterijen en raffinaderij), bij branders in de olie- en gasindustrie en in fuel cells. Telescoophoogwerker
Stoomlekdetector De Blok Steamdetect IV is een meettoestel speciaal ontwikkeld om snel en eenvoudig de werking van een condenspot te kunnen controleren. In dit meettoestel bevindt zich een ultrasone detector, een infrarood temperatuurmeter met een laserindicator. Via de ultrasone geluidsmeting wordt gecontroleerd of de condenspot wel of geen stoom lekt en met behulp van de infrarood temperatuurmeter wordt gemeten of de condenspot voldoende op temperatuur komt. Een stoomlek veroorzaakt namelijk een trilling in het ultrasonore gebied. Deze trilling wordt door de ultrasone detector waargenomen en vervolgens omgezet in een getalswaarde. Met de infrarood temperatuurmeter wordt gemeten of de condenspot voldoende op temperatuur komt. Dit meettoestel is geschikt voor alle typen condenspotten. Brandbescherming Promat International is op Maintenance NEXT te vinden op stand 5.209. Het bedrijf is specialist in passieve brandbescherming van gebouwen en High Performance Insulation voor toepassingen in de industrie. Eén van de
20
Riwal heeft de prijswinnende JLG 1500SJ telescoophoogwerker aan de verhuurvloot toegevoegd. Deze machine is door het Rental Equipment Register uitgeroepen tot de meest innovatieve hoogwerker van 2011. De JLG 1500SJ is met een werkhoogte van 47,50 meter de grootste zelfrijdende telescoophoogwerker op de markt. De combinatie van het hefvermogen van 450 kilogram, een horizontaal werkbereik van 24,38 meter, drie besturingsmodi en uitstekende terreinkwaliteiten maakt dat deze hoogwerker uitermate geschikt is voor een groot aantal toepassingen.
Maintenance maart ‘13
020_21__11_fotospread.indd 20
05-03-13 17:02
Van 16 t/m 18 april is het na twee jaar wachten weer tijd voor technologie- en onderhoudsexpo Maintenance NEXT, gehouden in Ahoy Rotterdam. Sneller, veiliger en duurzamer onderhoud, daar gaat het dit keer om. Professionals uit de industrie delen hun kennis en dragen samen het motto uit: ‘NU klaar voor NEXT dimensies’. Een aantal exposanten presenteert zijn innovaties op de Maintenance NEXT Innovatieroute.
Doseerpomp
Binnen het uitgebreide appendagepakket van Klinger valt onder meer een compleet assortiment vlinderkleppen. Hierin zit een full range van rubberafdichtende vlinderkleppen (soft rubber seated), dubbel excentrische butterfly valves van Tomoe en Klinger Schoeneberg met tussenklem (wafer), draadgaten (lug) en flensuitvoering (double flanged). Daarbij heeft Klinger speciale triple excentrische (triple offset) en de eigen Axiom4 vlinderklep. Turbine
Geveke Pompen introduceert de LEWA ecosmart doseerpomp. Deze serie compacte pompen van LEWA is sinds eind 2010 op de markt, maar is nu ook verkrijgbaar met een PVC membraanpompkop. Hierdoor wordt het mogelijk deze pompen in te zetten voor het doseren van agressieve chemicaliën op industriële schaal. De ecosmart met PVC-pompkop is geschikt voor drukken tot twaalf bar en capaciteiten tot driehonderd liter per uur bij temperaturen tot 60 graden Celsius. Daarnaast is deze pomp zeer gunstig geprijsd. Een andere recente toevoeging aan het programma is de elektrische slagversteller. De slagverstellers zijn voorzien van een interne controller en I/O-interfaces waardoor ze direct kunnen worden aangesloten op een DCS.
Met de TwinControl brengt Wagner een uniek instapmodel voor 2K-toepassingen op de markt. De mobiele TwinControl is een economisch, compact en gebruiksvriendelijk systeem voor een ruim aantal toepassingen, inclusief voor materialen met een hoge viscositeit en hoge opbrengsten. De externe Magnetic Stroke Meter is een doeltreffend alternatief voor tandwiel flowmeters en behaalt een hoge nauwkeurigheid van ongeveer twee procent bij mengverhoudingen tot 20:1. Dit alles maakt van de TwinControl de perfecte oplossing voor 2K-applicatie in de hout-, kunststof- en metaalindustrie, in het bijzonder voor beschermende coatings.
Vlinderklep
Maintenance maart ‘13
020_21__11_fotospread.indd 21
21
05-03-13 17:02
Condition based maintenance In het DI-WCM-project voor het verbeteren van het onderhoud aan windturbines speelt condition based maintenance een belangrijke rol. Inmiddels is één windturbine van projectdeelnemer DELTA Infra voorzien van extra sensoren. Slimme software verzamelt alle verschillende data en vertaalt die naar één taal, waardoor analyse eenvoudiger wordt. ‘Het is allemaal niet zo moeilijk.’
Windturbineproject heeft de wind in de rug Windturbinebouwers zijn niet echt geïnteresseerd in het onderhouden van de turbines, terwijl er wel veel problemen zijn. Zo vertelt Jan Louws van DELTA Infra, eigenaar van 52 turbines. ‘Ze focussen op het ontwikkelen en bouwen van prototypes met een groter vermogen.’ DELTA Infra heeft al een jaar of tien eigen windturbines in beheer en onderhoud. Het onderhoud gebeurde hoofdzakelijk door de leveranciers en bestond vooral uit standaard visuele inspecties en smeren. ‘Nieuwe technieken werden nauwelijks ontwikkeld. De leveranciers wilden niet meewerken, hielden hun kaarten zelfs tegen hun borst. Het onderhoud was gewoon onvoldoende en de betrouwbaarheid van de turbines slecht.’ Reden voor Louws om met DI-WCM een project te starten om als asset owner zelf de touwtjes in handen te krijgen met als doel om de life cycle costs te verlagen. Als ooit de subsidie voor windenergie stopt, kunnen de installaties toch rendabel geëxploiteerd worden. Data verzamelen In het project dat medio vorig jaar startte, lopen twee pilots. Eén focust op de technische kant, namelijk het verzamelen en analyseren van de belastinggegevens van mast, gondel en wieken. Dit gebeurt door de inzet van extra sensoren, waaronder bijvoorbeeld de door TNO ontwikkelde
22
sensor die corrosievorming meet. Deze sensor zit in een testfase en wordt in het windturbineproject getest. Projectleider Paul Van Kempen van consultancybureau KEC: ‘De data die de fabrikant beschikbaar stelt, zijn al bewerkt. Wij willen echter de ruwe gegevens zien en zelf inzicht opbouwen over wat er aan de hand is. Door zelf
De grootste problemen zijn scheurvorming in de bladen, tower bending in de molen en defecten aan de tandwielkasten. te meten, bouwen we kennis op over het degenereren van de tandwielkasten, de bladen en meer en wat je daar tegenover kunt zetten. Die correlatie wil je scherper krijgen aan de hand van de informatie uit de pilots. Daarom zullen we een jaar lang data verzamelen van de tien grootste probleemgebieden, zodat we zaken in kaart kunnen brengen.’ Control room De andere pilot gaat over ‘performance based contracting en clustering’. Van Kempen: ‘Het gaat om het valideren van nieuwe samenwerkingsvormen, zodat we straks gezamenlijk aan het werk kunnen voor derden. Bijvoorbeeld door in een control
room turbines van diverse asset owners te monitoren. Hoe dat aan de achterkant is geregeld, is voor de asset owner minder belangrijk.’ Doel is dat uit deze pilot een consortium ontstaat dat eigenaren van windturbines volledig kan ontzorgen op onderhoudsgebied. ‘Ongeacht merk, type en of het om turbines op land of zee gaat.’ Diverse sensoren Condition based maintenance (cbm) biedt het antwoord op de vraag hoe de data te verzamelen. Hiertoe zet het projectteam diverse sensoren in. De fabrikant voorziet de turbine al standaard van trillingssensoren en een meetsysteem op de hoofdas. Het DI-WCM-project zet daar 2D- en 3Dtrillingsensoren bij, een inline-oliesensor en twee anti-corrosiesensoren. Daarnaast zitten er sensoren op de tandwielkast, het lager en de generator. En er zijn ultrasoundsensoren op mast en wieken die vibratie en beweging meten en weersensoren die de weersituatie registreren. Twan Kohlen van adviesbureau Oliveira is expert op het gebied van condition based maintenance en betrokken bij het project van DI-WCM: ‘Met al de extra data die dat oplevert, hopen we inzichtelijk te krijgen of scheurvorming in de wieken of problemen in de tandwielkasten bijvoorbeeld beginnen bij een bepaalde resonantie van de mast als gevolg van de positie op de windrichting.’
Maintenance maart ‘13
022_23__15_artikel_blauw.indd 22
05-03-13 14:02
Toren van Babel De ruwe data verzamelen, analyseren en vervolgens conclusies eruit trekken is echter niet eenvoudig, legt Kohlen uit. ‘De turbine bestaat uit componenten van een groot aantal verschillende leveranciers. Die componenten ‘spreken’ allemaal hun eigen taal. De kunst is om dat op één lijn te krijgen, zodat je de data kunt vergelijken en combineren.’ Met het ontwikkelen van speciale software die alle data omzet naar één uniform geheel is het Kohlen gelukt om dit probleem op te lossen. Kohlen: ‘Wij storen ons al langer aan die ‘toren van Babel’, dus dit was het moment om software te ontwikkelen die al die verschillende data kan uitlezen.’ Projectleider Paul van Kempen: ‘De uitdaging is om die databerg vervolgens te vertalen naar informatie en naar inzichten waarop je beslissingen kunt nemen.’ Strategisch ‘Je kunt wel alles gaan meten, maar we concentreren ons eerst op de top tien van meest voorkomende problemen.’ De grootste problemen zijn scheurvorming in de bladen, tower bending in de molen (door het bewegen op de wind) en defecten aan de tandwielkasten. ‘Als een toren trilt, ligt dat misschien niet aan de tandwielkast of de olie, maar aan de positie waarin hij staat. Maar als je hem in een andere positie brengt, levert hij een lagere output.
