Maintenance
Nummer 20, september 2013
Magazine van DUTCH
INSTITUTE WORLD CLASS MAINTENANCE
Daan Roosegaarde creëert pure technopoëzie
01_cover.indd 1
Individuele kennis gecombineerd tot open innovatie Jonge maintenanceprofessionals bijgeschoold op Summerschool Mkb aan de slag met condition based maintenance
10-09-13 13:23
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN. • Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie geld verdienen? • Hoeveel kan onderhoud bijdragen aan het bedrijfsresultaat? • Wat is Excellent Onderhoud en hoe geef ik dit vorm?
Kom naar stand 4.10 5
Maintenan
ce Ne
xt en ontdek uw
WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • Post-MBO Onderhoudstechniek • Post-HBO Onderhoudstechnologie • Post-HBO Onderhoud en Management • Master of Engineering in Maintenance & Asset Management
Start 2 oktober 2013 Start 3 oktober 2013 Start 3 oktober 2013 Start 2 september 2013
Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar
[email protected] of kijk op www.cvnt.nl.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
FC_A4(new).indd 02_HU.indd 1 1
10-01-13 11:09 10-09-13 08:36
Inhoud
12
Daan Roosegaarde creëert pure technopoëzie Het jaarcongres van DI-WCM op 30 oktober zal worden geopend door Daan Roosegaarde; kunstenaar, industrieel innovator en winnaar van de TIM Innovation Award 2013. Roosegaarde integreert natuur en technologie en zijn werken lokken interactie uit bij toevallige voorbijgangers . Zijn visie op een duurzame autoweg wordt binnenkort werkelijkheid en laat zien dat duurzame technologie ook mooi kan zijn.
20
Open datastandaard voor betere en vernieuwende dienstverlening E-navigation is het nieuwe buzz-word in de maritieme sector. Ooit geassocieerd met het updaten van de elektronische zeekaart is E-navigation meer en meer synoniem voor alle vormen van data-uitwisseling tussen systemen op het schip en op de wal. Het IShare@Sea-project wil hiervoor een open standaard ontwikkelen waarvan de hele Nederlandse maritieme sector kan profiteren.
38
Europese samenwerking maakt onderhoud aantrekkelijker Europabreed wordt de industrie in meerdere landen geconfronteerd met dezelfde personele problemen. Waarom dan niet samen zoeken naar oplossingen? Helaas blijkt dit in de praktijk niet zo makkelijk. De fysieke grenzen mogen dan wel weg zijn, de markten zijn niet altijd direct verenigbaar. Het project More4Core wil de Europese innovatieactiviteiten bundelen en samenwerking stimuleren.
column Aad Veenman
17
Eric Schevenhoven
17
Paul Rüpp
29
Roelf Venhuizen
29
18 22 23 24 26 28 30 33 34 36 41
Jonge professionals krijgen bijscholing op Summerschool De Order: Shot peening Werk uzelf uit de crisis Interactie tussen mens en technologie Individuele kennis gecombineerd tot open innovatie Innovatieve innovatie in maintenance Ondergronds onderhoud: relinen van pijpleidingen On the spot: Schoon en heel Mkb aan de slag met condition based maintenance World Class Maintenance gedreven door innovatie Return on Innovation Maintenance september ‘13
03_inhoud.indd 3
3
10-09-13 13:23
Krachtige software voor beheer & onderhoud
Nieuw: module Werkvergunningen
•
Verbeter de structuur en de planbaarheid van het werk
•
Integratie tussen werkorders en werkvergunningen
•
Verleng de levensduur van assets op lange termijn
•
Vergroot het inzicht in kosten & prestaties w w w.ultimo.net/onderhoud JA AR
ultimo_uum_adv_nl_1408013_297x210_01.indd 1 04_ultimo.indd 1
14-08-13 09:53 16:47 10-09-13
editorial
Colofon Maintenance is een uitgave van het Dutch Institute World Class Maintenance. Voor meer informatie zie www.worldclassmaintenance.com Uitgever Industrielinqs pers en platform Mark Oosterveer
[email protected]
Redactie Rien Puyenbroek (Hoofdredacteur), Stefi Celie, David van Baarle, Pieter Pulleman, Mark Oosterveer en Elise Quaden Redactieraad Rien Puyenbroek, Stefi Celie, Moniek Schoofs, Jan Slokkers, Cècely Loontjens, Stefan van Seters, Gerard Blom, Rutger van der Male, Jaap Heukelom, Chris Rijsdijk en Mark Oosterveer Redactieadres Dutch Institute World Class Maintenance Princenhagelaan 13 4813 DA Breda T. 076-5311090 E.
[email protected] Oplage 5.000 exemplaren Vormgeving Gabriele Köbbemann (Coverfoto: WSDOT) Traffic Breg Schoen Druk Veldhuis Media, Raalte Eindverantwoordelijke Lex Besselink Advertentieverkoop Jetvertising Rob Koppenol T. 070 3990000 E.
[email protected]
Mede mogelijk gemaakt door:
Dit project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) in het kader van OP-Zuid:
Maintenance Nederland (maintenance)innovatieland Tijdens de zomervakantie heb ik het rapport ‘De Staat van Nederland Innovatieland 2012’ van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS) en TNO eens rustig doorgenomen. Behalve een zorgvuldige analyse van de staat van Nederland op het gebied innovatie, worden zeer goed bruikbare aanbevelingen gedaan om van een internationale innovation follower en Europese middenmoter aansluiting te krijgen bij de innovation leaders als Duitsland, Zwitserland en de Scandinavische landen. Politiek en overheid zijn aan zet als het gaat om een daadkrachtig, samenhangend en consistent beleid. Een beleid met heldere, faciliterende en richtinggevende randvoorwaarden waarin bedrijven en kennisinstellingen kunnen gedijen. De huidige bezuinigingen dreigen Nederland echter nog verder terug te zetten ten opzichte van de naaste concurrenten en ondanks de toenemende kritieken lijkt het kabinet vooralsnog niet bereid de koers aan te passen en een langetermijnvisie te ontwikkelen. Sterkere inzet op kennis, R&D en technologie heeft de hoogste prioriteit! Een recent door DIWCM uitgevoerd onderzoek bij negenhonderd asset owners, OEM’ers en maintenance service providers onderstreept deze prioriteit. Meer dan 95 procent van de respondenten vindt de ontwikkeling en bevordering van cross-sectorale innovatie binnen de maintenancesector belangrijk tot zeer belangrijk en is ook bereid vijf tot tien procent van het maintenancebudget te investeren in innovatieprojecten. Voor de doorontwikkeling van DI-WCM naar een faciliterende organisatie voor maintenance-innovatie zijn dit zeer bemoedigende uitkomsten en een extra motivatie de uitgestippelde koers te continueren. Maintenance-innovatieprojecten drukken niet alleen de kosten van het onderhoud, maar dragen ook substantieel bij aan het versterken van de concurrentiepositie en het verhogen van het rendement bij de asset owners. Als het kabinet Rutte het kennis- en innovatiebeleid ‘ontpolitiseert’ en meer inzet op het onderkennen van het brede maatschappelijke en toekomstige belang van kennis en innovatie, biedt dit voor Nederland aantrekkelijke perspectieven. DI-WCM is deze weg al ingeslagen en op ons jaarcongres van 30 oktober wordt deze koers toegelicht. Wij nodigen u uit zich aan te sluiten. Ir. Lex Besselink Algemeen directeur DI-WCM
Maintenance september ‘13
05_colofon_editorial.indd 5
5
10-09-13 13:23
Nieuws
‘Get Practiced’ thema twaalfde AMC seminar
Het twaalfde seminar van het Asset Ma nagement Centre (AMC) uit Den Helder op 9 en 10 oktober staat dit jaar vooral in het teken van praktijkervaringen. Na inleidende presentaties van generaalmajoor Dohmen
van het ministerie van Defensie, profes sor Leo van Dongen van NedTrain en de Universiteit van Twente en A. Temmink van Nuon over hoe binnen hun organisaties het assetmanagement wordt geoptimaliseerd,
volgen twintig parallelle sessies waaruit deelnemers kunnen kiezen. Het aantal inschrijvingen is groot, maar geïnteresseerden kunnen zich nog steeds aanmelden voor de bijeenkomst in de Bernardkazerne in Amersfoort. Op de eerste dag van het seminar verzorgt het ministerie van Defensie een rondleiding op het TACTICS Center, waar simulatie trainingen centraal staan. Op de tweede dag kunnen deelnemers zelf ervaringen opdoen met simulaties. Er bestaat dan tweemaal de mogelijkheid het AMC Portal Game (DGAME) te spelen en virtueel het onderhoud van een windturbinepark te bepalen. Voor meer informatie en deelname kunt u contact opnemen met: Manuela de Ridder (
[email protected]) of Henneke Stavenuiter (
[email protected]).
Eerste groot onderhoud (C-Check) succesvol uitgevoerd door InselAir Het onderhoudsteam van de nationale luchtvaartmaatschappij van Curaçao, Insel Air, heeft zijn eerste ‘groot onderhoud’ (C check) succesvol in eigen beheer afgrond. InselAir heeft deze expertise naar Curaçao gehaald en daardoor is er een compleet nieuwe industrie ontstaan. Met als gevolg veel nieuwe arbeidskansen voor jongeren die interesse hebben in luchtvaart, on derhoud en engineering. InselAir zal deze mijlpaal vieren met een delegatie van de overheid en andere belanghebbenden. Om zwaar onderhoud in eigen beheer uit te kunnen voeren heeft InselAir dit jaar flink ge investeerd in de nodige apparatuur en in het opleiden van eigen personeel. Verder heeft InselAir minimaal vijftig collega’s toegevoegd aan het onderhoudsteam, dat gegroeid is van tachtig naar 130 man. Tijdens een Ccheck wordt het complete vliegtuig vol ledig geïnspecteerd en daar zijn meer dan 30.000 arbeidsuren mee gemoeid. Geen enkel onderdeel van het vliegtuig wordt overslagen tijdens dit groot onderhoud en kilometers lange bedrading wordt zorgvuldig nagekeken. Daarnaast vormen corrosie inspecties ook een belangrijk onderdeel van een Ccheck. Naast het klein onderhoud dat InselAir al uitvoerde aan haar eigen vloot en
6
aan vliegtuigen van andere maatschappijen, is het nu ook in staat om groot onderhoud in eigen beheer uit te voeren. InselAir heeft zelfs al aanvragen voor groot onderhoud van andere regionale luchtvaartmaatschap pijen ontvangen. Deze ontwikkelingen leiden vanzelfsprekend tot een toenemende vraag naar hoog opgeleid personeel. InselAir zorgt ervoor dat vooral jongeren uit Curaçao die geïnteresseerd zijn in luchtvaart, onderhoud en engineering, baat hebben bij deze ontwikkelingen. Dit houdt concreet in dat, naast het inhuren van gekwalificeerd personeel uit het buitenland, InselAir zelf arbeidsplaatsen creëert voor
de lokale jeugd van Curaçao. InselAir neemt al geruime tijd jongeren aan die intern ‘on the job’ opgeleid worden door gekwalifi ceerde werknemers van InselAir. Tussen november 2013 en juli 2014 verwacht InselAir zeven nieuwe vliegtuigen aan haar vloot toe te voegen en dit vereist nog meer gekwalificeerd personeel. Dit is een van de redenen dat InselAir initiële samenwer kingsafspraken heeft gemaakt met Stichting Studiefinanciering Curaçao. Deze afspraken houden in dat InselAir Curaçaose studen ten, die hun opleiding in het buitenland succesvol afronden, een baangarantie geeft, zodra zij terugkeren naar Curaçao.
Maintenance september ‘13
06_7_8_9_10_11_nieuws.indd 6
10-09-13 13:23
Geavanceerde diagnoseservices verbeteren hijskraanfuncties
De geavanceerde diagnoseservices van Konecranes verbeteren de nauwkeurig heid, veiligheid en efficiëntie van het functioneren van de kraan. Door de nieuwe geavanceerde diagnoseservices worden de klantbehoeften op het vlak van beschik baarheid, betrouwbaarheid, veiligheid en productiviteit nog verder vergroot. Dit maakt besparingen in de total cost of ow nership mogelijk. Dankzij twee oplossingen, RailQ Runway Survey en RopeQ Wire Rope inspection, kan Konecranes nu gedurende de gehele levensduur van de rijbanen en de staaldraaden aanbevelingen geven.
RailQ is een inspectietechnologie voor de uitlijning van spoorbanen, die werd ontwik keld om een snellere, veiligere en nauwkeu rigere analyse te bieden dan alle andere beschikbare onderzoeksmethoden. RailQ maakt gebruik van nauwkeurige onder zoekstechnieken met specifieke software voor de nauwkeurige meting van rechtheid, hoogtemetingen, railtotrail hoogtever schillen en de spoorwijdte van de rails. Het resultaat: een nauwkeurige, betrouwbare analyse die economische oplossingen biedt voor ieder railsysteem en geschikt is voor alle kraanmerken en modellen. De RailQ
testmethode kan meer dan tachtig procent besparen op de tijdsduur van de analyse, vergeleken met andere rijbaaninspectie methoden, door alle dimensies van de kraanrail met één meting te registreren, waardoor de kraan weer snel beschikbaar is voor gebruik. De RopeQ Wire Rope Inspection biedt economische en veilige staaldraadin specties. Door combinatie van enginee ring en jaren van research is de RopeQ ontwikkeld, de nieuwe testmethode voor het testen van staaldraden gedurende de hele levensduur van de draad. De RopeQ Wire Rope Inspection is een visuele en nietdestructieve (NDT) staaldraadin spectie die alles test wat niet zichtbaar is aan de kabels. De service levert de gegevens over de huidige staaldraad conditie, wat een toegenomen veiligheid voor de kraanbestuurder inhoudt evenals een verlaging van de totale bedrijfs kosten voor nieuwe staalkabels. RopeQ detecteert inwendige gebroken draden die op het oog onzichtbaar zijn en over het hoofd kunnen worden gezien bij tradi tionele inspectiemethoden.
Verdiep je maintenancekennis aan de WCM Academy Na twee zeer succesvolle edities van de WCMSummerschool met in totaal ruim honderd studenten is de onderwijstak van World Class Maintenance goed op weg naar een heuse WCM Academy en voorziet zij duidelijk in een behoefte. Door verschil lende masterclasses, workshops en een Leadershipprogramma op MBAniveau wordt kennis over slim onderhoud opgedaan binnen universiteiten en kennisinstellingen concreet toepas baar gemaakt voor het bedrijfsleven. De WCM Academy is een samenwerking tussen DIWCM en MEC, het Maintenance Education Consortium. Innovatieprojecten uit het verleden hebben al veel nieuwe kennis, methodieken en inzichten voortgebracht, die overwegend in
boekvorm zijn uitgegeven. Het kennisdelen en toepassen gaat echter niet vanzelf. Het op gang brengen van het crosssecto raal delen en in de praktijk toepassen van deze nieuwe kennis, is dan ook een belangrijk doel van de WCM Academy. Kennis over slimmer onderhoud is van groot belang voor het bedrijfsleven, want slim onderhoud zorgt ervoor dat installaties beter beschikbaar én betrouwbaar zijn: ze gaan langer mee, investeringen worden voorkomen, veiligheid en duurzaamheid worden gewaarborgd en opbrengsten vergroot. Bovendien ontwikkelen we met slimme onderhoudsoplossingen een nieuw exportproduct waar de hele wereld op zit te wachten: Neder lands onderhoud van wereldklasse.
Cursussen U kunt zich nu al via www.wcmacademy.nl inschrijven voor: Scope Management Vanaf februari 2014 Servitization Vanaf februari 2014 Executive Leadership Programme Vanaf februari 2014 Alumnidag Summerschool Eind februari 2014 Binnenkort kunt u zich ook inschrijven voor de volgende onderwerpen: Fysische Verschijnselen, Levensduurverlenging, Performance Based Logistics en Condition Monitoring. Meer informatie: www.wcmacademy.nl
Maintenance september ‘13
06_7_8_9_10_11_nieuws.indd 7
7
10-09-13 13:23
Nieuws
Logistieke keten haven Den Helder aangepakt De logistieke keten van de haven in Den Helder wordt aangepakt. Om de logistiek te verbeteren, bundelen diverse organi saties hun krachten. Het project Inte grated Maintenance and Service Logistic Concepts for Maritime Assets (MaSeLMa) moet leiden tot betere service, onderhoud en logistiek binnen de haven van Den Hel der. De hele (service)logistieke keten moet een kwaliteitsslag maken, inclusief de voorspelling van onderhoud en de optimale beschikbaarheid van reservedelen. Deelnemende bedrijven en organisaties zijn: het ministerie van Defensie, Damen, Imtech, Thales, Alewijnse, PonCat en Seamar. Zij vormen het maritieme consor tium. De Universiteit Twente, Technische Universiteit Eindhoven en de Nederlandse Defensie Academie gaan het feitelijke onderzoek doen. Ook Dinalog, het Dutch
Institute for Advanced Logistics, uit Breda is hierbij betrokken. De partijen Dutch Institute World Class Maintenance, Asset Management Control Centre en de Netherlands Maritime Campus verspreiden de ontwikkelde kennis naar andere kennisinstellingen, bedrijven en ondernemers. Jan Willem Rustenburg, medeinitiator en projectleider: ‘Uniek aan dit project is dat we het onderzoek van meet af aan gaan organiseren langs proeftuinen. Daarmee creëren we een perfecte interactie tussen wetenschap en praktijk, met snel een goed resultaat als gevolg.’ Volgens Rustenburg is het project alleen succesvol als de partijen bereid zijn tot samenwerking in de maritieme supply chain. ‘Het project besteedt nadruk kelijk aandacht aan waardecreatie en nieuwe businessmodellen in die supply chain.’
Rail-Tech vanaf 2015 in de Jaarbeurs in Utrecht Vanaf 2015 wordt RailTech opnieuw in de Jaarbeurs van Utrecht gehouden. Na twee succesvolle uitvoeringen in Amersfoort keert deze beurs en congresorganisatie terug naar het dan volledig gerenoveerde gebied rond het Centraal Station van Utrecht. Het evenement zal worden gehouden op 17, 18 en 19 maart 2015 en er worden
8
meer dan zesduizend deelnemers verwacht. RailTech verbindt on en offline meer dan 20.000 Europese professionals die zich dagelijks met spoorzaken bezighouden. Zowel de beurs als het congres hebben veel aandacht voor innovatieve ontwikkelingen en ook het onderhoud van het spoor staat volop in de schijnwerpers.
