Maatschappeli jke Stages:
E en n a ch t merri escen a ri o of b el ei d sma t ig w erk en ?
Jan Klumper© 2007
Maatschappelijke Stages: een nachtmerriescenario of beleidsmatig werken? Heleen van het Steunpunt Vrijwilligerswerk1 leest in de krant dat Maatschappelijke Stages een grote vlucht nemen. ’s Nachts droomt ze dat ze bestormd wordt door klanten met prangende vragen.
Zo vraagt een voorzitter van een sportvereniging om heel veel vrijwilligers voor een toernooi. Een leidster van Scouting smeekt om stagiaires voor de allerkleinsten voor iedere zaterdagmiddag. Iemand van een zorginstelling wil iedere dag 10 vrijwilligers voor wandelingen met patiënten. Een mentor van school stelt streng: “U bemiddelt vrijwilligers; volgende maand lever ik er zo’n 30 af op donderdagmiddagen van drie tot half 6 voor Maatschappelijke Stages”. Alle vier strijden ze in haar nachtmerrie om voorrang en dringen aan op directe antwoorden. Badend in het zweet ontwaakt Heleen. Denkt meteen: “Stel je voor dat zich morgen mensen met dit soort vragen aanmelden. Hoe moet ik dat in hemelsnaam aanpakken?” En even later vertwijfeld: “Moet ik dat eigenlijk wel aanpakken? Het zal het niet lang meer duren of dit soort vragen liggen werkelijk op mijn tafel. Morgen oriënteer ik mij direct op Internet en vraag aan Kenniscentrum Maatschappelijke Ontwikkelingen MOVISIE (www.maatschappelijkeinzet.nl) welke hulpmiddelen er zijn. Want een gestandaardiseerde doch flexibele aanpak is nuttig en handig om scholen en verenigingen over Maatschappelijke Stages te kunnen adviseren”. De andere dag ontdekt Heleen dat er al veel (virtueel) materiaal ligt. Veelal beschreven vanuit de positie die men inneemt. Ze ziet door de bomen het bos niet meer. Praktisch als ze is, formuleert ze in een paar criteria wat voor haar bruikbaar is: kort en in begrijpelijke taal; flexibel toepasbaar; rekening houdend met andere partijen; makkelijk overdraagbaar aan betrokken partijen; met als voorkeur: werkend met checklists; geïllustreerd met good practice; snel en goedkoop verkrijgbaar. Het verhaal van Heleen staat niet op zichzelf. Alle coördinatoren van Steunpunten ondergaan hetzelfde lot. Dat betekent ook dat iedereen naar geschikt materiaal zoekt. Wanneer dat centraal gedaan wordt, bespaart dat flink wat werk. Vandaar dat Spectrum opdracht gegeven heeft om deze bundeling te maken. Scouting Gelderland en de Gelders Sport Federatie hebben hier graag aan meegewerkt.
1 Voor de leesbaarheid wordt het woord Steunpunt gebruikt. Hiermee wordt eveneens bedoeld vrijwilligerscentrale, vrijwilligersvacaturebank, et cetera.
In deze map staat een stappenplan hoe tot een geëigende aanpak te komen. Hoofdstuk 4 sluit af met een paar belangrijke adviezen voor startende, kleine Steunpunten. In hoofdstuk 5 staan bruikbare methodieken, instrumenten en publicaties. Soms met kort commentaar, zodat de functionaris naar gelang situatie en behoefte andere betrokken partijen kan adviseren. De map is zo opgezet dat aanvullingen makkelijk inpasbaar zijn.
Wat doe je als Steunpunt rondom Maatschappelijke Stages?
Dit stappenplan is vooral gemaakt voor Steunpunten die nog geen ervaring met MaS hebben. Om te besluiten of en hoe je als Steunpunt met MaS aan de gang wilt gaan, moet je globaal inzicht hebben over alle zaken die spelen bij MaS en hoe deze op elkaar (kunnen) inwerken. Dit overzicht biedt hoofdstuk 1: Oriënteren op Maatschappelijke Stages in vogelvlucht. Is een positief besluit genomen om mee te doen, dan is meer gedetailleerdere kennis nodig van het (standaard)proces dat een school, vereniging of instelling doormaakt. Dit staat in hoofdstuk 2, hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4. Deze kennis is handig om op het juiste moment effectieve methodieken en instrumenten te kunnen oppakken. De in dit hoofdstuk aangestipte methodieken en instrumenten komen aan de orde in hoofdstuk 5. Maar een constatering is dat veel Steunpunten weinig tijd en weinig middelen hebben. Een advies dat telkens terugkomt is dan ook: Stel prioriteiten als klein lokaal Steunpunt! Geef breed inzicht in vrijwilligerswerk. Creëer een breed aanbod vrijwilligerswerk. Betrek en stimuleer (stage)organisaties. Help organisaties bij het maken van hanteerbare en leuke taken. Bied begeleiders deskundigheidsbevordering en intervisie aan. Behandel klachten rondom MaS.
Hoe deze map te gebruiken? Lees in een half uur hoofdstuk 1, hoofdstuk 2, hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 (zo’n 20 pagina’s). Wanneer je aan het werk gaat, kijk dan of je wat hebt aan de methoden, instrumenten en technieken die anderen al voor je uitgedacht en getest hebben. Zie hiervoor de inhoudsopgave en hoofdstuk 5. Zie je iets bruikbaars, ga dan naar de aangegeven plek op internet of pak de vermelde cd-rom of publicatie. Download of kopieer en ga aan de slag.
Selectiecriteria methoden en instrumenten In korte tijd zijn er veel methodieken en instrumenten ontwikkeld die onder andere via internet makkelijk verkrijgbaar zijn. Er komen dagelijks methodieken en instrumenten bij. Van rijp tot groen, van simpel tot ingewikkeld, gebaseerd op een prima bestaand netwerk in stad X tot het gebruik van een hopelijk bestaand netwerk in stad Y. Hoofdstuk 5 zal nooit compleet zijn. Belangrijk om te weten is dat veel materiaal is gebaseerd op of afgeleid is van ander bestaand materiaal. Er is daarom geselecteerd met dezelfde criteria van Helen. Verder is uitgegaan van de beperking: Variëteiten van methoden en instrumenten met dezelfde strekking, inhoud en werkwijze zijn niet opgenomen. Zijn er veel diverse mogelijkheden dan worden er slechts een paar opgenomen, anders zijn weer de bomen en het bos aan de orde.
Omdat alle hoofdstukken en onderdelen los van elkaar te lezen zijn, komt het voor dat zaken dubbel genoemd worden. Blijf dit stappenplan up-to-date houden door nieuwe ontwikkelingen uit te printen op 23gats-A4papier, zodat dit in de ringband toegevoegd kan worden. N.b.: Daar waar in deze werkmap 'hij' staat wordt eveneens 'zij' bedoeld.
Colofon Ontwikkeling werkmap: VOF Jan Klumper Marjolijn Lamme Tekst: Jan Klumper© Fotografie: Spectrum, John Smeets Lay-out: Spectrum, Dayenne Buijs
Inhoudsopgave
1. Maatschappelijke Stages in vogelvlucht: een oriëntatie 1.1 Wat is Maatschappelijke Stage? 1.2 Direct en indirect betrokken partijen 1.3 Positie en belangen van direct betrokken partijen 1.4 Positie en belangen indirect betrokken partijen 1.5 Wat doet school rondom Maatschappelijke Stages? 1.6 Ondersteuning en advies scholen 1.7 Wat doet een organisatie die met vrijwilligers werkt aan MaS? 1.8 Ondersteuning en advies verenigingen en instellingen 1.9 Wat doen Steunpunten rond Maatschappelijke Stages? 1.10 Succesfactoren
1.11 1.12 1.13 1.14 1.15 1.16 1.17
Samenwerking Extra middelen Extra geld Extra middelen in natura Juridische en verzekeringstechnische zaken, veiligheid en Arbo-wet (Toekomstige) ontwikkelingen Ondersteuning en advies in Gelderland
2. De gang van zaken bij het Steunpunt: een stappenplan 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12
Steunpunt formuleert visie Steunpunt zet eigen ambities en mogelijkheden in MaS op een rij Steunpunt lobbyt voor meer middelen (Mogelijke) taken voor Steunpunt Steunpunt introduceert MaS bij scholen Steunpunt introduceert MaS bij organisaties Steunpunt werkt aan draagvlak bij scholen en leerlingen Steunpunt werkt aan draagvlak bij stage-organisaties Steunpunt participeert via klankbordgroep Steunpunt maakt concrete afspraken met betrokken partijen Het Steunpunt helpt bij….. Steunpunt evalueert (eigen rol in) MaS en stelt bij
3. Gang van zaken bij school: een overzicht 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Vertrekpunten school bij MaS Overzicht werkzaamheden school Inhoudelijke werkzaamheden school Praktische werkzaamheden school Ondersteuning en advies scholen
4. Gang van zaken bij stageorganisatie: de hulpvragen
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
Wie neemt het initiatief? Knelpunten kleine lokale organisaties Benadering kleine lokale organisaties Voorwaarden om stagiaires binnen te krijgen Opdelen vrijwilligerstaken Bijscholen begeleiders Kort overzicht werkzaamheden stageorganisatie Inhoudelijke werkzaamheden stageorganisatie Praktische werkzaamheden stageorganisatie Ondersteuning en advies stageorganisatie
5. Methodieken en instrumenten 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.15 5.16 5.17 5.18 5.19 5.20 5.21 5.22 5.23 5.24 5.25 5.26 5.27 5.28 5.29 5.30 5.31 5.32 5.33
Vliegende Brigadiers Formuleren visie Steunpunt Ondersteunende folders Format lobby aanpak meer middelen Checklist Taken Steunpunt bij MaS Inhoud telefonisch contact scholen die geen MaS in hun schoolplan hebben (Voorbeeld) bevestigingsbrief aan de school na telefonisch contact Informerende brief Telefonisch afspraak maken n.a.v. informerende brief Telefonisch contact met de school die al MaS in haar schoolplan heeft Bevestigingsbrief n.a.v. telefonisch contact met school die MaS in schoolplan heeft Brief aan school met MaS waarin het Steunpunt zijn diensten aanbiedt Telefonisch contact n.a.v. brief 5.12 Introductiebrief aan stageorganisaties Opzet telefoongesprek met stageorganisatie n.a.v. introductiebrief 5.14 Het eerste gesprek met de school Klankbordgroep Keuzeproces leerling Ervaringen uitwisselen Introductieles Afspraken tussen scholen en Steunpunten Afspraken tussen scholen (Steunpunten) en stageorganisaties Maatschappelijke Stage en ouders Afspraken tussen leerlingen en scholen Afspraken school en stageorganisatie Afspraken tussen leerlingen en stageorganisaties Zoeken stagewerkzaamheden voor diverse doelgroepen Bemiddeling naar stageplekken Begeleiding van leerlingen en stagebegeleiders Beoordelen stage-inspanningen Oppakken klachten Coördinatie van (delen van) het project Evaluatie samenwerking school, stage-organisatie en Steunpunt
5.34 5.35 5.36 5.37 5.38 5.39 5.40 5.41 5.42 5.43 5.44 5.45 5.46 5.47 5.48 5.49 5.50 5.51 5.52 5.53 5.54 5.55
Evaluatie leerlingen Evaluatie beoogde leereffecten bij leerlingen Evaluatie docenten Evaluatie stageorganisaties Eindgesprek op school Checklist eindverslag Checklist inhoudelijke werkzaamheden school Checklist praktische werkzaamheden school Formuleren van (leer)doelen Koppelen van leerlingen en klussen Introductiebrief en deelnameformulier voor stageorganisatie Aanpak opdelen vrijwilligerstaken Takenkaarten Maatschappelijke Stage Handboek om uitdagende en zinvolle klussen te bedenken in de sport Handboek om leuke uitdagende en zinvolle klussen te bedenken Workshop Ondersteuning Begeleider MaS Hulpmiddelen bij coaching Checklist: Waar kan ons Steunpunt een stageorganisatie inhoudelijk mee helpen? Checklist: Waar kan ons Steunpunt een stageorganisatie praktisch mee helpen? Manier van kennismaken van leerling en organisatie Duurzaam MaS opnemen in leerplan Overzicht documenten van het deel van Civiq op website Maartschappelijke Stage
1. Maatschappelijke Stages in vogelvlucht: een oriëntatie
1.1 Wat is Maatschappelijke Stage? Landelijk zijn twee grote organisaties bij de ontwikkeling en introductie van Maatschappelijke Stages betrokken: Civiq, Kenniscentrum Maatschappelijk Inzet CPS, Landelijk instituut Onderwijsontwikkeling en advies Beiden hebben vanuit de optiek van hun werkveld een korte omschrijving over Maatschappelijke Stages gemaakt. De onderwijswereld heeft een visie op Maatschappelijke Stages die meer gericht is op individuele leerdoelen en meer op algemene termen. De definitie van CPS:
Een Maatschappelijke Stage kunnen we omschrijven als een vorm van leren binnen of buiten de school, waarbij leerlingen door middel van vrijwilligersactiviteiten kennis maken met allerlei aspecten en onderdelen van die samenleving. Zo leren zij langzamerhand verantwoordelijkheid dragen voor maatschappelijke belangen. Een dergelijke vrijwillige activiteit kan leerlingen voorbereiden op volwaardige deelname aan de samenleving en inhoud geven aan het begrip burgerschap. Bij de definitie van Civiq staat het bovenstaande er met iets andere bewoordingen, maar zijn de belangen van vrijwilligersorganisaties en de Steunpunten toegevoegd:
Het biedt vrijwilligersorganisaties kansen om vrijwilligerswerk aantrekkelijk te maken voor jongeren en met scholen in een duurzame samenwerking een breed vormingsaanbod op te zetten. Codename Future (www.codenamefuture.nl) houdt zich ook met MaS bezig. Deze groep werkt voor veel maatschappelijke organisaties. Zij biedt lesmaterialen aan waarbij jongeren vanuit hun eigen beleving aan de ontwikkeling, kennis en vaardigheden werken. Dit vanuit maatschappelijke relevante thema’s en onderwerpen. De lesmaterialen zijn digitaal beschikbaar in een digitale werkomgeving.
1.2 Direct en indirect betrokken partijen Direct betrokken partijen zijn: leerlingen, scholen, en organisaties die met vrijwilligers werken. Indirecte partijen zijn: Steunpunten, gemeenten, landelijke en provinciale ondersteuningsorganisaties.
Maatschappelijke Stage
1
1.3 Positie en belangen van direct betrokken partijen
Leerlingen mogen kleine, kortdurende activiteiten in het vrijwilligerswerk doen. Ze leren buiten de school verantwoordelijkheid dragen voor maatschappelijke belangen. Leerlingen hebben belang bij passende, afwisselende karweitjes waar ze fluitend naar toe gaan en fluitend vandaan komen. Zij hebben baat bij de uitdaging die een andere omgeving aan hen stelt. Het interessante is dat de effecten meteen zichtbaar zijn. Dit in tegenstelling tot veel schoolvakken waarvan het nut zich pas jaren later (of nooit) openbaart.
