Maintenance
Nummer 24, september 2014
Magazine van DUTCH
01_01_cover.indd 1
INSTITUTE WORLD CLASS MAINTENANCE
Brainstormen op WCM Summer School
Design for Maintenance verlaagt onderhoudskosten Conditiegestuurd onderhoud vraagt om goede data en juiste cultuur Provincie Overijssel neemt regie over infrastructuur
09-09-14 15:26
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN.
INFORMEER NAAR
EXTRA ONDERHOUDS START TECHNOLOGIE
• Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie geld verdienen? • Hoeveel kan onderhoud bijdragen aan het bedrijfsresultaat? • Wat is Excellent Onderhoud en hoe geef ik dit vorm?
DIT NAJAAR IN REGIO ZUID
WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • Post-MBO Onderhoudstechniek (OTK) • Post-HBO Onderhoudstechnologie (OT) • Post-HBO Onderhoud en Management (OM) • Master of Engineering in Integrated Service Engineering
Start 1 oktober 2014 Start 2 oktober 2014 Start 2 oktober 2014 Start februari/september
Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar
[email protected] of kijk op www.cvnt.nl.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
FC_A4-2014.indd 1 02_HU.indd 1
24-04-14 11:32 15:02 08-09-14
Inhoud
12
Innovation by Cooperation Het Dutch Institute World Class Maintenance initieert samen met het bedrijfsleven, kennis- en onderzoeksinstellingen en samenwerkingspartners innovatieprojecten om het Nederlandse onderhoud naar wereldklasse te brengen. Daarin is het woord ‘samen’ leidend. Want juist door in ketenverband te vernieuwen en te verbeteren, kan een hoog rendement van de inspanningen worden gehaald. Het jaarcongres van DI-WCM staat daarom in 2014 in het teken van Innovation by Cooperation.
32
WCM Summer School: grote brainstormsessie met resultaat Afgelopen augustus gingen ruim vijftig jonge professionals, met verschillende achtergronden, weer terug de schoolbanken in. Tijdens de derde WCM Summer School werden ze intellectueel uitgedaagd met een onderhoudsvraagstuk: moet Liander zijn transformatoren vervangen voor duurzamere exemplaren? Of is het juist duurzamer om de levensduur van de huidige te verlengen?
40
Provincie Overijssel neemt regie over infrastructuur Een van de jongste WCM-projecten is World Class Maintenance Infrastructure. Hierin kijken asset owners, dienst- en productleveranciers en kennispartners samen naar de mogelijkheden voor levensduurverlenging van de Nederlandse infra-assets. Ook de Provincie Overijssel zit met een verouderd areaal en wil, om daarmee om te gaan, een professionele assetmanagementorganisatie worden. In het kader van het WCM-project leren ze op dit vlak veel van de andere deelnemers.
column Aad Veenman
17
Paul Rüpp
17
Roelf Venhuizen
29
Erik Cornelisse
29
15 16 18 21 22 23 24 26 31 35 36 38 39
Clusteren bedrijven Maintenance Value Park levert synergievoordelen op De Order: Gezamenlijke aanbesteding maakt onderhoud efficiënter Design for Maintenance verlaagt onderhoudskosten Springlevende maintenance innovation community Track-en-trace-systeem voorkomt zoekraken equipement tijdens turnaround On the spot: Innovatieve coating zoekt markt Hefplatform in recordtijd verlengd, geïnspecteerd en aangepast Analysetool maakt impact corrosie onder isolatie meetbaar Op tijd de juiste gereedschappen op de werkplek Samengaan van NVDO, DI-WCM, MEC en Profion? Conditiegestuurd onderhoud vraagt om goede data en de juiste cultuur Betere logistiek zorgt voor efficiënter en effectiever correctief onderhoud Nederlandse visie op maintenance internationaal ontsloten
Maintenance september ‘14
03_03_inhoud.indd 3
3
09-09-14 15:27
Ultimo2014 Gebruikerscongres on tour Drie Ultimo-klanten verwelkomen u graag voor één van de bijeenkomsten bij u in de regio. Ontdek de nieuwste EAM-features en trends, leer van andere Ultimo-gebruikers, laat u inspireren door best practices tijdens de Ultimo Award-verkiezing en geniet van de unieke gastspreker.
7 oktober Walibi, Biddinghuizen 8 oktober Philips Stadion, Eindhoven 9 oktober Grandhotel Huis ter Duin, Noordwijk
Kosteloos inschrijven: www.ultimo.net/congres2014 adv_07052014_297x210.indd 1 04_ultimo.indd 1
16-05-14 14:30 08-09-14 11:31
editorial
Colofon Maintenance is een uitgave van het Dutch Institute World Class Maintenance. Voor meer informatie zie www.worldclassmaintenance.com Uitgever Industrielinqs pers en platform Mark Oosterveer
[email protected]
Redactie Rien Puyenbroek (Hoofdredacteur), Stefi Celie, Moniek Schoofs, David van Baarle, Pieter Pulleman, Mark Oosterveer en Elise Quaden Redactieraad Rien Puyenbroek, Stefi Celie, Stefan van Seters, Gerard Blom, Rutger van der Male, Jaap Heukelom, Chris Rijsdijk, Coen Sanderink en Mark Oosterveer Redactieadres Dutch Institute World Class Maintenance Princenhagelaan 13 4813 DA Breda T. 076-5311090 E.
[email protected] Oplage 5.000 exemplaren Vormgeving Gabriele Köbbemann (Coverfoto: Engineers Journal) Traffic Breg Schoen Druk PreVision Graphic Solutions Eindverantwoordelijke Lex Besselink Advertentieverkoop Jetvertising Rob Koppenol T. 070 3990000 E.
[email protected]
Mede mogelijk gemaakt door:
Dit project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) in het kader van OP-Zuid:
Maintenance Maintenance verdient het! De zomer ligt achter ons met mooie zonnige dagen en van tijd tot tijd ook heel wat wateroverlast door de intensieve hoosbuien. Sommigen verweten de onvoldoende of te langzame afvoer van het hemelwater aan nalatig onderhoud of te laat aanpassen van onze afwateringssystemen aan deze (nieuwe) klimaatverschijnselen. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen, maar het is een aandachtspunt. Het fenomeen illustreert echter ook heel duidelijk dat permanent onderhoud en anticiperen op nieuwe ontwikkelingen noodzakelijk is. Goed én tijdig onderhoud vergroot de veiligheid van de werknemers en de omgeving, zorgt voor een betrouwbaardere en regelmatige productie, lagere operationele kosten en langer gebruik van de productiefaciliteiten. Deze visie op het belang van maintenance en de noodzaak voortdurend te innoveren zullen wij samen met onze partners tijdens ons jaarcongres ‘Innovation by Cooperation’ op 8 oktober in de Maassilo in Rotterdam weer volop over het voetlicht brengen. DI-WCM, Profion, NVDO, iTanks, Ki< MVP Terneuzen, Maastricht Maintenance Boulevard, Maritime Campus Nederland, ISPT, WCM NO et cetera bieden u daar een boeiende middag met twee bijzondere sprekers, maar ook zelfwerkzaamheid, omdat u zich kunt inschrijven voor twee workshops. Tijdens het jaarcongres wordt ook onze ledenwerfcampagne gelanceerd. Met een aantrekkelijk pakket van voordelen en mogelijkheden, voor een redelijke prijs, willen wij u verleiden deel te gaan uitmaken van een maintenance community van wereldklasse. Als maintenancegemeenschap hebben wij de ambitie om u als onzichtbare held meer zichtbaar te maken. Behalve dat wij u en de hele sector meer onder de aandacht willen brengen en wij met ons allen trots mogen en moeten zijn op de dagelijkse bijdrage die we aan onze economie leveren, hebben NVDO, Profion en DIWCM ook de ambitie de sectororganisaties meer te laten samenwerken. Collega Roelf Venhuizen, voorzitter van Profion, heeft in zijn column op de Profionpagina dit mooi en duidelijk geformuleerd, een visie die wij vanuit DI-WCM volledig onderschrijven en graag helpen bewerkstelligen. Door gezamenlijk krachten te bundelen kunnen we de maintenancesector naar een betere en meer zichtbare positie in onze samenleving brengen! Vanuit World Class Maintenance willen wij ons daarbij focussen op innovatieprojecten. Voor en door het bedrijfsleven bepaald, faciliteren wij met ons ongekend (inter)nationale netwerk dat de juiste partijen met elkaar gaan samenwerken om tot toepasbare resultaten te komen. Zonder maintenance van wereldklasse geen Nederlandse (maak)industrie die op wereldschaal kan concurreren. U maakt dat mogelijk en wij helpen u daarbij, omdat Nederland dit verdient, u dit verdient en maintenance dit verdient! Doe mee en kom op 8 oktober naar Rotterdam. Ir. Lex Besselink Algemeen directeur DI-WCM
Maintenance september ‘14
05_02_colofon_editorial.indd 5
5
09-09-14 16:08
Nieuws
Vier innovatieve luchtvaart bedrijven landen op Business Park Aviolanda
Business Park Aviolanda verwelkomt vier bedrijven in een nieuw te bouwen bedrijfshal. Vorig jaar opende het business center ‘De Pionier’ zijn deuren, dit jaar komt daar bedrijfshal ‘De Spirit’ bij. De bedrijfshal, met vijf beschikbare bedrijfsunits, maakt het mogelijk voor meerdere luchtvaartgebonden bedrijven om zich te vestigen en verder te ontwikkelen. De Spirit zal onderdak geven aan Tiat, GeoInfra, 4Repair en AELS. Voor GeoInfra is Woensdrecht een nieuwe locatie, voor de anderen is het uitbreiding van de bestaande activiteiten. Tiat is specialist op het gebied van Niet-Destructief Onderzoek (NDO) en
te zien dat we deze nieuwe huurders, door deze aanpak, aan ons business park en aan Woensdrecht hebben weten te binden. We zien de voordelen van de clusterontwikkeling terug tijdens de eerste besprekingen met de nieuwe huurders, die meteen samenwerking met elkaar zochten’, aldus Rob Sturm. De nieuwe bedrijven worden daarom ook lid van de Aviolanda Business Club. Deze businessclub is in 2013 opgericht ten behoeve van het netwerk van bedrijven, dat actief is op het Business Park. Een aantal keer per jaar organiseert de Aviolanda Business Club bijeenkomsten over actuele thema’s in de luchtvaartgeboden industrie. Ook met de groene agenda van Aviolanda is rekening gehouden. De Spirit wordt voorzien van zonnepanelen en regenwater zal composietenonderhoud, 4Repair verzorgt (composieten)onderhoud en reparaties aan opnieuw worden geïnfiltreerd in de bodem. vliegtuigen, GeoInfra is actief op het gebied Alle units worden bovendien voorzien van energiezuinige verlichting. De bouw van van onbemand vliegen en AELS handelt in de Spirit is gestart en deze wordt naar herbruikbare onderdelen van burgerluchtvaart toestellen. Er is nog één unit van 280 verwachting medio december in gebruik genomen. vierkante meter beschikbaar. Business Park Aviolanda biedt diverse ‘Business Park Aviolanda bouwt actief topfaciliteiten zoals een landingsbaan, parkaan de ontwikkeling van clusters, zoals management, verkeersleiding, trainings- en die van composietenonderhoud en UAV’s simulatieruimten, hangaars en interna(onbemand vliegen). Vanuit deze clusters ontstaat er vraag naar vastgoedontwikkeling tionale kwaliteitserkenningen. Kortom, de zoals De Spirit’, aldus Rob Sturm, directeur ideale vestigingslocatie voor luchtvaart gerelateerde bedrijven. Business Park Aviolanda. ‘Het is mooi om
Steeds meer studenten techniek Het aantal jongeren dat zich aanmeldt voor een technische studie aan de universiteit neemt sterk toe. Voor komend studiejaar hebben alle universiteiten 7.745 aanmeldingen ontvangen voor techniekgerelateerde opleidingen; een toename van achttien procent. Het aantal aanmeldingen aan de Technische Universiteit Eindhoven past in deze opgaande trend. Vorig jaar had de technische universiteit een instroom van totaal 2.200 studenten. Dit jaar zijn er al 2.200 vwo’ers die willen beginnen in Eindhoven. Met de buitenlandse bachelors en hbo-instromers is de verwachting dat er 2.700 nieuwe technische studenten zijn. De provincie Noord-Brabant is blij met deze ontwikkeling. Het is een mooi resultaat dankzij onder meer ‘Brabant voor Techniek’, een samenwerkingsverband van vijf regionale techniekplatforms, ondersteund door de provincie. Het programma heeft als doel om het imago en de maatschappelijke waardering voor bètatechniek te vergroten.
6
In de provincie Brabant zijn veel innovatieve technologiebedrijven gevestigd, die goed opgeleide jongeren nodig hebben. Nu en in de toekomst. Dankzij het initiatief ‘Brabant voor Techniek’ is de aandacht bij jongeren in Brabant voor techniek sterk vergroot. Zo stimuleert ‘Brabant voor Techniek’ het lesgeven in wetenschap en techniek op
basisscholen en het voortgezet onderwijs bij kinderen van zes tot zestien jaar. De vijf regionale platforms betrekken daarbij ook het Brabantse bedrijfsleven. Door deze ervaring met het dagelijks gebruik van techniek dragen de techniekplatforms bij aan een verhoogde instroom van technische studenten.
Maintenance september ‘14
06_7_8_9_10_11_05_nieuws.indd 6
09-09-14 15:27
Next Generation Frequency Converters for Brussels Airport Aerotecs NV was selected by Brussels Airlines Maintenance Department to fully manage replacing their Frequency Converters with new, more efficient units, to lower energy consumption and increase conversion rate. Aerotecs commissioned Red Box International to design, manufacture and help install the new, innovative units. Aerotecs was chosen as the total solution provider to coordinate the entire project for Brussels Airlines. This included the study of the current set-up and requirements for the project, removal of the old units, design and installation of the new units, and conditioning, training and full ongoing support. The hangar where the units are housed is divided into three sections, with each section having its own Frequency Converter Unit. Aerotecs, which currently represents Red Box International in Belgium, The Nether-
lands, Luxemburg and France as well as having a strong customer base in the United Kingdom and Ireland, commissioned Red Box to design and manufacture the new units. The team at Red Box worked closely to the brief set out by Aerotecs to design the innovative pit distribution and aircraft interlocking system. The RBC7000 dual Frequency Converter and Pit Control units have the ability to secure each of the 19 pits separately for maintenance and safety. They allow for minimum changes in operator use, and are able to supply all pits currently installed in the hanger, even with one converter inoperative or in partial maintenance. The units have been designed with the newest aircraft generations in mind, future proofing them for decades to come. Brussels Airlines Hangar 41 is now fully ready to power three Airbus A330 at the same time at full
YES!Delft recognized in list of international incubators Business incubator YES!Delft, linked to Delft University of Technology, has been recognized as one of the top contenders in the UBI Index of 2014, a global ranking of university business incubators. That is what UBI recently has released. YES!Delft currently is the only Dutch incubator that has made it to this list indexed by UBI. ‘YES!Delft is one of the best business incubators in the world,’ says co-founder Dhruv Bhatli from the UBI index. ‘They add an exceptional amount of value for entrepreneurs in the program and have a great impact on the regional economy.’ UBI Index, a renowned Swedish research and advisory agency specialized in business incu-
bation, conducts an annual research among three hundred incubators in more than 65 countries worldwide. A ranking follows from that research and is published each year. Great names in the UBI ranking are, for instance, Venture Lab (Georgia, U.S.A.) and SETsquared (U.K.). ‘This is a great recognition to us’, says Wouter de Bruijne, commercial director at YES!Delft. ‘YES!Delft’s program and network have always grown with the needs of our entrepreneurs, that its worth is now recognized by the UBI Index is seen as great international recognition for YES!Delft.’ YES!Delft offers entrepreneurs who have an innovative, technological and scalable product a unique program and a state-ofthe-art ‘ecosystem’ in which entrepreneurs, together with others, get the chance to develop their company to their full potential. The economy benefits from all these activities. 140 YES!Delft companies that have started since YES!Delft was founded in 2005 have made 60 million Euros in revenue last year and more than 220 million Euros were invested over the last decade. As a result, this yielded nearly 800 fte in terms of employment. More info at: www. yesdelft.nl
capacity, whilst in the meantime powering a remote repair workshop for servicing coffeemakers and ovens. Aerotecs is the European distributor of aircraft testing-, tools- and ground support equipment. Red Box International is based in Romsey in the United Kingdom.
Super-supercondensatoren van hennep
Goed nieuws voor wiettelers: op termijn ontstaat er misschien een meer respectabele markt voor hun planten. Volgens onderzoekers van de University of Alberta kunnen uit de bast van hennep uitstekende materialen worden gemaakt voor supercondensatoren. De elektrodes worden gemaakt door het binnenste van de bast voorzichtig te verkolen, waarbij deels grafietachtige atomaire koolstoflagen ontstaan. Dit materiaal levert een supercondensator op die tot de beste ooit kan worden gerekend, zelfs beter dan grafeen, aldus de Canadezen.
Maintenance september ‘14
06_7_8_9_10_11_05_nieuws.indd 7
7
09-09-14 15:27
Nieuws
SolaRoads: de snelweg van de toekomst? Er worden in Nederland steeds meer elektrische auto’s gekocht, maar de oplaadpunten blijven achter. Er lijkt nu een oplossing: de SolaRoad. Op dit moment rijden 35.000 elektrische auto’s rond in Nederland. Er zijn ongeveer 5.000 laadpunten in Nederland: te weinig om aan de vraag te voldoen. Volgens onderzoekinstituut TNO zijn er minstens 5.000 nieuwe oplaadpunten nodig en dat aantal blijft naar verwachting stijgen. Het probleem ligt bij de hybride auto’s: zodra zij geen elektriciteit meer hebben, schakelen ze over op benzine en gaat de milieuwinst verloren. Hoewel mensen bekend zijn met zonnepanelen op daken, realiseren mensen zich vaak niet dat dit principe ook kan worden toegepast op de grond, of meer specifiek: de snelweg. Die vele kilometers snelweg in Nederland kunnen in theorie ingelegd worden met zonnepanelen. Dit nieuwe idee, genaamd SolaRoad, wordt op dit moment ontwikkeld bij TNO. SolaRoad wil dat grote delen van het Nederlandse wegdek gaan fungeren als zonnepaneel. Op die manier zouden alle Nederlandse auto’s op zonneenergie kunnen rijden, mits deze auto’s
om 25 procent van de elektrische auto’s in Nederland te voeden. Ook zijn er veel kritische geluiden over de productiekosten versus de opbrengsten, de onderhoudskosten, het voorkomen van aquaplaning en of de zonnecellen (halfgeleiders!) ook gebruikt kunnen worden als verwarmingselement om de weg ijsvrij te maken, et cetera. SolaRoad wordt ontwikkeld als elementverharde en lichtdoorlatende toplaag van ongeveer 1 cm dikte. Onder het glas liggen kristallijn silicium zonnecellen. De uitdaging van SolaRoad is het creëren van een nieuwe toplaag die zowel licht doorlaat, vervuiling afstoot en sterk en stroef genoeg is om als veilig wegdek te fungeren. Het SolaRoadsconsortium heeft de eerste module gereed voor een proef met een energieopwekkend fietspad. In november wordt er in Krommenie in totaal honderd meter aan elektrisch zijn. Ondanks de zonnige vooruitzichten is het duidelijk dat SolaRoad niet fietspad aangelegd met deze modules om altijd kan worden toegepast. De zonnecellen ervaring op te doen met het inzetten van werken niet voor wegen die compleet in de de openbare weg als zonnepaneel. Het consortium van TNO, Imtech, Ooms Civiel schaduw liggen. Volgens een onderzoeker zou 10 tot 20 procent van onze wegen kun- en de Provincie Noord-Holland, werkt sinds nen worden uitgerust met SolaRoad. Daar- 2011 aan het concept. De proef moet twee mee kan genoeg energie worden opgewekt jaar gaan duren.