Orderportefeuille Strukton goed gevuld Strukton heeft de afgelopen maanden de orderportefeuille flink weten aan te vullen. Strukton Bouw & Onderhoud heeft opdracht gekregen van netwerk bedrijf Alliander om al hun vastgoed per direct te onderhouden voor een periode van drie jaar met een optie tot verlenging van tweemaal vier jaar. Strukton wordt, in samenwerking met Oranjewoud en Verheij Integrale groenzorg, verantwoordelijk voor het bouwkundige en terreinonderhoud van de 45 panden verspreid over Nederland. De opdracht is verleend op basis van de economisch meest voordelige inschrijving (EMVI), waarbij Strukton zich onderscheidde door een goed plan van aanpak en een gunstige prijsstelling. Naast het uitvoeren van het onderhoud vindt er tijdens de contractperiode een transitieproces plaats waarbij Alliander meer op re giebasis het onderhoud gaat aanstu ren. In deze transitie krijgt Strukton een steeds grotere verantwoordelijk heid voor het invullen, organiseren en uitvoeren van het onderhoud. Struktondochter Rasenberg Wegen bouw heeft de definitieve opdracht van Rijkswaterstaat gekregen voor de verhoging van de brug bij de A50 over de ZuidWillemsvaart, ter hoogte van Veghel. Deze brug wordt in 2014 ruim een meter verhoogd. De contract waarde bedraagt 3,3 miljoen euro. De voorbereidende werkzaamheden starten in het najaar van 2013. Strukton Rail heeft van de Zweedse spoorbeheerder Trafikverket de op dracht ontvangen voor het onderhoud van 680 kilometer spoor in Zweden, op het traject tussen Stockholm en Malmö. Op 1 mei 2014 gaat het contract in voor een periode van vijf jaar met kans op verlenging van twee jaar. De con tractwaarde bedraagt 80 miljoen euro. Ook is Strukton Rail per 1 decem ber 2013 verantwoordelijk voor het onderhoud van de trambaan in Utrecht, Nieuwegein en IJsselstein. Als klap op de vuurpijl heeft Strukton als lid van het FASTconsortium opdracht gekregen van de Arriyadh Development Authority (ADA) om mee te bouwen aan drie van de zes lijnen van een volledig automatisch en onbemand metrosys teem dat door de stad Riyadh wordt aangelegd. Het contract bevat tevens een optie voor een onderhoudscontract voor tien jaar.
Maintenance september ‘13
06_7_8_9_10_11_nieuws.indd 8
10-09-13 13:23
Praktische gids voor poedercoating op aluminium Begin juli introduceerde VOM (de Belgische Vereniging voor Oppervlakte technieken van Materialen) de ‘praktische gids voor een kwalitatieve poedercoating op aluminium’ die in samenwerking met ESTAL Belgium (licentiehouder voor Qualicoat en Qualanod) en lakbedrijven is opgesteld. Een zestigtal bedrijven was aanwezig op de informatiedag in Geel. De kernboodschap van dit document is dat een goede communicatie tussen extrudeurs, profielleveranciers, lakke rijen, constructeurs en montagebedrijven van groot belang is om de eindklant een duurzame kwaliteit aan te bieden. De gids bevat tips en aanbevelingen om gebruikers van gepoedercoat aluminium (opdrachtgever, architect, aannemer, systeemleverancier, constructeur) te informeren over de verschillende aspecten in de lakkerij die bijdragen tot het kwali teitsvol en duurzaam poedercoaten van aluminiumlegeringen. De kwaliteit van het poedercoatingproces is zodanig toegeno men dat problemen met filiforme corrosie nu eerder uitzondering zijn dan regel. Cyriel Clauwaert, directeur van het Aluminium Center Belgium (AluCB),
benadrukte het belang van meer overleg en samenwerking: ‘Als kenniscentrum voor de aluminiumverwerkende industrie krijgt het AluCB heel wat vragen vanuit de bedrijven. We merken dat ongeveer de helft van die vragen te maken heeft met problemen rond corrosie en legering. Een
kwalitatieve en geschikte coatinglaag is onontbeerlijk om dergelijke problemen te voorkomen.’ Er bestaat een uitvoerige tekstversie die toelichting geeft bij de beschreven thema tiek. Deze is gratis beschikbaar in PDF formaat op de website www.vom.be
Pumps & Valves speelt in op investeringsbehoefte Machevo & Bulk Vereniging, partner van de vakbeurs Pumps & Valves, heeft begin 2013 een onderzoek gedaan onder de leden en haar afnemers waarbij onderwer pen als investeringen, omzet en aankoop prioriteiten centraal stonden. De resulta ten van het onderzoek van Machevo & Bulk
Vereniging zijn veelal positief, evenals de verwachtingen voor de toekomst. Waar in 2012 een omzetgroei van 2,8 procent is gerealiseerd, verwachten respondenten voor 2013 gemiddeld een omzetgroei van ongeveer 2,9 procent. Geen reusachtig verschil, maar gezien het huidige econo
mische klimaat mooi meegenomen. De gemiddelde groei in de periode 2011 tot 2013 lijkt daarmee vrij stabiel te zijn. Aan de hand van deze nieuwe informatie biedt de vakbeurs Pumps & Valves in combina tie met Solids op 2 en 3 oktober in Ahoy te Rotterdam de mogelijkheid voor de industrie om in te haken op de behoeftes in de markt. Een ander verschil dat uit het onderzoek naar voren komt, betreft productinveste ringen. In 2011 investeerde ongeveer 71 procent van de respondenten in producten. In 2012 zijn deze investeringen opgelopen naar 80 procent, waarvan maar liefst 34 procent in procestechniek. Pompen maken voor 29 procent deel uit van de productin vesteringen, afdichtingen en appendages 15 procent. Het investeringsbudget is eveneens gegroeid: 38 procent van de res pondenten hebben in 2012 meer geïnves teerd in vergelijking met 2011.
Maintenance september ‘13
06_7_8_9_10_11_nieuws.indd 9
9
10-09-13 13:23
Nieuws
Big data input predictive maintenance Predictive maintenance is een onder houdsmethodologie die erop is gebaseerd dat een machine zelf het juiste moment aangeeft wanneer het specifiek onder houd nodig heeft. Doelstelling van deze methodologie is om kosten te besparen en beschikbaarheid te vergroten. Een andere belangrijke doelstelling is het vergroten van de veiligheid door het voorkomen van storingen. Deze vorm van onderhoud wordt steeds meer mogelijk gemaakt door het koppelen van slimme sensoren aan machines. Deze sensoren meten de conditie van de machine en geven deze informatie verder. Ook in het dagelijkse leven is deze vorm van onderhoud steeds meer zichtbaar. Denk maar aan de auto, die ons tegenwoordig vertelt dat olie moet worden bijgevuld, dat de dikte van de rem schijven een kritische waarde krijgt, dat de luchtdruk van de banden onvoldoende is, et cetera. Productiebedrijven passen al vele jaren predictive maintenance toe. Om de con ditie van machines te controleren heb ben de meeste bedrijven een programma om middels sensoren de trillingen van la gers van draaiende machines te meten, analyses uit te voeren van de olie die in machines gebruikt wordt en de tempera tuur te meten van kritische elektronische componenten. Op basis van de uitslag van deze gegevens wordt vervolgens besloten of er onderhoud uitgevoerd wordt en welk onderhoud er moet ge beuren. Wat de meeste bedrijven echter nog niet doen, is gebruikmaken van de procesgegevens die op de werkvloer worden vastgelegd in de verschillende shopfloorsystemen (MES, SCADA). Deze procesgegevens bevatten ‘verborgen’ informatie over de toestand van de verschillende machines. Deze informatie is echter niet zo makkelijk te ontsluiten uit deze grote berg aan gegevens. Welke data kun je gebruiken om de toestand van een bepaalde machine te analyseren en hoe zit de informatie opgesloten? Hiervoor zijn specialistische teams nodig met kennis van de processen, kennis van de mogelijke storingsvormen die kunnen optreden en kennis van statistische en analytische modellen. De bovengenoemde procesgegevens zijn een typisch voorbeeld van big data. Ze vormen een grote dataset die niet met een reguliere database verwerkt kan worden door de snelheid waarmee het binnen komt en diversiteit van de data. De data moeten ook nog eens snel bewerkt kunnen worden om online de verborgen gegevens boven water te krijgen. De komst van de
10
inmemorydatabases zoals SAP HANA bieden nu de mogelijkheid om de big data te analyseren. Op dit moment is SAP bezig het gereedschap te ontwikkelen om de specialisten te helpen om de benodigde informatie uit de procesgegevens te halen. Hiervoor heeft SAP al allerlei statistische en transformatiefuncties gebouwd om toe te passen op big data in een SAP HANA systeem. Daarnaast moet de mogelijkheid
komen om op een slimme manier al dan niet automatisch patronen te ontdekken die wijzen op komende storingen van een bepaald type machine. Vervolgens kan automatisch in de procesgegevens gezocht worden naar deze patronen en bij herken ning kan er op tijd een waarschuwing gegeven worden, zodat de veiligheid ver groot wordt en onnodige uitval en kosten voorkomen worden.
Turolla wijst Hydrauvision aan als distributeur voor Benelux Sinds juni is Hydrauvision distributeur voor Turollaproducten in de Benelux. Om deze nieuwe divisie een extra impuls te geven, is de buitendienstadviseur en tech nisch specialist Rick Veenstra meeverhuisd van Turolla naar Hydrauvision. Turolla, onderdeel van de SauerDanfossgroep, fabriceert en levert hoogwaardige tandwielpompen en –motoren. Rick Veenstra, het nieuwe aanspreekpunt bij Hydrau vision voor de Turollaportfolio, legt uit: ‘Turolla is een onderdeel van SauerDanfoss. Omdat de twee merken zich richten op aparte markten, is besloten om onze strategie daarop aan te passen. Het is onze visie om wereldwijd de nummer één te zijn op het gebied van oplossingen met gebruik van tandwielproducten, op basis van meedenkend en betrouwbaar partnerschap.’ Turolla wordt volledig ondersteund door Hydrauvision, een bedrijf dat zich al jaren lang inzet voor diensten aan industrie en offshore op het gebied van hydrauliek. SauerDanfoss en Turolla hebben onder andere voor Hydrauvision gekozen vanwege de applicatie en productkennis, de uitgebreide logistieke setup en de aanvullende producten die dit bedrijf levert op hydraulisch gebied. ‘Vanuit onze standplaatsen in Dordrecht en Gent bezoek ik klanten in Nederland en België. Ik praat met hen over opdrachten en nieuwe systemen waarbij Turolla tandwielpompen en –motoren worden toegepast,’ zo stelt Veenstra. Hydrauvision heeft een goede geografische dekking, met vestigingen in Schoondijke, Dordrecht, IJmuiden, Zeebrugge en Gent.
Maintenance september ‘13
06_7_8_9_10_11_nieuws.indd 10
10-09-13 13:23
Nieuwe Lijmacademie naar Midpoint Brabant
De begin dit jaar opgerichte Lijmacademie wordt definitief gevestigd bij Gate 2, het Aerospace & Maintenance Cluster van Midpoint Brabant in Gilze en Rijen. De eerste cursussen gaan begin september van start. De Lijmacademie is opgericht door het ingenieursbureau Makiba, dat als partner van het Duitse instituut Fraunhofer IFAM al eerder met Europees gecertifi ceerde opleidingen begon. De Lijmaca demie staat onder certificatie van het
Nederlands Instituut voor Lastechniek. In Hal 2 van het complex van Aerospace & Maintenance Cluster van Midpoint Brabant komen een volledig laboratorium en een demonstratieruimte voor opleiding, on derzoek en expertise rond hoogwaardige, industriële lijmverbindingen van allerlei materialen. Het is de eerste particuliere opleiding van dit kaliber in Nederland, ook gericht op de Vlaamse markt. Verbindingstechnologie is een van de
speerpunten van het Aerospace & Main tenance Cluster, waar ook een composite repairwerkplaats is gevestigd (onder meer voor de reparatie van helikoptervleu gels van de Apache). De Lijmacademie voorziet in een grote be hoefte van onder meer de auto, vliegtuig, kunststof en elektronicaindustrie. Terwijl de lijmtechnieken in deze sectoren steeds verder worden geperfectioneerd, blijven de technische opleidingen op dit gebied achter. Het gevolg is dat onnodig terrein wordt verloren bij technologische innovaties. De Lijmacademie stelt daar opleidingen in cursusvorm tegenover op drie verschil lende niveaus: lijmvakman/vakvrouw (EAB), lijmspecialist (EAS) en lijmingeni eur (EAE). De cursussen worden niet alleen in Gilze en Rijen gegeven: een deel kan in aangepast format ook op locatie worden uitgevoerd. De eerste opleiding van de Lijmacademie is die tot Europees lijmvakman/vakvrouw die in september is gestart.
‘Studenten kiezen dit jaar meer voor technische studies’ Het aantal aanmeldingen voor universitaire studies in landbouw, natuur en techniek is nu 20 procent hoger dan vorig jaar. Dat zegt de vereniging van universiteiten, de VSNU. Rechten en economie trekken nog steeds de meeste studenten. De inschrijvingen zijn nog niet gesloten. Er kunnen nog studenten bij komen en aangemelde studenten kunnen zich nog
terugtrekken. De VNSU wijst erop dat de aanmeldcijfers alleen betrekking hebben op wat studenten zeggen te gaan studeren, niet op daadwerkelijke inschrijvingen. De cijfers zijn een opsteker voor de overheid en het bedrijfsleven. Die roepen aankomende studenten al langer op om voor een technische studie te kiezen. Er is
een groot tekort aan technisch geschoold personeel. Mogelijk is een oorzaak dat bij technische studies de kans op een baan groter is. Het perspectief op een baan speelt in crisistijd een grotere rol. Overigens ligt ook het totaal aantal aanmeldingen bij de universi teiten hoger dan vorig jaar: 63.000 tegen 59.000.
Vraag naar technici stijgt explosief in Rotterdam Het tekort aan hoger opgeleide technici is structureel en dat blijft voorlopig zo. In het tweede kwartaal van dit jaar lag de vraag 23 procent hoger dan in het tweede kwar taal van 2012. Opvallend is de toename in de regio Rotterdam, waar in het tweede kwartaal van dit jaar de vraag met 59 procent is gestegen ten opzichte van het
hetzelfde kwartaal van afgelopen jaar. Dit blijkt uit de analyse ‘Trends en ontwikkelin gen op de technische arbeidsmarkt eerste helft 2013’ van Yacht. De vraag naar hoog opgeleide technici in de regio Rotterdam stijgt al drie jaar, maar sinds het vierde kwartaal 2012 stijgt de vraag in deze regio hard, met als uitschieter een stijging
van 59 procent in het tweede kwartaal 2013. Stijn Berden van Yacht: ‘We zien in Rotterdam de vraag naar technici over de hele linie toenemen: zowel designers, en gineers, elektrotechnici, werktuigbouwkun digen als chemische technologen worden meer gevraagd. Opvallend veel vraag is er naar werkvoorbereiders.’
Maintenance september ‘13
06_7_8_9_10_11_nieuws.indd 11
11
10-09-13 13:23
Het jaarcongres van DI-WCM op 30 oktober zal worden geopend door Daan Roosegaarde; kunstenaar, industrieel innovator en winnaar van de TIM Innovation award 2013. Roosegaarde integreert natuur en technologie en zijn werken lokken interactie uit bij toevallige voorbijgangers . Zijn visie op een duurzame autoweg wordt binnenkort werkelijkheid en laat zien dat duurzame technologie ook mooi kan zijn.
Daan Roosegaarde creëert pure technopoëzie schuwt en juist technische innovaties in zijn ontwerpen gebruikt om esthetiek en techniek samen te brengen. Om zijn motivatie te duiden, moet Roosegaarde teruggaan Foto: TEDx
Als kunstenaars zich met technologie gaan bemoeien, wordt de wereld daar doorgaans een stukje mooier van. Daan Roosegaarde is zo’n kunstenaar die technologie niet
Kunstenaar Daan Roosegaarde: ‘Technologie heeft een grote invloed op hoe wij de realiteit zien en de interactie daarmee. Ik vroeg me dan ook af hoe het zou zijn als we de technologie uit de computer halen en vervlechten met de reële wereld.’
12
naar zijn jeugd: ‘Ik weet nog dat ik als kind het liefste boomhutten bouwde. Ik gebruikte de materialen die ik in de omgeving vond en paste de wereld een stukje aan mijn behoeftes aan. Tegenwoordig zie je kinderen niet meer zoveel buitenspelen. In plaats van te knikkeren of boomhutten te bouwen, zie je ze achter de tablet of computer zitten. Hetzelfde geldt voor mij overigens. Ik ontwerp ook niet met houtskool zoals kunstenaars dat vroeger deden, maar ik gebruik de computer voor het maken van 3D-ontwerpen. Technologie heeft een grote invloed op hoe wij de realiteit zien en de interactie daarmee. Ik vroeg me dan ook af hoe het zou zijn als we de technologie uit de computer halen en vervlechten met de reële wereld; als technologie onderdeel wordt van de natuur, van onze omgeving of misschien zelfs van ons lichaam. Analoog wordt digitaal en vice versa. Op die manier creëer je pure technopoëzie.’ Duurzaam Een voorbeeld van de technocreaties van Roosegaarde is het Dune 4.0-project. Langs de Rotterdamse Maas reageert een woud van glasvezels op geluiden van de rivier of van mensen die langslopen. Lichten laaien op en er ontstaat een geluid alsof er een insect rondwaart. ‘Het is maar een voorbeeld van het samensmelten van natuur en technologie’, zegt Roosegaarde. ‘Het lokt interactie uit en verwondert. Bovendien laat het ook nog eens zien dat je niet heel veel energie nodig hebt om een pad zestig meter te verlichten. Het werk gebruikt namelijk maar zestig watt aan energie.’ Dat duurzame concept paste Roosegaarde
Maintenance september ‘13
12_13_15__15_artikel_zw.indd 12
10-09-13 13:22
Jaarcongres DI-WCM
al eerder toe bij de energieopwekkende dansvloer. Piëzo-elementen in de vloer zetten dansbewegingen om in elektriciteit die weer kan worden gebruikt voor de verlichting van de vloer en de muziek. ‘In plaats van barrières op te leggen, moedigen we mensen aan zo veel mogelijk te bewegen. De vloer gaat de interactie aan met de dansers en geeft response in de vorm van licht en geluid.’ Interactieve weg De dansvloer zette Roosegaarde ook op het spoor voor een ander idee. ‘Het viel me op toen ik weer eens door Nederland reed hoe lelijk de snelwegen zijn. We besteden miljarden om het landschap in stukken te rijten, maar niemand maakt zich druk om hoe wegen eruit zien en hoe ze functioneren. Het is toch vreemd dat we de afgelopen eeuw veel geld en energie hebben gestoken in de ontwikkeling en het ontwerp van de auto terwijl de weg nog even basaal is als honderd jaar geleden? Ik wilde het idee van de duurzame dansvloer transponeren naar een weg die de interactie met de gebruikers aangaat. Ik dook de onderzoeksarchieven van de technische universiteiten in om te zien wat al mogelijk was, combineerde de technologieën en maakte er artist impressions van. Zo kun je de energie van de
zon gebruiken om ’s avonds de weg te verlichten, of beter gezegd de belijning op te laten lichten. Er is een autoluminescente verf die maar liefst tien uur lang
‘Toen we kinderen waren, vroegen we ons niet af of die boomhut veilig genoeg was, maar bouwden we hem gewoon.’ oplicht na te zijn opgeladen door de zon of bijvoorbeeld een voorbijrijdende auto. Je kunt ook de wind die de auto’s opwekken gebruiken voor verlichting. Een klein windmolentje levert net voldoende energie
op om een lampje te laten oplichten. Bovendien kun je straatverlichting zo intelligent maken dat een lamp pas schijnt als er een auto voorbijkomt. Daarmee kun je ook dynamisch het verkeer regelen. Doordat de verlichting een snelheid van honderd kilometer aanhoudt, volgen de auto’s min of meer vanzelf het licht.’ Over de wegsignalering is ook nagedacht. Stippellijnen kunnen omgezet in doorgetrokken strepen en vice versa, zodat het wisselen van stroken bij grotere drukte kan worden beperkt. ‘Daarnaast kun je het wegdek ook gebruiken om de batterijen van een elektrische auto op te laden’, vervolgt Roosegaarde. ‘Een elektrische auto rijdt dan op een elektrische carpoolstrook en
Knikkers Op een donker pleintje in Almere zette Roosegaarde kunststof kiezelstenen, of knikkers, zoals de kunstenaar ze zelf noemt, neer die met licht en geluid de interactie aangaan met de buurtbewoners. Roosegaarde wilde een soort digitale open haard creëren waar mensen samenkomen om met elkaar te praten of spelen. De overdag witte stenen kunnen zodra het donker wordt allerlei kleuren tonen en op verschillende frequenties knipperen. Sensoren reageren op beweging, aanraking en geluid waardoor de stenen reageren op de mensen die erop zitten, langslopen of ermee spelen. Ook hier gebruikt de kunstenaar moderne technologie om mensen uit te dagen interactie aan te gaan.
