Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
MOVISIE – Kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling
MOVISIE verzamelt, ontwikkelt en verspreidt kennis en adviseert op het gebied van welzijn, zorg en sociale veiligheid. MOVISIE werkt voor en samen met over heden, burgerinitiatieven, professionele en vrijwilligersorganisaties met als doel de participatie en zelfredzaamheid van burgers te vergroten. Centrale thema’s daarbij zijn vrijwillige inzet, mantelzorg, kwetsbare groepen, leefbaarheid en huiselijk en seksueel geweld. Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl
2
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Inhoudsopgave
1
Inleiding
1.1 1.2
Aanleiding Leeswijzer
2
Maatschappelijke stage; wat is het anno 2008?
2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.4 2.5
Context Inhoud plan van aanpak Definitie en doel van de maatschappelijke stage Kenmerken en randvoorwaarden van de maatschappelijke stage Belangrijke spelers Financiële middelen Invoeringstraject
3
Fase 1: De voorbereiding
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11
De eerste oriëntatie op maatschappelijke stage Agenderen: intern draagvlak creëren Werkgroep samenstellen Visie vormen Projectplan ontwikkelen: eerste versie Partners inventariseren Partners vinden Benaderen van de gemeente Kiezen en afspraken maken Projectplan opstellen: definitieve versie Financiën regelen
4
Fase 2: De uitvoering
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Activiteiten ontwikkelen en verzamelen Leerlingen voorbereiden Leerlingen en klussen samenbrengen Laatste check vooraf Leerlingen begeleiden tijdens de stage
5
Fase 3: De nazorg
5.1 5.2
Leerlingen bedanken en belonen Evalueren
6
Fase 4: De doorstart
6.1 6.2
Projectmatig werken Maatschappelijke stage agenderen
6 6 7 9 9 9 9 9 11 13 15 18 18 19 20 21 23 25 26 30 32 41 42 46 46 48 51 53 54 56 56 57 60 60 61
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
6.3 6.4
Dienstenpakket uitbreiden Bovenlokaal/regionaal samenwerken
62 63
7
Meer informatie
66
8
Bijlagen
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9.a 8.9.b 8.9.c 8.10 8.11.a 8.11.b 8.12 8.13 8.14 8.15.a 8.15.b 8.16
Format projectplan Voorbeeld ingevuld projectplan Overzicht mogelijke activiteiten steunpunt Gespreksleidraad scholen Gespreksleidraad vrijwilligersorganisaties Checklist voor activiteiten Voorbeeldklussen maatschappelijke stage Draaiboek activiteiten steunpunt Kostprijsberekening activiteiten steunpunt Voorbeeld kostprijsberekening Format begroting projectplan Voorbeeld lespakket Voorbeeld bemiddelingsformulier Voorbeeld stageovereenkomst (school, ll, org) Evaluatieformulier voor scholen Evaluatieformulier voor leerlingen Evaluatieformulier voor vrijwilligersorganisaties Voorbeeld convenant (1) Voorbeeld convenant (2) Overzicht onderscheid stages
68 69 81 97 98 100 102 104 107 108 110 113 114 126 128 130 132 134 139 142 144
Inleiding
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
1
Inleiding
1.1
Aanleiding
In het najaar van 2007 presenteerde het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het nieuwe plan van aanpak maatschappelijke stage (MaS). Onder de titel Samen leven kun je leren werden aan het kabinet de nieuwe plannen gepresenteerd. Met als kern: een maatschappelijke stage voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs vanaf 2011. De periode 2008-2011 geldt als overbrug gingsperiode waarin alle partijen kunnen experimenteren met de stage. In de afgelopen jaren hebben veel Brabantse scholen en maatschappelijke organisaties ervaring opgedaan. De steunpunten vrijwilligerswerk speelden daarbij een belangrijke rol. De steunpunten zochten stageplaatsen en bemiddelden voor leer lingen. En dat zullen ze ook in de toekomst blijven doen. Want met de invoering van de maatschappelijke stage als verplicht lesonderdeel, zal het aantal stagiairs landelijk stijgen tot een jaarlijks aantal van 195.000 leerlingen. Deze aanwas is zo groot dat scholen dit niet meer alleen kunnen oplossen samen met maatschap pelijke organisaties. Er is behoefte aan een bemiddelende partij. Om voldoende én kwalitatief goede stageplaatsen te vinden, is de hulp van het lokale steunpunt dus in de komende jaren extra hard nodig! Maar waar moet je nu op letten bij het realiseren van die stageplaatsen? Aan welke eisen moet de stage voldoen? En wat zijn precies de taken van de ‘stage makelaar’? Dit zijn cruciale vragen die bij vele steunpunten leven, ook bij de Brabantse. De provincie Noord-Brabant wil de steunpunten in de provincie graag ondersteunen bij het uitvoeren van deze belangrijke taak. Om die reden heeft MOVISIE in samenwerking met de provincie en Zet, het Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling in Noord-Brabant, dit handboek voor de steun punten ontwikkeld. Het handboek dient als handleiding voor alle Brabantse steunpunten; met of zonder ervaring met de maatschappelijke stage. Het doel is hiermee alle Brabantse steunpunten: • te informeren over de actuele stand van zaken rond maatschappelijke stage; • te adviseren over de invulling van de functie als stagemakelaar; • te ondersteunen bij de werkzaamheden middels het geven van uitleg, tips, voorbeelden en werkdocumenten. Naast het stappenplan bevat het ook vele voorbeelden, tips en werkdocumenten. Deze zijn verzameld op basis van verschillende bijeenkomsten, werkateliers en coachingstrajecten in Brabant in de afgelopen jaren. We hopen dat dit handboek antwoord geeft op je vragen en je op weg helpt om maatschappelijke stage in Brabant tot een groot succes te maken!