Scholen zijn en blijven eindverantwoordelijk voor Maatschappelijke Stages. Dit betreft alle zaken van MaS maar het accent ligt op de leeraspecten. Daarbij gaat het er vooral om dat leerlingen specifieke competenties in de praktijk kunnen oefenen. Die competenties zijn dan: samenwerken, opkomen voor jezelf, werken in een rol, verantwoordelijkheid nemen, andere mensen helpen, zorgen voor de leefomgeving en iets organiseren. Verder willen scholen door MaS hun leerlingen door middel van vrijwilligersactiviteiten kennis laten maken met allerlei aspecten en onderdelen van de samenleving. Zo’n buitenschoolse activiteit kan leerlingen voorbereiden op volwaardige deelname aan de samenleving en inhoud geven aan het begrip burgerschap. Tot slot kunnen bij scholen ook nog andere belangen bij MaS spelen. Zo kan een school zich een sympathiek imago verwerven via ‘aaibare’ maatschappelijke activiteiten die het grote publiek aanspreken.
Organisaties die met vrijwilligers werken kunnen leerlingen activiteiten aanbieden. Hun belang is in eerste instantie dat leerlingen kennis maken met vrijwilligerswerk en later, als zij geen leerling meer zijn, toch vrijwilligerswerk ter hand nemen; het liefst bij hen. Dit speelt vooral in dorpen, waarbij jongeren graag iets voor hun verenigingen willen doen. In tweede instantie kunnen leerlingen bezigheden verrichten die het werk van de organisaties verlichten. Dit kunnen ook onderdelen van een project zijn of een projectje dat in korte tijd afgerond kan worden. Te denken valt aan het maken van een spel voor een kampweek of het aanpassen van een website. Een derde belang is flexibilisering. Verenigingen moeten binnen hun eigen organisatiepatroon op zoek gaan naar kortdurende werkzaamheden. Dit is belangrijk omdat het parallel loopt met andere maatschappelijke ontwikkelingen. Namelijk dat een vrijwilliger niet voor het leven te strikken is, maar wel voor kortdurende activiteiten die hem aanstaan.
1.4 Positie en belangen indirect betrokken partijen
Gemeenten kunnen scholen stimuleren aan Maatschappelijke Stages mee te doen. Dit kan onder andere door Steunpunten de mogelijkheden te geven scholen en organisaties te gaan ondersteunen bij deze klus. Het belang van de gemeente ligt onder meer in de Wmo binnen de prestatievelden 1,2 en 4. Vrijwilligerswerk met een duidelijk effect op het reilen en zeilen van de civil society. Verder moet voorkomen worden dat in de toekomst het functioneren van lokale organisaties door het gebrek aan vrijwilligers belemmerd wordt. Landelijke en provinciale ondersteuningsorganisaties hebben van de ministeries die hen subsidiëren een opdracht gekregen Maatschappelijke Stages te stimuleren. Dit doen ze door raad en daad aan te bieden, bijvoorbeeld door Vliegende Brigadiers die op verzoek bij Steunpunten langskomen. Het belang van de ondersteuningsorganisaties is tweedelig.
Maatschappelijke Stage
2
Subsidietechnisch gezien moet hun opdracht slagen, zodat Maatschappelijke Stage welig tiert. Belangrijker is de visie die daarmee uitgedragen wordt: het bevorderen van de participatie en zelfredzaamheid van burgers op het terrein van welzijn, zorg en sociale veiligheid.
Steunpunten kunnen leerlingen, scholen en organisaties helpen met het verwezenlijken van hun doelen. Steunpunten stimuleren het aantrekkelijk maken van vrijwilligerswerk voor jongeren. Het toont het brede aanbod van vrijwilligerswerk, er is meer dan de zorg (en de eigen vereniging waar je als jongere al enige taken uitvoert). Het belang van Steunpunten is met scholen en organisaties een duurzame samenwerking op te zetten. Scholen zullen daarbij MaS buiten de reguliere lessen toe moeten staan hoewel dat meestal rooster- en compensatieproblemen geeft. Het uiteindelijke doel voor een Steunpunt is de bevordering van de deelname van jongeren aan het vrijwilligerswerk en hen te stimuleren vrijwilligerswerk te blijven doen.
1.5 Wat doet school rondom Maatschappelijke Stages? De school is en blijft 100% verantwoordelijk voor hun leerling bij Maatschappelijke Stages. Allereerst wordt daarom intern de vraag beantwoord of de school aan MaS wil meedoen. Er moeten dan eerst leerpunten van vrijwilligerswerk voor jongeren aangegeven worden. Het gaat dan over het opdoen van specifieke vaardigheden. Ook kan een MaS indicaties geven voor toekomstig beroepskeuze van de leerling. Tot nu toe richten scholen zich (helaas) nog weinig op het maatschappelijke nut en belang. Wel geven de introductielessen en de groepsevaluaties meer inzicht in kennis en begrip over ontwikkelingen in de samenleving. Wil een school meedoen, dan wordt subsidie aan het Ministerie van Onderwijs gevraagd. In 2007 en 2008 is dit een kleine € 20.000 per jaar. Is hierover positief bericht binnen dan wordt iemand gevraagd het proces te starten en te coördineren. De coördinator houdt zich dan bezig met inhoudelijke en praktische zaken. Inhoudelijke taken zijn onder andere: het formuleren van (leer)doelen en het aangeven hoe de leerling en de organisatie begeleid moeten worden. Bij praktische zaken kun je zoal denken aan: het invullen van het aantal lessen, inhoud, aantal uren vrijwilligerswerk en het verzamelen van stageplekken. Na afsluiting zal de school evalueren en MaS voor de volgende ronde eventueel bijstellen. Scholen richten vaak een klankbordgroep op waarin de betrokkenen een paar keer per jaar bijeenkomen. Ook zit daar meestal een vertegenwoordiging van de leerlingen in. Doel van de klankbordgroep kan zijn het creëren van draagvlak voor het project, verkorten van de lijnen tussen de verschillende personen en organisaties en genereren van deskundige adviezen. Ook het matchen op de regionale school van de leerling, die zo veel mogelijk in eigen omgeving aan de slag moet.
Maatschappelijke Stage
3
1.6 Ondersteuning en advies scholen Door: De helpdesk Maatschappelijke Stages van het CPS (www.cps.nl), landelijk instituut Onderwijsontwikkeling en advies dat drie consultants hiervoor beschikbaar heeft en een aantal mappen met bruikbare instrumenten uitgeeft. Een algemene website www.maatschappelijkestages.nl, klik op ‘scholen’ of op ‘leerlingen’. Codenamefuture (www.codenamefuture.nl) biedt scholen aan om voor € 7000,(januari 2007) te helpen met de start van MaS en de organisatie daarvan op school.
1.7 Wat doet een organisatie die met vrijwilligers werkt aan MaS? Op praktische gronden moet hier eerst een scheiding aangebracht worden. Er zijn organisaties en instellingen die iedere dag zonder problemen tientallen leerlingen kunnen plaatsen. Ze hebben hier ook personeel voor die de leerlingen kan begeleiden, denk hierbij aan grote verzorgingshuizen en organisaties als het Rode Kruis. Er zijn verenigingen die geheel op vrijwilligers drijven en alleen ’s avonds of in het weekend hun activiteiten uitvoeren. Denk hierbij aan de sportclub, de toneelvereniging, Scouting, et cetera. Wanneer het initiatief van de stageorganisatie uitgaat, dan zoekt deze eerst in de omgeving uit wie al betrokken is bij MaS: scholen, een Steunpunt, andere organisaties, de gemeente. Meestal zal de organisatie proberen aan te sluiten bij een bestaand netwerk. De stageorganisatie hoort via de school, een Steunpunt, eigen koepelorganisatie, Vliegende Brigadier, leerling of (vak)media van de mogelijkheid mee te doen aan MaS. De nadelen worden tegen de voordelen afgewogen. Een belangrijk voordeel: scholen zijn een interessante ingang voor het werven van toekomstige vrijwilligers. Zowel de school als het Steunpunt vertellen de organisatie wat nodig is om stagiaires in huis te kunnen halen. Het gaat er vooral om interessante eenmalige en/of kortlopende vrijwilligersklussen aan te bieden plus een goede begeleiding. De organisatie bepaalt dan of zij meedoet en onder welke voorwaarden. Ook bij de organisatie doemen inhoudelijke en praktische zaken op. Inhoudelijke zaken betreffen onder andere: de vraag wat de meerwaarde voor de organisatie moet zijn en het bepalen welke voorinformatie een leerling nodig heeft. Praktische zaken zijn vooral: het inventariseren en beschrijven van interessante kortlopende klussen en het vaststellen van data en tijden waarop stagiaires aanwezig kunnen zijn. Na afsluiting zal eveneens geëvalueerd worden en het project wordt voor een eventuele volgende ronde bijgesteld.
Maatschappelijke Stage
4
1.8 Ondersteuning en advies verenigingen en instellingen Door: De website www.maatschappelijkestage.nl. Klik op ‘Vrijwilligersorganisaties’. De Vliegende Brigadiers zijn te vinden op dezelfde site. Onder ‘Hulp nodig’ staat
Brigadiers. Klik op ‘Kijk hier welke brigadiers je kunnen helpen’. Hun landelijke koepelorganisatie of provinciale mensen. Lokale Steunpunten.
1.9 Wat doen Steunpunten rond Maatschappelijke Stages? Het Steunpunt dat Maatschappelijke Stage belangrijk vindt, ontwikkelt een visie en activiteiten. Aard en omvang van deze activiteiten zijn sterk afhankelijk van beschikbare tijd en middelen. Drie situaties: het Steunpunt wordt benaderd door een school; de school die al bezig is, wordt benaderd door het Steunpunt; het Steunpunt activeert scholen in de omgeving wanneer nog geen school actief is. In die contacten overlegt men wat men voor elkaar kan betekenen. De visies van beide partijen staan daarin centraal. Is er overeenstemming dan volgt overleg over wat beide partijen willen doen en kunnen investeren in zowel tijd als middelen. Hieruit volgt een projectplan en gaan de partijen aan het werk met de taken waarvoor ze ingetekend hebben. Met ook hier inhoudelijke en praktische zaken. Inhoudelijk bijvoorbeeld: het soort werkzaamheden dat voor stages in aanmerking komt en de voorinformatie die een klas nodig heeft. Praktische zaken zijn onder meer: het opzetten van een netwerk om stageplekken te zoeken en het informeren van leerlingen over (de breedte van) het vrijwilligerswerk. Voor de evaluatie kunnen methoden aandragen worden voor de terugkoppeling van opgedane ervaringen van de jongeren en de stageorganisatie.
1.10 Succesfactoren Uit de pilotprojecten zijn succesfactoren gedestilleerd. De meest in het oog springende: Randvoorwaarden: Inzicht in het schoolsysteem bij Steunpunten. Inzicht in de mogelijkheden van het Steunpunt bij scholen. Praten over visie en doelstellingen MaS, ook al verschillen die soms. Voorbereiding: Duidelijkheid over taakverdeling en gedegen afspraken. Stageorganisaties motiveren en betrekken in het proces. Leerlingen en ouders betrekken in het proces. Leerlingen moeten uit klussen kunnen kiezen.
Maatschappelijke Stage
5
Uitvoering: Werken met een draaiboek. Motiverende begeleiding op de stageplaats. Na de stage: Terugkoppeling van de leermomenten door leerling en stageorganisatie. Voor een uitgebreide lijst zie: www.maatschappelijkestage.nl, algemeen, succesfactoren.
1.11 Samenwerking Samenwerking tussen scholen, organisaties en Steunpunt is belangrijk. Belangrijk om het traject van MaS goed te laten verlopen. Eveneens om in elkaars keuken te kunnen kijken, van elkaar te leren en van elkaars contacten gebruik te kunnen maken. Beschikbare tijd en middelen beïnvloeden de mate van samenwerking. Heb je maar twee uur per week of moet je MaS er tussendoor doen, dan zal de samenwerking er anders uit zien dan wanneer een school je betaalt voor bijvoorbeeld het begeleiden van het keuzeproces van leerlingen. Er wordt op diverse plaatsen gewerkt aan een Maatschappelijk Stagebureau, waarin een aantal scholen een deel van hun € 20.000,- stort en een Steunpunt ingehuurd wordt om diverse werkzaamheden te verrichten.
1.12 Extra middelen Het opzetten en begeleiden van MaS vraagt van een Steunpunt een grote inzet qua tijd die vaak niet binnen het reguliere aanbod past. Bespreek in een vroeg stadium wat de mogelijkheden zijn voor extra financiering. Misschien kan de school bijdragen of is er binnen de gemeente of provincie geld beschikbaar voor MaS. Eventueel kun je ook fondsen voor een projectbijdrage benaderen. Dat projectgeld kun je goed gebruiken, maar het is bedoeld om MaS een tijdelijke impuls te geven. Wil je MaS structureel inbedden dan is er structureel geld nodig. Dat betekent dat je een systeem hanteert dat scholen en verenigingen je voor je werkzaamheden betalen of dat je gemeente je Steunpunt een deel van de uren vergoedt die je gebruikt voor werkzaamheden rondom MaS (zie ook 1.11 Samenwerking). In alle gevallen is het belangrijk om een goed uitgewerkt projectplan met een begroting te hebben. Er zijn aanvullende middelen zowel in geld als in natura.
1.13 Extra geld Over de (extra benodigde) middelen: www.maatschappelijkestage.nl : Steunpunt vrijwilligerswerk : Hulp : FAQ. Op de vraag: Hoe spelen de Ministeries van VWS en OC&W in op de Maatschappelijke Stage? Volgt het antwoord: Het Ministerie van OC&W streeft ernaar dat in 2007 25%2 van de
2
Dit percentage is inmiddels allang gehaald (redactie.).
Maatschappelijke Stage
6
scholen voortgezet onderwijs een Maatschappelijke Stage aanbiedt. Hiervoor is geld beschikbaar gesteld: tot 8 miljoen euro per jaar vanaf 2005.(€ 18.000 per school). Voor vrijwilligersorganisaties zijn er geen middelen voor begeleiding van jongeren of het opzetten van projecten. Uit dezelfde FAQ een cryptische zin: “Voor geld, sponsors of fondsen moeten zelf financiers worden gezocht. In sommige gevallen kunnen scholen zelf bijdragen of is er bij gemeente of provincies geld beschikbaar. Anders kunnen sites als www.fondsenwerving.nl of het jaarlijks verschijnende Fondsenboek informatief zijn”. Hier wordt glashard bedoeld: zoek het zelf maar uit. In 1.11 wordt gewezen op een Maatschappelijk Stagebureau waarin een aantal scholen een deel van hun € 20.000,- stort en een Steunpunt ingehuurd wordt om diverse werkzaamheden te verrichten.
