Maintenance
Nummer 21, december 2013
Magazine van DUTCH
01_01_cover.indd 1
INSTITUTE WORLD CLASS MAINTENANCE
Jaarcongres DI-WCM focust op innovatie WCM Infra haalt meer uit assets Dynamic RCM geeft grip op veranderende marktomstandigheden KI< slaat brug tussen mkb en asset owners
10-12-13 11:48
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN. • Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie geld verdienen? • Hoeveel kan onderhoud bijdragen aan het bedrijfsresultaat? • Wat is Excellent Onderhoud en hoe geef ik dit vorm?
EXTRA START HOOGEVEEN 25 MAART 2014
WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • Post-MBO Onderhoudstechniek • Post-HBO Onderhoudstechnologie • Post-HBO Onderhoud en Management • Master of Engineering in Maintenance & Asset Management
Start 1 oktober 2014 Start 2 oktober 2014 Start 2 oktober 2014 Start febr./sept. 2014
Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar
[email protected] of kijk op www.cvnt.nl.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
FC_A4(okt-2013)NEW.indd 1 02_HU.indd 1
27-11-13 12:27 11:23 09-12-13
Inhoud
12
Innovatie verlegt focus op toegevoegde waarde van maintenance De Nederlandse assets zijn verouderd, de concurrentie groeit en door een groeiende wereldbevolking neemt de druk toe op grondstoffen en energie. De enige troef die Nederland in handen heeft om deze uitdagingen het hoofd te bieden, is innovatie. Maintenance kan op dat gebied een sleutelrol spelen in de industriële keten. Op het DI-WCM Jaarcongres keken sprekers en publiek samen hoe onderhoud waarde kan toevoegen aan innovatie.
34
WCM Infra haalt meer uit assets Begin november werd tijdens de Innovatie-estafette in de Amsterdamse RAI het WCM Infra-project afgetrapt. Zeven partijen tekenden een intentieverklaring om in de komende twee jaar het beheer van onze infrastructuur naar world class-niveau te brengen, van asset owner tot dienstverlener en kennisinstelling. Elke partij brengt haar eigen perspectief en kennis mee om zo samen tot breed inzetbare innovaties te komen.
38
Grootste kraanschip ter wereld vraagt om onderhoud van wereldklasse Hoewel de Thialf vorig jaar nog in het droogdok lag, is het schip de komende twee en een half jaar alweer grotendeels volgeboekt. Het onderhoud wordt dan ook zoveel mogelijk tussen de opdrachten door uitgevoerd. Asset manager André Zijderveld weet het schip in topconditie te houden door een combinatie van maintenancetechnieken en veel creativiteit.
column Aad Veenman
18
Paul Rüpp
18
Bas Kimpel
41
Eugène de Roodt
41
17 19 20 22 23 24 26 28 31 33 37 40 43 44
On the spot: Verdienen met snelheid Instandhoudingsmanifest Dynamic RCM geeft grip op veranderende marktomstandigheden Asset management in een kenniseconomie Praktische handleidingen voor uw maintenance-vraagstukken Focus on Innovation De meerwaarde van het hoe en waarom lid worden van het ecosysteem WCM Waterschappen op zoek naar het ideale prestatiecontract Samenwerken, onderzoeken en sturen ISO 55000 geeft grip op asset management De reorganisatie van het LCW in een notendop Veiligheid Voorop De Order: Gigantische composiet sluisdeuren voor Wilhelminakanaal Brug tussen MKB en asset owners Maintenance december ‘13
03_03_inhoud.indd 3
3
10-12-13 11:48
HÉT JAARCONGRES VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VOOR DOELMATIG ONDERHOUD EN HET IMAINTAIN PLATFORM
Winst door netwerkeconomie multidisciplinaire, logistiek, kennis, winst, asset management,
on
samenwerking waardeketen, winst, samenwerken, pain&gain sharing, social return, ver 20 MAART 2014 • ROTTERDAM trouwen, consortium, kennisdeling, prestatiemanagement, winst, ervaring, de open innovatie. netwerkeconomie, logistiek, kennis, winst, asset agement, ontwikkeling, waardeketen, winst, samenwerken, pain&g sharing, social return, vertrouwen, consortium, kennisdelin prestatiemanagement, winst, ervaring, delen, open innovatie. netwe Voor wie is er winst te halen op iMaintain 2014? conomie, logistiek, kennis, winst, asset management, ontwikkeling, waar keten, winst, samenwerken, pain&gain sharing, social return, vertrouwen, co sortium, kennisdeling, prestatiemanagement, winst, ervaring, delen , open inn m er de datu e v r e s e R netwerkeconomie, logistiek, kennis, winst, asset management, on ling, waardeketen, winst, samenwerken, pain&gain sharing, social return, vertr keling,
Steeds meer bedrijven gaan terug naar hun ‘core competenties’. In de meest
Het avondprogramma is gereserveerd
primitieve vorm is het afstoten van niet-primaire bedrijfsprocessen daar een
voor de verkiezing van de Maintenance
verschijnsel van. In een meer geëvolueerde vorm ontstaan er samenwerkings-
Manager of the Year 2014
verbanden waarbij de disciplines van verschillende partijen elkaar aanvullen. Ieder doet waar hij goed in is, gezamenlijk wordt het best haalbare gerealiseerd. Deze relatief nieuwe manier van samenwerking vereist openheid en vertrouwen en biedt kans voor frisse inzichten, kennisdeling en winst!
Welke winst is haalbaar? En belangrijker nog; wat moet daar nog voor
Onderhoudsintensieve bedrijven en organisaties, aanbieders van onder-
gebeuren?
houdsdiensten, leveranciers van technologie en onderdelen op het gebied van onderhoud en overheden en kennisinstituten.
Tijdens iMaintain 2014, het jaarcongres van de NVDO en iMaintain, gaan specialisten en het publiek dieper in op de kansen die multidisciplinaire samenwerking biedt.
www.imaintain.info/winst Initiatiefnemers:
01_A4_iMaintain_2014.indd 2
Partners iMaintain Platform:
Leden iMaintain Platform:
10-12-13 11:24
editorial
Colofon Maintenance is een uitgave van het Dutch Institute World Class Maintenance. Voor meer informatie zie www.worldclassmaintenance.com Uitgever Industrielinqs pers en platform Mark Oosterveer
[email protected]
Redactie Rien Puyenbroek (Hoofdredacteur), Stefi Celie, Moniek Schoofs, David van Baarle, Pieter Pulleman, Mark Oosterveer, Inge Janse en Elise Quaden Redactieraad Rien Puyenbroek, Stefi Celie, Jan Slokkers, Cècely Loontjens, Stefan van Seters, Gerard Blom, Rutger van der Male, Jaap Heukelom, Chris Rijsdijk en Mark Oosterveer Redactieadres Dutch Institute World Class Maintenance Princenhagelaan 13 4813 DA Breda T. 076-5311090 E.
[email protected] Oplage 5.000 exemplaren Vormgeving Gabriele Köbbemann (Coverfoto: EO Railway) Traffic Breg Schoen Druk Veldhuis Media, Raalte Eindverantwoordelijke Lex Besselink Advertentieverkoop Jetvertising Rob Koppenol T. 070 3990000 E.
[email protected]
Mede mogelijk gemaakt door:
Dit project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) in het kader van OP-Zuid:
Maintenance Sense of urgency, doorpakken geblazen De laatste tijd word ik regelmatig geconfronteerd met en aangesproken op het belang van innovatie voor de langetermijnperspectieven van de Nederlandse economie en meer specifiek die voor de Nederlandse (maak)industrie. Met World Class Maintenance hebben we ons de afgelopen jaren ingezet om hier een behoorlijk steentje aan bij te dragen door crosssectorale innovatieprojecten te initiëren, te begeleiden en te zorgen dat de kennis hierover bekend werd gemaakt. Dat dit aardig is gelukt, blijkt uit het vertrouwen dat door het bedrijfsleven is uitgesproken in het onderzoek van Bicore naar de haalbaarheid van een DI-WCM van en voor het bedrijfsleven zonder subsidiegevers. Maar met het uitspreken van vertrouwen ben je er natuurlijk niet en nu gaat het erom of het bedrijfsleven wil investeren in een lidmaatschap en wil deelnemen aan de innovatieprojecten die we vervolgens samen gaan ontwikkelen en uitvoeren. Vijf ondernemingen zijn met pioniersgeest, innovatiegedreven en met het besef samen sterker te staan nu een overeenkomst met ons aangegaan. NedTrain, Sitech, SPIE, Stork Technical Services en Tata Steel hebben de eerste stap gezet, maar één zwaluw maakt nog geen zomer. We hebben medio 2015 minimaal vijftig leden nodig om van de lidmaatschapsgelden 75 procent te kunnen investeren in innovatieprojecten en kennisdisseminatie en het restant te gebruiken voor het organiserende team. Tijdens ons jaarcongres hebben we figuurlijk de bal in handen gegeven van de aanwezige ondernemingen om deze op te pakken en samen te gaan scoren. Daar moet nu van twee kanten werk van worden gemaakt. DI-WCM zal intensief de boer opgaan en bedrijven bezoeken, met een focus op asset owners, maintenance service providers en kennisinstellingen. Op basis van solide businesscases zullen wij inzichtelijk maken dat een lidmaatschap meer opbrengt dan het kost. Ook van de doelgroepen verwachten wij nu dat zij het uitgesproken vertrouwen waarmaken door lid te worden. Alleen sympathie betuigen, levert geen concrete innovaties op waarmee geld kan worden bespaard of verdiend. Kom dus met uw vragen, maintenanceproblemen en gezamenlijk gaan we op zoek naar innovatieve oplossingen. De sense of urgency om met innovaties nieuw elan in onze industrie te brengen is overal aanwezig, maar woorden omzetten in daden, lijkt meer moeite te kosten. Vandaar dat ik een appèl doe op alle ondernemingen en kennisinstellingen om met een relatief kleine investering maintenance op het niveau van wereldklasse te brengen en door te pakken met concrete innovaties. Wij zijn er klaar voor, u ook? Bel of mail ons dan en samen maken we er vervolgens een succesvol 2014 van! Ir. Lex Besselink Algemeen directeur DI-WCM
Maintenance december ‘13
05_02_colofon_editorial.indd 5
5
10-12-13 11:48
Nieuws
Het ABC van Maintenance Software Ze zijn vrij zeldzaam, auteurs die in het Nederlands schrijven voor een technisch publiek. En als het dan nog over onderhoud moet gaan, wordt het helemaal zoeken naar de spreekwoordelijke naald in de hooiberg. Geoffrey Wintraecken, specialist op het gebied van maintenancesoftware (CMMS), is een uitzondering. Zijn derde e-boek in een reeks van vier voor de technische dienst is verschenen onder de titel: ‘Het ABC van Maintenance Software deel 3: Het Selectieproject’. In dit e-boek neemt hij de lezer bij de hand om van uw selectieproject een succes te maken. Wintraecken: ‘De drijfveer om deze boekenreeks uit te geven is dat het merendeel van de implementaties van maintenancesoftware faalt. Een van de redenen is daarbij dat de selectie van de software niet voldoende aandacht krijgt door een structurele onderschatting van dergelijke
projecten. Het lijkt allemaal zo eenvoudig en simpel, maar door de hoeveelheid aan functies en de raakvlakken met verschillende afdelingen wordt zo’n project al snel onverwacht omvangrijk en complex.’ De softwarepakketselectiemethode die Wintraecken in zijn boek hanteert, kan de lezer als praktische leidraad gebruiken voor het kiezen van maintenancesoftware. Iedere fase van de selectieprocedure wordt voorafgegaan door een duidelijk activiteitenschema en vervolgens worden alle werkzaamheden per activiteit gedetailleerd beschreven. Dit boek is bedoeld voor allen die bij de selectie van (maintenance)software betrokken zijn. Ook voor hen die zich willen verdiepen in een gedetailleerde softwareselectiemethode, is het zonder meer een aanrader. Meer informatie van het e-book vindt u op de site www.td-it-consult.nl
Prof. Tiedo Tinga spreekt oratie uit over dynamisch onderhoud Het vakgebied onderhoud (of maintenance) gaat al lang niet meer alleen over vette handen en steeksleutels. Maintenance is bezig aan een flinke inhaalslag en staat bol van de innovaties. De behoefte aan academisch geschoold personeel is groot en wetenschappelijk onderzoek is van levensbelang. Dynamisch onderhoud zorgt voor grote besparingen in tijd en geld en overheid en industrie erkennen het belang ervan. Het onderzoek van UT-hoogleraar Tiedo Tinga vormt een belangrijke pijler op dit gebied. Tinga sprak onlangs zijn oratie uit. Alles waarmee we werken heeft onderhoud nodig. In het vakgebied vindt een belangrijke verschuiving plaats. Traditioneel preventief onderhoud (zeker aan kritische systemen) kost veel tijd en geld en vertroebelt het zicht op de daadwerkelijke veiligheid van een installatie. Dynamisch onderhoud is daarom de toekomst. In zijn inaugurele rede ‘De Dynamiek van Onderhoud’ ter aanvaarding van het ambt van hoogleraar aan de Universiteit Twente, geeft Tiedo Tinga de inhaalslag van het vakgebied duidelijk weer. Tinga: ‘Wat wij doen is het voorspelbaar maken van onderhoud. Door middel van fysische modellen voorspellen we wanneer systemen stuk gaan en dus wanneer onderhoud nodig is. Ook wel just-in-time-maintenance genoemd.’ Met de toename van alle innovaties binnen maintenance en de grote behoefte aan academisch personeel, stijgt ook de waardering voor het vakgebied. Op de Universiteit Twente wordt druk gewerkt aan een Masteropleiding. Sinds dit collegejaar bestaat er al een specialisatie binnen de Masters van de opleidingen Werktuigbouwkunde en Technische Bedrijfskunde (Maintenance Engineering en Operations). Ook activiteiten als een WCM Summerschool, die afgelopen zomer een groot succes was, moeten het tekort aan academisch personeel het hoofd bieden. Prof. Tiedo Tinga is sinds december 2012 deeltijdhoogleraar aan de Universiteit Twente. Daarnaast is hij universitair hoofddocent aan de Nederlandse Defensieacademie.
6
4Repair tekent intentieverklaring op Business Park Aviolanda 4Repair betrekt een deel van een nog te bouwen bedrijfsverzamelgebouw op Business Park Aviolanda. De directie van het reparatiebedrijf tekende hiervoor een intentieverklaring. 4Repair huurt de bedrijfsruimte voor structurele reparaties en modificaties van metalen en composieten vliegtuigonderdelen. ‘We zitten met deze nieuwe huisvesting dicht bij onze opdrachtgevers en we verwachten veel van de toekomstige samenwerking met andere luchtvaartgerelateerde bedrijven’, aldus Perry Clarijs van 4Repair. ‘Business Park Aviolanda is voor ons een soort marktplaats voor innovatieve bedrijven die actief zijn op het gebied van onderhoud en reparatie van vliegtuigen.’ Op Business Park Aviolanda kunnen bedrijven gebruikmaken van de kennis van aanwezige opleidingsinstituten en samenwerken met andere aanwezige luchtvaartgebonden bedrijven. Deze bedrijven hebben bovendien toegang tot de start- en landingsbaan van de militaire vliegbasis. Met de verhuur en verkoop van grond en gebouwen biedt het groeimogelijkheden aan luchtvaartgebonden ondernemingen. Rob Sturm van Business Park Aviolanda: ‘De komst van 4Repair is een waardevolle toevoeging voor het one-stop-shop vliegtuigonderhoudconcept dat Business Park Aviolanda hanteert.’
Maintenance december ‘13
06_7_8_9_10_11_05_nieuws.indd 6
10-12-13 13:52
Leuvense professor actualiseert handboek asset management Aan de Katholieke Universiteit Leuven (KUL) doceert en onderzoekt professor Liliane Pintelon maintenance asset management in een industriële context en medical (maintenance) logistics in een zorgcontext. Haar allereerste handboek Maintenance Decision Making uit 1995 wordt nu herschreven en geactualiseerd tot een nieuwe versie: ‘Asset management: The maintenance perspective’. In de eerste versie van het boek uit 1995, met een geactualiseerde uitgave in 2006, voorspelde zij dat onderhoud van puur technisch management zou uitgroeien tot een volwaardige managementfunctie. Pintelon stelt nu vast dat onderhoud een volwaardige managementfunctie is geworden, naast bijvoorbeeld productie of marketing, die luistert naar de naam onderhoudsmanagement of maintenance management - of nog recenter - (physical) asset management. Pintelon constateert ook dat er sinds 2006 geen echte grote veranderingen zijn te bespeuren, zoals TPM of RCM dat veroorzaakten in hun tijd. Er zijn wel wat uitbreidingen en accentverschuivingen naar meer operationele aspecten of beter verantwoorde risico-analyses. Wel ziet zij een snelle evolutie op het vlak van e-maintenance. E-maintenance in de brede zin van het woord, gaande van de datawarehouses waarop text mining kan worden toegepast om het kennisbeheer een boost te geven en waarop business intelligence kan worden losgelaten om betere storingsanalyses te kunnen doen tot het ‘echte’ e-maintenance, namelijk het prognostische installatiebeheer. Een ander vermeldenswaardige evolutie die Pintelon de afgelopen jaren heeft vastgesteld is de komst van PAS55, die binnenkort ISO 55000 wordt. Ook ziet zij nieuwe dingen die niet echt nieuw zijn, maar gewoon in een nieuwe verpakking worden aangeboden. Zo noemt zij 5S, dat zij kent uit TPM, maar nu in het ‘nieuwe’ pakket van Lean maintenance wordt aangeboden. Wat in de ogen van Pintelon wel extra potentieel heeft, is VSM (Value Stream Mapping). De toepassingen in een onderhoudscontext zijn echter nog zeldzaam. Hoewel voor de administratieve kant - zoals werkorderbeheer, spare parts management - dit wel een meerwaarde kan bieden.
Lijmacademie groeit Nu in december voor de vierde keer de opleiding tot European Adhesive Bonder (NIL/EWF 515-1 gecertificeerd) is gestart, illustreert dit de groeiende activiteiten van de in Gilze Rijen op Gate2 gevestigde Lijmacademie. De 40-urige opleiding, die deels in Gilze Rijen en deels in Rotterdam in samenwerking met RDM Campus wordt gegeven, trekt meer en meer belangstelling. In Gilze Rijen wordt nu verder hard gewerkt aan de realisatie van het nieuwe laboratorium van de Lijmacademie. Behalve oppervlaktebehandelingen, applicatiehulpmiddelen en QA-technieken, ligt het zwaartepunt op destructief onderzoek en versnelde verouderingstechnieken. Enkele hoofdcomponenten in het laboratorium zijn: Plasmatreat AD-Plasma, 20kN trekbanken en temperatuurkamer, Klimaatwisselkast, Zoutnevelkist en UV- & vochtverouderingsapparatuur. Tot slot wordt nu ook een opleiding volledig in eigen huis gegeven, de European Adhesive Specialist (NIL/EWF 516-1 gecertificeerd) start op 31 januari 2014. Deze 120-urige opleiding wordt nu voor de zesde keer gegeven en op vrijdag 27 juni 2014 afgerond met het NIL-examen. Meer informatie op: www.lijmacademie.nl
Top Safety Accreditatie voor CSi
Safecontractor (UK) heeft aan materials handling leverancier CSi industries uit Raamsdonksveer een accreditatie toegekend voor het bereiken van het hoogste niveau op het gebied van veiligheid en gezondheid. Safecontractor is een toonaangevend bedrijf dat accreditaties voor veiligheid en gezondheid toekent aan bedrijven in de industriële sector. Met 450 werknemers is CSi vooral actief in de product handling- en palletiseersector, waarbij het bedrijf gespecialiseerd is in de Fast Moving Consumer Goods (FMCG)industrie. Onder CSi’s klanten bevindt zich een groot aantal toonaangevende multinationals. De aanvraag van CSi voor een Safecontractor-accreditatie kwam voort uit de behoefte aan een uniforme standaard binnen het bedrijf. Bij het Safecontractor-concept ondergaan bedrijven een onderzoek waarbij alle veiligheids- en gezondheidsprocedures worden doorgelicht en het track record voor veilige uitvoering van de werkzaamheden wordt bekeken. De bedrijven die voldoen aan de hoge eisen worden opgenomen in een database, die via een website alleen toegankelijk is voor geregistreerde gebruikers. Meer dan 170 belangrijke ondernemingen in de UK, uit verschillende sectoren, hebben zich ingeschreven en maken gebruik van dit systeem bij de selectie van contractors voor diensten als bouw, reiniging, onderhoud, renovatie en elektrische of mechanische werkzaamheden. CSi is leider op het gebied van product handling aan het eind van de productie- en verpakkingslijn. Het levert een compleet pakket van initiële consultancy en ontwerp tot productie, assemblage, installatie en inbedrijfstelling. Bovendien levert CSi alle relevante services gedurende de totale levensduur van de installatie. CSi neemt een sterke marktpositie in, met een brede range aan klanten variërend van producenten van FMCG en distributiebedrijven tot bedrijven in de verpakkingsindustrie.
Maintenance december ‘13
06_7_8_9_10_11_05_nieuws.indd 7
7
10-12-13 13:52
Nieuws
Minister Asscher blij met indiening sectorplan procesindustrie De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Lodewijk Asscher, is blij dat sociale partners in de procesindustrie snel zijn gekomen met een voorstel voor een sectorplan voor de procesindustrie. Dit plan is begin november ingediend bij het ministerie door het Kenniscentrum PMLF in opdracht van de sociale partners in de procesindustrie AWVN, FNV, CNV Vakmensen en VNCI. Het sectorplan richt zich op het verminderen van de verwachte tekorten aan vakmensen, onder andere door het versneld opleiden met baangarantie van 200 jongeren en het creëren van 750 extra leerwerkbanen. Het verbeteren van de duurzame inzetbaarheid van medewerkers in de procesindustrie, bijvoorbeeld door middel van scholing voor 1000 medewerkers en het uitvoeren van loopbaan- en gezondheidschecks, is het tweede speerpunt van het sectorplan. Tot de procesindustrie behoren de brede chemische industrie, voedings- en genotmiddelenindustrie, tapijt- en textielindustrie,
Megaklus voor Maintenance Partners Op Brussels Airport werd in november een recordlading van 47.300 kilo afgehandeld. Het betrof een turbogeneratorrotor ter waarde van tien miljoen euro, die werd overgevlogen vanuit Mumbai. De generator kon in India niet gerepareerd worden. Het in Zwijndrecht gevestigde bedrijf Maintenance Partners kan dat wel. In de vestiging van Maintenance Partners zal een team van specialisten 75 dagen lang werken aan de reparatie van de rotor. ‘Dit is een uniek project waarbij we onze expertise op het gebied van elektrische herstellingen kunnen tonen’, verklaart Eddy Buysse van Maintenance Partners. De logistieke ondersteuning van het project was in handen van Silvertrans. De elf bij drie bij drie meter grote rotor werd overgevlogen in een Antonov-124 van de Russische maatschappij Polet Air. De Oekraïense AN-124 is het grootste commerciële vrachtvliegtuig ter wereld, met een commercieel gewicht van meer dan 120 ton. De toestellen worden enkel in charterverkeer ingezet.
8
papierindustrie, metallurgische industrie en bouwmaterialenindustrie. Ook de productie van energie en de afvalverwerking behoren tot de procesindustrie. Vanaf nu tot aan 2020 wordt er jaarlijks een tekort van 900 procesoperators (vaak ook VAPRO-operators genoemd) verwacht. CNV Vakmensen gaat de nieuwe werkne-
mers begeleiden in de startfase van hun carrière om het rendement van opleiden en betreden van de arbeidsmarkt succesvoller te maken. ‘De vakbond zal in de toekomst meer en meer partner en adviseur van werknemers worden, de chemie is een pilot’, aldus Henk van Beers, bestuurder CNV Vakmensen.