Maintenance september ‘13
12_13_15__15_artikel_zw.indd 13
13
10-09-13 13:22
YOUR REPUTATION IS MINE.
CAN YOUR REPUTATION BECOME OUR RESPONSIBILITY?
Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectie- en keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam, Terneuzen en Akersloot en een aantal logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 16 landen vestigingen heeft. Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website:
Safety, quality and environment
WWW.VINCOTTE.NL
ONDERHOUD? DETECTEREN. METEN. REGISTREREN. METPOINT® Meetinstrumentatie
■ Lekkages detecteren ■ Persluchtflow meten ■ Drukdauwpunt registreren ■ Olierestdamp controleren
Voor meer informatie over persluchtmetingen neem contact op met onze Service Afdeling
BEKO TECHNOLOGIES - ‘‘STERK IN PERSLUCHT”
BEKO Technologies B.V. - Veenen 12 - 4703 RB Roosendaal
14_AIB_beko.indd 1
T 0165 32 03 00
W www.beko-technologies.nl
E
[email protected]
10-09-13 08:35
Jaarcongres DI-WCM krijgt via industriespoelen zijn energie geleverd. We hebben zelfs een verf gevonden die informatie kan geven over de weersomstandigheden. Zodra het vriest en het wegdek glad wordt, ontstaan afbeeldingen van ijskristallen op de weg. Daarmee is de automobilist gewaarschuwd en kan hij zijn rijgedrag aanpassen aan de weersomstandigheden.’ Dat zo’n weg veel minder onderhoud nodig heeft, moge duidelijk zijn. ‘We stoppen veel energie in iets wat eigenlijk passief is: licht’, zegt Roosegaarde. Om het indirecte licht van straatlantaarns mogelijk te maken, hebben we niet alleen elektriciteit nodig, maar ook kabels om de energie bij de lantaarns te krijgen en de lantaarns aan te sturen. Met een passief lichtconcept zijn al die kabels niet meer nodig en de energie die ervoor nodig is, is gratis. Het beheer wordt daarmee ook veel eenvoudiger.’ De piëzo-elektronische dansvloer.
Een snelweg met markeringen van autoluminescente verf: met dit idee trok Roosegaarde de aandacht van Heijmans. De N329 bij Oss wordt nu gebruikt als proeftuin voor dit concept.
Proef Hoewel de ideeën wellicht wat futuristisch in de oren klinken, was Heijmans direct geïnteresseerd toen men de artist impressions onder ogen kreeg. ‘Toen de directeur van Heijmans me belde, was de eerste en enige vraag die hij stelde: hoeveel? Hoeveel het kostte om mijn ideeën daadwerkelijk ten uitvoer te brengen.’ Blijkbaar is men het over de prijs eens geworden, want Roosegaarde zal samen met de aannemer een stuk weg van 150 meter aanleggen waar zijn schetsen tot leven komen. De N329 bij Oss was al eerder aangewezen als proeftuin voor het ontwerp van wegen, wegenbouw, wegbeheer en verkeersmanagement. Deze zogenaamde Weg van de Toekomst herbergt talloze innovatieve en duurzame oplossingen voor verkeersmobiliteit. Zo worden er zonnepanelen langs de weg geplaatst en krijgen vrachtwagens langer groen licht, zodat ze minder hoeven af te remmen en op te trekken. ‘Het voorbeeld van de samenwerking met Heijmans geeft maar weer eens aan dat innovatie niet alleen om technologie gaat, maar ook om samenwerking en interactie. We zullen meer met elkaar moeten samenwerken en elkaars realiteit moeten samenvoegen om een nieuwe, mooiere realiteit te ontwikkelen. Duurzaamheid gaat niet alleen over energiebesparing of zuinig omgaan met grondstoffen, maar ook over samenwerking en interactie tussen mensen. De grootste vijand van innovatie zijn de sceptici die direct beginnen met die ene dodelijke zin: ‘ja, maar’. Toen we kinderen waren, vroegen we ons niet af of die boomhut veilig genoeg was, maar bouwden we hem gewoon. We moeten terug naar die mentaliteit en onze fantasie gebruiken om samen een nieuwe werkelijkheid te creëren.’ ●
Maintenance september ‘13
12_13_15__15_artikel_zw.indd 15
15
10-09-13 13:22
CONDITIE BEWAKING Trilingsanalyse
Infrarood thermografie
Olieanalyse
Motordiagnose
Ultrasoon analyse
hardverchromen MCP® chemisch zwarten chemisch nikkel Blackprotect® zwart nikkel Dicronite® Dry Lubrication HP-HVOF thermal spraying sp SuNiCoat® Optics rond-, vlakslijpen & superfinishen
www.coservices.eu
info@coser vices.nl
NL: +31 46 702 23 61 BE: +32 16 400 136
16_coserv_clz_indi.indd 1
10-09-13 08:35
column
Maintenance in beweging De uitdagingen waar Nederland voor staat zijn groot en nemen eerder toe dan af. Dit vraagt om forse aanpassingen en veranderingen. Voor onze economie gaat het vooral om het behouden en verbeteren van onze concurrentiepositie en het verhogen van onze productiviteit in een vergrijzende samenleving. De rol van de politiek en de overheid is daarbij cruciaal, maar hun visie en beleid bieden helaas op dit moment nog niet veel vertrouwen. Innovatie en vernieuwing van producten en productiemethoden zijn een eerste verantwoordelijkheid voor bedrijven en kennisinstellingen. Gelukkig zien wij daar een toenemende sense of urgency en kunnen wij constateren dat bedrijven en kennisinstellingen volop participeren in de nieuwe ronde van innovatiecontracten voor de Topsectoren. Ook wordt meer en meer ingezien dat innovatief maintenance binnen de Topsectoren een belangrijke bijdrage kan leveren aan kostenverlaging en daardoor indirect de concurrentiepositie en het rendement versterkt. De bedrijven en kennisinstellingen binnen het netwerk van DI-WCM slaan hiervoor de handen ineen en initiëren voortdurend nieuwe innovatieprojecten, waarin met nieuwe sensoren, 3D-technologie, robotica, maar ook proces- en managementinnovatie effectiever, efficiënter kosten- en arbeidsbesparend onderhoud kan worden verricht. De bijdrage die de maintenancesector op deze manier aan onze nationale economische actoren kan leveren, willen wij vanuit de Strategic Board ZW Nederland ook samen oppakken en delen met Vlaanderen. De chemie- en procesclusters, maar ook de maritieme en energiesectoren tussen Rotterdam en Antwerpen bieden hiervoor volop aanknopingspunten. Grensoverschrijdende innovatieve maintenancesamenwerking versterkt de economische relatie en biedt perspectieven voor alle betrokken partijen. De Strategic Board ZW Nederland zet sowieso stevig in op industrieel maintenance en beschouwt deze sector als een belangrijke economische drager voor de regio. Een binnenkort af te ronden businessplan zal voor nieuwe impulsen zorgen en verdere ontwikkelingen bewerkstelligen. Maintenance houdt immers de motoren van de industrie draaiend! Aad Veenman Voorzitter Raad van Toezicht DI-WCM en lid Strategic Board ZW Nederland
column
Door samenwerking naar schaalvergroting In juni heeft de Luchtmacht een vernieuwend contract met Boeing getekend. Hierin zijn afspraken vastgelegd over de beschikbaarheid van onderdelen voor de Chinook en Apachehelikopter en de serviceverlening. Het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) had eerder al een intentieovereenkomst met Boeing afgesloten om onderhoud voor helikoptercomponenten vanuit de VS naar Woensdrecht te verplaatsen. Die intentie is werkelijkheid geworden. Ook ondertekende Boeing in juni een licentiecontract met AAR uit Hoofddorp om werk aan componenten van Apache en Chinook op Woensdrecht uit te kunnen voeren. Dit levert naast een transfer van innovatie ook extra werkgelegenheid op. Deze driehoekssamenwerking tussen de Luchtmacht, Boeing als original equipment manufacturer (OEM) en AAR is een voorbeeld van de continue zoektocht naar de balans tussen de inzetbaarheid van wapensystemen en de kosten ervan. Het LCW, als onderdeel van de directie Materiële Instandhouding van de Luchtmacht, speelt in deze continue afweging een cruciale rol. In de reorganisatie, die in december ingaat, worden de onderhouds- en logistieke activiteiten in vergaande mate geconcentreerd op het LCW. Een groot deel van het hoger onderhoud wordt door het LCW uitbesteed. Alleen waar het om strategische redenen noodzakelijk of doelmatiger is om zelf de activiteiten uit te voeren, worden deze in house gedaan. Tussen het zelf doen en volledig uitbesteden is een middenweg mogelijk door verschillende vormen van samenwerking. Behalve met Boeing heeft het LCW ook samenwerkingsafspraken met onder meer Dutch Aero Services en de OEM Elbit Systems of America. En het LCW is al bezig met het vormgeven van samenwerking op andere gebieden met andere partners. De samenwerking van Defensie met derden geeft bovendien een impuls aan Aviolanda. Bedrijven die samenwerken met en op het LCW kunnen immers werk voor derden aantrekken. Hierdoor kan de schaalgrootte worden vergroot, hetgeen positief is voor de kosten van het LCW. Het geeft bedrijven de mogelijkheid om uit te breiden en te investeren. Door samenwerking ontstaat een win-winsituatie voor alle partijen. Commodore Eric Schevenhoven, commandant LCW
Maintenance september ‘13
17__07-08_column1.indd 17
17
10-09-13 13:26
Om uitgekozen te worden moet je van goeden huize komen. Alleen academici die niet langer dan vijf jaar geleden hun studie hebben afgerond, komen in aanmerking. En zelfs dan kun je nog zomaar buiten de boot vallen omdat de organisatie zoekt naar de beste maintenanceprofessionals van Nederland. Welkom bij de WCM Summerschool.
Neusje van de zalm krijgt intensieve bijscholing tijdens Summerschool De academische kennis van maintenance in al zijn facetten is inmiddels mooi over de (technische) universiteiten verdeeld: In Twente doceert Leo van Dongen maintenance engineering en krijgt daar tegenwoordig hulp bij van Tiedo Tinga, die ook nog onderhoudstechnologie doceert aan de Nederlandse Defensieacademie. Bij de TU Eindhoven is Geert-Jan van Houtum gespecialiseerd in service supply chains voor kapitaalgoederen en Rommert Dekker van de Erasmus Universiteit is gespecialiseerd in service logistics. Henk Akkermans van de Universiteit van Tilburg kijkt naar de dynamiek van de toeleveringsketen terwijl Ruud Teunter van de Rijksuniversiteit Groningen alles weet van operations management. Tot slot is Cees Witteveen van de TU Delft expert op het gebied van software en planningsalgoritmen. Het is geen toeval dat de vijf dagen van de Summerschool worden gevuld met colleges van al deze maintenancehoogleraren. Een bijzondere toevoeging aan het programma van dit jaar is een leiderschapstraining die door Defensie wordt verzorgd en die de deelnemers voorbereidt op toekomstige leidinggevende functies. Jan Braaksma, programmadirecteur van de Summerschool, licht het selectiebeleid toe. ‘De Summerschool biedt een unieke kans voor young professionals om hun kennis en ervaring in zeer korte tijd te vergroten. Daarnaast willen we graag talentvolle Masterstudenten interesseren voor het vakgebied maintenance. We denken echter dat de lesstof met name interes-
18
sant is voor jonge academici die al enige werkervaring hebben in maintenance. Ze kennen de praktijk, maar zijn nog leergierig en ambitieus genoeg om verder te willen. Bovendien kunnen zij vaak gemakkelijker een week vrij nemen. Daarbij streven we naar homogeniteit in de groep en tegelijkertijd naar pluriformiteit in de branches die zij vertegenwoordigen. En dus zijn we gekomen tot een mengeling van asset owners, dienstverleners en consultants. Ook de markten die zij vertegenwoordigen zijn
Een belangrijk en leerzaam onderdeel van de Summerschool vormt de casus. Ieder jaar draagt een bedrijf een van zijn projecten aan als praktijkcase voor de geleerde theorie.
zeer divers. Zo hebben we onder andere vertegenwoordigers van Defensie, hightech en de procesindustrie, maar ook beleidsmakers uit Den Haag en werknemers van infrabedrijven. Er komt zelfs een onderzoeker uit Engeland over.’ Praktijkcase Tom van Swinderen van Heijmans deed vorig jaar zelf mee aan de Summerschool en draagt dit jaar de praktijkcase aan. ‘Het voordeel van zo’n gemêleerde groep is dat je vaak tot nieuwe inzichten komt. Ik kom zelf uit de civiele industrie en heb
onder andere veel ervaring met nieuwe contractvormen, terwijl mensen die uit de industrie komen weer veel ervaring hebben met maintenance-methodieken. Je ziet ook duidelijk onderscheid tussen de technici en de economen, consultants en bedrijfskundigen. Ieder kijkt op zijn eigen manier naar een probleem en juist door elkaars mening aan te horen en expertise te gebruiken, leer je heel veel gedurende zo’n week.’ De 48 mannen en drie vrouwen krijgen een intensief programma voorgeschoteld waar maintenancetheorie direct kan worden toegepast in de praktijk. Een belangrijk en leerzaam onderdeel van de Summerschool vormt namelijk de casus. Ieder jaar draagt een bedrijf een van zijn projecten aan als praktijkcase voor de geleerde theorie. Zoals gezegd, Heijmans en Rijkswaterstaat zijn dit jaar verantwoordelijk voor de casus en men brengt een recente opdracht in voor beheer en onderhoud van het sluizencomplex Terneuzen, welke verschillende sluizen en bruggen omvat. Om precies te zijn: de Westsluis. Jan van de Ven zal samen met Tom van Swinderen de groep informeren over het contract. Van de Ven: ‘Heijmans heeft een prestatiecontract van de derde generatie gegund gekregen voor het areaal Westerschelde. Onderdeel van dit vijfjarige contract is het onderhoud van het sluizencomplex Terneuzen. Dit complex is in 1910 geopend en in 1986 gerenoveerd. Dat betekent wel dat je voor een deel met gedateerde systemen werkt en daar zul je in je onderhoudsplannen rekening mee moeten houden. Bovendien moeten de
Maintenance september ‘13
18_19__16_artikel_gr.indd 18
10-09-13 14:27
Foto: Jenne Hoekstra
WCM Summerschool
Op de WCM Summerschool kunnen talentvolle maintenanceprofessionals in vijf dagen hun kennis verdiepen. cursisten nadenken over de verdeling van risico’s en verantwoordelijkheden. Wat valt binnen het contract, welke investeringen kun je zelf doen of vraag je de opdrachtgever te doen? Zoals het er nu voor staat voeren we straks voor de helft routinematig onderhoud uit en de andere helft voorgeschreven activiteiten. Heijmans wordt ook niet rechtstreeks op de prestaties van de sluizen afgerekend. Daarbij zit niet al het variabele onderhoud in het contract. Voor Heijmans zijn met name verbeterprojecten en investeringsprojecten interessant die invloed hebben op de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de zeesluis. We vragen de deelnemers dan ook hier een aantal voorstellen voor te doen. Om een goed antwoord te kunnen formuleren, krijgen de deelnemers van ons een pak aan data die wij van Rijkswaterstaat hebben gekregen voordat we de bieding deden. Hierin staan niet alleen gegevens over de conditie van de sluis, maar ook de faalhistorie en het geplande onderhoud dat is uitgevoerd en nog moet worden uitgevoerd. Omdat het om nogal veel data gaat, hebben we alleen de data over de Westsluis zelf gegeven en niet van de andere sluizen en bruggen die onderdeel zijn van het contract. Maar als iemand denkt meer informatie nodig te hebben, kunnen we dat ook nog toevoegen. We beginnen de casus in ieder geval met een bezoek aan het sluizencomplex. Je krijgt toch meer feeling met een project als je het object waarover je moet beslissen daadwerkelijk hebt gezien.’
De Westsluis of zeesluis heeft een lengte van 290 meter, een breedte van 40 meter en is geschikt voor zeeschepen met een diepgang tot 12,5 meter en een laadvermogen van 83.000 ton. Per jaar worden de sluizen gepasseerd door ongeveer 10.000 zeeschepen, ruim 50.000 binnenvaartschepen, en een 3.000-tal pleziervaartuigen. ‘De stakeholders van de sluis hebben diverse belangen en het is aan de projectgroepen die te inventariseren. Rijkswaterstaat heeft natuurlijk zijn verantwoordelijkheden, maar de ontsluiting van de haven van Gent is ook afhankelijk van de sluizen en uiteraard hebben de vlooteigenaren hun eigen wensen. Dit kunnen zowel technische aanpassingen zijn als operationele of organisatorische wijzigingen. Eerlijk gezegd willen we de opdracht ook weer niet te veel afkaderen omdat je mensen dan ontmoedigt met echt innovatieve of creatieve oplossingen te komen. We zijn bezig de onderhouds- en beheersorganisatie op te zetten en hopen natuurlijk dat de projectgroepen op eyeopeners komen die we zelf nog niet hebben gezien.’ Van Swinderen vult aan: ‘De casus van vorig jaar over het pomponderhoud van BASF in samenwerking met Stork werd door de verschillende teams van verschillende kanten benaderd. Niet geheel verrassend adviseerden de consultants vervolgonderzoek te doen en doken de technici direct in de storingenanalyse. Slechts één groep kwam er achter dat de data waarmee de onderhoudstechnici van het chemiebedrijf werkten niet valide waren. Wat bleek; men
was op een gegeven moment overgegaan op een ander administratief systeem waardoor getallen uit voorgaande jaren niet meer te vergelijken waren met die van de jaren na aanschaf van het nieuwe systeem.’ Winnaar Aan het eind van de week presenteren de diverse projectgroepen hun bevindingen aan de overige deelnemers en vertegenwoordigers van het netwerk. Uiteindelijk bepaalt het netwerk wie het beste, meest originele of best gefundeerde plan heeft gemaakt. Het beste team bleek groep zes te zijn met één stem verschil ten opzichte van de nummer twee. Dit team presenteerde op flitsende wijze een degelijk plan met verschillende verbeteringen en ook een investering die op de korte termijn rendement voor Heijmans zou kunnen opleveren. Een eerste voorgestelde verbetering is het betrekken van operators in het onderhoud, met name bij inspecties. De genoemde operators staan na het vastleggen van een schip doorgaans een half uur te wachten totdat het schip weer dient te worden losgemaakt. Daarnaast kan Heijmans veel winst maken door samenwerking met een maintenancecontractor die fysiek zeer dicht in de buurt van de sluis is gevestigd. Dit levert per onderhoudsklus een verschil van dertig minuten in aanrijdtijd. Het meest innovatief is een speciale app voor smartphones waarmee de schippers vervuiling en storingen in de sluis zelf snel en eenvoudig kunnen doorgeven. ●
Maintenance september ‘13
18_19__16_artikel_gr.indd 19
19
10-09-13 13:26
E-navigation is het nieuwe buzz-word in de maritieme sector. Ooit geassocieerd met het updaten van de elektronische zeekaart is E-navigation meer en meer synoniem voor alle vormen van data-uitwisseling tussen systemen op het schip en op de wal. Die data kunnen worden gebruikt voor betere vormen van onderhoud, voor efficiënter varen, voor technische ondersteuning vanaf de wal, et cetera. Het IShare@Sea-project wil hiervoor een open standaard ontwikkelen waarvan de hele Nederlandse maritieme sector kan profiteren.