Dan moet je een beslissing nemen op het strategisch punt van energieprijs en life cycle costs.’ In de control room van DELTA Infra worden inmiddels data van de turbines in real time ontvangen in het eigen systeem. Louws: ‘Is de turbine in bedrijf, welk vermogen levert hij? Het geeft inzicht aan de operator. De data over onder meer geleverd vermogen, windrichting en -snelheid, lager- en rotortemperatuur worden vastgelegd en leveren zo informatie voor data-analyse.’ Ultiem Het bijzondere is niet het verzamelen van data, maar wel de analyse ervan en wat je er vervolgens mee doet, vindt Kohlen. ‘Als je constateert dat de voet van de turbine corrodeert, maar dat de molen al twintig jaar niet trilt, dan is dat minder ernstig. Als je weet dat er wel trillingen zijn, is die correlatie wel belangrijk. Uiteindelijk wil je naar een situatie van forward design, waarin je proactief fouten weg modificeert. Er zijn verschillende fabrikanten van turbines die allemaal diverse modellen leveren. Als de overheid zegt ‘hier is een geschikt gebied’ dan zou je eigenlijk dat gebied moeten analyseren op klimaat en wind, waarna je bepaalt welke windturbine het meest geschikt is. Dan pas haal je het beste rendement. Dan heb je het over echt forward design en niet kopen en instal-
leren op basis van beschikbare types.’ Patronen loslaten Kohlen: ‘Ik zit al 25 jaar in het vak en sta nog iedere dag versteld van hoe weinig mensen afweten van cbm. Het is echt geen rocket science. Er zijn nieuwe ontwikkelingen in de sensoren met ultrasound en corrosiesensoren, dat klopt. Maar alle systemen en technieken die je nodig hebt voor cbm bestaan. Wij vinden niets uit, behalve dan de software. De software die je gebruikt voor het verzamelen en analyseren van de data moet niet merkafhankelijk zijn. Een voetbalscheidsrechter kan ook geen voorzitter zijn van één van beide teams. Onze software krijgt daarom de naam van de asset owner die het gebruikt. In het kader van het DI-WCM-project is dat DELTA. Wij faciliteren door middel van licenties in software en kennis. Verandermanagement is daarnaast garantie voor succes. Het loslaten van bestaande patronen. Dan heeft cbm kans van slagen, want het is niet moeilijk. Technisch kan het. Het ligt vooral aan de gezamenlijke bereidwilligheid, van asset owner tot financier. Hier zie ik een rol voor DI-WCM door asset owners ervan bewust te maken dat het ook anders kan. Zij bepalen, want zij betalen de rekening. Dit geldt overigens niet alleen voor de windenergiesector.’ ●
Maintenance maart ‘13
022_23__15_artikel_blauw.indd 23
23
05-03-13 14:02
Predictive maintenance Onlangs vond voor de eerste keer de Maintenance Engineering Lezing plaats, onder de vlag van DI-WCM & het Lloyd’s Register Educational Trust (LRET). De lezing was georganiseerd door de leerstoel Maintenance Engineering van de Universiteit Twente, die wordt ondersteund door het LRET. Senior Vice President Industrial Engineering van ASML Sikko Wittermans deed er uit de doeken hoe ASML de machines die het produceert zo ontwerpt dat de hoogst mogelijke graad van bedrijfszekerheid voor de klanten wordt bereikt.
Betrouwbaarheid in de levenscyclus begint bij het ontwerp ASML maakt productieapparaten voor chipfabrikanten over de hele wereld. Een hoge beschikbaarheid van de machines is een van de belangrijkste drivers voor de chipfabrikanten en dus ook voor ASML. Om de beschikbaarheid van de machines te managen, kan ASML aan vier ‘knoppen’ draaien, vertelt Wittermans. ‘Als eerste is er de tijd die er zit tussen de keren dat een machine down is. Ten tweede is er de tijd die het kost om een diagnose te stellen in het geval dat een machine toch down gaat. De derde factor is de tijd die het kost om een service-actie uit te voeren en de vierde is de tijd die nodig is om na de service-actie de machine weer ingeregeld te krijgen op onder andere de zeer hoge positienauwkeurigheid.’ Kostbaar Als deze aspecten kunnen worden geoptimaliseerd, wordt de beschikbaarheid van een machine hoger. ASML wil ze dan ook vroegtijdig meenemen in het ontwerp zodat eventuele storingen al voordat ze voorkomen worden ondervangen. Deze strategie, waarbij hoge beschikbaarheid en ‘servicebaarheid’ al vanaf het eerste ontwerp worden ingebed, is niet nieuw voor ASML. Wittermans: ‘Hoewel de machines die we maken kostbaar zijn, geven de zeer hoge specificatie van de machines en de hoge beschikbaarheid onze klanten veel toegevoegde waarde. Daarnaast is lithografie per definitie de bottleneck in het productieproces van halfgeleiders. Daarom streven we ernaar om lange downtime-situaties zoveel
24
mogelijk te voorkomen.’ In de praktijk doet het Veldhovense bedrijf dit door in het ontwerptraject de betrouwbaarheid van hardware en software te optimaliseren. De levensduur van een machine is over het algemeen lang. Het komt zelden voor dat een machine in z’n geheel uit bedrijf wordt genomen. ‘Bijna alles wat ASML ooit heeft geproduceerd, draait nog. Soms wel in gereviseerde vorm.’
Service De service aan de machines wordt verleend door ASML zelf, al komt het ook voor dat de fabrieken een deel zelf overnemen. Wittermans: ‘Meestal gebeurt dit als fabrikanten al enkele jaren ervaring hebben met de machines. Daarin spelen ook de complexiteit van een machine en het beleid van de klant een belangrijke rol.’
Leerstoel Leo van Dongen is door de NS en NedTrain voor een dag in de week ‘uitgeleend’ aan de Universiteit Twente. Zijn leerstoel Maintenance Engineering is in 2010 van start gegaan: ‘Werk in deeltijd schiet niet echt op. Ik heb dus een onderzoeks- en onderwijsplan ingediend bij het Lloyd’s Register Educational Trust in Engeland. Dat plan is gehonoreerd met een subsidie van 1,2 miljoen euro, om de kern van mijn groep mee in te kunnen richten.’ Inmiddels heeft de leerstoel zeven extern gefinancierde medewerkers. Een aantal afstudeerders en promovendi is bezig met verschillende maintenance engineering-projecten, onder leiding van assistent-professoren. Van Dongen: ‘Ik vind het heel belangrijk om het bedrijfsleven te betrekken bij ons onderzoek. We willen dat zij ons onderzoek ondersteunen zodat er draagvlak ontstaat in de praktijk. Dus werken we veel samen. Er wordt al onderzoek gedaan bij Alliander. Ook ProRail subsidieert projecten op het gebied van Maintenance Engineering. De kracht van wetenschappelijk onderzoek is dat de theorie en fysische verschijnselen worden gebruikt om in de praktijk zaken op het gebied van onderhoud te verbeteren. Alliander bijvoorbeeld wil het inzicht in de levensloop van schakelstations vergroten en daar kan ons onderzoek bij helpen. De subsidie van Lloyd’s is bedoeld voor vijf jaar. We hebben meer nodig dan dat om door te gaan, dus we blijven zoeken naar bedrijven die de leerstoel willen ondersteunen. De jaarlijkse Maintenance Engineering Lezing is ook onderdeel van de leerstoel. Deze is georganiseerd om bekendheid te geven aan de leerstoel en aan het LRET. Maar naast die naamsbekendheid willen we op de lezing ook kennis delen. Daarom hebben we ook een gerenommeerde spreker uitgenodigd: Sikko Wittermans van ASML. Zo snijdt het mes aan alle kanten. En bouwen aan een netwerk is ook een argument om een dergelijke lezing te houden. We willen aan alle betrokken partijen tonen waar we mee bezig zijn.’
Maintenance maart ‘13
024_25__17_artikel.indd 24
05-03-13 14:02
Foto: ASML
Bij de machines die ASML maakt, wordt vanaf het allereerste begin rekening gehouden met onderhoudbaarheid. ‘Hoewel de machines kostbaar zijn, geven de zeer hoge specificatie van de machines en de hoge beschikbaarheid onze klanten veel toegevoegde waarde.’