CE-markering metalen componenten verplicht Op 1 juli 2014 is de wettelijke verplichting om de CE-markering toe te passen voor metalen componenten volgens de norm EN 1090-1 een feit. Producenten van constructies uit staal en aluminium zijn vanaf dat moment verplicht om voor hun producten de EN 1090-normenreeks te volgen. Los van deze nieuwe wettelijke verplichting zullen ook opdrachtgevers de conformiteit met de normen EN 1090-1, EN 1090-2 en EN 1090-3 opleggen aan hun toeleveranciers, waaronder ook de coaters. Aluminium- en staalconstructeurs maar ook hun onderaannemers hebben er dan ook alle belang bij om te voldoen aan de technische eisen gesteld in deze normen, te beschikken over een kwaliteitssysteem en stappen te ondernemen tot het bekomen van certificatie volgens EN 1090-1. Deze CE-markering is het resultaat van enerzijds ‘goed werk’ en anderzijds een erkenning door een onafhankelijke instantie. De fabrikant moet de duurzaamheid, lees ook corrosiebescherming, van zijn product bewijzen. Oppervlaktebehandeling komt daarom in het vizier. VOM werkt samen met vakverenigingen Infosteelen Aluminium Center Belgium om het kader van de EN 1090/1 toe te lichten en om specifiek in te gaan op de impact van EN 1090/2 (Technische eisen voor staalconstructies) en EN 1090/3 (Technische eisen voor aluminiumconstructies) in relatie tot oppervlaktebehandeling. Meer informatie: Veerle Fincken, Program manager VOM vzw,
[email protected], www.vom.be
Maintenance december ‘13
06_7_8_9_10_11_05_nieuws.indd 8
10-12-13 13:52
BOM presenteert Onbemande Roadmap Remanufacturing vliegtuigen op koers De Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) heeft in november samen met haar partners, LIOF, Impuls, Syntens en HightechNL, in de Ontdekfabriek in Eindhoven een Roadmap met een duidelijke en overzichtelijke uiteenzetting van de kansen, barrières en complexiteiten van de remanufacturing-markt voor bedrijven in Zuid-Nederland gepresenteerd. Remanufacturing wordt steeds vaker een manier om geld te verdienen door gebruikte en deels verouderde machines bij klanten terug te halen om ze vervolgens te ‘herproduceren’: repareren, renoveren en waar zinvol opwaarderen tot een ‘as good as new’ status. Dit verlengt de levensduur van de machine en kan de inkomsten van producenten laten stijgen en biedt mogelijkheden om te verduurzamen en minder conjunctuurgevoelig te worden. Bij veel bedrijven worden remanufacturing-activiteiten nog niet optimaal benut, vanwege vooroordelen over hergebruik en onvoldoende zicht op de meerwaarde en potentie, maar er zijn diverse strategische argumenten om in remanufacturing te investeren, van veranderende klantenwensen en vergroting van inkomsten uit service en verbruiksartikelen tot aanscherping van wetgeving inzake milieu en energie (duurzaamheid). Begin 2013 is het Zuid-Nederlandse project ‘roadmap remanufacturing’ gestart met als doel dat meer bedrijven, zowel OEM’s als toeleverende bedrijven, aan de slag gaan met remanufacturing. De roadmap bevat: de inventarisatie van businesskansen van remanufacturing voor de maakindustrie in Zuid-Nederland, een uitwerking met voorbeelden hoe deze kansen kunnen worden benut door (toeleverende) bedrijven in Zuid-Nederland en een stappenplan bestaande uit concrete ontwikkelprojecten. Meer informatie: Coen Sanderink,
[email protected]
Nieuwe opleiding in maintenance In nauwe samenwerking zijn het Leeuwenborgh College, Proces Techniek Limburg en Goflex Young Professionals een BBL (leren en werken)-opleiding op het gebied van maintenance gestart. Nadat Proces Techniek Limburg (PTL) en Leeuwenborgh in 2011 gestart zijn met een BOL4 maintenanceopleiding, werd duidelijk dat dit onvoldoende instroom zou genereren. De bij PTL aangesloten bedrijven voorzien ernstige tekorten aan goed opgeleid onderhoudspersoneel voor de aankomende jaren en dus moeten er meer jongeren worden opgeleid. In Goflex, met ervaring in BBL-opleidingen in de maintenance, is een partner gevonden die dit traject kan invullen en faciliteren. Na een gezamenlijke werving en zorgvuldige selectie zijn vijftien leerlingen gestart met de niveau 3-opleiding Service Monteur Maintenance Elektrotechniek of Werktuigbouw op het Leeuwenborgh College. Tijdens het opleidingstraject, tot en met niveau 4 (Maintenance Technician), gaan de leerlingen één dag per week voor theorie naar het Leeuwenborgh en werken ze vier dagen per week bij de PTL-bedrijven zoals Sabic, Cofely, Sitech, Océ, Thomas Regout, Trespa en TATA. Ze worden ingezet als onderhoudsmonteur, servicemonteur of maintenance-technician, en daarbij begeleid door een coach van Goflex.
Het internationale project 3i van onder andere ontwikkelingsmaatschappij REWIN is goed op koers. Het project richt zich op het ontwerpen en bouwen van een onbemand vliegtuig (UAS) voor inzet boven zee. De bouw- en testfase van het prototype is inmiddels begonnen. Het prototype UAS is ontwikkeld door de TU Delft en de universiteit van Southampton. De onderdelen werden 3D geprint. De UAS heeft een spanwijdte van 3,74 meter en een lengte van 2,21 meter. De maximale snelheid is 133 kilometer per uur. Het kan ongeveer vijf uur vliegen en heeft een actieradius van vijfhonderd kilometer. In Engeland zijn al diverse testvluchten positief afgerond. In 2014 zullen er testvluchten in Nederland plaatsvinden. Digital & Media Solutions uit Oud Gastel is verantwoordelijk voor de bouw van het mobiele grondstation. Marcel Mattheijer, servicemanager en ICT-engineer van D&MS: ‘Achter in de bus worden twee stoelen ingebouwd, elk met toegang tot een touchscreen.’ De schermen hebben allebei een andere human interface die zijn ontwikkeld door de Franse engineers in samenwerking met de TU Delft. Mattheijer: ‘De linker interface richt zich op gebruiksvriendelijkheid, waardoor men eenvoudig in staat is de camera naar een gewenste locatie te sturen terwijl de vlieger altijd de eindcontrole behoudt. De implementatie van verschillende interfaces in het grondstation zal een bijdrage leveren aan het onderzoek naar mens-machine-interactie.’ Nu het project wat langer loopt tonen ook andere potentiële eindgebruikers interesse in het gebruik van UAS voor maritieme doeleinden. Stefan van Seters van REWIN West-Brabant: ‘We zijn in gesprek met nieuwe partners, zoals de brandweer, om een nieuw project op te starten voor het inzetten van UAS bij incidenten aan boord van vaartuigen. Er is inmiddels een aanvraag ingediend bij Interreg en we hopen snel op een positief antwoord.’
Maintenance december ‘13
06_7_8_9_10_11_05_nieuws.indd 9
9
10-12-13 13:52
Nieuws
Verduurzaming Westerscheldetunnel Maintenance krijgt vorm Steeds meer organisaties besteden aandacht aan duurzaamheid als onderdeel van het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarom is in het integrale onderhoudscontract van Westerscheldetunnel Maintenance een paragraaf gewijd aan duurzaamheid. Duurzaamheid als onderdeel van het contract heeft betrekking op hoe de uitvoerders hun verantwoordelijkheid nemen om het milieu zo min mogelijk te belasten. Denk daarbij aan transport, materialen en gereedschappen. Zo zijn er afspraken gemaakt om schade-
MNO Vervat is Infra Projectteam van het Jaar 2013
Het projectteam VOC van aannemer MNO Vervat is verkozen tot Infra Projectteam van het Jaar 2013. Het team dat zelf het innovatieve variabel onderhoudscontract (VOC) bedacht, werd voor zijn inspanning beloond met zowel de juryprijs als de publieksprijs. Na afloop van het iMaintain Infracongres dat de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) in samenwerking met Industrielinqs organiseerde op 28 november vond de spannende verkiezing van het Infra Projectteam van het Jaar 2013 plaats. Uit de vele inzendingen werden uiteindelijk twee projectteams genomineerd. Poort van Bunnik was een van de genomineerden, een samenwerking van BAM-bedrijven en Rijkswaterstaat. Het streed tegen het Variabel Onderhouds Contract (VOC) van MNO Vervat. VOC staat voor een nieuwe en innovatieve contractvorm voor het levensduurverlengend onderhoud van Rijkswegen. De jury heeft twee aspecten zwaar laten wegen. Ten eerste de teamprestatie. Ten tweede de innovatie. Hierin kwam MNO Vervat als winnaar uit de bus, ook bij de publieksprijs.
10
lijke emissies en afvalstromen, veroorzaakt door de onderhoudshandelingen, aanzienlijk te beperken, zelfs tot vijftig procent. Om dit te bereiken zijn maatregelen opgesteld. Onlangs zijn, tijdens een nachtelijke tunnelbuissluiting, twee ‘pilots’ uitgevoerd. Bij de eerste pilot zijn een tweetal elektrische scooters ingezet voor inspectiewerkzaamheden in plaats van voertuigen met een verbrandingsmotor. De inzet van de elektrische scooters levert niet alleen CO2- en geluidsreductie op maar is tevens handiger in het gebruik voor de service-technici. Het testen van diverse systemen in hulpposten en dwarsverbindingen verloopt veel efficiënter. Na evaluatie blijkt dat de inzet van deze elektrische scooters positief is bevallen. Een tweede pilot is het ‘tegelwassen’ van tegelwanden bij de in- en uitritzone van de tunnelbuis. Tijdens de onderhoudsafsluiting worden de tegelwanden gewassen door een speciale tegelwasmachine, gestationeerd in Amsterdam. Niet alleen het tegelwassen zelf maar ook de reisafstand AmsterdamWesterscheldetunnel en veroorzaakt
momenteel veel emissie. Onderzocht is of het handmatig wassen van de tegelwanden besparingen zou kunnen opleveren. Door te kiezen voor een lokaal bedrijf en handmatig schoonmaken en dit te vergelijken met de tegelwasmachine bleek dat een significante besparing mogelijk zou moeten zijn. Een eerste proef met betrekking tot deze pilot is inmiddels gunstig afgerond. Het werk kan binnen de gestelde tijd gerealiseerd worden met vergelijkbare kwaliteit.
KLM optimaliseert vliegtuigonderhoud met Novulo KLM Engineering & Maintenance heeft voor zijn vliegtuigonderhoud gekozen voor de software van Novulo. Hiervoor is een meerjarenovereenkomst gesloten waarbij de software geleidelijk in alle hangars van de KLM op Schiphol wordt uitgerold. KLM wil met de inzet van Novulo zijn vliegtuigonderhoud optimaliseren door integratie over alle hangars. KLM Engineering & Management is met ongeveer vijfduizend medewerkers één van de grootste aanbieders van vliegtuigonderhoud in Europa. Novulo heeft de afgelopen jaren al meerdere projecten voor KLM gerealiseerd, onder andere op het gebied van maintenancechecks, personeelsinzet en ondersteuning bij ploegendiensten. De huidige meerjarensamenwerking is gericht op de verdere implementatie van een geïntegreerd softwareplatform voor optimalisatie van het vliegtuigonderhoud over de verschillende business units (hangars). Het plannen van vliegtuigonderhoud is een complexe aangelegenheid waarbij het minimaliseren van de ‘expected time of return’ per vliegtuig het doel is. Factoren die van cruciaal belang zijn om deze tijd te minimaliseren zijn onder andere het planningsinterval, ongepland onderhoud, beschikbaarheid van benodigde materialen en beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel op het juiste moment. Logistieke algoritmes in het Novulo-platform zoals Maximum Matching zorgen ervoor dat planning van het personeel geoptimaliseerd wordt op basis van de beschikbare resources. Novulo wordt verantwoordelijk voor het optimaliseren van werkprocessen, het ontsluiten van data voor effectieve managementrapportages en het vergemakkelijken van taken op de werkvloer in het vliegtuigonderhoud bij KLM.
Maintenance december ‘13
06_7_8_9_10_11_05_nieuws.indd 10
10-12-13 13:52
Instroom maintenancestudenten groeit gestaag
De afgelopen jaren schrijven zich elk schooljaar meer studenten in voor verschillende maintenance-gerelateerde opleidingen van mbo- en hbo-instellingen, die aangesloten zijn bij het Maintenance Education Consortium (MEC). Ook dit schooljaar zet deze stijgende lijn zich voort. De grootste belangstelling is er voor de opleiding Service Apparatuur & Installatie (SA&I) met 550 eerstejaars studenten, verspreid over de ROC’s: Scalda (Terneuzen), Markiezaat College (Bergen op Zoom), Leeuwenborgh Opleidingen (Maastricht en Sittard), Albeda en Zadkine (beiden Rotterdam). Bij de studierichting procestechniek is in verhouding de grootste groei te zien, van 58 studenten vorig jaar, naar 150 nieuwe studenten dit jaar. De meest stabiele richting blijven de vliegtuigtechniekopleidingen, deze opleidingen blijven zonder uitzonderingen populair. Zo volgen dit jaar 100 studenten de vierjarige opleiding vliegtuigtechniek aan het Markiezaat College (op locatie van de Aircraft Maintenance & Training School in Woensdrecht), bij het ROC Tilburg en bij Leeuwenborgh Opleidingen. Op de Hogeschool Utrecht hebben zich 44 studenten ingeschreven voor een aan maintenance gerelateerde opleiding en voor de gezamenlijk door Avans en Hogeschool Zeeland georganiseerde International Maintenance Manager-opleiding zijn er 28 eerstejaars studenten. De instroomcijfers worden ieder jaar geïnventariseerd onder de consortiumpartners van het MEC, die zich inzetten om top of the bill onderhoudsvakmensen en -deskundigen af te leveren, die het bedrijfsleven graag wil contracteren. Om dit te bereiken ontwikkelt het MEC World Class Maintenance-onderwijs, door middel van een intensieve samenwerking tussen de 4 O’s (Overheid, Onderwijs, Onderzoek en Ondernemers).
Neem gratis deel aan de internationale onderhoudsbenchmarkstudie van DI-WCM DI-WCM is in Nederland samen met de BOM en het MEC, partner in MORE4CORE (M4C), een Europees Interreg-project gestart, dat zich richt op het verbeteren van marktintegratie, arbeidsmobiliteit en innovatie in de markt van onderhoud en revisie. Tot op heden is er geen Europese studie op het gebied van onderhoud gedaan in Nederland, België, Frankrijk en Duitsland. Met deze studie onder vierhonderd asset owners kunnen niet alleen de sectoren en bedrijven van een land worden gebenchmarkt, maar ook hun positie in internationale context. In de studie wordt gekeken naar de huidige staat van de assets in de West-Europese landen. Wat is het geïnvesteerd vermogen en hoe presteren de installaties? Hoe groot is de kennis over professioneel asset management en hoeveel geeft men gemiddeld uit aan onderhoud? De uitkomsten van deze studie geven uitzonderlijke informatie voor beleidsmakers in de Europese Unie, Europese innovatietrajecten en arbeidsmobiliteitsprojecten. Voor Nederland is deze opdracht gegund aan Mainnovation en worden honderd bedrijven (asset owners) in het netwerk van DI-WCM geïdentificeerd en gezocht, die willen deelnemen aan een uitgebreide enquête. Hoe kunt u deelnemen? 1. Dien uw aanvraag in bij DI-WCM. Stuur uw gegevens per mail naar projectverantwoordelijke Kees van der Hoop (
[email protected]). 2. Na goedkeuring van uw aanvraag stuurt DI-WCM of Mainnovation u per e-mail een uitgebreide vragenlijst met instructies. U verzamelt in uw eigen bedrijf de nodige gegevens en vult de enquête in. 3. Mainnovation neemt contact met u op om vast te leggen wanneer een specialist tijdens een halve dag naar uw bedrijf komt om samen met u de enquête in te dienen en een inschatting te maken voor de eventueel niet onmiddellijk beschikbare gegevens. Partners in het More4Core project zijn: DI-WCM (Nederland), MEC (Nederland), BOM (Nederland), BEMAS (België), Voka (België), AFIM (Frankrijk), en WVIS (Duitsland) en de European Federation of National Maintenance Societies (EFNMS).
Convenant MCN en DI-WCM geeft Regio Den Helder goud in handen Met het ondertekenen van een convenant tussen de Maritime Campus Netherlands (MCN) en het Dutch Institute World Class Maintenance (DI-WCM), bevestigden Cees van Duyvendijk, bestuursvoorzitter MCN, en Lex Besselink, directeur van DIWCM, de ambitie om in Den Helder een stevig Maritime Maintenance Cluster op te zetten. De ondertekening vormde een hoogtepunt van de op 28 november in het Koninklijk Instituut Marine (KIM) gehouden conferentie, georganiseerd door MCN, DI-WCM en Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord. Beide organisaties die de ambitie vorm en inhoud willen geven, zijn opgericht om ondernemers, onderzoek, onderwijs en overheid bij elkaar te brengen, zodat Nederland de toppositie behoudt op het gebied van technische ontwikkelingen, innovaties en maintenance. Op de conferentie met meer dan 120 deelnemers werd het initiatief door verschillende sprekers, zoals burgemeester Schuiling van Den Helder, Arie Jan de Waard van het Ministerie van Defensie, Henk-Jan ter Stege van Wintershall en Harald van der Mijle Meijer van TNO van harte toegejuicht. Volgens deze sprekers heeft de regio Den Helder met dit convenant en de daarin besloten ambitie goud in handen. Met de ligging aan de Noordzee, haven en kaderuimte, offshore energiesector, onderhoudsbedrijven, onderzoeksinstituten, onderwijsinstellingen en de marine, zijn alle ingrediënten aanwezig om hiervan een succes te maken.
Maintenance december ‘13
06_7_8_9_10_11_05_nieuws.indd 11
11
10-12-13 13:52
De Nederlandse assets zijn verouderd, de concurrentie groeit en door een groeiende wereldbevolking neemt de druk toe op grondstoffen en energie. De enige troef die Nederland in handen heeft om deze uitdagingen het hoofd te bieden, is innovatie. Maintenance kan op dat gebied een sleutelrol spelen in de industriële keten. Op het DI-WCM Jaarcongres keken sprekers en publiek samen hoe onderhoud waarde kan toevoegen aan innovatie.
Meer zien van het DI-WCM Jaarcongres? Scan de QR-code!
Innovatie verlegt focus op waarde van maintenance Techniek heeft zich ongemerkt steeds meer in onze samenleving ingenesteld. Technokunstenaar Daan Roosegaarde maakte het maar weer eens duidelijk met een film uit 1999. Een journalist vraagt passerende voorbijgangers of zij het nut inzien van een mobiele telefoon. Bijna allemaal reageren ze afkeurend: ‘Ik heb thuis al een telefoon en een antwoordapparaat.’ En: ‘Het lijkt me helemaal niet leuk om altijd bereikbaar te zijn.’ Of wat te denken van: ‘Als ze me willen bereiken, sturen ze maar een brief.’ Inmiddels lijken veel mensen vergroeid met hun smart phone en is men alles wat men veertien jaar geleden nog afkeurde, heel gewoon gaan vinden. Roosegaarde gebruikt technologie in zijn ontwerpen die vaak al jarenlang in stoffige laden van wetenschappers opgeborgen lag. Door er opnieuw naar te kijken of anders toe te passen dan de wetenschappers hadden bedoeld, weet Roosegaarde de waarde van innovaties te vergroten. Neem bijvoorbeeld de lotus: een folie dat zich dichtvouwt wanneer het de warmte van bijvoorbeeld een hand voelt. Roosegaarde gebruikte het in een kunstwerk. Een voorbijganger die met zijn handen langs een grote bol gaat, ziet steeds andere lichtpatronen door de sluitende en weer openende blaadjes. Inmiddels is er ook belangstelling vanuit de glastuinbouw omdat de folie ’s nachts de lichtvervuiling kan tegengaan terwijl het overdag juist het daglicht binnenlaat.
12
Ook het idee om wegen te maken met lichtgevende lijnen en afbeeldingen van ijskristallen die opkomen als het vriest, is inmiddels in uitvoering. Net als het Van Gogh Fietspad met Roosegaarde’s vertaling van het schilderij De Sterrennacht. Dat al die techniek ook moet worden onderhouden, is zelfs voor een kunstenaar geen geheim. Bij het lichtkunstwerk dat Roosegaarde ontwierp in opdracht van de Gemeente Rotterdam hoorde ook een vijftienjarig onderhoudscontract. ‘Ik krijg zelfs iedere week een sms van Dune (zoals het kunstwerk heet, red.) met een statusupdate. Zo weet ik wat hij de afgelopen week heeft meegemaakt. En zo weten we ook of er iets niet werkt.’ Partnermodel De inspirerende lezing van Daan Roosegaarde was de opmaat voor een dag waar een dwarsdoorsnede van de Nederlandse industrie werd gegeven en haar uitdaging om vitaal te blijven. ‘De Nederlandse kapitaalintensieve industrie is nog steeds gezond’, zei kwartiermaker Patrick Essers van DI-WCM. ‘Maar ze is wel al sinds WOII bezig en heeft dus te maken met verouderende assets. Het verlengen van de levensduur heeft dan ook de eerste prioriteit. Maar ook in de trend naar een duurzame samenleving en een bijbehorende circulaire economie speelt maintenance een cruciale rol. Daarbij zal de industrie
moeten blijven innoveren en excelleren om de mondiale concurrentie voor te blijven.’ DI-WCM directeur Lex Besselink noemde even kort een aantal projecten dat deze uitdagingen moeten adresseren. ‘Het VITALE-project is een goed voorbeeld van cross-sectorale samenwerking met het verlengen van de levensduur van assets als gezamenlijk doel. Maar ook nieuwe assets, zoals windturbines op zee, zullen zeer efficiënt moeten worden onderhouden om ze optimaal te kunnen exploiteren. Van het onderhoud aan een gemiddelde windmolen, vindt nog maar vijf procent gepland plaats. Daar is nog veel te doen.’ En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te vinden van projecten waar DI-WCM de initiator, dan wel de katalysator is. ‘Het doet me goed dat we nu doorlopende leerlijnen op het gebied van maintenance hebben’, vervolgde Besselink. ‘Het Maintenance Education Consortium zorgde ervoor dat de beroepskolom van vmbo tot wo op elkaar aansluit. Lectoren van hogescholen hebben regelmatig contact met universiteiten om kennis en ervaring uit te wisselen en samen te werken. Dat betekent dat maintenance steeds meer de positie krijgt die het zou moeten hebben. Dat zie je ook terug in design for maintenance, waarbij al in het ontwerp van kapitaalgoederen wordt gekeken naar de levenscyclus en de total cost of ownership.’
