Maintenance
Nummer 16, september 2012
Magazine van DUTCH
001_01_cover.indd 1
INSTITUTE WORLD CLASS MAINTENANCE
Nieuwe koers DI-WCM met verdienmodel Betere samenwerking bij stops werpt vruchten af Eerste WCM Summer School succesvol Bedrijven leren van elkaar bij WCM-IP-projecten
11-09-12 13:30
FK_advertentie_maintenance_september_2012_185x267.pdf 1 9/11/2012 10:09:20 AM
Maintenanceopleiding.nl “De docent ging goed op de stof in met veel praktijkvoorbeelden.”
C
M
Y
Dé Maintenance opleider! Terug van nooit weggeweest.
CM
MY
CY
CMY
K
Voor veel industriële bedrijven is het machinepark het hart van de onderneming. Het uitvallen van een installatie leidt direct tot stagnatie van het productieproces, onverwachte onderhoudskosten én omzetderving. Geen wonder dat steeds meer bedrijven een uitgekiend onderhoudsplan naleven en het onderhoud overlaten aan vakbekwame maintenance technicians. Of het nu gaat om: Rotating, Static, Instrumentation of Electrical. Voor zowel voor de engineer als de technician hebben wij de juiste opleidingen!
Schrijf u nu in voor de opleiding Maintenance Engineer en ontvang een iPad3! Startdata zijn 2,3 en 4 oktober!
MTE opleiding nu met gratis iPad3!
Ruim 40 jaar ervaring leren in eigen tempo Losse modules volgen mogelijk zowel incompany als open te volgen Eerstvolgende opleidingen Maintenance Engineer: 2, 3 en 4 oktober Root Cause Analysis: 2, 4 en10 oktober Spare Part Management: 10 oktober, 14 november Pomptechniek: 1, 4 en10 oktober Turbinetechniek: 12 en15 november Compressortechniek: 14, 16 en 17 januari (2013)
Persoonlijk advies nodig? 078 - 62 53 888 (Van 8:00 tot 22:00 uur)
Voor beschikbaarheid en inschrijven ga naar www.maintenanceopleiding.nl FK_advertentie_maintenance_september_2012_185x267.indd 1
002_reed.indd 1
Patrick Hagenstein
[email protected]
9/10/2012 4:24:00 PM
11-09-12 11:17
Inhoud
12
DI-WCM werkt aan nieuwe koers Het Dutch Institute World Class Maintenance werkt aan een business model, kortweg verdienmodel genoemd waarmee het ook in de toekomst van grote waarde kan zijn voor bedrijven. Na consultatie van de industrie werkte DI-WCM samen met adviesbureau Bicore het model uit. ‘DI-WCM gaat directer aansluiten op de behoeften van de industrie.’
24
Betere samenwerking bij stops loont Voorafgaand aan een grote onderhoudsstop nemen de sleutelfiguren van SABIC-Europe en zijn contractors deel aan een teambuilding-bijeenkomst. Door deze workshop kan men de klus samen efficiënter en sneller klaren. Twee van de organisatoren, Pierre Thissen en Henk van Hezel, vertellen over het hoe en waarom.
32
WCM-IP-project levert waardevolle resultaten Het IP-project van DI-WCM levert dit najaar de resultaten op van de vijf werkpakketten. Bedrijven en onderwijsinstellingen zochten samen met DI-WCM naar antwoorden op bestaande onderhoudsgerelateerde vraagstukken. Een ding is duidelijk: bedrijven kunnen veel van elkaar leren.
columns Aad Veenman
16
Roelf Venhuizen
16
Walther Ploos van Amstel
38
Peter van Dongen
38
17 Je maintiendrai in Breda 18 Woensdrecht als one stop shop voor militaire vliegtuigen 21 UAS-project zoekt technische innovaties en toepassingen 22 Tweede Maasvlakte maakt groeispurt 26 On the spot: Industrie ontdekt composieten 27 De procesindustrie laat geld liggen 28 Performance verkopen in plaats van ijzer 31 Kennisbundeling vergroot slagkracht procesindustrie 34 Grote stop Yara 37 Stroomlijning brengt innovaties naar de markt 39 NEXT trend op de beurs 40 Maintenanceopleidingen als oplossing voor tekorten technici Maintenance september ‘12
003_02_inhoud_voorwoord.indd 3
3
19-09-12 09:29
‘We stoten ons immers geen 2e keer aan dezelfde steen...’ 2x Hetzelfde ongeval
Onlangs gebeurde gebeurde in in een een bedrijf bedrijf op een groot industrie industrie-terrein in het zuiden van Nederland een ernstig ongeval. Om er van te leren werd dit incident intern intern door dit bedrijf dit bedrijf gecommuniceerd gecommuniceerd op op een een safety safety flyer. flyer. In In dezelfde maand maand gebeurde elders op dit bedrijventerrein precies hetzelfde gebeurde elders op dit ongeval weer. Als deze onderneming de safety flyer van het eerste bedrijf had kunnen lezen, was de kans groot dat dit ongeval geen 2e 2e keer was voorgekomen. voorgekomen. keer was
Unieke synergie om arbeidsongevallen te voorkomen
SafetyFlyer.nl is een samenwerkingsverband samenwerkingsverband van van bedrijven bedrijven die hun veiligheidsprestaties willen verbeteren. De safety flyers die zij hiervoor inzetten worden eenvoudig op de website gemaakt of geüpload (met of zonder zonder bedrijfsnaam) bedrijfsnaam) en zijn voor iedere deelnemer deelnemer beschikbaar. beschikbaar. Door Doorde deinciincident dent oorzaken te delen, worden gevaren de werkplek oorzaken te delen, worden gevaren op deopwerkplek sneller herkend. herkend. Op Op deze deze manier manier leren leren de desamenwerkende samen-werkende bedrijven van elkaar en hun (bijna) ongevallen. Uitvoerders Uitvoerders kunnen lessen meteen de praktijk toepassen. kunnen dezedeze lessen meteen in deinpraktijk toepassen.
Continu vergroten van het risicobewustzijn
Attendeer uw medewerkers met behulp van de nieuwste safety flyers op latent aanwezige veiligheidsrisico’s van de meest uiteenlopende uiteenlopende aard. aard. Anders Anders dan dan bij bij een een training training ofof meest structureel het risicobewustzijn workshop vergroot u zo structureel van uw medewerkers. Makkelijker kunnen wij wij ongevals ongevals-de website website en preventie niet voor u maken. Bezoek de profiteer van de tijdelijke actiekorting!
sharing learning prevention
004_sipres.indd 1
11-09-12 11:00
editorial
Colofon Maintenance is een uitgave van het Dutch Institute World Class Maintenance. Voor meer informatie zie www.worldclassmaintenance.com Uitgever Industrielinqs pers en platform Mark Oosterveer
[email protected]
Redactie Rien Puyenbroek (Hoofdredacteur), Stefi Celie, Moniek Schoofs (MEC/WCAA), David van Baarle, Pieter Pulleman, Erik te Roller, Mark Oosterveer en Elise Quaden Redactieraad Rien Puyenbroek, Stefi Celie, Moniek Schoofs, Cècely Loontjens, Stefan van Seters, Gerard Blom, Rutger van der Male, Jaap Heukelom, Chris Rijsdijk en Mark Oosterveer Redactieadres Dutch Institute World Class Maintenance Princenhagelaan 13 4813 DA Breda T. 076-5311090 E.
[email protected] Oplage 5.000 exemplaren Vormgeving Gabriele Köbbemann (Coverfoto: BASF) Druk Veldhuis Media, Raalte Eindverantwoordelijke Lex Besselink Advertentieverkoop Jetvertising Rob Koppenol T. 070 3990000 E.
[email protected]
Mede mogelijk gemaakt door:
Maintenance Vertrouwen en optimale inzet Een woord dat de laatste tijd erg intensief wordt gebruikt is: ‘vertrouwen’. Vertrouwen in organisaties en mensen is essentieel voor een leefbare samenleving. Het vertrouwen komt te voet, maar gaat te paard, is vandaag de dag een uitspraak die in vele opzichten actueel is. Of het nu gaat over de Europese banken, staatsschulden of over nationale politici die met de uitslag van de verkiezingen een nieuwe stabiele en betrouwbare regering moeten vormen. Ook de industrie moet zorgen voor vertrouwen bij hun klanten en onder de bevolking, elk incident zorgt via de media voor grote imagoschade en het kost zeer veel tijd om het geschonden vertrouwen te herstellen. Voor de maintenancesector is vertrouwen altijd een cruciaal element geweest voor het goed kunnen uitvoeren van de opdrachten van de asset owners en andere opdrachtgevers. Zonder vertrouwen verzanden relaties in achterdocht en conflicten en wordt niet de meerwaarde geleverd die wordt beoogd. Het krijgen en houden van vertrouwen vergt van alle partijen een optimale inzet, inspanning en bereidheid zaken in openheid te bespreken. Dit geldt ook voor de toekomst van het Dutch Institute World Class Maintenance als we na de subsidieperiode op eigen kracht en met steun van de industrie de meerwaarde van maintenance verder willen ontwikkelen. Het ontwikkelde verdienmodel en de roadmap voor de periode na 2014 biedt voldoende perspectieven en houvast, maar is geen automatisme. Na het uitgesproken vertrouwen van de subsidiegevende provincies zullen de mouwen extra moeten worden opgestroopt om ook binnen de kapitaalintensieve bedrijfstakken nog meer vertrouwen te winnen en dit om te zetten in lucratieve innovatieprojecten en kennisdeling. Tijdens ons jaarcongres op 10 oktober zal hierover meer worden toegelicht, maar u kunt erop rekenen dat DI-WCM met al haar partners zich optimaal zal inzetten om van de maintenancesector een absoluut betrouwbare factor in de Nederlandse economie en samenleving te maken. Ir. Lex Besselink Directeur Dutch Institute World Class Maintenance
Dit project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van OP-Zuid:
Maintenance september ‘12
005_colofon_editorial.indd 5
5
11-09-12 13:30
Nieuwe projectmanager voor BAC BAC, het innovatieproject dat nieuwe bedrijvigheid op Aviolanda moet stimuleren, heeft een nieuwe projectmanager: Bert Klarus. Hij volgt John Kustermans op. Klarus werkt sinds afgelopen mei bij de regionale ontwikkelingsmaatschappij REWIN West-Brabant die het BACproject trekt. De belangrijkste taak van Klarus is het vertalen van de innovatie-initiatieven naar concrete businessplannen. Klarus: ‘We moeten ons best doen om
de lopende initiatieven, zoals die rondom de anti-corrosierobot (ACAST), het Europees Kenniscentrum Composieten (EKC) en de regelgeving rondom elektrische systemen in vliegtuigen (ELKINA) om te zetten naar businesscases. Ik zal daarom met de deelnemers sturen op concrete business development. Met ACAST zijn we goed op weg. Nu is het zaak om dat ook voor de andere projecten te doen.’
Bert Klarus volgde de hts Civiele Techniek en studeerde Bouwkunde aan de TU Delft. De laatste negen jaar werkte hij voor ingenieursbureau Movares. Hij was betrokken bij vastgoedontwikkelingen in combinatie met infrastructurele werken, zoals de Zuiderzeelijn en IJ-meerlijn. DI-WCM ondersteunt de ontwikkelingen op Businesspark Aviolanda, inclusief die binnen het BAC-project. Meer informatie op: www.bacw.nl/nieuws
Bezoek delegatie Jamaica Medio augustus ontving de World Class Aviation Academy (WCAA) een kleine delegatie uit Jamaica onder leiding van de minister van Industry, Investment en Commerce van Jamaica, de heer Hylton, met in zijn gevolg de adviseur van de minister, de heer Nugent, de directeur van het Caribbean Aerospace College, CAC, de heer Chang, en project consultant van het CAC, mevrouw Derby. De delegatie bezocht de trainingsfaciliteiten in Hoogerheide en Rijen en spraken tijdens het bezoek een groot aantal mensen van de WCAA, het Rotary Wing Training Center (RWTC), de lokale politiek en het bedrijfsleven. Aanleiding en onderwerp van het bezoek was de uitbreiding van de huidige samenwerking met de Jamaicaanse over-
heid en het Caribbean Aerospace College. Het tweedaagse bezoek begon in Woensdrecht met een meeting met burgemeester Fränzel en wethouder Van der Wijst van Economische Zaken. Vervolgens waren er gesprekken met de wethouders Dols en De Ridder van de gemeenten Tilburg en Gilze en Rijen, directeur Besselink van het Dutch Institute World Class Maintenance, directeur Van Kleef van Gate2 en de directeur Economie van de provincie Noord-Brabant, Van Merrienboer. Op basis van het enthousiasme van de delegatie over het WCM-model en de WCAA wordt nu onderzocht hoe de samenwerking kan worden geïntensiveerd en hieraan invulling kan worden gegeven.
Op zoek naar maintenancetalenten? De website ikbenworldclass.nl, ontwikkeld vanuit het Maintenance Education Consortium om jonge studenten te enthousiasmeren voor het vakgebied maintenance, is vernieuwd. Studenten kunnen op de website informatie vinden over interessante opleidingen en los daarvan ook over bedrijven waar zij vervolgens een carrière kunnen beginnen. De site is nu dusdanig vernieuwd dat beide onderdelen, leren en werken, aan elkaar gekoppeld zijn. Het is voor studenten nu makkelijker om te zien welke kansen er voor hun toekomst in hun omgeving liggen zowel binnen bedrijven als binnen opleidingen. Bent u op zoek naar maintenancetalenten? Dan kunt u deze website gebruiken om ze te vinden! Laat uw bedrijfsprofiel bij ons achter, en wij plaatsen dit kosteloos op de site. Neem contact op via
[email protected]
6
Maintenance september ‘12
006_7_8_9_10_11_03_nieuws.indd 6
11-09-12 13:29
Nieuws
Direct Maintenance onderhoudt A380’s Het Nederlandse Direct Maintenance is door Emirates geselecteerd om het lijnonderhoud aan de Airbus A380 uit te voeren op luchthaven Schiphol. De luchtvaartmaatschappij uit de Verenigde Arabische Emiraten zet het toestel vanaf 1 augustus in op de dagelijkse route Amsterdam-Dubai. Direct Maintenance verzorgt nu al het line maintenance aan de Boeing 777’s die Emirates inzet op deze route. De Airbus A380 is een nieuw vliegtuig in de portfolio van Direct Maintenance. Het bedrijf is begonnen met de voorbereidingen om onderhoudswerkzaamheden aan de A380 te kunnen en mogen uitvoeren. Daarbij gaat het om training van personeel, het aanvragen van vergunningen en de aanschaf van gereedschappen en materieel. Emirates ging op 1 mei 2010 van start met een rechtstreekse lijndienst van Amsterdam naar Dubai. Vanaf het begin verzorgt Direct Maintenance het
lijnonderhoud aan de Emirates-vloot op Schiphol. Direct Maintenance heeft ook Qatar Airways als nieuwe klant weten aan te trekken. De luchtvaartmaatschappij uit het Golfstaatje Qatar besteedt het line maintenance op zes luchthavens - Amsterdam, Dar es Salaam, Nairobi, Kilimanjaro, Mombasa en Zanzibar - uit aan Direct
Maintenance. Op passagiersvluchten naar Dar es Salaam, Nairobi, Kilimanjaro, Mombasa en Zanzibar zet het A320’s in. Op Schiphol is Qatar Airways uitsluitend actief met vrachtvluchten. Op de route DohaAmsterdam-Chicago wordt een Boeing 777F ingezet. Dat vliegtuigtype wordt ook ingezet op vrachtvluchten naar Nairobi.
Nieuw boegbeeld Topsector Chemie Gerard van Harten is vanaf 1 september de opvolger van Rein Willems als boegbeeld van de Topsector Chemie en als voorzitter van de Regiegroep Chemie. Van Harten is momenteel voorzitter van de Raad van Bestuur van Dow Benelux en gaat dit jaar met pensioen. Sinds 2009 zet hij zich in voor de Regiegroep Chemie als voorzitter van SusChem Nederland (de Nederlandse tak van het European Technology Platform Sustainable Chemistry) en geeft leiding aan het ontwikkelen van de internationale plannen van de Topsector Chemie. Rein Willems gaf sinds 2007, eerst als voorzitter van de Regiegroep Chemie en daarna als boegbeeld van Topsector Chemie, sturing aan verschillende initiatieven die de rol van chemie in Nederland moeten versterken.
Gerard van Harten
Rein Willems
Lijmacademie.nl landt in Gilze en Rijen Vanaf september worden op de locatie Gate2 Aerospace & Maintenance in Gilze en Rijen gecertificeerde opleidingen gegeven in de lijmtechniek en composietreparatietechniek voor onder meer de luchtvaartsector. De opleidingen vallen onder de inhoudelijke verantwoordelijkheid van het Duitse Fraunhofer IFAM en zijn door hun generieke opzet van toepassing op alle industriële sectoren. Ingenieursbureau Makiba uit Zevenbergen
is samen met Sergem Engineering coöperatiepartner van Fraunhofer IFAM in de Benelux. Sinds anderhalf jaar voert Makiba Europees gecertificeerde opleidingen uit in de industriële toepassing van lijmtechnieken voor de Nederlandse en Vlaamse lijmspecialisten en vakmensen. Midpoint Brabant stimuleert de regionale economische ontwikkeling in Midden-Brabant. Verbindingstechnologie en ontwikkeling van de Aerospace & Maintenance-
campus Gate2 zijn speerpunten binnen het Aerospace & Maintenance-programma van Midpoint Brabant. Gecertificeerde opleidingen in lijmtechniek en composietreparatietechniek passen daarom uitstekend op Gate2. Lijmacademie.nl is de naam van het samenwerkingsverband tussen Midpoint Brabant en genoemde partijen. Meer informatie en inschrijfformulieren vindt u op de website www.lijmacademie.nl
Maintenance september ‘12
006_7_8_9_10_11_03_nieuws.indd 7
7
11-09-12 13:29
Noorderpoort start school offshore wind Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen heeft 275.000 euro beschikbaar gesteld voor de realisering van een training- en opleidingscentrum offshore wind in de nieuwe Zeevaart, Energie en Productietechnologie (ZEP)opleiding in Delfzijl. Het Noorderpoort bouwt een nieuwe school in Delfzijl en investeert 1,1 miljoen euro extra om een excellent en aantrekkelijk trainingcentrum te worden. De nieuwe opleiding voor offshore wind draagt bij aan een gunstig vestigingsklimaat voor bedrijven en versterkt de arbeidsmarkt voor jongeren, werkenden en zij-instromers. Het past in het onlangs aangenomen energieprogramma en het arbeidsmarkt- en onderwijsbeleid van de provincie Groningen. Dit initiatief is een concrete invulling van een mbo-opleiding in de energiesector. Onder de naam E-college worden in het Noorden opleidingen op mbo-niveau in de energiesector gestart. De extra investeringen van 1,1 miljoen euro worden gebruikt voor praktijkruimten en simulatoren, opleidingen en trainingen
windenergie, ontwikkeling van trainingen en opleidingen, certificering van docenten en marketing en werving van personeel. In het rapport ‘Windskill’ is een berekening gemaakt voor de benodigde arbeidskrachten in Europa voor on- en offshore wind. Per megawatt zijn vijftien personen nodig. Niet alleen voor de installatie van turbines is gekwalificeerd personeel mogelijk maar vooral voor onderhoud van de turbines. Het Noorderpoort gaat de opleiding vraag-
gestuurd inrichten. Noord-Nederlandse bedrijven en in de toekomst ook bedrijven uit Noord-Duitsland gaan de opleiding richting geven. Het Noorderpoort heeft als enige mbo-opleiding in Nederland een licentie verkregen om studenten en werknemers op te leiden volgens de standaarden van BZEE. De BZEE-standaard is ontwikkeld door tachtig bedrijven in de windenergiebranche en is binnen en buiten Europa een erkende standaard.