Wittermans benadrukt dat in de ASMLstrategie omtrent betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid naast ontwerp twee andere pijlers cruciaal zijn: Customer Support en Service Logistics. Customer Support is een wereldwijde organisatie die vanuit kantoren in de buurt van de ASML-klanten de service-activiteiten voor zijn rekening neemt. Het gaat hier om meer dan tweeduizend hoogopgeleide technici, georganiseerd in eerstelijns- en tweedelijnsservice en een Global Customer Support Centre. Doelstelling is dat tachtig procent van de storingen moet kunnen worden opgelost door eerstelijnsservicetechnici. Lukt dit niet, dan is er een escalatiepad naar de tweede lijn en Global Customer Support. Wittermans: ‘Mocht de problematiek echt complex
zijn, dan is het niet ongewoon dat R&Dingenieurs bij de klant meehelpen om tot een oplossing te komen. Service Logistics zorgt ervoor dat de juiste reserveonderdelen in de juiste hoeveelheid op de juiste plaats beschikbaar zijn. Ook het management van deze activiteit heeft ASML volledig in eigen handen, waarbij nauw wordt samengewerkt met wereldwijd opererende logistieke dienstverleners.’ Customer intimacy Volgens Wittermans is de relatie die ASML onderhoudt met zijn klanten het sterke punt van het bedrijf en bepalend voor het succes. ‘Customer intimacy over de hele productlevenscyclus staat bij ons voorop. We praten met elkaar over wat we kunnen verbeteren aan bestaande sys-
Lloyd’s Register Educational Trust Het Engelse Lloyd’s Register Educational Trust (LRET) heeft 1,2 miljoen euro vrijgemaakt ter ondersteuning van de leerstoel Maintenance Engineering aan de Universiteit Twente. Het LRET vindt het belangrijk om de leerstoel te helpen, omdat er in Nederland geen specifieke masteropleidingen zijn op het gebied van onderhoudstechniek. Ondertussen worden onze assets steeds ouder en kost het onderhoud eraan ruimschoots meer dan de aanschaf ooit heeft gekost. Er gaan miljarden om in maintenance, wat noodzakelijk is om de industrie gezond te houden. De subsidie is geheel in lijn met de missie van het LRET om vooruitgang in transport, wetenschap, engineering en technologieonderwijs te ondersteunen.
temen en nemen dit mee in de ontwerpfase van nieuwe systemen. Daarnaast is er een continue wisselwerking tussen de klanten en ASML om de laatste technologische ontwikkelingen in de systemen zo snel mogelijk voor de klant beschikbaar te maken.’ Wittermans heeft ook interesse in een samenwerking met de wetenschap en is met Leo van Dongen, deeltijd hoogleraar Maintenance Engineering aan de Universiteit Twente (UT) en directielid van NedTrain, in gesprek over de mogelijkheden. ‘We zijn concreet in gesprek om stageplekken aan te bieden aan UT-studenten binnen de sector Industrial Engineering. Wellicht behoort financiering van een promotieplek in de toekomst ook tot de mogelijkheden. Daarnaast zie ik voor ASML kansen om via de leerstoel van Van Dongen in contact te komen met andere bedrijven waarvan wij weer kunnen leren en vice versa. Ondanks de verschillen die er zijn tussen ons en bijvoorbeeld NedTrain, blijven de basisprincipes van onderhoud voor iedereen hetzelfde. Als iets niet kapot gaat, hoef je het ook niet te maken. Betrouwbaarheid is topprioriteit voor ASML, maar dat geldt ook voor de treinstellen waar NedTrain aan werkt. Wij hebben ook contact met de luchtvaartsector, waar stilstand veel geld kost. Daar zitten wel degelijk raakvlakken met ASML.’ ●
Maintenance maart ‘13
024_25__17_artikel.indd 25
25
05-03-13 14:02
column
rubriek
Maintenance als hoeksteen van de circulaire economie Minase richt zich al sinds haar oprichting op het ontwerp en de implementatie van strategieën die gebaseerd zijn op samenwerking. Wij dragen de visie uit dat niet langer één enkele organisatie in de huidige snelle en competitieve wereld alle competenties die nodig zijn om onderscheidende services te ontwerpen op een efficiënte wijze in eigen beheer kan hebben. Samenwerking is een randvoorwaarde geworden om snelheid van innovatie en marktintroductie te borgen. Sinds kort is er een belangrijke reden bij gekomen voor bedrijven om samen te werken. Denken in duurzaamheid of zoals het op verschillende wijzes in de literatuur wordt aangeduid; de circulaire of ‘no waste’ economie. Daar waar sinds de jaren negentig van de vorige eeuw de aandacht binnen supply-netwerken nog vooral uitging naar efficiency, is halverwege het eerste decennium de focus verschoven naar waardecreatie. In de jacht naar nieuwe groei stijgt ook het besef dat de voorraad grondstof eindig is. In plaats van ‘take-make-dispose’ is een model van ‘maintain-reuse-remanufacture-recycle’ het antwoord om een duurzame toekomst te garanderen. Maintenance gericht op het verlengen van de levensduur vormt binnen een circulair model de eerste ‘closed loop’. De EU heeft in haar 2020 innovatie/duurzaamheidsagenda als doel voor de circulaire economie geformuleerd dat door effectief maintenance negentien procent levensduurverlenging in 2020 gerealiseerd moet zijn. Naast innovatie en opleiding is onderhoud gericht op duurzaamheid één van de drie speerpunten. Design for maintenance en preventief en conditioned based onderhoud zijn succesfactoren gericht op levensduurverlenging en effectief gebruik van materialen. Maintenance vormt in de binnenste cirkel van de diverse niveaus kringlopen die onderscheiden worden. De opkomst van de circulaire economie biedt volop kansen voor de maintenancesector. Innovatie en samenwerking zijn een randvoorwaarde om deze kans te verzilveren!
column
Wiebe Cnossen, directeur Minase
Samenwerken met behoud van identiteit Op 17 januari 2013 hebben de NVDO, het netwerk van en voor onderhoudsprofessionals, DI-WCM en Profion opnieuw de koppen bij elkaar gestoken. Doel is hun bestaande samenwerking zoals bijvoorbeeld in de Raad van Toezicht en Programmaraad van DI-WCM en in de NEN-commissie voor ISO 55000, op een hoger plan te brengen. Uit het veld krijgt Profion nog steeds vragen over de taakverdeling tussen de drie partijen die allemaal onderhoud hoog in hun vaandel voeren. Bedrijven vragen zich af of ze lid moeten blijven of worden van NVDO en/of Profion en of ze zich moeten aansluiten bij DI-WCM. Budgets staan overal onder druk dus gaat men met de stofkam door de lidmaatschappen. Ook de noodzaak voor het ontwikkelen van een nieuw landelijk financieringsmodel voor DI-WCM in 2015 vraagt om een herbezinning. Duidelijk is dat onderhoud en instandhouding van kapitaalgoederen zich mag verheugen in toenemende belangstelling. Nu het nieuwbouwvolume in Nederland in bijna alle sectoren afneemt, is levensduurverlenging van wat er al is hoger op de agenda gekomen. Producenten van kapitaalgoederen zijn steeds meer geïnteresseerd in het leveren van onderhoudsdiensten. Daarnaast eist de samenleving een steeds grotere betrouwbaarheid en integriteit van installaties en infrastructuur tegen de laagst mogelijke kosten gedurende de levensduur. NVDO, DI-WCM en Profion willen daarom gezamenlijk doorgaan met het bevorderen van onderhoud in al haar aspecten. Samen optrekken versterkt onze invloed op het beleid van de ministeries van EZ, I&M en OC&W. Gebleken is dat we elkaar goed aanvullen: NVDO verspreidt de vakkennis via haar Maintenance Academy, Secties en Kringen, DI-WCM coördineert de innovatieagenda en Profion behartigt de onderhoudsbelangen van asset owners, toeleveranciers en adviseurs via FME en VNO-NCW. Maar er zijn ook raakvlakken die nog beter in kaart moeten worden gebracht. Binnenkort komen de partijen opnieuw bij elkaar en zal ook het Maintenance Education Consortium aanschuiven om een goed overzicht te krijgen van wat er allemaal op onderwijsgebied gebeurt. Uiteindelijk is professioneel onderhoud gewoon mensenwerk en samen kun je dat beter en efficiënter. Roelf Venhuizen, voorzitter Profion
26
Maintenance maart ‘13
026__09_10_column.indd 26
05-03-13 14:02
WCM-Academy Het is zover, de WCM-Academy is per 1 januari 2013 officieel van start gegaan. Een belangrijke ontwikkeling, die nog ontbrak binnen het totale World Class Maintenance-concept. Met veel enthousiasme en inzet hebben het Dutch Institute World Class Maintenance (DI-WCM), het Maintenance Education Consortium (MEC) en het Maintenance-kennisnetwerk van professoren en lectoren samen de schouders gezet onder het opzetten van het programma.
Minds for Maintenance Na de organisatie van een zeer succesvolle WCM-Summerschool in augustus 2012 met 53 deelnemers uit het bedrijfsleven, Defensie en universiteiten, vatte de gedachte post dat de tijd rijp is voor de volgende stap: een Academy waarin World Class maintenancekennis wordt aangeboden. Maintenancekennis moet gaan stromen: nieuwe kennis moet gedeeld en toegepast gaan worden in het bedrijfsleven en vertaald worden naar up-to-date maintenanceonderwijs op alle opleidingsniveaus. De WCM-Academy is hiervoor opgericht en wil daaraan een steentje bijdragen. Cross-sectoraal Verschillende succesvolle innovatieprojecten hebben al veel nieuwe kennis, methodieken en inzichten voortgebracht, die overwegend in boekvorm zijn vastgelegd en uitgegeven in de DI-WCM-bibliotheek. Hierin zien de oprichters dan ook een belangrijkse rol voor de WCM-Academy: het op gang brengen van het cross-sectoraal delen en in de praktijk toepassen van nieuwe kennis, methodieken en inzichten, rechtstreeks voortkomend uit eerder uitgevoerde research- en innovatieprojecten.
tenance, maar anderzijds ook bij algemene leiderschapsvaardigheden. Hun uitdaging is immers om maintenance in de boardroom te vertegenwoordigen en om grote groepen mensen en verschillende partijen het beste uit zichzelf te kunnen laten halen. Dit programma bestaat uit individuele coaching ten aanzien van leiderschapsvraagstukken en uit executive briefings/colleges door (inter)nationale topprofessoren op het gebied van techniek, organisatie en cultuur. Dit programma richt zich op de honderden Nederlandse maintenance managers, die in hun organisatie een sleutelrol spelen.