Maintenance december ‘13
12_13_14_15_15_artikel_bl.indd 12
10-12-13 11:48
DI-WCM Jaarcongres
Inmiddels krijgt ook het partnermodel van DI-WCM steeds meer vorm. Essers: ‘Met kortlopende innovatieprojecten krijgen we een snelle transfer van kennis naar de markt. We merken dat partners graag willen bijdragen aan innovatie in hun maintenance-activiteiten, maar dat ze geen mensen kunnen vrijmaken voor langdurige projecten. Met zogenoemde Sprintprojecten kunnen we in zeer korte tijd innovaties bedenken, testen en verbeteren. De eerste partners hebben zich inmiddels aangemeld. Met SPIE, Stork, NedTrain, Tata Steel en Sitech hebben we een goede basis en binnenkort kunnen we meer partners verwelkomen.’ Schakel Ondernemers, onderzoekers, het onderwijs en de overheid zullen nog intensiever moeten samenwerken om de genoemde uitdagingen voor de komende jaren het hoofd te bieden. Ben de Reu, gedeputeerde economie, milieu, sport en cultuur van de Provincie Zeeland ziet daarbij een grote rol weggelegd voor het mkb. ‘Deze groep is doorgaans geïsoleerd en niet gekoppeld aan kennisinstellingen. En dat terwijl de meeste innovatiekracht juist bij die kleine wendbare bedrijfjes zit. Het Maintenance Valuepark Terneuzen ondersteunt met name kleine bedrijfjes met hun ambities en biedt ze een plek aan waar ze hun innovaties kunnen testen en kennis kunnen delen.’
Paul Rüpp, voorzitter College van Bestuur Avans Hogeschool, denkt dat het onderwijs al een goede binding met het bedrijfsleven heeft, maar dat het nog beter kan. ‘Docenten moeten zich realiseren dat ze een belangrijke schakel zijn in de voorbereiding van studenten op de praktijk. Docenten die
‘Van het onderhoud aan een gemiddelde windmolen, vindt nog maar vijf procent gepland plaats. Daar is nog veel te doen.’ deels in de praktijk werken en deels in de klas staan, hebben een hoge toegevoegde waarde. Ook voor hen geldt het credo van een leven lang leren door bijscholing en stages. Maar andersom geldt ook dat studenten al tijdens de studie de verbinding moeten aangaan met het bedrijfsleven. Vierdejaars van de academie in Den Bosch voeren samen met bedrijven onderzoek uit en zijn drie dagen aan het werk binnen de bedrijven waarvoor ze hun onderzoek uitvoeren. Natuurlijk krijgen ze de nodige theoretische bagage mee, maar de grenzen tussen school en werk vervagen langzaam.’ Ard Pieter de Man, professor aan de VU in Amsterdam, is het daar volledig mee eens. ‘Ook universiteiten krijgen in de
toekomst een andere rol. Ze zullen een basisopleiding bieden ter voorbereiding op het bedrijfsleven, maar de studie houdt niet op zodra een student de arbeidsmarkt betreedt. Leren en werken worden steeds meer met elkaar verweven.’ Jan Mengelers, voorzitter Raad van Bestuur TNO, ziet een steeds belangrijkere rol voor onderzoek en ontwikkeling voor de onderhoudswereld. ‘Innoveren is niets anders dan het verbeteren van bestaande processen door te vernieuwen, meten, monitoren en simuleren. Je kunt het gedrag van een brug of tunnel op microschaal simuleren en de resultaten daarvan projecteren op werkelijke schaal. Dat dit zinvol onderzoek is, blijkt wel uit het feit dat de Amerikaanse overheid heeft aangegeven dat zo’n zeventigduizend bruggen aan het einde van hun levensduur zijn en dus moeten worden vervangen of gereviseerd. Ook in Nederland is de infrastructuur in hoog tempo aan het verouderen en zullen we naar innovatieve manieren moeten zoeken om bijvoorbeeld kabels en leidingen te conserveren. De kunst daarbij is om alleen dat onderhoud uit te voeren dat daadwerkelijk nodig is. Dat kan alleen maar door metingen te verrichten en de faalkansen te berekenen. Voorheen werd een pijpleiding preventief geschilderd om hem te conserveren. De vliegtuigindustrie is wat dat aangaat al een stuk verder. Men weet dat er scheurtjes in de romp zitten, maar
Maintenance december ‘13
12_13_14_15_15_artikel_bl.indd 13
13
10-12-13 11:48
dat dit de integriteit van het vliegtuig niet aantast. Ze doen er dus niets aan totdat een scheur echt een bedreiging vormt.’ Excellent return on innovation Met verouderde kapitaalgoederen en weinig investeringen in nieuwe installaties wordt de rol van onderhoud de komende jaren steeds prominenter. Bedreigingen zoals een vergrijzende en ontgroende arbeidsmarkt evenals concurrentie uit opkomende economieën, dwingen de markt snel en efficiënt te werken. In de Nederlandse situatie, met hoge loon- en energiekosten, kan dat alleen maar door te innoveren. Door onderhoud als investering te zien in plaats van als kostenpost, zien ook CFO’s de toegevoegde waarde van onderhoud. Maar dan moet de perceptie wel veranderen. Dat onderhoud nog vaak als kostenpost wordt gezien, is volgens Cor Kloet, lid van de Raad van Toezicht van DI-WCM, deels te wijten aan de sector zelf. ‘Technische mensen zijn dikwijls geneigd naar binnen te kijken en kunnen hun product maar moeilijk verkopen. Ze kunnen nog veel leren van de witgoedsector: een wasmachine wordt beter verkocht als hij langer meegaat. Wij kunnen een lagere total cost of ownership nog maar moeilijk verkopen. Het lijkt er soms op alsof we geld verdienen een vies woord vinden. Bedenk wel dat als je geen geld verdient, je ook niet gaat innoveren.’ Thijs Peddemors, managing director van AlfaLaval Benelux, is het daar hartgrondig mee eens. ‘We verzanden nog wel eens in discussies over het reduceren van kosten als het over maintenance gaat. Terwijl met goed onderhoud volgens mij juist veel geld te verdienen valt. De markt, dus zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers, zal een ander model moeten adopteren om in de toekomst succesvol te blijven. Dienstverleners moeten begrijpen waar hun klanten geld mee verdienen en hun maintenance-strategie daarop aanpassen. Op die manier kijk je naar maintenance als verdienmodel in plaats van als kostenpost.’ Femke de Jager, vice president Consultancy bij Stork Technical Services, noemt het een holistisch verdienmodel. ‘Als zowel opdrachtgever als opdrachtnemer het verbeteren van de prestatie van de assets als uitgangpunt nemen, verdienen ze er beiden geld aan. De kunst daarbij is om een vertrouwensband op te bouwen en een langdurige relatie aan te gaan. Met innovatie gaat immers ook risico gepaard. Een opdrachtgever moet vertrouwen hebben in je expertise, maar je moet je ook gesteund voelen als een innovatie niet oplevert wat je ervan verwachtte. Stork ontwikkelde een debolt klem waarmee we bouten van een installatie konden verwijderen zonder het proces te stoppen. Daarmee konden we
14
Technokunstenaar Daan Roosegaarde veel tijd winnen, maar zo’n innovatie kan je niet doen zonder de ondersteuning van de opdrachtgever. Die wordt er immers op aangekeken als het fout gaat.’ Cor van de Linde van iTanks denkt dat er nog een wereld te winnen is met innovaties binnen de onderhoudswereld. ‘Natuurlijk meten we steeds meer de conditie van onze assets en ook wat betreft techniek hebben we aardig door hoe een fabriek werkt. Maar eerlijk gezegd doen we nog steeds dezelfde dingen als we veertig jaar geleden deden. Echte doorbraken zijn er nog niet geweest. Wat onze markt mist, is ondernemerschap.’ Jan van de Ven, bedrijfsleider van Business Unit Services bij Heijmans Civiel beaamt
dat de echte innovatiekracht bij de kleine bedrijven zit. ‘Als een innovatieve ondernemer met een goed idee naar Heijmans belt, zijn we verplicht hem in ieder geval te woord te staan. De infrawereld staat aardig onder druk en je moet je ervan bewust zijn dat als je doet wat je vandaag doet, je daar morgen de wedstrijd niet mee wint. We hebben die ondernemers, maar ook de wetenschap nodig om constant vooruit te blijven kijken.’ Innoveren als overlevingsstrategie Als één sector weet hoe belangrijk het is om te blijven innoveren, dan is het wel de foto-industrie. Waar enkele jaren geleden
Maintenance december ‘13
12_13_14_15_15_artikel_bl.indd 14
10-12-13 11:48
DI-WCM Jaarcongres nog fotorolletjes werden gebruikt voor het vastleggen van beeld, is alles nu zo goed als volledig digitaal geworden. Albert van Maren, manufacturing director Offset Plates van Fujifilm Manufacturing, heeft de omslag naar digitaal van dichtbij meegemaakt. Het jaar 2000 was voor Fuji een keerpunt. Van Maren: ‘De concurrentie werd in dat jaar heviger. Niet alleen van de directe concurrenten, maar voor onze negatieffilm ook van vervangende technieken. Terwijl de efficiency-eisen omhoog gingen, gingen de onderhoudsafdelingen en budgetten juist omlaag. We wisten nog een tijd te profiteren van het feit dat we het beter deden dan onze concurrenten, maar voor de negatieffilmfabriek viel het doek. Binnen twee jaar gingen we van maximale productie naar sluiting. Het heeft vierhonderd mensen hun baan gekost. Zonder de grote winstmaker moest Fujifilm verder. We voerden de productie van kleurenpapier op, breidden de offsetplaten-fabriek uit met een tweede coatinglijn en in 2007 begonnen we zelfs aan de bouw van een derde coatinglijn.’ Op dit moment staat ook de grafische wereld onder druk. ‘We lezen over teruglopende abonnees van kranten en tijdschriften. De concurrentie tussen de grote producenten van offset-platen is groot en samen met de financiële situatie van de klanten zet dat de prijs van platen enorm onder druk.’ Om de concurrentie met de groten uit Europa, maar ook met de producenten uit bijvoorbeeld China, aan te kunnen, is alleen kijken naar de kosten geen garantie voor succes, weet Van Maren. ‘Vorig jaar zijn we een andere weg ingeslagen. In plaats van plannen te maken over wat we komend jaar willen doen, hebben we de aanpak van Simon Sinek gekozen en de volgorde ‘Why, How, What’ gevolgd.’ Van Maren heeft de Why en de How aan zijn afdelingen verteld in de vorm van een droom. ‘Ik nam ze mee naar de dag vandaag maar dan in het jaar 2017 en beschreef hoe mijn dag eruitziet. Ik ontmoet medewerkers en klanten en heb gesprekken met ze. Daarin komen KPI’s ter sprake die ver staan van het niveau waar we nu zitten. Bijvoorbeeld een levertijdreductie van zeven naar twee weken, en een doorlooptijdverkorting van zeven dagen naar vier uur.’ Lopend door die virtuele operational excellent plant van 2017 komt Van Maren ook zijn onderhoudsmensen tegen en hij vraagt hoe het met ze gaat. ‘Met passie vertellen ze over hun bijdrage aan de briljante processen. Waar ze vroeger nog storingen oplosten of werkten aan plant maintenance zijn hun taken wezenlijk gewijzigd. Storingen komen nagenoeg
Albert van Maren, Fujifilm Manufacturing
niet meer voor. Niet door het uitvoeren van meer plant maintenance, maar door het beter kunnen voorspellen van slijtage. Slijtage die op zijn beurt weer wordt
‘Ook in Nederland is de infrastructuur in hoog tempo aan het verouderen en zullen we naar innovatieve manieren moeten zoeken om bijvoorbeeld kabels en leidingen te conserveren. De kunst daarbij is om alleen dat onderhoud uit te voeren dat daadwerkelijk nodig is.’
verminderd door perfectief onderhoud of adaptief onderhoud. De engineers kunnen hun tijd dus gebruiken om omsteltijd te reduceren, maar ook de belasting van de fabriek voor zijn omgeving en het milieu te
verminderen. En om te innoveren. Ze voelen de noodzaak om te blijven innoveren in hun genen. Nieuwe methoden, betere ontwerpen, meer integratie met de systemen. Samen met partners zoeken ze naar nieuwe mogelijkheden. De medewerkers van die partners krijgen hun salaris weliswaar van een extern bedrijf maar het voelt alsof het directe collega’s zijn.’ Toen Van Maren op alle afdelingen was geweest, vroeg hij iedereen terug te komen naar het heden maar te blijven dromen. ‘De invulling van deze droom is samen met de dromen van alle afdelingen gekoppeld en omgezet in concrete plannen.’ ‘Als asset owner in een geweldig competitieve markt heb ik een perfect draaiende installatie nodig’, besluit Van Maren. ‘Voor het onderhoud betekent dat, dat er meer nodig is dan het gewone onderhoudswerk: ik heb doorbraken nodig. Doorbraken die er nu nog niet zijn maar waar wel nu al over kan worden gedroomd.’ ●
Maintenance december ‘13
12_13_14_15_15_artikel_bl.indd 15
15
10-12-13 11:48
YOUR REPUTATION IS MINE.
CAN YOUR REPUTATION BECOME OUR RESPONSIBILITY?
Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectie- en keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam, Terneuzen en Akersloot en een aantal logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 16 landen vestigingen heeft. Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website:
Safety, quality and environment
WWW.VINCOTTE.NL
ONDERHOUD? DETECTEREN. METEN. REGISTREREN. METPOINT® Meetinstrumentatie
■ Lekkages detecteren ■ Persluchtflow meten ■ Drukdauwpunt registreren ■ Olierestdamp controleren
Voor meer informatie over persluchtmetingen neem contact op met onze Service Afdeling
BEKO TECHNOLOGIES - ‘‘STERK IN PERSLUCHT”
BEKO Technologies B.V. - Veenen 12 - 4703 RB Roosendaal
16_AIB_beko.indd 1
T 0165 32 03 00
W www.beko-technologies.nl
E
[email protected]
09-12-13 12:27
on the spot
Verdienen met snelheid Waarom zou je het ontwerpproces van elektronica rekken, als je ook binnen een paar weken een product naar de markt kan brengen? Misschien omdat er per uur betaald wordt. De Smit Printservice bewijst dat dit verdienmodel ook heel anders kan. De hoofdbedrijfstak van De Smit Printservice is het ontwikkelen van elektronica. Vroeger deed het bedrijf zelf aan productie en assemblage. Nu maakt het nog hooguit prototypes voor nieuwe elektronicaontwerpen en ligt de core business in het genereren van productie. Die uiteindelijke serieproductie ligt bij andere bedrijven, waarbij De Smit verdient aan de verkooprevenuen. Pedro de Smit is directeur van het bedrijf en legt uit hoe hij werkt: ‘De meeste soft- en hardwarebedrijven verdienen hun geld met het maken van uren. Wij ontwerpen daarentegen tegen kostprijs of soms zelfs gratis, en kunnen zo heel goedkoop een nieuw product ontwikkelen. Vervolgens laten wij een ander bedrijf het product maken, en delen we mee in de opbrengsten. De afspraak is daarbij wel dat deze klant de enige afnemer is en De Smit de enige producent zal zijn.’ Meedelen in de opbrengsten impliceert ook meedelen in de risico’s, en van de tien projecten waar De Smit Printservice aan werkt worden er maar een tot twee succesvol. De selectie van waarin je wilt investeren is heel belangrijk. ‘Wij gaan van tevoren in gesprek met bedrijven die een vraag hebben. Aan de hand van onze ervaring beoordelen we of een nieuw product toekomst heeft. We doen zo’n vijf à zes nieuwe projecten per jaar, en gaan met een bedrijf in zee als we er een goed gevoel bij hebben. Bovendien weten we wat er in de markt speelt. Sommige ideeën zullen nu niet werken, maar misschien over een tijdje wel. We maken van tevoren goede afspraken en zetten precies in 3D op papier hoe een prototype eruit komt te zien.’ Een groot verschil tussen deze werkwijze en die van andere bureaus is het tempo. ‘Wij werken heel snel en slaan in beginsel stappen over om tijd te winnen. Achteraf maken we de nodige documentatie in orde. Dat is efficiënt omdat we dan pas weten of een product succesvol gaat zijn. In China maken we naam met een toepassing voor dieselvrachtwagens waarmee die deels ook op aardgas kunnen rijden, zonder ingewikkelde aanpassingen aan het voertuig. Dit hebben we in opdracht van de Chinese overheid gemaakt en het concept gaat nu de hele wereld over.’
Maintenance december ‘13
17_13_ontehspot.indd 17
17
10-12-13 11:48
column
rubriek
Innoveren blijft noodzaak Tijdens het vijfde jaarcongres van DI-WCM werd uitsluitend gesproken over het belang van innovatie in industrieel onderhoud. Een bewust gekozen thema om de ruim tweehonderd deelnemers te enthousiasmeren en te stimuleren om binnen de eigen organisatie en in open samenwerking met anderen te focussen op innovatieve oplossingen voor de problemen van onze industriële asset owners. DI-WCM is de spil en facilitator die daarbij kan helpen en een lidmaatschap levert zeker een ‘Return on Investment’ en een ‘Return on Innovation’ op. Ook tijdens de Innovatie-estafette, georganiseerd door de ministeries van I&M, EZ&I en OC&W, in de RAI was innovatie het buzz-woord. In het paviljoen Bouw en Infra werd het nieuwste innovatieproject van DI-WCM, WCM Infra, gepresenteerd, waarin het Havenbedrijf Rotterdam, Rijkswaterstaat, de provincie Overijssel, Siemens, Ooms Civiel, DI-WCM en TNO de komende twee jaar gaan werken aan optimaal beheer van onze infrastructuur, op basis van het VITALE-project. Een DI-WCM-innovatieproject dat perspectief biedt op levensduurverlengend onderhoud. De Innovatie-estafette was een goed gevulde showroom met talloze innovaties. Minister Melanie Schultz van Haegen: ‘Je gaat toe naar iets nieuws, iets onbekends. Henry Ford zei: “Als ik naar de mensen had geluisterd, had ik snellere paarden moeten ontwikkelen.” Met innoveren weet je nooit precies waar je uitkomt, maar het gaat altijd om nieuwe vormen en slimme oplossingen.’ Ook Daan Roosegaarde, spreker op zowel het DI-WCM-congres en aanwezige bij de Innovatieestafette, wist het belang van innoveren goed te verwoorden: ‘Voor innovatieve ideeën is het van belang dat je dingen kunt uitproberen zonder dat die meteen iets opleveren. In Nederland kan dat uitstekend. Wij zijn een eigenwijs volk, een heerlijke eigenschap. We stellen kritische vragen en zijn constant aan het analyseren. Dat opent de mogelijkheden voor innovaties.’ DI-WCM biedt de faciliteiten, de randvoorwaarden en het cross-sectorale (inter)nationale netwerk om bedrijven en kennisinstellingen bij elkaar te brengen en gezamenlijk multidisciplinair te gaan innoveren. Wees dus eigenwijs, pak de bal op en laten we samen scoren op innovatieve oplossingen voor het behoud van onze (maak)industrie.
column
Ir. Aad Veenman Voorzitter Raad van Toezicht DI-WCM
Je gaat het pas zien als je het doorhebt Het opendagenseizoen voor toekomstige studenten is weer gestart, met een overvolle Avans Hogeschool. Onze Bacheloropleiding International Maintenance Management stond goed in de belangstelling. Onze docenten weten een zodanig bevlogen betoog te houden, dat zelfs de meest sceptische aspirant-student ervan ontdooit. Het zijn echter vaak de vaders, en een enkele moeder, die het meest enthousiast worden. Vaak verzuchten zij: ‘Hadden ze in mijn tijd maar zo’n opleiding gehad…’ Anders dan bij (jongere) studenten, hebben ouders een beeld van de dynamiek en de uitdaging van wat maintenance is. Het geeft te denken over de manier waarop wij onze doelgroep voorlichten. Jonge mensen hebben vaak geen beeld bij maintenance. Avans Hogeschool doet veel om ze dat beeld wel te geven. Zo gaan docenten met studenten naar bedrijven om naar ‘maintenance in het wild’ te kijken. Het is zaak dat de volwassenen hun enthousiasme delen of de jongeren aanzetten tot het bezoeken van een open dag of het meedoen met een excursie. En hoe kunnen we maintenance dan sexyer maken? Door toekomstige studenten te laten zien dat we een heel interessante maintenancesector hebben in onze regio. De concentratie van luchtvaartactiviteiten in Midden- en West-Brabant illustreert de specifieke focus op productietechnologie en onderhoud. De activiteiten op de Gate2-campus in Gilze-Rijen laten zien dat een centrum voor productietechnologie een realistisch toekomstbeeld kan zijn. Met de betrokkenheid van Boeing en Eurocopter wordt geïnvesteerd in maintenanceopleidingen en -training. In het kielzog hiervan vindt de ontwikkeling van een Europees Kennis & Test Centrum voor hybride verbindingen plaats. Een belangrijke rode draad op dit terrein is de verbinding met ons onderwijs, die door de aantrekkingskracht van aerospace moet zorgen voor het binden van studenten aan deze sector. Maintenance is een sexy sector met toekomst. Mocht u dus nog kinderen hebben (of neefjes dan wel nichtjes) die een studie met baangarantie zoeken, op het snijvlak van techniek en bedrijfskunde, stuur ze dan eens bij IMM langs! Paul Rüpp Bestuursvoorzitter Maintenance Education Center
18
Maintenance december ‘13
18_07-08_column1.indd 18
10-12-13 11:47
Instandhoudingsdenken Onze hele samenleving, van hoog tot laag, is zich te weinig bewust van het belang van goed onderhoud. Deze te lage ‘maintenance awareness’, oftewel het gebrek aan instandhoudingsdenken, strekt zich uit vanaf de overheid en de nationale economie naar hele bedrijfstakken, daarbinnen naar ketens van bedrijven, maar ook binnen bedrijven zelf, en zelfs in werkrelaties tussen individuen, ja zelfs tot ons eigen persoonlijke denken. Laat ik u in vogelvlucht meenemen door deze verschillende niveaus om duidelijk te maken wat ik bedoel, en hoe groot en diepgaand onze uitdaging is om dit te veranderen.
Als het zo is dat Rijkswaterstaat inderdaad te weinig onderhoud heeft gedaan aan onze grote waterwerken zoals de Oosterscheldekering, dan is dat een voorbeeld van onvoldoende instandhoudingsdenken. De Zeeuwen verdienen beter. Als het zo is dat overheden denken dat het prestatiecontract een panacee is om kosten te reduceren bij de aanleg van en het onderhoud aan infrastructuur, dan moet men nog eens terugdenken aan de Wijkertunnel, waar we als samenleving honderden miljoenen te veel aan betalen. Liever zie ik instandhoudingsdenken zoals bij de gemeente Amsterdam, die samen met MIT en TU Delft investeert in een topinstituut om onderzoek te doen naar de Grote Vragen over hoe de Grote Stad leefbaar gehouden kan worden.