Smart Wireless-technologie helpt BP BP in het Belgische Geel maakt gebruik van de Smart Wireless-technologie van Emerson Process Management als onderdeel van een lekdetectiesysteem dat helpt de veiligheid te verbeteren in haar productiecentrum van chemicaliën. De wireless technologie biedt een betrouwbare en betaalbare manier om informatie te verzamelen van koolwaterstof detectiekabels die continu de opslagtanks, afsluiters en pijpleidingen op de gehele plant monitoren. Deze informatie wordt vervolgens geleverd aan het controlesysteem zodat operators op de hoogte worden gesteld van eventuele lekkages. Dit geautomatiseerde monitoringsysteem stelt BP in staat om te voldoen aan de meest recente overheidsvoorschriften met betrekking tot de opslag en overslag van brandbare vloeistoffen - en dat ook nog eens tegen veel lagere kosten dan met de traditionele bekabelde technologie. ‘BP streeft naar het verminderen van afval, emissies en lozingen en zorgt ervoor dat productiefaciliteiten zoals BP Geel voldoen aan de hoogste normen met betrekking tot gezondheid, veiligheid en milieu’, aldus Bob Karschnia, vice-president wireless oplossingen bij Emerson Process Management. ‘Door de wireless technologie van Emerson te combineren met koolwaterstofsensoren
8
is BP in staat het blikveld van operators te vergroten en de bestaande lekdetectiemethoden te verbeteren, waardoor de veiligheid op de locatie wordt verbeterd.’ De detectie van lekkages kan op grote locaties moeilijk en duur zijn. BP-operators maakten in het verleden tweemaal daags inspectierondes waarbij ze draagbare lekdetectoren gebruikten, maar de nieuwe en strengere regelgeving van de overheid vereist continue monitoring. Voor een traditionele online monitoringoplossing zou uitgebreide bekabeling nodig zijn, plus de bijbehorende kosten van I/O, signaalconverters en installatie. Het in Geel geïnstalleerde wireless systeem lost deze problemen op door de vloeibaar-koolwaterstof detectieka-
bels te integreren met de Smart Wirelesstechnologie van Emerson, waardoor op de locatie een kostenbesparende lekdetectie van vloeibare koolwaterstof mogelijk werd gemaakt, zelfs voor afgelegen locaties.
Weer record verbroken: 6 miljoen uur zonder verzuimongeval (LTI) Op donderdag 7 augustus 2014 heeft Bilfinger Industrial Services België/Nederland haar record verbroken wat betreft het werken zonder verzuimongeval (LTI). Op deze dag realiseerde het bedrijf namelijk het aantal van maar liefst 6 miljoen uur. Op 16 mei behaalde BIS het aantal van 5 miljoen uur werken zonder verzuimongeval (LTI). Dit record is nu op 7 augustus verbroken en vormt daarmee de volgende mijlpaal in de geschiedenis van het bedrijf en in de industrie. BIS is begrijpelijkerwijs haar opdrachtgevers en medewerkers zeer dankbaar voor hun bijdrage. Zonder hun inspanningen was het bereiken van deze unieke mijlpaal immers niet haalbaar.
Maintenance september ‘14
06_7_8_9_10_11_05_nieuws.indd 8
09-09-14 15:27
Nieuwe stap in domotica: gedachten-, spraak- en oogbesturingssysteem
De tv met uw gedachten aanzetten? Met een handgebaar zappen naar verschillende zenders? Of met uw ogen het licht in de kamer aan of uit kunnen zetten? Dit is binnenkort allemaal mogelijk als het aan Philips en Accenture ligt. De beide partijen hebben namelijk samen een systeem gebouwd waarmee mensen via hun hersengolven, spraak en ogen apparaten kunnen bedienen. Het systeem bestaat uit: de Emotiv Insight Brainware; een headset die hersenactiviteit kan meten, een slimme bril met geprojec-
Efficiënt beheer voor gereedschap en arbeidsmiddelen Gereedschapbeheer.nl is een nieuwe online tool, die pretendeert dat het voor bedrijven eenvoudig wordt de te keuren arbeidsmiddelen optimaal te beheren. De onderneming ontvangt een mail wanneer het tijd is voor de volgende keuring. De gegevens en certificaten zijn voor het bedrijf altijd en overal beschikbaar. In veel organisaties heeft men met regelmaat een onvolledig of vertekend beeld van de locatie, keuringsstatus en voorraad van gereedschappen en arbeidsmiddelen. Met Gereedschapbeheer.nl zou deze situatie tot het verleden behoren. Bovendien zou deze nieuwe service voor de onderneming kostenbesparingen met zich meebrengen omdat het aantal administratieve handelingen meteen fors terugloopt. Gereedschapbeheer.nl is geschikt voor o.a. elektrisch gereedschap (NEN3140), brandblussers (NEN2259), hef- en hijsmiddelen (NEN818), steigermaterieel (NEN2178 en 2770), ladders en trappen (NEN2484), inspectie en onderhoud, meetapparatuur, PBM’s et cetera.
‘Daar is al eerste generatie apparatuur van. Het bijzondere is dat je aan deze toepassing in principe alles zou kunnen hangen wat je maar wilt. Na de uitvoerige testfase is het ook denkbaar dat deze toepassing zijn weg gaat vinden in de industrie en in de maintenancesector.’ Het systeem is in eerste instantie speciaal ontwikkeld voor mensen met de spierzieke ALS, een neuromusculaire aandoening, die leidt tot het uitvallen van de spierfuncties maar het geestelijke vermogen blijft volledig behouden. Het doel is om deze patiënten zo meer controle over hun leven te geven. Het systeem is door Philips en Accenture al wel gebouwd, maar moet nog uitvoerig geteerd scherm; zoals bijvoorbeeld Google Glass, een tablet en speciale software. test worden. ‘Deze proof of concept maakt De software is dé schakel tussen het denk-, de potentie van draagbare technologie op oog- of spraakcommando en het apparaat. een krachtige, nieuwe manier duidelijk. Met behulp van digitale innovatie kunnen mensen Het commando wordt vastgelegd door de headset en de bril, waarna deze wordt door- met ernstige ziekten en mobiliteitsbepergegeven aan de tablet. Hierop staat een app, kingen een stukje controle op hun leven die het commando via wifi doorseint naar de terug pakken’, aldus Paul Daugherty, Chief Technology Officer bij Accenture. ‘Door tv, verlichting of personenalarmering. samenwerkingen zoals deze willen we het ‘Het revolutionaire zit hem niet zozeer in leven van mensen met gezondheidsproblehet aansturen met hersenimpulsen’, legt projectleider Bob Koppes van Accenture uit. men helpen verbeteren.’
Ballast Nedam en Heijmans krijgen A9 Dit project bestaat uit alle uitvoerende werkzaamheden met betrekking tot de reconstructie en uitbreiding van de A9 tussen de knooppunten Holendrecht-Diemen in de regio Amsterdam, waaronder de brug over de Gaasp en de tussenliggende kruisende infrastructuur op de snelweg A9 Gaasperdammerweg en de aanleg van een ongeveer drie kilometer lange landtunnel. De opdracht heeft een totale nominale projectomvang van circa 700 miljoen euro, inclusief 20 jaar beheer en onRijkswaterstaat heeft het project A9 Gaas- derhoud na beschikbaar komen van de nieuwe infrastructuur. Ballast Nedam, perdammerweg, ter waarde van circa 700 miljoen euro, gegund aan IXAS Zuid-Oost, Fluor, Heijmans en 3i zijn de enige een consortium van onder meer Ballast aandeelhouders van het project met een gelijk aandeel. Ballast Nedam, Fluor en Nedam en Heijmans. Het publiek-private samenwerking (pps)-project A9 GaasperHeijmans participeren samen met een aandeel van een derde per partij in de dammerweg omvat zowel het ontwerp, de realisatie, het beheer en onderhoud als de Realisatie- en Exploitatiefase. financiering van de bestaande en nieuwe Het contract met Rijkswaterstaat zal in september 2014 worden ondertekend. infrastructuur op de A9 tussen Diemen en Het project A9 Gaasperdammerweg is Holendrecht. Aan consortium IXAS ZuidOost nemen Ballast Nedam, Fluor, Heijmans het derde traject van de weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere. en 3i Infrastructure deel.
Maintenance september ‘14
06_7_8_9_10_11_05_nieuws.indd 9
9
09-09-14 15:27
Nieuws
Marktonderzoeker Gartner: internet of things en 3D-printen op hype-piek De hype rond het internet of things (IOT) heeft zijn piek bereikt, denkt Gartner, net als 3D-printen voor consumenten. De hooggespannen verwachtingen leiden nu eerst tot teleurstellingen voordat daadwerkelijke toepassingen grootschalig op gang komen. Dat schrijft de marktonderzoeker in zijn Hype Cycle-rapport voor 2014. Volgens Gartner doorlopen nieuwe technologieën min of meer hetzelfde adoptietraject: de hype cycle. Het begint met een nieuwe technologie-trigger. De mogelijke toepassingen die dit biedt, leiden snel tot een piek van hooggespannen verwachtingen. Wanneer die niet waargemaakt worden,
volgt het dal van teleurstelling waar de technologie in diskrediet raakt. Ondertussen blijft de technologie zich echter verder ontwikkelen en naar de markt bewegen, waardoor deze via de slope of enlightenment uiteindelijk op een stabiel productiviteitsplateau komt. Hoe snel deze cyclus doorlopen wordt, is voor elke technologie verschillend. Gartner plaatst IOT samen met 3D-printen voor consumenten in de categorie ‘vijf tot tien jaar’. Enkele andere opvallende technologieën in dit segment zijn connected home, quantified self, slimme robotica en biochips. Deze staan allemaal nog
aan het begin van hun cyclus. Autonome voertuigen daarentegen zitten bijna op hun piek terwijl big data en augmented reality al naar het dal bewegen. Cloud computing en NFC zitten op het moment in het dal, alhoewel de marktanalist verwacht dat deze technologieën binnen twee tot vijf jaar het stabiele plateau bereiken. Voor virtual reality zal dat nog wat langer duren. Als technologieën die uit het dal klimmen, ziet Gartner gebaaraansturing en 3Dscanners. Ook 3D-printen is hard op weg naar het productiviteitsplateau, maar dan wel voor professionele toepassingen.
BEMAS: stop de desindustrialisatie Volgens Wim Vancauwenberghe, directeur van BEMAS, de Belgische Maintenance Associatie, is er in België, maar ook in Nederland ‘stof tot nadenken’. In een column geschreven na de verkiezingen in België in de digitale nieuwsbrieven EngineeringNet Be/ NL staat dat in Nederland bijna zeven op tien installaties een nog resterende technische levensduur hebben van meer dan dertig jaar, terwijl dit in België minder is dan twee op tien. Vancauwenberghe en BEMAS roepen op om bijzondere aandacht te schenken aan een positief investeringsklimaat voor de industrie. ‘Zowat alle provincies, regio’s en landen in Europa hebben organisaties zoals Flanders Investment & Trade (FIT), die mogelijk geïnteresseerde buitenlandse investeerders het hof maken en proberen te lokken met allerhande (belasting)voordelen. Daarbij wordt vooral gemikt op greenfieldBEMAS is partner in het MORE4COREproject, dat momenteel loopt in vier Noord-West-Europese landen. Een belangrijk onderdeel is een benchmarkstudie rond onderhoud en asset management. Hoewel de benchmark nog loopt, kunnen we alvast enkele interessante conclusies trekken. In Nederland hebben bijna zeven op tien installaties een nog resterende technische levensduur van meer dan dertig jaar, terwijl dit in België minder dan twee op tien is. Tien procent van de bestaande assets in België is momenteel reeds technisch verouderd en nog eens twaalf procent bereikt dit stadium in de komende tien jaar. Het verschil tussen de Belgische en de Nederlandse situatie is frappant. Ik ga hier nu niet beweren dat dit verschil toe te schrijven is aan het actief beleid rond brownfield-
10
projecten, maar op één of andere manier hebben de Nederlandse bedrijven die tot nu toe deelnamen aan de benchmark, de problematiek rond verouderende assets anders aangepakt. De Belgische industrie staat dus voor enkele belangrijke keuzes met betrekking tot de toekomst van de bestaande industriële installaties: uit dienst nemen en afbreken, vervangen door nieuwe installaties of investeren in maatregelen om de bestaande installatie te moderniseren en de levensduur te verlengen. Deze laatste optie lijkt alvast zeer aantrekkelijk: er is
minder investeringskapitaal nodig, het laat onze industriële bedrijven toe om verder te gaan met een lokale productieactiviteit, en het is bovendien de meest duurzame oplossing. ‘Asset lifetime extension’ kan aldus de desindustrialisatie in ons land een halt toeroepen en op die manier de basis vormen voor de ‘fabrieken van de toekomst’. Hoog tijd dus om ook de nodige beleidsmaatregelen te nemen die deze vorm van duurzame verankering van industriële activiteit in onze contreien ondersteunen’, aldus directeur van BEMAS Wim Vancauwenberghe.
Zeven consortia gaan A58-spookfiledienst verder ontwikkelen De proef om spookfiles aan te pakken op de A58 tussen Tilburg en Eindhoven gaat de ontwikkelfase in. De afgelopen maanden hebben elf consortia concepten opgesteld voor diensten die weggebruikers lokale, slimme en situatieafhankelijke rijadviezen geven. Zeven hiervan gaan hun idee nu verder ontwikkelen tot een prototype, samen met het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de provincie Noord-Brabant, het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven en Rijkswaterstaat. Eind dit jaar starten de tests op de A58. Het project deelt de spookfiledienst op in drie stukken. Het eerste van deze ‘percelen’ betreft data-inwinning over de situatie op de weg. Hier gaan twee consortia aan de slag: Be-Mobile met Goudappel Coffeng en Siemens, en Innovactory met de ANWB, Siemens, Tomtom en de TU/e. In het tweede perceel kijken drie samenwerkingsverbanden naar de aanlevering van informatie op maat aan weggebruikers: Sioux met Beijer Automotive, NXP, Prime Data, RTL Nederland en TNO, Technolution met Imtech, NXP en de TU Delft en V-Tron met Beijer, Be-Mobile, Fantazm, Fourtress, NXP, Spring, Tim en TNO. Op het derde perceel, de wegkantsystemen, storten zich weer twee consortia: Siemens met Be-Mobile en Vialis met NXP.
WCM
Maintenance september ‘14
06_7_8_9_10_11_05_nieuws.indd 10
09-09-14 15:27
Daarom sluiten wij aan bij WCM! "We hebben als industriepartners allemaal specifieke kennis, gezamenlijk weten we veel meer dan alleen." Kennis over effectief onderhoud is bij elk bedrijf aanwezig. En elk bedrijf past dan ook zijn eigen visie op onderhoud toe. Maar misschien is de visie of de kennis van het ene bedrijf ook heel goed bruikbaar voor een ander bedrijf. Sterker nog, wellicht kan een bedrijf uit bijvoorbeeld de maritieme sector, juist leren van een bedrijf uit de procesindustrie. Henk Veldink van Momentive: "Wij zijn lid geworden van World Class Maintenance om kennis effectief uit te wisselen en gezamenlijk te verdiepen en te verbreden. We hebben als industriepartners allemaal specifieke kennis, gezamenlijk weten we veel meer dan alleen." Om alle visies, kennis en praktijkervaringen bij elkaar te brengen, en daar innovatieve onderhoudsoplossingen uit te destilleren, is de nieuwe organisatie World Class Maintenance opgericht. Naast AkzoNobel, NedTrain, PDM, Sitech, SPIE, Stork en Tata hebben zich nu ook Liander, Momentive, Sabic en Shell Moerdijk aangemeld als partner. "Wij vinden het belangrijk om ervaringen en kennis binnen de industrie met elkaar te delen zodat we elkaar triggeren op best practices, opportunities en nieuwe ontwikkelingen. Dit kan bijdragen aan veiliger werken, iets wat voor ons allen van groot belang is. Werken aan veiligheid draagt direct bij aan betrouwbare en kostenefficiënte plants en een dito uitvoering van onderhoud en projecten. Ik zie het WCM-netwerk als een uitstekend platform om daaraan samen met industry peers invulling te geven", aldus Ronald ten Broeke van Sabic.
Hoe organiseer je condition-based maintenance gezamenlijk? De eerste bevindingen uit het CAMPI-project geven aan dat er al wel conditiegestuurd onderhoud plaatsvindt in de procesindustrie, maar dit is vaak nog weinig geavanceerd. 'Door slimmer data te verzamelen en te gebruiken, is er winst te behalen', steekt Van de Kerkhof van wal. 'Er wordt al vrij veel data verzameld, maar die wordt (nog) niet gebruikt voor maintenancedoeleinden. Zo wordt er
bijvoorbeeld allerlei data opgeslagen uit operationele systemen en veiligheidsinspecties, die veel informatie bevat over het functioneren van de machine. Deze data zit echter nog verspreid bij verschillende afdelingen en organisaties en is vaak opgeslagen in verschillende (lokale) systemen. Om preventief, conditiegestuurd onderhoud te kunnen plannen, moet je deze informatie koppelen aan de meest voorkomende faalmechanismen.' Lees meer verderop in dit magazine.
Nieuw project gestart: corrosie onder isolatie Waar staal is, is corrosie. En waar isolatie is, kan die corrosie niet direct worden waargenomen. Veel chemische fabrieken hebben dan ook te maken met corrosie onder isolatie. Met name de kilometers pijpleiding die vaak geïsoleerd zijn om warmteverlies zoveel mogelijk te beperken, zijn een uitdaging voor veel asset managers. Want hoe weet je zeker dat je pijpleiding integer is? De enige oplossing tot nog toe is de isolatie eraf halen en inspecteren. Een tijdsintensief en kostbaar karwei. De meeste bedrijven met deze problematiek zoeken dan ook naar oplossingen om de integriteit beter te kunnen voorspellen zonder fysieke inspecties uit te hoeven voeren. Ons nieuwe WCM innovatieproject probeert alle inspanningen die er over het onderwerp al zijn te bundelen en koppelt er nog de kennis aan van wetenschap, dienstverleners en specialisten.
WCM nieuws WCM nieuws WCM nieuws WCM nieuws WCM WIlt u op de hoogte blijven van WCM nieuws? Meld u dan aan voor onze tweewekelijkse WCM Update via
Maintenance september ‘14
06_7_8_9_10_11_05_nieuws.indd 11
11
09-09-14 16:07
Het Dutch Institute World Class Maintenance initieert samen met het bedrijfsleven, kennis- en onderzoeksinstellingen en de samenwerkingspartners innovatieprojecten om het Nederlandse onderhoud naar wereldklasse te brengen. Daarin is het woord ‘samen’ leidend. Want juist door in ketenverband te vernieuwen en te verbeteren, kan een hoog rendement van de inspanningen worden gehaald. Het jaarcongres van DI-WCM staat daarom in 2014 in het teken van Innovation by Cooperation.
Innovation by Cooperation De Maassilo in Rotterdam ademt op 8 oktober innovatie. Tijdens het DI-WCM Jaarcongres worden de naar schatting driehonderd bezoekers nauw betrokken bij lezingen en workshops over innoveren, samenwerken en creëren. Onder begeleiding van dagvoorzitter Rens de Jong wordt een breed georiënteerd programma verzorgd. De Jong zal de sprekers uitdagen om de toegevoegde waarde van hun werk zichtbaar en meetbaar te maken, bijvoorbeeld door de bijdrage aan de duurzaamheidsdoelstellingen van een bedrijf te benoemen. Want juist zo komt onderhoud volgens De Jong op de agenda in de directiekamers. En hoewel de sprekers uit verschillende vakgebieden komen, delen ze de aansluiting met het dagthema ‘Innovation by Cooperation’. Kickoff Leo van Dongen, voorzitter van de Executive Board WCM start het congres door terug te kijken op behaalde resultaten over de afgelopen jaren, stil te staan bij de nieuwe ondernemingsvorm van World Class Maintenance en vooruit te blikken op de toekomst van innovatief onderhoud in de Nederlandse industrie. De afgelopen jaren is bij het DIWCM met verschillende partijen gewerkt aan nieuwe werkwijzen, contractvormen en technieken die ook in de komende jaren van grote waarde zijn voor het behoud en de groei van de Nederlandse industriële bedrijvigheid. Van Dongen zal de aanwezigen aansporen om dat vooral in gezamenlijkheid en naar draagkracht te blijven doen en bij te dragen aan WCM. Daarbij is samenwerking en kennisdeling tussen innovatieve hubs en het bedrijfsleven van groot belang, evenals de voortzetting van samenwerking tussen de industrie en het onderwijs.