Academy De Summerschool is geschikt voor deelnemers die aan het begin staan van hun carrière. De WCM-Academy gaat een meer op maat toegesneden programma ontwikkelen voor diverse doelgroepen. Er is een ‘WCM-Leadership Programma’ op MBA-niveau in ontwikkeling, dat gaat bijdragen aan de maintenance awareness in de boardrooms. Dit programma is gericht op mensen die nu al een senior managementfunctie vervullen op het gebied van maintenance. Hun leerbehoefte ligt enerzijds bij de state-of-the-art van main-
Summerschool Op 25 maart 2013 staat de WCM-Alumnidag voor de studenten van de Summerschool 2012 gepland met als interessant thema ‘Repair Shop Management’. Het thema wordt ingeleid door professor Rommert Dekker van de Erasmus Universiteit. De WCM-Summerschool 2013 gaat in augustus van start onder het motto ‘Challenge yourself’. De WCM-Summerschool wordt mogelijk gemaakt door de medewerking van zeven universiteiten in dit programma: Universiteit Twente, TU Delft, TU Eindhoven, Tilburg University, Erasmus
Universiteit, Rijks Universiteit Groningen en de Nederlandse Defensie Academy. Dit gaat in samenwerking met het bedrijfsleven. Er wordt een uitdagend programma op academisch niveau aangeboden over de state-of-the-art maintenancetools en -methodieken. Ook een bedrijfsbezoek gekoppeld aan een bedrijfscasus is een belangrijk onderdeel van het programma. Aan het einde van de week wordt de casus gepresenteerd aan een groep van industriële WCM-bedrijven. Samenwerking met andere deelnemers in een studiegroep om gezamenlijk een probleem op te lossen, vormt een belangrijk onderdeel van deze WCM-Summerschool. Door het hele jaar heen worden masterclasses en workshops gegeven rondom thema’s die van belang zijn voor ‘creating sustainable business together’ en gerelateerd zijn aan de DI-WCM-innovatieprojecten en -onderzoeken. Voor meer informatie over de WCMAcademy kunt u contact opnemen met DI-WCM, programmamanager Corina van Unen, of het MEC, directeur Emmy Bakker, via 076 531 1090 en 076 531 1081 of
[email protected] en info@ wcmec.nl ●
Maintenance maart ‘13
027__23_artikel_blauw.indd 27
27
05-03-13 14:10
Samenwerking Maintenance is een van de economische speerpunten in NoordBrabant. Met Gate2 en Aviolanda heeft de provincie twee toplocaties die inzetten op luchtvaartgerelateerd onderhoud. De afgelopen jaren zijn door beide directies de fundamenten van de locaties gelegd. Nu is de tijd aangebroken om gezamenlijk de (buitenlandse) markten te benaderen. Een gezamenlijke aanpak is ook noodzakelijk, zo betogen alle betrokkenen.
Aviolanda en Gate2: schouder aan schouder verder werken Gedeputeerde Economische Zaken Bert Pauli: ‘Maintenance is een van de economische speerpunten en in het kader van de campusontwikkeling ligt de focus daarbij op Aviolanda en Gate2. Wij faciliteren het maintenance-ecosysteem door clustervorming, bijvoorbeeld door kennisinstellingen en bedrijven te stimuleren zich daar te vestigen. Aviolanda en Gate2 zijn daarbij complementair en DI-WCM heeft daarbij een rol als spin in het web. Je kunt beide locaties zien als kristallisatiepunten in het ecosysteem, daarnaast is er het DI-WCM dat een ambitie heeft die verder gaat dan de luchtvaart.’ Postzegel Wethouder Rolph Dols (CDA) is namens de gemeente Gilze en Rijen betrokken bij Gate2. Hij wil graag samen optrekken met Woensdrecht. Dols: ‘Brabant is een provincie waar vliegtuigindustrie en aanpalende business in belangrijke mate aanwezig zijn én het is een Defensieprovincie. Dat kun je marketingtechnisch uitbuiten, ook naar buitenlandse bedrijven toe. Nederland is voor buitenlanders al een postzegel en dan kun je als één gemeente niet ook nog eens een groeibriljant zijn op die postzegel.’ Burgemeester Marcel Fränzel van Woensdrecht kan zich prima vinden in de woorden van Dols. Fränzel: ‘Gilze en Rijen en Woensdrecht zijn maar stipjes op een internationale kaart. Brabant is the place to be, dat moet de boodschap zijn. Afhankelijk van de specifieke bedrijvigheid die een nieuwe vestiger meebrengt, of de dienst die een klant zoekt, komt een bepaalde locatie in beeld. De acquisitie
28
moet in gezamenlijkheid gebeuren. Naast de locatiedirecties heeft de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij daarbij een belangrijke rol. Zij hebben daarvoor de contacten en expertise. Midpoint en REWIN kunnen daarbij ook expertise bieden. Dat moeten we vormgeven en er afspraken over maken.’ Vuist Volgens de Tilburgse wethouder Erik de Ridder worden alle partijen beter van samenwerken. Hij blikt terug op de samenwerking met de buurgemeente. De Ridder: ‘De samenwerking met Gilze en Rijen verloopt buitengewoon positief. De voordelen zijn evident. Tilburg kan bijvoorbeeld de luchtmachtbasis nu opnemen in
zijn internationale acquisitie. Als grotere gemeente kunnen wij meer meters maken, qua budget, richting provincie of politiek Den Haag en onze ambtelijke organisatie is groter. Wij kunnen beter een vuist maken in samenwerking met het wendbare Gilze en Rijen. In kleine gemeenten gaan sommige processen nu eenmaal sneller. We zijn niet gelijk, maar wel gelijkwaardig. We zetten er in gezamenlijkheid onze schouders onder en bepalen samen wat wel of niet handig is om te doen.’ Dols: ‘Het is een Midden-Brabant-initiatief; twee gemeenten die intensief samenwerken met het bedrijfsleven. Dit inspireert tot lokale initiatieven en acquisitie. Iedereen ervaart dat als heel positief, ook Boeing. In Amerika maakten ze dat nog niet mee,
Business Directeur Lex Besselink van DI-WCM over Aviolanda en Gate2: ‘Het heeft inderdaad geen zin elkaar te beconcurreren. Samenwerken binnen Brabant, maar ook met Schiphol en Maastricht, kan prima omdat de locaties elkaar aanvullen in dienstenaanbod. We willen de Nederlandse luchtvaartonderhoudssector graag op de kaart zetten. Dat kun je doen vanuit de filosofie van het aantrekken van vestigers, maar die komen alleen als er ‘iets’ te doen is. Daar komt DI-WCM in beeld: hoe kun je voor die MRO-sector een kennis- en innovatiecluster opzetten dat partijen aan zich bindt? Daarvoor zullen wij binnenkort een rondetafelgesprek houden met alle betrokkenen. We gaan dus niet roepen ‘hier moet je vestigen’, maar ‘hier is de business’. Er lopen al enkele innovatieprojecten waar DI-WCM bij betrokken is, waaronder twee rondom unmanned aircraft systems, het BAC-project en de Lijmacademie. DI-WCM kan zijn ervaring rondom het opzetten van het Maintenance Value Park in Terneuzen en het daar ingerichte Kennis en Innovatie Centrum hierbij goed gebruiken. De BOM is prima inzetbaar voor de eerste acquisitiestappen en hun internationaal netwerk. Verder zie ik een rol voor de brancheorganisatie Netherlands Aerospace Group om de Nederlandse luchtvaartsector in het buitenland adequaat neer te zetten.’
Maintenance maart ‘13
028_29_30__18_artikel_blauw.indd 28
05-03-13 14:10
Gate2 en Aviolanda slaan de handen ineen om samen ook buiten de landsgrenzen de bedrijvigheid op te zoeken. ‘Brabant is the place to be, dat moet de boodschap zijn.’
vertelden ze.’ Onder de paraplu van Maintenance Valley zette Tilburg al de eerste stappen op het gebied van samenwerking met West-Brabant en provincie, zegt De Ridder. ‘Er zijn gezamenlijke doelen gesteld en er is gekeken wat de kracht is van de deelregio’s. Op basis van die uitgangspunten zijn we gezamenlijk aan het werk gegaan. Aanvankelijk lag er veel kracht en energie in West-Brabant, maar nu is dat ook in Midden-Brabant het geval. Beide locaties zijn onderscheidend, maar als je internationaal een vuist wilt maken, moet je dat niet doen als subregio. Goede samenwerking is daarom essentieel.’ Marketing Volgens de provincie moet de gezamenlijke visie van beide locaties op basis van de bredere maintenanceportefeuille de basis vormen van de gezamenlijke positionering. Pauli: ‘Welke bedrijven kun je naar Zuid-Nederland halen, of hoe kun je producten van hier wereldwijd vermarkten? Daarbij moet je breder kijken dan de twee locaties, door bijvoorbeeld de combinatie te leggen met High Tech Systems in Zuidoost-Brabant of in Limburg.’ De gedeputeerde ziet daarbij een rol voor de BOM en DI-WCM. ‘Zij kunnen daar met hun netwerken een belangrijke rol vervullen om die propositie breder in te vullen. Maintenance is niet alleen kostenbesparend, maar ook waardecreerend. Je kunt dus prima die cross-over met andere sectoren maken. We hebben in Brabant ook nog logistiek topinstituut Dinalog voor een prachtige cross-over met servicelogistiek en zo zijn er allerlei lijntjes die je goed kunt verbinden.’
Provincie De wens om samen te werken is er, maar wie pakt de regie? Burgemeester Fränzel: ‘Ik denk dat het goed is als de provincie de regie pakt. Onder leiding van gedeputeerde Bert Pauli en met hulp van de directie van DI-WCM zijn er de afgelopen
beide locaties om gezamenlijk een visie te ontwikkelen om tot een gezamenlijke positionering te komen. Wat ons betreft neemt DI-WCM het voortouw, maar het gaat om het samenspel. Ondernemers bepalen zelf waar ze zich vestigen, wij kunnen samen hiervoor slechts het ecosysteem faciliteren.’
‘Het is een Midden-Brabantinitiatief; twee gemeenten die intensief samenwerken met het bedrijfsleven. Iedereen ervaart dat als heel positief, ook Boeing. In Amerika maakten ze dat nog niet mee, vertelden ze.’