1.14 Extra middelen in natura Het Ministerie van VWS financiert het project Vliegende Brigades, waarin advisering en ondersteuning wordt aangeboden aan vrijwilligersorganisaties die aan de slag willen met Maatschappelijke Stage. Adviseurs van deze Vliegende Brigade Maatschappelijke Stage (zie ook 5.1 Vliegende brigadiers) ondersteunen Steunpunten en/of vrijwilligersorganisaties (kosteloos) bij onder andere bijvoorbeeld subsidieaanvragen Tip: In de regeling van het Ministerie van OCW over de extra middelen staat dat voor het bedrag dat een school krijgt, ook derden ingehuurd kunnen worden. Dat geldt niet alleen voor verenigingen, maar ook voor Steunpunten. Heb je weinig menskracht dan kan je Steunpunt misschien ingehuurd worden door een school. Weet dan wel wat een redelijke prijs hiervoor is. Zoals hiervoor gesteld: dit is een mogelijkheid om structurele middelen binnen te halen. Maak daarover duidelijke en sluitende afspraken.
1.15 Juridische en verzekeringstechnische zaken, veiligheid en Arbo-wet Wanneer leerlingen in het kader van een schoolopdracht werkzaam zijn in een vrijwilligersorganisatie, blijft de school eindverantwoordelijk voor de leerling. De school heeft in de regel een verzekering voor de leerling, zodat bij ongevallen of schade op school of tijdens de Maatschappelijke Stage een vergoeding uitgekeerd kan worden. Ga dit na. Wanneer een leerling tijdens de Maatschappelijke Stage met (kwetsbare) cliënten gaat werken, is het belangrijk de organisatie te vragen naar de aansprakelijkheidsverzekering. Mocht er iets met de cliënt gebeuren tijdens de werkzaamheden van de leerling, dan is het belangrijk dat de verzekering van de organisatie de schade dekt. Bespreek deze zaken voor aanvang van de Maatschappelijke Stage. In de wet is vastgelegd dat bedrijven en organisaties de zorg hebben voor veilige en goede arbeidsomstandigheden. Dit geld ook voor vrijwilligersorganisaties.
Maatschappelijke Stage
7
De meeste vrijwilligersorganisaties hebben een arbeidsomstandighedenbeleid dat bestaat uit een plan van aanpak met regels voor veilig werken. Deze regels zullen voor leerlingen in dezelfde mate gelden als voor andere vrijwilligers. De begeleiders op de stageplek zullen leerlingen hierover moeten informeren en ook moeten begeleiden bij het naleven van de regels. Dat is hun wettelijke taak! De Arbo-wet verbiedt kinderarbeid. Kinderen en jeugdigen mogen niet zonder meer werken. Kinderen van 15 jaar en jonger mogen in principe geen arbeid verrichten. Er zijn een aantal uitzonderingen waarin het verbod op de kinderarbeid niet geldt. Tip: Meer informatie over wet- en regelgeving staat op de snelvinder wet- en regelgeving van CIVIQ en specifiek voor jongeren op het jongerenloket van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
1.16 (Toekomstige) ontwikkelingen De ontwikkelingen rondom maatschappelijke gaan stormachtig. Tegen het einde van 2006 maakt bijna 50% van de Gelders middelbare scholen kennis met Maatschappelijke Stage. De verwachting is dat dit percentage snel op zal lopen. De provinciale steunstructuur (CMO’s) stelt dat zij zich in gaat zetten voor de rol van Steunpunten, het draagvlak binnen het lokale verenigingsleven en de gemeentelijke rol voor borging en continuïteit.
1.17 Ondersteuning en advies in Gelderland Steunpunten en organisaties kunnen ondersteuning en advies krijgen via de Vliegende Brigadiers. In Gelderland zijn dit Gerrit Kapteijns van Spectrum (
[email protected]) en Sascha Wensveen van Scouting Gelderland (
[email protected]). Voor de sportsector is Jurjen Engelsman (NOC*NSF/NCSU Amersfoort, 033 - 461 85 48) beschikbaar. In Gelderland is tevens Lucia Dijkstra van de Gelderse Sport Federatie (
[email protected]) voor de sportsector beschikbaar. Is er geen brigadier in jouw regio, bel dan naar de telefonische helpdesk: 030 -750 90 05 voor meer informatie. Voor scholen is er de Helpdesk Maatschappelijke Stages van het CPS (www.cps.nl) en het Landelijk instituut Onderwijsontwikkeling en Advies dat drie consultants beschikbaar heeft. Verder is er Codenamefuture (www.codenamefuture.nl). Voor iedereen is gratis informatie en advies te krijgen via: www.maatschappelijkestages.nl.
Maatschappelijke Stage
8
2. De gang van zaken bij het Steunpunt: een stappenplan
Ieder Steunpunt is anders, de mensen die er werken zijn verschillend, de scholen zijn anders actief en de mensen in de regio zijn……Allemaal waarheden, maar er zijn tevens vele overeenkomsten waarop het grootste deel van volgende informatie gebaseerd is. De verderop meer uitgewerkte stappen kort door de bocht. Het
Steunpunt: formuleert visie; zet eigen ambities, mogelijkheden en taken op een rij; zet eventueel lobby in voor meer middelen; voert diverse taken uit; evalueert (eigen rol in) MaS en stelt bij.
2.1 Steunpunt formuleert visie Een Steunpunt formuleert zijn visie over MaS vanuit toekomstverwachtingen en geldende normen en waarden. Hiervoor staan in 5.2 Formuleren visie en de gratis Civiqfolders (5.3 Ondersteunende folders) elementen die verwerkt kunnen worden. Iedere partij heeft eigen belangen. De visie moet daarom helder zijn en gedragen worden door de school en de gemeente. In de eerste fase behartigt Het Steunpunt de belangen van de stageorganisaties. Om je visie zó te formuleren dat je voldoende draagvlak creëert, kun je ondersteuning vragen van een Vliegende Brigadier (zie paragraaf 5.1 Vliegende brigadiers).
2.2 Steunpunt zet eigen ambities en mogelijkheden in MaS op een rij Vanuit de geformuleerde visie komen ambities op tafel. Per Steunpunt verschillen situaties en omstandigheden. Daarom is een standaardlijstje ambities en mogelijkheden niet te geven. Ieder Steunpunt zal zijn eigen weg moeten vinden en moeten nadenken welke rol zij wil spelen. Een aantal mogelijke rollen zijn die van: Voorlichter: het vertolken van het gegeven dat vrijwilligerswerk in veel meer sectoren geschiedt dan in de MaS van betreffende school. Bemiddelaar: passief door het ter beschikking stellen van een website met vacatures, actief door het in contact brengen van vrager en aanbieder. Regisseur: het reguleren van het aanbod van leerlingen per periode en het afstemmen van het aanbod van leerlingen door diverse scholen in dezelfde periode. Helper bij flexibilisering van organisaties: het aanbieden van een systeem om te zoeken naar interessante, kortdurende werkzaamheden binnen de organisatie. Helper bij het evalueren: organisaties, scholen en leerlingen bijstaan in het zoeken naar zin en mogelijkheden van MaS en het verbeteren daarvan. De mogelijke taken van een Steunpunt tref je verderop aan in het onderdeel (Mogelijke) taken voor Steunpunt. Hierbij zijn bruikbare methoden en instrumenten gezet.
Maatschappelijke Stage
9
Een buitenkans voor je Steunpunt is dat het via MaS een goede gelegenheid krijgt bij organisaties binnen te komen waarmee je nog geen contact hebt. Alleen daarom al heeft meedoen aan MaS voor veel Steunpunten een hoge prioriteit. Om werkelijk binnen te komen, moet er werk verzet worden en moeten voor de organisaties aantrekkelijke activiteiten gepland worden. Deze moet een Steunpunt wel kunnen uitvoeren binnen zijn beschikbare tijd en middelen. Beschikbare tijd is bij kleine Steunpunten hét grote knelpunt. Een Steunpunt met slechts 0,25 formatieplaats voor alle taken: informatieverstrekking, verenigingsondersteuning en bemiddeling is gauw uitgepraat. Zonder prioriteitstelling of uitbreiding van de middelen zit er weinig perspectief in MaS voor zo’n Steunpunt.
2.3 Steunpunt lobbyt voor meer middelen Wanneer je meer wilt dan je kunt doen, zijn er meer middelen nodig. Degene die deze middelen beschikbaar moet stellen, trekt niet zomaar de portemonnee. Je zult aan moeten geven waar de schoen wringt en ook hoeveel het kost om dit aan te pakken. Dat
kun je op de volgende manier doen: Stel het totaal aantal uren vast dat je op dit moment als Steunpunt voor MaS hebt. Stel dan vast welke taken je daarin kunt oppakken. Stel dan vast wat je, en je samenwerkingspartners, als ideale situatie ziet. Stel vast wat het gat is en vertaal dit in middelen. Ga aan de slag om het gat te dichten.
Een optie is om ieder jaar extra middelen te verwerven. Telkens weer opnieuw op zoek te moeten gaan naar middelen kost echter veel energie. Daarbij komt dat wanneer je dan weer ‘tijdelijk’ geld vindt, dit een wankele basis voor de toekomst is. Een meerjarenbeleid kun je er niet op loslaten. Het zoeken naar een structurele aanpak is meestal arbeidsintensiever, maar levert een hoger rendement op. Het schept meer zekerheid, je bedt MaS duurzaam in en het kost de volgende jaren minder energie. Er leiden meer wegen tot een duurzame aanpak. De eerste optie is (een deel van) je uren voor verenigingsondersteuning te bestemmen voor het ondersteunen van de stageorganisaties die meedoen aan de MaS. De tweede optie is om de tijdsinvestering van andere taken te verminderen. De derde optie is aankloppen bij de gemeente. Gesprekken met de beleidsambtenaar, de verantwoordelijke wethouder en fractievoorzitters helpen, mits feiten, argumenten en concrete vragen duidelijk zijn. Meestal blijkt in de loop van het MaS-project dat er meer kan wanneer meer middelen beschikbaar zijn. Zet dit in een goed plan om hier middelen bij te zoeken trek je samen met de andere betrokkenen op; het dient immers een gezamenlijk belang. Hiervoor kun je 5.4 Format lobby aanpak meer middelen gebruiken.
Maatschappelijke Stage
10
2.4 (Mogelijke) taken voor Steunpunt Buiten het werven van de extra middelen laat onderstaande lijst de meest voorkomende taken en bemoeienissen van Steunpunten bij MaS zien. Dat wil niet zeggen dat je al deze taken op hoeft te pakken. Daar is in veel Steunpunten geen tijd en geld voor. In 5.5 Checklist taken Steunpunt bij MaS kun je de taken aankruisen die je voor jouw Steunpunt ziet op basis van je eigen situatie. Het van tevoren scherp stellen van je taken en bemoeienissen is nuttig bij gesprekken met scholen en stageorganisaties. Het is meteen een goede binnenkomer bij gemeenten die vinden dat een Steunpunt moet bijdragen aan MaS. Het
Steunpunt Introduceert project bij scholen en stageorganisaties. Werkt aan draagvlak bij scholen, stageorganisaties en leerlingen. Participeert in overlegsituaties van participanten. Maakt concrete afspraken met de scholen en de stageorganisaties. Helpt bij: De uitvoering van theorielessen. Een zo gevarieerd mogelijk aanbod van vrijwilligerswerk. Bemiddeling van leerlingen naar vrijwilligerswerk van hun keuze. Coördineert (delen van) het project. Ziet mede toe op het behalen van tevoren vastgestelde resultaten. Participeert in evaluaties. Deze punten worden kort uitgewerkt en er wordt verwezen naar bruikbare methoden en instrumenten.
2.5 Steunpunt introduceert MaS bij scholen In een gemeente waar scholen nog geen MaS in hun schoolplan hebben, selecteert het Steunpunt scholen waar MaS opgepakt kan worden. De benadering kan zijn: 1. Een telefonisch contact, daarna een bevestigingsbrief, dan het gesprek. 2. Een informerende brief, daarna telefonisch contact voor een afspraak, dan het gesprek. Ad 1. Met de directeur van deze scholen wordt telefonisch contact gezocht. De inhoud van dit gesprek staat in 5.6. Is er een afspraak gemaakt dan wordt er een bevestigingsbrief gestuurd, voor een voorbeeld van een invulbrief zie 5.7, met de door Civiq gratis geleverde folder ‘Leren zonder boeken’ zie hiervoor 5.3. Doel is op korte termijn een afspraak te maken om te bezien of er interesse is om samen MaS in de school te introduceren. Aan de scholen die al MaS in hun schoolplan hebben, wordt met de directeur telefonisch contact gezocht. Doel is op korte termijn een afspraak te maken om te bezien of samenwerking meerwaarde oplevert voor MaS. Hiervoor kun je ook 5.6 gebruiken. Is er een afspraak gemaakt dan wordt er een bevestigingsbrief gestuurd. Een invulbrief, voorbeeld zie 5.7, met de door Civiq gratis geleverde folder ‘Leren zonder boeken’ zie hiervoor 5.3.
Maatschappelijke Stage
11
Ad 2. Aan de directeur van deze scholen wordt een informerende brief gestuurd (5.8) met de folder Leren zonder boeken (5.3). In de brief staat uitdrukkelijk wanneer en wie er met de directeur telefonisch contact opneemt. Doel van het telefoongesprek (5.9) is op korte termijn een afspraak te maken om te bezien of er interesse is om samen MaS in de school te introduceren. Ad 1. Met de scholen die al MaS in hun schoolplan hebben, wordt op dezelfde manier contact gelegd. Telefonisch (5.10) en daarna de bevestigingsbrief (5.11). Ad 2. Aan de school wordt een brief gestuurd waarin het Steunpunt zijn diensten aanbiedt (5.12). Hierin staat uitdrukkelijk wanneer en wie er met de directeur of de coördinator telefonisch contact opneemt. Doel van het telefoongesprek (5.13) is op korte termijn een afspraak te maken om te bezien of samenwerking meerwaarde oplevert voor MaS. Tip: Welke methode je ook kiest, informeer telefonisch bij het secretariaat van de school welke naam en eventueel titel bij de directeur of coördinator past. Vraag tevens de juiste adressering gezien de omvang van scholen en de soms verspreide locaties. Dit voorkomt dat de brief gaat zwerven en nog erger dat deze nooit aankomt.