Dow geeft Value Park impuls Dow Benelux besteedt vier Maintenance Shops uit aan Cofely en Flowserve. Cofely tekent voor laswerk en reparaties aan warmtewisselaars, drukvaten en tanks en voor onderhoud en het testen van kleppen. Flowserve tekent voor het onderhoud aan rotating equipment en algemene machinale bewerkingen. Ook Styron zal gebruik gaan maken van de diensten die Cofely en Flowserve gaan aanbieden. De overeenkomst verzekert Dow van lange termijn kwalitatief hoogwaardig onderhoudswerk en is tegelijkertijd een stap vooruit in de transformatie van de Dow-site naar een
8
industriepark waar meerdere partijen fabrieken hebben. Behalve het bereiken van een akkoord over het uitbesteden van de vier Maintenance Shops aan Cofely en Flowserve heeft Dow ook een meerjarencontract afgesloten met Indaver voor het reinigen van procesapparatuur. Het contract biedt Indaver zekerheid voor de toekomst, waarmee het mogelijk wordt een flinke investering te doen in een nieuwe installatie. De samenwerking biedt zowel Dow als Indaver voordelen. Dow hoeft niet zelf te investeren in een nieuwe installatie. Indaver, dat sinds 2006 het industrieel
afvalwater van Dow beheert, krijgt de kans de dienstverlening naar andere klanten uit te breiden. De bouw van de installatie direct naast het Dowterrein bij de weg naar de Westerscheldetunnel begint in september en moet eind februari 2013 afgerond zijn. De investering van Indaver kan worden gezien als een eerste, zichtbare stap naar de totstandkoming van het ‘gedroomde’ wereldwijd toonaangevende kennis- en werkpark voor onderhoudsbedrijven in de chemie. Dit Maintenance Value Park moet aan de oostzijde van de weg naar de Westerscheldetunnel komen, in het nog maagdelijke deel van de Nieuw-Neuzenpolder. Indaver bouwt aan de westzijde van de weg, aan de Dow-kant, maar dat is geen probleem, aldus programmadirecteur Rob Rutjens. Tussen de terreinen is een verbinding gepland. Dow, Cargill Sas van Gent, Yara Sluiskil en Zeeland Refinery (voorheen Total Vlissingen) zijn de trekkers van het park, waarbij ruim twintig onderhoudsbedrijven en de school voor middelbare beroepsopleidingen ROC betrokken zijn. Alles is erop gericht om onderhoudswerk in de chemie naar een hoger plan te tillen. Innovatieprojecten, zoals werken op hoogte, zijn al in gang gezet. De bouw van het park moet in de loop van 2013 beginnen.
Maintenance september ‘12
006_7_8_9_10_11_03_nieuws.indd 8
11-09-12 13:29
Nieuws
Gids voor bescherming tegen corrosie Net voor de zomer hebben Infosteel, VOM en Zinkinfo Benelux de gids voor bescherming van staal tegen corrosie gelanceerd. De initiatiefnemers hebben twee jaar geleden de handen in elkaar geslagen om oplossingen te beschrijven om staalconstructies te beschermen tegen corrosie, ongeacht of deze constructies zich binnenin gebouwen bevinden of dat ze aan de buitenlucht worden blootgesteld. Het resultaat van deze samenwerking is een praktische gids die een leidraad is voor alle actoren betrokken bij het ontwerp, de bouw, het onderhoud en
de renovatie van staalconstructies. De beschreven corrosiewerende systemen
zijn gebaseerd op referentienormen en/ of praktijkrichtlijnen en hebben reeds hun deugdelijkheid bewezen. De lijst is echter niet limitatief. Nieuwe trends krijgen ook ruimte maar deze staan nog niet in de publicatie vermeld omdat daar nog te weinig onderzoek is gepleegd. De gids besteedt veel aandacht aan de specifieke omstandigheden die van toepassing zijn op de constructie. Behalve de lokale omstandigheid is ook de levensduurverwachting een belangrijk gegeven in de keuze van het coatingsysteem. De gids kunt u bestellen via VOM (
[email protected] of online www.vom.be/NL/Boekenshop.php).
Europese opleiding onbemand vliegen in Gilze en Rijen Er wordt hard gewerkt aan de vestiging van de eerste Europese opleiding voor operators van onbemande vliegtuigen in Gilze en Rijen. Civiele en militaire toepassingen van vliegtuigen zonder piloten kennen technisch nauwelijks beperkingen. Maar de wet- en regelgeving is sterk bij de praktijk achtergebleven. Het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) verwacht binnen een jaar nieuwe wetgeving. Dan zal het ‘onbemand vliegen’ ook boven Nederland een grote vlucht nemen. Gate2, thuisbasis van het Aerospace en Maintenance Cluster van Midpoint
Brabant in Gilze en Rijen, staat klaar om de eerste Europese opleiding op dit gebied te huisvesten. Er wordt 120.000 euro geïnvesteerd in een haalbaarheidsonderzoek, waarvan de helft uit het regionaal economisch actieprogramma (REAP) van de provincie en Midpoint Brabant wordt bekostigd. Drie marktpartijen dragen voor het overige bij: het NLR, de World Class Aviation Academy en het bedrijf AEC Air Support. Civiele toepassingen voor onbemande vluchten liggen onder meer in sportverslaggeving vanuit de lucht, gewasbescher-
ming (sprayen van pesticiden), observaties door middel van camera’s (’crowd watching’ door de politie), inspecties van hoge objecten zoals windmolens, industriele schoorstenen, elektriciteitslijnen, affakkelinstallaties, verkeersobservaties vanuit de lucht, kustlijnbescherming, milieucontroles, pijplijn-controles, bosbrandbescherming, et cetera. Onbemande toestellen en camera’s kunnen de kosten hiervan tot een tiende terugbrengen, een besparing van negentig procent dus. Militaire toepassingen zijn bekend van de zogenoemde drones - onbemande observatie - en aanvalsvluchten die worden geleid door operators in studio’s op duizenden kilometers afstand. Ook Nederland heeft vorig jaar besloten met drones te gaan vliegen als een van de vijf landen in de wereld die over deze technologie beschikken. Onbemande vliegtuigen zijn veel goedkoper en minder riskant. Volgens het NLR gaat het om driekwart civiele en een kwart militaire toepassingen. Niet alleen kunnen operators in Gilze en Rijen worden opgeleid. Het is tevens denkbaar dat daar operationele activiteiten zullen plaatsvinden. Harrie Bohnen, afdelingsmanager Training, Simulatie en Operator Performance bij het NLR: ‘Er wordt aan veel nieuwe toepassingen gedacht zodra de regelgeving dit onbemand gebruik van het luchtruim toestaat. Gate2 van het Aerospace & Maintenance Cluster kan samen met de World Class Aviation Academy een centrale rol spelen in de training van ‘operators’, misschien al operationeel in 2014.’
Maintenance september ‘12
006_7_8_9_10_11_03_nieuws.indd 9
9
11-09-12 13:29
John Stavenuiter krijgt onderscheiding Afgelopen mei heeft de Servische zusterorganisatie van de NVDO, DOTS, de Euromaintenance Conferentie in Belgrado georganiseerd. Tijdens de openingsceremonie heeft NVDO-lid John Stavenuiter een eervolle onderscheiding gekregen voor de Euromaintenance Incentive Award. De jury
van de Salvetti Foundation spreekt haar waardering uit voor Johns doorzettingsvermogen. Jarenlang heeft hij de Asset Management Control-aanpak gevalideerd met cases uit diverse sectoren. De onderscheiding is toegekend vanwege een specifieke innovatie op dit gebied, namelijk
een Life Cycle Assessment webapplicatie in de vorm van een game. Deze game maakt de consequenties van asset managementbeslissingen transparant. Hierdoor kan deze game beslissers ondersteunen en actoren beter aansturen en motiveren. Meer informatie: www.amccentre.nl
Eerste gameprototypes gepresenteerd
Twee groepen studenten van de opleidingen Communication & Multimedia Design en Informatica van de Hogeschool Zuyd in Limburg zijn in januari 2012 begonnen aan de keuzemodule Gamedesign. Tijdens deze module hebben zij gewerkt aan het ontwikkelen van een gameconcept en –prototype om jongeren tussen negen en veertien jaar te enthousiasmeren voor maintenance. Dit
project heet SIMMaintenance. Net voor de zomervakantie hebben beide groepen hun gameprototypes aan de stuurgroep van het project (bestaande uit onder andere vertegenwoordigers van DI-WCM, Maintenance Education Consortium/MEC en het bedrijf Cegelec) gepresenteerd. Het is de bedoeling dat jongeren via de game op een leuke manier ongemerkt
de uitdagende wereld van de techniek en maintenance leren kennen. Deze jongeren moeten nog een studiekeuze maken en kunnen hiermee richting techniek gestuurd worden. En dat is hard nodig omdat er in Nederland te weinig jongeren kiezen voor een technische opleiding om aan de vraag naar technici te voldoen. De stuurgroep was onder de indruk van de resultaten die de studenten in korte tijd wisten neer te zetten. Het was dan ook nagenoeg onmogelijk een keuze te maken voor één van de twee prototypes. Er is daarom gekozen om beide concepten in één game te integreren. Na de zomervakantie gaan de studenten hiermee aan de slag. Daarbij worden ze ondersteund door professionals van BlueTea, een bedrijf dat interactieve digitale leermiddelen ontwikkelt. Als het prototype is afgerond, is het taak voor de stuurgroep om geïnteresseerde organisaties te vinden om samen met hun de doorontwikkeling mogelijk te maken. Organisaties die belangstelling hebben, zijn van harte uitgenodigd om contact op te nemen met het MEC via ikbenworldclass@ wcmec.nl
SGS opent laboratorium op Chemelot Inspectiemaatschappij SGS heeft op de Chemelot Campus in Sittard-Geleen een nieuw laboratorium in gebruik genomen. ‘Voor onze klanten, onder andere op Chemelot, voeren wij onafhankelijke inspecties en analyses uit, bijvoorbeeld het inspecteren en bemonsteren van schepen’, zegt Marcel Audier, Business Unit Manager Laboratory Services voor SGS. Het inspecteren van schepen omvat het gehele logistieke proces, vanaf het beladen tot en met het lossen. Op Chemelot ligt de nadruk daarbij op chemische en petrochemische producten. Audier: ’Wij inspecteren voorafgaand aan de belading of het schip schoon is. We bemonsteren het product dat voor
10
onze opdrachtgever geladen wordt en we analyseren dat in ons laboratorium. De kwaliteitscontrole van de petrochemie is essentieel voor producenten, handelaars en distributeurs. Bij SGS voeren we een volledige specificatietest uit volgens internationale, nationale, handels- of bedrijfsspecifieke normen voor petrochemische producten. Ons laboratoriumnetwerk biedt een volledige reeks testen, waaronder de routinebepaling van zuiverheid door GC-, HLPC- en, waar nodig, de meer geavanceerde GC-MS-technieken. We bieden ook meer traditionele bepalingen van fysieke basisparameters als destillatie, dichtheid, zuurgraad en kleur. We kunnen ook speci-
aalgebouwde analysemethoden gebruiken of methoden die worden aangeleverd door klanten. De klant ontvangt vervolgens een analyse- en inspectierapport.’ De dienstverlening vanuit het nieuwe laboratorium zal worden uitgebreid met monstertransport. Audier: ‘Deze dienst omvat verschillende activiteiten, zoals het verdelen, verpakken en herverpakken van monsters in hoeveelheden van enkele grammen tot enkele honderden liters. Daarna volgt het verzendklaar maken voor vervoer per vrachtauto, schip of vliegtuig. Ten slotte zorgen we voor het transport naar de eindbestemming, dus door-todoor.’
Maintenance september ‘12
006_7_8_9_10_11_03_nieuws.indd 10
11-09-12 13:29
Nieuws
BIS Industrial Services wint award Agoria heeft de award voor ‘meest innoverende contractor project 2012’ toegekend aan BIS Industrial Services België. BIS won de award met haar BIS Professional WorkForce (BIS PWF)-programma. Het was de eerste keer dat Agoria deze award toekende. Om in aanmerking te kunnen komen voor de award, moest een project onder andere een bijdrage leveren aan het verbeteren van de veiligheid en het welzijn op de werkvloer en bijdragen aan een betere samenwerking met de opdrachtgever. Bovendien moest het gaan om een geïmplementeerd systeem. BIS toetst en certificeert hiermee vakbekwaamheid, houding en gedrag van de isoleerder of steigerbouwer, die in dienst is bij BIS Industrial Services of bij subcontractors. Een onafhankelijke jury van preventieadviseurs van opdrachtgevers en experts van de overheid heeft alle inzendingen beoordeeld op onder meer het innoverend karakter, duurzaamheid en communicatie met de opdrachtgever en derden. Voor een uitgebreide vertegenwoordiging van bedrijven uit de technologiebranche
werd BIS Industrial Services tot winnaar uitgeroepen. Christof Bossuyt, commercieel directeur in België, nam de award in ontvangst. ‘Agoria geniet in België veel aanzien en het winnen van deze award geeft dan ook een uitstekende referentie. Het betekent voor ons een belangrijke stap voorwaarts
in onze activiteiten op de Belgische markt’, aldus Christof Bossuyt. De jury prees vooral het innoverend proces van BIS PWF, waarin vakbekwaamheid centraal staat. Het feit dat BIS PWF sterk wordt gedragen vanuit de directie kon eveneens op de waardering van de jury rekenen.
Brits bedrijf naar Bergen op Zoom Het Britse bedrijf Turbine Motor Works, actief op het gebied van onderhoud, reparatie en revisie van vliegtuigmotoren, gaat haar eerste vestiging buiten het Verenigd Koninkrijk openen in Nederland, om precies te zijn in Bergen op Zoom, onder de naam Total Tanker Engineering & Maintenance (TTEAM). Vanuit het door Turbine Motor Works (TMW) gekozen bedrijfspand aan de Blankenweg van zo’n tweeduizend vierkante meter, met bijbehorende kantoorruimte, zal men onder andere onderhoud en revisie aan motoren van
DC10-toestellen gaan uitvoeren, evenals werkzaamheden aan andere onderdelen van de toestellen. Het bedrijf heeft daartoe op dit moment al een contract met de Koninklijke Luchtmacht. De nieuwe activiteiten van TMW in Nederland zullen op korte termijn werkgelegenheid gaan bieden aan zo’n dertig personen. De heer Appeldoorn, toekomstig directeur van de Nederlandse vestiging van TTEAM, heeft ruim dertig jaar ervaring in de luchtvaartindustrie. Hij verklaart de keuze voor Bergen op Zoom als volgt: ‘Binnen
Nederland had West-Brabant om diverse redenen de voorkeur, onder meer vanwege de bereikbaarheid en de centrale ligging ten opzichte van een aantal voor TMW belangrijke vliegvelden. Wij hoeven niet per se op een vliegveld te zitten, omdat de motoren worden gedemonteerd en per vrachtauto worden aan- en afgevoerd. In Bergen op Zoom hebben wij een prima uitvalsbasis gevonden voor onze activiteiten, dicht bij Woensdrecht.’ Wethouder Linssen van de gemeente Bergen op Zoom vat zijn enthousiasme over de komst van Turbine Motor Works als volgt samen: ‘Na de gesprekken met het management van Turbine Motor Works ben ik absoluut overtuigd dat deze onderneming een vliegende start zal maken in onze gemeente. Het is een gekend, gezond bedrijf, met een heldere visie en strategie en volop groeikansen, en de bedrijfsactiviteit sluit naadloos aan op de regionale strategische agenda met als speerpunt onder andere maintenance. Wij als stadsbestuur van Bergen op Zoom zijn ook erg content met de hooggekwalificeerde werkgelegenheid die Turbine Motor Works naar onze gemeente brengt. Daar is binnen onze lokale arbeidsmarkt duidelijk behoefte aan.’
Maintenance september ‘12
006_7_8_9_10_11_03_nieuws.indd 11
11
11-09-12 13:29
Verdienmodel Het Dutch Institute World Class Maintenance werkt aan een businessmodel, kortweg verdienmodel genoemd, waarmee men ook in de toekomst van grote waarde kan zijn voor bedrijven. Na consultatie van de industrie werkte DI-WCM samen met adviesbureau Bicore het model uit. ‘DI-WCM gaat directer aansluiten op de behoeften van de industrie.’
DI-WCM werkt aan nieuwe koers Bij de toekenning van de subsidies stelden de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland twee voorwaarden. DI-WCM moest aansluiting vinden bij het topsectorenbeleid van de rijksoverheid en er moest een verdienmodel komen voor na 2015, als de financiële steun van de provincies stopt. De aansluiting met de topsectoren Chemie, Hightech Systems & Materialen en Logistiek is gerealiseerd. Voor het ontwikkelen van het verdienmodel diende DI-WCM in februari een plan van aanpak in bij de provincies. Directeur Lex Besselink: ‘Dat werd geaccordeerd en in juni lag er een concept-verdienmodel dat dient als basis voor het besluit of we tot 2015 kunnen rekenen op subsidie.’ In totaal gaat het om zeven miljoen euro over een periode van vijf jaar. Input Om een realistisch verdienmodel te kunnen ontwikkelen, werd de industrie gevraagd om input. Besselink: ‘Hieruit kwam naar voren dat er zeker behoefte is aan een organisatie als de onze. Wel ziet men graag meer focus op toegepaste Research & Development (R&D, red.). Met andere woorden; waar liggen de vraagstukken
12
waar de industrie zich zorgen om maakt? Hoe kun je dat concretiseren en welke toepasbare oplossingsmogelijkheden zijn er op een termijn van een à twee jaar?’ Tijdens de ontwikkelfase van het verdienmodel wilde DI-WCM aan de zijkant staan ‘om een verkeerd beeld te voorkomen’ zoals Besselink het omschrijft. ‘Daarom schakelden we hiervoor een externe partij in, het adviesbureau Bicore. We bemoeiden ons dus niet met de inhoud van het onderzoek. De uitkomsten zijn dan ook een goede weerslag van wat er leeft in de industrie. Bicore is goed in alliantievorming en gebruikt bewezen methoden om de sterke kanten van DI-WCM in kaart te brengen.’ Het bijeenbrengen van partijen die normaal niet snel bij elkaar aan tafel komen, blijkt een van die sterke punten. ‘Dat komt door onze neutrale positie’, zegt Besselink. ‘Daarnaast zijn we goed in het leggen van de cross-sectorale verbindingen en hebben we een goede band met de twee andere o’s: onderwijs en overheid.’ (De eerste o is ondernemingen, red.) Regisseursrol Gerard Blom van Bicore sprak met 25 vertegenwoordigers van asset owners, dienst-
verleners, OEM’s en kennisinstellingen. De rode draad die uit de reacties naar voren komt, is dat DI-WCM een coördinerende rol moet innemen bij het uitwisselen van kennis. Daarnaast moet het instituut groeien naar een regisseursrol op een aantal hoofdonderwerpen die spelen in maintenance. Blom: ‘De onderwerpen die belangrijk zijn voor de industrie, en waarvoor men voor het vinden van oplossingen DIWCM wil betalen, moeten centraal staan. Dat moet gebeuren met een slagvaardige organisatie met een scherpe focus en in samenwerking met de industrie.’ De gesprekken geven aan dat DI-WCM meer moet focussen op onderzoek en innovatie. Dat wordt op maintenancegebied namelijk nog niet ingevuld door andere organisaties en daar ligt een grote kans voor DI-WCM. Blom: ‘Het onderwijs ligt bijvoorbeeld al bij het Maintenance Education Consortium, dat moet je dus niet doen.’ De vertegenwoordigers uit de industrie waarmee Blom sprak, deden meer suggesties. Blom: ‘Het is nu vooral Zuid-Nederland, dat zou meer mogen opschalen naar de rest van het land, of zelfs daarbuiten. Niet alleen geografisch, maar ook nog meer naar andere sectoren. De mix van cross-sectoraal sa-
Maintenance september ‘12
012_13_15_05_artikel_zwart.indd 12
11-09-12 13:29
menwerken ervaart men als heel waardevol, omdat je zo vanuit andere invalshoeken nieuwe inzichten opdoet. Belangrijk is ook dat de koplopers onder je stakeholders in de driver’s seat zitten, zodat die beleid en uitvoering bepalen. Daarnaast kan DI-WCM veel meer slagkracht bereiken door nog intensiever samen te werken met andere organisaties. Bijvoorbeeld: sommige bedrijven vragen zelf R&D-subsidies aan. Waarom zou je daar met je projecten niet op aansluiten?’ Aanpak Voor het verschuiven richting R&D en innovatie schetste Bicore een aanpak. Enkele aandachtspunten die daarin zitten, zijn het nog actiever betrekken van de Programmaraad, als vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, bij het initiëren van projecten. Het voorstel is ook om een pool op te zetten van experts en kenniswerkers uit bedrijfsleven en kennisinstellingen. ‘We denken aan topic trekkers uit het bedrijfsleven aangevuld met mensen uit de pool en een business developer van DI-WCM. Die treedt dan op als katalysator en motivator, een cruciale rol. Omdat het zo belangrijk is dat je ook kennis uitwisselt en verspreidt,
is het voorstel om minimaal twintig procent van de tijd hieraan te besteden.’ Besselink: ‘Het is belangrijk dat we niet in abstracties blijven hangen maar snel richting de toepasbaarheid gaan. Bijvoorbeeld door een proef te doen. Kijken of het sneller, beter of goedkoper kan en hoe je het kunt implementeren. Ook is het belangrijk dat de vraagstukken worden geconcretiseerd en er een business case wordt ontwikkeld. Op basis hiervan kun je ook bepalen waar je als eerste mee aan de slag gaat en waar de meeste verdiensten zijn te behalen.’