Rol DI-WCM DI-WCM moet zorgen voor de inhoudelijke driver van deze ontwikkeling en de inhoudelijke verbinding tussen de partijen maken, vinden de gesprekspartners. Pauli: ‘De maintenance-ontwikkeling in het zuiden is mede gefaciliteerd door de drie provincies en het is aan DI-WCM om samen met de BOM de vestigingsplaatsen te ontwikkelen.’ De Ridder van Tilburg: ‘Het instituut is op de goede weg, behaalt resultaten, maar het kan altijd beter. Tips? Nog nadrukkelijker inhoudelijk laden. Goede inhoud helpt mensen om over de regiogrenzen heen te kijken. Gate2 houdt bijvoorbeeld maandelijks inhoudelijke sessies waarbij ook bedrijven uit West-Brabant aansluiten. Dat is helemaal niet erg. Bestuurders doen daar soms krampachtig over, maar bedrijven doen dat. Je moet over je eigen grenzen heen durven kijken, net als toen wij de samenwerking zochten met Gilze en Rijen moet dat nu regio-overstijgend gebeuren. Dat maakt het geheel sterker, levert sterkere clusters op.’ Bert Pauli: ‘DI-WCM is een belangenorganisatie met nationale focus die perfect die samenwerking tot stand kan brengen en verbeteren en de link kan leggen naar de topsectoren in Brabant en daarbuiten.’
periode al flink meters gemaakt. We hebben met z’n allen om de tafel gezeten om de ‘businesscase Brabant’ zo optimaal mogelijk te positioneren, met respect voor beide regio’s. De eerste stappen zijn gezet; waar hebben we welke activiteiten en faciliteiten en wat staat er te gebeuren.’ De Ridder: ‘De provincie zorgt voor de verbinding. Het totaal is namelijk sterker dan twee losse delen. Extra geld helpt, maar er is meer; ambitie, meewerken en bestuurlijke aandacht zijn belangrijk.’ Pauli wijst naar de BOM voor de invulling: ‘De BOM heeft hierbij een belangrijke rol, heeft divisies voor ontwikkeling en innovatiekracht. Zij kunnen het geheel aanjagen. Daarnaast hebben ze een belangrijke tak voor strategische internationale acquisitie. Het is aan ondernemers, BOM, DI-WCM en de aandeelhouders van
Maintenance maart ‘13
028_29_30__18_artikel_blauw.indd 29
29
05-03-13 14:10
rubriek
Business Park Aviolanda Aviolanda is het terrein rondom de landingsbaan van Defensie in Woensdrecht. Van oudsher zetelen hier Fokker Elmo (kabelbomen voor vliegtuigen) en Fokker Services (onder meer vliegtuigonderhoud) en het Logistiek Centrum Woensdrecht van de Koninklijke Luchtmacht waar al het ‘hoger onderhoud’ van de luchtmacht zal worden geconcentreerd. Enkele jaren geleden is het terrein ‘opengegooid’, om zo nieuwe business te genereren. Business Park Aviolanda (BPA) verzorgt de acquisitie en verkoop, realiseert bedrijfsverzamelgebouwen en stimuleert nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast is er het innovatieproject BAC van regionale ontwikkelingsmaatschappij REWIN. Dit project zet in op innovaties rondom luchtvaartgerelateerd onderhoud op Aviolanda. De World Class Aviation Acadamy (WCAA) vestigde zich op Aviolanda, evenals enkele bedrijven. In mei komt er een kantoorverzamelgebouw. De gemeente Woensdrecht is een van de initiatiefnemers van deze gebiedsontwikkeling.
Aerospace & Maintenace Cluster en Gate2 Gate2 is het Midden-Brabantse businesspark voor luchtvaartgerelateerde bedrijven en onderdeel van het Aerospace & Maintenance Cluster. De gemeentes Tilburg en Gilze en Rijen zijn initiatiefnemers van Gate2 dat is gevestigd tegenover de luchtmachtbasis. Het cluster heeft grotere ambities dan alleen de luchtvaartmaintenance: het gaat ook om industrieel onderhoud en onderhoud in de maritieme sector. Medio 2011 startte de WCAA een dependance op Gilze en Rijen: het Rotary Wing Training Centre dat opleidingen verzorgt rondom onderhoud aan de Chinookhelikopter van Boeing. Het is vrijwel zeker dat er binnenkort nog een helikopterfabrikant aansluit op de trainingsschool. Alleen de handtekening moet nog onder het contract. Belangrijk onderdeel van Gate2 is het Aerospace & Maintenance House (AMH). Speerpunten zijn innovatie en gekwalificeerd personeel. De bedoeling is daarom dat het ‘huis’ zich ontwikkelt tot een platform waarop bedrijven en onderwijs elkaar ontmoeten en samen plannen ontwerpen en van daaruit nieuwe business.
30
MRO-expertise De grootste concurrentie zit niet tussen Gilze en Woensdrecht, zegt wethouder Dols. ‘Samen hebben ze de hele wereld als concurrent. Misschien moeten we in de toekomst zelfs Eindhoven erbij halen. Natuurlijk kun je in het marketingplan de specifieke kracht van de afzonderlijke locaties benoemen.’ Hoe kunnen Gate2 en Aviolanda samen indruk maken? Fränzel: ‘In de verre toekomst kunnen we het misschien nog verder verknopen, nu moeten we eerst schouder aan schouder werken aan acquisitie, samenwerken en een gezamenlijk profiel naar buiten toe tonen. Dat proces loopt in goede verhouding, gericht op consensus en concrete samenwerking. In mei moeten de afspraken daarvoor toch wel rond zijn (een strategisch acquisitieplan hiervoor is opgesteld, red.). Overigens vind ik ook dat we samen innovaties moeten faciliteren en dat niet apart moeten doen. DI-WCM kan helpen door via de inhoud kansen in kaart te brengen, zij hebben de MRO-expertise in huis.’ De Ridder: ‘Zoals gezegd moeten we samen optrekken op marketing en profilering, bij promotie en acquisitie. Daarnaast een gezamenlijke ambitie opstellen en de inhoudelijke doorontwikkeling van beide clusters definiëren. Gezamenlijk ondernemerschap is belangrijk: hoe kun je bedrijven verleiden en het cluster doorontwikkelen. Hoe je dat aan de binnenkant vastlegt, is minder belangrijk. Onze samenwerking met Gilze en Rijen is ook pas na drie jaar officieel vastgelegd.’ ●
Maintenance maart ‘13
028_29_30__18_artikel_blauw.indd 30
05-03-13 14:10
on the spot
Proactief onderhoud Niet predictief maar proactief onderhoud. Zorgen dat installaties niet down hoeven en productiefaciliteiten optimaliseren. Oliveira uit Druten heeft zich hierin gespecialiseerd. En dat begint bij ‘reliability awareness’ creëren in de boardroom. Oliveira spitst zich toe op twee vakgebieden: smeertechnisch onderhoud en conditiemeting. Martin Blenkers is mede-eigenaar en licht toe: ‘Enerzijds kunnen wij al het fluid management overnemen bij klanten. We bouwen een smeerprogramma op, bepalen wat, wanneer en hoe moet worden gesmeerd, regelen de inkoop en houden de dagelijkse uitvoering in handen. Anderzijds zijn we veel bezig met de betrouwbaarheid van installaties en machines. We kunnen precies in kaart brengen welke equipment in bijvoorbeeld een fabriek kritisch is en daarop inspelen.’ Oliveira is actief in de gehele industrie, van energiecentrales en raffinaderijen tot de windturbinesector en de scheepvaart. ‘Vooral de vraag vanuit de maritieme industrie trekt enorm aan, daar liggen kansen.’ Het bedrijf geeft klanten adviezen aan de hand van metingen aan installaties. ‘Als bijvoorbeeld uit meting blijkt dat een pomp aan revisie toe is, dan melden wij dit. Als een pomp drie keer faalt, dan moet er iets veranderen aan je onderhoudsmethodiek.’ ‘Proactief onderhoud’ heet deze strategie. Dit gaat verder dan predictief onderhoud. ‘Proactief onderhoud is relatief nieuw en het betekent dat je problemen voorkomt. Bedrijven staan hier steeds meer voor open.’ Oliveira streeft naar minder invloed van Original Equipment Manufacturers, omdat dit belemmerend werkt: ‘Veelal zijn bedrijven afhankelijk van OEM’ers. Wij verkleinen dit. Wij verzamelen data over de toestand van faciliteiten. Aan de hand daarvan kun je zélf slimmere beslissingen nemen. We werken dan ook merkonafhankelijk. De bij onze klanten draaiende systemen zijn afgeschermd door de leverancies. Wij maken dat alles met elkaar communiceert.’ Training is belangrijk voor het bedrijf: ‘We leiden medewerkers op. Ook geven we bij klanten trainingen. Deze zijn voornamelijk gericht op het creëren van bewustzijn bij het management. De techniek is nooit het probleem, maar bij een gebrek aan geloof in proactief onderhoud is de strategie gedoemd te mislukken. Pas als er draagvlak in de hogere echelons is, gaat proactief onderhoud zijn vruchten afwerpen.’
Maintenance maart ‘13
031__13_ontehspot.indd 31
31
05-03-13 14:10
Servicelogistiek Technisch georiënteerde bedrijven hebben vaak te weinig aandacht voor hun servicelogistiek. Vooral in de chemische sector valt er nog veel te winnen, zegt hoogleraar Rommert Dekker van de Erasmus Universiteit. ‘Logistieke eisen stellen, dat zit niet in onderhoudsmensen.’
Bedrijven onderschatten belang servicelogistiek Bij de aankoop van een kapitaalgoed ligt bij veel bedrijven de focus op de aankoop zelf: de prijs en de techniek staan centraal. Dekker: ‘Inkopers hebben te weinig oog voor het belang van de service. Kijk maar naar de Fyra-trein, dat is een mooi voorbeeld.’ Het gaat vaak mis als bedrijven wel een asset aankopen, maar het onderhoudsconcept niet. ‘Dat komt altijd later.