12
Duurzaamheid ‘Duurzaamheid is niet links, het is ook niet rechts. Het is niet eens politiek. Het is je kinderen kunnen uitleggen dat je aan hun toekomst denkt. Het is oplossingen vinden en werken aan iets waar je trots op kunt zijn. Het is ambacht, het is denken, het is vooruitzien, het is uitdagend, het is innovatief. En het is gezond verstand.’ Het is de visie die Z.K.H. Prins Carlos de Bourbon de Parme uitdraagt met INSID. Deze onafhankelijke stichting heeft als doel het versnellen van duurzaamheid door het inzetten van kennis van een eigen kwalitatief hoogwaardig internationaal netwerk van specialisten. Prins Carlos verzorgt de key-note lezing en zal daarin verder ingaan op de kracht van samenwerking rond innovatie en verduurzaming. Na de plenaire opening kunnen de bezoekers kiezen uit een reeks van workshops die op verschillende plaatsen op de congreslocatie worden verzorgd. Veiligheid In de workshop over vijftig jaar gasexplosies in de Nederlandse industrie kijkt René van Dort van de Inspectie SZW terug op een reeks fatale gasexplosies in de industrie over de afgelopen jaren. In zijn werk voor de Directie Major Hazard Control Team Rijnmond heeft Van Dort de bekende ongevallen geanalyseerd en eens te meer aangetoond dat bij meer dan de helft van de gevallen het ongeluk plaatsvond tijdens onderhoudswerkzaamheden. Daarmee zegt Van Dort niet dat de explosies door het onderhoud veroorzaakt worden maar juist dat extra aandacht nodig is voor het creëren van een veilige werkplek bij het werken aan installaties met explosiegevaarlijke vloeistoffen en gassen. Gelukkig neemt het
aantal incidenten af, maar elk slachtoffer is er een te veel. Van Dort zal daarom handreikingen doen om onderhoudswerk nog veiliger te laten plaatsvinden. Aerospace De Maastricht Maintenance Boulevard is een gezamenlijk initiatief van bedrijven, de luchthaven en de regio om innovatieve diensten voor Maintenance, Repair en Overhaul in de aerospace te stimuleren. Bij deze workshop wordt verteld hoe Limburgse aerospace MRO-bedrijven (in het mkb), proces- en productinnovaties realiseren door het clusteren van kennis. KI< Terneuzen Het KI< is een speer-, tref- én kruispunt voor kennis en innovatie. En dat voor onderhoudsbedrijven, asset owners en kennisinstellingen. Tijdens het jaarcongres verzorgt het KI< als een van de partners van het DI-WCM de interactieve workshop ‘KI< vandaag uw innovatieve in!’ De bedoeling van deze workshop is om dertig mensen in een kort evenement op een zeer innovatieve manier een aantal ideeën te laten genereren of combineren om onderhoud in de procesindustrie goedkoper en/of veiliger te maken. Het KI< heeft hiervoor een geheel nieuwe, interactieve methode ontwikkeld. Opleiden Het Maintenance Education Consortium verzorgt de workshop ‘Excellent opleiden doe je samen’. De workshop geeft inzicht in de meerwaarde van een gezamenlijke inspanning en gezamenlijke verantwoordelijkheid van zowel bedrijven en scholen voor het opleiden van vakmensen in de maintenancebranche. Daarvoor worden drie
Maintenance september ‘14
12_13_23_artikel_gr.indd 12
09-09-14 15:28
FOTO: VNO-NCW
WCM Jaarcongres
Prins Carlos de Bourbon de Parme verzorgt de keynote lezing en zal daarin verder ingaan op de kracht van samenwerking rond innovatie en verduurzaming.
lopende initiatieven kort gepresenteerd: het Centrum voor Innovatief Vakmanschap in Rotterdam, Procestechniek Limburg en het Maintenance Value Park in Terneuzen. De presentaties gaan in op de succesfactoren van de initiatieven. De workshop geeft inzicht in de bepalende factoren voor een goede samenwerking in de regio met als doel meer excellente opleidingen. Deelnemers kunnen met die inzichten aan de slag in hun eigen regio. Bouwen De NVDO verzorgt op de workshop ‘BIM biedt business en voorkomt onderhoudskosten’. BIM staat voor Building Information Model en is een werkmethode waarbij zoveel mogelijk eigenschappen van een bouwwerk in een samenhangend model worden geplaatst. Dit kan gaan om geometrie, fysieke eigenschappen zoals materiaalgebruik en analytische eigenschappen, bijvoorbeeld energieverbruik. In deze workshop voor maximaal veertig personen leren de deelnemers hoe BIM moet worden toegepast in concrete opdrachten en in veel gevallen een doorslaggevende factor is bij het binnenhalen van nieuwe opdrachten. BIM biedt tegenwoordig dé business en voorkomt onderhoudskosten.
De stroom van kennis en innovatie komt aan het eind van het dagprogramma samen bij de afsluitende lezing van mr. drs. Atzo Nicolai, CEO van DSM Nederland.
DI-WCM Het Dutch Institute World Class Maintenance verzorgt de workshop ‘Maintenance Innovation in de Delta Region, de strategie van Zuid-Nederland tot 2020’. In deze workshop worden de innovatie thema’s binnen het topcluster maintenance vanuit de Strategisch Agenda Delta Region besproken door Patrick Essers, kwartiermaker bij DI-WCM, en Gerard Blom, programmamanager bij DI-WCM. Samen met het aanwezige publiek wordt gezocht naar de juiste prioritering van de innovatiethema’s. Waar ligt de industrie wakker van en hoe pakken we dit innovatief op? Awards Ook dit jaar worden innovatie en aandacht voor onderhoud beloond met twee oorkondes. De DI-WCM Maintenance Awareness Award wordt uitgereikt voor het beste voorstel dat het bewustzijn van het belang van industriële instandhouding bevordert binnen de (maak)industrie en onder de aandacht van het grote publiek weet te brengen. De DI-WCM Innovation Research Award richt zich meer specifiek op hbo en wo onderwijsen onderzoeksinstellingen. In aanloop naar het congres zijn veel waardevolle inzendingen binnengekomen. Tijdens het congres zal duidelijk worden welke de beste zijn.
Integrale Innovatie De stroom van kennis en innovatie komt aan het eind van het dagprogramma samen bij de afsluitende lezing van mr. drs. Atzo Nicolai, CEO van DSM Nederland. Dit bedrijf heeft zichzelf de afgelopen jaren opnieuw uitgevonden. In het jaar 2000 zag men DSM vooral als een traditioneel chemisch bedrijf. De afgelopen jaren heeft de onderneming zich echter ontwikkeld naar een volwaardig Life Sciences en Materials Sciences-bedrijf. De strategie van DSM is erop gericht om expertise in Life Sciences en Materials Sciences in te zetten in antwoord op drie belangrijke maatschappelijke trends: mondiale verschuivingen, klimaat en energie en gezondheid en wellness. Met innovatieve, duurzame oplossingen wil DSM inspelen op deze belangrijke trends. De opzet van het jaarconges is gericht op kennisdeling en inspireren. Met pakkende presentaties en veel interactie tijdens workshops en plenaire discussies wordt het publiek onderdeel van het programma. Samen wordt zo het dagthema ‘Innovation by Cooperation’ volledig ingevuld. ● Een compleet overzicht van het programma en alle workshops is te vinden op www.worldclassmaintenance.com/ jaarcongres
Maintenance september ‘14
12_13_23_artikel_gr.indd 13
13
09-09-14 15:28
Snel op weg met kostenramingen
DACE Prijzenboekje met online richtprijzen voor industriële procesinstallaties Praktisch en onmisbaar bij • Raming van projecten • Kostenafweging van alternatieve uitvoeringen • Toetsing van offerteprijzen • Vergelijking eigen prijzen met marktprijzen DACE Price Booklet is nu ook te raadplegen via de website www.dacepricebooklet.com! De 30e editie van het DACE Prijzenboekje bestaat vanaf nu naast het vertrouwde boekje ook uit een website, www.dacepricebooklet.com, als waardevol hulpmiddel bij het samenstellen van uw kostenramingen voor industriële procesinstallaties. U vindt richtprijzen voor vrijwel elk onderdeel van een procesinstallatie. Specifieke kosteninformatie wordt gegeven voor procesapparatuur, pijpleidingmateriaal, elektrotechniek, instrumentatie, schilderwerk, isolatie en bouwkunde. Tevens bevat het kengetallen per m2 oppervlakte voor productie-, magazijn-, kantooren laboratoriumgebouwen en bouwdeelprijzen voor bouwkundige, installatietechnische en civieltechnische componenten. De richtprijzen reflecteren werkelijk gemaakte kosten en zijn niet slechts een afspiegeling van catalogusprijzen. DACE Prijzenboekje / Price Booklet en website wordt verzorgd door leden van de DACE Special Interest Group Cost Engineering Process Industry, kostendeskundigen die actief betrokken zijn bij investeringsprojecten en midden in de praktijk staan. Ga voor uw bestelling of een abonnement naar www.bimmedia.nl/prijzenboekje of www.dacepricebooklet.com of bel 070 304 67 77
14_BIM media.indd 1
08-09-14 11:31
De realisatie van het Maintenance Value Park krijgt steeds meer vorm. Ruim twintig bedrijven hebben serieuze belangstelling getoond om zich te vestigen op het terrein bij de in/uitgang van de Westerscheldetunnel bij Terneuzen. Daarmee is ongeveer zeven van de bijna dertien hectare uit de eerste fase vol. Het clusteren van gelijksoortige bedrijven moet leiden tot logistieke en andere voordelen.
Bedrijvencluster MVP geeft synergievoordelen Projectdirecteur Ferdie Hermans van het park zoekt samen met afgevaardigden van de beoogde nieuwe vestigers naar een optimale inrichting van het terrein. Hermans: ‘In de ‘toekomstige bewonerscommissie’ zitten mensen van grote én kleine bedrijven en van diverse soorten bedrijven, zodat alle belangen vertegenwoordigd zijn.’ Aandachtsgebieden Er zijn drie aandachtsgebieden voor de ontwikkeling van de eerste dertien hectare, vertelt Hermans. ‘Dat zijn een gebied met kantoorgebouwen, een voor centrale magazijnen en een voor werkplaatsen.’ Voor de werkplaatsen maakt Hermans in de plannen nog onderscheid tussen grote en kleine werkplaatsen. Overigens is er bij de werkplaatsen wel kantoorruimte mogelijk. ‘Dat is voor medewerkers die betrokken zijn bij de directe aansturing van die werkplaats. Het kantorengebied is meer voor bedoeld voor specifieke kantoorbanen.’ Werkprocessen De deelnemers in de commissie brengen onder meer in kaart welke bedrijven iets met elkaar hebben en wat zij voor elkaar kunnen betekenen. Hermans: ‘En wat daarvoor dan de beste plek is. Je kunt bijvoorbeeld twee of meer werkplaatsen voor mechanische werkzaamheden bij elkaar plaatsen. Het idee is dan om bijvoorbeeld een gezamenlijke opslag voor gasflessen te realiseren. Zo kun je meer verzinnen, waarbij de werkprocessen telkens het uitgangspunt zijn. Vervolgens kijken we hoe we de bedrijven daarop kunnen aansluiten. Het voordeel is dat we er nu rekening mee kunnen houden, omdat het terrein nog leeg is.’ Er waren in een eerder stadium al voorstudies naar de beste inrichting. Onder meer naar het te verwachten aantal verkeersbe-
wegingen. ‘Er komt een verbindingsweg van de openbare weg naar het park. Daarnaast realiseert Dow een aparte toegangspoort die direct op het park aansluit.’ Parkeerplaatsen zijn nog onderwerp van studie, zegt de projectdirecteur. ‘Waar plaatsen we trucks, kranen en ander groot, zwaar materieel? Doe je dat binnen het terrein, aan de rand of misschien buiten het MVP?’ De behoeften van de toekomstige bewoners ten aanzien van de inrichting van het park zijn - vanzelfsprekend - eerst gericht
De realisatie van het Maintenance Value Park krijgt steeds meer vorm. Ruim twintig bedrijven hebben serieuze belangstelling getoond om zich te vestigen. op de eigen activiteiten. ‘Maar we kijken ook samen naar additionele services, zoals horecafaciliteiten of zelfs kinderopvang. Maar ook naar meer voor de hand liggende
diensten op het gebied van beveiliging, afvalverwerking en het inkopen van energie.’ Optimistisch Hermans is optimistisch over de realisatie van het park. Er lopen gesprekken met investeerders/ontwikkelaars en ook vanuit de markt is er veel belangstelling van onderhoudsbedrijven om zich op het park te vestigen, zegt hij. De voordelen die het park toekomstige vestigers biedt, zijn dan ook evident, vindt hij. ‘De ligging direct aan de tunnel is perfect. Het geeft direct toegang tot de Kanaalzone en het Vlaamse achterland met onder meer Antwerpen en Gent. Ook Vlissingen en Rotterdam zijn dankzij de tunnel goed bereikbaar. Er is een directe koppeling met de bedrijven in de Kanaalzone. Vergeet ook het KI< niet (Kennis- en Innovatie Centrum, red.), dat al enkele jaren actief is en waarin bedrijven actief kennis delen en samen innovatieprojecten doen. En ten slotte is het MVP een leer- en werkomgeving om nieuwe mensen richting procesindustrie te krijgen.’ ●
Maintenance september ‘14
15_15c_artikel_gr.indd 15
15
09-09-14 15:29
de order
Gezamenlijke aanbesteding voor efficiënt onderhoud Voor het eerst heeft Rijkswaterstaat contracten voor baggeronderhoud gegund in samenwerking met Havenbedrijf Rotterdam. Het gaat om onderhoud aan de vaargeulen voor de zeevaart. De nieuwe onderhoudscontracten gaan vanaf 1 september 2014 in en lopen tot 2018. Deze gezamenlijke aanbesteding van de zogenoemde ‘zoute’ baggerwerkzaamheden is een primeur. Marije Besuijen is Omgevingsmanager bij Rijkswaterstaat Zee en Delta en vertelt over het ontstaan van de samenwerking: ‘Voorheen sloten Rijkswaterstaat en Havenbedrijf Rotterdam hun eigen contracten voor baggeronderhoud af. Rijkswaterstaat voor de vaargeulen op rivieren en de toegangsgeulen vanaf zee en Havenbedrijf Rotterdam voor de havenbekkens. Maar dit zijn aansluitende gebieden. Daarom vonden we het logischer om baggeronderhoud samen aan te besteden. Gezamenlijke inkoop is makkelijk en efficiënt voor ons, maar ook voor de markt.’ De samenwerking heeft dus vooral praktische voordelen. Rijkswaterstaat en Havenbedrijf Rotterdam werkten al samen, maar doen dat nu dus ook operationeel. Besuijen: ‘Toen we de baggerwerkzaamheden nog niet onderbrachten in één contract en bij één aannemer, vergde het inplannen van werk veel onderlinge afstemming.’ Het Havenbedrijf en Rijkswaterstaat functioneren nu als één opdrachtgever. ‘Wij werken als gelijkwaardige partijen samen. Het team dat erop is gezet, bestaat uit mensen van beide organisaties en zit regelmatig met elkaar om de tafel. Ook de contractvoorbereidingen zijn in gezamenlijkheid uitgevoerd. En ook in de uitvoering houden we samen de controle.’ Er wordt jaarlijks zo’n 14,5 miljoen kubieke meter zand en slib in het Rotterdamse havengebied en de vaargeulen vanaf zee gebaggerd. Het gebied waarin Rijkswaterstaat en het Havenbedrijf samenwerken beslaat het hele Rotterdamse havengebied: de Nieuwe Maas en Nieuwe Waterweg, de havens, de Maasmond, Calandkanaal en Beerkanaal. Het is voor het eerst dat Rijkswaterstaat voor baggerwerkzaamheden een gezamenlijke aanbesteding op deze schaal uitvoert. Besuijen: ‘In die zin is het wel bijzonder. Maar we houden alle opties open voor vergelijkbare projecten in de toekomst. Op kleinere schaal gebeurt dit ook al. In het Westerscheldegebied bijvoorbeeld, waar Rijkswaterstaat ook werkzaamheden van de provincie in een haven meeneemt. Dit past binnen het beleid dat we willen voeren: meer samenwerking. Daarmee willen we zorgen voor meer efficiëntie en meer kennisdeling.’
16
Maintenance september ‘14
16_12_deorder.indd 16
09-09-14 15:29
column
Maintenance en politiek In deze week rond Prinsjesdag zijn er in tegenstelling tot 2013 dit jaar geen sombere verhalen over zware bezuinigingen, maar meer het geluid van voorzichtig optimisme. Hoewel de economie zeer kwetsbaar blijft en het prille groeipercentage zo weer kan omslaan in stilstand of krimp. Het recente rapport van de Rabobank over de crisis in de wereldeconomie is wat dat betreft nog niet echt hoopgevend. Nu heeft de maintenance sector het voordeel dat er altijd onderhoud nodig is. Je kunt er wel wat mee schuiven in de tijd, maar doorgaans verplaats je dan de kosten, die vervolgens dan waarschijnlijk hoger uitkomen, terwijl je in de tussentijd ook het risico neemt van ongeplande stilstand met weer alle zorgen van dien. Maar omdat ook de maintenance sector mee vibreert met de totale economie heeft de huidige onzekerheid hierop toch ook zijn weerslag. Het is daarom essentieel dat er op maintenance niet wordt bezuinigd of dat dit wordt uitgesteld. Goed én tijdig onderhoud vergroot de veiligheid van de werknemers en de omgeving, zorgt voor een betrouwbaardere en regelmatige productie, lagere operationele kosten en langer gebruik van de productiefaciliteiten. Dus reden te meer flink door te pakken met innovatieve maintenance projecten en voortdurend te blijven werken om het onderhoud van onze kapitaalintensieve goederen, installaties en infrastructuur efficiënter, duurzamer, veiliger en effectiever uit te kunnen voeren. Misschien zou de politiek behalve fiscale maatregelen om innovatie te stimuleren ook het onderhoud zelf fiscaal aantrekkelijker kunnen maken. Net zoals een laag btw-tarief voor de bouwsector, zou een dergelijke maatregel ook voor de maintenance sector een belangrijke impuls zijn voor het optimaal in stand houden van onze industriële infrastructuur. Een debat hierover tijdens de begrotingsbehandelingen zou het belang van maintenance in elk geval onder de politieke en publieke aandacht brengen. Dr. ir. Aad W. Veenman Voorzitter RvT DI-WCM
column
Duurzaamheidsvraagstukken in het hoger onderwijs Landelijk zien we overal een stijging in de aanmeldingen voor technische studies in het hoger onderwijs. Dat is goed nieuws! Ook mijn hogeschool, Avans, zet techniek voorop in onderwijs en onderzoek. Bij ons is de stijging in aanmeldingen voor techniek maar liefst negen procent. De komende tijd gaat Avans het Expertisecentrum Duurzame Innovatie stevig in ‘the picture’ zetten. Onze lectoren zijn technische zwaargewichten die ons onderwijs en onderzoek een grote ‘boost’ kunnen geven. Neem het onderzoeksveld van lector dr. Emile Quanjel. Een gerenommeerd architect met een fantastisch CV en een netwerk dat middenin het werkveld staat. Emile heeft baanbrekende ideeën over de toekomst van het bouwen. En vooral over duurzaam bouwen, waarbij maintenance en onderhoudsbeheer een belangrijke rol speelt. Volgens Quanjel moeten we anders gaan nadenken over wonen. Hij denkt na over de toekomst, waarin huizen worden gebouwd die bijvoorbeeld ‘omkeerbaar’ zijn. Met een paar kleine aanpassingen in het huis, waar tijdens de bouw het huis al op voorbereid is, worden de slaapkamer en de badkamer beneden geplaatst en kan de bovenverdieping bijvoorbeeld worden aangepast voor een huurder. En daar komt dan geen grote verbouwing bij kijken, maar is het een kwestie van weghalen of plaatsen van een paar wanden, want de infrastructuur ligt er al. Emile Quanjel is een voortrekker op het gebied van samenwerken van onderwijs, onderzoek en regionale bedrijven om zijn vooruitstrevende ideeën voor het voetlicht te brengen. Ik heb hoge verwachtingen van hem en zijn collega’s bij het Expertisecentrum Duurzame Innovatie. In het Centrum werken wij met zeven lectoraten aan duurzaamheidsvraagstukken over energie, biobased economy, duurzame bedrijfsstrategie en integrale bouwprocessen (zie ook: www.avans.nl/onderzoek/expertisecentra/inleiding/duurzame-innovatie). En zo zijn hogescholen en ROC’s bezig om samen met het bedrijfsleven te werken aan een schonere, duurzamere en innovatieve toekomst. Oriënteer u eens bij een ROC of Hogeschool in uw buurt en u zult versteld staan van de samenwerkingsmogelijkheden. Paul Rüpp Voorzitter MEC
Maintenance september ‘14
17_07-08_column1.indd 17
17
09-09-14 15:30
In 2010 voerde DSM in Geleen een life time extension-studie uit op zijn sulfaplant. Hieruit concludeerde het dat het tijd was voor nieuwbouw van een Next Generation sulfaplant. Er werd een projectteam geformeerd dat met een duidelijk doel aan de slag ging: zorg in de ontwerpfase, met de kennis die er is over de oude plant, dat de nieuwe zo onderhoudbaar mogelijk is, en ontwerp tegen de laagste Total Cost of Ownership. In het ontwerp worden weloverwogen beslissingen genomen zodat voldaan kan worden aan de geformuleerde maintenanceperformance-eisen gedurende de levensduur van de plant.