Open datastandaard voor betere en vernieuwende dienstverlening
20
Alleen voor leveranciers van grote installaties is het commercieel haalbaar om invulling te geven aan de benodigde communicatie-infrastructuur, de interfacing, de sensoren voor kritische aanvullende informatie, en al wat er meer bij komt kijken om nieuwe informatiediensten te kunnen leveren. Voor kleine spelers, zelfs met goede ideeën, is de drempel hoog. De automobielindustrie profiteert al van het feit dat leveranciers met elkaar standaarden hebben afgesproken over hoe informatie toegankelijk te maken en hoe informatie en infrastructuur te delen met ruimte voor de individuele belangen. Mart Hurkmans van projectdeelnemer Imtech Marine: ‘Wordt het niet tijd dat de maritieme sector hetzelfde probeert te bereiken?’
Hurkmans: ‘Maar stel nu dat al die leveranciers een ‘stekker’ op hun product hebben die zij inpluggen op een ‘scheepsnet’, een gedeelde infrastructuur waarmee zij en hun klanten vanaf iedere plek op het schip aan de wal de eigen producten kunnen benaderen. Stel nu dat zij via die stekker ook onderling informatie kunnen delen. Ja, er moet goed worden nagedacht over autorisatie, over beveiliging, over rechten en dergelijke. Maar denk ook eens aan de nieuwe mogelijkheden die dat met zich meebrengt voor toeleveranciers en voor klanten. Dit is de kerngedachte achter IShare@Sea, win-win voor de hele maritieme sector door samenwerking, maar ook met oog voor de individuele belangen van de betrokken bedrijven.’
Lastig Aan boord van zeeschepen en offshore platforms vindt men al gauw honderden tot duizenden sensoren die voortdurend allerlei aspecten van vaak cruciale installaties meten ten behoeve van zaken als monitoring en control, maintenance, diagnostiek en optimalisatie. Geen twee schepen zijn hetzelfde, leveranciers van systemen hanteren hun eigen informatiestandaarden terwijl vernieuwende diensten zoals brandstofoptimalisatie en ondersteuning door professionals aan de kant juist vragen om informatie vanuit verschillende systemen (op de brug, in de machinekamer, op kantoor). Zelfs voor een gespecialiseerde systeemintegrator is het lastig om informatie toegankelijk te maken: ook componentleveranciers zijn gebonden aan de beperkingen van hun eigen product.
Voorsprong Als systeemintegrator behoren zaken als interfacing, netwerken en informatieinfrastructuur tot de kerncompetentie van Imtech Marine. In de jaren negentig van de vorige eeuw was Imtech Marine één van de eersten die componenten van derden aangevuld met eigen automatiseringskennis combineerde tot een op de navigator gerichte echt geïntegreerde brug. Hurkmans: ‘Pas begin dit jaar leidde dit tot een internationale standaard (IEC 61924-2, Integrated Navigation System – INS, red.) en wij hadden daarin een rol. Die betrokkenheid heeft geleid tot voorkennis waarvan wij nu profiteren, nu brugsystemen moeten worden aangepast aan nieuwe regelgeving met betrekking tot Bridge Alert Management (BAM, red.).’ Bijdragen aan standaardisatie biedt dus kansen op een voorsprong, maar ontwik-
kelen van een (open) standaard is ook een zaak van de lange adem. Hurkmans: ‘Het vraagt betrokkenheid van alle belanghebbenden en is op zich een vak voor een onafhankelijk partij die met gevoel de eigenbelangen voorzichtig masseert richting gemeenschappelijke belang.’ Imtech Marine nam het initiatief voor IShare@Sea, benaderde partijen over het delen van een informatie-infrastructuur en zette de eerste stappen naar een open standaard om dat mogelijk te maken. Hurkmans: ‘Maar voor het opstellen van een open standaard is een expert nodig. Daarom heeft TNO het stokje overgenomen als projectleider en als onafhankelijke partij met kennis en ervaring met betrekking tot het opzetten van open standaarden. Imtech Marine is slechts één van de deelnemers met eigen belangen bij standaardisatie.’ Uitwisselingsformat Erwin Folmer van penvoerder TNO is specialist op het gebied van het ontwikkelen van open datastandaarden. Folmer: ‘De bedrijven leveren input vanuit hun domein. TNO ontwikkelt de standaard, zoals we dat ook doen voor andere sectoren.’ De eerste stap in het project dat eind mei startte, is gezet. Folmer: ‘Je kunt niet meteen alles standaardiseren, dus we kijken eerst naar de voortstuwingssystemen en het energiemanagement en wat de businesscase is. En natuurlijk naar welke eisen en wensen er zijn ten aanzien van de standaard.’ In de tweede fase onderzoekt Folmer of er bestaande oplossingen zijn en zo ja, of deze zijn te gebruiken of te kopiëren. ‘En we schetsen een beeld van hoe de oplossing eruit zou kunnen zien. We
Maintenance september ‘13
20_21__18_artikel_bl.indd 20
10-09-13 13:26
FOTO: RWS
Data
willen heel snel naar een eerste standaard en de sector laten zien dat het kan werken. Daarna zullen we de scope verbreden en ook andere componenten meenemen, zoals navigatie.’ Aansluitend wordt het datamodel ontwikkeld, met daarin elementen als de naam van het schip, het bouwjaar en bijvoorbeeld de temperatuur van de motor. ‘Alle data die je wilt uitlezen, komen erin. Maar het gaat niet om het ontwikkelen van nieuwe software’, benadrukt Folmer. ‘Het is een uitwisselingsformat. Zie het als een excelsheet waarin kolommen zijn voorgedefinieerd. Het vergt straks dus aanpassingen aan diverse systemen, aan boord en aan de wal, om conform de standaard te kunnen praten. Nu is dat telkens maatwerk op dat koppelvlak en daar willen we van af.’ Waarborgen Standaardisatie en delen van de informatiearchitectuur betekent zeker niet dat een leverancier zijn systeem volledig moet ontsluiten voor derden. Hurkmans: ‘Kijk je naar de ontwikkelingen op internet en op de mobiele telefoon, dan zie je dat informatie waardevol is. Hoe waarborg je de rechten van de eigenaar, hoe voorkom je dat inbreuk wordt gemaakt op die rechten of, erger, dat er kans is op malafide praktijken? Toeleveranciers onderling of toeleverancier en scheepseigenaar kunnen afspraken maken over toegang tot informatie voor productverbetering of voor nieuwe services. Dit vraagt waarborgen voor alle belanghebbenden met betrekking tot de minimaal beschikbare informatie, met betrekking tot beschikbaar gestelde informatie, met betrekking tot de kwaliteit van de informatie en met betrekking tot veranderingen gedurende de levenscyclus van een schip. Naarmate partijen afhankelijker worden van door derden toegeleverde informatie, moet er meer aandacht zijn voor het beschikbaar houden van die informatie. Ben je als leverancier afhankelijk van de door een andere leverancier geleverde luchtdruk, heading of toerental, dan wil je wel enige garantie dat die beschikbaar blijven gedurende de levensduur van jouw product.’
Nieuwe diensten Als je eenvoudiger informatie kunt uitwisselen, is het ook makkelijker om nieuwe diensten te ontwikkelen, is de gedachte. De meest voor de hand liggende dienst is het uitvoeren van het onderhoud op basis van de werkelijke toestand van een installatie (condition based maintenance). Folmer: ‘Bijvoorbeeld op basis van de temperatuur en het aantal omwentelingen van de motor, in plaats van standaard na twee jaar. Want dan kom je niet meer voor niets in het dok.’ De standaard moet helpen om het onderhoud beter uit te voeren, waardoor de kosten dalen en de beschikbaarheid toeneemt. Hurkmans ziet mogelijkheden op het gebied van optimalisatie van het vaarprofiel, voor beter gepland onderhoud met servicemensen die just in time arriveren met de juiste onderdelen, voor het automatiseren van de vele administratieve processen van een schip en voor experts aan de wal die meehelpen indien er midden op zee problemen zijn ontstaan met de apparatuur. Folmer: ‘En de Nederlandse sector bouwt daar een voorsprong mee op. Condition based maintenance is één van de voordelen, maar open data bieden veel businessmogelijkheden.’ Belangrijk ‘Hoe belangrijk dit is?’, herhaalt Hurkmans de vraag. ‘De maritieme sector heeft behoefte aan een standaard om vernieuwende diensten te kunnen ontwikkelen en die behoefte wordt inmiddels wereldwijd onderkend.’ Zonder standaardisatie wordt het erg lastig om de door de maatschappij gevraagde stappen met betrekking tot CO2, NOx en andere emissies te maken. Ondersteunende automatisering wordt steeds complexer, systemen worden betrouwbaarder en logistieke processen meer afhankelijk van een correct functioneren van een schip. ‘Tegelijkertijd wordt het voor de gemiddelde operator steeds lastiger om de vaardigheden intact te houden die nodig zijn om als er iets faalt de juiste diagnose te stellen en de beste oplossing te vinden. Voor de sector liggen daar kansen middels automatisering
op een hoger niveau, door bijvoorbeeld als systeemintegrator de voordelen van nieuwe producten en nieuwe diensten van derden mogelijk maken.’ Kansen Hurkmans: ‘Wat de standaard op gaat leveren? Imtech Marine heeft inmiddels enige ervaring opgebouwd met bijdragen aan standaardisatie. Het geeft je als bedrijf een voorsprong, niet alleen omdat je met je eigen ontwikkeling kunt inspelen op wat er gaat komen, maar ook omdat je de achtergrondkennis hebt om dat efficiënt te kunnen doen. De maritieme sector in Nederland moet het hebben van zijn innovativiteit, van zijn veelal specialistische, kennisintensieve producten en diensten. Voorwerken aan een standaard met de potentie om uit te groeien tot de basis van een Europese dan wel wereldstandaard past bij dat plaatje.’ Deelnemers in het project zijn onder meer TNO, CMTI (Centrum Maritieme Technologie & Innovatie) en DI-WCM. Op dit moment doen er zeven bedrijven mee: Imtech Marine, DMO/NL Marine, Damen Schelde, SBM Offshore, Bachmann, Oliviera en SPM. Ook het ministerie van Defensie is aan boord. Zij werken gezamenlijk aan een open standaard, bedoeld voor de hele maritieme industrie. Oplevering van een eerste versie van die standaard is voorzien voor de zomer van 2014. De rol van DI-WCM is volgens manager Communicatie & Public Affairs Rien Puyenbroek het faciliteren van het project op het gebied van communicatie en public relations. Puyenbroek: ‘We zorgen voor de verbinding met de onderhoudssector door deze te informeren, te betrekken en te stimuleren om mee te doen. Dat betekent dat we actief zoeken naar nieuwe partners voor het project en dat we de externe communicatie verzorgen.’ Een factsheet van de eerste fase is al gereed. Publicaties via de website, het eigen magazine en via andere media volgen. Puyenbroek: ‘Ook het organiseren van bijeenkomsten hoort erbij en het zoeken naar specifieke deskundigheid, bijvoorbeeld bij een universiteit.’ ●
Maintenance september ‘13
20_21__18_artikel_bl.indd 21
21
10-09-13 13:26
de order
Shot peening Al het metaal dat onder lang aanhoudende wisselende belasting staat, krijgt op den duur te maken met vermoeiing. En vermoeiing of metaalmoeheid leidt uiteindelijk tot breuk. Vandaar dat veel metalen onderdelen na een vaste tijd of gebruiksduur preventief worden vervangen. Er is echter een manier om vermoeiing uit te stellen of zelfs terug te draaien: shot peening. Straaltechniek International uit Oosterhout is gespecialiseerd in deze techniek en sleepte er zelfs een grote order mee in de wacht bij vliegtuigmotorproducent Rolls-Royce. Ad Gielen is een soort ambassadeur van de techniek, die volgens hem in veel meer gevallen kan worden toegepast: ‘De techniek op zich is vrij eenvoudig’, legt hij uit. ‘Zandstralen wat overigens niet meer mag - kennen de meeste mensen wel. Shot peening werkt volgens hetzelfde principe, waarbij het zand wordt vervangen door ronde kogeltjes, waardoor het resultaat is dat het staal sterker wordt. Je schiet met kogeltjes van staal, glas of keramiek op bijvoorbeeld een landingsgestel van een vliegtuig en deze gaat vervolgens tien keer langer mee.’ De order die het bedrijf ontving van Rolls-Royce is een zeer bijzondere omdat het bedrijf speciaal voor deze opdracht twee volledig autonome robots ontwikkelde. ‘De motoren uit de XWB-familie van Rolls-Royce hangen onder de vleugels van de Boeing 777, de Dreamliner en onder meerdere Airbustoestellen’, zegt Gielen. ‘De robots die wij samen met een robotfabrikant ontwikkelden, bewerken fan discs, de disc in het midden van de turbine die de turbinebladen bijeen houdt. Het hoeft geen uitleg dat deze zwaar belast wordt en dus worden ze eerst geshotpeened. Zo’n disc is een zeer gecompliceerd onderdeel met veel lastige hoekjes. Speciaal daarvoor ontwikkelden we nozzles die deze hoeken kunnen bereiken. Meest bijzonder is wel dat de robot zelf weet welke nozzle hij waarvoor nodig heeft en deze ook zelf uit een rek haalt. De robots zelf beschikken over veertien assen om het werkstuk vanuit alle hoeken te bestoken met kogeltjes.’ Gielen denkt dat de industrie nog te weinig gebruik maakt van de mogelijkheden van shot peening: ‘Vermoeiing is een veel voorkomend probleem in de industrie waardoor veel onderdelen onnodig worden vervangen. Een levensduurverlenging van tien maal is de investering in een behandeling al heel snel waard.’
22
Maintenance september ‘13
22__12_deorder.indd 22
10-09-13 13:26
Profion Sinds 2008 organiseert Profion de Nationale Hands on Tool Timebenchmark. De reden dat Profion destijds deze benchmark is gestart, is dat wij bedrijven op een eenvoudige en makkelijk toegankelijke manier inzicht willen bieden in inefficiënties in de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden. Doelmatige uitvoering van onderhoudswerkzaamheden versterkt immers de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse industrie en draagt bovendien bij aan een vermindering van de druk op de arbeidsmarkt.
Werk uzelf uit de crisis Profion werkt hierin samen met Joost van den Brekel (PDM), Jan Walravens (Buro Walravens) en Ronald de Roos (YDO organisatieadvies). De benchmark is echter bedoeld om meer te zijn dan alleen een meting en positionering ten opzichte van andere deelnemers. Door het uitwisselen van de zogenaamde ‘best practices’ biedt deze methode concrete handvatten voor de verbetering van de productiviteit. Het aspect kennisuitwisseling speelt een belangrijke rol. Achtergronden De Profionmethode is een vereenvoudigde multimomentopname-methode (MMO), die na een korte instructie eenvoudig door de eigen organisatie is uit voeren. De Profionmethode is daardoor bijzonder laagdrempelig. Hoe simpel de Profionbenchmarkmethode ook is, er zit wel degelijk een breder gedachtegoed achter. Vanuit World Class Maintenance is een aantal jaren geleden een project gestart om de achtergronden rond het optimaliseren van de productiviteit van ‘de onderhoudsmonteur’ meer en beter inzichtelijk te maken. Het resultaat hiervan is de ‘maintenance manual’ op het gebied van Hands on Tool Time (HoTT) die op 5 maart van dit jaar werd gepresenteerd tijdens de ‘HoTT goes live’-bijeenkomst. Dit boek biedt nadere inzichten in de achtergronden, maar gaat ook uitgebreid in op diverse praktijkcases. Hieruit blijkt duidelijk dat het op gestructureerde wijze bezig zijn met productiviteitsmeting beslist loont. In het boek worden alle stappen besproken van de HoTT-meting, van de ‘voorbereiding’ tot en met de ‘borging’ van de bereikte verbetering. In de afgelopen jaren heeft zich een ‘harde kern’ van bedrijven gevormd die jaarlijks deelnemen aan de Profionbenchmark. Bedrijven die stuk voor stuk aanzienlijke
verbeteringen in hun Hands on Tool Time hebben gerealiseerd. Er zijn ondernemingen bij die in de loop der jaren hun directe productiviteit hebben zien stijgen van onder de veertig procent naar bijna zestig procent. Een stijging in absolute zin van twintig procent en een verbetering van vijftig procent in directe productiviteit! Deze deelnemers gaan dan ook op gestructureerde wijze om met efficiencyverbetering. De benchmarkmeting is bij deze bedrijven slechts een onderdeel van de middelen die hiertoe ter beschikking staan. Onderhoudsprofessionals Uit de benchmarkstudies blijkt dat de afgelopen vijf jaar de directe productiviteit, in totaliteit, gestegen is van 42 procent in 2008 naar 49 procent in 2012. Deze cijfers lijken wellicht niet zo spectaculair, maar zouden we dit vertalen naar de onderhoudsarbeidsmarkt dan zou dit betekenen dat de productiviteit met zeventien procent is toegenomen. Volgens het NVDO Onderhoudskompas (2012) zijn er in Nederland tussen de 260.000 en 300.000 onderhoudsprofessionals actief. Dit zou beteken dat dezelfde hoeveelheid werk met circa 45.000 mensen minder zou kunnen worden gedaan. Dit is wellicht een te simpele voorstelling van zaken, alleen al omdat niet iedereen in de directe uitvoering actief is, maar het maakt wel duidelijk dat er nog enorm veel potentieel aanwezig is in productiviteitsverbetering. Voor bedrijven dus een potentieel van flinke besparing op de kosten, maar het kan ook een bijdrage leveren aan het oplossen van het tekort aan vakmensen in de techniek.