6
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
1.2
Leeswijzer
Dit handboek is te gebruiken als handleiding en stappenplan. Om tot een goed project te komen, zal een steunpunt verschillende fasen doorlopen. Elke fase is opgebouwd uit een aantal stappen. Het boek doorloopt de stappen en keuzes die een steunpunt zal moeten nemen gedurende het traject van voorbereiding, uitvoering en nazorg van de activiteiten rond maatschappelijke stage. Per stap wordt uitleg gegeven over het belang van die stap (of activiteit) en de manier waarop dit het beste gedaan kan worden. Tot slot volgen een aantal tips en voorbeelden. De lezer kan zelf bepalen alles te lezen of een bepaalde specifieke stap nog een rustig te bekijken. In hoofdstuk 2 wordt nog even op een rij gezet wat de maatschappelijke stage nu precies inhoudt. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens ingegaan op de eerste fase: de voorbereiding. Alle stappen die bij deze fase horen worden in dit hoofdstuk behandeld en geïllustreerd met voorbeelden en tips. Ook wordt daar waar nodig doorverwezen naar voorbeelddocumenten die in de bijlagen gevoegd zijn. Onderwerpen die aan bod komen, zijn onder andere: de oriëntatie op maat schappelijke stage en mogelijke activiteiten, het zoeken en vinden van partners en het opstellen van een projectplan. Hoofdstuk 4 staat in het teken van de uitvoering van het project: de stages worden georganiseerd. Alles wat een steunpunt zou kunnen of moeten doen, komt in dit hoofdstuk naar voren. Het centrale onderwerp van hoofdstuk 5 is het nazorgtraject van de stages. Het bedanken en belonen van leerlingen en de evaluatie van de samenwerking en stages komen hier aan bod. In hoofdstuk 6 wordt vervolgens ingegaan op de mogelijkheden om een goede doorstart te maken als steunpunt. Er is aandacht voor het bijstellen, uitbreiden of wijzigen van diensten en activiteiten. Ook de manier van (samen)werken komt aan bod. Tot slot wordt in hoofdstuk 7 een overzicht gegeven van plekken en organisaties waar je voor meer informatie terecht kunt, mocht je daar behoefte aan hebben.
7
Hoofdstuk 2 Maatschappelijke stage; wat is het anno 2008?
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
2
Maatschappelijke stage; wat is het anno 2008
2.1
Context
Sinds de jaren negentig wordt in Nederland gediscussieerd over een mogelijke sociale dienstplicht voor jongeren. Het zou goed voor hen zijn om een kijkje in de samenleving te nemen en iets terug te doen voor de naasten. Kennismaking met en het zich belangeloos inzetten voor de samenleving waren de belangrijkste redenen om op zoek te gaan naar een goede invulling van deze ‘sociale stage’, passend bij de Nederlandse situatie. Vanaf 2003 waren er op verschillende middelbare scholen in Nederland pilots met de maatschappelijke stage. In het schooljaar 2005-2006 en 2006-2007 konden VO-scholen1 subsidie aanvragen voor de ontwikkeling en inbedding van de maatschappelijke stage in het onderwijs. In de zomer van 2007 is vervolgens de Taskforce Maatschappelijke Stage opgericht vanuit het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Samen met de expertgroep en de klankbordgroep hebben de leden van de Taskforce een concreet plan van aanpak ontwikkeld voor de maat schappelijke stage in het voortgezet onderwijs. Dit plan van aanpak met als titel Samen leven kun je leren2 is op 15 november 2007 gepresenteerd. Op 24 januari 2008 is het in de Tweede Kamer behandeld en goedgekeurd. Het gaat om een uitgewerkt plan voor de gefaseerde invoering van de stage in de periode 2007- 2011. 2.2 2.2.1
Inhoud plan van aanpak Definitie en doel van de maatschappelijke stage