2.6 Steunpunt introduceert MaS bij organisaties Het Steunpunt selecteert organisaties die interessante stageplekken voor MaS zouden kunnen leveren. Daarvoor gebruik je eerst de organisaties die al in je netwerk zitten. Dat is voor beide partijen bekend terrein. Zijn er meer plekken nodig dan breid je je netwerk uit. Let daarbij vooral op de wensen die de leerlingen hebben ingebracht, bijvoorbeeld via de klankbordgroep (5.17), via de introductieles (5.20) en/of via de keuzetesten (5.18). Aan het bestuur of directie van deze stageorganisaties wordt een introductiebrief gestuurd (5.14) met de folder ‘Leren investeren’ (5.3). In de brief staat uitdrukkelijk wanneer en wie er met de directeur telefonisch contact opneemt (5.15). Doel van het telefoongesprek is een afspraak te maken om te bezien of de organisatie MaS-plaatsen kan leveren en hoe het Steunpunt hierbij behulpzaam kan zijn.
2.7 Steunpunt werkt aan draagvlak bij scholen en leerlingen Het Steunpunt brengt in het eerste gesprek (5.16) onder andere zijn visie in bij de school plus de inhoud van de brief. Dring aan op het instellen van een klankbordgroep (5.17) of stuurgroep. Hierin zitten ook leerlingen. Hierdoor wordt het draagvlak met zowel de scholen als met de leerlingen vergroot. Door je te oriënteren op de onderwijskundige kant van MaS word je een betere gesprekspartner van de school. Dit levert zowel draagvlak als goodwill op. Voor deze oriëntatie zijn de publicaties van het CPS bruikbaar (zie 3.5). Hierin staan ook bruikbare methoden en instrumenten waarna verderop verwezen wordt. Het draagvlak bij leerlingen wordt in een later stadium vergroot door de introductielessen (5.20), het keuzeproces (5.18) en de positieve ervaringen. Docenten kunnen hun ervaringen uitwisselen via de website van het CPS (5.19).
Maatschappelijke Stage
12
2.8 Steunpunt werkt aan draagvlak bij stageorganisaties Het draagvlak vergroten bij mogelijke stageorganisaties kan op meerdere manieren. Hierbij speelt mee het verschil in stageorganisaties (groot/klein, alleen met vrijwilligers werken of met professionals). Je kunt de organisaties de Civiqfolder ‘Leren investeren ‘ (5.3) sturen plus een begeleidend briefje. Hierin vermeld je expliciet de ondersteuning die je als Steunpunt kunt bieden. Soms werkt een directe benadering beter en kun je op werkbezoek gaan bij vrijwilligersorganisaties om mondeling toelichting te geven op het traject en de mogelijkheden. Een andere mogelijkheid is het organiseren van een informatiebijeenkomst. Bovengenoemde brief kan tevens de uitnodiging hiervoor zijn. Je kunt daarbij meerdere organisaties tegelijk uitnodigen. Deze bijeenkomst maak je interactief door te inventariseren wat de wensen, verwachtingen en mogelijkheden van de organisaties zijn. Een beheersbare methode voor een klein Steunpunt is in alle contacten die je hebt, de mogelijkheden en de voordelen van MaS te benoemen. Plus daarbij de mogelijke ondersteuning die je Steunpunt kan bieden. De lokale afdelingen van grote stageaanbieders, zoals bijvoorbeeld het Rode Kruis en Humanitas, zijn al geïnformeerd over MaS via hun organisatie. In de lijst Vliegende Brigadiers (5.1) staan de partners uit deze sectoren. Vraag hun voorlichtingsmateriaal op. Hierin staat veel praktische informatie hoe op lokaal niveau te handelen. Hun lokale afdelingen die aan MaS willen deelnemen, kunnen vaak ondersteuning krijgen van hun regionale of landelijke consulent. Het kan wel handig zijn om daar als Steunpunt eens bij te zitten. Leerzaam en goed voor het netwerk. Ze zijn vaak een medestander in de lobby naar de gemeente voor meer middelen en hebben daarbij meestal stevige ingangen bij de lokale politiek. Voor je Steunpunt is het materiaal van die grote jongens best interessant. Je kunt het doorgeven aan grotere instellingen, zoals verzorgingshuizen die mee willen doen. De gang van zaken heeft veel overeenkomsten. De uitnodiging moet daarom vooral bestemd zijn om lokale, kleinere organisaties over de drempel te helpen. Belangrijk dat ze komen, omdat hun klussen ze de breedte van het vrijwilligerswerk tonen. Echter hun moeilijke punt is hoe leuke en kortdurende stages te vinden en hoe de begeleiding vorm te geven. Hierbij kan het Steunpunt helpen (zie voor meer informatie 5.45 t/m 5.50). Het samen creëren van good practice is een methode om draagvlak te creëren. Een eenmalig gebeuren, zoals MADD, is daar prima voor te gebruiken. Zien dat je leerlingen het leuk vinden. Zien dat korte klussen ook in jouw organisatie kunnen. Ondervinden dat samen de schouders eronder zetten mogelijk was. Dit alles werkt inspirerend voor het volgend jaar. Na MADD meteen evalueren en het ijzer smeden wanneer het heet is en samen afspraken maken over een meer duurzame opzet van MaS.
Maatschappelijke Stage
13
2.9 Steunpunt participeert via klankbordgroep Het instellen van een klankbordgroep of stuurgroep (5.17) is vooral de eerste jaren wenselijk en nuttig. De voordelen zijn legio, onder andere: Creëren van draagvlak voor MaS zowel naar binnen als naar buiten. Opbouw van een netwerk rondom MaS. Gezamenlijke pleitbezorging rondom aanvulling ontbrekende middelen. Snel en effectief problemen aan kunnen pakken. Lijnen tussen de verschillende organisaties verkorten. Genereren deskundige adviezen aan de schoolcoördinatoren en het Steunpunt. De klankbordgroep heeft voornamelijk een adviesfunctie en haar inzet is voornamelijk gebaseerd op: het volgen van de activiteiten van de leerlingen; het signaleren van knelpunten en klachten, adviseren in termen van mogelijke oplossingen; het verstrekken van adviezen over verloop, vorm en de inhoud en verdere ontwikkeling; het participeren in de evaluatie van achterliggende periode. De klankbordgroep speelt een rol in de coördinatie. Dat betekent niet dat de uitvoering van die coördinatie bij de klankgroep ligt. Die ligt bij het Steunpunt of de coördinator van een school. De klankbordgroep geeft aan waar mogelijke knelpunten (gaan) zitten en wie in hun achterban hierop aangesproken kan worden. Wanneer de afstemming niet lukt of misgaat, dan wordt het betreffende lid van de klankbordgroep gevraagd om het pad te effenen of in eigen kring de moeilijkheid aan te pakken. Er is coördinatie nodig: In de werving en het voorkomen van onderlinge concurrentie van scholen in dezelfde omgeving. Scholen gaan niet (alleen voor zichzelf) werven. Dit kan bijvoorbeeld overgedragen worden aan het Steunpunt. In de spreiding van klussen; aanbod kan over de scholen verdeeld worden, zodat er een breed aanbod is en leerlingen meer keuze hebben. Ook klussen die voor een andere leeftijdsgroep bestemd zijn, kunnen herverdeeld worden. In de spreiding van leerlingen; het streven is dat leerlingen in eigen omgeving vrijwilligerswerk gaan doen. Voor scholen met een regionale functie betekent dit dat hun stageplekken over diverse kernen verdeeld moeten zijn. In
een klankbordgroep nemen onder andere zitting: coördinator van betrokken school/scholen; functionaris Steunpunt; vertegenwoordiger uit de ‘sector’ grote stageorganisatie; vertegenwoordiger uit de ‘sector’ kleine stageorganisatie; delegatie leerlingenraad; eventueel een beleidsambtenaar van de gemeente.
Maatschappelijke Stage
14
2.10 Steunpunt maakt concrete afspraken met betrokken partijen Belangrijk is dat alle betrokken partijen weten wat men van elkaar kan en mag verwachten. Eventuele hobbels kunnen dan samen aangepakt worden. Voordat de eerste leerling op MaS is, zullen er concrete afspraken gemaakt moeten worden. Zo zal voor de stageorganisaties duidelijk moeten zijn dat de leerlingen verzekerd zijn en voor welke activiteiten (zie 1.15). Geef dit door aan de stageorganisaties. Leg deze afspraken schriftelijk vast, hiervoor staan de modellen aangegeven. Pas deze modellen aan op de lokale situatie. Het
gaat dan om de afspraken tussen: scholen en stageorganisaties; (5.22) en 5.25) scholen en Steunpunt; (5.21) Steunpunt en stageorganisaties; (5.22) en in sommige gevallen de gemeente.
Rondom de concrete uitvoering moeten betrokkenen geïnformeerd worden. Daarbij worden eventueel afspraken gemaakt. Het gaat om scholen en ouders; (5.23) school en leerlingen; (5.24) leerlingen en stageorganisaties. (5.26) Deze afspraken liggen weliswaar buiten de verantwoordelijkheid van je Steunpunt, maar als het niet gebeurt, zit je wel met de brokken. Je doet er dus goed aan door er op toe te zien dat deze afspraken gemaakt worden. Dit kan bijvoorbeeld binnen de Stuurgroep of Klankbordgroep.
2.11 Het Steunpunt helpt bij….. De verantwoordelijkheid van de MaS blijft bij de school liggen. Daarbij kan het Steunpunt behulpzaam zijn bij de voorbereiding en uitvoering van onderdelen. Je kunt als Steunpunt helpen bij: het zoeken van stagewerkzaamheden voor diverse doelgroepen; (5.27) het keuzeproces van de leerling; (5.18) de bemiddeling naar stageplekken; (5.28) de bemiddeling van leerlingen naar vrijwilligerswerk van hun keuze; (5.27) de begeleiding van leerlingen en stagebegeleiders; (5.29) het beoordelen van de stage-inspanningen; (5.30) het oppakken van klachten; (5.31) de coördinatie van (delen van het) totale project; (5.32) NB: Een essentiële taak van een Steunpunt is dat het er op toeziet dat juist de diversiteit van het vrijwilligerswerk aan bod komt. Bestrijd daarmee het geijkte vooroordeel dat het alleen het lopen achter de invalidekar is. Stimuleer met die breedte het gevoel dat je je eigen kwaliteiten kwijt kunt of juist kunt verrijken via het vrijwilligerswerk.
Maatschappelijke Stage
15
2.12 Steunpunt evalueert (eigen rol in) MaS en stelt bij Na een periode van samenwerking is het tijd om te zien of MaS uitgevoerd is, zoals het de participanten tevoren voor ogen stond. Vandaar het advies bij de afspraken zo concreet mogelijke resultaten te benoemen. Een paar voorbeelden: Er doen het eerste jaar minstens 50 leerlingen mee. Er komen klussen in de sectoren zorg, natuurbeheer, jeugdwerk en sport. Het eerste jaar moet iedere leerling kunnen kiezen uit minstens twee klussen. Het Steunpunt schoolt minstens 10 begeleiders van kleine organisaties. Evalueren gaat niet alleen over het totaal project MaS, maar tevens gedetailleerd over onderdelen: over de samenwerking van school, stageorganisatie en Steunpunt (5.33) over de coördinatie en afstemming daarbij; over de keuze van leeftijdsgroepen en schooltypen; over het aanbod van stageplekken en de breedte daarvan; over de tevredenheid van de leerlingen; (5.34) over de beoogde leereffecten bij leerlingen; (5.35) over de tevredenheid van docenten; (5.36) over de tevredenheid van stageorganisaties; (5.37) Intern zal een Steunpunt moeten evalueren of de eigen rol van het Steunpunt binnen MaS zinvol, nuttig en voldoende is geweest. En in voorkomende gevallen wat er voor de volgende periode aangepast moet worden (of waar extra middelen voor moeten komen). Zet daarom van tevoren op papier wat je als Steunpunt voor ogen stond. Hier helpt het eveneens om zo concreet mogelijk de resultaten te benoemen. Een paar voorbeelden: Ons Steunpunt helpt vijf kleine organisaties met het uitsplitsen van taken die door MaSactiviteiten ingevuld kunnen worden. De klussen die de school aanbiedt, komen voor 50% van de organisaties waarmee ons Steunpunt regelmatig contact heeft. Wij hebben van tevoren één keer contact met stageorganisaties die een eigen stagebegeleider hebben. In een workshop leiden wij minstens 10 stagebegeleiders op van kleine organisaties. Zoals gezegd, evalueren gaat niet alleen over het totaal maar tevens gedetailleerd over onderdelen van MaS. Dit moet bij het eindgesprek (5.38) en een eventueel eindverslag (5.39) aan de orde komen.
Maatschappelijke Stage
16
3. De gang van zaken bij de school: een overzicht
De school is en blijft 100% verantwoordelijk voor hun leerling bij Maatschappelijke Stages. Allereerst wordt daarom intern de vraag beantwoord of de school zich in wil zetten voor MaS Centraal hierbij staat de formulering van de leerdoelen van vrijwilligerswerk voor jongeren en de school (zie 1.1 Wat is Maatschappelijke Stage?). Wil een school meedoen met MaS, dan vraagt het subsidie aan bij het Ministerie van Onderwijs (Vanaf 2008 komt er een lumpsum3 van zo’n € 20.000 per school). Is hierover positief bericht binnen dan wordt iemand binnen de school gevraagd het proces te starten en te coördineren. De coördinator is de spin in het web. Vanuit zijn takenpakket kiest hij zijn weg.
3. 1 Vertrekpunten school bij MaS Er zijn meerdere vertrekpunten en scenario’s te ontdekken in MaS-land. Hieronder staan er vijf. De meeste projecten zijn hierin te herkennen, helemaal wanneer je onderdelen hiervan combineert. 1.
Vanuit het gegeven dat de school 100% verantwoordelijk is, wil de coördinator het proces van A tot Z in eigen hand houden. Van het informeren van zijn leerlingen tot en met de bemiddeling en evaluatie. Slim is dat natuurlijk niet en het komt waarschijnlijk ook niet zo veel voor.
2.
Een voorzichtige start maken om ervaring op te doen. Dat is wat veel coördinatoren het eerste jaar willen. De coördinator kiest dan voor een kleine groep leerlingen die op vrijwillige basis mee wil doen. Dat betekent vaak dat de coördinator de groep benadert waar hij zelf het meeste zicht op heeft. Dat zijn de groepen waarmee hij dagelijks werkt. Daarmee staat het niveau en de leeftijdscategorie de eerste perioden vast. Daarbij moeten passende taken gevonden worden. Deze worden dan enerzijds binnen de school gezocht en anderzijds bij grote stageaanbieders met eigen vrijwilligersbegeleider. Dat zijn bijvoorbeeld zorginstellingen.
3.