Blik verruimen Helaas moet Profion constateren dat er dit jaar een verminderde belangstelling is voor deelname aan de benchmark. Een reden die met enige regelmaat wordt gehoord, is dat er door de crisis geen tijd is om aan dit soort programma’s mee te doen. Nu zie je wel vaker dat in tijden van crisis vanuit het hogere management wordt aangegeven dat er maximale aandacht dient te zijn voor de ‘eigen’ organisatie en productie. Het lijkt een haast natuurlijke reflex dat bedrijven in tijden van crisis vooral denken deze het hoofd te kunnen bieden door meer interne focus aan te brengen. Het gevaar bestaat dat dit tot verstarring en verkokering leidt. Juist in deze moeilijke en onzekere tijden is er behoefte aan innovaties en creatieve nieuwe ideeën. Juist daarom zouden bedrijven nu actief deel moeten nemen aan netwerkbijeenkomsten, rondetafelgesprekken of programma’s zoals de Profionbenchmark. Immers, het verruimt de blik, biedt nieuwe inzichten, en zeker in het geval van de HoTT-benchmark, ook nog eens direct resultaat door verhoogde productiviteit. ● Mark Ammerdorffer Profion & Vomi www.profion.nl en www.vomi.nl
Maintenance september ‘13
23__14_artikel_gr.indd 23
23
10-09-13 13:26
Interactie tussen mens en technologie
Markeringen langs de snelweg die met autoluminescente verf zijn aangebracht blijven tien uur lang oplichten na te zijn opgeladen door de zon of bijvoorbeeld een voorbijrijdende auto.
Bij
Lichtgevende ‘marbles’ in Almere maken ‘buitenaardse geluidjes’ en veranderen van kleur als je ze aanraakt.
24
Maintenance september ‘13
24_25__11_fotospread.indd 24
10-09-13 14:08
Ondernemer, kunstenaar en ontwerper Daan Roosegaarde wil natuur en technologie één laten worden. In zijn studio creëert hij zowel kunstzinnige als functionele objecten en concepten die ook nog eens duurzaam zijn. Een energieopwekkende dansvloer, een slimme snelweg met lichtgevende markeringen die door de zon of autolampen worden ‘opgeladen’ of kunstzinnige lichtgevende pilaren die reageren op de toeschouwer: alle ontwerpen van Studio Roosegaarde onderzoeken de relatie tussen mensen, kunst, ruimte en technologie. Daan Roosegaarde zal meer vertellen over zijn filosofie en werken op het DI-WCM Jaarcongres, gehouden op 30 oktober in Breda.
Bij de Amsterdamse vestiging van de hotelschool Den Haag staat dit lichtkunstwerk. De interacterende pilaren moeten het gevoel geven van een ‘zentuin op Mars’.
De slimme snelweg die Roosegaarde en Heijmans introduceren kan in de toekomst elektrische auto’s tijdens het rijden opladen.
Maintenance september ‘13
24_25__11_fotospread.indd 25
25
10-09-13 14:08
Innoveren, kennis delen en business creëren. Dat zijn in de afgelopen jaren steeds helderder de doelen van iTanks geworden. iTanks zet zich als onafhankelijk kennisplatform binnen de industrie in voor het vinden en bij elkaar brengen van specialisten en experts. Het platform richt zich op zowel het managen van kennis als op het faciliteren van innovaties. ‘Van individuele uitdagingen naar gezamenlijke oplossingen’, is het motto.
Individuele kennis gecombineerd tot open innovatie De kiem van iTanks ligt bij de Maasvlakte Olie Terminal, één van ‘s werelds grootste olieterminals. Daar is in de loop der jaren veel kennis vergaard van het bouwen en onderhouden van opslagtanks. Op deze kennis werd regelmatig een beroep gedaan door de aandeelhouders van de MOT. En daarom werd al in 2010 een vorm gezocht om de beschikbare kennis te borgen en te delen. Al snel werd duidelijk dat het niet alleen voor de aandeelhouders van MOT maar voor de hele industrie rond tankopslag goed is om kennis te delen. Niet alleen halen maar ook brengen! En zo is iTanks gestart als platform om kennis van diverse experts en specialisten zo effectief en efficiënt mogelijk te borgen, te delen, te ontwikkelen en te gebruiken. Verfrissende ideeën Cor van de Linde van iTanks: ‘iTanks streeft naar het toegankelijk maken en verder ontwikkelen van kennis over tankopslag en –onderhoud. Daarmee willen we de continuïteit van het bedrijfsproces beter waarborgen en innovaties mogelijk maken. Niet alleen bij MOT maar voor de hele industrie. iTanks heeft hiervoor een online kennisplatform ontwikkeld waarop kennis
26
gedeeld kan worden.’ Van de Linde heeft als maintenance manager van de MOT het platform vormgegeven en is inmiddels fulltime bezig met iTanks. Eind november 2011 was Van de Linde bij een dag die door mkb-netwerk Syntens werd georganiseerd. Een soort ‘probleem zoekt oplossing’. Van de Linde bracht daar twee technische uitdagingen
van een opslagtank maken het vervangen van het dak tot een enorme klus. Bij de MOT zijn de tanks 22 meter hoog en hebben ze een diameter van 85 meter. Uit de groep van zestig deelnemers zijn twee groepen van tien man samengesteld die zonder specifieke kennis van opslagtanks over de kwestie gingen nadenken. Hierdoor kwamen zij juist met verfrissende ideeën voor de vraagstukken.
‘Als gevolg van kennisuitwisseling kunnen innovatieve ideeën verder ontwikkeld worden in de praktijk. iTanks faciliteert deze innovatietrajecten.’
Bij elkaar brengen Sinds begin 2012 is Jorn van der Schaaf ook bij iTanks betrokken. Hij vertelt over de activiteiten: ‘Naast het online kennisplatform brengt iTanks verschillende bedrijven, experts en specialisten op andere manieren bij elkaar voor kennisdeling. Bijvoorbeeld via brainstormsessies, rondetafeldiscussies, conferenties en evenementen. Als gevolg van kennisuitwisseling kunnen innovatieve ideeën verder ontwikkeld worden in de praktijk. iTanks faciliteert deze innovatietrajecten. Onlangs hebben we bijvoorbeeld iTanksLive georganiseerd in Stuurboord Antwerpen. Een groep bedrijven heeft zich hieraan verbonden, het evenement gesponsord en gasten uitgenodigd. De hele dag stond in het teken van
uit eigen praktijk in voor een groep van circa zestig deelnemende bedrijven. In de wereld van tankopslag is het reinigen van een opslagtank een arbeidsintensieve en tijdrovende klus. Mensen gaan met persoonlijke beschermingsmiddelen aan een lege tank in om ouderwets schoon te maken in een omgeving waar je liever niet bent. Een tweede probleem dat Van de Linde in de groep bracht, is het vervangen van een tankdak. Alleen al de afmetingen
Maintenance september ‘13
26_27__21_artikel_zw.indd 26
10-09-13 13:25
Kennis delen
Jorn van der Schaaf: ‘Naast het online kennisplatform brengt iTanks verschillende bedrijven, experts en specialisten op andere manieren bij elkaar voor kennisdeling. Bijvoorbeeld via brainstormsessies, rondetafeldiscussies, conferenties en evenementen.’
innovatie en kennisdeling. En juist die focus heeft gezorgd voor nieuwe contacten en inspirerende nieuwe samenwerking tussen bedrijven en bezoekers.’ Bedrijven en partijen die betrokken willen zijn en kennis willen brengen en halen, kunnen partner worden van het iTanksplatform. Inmiddels is dat al een aardige groep. Van de opbrengsten van de lidmaatschappen worden in de stichting iTanks nieuwe initiatieven gezocht en gestart. In samenwerking met onder meer hogescholen en universiteiten worden studies uitgevoerd en wordt de haalbaarheid van ideeën bekeken. En zodra een onderzoek aan de volgende stap toe is, wordt een losse entiteit opgericht. In dit bedrijf wordt een concept of product verder uitgewerkt tot werkend prototype of marktgereed product. Met opbrengsten van die ontwikkeling wordt vervolgens via de stichting weer geïnvesteerd in nieuwe ontwikkelingen. Lasrobot Een van de ontwikkelingen vanuit iTanks is de lasrobot voor het vervangen van tankbodems. Met de genoemde afmetingen is het conventioneel vervangen van de bodem van
een opslagtank een karwei dat gemiddeld twaalf weken duurt. Met de lasrobot die in samenwerking met onder andere TU Eindhoven en ASML wordt ontwikkeld, kan het in twee weken. Met minder benodigde mankracht kan het werk effectiever en dus sneller, veiliger en nauwkeuriger worden uitgevoerd. Daar profiteert iedereen van. En om dubbel werk te voorkomen, werkt iTanks heel open. De meeste kennis wordt
Een van de ontwikkelingen vanuit iTanks is de lasrobot voor het vervangen van tankbodems. beschikbaar gesteld voor ‘de markt’ en er wordt ook veel overlegd met andere innovatieclusters. Van de Linde: ‘Als bijvoorbeeld bij het Kennis en Innovatie Centrum ( KI<, red.) van het Maintenance Value Park Terneuzen wordt gewerkt aan corrosie onder isolatie, dan gaan wij dat niet ook doen. Dat is zonde van de inspanning. Zo werkt ook de samenwerking met het Dutch Institute World Class Maintenance. Daar komen veel innovaties over het voetlicht, dat kunnen we dan stroomlijnen.’
Brug tussen theorie en praktijk Het delen van kennis vanuit iTanks gebeurt ook via iTanks Students en iTanks Education. Bij iTanks Students wordt de brug tussen theorie en praktijk geslagen. Studenten van hogescholen en universiteiten hebben een flinke bagage theoretische kennis maar kunnen dat nog niet linken aan de praktijk. Via iTanks Students wordt met praktijkopdrachten en bezoeken gewerkt aan praktijkervaring. iTanks Education brengt specialisten bij elkaar om gericht aan case studies te werken. Van der Schaaf: ‘Voor elektronische ontstekingsrisico’s in een explosiegevoelige omgeving zijn veel regels en richtlijnen. Maar voor mechanische ontstekingsbronnen zijn die er niet of nauwelijks. Daarvoor zijn we aan de slag gegaan en hebben we heel specifiek een aantal cases uitgewerkt en de bevindingen gedeeld.’ Delen van kennis en vragen staat steeds centraal bij het kennis- en innovatieplatform iTanks. Inmiddels niet alleen meer voor de wereld van tankopslag maar industriebreed zijn vraagstukken en open innovatie de core business van het platform. ●
Maintenance september ‘13
26_27__21_artikel_zw.indd 27
27
10-09-13 13:25
Dat innovatie in de maintenancesector keihard nodig is, is op zich geen nieuwe boodschap. De vraag naar onderhoud stijgt, maar het aanbod van onderhoudscapaciteit neemt af. Aan de vraagkant neemt de behoefte aan maintenance toe: onze infrastructuur en kapitaalgoederen verouderen. Veel van deze goederen vertonen net zoals ons menselijk lichaam het bekende badkuipprofiel aan onderhoudsbehoefte: vooral veel behoefte aan onderhoud in de kinderjaren en op de oude dag.
Het prestatiecontract voor de Wijkertunnel pakte minder goed uit dan gehoopt. Er bleken veel meer auto’s doorheen te rijden dan verwacht en de rente viel veel minder hoog uit dan was aangenomen.
Innovatieve innovatie in maintenance Aan de aanbodkant daalt de onderhoudscapaciteit snel. In de meeste sectoren ligt de gemiddelde leeftijd van het onderhoudspersoneel hoog tot zeer hoog, en dus vindt er jaarlijks een forse uitstroom plaats van goed en ervaren personeel. Groeiend dilemma In de economie streeft men altijd naar evenwicht tussen aanbod en vraag. Hoe lossen we dit groeiende dilemma dus op? Door minder vraag naar onderhoud en door meer aanbod van onderhoud. Minder vraag naar onderhoud? Innovatie biedt een perspectief. Door nieuwe en bestaande infrastructuur die minder onderhoud vergt, maar wel de nodige productinnovatie. En meer aanbod van onderhoud terwijl het onderhoudspersoneel afneemt? Natuurlijk door nieuwe instroom, maar daar zit een forse tijdsvertraging op, dus vooral ook door, wederom, innovatie. Meer doen met minder mensen, arbeidsproductiviteitverhoging noemen de economen dat. Hoe krijg je arbeidsproductiviteitsverhoging in onderhoud tot stand? Natuurlijk door nieuwe producten, maar veel meer door nieuwe processen (procesinnovatie) en zelfs door nieuwe manieren om die processen te besturen (managementinnovatie). Het ironische aan deze twee laatste vormen van innovatie is dat ze voor veel bestuurders iets te, eh, ‘innovatief’ zijn. Je ziet dat bijvoorbeeld aan het topsectorenbeleid, waar het overgrote deel van de fondsen wordt besteed aan productinnovatie. Dat er ook zoiets is als procesinnovatie, laat staan managementinnovatie, dat wil er bij veel beleidsambtenaren en
28
hun bazen niet in. En is dat dan wel wetenschap? Laat ik nou denken dat over die vraag de professoren gingen … Proces- en managementinnovatie Een mooi voorbeeld van procesinnovatie is condition based maintenance. De productinnovatie hierbij kan in het oog springend zijn, zoals nieuwe sensoren, onbemande vliegtuigjes, apparaatjes die door buizen kunnen reizen, et cetera. Echter, in de praktijk blijkt overduidelijk dat er veel minder gedaan wordt met de reeds beschikbare data of nieuwe data over de conditie van de assets dan zou kunnen. Het blijkt dat dit komt doordat er geen gestroomlijnd proces is van dataverzameling naar data-analyse, naar besluitvorming, naar daadwerkelijk ingrijpen en naar evaluatie van de ingreep. Dat vraagt namelijk om procesverbeteringen. Ter vergelijking: om een auto goedkoper te krijgen kun je andere materialen gebruiken, maar in de jaren 80 maakten de Japanners auto’s in een kwart van de tijd en tegen de helft van de kosten. Niet door nieuwe producten, maar door nieuwe processen. Just-In-Time heette dat toen, Lean heet het nu, het blijft hoe dan ook procesinnovatie. Procesinnovatie in maintenance, daar gaat het CAMPI-project over, dat DI-WCM dit jaar is gestart samen met Universiteit van Groningen, TU Eindhoven, Tilburg University, BP, Oliveira, Ortec, SABIC, Sitech, SPIE en Stork Technical Services. Een voorbeeld van managementinnovatie is het fenomeen van het prestatiecontract. Dat gaat veel vaker fout dan goed, en dat komt omdat die contracten nog niet goed
in elkaar zitten, maar vooral ook omdat de organisaties waardoor die contracten geïmplementeerd moeten worden onvoldoende samenwerken. En helaas houden die contracten het gebrek aan samenwerking in stand, in plaats van dat ze het bevorderen. Bekend is het voorbeeld van de Wijkertunnel, waarvoor het ministerie van Verkeer en Waterstaat in 1992 een fraai prestatiecontract afsloot. Achteraf bleek dat er veel meer auto’s doorheen reden dan verwacht en de rente veel minder hoog bleef dan aanvankelijk was aangenomen. Een voorzichtige schatting komt uit op zo’n zevenhonderd miljoen euro aan tolgelden die de overheid betaalt over de hele levensduur. Zo’n contract verandert niks aan het product (de tunnel) of aan het proces (het onderhoud), maar wel aan de wijze waarin er samengewerkt wordt (het management). Managementinnovatie in onderhoud, daarover gaat het onderzoeksproject dat DI-WCM en Tilburg University zijn gestart met de vier Zuid-Nederlandse Waterschappen, waarmee een heel nieuw tijdperk van infrastructuurbeheer is aangebroken. Innovatie in wat we verstaan over innovatie, eigenlijk heel logisch, maar net als iedere vorm van innovatie begint het met een wild idee met veel sceptici. Geen probleem, wij gaan met z’n allen monter verder. Er is gewoon werk aan de winkel: niks nieuws onder de zon, nietwaar? ● Henk Akkermans Wetenschappelijk directeur DI-WCM
Maintenance september ‘13
28__20_artikel_bl.indd 28
10-09-13 13:25
column
Multidisciplinair denken en werken ‘Een complexe samenleving heeft professionals en intellectuelen nodig die multidisciplinair kunnen denken en (samen)werken. Ook moeten ze leren die kennis te gebruiken; opleidingen dienen daartoe aandacht te besteden aan probleemoplossende vermogens, sociale vaardigheden en creativiteit.’ Dit schreef de Onderwijsraad twee jaar geleden in zijn advies aan de regering over ‘Hoger onderwijs voor de toekomst’ (september 2011). En de kracht van die opmerking is de afgelopen twee jaar alleen maar toegenomen. De Onderwijsraad merkte in hetzelfde advies op dat het Hoger onderwijs ‘creativiteit en innovatief denkvermogen (moet) ontwikkelen en koesteren. Nederland zal het in de internationale kenniscompetitie moeten hebben van zijn ‘koppige, dwarse manier van denken’ en zijn pragmatische geest, die zich niet te veel gelegen liggen laat aan regels.’ Nu het studiejaar weer begonnen is, is het goed dat nog eens tegen het licht te houden. Als er één opleiding aan het door de Onderwijsraad geformuleerde uitgangspunt voldoet, dan is het wel de hbo-bacheloropleiding International Maintenance Management: multidisciplinair met economie en techniek in één opleiding, creatief en oplossingsgericht met een duidelijke uitnodiging aan dwarsdenkers. Immers, beheer en onderhoud worden niet direct gezien als sexy winstmakers door de snelle marketingjongens en -meisjes. Het lijkt geen verkoopbaar product, maar veel bedrijven weten inmiddels dat door een slim, creatief én deskundig beheer van hun machines, voertuigen, pijpleidingen, vliegtuigen, schepen en wat al niet meer, veel geld te besparen is waardoor hun rentabiliteit sprongen omhoog maakt. Nu moeten we er nog in slagen die boodschap over te brengen aan de toekomstige studenten. Voor 17-, 18-jarigen is maintenance management nog een te vaag begrip. Al maken we progressie: dit jaar hebben zich anderhalf keer meer studenten aangemeld dan het jaar ervoor. Maar het blijft nog marginaal: tussen de dertig à veertig nieuwe studenten (van de 150.000 eerstejaars!) en dat op een geprognotiseerde behoefte van enige duizenden banen. Werk aan de winkel dus: multidisciplinair graag! Paul Rüpp, (waarnemend) voorzitter MEC
column
Assetmanagement zit in de lift Rijkswaterstaat doet het. Het Havenbedrijf van Rotterdam doet het. Gasunie en TenneT doen het. NedTrain en ProRail passen het toe. Steeds meer eigenaren van kapitaalgoederen in de (semi)publieke sector zijn professioneel bezig met het beheer van ‘onze’ eigendommen met het oog op de toekomst: hoe zorg ik voor de gewenste beschikbaarheid tegen de optimale kosten gedurende de hele levensduur van het kapitaalgoed? PAS 55, de Engelse norm voor assetmanagement (AM), mag zich verheugen in een warme belangstelling. Ook in de private industrie wordt al jaren actief gekeken naar de langetermijntoekomst van installaties, machines en andere productiemiddelen. Wat moet er gebeuren om de integriteit en het concurrentievermogen van het kapitaalgoed te garanderen gedurende haar levensduur? Bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) zijn de assetmanagers verantwoordelijk voor de integratie van alle functionele activiteiten die bijdragen aan het optimaal presteren van ‘hun’ productie-eenheden, nu en in de toekomst. Zo komen interne en externe veiligheid, gezondheid, milieu, operatie, onderhoud, modificaties, investeringen en kosten bij elkaar onder eenhoofdige leiding terwijl de specialisten verantwoordelijk blijven voor hun functionele werkprocessen. Het werken in een dergelijke matrixorganisatie vereist veel teamwork maar kan prachtige resultaten opleveren. Assetmanagement helpt onderhoud te positioneren in de strategische discussie binnen een organisatie. Dat is ook de missie van Profion. Daarom zijn we ook enthousiast over het tot stand komen van de internationale ISO 55000-norm voor AM die in december wordt gelanceerd. In de NEN-commissie die de Nederlandse inbreng in deze norm verzorgt, treedt Lex Daan, bestuurslid bij NVDO, op mede namens Profion. Ondertussen werken NVDO, DI-WCM en Profion aan een verregaande samenwerking om het ontwikkelen en verspreiden van kennis op het gebied van onderhoud en AM toekomstbestendig te maken. Ons doel is een verdere professionalisering, een betere herkenbaarheid voor de leden en een grotere landelijke zichtbaarheid buiten ons vakgebied. Samen kunnen we de kennis en ervaring die is opgedaan met AM in verschillende kapitaalintensieve sectoren beter inzetten voor de Nederlandse samenleving. Roelf Venhuizen, voorzitter Profion
Maintenance september ‘13
29__09-10_column2.indd 29
29
10-09-13 13:25
Onderhoud is in het algemeen vaak een onzichtbare en onbekende bezigheid voor de gemiddelde inwoner van een dorp of stad. Het onderhoud dat Insituform verricht is daarvan een exemplarisch voorbeeld. Het bedrijf renoveert ondergronds pijpleidingen zonder dat er uitgebreid graafwerk aan te pas komt. ‘Het is een snelle methode die ook prima past in een productiestop.’