Design for Maintenance verlaagt onderhoudskosten Deze denkwijze heet ‘Design for Maintenance’. Eric Timmermans werkt namens Sitech als Reliability Engineer aan de nieuwe (en ook de oude) plant. Hij legt uit wat Design for Maintenance precies is: ‘Design for Maintenance houdt in dat je tijdens het ontwerp van een nieuwe plant, in de vroege ontwerpfases, kijkt naar de onderhoudbaarheid en de betrouwbaarheid van de plant gedurende de operationele fase. Door ontwerpbeïnvloeding uit te voeren, zorg je ervoor dat de plant gedurende de operationele fase goed te onderhouden is en met een hoge technische beschikbaarheid. Aanpassingen voor onderhoudbaarheid tijdens de ontwerpfa-
se kosten vaak weinig geld. Maar als je na ingebruikname van de plant nog aanpassingen moet doen wat betreft onderhoudbaarheid, zijn de kosten hoog.’ Het besef dat onderhoudbaarheid en de bijbehorende onderhoudskosten een belangrijk aspect zijn van de operationele kosten van een plant, neemt toe. Daarnaast heeft Design for Maintenance (waarbij ook reliability wordt meegenomen) een grote invloed op een stabiele en betrouwbare output. Timmermans geeft een voorbeeld: ‘Indien de onderhoudskosten twee procent bedragen van de investering , dan zijn de onderhoudskosten over de levensduur van de plant van
vijftig jaar gelijk aan de totale investering. Dat is dus een grote uitgave.’ KPI’s Bij de nieuwe sulfaplant van DSM komt de gekozen werkwijze voort uit de KPI’s met betrekking tot onderhoud die men bij de start van de engineering heeft afgesproken. Het gaat om zaken als technische beschikbaarheid, onderhoudskosten en spare parts-kosten gerelateerd aan de vervangingswaarde van de plant. Timmermans: ‘Om ervoor te zorgen dat deze KPI’s gerealiseerd worden, heb ik als Reliability Engineer van de bestaande plant, samen met monteurs, Technical Support Engineers en werkvoorbereiders, Design for Maintenance uitgevoerd in het project waarbij we alle kennis van het onderhouden van de oude plant hebben ingebracht in het ontwerp van de nieuwe plant.’ De oude plant had het einde van zijn levensduur bereikt. Veel installaties stamden uit de jaren 60 en 70. Doordat deze nieuwe plant naast andere DSM-plants wordt gebouwd, kan gebruik worden gemaakt van energie-integratie. De bouw van de nieuwe plant is ook een goede kans om moderne onderhoudsstrategieën, zoals online condition monitoring van lagers, te implementeren. Daarnaast kan een flinke stap worden
Het besef dat onderhoudbaarheid en de bijbehorende onderhoudskosten een belangrijk aspect zijn van de operationele kosten van een plant, neemt toe.
18
Maintenance september ‘14
18_19_21_artikel_bl.indd 18
09-09-14 15:30
Design for Maintenance gezet in betrouwbaarheid van equipments. Denk aan seal performance, betere mediumresistente materialen et cetera. Timmermans vertelt over de stappen die genomen zijn bij het ontwerp van de nieuwe fabriek: ‘We zijn gestart door aan de voorkant met het management de onderhouds-KPI’s af te spreken en deze vast te leggen. Vervolgens is er in de ontwerpfase van de nieuwe plant voldoende ruimte geweest om Design for Maintenance toe te passen. Daarbij is gebruik gemaakt van het digitale 3D-model van de plant, waarbij in vele reviewsessies is gekeken naar onderhoudbaarheid. Ook is gebruikgemaakt van Reliability Block Diagrams om te bepalen waar redundante pompopstellingen noodzakelijk zijn om de geëiste technische beschikbaarheid te halen, en waar dit juist niet nodig is en we investeringskosten kunnen sparen. Omdat we als Sitech de oude sulfaplant al tientallen jaren onderhouden, weten we op welke equipments we de meeste onderhoudskosten hebben en wat de betrouwbaarheid van de equipments zijn, ook in relatie met het medium. Daarnaast weten we ook waar lekkages optreden en wat de oorzaken zijn. Al deze kennis hebben we in de ontwerpfase van de nieuwe plant gebruikt.’ Maatregelen Concreet zijn de doelstellingen van DSM en Sitech als volgt: geen lekkages/emissies, een hoge technische beschikbaarheid, grote mate van preventief onderhoud en minimaal correctief onderhoud, lage maintenance- en spare parts-kosten door toepassing van state-of-the-art condition monitoring. Er zijn verschillende maatregelen die het team neemt om hieraan te voldoen. ‘We brengen bijvoorbeeld hijsluiken en hijsbalken aan zodat tijdens turnarounds en correctief onderhoud de equipments kunnen worden uitgehesen. We geven advies over toe te passen materialen voor zowel equipments als het gebouw, de lift in het gebouw wordt geschikt gemaakt voor maintenancegebruik, er wordt voldoende ruimte tussen equipments gecreëerd om onderhoud te kunnen uitvoeren, er komen bordessen voor de bereikbaarheid van afsluiters/kleppen en we gaan werken met online condition monitoring van alle kritische rotating equipment. Om een paar zaken te noemen’, aldus Timmermans. Al deze maatregelen leiden tot efficiënter en goedkoper onderhoud. 2015 De plant wordt momenteel gebouwd en moet 2015 operationeel zijn. Dan moet blijken of de toepassing van Design for Maintenance leidt tot een beter te onderhouden plant met een hoge technische beschikbaar-
Bij het ontwerp van de nieuwe sulfaplant van DSM is rekening gehouden met de KPI’s met betrekking tot onderhoud die men bij de start van de engineering heeft afgesproken.
heid en substantieel lagere onderhoudskosten dan bij de huidige plant. Momenteel is Timmermans bezig om het preventief onderhoud in SAP-PM in te richten, de benodigde spare parts aan te schaffen en om onderhoudscontracten af te sluiten. Ook moeten de technici worden opgeleid om in de nieuwe plant aan de slag te kunnen. Enig verschil tussen de nieuwe installaties en de oude uit de jaren 60 en 70 is er wel, en veelal wordt er ook gewerkt met andere leveranciers dan voorheen. Online conditiemonitoring van pompen bijvoorbeeld vergt kennis van de bijbehorende software. Het personeel leert nu om daarmee om te gaan. Alle kennis en ervaring die het projectteam heeft opgedaan, is vastgelegd in een door Sitech opgesteld nieuw handboek Design for
Maintenance dat zowel voor grote projecten (zoals de bouw van nieuwe plants) als ook voor kleinere projecten (fabrieksuitbreiding of debottlenecking) kan worden gebruikt. Timmermans verwacht dat het wel één à twee jaar zal duren voor we kunnen zien wat de effecten van Design for Maintenance zijn geweest. ‘Elke nieuwe fabriek heeft opstartstoringen. Daar moet je eerst doorheen. En de preventieve onderhoudsplannen volgen vaak cycli van een jaar, dus je moet eerst een cyclus doorlopen om te kunnen evalueren.’ Sitech werkt volgens het improve plantwerkproces, wat betekent dat er continu wordt gekeken naar verbetermogelijkheden. ‘Verbeteringen doorvoeren kan altijd, als het moet. Maar we hopen natuurlijk dat het de eerste paar jaar niet nodig zal zijn.’ ●
Maintenance september ‘14
18_19_21_artikel_bl.indd 19
19
09-09-14 15:30
Prestatiemanagement
statiemanagement, meten, wete killsKIJK, dashboard, samenwerkin op Prestatiemanagement best value, doen, targets, capaciteit, tentie, prestatiemanagement en, weten, skills, dashboard samenwerking, best value, doen, targets, capaciteit, potentie, statiemanagement, meten, wete Congres van NVDO Sectie SUTO en iMaintain
Woensdag 1 oktober • De Glazen Ruimte • Maarssen
/Schrijf
nu in
/
Programma
Goed Prestatiemanagement heeft positieve effecten op de totale keten van asset manager tot toeleverancier. Maar wat is de invloed van prestatiemanagement op innovatie? Hoe zijn de zachte factoren van prestatiemanagement het beste geborgd en wat kun je het beste meten voor een optimale prestatie?
Prestatiemanagement vertaalt de visie, missie en strategie van een project, team of organisatie naar succesfactoren en acties. Sturen op die succesfactoren en constant monitoren van de effecten ervan, zorgt voor optimaal beheer van activiteiten en, nog belangrijker, van de prestaties van organisaties.
Op 1 oktober 2014 staat in de Glazen Ruimte in Maarssen de KIJK op Prestatiemanagement centraal. Een afwisselend en inhoudelijk programma belicht verschillende aspecten van goed prestatiemanagement: Van wetenschappelijke onderbouwing tot ervaring uit de praktijk; van klantervaring tot contractduur. Uit de NVDO Suto Benchmark blijkt dat veel potentieel nog onbenut wordt. Wat is er nodig om deze verborgen schatten te vinden? Is dat innovatie? Gaat dat om de juiste KPI’s of komt het gewoon neer op mensenwerk? Op 1 oktober delen experts op alle gebieden hun visie met het aanwezige publiek.
Initiatiefnemers:
Contentpartner:
INFORMATIE: Marjolein Veeninga
Tel.: +31 (0)20–31 22 791
Mail:
[email protected]
01_A4.indd 2
Partners iMaintain Platform:
10:00 Ontvangst en registratie 10:30 Opening door de dagvoorzitters 10:40 Kijk naar de benchmark Binnen de NVDO Suto Benchmark wordt wetenschappelijk gekeken naar diverse topics. Hoe staat de Nederlandse industrie ervoor, wat zijn de kengetallen en trends en welk visie is daar bij nodig? Met medewerking van: Prof. Arjan van Weele (TU/e), Prof. Leo van Dongen (TU Twente), Prof. Frank Verbeeten (UvA) 12.00 Pauze 12.45 KIJK op de prestatiegedreven organisatie! Als visie, missie en strategie zijn vertaald naar alle processen, hoe vind je dat terug in de organisatie? Met medewerking van: Wilbert Wijns (NedTrain), Bram Alkema (Enexis), Arjan Oostdijck (Suiker Unie) 13.45 Stelling in de Kijker; Prestatiemeting verhindert innovaties! Het meten van prestaties en de druk op presteren kunnen averechts werken op vernieuwing. Wat is de praktijk? Met medewerking van: Han Roebers (Rijkswaterstaat), Jan Braber (SIR), Patrick Essers (Dutch Institute World Class Maintenance) 14.45 Pauze 15.05 WORKSHOP Interactieve sessies waarbij bezoekers zelf ook een prestatie gaan leveren. 16.00 KIJK op de zachte factoren van Prestatiemanagement Presteren is mensenwerk. Hoe werk je samen met je team naar topprestaties? Met medewerking van: Dick Koopman (directeur Yacht), Hans Hermans (Interim manager voor professionalisering van bedrijven), Erik de Bruine (directeur Nevi) 17:00 KIJK op KIJK! Een inspirerende lezing door de hoofdredacteur van populairwetenschappelijk magazine KIJK. Inge Fraters (New Skool Media) 17:45 Afsluiting 18.00 Netwerkborrel Leden iMaintain Platform:
www.imaintain.info/prestatie 08-09-14 11:25
Wetenschap en onderhoud Het valt niet mee om uit te leggen waar we het bij WCM allemaal voor doen en waarvoor we ’s morgens ons bed uit komen. Maar als u op vrijdagmiddag 22 augustus in de Grote Zaal van het Kasteel van Breda (de KMA) was geweest dan had ik u niks hoeven uitleggen. Ruim vijftig jonge mensen, stuk voor stuk aan het afstuderen of minder dan vijf jaar geleden afgestudeerd, hielden hun eindpresentaties voor de WCM Summerschool.
Springlevende maintenance innovation community Die eindpresentaties vormen oplossingen die de teams van deelnemers gevonden hadden voor het probleem dat Liander heeft met het vinden van een sustainable asset management-oplossing voor haar duizenden transformatoren. De steevast praktische en vaak originele oplossingen van de teams putten uit theorieën over fysische verschijnselen, over contractmanagement en supply chains, over condition based maintenance, over life cycle costing, over design for maintenance, enzovoorts. Die theorieën waren in de vier dagen daarvoor gedoceerd door een dozijn docenten, voornamelijk hoogleraren, van zes verschillende universiteiten. Niets is zo praktisch als een goede theorie, bleek weer. Community De deelnemers maken nu deel uit van de community van WCM Summerschoolalumni. Zij geven het stokje door bij hun bedrijven uit alle sectoren waar maintenance belangrijk is. Dit programma werd georganiseerd in een vlekkeloze samenwerking tussen WCM, MEC, Universiteit Twente en Defensie.
Dus daarom wordt deze wetenschappelijk directeur van DI-WCM hier echt heel blij van. Het opzetten en tot bloei brengen van zo’n community van maintenanceprofessionals is precies waar mijn functie voor dient. En het gaat verder. Bedrijven van Summerschool-deelnemers zoals Tata Steel, NedTrain, Stork TS of Shell Moerdijk zijn ook strategische partners van WCM. Ze participeren ook in researchprogramma’s met diezelfde universiteiten waar de docenten vandaan kwamen. Vanuit de Universiteit Tilburg namen twee AIO’s deel, die onderzoek doen naar condition based maintenance bij BP en naar prestatiecontracten bij de waterschappen. Studenten, managers, officieren, AIOs, het wervelt allemaal om elkaar heen, het wisselt ervaringen en contactgegevens uit en heeft ondertussen een heleboel lol met elkaar. De reactie van het senior management van Liander op wat men voorgeschoteld kreeg was vergelijkbaar met die van het management van BAM en Rijkswaterstaat, de case van vorig jaar, en die van het management van Stork en BASF, de case van twee jaar terug. Liander: ‘Dit was veel
Op de WCM Summerschool bleek maar weer: niets is zo praktisch als een goede theorie.
beter, veel meer, en veel strategischer advies dan wij zelf van te voren gedacht hadden te krijgen. Dat is de kracht van een netwerk van goede mensen en in een paar dagen tijd.’ Werk aan de winkel Toen we deze Summerschool hebben opgezet, drie jaar geleden, waren we niet zeker over hoe groot de groep was die we hiermee zouden kunnen bereiken. Om hoeveel young professionals in totaal zou het gaan in Nederland? Inmiddels is wel duidelijk dat het er eerder duizend zijn dan vijfhonderd. De groep van deelnemende bedrijven blijft maar groeien en van menig bedrijf komt er elk jaar een grotere groep het jaar later terug. En dat is nodig, want er is werk aan de winkel. Als we Nederland draaiende willen houden, dan zal er veel meer innovatie in maintenanceland daadwerkelijk geïmplementeerd moeten worden. Hoeveel assets ouderhouden we nu eigenlijk condition based? Twee, drie procent van de asset base? Dat moet zeker tien, twintig keer meer worden. En dat vraagt om slimme, enthousiaste en energieke mensen die laten zien dat er niks zo praktisch is als een goede theorie. Prestatiecontracten in onderhoud, die de contractor belonen voor onderhoudsinnovaties? Die worden gebruikt voor een paar procent van alle contracten. En ook daar hebben we nog maar een fractie van het potentieel benut. Het gebruik van de actuele inzichten in slijtage en andere fysische verschijnselen die je gewoon in de handboeken kunt lezen? Gebeurt sporadisch. Ook dat moet meer worden. Daar helpt zo’n Summerschool geweldig bij. Dat cursisten, docenten en organisatoren het hartstikke leuk vinden, is daarbij wel mooi meegenomen … ● Henk Akkermans Wetenschappelijk directeur DI-WCM
Maintenance september ‘14
21_20_artikel_zw.indd 21
21
09-09-14 15:30
Tijdens een turnaround van een installatie in de chemische industrie worden al snel duizenden componenten gedemonteerd. En omdat er tijdens een stop veel onbekend personeel op een site werkt, komt het nogal eens voor dat er iets tijdelijk zoekraakt. Met een track-en-trace-systeem wil Dow Benelux het tijdverlies dat hiermee gepaard gaat voortaan voorkomen.
Track-en-trace voorkomt equipementverlies tijdens turnaround De omvang van de problematiek van het zoekraken van equipement tijdens een turnaround is niet helemaal helder. Er is in ieder geval nog nooit een shutdown uitgelopen omdat materialen zoek waren. Toch gaat er stiekem veel tijd in om, weet turnaround manager Pierre Verdurmen. ‘En elk onderdeel dat je kwijt bent, kán een probleem opleveren.’ Dow zoekt de oplossing in een track-en-trace-systeem met barcodelabels en handscanners. ‘Er zijn veel van dergelijke systemen op de markt verkrijgbaar. Maar wij zijn een beetje een vreemd bedrijf als het om track-en-trace gaat. We zijn geen pakketjesbezorger, maar moeten equipement uitbouwen, verplaatsen, cleanen, reviseren, terug vervoeren en weer inbouwen.’ Dat equipement varieert in gewicht van 25 tot 50.000 kilo en moet 24 uur per dag, zeven dagen in de week op het juiste moment beschikbaar zijn. ‘Dat vraagt dus om een gedegen logistieke organisatie.’
22
‘Dat is een flinke exercitie geweest. De volgende stap is nu om vast te stellen wie wat organiseert. Het betreft een grote site en er zijn meerdere partijen bij betrokken. Dat vraagt om communicatie en daarbij gaat het juist vaak mis.’ Om communicatie te minimaliseren of in ieder geval te optimaliseren werd een website ontwikkeld. Iedere betrokkene kan hierop eenvoudig inloggen
snel duidelijk is waar het materiaal zich bevindt. ‘We kunnen een flinke efficiencyslag maken, maar wat het exact oplevert, is niet precies te zeggen.’ Dow past het barcodesysteem ook toe op materialen die het vooraf inkoopt om tijdens de shutdown te monteren. Dit moet ervoor zorgen dat de monteur in de fabriek op het juiste moment de juiste materialen krijgt aangele-
Bushalte In het nieuw uitgedachte systeem komen uitgebouwde onderdelen op een bepaalde positie te liggen. ‘De bushalte noemen we dat’, glimlacht Verdurmen. Een ‘busje’ rijdt een route langs de bushaltes. Laden/ lossen mag maximaal tien minuten duren en de hele route maximaal twee uur. Het busje brengt het onderdeel naar de volgende bestemming, waar het gereviseerd wordt of verder vervoerd. ‘Maar hoe meet en weet je nu wat de tijden zijn en waar het betreffende equipement is?’, zegt de turnaround manager. Hiervoor is een barcodesysteem opgezet. Er is een database aangelegd waarin de namen van alle materialen en onderdelen zijn opgenomen.
en snel zien waar een bepaald onderdeel zich bevindt. ‘Alle locaties zijn hiervoor benoemd, hebben een nummer gekregen en zijn in het systeem gezet. Op het label van het equipement komt een barcodelabel dat op de verschillende punten die het passeert, wordt gescand. Dus bij demontage, door de chauffeur, bij de ontvanger. Zo kun je snel zien waar iets zich bevindt en of je de doelstellingen haalt.’
Communicatie optimaliseren Maar voordat je daarmee aan de slag kunt, moet je eerst precies weten hoe het logistieke proces eruitziet, zegt Verdurmen.