Een andere mogelijkheid is om het eerste jaar meteen al samen te werken met een Steunpunt. Ook hier staat het opdoen van ervaring het eerste jaar centraal. En ook met de nodige voorzichtigheid, bijvoorbeeld door alle klussen in een korte periode uit te voeren. Bijvoorbeeld in een werkweek of op een MADD-dag. Het Steunpunt neemt op zich dat de breedte van het vrijwilligerswerk voor het voetlicht komt. Hierop is de informatie afgestemd, de zoektocht naar klussen, het keuzeproces van de leerlingen en het verwerken van de ervaringen. Waar nodig ondersteunt het Steunpunt de stageorganisaties.
3
Een lumpsum is een soort afkoopbedrag. Dat echter niet geoormerkt is. Dat betekent in de praktijk dat een school dat bedrag ook voor andere zaken mag gebruiken, bijvoorbeeld om de reiskostenvergoeding van de leraren te verhogen.
Maatschappelijke Stage
17
4.
Een Steunpunt neemt meteen alle niet-schoolse kanten van MaS op zich. Het (grote) Steunpunt is een full-service bureau voor de school en de stage-organisaties.
5.
In de gemeente wordt een apart Steunpunt MaS opgericht. Het levert optimale service aan scholen en stageorganisaties. Het geeft theorielessen, het stelt uniforme evaluaties op, het schoolt en coacht begeleiders van stage-organisaties.
3.2 Overzicht werkzaamheden school Welk scenario een school ook kiest, er zitten inhoudelijke en praktische kanten aan MaS voor een school. Hieronder staat een opsomming met daarbij aangegeven waar bruikbare informatie, methoden en instrumenten zijn te vinden.
3.3 Inhoudelijke werkzaamheden school (zie checklist 5.40)
het formuleren van (leer)doelen; (5.42) het bepalen welke plaats een stage binnen het onderwijs inneemt; het bepalen welk schooltype en welke leeftijdscategorie meedoen; (3.1) invulling inhoud lessen over vrijwilligerswerk; (5.20) aangeven hoe de leerling begeleid moet worden; (5.29) aangeven hoe de stagebegeleider begeleid moet worden; (5.29) het duiden op welke wijze beoordeling plaats moet vinden; (5.30) evaluatie en bijstelling van het project. (5.33 t/m 5.39)
3.4 Praktische werkzaamheden school (zie checklist 5.41)
eventueel het samenstellen van een klankbordgroep; (5.17) invulling van het aantal lessen en inhoud; (5.20) invulling aantal uren vrijwilligerswerk; het opzetten van een netwerk om stageplekken te zoeken; (5.17 / 5.19 /5.44) het verzamelen van stageplekken; (5.17 / 5.27) het informeren van leerlingen en hun ouders; (5.23) leerlingen hun interesse laten nagaan; (5.18) leerlingen verzekeren voor deze activiteiten; (1.15) het koppelen van leerlingen en klussen; (5.43) het koppelen van leerlingen en klussen in hun eigen buurt/dorpskern; het begeleiden van leerlingen; (5.29) het beoordelen van de (prestaties van) leerlingen;(5.30) het opzetten en uitvoeren van een evaluatie. (5.33 t/m 5.39)
Maatschappelijke Stage
18
3.5 Ondersteuning en advies scholen Door: De helpdesk Maatschappelijke Stages van het CPS (www.cps.nl), landelijk instituut Onderwijsontwikkeling en advies dat drie consultants hiervoor beschikbaar heeft. Codenamefuture (www.codenamefuture.nl) over werken met MaS in een digitale omgeving.
Een algemene website (www.maatschappelijkestages.nl).
Extra informatie is te halen uit de mappen van het CPS: Maatschappelijke Stage Maatschappelijke Stage ingebed in het curriculum Deze mappen zijn te bestellen via: www.cps.nl.
Maatschappelijke Stage
19
4. Gang van zaken bij een stageorganisatie: de hulpvragen
In dit hoofdstuk zijn diverse ervaringen gebundeld. De links verwijzen naar voorbeelden, checklists, tips en dergelijke in hoofdstuk 5: Methodieken en instrumenten.
4.1 Wie neemt het initiatief? Een organisatie hoort via haar koepelorganisatie, collega-organisatie, de school, Steunpunt, leerling of (vak)media van de mogelijkheid mee te doen aan de Maatschappelijke Stage. Het initiatief om MaS op te pakken, kan van een stageorganisatie uitgaan. Hierbij moet je denken aan lokale zorgaanbieders, zoals: ziekenhuizen, verpleeghuizen, woonzorgcentrum. Verder aan afdelingen van landelijke organisaties als het Rode Kruis. Zij hebben van hun landelijke groep al informatie ontvangen die ‘waarom- en hoe-vragen’ beantwoorden. Deze organisaties zoeken in de omgeving uit wie al betrokken zijn bij MaS: scholen, een Steunpunt, andere organisaties, gemeente. Meestal probeert zo’n soort stageorganisatie aan te sluiten bij een bestaand netwerk. Er zijn voordelen om met dit soort organisaties in zee te gaan. Er kan namelijk snel MaS georganiseerd worden, omdat: er veel ervaring is met het begeleiden van (jonge) vrijwilligers en er structureel menskracht voor is; er veel taken zijn, die tijdens schooltijden uitgevoerd kunnen worden. Echter alleen met dit soort organisaties werken, laat meteen de valkuil zien: het gaat in het vrijwilligerswerk niet alleen om zorgsituaties. Jongeren moeten zien dat er ander vrijwilligerswerk is: sport, milieu- en natuurbeheer, Scouting, culturele, kerkelijke en politieke activiteiten. Leerlingen moeten daarom een breed aanbod voorgeschoteld krijgen. Hiervoor heb je de kleinere lokale organisaties nodig.
4.2 Knelpunten kleine lokale organisaties In de praktijk blijkt dat Steunpunten moeite hebben om kleine lokale organisaties te vragen mee te doen. Vaak denkt men de wedervraag al te weten: ‘Wat hebben we eraan?’ en meteen daaraan toegevoegd: ‘Het kost ons veel meer dan het ons oplevert!’. Ze zien het meer als een belasting dan als een kans. Argumenten om organisaties over de streep te halen zijn er te over: verbetering coachend vermogen, jong bloed = jonge ideeën, imagoverhogend, leerzaam, bedrijfsblindheid aanpakken, bezig met flexibilisering en vooral erg leuk. Dat wil niet zeggen dat deze argumenten omarmd worden. Het vergt overredingskracht in een persoonlijk gesprek. De tijd die je daarin moet investeren, is er niet wanneer je als Steunpunt slechts een paar formatie-uren hebt voor een zee van taken. Vandaar dat meestal alleen die organisaties benaderd worden, waarmee een Steunpunt al contact heeft.
Maatschappelijke Stage
20
4.3 Benadering kleine lokale organisaties Die kleine, lokale organisaties die alleen met vrijwilligers werken, worden daarom meestal per brief door een school of een Steunpunt benaderd. De globale inhoud van zo’n brief om aan MaS mee te doen staat in (5.44). Wanneer de school de contacten met een stageorganisatie legt, dan zal vooral uitgegaan worden van de definitie en de voordelen die de onderwijswereld ziet. De informatie van een Steunpunt aan die organisaties bevat de toevoeging van Civiq plus enige extra voordelen (zie 1.1): Men krijgt zicht in de belevingswereld van jonge(re) vrijwilligers (belangrijk in het licht van de vergrijzing). Organisaties kunnen ervaring opdoen met de ‘nieuwe’ vrijwilliger. Deelname ‘dwingt’ de organisatie na te denken over flexibilisering van hun vrijwilligerswerk. Onderwijs is een interessante ‘ingang’ voor het werven van toekomstige vrijwilligers.
4.4 Voorwaarden om stagiaires binnen te krijgen Zowel school als Steunpunt vertellen de organisatie wat nodig is om stagiaires in huis te kunnen halen: Er moeten interessante eenmalige en/of kortlopende vrijwilligersklussen zijn. Het moet een leuke ervaring zijn. Leerlingen moeten tijdens het vrijwilligerswerk goed begeleid worden. Er moet een goede terugkoppeling zijn van de opgedane ervaringen van de leerlingen. Voor een woonzorgcentrum dat al met 100 vrijwilligers en een vrijwilligerscoördinator werkt, zijn deze eisen geen probleem. De kleine lokale organisaties zien deze voorwaarden wel degelijk als een belemmering. De volgende argumenten komen daarbij op tafel: Het is moeilijk vrijwilligerstaken op te delen in leuke, afgebakende klussen. Onze activiteiten zijn merendeel ’s avonds of in het weekend. Wij achten onszelf niet capabel om de begeleiding ter hand te nemen.
4.5 Opdelen vrijwilligerstaken Deze problemen kun je als Steunpunt in eerste instantie zelf oppakken. (5.45 en 5.46). Met het opdelen van vrijwilligerstaken in afgebakende klussen wordt, ook buiten MaS, steeds meer ervaring opgedaan. De ‘zappende’ vrijwilliger is hiervan een voorbeeld. De ervaringen met het flexibiliseren van vrijwilligerswerk komt hier van pas. In de sport is er al een handboek (5.47), maar een uniforme standaardmethode bestaat (nog) niet. Hiervoor wordt in de loop van 2007 het handboek van de sport aangepast (5.48). Heel veel organisaties verrichten hun activiteiten ’s avonds of in het weekend. Een leerling kan compensatie krijgen in schooluren wanneer hij ’s avonds of in het weekend werkzaamheden verricht voor de organisatie. Bij Scouting kan dat betekenen dat de leerling ’s avonds helpt een activiteit voor te bereiden, bijvoorbeeld door een spel te maken.
Maatschappelijke Stage
21
Bij een sportvereniging kan de competitieleider in de avonduren geholpen worden een toernooi te plannen. In het weekend helpt de leerling de bewoners van een buurt met het maken van een carnavalswagen.
4.6 Bijscholen begeleiders Voor het bijscholen van begeleiders zijn diverse mogelijkheden. Het kan via de landelijke of provinciale begeleiders van de grotere organisaties. Een school kan de scholing verzorgen. Maar je kunt zelf ook een workshop MaS-begeleiding organiseren. Het voordeel hiervan is dat je als Steunpunt op een andere manier in contact komt met je doelgroep en meer te weten komt over het wel en wee van de deelnemende organisaties. Hierdoor kun je op andere vragen van zo’n organisatie inspringen. Om zo’n workshop te organiseren, moet je weten wat belangrijke eigenschappen van een begeleider zijn. Leerlingen is gevraagd wat zij belangrijke eigenschappen vinden van een begeleider op de werkplek. Zij noemden de volgende eigenschappen: Positief zijn. Veel informatie geven en duidelijk uitleggen. Goed luisteren en geïnteresseerd in de leerling zijn. Gezellig zijn. Vrolijk en behulpzaam zijn. Goed met jongeren om kunnen gaan. Hierop baseer je een workshop (5.49). Per organisatie inspringen op hun individuele MaS-vragen kan te ingewikkeld worden; of je hebt er op dat moment te weinig tijd voor; of je bent te weinig bekend met de sector (bijvoorbeeld sport of amateuristische kunst). Dan kun je contact op (laten) nemen met de koepelorganisatie, een provinciale ondersteuningsorganisatie of een Vliegende Brigadier. Ziet een organisatie dat die belemmeringen grotendeels weggenomen kunnen worden en ziet het de voordelen van het meedoen, dan is de deal gauw gesloten.
4.7 Kort overzicht werkzaamheden stageorganisatie Met het meedoen, zitten er inhoudelijke en praktische kanten aan MaS voor een stageorganisatie. Hieronder staat een opsomming met daarbij aangegeven waar bruikbare informatie, methoden en instrumenten zijn te vinden. Een Steunpunt moet vooraf bij zichzelf te rade gaan, waar het stageorganisaties mee kan helpen (5.51). Dit kan dan in een brief of gesprek aan hen meegedeeld worden.
4.8 Inhoudelijke werkzaamheden stageorganisatie (zie checklist 5.51).
Formuleren van doelen en meerwaarde. (5.3 / 5.14) Bepalen welke soort werkzaamheden voor stages in aanmerking komt. (5.27) Aangeven welk soort leerling/welke leeftijdscategorieën mee kan doen. (5.22 / 5.27 / 5.29) Bepalen welke voorinformatie een leerling nodig heeft. (5.20 / beginsituatie)
Maatschappelijke Stage
22
Aangeven hoe de leerling begeleid moet worden en door wie; (5.29) Bepalen wat globaal beoordelingscriteria zijn en wie dit beoordeelt. (5.30)
4.9 Praktische werkzaamheden stageorganisatie (zie checklist 5.52).
Inventariseren/beschrijven interessante eenmalige, korte klussen. (5.27 / 5.45 t/m 5.48) Contacten met school organiseren. (5.14 / 5.15 / 5.22) Vaststellen data en tijden waarop stagiaires aanwezig kunnen zijn. (5.23 / 5.24) Informeren van de leerlingen over de organisatie en de klussen. (5.20 / vervolgles) Matchen van leerlingen en klus. (5.28 / 5.43) Opleiden van begeleiders voor op de werkplek. (5.49) Stagiaires verzekeren. (1.15) Manier van kennismaken van leerling en organisatie. (5.53) Terugkoppeling opgedane ervaringen m.b.t. de specifieke klus en de ervaringen van de jongeren. (5.34) Evaluatie en bijstelling. (5.34 t/m 5.39) Duurzaam inschuiven in MaS. (5.54)
4.10 Ondersteuning en advies stageorganisatie Door: De website: www.maatschappelijkestage.nl, klik op: Vrijwilligersorganisaties. Hun eigen landelijke koepelorganisaties, bijvoorbeeld: KNVB, Humanitas of IVN. Provinciale ondersteuners. In Gelderland Spectrum en de Gelderse Sport Federatie. De Vliegende Brigadiers, ga naar: www.maatschappelijkestage.nl, klik op Vrijwilligersorganisaties, onder Hulp nodig staat: Brigadiers, klik op: Kijk hier welke brigadiers je kunnen helpen. Is er geen brigadier in jouw regio, bel dan naar de telefonische helpdesk: (030) 750 90 05 voor meer informatie. De Helpdesk van het Informatiecentrum van CIVIQ, instituut vrijwillige inzet, telefoonnummer: (030) 750 90 05. Het lokale of regionale Steunpunt, lijst zie op: www.vrijwilligerswerk.nl, klik op Ondersteuningsorganisaties, ga daarna via de kaart van Nederland naar je eigen provincie. Organisaties in de sportsector kunnen ook eens denken aan het inschakelen van een Whoznext-team. WhoZnext (www.whoznext.nl) is een campagne die ervoor zorgt dat jongeren hun stem laten horen als het gaat om sport. Van een sportpleintje in de buurt of een feestavond op de sportclub tot een excursie tijdens de gymles. Als onderdeel van de campagne worden in Nederland zogenaamde whoZnext-teams opgericht. Dit zijn groepjes jongeren die van alles en nog wat organiseren op sportgebied. Heb je vragen of loop je zelf met een spetterend idee rond, dan kun je bij deze teams terecht. Op het landkaartje van hun site kun je zien waar de teams zitten en wat zij zoal doen.