Ondergronds onderhoud: relinen van pijpleidingen Insituform timmert al ruim veertig jaar aan – of eigenlijk onder – de weg. De methode die het bedrijf hanteert bestaat uit het aanbrengen van een geïmpregneerde kous die vervolgens ondergronds uithardt. De levensduur van bestaande leidingen wordt zo kosteneffectief verlengd. Industrie Behalve Insituform zijn er nog enkele installatiebedrijven die de kousmethode aanbieden. ‘En er zijn bedrijven die een team uit Duitsland halen om een klus te doen, maar dat levert regelmatig kwaliteits- en afstemmingsproblemen op. Dat is slecht voor de reputatie van de sector.’ General manager Nico van der Veen wil zich naast de rioleringssystemen ook meer concentreren op industriële klanten. ‘Door de veiligheidseisen die de chemische industrie hanteert, kunnen wij daar beter onze kwaliteit, ons onderscheidend vermogen, laten zien.’ Van oudsher voorzag Insituform vooral rioolbuizen en afvalwaterleidingen van een nieuwe leiding. Maar de kousmethode is ook prima geschikt voor koelleidingen, hoge- of lagetemperatuurleidingen, afvalwaterleidingen en chemische transportleidingen. Als er chemische producten door de leiding gaan, moet vooraf wel gecheckt worden of leiding en product elkaar verdragen. Van der Veen: ‘We hebben al diverse opdrachten gedaan in de (petro)chemische sector, de papierindustrie en ook in de voedingsmiddelenindustrie.’ Techniek Circa veertig jaar geleden vond een Engelsman uit dat als je vilt impregneerde met
30
hars en dat verwarmde, er een keihard versterkt polyester ontstond. Vervolgens bedacht hij een toepassing voor het renoveren van pijpleidingen: de inversiemethode. Kort gezegd komt het erop neer dat er in een fabriek een kous wordt gemaakt voor de te renoveren buis. Die kous wordt geïmpregneerd met hars en met behulp van water of stoom/lucht via een beginput in de buis ingebracht. Door de temperatuur in de kous te verhogen ontstaat een nieuwe constructieve buis. Het voordeel van de kousmethode is dat graafwerk niet meer nodig is. ‘De methode is sneller en circa twintig tot vijftig procent goedkoper dan traditionele vervanging. Het is flexibel in te plannen en altijd maatwerk. Het werk
Circa veertig jaar geleden vond een Engelsman uit dat als je vilt impregneerde met hars en dat verwarmde, er een keihard versterkt polyester ontstond. Vervolgens bedacht hij een toepassing voor het renoveren van pijpleidingen: de inversiemethode. past prima in de krappe periode van een productiestop.’ De methode is toepasbaar vanaf diameters van 200 millimeter tot circa 2,5 meter. Er zijn twee soorten kousen. Een viltkous en een glasvezelkous. Beide worden geïmpregneerd met hars. Afhankelijk van de omstandigheden, zoals diameter, grondwater, dikte van de buis en de krachten die erop komen, wordt samen
met de klant bepaald welk materiaal het beste is. Risico Het relinen van een pijpleiding gebeurt in een aantal stappen. Eerst brengt men exact in kaart welke stoffen er door de leiding gaan; welke temperaturen, welke zuren et cetera. Daarna volgen metingen en inspecties met robots om de mate van de beschadigingen vast te stellen. Ook het vaststellen van de diameter gebeurt in deze fase. ‘Dat is vaak niet exact bekend.’ Vervolgens worden krachtenberekeningen gemaakt om te bepalen hoe sterk en dik de buis moet worden. Na het bestellen van de kousen kan het project ingepland worden en kunnen de werkzaamheden beginnen. Het werk verkeerd inschatten is eigenlijk het grootste risico, zegt Van der Veen. ‘Ieder riool is anders: lekkages, verzakkingen, de invloed van het grondwater. Elke situatie vereist een aparte aanpak. Als je dat niet goed beheerst, hardt de kous niet goed uit en moet je het opnieuw doen. Dat risico ligt bij ons.’ Na het installeren volgt altijd een kwaliteitstest in het laboratorium om te zien of de nieuwe buis constructief sterk genoeg is. Green De hars bevat styreen en dat kan bij het werk al snel een opvallende geur opleveren. Bij werkzaamheden aan het riool leidt dat tot reacties van burgers. Gemeentes vroegen daarom steeds vaker om een reukloze variant. Samen met DSM werd een harssoort ontwikkeld zonder styreen. ‘De toegepaste componenten zijn label-
Maintenance september ‘13
30_31__23_artikel_gr.indd 30
10-09-13 13:25
Foto’s: Oldebroek.net
Techniek free. Dat betekent dat ze niet irriterend of schadelijk zijn. Het is milieuvriendelijker en duurzamer, maar het is ook iets duurder.’ Gemeenten kunnen zelf kiezen voor de traditionele hars, of voor de milieuvriendelijke versie. Veiligheidscultuur Insituform verricht alle werkzaamheden met eigen technici. Het bedrijf heeft enkele laboranten in dienst en circa zeventig ‘civiele techneuten’, zoals Van der Veen ze noemt. ‘Werkvoorbereiders en engineers op mbo- en hbo-niveau. De ‘renovisten’ in de buitendienst zijn vooral mbo’ers.’ Personeel vinden is geen probleem, het vinden van mensen met de juiste mentaliteit daarentegen is soms lastig, schetst de general manager. ‘Het lijkt allemaal niet zo spannend, maar als je onvoorzichtig bent en bijvoorbeeld een afsluiter niet goed vastzet, dan kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan als het gaat regenen.’ Het bedrijf heeft behalve met het eigen veiligheidsregime te maken met de eisen van de opdrachtgever en met diverse wettelijke regelingen. ‘Je moet er bovenop blijven zitten, want het blijft mensenwerk. Het werk is niet altijd even schoon. En we zoeken mensen die veilig willen werken en ook hard. We hebben onze eigen veiligheidseisen. Bijvoorbeeld bij dampen in de leidingen zijn gasmeters en persluchtmaskers verplicht. Daarnaast hebben we te maken met de eisen die de industrie – terecht – stelt. Daar heerst dezelfde veiligheidscultuur. Dat kunnen we matchen.’
Renovatie van het riool kan snel en zonder graafwerk, door het aanbrengen van een geïmpregneerde kous onder de grond, die vervolgens uithardt en de rioolbuizen verstevigt.
Plakkertje Van samenwerken word je altijd beter en nieuwe kennis opdoen is altijd waardevol, zegt Van der Veen. ‘Op de onderwerpen composietmaterialen en risicogedreven onderhoudsmanagement zoeken we wel naar nieuwe kennis.’ Overheden hebben namelijk steeds minder geld ter beschikking en het onderhoud aan het riool kan daaronder gaan lijden. Het gevolg hiervan is dat gemeenten steeds vaker voor een ‘plakkertje’ kiezen als er ergens grondwater het riool inloopt, zegt Van der Veen. ‘Ze gebruiken dan een kleine kous van bijvoorbeeld een meter. Dan is het voorlopig dicht, is de redenering. Alleen bij een volgend lek kiezen ze weer voor een plakkertje. Dus dat plakken komt steeds vaker voor en daarvoor is eigenlijk een betere risico-inschatting nodig. Hoe verhoudt het ‘plakken’ zich tot het verlengen van de levensduur? In dit traject zou ik proactiever willen meedenken en mee ontwikkelen. Kun je daar andere onderhoudsmodellen gebruiken, een andere benadering toepassen? De centrale vraag is: hoe kun je het riool- en leidingstelsel beter beheren en onderhouden?’ ●
Maintenance september ‘13
30_31__23_artikel_gr.indd 31
31
10-09-13 13:25
28 november 2013 • De Glazen Ruimte • Maarssen
Innovaties in infra-onderhoud De Nederlandse infrastructuur is onderhevig aan veranderingen. Het gebruik verandert in de loop van de tijd, net als de budgetten voor bouwen en behouden. Een ideale basis voor innovaties in infra- onderhoud. Daarvoor zijn niet alleen nieuwe producten nodig, ook het anders inzetten van bestaande technieken is als innovatie te bestempelen. Innovatie is namelijk meer dan alleen een technische verbetering. Innovatie kan ook in bijvoorbeeld management plaatsvinden. De nieuwe toepassing van een bestaand product kan net zo veel effect hebben als de introductie van het product zelf. Wat zijn de drijfveren per sector om te vernieuwen en waar is de grootste winst te halen? Gaat dat om geld, doorlooptijd, arbeid of bijvoorbeeld duurzaamheid?
Programma 13.30 14.00 14.10 15.20 15.50 16.20 17.00 17.15 18.00
uur Ontvangst uur Opening door de dagvoorzitters uur Lezingen. Opdrachten sturen vernieuwing uur Pauze uur Zeepkistpresentaties - innovatiecases uur Slotlezing. Visie op veranderen uur Afsluiting uur Netwerkborrel uur Diner en Infra projectteam van het Jaar 2013
Tijdens het congres iMaintain INFRA op 28 november in de Glazen Ruimte in Maarssen gaan experts uit de infrasector dieper in op innovaties in infra-onderhoud.
Reserveer 28 november alvast in uw agenda
Kijk op www.imaintain.info/infra voor meer informatie. MEER INFORMATIE OVER LOGISTIEK, INHOUD EN/OF SPONSORING Congresinformatie: Hilde Westerink • 020-3122791 •
[email protected] Sponsorinformatie: Anouk Bouwmeester • 020-3122797 •
[email protected] INITIATIEFNEMERS
01_INFRA_A4.indd 2
09-09-13 13:14
on the spot
Schoon en heel De Rotterdamse openbaarvervoerder RET vervoerde in 2012 145 miljoen instappers. Dit gaf een totaal van 678 miljoen reizigerskilometers. En dat alles verdeeld over 40 buslijnen met 238 bussen, 9 tramlijnen met 118 trams en 5 metro- en sneltramlijnen met 152 metrotreinen. Onderhoud aan al die assets wordt uitgevoerd met een focus op kwaliteit. Maar ook in Rotterdam ontkomt men niet aan een heroverweging van wat nu echt prioriteit heeft. De afdeling Techniek onderhoudt alle kapitaalgoederen van de RET. Paul Lorist, directeur Techniek: ‘Wij beheren de voertuigen zoals bussen, trams en metro’s, maar ook alle infrastructuur, stations, gebouwen en automatiseringssystemen.’ De RET hanteert het ‘Rotterdams model’. Dit betekent dat het zoveel mogelijk met eigen middelen werkt en alle strategische risico’s zelf afdekt. Lorist: ‘We bezitten de benodigde kennis en kunnen deze omzetten in de gewenste activiteiten. Wij houden standaard een groot deel van al het onderhoudswerk in huis. Soms is uitzetten in de markt goedkoper, maar het is altijd een afweging die gemaakt wordt.’ Beheren doet de RET aan de hand van de assetmanagementmethodiek. Onderhoud moet tegen zo laag mogelijke kosten en de levensduur van de assets wordt ten volle benut. Betrouwbaarheid en beschikbaarheid zijn natuurlijk belangrijk. Uiteindelijk gebeurt al het werk met het oog op de reiziger. ‘Al onze assets moeten altijd schoon en heel zijn. Dus als er graffiti op een metrorijtuig is gespoten, dan verlaat het rijtuig de remise niet voordat hij is schoongemaakt. Want een vandaal wil juist dat zijn werk zichtbaar is.’ Deze werkwijze heeft een achterliggende gedachte: ‘We willen kwaliteit leveren omdat de reiziger dit vertaalt in gedrag. Als alles netjes is, vertonen de reizigers minder agressie.’ De afdeling Techniek is ook bezig met lean. ‘We willen een hogere operationele kwaliteit realiseren en goedkoper en efficiënter werken. We houden ons aan alle procedures en passen assetmanagement toe, maar doen we dit wel efficiënt? Uit onze analyse blijkt dat er inderdaad ruimte voor verbetering is.’ De RET investeert nog steeds. Lorist geeft voorbeelden: ‘Er komt een nieuw stuk spoor richting het strand van Hoek van Holland. Ook schaffen we nieuwe voertuigen aan en geven we de oude een midlife update. Maar ook wij ontkomen niet aan besparingen. Het is een kwestie van continu afwegen.’
Maintenance september ‘13
33__13_ontehspot.indd 33
33
10-09-13 13:25
Goed onderhoud voorkomt falen van installaties en onveilige situaties. Bij veel bedrijven wordt dat onderhoud preventief uitgevoerd. Dat geeft zekerheid maar is relatief duur omdat ook zaken worden onderhouden waarbij dat niet nodig is. Onderhoud op basis van conditie is trefzekerder. Een groep mkb-bedrijven, van koekfabriek tot drukkerij, doet mee aan een IPC (Innovatie Prestatie Contracten)-project om condition based maintenance mogelijk te maken.
Mkb aan de slag met condition based maintenance De deelnemers in dit project willen gezamenlijk condition based maintenance (CBM) invoeren in hun bedrijf, om precies te zijn op het gebied van CBM-ready producten, CBM-productieprocessen en CBM-onderhoudsproducten. De deelnemers komen uit diverse branches. En dat zorgt ervoor dat ze veel van elkaar leren. Bovendien kan men samen ontwikkelingen realiseren zonder dat er sprake is van concurrentie. Bij de innovatie worden ze ondersteund door het Dutch Institute
World Class Maintenance (DI-WCM), de Stichting Innovatie en Samenwerking (penvoerder van het project ), de Kamer van Koophandel Zuidwest Nederland (de initiator van het project) en Syntens. State of the art Bij het ontwikkelen van condition based maintenance wordt gewerkt aan minimalisatie van de onderhoudskosten, het voorkomen van storingen en een maximaal rendement van de investering gedurende de levensduur
van de investering. Een belangrijk bijkomend voordeel van CBM is dat er minder gekwalificeerde arbeidskrachten nodig zijn omdat het onderhoud planmatiger kan worden aangepakt waardoor pieken worden voorkomen. Dat is gezien het huidige tekort aan vakmensen een sterk voordeel. De deelnemende bedrijven hebben op verschillende stadia van het productieproces hun eigen doelen voor CBM. Er wordt een zestal specifieke innovaties gerealiseerd dat gezamenlijk het CBM-systeem omvat.
Hartbewaking Joop Wallenburg van Isa Catharsis kwam kennis brengen en halen bij het IPC-project. Wallenburg: ‘Ons bedrijf levert producten waarmee we een hoge betrouwbaarheid en veiligheid van medische systemen kunnen verzorgen. En een van de producten die we daarvoor recent hebben ontwikkeld, is een apparaat waarmee we voor alle soorten AED’s (Automatische Externe Defibrilator, red.) op afstand konden controleren of het apparaat nog werkt. Want mocht je hartproblemen hebben, dan wil je wel dat het apparaat werkt. Een rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg over de niet altijd betrouwbare conditie van deze mobiele hartbewakingsunits was daar de trigger voor.’ Het bedrijf ontwikkelde de conditiebewaking en heeft daar inmiddels ook certificaten voor ontvangen. Maar dit product was slechts een begin. Wallenburg: ‘We wilden met dit product als basis kijken of we niet veel meer conditiebewaking op ‘security-producten’ konden maken. En zo zijn we bij het IPC-project terecht gekomen want daar is kennis delen een belangrijke succesfactor.’ Met een groep bedrijven is Wallenburg aan de slag gegaan om te zien
34
waar hij de beste match had om kennis te brengen en nieuwe ervaring op te doen. ‘En zo kwam ik vreemd genoeg bij een aantal machinefabrieken terecht, onder meer voor koekjesfabrieken. Daar hadden ze een schat aan kennis van sensoren en meetsystemen op afstand.’ De nieuwe kennis resulteert in een prototype voor een nieuw product dat inmiddels getest wordt.