Het doel van de maatschappelijke stage is dat alle jongeren tijdens hun schooltijd kennis maken met én een onbetaalde bijdrage leveren aan de samenleving. De stage moet zinvol zijn voor de leerling (die merkt dat zijn inzet ertoe doet), maar ook voor de samenleving. Anders dan bij een beroepsgerichte stage gaat het bij een maatschappelijke stage niet in eerste instantie om kennismaking met een toekomstig beroep en het aanleren van beroepsvaardigheden. Bij een maatschappelijke stage gaat het juist om de kennis making met belangeloze inzet, met vrijwillige inzet. De stage doen leerlingen in eerste instantie niet voor zichzelf, maar voor de ander of voor de samenleving. Het plan van aanpak vermeldt: “Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat het een soort beroepsgerichte stage wordt, om vaardigheden en competenties op te doen voor een later beroep. Of dat organisaties de maatschappelijke stagiair inzetten als een goedkope arbeidskracht. Een maatschappelijke stage kan een leerling natuurlijk wel enthousiast maken voor een beroep of werkveld.” Voor een compleet overzicht van verschillen, zie bijlage 17. 2.2.2
1Scholen
voor Voortgezet
Onderwijs (VO)
Kenmerken en randvoorwaarden van de maatschappelijke stage
2Het
Omdat op lokaal niveau mooie en goede initiatieven ontstaan, worden scholen samen met andere lokale partijen zo vrij mogelijk gelaten in de invulling van de
9
plan van aanpak Samen
leven kun je leren is te downloaden of te bestellen via www.samenlevenkunjeleren.nl
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
maatschappelijke stage. Het kader waarbinnen de stages ontwikkeld mogen worden, wordt bepaald door een aantal kenmerken en randvoorwaarden. Ze vormen aandachtspunten voor zowel scholen als stagebieders en de bemiddelende partij(en), waaronder steunpunten. De randvoorwaarden en kenmerken zijn: Verplichte stage De maatschappelijke stage is vanaf 2011 verplicht voor alle middelbare scholieren (VMBO, HAVO en VWO). Ze voeren de stage uit tijdens hun middelbare school tijd. Leerlingen van het praktijkgericht onderwijs of speciaal onderwijs zijn niet verplicht deze stage uit te voeren. Wel wordt het gestimuleerd vanuit de overheid. In de periode tot schooljaar 2011-2012 zijn middelbare scholen wel verplicht aan de slag te gaan met de maatschappelijke stage, maar zullen niet álle leerlingen voor hun eindexamen een stage hoeven lopen. Onbetaald De maatschappelijke stage wordt door leerlingen onbetaald uitgevoerd. Loon of een stagevergoeding zijn dus niet toegestaan. Wel mogen leerlingen een onkosten vergoeding krijgen voor reiskosten. Ook kunnen ze beloond worden met een niet-geldelijk blijk van waardering (certificaat, aardigheidje, enz.). Duur 72 uur De maatschappelijke stage zal vanaf 2011 minimaal 72 uur van omvang zijn. In de aanloop naar 2011 mogen scholen zelf een stageduur kiezen. De overheid stimuleert wel om stages van minimaal 30 uur aan te bieden om zo vast te wennen aan langere stages. De stage-uren mogen verspreid over de schoolloopbaan ingevuld worden, het hoeft dus niet om een aaneengesloten stage van 72 uur te gaan. Stageplaats met maatschappelijke karakter De maatschappelijke stage wordt uitgevoerd voor of binnen een vrijwilligersorgani satie, een professionele non-profitorganisatie, of bij een maatschappelijke activiteit van burgers of bedrijf. Stages bij organisaties of bedrijven met een winstoogmerk zijn niet toegestaan tenzij de stage plaatsvindt bij een maatschappelijk project van dit bedrijf (waarbij niet winst of inzet van goedkope arbeidskrachten centraal staat, maar waarbij het maatschappelijk doel voorop staat.). Om voldoende stageplaatsen te genereren in de komende jaren3, zijn in de afgelopen maanden vele intentieverklaringen ondertekend door stagebiedende partijen. Door OCW en VWS zijn er met de volgende partijen afspraken gemaakt over inzet rond maatschappelijke stage en intentieverklaringen onder tekend: Samenwerkende groene organisaties (waaronder Landschapsbeheer en Staatsbosbeheer), Het Nederlandse Rode Kruis, De Zonnebloem, Scouting Nederland, Youth for Christ, de MO-groep en Aedes (de koepel en branche organisatie van woningcorporaties). Zinvol en in balans De stage moet voor zowel de leerling als de samenleving (en organisatie) zinvol zijn. Er moet een balans zijn tussen waarde voor de leerling en waarde voor de samenleving.
3Vanaf
2011 zijn er
landelijk gerekend jaarlijks zo’n 190.000 stageplaatsen nodig.