Er zitten op alle niveaus in de samenleving fundamentele fouten in ons denken. Mis Ook op bedrijfstakniveau gaat het mis. Bij onderhoud denk je niet meteen aan de bancaire sector, maar toch. De primaire rol in de samenleving van de bancaire sector is het maximeren van soepelheid en betrouwbaarheid van financiële transacties. Als het management van banken collectief van het padje gaat door te denken dat men moet gaan voor maximaliseren van aandeelhouderswaarde, dan is dat ook een voorbeeld van volstrekt onvoldoende instandhoudingsdenken. De hightechsector is dan veel meer een voorbeeld van instandhoudingsdenken, want de studenten van nu zijn de assets van de toekomstige kenniseconomie. Ook binnen ketens van bedrijven gaat het mis. Als theeproducent D.E leveranciers tot tweehonderd dagen op hun centen laat wachten, dan gaan die kleine leveranciers kapot, en is er geen sprake meer van een
FOTO: API
Instandhoudingsmanifest
duurzame keten. En Havenbedrijf Rotterdam, dat een visie voor 2020 ontwikkelt samen met zijn partners in de Rotterdamse haven en in het achterland van de haven, is dan een tegenvoorbeeld van goed instandhoudingsdenken, want zonder zo’n langetermijnvisie is er over tien à twintig jaar niet veel meer te doen in diezelfde haven. Helaas gaat ook veel mis in bedrijven zelf. Als de afdelingen onderhoud en operations ervan overtuigd zijn dat ze tegengestelde belangen hebben (terwijl ze uiteindelijk hetzelfde moeten willen, namelijk een zo hoog mogelijke uptime van de productie op langere termijn), dan is dat een voorbeeld van onvoldoende instandhoudingsdenken bij het management. De trend van servitization, waarbij producenten van kapitaalgoederen niet een kaal product verkopen maar juist het kapitaalgoed beschikbaar stellen, is dan weer een voorbeeld van goed instandhoudingsdenken in bedrijven. Fundamentele fouten Het wordt nog erger: ook binnen werkrelaties tussen individuen is vaak sprake van onvoldoende instandhoudingsdenken. Velen die net als ik in de jaren tachtig gingen werken bij een multinational, kregen eerst vier maanden een interne cursus, mochten vervolgens tot een jaar met hun poten in de modder staan op de werkvloer, en gingen dan pas het kantoorwerk doen waarvoor ze waren aangenomen. Dat was een voorbeeld
van goed instandhoudingsdenken van onze bazen voor ons als medewerkers, want die werkvloerervaringen neem je je hele verdere carrière mee, en dat is goed voor het bedrijf op langere termijn. Nu is daar zelden meer tijd voor. Ik weet dat men bij Damen Shipyards aankomende salesmanagers stage laat lopen op diverse ook operationele afdelingen van het bedrijf, maar het feit dat me dit anno 2013 opvalt, zegt al genoeg over hoe zeldzaam het is geworden. En dan tot slot, u en ik, hoe scoren wij op de schaal van instandhoudingsdenken? Hoe moeten we denken over de drastische toename van obesitas (en daarmee dus ook suikerziekte) door onvoldoende ‘instandhoudingsdenken’ voor ons eigen lichaam? En wat te zeggen van onze neiging om minstens elk jaar een nieuwe smartphone aan te schaffen, en de ‘oude’ aan de kinderen te geven, gewoon omdat er een nieuwe is, en niet eens vanwege ‘run to failure’-denken? U ziet, er zitten op alle niveaus in de samenleving fundamentele fouten in ons denken. Ik durf te stellen dat er sprake is van groot mentaliteitsonderhoud. Ik durf niet eens meer te spreken van een midlife-update, want ik vrees dat we voor Nederland moeten spreken over levensduurverlenging voor onze samenleving. Nou, aan de slag dan maar! ● Henk Akkermans wetenschappelijk directeur DI-WCM
Maintenance december ‘13
19_20_artikel_zw.indd 19
19
10-12-13 11:47
Wat doe je als de gangbare maintenance-methodieken niet voldoen aan je eisen? Dan maak je er zelf een. Dennis Braamse voerde bij aardappel- en fritesproducent Lamb Weston/Meijer Dynamic RCM in. Het resultaat mag er zijn: een breakdownreductie van 33 procent.
Dynamic RCM geeft grip op veranderende marktomstandigheden Lamb Weston/Meijer doet misschien niet direct een belletje rinkelen, maar de producten van de aardappelproducent zijn des te bekender. Want wie heeft er niet ooit frietjes bij de McDonalds of de KFC gegeten? Het productportfolio van de topdrie-speler in aardappelproducten is overigens nog veel uitgebreider, en het produceert dan ook jaarlijks 3,1 miljoen ton aan aardappelproducten. Ter illustratie: alleen in Europa maakt het bedrijf tien miljoen porties frites per dag. Het bedrijf heeft vijf vestigingen in Europa, waarvan er drie in Nederland staan. Dennis Braamse is hoofd technische dienst van de vestiging in het Zeeuwse Kruiningen. Het proces van aardappel tot frites bestaat grof gezegd uit het wassen, schillen, snijden, controleren, blancheren, drogen, eventueel coaten (met kruiden), voorbakken, inpakken en invriezen. Bovendien heeft men in Kruiningen nog een extra vloklijn waar aardappelzetmeel wordt bewerkt voor de productie van onder andere Pringle-chips. Nieuw concept De fabriek functioneert zowat volcontinu. Braamse: ‘We draaien twaalf dagen in twee weken in een vierploegensysteem, wat betekent dat we twee dagen de tijd hebben om schoonmaak en onderhoud uit te voeren. Simpel gezegd komt het erop neer dat verstoringen in die twaalf dagen veel geld kosten. We hebben daarom ons onderhoudsmanagement
20
ingericht op het voorkomen van storingen. Dat werkte best aardig, maar toch kregen we met enige regelmaat discussies tussen de financiële afdelingen en de strategen over wat onderhoud kost versus wat het oplevert voor de bedrijfsdoelstellingen. Hoewel we het onderhoud goed uitvoerden, met bijbehorende breakdown-analyses, kwamen we maar niet verder dan een bepaald percentage aan betrouwbaarheidswinst. Daarom besloten we over te gaan op een nieuw concept waarbij we meer konden sturen op risico’s versus kosten. De bestaande modellen voldeden echter niet aan de kortetermijnrisico’s die we wilden meenemen in de overwegingen. Vandaar dat we zelf in Excel een rekenmodel heb gemaakt dat we Dynamic RCM noemen.’ Nu is een systeem bedenken iets heel anders dan een methodiek in de bedrijfsprocessen doorvoeren. ‘Bij zo’n veranderde visie moet je rekening houden met drie hoofdcomponenten: het model of systeem, het proces, en de mensen die ermee moeten werken. Om succesvol te zijn, zul je al deze componenten moeten benoemen en documenteren, om vervolgens je mensen te trainen op de nieuwe situatie.’ Koppeling bedrijfsdoelstellingen Reliability Centered Maintenance (RCM) zal voor velen bekend zijn: van alle componenten, machines en systemen wordt de kans
op falen berekend, om vervolgens vast te leggen wat de gevolgen van dat falen zijn voor de betrouwbaarheid, beschikbaarheid, onderhoudbaarheid en veiligheid. De uitkomst van die rekensom wordt in een risicomatrix gezet en aan de hand daarvan stelt men een onderhoudsbeheerplan op. ‘De standaard modellen voldeden echter niet aan onze wensen’, merkte Braamse. ‘In de voedingsbranche is de voedselveiligheid bijvoorbeeld een zwaarwegende factor en ook de productkwaliteit vormt een groot afbreukrisico. Daarnaast houdt het standaardmodel bijvoorbeeld geen rekening met de capaciteit van de monteurs. Een ander manco aan het RAMS-model is dat de faalkansen vaak over meerdere jaren worden uitgespreid. De kans dat iets één keer in de vijf jaar faalt, zegt de meeste mensen echter niets, laat staan dat je daarmee een financiële beslisser overhaalt om extra investeringen te doen. Als je de genoemde vijf jaar kunt terugbrengen naar meer concrete proporties, zoals de kans dat iets nu of de komende weken gebeurt, maak je het veel tastbaarder.’ Een andere aanpassing aan de bestaande systemen was de koppeling van de bedrijfsdoelstellingen aan de beheermodule. ‘Als het management een uptime van 99 procent wil, moet het direct kunnen zien wat de consequenties van die vraag zijn op het correctief, preventief of proactief onderhoud dat aan de componenten en systemen moet
Maintenance december ‘13
20_21__23_artikel_bl.indd 20
10-12-13 11:50
FOTO: LAMB WESTON/MEIJER
Reliability Centered Maintenance
Lamb Weston/Meijer doet misschien niet direct een belletje rinkelen, maar de producten van de aardappelproducent zijn des te bekender. Want wie heeft er niet ooit frietjes bij de McDonalds of KFC gegeten?
worden uitgevoerd, dus wat dat kost. We hebben zo veel mogelijk faalwijzen geïdentificeerd en per item de te nemen acties uitgewerkt. Dus van inspecteren tot preventief vervangen, smeren of het on site uitvoeren van trillingsmetingen. Als wij nu vinden dat er een stop moet worden gemaakt, kunnen we dat voldoende onderbouwen met scenario’s om het management uiteindelijk zelf de beslissingen te kunnen laten nemen. Als we gezamenlijk dat risico willen nemen, is dat in ieder geval een overwogen keuze.’ 22 duizend faalkansen Het dynamische van het model zit met name in de variabelen die aan het systeem zijn gekoppeld. ‘Neem bijvoorbeeld de grondstofprijzen’, vervolgt Braamse. ‘Als die hoog zijn, wil je zo weinig mogelijk afkeur. Het kan in dat geval goedkoper zijn om meer onderhoud te plegen om zo het aantal storingen omlaag te krijgen. Nu is het een simpele invulsom om de beste strategie uit het systeem te krijgen. Ook als de orderportefeuille iets minder gevuld is, kan je het onderhoudsplan daarop aanpassen zodat je kosten bespaart.’ In totaal identificeerde Braamse niet minder dan 22 duizend faalkansen. ‘Zoiets doe je uiteraard niet alleen. We zijn in totaal twee jaar bezig geweest om die scenario’s in beeld te brengen. Samen met productie, de technische dienst, maar bijvoorbeeld ook de kwaliteitsmanagers hebben we steeds gekeken naar alle componenten en ons afgevraagd wat er zou kunnen gebeuren als een component faalt. We hadden daarbij de beschikking over acht jaar aan onderhoudsdata, dus we konden onze scenario’s onderbouwen met cijfers. Met name dit deel van het project kostte enorm veel tijd en het was dan ook niet altijd even gemakkelijk om mensen mee te
Lamb Weston/Meijer Lamb Weston/Meijer is gestart in 1994 als joint venture tussen Lamb Weston ConAgra Foods (VS) en Meijer Frozen Foods (NL). Lamb Weston/Meijer maakt diepgevroren aardappelproducten en gedroogde aardappelvlokken in vijf fabrieken: in Nederland (3), het Verenigd Koninkrijk (1) en Oostenrijk (1). Met een productiecapaciteit van 650 duizend ton biedt Lamb Weston/Meijer werk aan ruim 1.300 medewerkers. Samen met ConAgra Foods Lamb Weston, worden deze producten in meer dan honderd landen over de hele wereld verkocht onder het merk Lamb Weston.
krijgen en om ze vervolgens erbij te houden. Gelukkig kon ik ze enthousiasmeren met het idee dat ze uiteindelijk zelf gaan bepalen wat de onderhoudsstrategie wordt. Bovendien ontstond bij de betrokkenen steeds meer inzicht in de gevolgen van hun beslissingen op de betrouwbaarheid van de fabriek. Daarmee konden ze hun werk ook weer beter uitvoeren. En, ook niet onbelangrijk, ze zagen hoe belangrijk het is om werkbonnen goed in te vullen. De terugmeldingen werden dan ook tien keer beter. De technische dienst ziet dan ook direct resultaat van zijn inspanningen omdat hij direct de juiste werkinstructies krijgt met de juiste materialen erbij. Met name dat proces resulteerde in een succesvol systeem. we hebben daarvan geleerd dat een goed werkend model belangrijk is, maar dat de mensen die het invullen nog belangrijker zijn.’ Audits De resultaten die Braamse boekte, zijn dan ook indrukwekkend. ‘In anderhalf jaar tijd hebben we een reductie in breakdowns bereikt van 33 procent’, zegt hij trots. ‘Tegelijkertijd is de output met maar liefst vijf procent verbeterd. Reken maar uit wat die reductie uiteindelijk betekent voor je veiligheid, gezondheid en milieurisico’s. Misschien nog wel
belangrijker is dat ik nu gefundeerd om verhoging van onderhoudsbudgetten kan vragen. Waar ik me vroeger in allerlei bochten moest wringen om te vertellen dat ik echt meer geld nodig had, kan ik nu laten zien wat de gevolgen zijn als we iets níet uitvoeren. Ook audits zijn tegenwoordig een stuk minder tijdrovend. De voedingsmiddelenindustrie kent sowieso al veel audits van de toezichthouders zoals de voedings- en warenautoriteit, maar ook onze klanten controleren streng op naleving van bijvoorbeeld hygiënische codes en productkwaliteit. Omdat we alles zo zorgvuldig hebben gedocumenteerd, kan ik ze direct laten zien wat de risico’s zijn en wat we eraan doen om ze te voorkomen. Dat scheelt een hoop vragen.’ Inmiddels werkt het enthousiasme van Braamse aanstekelijk op de andere vestigingen van Lamb Weston / Meijer. ‘De vestiging in Bergen op Zoom is wat kleiner dan die in Kruiningen, maar ook daar gaat men over op Dynamic RCM’, zegt Braamse. ‘Het mooie is dat onze mensen de technische dienst daar opleiden en begeleiden. De introductie zal dan ook wat vlugger gaan dan die twee jaar die we hier nodig hadden. Als alles meezit kunnen ze in juli al overgaan op het nieuwe regime.’ ●
Maintenance december ‘13
20_21__23_artikel_bl.indd 21
21
10-12-13 11:50
Ingezonden brief Eind oktober was ik op het jaarcongres van het Dutch Institute World Class Maintenance. Naast positieve berichten en successen hoorde ik tevens de droge mededeling dat DI-WCM halverwege 2015 zijn einde vindt, omdat dan de subsidie stopt.
Asset management in een kenniseconomie De grote vraag is of het initiatief dan al voldoende teweeg heeft gebracht en maintenance nog jaren als volwaardige bedrijfstak door kan groeien. Zo’n volwaardige bedrijfstak staat nog niet in de economische statistieken, maar heeft het aanzien van een hightech industrie en groeit mee met de complexiteit van de machines/installaties of nog liever: ’systemen’. Mijn constatering is dat er heel veel is bereikt rond aanzien en waardering, rond werkgelegenheid en rond scholing en kennis, maar dat het onontgonnen potentieel nog enorm is. Maintenance in kennisecononie Toen we met een heel klein groepje de initiatieven opstartten, was één van de plekken waar we gehoor vonden het innovatieplatform van de regering Balkenende. Het onderwerp maintenance werd na zeer veel drammen op het lijstje initiatieven gezet. In de vele discussies bij EZ in Den Haag, werd ons vanuit de andere aandachtsgebieden te verstaan gegeven dat onderhoud op geen enkele manier paste in het denken over de kenniseconomie. Toch was ‘Maintenance Valley’ zoals we het initieel noemden, vrijwel het enige project dat concreet over arbeidsplaatsen sprak waar geen academische opleiding voor nodig was. Het argument dat we de kennisinfrastructuur voor de toekomst nodig hadden om de veelal mbo-geschoolde monteurs en maintenancetechnici bij complexe machines overeind te houden, sprak bij de bedrijven, gemeenten en provincie gelukkig wel aan en ook Europa trok de knip vrij snel open. Het resultaat is een serie nieuwe en aangepaste opleidingen, steun en betrokkenheid van asset owners, een serie innovatieprojecten en regionale clusters van samenwerking tussen asset owners en mkb’ers en behoud van werkgelegenheid en meer waardering voor onderhoud.
22
Snelle ontwikkeling De door FME/CWM en andere partijen beschikbaar gestelde cijfers, gaven enige jaren geleden aan dat de maintenancesector ongeveer negentien procent van de industriële bedrijvigheid van Nederland beslaat, met een groei van negen procent per jaar en een snelle verschuiving van regionaal naar internationaal. Maintenance doet het van nature niet slecht in crisistijd, dus die cijfers zullen nog wel kloppen. De concrete doelstelling om 15.000 nieuwe arbeidsplaatsen te scheppen zal dan ook wel kloppen en ook wel gehaald zijn. De grote wens die we hadden bij het starten van de initiatieven was om de aansluiting met de kenniseconomie te maken. Het zou mooi zijn als hiervoor in de komende 1,5 jaar van DI- WCM een extra stevige basis gelegd kan worden. In mijn dagelijkse praktijk doe ik business development voor een IT-servicebedrijf en dat maakt me zowel insider als belanghebbende, waar het om de ontwikkeling van intelligentie rond machines gaat. Mijn verhaal is dus gekleurd. Ik geloof in een snelle ontwikkeling van infrastructuren, systemen en modellen rond assets. De markt voor ons soort bedrijven (de IT-services) is volgens analisten tussen de honderd en duizend maal zo groot als de traditionele (administratieve) omzet. In sommige sectoren komt zeventig procent van de nieuwe klanten uitvragen om datagerelateerde services, met assets als bron. Alles gelardeerd met cloud-technologie, big data en met sensoren, die op zich complete computers zijn. Dat de professionals in het veld er daarmee collega’s bijkrijgen die meer het profiel hebben van gamers achter een computer en dat er in sommige vakgebieden meer te verdienen is met data dan met onderhoud in enge zin, moet nog even onbekend blijven in het buitenland.
Rots in de branding Nederland is overigens allang het grootse logistieke draaipunt voor reserveonderdelen van assets en Nederland is ook een zwaar knooppunt in het internet tussen de blokken Europa, Amerika en Azië. De droom is dat we ook de rots in de branding worden waar het gaat om assetdata. Het ophalen van gegevens uit intelligente machines/assets en dit vertalen in kennis, rapportages, input van financiële systemen en onderbouwing van service level agreements tussen partijen. Nu nog is software in en rond machines vier procent van de kosten en veertig procent van de ellende. In enkele jaren (en in sommige vakgebieden nu al) groeien mijn wereld van de IT-services en de wereld van het industriële onderhoud volledig in elkaar. Het mooie van deze ontwikkeling (naast het belang van mijn werkgever) is dat Nederland op het gebied van logistiek, assetontwikkeling en IT-structuren al een sterke positie heeft. Bovendien liggen we op de goede plek in de wereld en hebben we het juiste internationale karakter. Er lopen al diverse initiatieven op dit vlak, maar net als in het begin van DI-WCM, is de vorming van een diensteneconomie rond assetdata en onderhoudsregie op wereldschaal nog ver van realisatie. Het lijkt wel een prima onderwerp om DIWCM nog een tweede leven te bezorgen; mogelijk dan nog meer vanuit exportperspectief. ●
Jaap Kwadijk Jaap Kwadijk is business developer bij Capgemini Infrastructure Services Benelux en grondlegger van Maintenance Valley, de voorloper van het World Class Maintenance-project. Reageren?
[email protected]
Maintenance december ‘13
22__27_artikel_zw.indd 22
10-12-13 11:46
Publicaties Hoe begint u met het afsluiten van Performance Based-contracten met uw klanten? En past uw bedrijfsvoering dan nog wel? Of hoe kunt u ervoor zorgen dat uw onderhoudstechnici veel meer uren daadwerkelijk besteden aan onderhoudswerkzaamheden? Of hoe kunt u de shutdowns in uw bedrijf beter managen zodat u kosten kunt besparen? Of hoe kunt u bij het ontwerpen al rekening houden met het onderhoud?
Praktische handleidingen voor uw maintenance-vraagstukken Onderwerpen die binnen DI-WCM-innovatieprojecten aan de orde komen en worden uitgediept en door middel van publicaties worden vastgelegd en beschikbaar gesteld. Wilt u ook daadwerkelijk aan de slag met uw maintenance-vraagstuk, maar heeft u nog vragen? Kijk dan eens hieronder of er een publicatie beschikbaar is die u kan
helpen uw vraagstuk op te pakken. Alle publicaties zijn voor € 12,50 te bestellen via www.worldclassmaintenance.com/ publicaties-bestellen. De verzendkosten zijn € 2,75. Mocht u nog vragen hebben over een bepaald onderwerp, helpen wij u graag verder. Neem dan contact op met info@ worldclassmaintenance.com. ●
Publicatie bestellen? Scan de QR-code!
Performance Based Contracting Performance Based Contracting (PBC) wordt gezien als dé oplossing om problemen met traditionele contracten op te lossen. De publicatie ‘Performance Based Contracting; Waarom, wanneer, wat, hoe?’ helpt organisaties de afweging te maken om te gaan werken met (performance based) contracten. Managing Maintenance Repair & Overhaul – Growing towards successful PBL Contracting Een handboek gebaseerd op gasturbines in militaire vliegtuigen met een Performance Based Logistics (PBL)-concept. De publicatie geeft inzicht in alle aspecten van een succesvol PBLgroeiproces. Onontbeerlijk voor MRO-leveranciers die op basis van prestatie hun bedrijfsvoering willen inrichten. Mechanism Based Failure Analysis Deze publicatie beschrijft hoe kennis van fysisch faalgedrag kan worden gebruikt om maintenanceprocessen te verbeteren en storingen te voorkomen. De conclusies zijn het resultaat van een DI-WCM-project waarin prof. dr. ir. Tinga (Universiteit Twente) samen met verschillende bedrijven onderzoek heeft gedaan. Design for Maintenance Korte toelichtingen en krachtige voorbeelden laten zien hoe al in de beginfase van een product, op de tekentafel, rekening gehouden kan worden met het onderhoud van het product in een latere fase.
Scope Management van Shutdowns Scope management van shutdowns gaat over het belang om over een langere termijn na te denken over shutdowns. Dit is belangrijk in de context van het minimaliseren van de totale levensduurkosten van industriële installaties. De handleiding geeft een overzicht van processtappen en invloedsfactoren die hiermee te maken hebben. Hands on Tool Time – HoTT Deze publicatie gaat in op het verbeteren van Hands on Tool Time (HoTT): het inzichtelijk maken en optimaliseren van de tijd dat de onderhoudsmonteur effectief aan het sleutelen is. Hier is nog veel te winnen. Praktijkcases vanuit verschillende disciplines geven een goed inzicht en inspireren tot verbeteringen. Asset Management for Remote Installed Base Dit handboek beschrijft de integratie tussen onderwerpen als ontwerp en onderhoudsmanagement van systemen waarbij het onderhoudsmanagement op afstand gebeurt. Dit alles met als doel de asset life cycle-kosten naar beneden te brengen
Maintenance december ‘13
23__26_artikel_bl.indd 23
23
10-12-13 11:46
Focus on Innovation
24
Maintenance december ‘13
024_25__11_fotospread.indd 24
10-12-13 11:49
Meer zien van het DI-WCM Jaarcongres? Scan de QR-code!
Op 30 oktober organiseerde Dutch Institute World Class Maintenance haar vijfde jaarcongres in Breda. Met meer dan tweehonderd deelnemers en sprekers als Daan Roosegaarde (Studio Roosegaarde), Jan Mengelers (TNO) en Albert van Maren (Fuji) werd met elkaar gepraat over het thema ‘Focus on Innovation’. Algemeen directeur Lex Besselink presenteerde een onderzoek waaruit blijkt dat maintenance een echte groeimarkt is en dat bedrijven bereid zijn substantieel te investeren in innovatieprojecten. De investeringsbereidheid lijkt zelfs hoger te zijn dan in andere sectoren. Ook werden de Maintenance Awareness Award en de Innovation Research Award uitgereikt. De Maintenance Awareness Award is dit jaar gewonnen door het bedrijf Thales Nederland. Zij bedachten een maintenancegame, met de naam ‘ISS game’. De Innovation Research Award is dit jaar gewonnen door Wouter Fleuren, hij deed onderzoek naar methoden voor indirecte condition based maintenance voor DAF Trucks.
Het DI-WCM Jaarcongres 2014 wordt gehouden op woensdag 8 oktober.