‘Waar liggen de vraagstukken waar de industrie zich zorgen om maakt?’
Betrekken Zowel de Raad van Toezicht als de provincie reageerden positief op de aanbevelingen van Bicore, vertelt Besselink: ‘Maar het allerbelangrijkste is dat de industriepartijen erachter staan. Of dat goed zit? Om voldoende bedrijven in voldoende mate te enthousiasmeren, moet je ze betrek-
ken in het hele proces en dat is wat we doen. Er zijn nu circa twintig bedrijven die enthousiast zijn over de voorstellen. Die moet je betrekken bij de verdere uitwerking en daarna kun je het verder uitrollen. Dat heeft tijd nodig. Het gaat immers in feite om een strategische aanpassing van DI-WCM met evenzeer gevolgen voor de aangesloten bedrijven.’ Risico’s De Raad van Toezicht, de provincies, de directie van DI-WCM en de betrokkenen uit het werkveld staan achter de nieuwe plannen. Toch wil Blom zijn ogen niet sluiten voor de risico’s die aan het overgaan naar een nieuwe aanpak kleven. ‘Op het gebied van de financiering is het geen uitgemaakte zaak dat er voldoende commitment bij de partijen zal zijn. Dat betekent dat we ze op voldoende hoog niveau moeten betrekken. Onze aanbeveling is dan ook dat DI-WCM niet alleen met de maintenance managers communiceert maar zo mogelijk ook met de CEO’s van de deelnemende bedrijven die zich persoonlijk committeren aan DI-WCM.’ Ook over het concept kunnen ‘problemen’ ontstaan. Als partijen het niet eens zijn over de nieuwe kennis die nodig is, bijvoorbeeld.
Maintenance september ‘12
012_13_15_05_artikel_zwart.indd 13
13
11-09-12 13:29
VAKBEURS VOOR PROCESAPPARATUUR, -ENGINEERING EN -AUTOMATISERING
ENGINEERING MOVES
DÈ GROOTSTE VAKBEURS VOOR DE TOTALE NATTE EN DROGE
VAN BEURS NAAR EVENT
PROCESINDUSTRIE IN DE BENELUX • 200 exposanten presenteren hier hun nieuwste producten en diensten • PompNL-plein, Machevo paviljoen en PIP Award uitreiking • met één bezoek bent u weer helemaal op de hoogte van alle trends en ontwikkelingen
• nieuw concept met kennisoverdracht en netwerken • verrassende indeling en een nieuwe beleving • naast Energy Saving en Safety is Maintenance één van de hoofdthema’s • Kenniscentrum Maintenance met masterclasses, tentoonstellingen, toepassingen en demonstraties
2-5 OKTOBER 2012 | JAARBEURS UTRECHT
2-5 OKTOBER 2012 | JAARBEURS UTRECHT
WWW.INDUSTRIALPROCESSING.NL
WWW.IAD.NL
Vraag met de code uw gratis toegangsbewijs
Vraag met de code uw gratis toegangsbewijs
aan op www.industrialprocessing.nl
aan op www.iad.nl
200.000.858
300.001.980
IP_I&A2012_210x297_iMaintain.indd 1 014_VNU.indd 1
23-07-12 13:20
11-09-12 11:00
Of als het gaat om de bereidheid om kennis of intellectueel eigendom in te brengen. Blom: ‘Ook hier is het advies: betrek de partijen bij het uitwerken van het businessplan, zodat ze invloed hebben. Stel samen de topics vast en stel regels op voor het vergaren of delen van kennis.’ Een van de aanbevelingen is meer samenwerken met partnerorganisaties als NVDO en Profion. Maar wat als die niet bereid zijn? Blom: ‘Je moet duidelijk doelstellingen communiceren en een goede relatie opbouwen. Vervolgens kun je afspraken maken.’ Besselink: ‘We moeten nog meer de strategische alliantie opzoeken met dergelijke partijen, zoals VOMI, NVDO, Profion en MEC. Bijvoorbeeld bij de lobby richting Den Haag, of op het gebied van cursussen waar bijvoorbeeld de NVDO erg sterk in is.’
zocht eerst naar een logische kapstok. Van Kempen: ‘Welke onderwerpen vormen de basis?’ Dat leverde een lijst op van ongeveer tien items, waaronder cross sectoraal samenwerken, samenwerken in de keten, samenwerken met concullega’s en predictive en condition based maintenance. Van Kempen: ‘Allemaal onderwerpen waarmee een bedrijf dankzij DI-WCM een ander niveau kan bereiken dan individueel.’ De thema’s die volgens Van Kempen over alle sectoren heen spelen zijn fysische verschijnselen van nieuwe materialen (zoals composieten), personeel, samenwerken in de keten, maintenance in de boardroom en predictive en condition based maintenance. Besselink: ‘Personeel is bijvoorbeeld zo’n punt dat je goed met een strategische partner kunt oppakken.’
Welke vraagstukken De kern van de nieuwe koers moet business development zijn, vat Besselink samen. ‘Hoe we dat precies gaan invullen, bepalen we nu met het opstellen van een roadmap. Dat is de inhoudelijke kant die ook de link legt met de topsectoren. Hoe krijgen we bedrijven enthousiast en welke projecten gaan we doen? Hiervoor zetten we een roadmap op die begin september gereed moet zijn.’ Paul van Kempen van adviesbureau KEC identificeert namens DI-WCM welke vraagstukken er liggen en hoe die zijn aan te pakken. Van Kempen
Projectideeën Van Kempen sprak met veel mensen, onder meer om tot projectvoorstellen te komen. ‘Dat blijkt toch lastig, dus nu werken we zelf aan een voorstel.’ Van Kempen zit medio agustus samen met Besselink nog middenin de ontwikkelfase. Er tekent zich wel een aantal projectideeën af. Van Kempen: ‘Integriteit van kunststofvaten: hoe zit het met de degeneratie van nieuwe materialen? Ook corrosie onder isolatie blijft actueel. Het TNO-onderzoek met sensoren loopt al een tijd. We denken over een world class reliability-aanpak
om te leren uit andere sectoren, bijvoorbeeld de luchtvaart, om zo op een hoger niveau te komen.’ Andere ideeën zijn world class data mining voor condition based maintenance, maintenance en logistiek, optimaliseren van de keten ten aanzien van verantwoordelijkheden, risico’s en business efficiency, remote en niet-destructieve inspecties en green maintenance en upgrades. Van Kempen: ‘Dit moeten we nog wel toetsen met de sector.’
‘Het is belangrijk dat we niet in abstracties blijven hangen maar snel richting de toepasbaarheid gaan. Bijvoorbeeld door een proef te doen.’ Spannend ‘Eigenlijk ging het niet alleen om het opstellen van een verdienmodel, maar om het hele businessmodel’, zegt Blom. ‘Voor het instituut zelf betekent de nieuwe koers dat je de goede competenties aan boord moet hebben. De volgende stap is om alles in de praktijk te brengen en de industrie. Het is een spannend proces voor DI-WCM en voor de mensen die er werken. Het plan is goed onderbouwd en geeft legitimatie en vertrouwen, maar de uitdaging blijft.’
Maintenance september ‘12
012_13_15_05_artikel_zwart.indd 15
15
11-09-12 13:29
column
rubriek
Krachten bundelen in de keten Het lijkt zo voor de hand liggend en theoretisch zou het ook relatief eenvoudig moeten zijn, maar de praktijk is weerbarstig. Toch is een krachtig pleidooi op zijn plaats om in de volledige keten van maintenance in de kapitaalintensieve industrie alle krachten te bundelen en samen zorg te dragen voor optimaal functionerende, beschikbare, betrouwbare en veilige installaties en machines. Van opdrachtgevers tot uitvoerende en toeleverende partners zou de bereidheid moeten worden bewerkstelligd om met elkaar om de tafel te gaan zitten en dus met de hele keten tot goede, betrouwbare afspraken te komen. Er valt een wereld, maar ook geld, te winnen, wanneer alle betrokken partijen in een vroeg stadium de gemeenschappelijke belangen duidelijk in kaart brengen en elkaar het vertrouwen en de verantwoordelijkheid gunnen om de uit te voeren opdrachten World Class te realiseren. Asset owners spelen in het bundelen van de krachten in de maintenanceketen een essentiële rol. Zeker in tijden van economische en financiële tegenwind is het van groot belang goed te kijken naar mogelijke verbeteringen zonder dat dit meteen hoge nieuwe investeringen met zich meebrengt. Asset owners-managers en hun inkoopafdelingen hebben hier mogelijkheden toe door op gelijkwaardige basis in gesprek te gaan met de uitvoerende maintenance contractors en toeleveranciers en samen in de keten helder te maken waar meer toegevoegde waarde te behalen valt. Innoveren en kennisdelen zijn sleutelbegrippen om te behouden en te verbeteren wat we hebben. Samen kunnen we meer dan ieder voor zich. Maar die vaststelling ontstaat niet uit zichzelf. Op basis van het ontwikkelde verdienmodel voor de toekomst van DI-WCM en de roadmap die is getekend, zullen wij ons samen met de industrie en partners als Profion, NVDO, VOMI, onderwijs en overheid met onze kennis en ervaring inzetten hieraan een bijdrage te leveren. Op zakelijke gronden, financieel haalbaar en betaalbaar, is samenwerking in de keten een wenkend perspectief en biedt win-win-mogelijkheden voor alle betrokkenen. Een eerste stap is niet langer erover praten, maar doen!
column
Dr. ir. Aad Veenman Voorzitter Raad van Toezicht DI-WCM
BRZO-bedrijven onder vuur Het beeld van de chemie in de media en dus bij het grote publiek wordt de laatste tijd helaas bepaald door de vlammen bij Chemie-Pack. Zodra er een chemische naam opduikt bij een incident worden de beelden van de brand in Moerdijk in januari 2011 getoond. Zo ook bij de berichtgeving over de problemen bij tankopslagbedrijf Odfjell. Het resultaat is dat de omwonenden zich, begrijpelijk, zorgen maken. En dus komen de politici in de weer, aangemoedigd door deskundigen die van rampenbestrijding hun professie hebben gemaakt. Niet alleen de BRZO (Besluit Risico Zware Ongevallen)-bedrijven maar ook de toezichthouders liggen onder vuur. Het is goed dat de Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV) een onafhankelijk onderzoek instelt naar Odfjell. Hoewel de bedrijven primair verantwoordelijk zijn voor de veiligheid en milieueffecten van hun activiteiten is het juist dat ook de rol en deskundigheid van vergunningverleners en toezichthouders worden onderzocht. Uit het OVV-onderzoek naar de brand bij Chemie-Pack blijkt risicovol operationeel handelen de directe oorzaak te zijn geweest. De veiligheidscultuur in het bedrijf liet te wensen over. Van achterstallig onderhoud wordt geen melding gemaakt. Ik wil niet vooruitlopen op de resultaten van het OVV-onderzoek bij Odfjell maar het feit dat de installatie is stil gelegd, doet vermoeden dat er ernstige tekortkomingen zijn geconstateerd. De economische schade voor Odfjell en de reputatieschade voor de grote chemieen petroleumsector in Nederland zijn enorm. Het veilig en verantwoord werken met gevaarlijke maar voor onze welvaart o zo belangrijke halffabricaten en eindproducten is meer dan een inspanningsverplichting. Het is een prestatieverplichting. Professioneel onderhoud is daarbij essentieel om de integriteit van de installatie te kunnen garanderen. Daarom ondersteunt Profion het Veiligheid Vooropinitiatief van VNCI, VNPI, VOTOB en VHCP. De onderhoudsbranche (NVDO, DI-WCM, VOMI, Profion) kan en moet bijdragen aan de uitvoering van een effectief veiligheidsbeleid en aan het herstel van het vertrouwen in de staat van onderhoud van de Nederlandse procesindustrie. Roelf Venhuizen Voorzitter Profion
16
Maintenance september ‘12
016_07_8_column.indd 16
11-09-12 13:29
WCM Summer School ‘Ik zal handhaven’ is de gebruikelijke vertaling van de lijfspreuk ‘je maintiendrai’ van het huis van Oranje, en in het bijzonder van vader des vaderlands Willem van Oranje. ‘Ik zal onderhouden of in stand houden’ kan evengoed natuurlijk, want het Engelse maintenance komt van het Franse maintenir, dat kan ook een ingenieur wel raden. Diezelfde Willem van Oranje had als liefdesnestje het Kasteel van Breda. Willem I zag al het grote belang in van de Zuidelijke Nederlanden als industriële motor van de Lage Landen.
Je maintiendrai in Breda De historische grond van het Kasteel, fraai nazomerweer en tientallen druk exercerende kersverse kadetten van de nieuwe jaarlichting, de toekomstige fine fleur van onze krijgsmacht; reden om de hele laatste augustusweek voor het Kasteel rustig op een bankje te zitten om te mijmeren over heden, verleden en toekomst. Toch heb ik dat die week niet gedaan en ik heb daar geen spijt van. Want de laatste week van augustus vond in het Kasteel de eerste Nederlandse World Class Maintenance Summer School Maintenance Engineering & Management plaats, en dat was een gebeurtenis die ik heel bijzonderder vond. Waarom? Meerdere redenen, maar ik noem er drie. Rooskleurig Ten eerste vanwege de studenten. 53 in getal, waarvan twee derde inmiddels werkzaam bij gerenommeerde bedrijven in Nederland, maar wel minder dan vijf jaar afgestudeerd en in het bezit van een relevante technische of bedrijfskundige opleiding. Slimme, leuke en serieuze lui, stuk voor stuk. Er werd de hele week strak opgelet, en buiten de colleges hard gewerkt - heel hard gewerkt - aan de groepsopdracht. Die groepsopdracht ging over de Antwerpse locatie van het bedrijf BASF in samenwerking met Stork, waar de deelnemers ook een rondleiding kregen, en waarover heel zinnige observaties, analyses en aanbevelingen werden gegeven aan het eind van de week. Als dat de toekomst is van de Nederlandse maintenance managers, dan zie ik die toekomst rooskleurig in. Overigens moeten er zeker nog een paar honderd van dit soort talenten rondlopen bij Nederlandse bedrijven en faculteiten, dus ik zie de toekomst van deze Summer School al even rooskleurig in. En dan heb ik het nog niet eens over ‘executive education’ voor de oudere collega’s van deze jongelui gehad.
Disciplines Ten tweede was dit een bijzondere gebeurtenis vanwege de docenten die naar Breda zijn gekomen. Docenten van zeven faculteiten van zes universitaire instellingen deden mee, allemaal met hun eigen bedijfstakachtergrond en academische discipline. Van aerospace tot procesindustrie, van telecom tot high-tech electronics, van trein tot tank. En qua discipline van natuurkunde tot wiskunde, van werktuigbouwkunde tot organisatiekunde. Van Groningen tot Eindhoven, van Den Helder tot Tilburg, van Delft tot Twente. Er kan echt niemand geweest zijn die alle onderwerpen en alle bedrijfstakcases al kende, zeker niet bij de cursisten maar zelfs ook niet bij de docenten. En ik mocht steeds achter in de zaal zitten, niet in de zon maar wel in de academische skybox. Maintenance-awareness Ten derde was dit een bijzondere gebeurtenis omdat het zo goed weergeeft waar we met DI-WCM voor staan. Ja, wij hebben ons sterk gemaakt voor de totstandkoming en we hebben hard meegeholpen aan de
praktische organisatie. Maar de samenwerking met de kennisinstellingen en de bedrijven heeft het succes bepaald en heeft gezorgd dat het de hele week swingde. Defensie was een buitengewoon behulpzaam gastheer en zij hebben ons verblijf zeer aangenaam gemaakt. DI-WCM heeft als doelstelling katalysator van dit soort kennisuitwisseling te zijn, aanjager van dit soort netwerken, initiator en medeorganisator van dit soort bijeenkomsten. En zo stond voor mij deze inspirerende week in Breda niet alleen op zichzelf, maar stond hij ook symbool voor iets veel groters waar wij voor willen staan: voor het ‘maintenanceaware’ maken van de Nederlanden, en dat kan alleen door rake ontmoetingen tussen gelijkgestemde mensen die je maitiendrai of vergelijkbare motto’s hoog in het vaandel hebben staan, zoals deze Summer School er zeker een was. Voor meer informatie: www.wcmsummerschool.org Henk Akkermans Wetenschappelijk directeur DI-WCM en Bijzonder Hoogleraar, Universiteit van Tilburg
Maintenance september ‘12
017_12_artikel_blauw.indd 17
17
11-09-12 13:28
Defensie Commodore Peter Ort is ervan overtuigd dat de locatie Woensdrecht kan uitgroeien tot een one stop shop voor het onderhoud van militaire vliegtuigen in heel Europa. Samenwerking met private partners zorgt er niet alleen voor dat activiteiten op het gebied van onderhoud, reparatie en modificatie van vliegtuigen in Woensdrecht behouden kunnen blijven, maar zelfs ook groeien.