10
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Vrije invulling en eigen initiatief De scholen, leerlingen, stagebieders en bemiddelaars worden opgeroepen zelf creatief na te denken over mogelijke stageplaatsen en –opdrachten. Er zijn vooralsnog geen criteria opgegeven waaraan een maatschappelijke stage verder inhoudelijk moet voldoen. Omdat uit eerdere pilots gebleken is dat het voor een positief effect van de stages van belang is dat de leerling een stageplaats kan kiezen die aansluit bij zijn/haar interesses, wordt er veel waarde gehecht aan ruimte voor eigen initiatief van de leerling bij het zoeken en vinden van een stageplaats. 2.3
Belangrijke spelers
De maatschappelijke stage is een lokaal initiatief. Om de stages succesvol te laten verlopen, zijn steeds een aantal partijen betrokken. Denk aan de middelbare scholen zelf, de stagebiedende organisaties, de bemiddelaar (ofwel: de stagemakelaar) en de gemeente. Zij zijn de belangrijke spelers in het veld met ieder een eigen taak. Hieronder worden de rollen en concrete taken verder uitgewerkt. In figuur 2.1 zijn ze in schema gezet. Figuur 2.1 Overzicht van partijen en taken
Stagebieder levert: (in samenwerking met school) stageplek, stage-contract en begeleiding
Stagemakelaar brengt vraag en aanbod bij elkaar
School organiseert en is eindverantwoordelijk voor voorbereiding, stagecon-tract, begeleiding en evaluatie
Gemeente ondersteunt stagemakelaar
Leerling voert stage uit en reflecteert
De school Scholen voor voortgezet onderwijs (VWO, HAVO en VMBO) zijn eindverant woordelijk voor de maatschappelijke stage, dus verantwoordelijk voor de organisatie van de stageprojecten en de kwaliteit van de stages. Concreet heeft een school de volgende taken: • Bedenken hoe aan de stage het beste invulling gegeven kan worden (duur van de stage, periode van uitvoering, leeftijd leerlingen); • Afstemmen van wensen en voorwaarden van de stage met de stagebieders en stagebemiddelaar; • Voorbereiden van de leerlingen op de stage; • Zorgen dat iedere leerling een goede en veilige stageplaats krijgt; • Checken of er begeleiding bij de stageadressen aanwezig is; • Zorgen dat alle leerlingen een stagecontract hebben; • Tijdens de uitvoering van de stage contact houden met de leerlingen; • Na afloop van de stage evalueren met de leerlingen en andere partijen.
11
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Scholen kunnen ervoor kiezen om zelf de coördinatie van het hele stageproject op zich te nemen. Omdat dit echter veel tijd kost, kiezen veel scholen ervoor om een stagemakelaar in te schakelen. Deze stagemakelaar is de bemiddelende partij. Leerlingen De leerlingen voeren de stage uit. Ze worden op school voorbereid en zoeken zelf of met hulp van de stagebemiddelaar een stageplaats. In sommige gevallen mogen ze ook meedenken over de invulling van de stage. Na afloop van de stage worden ze gevraagd de stage te reflecteren, vaak in de vorm van een verslag of presentatie in de klas. Stagebieders Leerlingen kunnen hun maatschappelijke stage lopen bij vrijwilligersorganisaties, professionele non-profitorganisaties en maatschappelijke projecten (zonder winst oogmerk) van bedrijven. Al deze organisaties kunnen dus als stagebieder optreden. De stagebieders bieden één of meerdere stageplaatsen aan die aansluiten bij de wensen van scholen, mogelijkheden van leerlingen en de wettelijk eisen op het gebied van veiligheid, hygiëne en arbeidstijden. De taken van een stagebieder zijn: • Bedenken en voorbereiden van een stageopdracht; • Opstellen van een stagecontract met de leerling en school; • Ontvangen en begeleiden van de leerling tijdens de stage; • Meewerken aan de evaluatie van de stage en samenwerking. Voor het bedenken van een geschikte stageklus kunnen ze advies vragen van de school, een stage-makelaar of collega-organisaties. Ook kunnen ze hulp vragen van een aantal jongeren. Zij weten wat jongeren leuk vinden om te doen en waar ze goed in zijn! Stagebemiddelaars/ stagemakelaars Een heel belangrijke taak is het bemiddelen (matchen) van leerlingen en stage opdrachten. De stage-makelaar bemiddelt tussen de vraag naar en het aanbod van stageplaatsen. Hij/zij fungeert vaak als tussenpersoon tussen de school en de stagebieders. Ook onderhoudt hij/zij contacten met de leerlingen die hij/zij onder steunt bij het vinden van geschikte stageplaatsen. De precieze invulling van de taak wordt afgesproken met de school. Mogelijke taken voor de stagemakelaar zijn: • Afspraken maken met de school over invulling en randvoorwaarden van de maatschappelijke stage; • Mogelijke stagebieders informeren over en motiveren voor de maatschappelijke stage; • Stagebieders adviseren over passende stageopdrachten; • Voorbereiden van leerlingen op de stage; • Bemiddelen van leerlingen naar stageplaatsen; • Volgen en begeleiden van stagebieders; • Inspringen bij problemen of vraagstukken van stagebieders; • Evalueren met school en stagebieders. Gemeenten Zoals in figuur 2.1 is weergegeven, vormt de gemeente ook een belangrijke partij. De gemeente heeft als taak om bij te dragen aan het ontstaan van een effectieve
12
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