Maintenance december ‘13
024_25__11_fotospread.indd 25
25
10-12-13 11:50
Lid worden van het Dutch Institute World Class Maintenance (DI-WCM) geeft niet alleen een Return on Investment, maar vooral een Return on Innovation. Als Thrusted Third Party is DI-WCM een volstrekt onafhankelijk instituut zonder winstoogmerk met een voortdurend groeiend (inter)nationaal netwerk van bedrijven, kennisinstellingen en specifieke expertise. Join us! Scan de QR-code.
De meerwaarde van het ecosysteem WCM De primaire doelgroepen van het ecosysteem WCM of het WCM Consortium worden gevormd door industriële orga-
Rechten
nisaties in de sectoren Procesindustrie, Infra, Manufacturing, Fleet, Energie, Maritiem, High Tech Systems & Materials
Hieronder volgt een nadere toelichting op de rechten die de verschillende typen lidmaatschap bieden
Generieke rechten (voor alle typen leden) • Gratis deelname aan netwerkbijeenkomsten en voor specifiekere onderwerpen, bijvoorbeeld een project waarvoor de input vanuit verschillende bedrijven en instituten nodig is, kleinschalige bijeenkomsten in de vorm van workshops, e.d. • Makelaarsdiensten van WCM Office, met haar uitgebreide netwerk van bedrijven, instellingen, intermediairs, regio’s en initiatieven, kan WCM Office de leden voor specifieke vragen veelal in contact brengen met nuttige partijen. • Nieuwsbrieven en Maintenance Magazine, periodiek geeft WCM Office nieuwsbrieven uit en vier keer per jaar een uitgebreid magazine, met wetenswaardige nieuwsfeiten, ontwikkelingen en achtergronden op maintenancegebied. • Vermelding op WCM Consortium Yellow Pages/website, vanuit de makelaarsdiensten houdt WCM Office ook ‘Yellow Pages’ bij van het consortium, zodat leden en andere partijen elkaar ook zelf makkelijker weten te vinden. Additionele rechten voor zilveren, gouden en platina leden • Toegang tot projecten- en kennisdatabank WCM Consortium, projectrapportages en andere relevante informatie worden door WCM Office bijgehouden en toegankelijk gemaakt via een databank, waar je als lid toegang toe hebt. • Deelname aan projecten, aan projecten waarvoor een lid belangstelling heeft kan worden deelgenomen. • Recht op vragen en adviezen aan Executive Board, leden kunnen de Executive Board vragen naar een mening of ervaringen betreffende inhoudelijke en organisatorische onderwerpen. Ook kan men eigen ideeën en meningen naar voren brengen. • Beschikking over projectresultaten en Intellectual Property Rights (IPR), projectresultaten worden in ieder geval gepubliceerd in de WCM-databank, waartoe leden toegang hebben. De gebruiksrechten van ‘background IPR’ (ingebracht) dienen te worden geregeld via afspraken met de eigenaar. Voor de gebruiksrechten van ‘foreground IPR’ (ontwikkeld) zullen per project afspraken worden gemaakt.
26
(HTSM) én Food, Beverage & Farma, plus partijen uit andere sectoren, wanneer dit voor de consortiumleden voordelen biedt.
Additionele rechten voor gouden en platina leden • Reimbursement van contributie, compensatie voor de inspanningen van leden in innovatieprojecten en werkgroepen is mogelijk tot een maximum van 75 procent van de jaarlijkse contributie voor gouden en platina leden. Hiervan wordt 50 procent toegekend voor de inzet van human resources en 25 procent voor de inkoop van equipment of inhuur van experts. • Deelname aan R&D-platform, WCM Office organiseert voor gouden en platina consortiumleden bijeenkomsten voor R&Dmanagers en CTO’s, waar strategisch belangrijke thema’s uitvoerig besproken worden. Tijdens de bijeenkomsten kunnen kiemen gelegd worden voor relaties, thema’s en projecten. Het platform bestaat uit meerdere kringen, zodat een deelnemer zich kan aansluiten bij de kring die het best bij hem past. • Inbreng World Class Maintenance Academy, met gebruikmaking van haar uitgebreide kennisnetwerk en de tijdens uiteenlopende projecten verzamelde en ontwikkelde kennis, zet WCM Office opleidingen op voor high potentials. Deze opleidingen worden ontwikkeld en aangeboden onder de noemer WCM Academy. Additionele rechten voor platina leden • Recht op een plaats in de Executive Board, de founding partners hebben de eerste vijf jaar recht op een plaats in de Executive Board. • Medebepalen Strategische Innovatie Agenda (SIA) en WCM Consortium-strategie, de Executive Board zal voor het bepalen en updaten van de agenda en strategie een beroep doen op de platina leden om inhoudelijke inbreng te leveren. • Indienen van projectvoorstellen of werkgroepinitiatieven, platina leden kunnen doelen en ideeën realiseren door projecten of initiatieven voor te leggen aan de executive board. • Besluitvorming projecten, founding partners zijn betrokken bij de besluitvorming over de opstart van projecten of werkgroepen, het toe te kennen budget en de te hanteren aanpak. Join us, meld u aan of maak een afspraak via:
[email protected]
Maintenance december ‘13
26_27__15a_artikel_bl.indd 26
10-12-13 11:49
Lidmaatschap WCM Ecosysteem
Binnen het ecosysteem WCM onderscheiden we:
Asset owners Eigenaars en exploitanten van industriële installaties, die een zo hoog mogelijke beschikbaarheid en performance van hun installaties tegen zo laag mogelijke kosten wensen. Onderhoud speelt hierin een essentiële rol, waarbij de kosten gedurende de levensduur van een installatie vaak een veelvoud zijn van de aanschafkosten. Service providers Bedrijven die zelf geen ‘assets’ bezitten, maar deze in opdracht van asset owners deels of geheel onderhouden. Onderhoudsdiensten betreffen onder andere: reparaties van defecte of versleten delen, periodieke inspecties, preventieve vervangingen, of turnarounds. Maar in sommige gevallen neemt men ook het beheer van de installaties over van de asset owner. Equipment manufacturers: Zij maken onderdelen, machines of hele installaties voor asset owners. Van origine is hun businessmodel gebaseerd op inkomsten uit de verkoop van hun producten, maar inmiddels leveren
Gecoördineerd door het WCM Office bepalen de leden de thema’s en aanpak van de innovatie projecten, op grond van hun belangen en behoeften. Sleutelwoord hierbij is dat DI-WCM garant staat voor een goede afstemming tussen de lange termijn strategische innovatieagenda en de korte
veel manufacturers ook after-sales diensten, waarmee ze in feite concurreren met service providers. Maar onderhoudsdiensten zijn meestal zo specialistisch en risicovol, dat men dit overlaat aan service providers, eventueel in samenwerkingsvorm. Kennis- en onderwijsinstellingen Behalve het bedrijfsleven rekent WCM ook kennis- en onderwijsinstellingen tot haar doelgroepen. Zij beschikken over kennis, kunde en capaciteit die voor de uitvoering en resultaten van innovatieprojecten van grote waarde kunnen zijn. De instellingen hebben op hun beurt baat bij deelname, omdat zij zo kunnen samenwerken met de industrie. Intermediaire organisaties In samenwerking met collega-organisaties in het maintenanceveld, als iTanks, MEC, MVP/KI<, NVDO, Profion, et cetera, kan het WCM Consortium meer impact realiseren. Brancheorganisaties als VNCI en NAG en instituten als Dinalog, TNO, NLR, ECN en ISPT zijn met hun netwerk en kennis waardevolle partners voor de projecten, maar ook voor de aansluiting met de Topsectoren.
termijn innovatieprojecten. Meer informatie, aanmelden of een afspraak maken kan via:
[email protected] Link tussen de doelgroepen De kracht en kern van het WCM Consortium-concept schuilt in de hefboom-
Typen lidmaatschap
Brons
Zilver
Goud
Platina
Jaarlijkse contributie
€ 1.000
€ 5.000
€ 15.000
€ 60.000
% vergoeding in project
0%
0%
75%
75%
Deelname aan netwerkbijeenkomsten
√
√
√
√
Deelname aan open kenniskringen, workshops
√
√
√
√
Makelaarsdiensten DI-WCM
√
√
√
√
Nieuwsbrief/magazine
√
√
√
√
Vermelding op WCM Yellow Pages Toegang tot projecten- en kennisdatabank DI-WCM
√
√
√
√
Lidmaatschap gebonden rechten
√
√
√
Deelname aan projecten
√
√
√
Beschikking over projectresultaten
√
√
√
Beschikking over ontwikkelde IPR
√
√
Recht op deelname aan R&D-platform Recht op vragen en adviezen aan Executive Board Recht op (meedingen naar) zetel in Executive Board
√
√
√
√
Input leveren voor SIA en strategie
√
√ √
Besluitvorming SIA en strategie Besluitvorming projecten: welke, budget, aanpak, … Indienen projectvoorstellen Reimbursement voor resources in projecten
√ √ √
√ √
√ √
werking van de hoogwaardige en diverse expertises van de betrokken partijen in de innovatieprojecten. Dit zijn primair grote en kleine industriepartijen uit de industriële groepen, met zo nodig bedrijven uit het buitenland. Maar ook kennis- en onderwijsinstellingen kunnen op grond van hun inbreng en behoeften betrokken worden in innovatieprojecten en disseminatieactiviteiten. Het succes van de projecten berust op de matching van specialistische expertise met de behoeften van industriepartijen om snel en efficiënt nieuwe concepten te valideren en toe te passen. De langetermijnrichting wordt bepaald door de Strategische Innovatie Agenda, die samen met de consortiumleden wordt opgesteld en up-to-date gehouden. Momenteel zijn met de eerste leden vooralsnog als innovatielijnen/thema’s vastgesteld: Corrosie onder Isolatie, Werkstroombeheersing, Maintenance Concepten, Dynamische Onderhoudsplanning en Human Capital. Voor het consortium gelden vier typen lidmaatschap, onderling verschillend in hoogte van de jaarlijkse contributie en de rechten die men er voor terug ontvangt: brons, zilver, goud en platina. Gouden en platina leden komen tot maximaal 75 procent van hun contributiebedrag in aanmerking voor een vergoeding van de door hen gemaakte projectkosten. De totale lidmaatschapsgelden worden voor minimaal 75 procent aangewend om de kosten te dekken van door de board goedgekeurde projecten. Zo zijn leden er zeker van dat hun contributie vooral wordt gebruikt voor innovatie. ●
Maintenance december ‘13
26_27__15a_artikel_bl.indd 27
27
10-12-13 11:49
Waterschappen voelen de maatschappelijke druk om beter te presteren. Tegelijkertijd staat er een golf aan vervangingsinvesteringen voor de deur. De oplossing ligt in het meer betrekken van private partijen bij publieke opdrachten zoals het zuiveren van afvalwater. Een aantal waterschappen benaderde DI-WCM met de vraag of het niet kon helpen met onderzoek naar prestatiecontracten voor het uitbesteden van onderhoud aan rwzi’s. DI-WCM bracht ze in contact met de Universiteit van Tilburg.
Waterschap op zoek naar ideale prestatiecontract Voor wie het nog niet wist: de waterschappen staan behoorlijk onder druk. In 2011 wilde een meerderheid in de Tweede Kamer de waterschappen nog opheffen. Eerste stap zou zijn om het aantal waterschappen terug te dringen via fusies om vervolgens stapsgewijs over te gaan naar vijf nieuwe landsdelen. Het is nog niet duidelijk of dit voorstel daadwerkelijk wordt ingewilligd, maar het geeft wel aan onder welke druk de waterschappen moeten presteren. De taken van de waterschappen zijn het eenvoudigste te omschrijven als de voorziening van schoon water en het houden van droge voeten. De waterschappen beheren dan ook dijken, gemalen, sloten en rivieren en bewaken zo de waterkwaliteit en de veiligheid. Het beheer van rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) is op het gebied van onderhoud misschien nog wel de meest uitdagende taak. De installaties zuiveren in meerdere stappen afvalwater van huishoudens en in sommige gevallen ook van de industrie. Waar in het begin nog veel mechanische stappen worden gemaakt om het grove vuil uit het water te halen, neemt gedurende het proces de biologie (bacteriën) het over om nutriënten uit het afvalwater te halen. Prestatiecontracten Zoals gezegd, zoeken de waterschappen naar efficiencyverbetering en in die zoektocht kijkt men ook naar mogelijkheden voor de uitbesteding van onderhoud. Waterschap Brabantse Delta, Waterschap Aa en Maas, Waterschap De Dommel en Wa-
28
terschapsbedrijf Limburg sloten de gelederen om gezamenlijk te onderzoeken welke uitbestedingsvorm het beste aansloot bij hun wensen. DI-WCM bracht de partijen in contact met de Universiteit van Tilburg en vond een match in de persoon van Bart Vos, NEVI-hoogleraar Inkoopmanagement binnen het departement Organisatie en Strategie aan de Universiteit van Tilburg. Samen kwamen zij tot het Purgatio-project: een onderzoek naar het werken met prestatiecontracten voor onderhoud van grote afvalwaterzuiveringsinstallaties. ‘Ik ben geen specialist op het gebied van rwzi’s’, zegt Bart Vos direct. ‘Maar ik vindt het zeker fascinerend om zo’n installatie te bezoeken. Wat vooral opvalt, is hoe rustig het er is. Het meeste werk wordt gedaan door bacteriën en die zie en hoor je niet. Maar op de achtergrond zijn wel degelijk veel technische processen ingericht die allemaal veel onderhoud nodig hebben. Mijn expertise zit meer in het samenbrengen van partijen en om die efficiënt te laten samenwerken. Met Purgatio onderzoeken we dan ook onder welke condities het verstandig is om prestatiecontracten toe te passen. Dat begint bij de vraag hoe je prestaties kunt operationaliseren. Vaak zit dat in een bonus-malus-regeling. Het begint in ieder geval met het vormgeven van de prestatie-indicatoren (KPI’s, red.). Op welke KPI’s stuur je een prestatie en hoe zorg je ervoor dat de opdrachtnemer dezelfde einddoelen nastreeft als de opdrachtgever? Om dat te doen, zul je eerst de belangen moeten formuleren van beide
partijen en analyseren waar die belangen kunnen botsen.’ In april 2013 zijn studenten van Tilburg University gestart met een quick scan. Vanaf september 2013 is een promovendus aan de slag gegaan met het verdere onderzoek. In 2017 wordt het promotieonderzoek afgerond. Dit is de eerste keer dat er op deze manier in Nederland onderzoek wordt gedaan naar prestatiecontracten bij waterschappen. Nieuw regime Vos: ‘Bedrijven besteden steeds meer van hun niet-kerntaken uit. Met name facilitaire diensten of utiliteitsvoorzieningen worden uitbesteed aan partijen die deze taken wel tot hun kerntaken rekenen. Ook onderhoud zien veel bedrijven steeds meer als een taak die daarin gespecialiseerde bedrijven vaak beter kunnen uitvoeren. Enige nadeel van traditionele contracten is dat er geen prikkel is om efficiënter te werken. Dat is aan het veranderen. Waar voorheen veel fixed fee of unit rate-contracten werden afgesloten, probeert men nu meer prikkels te geven om verbeteringen in de werkprocessen of innovaties in de assets door te voeren. Een prestatiecontract biedt daarvoor een goede basis. Waterschappen zijn wat dat aangaat niet wezenlijk anders dan commerciële bedrijven: ze hebben allemaal te maken met het onderhoud van hun installaties die zeer kapitaalintensief zijn en een lange levensduur hebben. Enige verschil is dat de waterschapsbedrijven vanwege hun publieke functie te maken hebben met politieke aspecten,
Maintenance december ‘13
28_29__25_artikel_gr.indd 28
10-12-13 11:49
Contracten
Voor waterschappen is het beheer van rioolwaterzuiveringen misschien wel het meest uitdagend. Een aantal waterschappen onderzoekt nu met de Universiteit van Tilburg welke uitbestedingsvorm het meest geschikt is voor het uitbesteden van onderhoud aan onder meer rwzi’s.
bijvoorbeeld Europese Aanbestedingsregels waar het gaat om inkooptrajecten boven een bepaald drempelbedrag.’ De drang bij de waterschappen om te vernieuwen is heel groot, heeft Vos al ervaren. ‘Veel van de assets van de rwzi’s zijn aan het einde van hun technische levensduur en de sector staat dan ook voor een grote vervangingsinvestering. Tegelijkertijd voelen ze de druk van de maatschappij om efficiënter te werken. Ze kijken dus kritischer naar hun eigen bedrijf. Ze willen graag saneren, maar het gevaar bestaat dat ze te radicaal gaan wegsnijden waardoor ze uiteindelijk alleen maar duurder uit zijn. Omdat veel lopende contracten ook opnieuw moeten worden onderhandeld, is dit een goede tijd om over te stappen op een nieuw regime. Ze willen hun keuzes echter wel goed onderbouwd hebben en dat is dus onze opdracht.’ Ervaring Vooral de lange termijn horizon maakt het een uitdaging om tot de gewenste prestatiecontracten voor het uitbesteden dan wel inbesteden van onderhoud aan de zuiveringsinfrastructuur te komen. Die contracten hebben immers normaal gesproken een horizon van enkele jaren, terwijl de levensduur van de infrastructuur enkele decennia bedraagt. Daarom wil men in de contracten de juiste prikkels inbouwen voor de leverancier van onderhoudsdiensten. Cruciaal daarbij is dat de installaties zo min mogelijk stil komen te liggen, zonder dat de uitbestedende partij
daar te veel voor betaalt. Daarbovenop zullen de komende jaren naar verwachting, naast het onderhoud van de installaties, sociale, demografische, commerciële, compliance en ecologische aspecten een grotere rol krijgen. ‘De waterschappen zijn bijvoorbeeld al bezig om te kijken of ze niet meer kunnen doen met het slib dat ze aan het einde van het proces overhouden’, zegt Vos. ‘Waterschap de Dommel is aangesloten bij het Energiefabriek-concept. Hier kijkt men naar vergisting van afvalwater tot biogas zodat een rwzi in zijn eigen energievoorziening kan voorzien. Omdat dit processen zijn die niet direct tot de kerntaken van een waterschap horen, zijn
‘Nadeel van traditionele contracten is dat er geen prikkel is om efficiënter te werken. Dat is aan het veranderen.’ dit potentiële projecten om aan derden uit te besteden.’ ‘Het is niet zo dat de waterschappen helemaal blanco beginnen’, vervolgt Vos. ‘Ze hebben de afgelopen vier jaar al ervaring opgedaan met Design, Build, Finance, Maintain and Operate (DBFMO)-contracten. In de quickscan hebben we gekeken naar de cases en op basis daarvan ontrafeld waarom sommige dingen goed gaan en andere niet. Een mooi voorbeeld is dat van het waterschap Aa en Maas. Het waterschap had met een kleinere leverancier
een onderhoudscontract afgesloten voor een aantal kleinere installaties. Als je het startcontract nader bekijkt, zie je dat dit verre van ideaal was. Je zou kunnen denken dat misbruik dan op de loer ligt. Toch is dat niet gebeurd. Dat is voor sociale wetenschappers heel interessant. Achteraf bleek dat de gebrekkige structuur van het contract ruimte bood voor overleg, die de partijen dan ook hebben benut. Bovendien was er een wederzijdse afhankelijkheid waardoor geen van beiden erbij gebaat was om de ander een loer te draaien. Het is dan ook de vraag of je in zo’n contract wel alles vast moet leggen, of dat je beter gedurende de contractduur ruimte openlaat voor onderhandeling. En zo zijn we wel meer mooie voorbeelden tegengekomen. De resultaten van dat onderzoek zullen we over enkele maanden delen met de opdrachtgevers. Naast kwalitatief onderzoek, kunnen we ook gebruikmaken van harde cijfers. Er zijn veel data beschikbaar en prestaties zoals de uptime van de assets zijn dan ook wel te meten. Toch is dit niet altijd een indicatie dat een samenwerking ook goed is verlopen. We zullen dus zowel de harde als de zachte kant van samenwerking moeten omschrijven en zo aan een model bouwen dat de waterschappen die aan het onderzoek meedoen in ieder geval kunnen gebruiken om hun onderhoud op de markt aan te bieden. Het zou helemaal mooi zijn als ook andere waterschappen daarvan kunnen meeprofiteren, alhoewel je altijd moet oppassen voor te snelle generalisatie.’ ●
Maintenance december ‘13
28_29__25_artikel_gr.indd 29
29
10-12-13 11:49
BIZZ56'' De nieuwe standaard in webvertising Presenteer uw bedrijf, innovatie of project volgens de nieuwe standaard in webvertising: BIZZ56”. Vertel uw verhaal in uw eigen creatieve film van 56 seconden en de boodschap komt aan! Het doordachte stramien van BIZZ56” zorgt ervoor dat u en de filmers zich kunnen concentreren op het communicatieve en creatieve deel van uw boodschap. Bovenal zorgt BIZZ56” voor een snelle, complete en eigentijdse boodschap die de aandacht van uw doelgroep tot het einde vasthoudt. BIZZ56”-video’s zijn multi-inzetbaar: op uw website, via smartphones en tablets en op social media.
Als dit icoon bij een afbeelding staat, bekijk dan het bijbehorende filmpje door met uw smartphone of tablet de foto te scannen met de iLinqs app. U vindt de gratis iLinqs app in de appstore voor andriod en apple.
Verrijk uw teksten, advertenties en commerciële boodschappen met een BIZZ56” video en integreer tekst, beeld en online voor een crossmediale boodschap.
Meer weten?
BIZZ56”is een product van Movielinqs video & virals. iLinqs is een app van Industrielinqs pers en platform
Neem contact op met Ellen van den Burg (020-3122088) of
[email protected]
_A5_bizz56.indd 43
18-03-13 15:10
CONDITIE BEWAKING Trilingsanalyse
Infrarood thermografie
hardverchromen MCP® chemisch zwarten chemisch nikkel Blackprotect® zwart nikkel Dicronite® Dry Lubrication HP-HVOF thermal spraying sp SuNiCoat® Optics rond-, vlakslijpen & superfinishen
Olieanalyse
Motordiagnose
Ultrasoon analyse
www.coservices.eu
info@coser vices.nl
NL: +31 46 702 23 61 BE: +32 16 400 136
30_clz_coser_bizz56_index_.indd 1
09-12-13 12:26
Maintenanceonderzoek De jaarlijkse Maintenance Engineering-lezingen, georganiseerd door de Universiteit Twente en het Dutch Institute World Class Maintenance, werden dit jaar gehouden in de Kromhoutkazerne in Utrecht. Bij deze lezingenreeks zorgen experts voor een actueel en inspirerend beeld van de ontwikkelingen rond maintenance.