Efficiencyslag Het voordeel van track en trace met barcode is dat als er iets op een verkeerde plek wordt afgeleverd, het in ieder geval
verd. ‘Ook dat is een efficiencyverbetering.’ Verdurmen komt veel bij het KI< om collega’s uit de industrie te ontmoeten en nieuwe kennis op te doen. De ervaringen uit het track-en-trace-project zal hij te zijner tijd delen. ‘KI< kan daarbij als intermediair optreden. Het is prima als de industrie in de Benelux van onze ervaringen leert en er beter door functioneert.’ Een eerste test van het systeem vond inmiddels plaats. Een evaluatie volgt nog en er zullen nog enkele zaken aangepast worden, verwacht Verdurmen. ‘We zullen het in ieder geval toepassen op de shutdown medio maart volgend jaar.’ ●
Maintenance september ‘14
22_15b_artikel_gr.indd 22
09-09-14 15:35
on the spot
Innovatieve coating zoekt markt Het Brabantse Coatzz bestaat nog maar kort en is voortgekomen uit Celsius, dat onder meer warmte-isolatie levert. Het bedrijf kreeg steeds meer te maken met innovatieve coatings en zag hier handel in. Het besloot deze tak apart verder te ontwikkelen. Coatzz was geboren. Het houdt zich onder meer bezig met coatings gebaseerd op nanotechnologie. Deze zijn superhydrofobisch en oleofobisch, wat betekent dat ze extreem goed vuil, vocht, corrosie, olie en chemische middelen afstoten. Coatzz is distributeur van de coatings Ultra Ever Dry en Ultra Ever Shield, ontwikkeld door het Amerikaanse UltraTech. De eerste kan gebruikt worden op machines, installaties, producten, muren, et cetera, en is al verkrijgbaar. De tweede is geschikt voor textiel en nog sterk in ontwikkeling. Pieter Cramer is directeur van het kersverse bedrijf en vertelt waar Coatzz zich momenteel mee bezighoudt: ‘Er worden coatings ontwikkeld die heel speciaal zijn. Vaak zijn ze nog niet eens verkrijgbaar of in ieder geval onbekend in de industrie. Wij zijn nu aan het onderzoeken waar er problemen zijn waarvoor onze coatings een oplossing vormen. In feite werken we dus in omgekeerde volgorde.’ Coatzz is met verschillende bedrijven in gesprek, zoals Tata Steel. Daar worden per jaar 200.000 paar werkhandschoenen weggegooid. Cramer: ‘Door handschoenen te coaten, gaan ze vijf keer langer mee. Ultra Ever Shield kan op kant-en-klare producten worden toegepast, maar het uiteindelijke doel is om textielfabrikanten zover te krijgen dat ze deze coating bij de productie van hun producten al inzetten.’ De coatings ontlenen hun bijzondere eigenschappen aan nanotechnologie. Cramer legt uit: ‘Als een druppel op een oppervlakte ligt, bepaalt de hoek de mate van waterafstotendheid van het oppervlakte. Klassieke middelen zorgen voor een hoek van 90 tot 100 graden. Door nanotechnologie te gebruiken, ontstaan er puntjes op een materiaal. Een druppel hecht zich niet daaraan, omdat er een luchtlaag tussen zit. Er ontstaat een hoek van 165 graden en dat maakt een oppervlakte superhydrofobisch.’ De coatings hebben nog nadelen, waardoor nog niet alle toepassingen geschikt zijn. Het laat bijvoorbeeld een witte waas achter, waardoor het niet op glas gebruikt kan worden. Hieraan wordt gewerkt, zegt Cramer. Maar elke nieuwe eigenschap kan een andere aantasten, dus het blijft oppassen. Ook zijn de producten niet goedkoop, moet Cramer toegeven. ‘Maar de businesscase is gunstig. We hopen binnen een paar maanden in overleg te zijn met de eerste textielfabrikant. Wij denken dat iedereen hierop zit te wachten, zeker gezien de nieuwe milieuregelgeving omtrent coatings. Deze moeten beter afbreekbaar worden en wij voldoen al aan alle eisen.’
Maintenance september ‘14
23_13_ontehspot.indd 23
23
09-09-14 15:35
Hefplatform in recordtijd verlengd, geïnspecteerd en aangepast
24
Maintenance september ‘14
24_25_11_fotospread.indd 24
09-09-14 15:35
De poten van het boorplatform Rowan Viking vallen direct op. Op de werf van Damen Shiprepair in Vlissingen is hard gewerkt aan een megaproject. Het zogenaamde hefplatform is een van de grootste in zijn soort en de drie poten torenen dan ook 170 meter de lucht in. Die lengte was nu net het probleem, want opdrachtgever Rowan heeft een nieuw contract gewonnen voor het Noorse Lundin Oil Field en dat veld is zo diep dat de poten tien meter moesten worden verlengd. Bovendien moest het platform zelf ook worden geïnspecteerd en waar nodig aangepast aan de strenge veiligheidseisen die de Noorse wetgever stelt. Bas Loohuis van Damen kwam de Amerikaanse olieproducenten tegen in zijn zoektochten in Aberdeen naar nieuwe klanten. ‘Er zijn niet heel veel werven die een dergelijk groot project aankunnen’, zegt Loohuis. ‘Niet alleen omdat je een behoorlijk stevige en grote kade, voldoende waterdiepte en stevige kranen moet hebben, maar ook omdat het veel eist van de organisatie. De veiligheidseisen die de Noorse wet stelt, behoren tot de strengste ter wereld en dus moeten al je medewerkers gekwalificeerd zijn om aan het boorplatform te werken. Ik beschrijf dit project dan ook als de Champions League van de offshore-reparatie. We hebben al heel wat booreilanden omgebouwd tot accommodatie-eilanden en onderhouden bijvoorbeeld ook zogenaamde floating production, storage and offloading schepen (FPSO’s, red.). Werken aan dat soort installaties vraagt veel van een organisatie. Je moet je constant afvragen of je wel veilig werkt, of je de juiste materialen gebruikt met de goede certificaten.’ Volgens Loohuis kreeg hij de opdracht met name omdat hij een zeer vlotte doorlooptijd kon beloven. ‘We moeten drie soorten werkzaamheden uitvoeren’, zegt hij. ‘De pootverlenging, het hercertificeren van het eiland en veiligheidsaanpassingen aan de Noorse wetgeving. Door simultaan te werken, kunnen we heel wat tijd besparen.’ De grootste winst zat in een nieuwe techniek om de pootverlenging uit te voeren. ‘Normaal gesproken zet je het platform op hoogte en werk je van daaruit. Nu hebben we het platform beneden laten staan. We zijn in de poten geklommen en hebben een reuzenkraan gebruikt voor het hijsen. Om dit veilig te doen, gebruikt Damen het zogenaamde Jack Up Maintenance Platform (Jump, red.) van Palfinger Systems. Dit zijn platforms die rond de poten gebouwd kunnen worden en langs de poten omhoog kunnen klimmen.’ Voor het tillen van tien meter lange verlengstukken wordt gebruikgemaakt van een van de grootste kranen van Mammoet die tweehonderd meter de lucht in wordt gehesen. Loohuis: ‘Ook het lassen is zeer specialistisch werk. We werken met hoogsterkte staal (s690, red.) en de lasprocedures voor dit project zijn daar speciaal voor ontwikkeld. Zodra de lassen klaar zijn, worden ze ultrasoon geïnspecteerd, getest en gestraald.’ Om de kraan te kunnen plaatsen, heeft Damen in Vlissingen haar magazijn verplaatst, het magazijngebouw gesloopt en op deze plek een speciale fundatie gebouwd. Dit om de hoge gronddruk van dertig ton per vierkante meter die de kraan veroorzaakt aan te kunnen. Intussen werkt men zo snel mogelijk om de werkzaamheden af te krijgen. ‘We zijn begin mei aan de klus begonnen en hebben het platform in augustus op tijd op geleverd. Dat betekent een doorlooptijd van zo’n dertig dagen, wat ongeveer een derde is van de tijd. Korter dan werken op de traditionele manier.’
Maintenance september ‘14
24_25_11_fotospread.indd 25
25
09-09-14 15:36
Corrosie onder isolatie is een probleem waar veel industriële bedrijven dagelijks mee kampen. Harry Patje heeft van DI-WCM de opdracht gekregen om een analysetool te ontwikkelen waarmee bedrijven zelf kunnen beoordelen waar ze staan wat betreft de aanpak van deze problematiek. ‘Op basis van die richtlijnen kunnen bedrijven niet alleen de relatieve scores met branchegenoten vergelijken, maar wordt het ook mogelijk om best practices uit te wisselen.’
Analysetool maakt impact corrosie onder isolatie meetbaar
26
Waar staal is, is corrosie. En waar isolatie is, kan die corrosie niet direct worden waargenomen. Er is dan ook bijna geen chemische fabriek te noemen die geen last heeft van corrosie onder isolatie. Hetzelfde probleem speelt overigens ook in de raffinage en de on- en offshore oliewinning. Met name de kilometers pijpleiding die vaak geïsoleerd zijn om warmteverlies zoveel mogelijk te beperken, zijn op zijn zachtst gezegd een uitdaging voor veel asset managers. Want hoe weet je zeker dat je pijpleiding integer is? De enige oplossing tot nog toe is de isolatie eraf halen en inspecteren. Een tijdsintensief en kostbaar karwei. De meeste bedrijven met deze problematiek zoeken dan ook naar oplossingen om de integriteit beter te kunnen voorspellen en inspecties betrouwbaarder te maken. Helemaal mooi zou zijn als die inspecties kunnen worden uitgevoerd zonder de isolatie te verwijderen. Ook op dat gebied is inmiddels het nodige gaande. Het project corrosie onder isolatie van DI-WCM bundelt die inspanningen en koppelt er nog de kennis aan van wetenschap, dienstverleners en specialisten.
meerdere invalshoeken en is zowel productiemanager, inkoopmanager als maintenance manager geweest. ‘Net als veel installaties in Nederland komen de krakers en chemische installaties van Sabic – destijds nog DSM – uit de vijftiger, zestiger en zeventiger jaren. Dat betekent dat de basisinstallatie rond de vijftig jaar oud is, wat overigens niet wil zeggen dat de fabrieken gedateerd zijn. De fabrieken zijn in die jaren constant aangepast, verbeterd en uitgebreid zodat ze nog steeds stateof-the-art zijn. Toch kennen ze allemaal de problemen die bij installaties horen van een dergelijke leeftijd. En dus investeert men nog steeds in de levensduurverlenging van de assets. Daar komt bij dat de spelregels de afgelopen jaren ook behoorlijk zijn veranderd. Vroeger waren met name de kosten maatgevend voor het al dan niet uitvoeren van inspecties of onderhoud. In-
Hogere eisen Harry Patje leidt het project corrosie onder isolatie en kan bogen op een rijke ervaring bij onder meer de low density polyethyleen (LPDE)-fabriek van Sabic in Geleen. Hij kent de organisatie vanuit
tussen stellen de stakeholders veel hogere eisen aan de integriteit van installaties. Die stakeholders zijn de keurende instanties en de politiek, maar ook de omgeving wordt steeds kritischer en bepaalt mede de license to operate. Dus verwachten
‘De integriteit van een stukje pijpleiding is heel lastig door te trekken naar de gehele leiding.’
ze dat asset owners de staat kennen van hun kapitaalgoederen, compliant zijn aan de wet- en regelgeving en dat ze risico’s zoveel mogelijk voorkomen.’ Hoge kosten De integriteit van een leiding die onder een dikke laag isolatie zit, is echter maar moeilijk te bepalen. Patje: ‘De integriteit van een stukje pijpleiding is heel lastig door te trekken naar de gehele leiding. Je kunt bijvoorbeeld niet aannemen daar waar water door de isolatielaag heen sijpelt, de leiding daaronder last heeft van corrosie. Dat kan heel ergens anders zitten. Hetzelfde geldt voor flenzen, die vaak bottlenecks zijn in een installatie. Je kunt wel het risico inschatten, maar om er zeker van te zijn dat ze niet zijn gecorrodeerd, moet je ze kunnen zien. En als die in kolommen zitten van zo’n vijftig zestig meter hoog, zul je dus de lucht in moeten. De enige keuze die de onderhoudsafdeling dan heeft, is om alle isolatie dan maar te verwijderen. En dat betekent dat steigers moeten worden gebouwd en kilometers isolatie moet worden verwijderd. Dat verwijderen is ook nog niet heel eenvoudig omdat eerst de buitenplaat eraf moet voordat de isolatie eraf kan worden gehaald. De kosten zitten meestal dan ook niet zozeer in de corrosie zelf, maar meer in de bijkomende activiteiten om te kunnen onderzoeken en te repareren.’
Maintenance september ‘14
26_27_17_artikel_bl.indd 26
09-09-14 15:36
Corrosie onder isolatie
Er zijn inmiddels diverse manieren om corrosie aan te pakken. Thermisch spuiten met aluminium (TSA) wordt bijvoorbeeld toegepast, maar ook andere coatings kunnen pijpleidingen beschermen tegen corrosie. ‘Uiteindelijk bepaalt natuurlijk ook de staalkwaliteit de mate van corrosie. Helaas hebben sommige bedrijven in het verleden keuzes gemaakt voor goedkopere soorten, maar om die zomaar te vervangen voor een duurdere variant zou veel te kostbaar worden.’ De statistische methoden om het risico op corrosie te voorspellen worden ook steeds beter. ‘In een risicoanalyse kun je redelijk nauwkeurig bepalen waar de pijnpunten zitten’, zegt Patje. ‘Als je weet wat voor soort staal is gebruikt, welke coating gebruikt is, welke soort isolatie is toegepast en welk medium door de leiding gaat, kun je al heel veel herleiden. De bedrijfsvoering is ook zo’n variabele die heel veel over de integriteit kan vertellen. In een stoomleiding die altijd op een temperatuur van driehonderd graden blijft, hoeft je weinig problemen te verwachten. Maar zodra deze grote fluctuaties vertoont, ontstaan potentiële gevaren met betrekking tot corrosie onder isolatie.’ Analysetool Patje heeft van DI-WCM de opdracht gekregen om een analysetool te ontwikkelen
waarmee bedrijven zelf kunnen beoordelen waar ze staan wat betreft de aanpak van corrosie onder isolatie. ‘Als leidraad gebruiken we de Corrosion Under Isolation (CUI) guideline van de European Federation of Corrosion (EFC). Op basis van die richtlijnen kunnen bedrijven niet alleen de relatieve scores met branchegenoten vergelijken, maar wordt het ook mogelijk om best practices uit te wisselen. Overigens zijn de vragen die bedrijven moeten beantwoorden niet allemaal technisch van aard. Het begint met de betrokkenheid van het topmanagement bij de problematiek. Is dat ervan overtuigd dat corrosie onder isolatie een potentieel risico vormt en is er geld beschikbaar om het probleem het hoofd te bieden? Zijn de risico’s in kaart gebracht en welke methodes worden toegepast om die risico’s zoveel mogelijk te managen?’ Inmiddels heeft een vijftal bedrijven zich aan het onderzoek gecommitteerd: naast Sitech Services doen ook Sabic Geleen, AkzoNobel, Shell en Momentive mee aan de ontwikkeling van deze analysetool. ‘We gebruiken voor dit project de sprintmethode, wat wil zeggen dat we snel tot een gereed product willen komen dat we vervolgens in de markt gaan uittesten. In juni is de samenwerking bekrachtigd en we denken de tool snel klaar te hebben voor de eerste testen. We willen uiteraard eerst zien of de tool brengt wat we denken
dat het zou moeten brengen. Vervolgens kunnen we de analysetool nog wat bijwerken om deze vervolgens in de markt te zetten. Het is daarbij wel de bedoeling dat bedrijven uiteindelijk ook ondersteuning en begeleiding kunnen krijgen bij de inrichting van hun bedrijfsvoering rondom corrosie onder isolatie.’ Opleiding Inmiddels zijn er ook meerdere initiatieven om de niet-destructieve onderzoeksmethoden te verbeteren zodat corrosie onder isolatie beter kan worden gedetecteerd zonder de isolatie eraf te hoeven halen. ‘Er is bedrijven veel aan gelegen om de problematiek aan te pakken’, zegt Patje. ‘Er gaat veel geld in om en iedere oplossing is mooi meegenomen. We willen dan ook helpen de initiatieven te kanaliseren in het corrosie onder isolatie-project. Ik denk dat opleiding op dit gebied net zo belangrijk is. Technici die met dit soort problemen te maken krijgen, moeten weten waar ze mee bezig zijn. Het klinkt misschien heel eenvoudig, maar een monteur of operator moet weten dat hij niet op een leiding moet gaan staan. Als hij dat wel doet, gaan de naden van de aluminium afdekking open staan en krijgt regenwater vrij spel. Om dit probleem het hoofd te bieden zullen we zowel de inspectietechnieken, als ook de conserveringstechnieken moeten verbeteren.’ ●
Maintenance september ‘14
26_27_17_artikel_bl.indd 27
27
09-09-14 15:36
YOUR REPUTATION IS MINE.
CAN YOUR REPUTATION BECOME OUR RESPONSIBILITY?
Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectie- en keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam, Terneuzen en Akersloot en een aantal logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 16 landen vestigingen heeft. Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website:
Safety, quality and environment
WWW.VINCOTTE.NL
OnderhOud cOntact met uw dOelgrOep dOOr
Maintenance
Het blad MAINTENANCE van het DI-WCM brengt vier maal per jaar verslag uit van de ontwikkelingen op het gebied van onder meer innovatie, samenwerking, new business, opleidingen en (inter-)nationale successen.
Met een advertentie in MAINTENANCE verzekert u zich van een herkenbaar gezicht in de kapitaalintensieve industrieën luchtvaart, maritiem, infra, proces en energie op het gebied van maintenance. Ook de High Tech maakindustrie en service logistiek vallen binnen de scope.
Maintenance
Reserveer voor 1 november uw advertentieruimte in de eindejaarseditie en profiteer van onze gunstige tarieven
In een sprekende mix van reportages, interviews, columns, nieuws en informatieve artikelen, bedient het magazine haar doelgroep. Daarbij wordt de boodschap geformuleerd voor Ondernemers, Opleiders, Overheden en Opdrachtgevers, ‘de vier O’s ‘.