Woensdrecht als one stop shop voor militaire vliegtuigen Op de basis in Woensdrecht verzorgt Luchtmachtonderdeel Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) het onderhoud van vliegtuigen van de Luchtmacht en materieel van de Landmacht, Marechaussee en Marine. Aanvankelijk beschikte de Luchtmacht over 213 F16-toestellen. Door ingrijpende bezuinigingen is dit aantal inmiddels geslonken tot 68. Door de aangegane samenwerking met het bedrijfsleven ziet de toekomst er voor de 1148 medewerkers van LCW ondanks nog komende bezuinigingen iets rooskleuriger uit. De afgelopen jaren zijn de vaste kosten van het vliegtuigonderhoud vrijwel gelijk gebleven. Het aantal te onderhouden vliegtuigen is echter geslonken, waardoor de onderhoudskosten per vliegtuig gemiddeld zijn gestegen. Door deze ontwikkeling dreigde het onderhoud bij het LCW te duur te worden en stond het voortbestaan van het centrum aanvankelijk ter discussie. In antwoord hierop is LCW enkele jaren geleden een andere weg in geslagen: die van (publiek-private) samenwerking met luchtvaartgerelateerde bedrijven. De overheid steunt dit zogenoemde Maintenance Valley-initiatief: het vormen van een cluster van dergelijke bedrijven op en rond de vliegbasis, waardoor activiteiten
op het gebied van onderhoud, reparatie en modificatie van vliegtuigen in Woensdrecht behouden kunnen blijven en zelfs kunnen groeien. ‘In 2005 is al besloten om alle onderhoudsactiviteiten te concentreren op Woensdrecht’, zegt vertrekkend directeur van het LCW Peter Ort. ‘Ons centrum voor kennis en onderhoud van avionica in Rhenen verhuist eind dit jaar naar dit terrein. Ook het centrum voor communicatiemiddelen en missieondersteuning in Dongen komt hierheen. Verder nemen we het onderhoud van de marinehelikopters uit Den Helder over. Ten slotte is in 2011 besloten om het fase-onderhoud van de vliegtuigen, zeg maar de grote beurt van de vliegtuigen, alleen nog in Woensdrecht uit te voeren. Tot nu toe deden de vliegvelden dat deels zelf. Daarmee zal Woensdrecht binnenkort de centrale plaats voor onderhoud van militaire vliegtuigen in Nederland zijn. Door de centralisatie behalen we efficiencyvoordelen en besparen we kosten.’ Eigen expertise Het onderhoudswerk aan vliegtuigen vindt voor slechts dertig procent plaats in Woensdrecht en voor zeventig procent buiten Defensie. Van die zeventig procent
Rapport samenwerking Defensie Damen Schelde Shipyards, Thales en Stork lieten onderzoeksbureau Policy Research Corporation onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor samenwerking met Defensie. Hieruit komt naar voren dat zowel Defensie als de Nederlandse defensiegerelateerde industrie profijt kunnen hebben van samenwerking. De drie overhandigden het rapport in september 2011 aan het ministerie van Defensie en minister Hillen. De voorstellen van de Nederlandse bedrijven werden in de eerste editie van Maintenance van dit jaar uit de doeken gedaan. Het interview met Peter Ort geeft aan wat het LCW aan samenwerking doet nu en in de toekomst.
18
aan onderhoudswerk vindt weer tachtig tot negentig procent plaats in de Verenigde Staten, waar bedrijven voldoende schaalgrootte hebben om dit rendabel te kunnen uitvoeren. Ort: ‘We kunnen niet alles uitbesteden, omdat het noodzakelijk is bepaalde kennis en expertise te behouden, zodat we in onze uitzendgebieden kunnen blijven opereren en de klant ondersteuning kunnen blijven garanderen. Bovendien kunnen niet alle geheimgeclassificeerde items en explosieve materialen bij de industrie worden ondergebracht. Ook is er werklast waarvoor de industrie geen interesse heeft of waarvoor de industrie bovenmatige doorlooptijden en kosten rekent. Bovendien beschikken niet alle bedrijven over de juiste licenties en certificaten van andere bedrijven om bepaald onderhoud te mogen uitvoeren. Voor het onderhoud van de resterende 75 motoren van Nederlandse F16’s stonden we voor de keuze om het onderhoud uit te besteden aan bedrijven in Amerika, maar dan zouden we met hogere transportkosten te maken krijgen en een grotere doorlooptijd. Als we het in eigen huis hadden willen voortzetten, hadden we werk van buiten moeten aantrekken om het rendabel te kunnen blijven doen. Het LCW mag echter geen werk voor derde partijen uitvoeren. Daarom zijn we op zoek gegaan naar partners die zowel voor ons als andere opdrachtgevers kunnen werken en hierbij gebruikmaken van onze infrastructuur en productiemiddelen. Dit leidt tot schaalvergroting, waardoor het financiële plaatje er voor ons weer gunstig uit komt te zien. We willen graag meer uitbesteed onderhoud naar Nederland halen, maar dat kan alleen als we hier meer vliegtuigen dan alleen die van de Nederlandse vloot on-
Maintenance september ‘12
018_19_14_groen.indd 18
11-09-12 13:28
FOTO: Frank van Biemen
derhouden. Ook kan het extra werk alleen door commerciële partners worden opgepakt. Daarom hebben we contact gezocht met meerdere bedrijven. Dat kunnen geen willekeurige bedrijven zijn. Om een component van een vliegtuig te onderhouden, moet je toestemming hebben van de originele fabrikant (OEM, red). Onze strategische koers is dan ook om samen te werken met de OEM’s. Voor hen heeft het voordelen om hier een vestiging te openen, omdat Woensdrecht de potentie heeft uit te groeien tot een belangrijk Europees centrum voor vliegtuigonderhoud. Ook is het voor hen interessant, dat ze van ons toegang krijgen tot de operationele gebruiksgegevens van de onderdelen in de toestellen. Eventueel kunnen de OEM’s een Nederlandse partner aanwijzen en die een licentie geven om het werk uit te voeren.’ Grote dekking De eerste OEM’s zijn inmiddels over de streep. Ort: ‘Terma, de Deense fabrikant van elektronische zelfbeschermende apparatuur, heeft zich al gevestigd op het LCW-terrein. Zij onderhoudt hier luchtmachtmaterieel waarvan zij OEM is. Die spullen hoeven dus niet meer apart naar Denemarken gestuurd te worden. Verder heeft Dutch Aero Services in maart 2011
een contract met Defensie gesloten voor het onderhoud aan de F100-motoren van F-16’s voor 25 jaar. Het gaat om een publiek-private samenwerking, waarbij LCW zijn infrastructuur, productiemiddelen, uitrusting en gereedschap ter beschikking stelt aan het bedrijf voor het uitvoeren van het motoronderhoud. En als private partij kan Dutch Aero Services ook werk van derden aantrekken en zo het onderhoud efficiënter uitvoeren, waardoor de onderhoudskosten per motor omlaag kunnen. Overigens heeft het bedrijf voor dit werk een licentie van motorfabrikant Pratt & Whitney gekregen. In Rhenen werken we al samen met Elbit Systems, een Amerikaanse OEM op het gebied van avionica. Zij zijn daar op het LCW-terrein gehuisvest. Elbit krijgt in een later stadium onderdak in Woensdrecht op het moment dat hier alle avionicawerkzaamheden worden ondergebracht. Verder hebben we een samenwerkingsovereenkomst met Boeing gesloten. Hiermee hebben we een belangrijke partner in huis gehaald voor het verbeteren van het onderhoud aan de Apache- en de Chinookhelikopter. Boeing heeft inmiddels een overeenkomst gesloten met AAR Aircraft Components Services in Hoofddorp. Mogelijk brengt AAR onder de licentie van Boeing een deel van zijn activiteiten over
Overdracht Commodore Peter Ort heeft inmiddels met een ceremonie het commando van het Logistiek Centrum Woensdrecht overgegeven aan commodore E. Schevenhoven. Met ingang van 13 augustus is commodore Eric Schevenhoven aangetreden in de staf van de Koninklijke Luchtmacht als nieuwe directeur Materieel & Logistiek. Als directeur Materieel & Logistiek heeft commodore Schevenhoven tevens de leiding over het Logistiek Centrum Woensdrecht.
naar Woensdrecht. Ten slotte zijn we in gesprek met twee andere bedrijven over hun komst naar Woensdrecht.’ Combinatie Een besluit over de JSF kan grote gevolgen hebben voor Woensdrecht. Ort: ‘Als Nederland besluit tot aanschaf van de JSF, is dit erg positief voor de Nederlandse industrie vanwege de extra orders die dan zullen volgen. Dit zal ook een positieve impuls geven aan de werkgelegenheid in Nederland en aan Maintenance Valley in Woensdrecht. Het zal tegelijkertijd een uitdaging blijven om goed in de vacatures te kunnen blijven voorzien. Vanwege de bezuinigingen op de defensie-uitgaven verliezen circa tienduizend medewerkers hun huidige baan. Sommigen daarvan kunnen solliciteren op vacatures die hier zijn. Het gaat wel om technisch hoogwaardig werk, waarvoor over het algemeen moeilijk mensen te krijgen zijn. We houden nauw contact met de World Class Aviation Academy die onderhoudspersoneel opleidt in Gilze-Rijen en Woensdrecht. Deze academie maakt deel uit van het ROC Brabant.’ Ort ziet samenwerking met de industrie wel zitten, maar dan wel onder voorwaarden. ‘Ik denk dat gezamenlijke ondernemingen zoals GoCo’s, government owned/company operated, en joint ventures helemaal niet nodig zijn. De GoCo’s bijvoorbeeld brengen veel rompslomp met zich mee, omdat die dan personeel van Defensie moeten overnemen en er over de bijbehorende sociale voorwaarden moet worden onderhandeld. Het is veel eenvoudiger als wij de dertig procent van de strategische, operationele onderhoudstaken in Nederland blijven doen en de OEM’s eventueel in combinatie met de Nederlandse industrie de resterende zeventig procent uitvoeren.
Maintenance september ‘12
018_19_14_groen.indd 19
19
11-09-12 13:28
YOUR REPUTATION IS MINE.
CaN YOuR rEpuTaTION bECOmE Our rEspONsIbILITy?
Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectie- en keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam en Akersloot en logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 14 landen vestigingen heeft. Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website:
safety, quality and environment
WWW.VINCOTTE.NL
Industrieel Onderhoud_NEW.indd 1
25/11/11 11:19
CONDITIE BEWAKING Trilingsanalyse
Infrarood thermografie
Olieanalyse
Motordiagnose
Ultrasoon analyse
hardverchromen & MCP® chemisch zwarten chemisch nikkel Blackprotect® zwart nikkel Dicronite® Dry Lubrication HP-HVOF thermal spraying Diarc® Diamond Coating SuNiCoat® Optics rond-, vlakslijpen & superfinishen
www.coservices.eu
info@coser vices.nl
NL: +31 46 702 23 61 BE: +32 16 400 136
020_AIB_coservice_CLZ.indd 1
11-09-12 11:15
Unmanned Aircraft Systems Onderhoud aan of met Unmanned Aircraft Systems (UAS) biedt de onderhoudssector interessante perspectieven. Het UAS-project van DI-WCM neemt het voortouw om de kansen te inventariseren en te concretiseren. ‘Voor bijna elk vakgebied is wel een toepassing te verzinnen’, zegt Bas van Goor van Grontmij.
UAS-project zoekt technische innovaties en toepassingen Eigenlijk is de naam UAS niet meer correct. De sector spreekt zelf inmiddels van Remotely Piloted Aircraft Systems (RPAS) als het gaat om de onbemande vliegtuigjes en helikopters. Hoe het ook zij, het project heeft twee doelen: een kenniscentrum opzetten en innovatieve oplossingen aan of met de kleine vliegtuigjes ontwikkelen. Erwin Castelijn van ingenieursbureau Witteveen+Bos vindt het een interessant project. ‘Een onbemand vliegtuig geeft je de mogelijkheid op een andere manier data in te winnen. Het brengt je mogelijk dingen die je anders niet zou doen. Neem de inspectie van een grote brug. Op plekken waar je anders niet zo snel komt, zou je met een UAS een voorinspectie kunnen doen.’ Ondernemers op weg helpen Op Business Park Aviolanda discussieerden de deelnemers eind juni over het concretiseren van de UAS-plannen. Zo ging het erover hoe het UAS-kenniscentrum eruit zou moeten gaan zien en wat er voor nodig is. Hierop kwamen verschillende reacties, uiteenlopend van een centrum dat UAV-ondernemers op weg helpt met een businessplan en financiering tot een partij die eindgebruikers informeert over de juiste UAS-partner. Het centrum zou ook aan PR en marktontwikkeling moeten doen, door civiele toepassingen te communiceren met de markt. Ook kan er een voorlichtingsfunctie aan worden gekoppeld. Of het kenniscentrum een kantoor betrekt en medewerkers inhuurt, of een virtuele netwerkorganisatie wordt, is ook nog onderwerp van studie. De vraag is ook of de leden een bijdrage betalen, of de toekomstige vragenstellers. De kennis moet dus óf commercieel interessant zijn, zodat bedrijven ervoor willen betalen, óf zo belangrijk zijn dat de overheid subsidie wil geven. Frank Jansen van de Netherlands
Aerospace Group verwoordde het zo: ‘Over twee jaar moet er iets substantieels zijn. Daarom moet je nu al aandacht besteden aan de businesscase. Dat bindt ook de deelnemende bedrijven.’ Andere data Grontmij gebruikt al met regelmaat een UAS om data te verzamelen voor het maken van kaarten. Bas van Goor van Grontmij: ‘Vergeleken met de traditionele manier met een landmeter gaat het sneller en levert het meer informatie op. Met die informatie kun je ook weer andere dingen doen.’ Van Goor ziet sowieso legio toepassingen. ‘Denk aan foto’s maken van landelijk gebied voor hoogtemodellen, of assisteren bij de landbouw door de staat van gewassen te checken. Of het maken van foto’s in gebieden waar je heen wilt, maar niet gemakkelijk kunt komen, bijvoorbeeld een moerasgebied of een rampgebied zoals dat bij de brand bij Chemie-Pack. Maar daarvoor moeten we wel de beperkingen van de geringe vliegrange kunnen opheffen.’ ‘Of laat een vliegtuig ‘gebiedsgericht’ vlie-
gen en verschillende zaken tegelijk in kaart brengen’, vult Castelijn aan. ‘Wat je er ook mee doet, het moet goedkoper dan de huidige methode, of het moet andere data opleveren. We moeten daarom kijken naar de combinatie van technische innovaties en de toepassingen. Vraag en aanbod moeten namelijk in balans zijn, dan ontstaat er vanzelf een markt.’ Het zijn precies die onderwerpen die in het tweede deel van het project aangepakt worden. Dat gebeurt met een haalbaarheidsonderzoek naar innovatieve technologieën, het opzetten van een proof of principle van een aantal haalbare deeltechnologieën en het testen en certificeren daarvan. Tijdens de bijeenkomst wisselden de aanwezigen hun ideeën uit. Werkpakketleider Jan-Floris Boer gaat in een vervolgbijeenkomst medio september bepalen met welke onderwerpen hij aan de slag wil. Daarbij draait het vooral om het verder vergroten van de betrouwbaarheid en de veiligheid van RPAS. Denk aan de traceerbaarheid van onderdelen en de robuustheid van de radioverbinding.
Maintenance september ‘12
021_17_artikel_zwart.indd 21
21
11-09-12 13:28
fotospread 22
Maasvlakte 2 maakt groeispurt
Maintenance september ‘12
022_23_11_fotospread.indd 22
12-09-12 10:06
Foto: Van Oord
De aanleg van Maasvlakte 2 gaat met grote sprongen. Onlangs bereikte het Havenbedrijf Rotterdam een mijlpaal: in het bijzijn van koningin Beatrix werd de zeewering gesloten. Daarmee verandert de kaart van Nederland. Het havengebied wordt twintig procent groter en de Nederlandse kustlijn komt ongeveer 3,5 kilometer verder in zee te liggen. De aannemerscombinatie PUMA, bestaande uit Boskalis en Van Oord, legt de eerste fase van de Tweede Maasvlakte aan. De bedrijven zetten hun expertise al op verschillende plekken in de wereld in. Zo bouwden ze bijvoorbeeld de Palmeilanden in Dubai en The World, een kunstmatige archipel in hetzelfde staatje. Nu was de Tweede Maasvlakte aan de beurt. Sinds de start van de aanleg in 2008 hebben afwisselend 23 sleephopperzuigers zand voor het nieuwe havengebied aangebracht. Tijdens het dichten van de zeewering draaiden de sleephopperzuigers van PUMA 24/7. Hoofd Communicatie bij PUMA Priscilla van der Haar benadrukt dat de reders er alles aan doen om de schepen in bedrijf te houden: ‘Sleephopperzuigers draaien standaard continu. De bemanning ervan leeft daarom aan boord. Afhankelijk van het land en klus varieert dat van twee tot zes weken of langer. Aan boord zijn er twee ploegen aanwezig die elkaar afwisselen. Het dagelijks onderhoud en kleine reparaties voert men zelf uit. Als er groter oponthoud is, wordt de technische dienst van het moederbedrijf ingeschakeld. Alleen bij echt grote problemen of voor geplande grote reparaties en class surveys moet men met het schip naar een werf. Meestal is regulier klein en groot onderhoud voldoende om het schip draaiende te houden.’ Tot voor kort konden schepen die nodig waren voor de Tweede Maasvlakte nog door een opening varen om zand en steen aan te voeren. Inmiddels is men bezig om de infrastructuur over de buitencontour aan te sluiten. Van der Haar: ‘In oktober wordt het laatste zand van zee naar de zeewering gebracht. Eind oktober worden de wegen en sporen opgeleverd, waarna de vaarwegen richting de havens aan de beurt zijn. De bestaande Yangtzehaven wordt doorgegraven zodat een toegang naar de nieuwe havens van de Tweede Maasvlakte ontstaat.’ Het Havenbedrijf Rotterdam verwacht dat over anderhalf jaar de eerste schepen afmeren aan de kade van de Tweede Maasvlakte. Eind 2013 zullen die schepen naar verwachting materialen aanleveren voor de bouw van de terminals van APM en Rotterdam World Gateway.
Maintenance september ‘12
022_23_11_fotospread.indd 23
23
12-09-12 10:06
Onderhoudsstop Voorafgaand aan een grote onderhoudsstop nemen de sleutelfiguren van SABIC-Europe en zijn contractors deel aan een teambuilding-bijeenkomst. Door deze workshop kan men de klus samen efficiënter en sneller klaren. Twee van de organisatoren, Pierre Thissen en Henk van Hezel, vertellen over het hoe en waarom.
Betere samenwerking bij stops werpt vruchten af
24
Al bijna tien jaar verzorgen organisatieadviseur Pierre Thissen en trainer en adviseur Henk van Hezel workshops voor de deelnemers aan de onderhoudsstops van onder meer SABIC. Ze doen dat samen met Ron Bours (veiligheidskundige) en François Verhoeven (facilitator van outdoorfaciliteiten). Thissen legt het idee achter deze workshops uit: ‘Vroeger hadden de contractors bij een onderhoudsstop elk een deelopdracht en probeerden die zo goed mogelijk uit te voeren, desnoods ten koste van het deelbelang van een andere contractor. Het was ieder voor zich en God voor ons allen. Raar, want als iedereen rekening houdt met elkaar levert dat voor alle partijen meer winst op.’
communicatie over planningen en het oplossen van problemen later tijdens de stop gemakkelijker. Daar is onze workshop onder andere op gericht’, aldus Van Hezel. Thissen: ‘Een voorwaarde van een partnership is dat de betrokken managers het snappen en erin geloven. Maar dat betekent niet dat de mensen op de werkvloer er net zo over denken en daarnaar handelen.
Doorlooptijd en kosten Van Hezel: ‘Sinds 2003 werken we in deze workshops aan het verbeteren van de samenwerking, waarbij partnership het sleutelwoord is, en ook aan de manier van werken. Dit heeft wezenlijk bijgedragen aan de resultaten van bijvoorbeeld de stops van de naftakrakers van SABIC-Europe: een telkens kortere doorlooptijd, een daling van de kosten en minder medische behandelingen. Die verbetering kunnen wij natuurlijk nooit alleen opeisen, want SABIC-Europe heeft meer maatregelen genomen die aan dit resultaat bijgedragen.’ Het partnership rust bij grootschalige projecten op drie pijlers: alle betrokkenen zijn gelijkwaardig, ze zijn mede-eigenaar van het project en derhalve verantwoordelijk voor het eindresultaat en ze dienen openheid te betrachten in al hun communicatie en bij alle handelingen. ‘Voor het overleg moet een goede basis zijn: als de mensen voor de stop met elkaar kennismaken, verloopt de
Partnership vraagt op alle niveaus in de organisatie om goede communicatie over wat er niet goed loopt, wie er dwarsligt en hoe het conflict opgelost kan worden. Op verschillende niveaus moeten mensen regelmatig bij elkaar komen om de zaken te bespreken. Om dat goed te organiseren is een communicatieplan onontbeerlijk.’