Maatschappelijke Stage
23
5. Methodieken en instrumenten
De informatie in dit hoofdstuk kan een bundeling zijn van argumenten en ervaringen die in meerdere stukken zijn terug te vinden, of: is een voorbeeld dat overgenomen kan worden, eventueel met vermelding van herkomst en soms met een kort commentaar. NB: Omdat niet iedereen dezelfde stukken nodig heeft, is er voor gekozen per methode of instrument de argumenten, overwegingen, vragen, problemen en mogelijke aanpak te vermelden. Dit heeft als consequentie dat dezelfde zaken meer dan eens benoemd kunnen worden.
5.1 Vliegende Brigadiers Lijst met de namen en telefoonnummers van Vliegende Brigadiers die kunnen helpen. www.maatschappelijkestage.nl : ‘Vrijwilligersorganisaties’ : Hulp nodig. Kijk hier welke brigadiers je kunnen helpen.
5.2 Formuleren visie Steunpunt Bij MaS is het noodzakelijk dat een Steunpunt beziet welke positie en rol het daarin wil en kan hebben. Daarvoor moet een aantal algemene vragen duidelijk beantwoord worden: Wat is de doelstelling van Maatschappelijke Stages? Wat zijn de voordelen voor de jongeren? Wat zijn de voordelen voor de school? Wat zijn de voordelen voor vrijwilligersorganisaties? Zijn die belangen duidelijk, dan formuleert een Steunpunt haar visie. Dat gebeurt vanuit die belangen, de geldende normen en waarden en toekomstverwachtingen. De toekomstverwachtingen zijn duidelijk en reëel: een snelle stijging van deelnemende scholen en leerlingen; meer stageplekken en klussen gewenst bij organisaties; Steunpunten krijgen de politieke wind mee; de Gelderse steunstructuur kan (startende) Steunpunten ondersteunen. Aan eigen doelstelling, werkwijze en bestaande plannen kunnen onderstaande zaken al dan niet toegevoegd worden en tot een visie verwerkt worden: Leerlingen moeten kennismaken met vrijwilligerswerk in de volle breedte; die is nodig om de stages aan te laten sluiten bij de wensen van de jongeren. Vrijwilligerswerk omvat veel meer sectoren dan alleen de zorg. De stages moeten zinvol zijn; de leerlingen moeten de kans krijgen om echt iets te doen voor een ander of voor hun eigen omgeving. Een stage moet niet alleen een kennismaking van een à twee dagdelen zijn. Langdurige (gespreide) stages verdienen de voorkeur.
Maatschappelijke Stage
24
Zowel de leerling als de organisatie moet baat hebben bij de stage. Het lokale vrijwilligerswerk moet goed voorgelicht en voorbereid worden. Men moet in staat zijn leuke en uitdagende stages voor de leerlingen te ontwerpen. Het Steunpunt biedt ondersteuning hierbij.
5.3 Ondersteunende folders
Informatiebrochures Maatschappelijke Stage: het betere werk! CIVIQ heeft een drietal brochures over Maatschappelijke Stages uitgebracht voor respectievelijk: scholen, Steunpunten vrijwilligerswerk en vrijwilligersorganisaties. In deze brochures vind je achtergrondinformatie, voorbeelden en tips. Ze zijn tegen verzendkosten te bestellen bij de helpdesk: telefoonnummer: (030) 750 90 05 of
[email protected]. Wanneer je deze folder wilt gebruiken om MaS te introduceren, stuur ze dan niet alle drie op naar de geadresseerde. Het is moeilijk om snel te onderscheiden voor welke doelgroep de folder bestemd is. Herhaal in de bijbehorende twee à drie hoofdargumenten. Geef dan duidelijk aan wat je als Steunpunt voor de geadresseerde kunt betekenen. Een folder met een meer op jongeren gerichte invulling is te zien op: www.codenamefuture.nl, lesmateriaal, overige, maatschappelijke stage, PDF-folder.
Maatschappelijke Stage
25
5.4 Format lobby aanpak meer middelen Bij www.maatschappelijkestage.nl, opzetten, voortraject staat onder Financiering: ’’Het opzetten en begeleiden van Maatschappelijke Stage vraagt een grote inzet qua tijd die
vaak niet binnen het reguliere aanbod past. Bespreek in een vroeg stadium wat de mogelijkheden zijn voor extra financiering. Misschien kan de school bijdragen of is er binnen de gemeente of provincie geld beschikbaar voor maatschappelijk stage. Eventueel kun je ook fondsen voor een projectbijdrage benaderen. Hiervoor is het belangrijk om een goed uitgewerkt projectplan met een begroting te hebben’’. Via dit format kun je de benodigde uren en/of het benodigde bedrag in beeld brengen..
Totaal aantal uren Steunpunt huidige situatie
….uur
Aantal uren beschikbaar voor MaS in deze situatie …..uur Gewenste situatie/taken MaS voor Steunpunt per periode (5.5) benodigd aantal uren: … benodigd aantal uren: … benodigd aantal uren: … benodigd aantal uren: ….. Af: totaal benodigde uren
…... uur Tekort ….. uur
Dekking tekort Uit prioriteitstelling in verenigingsondersteuning Uit vermindering andere taken Steunpunt per periode - taak …….. …..uur - taak …….. …..uur - taak …….. …..uur - taak …….. …..uur Totaal te besteden uit eigen uren Nog te dekken uren per periode
…..uur
….uur ….. uur
Tekort / nog te dekken ….uur x uurbedrag € …….= €….. per periode.
Maatschappelijke Stage
26
5.5 Checklist taken Steunpunt bij MaS Kruis de taken aan die je voor je Steunpunt ziet weggelegd binnen de bestaande situatie: [ ] Verwerven van (extra) financiering voor je bijdrage aan MaS. [ ] Het introduceren van MaS bij de scholen en de stageorganisaties. [ ] Werken aan draagvlak bij scholen, leerlingen en stageorganisaties. [ ] Het maken van concrete afspraken met de scholen en de stageorganisaties. [ ] Het zorgdragen voor de kwaliteit van de theorielessen op de scholen. Dit kan betekenen dat de lessen door het Steunpunt zelf of door een docent van de school gegeven worden. (5.20 Introductieles) [ ] Het zorgdragen voor een zo gevarieerd mogelijk aanbod van vrijwilligerswerk. [ ] Het bemiddelen van de leerlingen naar het vrijwilligerswerk van hun keuze. [ ] Het coördineren van het totale project. [ ] Het behalen van de vastgestelde resultaten. [ ] Vervaardigen van tussen- en eindevaluaties.
5.6 Inhoud telefonisch contact scholen die geen MaS in hun schoolplan hebben Zie www.maatschappelijke stage.nl : Steunpunten vrijwilligerswerk : opzetten : traject scholen. Onderdeel: Gespreksleidraad eerste contact met de school In het gesprek moet aan de orde komen Tips
5.7 (Voorbeeld) bevestigingsbrief aan de school na telefonisch contact (zie 5.6) Zie www.maatschappelijkestage.nl : Steunpunten vrijwilligerswerk : opzetten : traject scholen. Onderdeel: Bevestigingsbrief eerste afspraak met de school
Maatschappelijke Stage
27
5.8 Informerende brief www.maatschappelijke stage.nl : opzetten : traject scholen In de brief moeten de volgende zaken zeker aan bod komen: (Zie ook de gespreksleidraad eerste contact met de school)
Doel van het gesprek. Doel van het traject Maatschappelijke Stage. Reden waarom het Steunpunt hiermee aan de slag wil. Welke visie het Steunpunt heeft op Maatschappelijke Stage. Reden waarom juist deze school is benaderd. Afspraak om verder te praten en eventueel een traject op school uit te zetten. Door wie (en wanneer) degene die aangeschreven is telefonisch benaderd gaat worden
5.9 Telefonisch afspraak maken n.a.v. informerende brief (zie 5.8)
Vraag naar de persoon aan wie de brief gericht is. Is deze niet aanwezig: vraag wanneer dit wel het geval is. Geef de geadresseerde aan dat je onlangs een brief over MaS gezonden hebt, waarin je aankondigt een afspraak te willen maken. Vraag of de inhoud van de brief duidelijk is en verduidelijk eventueel. Vraag of je deze afspraak nu kunt maken.
5.10 Telefonisch contact met de school die al MaS in haar schoolplan heeft Ga allereerst na wie in de school MaS in de portefeuille heeft, vraag naar een eventueel doorkiesnummer en wanneer deze persoon bereikbaar is.
Vraag naar de stand van zaken rondom MaS in de school. Geef aan wat je als Steunpunt kunt betekenen (zet dit alvast op een lijstje). Stel mogelijke samenwerking aan de orde. Plan eventueel een afspraak. Vraag naar de juiste adressering van de contactpersoon en kondig aan dat je de inhoud en de afspraken uit het telefoongesprek bevestigt.
5.11 Bevestigingsbrief n.a.v. telefonisch contact met de school die al MaS in haar schoolplan heeft (n.a.v. 5.10)
Geef de gesprekspunten uit het telefonische contact weer. wanneer er iets vergeten is of aangescherpt moet worden, kun je dit toevoegen met een duidelijke vermelding dat dit toegevoegd is.
Maatschappelijke Stage
28
5.12 Brief aan school met MaS waarin het Steunpunt zijn diensten aanbiedt Ga allereerst na wie in de school MaS in de portefeuille heeft, vraag naar de juiste adressering. Geef aan dat het je bekend is dat de school met MaS bezig is. Zet er eventueel bij van wie je dat weet. Geef aan wat je als Steunpunt kunt betekenen. Vraag om een afspraak en geef daarbij het doel aan: Vernemen hoe de stand van zaken is rondom MaS in de school. Nagaan of samenwerking meerwaarde voor beide partijen oplevert. Geef aan dat de geadresseerde telefonisch benaderd gaat worden, door wie en wanneer.
5.13 Telefonisch contact n.a.v. 5.12
Vraag naar de persoon aan wie de brief gericht is. Is deze niet aanwezig: vraag wanneer dit wel het geval is. Geef de geadresseerde aan dat je onlangs een brief over MaS gezonden hebt, waarin je aankondigt een afspraak te willen maken. Vraag of de inhoud van de brief duidelijk is, verduidelijk eventueel. Vraag of je deze afspraak nu kunt maken.
5.14 Introductiebrief aan stageorganisaties www.maatschappelijkestage.nl : Steunpunt vrijwilligerswerk : opzetten : organisaties Hierin staan de elementen die in een introductiebrief kunnen staan.
Opmerking redactie van deze map: Maak zo’n brief niet te lang. Het wordt daardoor ingewikkeld en verhoogt de drempelvrees. Zo kan de visie van het Steunpunt in een bijlage toegevoegd worden. Of in een later contact aan de orde komen. Verder zou het goed zijn te wijzen op de ondersteuningsmogelijkheden van het Steunpunt. Achter de informatie van de introductiebrief staat het deelnemersformulier vermeld (5.44). Dit is een overzichtelijk en handig formulier. Zo staan er criteria vrijwilligerswerk voor jongeren in. De organisatie kan aangeven of ze wil deelnemen en wat de beschikbare stageplaatsen zijn. Hierbij staat ook een model van een voorlichtingsbijeenkomst over het werken met jongeren. Doel hiervan is begeleiders te scholen in het werken met jongeren.
Opmerking redactie hierover: een heel aantal begeleiders-in-de-dop zal de relatie met de activiteiten niet duidelijk zijn. Zij verwachten klipklare tips en do’s and don’t’s.
Maatschappelijke Stage
29
5.15 Opzet telefoongesprek met stageorganisatie n.a.v. 5.14
Vraag naar de persoon aan wie de brief gericht is. Is deze niet aanwezig: vraag wanneer dit wel het geval is. Geef de geadresseerde aan dat je onlangs een brief over MaS gezonden hebt, waarin je aankondigt een afspraak te willen maken. Vraag of de inhoud van de brief duidelijk is, verduidelijk eventueel. Vraag of je deze afspraak nu kunt maken.
5.16 Het eerste gesprek met de school www.maatschappelijkestage.nl : Steunpunten vrijwilligerswerk : opzetten : traject scholen : gespreksleidraad kennismakingsronde. Geef bij de eerste afspraak op school (of op de bijeenkomst voor meerdere scholen) een korte uitleg over de taak van het Steunpunt vrijwilligerswerk en jouw rol en functie daarbinnen. Geef voorbeelden van bestaande trajecten van samenwerking tussen scholen en organisaties. Benadruk hierbij dat er veel varianten mogelijk zijn. Probeer in het gesprek samen de geschiktheid van de verschillende mogelijkheden vast te stellen. Hierbij kun je gebruik maken van de gespreksleidraad opzetten : traject scholen : gespreksleidraad kennismakingsronde. Doorloop daarbij het voorbeeldtraject dat het beste past bij de school. www.maatschappelijkestage.nl: Steunpunten vrijwilligerswerk : traject scholen : voorbeeld 1. Een voorbeeldmatige uitwerking : vrijwilligerswerk geïntegreerd in onderwijs. www.maatschappelijkestage.nl : Steunpunten vrijwilligerswerk : traject scholen : voorbeeld 2. Een voorbeeldmatige uitwerking: vrijwilligerswerk als tweedaags project Geef aan dat het traject kan worden aangepast voor bijvoorbeeld het aantal studiebelastingsuren (sbu's), vorm van het traject, aantal lessen en inhoud van de lessen.
5.17 Klankbordgroep In een klankbordgroep of stuurgroep zitten de belanghebbenden rondom MaS. Deze groep komt een paar keer per jaar bijeen. Denk ook aan een vertegenwoordiging van de leerlingen. Doelen van een klankbordgroep kunnen zijn: Het creëren van draagvlak voor het project. Verkorten van de lijnen tussen de verschillende personen en organisaties. Genereren van deskundige adviezen. Uitwisselen van informatie. www.maatschappelijkestage.nl : opzetten : voortraject : klik op klankbordgroep: Voorbeeld klankbordgroep steunfunctie Contour Tilburg.