28_AIB_bakker.indd 1
Neem contact op met Arthur Middendorp van jetvertising
Jetvertising b.v. Telefoon: (070) 399 00 00 E-mail:
[email protected]
08-09-14 11:31
column
Nederland, simulatieland Simulatie: de nabootsing van een werkelijk proces of systeem, weergave van de werkelijkheid d.m.v. een model, het nabootsen van een (fictieve) wereld of een zekere activiteit in een computerspel. Slechts enkele omschrijvingen van een term die zeer veel omvattend is en van alle tijden. Tegenwoordig kunnen simulatoren de werkelijkheid zeer nauwkeurig nabootsen en worden voor vele doeleinden gebruikt. Waarom? Omdat het niet altijd gewenst of mogelijk is een echte situatie te creëren. Daarnaast kan men een simulatie exact controleren en herhalen. Bijkomend voordeel is dat simulatie veelal goedkoper is. In Nederland wordt simulatie veelvuldig en op hoog niveau toegepast. Veel nieuwe technologie en kennis hiervoor komt van eigen bodem. Helaas ziet ons Nederlandse simulatielandschap eruit als een lappendeken, aparte domeinen waarbinnen simulatie wordt ontwikkeld en toegepast met (te) weinig samenwerking tussen de domeinen. Simulatie ondersteunend aan een vakgebied maar niet als vakgebied zelf. Dit zien we terug in het ontbreken van een simulatiebrancheorganisatie, vakblad en al omvattende simulatie studierichting. Een groot voordeel van simulatie is dat onderdelen kunnen worden hergebruikt voor andere doeleinden met slechts enkele aanpassingen. Zeer krachtige bewegingsplatformen voor vliegsimulatoren die de basis vormden voor een zeer gevoelige tandarts simulator. Het feit dat simulatiegames als “serious games” in razend tempo worden toegepast voor professionele doeleinden zegt genoeg. Stel dat we in Nederland simulatie eens anders zouden benaderen en inzien dat simulatie binnen bijvoorbeeld de luchtvaart, maintenance, logistiek, gezondheidszorg, techniek, leisure, onderwijs, overheid en wetenschap, grote overeenkomsten heeft. Als we een manier vinden om simulatieontwikkelingen voor diverse vakgebieden te stroomlijnen en kennis gezamenlijk te delen en te ontwikkelen, dan geven we simulatie en de vakgebieden die het ondersteunt een boost, besparen grote hoeveelheden geld en effort en kan Nederland zich internationaal positioneren als simulatieland. Ik ben voor! Erik “Corny” Cornelisse Experimenteel Testvlieger en Simulatie-expert
column
Eerst voelen Alle statistieken wijzen er op dat we rekening moeten houden met steeds extremer weer. Of het nu komt door de zonnevlekken of door de mens uitgestoten broeikasgassen, feit is dat er zich weersomstandigheden voordoen die de afgelopen honderd jaar niet zijn waargenomen. Deze mooie zomer werden delen van Nederland getroffen door extreme regenval. De infrastructuur kon het niet aan. Resultaat: ondergelopen straten, tunnels, kelders en parkeergarages. De overlast werd uitvoerig weergegeven in de media en bestuurders werden ter verantwoording geroepen. Menig dijkgraaf kreeg de gelegenheid nog eens uit te leggen dat “pompen of verzuipen” geen loze kreet is voor een land dat voor 26 procent onder NAP ligt. Ook de bodemdalingkaart van Nederland werd getoond aan het grote publiek. Mochten de Groningers nog denken dat zij ten gevolge van de gaswinning de enigen zijn die te maken hebben met bodemdaling dan is het misschien een schrale troost te weten dat in veengebieden uitdroging (natuurlijk en ten gevolge van grondwaterspiegel verlaging) ook aanzienlijke bodemdaling veroorzaakt, zij het zonder bevingen. De combinatie van bodemdaling, zeespiegelstijging en extreme regenval vormen een belangrijke input voor het asset management van de publieke ruimte in Nederland. Er zal in de komende decennia veel (aardgas)geld moeten worden gereserveerd voor het aanpassen van onze waterhuishouding aan de zich wijzigende omstandigheden. Denk daarbij niet alleen aan dijken maar ook aan riolen, waterzuiveringen,gemalen, sluizen, havens etc. Voeg hier nog aan toe de noodzakelijke investeringen in de levensduurverlenging van onze procesindustrie en mobiliteitsinfrastructuur (wegen, spoorlijnen, bruggen, tunnels etc.) dan is het duidelijk dat Nederland grote behoefte heeft aan zorgvuldig asset management, zeker nu ook het economisch klimaat een gure wending heeft genomen. Ondertussen is het programma “Ruimte voor de Rivier” in uitvoering. Op de grens van land en water wordt de natuur hersteld door het weer toelaten van overstromingen. De taferelen op oude schilderijen herleven: koeien die tot aan hun buik in Overijsselse Vecht staan als ik langs roei. Ook dat is het resultaat van goed asset management. Roelf Venhuizen Voorzitter Profion
Maintenance september ‘14
29_09-10_column2.indd 29
29
09-09-14 15:36
hardverchromen MCP® chemisch zwarten chemisch nikkel Blackprotect® zwart nikkel Dicronite® Dry Lubrication HP-HVOF thermal spraying sp SuNiCoat® Optics rond-, vlakslijpen & superfinishen
•
Piping Design 1 & 2
•
Pipe Stress Analysis & Pipe Support
•
Ontwerp/Berekening Drukbelaste Componenten
•
Corrosie-arm Ontwerpen
•
Workshop P.E.D.
•
Stroming/Transport in Leidingen
•
Piping & Mechanical Engineering 1
•
Keuze & Selectie van Afsluiters
•
Polymeer Extrusietechnologie prof.dr.ir. Leon Janssen, RuG
Inlichtingen: Ed van der Linde 06 - 2011 5926 • e-mail:
[email protected] www.tccenter.nl
BIZZ56'' De nieuwe standaard in webvertising Presenteer uw bedrijf, innovatie of project volgens de nieuwe standaard in webvertising: BIZZ56”. Vertel uw verhaal in uw eigen creatieve film van 56 seconden en de boodschap komt aan! Het doordachte stramien van BIZZ56” zorgt ervoor dat u en de filmers zich kunnen concentreren op het communicatieve en creatieve deel van uw boodschap. Bovenal zorgt BIZZ56” voor een snelle, complete en eigentijdse boodschap die de aandacht van uw doelgroep tot het einde vasthoudt. BIZZ56”-video’s zijn multi-inzetbaar: op uw website, via smartphones en tablets en op social media. Verrijk uw teksten, advertenties en commerciële boodschappen met een BIZZ56” video en integreer tekst, beeld en online voor een crossmediale boodschap.
Meer weten? Neem contact op met Ellen van den Burg (020-3122088) of
[email protected]
_A5_staand_bizz56.indd 43 30_bizz56_clz_TCC__index_.indd 1
index Advertentieverkoop ............................................................. 28 AIB Vincotte Nederland ....................................................... 28 BIMmedia .......................................................................... 14 BIZZ56” ............................................................................. 30 CZL Tilburg ........................................................................ 30 Hogeschool Utrecht Centrum voor Natuur & Techniek................ 2 iMaintain Prestatiemanagement 2014 .................................. 20 Provincie Zeeland ................................................................ 44 SKF ................................................................................... 43 PWG Bedrijfsveilige Kleding ................................................. 34 TCC Technology Consultancy Center ...................................... 30 Ultimo Software Solution ....................................................... 4 2XPOregistratiekaartje
18-02-14 09:34 09-09-14 12:32
Onderhoudsmonteurs verliezen kostbare tijd doordat zij eerst gereedschappen en materialen moeten regelen, voordat zij aan het sleutelen gaan. Technisch dienstverleners SPIE en Cofely en gereedschapverhuurder Arentis bundelen hun krachten in het MEER-project van het Kennis en Innovatie Centrum om dit te verbeteren.
Op tijd de juiste gereedschappen op de werkplek MEER staat voor Middelen Effectiever en Efficiënter Regelen en de partners onderzoeken samen met Dow in Terneuzen of het mogelijk is om gereedschappen tijdig op de werkplek te hebben, zodat de monteur geen tijd verliest. Jack Van der Staal van Cofely: ‘En dat is best lastig, want de belangen lopen uiteen.’ Door de businesscase goed uit te werken met behulp van de Six Sigmamethodiek ligt er nu een model waarmee alle partners uit de voeten kunnen. Drie testen Het project startte eerder dit jaar en inmiddels vonden er drie testen plaats, vertelt Van der Staal. Eerst een met alleen gereedschappen. Daarna een met gereedschappen en verbruiksmaterialen en in derde test zijn daar onderdelen en prefabstukken aan toegevoegd. Voor deze tweede en derde fase haalde Arentis de bijkomende materialen eerst op bij SPIE en Cofely. Van der Staal: ‘Samen met Dow selecteerden we een plant waar diverse soorten werkzaamheden plaatsvinden. Daar is een aantal plaatsen geselecteerd waar Arentis de gereedschappen kan neerzetten. Wij hebben onze werkvoorbereiding aangepast om vooraf de behoefte aan gereedschappen vast te stellen. Arentis
zorgde tijdens de testen voor de tijdige levering van gekeurde gereedschappen.’ Lay-down areas In verband met explosiegevaar wil Dow geen busjes op de site. Er zijn dus enkele lay-down areas gecreëerd aan de rand van het terrein. Alleen voor zware materialen gaat er een
‘Uiteindelijk gaan we goedkoper werken. Ook kunnen we de jobs beter voorbereiden en uitvoeren.’ busje het terrein op. Als de hoeveelheid werk vermeerdert, zal het aantal losplaatsen of het aantal busjes toenemen. Het verkrijgen van de werkvergunning blijft vooralsnog wel een tijdrovende hindernis, maar het verbeteren van dat proces valt buiten de scope van het MEER-project. Basisset bij monteur Een leermoment blijkt te zijn dat er zo veel verschillende soorten klussen zijn, dat je dat niet kunt oplossen met één model. Van der Staal: ‘Bovendien veranderen klussen, of ze gaan niet door. Of er komt een spoedklus
tussendoor. Er moet dus een hybridemodel komen, waarbij je sommige opdrachten helemaal voorbereidt en andere ter plaatse regelt. Dat levert dan een spoedbestelling op voor Arentis. En we zijn erachter gekomen dat er een basisset gereedschap bij de monteur aanwezig moet zijn. We dachten het tot de laatste schroevendraaier uit te besteden, maar dat blijkt niet haalbaar.’ Besparingen De resultaten uit de testfase zijn dusdanig dat Van der Staal verwacht dat de nieuwe systematiek een vervolg krijgt. Een monteur kan gemiddeld tien tot vijftien minuten sneller aan de slag. De extra tijd die de werkvoorbereider nodig heeft, beperkt zich tot enkele minuten. ‘Besparingen zijn lastig te kwantificeren, maar ik schat dat die voor de drie partners samen boven de ton uitkomen. Bovendien is het een duurzame oplossing, omdat je minder kilometers rijdt.’ De volgende stap is het ontwikkelen van een bestel-app, waarmee het bestelproces wordt geautomatiseerd. ‘Als je het automatiseert, is ook het financiële deel direct geregeld.’ Beter en effectiever Het voordeel voor de asset owner is er ook. ‘Uiteindelijk gaan we goedkoper werken. Ook kunnen we de jobs beter voorbereiden en uitvoeren. Als het nu tegenzit, gaat de monteur zelf op zoek naar een koppeling of een pakking. Dat levert frustratie op. De terugkoppeling van Dow is ook dat ze zien dat storingen beter en effectiever worden verholpen.’ Ook de veiligheid wordt groter. De kans dat monteurs met ongekeurde gereedschappen werken, neemt af. Keuringen worden geborgd in het nieuwe systeem. Andere partijen kunnen te zijner tijd aanhaken of het model kopiëren, verwacht Van der Staal. ‘Daar wordt het beter en effectiever van. Maar eerst willen we het verder uitwerken.’ De resultaten zullen worden gedeeld via het KI<. ●
Maintenance september ‘14
31_15a_artikel_gr.indd 31
31
09-09-14 15:36
Afgelopen augustus gingen ruim vijftig jonge professionals, met verschillende achtergronden, weer terug de schoolbanken in. Tijdens de WCM Summer School werden ze intellectueel uitgedaagd met een onderhoudsvraagstuk: moet Liander zijn transformatoren vervangen voor duurzamere exemplaren? Of is het juist duurzamer om de levensduur van de huidige te verlengen?
Grote brainstormsessie met resultaat Inmiddels is de WCM Summer School, voor de derde keer onder auspiciën van WCMMEC georganiseerd door de Universiteit Twente op het Kasteel van Breda van de NLDA, een begrip geworden in de maintenancewereld. Wie de kans kreeg mee te doen aan de intensieve week kreeg les van een keur aan hoogleraren die allen vanuit hun eigen expertise kijken naar de laatste ontwikkelingen op het gebied van onderhoud en asset management. Zo is Leo van Dongen verbonden aan de Universiteit Twente, evenals Tiedo Tinga, die bovendien ook maintenance doceert aan de Nederlandse Defensie Academie, en Jan Braaksma, tevens directeur van de WCM Summer School. De Universiteit Twente was sowieso goed vertegenwoordigd, want ook Wienik Mulder, Richard Ruitenburg en Maurits Korse (als docent, toeschouwer en gastheer) gaven acte de présence. Uiteraard kon de wetenschappelijk directeur van DI-WCM Henk Akkermans, die tevens doceert aan de Universiteit van Tilburg, samen met collega Bart Vos niet ontbreken. De TU Eindhoven is vertegenwoordigd door Simme Douwe Flapper en ook de TU Delft heeft maintenance-experts in de persoon van Cees Witteveen en Bob Huisman geleverd. Rommert Dekker van de Erasmus Universiteit gaf ook een masterclass evenals Hans Wortmann van de Rijksuniversiteit Groningen.
32
Transformatoren En of een overvloed aan masterclasses niet genoeg is, moesten de 53 deelnemers aan het programma ook nog eens een praktijkcasus uitwerken. Het zal niemand verbazen dat de groepen tot ‘s avonds laat nog aan het doorwerken waren om hun voorstellen door te rekenen. De casus was dan ook behoorlijk pittig, hoewel die in eerste instantie nog redelijk eenvoudig leek. Co den Hartog van Liander geeft uitleg. ‘De basisvraag voor de casus is vrij rechttoe rechtaan’, zegt hij. ‘Liander is de netbeheerder van een groot aantal midden- en laagspanningsnetten in Nederland. Onderdeel van dat net zijn de middenspanningsstations die allemaal zijn uitgerust met dezelfde soort transformatoren. Een transformator is eenvoudig gezegd opgebouwd uit ijzer, papier, olie, hout en koper en het oudste nog in werking zijnde exemplaar stamt uit 1920. Die transformatoren zijn zeer robuust en er zitten geen bewegende delen in, maar dat is tevens de crux van het asset management. Het is namelijk moeilijk te voorspellen wanneer ze uit gaan vallen. En ondanks die robuustheid, vallen ze wel degelijk eens uit. Dat kan gepaard gaan met een harde klap en in uitzonderlijke gevallen zelfs brand. Die situatie willen we natuurlijk te allen tijde voorkomen en dus meten we de transfor-
matoren regelmatig door. De belasting is daarbij een indicator van degradatie en wanneer een generator op een belasting van meer dan zeventig procent zit, wordt het tijd hem te vervangen. We hebben er overigens wel veel staan. In ons verzorgingsgebied hebben we maar liefst 33.000 stuks staan en dat aantal groeit jaarlijks met ongeveer één procent. Het asset management kost ons dus wel degelijk veel tijd, mankracht en geld. We hebben het toch over een vervangingswaarde van 225 miljoen euro.’ Toch leek het Liander te eenvoudig voor deze selecte groep maintenance-experts om een “eenvoudig” rekensommetje te
‘Dit was veel beter, veel meer, en veel strategischer advies dan wij zelf van te voren gedacht hadden te krijgen.’ maken om de ideale vervangingscyclus uit te rekenen. ‘Je kunt natuurlijk een criticaliteitsanalyse (is kritische analyse hetzelfde?) doen en vervolgens een risicomatrix opstellen om aan de hand van de kans op falen en het gevolg van dat falen op veiligheid, gezondheid en milieu beslissingen te nemen om transformatoren preventief te
Maintenance september ‘14
32_33_16_artikel_zw.indd 32
09-09-14 15:37
WCM Summer School
vervangen of bijvoorbeeld te plaatsen in een station dat minder wordt belast. Door te spelen met de diverse parameters kom je uiteindelijk wel op een optimale vervangingsroutine uit.’ Liander neemt zijn maatschappelijke taak serieus en wil zijn ecologische voetafdruk zo klein mogelijk maken. ‘Onze klanten kunnen niet zomaar kiezen voor een andere netwerkleverancier en in die zin hebben we dus een monopoliepositie. We voelen daardoor nog meer de verplichting om de klant waar voor zijn geld te geven en daar hoort maatschappelijk verantwoord ondernemen ook bij. We hebben in de praktijkcase dus nog een element toegevoegd: circulariteit. De circulaire economie is met name in de consumentenmarkt langzaamaan begonnen met zijn opmars, en ook in de gebouwde omgeving is de term zeer populair. Maar voor kapitaalgoederen zijn nog nauwelijks definities geformuleerd. Ook de bij de WCM Summer School betrokken hoogleraren vinden het een academische uitdaging om definities, standaarden en werkwijzen te formuleren voor circulariteit in kostbare kapitaalgoederen en dit te integreren in het dagelijkse asset management. Want hoe ga je duurzaam om met assets die soms wel honderd jaar meegaan? De technische levensduur van assets is vaak vele malen langer dan de economische. En wat doe je met assets als ze ook technisch zijn afgeschreven? In het geval van de transformatoren speelt daarbij nog mee dat nieuwe types transformatoren minder verlies geven en dus energiezuiniger zijn. Vervanging zou in sommige gevallen dan ook beter zijn voor het milieu.’ De vraag waarmee de studenten aan de slag gingen luidde: is het interessanter om te
investeren in nieuwe transformatoren die duurzamer te onderhouden zijn? Of is het juist duurzamer om langer te werken met de huidige transformatoren? Den Hartog: ‘De groep die is geselecteerd voor de WCM Summer School is zo samengesteld dat er zowel vertegenwoordigers zijn van de asset owners als de service providers, maar ook consultants en wetenschappers nemen deel. Kortom: dit moet de ideale groep zijn voor een grote brainstorm. Daarbij hopen we natuurlijk dat ze met out-of-the-box oplossingen komen waar wij, gehinderd door onze voorkennis, niet meer op komen.’ In de zeer inspirerende week waarbij de 53 studenten min of meer zijn opgesloten in het gebouw van de Koninklijke Militaire Academie (KMA) zijn dan ook tien groepen van vijf studenten uitgedaagd om hun visie te geven op circulariteit voor kapitaalgoederen. Uiteraard gingen ze niet geheel onvoorbereid aan de slag. Zo leidde Liander de casus zeer uitgebreid in, maar ook een excursie naar één van de laatste Nederlandse transformatorbouwers zat in het programma. IEO Transformatoren in Breda is niet alleen leverancier van transformatoren, maar ontwerpt en bouwt ook nog zelf op klantspecificatie. Het bedrijf levert zelfs de service dat ze oude transformatoren ophaalt en verschrot. ‘Dit is uiteraard ook een manier om kostbare metalen terug te winnen uit de transformatoren’, besluit Den Hartog, maar dat is wel het laatste station. ‘Wellicht kunnen de studenten nog wel een stapje verdergaan.’ Resultaat De tien groepen presenteerden aan elkaar de resultaten van hun inspanningen op de laatste dag van de Summer School.
Uiteindelijk bepaalden de deelnemers zelf, samen met de professoren en andere aanwezigen, welke presentatie tot winnaar werd uitgeroepen. Misschien kwam het door de originele Prezi-presentatie van de dame en vier heren, maar groep 9 kwam uiteindelijk als winnaar uit de bus. De denktank presenteerde een exemplaar van het Financieele Dagblad uit 2024 met daarin de headline dat Liander de meest betrouwbare en meest duurzame netwerkoperator is. De reden: het bedrijf besloot tien jaar geleden om de piekbelasting op zijn net af te vlakken door op die momenten gebruik te maken van elektrische auto’s aan de laadpaal. Daarmee neemt de belasting van de transformatoren af en kunnen ze veel langer mee. Daarnaast breidde het netwerkbedrijf zijn beslismodel uit met economische, organisatorische en duurzaamheidsaspecten zodat alle facetten worden meegenomen in de overweging een transformator te vervangen voor een efficiënter model. Als laatste gaf het nieuwe door de winnende deelnemers verder verbeterde Life Cycle- en RAMS/ LCC-model het bedrijf genoeg inzicht in de CO2-footprint dat het gewogen keuzes kon maken. Daarbij koos het bedrijf volgens de fictieve krant er ook voor om de transformatoren van voor 1970 te vervangen voor nieuwe, amorfe types die niet alleen energiezuiniger waren, maar ook minder edele metalen bevatten. De reactie van het senior management van Liander op wat men voorgeschoteld kreeg, was dan ook lovend. ‘Dit was veel beter, veel meer, en veel strategischer advies dan wij zelf van te voren gedacht hadden te krijgen. Dat is de kracht van een netwerk van goede mensen en dat in een paar dagen tijd.’ ●
Maintenance september ‘14
32_33_16_artikel_zw.indd 33
33
09-09-14 15:37
Wat vertelt een fabrikant van veiligheidskleding u over stikstof? Helemaal niets. Maar als ontwikkelaar en fabrikant van specialistische bedrijfsveilige kleding weten wij exact waar het in de chemische industrie om draait: Het beschermen van professionals tijdens het uitoefenen van hun taak. Wij weten alles van stikken, stoffen, draagcomfort, gebruiksgemak, normeringen, certificeringen, levertijden, prijsstellingen en service. Wij zijn PWG Bedrijfsveilige Kleding en zijn u graag en professioneel van dienst. Omdat wij zelf ontwikkelen en fabriceren kunnen wij, samen met onze partners prima inspelen op individuele vragen en wensen van onze klanten. Wilt u weten wat PWG Bedrijfsveilige Kleding voor u en uw collega’s kan betekenen? Bel: 0113 213 440
Partners van PWG.