Maintenance september ‘13
34_35__24_artikel_zw.indd 34
10-09-13 13:24
Condition based maintenance Kelderbiersystemen De Smit Printerservice is een bedrijf waar steeds nieuwe zaken worden ontwikkeld. De basis is de productie en assemblage van elektronica en printplaten. Dat doet het bedrijf voor allerlei klanten. En vaak hebben die klanten meer vragen of wensen. Daarvoor ontwikkelt De Smit oplossingen. Pedro de Smit: ‘Zo komen we de leukste vraagstukken tegen. We ontwikkelen op onze eigen manier snel een oplossing en dan kijken we met de klant of we daar een verdienmodel voor kunnen opzetten. Bijvoorbeeld met een aandeel in een nieuw bedrijf of een vergoeding per geproduceerd product. We kijken steeds met een frisse blik naar een vraagstuk en zijn daardoor niet geremd door eerdere gewoontes. Wij doen soms zes weken over een prototype waar anderen acht maanden voor nodig hebben.’ De Smit noemt een voorbeeld van een product: ‘We zijn enkele jaren terug een bedrijf gestart voor gasinspuiting bij dieselmotoren. Een techniek die geld, energie en heel veel CO2 bespaart. En waar we in Nederland een paar jaar veel succes mee hebben gehad. Door het veranderen van wet- en regelgeving werd het interessanter om het product in het buitenland af te zetten. En zo hebben we nu klanten in bijvoorbeeld China en Spanje.’ Voor het IPC-project rond condition based maintenance brengt De Smit vooral kennis, ervaring en enthousiasme in. Het heeft een monitorsysteem voor kelderbiersystemen ontwikkeld waar
ook andere deelnemers veel baat bij hadden. De Smit: ‘Grote cafés hebben vaten van duizenden liters bier in de kelder staan, in plaats van losse fusten. De vullingsgraad van die vaten is niet bekend en conventionele meetmethoden voor metingen mogen of kunnen niet toegepast worden. Flowmeters of niveaumeters komen in aanraking met het product en dat mag niet en loadcellen plaatsen onder de poten van de tank is heel omslachtig.’ De Smit ontwikkelde een systeem waarbij om de huid van de tank een reeks verwarmingselementen wordt geplaatst, met daarbij een temperatuursensor. Gedurende een korte tijd worden de verwarmingselementen ingeschakeld en daarna wordt met de temperatuursensoren bekeken hoe snel het weer afkoelt. En waar bier zit, koelt het sneller af. Zo is het niveau in de tank goed te bepalen. De metingen worden, samen met conditiegegevens van de koeling en pompen, regelmatig naar de brouwerij gestuurd. Deze bewaken zo de voorraad en de installaties en kunnen aan hun klanten op een efficiënte en rendabele manier bier leveren. De Smit: ‘Ik doe graag aan het IPC-traject mee om kennis te delen en partijen te helpen. Wij ontwikkelen vaak en veel en weten wat er te koop is. Dat deel ik graag met anderen. Om ze te helpen en omdat er misschien, uiteindelijk een keer een leuk product ontstaat waar we een rol in kunnen spelen.’
Als eerste wordt door het project in beeld gebracht wat ‘state of the art condition based maintenance’ inhoudt. Wat is er al te koop en hoe wordt het ingezet? Hiermee worden de doelen voor de deelnemers aangescherpt. Daarna wordt per bedrijf bepaald wat de uitgangspositie voor het project wordt. Zo worden de bedrijfsdoelen en de weg ernaartoe verhelderd. En op dat moment start voor elk van de deelnemers het deelproject op een van de zes stadia. De kennisuitwisseling gebeurt in de collectiviteit van de projecten en door overkoepelend overleg en begeleiding. Perspectieven Door de diverse startposities en de veelheid aan branches waaruit de deelnemers komen, brengt ieder zijn eigen kennis en expertise in en zullen de ondernemers elkaar stimuleren en helpen om, voor hen, nieuwe ontwikkelingen op te pakken. De productieprocesbedrijven kijken vooral vanuit het perspectief van procesinnovatie. De productbedrijven kijken vanuit het perspectief van productinnovatie waar service en garantie een veel hoger niveau kunnen bereiken. De onderhoudsbedrijven komen in direct contact met de twee andere spelers op het gebied van onderhoud en kunnen zo veel nieuwe inzichten krijgen en vragen voorleggen. Om ervoor te zorgen dat ook na de IPC-periode de deelnemende bedrijven succesvol blijven innoveren, zullen de bedrijven worden ondersteund en begeleid door Syntens. Dit innovatienetwerk voor
ondernemers ondersteunt de lopende innovaties en zorgt er bovendien voor dat het noodzakelijk innovatievermogen en de innovatieprikkel in het bedrijf worden verwerkt. Uitgangspunt daarbij is de Innovatiecyclus van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) die door Syntens zal worden gebruikt om het innovatievermogen in kaart te bren-
gen en te versterken. De brede invoering van CBM in de maintenancesector en bij maintenance in de diverse productiebedrijven in de regio zal de sector een grote stap laten maken. Binnen het mkb is deze manier van onderhoud nog geen gemeengoed en het zal de internationale concurrentiekracht van de sector versterken. ●
Maintenance september ‘13
34_35__24_artikel_zw.indd 35
35
10-09-13 13:24
Hoe vaak komt het niet voor dat een klant een wens heeft, een ontwikkelteam aan de slag gaat en vervolgens met een product komt waar de klant niets mee kan. Een Sprint Cyclus voorkomt ruis in ontwikkelprojecten door intensieve communicatie en constante terugkoppeling naar de begineisen. Ook niet onbelangrijk: ze kosten veel minder tijd. DI-WCM heeft nu een viertal projecten aangewezen als sprintproject. Kwartiermaker Patrick Essers licht ze toe.
World Class Maintenance gedreven door innovatie De industrie staat steeds prominenter op de politieke kaart als drijfveer voor de economie. De Nederlandse industrie heeft het echter niet gemakkelijk. Vergeleken met de Verenigde Staten kampen we met hoge energiekosten en vergeleken met bijvoorbeeld China zijn de loonkosten hoog. Daar komt bij dat die dure arbeiders ook nog steeds schaarser worden dankzij de vergrijzing en ontgroening. We heb-
ben één groot voordeel en dat is dat we veel geïnvesteerd vermogen hebben dat economisch grotendeels is afgeschreven, maar technisch nog prima functioneert. Dat gegeven zorgt wel gelijk voor een uitdaging, want een groot deel van die kostbare assets is dertig tot zestig jaar oud. Een ander strategisch voordeel van de Nederlandse industrie is haar innovatievermogen. Met name de hightech industrie
floreert dankzij de hoge toegevoegde waarde die ze biedt. Om deze oude en nieuwe economie te laten floreren is onderhoud een belangrijke factor. De bestaande assets kunnen in conditie worden gehouden, zelfs met de beperkte mankracht die in de toekomst wordt verwacht, maar daarvoor is wel innovatie nodig. En om complexe machines die biotechnologie of nanotechnologie mogelijk maken optimaal te laten
Sprintprojecten DI-WCM heeft vier innovatieprojecten aangewezen die zich goed lenen voor een Sprint Cyclus:
Corrosie onder isolatie
In de procesindustrie is het borgen van de integriteit van de assets vanuit de optiek van het secureren van de license-to-operate van cruciaal belang. Daarnaast zijn de onderhoudskosten en het kapitaalbeslag dat nodig is om de integriteit van de assets te waarborgen zeer hoog. In het kader van bovenstaande is corrosie onder isolatie (COI) een van de meest bekende en omvangrijke faalmechanismen in de procesindustrie. De meest leidende vraagstukken zijn het begrijpen van de bron van COI, voorkomen van COI (ontwerp), detectie COI, bescherming tegen COI (bestaande installaties), beheersen faalgedrag COI. Daarnaast: kostenbeheersing (derving en kosten), integriteitsbeheersing, (her)kennen van de potentiële waarde van beheersing door bundeling van kennis en standaardisatie van aanpak.
Werkstroombeheersing en administratieve processen
In dit project onderzoekt men de stroomlijning en kwaliteitsverbetering van administratieve werkprocessen. Hands on Tool Time-metingen ( HoTT) geven daarbij inzicht in de hoeveelheid tijd die monteurs daadwerkelijk aan hun primaire taken besteden. Verbeteringen zitten onder andere in mobiele oplossingen.
36
Ook kijkt men naar kwaliteitsbeheersing en administratieve processen in relatie tot onderhoudskwaliteit. Andere onderwerpen die binnen dit innovatiecluster worden behandeld zijn automatisering, digitalisering en standaardisering van onderhoudsprocessen onder andere via augmented reality of virtual reality-oplossingen.
Maintenance-concepten en contracting
Het innovatieproject maintenance-concepten en contracting kijkt naar welke maintenance-concepten het beste aansluiten bij welke assets en hoe het onderhoud het beste kan worden uitbesteed. Maar ook zaken als stopmanagement, zowel de organisatorische aspecten als ketenoptimalisatie, worden in dit project onderzocht.
Dynamische onderhoudsplanning
Met condition based maintenance (CBM) en condition based logistics in combinatie met langetermijnonderhoudsstrategieën en degradatiemodellen kan de onderhoudsplanning dynamischer worden dan de gebruikelijke onderhoudsroutines nu toelaten. Door meer interactie tussen operatie en onderhoud in combinatie met predictive maintenance kan het onderhoud worden uitgevoerd wanneer het daadwerkelijk nodig is of wanneer dat het beste uitkomt in de planning.
Maintenance september ‘13
36_37__19_artikel_bl.indd 36
10-09-13 13:24
FOTO: Fraunhofer
Innovatienetwerk
DI-WCM begeleidt vier sprintprojecten, waarbij ontwikkeling van innovatie versneld worden door het leggen van verbanden tussen bedrijven en kennisinstituten. Corrosie onder isolatie is een van de thema’s.
presteren gedurende hun gehele levenscyclus is innovatie ook essentieel. DI-WCM ziet het als haar opdracht om de industrie in zijn strategische doelen te ondersteunen. Als innovatie-incubator koppelt men partijen die worstelen met een probleem aan ondernemers, wetenschappers of andere kennisinstituten die dat probleem kunnen oplossen. Netwerk Patrick Essers is kwartiermaker bij DIWCM en momenteel zet hij de basis op voor het innovatienetwerk dat maintenance naar een niveau hoger moet tillen. ‘We investeerden al veel tijd en geld in innovatietrajecten’, zegt Essers. ‘We denken echter dat we een nieuwe vorm hebben gevonden die beter aansluit bij de huidige behoefte aan een snelle implementatie van innovatie. De onderzoeksprojecten die we in het verleden uitvoerden, duurden vaak zo’n drie, vier jaar of zelfs langer. Het is voor bedrijven soms best lastig om zich voor zo’n lange tijd te committeren aan een project. We kiezen nu voor kortere trajecten met een looptijd van zo’n vier tot zes maanden waarin we zeer intensief communiceren en tussentijdse resultaten toetsen aan de oorspronkelijke opdracht.’ De projecten volgen de werkwijze van de zogenaamde Scrum Sprint Cyclus. Van origine is Scrum een raamwerk voor flexibel management van softwareontwikkeling. Maar de methode past ook heel goed in andere innovatieprojecten. Essers: ‘Hoe vaak komt het niet voor dat een klant een
wens heeft, een ontwikkelteam aan de slag gaat en vervolgens met een product komt waar de klant niets mee kan. Juist om dat te voorkomen, zitten in de Sprint Cyclus regelmatig terugkoppelmomenten waarbij leden van het team steeds weer teruggaan naar de basisvraag: is dit de functionaliteit die we nodig hebben?’ Uitgangspunt van een project zijn de functionele eisen, met daaraan gekoppeld een prioriteitenlijst. Die functionele eisen worden weer opgedeeld in kleinere taken die worden uitgevoerd tijdens een sprint. En, ook niet onbelangrijk, als men klaar is met zo’n sprint, volgt een demonstratie van de werking ervan. Partners Hoe bedrijven participeren, is afhankelijk van het soort partnership dat ze aangaan met DI-WCM. ‘We moeten in 2015 financieel op eigen benen staan’, zegt Essers, ‘en zullen daarvoor met partners gaan werken. Het idee is om met een partnerstructuur te werken met vier niveaus. Een bronspartner committeert zich aan DI-WCM en krijgt daarvoor onder andere informatie via het magazine, een uitnodiging voor het jaarcongres en andere meer inhoudelijke bijeenkomsten. Een zilverpartner is een mkb-bedrijf dat weliswaar niet participeert in innovatieprojecten, maar wel toegang krijgt tot de specifieke projectinformatie. Vanaf een gouden lidmaatschap gaan partijen ook actief participeren in de onderzoekstrajecten. Ze betalen daarvoor een vast bedrag
per jaar, en kunnen een groot gedeelte van dat bedrag terugverdienen door hun bijdrage aan de onderzoeksprojecten. Ook dit lidmaatschap zal voornamelijk interessant zijn voor het midden- en kleinbedrijf. Het vierde niveau, platina, is voorbehouden aan grote bedrijven met veel onderzoeksvragen, die daarnaast een leidende rol willen aannemen in de innovatieprojecten. Zij zijn de stuwende kracht achter de strategische innovatie-agenda die door DI-WCM samen met de industrie en kennisinstellingen wordt gedefinieerd. Inmiddels hebben al vijf partners (NedTrain, PDM, Sitech Services, SPIE Nederland en Stork Technical Services) een letter of intent ondertekend, en zijn de eerste vier projecten aangewezen waar we tijd en geld in gaan steken’, zegt Essers. ‘Neem het project corrosie onder isolatie. We zoeken naar nieuwe inspectietechnieken die de inspecties vereenvoudigen. Maar technieken die corrosie voorkomen of alternatieve materialen die niet corroderen kunnen uiteraard ook bijdragen aan het einddoel om corrosie onder isolatie onder controle te houden. Natuurlijk is hier al eerder onderzoek naar gedaan en we betrekken dan ook partijen erbij die hier al ervaring mee hebben. Uiteindelijk stellen we een team samen dat duidelijke einddoelen definieert en vervolgens zeer gefocust aan delen van het probleem werkt. De communicatie zal daarbij intensief zijn. Gelukkig helpen de moderne communicatiemiddelen de snelheid erin te houden bij dit soort projecten.’ ●
Maintenance september ‘13
36_37__19_artikel_bl.indd 37
37
10-09-13 13:24
Europabreed wordt de industrie in meerdere landen geconfronteerd met dezelfde personele problemen. Waarom dan niet samen zoeken naar oplossingen? Helaas blijkt dit in de praktijk niet zo makkelijk. De fysieke grenzen mogen dan wel weg zijn, de markten zijn niet altijd direct verenigbaar. Het project More4Core wil de Europese innovatieactiviteiten bundelen en samenwerking stimuleren.
Samenwerking Europa voor aantrekkelijk onderhoud Afgelopen stopseizoen werd weer pijnlijk duidelijk hoe de Nederlandse onderhoudsmarkt onder druk staat. De contractors konden het werk maar net aan en leunden stevig op tijdelijke krachten uit diverse Europese landen. En dat in een periode van laagconjunctuur. Op het moment dat de economie weer een stijgende lijn gaat vertonen, zullen de asset-intensieve bedrijven de druk van de vergrijzende arbeidsbevolking nog meer voelen. De oplossingen klinken voor de hand liggend: meer arbeidsmigranten, slimmer werken en meer jongeren motiveren voor een technisch beroep. De dagelijkse realiteit is iets complexer en laat zich niet zo eenvoudig sturen. Nederland staat niet alleen in deze uitdagingen; de demografische ontwikkelingen in heel Noordwest Europa gaan richting een bevolkingskrimp als gevolg van de vergrijzing en ontgroening met de daarbij horende uitdagingen. Ook in België, Duitsland en Frankrijk worden plannen gesmeed om de industrie weer aantrekkelijk te maken en de onderhoudsmarkt efficiënter te laten werken. Om die activiteiten te bundelen, om van elkaar te leren en om vergelijkbare problemen gezamenlijk aan te pakken, riep de Brabantse OntwikkelingsMaatschappij (BOM) het More4Core-project in het leven. Met ondersteuning van de Europese Unie werken DI-WCM (Nederland), MEC (Nederland), BEMAS (België), AFIM (Frankrijk) en WVIS (Duitsland) samen om onderhoud in Europa steviger op de kaart te zetten. Ook de European Federation of National Maintenance Societies (EFNMS) kon hierbij uiteraard niet ontbreken. Integratie, innovatie en mobiliteit Kort gezegd richt het samenwerkingsverband zich op het verbeteren van marktintegratie, arbeidsmobiliteit en innovatie in de markt van onderhoud en revisie om zo de effectiviteit van deze groeiende bedrijfstak
38
te vergroten. Om die ambities in te vullen is een zestal werkpakketten samengesteld. Coen Sanderink van de BOM en Wim Vancauwenberghe, voorzitter van de Belgian Maintenance Association (BEMAS), geven tekst en uitleg over het Europese samenwerkingsproject. Vancauwenberghe: ‘Onze regering heeft, net als andere Europese regeringen, de industrie als een belangrijke economische sector aangewezen. Men is het er wel over eens dat we het in Europa niet gaan redden met enkel dienstverlening. Daarmee komen we wel voor een aantal uitdagingen te staan. Allereerst investeert de industrie momenteel weinig in nieuwe installaties en bovendien zijn de huidige installaties snel aan het verouderen. De opkomende economische machten in de BRIC-landen zetten de Europese industrie op een achterstand doordat zij lagere loonkosten en vaak ook lagere energieprijzen kennen. Hier kunnen we enkel een antwoord op geven door energie-efficiëntie en een hogere arbeidsproductiviteit.’ Hoe productief Europese landen ook zijn, er moeten genoeg gekwalificeerde mensen zijn om het werk uit te voeren. Vancauwenberghe: ‘In België is onderhoud als knelpuntberoep aangewezen. Dit wil zeggen dat serieuze tekorten dreigen met grote gevolgen voor onze economie. Ook wij zoeken technisch geschoold personeel uit onder meer Oost-Europa om ons te helpen bij het halen van onze ambities. Tegelijkertijd proberen we de jeugd te motiveren om te kiezen voor een baan in onze sector. We kunnen volgens mij veel bijleren van de andere aangesloten brancheverenigingen. Als we de problemen in Europa gezamenlijk aanpakken, kunnen we meer bereiken dan alleen.’ Overleg professionaliseren Het eerste werkpakket van het More4Core-project concentreert zich dan ook op de Europese politiek. Sanderink: ‘We willen
simpel gezegd dat de onderhoudswereld beter gehoord wordt bij politieke beslissingen. We denken dat te kunnen doen door het opzetten van een zogenaamd triple helix-overleg tussen bedrijfsleven, politiek en onderwijs en onderzoeksinstellingen. Als de politiek de industrie daadwerkelijk serieus neemt, is het verstandig om de onderhoudsbranche te betrekken bij politieke beslissingen. Om alle stakeholders in het traject te betrekken, stellen we advisory boards samen voor de werkpakketten 1, 2, 3 en 6. Voor het slagen daarvan is het belangrijk dat daarin de industrie op CEOniveau is vertegenwoordigd, maar ook de regionale en landelijke politiek speelt een belangrijke rol aangezien ze de gekozen strategie kan omzetten in beleid. Tot slot kunnen ook de wetenschappelijke instituten en het onderwijs niet ontbreken omdat die een belangrijke rol spelen in innovatietrajecten. Uiteindelijk is het wel de bedoeling dat die innovaties snel in het bedrijfsleven landen en daarmee is de cirkel weer rond.’ Hoewel de deelnemende partners het met elkaar eens zijn dat de maintenancebranche onder druk staat, wil men ook kwantitatief weten hoe groot het probleem nu echt is en wat de economische impact van onderhoud is op de Europese industrie. Het tweede werkpakket zal dit deel voor zijn rekening nemen. Sanderink: ‘Er is eerst een tender uitgeschreven om de methodologie vast te leggen aan de hand van microstudies. Nu wordt een uniforme vragenlijst samengesteld met vaste templates. Hierdoor is het voor het eerst mogelijk om de prestaties van individuele landen met elkaar te vergelijken.’ ‘Eigenlijk gaat het om twee niveaus die we willen meten’, zegt Vancauwenberghe. ‘We kijken eerst naar de individuele landen en extrapoleren dat op macroniveau naar de Europese markt. Allereerst willen we weten wat de huidige staat van de assets