Samenwerken, onderzoeken en sturen De bijeenkomst werd geopend met een korte presentatie van Kolonel Hans Damen, van het Materieellogistiek Commando Land. Met gevoel voor understatement ging hij in op de meest recente bezuinigingen binnen het ministerie van Defensie en de steeds toenemende noodzaak om intensief samen te werken met derde partijen voor wat betreft het onderhoud van het complexe ‘materiaalpark’. De reductie met 1.100 fte naar 3.250 fte laat diepe sporen achter, terwijl de noodzaak voor onderhoud niet afneemt. Damen toonde in zijn presentatie de kracht en de noodzaak van samenwerken aan. Inmiddels wordt met veel partijen gewerkt en gesproken om gezamenlijk te zorgen voor veilig en beschikbaar materieel. Kopen of printen? Universitair docent Matthieu van der Heijden behandelde het onderwerp ‘Wat kwantitatieve modellen kunnen bijdragen aan de aftersales servicelogistiek’. Er zijn veel onderzoeken geweest en gaande op het gebied van servicelogistiek en het ‘plannen’ van mensen en middelen. Van der Heijden noemde in hoofdlijnen drie onderzoekprojecten. Het onderzoeksproject LORA (Level-ofRepair-Analysis) is ontstaan door vragen van de defensie-industrie en Thales. Daarbij was een verhoging van uptime tegen lagere maintenancekosten het uitgangspunt. Beslissingen over reparen of vervangen zijn daarbij te maken aan de hand van analyses. De keuze wordt mede bepaald door criticaliteit van het onderdeel voor het proces, levertijd van het deel en de hoogte van de kosten van voorraden. Een scherp inzicht en de juiste voorraden zorgen zo voor lagere kosten bij betere beschikbaarheid. Een tweede onderzoek is geïnitieerd vanuit
een andere markt. Partijen als IBM, Océ en Vanderlande wilden meer weten over hoe om te gaan met de zogeheten ‘last time buy’ van reserveonderdelen. Om installaties draaiende te houden, zijn reservedelen nodig. En als een leverancier aankondigt dat de productie van die spares stopt, hoeveel onderdelen moeten er op dat moment besteld worden? Worden die spares ooit toegepast of gaan ze voor veel geld op de plank? Met het onderzoek, waarin ASML inmiddels ook interesse heeft getoond, wordt gekeken hoe de juiste balans tussen voorraadkosten en beschikbaarheid kan worden gevonden. En getriggerd door nieuwe technologieën, vertelde Van der Heijden over een derde onderzoekstraject; Sintas. Hierbij wordt onderzocht wat de impact wordt van 3Dprinten op voorraadbeheer van spares. De techniek voor 3D-printen ontwikkelt zich razendsnel, dus kunnen asset owners inmiddels voorsorteren op de toekomst. Moeten de dure ‘slow movers’ naar het magazijn, of wordt het mogelijk om tijdelijke of permanente reserveonderdelen te printen? In dit onderzoek moet ook worden gekeken of het onderdeel van invloed is op het faalgedrag van de hele installatie. Dat dit geen science fiction is, kon Van der Heijden aantonen met de ambitie van de NASA om met een 3D-printer onderdelen voor het ISS te maken. Never Waste a Good Crisis Femke de Jager, vice president consultancy van Stork Technical Services, keek met de aanwezigen naar redenen om in beweging te komen in tijden van crisis. Voor veel asset owners zijn nu het zogeheten burning platform en de money drain relevanter dan technology push of windows of opportunity. De totale problematiek voor
onze industrie is veelomvattender dan alleen de financiële crisis: ook hoge energieen arbeidskosten, verouderende assets en de brain drain zijn thema’s die het geheel complex maken. In deze situatie neemt het belang van goed asset management alleen maar toe volgens De Jager. Met een goede asset management filosofie kunnen de bedrijfsdoelen en de
De techniek voor 3D-printen ontwikkelt zich razendsnel, dus kunnen asset owners inmiddels voorsorteren op de toekomst.
risico’s worden vertaald naar acties en meetpunten (KPI’s). Sterker nog, asset management is volgens De Jager een belangrijke pilaar van operational excellence. Asset management vertaalt de bedrijfsstrategie naar de assetstrategie en vertaalt deze vervolgens door naar alle relevante facetten van asset management zoals onderhoudsconcepten en service providing. Daarbij wordt continu gestuurd op zes belangrijke assetdoelen: maximaliseren van output, optimaal benutten van grondstoffen, respecteren van relevante wet- en regelgeving, werkend blijven binnen beoogde levensduur enerzijds versus een optimaal kostenpatroon anderzijds. En dat alles binnen een context van continu verbeteren en innoveren. De asset management functie kan hierin haar waardepropositie definiëren en service providers als key partners inzetten voor kernactiviteiten of resources die het zelf niet in huis wil/kan hebben. Slimme service providers zorgen ervoor dat hun waardepropositie hier naadloos op aansluit. ●
Maintenance december ‘13
31__29_artikel_gr.indd 31
31
10-12-13 11:49
“Eénvoudig online bestellen, groot
assortiment en snelle levering. Hier worden wij vrolijk van!” Marcel Koolmees, van der Waay Machinebouw B.V.
Uw totaalleverancier voor alle MRO onderdelen.
088 0666 000 Ma. - Vrij. 08:00-18:00 uur
Towards sustainable & profitable business De organisatie en besturing van waarden voor (interne) klanten lijkt een lastige opgave. Leer hoe ‘Best-in-Class’ bedrijven succesvol inspelen op steeds snellere verandering.
• Hoogwaardig programma met - Best Practices uit diverse sectoren - Interactieve workshops • Expo rond State-of-the-Art applicaties, devices en services • Interactie met vakgenoten en specialisten rond strategie-optimalisatie-IT
• Voor strategisch en technisch beslissers
www.smc-congres.nl
Met ondersteuning van:
32_mikrocentrum_indi.indd 1
8e editie / gratis deelname
Strategic & Operational Excellence voor service en onderhoudsmanagement Donderdag 6 februari 2014, Amrâth Hotel Brabant, Breda
Hoofdsponsoren:
09-12-13 12:25
ISO 55000
ISO 55000 geeft grip op asset management De norm is zo goed als af, maar 12 maart 2014 wordt hij officieel gepresenteerd aan het publiek: de ISO 55000-norm voor asset management. Hanno Spoelstra is lid van de NEN Normcommissie voor Assetmanagement en kan uit die positie melden dat de Nederlandse commissie de zogenaamde “Final Draft International Standard” heeft goedgekeurd. ‘Er wordt mogelijk nog een aantal tekstuele aanpassingen gedaan, maar daar blijft het ook bij.’ De asset management norm die voortborduurt op de Engelse PAS 55 zal niet direct een certificeringsgolf opleveren, verwacht Spoelstra. ‘Certificering is geen doel op zich. De norm is zeer waardevol voor alle spelers in de wereld van asset management, maar dat wil niet zeggen dat ze daarvoor moeten certificeren. De implementatie van de norm zonder certificeringstraject kan net zo waardevol zijn. Ik heb al met meerdere asset owners gesproken die de norm graag willen toepassen in hun bedrijfsvoering, maar certificering gaat hen net een stapje te ver. Overigens weet je nooit wat voor vlucht zo’n standaard kan nemen. Bij de introductie van ISO 9001 was deze ook niet verplicht, maar omdat opdrachtgevers alleen maar contractors en toeleveranciers toelieten die conform de norm werkten, is er tegenwoordig bijna geen bedrijf meer dat niet ISO 9001-gecertificeerd is.’ Britse standaard Voor wie nog niet bekend is met PAS 55 nog even een snelle samenvatting. De Britten waren een van de eersten in Europa die hun nationale voorzieningen privatiseerden. Zij waren dan ook de eersten die de gevolgen daarvan ondervonden toen het economisch tegenzat. De bezuinigingen bij het spoor, maar ook in de elektriciteitsmarkt en het
waternet, leidden tot ongevallen en stroomonderbrekingen. De Britse overheid riep de markt dan ook op om zijn zaken op orde te brengen en mede dankzij kartrekker John Woodhouse ontstonden de eerste schetsen voor een asse tmanagement standaard. In 2004 werd de Publicly Available Specification (PAS) 55 gepubliceerd door het British Standards Institution (BSI). In Nederland kwam er pas eind 2009 een Nederlandse Technische Afspraak (NTA) die zich met asset management bezighield: de NTA 8120. Deze standaard was specifiek gericht op het transport van elektriciteit en gas. In 2010 startte NEN het initiatief voor aansluiting bij de ISO asset management norm. Kapstok De PAS 55-standaard is in het leven geroepen voor asset management binnen de infra en voor utiliteitsbedrijven. De ISO 55000-standaard is gebaseerd op PAS 55 dus is het de vraag of ook andere sectoren de norm zouden moeten omarmen. Spoelstra denkt van wel: ‘Ik denk zeker dat de publieke of semipublieke opdrachtgevers zoals Rijkswaterstaat of ProRail kunnen profiteren van een goed ingericht asset management systeem. Met name omdat de rolverdeling tussen asset owner, asset manager en service provider binnen die organisaties soms moeilijk is te benoemen. ISO 55000 lost zeker niet alle organisatievraagstukken op, maar biedt wel duidelijke eisen en richtlijnen. Ik denk dat de industrie ook kan profiteren van ISO 55000, omdat de waarde van risicomanagement voor kapitaalintensieve organisaties hierin wordt benoemd. De industrie en dan met name de BRZO-bedrijven hebben te maken met behoorlijk veel wet- en regelgeving, met toenemende druk op transparantie en naleving.
Foto: ProRail
In maart wordt de nieuwe asset management norm ISO 55000 aan het bekendgemaakt. Of de introductie van de norm nu direct een certificeringsgolf oplevert, weet NEN Normcommissielid Hanno Spoelstra niet, ‘maar toepassing van de richtlijnen alleen al kan zeer waardevol zijn voor kapitaalintensieve bedrijven.’
ISO 55000 lost zeker niet alle organisatievraagstukken op, maar biedt wel duidelijke eisen en richtlijnen. De norm kan dus voor allerlei bedrijven handig zijn, ook voor publieke als ProRail en Rijkswaterstaat. ISO 55000 kan de kapstok zijn voor bedrijven en toezichthouders om eenvoudiger het overzicht te houden. Want in de kern draait veel Europese en nationale wet- en regelgeving om de centrale vraag: “wat zijn de risico’s en hoe worden deze beheerst?”’ Praktijkgids De ISO 55000 is opgebouwd uit drie delen: ISO 55000, Asset management – Overview, principles and terminology, ISO 55001, Asset management – Requirements en ISO 55002, Asset management – Guidelines on the application of ISO 55001. ‘Belangrijk om te vermelden, is dat er ook een praktijkgids wordt gemaakt’, vervolgt Spoelstra. ‘Hierin wordt uitgelegd hoe bedrijven de standaard kunnen toepassen in hun eigen praktijk. En de ISO-norm voor conformiteitbeoordeling wordt uitgebreid voor ISO 55000. Gecertificeerde bedrijven en hun klanten willen immers wel de zekerheid dat de certificatie-instellingen bevoegd zijn voor het uitvoeren van audits en certificering.’ Inmiddels is duidelijk dat een aantal asset owners, -managers èn service providers aan de gang wil gaan met ISO 55000. Voor de partijen die al PAS 55-gecertificeerd waren, is de overgang een kleine stap. Dat er voor asset management een officiële norm komt, is volgens Spoelstra goed nieuws voor de onderhoudswereld. ‘Technische beschikbaarheid, veiligheids-, gezondheids- en milieuaspecten en betrouwbaarheid van assets zijn immers allemaal direct gerelateerd aan de bedrijfsrisico’s. Zo bezien, gaat de discussie over onderhoudskosten in wezen over de kosten van maatregelen om de bedrijfsrisico’s te reduceren. En als je op dat niveau beslissingen neemt, spreek je automatisch met de CFO of de CEO. Daarmee krijgen onderhoud en asset management de positie die ze verdienen.’ ●
Maintenance december ‘13
33__24_artikel_zw.indd 33
33
10-12-13 11:49
Begin november werd tijdens de Innovatie-estafette in de Amsterdamse RAI het WCM Infra-project afgetrapt. Zeven partijen tekenden een intentieverklaring om in de komende twee jaar het beheer van onze infrastructuur naar world class-niveau te brengen, van asset owner tot dienstverlener en kennisinstelling. Elke partij brengt haar eigen perspectief en kennis mee om zo samen tot breed inzetbare innovaties te komen.
WCM Infra haalt meer uit assets De infra-assets in ons land gaan veelal richting het einde van hun levensduur, terwijl er nog meer uitgehaald kan worden door het asset management naar een hoger plan te tillen. Dat is waar WCM Infra ten tonele komt. Levensduurverlengend onderhoud (LVO) is een groot thema binnen het traject. Om dat te concretiseren, hebben de projectparticipanten twee speerpunten geformuleerd: aan de ene kant staan lagere kosten, betere voorspelbaarheid van de kosten, en inzicht in de benodigde budgetten die op de lange termijn nodig zijn voor instandhouding van de infrastructuur. Aan de andere kant mikt men op hogere beschikbaarheid en minder onvoorziene niet-beschikbaarheid van de infrastructuur. De hele driehoek van asset owner, dienstverlener en kennisinstelling is vertegenwoordigd. De deelnemende asset owners zijn Rijkswaterstaat, Havenbedrijf Rotterdam en Provincie Overijssel. De productleveranciers en dienstverleners zijn Siemens en Ooms Civiel. Het team wordt gecompleteerd door de instituten TNO en DI-WCM, terwijl Profion de voorzitter van de Stuurgroep levert. In de komende twee jaar zal het project zich toespitsen op drie casussen: een brug, een weg en een kademuur. Aan de hand daarvan worden innovaties ontwikkeld en uitgetest. Ideeën uit andere sectoren Paul de Beijer vertegenwoordigt als directeur Asset Management het Havenbedrijf Rotterdam in het team. Voor het Haven-
34
bedrijf is asset management het beheren van assets gedurende de hele life cycle. Dit begint met het projectmanagement, en gaat vervolgens over naar het onderhoud, eventueel eindigend met de sloop. De Beijer: ‘De haven heeft 32 variaties aan assets die onderdeel uitmaken van een zeer complex systeem, zoals kademuren, steigers, vaarwegen, wegen, spoorwegen en leidingstroken. Dit alles heeft een gezamenlijke waarde van 3,2 miljard euro. Sommige assets zijn al zo’n vijftig à zestig jaar oud, maar er zijn ook jongere kapitaalgoederen bij.’ In het project levert het Havenbedrijf de casus ‘kademuren’ aan. Het monitoren van kademuren was niet altijd makkelijk. Daarom heeft de afdeling asset management een eigen analysetool geïntroduceerd waarmee de veroudering van kademuren voorspeld kan worden. Dit Kademuren Modellering Systeem (KMS) wordt inmiddels naar tevredenheid gebruikt. Het jaarlijkse budget voor onderhoud aan de havenassets is ‘slechts’ vijftig miljoen euro, nog geen twee procent van de assetwaarde. Het Havenbedrijf werkt met value driven maintenance. Hierbij wordt naar een optimum gezocht tussen beschikbaarheid, veiligheid en betrouwbaarheid van de assets in relatie tot de kosten voor het beheer ervan. Door degradatie en faalrisico’s te voorspellen, wil de haven toe naar preventief onderhoud. Dit is onderdeel van de ambitie voor 2030, waarin Rotterdam nog steeds een van de grootste havens van de wereld wil zijn.
De PAS55-certificering die recent werd behaald, gaat daarbij helpen. De Beijer: ‘We werken in de hele life cycle van onze assets met PAS55 en zijn op zoek naar de optimale balans tussen prestaties, risico’s en strategie. Een uitdaging voor ons is het implementeren van risicomanagement en het continu verbeteren. Ook willen we graag alle data die uit de processen te halen vallen beter gaan gebruiken en aan elkaar koppelen. Daarvoor hopen we te leren van best practices van de andere deelnemers. Het lijkt me interessant om ervaringen uit de industrie toe te gaan passen op de infra.’ Ook Rijkswaterstaat is als asset owner betrokken bij het traject en levert een brug als casus. Het wil alle bruggen in het portfolio toekomstbestendig maken. Sieben Poel, hoofdingenieur-directeur bij Rijkswaterstaat Noord-Nederland: ‘Rijkswaterstaat staat voor een grote opgave. Er zit een grote vervangingsgolf aan te komen en daarbij is de functie van onze assets aan het veranderen. Alleen al de belasting op bijvoorbeeld de wegen wordt steeds groter. Onlangs heeft de minister de koers bepaald. Wij willen zo lang mogelijk met alle infrastructuur doen en dat betekent dat we anders moeten gaan denken en meten. Graag krijgen wij goede ideeën uit andere sectoren die hierin verder zijn. Dat hoop ik te halen uit onze deelname.’ De Provincie Overijssel zit met dezelfde vraagstukken als Rijkswaterstaat. Ook hier hebben alle kapitaalmiddelen een
Maintenance december ‘13
34_35_36_19_artikel_zw.indd 34
10-12-13 11:49
WCM Infra
Van links naar rechts: Arian de Bondt (Ooms Civiel), Koen Bogers (Siemens), Dick Schmidt (TNO), Lex Besselink (DI-WCM), Roelf Venhuizen (Profion), Paul de Beijer (Havenbedrijf Rotterdam), Sieben Poel (Rijkswaterstaat) en Jan Muizelaar (provincie Overijssel).
hoge leeftijd bereikt. Daarnaast kampt de provincie ook met een braindrain, zegt Jan Muizelaar, teamleider van de provincie. ‘Wij zien goede kansen om de uitstroom van personeel en dus kennis op te lossen met asset management. Als we onze processen beter structureren, kunnen we beter omgaan met een verlies van kennis en vaardigheden.’ Overijssel wil graag de levensduur van alle weg- en waterwegen en kunstwerken verlengen. Ze verwacht uit het project aanknopingspunten te halen voor de toepassing van LVO. ‘Wij willen leren van anderen en zelf een meetbaar professionelere organisatie worden. Daarom gaan wij ook een businesscase leveren waar de partners hun expertise op los kunnen laten. Wij zullen onze wegen aandragen als onderzoeksobject.’ Snelle toepassing Een van de dienstverleners in het project is Siemens. Koen Bogers is directeur binnen de sector Infrastructure & Cities en vertelt over de motivatie om deel te nemen: ‘Om als land concurrerend te blijven, is goede, betrouwbare infrastructuur nodig. Daar ligt de crux: onze infrastructuur heeft modernisering nodig, maar investeren doen we maar
weinig, zeker vergeleken met het buitenland. Door samenwerking kunnen we daar iets aan doen. We hebben daarin alles nodig: technische kennis, marktkennis, de hele keten. Onze bijdrage bestaat uit kennis en best practices, bijvoorbeeld over CBM, Condition Based Maintenance. Ons land heeft veel kennis, maar die wordt pas verkoopbaar als we die eerst zelf toepassen.’ Siemens ziet grote verschillen tussen de sectoren waarin
‘Het lijkt me interessant om ervaringen uit de industrie toe te gaan passen op de infra.’
het actief is. ‘Sommigen zijn verder in LVO en CBM dan anderen, dus waarom hevel je die kennis niet over naar de sectoren die nog aan het begin staan van hun ontwikkeling? In de industrie is er al veel ervaring met automatisering. Dat kan ook nuttig zijn voor de infrawereld. Uiteindelijk gaan we toe naar een wereld waarin alles met elkaar verbonden is. De infrastructuur gaat steeds meer elektronica bevatten, en we krijgen dankzij remote monitoring meer detailinzicht in de staat waar het zich in bevindt. Als er
bijvoorbeeld schade aan een dijk is, kun je door precies en continu te meten uitvinden hoe dat structureel voorkomen kan worden, in plaats van dat je de schade met een standaard oplossing repareert. Met dezelfde technologie zou je ook de herasfaltering van een weg kunnen uitstellen op basis van de conditie.’ Hij vervolgt: ‘Wij hopen vooral dat we, door met alle belanghebbende partijen aan tafel te zitten, de kennis ook snel kunnen gaan toepassen in de praktijk. Daarvoor hebben we de hulp van de asset owners nodig. Dat is normaliter lastig te regelen, omdat je al snel moet gaan aanbesteden en dat werkt innovatie tegen. Natuurlijk kun je pilots draaien, maar daarin wordt er altijd veel gepraat en worden veel rapporten geschreven. Wij willen een stap verder gaan, en dat kan met het WCM Infra-project.’ Ooms Civiel is van plan zijn ervaringen met de droge en natte infra in te brengen in het project. Arian de Bondt, directeur: ‘We kijken zelf naar kleine en grote werken. Onze ervaringen in projecten van allerlei schaalgrootten en onze ervaringen met processen, organisatie en techniek kunnen anderen helpen efficiënter te worden. We willen tot een betere systematiek komen en geld besparen, en dat is voor iedereen zinnig.
Maintenance december ‘13
34_35_36_19_artikel_zw.indd 35
35
10-12-13 11:49
Ook verwachten we spin-off van het project. Ik ben hoopvol dat we op de langere termijn zelf innovatiever te werk kunnen gaan door de input die we krijgen vanuit het WCM-project.’ Keuze maken met kennis WCM Infra past voor het Dutch Institute World Class Maintenance binnen de algemene doelstelling om innovatieprojecten te initiëren waarmee WCM-leden hun assets langer, vaker en beter kunnen gebruiken, veiliger en goedkoper kunnen produceren, en kunnen bijdragen aan duurzaamheid. In het specifieke geval van het infraproject worden infra-assets naar world classniveau gestuwd. Lex Besselink namens WCM: ‘Wij zijn benieuwd naar hoe asset management bij bedrijven wordt toegepast en hopen een brug te kunnen slaan naar de kennisinstellingen. Onze missie is om assets langer mee te laten gaan met een hogere beschikbaarheid en tegen lagere kosten. Wij zijn hier al langer mee bezig in
36
het VITALE-project voor levensduurverlengend onderhoud. Hierin zijn cross-sectorale kennis en ervaring uitgewisseld, zoals uit de luchtvaart. Graag brengt WCM de eerder opgedane expertise in het infra-
‘Natuurlijk kun je pilots draaien, maar daarin wordt er altijd veel gepraat en worden veel rapporten geschreven. Wij willen een stap verder gaan.’
structuurproject in. Ook zullen we samen met TNO de leiding op ons nemen.’ Dick Schmidt, directeur Gebouwde Omgeving bij TNO, ziet kansen om binnen het project van elkaar te leren over LVO. ‘Het is zaak om cruciale keuzes over onze infrastructuur goed te maken. Kunstwerken vormen cruciale elementen. Om die keuzes
te maken, is kennis nodig, zoals over de veranderende functie. We gaan toe naar meer monitoren. Sensoren gaan daarin een belangrijke rol spelen. Onderhoud kan er efficiënter door worden, en dit zal ons kosten besparen en meer veiligheid en duurzaamheid geven. Maar hierin kunnen we nog veel leren van andere sectoren, zoals de procesindustrie.’ Branchevereniging Profion maakt de deelname van de drie kennisorganisaties aan het project compleet. Roelf Venhuizen, voorzitter Profion, is kort maar krachtig: ‘We gaan cross-sectorale kennis van asset management combineren en toepassen op infrastructuur.’ De komende twee jaar zullen de partijen de intentieverklaring om gaan zetten in daden om zo het beheer van onze infrastructuur world class te maken. Daarmee stomen zij de snel verouderende assets klaar voor de toekomst. Want de bestaande infra zit nog vol potentie! ●
Maintenance december ‘13
34_35_36_19_artikel_zw.indd 36
10-12-13 12:10
Logistiek Centrum Woensdrecht Sinds minister Hillen in april 2011 de verstrekkende beleidsnotitie ‘Defensie na de kredietcrisis: een kleinere krijgsmacht in een onrustige wereld’ naar de Tweede Kamer stuurde, is Defensie een verkleining en een omvangrijke reorganisatie aan het doorvoeren. Ook het Logistiek Centrum Woensdrecht ondergaat grote organisatorische veranderingen, die begin december zijn ingegaan.