PWG BEDRIJFSVEILIGE KLEDING B.V. POSTBUS 103, 4460 AC GOES TEL: 0113 213440 • FAX: 0113 232675
[email protected] • WWW.PWG.NL
[14-005] PWG A4 Chemie stikstof.indd 1 34_PWG.indd 1
07-04-14 09:55 09-09-14 16:25
Profion Al een aantal keren is op ledenvergaderingen en in onze publicaties gezinspeeld op een intensievere samenwerking tussen de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO), het Dutch Institute World Class Maintenance (DI-WCM), het Maintenance Education Consortium (MEC) en de branchevereniging voor Professioneel Industrieel Onderhoud (Profion). Het leek mij goed een beeld te schetsen van de stand van zaken en overzicht te geven van wat er gaande is.
Samengaan van NVDO, ? DI-WCM, MEC en Profion? Na de ondertekening in juli 2013 van de intentieverklaring om de mogelijkheid tot een fusie te onderzoeken en het verkrijgen van een mandaat van onze respectievelijke leden en besturen om hier tijd aan te besteden, zijn de voorzitters en directeuren van de betrokken organisaties een aantal malen bij elkaar geweest bij de NVDO in Houten. Uit de analyse van de activiteiten blijkt dat partijen elkaar goed aanvullen: landelijke, pluriforme beroepsvereniging met Maintenance Academy, innovatieplatform met groot wetenschappelijk - en bedrijvennetwerk, consortium met focus op de onderwijskolom en werkgeversvertegenwoordiger die via de FME/VNO-NCW het belang van asset management voor Nederland BV benadrukt. Behoeften dekken Al snel werd duidelijk dat er al veel te winnen is met een nauwere samenwerking, betere afstemming van agenda’s en het ontwikkelen van gezamenlijke standpunten zoals bijvoorbeeld ten aanzien van het wel of niet certificeren tegen de ISO55000norm. Inmiddels neemt Ed Blom namens de NVDO deel aan de bestuursvergaderingen van Profion. Op onze websites wordt naar elkaars evenementen verwezen. We trekken samen op waar mogelijk en voordelig voor onze leden en achterban. Ook is duidelijk geworden dat het bevorderen van professioneel asset management niet het monopolie van de genoemde organisaties is en moet zijn. Het veld is zo breed en expansief dat de activiteiten zich verspreiden als olie op water. Tal van private bedrijven, brancheorganisaties en publieke instellingen houden zich bezig met instandhouding en levensduurverlenging van fysieke productiemiddelen. Original Equipment Manufacturers blijven betrokken bij hun producten om een optimale Total Cost of Ownership te garanderen. Infrastuctuur-
Er is veel te winnen met een nauwere samenwerking tussen de onderhoudsverenigingen. Op dit moment wordt de verkenning voortgezet.
beheerders vragen aannemers niet alleen te bieden op nieuwbouw maar ook het onderhoud mee te nemen in hun offerte. Daartegenover staat dat we te maken hebben met versnippering. Min of meer dezelfde achterban is in verwarring en moet zich bij meerdere organisaties aansluiten willen ze al hun asset managementbehoeften dekken: Ook bij de belangenbehartiging leidt versnippering tot minder effectiviteit. Daarom zijn er bijvoorbeeld binnen de FME onder het gezamenlijke motto ‘Powered by Dutch Technology’ clusters gevormd waarbinnen branches samenwerken rond belangrijke maatschappelijke thema’s zoals agri-food, bebouwde omgeving, life science & health, energie. Er wordt gewerkt aan de oprichting van clusters rond mobiliteit, materials en security. Al deze thema’s kennen kapitaalgoederen en hebben dus te maken met asset management. Een geïntegreerd asset management-platform zou hier goed op kunnen inspelen. Integratie zou ook verdere professionalisering van de ondersteunende bureaus mogelijk maken, met één website voor alle activiteiten, publicaties, één magazine, één ledenadministratie, één contributiemodel, één directeur met een herkenbaar gezicht naar buiten, et cetera.
Werkgroep De voorlopige conclusie is dan ook dat we onze verkenning voortzetten en onze samenwerking intensiveren. Al doende zullen ook het begrip en de waardering voor elkaars werk en het onderling vertrouwen groeien. Een werkgroep is bezig met het nader uitwerken van de toegevoegde waarde van een eventuele integratie. Hoe kunnen we zeker stellen dat wat er is opgebouwd niet verloren gaat en dat onze diverse doelgroepen zich blijven herkennen in een nieuw geïntegreerd platform? Veel van ons succes hangt af van individuen uit onze achterban en of die bereid zijn een inspanning te leveren als docent, expert of bestuurslid. Integratie zal alleen succesvol zijn als er een groot draagvlak is. In de tussentijd doen de vier organisaties wat nodig is om hun eigen toekomst veilig te stellen maar wel zodanig dat niets een eventuele toekomstige integratie in de weg staat. Het tempo wordt bepaald door de beschikbare bestuurlijke tijd en de urgentie die aan de verkenning van de integratie wordt gegeven. Ook hier moeten we op één lijn zien te komen. Graag nodig ik u uit uw mening te geven. ● Roelf Venhuizen Voorzitter Profion,
[email protected]
Maintenance september ‘14
35_14_artikel_bl.indd 35
35
09-09-14 15:37
Om conditiegestuurd onderhoud te kunnen plannen, zijn historische gegevens nodig. Maar er zijn niet veel goede onderhoudsdata beschikbaar, zegt promovendus Roland van de Kerkhof. Ook het cultuuraspect is belangrijk. Voor het CAMPI-project onderzoekt hij de relatie tussen asset owners en dienstverleners als het gaat over het verzamelen en delen van gegevens.
Conditiegestuurd onderhoud vraagt goede data en juiste cultuur De eerste bevindingen uit het CAMPIproject geven aan dat er al wel conditiegestuurd onderhoud plaatsvindt in de procesindustrie, maar dit is vaak nog weinig geavanceerd. ‘Door slimmer data te verzamelen en te gebruiken, is er winst te behalen’, steekt Van de Kerkhof van wal. ‘Er wordt al vrij veel data verzameld, maar die wordt (nog) niet gebruikt voor maintenancedoeleinden. Zo wordt er bijvoorbeeld allerlei data opgeslagen uit operationele systemen en veiligheidsinspecties, die veel informatie bevat over het functioneren van de machine. Deze data zit echter nog verspreid bij verschillende afdelingen en organisaties en is vaak opgeslagen in verschillende (lokale) systemen. Om preventief, conditiegestuurd onderhoud te kunnen plannen, moet je deze informatie koppelen aan de meest voorkomende faalmechanismen.’ Indicatoren Van de Kerkhof is content met het onlangs afgeronde DAISY-project van DI-WCM dat een methodiek ontwikkelde voor condition based maintenance aan windturbines. ‘Hiervoor verzamelde projectdeelnemer Oliveira veel gegevens door diverse sensoren aan te brengen in de turbines. Die data zijn vervolgens verder onderzocht in ons project.’ Het leverde de onderzoekers indicatoren op die gezamenlijk iets zeggen over de degeneratie. In plaats van alleen naar de temperatuur van de turbine te kijken, blijkt het juist interessant om de temperatuur te bekijken in combinatie met de windsnelheid. ‘Bij een lage windsnelheid draaien de wieken namelijk minder snel, dus verwacht je een lage temperatuur van de turbine. Hiermee kun je een variabele grenswaarde, of alarmwaarde creëren.
36
Achteraf bleek dat het falen van turbines in de afgelopen maanden inderdaad met deze variabele grenswaarde voorspeld kon worden. Wederom is het hier van belang dat je de kennis van het functioneren van het onderdeel koppelt met indicatoren die gezamenlijk het voorkomen van een faalmode kunnen identificeren.’ Rekenmodellen Met behulp van de data uit het DAISYproject waarin DELTA Infra de data en expertise van operationele windturbines beschikbaar stelde, werden samen met Oliveira ook nog enkele andere rekenkundige modellen ontwikkeld. Een voor het combineren van gegevens van sensoren die op verschillende onderdelen van een machine werden geïnstalleerd door technici van DELTA Infra. Een tweede model voor het combineren van verschillende output van diverse onderdelen van een machine en een derde voor het combineren van data van verschillende gelijksoortige machines. ‘De vraag is nu wat je er precies mee kunt. Het heeft zeker een voorspellende waarde en dit is iets wat we de komende
periode verder uitwerken.’ Een andere promovendus richt zich op het logistieke proces met de vraag: wat is het optimale moment om het onderhoud van een (sub)systeem uit te voeren? ‘In eerste instantie focust zij op twee machines die in serie staan. Aan de hand van enkele kosten en operationele parameters krijg je een optimale onderhoudsplanning. Die is er nu voor twee systemen. We kijken nu of we dit kunnen implementeren in de werkelijkheid en of de gemaakte aannames terug te vinden zijn in de werkelijkheid.’ In de volgende stap wordt het model uitgebreid naar complexere systemen met meer dan twee machines. Data delen Van de Kerkhof is zelf sinds een half jaar actief bij een asset owner. Zijn doel is om praktische richtlijnen te ontwikkelen voor het organiseren van gezamenlijke condition based maintenance (CBM)-activiteiten en voor het delen van data. Zowel binnen de organisatie als tussen organisaties. De eerste stap was om de huidige CBM-activiteiten in kaart te brengen en de achterliggende reden ervoor te achterhalen. ‘Waarom is
CAMPI Het CAMPI-project (Coordinated Advanced Maintenance and Logistics planning for the Process Industries) startte januari vorig jaar en eindigt eind 2016. Het is een studie van Dinalog, het Dutch Institute for Advanced Logistics. DI-WCM participeert in het project vanwege het grote belang ervan voor de (proces)industrie. Bedrijven die via DI-WCM meedoen, zijn: Oliveira, Ortec, Gasunie, BP, Sabic, Sitech Services, SPIE Nederland en Stork. De Rijksuniversiteit Groningen, de Technische Universiteit Eindhoven en Tilburg University trekken ieder een werkpakket.
Maintenance september ‘14
36_37_25_artikel_bl.indd 36
09-09-14 15:37
Condition based maintenance
Data afkomstig van machines en installaties wordt al verzameld, maar nog weinig gebruikt voor maintenancedoeleinden. ervoor gekozen en waarom doen ze het niet meer? Welke barrières houden dat tegen?’ Er kunnen diverse oorzaken zijn, stelt de promovendus. ‘Men is zich er bijvoorbeeld niet van bewust. De juiste kennis is niet in huis, er is geen budget of er is wel een project geweest, maar dat is niet voltooid.’ Van de Kerkhof noemt ook het ontbreken van data op de juiste plek en de onwil om data te delen. ‘Of het is wel geïmplementeerd, maar wordt niet gebruikt.’ Lange termijn De promovendus volgt ook een groot project waarin een nieuwe installatie wordt gebouwd en waarvan de betrouwbaarheid extreem belangrijk is. Er is een onderhoudsplan gemaakt en Van de Kerkhof observeert het beslissingsproces en de totstandkoming van de onderhoudscontracten. ‘Dat is interessant omdat je ziet wanneer men kiest voor CBM. Zelf doen of uitbesteden speelt een rol, maar het is altijd een afweging tussen ‘wil ik nu zo min mogelijk kosten?’ of ‘wil ik over de hele levensduur zo laag mogelijke kosten’?’ Conditiegestuurd onderhoud vraagt om een investering en het resultaat is pas zichtbaar op de langere termijn, legt hij uit. ‘En met managers die maar enkele jaren op een positie zitten, kan dat een probleem opleveren. De opvolger krijgt het dan vanzelf op zijn bordje.’ In het ideale geval komt CBM dus terug in de incentives van de betrokken managers en medewerkers. Dat is dus zowel intern als extern, meent Van de Kerkhof.
Cultuur Cultuur speelt ook een rol, zegt hij. ‘Jarenlang was de cultuur ‘fix it when broken’. Die cultuuromslag moeten we maken, door meer aan preventie te denken.’ Een ander punt is dat iedere discipline - onderhoud, operatie - vanuit zijn eigen kader het vraagstuk benadert. ‘Allebei hebben ze gelijk, maar je hebt iemand nodig die het overzicht heeft. Verantwoordelijkheid af durven geven is ook zo’n issue. Ik snap dat ook wel, want als asset owner blijf je eindverantwoordelijk.’ Voor CBM heb je bepaalde expertise nodig, bijvoorbeeld om de data te kunnen interpreteren en analyseren. Dat soort werkzaamheden is de afgelopen jaren veel uitbesteed, waardoor deze specifieke kennis niet meer aanwezig is bij veel asset owners. ‘Je bent dan afhankelijk van kennis van buiten. Ik kan op dit moment nog niet bewijzen dat dit een probleem is, maar ik verwacht van wel.’ Drie factoren Terug naar zijn onderzoek bij de asset owner. ‘De scope is: waar is het interessant om aan CBM te doen? Is het technisch en financieel haalbaar én kunnen we het implementeren in de organisatie? Die drie factoren moeten aanwezig zijn. Hiervoor houd ik diverse interviews en analyseer ik de data in het ERP-systeem. Met dit onderzoek probeer ik niet alleen in kaart te brengen waar CBM ingevoerd is en gebruikt wordt, maar met name waarom dit zo is. Welke argumenten en organisatorische barrières hebben hier een rol
in gespeeld? Over vier maanden ben ik hiermee gereed en ga ik mijn bevindingen bespreken met de andere projectdeelnemers. Als dit in kaart is gebracht, is het tijd voor de volgende stap: het ontwerpen, implementeren en testen van organisatorische richtlijnen die het wél mogelijk maken om data te delen en CBM uit te voeren.’ Projecten Naast deze hoofdprojecten loopt er binnen het CAMPI-project ook nog een heel aantal kleine projecten, geleid door Masterstudenten. ‘Binnenkort willen we ook graag aan de slag met een aantal nieuwe grote projecten, waarin alle drie de werkpakketten een bijdrage leveren. Door deze drie perspectieven te combineren kunnen we namelijk een complete oplossing leveren voor een complex CBM-vraagstuk’, aldus Van de Kerkhof. Een dergelijk project wordt op dit moment geleid door de Technische Universiteit Eindhoven, die samen met een asset owner en een contractor de mogelijkheden voor CBM bij een hele reeks veiligheidskleppen aan het onderzoeken zijn. De resultaten hiervan komen binnenkort vrij. De doelstellingen van het project staan nog overeind: het ontwikkelen van rekenmodellen en logistieke modellen en van praktische richtlijnen voor de implementatie. Het idee is dat na afloop van het project andere industrieën de opgedane kennis kunnen oppakken en implementeren. Van de Kerkhof: ‘Dat is het voordeel van een wetenschappelijke aanpak. De kennis komt vrij beschikbaar.’ ●
Maintenance september ‘14
36_37_25_artikel_bl.indd 37
37
09-09-14 15:37
De doorlooptijd van correctief onderhoudswerk kan in veel gevallen veel sneller als de logistiek ervan beter wordt georganiseerd. ‘De onderhoudssector is zich nog onvoldoende bewust van het belang van goede logistiek’, zegt Kurt van de Ven die een onderzoek leidt naar de logistieke processen in het correctief onderhoud.
Betere logistiek voor efficiënter correctief onderhoud Logistiek en maintenance zijn economische speerpunten in Zuid-Nederland. Velen onderschrijven het belang van goede logistiek binnen maintenance, maar er zijn nog weinig initiatieven op het snijvlak van maintenance en logistiek. Om precies te weten waaraan het schort en welke verbetermogelijkheden er zijn, namen de ontwikkelingsmaatschappijen Economische Impuls Zeeland en Brabantse Ontwikkelings Maatschappij het initiatief voor een onderzoek. Dat was in 2013. Het onderzoek zit nu in de eindfase. Veel verbetering mogelijk Logistiek consultant Van de Ven startte het onderzoek met een quick scan naar de logistieke organisatie van het correctief onderhoud bij twee assets owners en één dienstverlener. Daarnaast interviewde hij een tiental personen betrokken bij onderhoud bij verschillende bedrijven. Het leverde een lange lijst met onderwerpen op die kunnen worden geoptimaliseerd. Zo blijkt het budgetteren van ongepland correctief onderhoudswerk vaak lastig voorspelbaar, is een hoge Hands on Tool Time een uitdaging en is de levering van de juiste onderdelen op het juiste tijdstip een optimalisatiethema op zich. ‘Veel bedrijven in de onderhoudssector herkennen een dergelijke problematiek. Vooral als er veel geregeld moet worden in een kort tijdsbestek, zoals met ongeplande break downs. In dergelijke bedrijfsomstandigheden blijkt dat de onderhoudssector nog veel kan winnen aan efficiëntie. Hoe kan dat, en waarom lukt het logistieke bedrijven wel?’
38
Aandachtsgebieden verbetering Uit de analyse van de data definieerde Van de Ven een vijftal aandachtsgebieden voor optimalisatie. Het gaat om performance (onder meer beschikbaarheid, doorlooptijd, kosten, first time right), management en organisatie (geen optimale samenwerking), processen (zoals beperkt aansluitende deelprocessen, ongewenste wachttijden, inbouwen eigen veiligheidsmarges), infrastructuur en IT (bijvoorbeeld complexe, tijdrovende ERP- en onderhoudssupportsystemen) en mens en cultuur (afstemmen van werkmethodes, toepassen van kennis management). Leverbetrouwbaarheid Werkprocessen blijken vaak niet optimaal op elkaar aan te sluiten of er zijn overbodige stappen. Van de Ven: ‘De inkoopafdeling spreekt bijvoorbeeld een jaarcontract af voor de aankoop van honderd pompen. Toch wordt dan voor iedere aanschaf inkoop betrokken. Wat is daarvan de toegevoegde waarde? Laat de onderhoudsman direct bestellen, via het systeem.’ Onderhoudsafdelingen blijken niet gewend te werken met logistieke parameters. ‘Sommige bedrijven doen maar eens in de vijf jaar een voorraadanalyse.’ Onvoldoende leverbetrouwbaarheid bij een groot deel van de toeleveranciers was een opmerkelijke constatering, zegt de consultant. ‘Men zegt tevreden te zijn over de stiptheid van de leveringen, maar als je doorgraaft, blijkt dat een derde te laat wordt geleverd. Daardoor wacht de werkvoorbereider tot alles binnen is en gaat dan pas plannen. Als er dan een
weekplanning is in plaats van een dagplanning, verlies je zo een week.’ Verbaasd? ‘Of ik verbaasd ben over de onderzoeksresultaten? Eigenlijk wel, hoewel ik het op zich toch wel snap. Vele bedrijven zijn al jaren bezig om hun organisatie zo optimaal mogelijk te krijgen. Daarbij is vooral oog voor de bestaande activiteiten. De tijd en ruimte voor het zoeken naar optimalisaties in tussenliggende (subwerkprocessen heeft in veel gevallen nog niet de juiste prioriteit gekregen.’ Maar er is nog een oorzaak. ‘Onderdelenlogistiek is in veel gevallen meer het domein van de technici en de inkopers. Beide groepen komen binnen hun eigen kennisdomein op dit gebied niet tot optimale afstemming. Er is nog te weinig besef dat logistieke mensen hierin wel verbetering kunnen brengen.’ Van de Ven zal de uitkomsten en aanbevelingen binnenkort delen met het KI< in een eindrapport. Er liggen ook plannen om het onderzoek uit te rollen richting Oost-Brabant. De logistieke expert, met een achtergrond als productiemanager, vindt dat de onderhoudsbedrijven actief aan de slag moeten met het onderwerp. ‘Pas professionele logistiek toe in je onderhoudsproces. Zorg dat processen naadloos aansluiten en je onderdelenvoorraad exact is afgesteld op je bedrijfsbehoefte. Daag daarbij je leveranciers en service providers regelmatig uit hun performance op gebied van logistiek inzichtelijk te maken met KPI’s en een daaraan gekoppeld doorlopend verbeterprogramma.’ ●
Maintenance september ‘14
38_15_artikel_gr.indd 38
09-09-14 15:37
Asset management Het boek Onderhoudskunde van prof. ir. Klaas Smit is sinds kort, met financiële steun van DI-WCM, ook in het Engels verkrijgbaar. De Nederlandse successen in maintenance en asset management worden internationaal erkend en met belangstelling gevolgd. Smit: ‘Wie zich bezighoudt met maintenance engineering en management, moet in ieder geval de grondslagen kennen. Er is dan ook veel internationale belangstelling voor het boek ‘Maintenance and engineering’.