‘We praten niet meer over opzettelijke overtredingen maar over het blootstaan aan verleidingen.’
Veiligheid en kwaliteit Voorafgaande aan de grote onderhoudsstops geven Van Hezel, Thissen en anderen workshops aan zo’n vierhonderd mensen, verdeeld over zes tot zeven groepen. Het betreft de sleutelfiguren van de opdrachtgever en contractors die tijdens de stops vaak meer dan duizend mensen aansturen. Tijdens de workshop van één dag komen kwaliteit en veiligheid als dé kritische factoren van een stop uitgebreid aan de orde. Veiligheid en kwaliteit vormen daarom de centrale thema’s van zo’n dag. De leidinggevenden van alle betrokken par-
tijen stellen op voorstel van de opdrachtgever gezamenlijke doelen op. ‘De sleutelfiguren hebben tot taak om het concept van partnership over te brengen aan de monteurs, lassers, schoonmakers, et cetera en ook om duidelijk te maken dat kwaliteit en veiligheid heel belangrijk zijn’, vervolgt Van Hezel. Thissen: ‘Partnership komt van twee kanten. De opdrachtgever zorgt er als gastheer bijvoorbeeld voor dat de monteurs netjes worden ontvangen, goede maaltijden krijgen voorgeschoteld en dat het sanitair en de kleedruimten tiptop in orde zijn. Als monteurs ervaren dat ze goed ontvangen worden, zijn ze ook eerder bereid een stapje extra te zetten.’ Bijzonder tijdens de onderhoudsstop is verder dat mensen van de contractors leiding geven aan teams waarin ook mensen van de opdrachtgever zitten. ‘Vandaar dat wij tijdens onze workshops benadrukken, dat iedereen gelijkwaardig is. Belangrijk is dat de eigen mensen van de opdrachtgever dit accepteren en dus geen koninginnengedrag vertonen. Tegelijk dient opdrachtgever helder te zijn over de delegatie van verantwoordelijkheden en te bewaken dat er open communicatie is’, verklaart Van Hezel. Vergissingen De inhoud van de workshop is in de loop van de jaren verder ontwikkeld. Thissen: ‘In het begin draaide het vooral om het goed navolgen van de veiligheidsprocedures, elkaar aanspreken op onveilig gedrag en dergelijke. Op deze manier loop je echter het gevaar moraliserend te zijn en bereik je niet dat mensen vanuit zichzelf actief met veiligheid omgaan. Tegenwoordig praten we niet meer over fouten maken, maar over vergissingen
Maintenance september ‘12
024_25_18_artikel_blauw.indd 24
11-09-12 13:28
FOTO: United
begaan en hoe je dat kunt voorkomen. De gedachte daarachter is dat vaklieden niet bewust grote risico’s nemen. We praten niet meer over opzettelijke overtredingen maar over het blootstaan aan verleidingen. En we besteden aandacht aan de invloed die de persoonlijke gemoedstoestand heeft op het presteren. Kortom, niet de vinger opheffen maar helpen bij het verwerven van inzicht in het eigen gedrag. Vergissingen hebben te maken met de manier waarop ons brein functioneert: onzorgvuldig waarnemen of falen van het geheugen kunnen leiden tot een verkeerde beoordeling van de situatie en die tot een verkeerde handeling. ‘Bij de workshop geven we inzicht in oorzaken en gevolgen van vergissingen. Door te veel routine ga je bijvoorbeeld op de automatische piloot over en ben je minder alert. Als je dat wil voorkomen, moet je dus zorgen dat je niet puur op routine draait’, verklaart Thissen.
‘Verkeerde handelingen komen ook voort uit het toegeven aan verleidingen’, vervolgt Van Hezel. ‘Denk bijvoorbeeld aan het niet gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen, omdat je dat prettiger vindt bij je werk, de laatste veiligheidscheck voor de aanvang van een klus snel afvinken, omdat je liever meteen aan het werk wilt gaan, elkaar niet aanspreken op overtredingen om de lieve vrede te bewaren en geen rommel opruimen na een klus, omdat je daar even geen zin in hebt.’ Ten slotte kan de persoonlijke gemoedstoestand het werk negatief beïnvloeden. Oorzaken kunnen bepaalde emoties zijn vanwege problemen thuis of op het werk, persoonlijke stress en zich niet betrokken voelen bij het werk. ‘Met goed toezicht kun je vergissingen voorkomen en de kans op het toegeven aan verleidingen verkleinen. Ook dienen de sleutelfiguren in hun rol van toezichthouders
het vermogen te hebben om de signalen van een slechte persoonlijke gemoedstoestand te herkennen en in staat te zijn om mensen te helpen daaruit te komen. Dat is eigenlijk niets anders dan leiding geven’, constateert Thissen. Recht op toezicht ‘Toezicht hoeft helemaal niet vervelend te zijn’, aldus Van Hezel. ‘Iedereen heeft zelfs recht op toezicht. Nog te vaak zien mensen hun toezichthouders als politieagenten, terwijl ze niet beseffen dat een paar extra ogen bij ingewikkelde klussen juist welkom zijn.’ ‘Als je mensen telkens wijst op het belang van open communicatie, eigenaarschap van het project en het uit de weg gaan van vergissingen en verleidingen, zullen ze zich dat langzaam eigen maken en naar een bepaald professioneel niveau toe groeien’, vervolgt Thissen. ‘Partnership tot stand brengen, doe je niet even. Dat is een proces dat je stap voor stap moet volgen en volhouden. Zo nu en dan lijkt het op de processie van Echternach: soms verflauwt de aandacht en doen mensen een stap terug, vervolgens zetten ze weer twee stappen vooruit. Het management van een bedrijf moet er voor honderd procent in geloven en doorzetten, want tijdens de rit zullen de participanten af en toe terugvallen in oud gedrag. Daar moet je dan niet van schrikken, maar de betreffende persoon er gewoon op aanspreken. Geleidelijk aan zal iedereen zich het nieuwe gewenste gedrag eigen maken.’
Maintenance september ‘12
024_25_18_artikel_blauw.indd 25
25
11-09-12 13:28
on the spot
rubriek
Industrie ontdekt composieten Composieten hebben de toekomst. Bekend is al de toepassing in de vliegtuigbouw en de Formule 1. Maar de hele industrie kan voordeel halen uit vezelversterkte kunststoffen. Frank van Ee is directeur van Tenmax. Het bedrijf verbetert rotating equipment door het toepassen van vezelversterkte kunststofmaterialen, oftewel composieten. Hiermee kan het rendement van bijvoorbeeld een pomp sterk worden vergroot, de standtijd worden verlengd en de total cost of ownership van de asset owner omlaag gebracht. En dat bij een terugverdientijd van ongeveer een jaar. Van Ee: ‘Vroeger werden composietonderdelen ingezet als de standtijd van een installatie te kort werd bevonden. Tegenwoordig zijn ze steeds vaker de standaard voor OEM’s. Voorheen waren veel rotating equipment-onderdelen van metaal. Die worden nu dus door composieten vervangen. Hierin zijn twee hoofdstromingen te zien: de lagermaterialen en de slijtmaterialen. In de praktijk gaat het dan om onder meer pompen, wear-ringen in een pomp, compressoren en turbines.’ De versterkte materialen levert Tenmax in meer dan twintig landen aan uiteenlopende industrieën, zoals de chemie, maar ook de watersector. Voor die laatste kunnen de composiet-oplossingen een flinke rendementsverbetering opleveren. De standtijd van een pomp wordt meer dan verdubbeld en er kan zo’n 34.560 kilowattuur energie per jaar per pomp worden bespaard bij een vermogen van 100 kilowattuur. Van Ee geeft nog een aansprekend voorbeeld: ‘Composietonderdelen worden veel gebruikt in desalinatieplants, dus voor de ontzilting van zeewater. In dat proces kan veel electrolytische corrosie ontstaan, maar als er wear-ringen van composiet worden toegepast ontstaat er geen corrosie en tevens worden het rendement en de standtijd verbeterd.’
Foto: Tenmax
Composietmaterialen hebben een ontwikkeling doorgemaakt. Van Ee: ‘In het begin van het ‘composietentijdperk’ kenden de materialen nog enkele nadelen die de toepassing beperkten. De slijtvastheid was niet optimaal en het materiaal kon geen al te hoge temperaturen aan. Tegenwoordig zijn de meeste nadelen uitgebannen. Zo hebben wij een materiaal ontwikkeld dat temperaturen tot duizend graden Celsius kan weerstaan.’ Vezelversterke kunststoffen komen in allerlei soorten en maten. Maar allen bevatten ze carbon. Van Ee vertelt over de soorten composieten: ‘Eén categorie bevat peek (een polymeer, red.) versterkt met carbonvezel en nanografiet. Een andere groep is samengesteld uit siliciumvezels gebonden aan koolstofvezels. Tussen deze soorten in zitten allerlei varianten. De verschillen liggen voornamelijk op het vlak van temperatuurbestendigheid, chemische bestendigheid en slijtvastheid. De keus welke variant te gebruiken is afhankelijk van de toepassing.’
26
Van Ee verwacht voor de toekomst veel van composietmaterialen als standaard in nieuwe equipment. ‘Er wordt steeds meer gevraagd van installaties doordat de applicaties ingewikkelder worden. Het boren naar olie is een goed voorbeeld. Dat gebeurt op steeds grotere dieptes. De toepassing van composieten gaat dan ook zeker een vlucht nemen komende jaren’
Maintenance september ‘12
026_20_ontehspot.indd 26
11-09-12 13:27
Profion Het begrip partnerschap bij uitbesteding van onderhoudswerkzaamheden in de procesindustrie is al een tijd ‘trending’ zoals dat in Twitter-taal heet. Onder partnerschapscontracten worden in dit verband contractvormen verstaan waarin een meer op samenwerkingsgerichte wijze uitbesteding wordt gekozen. De communis opinio lijkt te zijn dat partnerschapscontracten een structureel betere basis bieden om overall de onderhoudskosten te verlagen. Toch zien we in de praktijk nog (te) weinig van dergelijke contractvormen.
De procesindustrie laat geld liggen Uit een in 2011gehouden enquête onder VOMI-leden blijkt dat meer dan tachtig procent van de contractvormen bij de uitbesteding van onderhoud in de procesindustrie bestaat uit ‘klassieke contracten’ zoals: lump-sum, regie of op basis van unit rates. Deze contracten bieden geen, of slechts zeer beperkte, incentives om door samenwerking de overall kosten van het onderhoud te reduceren. Voor individuele partijen is er dus geld te verdienen indien de uitbesteding van onderhoudswerk op meer innovatieve wijze ter hand wordt genomen. Maar ook vanuit een maatschappelijk oogpunt is het wat mij betreft zeer gewenst, zo niet noodzakelijk, dat we snel serieus werk maken van een slimmere wijze van uitbesteden. Het zal niemand immers ontgaan zijn dat de er in de opkomende economieën veel geïnvesteerd wordt in raffinagecapaciteit en petrochemie. Dit betekent dat de internationale concurrentie toeneemt en dat onrendabele en verouderde installaties met sluiting worden bedreigd. Voor de Nederlandse procesindustrie is het dus van groot belang dat onze installaties tiptop in orde zijn en, zeker wat betreft kostenefficiency, kunnen meedraaien in het internationale speelveld. Maatschappij Maar ook de arbeidsmarktproblematiek noopt ons tot meer en betere samenwerking. Het dreigend tekort aan vakmensen zal ons ertoe dwingen de schaarse resources die er zijn zo efficiënt mogelijk in te zetten. We zullen er alles aan moeten doen zodat een monteur zijn of haar werk optimaal kan uitvoeren. Er is wat mij betreft niet alleen een financiële maar ook
FOTO: Bilfinger Berger
een maatschappelijk drijfveer om tot meer samenwerking in de onderhoudsketen te komen. Vertrouwen Dat dit in de praktijk nog zo weinig voorkomt, doet de vraag rijzen wat hiervan de oorzaak is. Voor een goede samenwerking is onderling vertrouwen essentieel. En voor het creëren van vertrouwen is tijd nodig. Dit vraagt commitment van het topmanagement, dat niet bij de eerste tegenslag de moed opgeeft. De (evidente) revenuen van een goede op innovatie gerichte samenwerking zullen doorgaans niet meteen zichtbaar worden, maar wellicht pas na één of twee jaar. Hier tegenover staat echter wel een extra inspanning om de samenwerking van de grond te krijgen. Helaas moeten we constateren dat bij veel ondernemingen, onder invloed van de crisis, de focus vooral op de korte termijn ligt. Gelukkig zijn er ook lichtpuntjes, zo heeft de VNCI in haar visierapport 2030-
2050 operational excellence als één van de key succesfactoren voor de chemiesector benoemd. Wat mij betreft hoort een over de gehele onderhoudsketen geoptimaliseerd uitbestedingsmodel hiervan een onderdeel te zijn. Zonnige toekomst Ook vanuit VOMI willen we onze bijdrage hieraan leveren. In de eerste plaats om verder in kaart te brengen wat de bepalende succesfactoren voor samenwerking zijn en hoe eventuele knelpunten kunnen worden weggenomen. Daarnaast willen we in een zo breed mogelijke kring deelnemen aan discussies rond dit thema en deze zo nodig zelf initiëren. Het met elkaar in gesprek komen en blijven zien we als een essentiële voorwaarde voor een zonnige toekomst voor de Nederlandse procesindustrie. Mark Ammerdorffer Directeur VOMI www.vomi.nl
Maintenance september ‘12
027_23_artikel_groen.indd 27
27
11-09-12 13:27
Servitization De verkoop van een machine is eenmalige omzet. Service daarentegen blijft terugkomen gedurende de levensduur van een apparaat. Maakbedrijven moeten daarop anticiperen door servicemodellen te ontwikkelen. Rob Diederen: ‘Service is van levensbelang voor het voortbestaan van veel bedrijven. De marges zijn veel hoger en de serviceomzet blijft ook overeind tijdens economisch magere jaren als bedrijven weinig in nieuwe producten investeren.’
Performance verkopen in plaats van ijzer Rob Diederen van Stork Prints zit in een werkgroep om servicemodellen te ontwikkelen. Het bedrijf maakt nikkelen sleeves om mee te drukken en ontwikkelt en verkoopt ook drukmachines. Meer dan 95 procent van de totale productie is voor de export. Diederen is als manager service & spare parts verantwoordelijk voor service op de installed base. ‘We doen mee met het project om de servicediensten naar een hoger niveau te brengen en er meer omzet uit te halen. We doen al veel goed, maar het kan beter en we willen doorgroeien.’
Welke service? Voor sales director Wim Schilder van Bosch Rexroth Factory Automation liggen de kaarten iets anders. ‘In het marktsegment Factory Automation leveren wij veel servogeregelde aandrijvingen met de daarbij behorende elektronica en mechanische componenten. In tegenstelling tot onze hydraulische aandrijvingen is het onderhoud en service hiervan iets moeilijker te definiëren omdat elektronica minder slijtdelen bevatten. Voor onze hydraulische componenten en systemen is de service goed geregeld. Daar kan ik wel bepaalde
Servitization: het leveren van oplossingen Het ontwikkelen van diensten (services) bij maakbedrijven zal flink toenemen. Deze transformatie van machineproducent naar oplossingenleverancier, ook wel servitization genaamd, heeft ingrijpende gevolgen voor vrijwel alle onderdelen van een bedrijf. DI-WCM en de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) pakken deze ontwikkeling op samen met bedrijven, kennisinstellingen en adviesbureau Praetimus met het programma Service Acceleration program for Dutch OEM/OMM. De ontwikkelingsmaatschappijen uit Limburg (LIOF) en Zeeland (EIZ) en de innovatieadviseurs van Syntens en Dinalog zijn partner in dit Innovatie Zuid aanjaagproject. De bedoeling is om samen het ontwikkelen van services bij de deelnemers te versnellen. ATOS Consulting ontwikkelde eerst een white paper en bevroeg hiervoor 25 bedrijven. Via een gerichte projectaanpak door de BOM, DI-WCM en partners bestaat het platform nu uit circa vijftig deelnemers. De wens is om tot een vijftal vaste clusters van bedrijven te komen die van elkaar leren en kennis delen. Begin 2013 volgt nog een congres rondom de roadmap voor Zuid-Nederland die dan gereed moet zijn.
28
methodieken van oppikken, maar de vraag is hoe je in mijn tak van sport – waarin onderhoud niet vanzelfsprekend is – service kunt opzetten. Hoe kun je de klant ervan overtuigen dat machines met elektrische servoregelingen en veel elektronica ook regulier onderhoud nodig hebben? Het andere punt is de vraag welke service je moet verlenen aan elektronica. Of moet je focussen op een retro-fit na bijvoorbeeld acht jaar? Antwoorden daarop hoop ik te vinden in dit project, evenals het businessmodel dat daarbij hoort. Want dat staat haaks op het model bij hydrauliek.’ Service is lastig Programmamanager High Tech & Service Michel Weeda van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM): ‘Veel bedrijven in de maakindustrie zijn van oudsher georganiseerd als een productiebedrijf. De hele routing en supply chain is gebaseerd op de productieorder. Een vraag om een onderdeel voor services komt als een productieorder in het proces. Ook de bezetting is erop afgestemd. Service wordt dan ook intern beleefd als lastig en verstorend.’ Bedrijven die willen omschakelen lopen volgens Weeda tegen een aantal problemen aan. ‘De bezetting, de IT-voorzieningen, de benodigde competenties, zelf doen versus uitbesteden. Om bedrijven hierbij te helpen, startte Weeda het servitization-
Maintenance september ‘12
028_29_19_artikel_zwart.indd 28
11-09-12 13:27
project (zie kader). ‘Een deel van de maakbedrijven is al gericht met service bezig, anderen moet nog wakker worden. Dat moet ook echt, anders verliezen ze op termijn hun licence to produce’, zegt Weeda. ‘Er is nog veel te winnen met technologie en innovatie; met minder menskracht en meer intelligentie het machinepark wereldwijd in stand houden.’ Oren In werkgroepen wisselen de projectdeelnemers ervaringen uit, delen ze meningen en werken ze ideeën verder uit. Het doel is om uiteindelijk samen een project op te zetten, dat elke deelnemer in zijn eigen bedrijf vorm kan geven. Zover is het nog net niet, maar er zijn al wel ideeën welke richting het op kan. Diederen: ‘De marge op nieuwbouw staat onder druk. Service is vaak een cash cow, maar wordt niet ontwikkeld. Ondertussen is er veel concurrentie van copy cats die onderdelen namaken. Je moet dus meer de eigen knowhow uitbuiten. Klanten beter informeren over de total cost of ownership en je toegevoegde waarde duidelijk maken. Dat moet je enerzijds aantonen, anderzijds moet je daar je organisatie op aanpassen. Bijvoorbeeld door servicecontracten aan te bieden of een helpdesk met remote control in te richten.’ Schilder is het daarmee eens: ‘Een OEM’er wil zijn machine zo goedkoop mogelijk in de markt zetten. Als hij te veel voorzieningen inbouwt, wordt het apparaat duurder en gaat de opdracht naar een concurrent. De OEM’er moet veel meer de total costs of ownership overbrengen op de eindklant, maar dat is soms moeilijk inzichtelijk te maken. Het gaat ook om bewustwording. Het is lastig om dat over de bühne te krijgen. Service as a business zit sowieso te weinig tussen de oren bij de producenten.’ Marge Service kan veel aspecten bevatten. Bekend zijn het leveren van onderdelen of de handjes voor reparaties en onderhoud, het uitvoeren van revisies of het aanbieden van een helpdeskservice. Meer productservices, inspecties, trainingen, het upgraden van machines en het refurbishen van materialen vallen ook onder service en dat geldt ook voor consulting, aangepaste contracten of management support. Diederen: ‘Veel van die dingen doen we nu ook wel, maar veel omzet halen we er niet uit. Nu is het zaak dat naar een hoger niveau te brengen, zodat wij een totaal pakket kunnen bieden dat meer (planbare) omzet genereert en tegelijkertijd ervoor zorgt dat de klant uiteindelijk goedkoper uit is. Daarvoor zul je performance moeten verkopen, geen ijzer. De prijs van het onderdeel en dienst zit ‘verstopt’ in het totaalcontract. Voor de afnemer moet dat besparend werken terwijl voor ons de marge verbetert ’
Michel Weeda: ‘Er is nog veel te winnen met technologie en innovatie; met minder menskracht en meer intelligentie het machinepark wereldwijd in stand houden.’