De reorganisatie van het LCW in een notendop Speelde het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) al een cruciale en centrale rol bij de instandhouding van de Koninklijke Luchtmacht, die rol is door de recente reorganisatieronde nog groter geworden. Werk dat eerst ‘op de velden’ gebeurde, wordt nu gecentraliseerd op Woensdrecht. Concreet betekent dit dat intermediate level maintenance van de vliegbases Volkel en Leeuwarden en van het Defensie Helikopter Commando te Gilze-Rijen weggaan en op of vanuit Woensdrecht wordt gerealiseerd. Om deze productiegroei te kunnen realiseren, wordt in de onderhoudshangaar voortaan in een tweeploegendienst gewerkt. Hierdoor wordt ook de doorlooptijd van de fase-inspecties verkort, waardoor de beschikbaarheid van de vloot wordt verhoogd. Ook worden aan de hoofdtaken van het LCW toegevoegd: programmamanagement van alle (lucht)wapensystemen van de Luchtmacht en een centrale inkoopfunctie. Commandant en staf Deze taakuitbreiding heeft consequenties voor de organisatiestructuur van het LCW. Commandant van het LCW is commodore Eric Schevenhoven, die deze functie combineert met die van directeur van de Directie Materiële Instandhouding (DMI). De plaatsvervangend commandant van het LCW heeft als inhoudelijke hoofdtaak het coördineren en begeleiden van alle veranderingen waar het LCW voor staat, alsmede het waarnemen van de commodore bij diens afwezigheid. De staf van het LCW bestaat uit persoonlijke ondersteuning van de commandant en een kleine afdeling Integrale Bedrijfsvoering. Stafgerelateerde taken zijn nu organisatorisch ondergebracht bij het agglomeraat Woensdrecht, waardoor deze taken niet alleen voor het LCW, maar ook voor de Koninklijke Militaire School Luchtmacht
(KMSL) en de Joint Meteorologische Groep worden uitgevoerd. Programma Management Het nieuwe LCW heeft twee uitvoerende afdelingen. De afdeling Programma Management is verantwoordelijk voor een doelmatige instandhouding van alle (lucht)wapensystemen van de Luchtmacht. De andere nieuwe LCW-afdeling Onderhoud & Logistiek voert onder meer een deel van die instandhouding uit, maar bij PM ligt het overzicht en de regie van de zeven (gecombineerde) programma’s. PM telt dan ook zeven programmamanagers, die leiding geven aan de programmateams: F-16/PC7, Chinook/AB412, Apache, NH90/Cougar/Alouette, luchttransportvloot (nieuw voor het LCW, waaronder de KDC10 en C-190 Hercules), missieondersteunende systemen ‘groen’ en missieondersteunende systemen ‘blauw’. Over alle systemen heen werken de drie PM-secties Dedicated Control, Integrale Coördinatie en het Inkoop Uitvoeringscentrum (IUC). Deze laatste sectie is de voortzetting van de sectie Verwerving en voert inkoopactiviteiten voor de hele Luchtmacht uit. De afdeling PM heeft ook de zorg voor het supply chain management (SCM) en forecasting (goed en tijdig voorspellen van de vraag, zodat het aanbod daarop afgestemd kan worden). Onderhoud & Logistiek De afdeling Onderhoud & Logistiek (O&L) is verantwoordelijk voor het waarborgen van de bruikbaarheid op de afgesproken tijd en locatie van de door in- en externe klant gevraagde goederen en diensten van de juiste kwaliteit en tegen de afgesproken kosten. De afdeling bestaat uit vier squadrons en één productverantwoordelijke eenheid. Het squadron Vliegtuig- & Helikopteronderhoud voert het intermediate en depot level maintenance uit aan vliegende wapensys-
temen. Het squadron Componentenonderhoud houdt zich bezig met uitvoeren van onderhoud aan vliegtuigcomponenten en -motoren. Het squadron Technologie & Missieondersteuning is gericht op toepassen van technologie ter ondersteuning van de commandant in het operatiegebied. Voor dit squadron zal op Woensdrecht nieuwbouw gerealiseerd worden, waarna de LCW-locatie Dongen kan worden gesloten. Tenslotte draagt het squadron Logistiek zorg voor inname, opslag en distributie van al het wapensysteem gebonden materieel voor het CLSK en overige defensieonderdelen. De productverantwoordelijke eenheid Ondersteunende Systemen werkt aan de instandhouding van operationele voertuigen, productiemiddelen en gronduitrusting apparatuur van het agglomeraat Woensdrecht. Samenwerking Het nieuwe LCW moet haar taken uitvoeren met 1.117 functies. Met deze reorganisatie is niet ‘slechts’ vormgegeven aan een bezuinigingsplicht, er is ook vanuit de efficiëntiegedachte gecentraliseerd. Deze organisatorische wijzigingen binnen de Luchtmacht laten het werken aan de toekomst van het LCW als Regional Support Centre en one stop shop in Aviolanda Woensdrecht onverlet, versterken deze zelfs. Ook het nieuwe LCW heeft samenwerking met de industrie en kennisinstituten hoog in het vaandel. Er bestaan al samenwerkingsovereenkomsten met OEM’ers zoals Elbit Systems of America, Boeing, Terma en Dutch Aero Services (DAS). Maar ook het gereorganiseerde LCW blijft zoeken naar nieuwe samenwerkingsverbanden, die voor alle betrokkenen tot een win-winsituatie kunnen leiden. Zo zijn eind november tijdens de beurs Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) in Ahoy Rotterdam een contract en twee intentieovereenkomsten met resp. AAR, Thales en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium ondertekend. ●
Maintenance december ‘13
37_21_artikel_gr.indd 37
37
10-12-13 11:49
Hoewel de Thialf vorig jaar nog in het droogdok lag, is het schip de komende twee en een half jaar alweer grotendeels volgeboekt. Het onderhoud wordt dan ook zoveel mogelijk tussen de opdrachten door uitgevoerd. Asset manager André Zijderveld weet het schip in topconditie te houden door een combinatie van maintenancetechnieken en veel creativiteit.
Gigakraanschip vraagt om wereldklasseonderhoud Waar een klein land groot in kan zijn. Het Nederlandse offshore-bedrijf Heerema Marine Contractors is eigenaar van het grootste kraanschip ter wereld. Die eer dankt het halfafzinkbare kraanschip Thialf met name aan de gezamenlijke hijscapaciteit van de twee kranen die opgeteld 14.200 metrische ton bedraagt. Maar ook de formaten van het schip zelf van 201,6 meter lengte en 88,4 meter breedte zijn indrukwekkend. André Zijderveld is asset manager van het schip en daarmee verantwoordelijk voor de conditie van zowel het schip zelf als van de kranen. Die opdracht is een uitdagende omdat het schip de komende twee en een half jaar al grotendeels is volgeboekt. Stilliggen is dan ook onacceptabel en wordt zoveel mogelijk voorkomen. ‘De Thialf is een van de drie halfafzinkbare kraanschepen van Heerema’, zegt Zijderveld. ‘We zetten de schepen in voor de off-
shore olie- en gasmarkt. Overal ter wereld waar een productieplatform moet worden geïnstalleerd, wordt de Thialf of een van de andere schepen ingezet.’ Het schip is in 1985 in opdracht van McDermott gebouwd en sindsdien eigenlijk constant gemodificeerd. ‘Het schip is destijds met zes motoren gebouwd, maar heeft inmiddels het dubbele aantal aan boord. De kranen waren toen nog gebouwd met een capaciteit van twee keer zesduizend ton, dat is inmiddels vergroot tot zevenduizend ton per stuk en zo zijn er vele voorbeelden te noemen. Het meeste onderhoud van het schip vindt aan boord plaats. Voor groot onderhoud moeten we een haven opzoeken, maar niet iedere haven kan een schip van het formaat Thialf aan. Al was het maar omdat de diepgang 13,6 meter is.’ Vorig jaar lag het schip nog bij Keppel Verolme in het droogdok voor groot onderhoud en een
Thialf De Thialf heeft twee kranen met een totale hijscapaciteit van 14.200 metrische ton, wat het het grootste kraanschip ter wereld maakt. Het is uitgerust met een klasse III dynamic positioning-systeem om op positie te blijven in diep water. Daarvoor heeft het zes 5.500 kilowatt intrekbare azimuth thrusters (schroeven). Op relatief ondiep water kan er ook geankerd worden door middel van twaalf Flipper Delta-ankers van 22,5 ton, met ieder 2.500 meter staalkabel van 80 millimeter diameter. Het kraanschip bestaat uit twee pontons met elk vier kolommen. De vaardiepgang is ongeveer twaalf meter. Tijdens hijswerkzaamheden wordt er normaal gesproken naar 26,6 meter geballast. Op deze manier zitten de pontons (met een diepgang van 13,6 meter) ruim onder water, om het effect van deining en zeegang te verminderen en stabiliteit te verhogen.
38
nieuwe verflaag, maar inmiddels is het schip alweer volop in bedrijf en aan het werk. Exploitatie leidend ‘Onderhoud is van levensbelang voor het schip’, zegt Zijderveld. ‘Hoewel er niet heel veel bedrijven op de wereld zijn die kunnen wat wij doen, ligt de concurrentie op de loer. Wij krijgen onze opdrachten omdat we doen wat we zeggen en mochten er zich problemen voordoen, dan lossen we die op. De assets moeten dan ook in topconditie zijn, alhoewel ik wel degelijk onderscheid maak tussen proceskritische en minder kritische delen. Een personenlift zullen we niet continu monitoren terwijl op de draaiende delen van de kranen wel trillingmetingen worden gedaan. Om een beeld te geven: de kranen hebben het vermogen om tienduizend personenauto’s in een keer te tillen. Op het moment dat we liften, wordt er dan ook in een keer heel veel vermogen gevraagd. Alles wat draait heeft last van slijtage en als de belasting dan ook nog eens groot is, kan je je voorstellen dat dat zijn weerslag heeft op de assets. Het dynamisch positioneringsysteem is minstens zo kritisch. Zes computergestuurde schroeven zorgen ervoor dat we op de goede plek blijven liggen. Ook deze componenten kunnen slijten en dus nemen we ze mee in het assetbeheersysteem en de risicoanalyses. Om de functie van al die kritische systemen te kunnen blijven garanderen, passen we Reliability Centered Maintenance toe, maar eerlijk gezegd is onze onderhouds- en
Maintenance december ‘13
38_39__17_artikel_gr.indd 38
10-12-13 11:49
FOTO: HEEREMA
Asset Management
De Thialf is het grootste kraanschip ter wereld. Onderhoud eraan is van levensbelang. De concurrentie ligt op de loer en de Thialf is de komende twee en een half jaar bijna non-stop aan het werk.
asset management filosofie een combinatie van vele standaarden. We voeren veel preventief onderhoud uit, maar ook daar geldt dat we eerst kijken naar de toegevoegde waarde die een kapitaalgoed levert. Bovendien verandert de maintenancestrategie met de exploitatie van het schip. Als we constant volgeboekt zijn, zullen we anders met de assets moeten omgaan dan als we veel tijd hebben om onderhoud te plegen of modificaties door te voeren. Vroeger lagen we nog wel eens een half jaar aan de kant, maar dat is er tegenwoordig niet meer bij.’ OEM’s Het woord ‘schip’ is voor de Thialf een bescheiden benaming, eigenlijk is het meer een varende fabriek. Zijderveld noemt nog even wat kentallen om de schaalgrootte duidelijk te maken. ‘De twee kranen worden elektrisch aangedreven. We hebben hier dan ook een volledige elektriciteitscentrale aan boord die heel Curaçao van noodenergie zou kunnen voorzien. Om de mensen die aan boord werken te kunnen huisvesten, beschikken we over een accommodatie voor maximaal 742 personen.’
Zijderveld vervolgt: ‘Het meeste preventieve onderhoudswerk kunnen we uitvoeren tussen twee opdrachten in. Hoewel klussen logistiek op elkaar worden afgestemd, zijn we redelijk veel onderweg en die tijd gebruiken we om ervoor te zorgen - door intensief onderhoud te plegen - dat we kunnen liften als dat nodig is. Hoewel we veel onderhoud zelf uitvoeren, schakelen we wel degelijk ook derde partijen in. Voor de meeste machines of apparatuur maken we gebruik van de kennis van de OEM’s. Zij hebben ook toegang tot de meetgegevens en kunnen waar nodig bijsturen. Indien nodig kunnen we onderdelen laten invliegen of oppikken uit een haven.’ Creatief De technische dienst is nog redelijk bescheiden. Twee teams van ongeveer dertig man werken in twee shifts van twaalf uur. ‘Zoals veel offshorebedrijven werken we vijf weken af en vijf weken op, wat wil zeggen dat om de vijf weken een gedeeltelijk nieuwe crew wordt ingevlogen. Deze mensen moeten dus zeer divers zijn en soms ook met creatieve ideeën komen. Onderhoud op zee is toch iets anders dan op land. We
hebben wel eens bij de Shetland-eilanden gelegen en konden vanwege de dichte mist geen mensen en goederen transporteren. Dan moet je werken met de middelen die je tot je beschikking hebt. Gelukkig hebben we een volledig uitgeruste werkplaats met een draaierij, een pijpfitterij, verspaanderij en een elektrotechnische werkplaats. Of wat te denken als je een medisch geval aan boord hebt. Als je dan voor de kust van West-Afrika aan het werk bent, wordt het ook best een uitdaging om iemand in een ziekenhuis te krijgen. We hebben een dokter en hospitaal aan boord, maar soms heb je toch medisch specialisten nodig.’ Mede door die bijzondere omstandigheden, is veiligheid de eerste prioriteit van de asset manager. ‘We werken onder HACCPregime en onder de strenge voorschriften van de offshore-industrie. Veiligheid blijft echter mensenwerk en dus zul je constant moeten blijven trainen en het gedrag moeten sturen. Het werken op zo’n schip is natuurlijk geen bureaubaan, dus er blijft altijd een risico bestaan. Maar ik denk wel dat we de laatste jaren met sprongen vooruit zijn gegaan op het gebied van zowel technische als operationele veiligheid.’ ●
Maintenance december ‘13
38_39__17_artikel_gr.indd 39
39
10-12-13 11:49
Profion FOTO: SIEMENS
Asset Management (AM) is voor veel bedrijven al een integraal onderdeel van hun strategie. Dat geldt zeker voor bedrijven die gevaarlijke stoffen produceren, opslaan en verhandelen. Technische integriteit van hun installaties is een essentiële (maar niet voldoende) voorwaarde voor een veilige operatie. Daarom nemen Profion, VOMI en NVDO deel aan het programma Veiligheid Voorop (VV) van VNO-NCW dat zich in eerste instantie richt op de procesveiligheid bij de 425 bedrijven die in Nederland onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) vallen.
Veiligheid Voorop Via het VV-programma willen de brancheverenigingen voor de chemie (VNCI), de petroleumindustrie (VNPI), de tankopslagbedrijven (VOTOB) en handelaren in chemische producten (VHCP) de veiligheidsprestaties van de (petro)chemie op een nog hoger plan brengen. VV steunt op vier inhoudelijke pijlers om de veiligheidscultuur te verbeteren: • Betrokken leiderschap en versterking daarvan; • Continu verbeteren van het veiligheidsbeheerssysteem (VBS); • Actieve deelname aan kennisnetwerken; • Nemen van ketenverantwoordelijkheid. De houding en het gedrag van de directie en werknemers (de veiligheidscultuur) zijn van wezenlijk belang voor het minimaliseren van veiligheidsrisico’s. Een solide veiligheidscultuur betekent dat de bedrijven niet alleen zelf continu de veiligheid willen verbeteren,
Wat kunnen onderhoudsprofessionals bijdragen aan het succes van Brzo-bedrijven? Veel.
maar dit ook eisen van de bedrijven waarmee zij zaken doen in de keten, zoals toeleveranciers en aannemers. Kenmerkend voor de veiligheidscultuur is dat het zich niet door wetten en regels laat afdwingen, maar dat het vooral een zaak van ‘hearts and minds’ is van de betrokkenen. Ook voor de onderhoudsbranche zijn bovenstaande pijlers relevant. Wij ondersteunen BRZO-bedrijven bij de instandhouding van hun installaties, we zijn verankerd in hun VBS, ontwikkelen en verspreiden kennis
40
en nemen onze verantwoordelijkheid in de keten. Maar het kan natuurlijk altijd beter, want ook wij kennen ‘leaders’ en ‘laggards’. Bovendien laat de verhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer soms te wensen over. Is er echt een open discussie mogelijk als een aannemer een onveilige situatie constateert? Verantwoordelijkheden Bij VV wordt van de volgende verdeling van verantwoordelijkheden uitgegaan voor de uitvoering van het veiligheidsbeleid: • De bedrijven zijn volledig verantwoordelijk voor de organisatie en invulling van de veiligheid op het bedrijf, inclusief van de uitvoering en naleving van de wettelijke veiligheidseisen. • De overheid is verantwoordelijk voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) en ondersteunt de uitvoering van het veiligheidsbeleid met handreikingen en wetenschappelijke kennisontwikkeling. • De branches vertegenwoordigen in collectief verband een sector in het overleg met overheden en stakeholders en bevorderen goede veiligheidsprestaties bij de leden door uitwisseling van ‘best practices’. Inmiddels zijn ook Deltalinqs (voor de werkgevers in de Rijnmond en trekker van het regionale veiligheidsnetwerk), de VVVF (de verffabrikanten) en de NVVK (de veiligheidskundigen) toegetreden tot het VV-overleg. De uitdaging blijft om de vele BRZO-bedrijven die nog niet zijn aangesloten bij een branche of netwerk bij VV te betrekken. Met de geslaagde landelijke VV-Veiligheidsdag op 21 november (die door tweehonderd bedrijven werd bijgewoond) is op dit punt een stap in de goede richting gezet.
Met VV wil de industrie ook richting overheid en politiek laten zien wat bedrijven doen om hun veiligheidsprestatie te verbeteren. Binnenkort wordt de tweede voortgangsrapportage overhandigd aan de staatssecretaris van Infrastructuur & Milieu, mevrouw Mansfeld. Met haar wordt eveneens druk overlegd hoe het VTH-traject voor BRZO-bedrijven kan worden verbeterd. Er wordt een kwaliteitsimpuls verwacht van de oprichting van zes speciaal op de BRZO-bedrijven gerichte regionale uitvoeringsdiensten (RUD) die een aantal VTH-taken van de gemeenten zullen overnemen. Wat ook het vermelden waar is, is dat de VOTOB voor haar leden een prachtige Self Assessment Questionair (SAQ) heeft ontwikkeld waarin ‘hardware’, ‘software’ en ‘mindware’ samenkomen. De ‘hardware’ sectie bevat elementen van de PAS 55 voor AM. Met deze SAQ hebben de VOTOBleden zichzelf beoordeeld en heel gerichte verbeterprogramma’s per bedrijf opgesteld. Belangrijke uitgangspunten daarbij zijn het leren van elkaar en samen de brancheprestaties op een hoger plan brengen. Wat kunnen onderhoudsprofessionals bijdragen aan het succes van BRZObedrijven? Veel: zij zorgen voor een goed inzicht in de conditie van de installaties, inventariseren samen met operatie de risico’s, plannen en realiseren preventief onderhoud, grijpen in als we onveilige situaties tegenkomen, en nemen actief deel aan de veiligheidsnetwerken. Oftwel: ‘Asset Management saves lives’. ● Roelf Venhuizen Voorzitter Profion
Maintenance december ‘13
40_14_artikel_gr.indd 40
10-12-13 11:49
Dit uitgangspunt is precies de reden waarom SPIE Nederland zich als één van de eerste heeft aangemeld als lid van de World Class Maintenance Community. SPIE gelooft heilig in open - en sociale innovaties om te komen tot optimale oplossingen tegen de laagste kosten voor alle probleemstellingen in de World of Maintenance. Of het nu gaat om nieuwe maintenanceconcepten of om contract- en samenwerkingsvormen, of het ontwikkelen van slimme tools en software om het onderhoud te digitaliseren en de administratieve lasten te verlichten, SPIE is bereid haar kennis en innovaties te delen met anderen. Dit met als doel om samen de concurrentiepositie van SPIE Nederland en de Nederlandse industrie te versterken. Het enige wat hiervoor nodig is, is lef, transparantie en ondernemerschap. Je moet en kan erop vertrouwen dat als je volledige transparantie geeft en van toegevoegde waarde bent in de keten, je continuïteit gewaarborgd wordt door je partners. Alleen door op deze wijze samen te gaan werken zijn we met ons allen in staat om te innoveren met als doel de kostprijs per product door de gehele keten verder te verlagen zonder concessies te doen aan de kwaliteit en de betrouwbaarheid. Kennis delen en vastleggen moeten we met elkaar leuk gaan maken, willen we de aankomende generatie(s) geïnteresseerd krijgen om in de wondere wereld van maintenance toe te treden. Serious gaming met behulp van 3D-technologieën en maintenance-apps integreren in onze werkprocedures kan leiden tot een digitalemaintenanceverslaving die zijn weerga niet kent. Wel is het van belang dat zowel service providers als asset owners dit gezamenlijk gaan oppakken en niet gaan zwartepieten naar elkaar, als ik deze bewoording nog mag gebruiken. Vandaar de oproep aan zowel asset owners als andere service providers: wie ook durft te delen en wil vermenigvuldigen, moet zich aansluiten als partner van DI-WCM.