emiddelings- en ondersteuningsinfrastructuur op lokaal of regionaal niveau voor b maatschappelijke stage en vrijwilligerswerk4. Dit betekent dat de gemeente de volgende taken heeft: •M et de beschikbare financiële middelen (gekregen van het ministerie van OCW en VWS) de lokale of regionale stagemakelaar financieel mogelijk maken of door de financiering van opleiding en training ondersteunen; • Belangrijke of mogelijke samenwerkingspartners informeren en bij elkaar kan brengen rond het thema maatschappelijke stage; • Bijeenkomsten en training van stagebieders financieel mogelijk maken. Voor de realisatie van de effectieve bemiddelingsstructuur zullen gemeenten zoveel mogelijk aansluiten bij partijen die lokaal of regionaal al actief zijn in de maat schappelijke stage. Dit betekent in veel gevallen dat steunpunten vrijwilligerswerk of de lokale vrijwilligerscentrale (soms ondergebracht bij een welzijnsorganisatie) de taak van stagemakelaar op zich zullen nemen. 2.4
Financiële middelen
Door de ministeries van OCW en VWS is geld beschikbaar gesteld om de maat schappelijke stage te ontwikkelen en te implementeren. Zoals in tabel 22 te zien, is er in 2008 ruim 13 miljoen euro beschikbaar. Dit loopt op tot een structureel bedrag van 130 miljoen per jaar vanaf 2011. De beschikbare gelden worden via drie stromen verdeeld aan het veld: via scholen, via gemeenten en via pilots. Geldstroom scholen Scholen kunnen vanaf 2008 € 18.000 aanvragen om maatschappelijke stage op te zetten. Dit bedrag wordt per BRIN-nummer5 verstrekt. Dit betekent dat scholen die behoren tot een scholengemeenschap gezamenlijk € 18.000 krijgen. Een kleine zelfstandige school krijgt dan verhoudingsgewijs meer geld voor de leerlingen dan een grote school met vele nevenvestigingen. Om dit recht te trekken wordt de sub sidieregeling omgebouwd naar een financieringsregeling per leerling. Wanneer dit ingesteld is (waarschijnlijk na de uitkering voor het schooljaar 2008-2009), krijgt iedere school een bedrag per leerling uitgekeerd. Het totale bedrag per school zal niet onder de € 18.000 uitkomen. Vanaf 2011 wordt de financiering naar scholen opgenomen in de lumpsumregeling. Op dat moment is het geld voor scholen dus NIET meer geoormerkt (voor 2011 is dit wel het geval). Wel is het zo dat de inspectie scholen gaat controleren op de invulling en invoering van de maatschappelijke stage, dus scholen zijn wel degelijk verplicht het ontvangen geld te besteden aan maatschappelijke stage. Het geld van scholen is bedoeld voor de bekostiging van voorbereiding, bemid deling, begeleiding en evaluatie van en met leerlingen (zoals in paragraaf 2.3 beschreven). Dat wat de school uitbesteedt aan andere partijen, moeten zij uit eigen zak vergoeden. Wanneer je dus als steunpunt ingeschakeld wordt om een introductieles te verzorgen of leerlingen te bemiddelen naar een passende stage plaats, zullen die kosten verhaald mogen worden op scholen.
4 Uit:
Convenant tussen de
staatssecretarissen van OCW en VWS met de VNG over de gemeentelijke bijdrage van en financiële regeling voor gemeenten bij de maatschappelijke stage.
Geldstroom gemeenten Het kabinet Balkenende IV heeft op basis van de zesde beleidspijler Sociale Samen hang als doel gesteld meer mensen te leiden naar het vrijwilligerswerk. Dit betekent ook: het aanspreken en betrekken van nieuwe doelgroepen vrijwilligers. Denk aan
13
December 2008. 5 Een
BRIN-nummer is de
administratieve eenheid waaronder alle afdelingen en nevenvestigingen van een school vallen.
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
ouderen, allochtone vrouwen, mensen die in een re-integratieproces zitten en jongeren. Om de grote aanwas aan nieuwe vrijwilligers (waaronder jongeren) te kunnen bemiddelen naar het vrijwilligerswerk, krijgen gemeenten geld. Dit is bedoeld voor de ontwikkeling en ondersteuning van een goede bemiddelingsinfra structuur. Ofwel: voor de ontwikkeling en ondersteuning van een makelaarsfunctie. Deze makelaar heeft, zoals vastgelegd in een convenant van de VNG met OCW en VWS, drie taken. Deze zijn: 1. Versterken van vrijwilligerswerk in den brede en passend aanbod aan leerling indien nodig; 2. Ondersteunen organisaties bij plaatsen van stagiairs én vrijwilligers; 3. Bevorderen dat de stagiair van nu de vrijwilliger van de toekomst wordt. Uit deze drie taken blijkt dat het geld niet alleen aan maatschappelijke stage besteed kan worden! Maar over de precieze verdeling zijn geen afspraken gemaakt. Gemeenten krijgen geld uit de onderwijsenveloppe (OCW) en de participatie- enveloppe (VWS). Het bedrag per jaar (in 2008 € 5 miljoen oplopend naar een bedrag van € 30 miljoen in 2011, zie ook tabel 2.2) bestaat uit een helft OCW-geld en een helft VWS-geld. De eerste helft (OCW-geld) wordt verdeeld over alle gemeenten met een (of meerdere) hoofdvestiging van een VO-school binnen de gemeentegrenzen. Dit zijn in totaal 225 gemeenten. De verdeelsleutel van het totale bedrag over de gemeenten is het aantal leerlingen op die hoofdvestiging. De andere helft (VWS-geld) wordt verdeeld over alle gemeenten. Dat zijn er 443. De verdeel sleutel is in dit geval het aantal inwoners van die gemeente6. Geldstroom pilots In de periode voorjaar 2008 tot zomer 2009 zullen er door het ministerie van OCW een aantal pilots opgestart worden in het land. Het gaat hier om pilots waar bij regionale samenwerking opgezet wordt om grote groepen leerlingen (7.500) een stage te laten vinden en uitvoeren. De aanvrager van de pilot is altijd een school. Voorwaarde is wel dat de school samenwerkt met lokale en regionale partners. Per pilotlocatie wordt een bedrag uitgekeerd. De hoogte daarvan is nog niet bekend.