Banen Service gaat volgens Weeda ook om duurzame banen. ‘Service is planbaar en voorspelbaar én de winstgevendheid is groter. In de toekomst kan het ook best zo zijn dat de OEM’er niet meer de eigen field service engineer op een storing afstuurt, maar die van de toeleverancier, de OMM’er (Original Module Manufacturer, red.). Die heeft het ding gemaakt en weet hoe het functioneert.’ Installaties worden steeds complexer en daarvoor heb je deskundig personeel nodig. Een bedreiging en een kans, zegt Schilder. ‘Het is een bedreiging, want je hebt natuurlijk zelf dat personeel
nodig. Maar het is ook een kans, want het wordt voor de klant ook steeds moeilijker om zelf het onderhoud te doen. Diederen: ‘Wij willen klanten meer aan ons binden. Dan wordt het ook eenvoudiger om de servicediensten te organiseren en erin te investeren. Als ik weet dat ik in India twintig servicecontracten heb, kan ik daarop anticiperen.’ Weeda, tot slot: ‘Het is eigenlijk een kip-ei-verhaal. De paradox is dat als de ‘maakruif’ vol is, er weinig aandacht voor de service is. Het krijgt geen prioriteit, ook niet vanuit het management. De kunst is om er anticyclisch in te investeren.’
Maintenance september ‘12
028_29_19_artikel_zwart.indd 29
29
11-09-12 13:27
Kansen door versobering 1 november 2012 • Drijvend Paviljoen • Rotterdam nu in Schrijf u
Kansen door versobering
Programma
Investeringen in infrastructuur nemen af. Er is minder geld voor bouwen en minder geld voor behouden. Maar is dat erg? Een veranderende markt biedt ook mogelijkheden om zelf te veranderen. De versobering van de inframarkt biedt kansen! Tijdens iMaintain INFRA op 1 november 2012 wordt samen met het publiek via lezingen en discussie gezocht naar die kansen. Industrielinqs stelt samen met de NVDO Sectie Infra een programma samen waarbij de hele waardeketen, van opdrachtgever tot en met instandhouder, wordt belicht. Het netwerk van sprekers en bezoekers zorgt daarbij voor nieuwe inzichten en vervolgacties. U maakt die discussie compleet! Reserveer daarom 1 november in uw agenda. ’s Avonds wordt alweer voor de derde keer het infra-projectteam van het jaar verkozen. Uit een aantal genomineerde teams wordt die groep mensen gekozen, die overall het best scoort op de toetsingscriteria van een vakkundige jury. U kunt zelf ook een team aandragen. Neem daarvoor contact op met de NVDO via
[email protected]
11.00 uur Ontvangst en registratie 11.30 uur Opening ochtendprogramma 11.40 uur Wat is er aan de hand? Twee lezingen waarin de huidige en toekomstige situatie wordt beschreven 12.30 uur Lunch 13.30 uur Kansen door versobering bij opdrachtgevers Twee lezingen uit de praktijk van de opdrachtgevers waarbij van de nood een deugd is gemaakt 14.15 uur Projectpitches De drie genomineerde Infra-projectteams presenteren hun eigen kans door versobering aan het publiek 15.00 uur Pauze 15.30 uur Kansen door versobering bij aannemers Hoe reageert de markt? Twee inspirerende verhalen over kansrijke initiatieven 16.00 uur Kansen op de zeepkist 17.15 uur Afsluiting met borrel 18.15 uur Start avondprogramma
Kijk op www.i-maintain.nl/infra voor meer informatie.
MEER INFORMATIE OVER LOGISTIEK, INHOUD EN/OF SPONSORING Congresinformatie: Kiki Nelson • 020-3122791 •
[email protected] Sponsorinformatie: Anouk Bouwmeester • 020-3122797 •
[email protected] INITIATIEFNEMERS
02_INFRA_A4.indd 2
11-09-12 14:20
Kennis De procesindustrie is sterk vertegenwoordigd in Nederland. De explosief toenemende wereldbevolking en daarmee gepaarde schaarste van energie, water en grondstoffen stelt de industrie echter voor nieuwe uitdagingen. Het Topconsortium Kennis en Innovatie (TKI) Procestechnologie bundelt de kennis van kennisinstituten, bedrijven en universiteiten om de industrie klaar te maken voor een duurzame toekomst zonder verspilling en met groene grondstoffen.
Kennisbundeling vergroot slagkracht procesindustrie Het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) is gevraagd om het TKI Procestechnologie op te zetten. Het instituut heeft al geruime tijd ervaring met het crosssectoraal en interdisciplinair bundelen van kennisstromen en dus lijkt deze nieuwe stap een logische. Aan directeur Tjeerd Jongsma nu de schone taak om bestaande en nieuwe onderzoeksprogramma’s te integreren en te bundelen. Want behalve de chemie beslaat procestechnologie ook de topsectoren Agrofood en Energie. En ook het andere innovatiedomein binnen de Topsector chemie, biobased economy kan profiteren van de kennis van het TKI Procestechnologie. Jongsma: ‘We hebben in Nederland een aantal hoogwaardige technische kennisinstituten die stuk voor stuk baanbrekend werk verrichten. Het enige wat daar nog op aan te merken is, is dat de beschikbare fondsen en daarmee het onderzoek vaak nog wat versnipperd zijn. Daar gaan we nu wat aan doen. We bundelen al die kennis, evenals de onderzoeksactiviteiten die de technische universiteiten hebben op het gebied van procestechnologie, zodat het Nederlandse bedrijfsleven daarvan kan profiteren.’ Lange termijn De activiteiten van het TKI zijn onderverdeeld in drie programmalijnen: resource efficiency, energy efficiency en biobased. De lijnen zijn breed genoeg gekozen om daar langdurige projecten aan te koppelen. Bovendien verbinden ze de gezamenlijke thema’s van chemie, agrofood en energie. ‘Uitgangspunt is dat de natuurlijke bronnen schaarser worden’, zegt Jongsma. ‘Alle trends laten zien dat met een groeiende wereldbevolking de druk op energie en grondstoffen navenant toeneemt. Daar moet je als industrie hoe dan ook op
reageren. Dat kan bijna niet anders dan door procesintensivering. Je zult meer uit je grondstoffen moeten halen en daarbij minder energie, water en grondstoffen verspillen. Een andere manier om met die schaarste om te gaan, is te kijken naar alternatieve, hernieuwbare grondstoffen. Die groene grondstoffen vragen echter wel om heel andere processen, die vaak onder natte omstandigheden zullen moeten plaatsvinden. Hetzelfde geldt voor onderhoud. Nu al zal men moeten nadenken over welke materialen het beste kunnen worden toegepast en hoe systemen zich gedragen in procescondities. En dat over de langere termijn.’ Innovatie Jongsma maakt zich ook sterk voor een meer integrale aanpak van innovatie. ‘Door bij het ontwerp van een installatie al na te denken over het onderhoud verlaag je de total cost of ownership. Toch merken we dat de praktijk iets weerbarstiger is. Er zijn dan ook fondsen beschikbaar om deze ‘zachtere’ kant van innovatietrajecten te onderzoeken.’ Jongsma heeft inmiddels
samenwerking gezocht met partijen als de Onderzoekschool Procestechnologie (OSPT), het Nederlands Kennisnetwerk Scheidingstechnologie (NL GUTS), het Netwerk Procesintensificatie (PIN NL) en het DI-WCM. Een aantal van de lopende programma’s van het DI-WCM past naadloos in het onderzoeksgebied waar het TKI Procestechnologie zich mee bezig zal houden. De procesindustrie kan baat hebben bij de resultaten van het condition based maintenance-onderzoek en ook composieten worden steeds meer toegepast. Een ander interessant onderzoeksprogramma is dat van datamining, waarbij datastromen worden vertaald naar bruikbare informatie. ‘Er zijn zat aanknopingspunten voor samenwerking’, besluit Jongsma. ‘We hebben een stevig programma met een gezonde financiële basis en een gezamenlijke visie voor in ieder geval de komende tien jaar. Ik weet zeker dat DI-WCM daar een significante bijdrage aan zal leveren. We denken in oktober te kunnen beginnen met de eerste onderzoeksprogramma’s en daarmee zijn we het eerste TKI dat daadwerkelijk start.’
Maintenance september ‘12
031_16_artikel_blauw.indd 31
31
12-09-12 10:34
Onderzoek Het IP-project van DI-WCM levert dit najaar de resultaten op van de vijf werkpakketten. Bedrijven en onderwijsinstellingen zochten samen met DI-WCM naar antwoorden op bestaande onderhoudsgerelateerde vraagstukken. Een ding is duidelijk: bedrijven kunnen veel van elkaar leren.
WCM-IP-project levert waardevolle resultaten De projectresultaten komen tegen het eind van het jaar eerst beschikbaar voor de deelnemende bedrijven en onderwijsinstellingen. Daarna komen ze ook op de website van DI-WCM. Hieronder alvast een voorproefje.
Werkpakket 1: Hands on Tool Time Werkpakketleider: Joost van den Brekel, Teammanager Delivery PDM Group Deelnemers: Shell, Tata Steel, DSM, Sabic, Essent, Dow, Sitech, Nedtrain en Gasunie. Het werkpakket Hands on Tool Time (HoTT) is een vervolg op het HoTT-project van Profion. In dat eerste project werd een benchmark uitgevoerd, zodat bedrijven een referentiekader hadden. Joost van den Brekel: ‘Daarna is dat onder de vlag van DI-WCM verder uitgewerkt.’ Hiervoor benaderde de werkpakketleider een negental bedrijven die in verschillende fases van een HoTT-verbetertraject zaten. ‘We verdeelden de deelnemers over de vijf stadia: vooronderzoek, scan, analyse, implementatie en borging. Daarbij keken we samen naar wat nu belangrijk is in zo’n fase. Hoe doorloop je de fases op een goede manier? Waarom zou je eraan beginnen, of waarom juist niet? Meestal realiseer je in een implementatietraject wel verbeteringen, maar hoe houd je die vast? En hoe vaak moet je het doen; een keer per jaar, of moet je stoppen na een jaar?’ Draagvlak Hands on Tool Time verbeteren is een traject waar je veel tijd voor moet uittrekken. ‘Er is veel draagvlak voor nodig in de organisatie. Het is ook breder dan alleen de efficiency van de
32
monteur. Ook de leidinggevende speelt een rol. Het hele HoTTtraject duurt ongeveer negen maanden. Een verbetering van tien tot vijftien procent is te realiseren. Dat is binnen de groep ook gehaald. In het eerste jaar pak je sowieso vijftien procent, dat is het laaghangende fruit. Bijvoorbeeld kortere pauzes. Later komen daar andere dingen bij, zoals reisafstanden of het verbeteren van planningsprocessen.’ Voorbereiding De voorbereiding van een HoTT-verbetertraject is cruciaal, blijkt uit de ervaringen. ‘Je moet met alle partijen vooraf om de tafel. Met je directie, maar ook met de ondernemingsraad en de contractor. Je moet het open spelen en de resultaten delen, anders krijg je tegenwerking. Dan krijg je reacties als ‘ze komen onze pauzes afpakken’.’ Een andere tip is om het eerste meetmoment – de scan – niet zelf te doen. ‘Het gevaar bestaat dat je mooier meet dan de werkelijkheid, omdat je een collega ‘controleert’. Laat dat liever over aan iemand anders.’ De ervaringen uit het werkpakket komen in een soort spoorboekje dat als leidraad kan dienen voor bedrijven die met het verbeteren van de sleuteltijd aan de slag willen. Van den Brekel. ‘Het project leverde ook het inzicht op dat het loont om bedrijven uit de industrie bij elkaar te zetten. Er is nog veel van elkaar te leren.’
Maintenance september ‘12
032_33_35_06_artikel_groen.indd 32
11-09-12 13:27
FOTO: STI Group
Werkpakket 2: Conditiemonitoring en onderhoudsprocessen Werkpakketleider: Bob Huisman, Manager Maintenance Development NedTrain Deelnemers: Bosch Rexroth, Stork, NedTrain, Gasunie, USPI, Essent en Universiteit Twente. Het werkpakket kijkt naar de invloed van condition based maintenance (CBM) op de werkprocessen bij onderhoud. Huisman: ‘Gaan we hetzelfde doen met de betere informatie die we krijgen dankzij conditiemonitoring, of krijgen we andere werkprocessen?’ Het project kent een aantal elementen: 1) Een praktijkcasus van Bosch Rexroth. Een grote drijvende kraan voor bulkgoed wordt voorzien van sensoren die de hydraulische installatie bewaken. Geavanceerde software ‘leert’ wat het normale gedrag van het systeem is en signaleert daarna eventuele afwijkingen. Met deze informatie kan men tijdig ingrijpen als iets mis dreigt te lopen en zo schade voorkomen. 2) De Universiteit Twente heeft op basis van de wetenschappelijke literatuur een referentieschema gemaakt dat behulpzaam kan zijn bij het ontwerpen van installaties met CBM. Dit schema wordt in dit werkpakket aan de praktijk getoetst. 3) Stork inventariseert de stand van zaken rondom de toepas-
sing van conditiemonitoring in de industrie. Daarbij wordt niet alleen naar de techniek zelf gekeken, maar ook naar de wijze waarop bijvoorbeeld de besluitvorming tot stand komt. 4) USPI coördineert het delen van kennis rondom engineeringinformatie voor de procesindustrie. In dit werkpakket wordt dat toegespitst op de informatie die samenhangt met CBM. Huisman: ‘De deelnemers kijken bij deze concrete vraagstukken bij elkaar in de keuken. Het blijkt nuttig dat mensen vanuit heel verschillende bedrijven kritisch naar je eigen vraagstuk rondom CBM kijken. Zo delen we praktijkkennis en leren we van elkaar. Juist door uit te gaan van echte projecten, wordt alles heel tastbaar.’ Het werkpakket levert dus onder meer een beeld op van de huidige toepassing van conditiemonitoring in de Nederlandse industrie en van het toepassen van CBM op een hydraulische kraan. Maar er is meer, zegt Huisman. ‘Zeker net zo belangrijk is het versterken van het netwerk van onderhoudsprofessionals, zodat we elkaar weer weten te vinden met vragen of voor een second opinion.’ Over of en hoe het werkpakket een vervolg krijgt, wordt nog nagedacht.
Werkpakket 3: Effectief toepassen van onderhoudsbewust ontwerpen Werkpakketleider: Sipke Hoekstra, Universiteit Twente Deelnemers: NedTrain, Gasunie en Bosch Rexroth. Het doel van dit werkpakket is ontwerprichtlijnen te ontwikkelen die bijdragen aan lagere kosten en een grotere veiligheid van onderhoud van installaties. Daarnaast willen de deelnemers in kaart brengen wat de consequenties van onderhoudsbewust ontwerpen zijn op de businessmodellen voor MRO. De Universiteit van Twente trekt het werkpakket. Er werden ontwerpregels verzameld en getest bij de deelnemende bedrijven NedTrain, Gasunie en Bosch Rexroth. Sipke Hoekstra: ‘We zijn
begonnen met het opstellen van een overzicht. Welke regels horen bij maintainability, supportability en reliability?’ Totaal stelden de onderzoekers ruim veertig ontwerpregels vast op basis van literatuuronderzoek. ‘Er is een set ontwerpregels opgesteld die te gebruiken is als checklist tijdens de ontwerpfase. Asset owners kunnen die gebruiken om mee te kijken tijdens het ontwerp. Dat is belangrijk, want het ontwerp heeft invloed op de life cycle costs. Een ontwerpregel is bijvoorbeeld of je wel of niet modulair moet bouwen. Wil je snel en eenvoudig een component kunnen wisselen? Of wil je bepaalde delen dubbel uitvoeren?’ Er ligt een checklistontwerp gereed dat straks samen met de andere bevindingen uit de andere werkpakketten beschikbaar komt.
Maintenance september ‘12
032_33_35_06_artikel_groen.indd 33
33
11-09-12 13:27
de order
Grote stop Yara Bij kunstmestfabriek Yara in Sluiskil is de afgelopen weken groot onderhoud gepleegd aan een viertal fabrieken op het terrein. Ammoniakfabriek Reforming E en Ureum 7 en de daaraan gekoppelde ureum verwerkingsinstallaties zijn gefaseerd uit bedrijf genomen, geïnspecteerd en waar nodig gemodificeerd. In de piek van de stop was er zo’n kleine duizend man extra op het terrein aanwezig om een groot aantal werkzaamheden uit te voeren. Mechanisch dienstverlener BIS ROB is huisleverancier van de vestiging in Sluiskil van het Noorse Yara. Het bedrijf is gespecialiseerd in de fabricage en montage van leidingsystemen. Business Unit Manger Dethlef Pieters licht op de eerste dag van de daadwerkelijke stop, de voorbereiding is al langer bezig, de order voor het Zeeuwse bedrijf kort toe. ‘Wij zijn al geruime tijd betrokken bij de voorbereiding op deze grote stop. De stop vindt plaats op vier fabrieken die zijn opgedeeld in drie gebieden. Reforming E, Ureum 5/6 en Ureum 7.’ Het takenpakket van BIS ROB is uitgebreid. Pieters: ‘Bij de voorbereiding van Reforming E ondersteunden wij Yara in de werkvoorbereiding door de werkpakketten op te stellen. Ook voor Ureum 5/6 deden we dit, maar daar kwam bij dat we tijdens deze stop ook het sloopproject moeten opleveren waarvan wij hoofdaannemer zijn. Omdat wij hoofdaannemer zijn, nemen wij ook de coördinatie, planning en progress voor onze rekening terwijl Yara toezicht houdt of dit geheel naar wens verloopt en of het past in het plaatje van Operations. Op deze manier zullen wij ook de shutdown van Ureum 7 voor onze rekening nemen.’ Op het hoogtepunt van de shutdown loopt er zo’n driehonderd man personeel van BIS ROB op de site rond om leidingen te demonteren en zo nodig modificaties ter plekke uit te voeren. Pieters: ‘Mochten leidingen na inspectie in slechtere staat zijn dan voorspeld, dan wil Yara liever niet wachten tot de volgende shutdown.’ Dat de shutdown veilig wordt uitgevoerd, is volgens Pieters evident: ‘Er moeten onder andere twee zware warmtewisselaars van hun plek worden gehaald en er zullen mensen binnen in een scrubber werken. Door alle risico’s van tevoren te adresseren, reddingsplannen samen te stellen en een taak risico-analyse uit te voeren, kunnen we de activiteiten veilig uitvoeren.’