column
Kennis delen is vermenigvuldigen
Eugène de Roodt Directeur SPIE Nederland, divisie Industry
column
Verhagen motiveert Tijdens ons feestelijk vijftig jarig jubileum in Madurodam, gaven we het woord aan de voorzitter van Bouwend Nederland, Maxime Verhagen. Verhagen schudde het 350 koppen tellende publiek wakker door te wijzen op verschillende stimuleringsfondsen. Er ligt blijkbaar 1 miljard euro op de plank, die beschikbaar is voor scholen, monumenten en verduurzaming van de bestaande woningvoorraad en wegen. De voormalig minister van Economische Zaken benoemde het als kleine maatregelen met een groot effect. Als voorzitter van het grootste onderhoudsplatform in Nederland, onderstreep ik dat. En als we ook nog eens de parallel leggen met het Energieakkoord, dan slaan we drie vliegen in één klap! We zorgen er dan voor dat de woningcorporaties weer kunnen gaan investeren, dat er energie wordt bespaard en dat er door de energiebesparende maatregelen ook nog eens werk in de bouw wordt gecreëerd. Verhagen benadrukte dat het uitstellen van investeringen in infrastructuur zal leiden tot duurdere ingrepen later. Bovendien zijn juist wegen, water en spoor nu essentieel voor economisch herstel van ons land. De bezuinigingen van het kabinet op infrastructuur van Nederland zijn onverantwoord volgens Maxime Verhagen. Deze leiden tot ernstig achterstallig onderhoud. Automobilisten gaan dit merken aan de kwaliteit van de Nederlandse wegen en bijvoorbeeld bruggen die worden beperkt in capaciteit of zelfs worden afgesloten. We hebben als beroepsgroep dus ook een maatschappelijke functie! Volgens Verhagen zit de Nederlandse bouw nog middenin de crisis, ondanks de voorzichtige signalen van de laatste tijd dat het wat beter gaat. Maxime Verhagen hoeft er niet van overtuigd te worden, want hij weet allang dat als er op onderhoud bezuinigd wordt, de hele leefomgeving in gevaar komt. De voorzitter van Bouwend Nederland kent onze beroepsgroep maar al te goed, want hij gaf aan dat hij in het overleg met de regering vast voor onze achterban verlenging van het lage BTW-tarief op onderhoud heeft geregeld. Ingegeven door deze speech van Maxime Verhagen: de NVDO is klaar voor de Krachtige Toekomst van Beheer en Onderhoud. Wij hebben Synergie als een van onze speerpunten voor de komende drie jaar benoemd. Synergie tussen de verschillende industrieën, platforms, verenigingen en elkaar. Bas Kimpel Voorzitter NVDO
Maintenance december ‘13
41__09-10_column2.indd 41
41
10-12-13 11:49
Datum: 05|06|14 • Locatie: Rotterdam
Hét evenement voor de industrie in de Rijn/Schelde-delta
WINNENDE KETENS Ketenefficiëntie is de sterke troef van de Europese industrie. Hoe kan zij deze kaart optimaal uitspelen als antwoord op de schaliegasrevolutie in Amerika en de investeringen die daar naartoe gaan? Het Petrochem Platform brengt tijdens Deltavisie 2014 in kaart wat de winnende productieketens zijn in de Rijnmond en andere havengebieden. Hoe blijven zij overeind in het internationale geweld, en wat kunnen anderen daarvan leren? En hoe kunnen industriële ketens duurzame alternatieven aanbieden en zo nieuwe markten creëren? Toonaangevende bedrijven als Ikea, BMW,
tum
Reser veer de da
Coca Cola en Unilever zijn daar al mee bezig. Maar kijkt de industrie voldoende naar de duurzaamheid van haar toeleveranciers? Deltavisie is het jaarlijkse evenement van het Petrochem Platform voor de industrie in Nederland en België. Noteer 5 juni 2014 alvast in uw agenda voor Deltavisie. Automatisch op de hoogte blijven? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] of schrijf u in voor de nieuwsbrief van Petrochem via www.petrochem.nl
Meer Informatie Congresinformatie: Hilde Westerink •
[email protected] • 020 - 31 22 791 Partnerinformatie: Anouk Bouwmeester •
[email protected] • 020 - 31 22 797
Deltavisie2014 is een samenwerkingsverband van:
Partners Petrochem Platform:
www.deltavisie2014.nl 01_A4_Deltavisie.indd 2
10-12-13 11:25
de order
Composiet sluisdeur Wilhelminakanaal De grootste ooit geproduceerde composiet sluisdeuren sieren vanaf 2015 de sluis in het Tilburgse Wilhelminakanaal. Voor de verbreding van het kanaal worden deuren van 6,2 bij 12,5 meter en 6,2 bij 5 meter geplaatst. Door het gebruikte materiaal worden ze sterk, licht en onderhoudsvrij. Het Rotterdamse bedrijf FiberCore neemt de productie van de sluisdeuren voor zijn rekening. De opdracht komt van Heijmans, dat voor Rijkswaterstaat werkt. Ed Hoogstad is directeur Bouw & Infra bij FiberCore en vertelt waar de composiet in dit geval uit bestaat: ‘De deuren worden gemaakt van glasvezelversterkte kunststof. Om precies te zijn: glasvezel gecombineerd met hars en een kernmateriaal om ze te kunnen modelleren.’ Hout rot, staal roest, maar glasvezelversterkte kunststof is nagenoeg onderhoudsvrij. Het is een inert materiaal dat hoogstens af en toe ontdaan moet worden van mosaangroei. Hoogstad verwacht dat de deuren minimaal honderd jaar meegaan, een eis die Rijkswaterstaat stelt. De verwachting is dat ze die levensduur zelfs gaan overschrijden. De sluisdeuren worden ook zeer licht. Hoogstad: ‘Ondergedompeld hebben ze evenveel drijvend vermogen als het eigen gewicht. Ze zijn dus gewichtneutraal. Dit levert minder wrijving op bij de scharnieren en dus minder slijtage.’ Het formaat van deze sluisdeuren is al flink, maar groter kan altijd. Bijvoorbeeld voor toepassingen in zeeweringen. ‘Wij zien in de toekomst waterkeringen in hybride vormen, zoals composiet in een staalconstructie. Overspanningen kunnen zo zeer groot worden. Dat is nu al het geval bij de brug over de A27, de langste composiet brug ter wereld. Van steunpunt naar steunpunt is de constructie van staal. Daartussenin zit het rijdek van composiet’, verklaart Hoogstad. Onbekend maakt in de regel onbemind, maar composiet wordt steeds gangbaarder, óók voor Rijkswaterstaat. Het materiaal dat FiberCore gebruikt is uitgevonden door ingenieur Jan Peters. Concurrentie is er, maar FiberCore gebruikt een gepatenteerde composiet dat ultralicht is en zwaar belast kan worden. ‘Het is onverwoestbaar, bevestigen proeven uitgevoerd door TNO.’ Dit resultaat wordt bereikt door de onder- en bovenhuid onlosmakelijk aan elkaar te verbinden. De productie van de Tilburgse sluisdeuren zal zo’n twee weken duren, waarna de afbouwfase volgt. Het totale proces zal een half jaar in beslag nemen, waarna - als alles volgens plan verloopt - de deuren in december 2014 gereed zijn.
Maintenance december ‘13
43__12_deorder.indd 43
43
10-12-13 11:48
Begin oktober kwamen bedrijven uit de procesindustrie en het mkb in Terneuzen bijeen om vragen en ideeën te combineren. ‘Het was een geslaagde dag die oplossingen dichterbij bracht’ aldus Pieter Raes, general manager van het Kennis en Innovatie Centrum KI<. Tijdens de dag legden negen asset owners uit de procesindustrie hun problemen op tafel en zorgden ruim 130 vertegenwoordigers uit het mkb voor nieuwe ideeën en mogelijke oplossingen. Scan de QR-code om meer te lezen over deze KI<-bijeenkomst.
Brug tussen MKB en asset owners Het Kennis en Innovatie Centrum ( KI<) stimuleert de samenwerking tussen de industrie, bedrijven die zich op het komende
Vraagstukken
Maintenance Value Park Terneuzen willen vestigen, het onderwijs en andere externe kennisinstellingen. Het doel is om samen te
Negen probleemeigenaren gingen met hulp van een KI<-medewerker het gesprek aan over hun vraagstuk. De ingebrachte vraagstukken waren divers:
• Dow zocht naar een oplossing om Thermal Spray Aluminum (TSA) op grote schaal toe te passen als duurzame coating voor installaties. Op dit moment wordt met kleinschalig materiaal gewerkt, de zoektocht was naar grotere systemen. Een belemmering bij TSA is dat er veel energie en hitte bij vrijkomt, terwijl het in bedrijf moet worden toegepast. De brainstorms leverden zowel suggesties op voor schaalvergroting als voor alternatieven voor TSA. • Het tweede ingebrachte probleem was dat bij veldlassen aan piping er vaak corrosie onder de coating of isolatie optreedt. Behalve dat het bewerkelijk is om de resten van de isolatie of coating te verwijderen voor inspectie, is een oplossing waar geen corrosie optreedt beter. De aangedragen ideeën waren divers en liepen van krimpkous tot vulkaniserende tape en andere technieken. Geen meetbare oplossingen maar wel veel nieuwe sporen om uit te zoeken. • Bij Cargill wordt gewerkt met kunststofvaten die preventief na een vastgestelde periode worden vervangen. Jaarlijks betekent dat wereldwijd een investering van tientallen miljoenen euro’s. Cargill zoekt een manier om de conditie van tanks van buitenaf te kunnen bepalen. Een Canadees bedrijf schoof specifiek voor deze brainstorm aan om een eigen techniek aan te bieden voor evaluatie. Verder bleken het ontwerp en de inbedrijfstelling van de tanks een belangrijke invloed te hebben op de levensduur. Daar wordt op doorgepakt na de brainstorm. • ICL zoekt naar methodes om corrosie onder isolatie op te sporen, liefst zonder die isolatie te moeten verwijderen. Om twee redenen; het is arbeidsintensief en bovendien zorgt het werken aan isolatie voor nieuwe risico’s op inwatering. De brainstorms leverden een paar verfrissende ideeën op om bij nieuwe installaties het ontwerp aan te passen en een indicatief meetinstrument onder de isolatie op te nemen. Voor bestaande situaties werd geen concrete oplossing geboden. Wel waren er veel suggesties voor het inzetten van bestaande technieken om corrosie te vinden.
44
werken aan innovatieve ideeën om een sterke positie te verwerven in de procesindustrie. De KI<-bijeenkomst van begin oktober in het
• Bij Yara werd gezocht naar een slimme combinatie van een plateau en verticaal transport. Het bedrijf zoekt naar mogelijkheden om onder de huidige wet- en regelgeving en met wat aanpassingen de functies te combineren. De huidige wet- en regelgeving bleek een beperkende factor in de brainstorm. En toen verder ‘out of the box’ werd gedacht, kwamen bruikbare ideeën voor bijvoorbeeld een modulaire oplossing boven tafel. • AkzoNobel gebruikt in sommige processen glasvezelversterkte flenzen. Wanneer deze verkeerd belast worden, treedt er scheurvorming op. Het bedrijf zoekt een manier om snel en goed te bepalen hoe diep en dus hoe ernstig de scheurvorming is. De brainstorm leverde vele tips op om verder te zoeken. Van octrooibureau tot composieten uit de aerospace. • Innovatieplatform iTanks zocht nieuwe inzichten en suggesties voor een coatingrobot. Het coaten van opslagtanks is tijdrovend en arbeidsintensief. Een robot zou daar verlichting in moeten brengen en moet bovendien bijdragen aan een hogere en gelijkmatige kwaliteit van de coating. Bij de brainstorm werden veel suggesties als bevestiging van bestaande ideeën genoemd. Een verhelderend inzicht was om te kijken naar de technieken rond het stralen van materiaal. • Sitech zocht bij de brainstorms naar ideeën over en ervaring met het toepassen van tablets op de plants van haar klanten. Daarbij leek zowel de techniek als de cultuur bij de klant een hindernis. De brainstorm leverde voor Sitech veel input op en een nieuw spoor om zonder tablets toch op een gedistribueerde manier kennis in het veld te krijgen. • Bij Zeeland Refinery wordt gezocht naar een vooruitstrevende manier om de conditie van de bemetseling van de fornuizen te bepalen. Als voorafgaand aan een onderhoudsstop bekend is hoe het met de binnenwand van een fornuis is, kan de stop effectiever worden uitgevoerd. Het vraagstuk bleek niet eenvoudig en bracht ook geen concrete oplossing. Wel zijn in de brainstorm enkele bekende technieken benoemd die voor andere toepassingen worden gebruikt zoals watergekoelde camera’s.
Maintenance december ‘13
44_45__16_artikel_zw.indd 44
10-12-13 11:48
Het Kennis en Innovatie Centrum stimuleert de samenwerking tussen de industrie, bedrijven die zich op het komende Maintenance Value Park Terneuzen willen vestigen, het onderwijs en andere externe kennisinstellingen. Het doel is om samen te werken aan innovatieve ideeën om een sterke positie te verwerven in de procesindustrie.
Bio Base Europe Training Centrum had als doel om in samenwerking tussen de procesindustrie en het mkb te kijken hoe zaken beter kunnen. De bijeenkomst en vooral de spin-off moeten bijdragen aan samenwerking en innovatie voor een sterkere concurrentiepositie van de Nederlandse industrie.
Tien innovaties Het tweede deel van de bijeenkomst bestond uit korte presentaties van nieuwe producten en diensten. Deze pitches waren meer commercieel van karakter. De aangeboden diensten waren: • Optimalisatie van het reinigen van luchtkoelers. • Teflon coating op oppervlaktes om reinigen te voorkomen. • Ultrasoon reinigen op industriële schaal. • Ultrasoon techniek om defecte lassen in 3D weer te geven. • Software voor automatische bundelreiniging. • Track&trace met RFID voor equipment die over een (value)park kan bewegen. • Performance management op het gebied van IT en energie. • Gebundelde innovaties in 3D voor effectief asset management. • Lean maintenance. • Condition management voor FRP-tanks.
Huis voor maintenance Gerard van Harten, boegbeeld van de Topsector Chemie, opende de dag met een uiteenzetting waarom de Topsector Chemie en de maintenance-industrie nauw verbonden zijn. In zijn carrière bij Dow heeft hij onder meer leiding gegeven aan de afdeling E&I Onderhoud. Daar heeft hij naar eigen zeggen veel geleerd over de processen en de waarde van onderhoud voor de bedrijfsdoelen. Hij erkende ook dat de sector vaak aan het eind van de keten wordt geplaatst. Onder hoge werkdruk, met zware eisen en veel inspanning leveren de mensen vaak topprestaties om in korte tijd te zorgen voor betrouwbare en veilige installaties. Nu maakt Van Harten zich sterk voor de Topsector Chemie, en daarmee dus ook voor onderhoud. Van Harten: ‘Chemie is het huis voor maintenance, daar is het onderdeel geworden van een nationaal beleid, waarin de TKI Chemie samenwerkt met het DI-WCM. Maintenance is geen ondergeschoven kindje meer en staat regionaal en nationaal op de agenda. We wensen dat maintenance ook een bijdrage levert in het zoeken naar nieuwe manieren van onderhoud plegen. Dat is van groot belang voor de concurrentiepositie van bedrijven. De uitdaging is om nieuwe wegen te vinden om de business te vergroten. Dat vraagt erom de klassieke houding te vervangen door een ‘open mind’.’ Tijdens de bijeenkomst werd weer duidelijk gemaakt dat rond het Maintenance Value Park Terneuzen en het KI<, de provincies Zeeland en West-Brabant zich samen sterk maken om maintenance op de kaart te zet-
ten. Met nieuwe samenwerkingsverbanden en innovaties in producten en processen wordt toegewerkt naar nieuwe manieren van onderhoud plegen. Dat werkt het beste als de betrokken partijen daar zelf mee aan de slag gaan. De bijeenkomst van het KI< is opgezet om die samenwerking verder te stimuleren. Negen vragen Bij de bijeenkomst hebben negen bedrijven uit de procesindustrie een vraagstuk aangedragen voor nieuwe inzichten. Grote ondernemingen als AkzoNobel, Cargill, ICL-IP, Dow en Yara gingen samen met innovatieve mkb’ers op zoek naar oplossingen voor concrete problemen door middel van brainstormsessies. De kracht van die brainstorms kwam door de frisse blikken van buitenaf. Geïnteresseerden konden aanschuiven bij een sessie en daar een bijdrage leveren door vragen te stellen die het probleem verder verduidelijkten of door suggesties aan te dragen voor een oplossing. Nieuwe inzichten van buiten het vakgebied gaven veel nieuwe ideeën. De discussies kwamen op gang doordat de vraagstellers open en eerlijk aan konden geven waar ze naar op zoek zijn. De spreiding in complexiteit en details was groot. Zo liepen de vragen uiteen van tips voor het toepassen van Thermal Spray Aluminium tijdens draaiende processen tot een vraag over een hoogwerker die ook als verticaal transport ingezet moest kunnen worden. De verwachting bij de vraagstellers was dat de nieuwe ideeën op den duur zullen leiden tot kostenbesparing en productverbetering. ●
Maintenance december ‘13
44_45__16_artikel_zw.indd 45
45
10-12-13 11:48
Agenda JANUARI 9 t/m 11 januari - Skills Masters
Skills Masters is het jaarlijkse beroepenevenement van Nederland in Ahoy voor iedereen op (v)mbo-niveau. Tijdens Skills Masters maken jongeren kennis met beroepen in verschillende sectoren. Aan de hand van vakwedstrijden, beroependemonstraties en doe-activiteiten kunnen (v)mbo’ers én de hoogste groepen basisschoolleerlingen zelf beroepen ‘zien, doen en beleven’. Meer informatie op: www.skillsmaster.nl 15 januari - Brainstorm mobiele elektronica in onderhoud
Op 15 januari organiseert het KI< van het Maintenance Value Park Terneuzen een brainstormsessie over het toepassen van mobiele elektronica in onderhoud. Denk aan tablets, smart phones en andere mobiele dragers van digitale informatie. Belangstellenden kunnen zich aanmelden bij Lian Heller via:
[email protected] 23 januari – Onderhoudsprioriteiten in 2014
Op 23 januari 2014 organiseert het ISPT, TKI voor de Topsector Chemie, samen met DI-WCM in Amersfoort vanaf 12.00 uur een open bijeenkomst voor asset owners uit de procesindustrie over onderhoudsprioriteiten in 2014. Doel is het verzamelen van onderhoudsvraagstukken om gezamenlijk een maintenancecluster op te zetten en te ontwikkelen. Belangstellenden kunnen zich aanmelden via:
[email protected], voor meer informatie kunt u terecht bij: Frans van den Akker, frans.vandenAkker@ ispt.eu of Eelco Bleeker,
[email protected]
46
09-01-2014 t/m 20-03-2014
23 t/m 28 januari Technotrans
Rotating equipment (pompen, compressoren, gasturbines, stoomturbines, mixers, roerwerken en expanders) vinden binnen de petrochemische industrie een breed scala aan toepassingen. Het maken van de juiste selecties in relatie tot processen en producten, troubleshooting en onderhoudsaspecten staan tijdens deze praktijkcursus in Antwerpen en Bergen op Zoom centraal. De cursus is bedoeld voor technische functionarissen, projectengineers en constructeurs binnen de (petro)chemische industrie. Meer informatie op: www.technotrans.nl 29 januari – Bijeenkomst ‘bolting’ innovaties
Op 29 januari organiseert het KI< van het Maintenance Value Park Terneuzen een bijeenkomst voor genodigden over ‘bolting’ innovaties in de procesindustrie. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Lian Heller,
[email protected]
FEBRUARI
14 maart - Seminar ISO 55000
6 februari - Towards sustainable & profitable business
De wereldwijde normen voor asset management, ofwel de ISO 55000-serie, wordt in februari 2014 gelanceerd. De nieuwe norm geeft eigenaren van kapitaalgoederen een instrument in handen om hun assets gedurende de hele levenscyclus op een doelmatige, duurzame en kosteneffectieve wijze te beheren afgestemd op de behoeften van de stakeholders. Tijdens het introductieseminar wordt de nieuwe normenserie uitgebreid toegelicht. Meer informatie op: www.nen.nl
De organisatie en besturing van waarden voor (interne) klanten lijkt een lastige opgave. Leer hoe ‘Best-in-Class’ bedrijven succesvol inspelen op veranderende mogelijkheden, behoeften en verwachtingen. Wat zijn de mogelijkheden en welke strategie is de beste? Op dit event leert u van Best Practices uit diverse sectoren, technology pitches en workshops. Voor meer informatie en registratie: www.smc-congres.nl 12 & 13 februari Corrosie & Coatings
Het laatste nieuws en de belangrijkste ontwikkelingen van experts op de negende editie van de IIR-conferentie Corrosie & Coatings in de Hangar in Antwerpen. Meer informatie en aanmelden via: www.iir.nl/industry 26 & 27 februari RapidPro
Bruggen & Viaducten: de risico’s in beeld, is de titel van deze IIR-conferentie die in het Mercure hotel in Amersfoort wordt gehouden. Meer informatie en aanmelden via: www.iir.nl
RapidPro 2014 gaat over de gehele keten rondom het snel maken van producten en prototypes via additive manufacturing, 3D-printen, vacuümvormen, et cetera en vindt plaats op 26 en 27 februari 2014 in Veldhoven. Meer informatie op www.rapidpro.nl
30 januari – Industriële veiligheid
MAART
30 januari – Bruggen & Viaducten
Het congres Industriële Veiligheid viert haar tweede lustrum. Tijdens deze tiende editie in De Fabrique in Maarssen staan de laatste ontwikkelingen rondom machineveiligheid, procesveiligheid, ontwerpveiligheid en explosieveiligheid binnen de industrie centraal. Ook is er veel aandacht voor gedragsveiligheid. Meer informatie op: iv.heliview.nl
11 maart - Seminar Future Aircraft Maintenance II
Deze seminar wordt gehouden op Aviolanda, Woensdrecht. Doel van de bijeenkomst is om kennis te delen en om nieuwe businesskansen vast te stellen. Meer informatie is te vinden op: www.bacw.nl of neem contact op met:
[email protected]
18 t/m 20 maart – Aqua Nederland Vakbeurs en Rioleringsdagen
Evenementenhal Gorinchem staat compleet in het teken van de water- en rioleringssector. Bent u als organisatie actief op het gebied van riolering, afvalwaterbehandeling, leidingsystemen, pompen, desinfectie, legionellapreventie, meet- en regeltechniek, filters, membrane bioreactoren of waterbouw? Dan is dit de kans uw doelgroep te ontmoeten. Meer informatie op: www.evenementenhal.nl 20 maart – iMaintain 2014
Steeds meer bedrijven gaan terug naar hun ‘core competenties’. In de meest primitieve vorm is het afstoten van nietprimaire bedrijfsprocessen daar een verschijnsel van. In een meer geëvolueerde vorm ontstaan er samenwerkingsverbanden waarbij de disciplines van verschillende partijen elkaar aanvullen. Deze manier van samenwerking vereist openheid en vertrouwen en biedt kans voor inzichten, kennisdeling en winst! Tijdens iMaintain, het jaarcongres van de NVDO en iMaintain, gaan specialisten en publiek dieper in op de kansen die multidisciplinaire samenwerking biedt. Meer informatie op: www.imaintain.info/winst
Maintenance december ‘13
46__04_agenda.indd 46
10-12-13 11:48
Integraal asset management Asset management is belangrijk voor de instandhouding van uw assets en het op peil houden van de productie. Een integrale aanpak, met oog voor meerdere bedrijfsprocessen, tilt asset management bovendien naar een hoger niveau. Geschikte software helpt u om dit te verwezenlijken.
Ultimo is een gebruiksvriendelijke en flexibele softwaretool om vorm te geven aan integraal asset management. Door de uitgebreide mogelijkheden van de software en teamwork met andere bedrijfsdisciplines realiseert u samen een organisatie, die rendabel en veilig functioneert.
www.ultimo.net
ultimo_adv_nl_30102013_297x210.indd 1 47_ultimo.indd 1
21-11-13 16:32 09-12-13 12:24
Waar je ook bent in Zeeland, binnen 15 minuten sta je aan open water. Zeeland kent dan ook veel grote bedrijven, die hun oorsprong en voorsprong te danken hebben aan de strategische ligging in het Deltagebied. Spelers als Damen, Dow en Total vertegenwoordigen een bulk aan know-how als het om maintenance gaat. Specifiek voor Zeeland is de kennis van maritieme installaties, procesindustrie, chemie en energie.
“We bouwen hier kennis op die ongeëvenaard is in de rest van de wereld. Die moet je dus ook exporteren.”
Rob Rutjens, Maintenance Value Park Terneuzen
Samen met Noord-Brabant en Limburg wil Zeeland de stevige basis in maintenance verder uitbouwen. Daarom investeert de Provincie in goed onderwijs. Bij de Hogeschool Zeeland is de International Maintenance Academy van start gegaan; ROC Scalda leidt jongeren op tot maintenance technician. De nieuwste ontwikkeling is het Maintenance Value Park in Terneuzen.
Het Maintenance Value Park is een kenniscentrum en werkplaats, gericht op onderhoud in de procesindustrie. Industrie, onderhoudsbedrijven, opleidingsinstellingen en kennisinstituten delen er kennis en bundelen hun krachten. Zo ontstaat een hotspot voor hoogwaardig onderhoud; een broedplaats voor innovaties.
“Het Maintenance Value Park in de Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone wordt een hotspot voor innovatief onderhoud. Door nieuwe, slimme oplossingen te bedenken, wordt onderhoud steeds beter. Dat bereik je alleen door samenwerking.”
Ben de Reu, gedeputeerde Provincie Zeeland
www.maintenancevaluepark.com
De Provincie Zeeland zet in op economische ontwikkeling, groei en innovatie. Wij willen daarin een stuwende kracht zijn voor Zeeland, als regisseur van ruimtelijk beleid en economische ontwikkeling. Met een open en ambitieuze houding spelen we in op de kansen van ons LAND IN ZEE!
Ga voor meer informatie over de provincie Zeeland naar www.zeeland.nl
48_provinciezeeland.indd 1
09-12-13 12:23