6Voor
meer informatie,
zie www.vng.nl of www.samenlevenkunjeleren.nl
14
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
In tabel 2.2 is een compleet overzicht gegeven van de financiële regelingen. Tabel 2.2: Budget en kosten 2007-2011 (in miljoenen) 2007
2008
2009
2010
2011
Totaal beschikbaar budget
13,6
23,6
53,6
83,6
130
Reeds beschikbare middelen uit OCW begroting
13,6
13,6
13,6
13,6
Onderwijs enveloppe7 (indicatief)
-
5
25
50
100
Participatie enveloppe (maatschappelijke participatie, gezamenlijk inzet OCW en VWS)
-
5
15
20
30
13,6
13,6 34,1
59,1
Kosten Bekostiging per maatschappelijke stageproject op scholen (geld naar scholen) Bekostiging per leerling (idem) Bekostiging via lumpsum
96
Bemiddelingsinfrastructuur (geld voor gemeenten)
-
5
15
20**
30**
Invoering
-
5
3
3
1
Organisatie- en communicatiekosten Totale kosten
2
3
1,5
1,5
3
15,6**
26,6**
53,6**
83,6
130
* Gelet op de begrotingssystematiek zijn de bedragen uit de onderwijsenveloppe vanaf 2009 indicatief. ** Op basis van informatie uit de pilot projecten over de meest effectieve manier van bemiddeling kan het kabinet na 2009 voor een andere verdeling van de gelden uit de Participatie enveloppe kiezen.
2.5
Invoeringstraject
Het plan van aanpak heeft betrekking op de periode 2007 tot 2011. Het is een periode van gefaseerde invoering van de maatschappelijke stage (zie tabel 1). Het is de bedoeling dat aan het eind van dit traject, vanaf het schooljaar 2011-2012 maatschappelijke stages zijn ingebed in het onderwijs. De eerste fase van het traject duurt twee jaar en wordt gebruikt om de invoering bij scholen en organisaties zoveel mogelijk te stimuleren. In het schooljaar 2008-2009 moeten alle 651 scholen (gemeenschappen) ervaring opdoen met stages voor hun leerlingen. In het schooljaar 2010-2011werken scholen aan een invoeringsplan maatschappelijke stage, als onderdeel van het schoolplan. Hierin staat hoe scholen ervoor gaan zorgen dat leerlingen een maatschappelijke stage op tijd afronden. Iedere school moet dit plan aan de start het van het schooljaar 2011-2012 klaar hebben. In schooljaar 2011-2012 is de maatschappelijke stage van 72 uur voor alle leerlingen die vanaf dat moment instromen een verplicht lesonderdeel. Geen maatschappelijke stage betekent: geen examen.
7Het
beleidsprogramma van
Kabinet Balkende IV (juni 2007) is onderverdeeld in zes pijlers. In de financiële paragrafen bij de pijlers worden de middelen via enveloppen verdeeld. De Onderwijs enveloppe en Participatie enveloppe zijn beide onderdeel van pijler 4 Sociale Samenhang.
15
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Tabel 2.3: Gefaseerde invoering 2007/2008
Stimulering en leren
2008/2009
Stimuleren en leren
2009/2010
Versnellen, opschaling (meer leerlingen)
2010/2011
In het schoolplan van alle scholen staat hoe de maatschappij stage ingevoerd wordt.
2011/2012
Maatschappelijke stage is wettelijk verplicht voor alle VO-leerlingen die instromen
In de loop van de komende jaren zal een plan gemaakt worden voor de periode na 2011. In principe zal de maatschappelijke stage dan ingebed zijn in het onderwijs en de maatschappij. Op dat moment is ook de wet op het voortgezet onderwijs aangepast. De maatschappelijke stage is een wettelijk verplicht lesonderdeel voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs. Vanaf dat moment ontvangen scholen via de lumpsumregeling geld om maatschappelijke stage te kunnen continueren. Het kabinet heeft de intentie ook gemeenten te blijven subsidiëren. Verdere plannen zullen in de loop van de komende jaren ontwikkeld worden.