34
034_deorder.indd 34
Maintenance september ‘12
34
19-09-12 12:11
Werkpakket 4: Toepassing van fysische faalmechanismen in onderhoud Werkpakketleider: Universitair Hoofddocent Onderhoudstechnologie Tiedo Tinga, Nederlandse Defensie Academie (NLDA) Deelnemers: NLDA, Universiteit Twente, Gasunie, Wärtsilä, Bosch Rexroth en Koninklijke Marine. Volgens Tinga ziet de onderhoudssector fysische faalmechanismen nog vooral als een academisch onderwerp. Tinga: ‘In dit werkpakket wilden we dan ook laten zien dat kennis van fysische faalmechanismen invloed heeft op het onderhoud en bijdraagt aan het verbeteren van bestaande of ontwikkelen van nieuwe onderhoudsconcepten.’ De deelnemers leverden hiervoor case studies aan rondom veelvoorkomende storingen met onbekende oorzaak. Met elke deelnemer werd een Root Cause Analysis uitgevoerd om de basisoorzaak te achterhalen. ‘Dat moet dan wel tot voldoende diep niveau, dus tot op het niveau van het faalmechanisme. Als je dat weet vast te stellen, dan blijkt de oplossing vaak voor de hand te liggen. Vaak blijkt die oorzaak te liggen in te hoge belasting door de gebruiker. De oplossing is dan om het gebruik aan te passen. Of de belastbaarheid van het apparaat blijkt te laag, bijvoorbeeld door een ontwerpfout. In dat geval moet een onderdeel vervangen worden.’ De waaier en de klep Voor de marine analyseerde Tinga de brandbluspompen van de fregatten. Die bleken regelmatig stuk. ‘Samen maakten we een foutenboom, waaruit bleek dat de waaier in de pomp telkens
stuk ging. De pomp mag alleen aan als hij het water kwijt kan, dus als de achterliggende klep openstaat. In de praktijk bleek de pomp al te draaien, terwijl de klep dicht stond, waardoor de pomp het water niet kwijt kon en niet koelde. Dat leidde tot schade aan de waaier. De belasting is dus te groot door verkeerd gebruik.’ Doorredeneren ‘Men neemt vaak niet de tijd om grondig te analyseren. Root Cause Analysis moet je uitvoeren tot voldoende diep niveau, dus doorredeneren tot het niveau van het fysische faalmechanisme. Dus niet tot die waaier, maar het waarom erachter.’ Het lukte om bij twee van de vier cases de oorzaak van het falen boven tafel te krijgen. Niet geheel toevallig bij de twee gebruikers; de marine en Gasunie. Tinga: ‘Wärtsilä en Bosch Rexroth zijn fabrikanten die zelf ontwerpen. Die hebben al veel kennis van hun product. Daar zullen we nog dieper moeten gaan en aanvullend onderzoek moeten doen.’ De ervaringen zijn verzameld en komen in het eindrapport. Er is een stappenplan ontwikkeld dat bedrijven kunnen toepassen om probleemoorzaken op te sporen. ‘Kennis van faalmechanismen, bijvoorbeeld corrosie, slijtage of vermoeiing, blijkt lastig voor de industrie. Die kennis heb je hiervoor wel nodig. Daarom is er nu ook een beslisdiagram dat helpt om vast te stellen welke mechanismen het betreft. Daarnaast verschijnt er binnenkort een boek van mijn hand dat dieper op de hele materie ingaat.’
Werkpakket 5: Optimalisering van besluitvorming omtrent stops Werkpakketleider: Frans Kokkeler, Universiteit Twente Deelnemers: Akzo Nobel, Essent, NedTrain, Bosch Rexroth en Gasunie. Frans Kokkeler: ‘Er zijn allerlei redenen om een stop of shutdown te doen. Vaak ligt dit verankerd in de wettelijke voorschriften of richtlijnen. Er is heel veel bekend over hoe je een stop moet uitvoeren, maar er is maar weinig inzicht in een strategie ten aanzien van shutdowns over de hele life cycle. Ons doel is het in kaart brengen van langetermijnstrategieën voor shutdowns die ook blijven matchen met de business-strategie. Onderhoudsmanagers hebben wel hun eigen strategie, maar die sluit vaak niet aan op die van het hoger management, dat zich richt op het core proces en de productie. Eigenlijk zie je dat maintenance overal te laag in de organisatie zit.’ Geen literatuur Kokkeler en zijn collega’s bestudeerden de literatuur, maar over strategieën was heel weinig te vinden. ‘Over de stops zelf is voldoende bekend, maar over de onderliggende strategie niet.’ Een strategie kan zijn ‘zo min mogelijk shutdowns’. “De maatregel is dan om data te verzamelen, want overheid
of verzekering schrijft bijvoorbeeld voor: iedere twee jaar een stop. Als je historische data verzamelt kun je op den duur aantonen dat het niet nodig was, en kun je mogelijk de interval vergroten. Een ander voorbeeld is het verkorten van de duur. Een week per jaar, in plaats van één maand in de vier. Dan moet je alle onderdelen dezelfde ‘zwakte’ meegeven. Zo hebben we nu 32 strategieën opgesteld. Ik verwacht dat er nog wel bijkomen.’ Kennis versus claims Een onderwerp dat meer aan de orde zouden moeten komen, is de relatie met de contractor. ‘In hoeverre is een vaste relatie met een dienstverlener waardevol? Kennis wordt bijvoorbeeld niet beoordeeld in de contracten. Claims voor als het mis gaat wel. Dat is eigenlijk best vreemd. Vaak weten bedrijven niet welke afwegingen een rol spelen. Dat proberen we een beetje te verduidelijken. Tien procent meer betalen bij de aanschaf, levert misschien wel veertig procent op tijdens de levensduur. Het is nog te veel kortetermijndenken.’ De bedoeling is dat er een boek komt dat zowel interessant is voor onderwijs als industrie. ‘En dat iedere sector zijn eigen zwaartepuntstrategieën verder kan optimaliseren. Daarnaast zullen we het thema de komende jaren verder moeten uitdiepen.’
Maintenance september ‘12
032_33_35_06_artikel_groen.indd 35
35
11-09-12 13:27
WereldWijd - lokaal Geavanceerd Niet destructief onderzoek diensten Geavanceerde ultrasone inspectie methoden (Las inspectie) zoals Time of Flight Diffractie (TOFD), Phased Array inspectie, Corrosie Mapping, Gemechaniseerd Pulse-Echo. Producten en Software Sonovation ontwerpt en ontwikkelt industriële ultrasoon inspectie Systemen (Sonovision®) en Software.
spminstrument.nl I intellinova.nl
Intelligente conditiebewaking voor toepassingen met variabel rpm
Intellinova® Compact beschikt over intelligente algoritmes, die zelfs bij machines met sterk variabele toerentallen nog haarscherpe spectra en tijdsignalen opleveren, zoals bij windturbines en containerkranen.
• o.a. leverbaar in een 8 kanaals trillingsanalyse uitvoering • Prijsgunstige Software licentie structuur • Geavanceerde order tracking voor machines met een variabel toerental
Training & Consultancy Gecertificeerde cursussen voor TOFD en Phased Array, Technische Audits en Level III diensten.
TÜV Rheinland Sonovation
The Global NDT Competence Centre Elschot 30 • 4905 AZ Oosterhout • Netherlands T: +31 (0)162 425588 • F: +31 (0)162 424343 E:
[email protected] • I: www.sonovation.com
index AIB Vincotte Nederland ...................................................... 20 Coolworld International .....................................................na 2 Coservices International ...................................................... 20 CZL Tilburg ........................................................................ 20 Hogeschool Utrecht Centrum voor Natuur & Techniek.............. 43 iMaintain INFRA congres ..................................................... 30
• 1–20.000 RPM in combinatie met SPM HD • Toepasbaar op container-/ gietkranen, (kogel)molens, windturbines, bandpersen • Haarscherpe resolutie van spectrum en tijdsignaal
iMaintain prestatiemanagement congres ............................... 34 Provincie Zeeland ................................................................ 44 Reed Business Opleidingen ................................................... 2
• Patroonherkenning voor verificatie van signaalbron
Sipress ............................................................................... 4
• Automatische groen-geel-rood evaluatie
SPM Instrument ................................................................. 36 TUV Rheinland Sonovation ................................................... 36 VNU Exhibitions Europe ...................................................... 14
online intelligence
SPM_Intelli_Compact_NL_90x267 april 2012.indd 1
036_spm_TUV_index.indd 1
5-6-2012 9:37:34
11-09-12 15:21
Lean Six Sigma Nederland kent veel innovatieve bedrijven. Om die innovaties daadwerkelijk op de markt te brengen, kan nog wel eens een uitdaging zijn. Een apparaat bouwen is immers iets anders dan een serie produceren, op tijd en met de beloofde kwaliteit. Lean Six Sigma kan dit soort bedrijven helpen de processen te stroomlijnen. Dit gebeurde bij Maiken Systems, een innovatief bedrijf dat openbare verlichting dynamisch regelbaar maakt.
Stroomlijning brengt innovaties naar markt Openbare verlichting zorgt ervoor dat mensen zich ook ’s avonds kunnen verplaatsen. Toch brandt de verlichting in vele gevallen voor niets. Het heeft immers geen zin een fietspad te verlichten als er geen fietser te bekennen is en een volle autoweg heeft meer verlichting nodig dan een bijna lege. Bovendien kunnen wilde dieren overlast ondervinden van kunstlicht. Om deze problemen te tackelen, bedacht Maiken Systems een oplossing. Het innovatieve bedrijf is gespecialiseerd in radiofrequentie- (RF) en powerline-techniek waarbij signalen door de lucht of over de stroomkabel worden verstuurd. Het bedrijf gebruikte die techniek al voor het aansturen en monitoren van minigemalen voor de afvalwaterverzorging en ook voor de openbare verlichting werd een goede oplossing gevonden. Want als je openbare verlichting van een afstand kunt besturen, is het mogelijk deze dynamisch te dimmen. Prestatiekillers Met het succes van de producten, kwam er tegelijkertijd een uitdaging. De orders kwamen binnen, maar de klant was niet altijd tevreden. Leveringen kwamen soms te laat of voldeden niet aan de kwaliteitseisen en ook over het serviceniveau kwamen klachten binnen. Het bedrijf riep de hulp in van Vertogen Management die een Lean Six Sigma-analyse op het orderproces losliet. Lean Six Sigma is een statistische verbetermethode waarbij strategische doelen van ondernemingen worden vertaald naar tastbare en meetbare prestatie-indicatoren. Via een vast stramien van definiëren, meten, analyseren, verbeteren en controleren
zorgt de methode ervoor dat niet alleen de verbeterpunten naar boven komen, maar dat die ook worden geborgd in het bedrijfsproces. Mark Vertogen: ‘De kunst is om ongrijpbare processen op te delen in meetbare componenten: de prestatie-indicatoren. In de de Lean Six Sigma-methode worden ze critical to quality (CTQ, red.) genoemd. Zo kan de algemene term ‘leverbetrouwbaarheid’ worden opgedeeld in een vijftal meetbare CTQ’s: de doorlooptijd per processtap, het aantal te late leveringen, het aantal uitgevoerde herstelacties, de tijdsduur van de herstelacties en het aantal naleveringen. En zo ga je steeds dieper het proces in totdat de processtappen op microniveau zichtbaar worden. Op die manier zie je al heel snel de prestatiekillers en kun je vervolgens analyseren hoe die tot stand zijn gekomen.’ Tijd en kosten De analyse leidde tot een aantal opvallende inzichten. Zo bleek onder andere dat de productie van innovatieve producten meer tijd kost dan die van de wat meer standaard
producten. ‘Het klinkt heel logisch, dat innovatieve producten een langere doorlooptijd kennen’, zegt Vertogen. ‘Maar bij Maiken Systems liepen de processtromen vaak door elkaar zodat ook de standaardproducten vertraging opliepen. De oplossing was dan ook een scheiding tussen de stromen te maken zodat in ieder geval de standaardproducten op tijd konden werden geleverd. Bovendien kon men voor de innovatieve producten, zoals de dynamische verlichtingsoplossingen, een reëler tijdspad voorspiegelen. Klanten zijn bij dit soort producten best bereid te wachten, als ze maar zeker weten dat het product op de aangegeven datum ook echt klaar is.’ Het Lean Six Sigma-traject leverde niet alleen meer tevreden klanten op. Doordat het proces efficiënter werd ingericht, daalden ook de operationele kosten. ‘Bedrijven denken vaak dat Lean Six Sigma een tijdrovend en duur proces is’, besluit Vertogen. ‘Dit project bewijst maar weer dat het tegendeel waar is. De kosten waren al binnen de looptijd van het project terugverdiend. Bovendien heeft het de medewerkers meer inzicht verschaft in het effect van hun acties.
Maintenance september ‘12
037_15_artikel_zwart.indd 37
37
11-09-12 13:27
column
rubriek
Elektrisch rijden: kip of ei? Deskundigen voorspellen dat de olieprijs van 100 US dollar per vat naar 200 US dollar per vat stijgt in 2030. De transportsector is één van de grootste gebruikers van fossiele brandstof. De olieprijs kan natuurlijk ook lager uitkomen, maar alleen wanneer bedrijven inzetten op alternatieve brandstoffen als biobrandstoffen, aardgas, LPG, elektriciteit, synthetische brandstoffen en waterstof. Transport en Logistiek Nederland (TLN) berichtte onlangs: ‘Vanuit de maatschappij wordt steeds meer belang gehecht aan duurzaam en verantwoord ondernemen. Transportbedrijven zijn op zoek naar alternatieven naast en uiteindelijk misschien zelfs voor de vertrouwde diesel.’ Zelf ben ik commissaris bij een aantal logistiek dienstverleners en alternatieve brandstoffen staan regelmatig op de agenda. Wij komen er echter niet uit en stellen de beslissingen uit of zetten voorlopig in op schonere dieseltechnologie, zoals Euro VI, en slimmer motormanagement. Waarom komen we er niet uit? Ten eerste is er nog te weinig bekend over de levensduurkosten en inruilwaarde van de schone vrachtwagens. Ten tweede kijken de banken en leasemaatschappijen ook de andere kant op. Met het gebrek aan inzicht in de levensduurkosten en de inruilwaarde komen zij niet tot financieel realistische offertes. In een sector waarin vijftig procent van de omzet opgaat aan de kosten van de vrachtwagen kun je geen risico’s nemen voor de komende acht tot tien jaar, zeker niet als je kijkt naar de veel hogere kosten van aanschaf. Investeren in het wagenpark is een strategische beslissing. Daarom ligt hier een uitdaging voor de sector om samen met ondernemers, onderzoekers en onderwijs een ‘showcase’ te maken voor schoner transport. Hoe zetten we concepten als PHM (prognostics and health monitoring), HUMS (health and usage monitoring systems) en LCA (life cycle analyse) in om een beheersbare, betaalbare en winstgevende ‘power by the hour’ te realiseren? Daarmee kan de maintenancesector de voor Nederland ook zo belangrijke logistieke topsector helpen naar 2040.
column
Dr. Walther Ploos van Amstel Universitair docent en Supply Chain Expert, Vrije Universiteit van Amsterdam
Internationale ambitie Maintenance. Het feit dat we ‘onderhoud, in stand houden’ met een Engelse term duiden, spreekt boekdelen. Veel van de gebruikte terminologie is Engelstalig. Vanzelfsprekend: over de hele wereld is onderhoud een belangrijk thema. Zeker in een tijd van verduurzaming. Belangrijk dus ook voor kennisinstellingen hun studenten voor te bereiden op het werken in een internationale context. Voor het Maintenance Education Consortium (!) is die internationale dimensie een belangrijke speerpunt. Dat krijgt op verschillende manieren vorm. Het MEC neemt deel aan internationale conferenties zoals InnMain in Valencia in mei van dit jaar. Daar wordt gewerkt aan op het opbouwen van internationale netwerken. Het opzetten van uitwisselingsprogramma’s voor mbo- en hbo-studenten is daarbij een belangrijke doelstelling. Dit geldt zowel voor docenten als voor studenten. ROC West-Brabant heeft dit inmiddels opgepakt voor het mbo. Avans en de HZ voor het hbo. Ook het aantrekken van internationale studenten is een belangrijk issue. Voor de International Maintenance Management-opleiding van levensbelang. Een internationale Engelstalige studieomgeving bereidt studenten voor op hun beroepspraktijk van morgen. Goed om te constateren dat van de totale instroom in de opleiding circa veertig procent internationaal is. Deze studenten komen zowel van binnen als van buiten Europa. Internationale casuïstiek in het curriculum ontwikkelen samen met internationaal opererende Nederlandse bedrijven is een belangrijke ambitie. Ook stages van zowel Nederlandse als buitenlandse studenten bij internationaal opererende bedrijven spelen een belangrijke rol. Bij een consultatie van het beroepenveld merkte de opleiding International Maintenance Management terughoudendheid bij bedrijven om Chinese studenten aan te trekken voor de opleiding. Dit vanwege veronderstelde concurrentie. De bereidheid stages ter beschikking te stellen was beperkt. Merkwaardig. Om twee redenen: voor de opleiding kan het nieuwe (internationale) impulsen opleveren. Zowel inhoudelijk als qua studentenaantallen. Maar wellicht belangrijker: de ontwikkelingen in China als opkomende economie gaan razendsnel. Op termijn zal het volgende werkelijkheid worden: if you cannot beat them, join them! Peter van Dongen Voorzitter Maintenance Education Consortium
38
Maintenance september ‘12
038_09_10_column.indd 38
11-09-12 13:26
Maintenance Next Veiligheid, betrouwbaarheid en de arbeidsmarkt worden bij de komende editie van Maintenance NEXT extra belicht. De tweejaarlijkse beurs heeft als basis een compleet aanbod van exposanten uit de onderhoudsindustrie en biedt daarbij een actueel en inhoudelijk programma dat inspeelt op trends in de industrie. En hoewel veiligheid en beschikbaarheid twee vaste waarden zijn in onderhoudsland, staan ze deze tijd extra in de schijnwerpers. De focus op de arbeidsmarkt wordt met het jaar belangrijker.
NEXT trends op de beurs
FOTO: Michael Wongso
Veiligheid
Rope access Sander Louwrier is directeur van Height Specialists en merkt dat door de populariteit van zijn vakgebied de schaarste van personeel een issue wordt. Er worden verschillende vakgebieden uitgeoefend aan het touw maar daar zijn wel getrainde specialisten voor nodig. Louwrier: ‘Je kan een goede lasser niet zomaar in de touwen hangen. Ook rope access is een vak waar de persoonlijke veiligheid steeds optimaal geborgd moet zijn. En daar zijn te weinig mensen voor. Daarom hebben wij in ons team van bijna zeventig personen ook experts uit andere Europese landen. En we leiden ook op. Bijvoorbeeld in samenwerking met Applus RTD. We hebben een aantal van hun specialisten opgeleid tot rope access-klimmers en andersom ook een aantal van onze mensen een goede NDO-opleiding bij Applus RTD gegeven.’ ‘De gekozen trends zijn uitvoerig besproken met verschillende marktpartijen en het adviescomité van Maintenance NEXT.’ Erik Takes is beursmanager van Maintenance NEXT en hij licht de thema’s toe: ‘We merken dat betrouwbaarheid van installaties, veiligheid voor mens en milieu en de technische arbeidsmarkt steeds weer ter sprake komen. Bedrijfskritische
installaties moeten altijd veilig werken en ze moeten werken zodra ze aangezet worden. Om daarvoor goed onderhoudswerk uit te voeren, is kennis en kunde nodig. Maar ook morgen moeten de skills aanwezig zijn bij nieuwe collega’s.’ Takes legt de link naar de expo: ‘Met Maintenance NEXT kunnen wij een bijdrage leveren aan de toekomst van onderhoud. Natuurlijk
René Linders, is commercieel manager bij Vinçotte en reageert op de gekozen beursthema’s. ‘Het is onze core business’, legt hij uit. ‘In de dienstverlening die we bieden zie je de laatste jaren dat er minder grote investeringen zijn maar dat er meer oog is voor onderhoud en condition monitoring van bestaande situaties. Ook door wetgeving en publieke opinie is er extra focus op inspecties en veiligheid.’ De middelen die ervoor ingezet worden, ondergaan ook nog steeds een ontwikkeling. Linders: ‘De meettechnieken worden steeds geavanceerder. Er wordt meer en meer gekozen voor geavanceerde ultrasoontechniek in plaats van radiografie. Zo is er ook geen straling en er kunnen de installaties bij een slimme aanpak dicht blijven.’ De innovaties dragen zo bij aan betere informatie en veiligheid. met de beursvloer als vertrouwde plek waar exposanten hun kennis en kunde presenteren en met het thematisch ingevulde randprogramma waar we ook inhoudelijk ingaan op de materie met Safety NEXT, Reliability NEXT en Who’s NEXT. Uiteraard zijn de exposanten het oersterke fundament van onze expositie. En om hun kennisuitwisseling compleet te maken, verzorgen we met hulp van ons adviescomité een uitgebreid congresprogramma. Daar zijn alle brancheverenigingen, zoals Profion, NVDO en World Class Maintenance bij betrokken en er zitten specialisten bij uit verschillende disciplines. En zo zorgen we dat de industrie klaar is voor NEXT Dimensies.’