Neem de NS. Ze kochten wel de treinen, maar niet de bill of material. Dat kwam dus veel later. Terwijl informatie de sleutel is tot een betere servicelogistiek.’ Vertroebeld Servicelogistiek kan ervoor zorgen dat de juiste middelen en onderdelen op de juiste plek aanwezig zijn om een systeem weer
Ruim tien jaar onderzoek naar servicelogistiek Prof. dr. ir. Rommert Dekker, hoogleraar Kwantitatieve Logistiek & Operations Research, doet al circa tien jaar onderzoek naar concepten voor servicelogistiek. Dat gebeurt in samenwerking met het Service Logistics Forum en de laatste jaren ook met het Dutch Institute for Advanced Logistics (Dinalog). Er zijn al veel resultaten geboekt, zoals een model dat optimale voorraadniveaus bepaalt en helpt bij het kiezen van de juiste supply chain-structuur. ‘Fokker Services gebruikt het voor het leveren van onderdelen en haalt dankzij het model ook nieuwe klanten binnen.’ Daarnaast zijn er de afgelopen jaren veel afstudeerders geweest die de onderzoeksresultaten toepasten bij bedrijven. Dekker: ‘Het verbeteren van het voorraadniveau in de repairshop van Fokker Services op Schiphol-Oost, het implementeren van tools voor het berekenen van de kostprijs voor onderdelen-pools en tools voor klantendifferentiatie bij ASML. Want voor de ene klant is beschikbaarheid van onderdelen belangrijker dan voor een andere.’ Voorbeelden van projecten op het gebied van servicelogistiek: • Verbeteren van de beschikbaarheid van onderdelen in een aircraft component repair shop. • Gebruik van de tweedehands markt voor het aanvullen van onderdelen. • Verbeteren van target stocks van onderdelen in verband met mogelijke vraaguitval. • Inschatten van initiële onderdelenvoorraden op basis van beschikbare RCM-data. • Inschatten van het wegvallen van de leverancier aan de hand van de aankoophistorie. • Multi-echelon voorraadbeheersing voor vliegtuigmaatschappijen. • Inschatten van onderdelenvoorraden op basis van installed base-informatie. • Voor- en nadelen van onderdelen-pools. Meer informatie over servicelogistiek en de diverse projecten vindt u op servicelogisticsforum.nl, dinalog.nl of via Corina van Unen van DI-WCM.
32
te laten functioneren in het geval van een storing. Dekker: ‘Fabrikanten en dienstverleners hebben het steeds beter door en focussen niet alleen meer op de verkoop, maar ook op de service erna. Zij verdienen er ook aan, hoewel het op de korte termijn wellicht leidt tot minder verkopen. Het levert wel een lange en stabiele relatie op met de afnemer.’ Servicelogistiek is een onderwerp dat bij veel (chemische) bedrijven ondersneeuwt in tegenstelling tot de vliegtuigindustrie, zegt de hoogleraar. ‘Daar werkt men met unieke coderingen. Fabrikanten hebben certificaten voor ieder onderdeel. Anders mag je het ook niet gebruiken. In de maakindustrie is er echter geen leider die dat oppakt. Er is te veel vertroebelde informatie en er zijn te veel bedrijven die eraan verdienen. Een oplossing is om kapitaalgoederen te leasen, dat maakt alles inzichtelijk.’ Er zijn drie soorten bedrijven die verdienen aan servicelogistiek: de fabrikanten van kapitaalgoederen, technische dienstverleners en de expressediensten. Onderdelen-pool Een van de onderzoeken van Dekker gaat over de mogelijkheid om een onderdelenpool op te zetten voor bedrijven met gelijksoortige installaties of machines. ‘Het is een manier om risico’s en kosten te verlagen.’ Dekker deed onder meer onderzoek bij de marine, Fokker Services en bij Shell. ‘Het grootste probleem zit in de slow movers. Leveranciers hebben deze niet op voorraad, dus doen de gebruikers dat zelf om risico’s te beperken.’ Vraag je aan de leverancier om de slow movers op voorraad te nemen, dan zal die wat terug willen zien voor zijn investering in
Maintenance maart ‘13
032_33__22_artikel_zwart.indd 32
05-03-13 14:10
een onderdelenvoorraad. ‘Bijvoorbeeld met een financieel contract dat de leveringsbeschikbaarheid garandeert. De asset owner legt de onzekerheid bij de leverancier en als je poolt, kun je die onzekerheid kleiner maken.’ Opzetten pool Het opzetten van een pool kan op drie manieren. Gebruikers kunnen zelf hun voorraden beheren en delen, een derde partij doet dit voor meerdere gebruikers of de fabrikant van de machine of installatie verzorgt het. Pooling van gebruiksdelen is niet zinvol, omdat elke gebruiker deze regelmatig nodig heeft en de vraag voorspelbaar is. Het poolen van verzekeringsdelen (zelden nodig, wel essentieel), reparatiedelen (terugplaatsen na reparatie) en wisseldelen (vervangen en reviseren) is wel kansrijk. Hoe hoger de prijs van een onderdeel, hoe hoger de voorraadkosten en hoe aantrekkelijker poolen wordt. Daarnaast is de vraag bepalend. Dekker: ‘Als de vraag laag is, zijn de voorraadkosten en -risico’s relatief hoog en wordt poolen een interessante optie.’
Standaardisatie Voor het opzetten van een onderdelenpool is standaardisatie van onderdelen een belangrijke voorwaarde. ‘Het hangt af van de markt en het businessmodel. Hoe specifieker de business, hoe moeilijker te standaardiseren. In de luchtvaart werkt het daarom al wel. Toestellen worden geleaset, het gaat om dure onderdelen en de stilstandkosten zijn hoog.’ In geavanceerde elektronische industrie, zoals ASML, in de medische sector en bij truckfabrikanten is er wel aandacht voor servicelogistiek en nieuwe concepten, zegt Dekker. ‘Maar de chemische industrie loopt ver achter. Er is minder standaardisatie, veel dingen zijn specifiek. Maar ze denken ook vaak dat ze het allemaal wel weten, maar dat is niet het geval.’ Voor- en nadelen Fabrikanten hebben de beste papieren om een onderdelen-pool op te zetten. Zij kennen de machines en de gebruikers en kunnen zorgen voor standaardisatie. Vaak verkopen zij echter liever een onderdelenpakket bij een nieuwe machine dan dat ze zelf onderdelen op voorraad leggen.
Bovendien hebben zij hun eigen belangen: dure verzekeringsdelen die weinig nodig zijn, zijn niet aantrekkelijk om op voorraad te leggen terwijl zij voor de gebruikers essentieel zijn. Dit vraagt om een andere kijk op bestaande businessmodellen. Verder spelen er vragen rondom onderling vertrouwen, het vermijden van overconsumptie en het toewijzen van kosten. En wat als een gebruiker een systeem afstoot, of de pool wil verlaten? Er komt dus nogal wat bij kijken; wat moeten bedrijven doen die met het onderwerp aan de slag willen? Dekker: ‘Bedrijven moeten zich bewust worden van de problematiek en het gesprek met hun leveranciers aangaan of advies vragen bij logistieke consultants.’ De boodschap voor de asset owners is duidelijk, vat Dekker nog even samen. ‘Een asset owner moet bij de aankoop nadenken over beschikbaarheid en service en de informatie die hij daarvoor nodig heeft moet hij bij aanschaf regelen. Je wilt immers de service voor de lange termijn garanderen. Daarnaast moeten asset owners serieus kijken naar de mogelijkheden van het poolen van onderdelen, want als je als koper de service slecht regelt, word je uitgemolken.’ ●
Maintenance maart ‘13
032_33__22_artikel_zwart.indd 33
33
05-03-13 14:10
Profion Helaas zijn incidenten vaak nodig om een bewustwordingsproces op gang te brengen. De recente rapportage over de vermeende slechte onderhoudssituatie op het Nederlandse spoor heeft de nodige mensen aan het denken gezet. Vanuit Profion verkondigen we al geruime tijd dat onderhoud een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering hoort te zijn en niet uitsluitend als kostenpost dient te worden beschouwd.