16
Hoofdstuk 3 Fase 1: De voorbereiding
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
3
Fase 1: De voorbereiding
Voordat je kunt beginnen met de uitvoering van de werkzaamheden, zul je je goed moeten voorbereiden. De stappen die je in een voorbereidingstraject zet, zijn in dit hoofdstuk uitgewerkt. Kijk in welk stadium je zelf bent en gebruik die informatie en tips die je nodig hebt om verder te kunnen bouwen aan maatschappelijke stage! 3.1
De eerste oriëntatie op maatschappelijke stage
Waarom? De maatschappelijke stage is inmiddels voor veel mensen een bekende term. Maar de inhoud van deze stagevorm is bij lang niet iedereen bekend en duidelijk. Het steunpunt vrijwilligerswerk kan met deze maatschappelijke stage in aanraking komen door een hulpvraag van een school voor bemiddeling, door een vraag van een vrijwilligersorganisatie of door een taak die de gemeente heeft neergelegd. Ook kan een steunpunt op eigen initiatief een plan ontwikkelen. Op welke manier de stage dan ook op je pad komt, het is belangrijk om goed voorbereid aan de slag te gaan met maatschappelijke stage. Het gevaar van onvoldoende voorbereiding is dat je snel begint en vervolgens vastloopt. Verschillende Brabantse steunpunten zouden achteraf gezien, bij meer voorbereidingstijd, andere en betere keuzes gemaakt h ebben. Dit kun je voorkomen door je, voorafgaand aan de ontwikkeling van een eigen plan en de uitvoering van activiteiten (eventueel in opdracht van een school), eerst te verdiepen in de maatschappelijke stage. Een goede voorbereiding is immers het halve werk... Hoe? Je kunt je op verschillende manieren oriënteren op de maatschappelijke stage. Maak gebruik van internet. Hier kun je algemene informatie over de maatschap pelijke stage vinden, zoals de doelen die de overheid stelt en de kenmerken van de stage. Maar ga ook op zoek naar enkele concrete voorbeelden van invulling van die maatschappelijke stage. Zoek naar projecten van maatschappelijke stage bij jou in de omgeving (buurt, streek, provincie). Pas dan zie je hoeveel mogelijkheden er zijn met deze stage. Het is ook goed om enkele ervaringen te lezen en te horen. Kijk daarvoor niet alleen op internet. Spreek ook eens met een coördinator van een steunpunt in de buurt dat zich al wél met maatschappelijke stage bezig houdt. De voorbeelden en ervaringen kunnen inspireren voor de ontwikkeling van activiteiten binnen het eigen steunpunt. Tips • Kijk voor meer algemene informatie over de maatschappelijke stage op www.samenlevenkunjeleren.nl (knop stagemakelaars). • Maak gebruik van de zoekmachine www.google.nl en sites van middelbare
18
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
s cholen in de omgeving voor een oriëntatie op de projecten van maatschap pelijke stage in de directe omgeving. •Hou kranten en lokale tijdschriften in de gaten op activiteiten van vrijwilligers organisaties, scholen en eventueel andere steunpunten. • Maak een afspraak met een coördinator van een lokaal steunpunt voor meer informatie en uitwisseling van ervaringen, succesfactoren en knelpunten. • Vraag eens in de eigen vrienden- en kennissenkring na of iemand ervaring heeft met de maatschappelijke stage en wat de ervaringen zijn. 3.2
Agenderen: intern draagvlak creëren
Waarom? Nadat je je verdiept hebt in de algemene kenmerken van de maatschappelijke stage en een aantal mogelijke invullingen, is het belangrijk om de eigen eerste ideeën voor activiteiten rond de maatschappelijke stage met collega’s te delen. Om maatschappelijke stage tot een succes te laten maken, is een stagemakelaar nodig. Het steunpunt kent het vrijwilligersveld en is zodoende mogelijk een geschikte kandidaat voor die bemiddelende rol. Maar om die rol op te kunnen pakken en goed uit te kunnen voeren, moet er wel intern draagvlak zijn. De ervaring leert dat het heel belangrijk is dat er bij collega’s bekendheid met en enthousiasme is voor de maatschappelijke stage, vóórdat je begint aan activiteiten rond die stage. Denk hierbij niet alleen aan motivatie van directe collega’s. Ook bij de directie moet er draagvlak zijn om met deze stage aan de slag te gaan. Er moet immers geld en tijd beschikbaar gesteld worden om de s tages op een goede en zorgvuldige manier te kunnen gaan organiseren en/of coördineren. Deze eerste peiling maakt collega’s al betrokken en kan het draagvlak doen groeien. Om (meer) draagvlak te creëren, is het goed om de maatschappelijke stage op de agenda van een teamoverleg te plaatsen. Hoe? Draagvlak creëren kan middels een gesprek met de directie, maar ook middels het aankaarten van de stage tijdens een teamoverleg. Zorg dat jijzelf of een collega van te voren voldoende informatie verzamelt over: 1) Wat maatschappelijke stage is, 2) Wat de doelen van de maatschappelijke stage zijn, 3) Wat steunpunten concreet kunnen betekenen en bijdragen aan de m aatschappelijke stage. Laat collega’s reageren op het idee van maatschappelijke stage. Zien ze mogelijk heden of komen er vooral kritische kanttekeningen naar voren? Zijn de mensen binnen het steunpunt bekend met maatschappelijke stage? Is er in woord enthousiasme om als steunpunt aan de slag te gaan met maatschappelijke stage? Is er in praktijk ook capaciteit om te gaan werken aan maatschappelijke stage of blijft het bij een positieve houding? Welke ideeën zijn er nu al voor activiteiten rond maatschappelijke stage? Het is belangrijk op basis van deze vragen een keuze te maken: wel of niet aan de slag met de maatschappelijke stage. Als blijkt dat mensen positief zijn, is het goed om een vervolgafspraak te maken om als steunpunt een gezamenlijke visie te vormen en na te denken over verdere mogelijkheden. Inventariseer wel alle ideeën die er op dat moment zijn. Hoe creatiever hoe beter!