Maintenance september ‘12
039_13_artikel_blauw.indd 39
39
11-09-12 13:26
Onderwijs Een structurele oplossing voor de tekorten aan technisch personeel ligt bij de jeugd. Die kiest te weinig voor technische opleidingen. Het Maintenance Education Consortium (MEC) heeft zich daarom de afgelopen jaren samen met het bedrijfsleven ingezet om de hele onderwijskolom (mbo, hbo en wo) op te tuigen als het gaat om maintenanceopleidingen. De aanvang van het nieuwe schooljaar is een mooi moment om de huidige stand van zaken te bekijken en om de toekomst te schetsen.
Maintenanceopleidingen als structurele oplossing voor tekorten technici Op hbo-niveau bestaat er pas sinds een jaar een pure maintenancestudie. Avans Hogeschool en HZ University of Applied Sciences (voorheen Hogeschool Zeeland) startten vorig jaar samen International Maintenance Management (IMM). Wat heeft het jaar IMM opgeleverd? Erik van der Lichte is docent voor de opleiding bij Avans. Hij vertelt: ‘Officieel zijn er 21 aanmeldingen voor International Maintenance Management dit jaar. Vorig jaar, het eerste jaar van de opleiding, waren er negen inschrijvingen. De lijn, van 9 naar 21, is goed. We zijn nog in opbouw, dus een aantal van 21 is mooi voor ons. Veel
meer kunnen we ook niet bolwerken, alleen al omdat we voor voldoende docenten en ruimtes moeten zorgen. Dit jaar doen er voor het eerst buitenlandse studenten mee. Daar zijn we trots op. Ik hoop in het volgende jaar naar de 30 te gaan en zo langzaam door te groeien. Avans en HZ zijn samen de enige die deze opleiding aanbieden, terwijl de behoefte aan maintenancepersoneel in de regio heel groot is. De jongens hebben bijvoorbeeld een project uitgevoerd bij Enexis en wat dat bedrijf betreft mogen ze allemaal daar komen werken. Het blijkt dus dat bedrijven met smart op studenten zitten te wachten.’
Maintenance moet gaan leven Waar het werven vorig jaar in vrij korte tijd moest gebeuren, is dit jaar vol ingezet op het trekken van jeugd: ‘Het werven doen we onder meer met open dagen, aanwezigheid op middelbare scholen, via decanen van die scholen en proefstuderen. Bij dat laatste kunnen leerlingen een dag meelopen op de opleiding of in een bedrijf waar onderhoud van belang is en waar ze met IMM later terecht zouden kunnen komen. Een chemisch bedrijf bijvoorbeeld. Als je het tegen scholieren hebt over ‘maintenance’, weten ze niet meteen wat je bedoelt. Door ze te laten kijken bij
Instroom in de maintenanceopleidingen in het schooljaar 2012-2013
40
Opleiding
Instituut
Aantal instromers
Maintenance Class Limburg (SA&I)
Leeuwenborgh
24
Servicetechnicus E+W / Service Apparatuur & Installatie (SA&I)
Markiezaat College
33
Middenkader Engineering Technicus (MET)
Markiezaat College
85
Luchtvaarttechniek
Markiezaat College
43
Luchtvaarttechniek
ROC Tilburg
50
Middenkader Engineering Technicus (MET)
ROC Zadkine
438
International Maintenance Management
International Maintenance Academy
21
Docent in Techniek
Hogeschool Utrecht
4
Meester Docent in Techniek
Hogeschool Utrecht
10
Master Maintenance
Hogeschool Utrecht
22
WCM Summerschool
DI-WCM en MEC, zes Nederlandse universiteiten
53
Middenkader Engineering (MEI) E +W / Service Apparatuur & Installatie
Albeda College
103
Luchtvaarttechniek
Leeuwenborgh
39
Maintenance september ‘12
040_41_22_artikel_groen.indd 40
11-09-12 13:26
bedrijven, gaat het leven. We weten dat bijna honderd procent van de leerlingen die zo in aanraking komen met onze opleiding zich daadwerkelijk aanmeldt’, aldus Van der Lichte. Leren en werken binnen het mbo Wim Appels is afdelingsmanager Engineering, Construction & Maintenance aan het Markiezaat College in Bergen op Zoom. Het Markiezaat biedt technische mboopleidingen aan, waaronder ook maintenancegerelateerde. Veel studenten hebben dit jaar gekozen voor één van die opleidingen. Appels: ‘De instroom dit jaar is goed, beter dan afgelopen jaren. Bijvoorbeeld voor het Middenkader Engineering Technicus zijn er 85 aanmeldingen tegenover 50 vorig jaar. Voor Servicetechnicus niveau 4 hebben we zelfs een stop moeten inlassen en de grens op 25 studenten gezet. Voor de nieuwe opleiding tot servicetechnicus is er niet eens aan werving gedaan, omdat we klein wilden starten. Onze samenwerking met Philip Morris draagt wel bij aan het succes: het leverde zeven studenten op. Het bedrijf is ook betrokken geweest bij de ontwikkeling van de opleiding omdat het zijn werknemers wil bijscholen. Een flink aantal deelnemers combineert dan ook leren met werken.’ Het upgraden van zittend personeel is voor veel bedrijven noodzaak, zegt Appels: ‘De beroepsbegeleidende leerweg gaat de komende jaren groeien. Want als je veertig afstudeerders hebt, dan gaan er twintig door naar het hbo en twintig komen er op de arbeidsmarkt terecht. Het gebied hier in het zuiden waar het technisch personeel nodig is, is echter groot, dus meer studenten zijn altijd welkom.’ Animo vergroten Het Markiezaat College doet eens per jaar mee aan de TOPweek waarin vmbo’ers de kans krijgen om kennis te maken met tech-
niekopleidingen. Deze week is een initiatief van de Stichting Promotie Techniek Zuidwest Nederland (SPT) waar het Markiezaat College deel van uitmaakt. De programma’s worden uitgevoerd op de diverse locaties aan de Techniek Boulevard Bergen op Zoom. Daarnaast is er een Doe-Dag waarin leerlingen een bedrijf bezoeken waar ze met een maintenancestudie terecht zouden kunnen komen. Appels: ‘Het gaat om organisaties als Philips, Suikerunie, Sabic. Zo’n kennismaking spreekt veel meer tot de verbeelding dan enkel een workshop. Veel van de deelnemers zien we dan ook terugkomen.’ Helaas is er niet voor elke technische opleiding reden tot juichen. Appels: ‘Op het gebied van logistiek, motorvoertuigtechniek en de bouw zien we teruggang in de instroom. Dat is een economische kwestie. Daar zit momenteel ook minder werk. Voor onderhoud geldt dat niet. De vervangingsvraag in Zuid-Nederland stijgt de komende jaren. Maintenance wordt dus alleen maar belangrijker.’ Young professional Voor jonge technici op het hoogste niveau organiseerde DI-WCM en MEC afgelopen zomer voor het eerst de Summer School in het Kasteel van de Nederlandse Defensie Academie in Breda, een verdiepende cursus van vijf dagen verzorgd door vijf Nederlandse universiteiten en de Nederlandse Defensie Academie. Daarnaast leverden BASF in Antwerpen en Stork een belangrijke bijdrage in de vorm van een case en diverse bedrijfsbezoeken. Jan Braaksma is directeur van de WCM Summer School: ‘We hebben 53 deelnemers geselecteerd uit meer dan 60 aanmeldingen voor de Summer School en dat is boven verwachting. Van tevoren lag de doelstelling op 25 tot 30. Dan zou het al een succes geweest zijn. Driekwart van de deelnemers bestaat uit young professionals: ‘De werkenden
zijn allemaal jong met een aantal jaren werkervaring. Die zijn dus net gestopt met studeren en zitten nog dicht bij de studenten. Daarnaast kunnen de young professionals de studenten inspireren voor een toekomst in maintenance.’ Ruiken aan maintenance Het doel van de Summer School was om jonge mensen te interesseren voor maintenance en hun kennisniveau op het gebied van maintenance te verhogen. Ook helpt de Summer School mee aan de ontwikkeling van een netwerk van young maintenance professionals. Maar er is meer, zegt Braaksma: ‘De achterliggende gedachte is dat we de deelnemers willen interesseren voor activiteiten van DI-WCM en MEC. Hopelijk kunnen we de Summer School uitbouwen tot een Masteropleiding. De Summer School is mede bedoeld om de interesse daarvoor te peilen.’ Bijna alle deelnemers hebben een academisch opleidingsniveau. De achtergronden lopen uiteen, maar een eerder gewekte interesse in onderhoud was vaak wel te bespeuren. ‘Een aantal studenten studeert technische bedrijfskunde. Er doen ook ingenieurs mee, zoals werktuigbouwkundigen. Maintenance is multidisciplinair en heeft dus met alle technische richtingen te maken. En vaak hadden deze mensen al een maintenancevak gevolgd. Nu krijgen ze een week verdieping die ze normaliter niet zouden krijgen. We willen ook mensen voor deze richting interesseren die er nog niet mee te maken hebben gehad. Voor hen biedt de Summer School een kans om eraan te ruiken. Elke workshop heeft een algemeen inleidend deel, een verdieping en een praktische toepassing. Dus ongeacht je niveau of achtergrond zijn de workshops interessant.’ Door het succes van deze eerste editie is de kans groot dat er volgend jaar weer een Summer School gaat komen.
Maintenance september ‘12
040_41_22_artikel_groen.indd 41
41
11-09-12 13:26
Agenda SEPTEMBER 26 september – iMaintain Prestatiemanagement
Goed prestatiemanagement heeft positieve gevolgen op de totale keten van asset manager tot toeleverancier. Hierbij worden missie, strategie en doelstellingen van de organisatie vastgesteld en vertaald naar succesfactoren voor business units, afdelingen en voor samenwerkingsverbanden. De resultaten van de NVDO SUTO Benchmark 2012 bevestigen dit. Deze resultaten staan centraal tijdens iMaintain op 26 september 2012. Onder de noemer ‘prestatiemanagement aan zet’ worden de succesfactoren van goed prestatiemanagement benoemd, besproken en vertaald naar het contract van de toekomst. Meer informatie op: www.i-maintain.nl/prestatie
OKTOBER
2 t/m 5 oktober – De Industriële Week
Drie toonaangevende beurzen vinden plaatsen tijdens de Industriële Week 2012: Industrial Processing, Macropak en Industrial Automation & Drives. De hele industrie onder één dak dus. Met een bezoek aan de Industriële Week krijgt u een compleet beeld van alle integrale proces- en product(ie)innovaties. 9 oktober – Inzicht in de PAS 55/ISO 55000
Eendaagse introductietraining in Utrecht. Meer informatie op: info@ zaam.biz en www.zaam.biz
9 t/m 11 oktober – MRO Europe
Aviation Week presents the 15th annual MRO Europe Conference and Exhibition. Join us this October at MRO Europe as we drive the future of aircraft maintenance with ground breaking innovation and transformative technology and practices. MRO Europe is the premier event for information gathering and knowledge sharing for those involved in the MRO sector in the region. Aviation Week provides thought
42
26-09-2012 t/m 12-12-2012
leadership on the key topics and concerns that are at the heart of the MRO industry and provides a forum for the exchange of experiences, ideas and best practices. Meer informatie op: events.aviationweek.com
25 en 26 oktober – YSE24
Is er binnen jouw organisatie een vraagstuk dat een verfrissende blik kan gebruiken en vraagt om een innovatieve oplossing? Wil je daarnaast kennismaken met topstudenten én de leiders van de toekomst? Dan is YSE24 de kans! Op donderdag 25 en vrijdag 26 oktober vindt de derde editie van de YSE24 business game plaats. Dit jaar is het thema: SpYSE & EnergYSE. YSE is het traineeship voor high potentials met lef. YSE24 is de business game van YSE waarbij trainees samen met getalenteerde studenten in 24 uur aan de slag gaan met misschien wel jouw case. Meer informatie op: www.yseprogram.com/ yse24.html
31 oktober – Materiaalkunde
Tijdens het derde menu van het programma Conditiemeting á la Carte 2012 neemt de NVDO u mee in de wereld van Materiaalkunde. Dit doen wij samen met de NVDO Sectie Food, Beverage & Farma. Tijdens deze bijeenkomst lanceert de NVDO met trots haar nieuwe Platform Materiaalkunde. Materiaalkunde is een interdisciplinair vakgebied dat zich bezighoudt met het verband tussen de samenstelling en structuur van materialen aan de ene kant en hun eigenschappen aan de andere kant. In het verlengde daarvan houdt materiaalkunde zich bezig met het ontwikkelen van nieuwe materialen, vernieuwde, sterkere of duurzamere materialen. Tijdens menu 3 ‘Materiaalkunde’ wordt aandacht gegeven aan verschillende aspecten van dit onderdeel binnen conditiebewaking. Meer informatie op: www.nvdo.nl
NOVEMBER
1 november – iMaintain INFRA
Investeringen in infrastructuur nemen af. Er is minder geld voor bouwen en minder geld voor behouden. Maar is dat erg? Een veranderende markt biedt ook mogelijkheden om zelf te veranderen. De versobering van de inframarkt biedt kansen! Tijdens iMaintain INFRA op 1 november 2012 wordt voor en met het publiek via lezingen en discussie gezocht naar die kansen. Industrielinqs stelt samen met de NVDO Sectie Infra een programma samen waarbij de hele waardeketen, van opdrachtgever tot en met instandhouder, wordt belicht. Het netwerk van sprekers en bezoekers zorgt daarbij voor nieuwe inzichten en vervolgacties. U maakt die discussie compleet! Reserveer daarom 1 november in uw agenda. Meer informatie op: www.i-maintain.nl/infra
7 en 8 november – Seminar AMC 2012
Georganiseerd door Defensie Materieel Organisatie in samenwerking met het AMC Centre, met op 7 november de relatiedag en op 8 november de presentatiedag. Meer informatie op: www.amcplaza.com
ownership en de leefbaarheid van steden. De tweede dag zal een focus hebben op innovatieve technologische toepassingen op voertuig- en componentniveau. Meer informatie op: www.bustech.nl
14 november – ATEX en ontstekingsbronnen
Eendaagse Case Training in Rotterdam. Meer informatie op: info@ zaam.biz en www.zaam.biz
21 en 22 november – Training corrosiemanagement
Verdiep uw corrosiekennis met deze praktijkgerichte training. Bewaak de veiligheid, leer besparen en houd uw reputatie hoog. De training corrosiemanagement leert u: corrosie herkennen en het juiste materiaal kiezen, onderhoudskosten verminderen door slimme monitoring en inspectie en opgedane corrosiekennis delen. Meer informatie op: www.iir.nl/trainingcorrosie
28 november – Contractmanagement op zijn best
Eendaags Ronde Tafel Event in Amersfoort. Meer informatie op: info@ zaam.biz en www.zaam.biz
DECEMBER
3 december - Slotbijeenkomst WCM-IP-project
14 en 15 november – BusTech 2012
Locatie: Willem II Stadion in Tilburg.
Op 14 en 15 november ontmoeten aanbesteders, bestuurders, vervoerders, constructeurs van voertuigen en componenten, adviesbureaus en belangenorganisaties elkaar voor de conferentie en vakbeurs voor duurzaam en innovatief busvervoer: BusTech 2012. BusTech 2012 biedt een totaaloverzicht van duurzame oplossingen voor de bussector, allemaal onder één dak. Op de eerste dag van de conferentie geven onder andere Dirk Jan van Swaay van Stichting Zero Emissie Busvervoer en Richard Smokers van TNO hun visie op de problematiek van aanbestedingen, total cost of
Meer informatie op: www.worldclassmaintenance. com
11/12 december – Shutdowns & Turnarounds
Houd grip op de kwaliteit, voortgang en het budget van uw stop door de perfecte voorbereiding. Tijdens de conferentie hoort u hoe u uw risico’s beperkt. Kies voor een integrale aanpak van onderhoud en productie die rekening houdt met cultuurverschillen. Want het zijn vooral de mensen die de grootste risico’s vormen! Meer informatie op: www.iir.nl/shutdowns
Maintenance september ‘12
042_04_agenda.indd 42
11-09-12 13:26
Kennis moet je ooK onderhouden. • Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie geld verdienen? • Hoeveel kan onderhoud bijdragen aan het bedrijfsresultaat? • Wat is Excellent Onderhoud en hoe geef ik dit vorm? WaardEcrEatiE dOOr gOEd OndErHOud Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • HBO Onderhoudstechniek
Start 3 oktober 2012
• Post-HBO Onderhoudstechnologie
Start 4 oktober 2012
• Post-HBO Onderhoud en Management
Start 4 oktober 2012
• Master of Engineering in Maintenance & asset Management
Start 4 februari 2013
Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar
[email protected] of kijk op www.cvnt.nl.
Er VaLt nOg gEnOEg tE LErEn
FC_A4.indd 11 043_HU.indd
29-08-12 11:01 10:05 11-09-12
ROB RUTJENS, MAINTENANCE VALUEPARK TERNEUZEN
Zeeland kent veel grote bedrijven, die hun oorsprong en voorsprong te danken hebben aan de strategische ligging in het Deltagebied. Vooral in het Sloegebied en de Kanaalzone zitten spelers van wereldformaat, met klinkende namen als Damen, Dow Benelux BV, Imtech, Cargill, Delta en Total. Samen vertegenwoordigen zij een bulk aan knowhow als het om maintenance gaat. Specifiek voor Zeeland is de kennis van maritieme installaties, maar ook van onderhoud in procesindustrie, chemie en energie. Want waar anders dan in Zeeland vind je zowel windturbines als een kolen- en kerncentrale?
Maintenance is een kansrijke sector voor Zeeland. Samen met Noord-Brabant en Limburg wil de Provincie Zeeland de stevige maintenancebasis de komende jaren uitbouwen. Daarom investeren we in goed onderwijs. Bij de Hogeschool Zeeland, University of Applied Sciences is dit jaar de International Maintenance Academy van start gegaan; ROC Westerschelde leidt jongeren op tot Maintenance Technician. Bovendien is er een Maintenance Value Park in Terneuzen, dat zorgt voor kruisbestuiving tussen onderwijs, overheid en ondernemers. Leerlingen gaan hier ervaring opdoen in een leer-werkplaats of een praktijk-oefeninstallatie. Zo werken we samen aan de toekomst van Zeeland.
^IXMRST QEMRXIRERGI adv maintenance v4.indd 1 044_provicie zeeland.indd 1
01-12-11 15:52 11-09-12 10:54