Nederlandse visie op industrieel onderhoud ontsloten Het boek Onderhoudskunde dat Klaas Smit in 2010 schreef, is inmiddels een standaard werk geworden in het onderhoudsonderwijs en de praktijk. Toen de emeritus hoogleraar onderhoudskunde aan de Technische Universiteit Delft bij de TU Delft werd aangesteld, was het vak nog niet op zo’n hoog niveau als het inmiddels staat en Klaas Smit mag dan ook gerust een pionier in zijn vak worden genoemd. De keuze om het boek naar het Engels te vertalen, is een logische stap na de goede ontvangst ervan in het Nederlandse taalgebied. ‘Internationaal staat de Nederlandse kennis en kunde op het gebied van maintenance zeer hoog aangeschreven’, zegt Smit. ‘Er zijn essentiële verschillen tussen de manier waarop wij naar onderhoud kijken en de visie daarop van veel Angelsaksische landen. De Engelsen mogen dan de
grondlegger zijn van de PAS55-standaard, dat wil niet zeggen dat daarmee ook de technische staat van de assets geborgd is. Wat in de standaard voor asset management goed is doordacht, is de strategische inbedding van onderhoud en de aandacht voor risicoanalyse. De scheiding van asset owner, asset manager en serviceprovider vereist een meer eenduidige toewijzing van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen deze rolverdeling, in afhankelijkheid van de aard van de technische systemen, de eraan gestelde eisen en het gebruik en inzet daarvan. Maar dat zegt niets over de effectiviteit en doelmatigheid van beheer en onderhoud. Nu ontstaat ook in het Engelse taalgebied steeds meer belangstelling voor onze kijk op asset management en duurzaam kapitaalgoederenbeheer. De afweging die Neder-
Maintenance and Engineering De verschillende aspecten van maintenance engineering en management komen in de volgende hoofdstukken aan de orde: • • • • • • • • •
Development of the maintenance function Maintenance behaviour of technical systems Optimisation of maintenance concepts Design for maintenance Workflow management Maintenance logistics Organisation of the engineering and maintenance function Management and control of the maintenance and engineering work processes Information provision for the TD function
Maintenance Engineering and Management, wordt uitgegeven door DAP Delft Academic Press, Delft, The Netherlands, 2014, ISBN 978-90-6562-347-8.
landse kapitaalintensieve bedrijven maken tussen TS-prestaties versus kosten, werpen hun vruchten af en dat wordt internationaal gezien. Nu kan het boek in principe wereldwijd worden gebruikt in het onderwijs of als naslagwerk door maintenanceprofessionals. Er is dan ook al internationale belangstelling getoond.’ Basis In het boek wordt aandacht geschonken aan zowel theoretische onderbouwing als de praktische toepassing van de onderhoudstechnologie, onderhoudsmanagement en het onderhoudsbewust ontwerpen van technische systemen. ‘Het is echt een basiswerk’, zegt Smit. ‘Maar ik constateer dat die basis nog niet altijd overal voldoende aanwezig is.’ Naast theoretische onderbouwing, wordt een praktische invulling besproken in de vorm van de inrichting van werkprocessen. ‘Eerlijk gezegd ben ik meer een man van vertaling van theorie naar praktijk’, zegt Smit, wiens uitspraak dat het goud op de werkvloer ligt, vaak wordt geciteerd. ‘De huidige economische omstandigheden vragen om een zeer efficiënte bedrijfsvoering en ook de wet- en regelgeving op het gebied van risicomanagement wordt steeds strenger. Om daar in bij te blijven is onderhoudskennis op alle niveaus essentieel. De boardroom moet op strategisch niveau investeringsbeslissingen kunnen nemen waarbij de toegevoegde waarde van onderhoud moet prevaleren. Maar het moet wel landen op de werkvloer. De maintenance managers van de toekomst spelen een belangrijke rol in de empowerment van die grote groep technici die het dagelijkse onderhoud uitvoeren. Als zij zich gewaardeerd en begrepen voelen, zal dat goud daadwerkelijk kunnen worden gedolven.’’ ●
Maintenance september ‘14
39_24_artikel_zw.indd 39
39
09-09-14 15:38
Een van de jongste WCM-projecten is World Class Maintenance Infrastructure. Hierin kijken asset owners, dienst- en productleveranciers en kennispartners samen naar de mogelijkheden voor levensduurverlenging van de Nederlandse infra-assets. Ook de Provincie Overijssel zit met een verouderd areaal en wil, om daarmee om te gaan, een professionele assetmanagementorganisatie worden. In het kader van het WCM-project leren ze op dit vlak veel van de andere deelnemers.
Provincie Overijssel neemt regie over infrastructuur De Nederlandse GWW-infrastructuur (grond-, weg- en waterbouw) is al aardig op leeftijd. Bijvoorbeeld een groot deel van het wegennet, inclusief kunstwerken zoals bruggen en viaducten, is aangelegd in de periode tussen 1950 en 1980, met dus een gemiddelde leeftijd van zo’n vijftig jaar. De typische levensduur van dit soort infrastructuur, wanneer ook groot onderhoud niet meer volstaat, is zestig tot tachtig jaar. Het vervangen van de op leeftijd rakende infrastructuur zou zeer grote investeringen vergen, waarvoor de meeste publieke partijen geen of onvoldoende geld opzij gelegd hebben. Het verlengen van de levensduur is dan een interessante optie, mits de kwaliteit en veiligheid behouden kunnen worden en de risico’s beperkt. Vitale Speciaal voor deze manier van asset management riep DI-WCM het Vitale-model in het leven, wat staat voor Value & Innovation Through Asset Lifetime Extension. Dat dit model werkt voor de kapitaalintensieve
40
procesindustrie is inmiddels bewezen, maar inmiddels heeft ook een aantal publieke opdrachtgevers, kennisinstituten, dienstverleners en leveranciers uit de civiele infrawereld het Vitale-concept omarmd. Begin dit jaar kwamen Rijkswaterstaat, Havenbedrijf Rotterdam, Provincie Overijssel, samen met Siemens, Ooms Civiel, TNO en DI-WCM bij elkaar om het Vitale-project voor civiele infrastuctuur officieel te starten. Investeren Lindy Molenkamp is als hoofd Eenheid Wegen en Kanalen bij de Provincie Overijssel, verantwoordelijk voor onder meer aanleg, beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur. Net als de rest van het land heeft ook de Provincie Overijssel te maken met ageing assets. ‘Niet alleen de leeftijd van de kunstwerken speelt een rol’, zegt Molenkamp. ‘Ook is het (vracht)verkeer in de loop van de tijd steeds zwaarder geworden, denk aan hogere aslasten. Op het moment dat bijvoorbeeld een brug en het gebruik ervan door het verkeer niet
meer bij elkaar passen, moet je beslissingen nemen: om verkeersbeperkingen op te leggen, de brug te vervangen of hem te versterken. Deels is het een politieke keuze: investeren of beperkingen accepteren? Maar ook het Bouwbesluit 2012 is van belang, we laten momenteel, met andere wegbeheerders, uitzoeken hoe dat precies geïnterpreteerd moet worden. Maar hoe je het projectmatig aanpakt, is aan de beheerders zelf.’ Nu profileert de Provincie Overijssel zich als professioneel wegbeheerder en de organisatie is dan ook bezig met de inrichting van een assetmanagementstructuur volgens PAS55. De eerste stap in dit traject was een inventarisatie van het areaal aan wegen, vaarwegen en kunstwerken. ‘De conclusie hiervan was dat op de lange termijn we met een stevig verouderd areaal zitten. De vraag waar we nu voor staan is hoe we daar mee omgaan. We zijn niet de enigen die met deze uitdaging zitten en dus kijken we rond en overleggen veel met andere asset managers om van elkaar te leren en niet het wiel
Maintenance september ‘14
40_41_19_artikel_gr.indd 40
09-09-14 15:38
Infra
Net als de rest van het land heeft ook de Provincie Overijssel te maken met ageing assets. ‘We zijn niet de enigen die met deze uitdaging zitten en dus kijken we rond en overleggen veel met andere asset managers om van elkaar te leren en niet het wiel opnieuw te hoeven uitvinden.’
opnieuw te hoeven uitvinden. Zo overleggen de provincies onderling intensief met elkaar, en via de website IamPro wisselen we best practices uit. Het Vitale-project is een goede aanvulling op deze overleggen omdat hier ook ervaringen worden meegenomen uit andere branches. De systematiek is heel helder en via interviewsessies en workshops krijg je snel inzicht in elkaars organisaties.’ Lerend vermogen Op 4 juli heeft teamleider Jan Muizelaar de bevindingen uit de nulmeting bij de Provincie Overijssel gepresenteerd aan de andere deelnemers. Molenkamp: ‘Dit riep veel herkenning op. Op technologisch, financieel en organisatorisch vlak zijn er veel overeenkomsten en ook de werkwijze is bij alle asset owners professioneel en systematisch. De een is alleen al wat verder dan de ander, wat mede te maken heeft met de inrichting van de organisaties. Wat dat aangaat worden provincies directer aangestuurd door de politiek dan Rijkswaterstaat of het Havenbedrijf. Dat
wil overigens niet zeggen dat we daardoor slagkracht missen. Integendeel: de lijnen zijn heel kort en dus kunnen we snel beslissingen nemen. In ons geval ontvingen wij nuttige adviezen: om het lerend vermogen van de organisatie te versterken, expliciet te sturen op bedrijfswaarden, en goede mensen nog meer in hun kracht te zetten. Andere deelnemers kunnen ons hierbij helpen. Daarnaast werd ons geadviseerd, als ondersteunende acties, om te werken aan een passend IT-systeem.
De overstap naar een professionele assetmanagementorganisatie vergt een cultuuromslag.
De overstap naar een professionele assetmanagementorganisatie vergt een cultuuromslag. Iedereen weet hoe moeilijk het is om ingesleten gewoontes structureel te veranderen. De plan- en do- delen
van de Demingcirkel zijn vaak wel goed georganiseerd, maar op de check- en vooral act-delen kan het beter. Het is in complexe organisaties als de onze wel nodig om de cirkel te sluiten en constant te leren van eerdere ervaringen. We zullen nog meer de regie moeten nemen en weten wat de risico’s zijn om ze vervolgens beheersbaar te maken. Met name de overgang naar een regieorganisatie vraagt om meer lerend vermogen en daar zul je de organisatie beter op moeten inrichten. Je kunt niet overal expert in zijn en dus moet je het beoordelend vermogen hebben om een bestek, maar ook innovaties of verbetervoorstellen, op hun waarde te schatten. Je zult meer moeten samenwerken met andere wegbeheerders, maar ook met de aannemers, en je personeel moet daar ook de juiste competenties voor hebben. De eenheid Wegen en Kanalen wil waar zinvol en mogelijk graag leren van andere organisaties, bijvoorbeeld Rijkswaterstaat en Havenbedrijf. Ik ben dan ook zeer benieuwd naar de volgende presentaties.’ ●
Maintenance september ‘14
40_41_19_artikel_gr.indd 41
41
09-09-14 15:38
Agenda SEPTEMBER
25 september - Maritime Maintenance Conference
De Maritime Maintenance Conferentie wordt georganiseerd door Maritime Campus Netherlands, Dutch Institute World Class Maintenance en Ontwikkelingsbedrijf NoordHolland Noord. Verschillende sprekers praten u bij over de ontwikkelingen op het gebied van maintenance in de maritieme - en offshoresector. Meer informatie op: www.nhn.nl/maintenance
25 september - Isolatie & Tracing
Is de procesindustrie toe aan nieuwe isolatiematerialen en slimme tracing? Het antwoord hoort u tijdens dit seminar van het KI< op het Maintenance Value Park Terneuzen. Meer informatie en aanmelden: www.maintenancevaluepark.com of
[email protected]
30 september t/m 3 oktober - ISPT Innovatieseminar
In samenwerking met Top Chemie Delta, organiseert ISPT elke dag een uitgebreid seminarprogramma op Industrial Processing. Industrial Processing is de grootste vakbeurs voor de totale natte en droge procesindustrie in de Benelux. Meer informatie op: www.industrialprocessing.nl
OKTOBER
1 oktober - iMaintain, het Grote NVDO Prestatiemanagementcongres
Op 1 oktober staat prestatiemanagement in de kijker. Prestatiemanagement vertaalt de visie, missie en strategie van een project, team of organisatie naar succesfactoren en acties. Sturen op die succesfactoren en constant monitoren van de effecten ervan, zorgt voor optimaal beheer van activiteiten en, nog belangrijker, van de prestaties van organisaties. Goed presta-
42
25-09-2014 t/m 11-12-2014
tiemanagement heeft positieve effecten op de totale keten. Een afwisselend en inhoudelijk programma belicht verschillende aspecten van goed prestatiemanagement: van wetenschappelijke onderbouwing tot praktijkervaring. Meer informatie op: www.imaintain.info/prestatie
2 oktober - Introductietraining ISO 55000
Momenteel zijn veel afdelingen Asset Management en Maintenance Management in ontwikkeling om het beheer van assets verder te professionaliseren/optimaliseren. Zo is er ook de ontwikkeling op het gebied van Asset Managementsystemen. De PAS 55 is een richtlijn die al een aantal jaar goede ondersteuning biedt. Met onze training ‘Inzicht in de ISO 55000/PAS 55’ maak je kennis met de ISO 55000 en de PAS 55. Als deelnemer krijg je een helder beeld van de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft. De organisatie is in handen van Zaam i.s.m. DI-WCM. Meer informatie op: www.zaam.biz/inzicht-in-deiso-55000-pas-55
7 oktober – Seminar Remanufacturing
De BOM organiseert samen met HightechNL en Platform Duurzaam Grondstoffenbeheer het seminar Remanufacturing. Het sluiten van kringlopen in de maakindustrie wordt steeds belangrijker door de volatiliteit rond grondstoffen. Een manier om de kringlopen te sluiten is door remanufacturing. Dit seminar gaat in op verschillende aspecten van remanufacturing. Meer informatie en inschrijven: www.worldclassmaintenance.com/nl/som/ event-van-partner/bomremanufactering
8 oktober - WCM Jaarcongres ‘Innovation by Cooperation’
Dit jaar vindt het WCM Jaarcongres plaats in de Maassilo,
Rotterdam. Sprekers zijn: ZKH Prins Carlos en CEO DSM Nederland Atzo Nicolaï. Met workshops van alle WCMpartners, iTanks, MCM, Ki< Terneuzen, Profion, NVDO, MMB, NPAL, MEC. Meer informatie op: www. worldclassmaintenance.com
14 t/m 16 oktober Marine Maintenance World Expo in Brussel
De internationale beurs voor onderhouds- en herstellingstechnologieën, gereedschappen, wisselstukken, diensten en systemen voor schepen van alle afmetingen, van jachten over commerciële vissersboten, werkboten, passagiers- en voertuigferry’s tot vrachtschepen, cruiseschepen, defensieschepen, olietankers, offshore ondersteuningsschepen en offshore energieplatformen. Lex Besselink, DI-WCM, zal een keynote-presentatie verzorgen. Meer informatie op: www. marinemaintenanceworldexpo.com
16 oktober - WCM en Services Valley: Maintenance goes digital
Nieuwe ontwikkelingen in digitale technologie voor de onderhoudsindustrie. Aanmelden en meer informatie op: www.worldclassmaintenance.com
16 oktober - Fornuis/ Bemetseling Innovaties
Een bijeenkomst van het Ki< op het Maintenance Value Park Terneuzen over innovaties op het gebied van fornuizen en bemetselingen. Meer informatie en inschrijven op: www.maintenancevaluepark.com
30 oktober - Tijdelijke reparaties, procesapparatuur
Een seminar/workshop van het Ki<, Maintenance Value Park Terneuzen. Meer informatie en inschrijven op: www.maintenancevaluepark.com
NOVEMBER
3 november - Seminar predictive maintenance
Graag nodigen we u uit voor het seminar ‘Predictive maintenance: kans, bedreiging of hype voor uw service business?’ In de ochtend kunt u luisteren naar inspirerende sprekers om vervolgens in de middag interactief in kleine groepen te praten over de mogelijkheden en onmogelijkheden voor uw bedrijf. Meer informatie op: www.bom.nl
12 en 13 november – Opslagtanks
Een tweedaags congres met alle laatste ontwikkelingen op het gebied van opslagtanks. Tijdens de 24ste editie van de conferentie Opslagtanks praten meer dan dertig topsprekers u bij over onder andere de impact van veranderende weten regelgeving op de praktijk, de belangrijkste bevindingen bij tankinspecties, het verhogen van het veiligheidsniveau en de veiligheidsprestaties van opslagbedrijven. Meer informatie op: www.iir.nl/tanks
DECEMBER
4 december – Ki< jaarlijkse bijeenkomst
Op 4 december is het Ki< jaarevent & gallery walk op het Maintenance Value Park Terneuzen, met de presentatie van verscheidene Ki<-projecten. Meer informatie en aanmelden: www.maintenancevaluepark.com
10 en 11 december - Shutdowns & Turnarounds
Tijdens dit tweedaagse congres over het optimaliseren van shutdowns & turnarounds passeren vele praktijkverhalen van shutdownprojecten de revue. Ook voor 2014 staat u weer een divers programma te wachten. Meer informatie op: www.iir.nl/shutdowns
Maintenance september ‘14
42_04_agenda.indd 42
09-09-14 16:11
THE POWER OF
KNOWLEDGE ENGINEERING Everybody loves a solution. We believe every great solution is born from a really good problem. And at SKF there’s nothing we love more. Solving problems and inventing solutions together with our customers is what we do. Our story began with a problem. The need for machines to work better, run smoother, live longer. We’ve been at the heart of industry, the brains of machinery for more than a century. Whether it’s in the comfort of your kitchen or in the harsh conditions at the steel mill, you’ll find our products and solutions at work. And our services, like application engineering and condition monitoring, are helping to increase reliability in all types of industries. Visit www.skf.com and let us take you on a journey inside the world of SKF. Meet our inventors, experts and knowledge engineers – our global team of close to 50,000 working in 40 different industries, with customers in 130 countries. Hear who we are, what we do and why. It all comes down to what we call The Power of Knowledge Engineering.
THE POWER OF KNOWLEDGE ENGINEERING
43_SKF.indd 1
08-09-14 11:31
Waar je ook bent in Zeeland, binnen 15 minuten sta je aan open water. Zeeland kent dan ook veel grote bedrijven, die hun oorsprong en voorsprong te danken hebben aan de strategische ligging in het Deltagebied. Spelers als Damen, Dow en Total vertegenwoordigen een bulk aan know-how als het om maintenance gaat. Specifiek voor Zeeland is de kennis van maritieme installaties, procesindustrie, chemie en energie.
“We bouwen hier kennis op die ongeëvenaard is in de rest van de wereld. Die moet je dus ook exporteren.”
Rob Rutjens, Maintenance Value Park Terneuzen
Samen met Noord-Brabant en Limburg wil Zeeland de stevige basis in maintenance verder uitbouwen. Daarom investeert de Provincie in goed onderwijs. Bij de Hogeschool Zeeland is de International Maintenance Academy van start gegaan; ROC Scalda leidt jongeren op tot maintenance technician. De nieuwste ontwikkeling is het Maintenance Value Park in Terneuzen.
Het Maintenance Value Park is een kenniscentrum en werkplaats, gericht op onderhoud in de procesindustrie. Industrie, onderhoudsbedrijven, opleidingsinstellingen en kennisinstituten delen er kennis en bundelen hun krachten. Zo ontstaat een hotspot voor hoogwaardig onderhoud; een broedplaats voor innovaties.
“Het Maintenance Value Park in de Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone wordt een hotspot voor innovatief onderhoud. Door nieuwe, slimme oplossingen te bedenken, wordt onderhoud steeds beter. Dat bereik je alleen door samenwerking.”
Ben de Reu, gedeputeerde Provincie Zeeland
www.maintenancevaluepark.com
De Provincie Zeeland zet in op economische ontwikkeling, groei en innovatie. Wij willen daarin een stuwende kracht zijn voor Zeeland, als regisseur van ruimtelijk beleid en economische ontwikkeling. Met een open en ambitieuze houding spelen we in op de kansen van ons LAND IN ZEE!
Ga voor meer informatie over de provincie Zeeland naar www.zeeland.nl
44_provinciezeeland.indd 1
08-09-14 11:31