Goedkoop is duurkoop Gelukkig merken we in toenemende mate dat deze boodschap gehoor vindt. Tevens merken we dat het besef toeneemt dat goed onderhoud geen kostenpost is maar waarde toevoegt. Dit gebeurt overigens industriebreed, dus niet alleen in de traditionele onderhoudsintensieve sectoren maar ook in de hightech industrie en machinebouw. Als Profion zien we dan ook verhoogde belangstelling vanuit de FME en de daarbij aangesloten branches. Samen sterk FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming Bluemink sprak op het DI-WCM Jaarcongres in 2012 dan ook al over het toenemend belang van onderhoud, en de wens tot samenwerking in de vorm van een onderhoudsplatform. Naar aanleiding van het ‘ProRail-rapport’ benadrukt Ineke in een zeer recente weblog nogmaals het belang van goed onderhoud voor onze technologische industrie. Voor Profion reden om enerzijds nog nadrukkelijker te werken aan de samenwerking met de FME en de daarbij aangesloten branches en om anderzijds de samenwerking met onze collega-organisaties NVDO en DI-WCM verder uit te bouwen. Het is een open deur maar het geldt nog steeds: ‘samen staan we sterk’. Voor de volledigheid treft u in hieronder de integrale tekst van de weblog van Ineke Dezentjé Hamming Bluemink aan. “Nederlanders klagen graag en veel. Het weer en de trein staan, vooral in combinatie, bovenaan de klachtenlijst. Bij een beetje winters weer rijden er minder treinen, komt de trein te laat of ligt het treinverkeer in grote delen van het land zelfs helemaal stil. Daar wordt zoveel ophef over gemaakt, dat het bij elk incident opnieuw het journaal haalt. Wonderlijk genoeg was er minder mediaaandacht voor het bericht dat spooraannemers en -medewerkers ernstig bezorgd
34
‘Als de veiligheid van het treinvervoer in het geding is, dan gaat het om veel meer dan de economische waarde, dan zijn mensenlevens in het geding’, aldus Ineke Dezentjé Hamming Bluemink. zijn over de veiligheid van het spoorwegennet. ProRail, dat verantwoordelijk is voor het onderhoud, zou zich bij het aanbesteden van dat onderhoud zó sterk door de laagste prijs laten leiden, dat aannemers zich gedwongen voelen onder de kostprijs te bieden. En dat zou ten koste gaan van de veiligheid en de kwaliteit. Dat die kritiek van binnenuit komt, maakt mij extra bezorgd. Als de veiligheid van het treinvervoer in het geding is, dan gaat het om veel meer dan de economische waarde, dan zijn mensenlevens in het geding. Ik vind het dan ook onbegrijpelijk dat bij onderhoud nog steeds wordt gekozen voor de goedkoopste ‘oplossing’, terwijl de keuze behoort te worden bepaald door de toegevoegde waarde die dat onderhoud oplevert. Daarmee bedoel ik dat het om veel meer gaat dan om financieel voordeel op korte termijn. Het gaat om betrouwbaarheid, duurzaamheid en veiligheid. Die combinatie vormt de toegevoegde waarde. De Nederlandse
onderhoudssector kan dat bieden. Veiligheid zou vanzelfsprekend moeten zijn. Voor betrouwbaarheid geldt hetzelfde. Maar onderhoud is ook van onschatbare waarde voor de verduurzaming van de samenleving. We zullen op alle vlakken moeten nadenken over de levenscyclus van producten. Al bij het ontwerp moet daar rekening mee worden gehouden. En bij het ontwerp moet ook het onderhoud worden meegenomen. Natuurlijk begrijpen de onderhoudsbedrijven dat kostenbeheersing, zeker in tijden van economische malaise, belangrijk is. Zij zijn meer dan bereid samen met de opdrachtgevers te bekijken waar die kostenreductie kan worden gerealiseerd. Dat hoeft niet ten koste te gaan van kwaliteit. En het mag nooit ten koste gaan van veiligheid!”, zo stelt de FME-CWM-voorzitter. ● Mark Ammerdorffer Directeur VOMI www.vomi.nl
Maintenance maart ‘13
034__14_artikel_zwart.indd 34
05-03-13 14:09
de order
Onderhoud cougars Tijdens een symposium van de Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) tekenden Fokker Services en partners Airborne International, Terma en Verebus Engineering een Memorandum of Understanding met als doel een efficiënte en kosteneffectieve oplossing te kunnen bieden voor het instandhouden van een deel van de Nederlandse Cougarvloot. Intussen zijn de daadwerkelijke contractbesprekingen nog in volle gang en dus kan Pieter Voeten van Verebus daarover niet in de details treden, maar hij kan wel meer over de achtergrond uit de doeken doen. Voeten: ‘Defensie heeft zijn oog laten vallen op de NH-90-helikopters van het consortium Agusta/Eurocopter/Fokker, maar die blijken bij de operationele ingebruikstelling vertraging op te lopen. In de tussentijd wil men zes oude helikopters, de Cougars, blijven gebruiken. Om voor zes Cougerhelikopters een hele onderhoudsorganisatie aan te blijven houden, is zonde. Zeker gezien het feit dat ook Defensie moet bezuinigen.’ Vandaar dat Fokker Services samen met twee partners aanbood om de onderhoudstaken over te nemen. ‘Het is niet zo dat Defensie alles uit handen geeft, zij blijven de regie voeren. Maar door private partijen erbij te betrekken, kan ze haar organisatie klein houden.’ De rol van Verebus in dit contract is met name het configuratiemanagement, het bijhouden van de spare part-data en het up-to-date houden van technische documentatie. ‘Wij gaan zelf niet sleutelen, maar zullen de datastromen kanaliseren en analyseren. Daarbij kunnen we ook de logistieke data van Defensie in onze eigen systemen invoeren.’ In principe is men nu in onderhandeling over een vierjarig contract, maar de levensduur van de Cougar zou dat aantal gemakkelijk kunnen overstijgen. ‘Het is alleen de vraag of het economisch interessant is om zo’n verouderd toestel in conditie te houden. Feit is dat men voor een nieuw toestel heeft gekozen dat zo’n dertig jaar dienst zal doen. Op zich al een interessant gegeven, zeker gezien het feit dat Nederland, als medefinancier van het project, recht heeft op een werkbijdrage van vijf procent. Dat haalt Nederland tot nog toe niet. Die achterstand zouden we kunnen inhalen door het onderhoud aan de NH-90 te centraliseren in Nederland. Defensie heeft er twintig aangeschaft, België vier en met de rest van de regio heb je het over zo’n tachtig helikopters. Daarmee hebben we niet alleen een gezonde businesscase, maar houden we ook de specialistische onderhoudskennis in eigen huis. Het is niet goed als een land volledig van buitenlandse partijen afhankelijk is.’
Maintenance maart ‘13
035__12_deorder.indd 35
35
05-03-13 14:09
WereldWijd - lokaal Geavanceerd Niet destructief onderzoek Ndo diensten Hoge temperatuur inspecties tot 450 oC Waterstofschade detectie en monitoring Corrosie mapping tot 350 oC Pulsed Eddy Current (PEC) corrosie monitoring Passend Onderzoek ipv Interne Visuele Inspectie
hardverchromen MCP® chemisch zwarten chemisch nikkel Blackprotect® zwart nikkel Dicronite® Dry Lubrication HP-HVOF thermal spraying sp SuNiCoat® Optics rond-, vlakslijpen & superfinishen
Training & Consultancy Geaccrediteerde opleidingen TOFD, PA en Critical Sizing Audits en Level III diensten Procedure ontwikkeling en validatie Modellering en Simulatie van Ultrasoon onderzoek
TÜV Rheinland Sonovation
The Global NDT Competence Centre Elschot 30 • 4905 AZ Oosterhout • Netherlands T: +31 (0)162 425588 • F: +31 (0)162 424343 E:
[email protected] • I: www.sonovation.com • www.tuv.com/ndt
CONDITIE BEWAKING Trilingsanalyse
index Ahoy Rotterdam ....................................................... 2 bijlagen AIB Vincotte Nederland ....................................................... 14 Beko Technologies ............................................................... 14
Infrarood thermografie Coservices International ...................................................... 36 CZL Tilburg ........................................................................ 36
Olieanalyse Easy Fairs UK ....................................................................... 4 GGB Benelux ........................................................................ 4
Motordiagnose Hogeschool Utrecht Centrum voor N&T ................................... 2 Mainnovation Meeting House NL...................................... bijlage
Ultrasoon analyse
Provincie Zeeland ................................................................ 40 SKF ................................................................................... 39
www.coservices.eu
info@coser vices.nl
TUV Rheinland Sonovation .................................................... 36
NL: +31 46 702 23 61 BE: +32 16 400 136
036_index_coservice_CZL_TUV.indd 1
04-03-13 12:07
Innovatie De virtuele wereld lijkt steeds meer op de echte wereld. De driedimensionale visualisatie van productieomgevingen bestaat al langer, maar dat zijn vaak modellen, oftewel een versimpelde voorstelling van de werkelijkheid. Met laserscantechnieken is het echter mogelijk om een fabriek zeer gedetailleerd in kaart te brengen.
3D-visualisatie maakt stop veiliger en sneller Scantechniek is niet geheel nieuw. Laserscanners worden al een aantal jaren ingezet bij diverse zogenoemde reverse engineeringprojecten. Dat betekent dat een laserscanner reeds bestaande objecten vanuit diverse hoeken bestookt met laserlicht. Zodra het licht een object raakt, reflecteert deze met een bepaalde intensiteit. De reflectie wordt door een lens opgevangen en vastgelegd. Op die manier ontstaat een puntenwolk waaruit vervolgens een realistisch 3D-model wordt gemaakt. Eén klik Marien van den Hoek van Spie Technology ziet dat bedrijven steeds meer interesse krijgen in 3D-scanning. ‘We zijn nu een aantal jaren bezig de markt te interesseren voor deze technologie omdat we denken dat de industrie veel voordeel kan halen uit een accurate visualisatie van kritische procesonderdelen. Neem de producent van titanium dioxide Tronox, waar we onze eerste testcase hielden toen het bedrijf een grote modificatie wilde doen aan zijn fabriek in de Botlek. We scanden de fabriek van tevoren in en konden met behulp van de digitale modellen de modificatie plannen en het werk voorbereiden. De software die wij gebruiken gaf aan waar problemen konden opduiken zodat de engineers de tijd hadden om tijdig aanpassingen in hun werkplanning te doen.’ Volgens Van den Hoek zijn er momenteel twee toepassingen voor 3D-scanning binnen de industrie. De eerste is het eenvoudigweg visualiseren en documenteren van een fabriek of installatie, de tweede gaat veel verder dan dat. ‘Natuurlijk is het waardevol om je installaties in 3D te kunnen zien, maar je kunt veel meer bereiken als je aan die optische laag informatie toevoegt. Je kunt zogenaamde hotspots in het 3D-model toevoegen, een label waarin alle relevante informatie in één klik beschikbaar is.’