Maatschappelijke Stage
30
5.18 Keuzeproces leerling Na een introductieles die voor een algemeen overzicht moet zorgen, moet een leerling individueel aangeven welk type vrijwilligerswerk hij wil doen. Dat valt niet mee. Hiervoor zijn diverse keuzetesten gemaakt: digitaal en geprint om met de hand in te vullen. Op www.maatschappelijkestage.nl : uitvoeren : lessen staan er een paar. De Digitale keuzetest van de NCRV toont goed de diverse sectoren, maar is meer op volwassenen gericht. De ‘Ik ben geweldig test’ voor jongeren zal het als test goed doen. Het verdere verloop, informatie geven of er in je buurt vacatures zijn, is niet zo bruikbaar. De op deze site aangegeven te printen versies zijn lang en moeilijk van taal. Vooral het zelf moeten bewerken is ingewikkeld en de conclusies zijn nogal eens abstract. Meer aansprekend voor jongeren is informatie via: www.codenamefuture.nl : lesmateriaal : overig : Maatschappelijke Stage : geblokte plaatje. Wat is Maatschappelijke Stage? Tips en Trucs Kolom inspiratie of stagemixer Geblokte plaatje Voorbereiding De leerling geeft zijn of haar keuze op en wordt bemiddeld: Via school eventueel taakkaarten (5.46) op het prikbord of de interne website. Via het Steunpunt. of gaat daarna zelf op pad om een concrete klus te zoeken, bijvoorbeeld via: Het lokale Steunpunt. Freeflex (www.freeforce.nl). De vereniging, kerk of buurthuis waar de leerling al vrijwilligerswerk doet. Verder staat er op: www.handjehelpen.nl een korte vrijwilligerstest om te zien wat voor mens iemand is. Na de test is de vraag of je je herkent in de typering. Misschien kan de test dan helpen interessant vrijwilligerswerk te vinden. Vragen zijn grotendeels gebaseerd op vrijwilligerswerk in de zorg.
5.19 Ervaringen uitwisselen Voor Scholen is er collegiale consultatie. Op de website van CPS staat: ‘Zijn jullie bezig op school met Maatschappelijke Stage en wil je gebruik maken van de ervaringen van je collega’s op andere scholen, geef dan je vraag aan ons door. Heb je vragen voor collega-scholen over invoering, materialen, contacten leggen met Maatschappelijke Stage plekken en dergelijke geef ze aan ons door, dan plaatsen wij ze op de website én mailen de reacties aan jou door. Vraag mailen naar:
[email protected]’
Maatschappelijke Stage
31
Voor Steunpunten: bel collega’s of vraag via een Vliegende Brigadier (5.1) welke Steunpunten in je omgeving je kunt benaderen om ervaringen uit te wisselen. Vraag de Vliegende Brigadier of deze een paar intervisiebijeenkomsten in je regio kan organiseren/leiden.
5.20 Introductieles Maak voor elke les een opzet met daarin: Doel. Doelgroep. Beginsituatie van de leerlingen. Benodigde materialen. Tijd. Korte omschrijving van de inhoud (inleiding, kern, afsluiting). Wat de inhoud betreft: maak eerst duidelijk wat vrijwilligerswerk is en waarom het leuk kan zijn. Geef vooral aan dat het niet alleen om zorg en dergelijke gaat. Natuur, politiek, kerk, sport, buurthuis, muziekclub: vrijwilligerswerk is het cement van de samenleving. Misschien doen er een aantal leerlingen al lang vrijwilligerswerk, maar zien ze dat niet zo. Vrijwilligerswerk kan immers ook dichtbij huis plaatsvinden. www.maatschappelijkestage.nl : uitvoeren : lessen : klik op introductieles. Je treft daar een aardig format voor een introductieles aan. De vragenlijst ontbreekt, maar je kunt dit mondeling oplossen door de vraag te stellen: ‘Wat weet je al over vrijwilligerswerk?’ Er wordt verder verwezen naar een vervolgles. Hierin tref je andere (arbeidsintensieve) lesactiviteiten aan. De belangrijkste is het maken van een keuze voor een bepaalde sector. Om te weten te komen hoe breed vrijwilligerswerk kan zijn en wat er bij komt kijken, hebben onze zuiderburen het leuke gezelschapsspel ‘Graag gedaan’ ontwikkeld. Te bestellen door een bedrag van € 10,- + € 10,- verzend- en administratiekosten te storten op 735-0037935-93 IBAN: BE98 7350 0379 3593. Is het bedrag aangekomen, dan wordt het spel per post verzonden. Vermeld bij de mededeling: gezelschapsspel: Graag gedaan en het adres waar het naartoe gestuurd moet worden. Het Punt vzw Steunpunt vrijwilligerswerk Brussel: www.hetpuntbrussel.be. De site: www.job4free.nl : what can I do free geeft een zeer breed overzicht van allerlei soorten vrijwilligerswerk dat jongeren kunnen doen.
5.21 Afspraken tussen scholen en Steunpunten www.maatschappelijkestage.nl : opzetten : traject scholen. De volgende onderdelen geven een goed inzicht wat er allemaal besproken moet worden: Gespreksleidraad eerste contact met de school. Gespreksleidraad kennismakingsronde.
Maatschappelijke Stage
32
De definitieve afspraken kun je zetten in het projectplan (het ingevulde projectplan kun je als voorbeeld gebruiken). Zorg ervoor dat duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is en neem dit op in het projectplan. Let goed op dat de verantwoordelijkheden bij de juiste persoon liggen en evenwichtig verdeeld zijn.
5.22 Afspraken tussen scholen (Steunpunten) en stageorganisaties www.maatschappelijkestage.nl : opzetten : traject organisaties In het deelnameformulier staan de onderwerpen die de basis zijn voor verdere afspraken. In het boek Maatschappelijke Stages (uitgeverij CPS) staat op pagina 43 bij 6.2 de lijst Afspraken tussen de school en de organisatie.
5.23 Maatschappelijke Stage en ouders 1.
Er is een folder met tips voor scholen om het thema ‘Maatschappelijke Stage met ouders’ te bespreken. In de folder wordt aandacht besteed aan drie aspecten: Hoe betrek je ouders bij de invoering van Maatschappelijke Stage? Hoe zorg je dat ouders ook achter de Maatschappelijke stage staan? Hoe kun je met ouders terugblikken op het traject? Voor meer informatie over deze folder: neem contact op met het CPS.
2.
www.maatschappelijkestage.nl : school : school en praktijkvoorbeelden Bekijk/download: Tientips.doc,22kb Bekijk/download: Voorbeeldbrieven aan ouders
5.24 Afspraken tussen leerlingen en scholen www.maatschappelijkestage.nl : Steunpunt vrijwilligerswerk : uitvoeren : aan het werk link standaardovereenkomst Maatschappelijke Stage www.codenamefuture.nl : lesmateriaal : overig : Maatschappelijke Stage : geblokte plaatje : Tips en trucs : afspraken
5.25 Afspraken school en stageorganisatie Laat de school aangeven: Welke verantwoordelijkheden er wederzijds liggen. Welke procedure er gevolgd moet worden: bij een ongeval waarbij de leerling betrokken is; bij het constateren van schade die (mede) door een leerling veroorzaakt is; bij klachten van zowel de leerling als de organisatie. Welke sancties er zijn bij het niet naleven van de afspraken door de leerlingen.
Maatschappelijke Stage
33
Welke procedure door de stageorganisatie of -begeleider gevolgd moet worden.
5.26 Afspraken tussen leerlingen en stageorganisaties Hiervoor is een standaardovereenkomst beschikbaar. www.maatschappelijkestage.nl : uitvoeren : aan het werk: standaardovereenkomst Maatschappelijke Stage www.codenamefuture.nl : lesmateriaal : overig : Maatschappelijke Stage : geblokte plaatje : afspraken
5.27 Zoeken stagewerkzaamheden voor diverse doelgroepen Inventariseer doelgroepen en ga na wat hun gezamenlijke specifieke kenmerken zijn: Leeftijd (zie 1.15 Kinderarbeid). Zelfstandigheid en oplossend vermogen (kan deze groep oplossingen vinden in onverwachte omstandigheden?). Spanningsboog (hoe lang kan deze groep leerlingen geconcentreerd bezig zijn?). Collectieve interesses (meisjes hebben bijvoorbeeld meer met mode dan jongens). Gewenste instructie, controle en begeleiding. Maak hiervan een collectief profiel. Zoek werkzaamheden die aansluiten op dit collectieve profiel Binnen school. Buiten school. Via Steunpunt. Zelf laten zoeken. In eigen vereniging, kerk of buurthuis. Op eigen initiatief vanuit een eigen keuze ’test’ (5.18).
5.28 Bemiddeling naar stageplekken Op de site zijn een paar mogelijkheden aangegeven: www.maatschappelijkestage.nl : uitvoeren : leerling matchen. Maak een overzicht van de mogelijkheden.
Maatschappelijke Stage
34
5.29 Begeleiding van leerlingen en stagebegeleiders Om teleurstellingen op de stageplek te voorkomen moet je vóór het plaatsen van de leerlingen met de docent of de leerlingen overleggen of zij wel geschikt zijn voor een bepaalde stage. www.maatschappelijkestage.nl: : school : school en praktijkvoorbeelden : Activiteitenboekje Montaigne (een boekje voor leerlingen en begeleiders). Hierin staan de taken en verantwoordelijkheden, de overeenkomst en een logboek. Zie ook Oppakken Klachten (5.31) en Hulpmiddelen bij coaching (5.50).
5.30 Beoordelen stage-inspanningen www.maatschappelijkestage.nl: : uitvoeren : terugkoppeling Onder het kopje Terugkoppeling staat een aantal manieren hoe leerlingen kunnen reflecteren op de door hen uitgevoerde activiteiten. Onder verslag staan tips voor verslaglegging. Onder criteria geeft de school leerlingen richtlijnen waarop ze beoordeeld zullen worden.
5.31 Oppakken klachten Een gangbare methode is per leerling zijn of haar mentor te gebruiken als klachten ’bus’. Zo’n 1-op-1-mentor is zowel voor de leerling als voor de stagebegeleider handig. Bijkomend voordeel is dat er meerdere mentoren zijn en daarmee de kwetsbaarheid afneemt. Meer algemener is een site die veel praktische informatie geeft over klachten en regelingen in vrijwilligersland is: www.zozijnonzemanieren.nl. De site heeft een gedeelte voor de vrijwilliger en een gedeelte voor organisaties. Verder is informatie te vinden in de pdf Borging van vrijwilligersbeleid van Civiq, Hoofdstuk 11: Geschillen (pagina 79) en 11.2 Klachtenregeling, pagina 81.
5.32 Coördinatie van (delen van) het project www.maatschappelijkestage.nl: : school : school en praktijkvoorbeelden Er zijn voorbeelden stappenplannen en activiteitenschema’s ter voorbereiding van de uitvoering van Maatschappelijke Stage. Ze zijn ontwikkeld door het Steunpunt Vrijwilligerswerk in Valkenswaard in overleg met Scholengemeenschap Were Di in Valkenswaard.
Activiteiten Steunpunt naar scholengemeenschap Were Di
Activiteiten Steunpunt t.a.v de vrijwilligersorganisaties
Maatschappelijke Stage
35
Draaiboek contactpersonen
Draaiboek werkzaamheden mentoren
Voor een klein Steunpunt dat geen of weinig uren voor MaS heeft, is het advies de meeste werkzaamheden bij de school te leggen.
5.33 Evaluatie samenwerking school, stage-organisatie en Steunpunt www.maatschappelijkestage.nl : Steunpunt vrijwilligerswerk : evalueren afsluitend gesprek Checklist: [ ] Ga van tevoren benoemde resultaten na En [] [] [] [] [] [] [] []
ga verder met: samenwerking school, stage-organisatie en Steunpunt coördinatie en afstemming daarbij keuze leeftijdsgroepen en schooltypen aanbod stageplekken en breedte daarvan tevredenheid leerlingen (5.34) beoogde leereffecten bij leerlingen (5.35) tevredenheid docenten (5.36) tevredenheid stage-organisaties (5.37)
5.34 Evaluatie leerlingen www.maatschappelijkestage.nl : Steunpunt vrijwilligerswerk : evalueren Gebruik verschillende formulieren voor docent, leerling en vrijwilligersorganisatie
5.35 Evaluatie beoogde leereffecten bij leerlingen Het onderwijsveld kijkt bij MaS vooral naar competentiegericht leren. Het CPS geeft in haar map Maatschappelijke Stage in het curriculum de volgende competenties: samenwerken; opkomen voor jezelf; werken in een rol (weten wat er van je verwacht wordt, iemand vertegenwoordigen); verantwoordelijkheid nemen; andere mensen helpen; zorgen voor de leefomgeving; iets organiseren. In deze map staan hierover methoden en materialen en formulieren. Te bestellen via: www.cps.nl : publicaties : bestelnummer 32197, kosten € 15,- exclusief verzendkosten.
Maatschappelijke Stage
36
N.B. Als Steunpunt moet je er op letten dat ook het maatschappelijk nut en belang aan de orde komt en het ondervinden van plezier en dergelijke.
5.36 Evaluatie docenten www.maatschappelijkestage.nl : Steunpunt vrijwilligerswerk : evalueren Gebruik verschillende formulieren voor docent, leerling en vrijwilligersorganisatie.
5.37 Evaluatie stageorganisaties www.maatschappelijkestage.nl : Steunpunt vrijwilligerswerk : evalueren Gebruik verschillende formulieren voor docent, leerling en vrijwilligersorganisatie.
5.38 Eindgesprek op school www.maatschappelijkestage.nl : Steunpunt vrijwilligerswerk : evalueren : afsluitend gesprek De resultaten vormen handvatten om ideeën op te doen voor verdere samenwerking. Op basis van het gesprek kun je zien of: het draagvlak daarvoor voldoende is; hoe het traject inbedding kan vinden binnen de scholen; hoe het traject inbedding kan vinden binnen de vrijwilligersorganisaties. Is er een basis voor verdere samenwerking, kijk opnieuw naar je visie, je partners en je financiën. Volgt er een nieuwe kijk op de zaken uit? Zo ja, bevestig die dan (5.21 / 5.22).