Maintenance september ‘13
38_39__17_artikel_gr.indd 38
10-09-13 13:24
Arbeidsmarkt
r in de West-Europese landen is. Wat is het geïnvesteerd vermogen en hoe presteren de installaties? Hoe groot is de kennis over professioneel assetmanagement en hoeveel geeft men gemiddeld uit aan onderhoud? Als die cijfers bekend zijn, kun je ook het verbeterpotentieel aanduiden en daarmee concrete routes uitstippelen voor bijvoorbeeld innovatietrajecten of arbeidsmobiliteitprojecten. Op microniveau zou je dan weer kunnen kijken naar benchmarks of het delen van best practices.’ ‘Je ziet al heel snel waar de schoen wringt’, vult Sanderink nog aan. ‘Zo kunnen grote bedrijven bijvoorbeeld vaak nog wel nieuw personeel aan zich binden terwijl juist de kleinere spelers meer moeite hebben om nieuw talent te werven. Als die cijfers bekend zijn, kun je heel gericht campagne voeren.’ Op het gebied van innovatie kunnen de vier deelnemende landen nog veel van elkaar leren. Van Cauwenberghe: ‘Ook hier zullen we eerst moeten inventariseren welke innovatietrajecten er al bestaan om daarna te kijken of we onderzoek kunnen bundelen of onderzoeksresultaten met elkaar kunnen delen. Dat hoeven overigens niet altijd technische innovaties te zijn. Het zou ook kunnen gaan om bijvoorbeeld optimalisatie van shutdowns, om maar iets te noemen.’ Europese arbeidsmobiliteit In werkpakket vier kijkt men naar de mobiliteit van werknemers. Een deel van de oplossing voor het tekort aan technici zit in de arbeidsmobiliteit. Polen, Bulgaren, maar ook Spanjaarden of Portugezen zijn vaak goed technisch opgeleid en zitten te springen om werk. Tegelijkertijd brengt dit echter ook een probleem met zich mee omdat de competenties van die medewerkers niet altijd even duidelijk zijn. ‘Als opdrachtgever wil je toch weten wat voor vlees je in de kuip hebt’, zegt Vancau-
wenberghe. ‘Het idee is dan ook om een Europees skills-paspoort in het leven te roepen waarin gevalideerde competenties zijn opgenomen. Daaraan kun je een heel traject koppelen om competenties te valideren: de combinatie van kennis, vaardigheden, maturiteit en attitude. Uiteindelijk is het de bedoeling de structuur zo op te zetten dat deze aansluit op de Europass-portefeuille. Zo spreken we één Europese taal die iedereen begrijpt.’ Personen kunnen op meerdere manieren kennis verwerven: door formele opleidingen, maar ook bijvoorbeeld door bedrijfsopleidingen te volgen. Daarnaast bouwen ze gedurende hun loopbaan vanzelfsprekend ook praktijkervaring op. Vancauwenberghe: ‘Een opdrachtgever moet uiteindelijk weten of iemand bijvoorbeeld een lager kan vervangen, maar ook of hij ervaring heeft met standaardlagers of met grote specialistische lagers. Daarbij zou je ook op een abstracter niveau moeten weten welke competenties nodig zijn voor bijvoorbeeld een shutdown engineer of een werkvoorbereider. Als die competenties duidelijk zijn, kun je daarvoor mensen accrediteren en weten opdrachtgevers zeker dat iemand een taak aankan.’ Harmonisatie regelgeving De marktintegratie wil men ook op andere niveaus verbeteren. ‘Wet- en regelgeving leggen nog wel eens barrières op voor de arbeidsmobiliteit bijvoorbeeld. Ook nationale normen en standaarden verschillen vaak en kunnen soms zelfs conflicteren. Een eerste doel is om een overzicht te krijgen van die talloze wetten, regels, normen en standaarden om vervolgens te kijken welke conflicten de grootste beperkingen met zich meebrengen. Vervolgens zullen we proberen Noordwest-Europa via standaardinstituten of regelgevers te harmoniseren. Het vijfde werkpakket richt
zich op die taak en we zullen daarbij ook een leveranciersgids samenstellen die geclassificeerd toont welke partijen welke onderhoudsdiensten kunnen leveren.’ Inzichten verspreiden De inspanningen die de gezamenlijke belangenverenigingen doen, moeten uiteraard langer effect hebben dan de duurtijd van het project. Het zesde en laatste werkpakket zorgt ervoor dat de onderzoeksresultaten tot concrete acties leiden en dat de resultaten worden gedeeld met de politiek, onderwijs en het bedrijfsleven. Vancauwenberghe: ‘De Europese maintenance, repair and overhaul-sector (MRO) levert een belangrijke bijdrage aan de wederopleving van de industrie in ons deel van de wereld. Zo zijn er zijn kansen voor de hightechindustrie, nanotechnologie en bio-based producten. Om dat mogelijk te maken is innovatie en hoog kwalitatieve techniek nodig. Deze techniek moet uiteindelijk ook wel vertaald worden naar het veld en onder alle omstandigheden blijven presteren.’ Sanderink benadrukt dat er al een Europese koepelorganisatie is die het lobbywerk voor de MRO-sector kan uitvoeren. ‘De EFNMS heeft wel de potentie van een lobbyorganisatie, maar momenteel nog iets te weinig slagkracht. Met het More4Core-project hopen we ze wat steviger in het zadel te tillen. Dat betekent ook dat EFNMS een permanente statuur krijgt. Het is tenslotte de bedoeling dat we de onderzoeken niet eenmalig uitvoeren, maar dat ze herhaald worden als graadmeter voor verbeteringen.’ Het tijdspad is inmiddels ook duidelijk. ‘In september zijn we begonnen met het versturen van de enquêtes voor de benchmark’, zegt Sanderink. ‘We verwachten dan in maart de eerste resultaten te kunnen bespreken. De studie zal worden gepresenteerd tijdens het EFNMS Congres dat in mei wordt georganiseerd.’ ●
Maintenance september ‘13
38_39__17_artikel_gr.indd 39
39
10-09-13 13:24
SMIT
De beste banen voor bèta’s
BETABANEN.nl is de vacaturesite voor hoogopgeleide technici en andere bèta’s. Op BETABANEN.nl vind je banen in techniek, (bio)chemie en procestechnologie en de maritieme sector. Van researchers tot commercieel medewerkers, van chemici tot bètadocenten, van labmedewerkers tot ingenieurs, en van starter tot leidinggevende functies. Op de grote jobboards raak je vaak de weg kwijt in een oerwoud van aanbod. Bij BETABANEN.nl vind je alleen actuele vacatures die binnen jouw domein vallen, een snel en helder zoekfilter en de op maat e-mailservice. Maak voor meer gemak een zoekprofiel aan en ontvang wekelijks een vacaturemail met de banen die aan jouw persoonlijke zoekprofiel voldoen. Ga naar www.betabanen.nl/accountaanmaken.
Partners:
Beta_Bbanen 190x259mm 2011.indd 1
40_betapublishers.indd 1
06-06-11 10:01
10-09-13 08:34
Profion Maintenance Linqs Innovatie kan Nederlandse bedrijven helpen om voor te blijven lopen op de Europese en globale competitie. Denk aan innovatie in producten, productieprocessen en dienstverlening. De vraag is of er ook echt animo is voor die vernieuwing. Houdt de economische situatie innovaties tegen of is het juist de perfecte schrale voedingsbodem waardoor de beste ideeën overleven? Zien de bedrijven in Nederland kansen genoeg om te verbeteren of behouden we de schijnbaar veilige status quo?
Return on Innovation Als de mogelijkheid zich aanbiedt om iets sneller, veiliger, efficiënter of gewoon beter te doen, dan zou je verwachten dat die kans wordt aangegrepen. Toch is innoveren van processen of producten soms lastig. De tweede editie van Profion Maintenance Linqs in 2013 staat in het teken van rendement op innovatie. Specialisten en stakeholders uit de industrie praten met elkaar en het publiek over kansen, vernieuwingen en remmingen om innovaties door te voeren in processen en bedrijfsvoering. Sprekers en publiek delen hun ervaringen en discussiëren over de Return on Innovation Trendbreuk Bij de productielocaties van LyondellBasell is de beschikbaarheid van de installaties op de Maasvlakte en de Theemsweg hoog. De mensen van de maintenanceafdelingen werken er hard aan om dat zo te houden. Toch bleek na een gedetailleerde studie naar de KPI’s van het onderhoudsproces dat bijvoorbeeld de doorlooptijd van orders en
Het blijkt eens te meer dat het veranderen van processen vooral afhangt van de inzet en commitment van mensen. de kosten van het onderhoud een trendbreuk vertoonden met eerdere jaren. JanWillem van der Voordt kreeg als Maintenance Supervisor Static & Civil de opdracht om de oorzaak en een oplossing te zoeken. Van der Voordt analyseerde de processen en de meetpunten en keek ook naar de terugkoppeling tussen de verschillende afdelingen en externe partijen. Daaruit bleek dat na de reorganisatie van de bedrijfsvoering van enkele jaren terug, de structuur in de processen drastisch was veranderd. De systemen die zijn opgezet voor het onderhouden van de installaties, werden niet volledig
ingezet. Dat gold zowel voor de werkprocessen als ondersteunende tools. Met hulp van een consultant heeft Van der Voordt de processen in beeld gebracht, is de monitoring op voortgang en uitvoering versterkt en is de lus tussen het veld en de werkvoorbereiding gesloten. Sinds februari 2013 wordt aan een aantal verbetergebieden gewerkt en is een verandering in de KPI’s goed zichtbaar. Maar het gaat niet vanzelf. Het blijkt eens te meer dat het veranderen van processen vooral afhangt van de inzet en commitment van mensen. Van der Voordt: ‘Je hebt altijd karrentrekkers nodig om een verandering door te voeren.’ De Return on Innovation begint te komen. Met steun van de directie en met meetbare resultaten wordt de binding van de collega’s met de nieuwe manier van werken al sterker. Laboratorium Voor het vernieuwen van producten en productieprocessen is energie nodig. Karin Husmann is directeur van Plant One, de testfaciliteit voor duurzame procestechnologie in de regio Rijnmond. Het bedrijf vult het gat tussen laboratorium en full scale productie en is zo een belangrijke schakel om innovaties op kleine schaal te vertalen naar daadwerkelijk gebruik in productiefaciliteiten.
De variabelen voor dit soort verbeteringen zijn gunstig. Het overheidsbeleid rond de topsectoren en stimulering vanuit bijvoorbeeld het ISPT bieden een gezonde voedingsbodem voor innovaties in verduurzaming van de procesindustrie. Een goede infrastructuur en hoge mate van beschikbare kennis dragen bovendien bij aan een sterke keten om nieuwe producten te maken, in te zetten en te verwaarden. Wat bepaalt de keuze om te behouden of om ook echt te gaan innoveren? Karin Husmann deelt op 26 september in Plant One haar ervaring met innovaties en het rendement op de inspanningen. Ook JanWillem van der Voordt zal zijn ervaring over de Return on Innovation bij de beheersprocessen bij LyondellBasell delen tijdens Profion Maintenance Linqs in Plant One. ●
Meer weten? De Profion Maintenance Linqsbijeenkomst van 26 september wordt gehouden op Plant One in de Rotterdamse Botlek. Meer informatie over de inhoud en aanmelding vindt u hier: www.industrielinqs.nl/pml
Maintenance september ‘13
41__25_artikel_bl.indd 41
41
10-09-13 13:24
Agenda SEPTEMBER 25 september – iMaintain Prestatie management
Prestatiemanagement vertaalt de visie, missie en strategie van een project, team of organisatie naar succesfactoren en acties. Goed prestatiemanagement heeft positieve effecten op de totale keten van assetmanager tot toeleverancier. Dit blijkt onder meer uit de Suto Benchmark 2013. Deze resultaten staan centraal tijdens het congres Prestatiemanagement CaleidoSCOOP! Meer informatie op: www.imaintain.info/prestatie
26 september – Profion Maintenance Linqs
Profion Maintenance Linqs staat dit keer in het teken van innovatie. Specialisten en stakeholders uit de industrie praten met elkaar en het publiek over kansen, vernieuwingen en remmingen om innovaties door te voeren in processen en bedrijfsvoering. Uw aandacht en inbreng zorgen dat de discussie compleet wordt gevoerd. Meer informatie op: www.industrielinqs.nl/pml
30 september t/m 4 oktober Elektrotechniek 2013
Op deze vakbeurs in de Jaarbeurs Utrecht vindt u de nieuwste systemen, technologieën en producten uit de complete elektrotechnische branche. Meer informatie op: www.elektrotechniek-online.nl
OKTOBER 1 oktober Werk uzelf uit de crisis met Opera tional Excellence
Profion, VOMI en DI-WCM organiseren de themabijeenkomst ‘Werk uzelf uit de crisis met Operational Excellence’. De bijeenkomst is van 14.30
42
25-09-2013 t/m 12-12-2013
tot 17.30 uur bij de vereniging FMW-CWM, Boerhaavelaan 40, Zoetermeer. Meer informatie op: www.profion.nl en www. worldclassmaintenance.com
2 oktober Nationale Industriedebat
SIC organiseert in samenwerking met Techniek Talent.Nu en VNU Exhibitions Europe het vierde Nationale Industriedebat in de Jaarbeurs in Utrecht. Het thema is deze keer ‘Samen Toekomst maken met Techniek’. Meer informatie op: www.industriebeleid.nl/ natdebat.html
Meer informatie op: http://seminars.amccentre.nl
NOVEMBER
10 oktober MKB innoveert voor de proces industrie
13 en 14 november – Opslagtanks 2013
Op 10 oktober organiseert het Kennis-en Innovatie Centrum (Ki<) in samenwerking met Syntens een evenement dat als doel heeft een brug te slaan tussen de grote industriële ondernemingen en innovatieve mkb’ers van in en buiten de regio. Het evenement vindt plaats bij het Biobase Training Centrum Europe in Terneuzen. Meer informatie op: www. maintenancevaluepark.com
2 en 3 oktober Pumps & Valves 2013 & Solids
11 en 12 oktober – Noordzeedagen
De Nederlandse vakbeurs voor technologie & innovatie in industriële pompen, kleppen en afsluiters in combinatie met de beurs Solids. Op woensdag 2 en donderdag 3 oktober vindt de tweede editie van Pumps & Valves plaats in Ahoy Rotterdam.
Het thema van de Noordzeedagen is ‘Maritieme activiteiten in een ecologisch duurzame Noordzee’. Het thema begint met maritiem en eindigt met (hoe kan het anders) Noordzee. Het geeft aan dat het om een trend gaat die niet te stuiten is; we gaan de zee meer en meer gebruiken voor bestaande en nieuwe economieën en toepassingen.
Meer informatie op: www.easyfairs.com
3 oktober – Kunstwerken in de Waterbouw
Zorg voor efficiënt beheer en onderhoud van uw waterbouwkundige kunstwerken. Tijdens de tweede editie van de conferentie Kunstwerken in de Waterbouw wordt u binnen één dag volledig op de hoogte gesteld van de laatste ontwikkelingen op het gebied van beheer van natte infrastructuur. Leer van interessante praktijkcases en ga tijdens de interactieve thematafelsessies in discussie met uw vakgenoten. Meer informatie op: www. iir.nl/kunstwerkenwaterbouw
10 oktober AMC Seminar
Het Asset Management Centre uit Den Helder organiseert voor de elfde keer het jaarlijkse AMC Seminar in Amersfoort. Dit jaar staat het seminar in het teken van ‘Get Practiced’.
Meer informatie op: www.noordzeedagen.nl
17 oktober The 2nd European Congress on Asset Management
Het thema is dit keer ‘Value creation by asset management’. Het congres wordt gehouden in Brussel. Meer informatie op: www.kpmg.com/be/en/ services/advisory/management-consulting/asset-management
Hoor hoe het staat met de daadwerkelijke veiligheidstoestand van tankterminals en krijg inzichten voor continue verbetering. Daarnaast hoort u van de nieuwe NEN-commissie voor herziening van de PGS 29 als eerste welke veranderingen u kunt verwachten. Meer informative op: www.iir.nl/tanks
14 november Symposium over berging
Op dit symposium hoort u alles over schepen in moeilijkheden en berging van schepen, scheepsladingen en andere verloren voorwerpen. Meer informatie op: www.intern.nhl.nl/ mail/20130711-vooraankondiging-symposiumnhlmcn/
28 november – iMaintain Infra
Het congres van vakblad iMaintain en de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud over infra-onderhoud. De dag wordt afgesloten met de verkiezing van het Infra Projectteam van 2013. Meer informatie op: www.imaintain.info/infra
DECEMBER 12 december – Watervisie
‘Focus on Innovation’, daar draait het vijfde jaarcongres van het Dutch Institute World Class Maintenance om. Als altijd wordt het congres gehouden in Breda. Daan Rosegaarde is een van de sprekers. Deelname op uitnodiging.
Een van de meest voorkomende elementen op aarde kun je moeilijk schaars noemen. Toch is water van levensbelang voor de industrie. Als grondstof, drager van warmte, koelmiddel of transportmedium voor afvalstromen wordt water veelvuldig ingezet. Welke waarde vertegenwoordigt water? Wat zijn voor de industrie de beste keuzes om water zo optimaal mogelijk in te zetten? Tijdens Watervisie 2013 belichten we de vele waardes van water.
Meer informatie op: www. worldclassmaintenance.com
Meer informatie op: www.watervisie.com
30 oktober – Jaarcongres DIWCM
Maintenance september ‘13
42__04_agenda.indd 42
10-09-13 13:24
The Power of Knowledge Engineering Delivering profit through reliability
•Asset Management •Global Maintenance Benchmarking •Maintenance Strategy Review (RCM) •Engineering Consultancy •Condition Based Maintenance •Spare Parts Optimization •Lubrication Management
43_skf.indd 1
10-09-13 08:34
ROB RUTJENS, MAINTENANCE VALUEPARK TERNEUZEN
Zeeland kent veel grote bedrijven, die hun oorsprong en voorsprong te danken hebben aan de strategische ligging in het Deltagebied. Vooral in het Sloegebied en de Kanaalzone zitten spelers van wereldformaat, met klinkende namen als Damen, Dow Benelux BV, Imtech, Cargill, Delta en Total. Samen vertegenwoordigen zij een bulk aan knowhow als het om maintenance gaat. Specifiek voor Zeeland is de kennis van maritieme installaties, maar ook van onderhoud in procesindustrie, chemie en energie. Want waar anders dan in Zeeland vind je zowel windturbines als een kolen- en kerncentrale?
Maintenance is een kansrijke sector voor Zeeland. Samen met Noord-Brabant en Limburg wil de Provincie Zeeland de stevige maintenancebasis de komende jaren uitbouwen. Daarom investeren we in goed onderwijs. Bij de Hogeschool Zeeland, University of Applied Sciences is dit jaar de International Maintenance Academy van start gegaan; ROC Westerschelde leidt jongeren op tot Maintenance Technician. Bovendien is er een Maintenance Value Park in Terneuzen, dat zorgt voor kruisbestuiving tussen onderwijs, overheid en ondernemers. Leerlingen gaan hier ervaring opdoen in een leer-werkplaats of een praktijk-oefeninstallatie. Zo werken we samen aan de toekomst van Zeeland.
^IXMRST QEMRXIRERGI adv maintenance v4.indd 1 44_provinciezeeland.indd 1
01-12-11 15:52 10-09-13 08:34