Pilot Wat ook steeds vaker gebeurt, is dat bedrijven hun installaties laten scannen voordat ze een turnaround plannen. Het meest recente voorbeeld is van een raffinaderij in de Botlek die binnenkort een shutdown heeft. Van den Hoek: ‘Op dit moment zijn we bezig met het inscannen van de fabriek zodat de werkvoorbereiders kunnen zien tegen welke problemen ze kunnen aanlopen, voordat dit daadwerkelijk gebeurt. Misschien nog wel belangrijker is dat het management de kennis die nu in de hoofden zit van het technisch personeel vast wil leggen in toegankelijke systemen waar nog jarenlang gebruik van kan worden gemaakt. Door de beschikbare documentatie te koppelen aan locatiegegevens, inclusief driedimensionale presentatie, kun je de hele historie van een onderdeel, machine tot een hele fabriek volgen. ‘Een andere opdracht voeren we binnenkort
uit bij op een chemische plant in Terneuzen, die in maart een stop heeft’, vervolgt Van den Hoek. ‘De steigerbouwerfirma Kaefer die bij het project is betrokken, wil voorkomen dat er straks apparaten niet kunnen worden uitgebouwd omdat er een poot in de weg zit. Door de steigerontwerpen over de 3D-scans van de installaties te leggen, kun je heel snel zien waar dergelijke clashes ontstaan.’ Behalve dat een stop veiliger wordt en sneller gaat, hopen de bedrijven uiteraard dat ook de kosten voor beheer en onderhoud naar beneden gaan. ‘Als je bedenkt dat bedrijven per stop vaak tien procent onvoorzien werk meerekenen in de kostenraming, dan ligt daar een kans voor 3D-scannen. We denken dat het mogelijk moet zijn dit percentage terug te dringen tot drie procent, maar we zullen de eerste resultaten moeten afwachten van de recente opdrachten.’ ●
Maintenance maart ‘13
037__16_artikel.indd 37
37
05-03-13 14:09
Agenda MAART 21 maart - iMaintain
Goed onderhoud zorgt dat de zaken die er toe doen, hun kracht behouden. Dat geldt van een losse machine tot aan de hele onderhoudsindustrie. Van food tot process en van infra tot hightech. De Nederlandse onderhoudsindustrie is volgens het NVDO Onderhoudskompas goed voor ruim dertig miljard euro omzet per jaar. Houdt die industrie het vermogen om aan de vraag te blijven voldoen? En wat is daarbij de kracht van een goed besluit, een nieuwe collega, de kracht van kennis of de kracht van innovatie? Tijdens iMaintain 2013 staat kracht centraal. Ook wordt op iMaintain de Maintenance Manager of the Year 2013 verkozen. Meer informatie op: www.i-maintain.nl/congres
26 t/m 28 maart On & Offshore
Deze vakbeurs zich richt op gespecialiseerde ondernemers in de gas-, duurzame-, petrochemische-, en baggerindustrie. De beurs biedt een netwerkplatform aan ondernemers en bedrijven om onder andere huidige en potentiële relaties uit de branche te ontmoeten. Komende editie wordt er een toevoeging aan de beursvloer gecreëerd, namelijk een plein met bedrijven vanuit Den Helder. Meer informatie op: www.evenementenhal.nl
APRIL 4 april - Dinalog Jaarcongres
Het Dinalogcongres staat in het teken van de resultaten van het innovatieprogramma Logistiek. Binnen Dinalog worden inmiddels meer dan vijftig projecten uitgevoerd waarvan een flink aantal (deel)resultaten begint op te leveren. En resultaten, daar draait het om in de sector, zeker in economisch barre tijden, als innovatie
38
21-03-2013 t/m 06-06-2013
noodzaak is om je bedrijf gezond te houden. We willen die resultaten graag met u delen. Samen met u bekijken of ze voldoen aan de verwachtingen, of er nog meer nodig is, wat de volgende stappen zijn en welke successen er al behaald zijn. In het plenaire deel geven ‘key note speakers’ hun visie op de ontwikkelingen in de logistieke sector. Trends in innovatie, nationaal en internationaal. In de workshops passeren projecten van Dinalog, maar ook relevante projecten van anderen de revue, aan de hand van de speerpunten van het Strategisch Platform Logistiek. Meer informatie op: www.dinalog.nl
16 t/m 18 april Maintenance NEXT
Een vernieuwd expositieconcept, een nieuwe naam. Maintenance NEXT is een technologie- en onderhoudsexpo met meer technologie, meer inspiratie en meer interactie. Oplossingen, ontwikkelingen en ontmoetingen. Daar draait het om bij Maintenance NEXT 2013. De technologie- en onderhoudsexpo stelt de toekomst van onderhoud centraal. Onderhoudsprofessionals wisselen kennis en visies uit om de industrie in stand te houden voor morgen. Met als motto ‘NU klaar voor NEXT dimensies’. Meer informatie op: www.maintenancenext.nl
17 april - Profion Maintenance Linqs
Met Profion Maintenance Linqs wordt voor industrieel onderhoud de link gelegd tussen politici, overheden, bestuurders en executives van de Nederlandse industrie om de waarde van industrieel onderhoud aan te tonen. Tijdens iedere bijeenkomst wordt een specifiek thema uitgewerkt. Twee sprekers geven vanuit een verschillende invalshoek hun kijk op het onderwerp. Aansluitend op de lezingen is er ruimte voor een discussie tussen de bezoekers en de
sprekers over de besproken onderwerpen. Meer informatie op: www.industrielinqs.nl/pml
21 t/m 25 april - Ecce 2013
Ecce is Europe’s Largest Science and Business Congress on Chemical Engineering and Applied Biotechnology. The engaging programme creates a dynamic forum for discussing new ideas, addressing practical challenges, finding solutions, and enabling new partnerships to flourish. Each day holds nonstop opportunities to network, discover synergies and open new doors to a sustainable future. In addition to the first-class scientific programme we offer a range of complementary activities specifically designed to bring participants together from all corners of the ‘golden triangle’: government, science and business in a special Innovation Track. Meer informatie op: www.ecce2013.eu
25 april - Service Business Event 2013
Een seminar over het belang van service business en het project Servitization voor de Nederlandse maakindustrie. Donderdag 25 april, aanvang 14.30 uur, einde 18.00 uur; locatie is het Klokgebouw Strijp S in Eindhoven. Het seminar vormt onderdeel van High Tech Systems 2013. Meer informatie op: www. worldclassmaintenance.com
MEI 30 mei - Onderhoudsplatform
Op 30 mei organiseert IIR het Onderhoudsplatform in het Mercure Hotel in Amersfoort. Deze vierde editie van het Onderhoudsplatform staat in het teken van integer en energiezuinig asset management. Zorg dat u op de hoogte bent van de best practices en innovaties in uw branche.
Kom tot nieuwe inzichten om de onderhoudsstrategie van uw organisatie te verbeteren. Meer informatie op: www.iir.nl/industry/event/ onderhoudsplatform
JUNI 4 en 5 juni - Materials 2013
Dit voorjaar organiseert Mikrocentrum op 4 en 5 juni de eerste editie van ‘Materials 2013, engineering & technology’ in NH Conference Centre Koningshof te Veldhoven. Dit nieuwe evenement is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij de keuze, de directe toepassing, het aanbrengen en het (na)bewerken van materialen. De ontwikkelingen op het gebied van materialen en materiaalbehandelingen zijn stormachtig, maar het vakgebied krijgt niet altijd de aandacht die het verdient. Materials 2013 wil die verborgen waarde van materialen duidelijk zichtbaar maken. Meer informatie op: www.materialenbeurs.nl
6 juni - Deltavisie
Door het combineren van ideeën en technologieën ontstaan vaak nieuwe en waardevolle oplossingen. Deltavisie 2013 inspireert beslissers uit de industrie, politiek en wetenschap om die combinaties te zoeken. Innovaties in energie-efficiëntie, ketendenken en milieueffecten liggen binnen bereik. En ook innovaties in veiligheid en continuïteit zijn bijna voelbaar. Een onmisbare schakel in het zoeken naar die combinaties is open communicatie. Communicatie met elkaar en met de samenleving, want innoveren doe je samen. Tijdens Deltavisie 2013 onderzoeken we daarom met sprekers én congresdeelnemers hoe de industrie in de Rijn/Scheldedelta stappen voorwaarts kan maken door te combineren, te communiceren en daardoor proactief te innoveren. Meer informatie op: www.deltavisie2013.nl
Maintenance maart ‘13
038__04_agenda.indd 38
05-03-13 14:09
The Power of Knowledge Engineering Delivering profit through reliability
•Asset Management •Global Maintenance Benchmarking •Maintenance Strategy Review (RCM) •Engineering Consultancy •Condition Based Maintenance •Spare Parts Optimization •Lubrication Management
039_SKF.indd 1
26-02-13 14:09
ROB RUTJENS, MAINTENANCE VALUEPARK TERNEUZEN
Zeeland kent veel grote bedrijven, die hun oorsprong en voorsprong te danken hebben aan de strategische ligging in het Deltagebied. Vooral in het Sloegebied en de Kanaalzone zitten spelers van wereldformaat, met klinkende namen als Damen, Dow Benelux BV, Imtech, Cargill, Delta en Total. Samen vertegenwoordigen zij een bulk aan knowhow als het om maintenance gaat. Specifiek voor Zeeland is de kennis van maritieme installaties, maar ook van onderhoud in procesindustrie, chemie en energie. Want waar anders dan in Zeeland vind je zowel windturbines als een kolen- en kerncentrale?
Maintenance is een kansrijke sector voor Zeeland. Samen met Noord-Brabant en Limburg wil de Provincie Zeeland de stevige maintenancebasis de komende jaren uitbouwen. Daarom investeren we in goed onderwijs. Bij de Hogeschool Zeeland, University of Applied Sciences is dit jaar de International Maintenance Academy van start gegaan; ROC Westerschelde leidt jongeren op tot Maintenance Technician. Bovendien is er een Maintenance Value Park in Terneuzen, dat zorgt voor kruisbestuiving tussen onderwijs, overheid en ondernemers. Leerlingen gaan hier ervaring opdoen in een leer-werkplaats of een praktijk-oefeninstallatie. Zo werken we samen aan de toekomst van Zeeland.
^IXMRST QEMRXIRERGI adv maintenance v4.indd 1 040_provincie zeeland.indd 1
01-12-11 15:52 26-02-13 14:09