5.39 Checklist eindverslag Heb je tijd om een verslag te maken of maakt een andere partij deze, let er dan op dat de volgende zaken aan de orde komen:
Samenvatting van de evaluatie van de: Vrijwilligersorganisaties Leerlingen Docenten/school Steunpunt vrijwilligerswerk Knelpunten Conclusies Aanbevelingen Vervolgafspraken
Maatschappelijke Stage
37
5.40 Checklist inhoudelijke werkzaamheden school Vink af of de volgende onderwerpen aan de orde komen of zijn gekomen: [ ] Formuleren (leer)doelen (5.42) [ ] Bepalen welke plaats stage binnen onderwijs inneemt [ ] Bepalen welk schooltype en leeftijdscategorie meedoen (3.1) [ ] Invulling inhoud lessen over vrijwilligerswerk (5.20) [ ] Aangeven hoe leerling begeleid moet worden (5.29) [ ] Aangeven hoe de organisatie begeleid moet worden (5.29) [ ] Duiden op welke wijze beoordeling plaats moet vinden (5.30) [ ] Evaluatie en bijstelling van het project (5.32 tot en met 5.39)
5.41 Checklist praktische werkzaamheden school 3.4 Praktische werkzaamheden school. [ [ [ [ [ [ [ [ [ [ [ [ [
] ] ] ] ] ] ] ] ] ] ] ] ]
Eventueel het samenstellen van een klankbordgroep (5.17) Invulling van het aantal lessen en inhoud (5.20) Invulling aantal uren vrijwilligerswerk Het opzetten van een netwerk om stageplekken te zoeken (5.17 / 5.19 /5.44) Het verzamelen van stageplekken (5.17 / 5.27) Het informeren van leerlingen en hun ouders (5.23) Leerlingen hun interesse laten nagaan (5.18) Leerlingen verzekeren voor deze activiteiten (1.15) Het koppelen van leerlingen en klussen (5.43) Het koppelen van leerlingen en klussen in hun eigen buurt/dorpskern; Het begeleiden van leerlingen (5.29) Het beoordelen van de (prestaties van) leerlingen (5.30) Het opzetten en uitvoeren van een evaluatie (5.33 t/m 5.39)
5.42 Formuleren van (leer)doelen Hiervoor kun je de Competenties invullen (5.35) Plus: Inzicht in de breedte van het vrijwilligerswerk Keuzes kunnen maken Inzicht in maatschappelijk nut/belang vrijwilligerswerk Plezier hebben in vrijwilligerswerk
5.43 Koppelen van leerlingen en klussen www.maatschappelijkestage.nl : uitvoeren : leerling matchen Vervolgles Overzicht Programmaboekje maken en verder:
Maatschappelijke Stage
38
Zelf zoeken bij organisatie waar leerling al vrijwilligerswerk doet Lokale Vrijwilligers Vacature bank Gebruik maken van website Freeflex
Overleg bij het plaatsen van de leerlingen met de docent of de leerlingen geschikt zijn voor een bepaalde stage. Dit om teleurstellingen op de stageplek te voorkomen.
5.44 Introductiebrief en deelnameformulier voor stageorganisatie www.maatschappelijkestage.nl : opzetten : traject organisaties Stuur de geselecteerde organisaties een introductiebrief, een deelnameformulier en de folder over Maatschappelijke Stage (5.3)
5.45 Aanpak opdelen vrijwilligerstaken Laat de organisatie allereerst de werkzaamheden aangeven en welke taken en functies er zijn: Op bestuurlijk vlak Op coördinerend vlak Op uitvoerend vlak Vraag dan aan de verantwoordelijken of zij taken hebben waarbij ze eenmalige hulp kunnen gebruiken. Zet die gegevens op een takenkaart (5.46), bijvoorbeeld: Op bestuurlijk vlak: de secretaris wil het adressenbestand in een database ingevoerd hebben. Op coördinerend vlak: de competitieleiding Jeugd wil een nieuw doorbelsysteem testen. Op uitvoerend vlak: een Scoutingleider wil voor een survivalspel een aantal borden maken. Ga dan na op welke tijden deze werkzaamheden normaal uitgevoerd gaan worden. Bekijk daarbij: of het op een ander tijdstip kan met de verantwoordelijke als begeleider; of het op een ander tijdstip kan met een andere begeleider; of de leerling op een ander tijdstip kan/wil dan op de reguliere schooltijden; of de leerling voor die andere tijd toestemming krijgt van school (nodig in verband met verzekering en dergelijke). Steunpunt Maasdonk heeft een handig werkblad Taakopsplitsen: www.steunpuntmaasdonk.nl : organisatie-info : werkblad taakopsplitsen Steunpunt Maasdonk heeft tevens een handleidinkje Taken omschrijven: www.steunpuntmaasdonk.nl : organisatie-info : werkblad Taak omschrijven
Maatschappelijke Stage
39
5.46 Takenkaarten Maatschappelijke Stage Per taak kan er een takenkaart gemaakt worden. Op een liggend A4 wordt dezelfde kaart 2x afgedrukt. Het ene deel is voor het prikbord (of de kaartenbak voor leerlingen), het andere deel voor de mentor. Hieronder de inhoud in rubrieken:
Takenkaart Maatschappelijke Stage Waarin blink jij uit? Onderdeel : Sector: Activiteit: Wat ga ik doen: Waar: Wanneer: Hoe lang: Meer info: Contactpersoon:
Takenkaart Maatschappelijke Stage (ingevuld voorbeeld) Waarin blink jij uit? Onderdeel: Sector: Activiteit: Wat ga ik doen:
Sport Basketbal Uitslagen en verslagen van wedstrijden op website zetten. Tijdens een wedstrijdweekend worden verschillende wedstrijden gespeeld. Jij houdt de uitslagen bij en publiceert ze op internet eventueel met verslagen Waar: Basketbalvereniging ‘Het Hoge Net’ Wanneer: zaterdagmiddag 12 februari a.s. Hoelang: van 14.00 tot 18.00 uur Meer info: www.baskethethogenet.nl Contactpersoon: Jan Janssen, voorzitter, telefoon: 06-12345678
5.47 Handboek om uitdagende en zinvolle klussen te bedenken in de sport De Gelderse Sport Federatie biedt bij MaS ondersteuning aan sportverenigingen. Een gemiddeld ondersteuningstraject duurt ongeveer 24 uur. Een van de onderdelen is een handboek met de methodiek om afgeronde interessante klussen boven tafel te krijgen. Meer informatie bij Lucia Dijkstra, telefoon (026) 35 40 364 of 06 - 518 10 038. Zie ook 5.46
Maatschappelijke Stage
40
5.48 Handboek om leuke uitdagende en zinvolle klussen te bedenken In het kader van het project Maartschappelijke Stage in Gelderland wordt het in 5.47 genoemde handboek aangepast voor alle sectoren. Een en ander moet eind 2007 zijn beslag krijgen. Laat je over de stand van zaken informeren door de Vliegende Brigadiers (5.1). Zie ook 5.46
5.49 Workshop Ondersteuning Begeleider MaS Scouting Gelderland geeft al jaren trainingen omtrent omgaan met jongeren/werken met jongeren/het begeleiden van jongeren. Deze kunnen ze ook voor andere organisaties geven. De training kan op maat gemaakt en gegeven worden. De prijs hangt af van wat men wil. Meer informatie: www.scoutinggelderland.nl, Steunpunt Scouting Gelderland, Arnhemsestraatweg 19, Velp (Gld.) Postbus 129, 6880 AC Velp (Gld.), telefoon: (026) 384 63 37. De Gelderse Sport Federatie biedt bij MaS ondersteuning aan sportverenigingen. Een gemiddeld ondersteuningstraject duurt ongeveer 24 uur. Deze uren worden verdeeld over ongeveer zes contactmomenten. Een verenigingsadviseur van de Gelderse Sport Federatie begeleidt en ondersteunt dit traject en voert in samenwerking met de afgevaardigde en/of een werkgroep van de sportvereniging dit ondersteuningstraject uit. Een onderdeel kan een workshop zijn over het begeleiden van jongeren. De Gelderse Sport Federatie heeft goede contacten met de Gelderse gemeenten en de sportbonden. Deze hebben het project Maatschappelijke Stages veelal opgenomen in hun verenigingsondersteuningsaanbod of sportstimuleringsbeleid en zorgen voor de financiering. Voor de sportvereniging zijn daaraan dan géén kosten verbonden. Indien de gemeente en/of de sportbond het project niet financiert, worden de kosten bij de sportvereniging in rekening gebracht. Meer informatie bij Lucia Dijkstra, telefoon (026) 35 40 364 of 06 - 518 10 038.
5.50 Hulpmiddelen bij coaching www.hetpunt.vgc.be : Publicaties : De Steunpunten : Onder Eigen uitgaven kiezen nummer 3 : folder Vrijwilligerswerk met scholen. Plan van aanpak voor organisaties. Pagina 8 Coach. www.hetpunt.vgc.be : Publicaties : De Steunpunten : Projecten : folder Vrijwilligerswerk met scholen. Plan van aanpak voor scholen. Bijlage 4: de Coachkaart.
Maatschappelijke Stage
41
5.51: Checklist: Waar kan ons Steunpunt een stageorganisatie inhoudelijk mee helpen?
Kruis aan waarmee je kunt helpen – zet een vraagteken wanneer je dat niet zeker weet. Inhoudelijke werkzaamheden [ ] Formuleren van doelen en meerwaarde. (5.3 / 5.14) [ ] Bepalen welke soort werkzaamheden voor stages in aanmerking komt. (5.27) [ ] Aangeven welk soort leerling/welke leeftijdscategorieën mee kan doen. (5.22 / 5.27 / 5.29) [ ] Bepalen welke voorinformatie een leerling nodig heeft. (5.20 / beginsituatie) [ ] Aangeven hoe de leerling begeleid moet worden en door wie; (5.29) [ ] Bepalen wat globaal beoordelingscriteria zijn en wie dit beoordeelt. (5.30)
5.52 Checklist: Waar kan ons Steunpunt een stageorganisatie praktisch mee helpen? [ ] Inventariseren/beschrijven interessante eenmalige, korte klussen. (5.27 / 5.45 t/m 5.48) [ ] Contacten met school organiseren. (5.14 / 5.15 / 5.22) [ ] Vaststellen data en tijden waarop stagiaires aanwezig kunnen zijn. (5.23 / 5.24) [ ] Informeren van de leerlingen over de organisatie en de klussen. (5.20 / vervolgles) [ ] Matchen van leerlingen en klus. (5.28 / 5.43) [ ] Opleiden van begeleiders voor op de werkplek. (5.49) [ ] Stagiaires verzekeren. (1.15) [ ] Manier van kennismaken van leerling en organisatie. (5.53) [ ]Terugkoppeling opgedane ervaringen m.b.t. de specifieke klus en de ervaringen van de jongeren. (5.34) [ ] Evaluatie en bijstelling. (5.34 t/m 5.39) [ ] Duurzaam inschuiven in MaS. (5.54)
5.53 Manier van kennismaken van leerling en organisatie Er
zijn diverse manieren: Via de website. Via een brief of folder. Door middel van een excursie als het een grote stageorganisatie betreft. Via een markt met kramen van diverse stageorganisaties. Door middel van een afspraak op de stageplek van leerling en toekomstige begeleider.
5.54 Duurzaam MaS opnemen in leerplan www.maatschappelijkestage.nl : scholen : Invulling van de Maatschappelijke Stage. www.maatschappelijke stage.nl : scholen : activiteiten : Duurzame implementatie Maatschappelijke Stage.
Maatschappelijke Stage
42
5.55 Overzicht documenten van het deel van Civiq op de website Maatschappelijke Stage Hier vind je alle documenten die gedownload kunnen worden op een rijtje: www.maatschappelijke stage : hulp nodig? : overzicht documenten
Maatschappelijke Stage
43
Een paar praktische adviezen voor kleine Steunpunten
Kies als klein Steunpunt bij MaS voor hoofdzaken met een accent op zaken waarin je sterk bent. Modern gezegd: concentreer je op je core-business. Dat is voor een Steunpunt die met MaS aan de gang gaat: informeren over vrijwilligerswerk en het ondersteunen van kleine lokale organisaties.
Geef informatie Blijf directies, docenten, leerlingen en ouders informeren dat vrijwilligerswerk heel breed is. MaS-plekken in de zorg zijn relatief makkelijk te krijgen en te bemensen (m.n. tijdstippen). Denk aan de grote zorginstellingen en landelijke vrijwilligersorganisaties in de zorg, zoals het Rode Kruis. Maar het gaat niet alleen om zorg. Het gaat ook om ook sport, Scouting, buurtwerk, kerkelijk werk, natuur- en dierenbescherming, politiek, leerlingenraad, vluchtelingenwerk, et cetera. Informeer ze tevens dat het niet alleen gaat om uitvoerend werk, maar ook om: voorbereidend werk (trainingsschema opstellen, spel uitwerken); ondersteunend werk (website, notuleren); beleidsbepalend werk (toekomstplannen leerlingenraad). Kortom: je boodschap wordt en blijft ‘er is voor elk wat wils in de eigen omgeving’. Deze taak kan via de reguliere tijd ingevuld worden, namelijk tijd die bij een Steunpunt voor voorlichting bestemd is. Je Steunpunt kan dit expliciet vastleggen in het jaarplan, bijvoorbeeld dat het eerstkomende schooljaar het accent binnen ‘Communicatie’ ligt op MaS.
Ondersteun kleine lokale organisaties Kleine lokale verenigingen en stichtingen vinden het moeilijk om in MaS te stappen. Hun argumenten zijn bekend: weinig tijd, werkzaamheden geschieden buiten schooltijden, te weinig vrijwilligers om leerlingen te begeleiden, hoe leerlingen te begeleiden en hoe de kleine taken boven tafel te krijgen. Er is steun nodig bij: het ontwikkelen van geschikte taken voor MaS qua omvang, inhoud en tijdstip; het werven, scholen en begeleiden van coaches/begeleiders. De interne organisatie moet hiervoor bijgesteld worden en dat vereist moed en beleid. Om zo’n cultuuromslag aan te pakken, hebben veel besturen een duwtje in de rug nodig. Dat kan van een Steunpunt komen. Hiervoor kan een deel van de reguliere tijd gebruikt worden. Immers het ondersteunen van vrijwilligersorganisaties is regulier werk. Ook hierbij kan een Steunpunt prioriteiten stellen door zich bijvoorbeeld de eerstkomende twee jaar te richten op organisaties die aan MaS mee willen doen (of op organisaties uit een tak van vrijwilligerswerk dat nog niet in het aanbod voorkomt). De keuze voor die kleintjes is gerechtvaardigd. Grote clubs, zoals het Rode Kruis, hebben beroepskrachten in dienst. Deze helpen hun plaatselijke afdelingen met het ontwikkelen van taken die voor Maatschappelijke Stages geschikt zijn qua omvang, inhoud, tijdstippen en begeleiding. Hetzelfde geldt ook voor zorginstellingen die coördinatoren voor het reilen en zeilen van het vrijwilligerswerk hebben.
Maatschappelijke Stage
44
Ga vooral niet…..
Je als klein Steunpunt bemoeien met de daadwerkelijke coördinatie, of je moet daarvoor door de school betaald worden. Ga wel in een klankbordgroep zitten om misverstanden te voorkomen, verwachtingen bij te stellen, contacten te leggen en je netwerk ter beschikking te stellen. MaS stimuleren bij scholen die nog geen MaS hebben. Deze scholen zullen de eerstkomende jaren zelf MaS oppakken. Dat levert geld op en een beter imago. Willen scholen geen MaS dan moet je als Steunpunt niet aan een dood paard willen gaan trekken. Mocht de gemeente er prijs op stellen dat een Steunpunt achterblijvende scholen gaat stimuleren, dan zal de gemeente daar óf voldoende extra tijd tegenover moeten stellen óf moeten aangeven welke taken er weg kunnen vallen. Dus de lokale politici zelf een expliciete keuze laten maken.
Maatschappelijke Stage
45