19
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Tips • Informeer in de wandelgangen bij collega’s naar hun ervaringen en bekendheid met maatschappelijke stage. Het onderwerp gaat dan leven. • Zorg dat er tijdens het overleg voldoende informatie beschikbaar is. Over maat schappelijke stage en de mogelijke taken en rollen voor het steunpunt. Een korte introductie van een van de collega’s op het onderwerp maatschappelijke stage is prettig. • Nodig een coördinator van een ander steunpunt uit om een introductie te geven op het onderwerp maatschappelijke stage. 3.3
Werkgroep samenstellen
Waarom? Wanneer er positief gereageerd wordt op het idee om maatschappelijke stage op te pakken, is het tijd om over te gaan tot concrete actie. Het is goed om dan een werkgroep te vormen. Met meerdere mensen is het makkelijker om plannen uit te w erken dan alleen. Deze werkgroep krijgt de taak om het plan van activiteiten rond de maatschappelijke stage verder te ontwikkelen. Door meerdere collega’s te betrekken, zal ook het draagvlak groeien. En dat draagvlak is nodig om een succes vol project en product als steunpunt te kunnen ontwikkelen. Voordeel is bovendien dat als een van de collega’s door omstandigheden uitvalt, andere collega’s het project voort kunnen zetten. Ook op verschillende plekken in Brabant bleek de uitval van een medewerker nog te vaak tot problemen te leiden. Hoe? Stel de werkgroep samen vanuit de gedachte dat deze personen kunnen meedenken in de ontwikkelingsfase en mogelijk ook kunnen bijdragen in de uitvoering van de werkzaamheden. De werkgroep hoeft niet groot te zijn: twee of drie mensen kunnen samen al veel bedenken. Bij de selectie van de werkgroepleden is het goed te letten op de volgende aspecten: • Wie is er gemotiveerd binnen de organisatie voor maatschappelijke stage? • Wie heeft er ervaring in het werken met jongeren? • Wie heeft er de komende tijd ook daadwerkelijk ruimte in de agenda om mee te denken en acties te ondernemen om het project te ontwikkelen? • Wie is er creatief in het bedenken van leuke klussen en nieuwe projecten? • Zijn er bestaande projecten waarbij het project maatschappelijke stage mooi aansluit? Denk aan een project rond het thema jongeren en vrijwilligerswerk of organisaties helpen verjongen. Wie is er bij deze projecten betrokken vanuit het steunpunt?
Voorbeeld: een actieve werkgroep In Eindhoven is een werkgroep opgezet waarin niet alleen mensen van Welzijn E indhoven in deelnamen, maar waar ook scholen en organisaties zitting in hadden. V anuit deze werkgroep zijn vervolgens een visie en projectplan ontwikkeld en allerlei a fspraken gemaakt. Voor meer informatie: Samen Meer Maatschappelijke Stages (SM²S), Eindhoven.
20
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Tips • Zorg dat in ieder geval een directielid deelneemt in het overleg van de werk groep. En als dit niet lukt, zorg dan dat de directie wel goed geïnformeerd blijft! • Behoud de motivatie voor maatschappelijke stage door vanaf het begin van het project de rest van de collega’s regelmatig te informeren over de ontwikkelingen in het project. • Heb je geen directe collega’s? Probeer dan een aantal mensen te vinden waar je eventueel mee zou kunnen samenwerken. Denk aan scholen, welzijnsorganisaties, gemeente, andere steunpunten in de regio. 3.4
Visie vormen
Waarom? Gezamenlijke visievorming is belangrijk. Visie vormen betekent hier niet zomaar een mening vormen over maatschappelijke stage. Het gaat om het ontwikkelen van een gemeenschappelijke toekomstoriëntatie van het steunpunt op deze stage. Verschillende steunpunten in Brabant hadden voorafgaand aan activiteiten rond maatschappelijke stage geen visie ontwikkeld. Zij waren bij nader inzien niet geheel tevreden met de uiteindelijke stages die leerlingen hebben uitgevoerd. Juist om kwalitatief goede stages te kunnen ontwikkelen waar je als steunpunt trots op kunt zijn en waar leerlingen enthousiast van worden (dat is toch je doel?), is die visieontwikkeling dus belangrijk. Op basis van die visie kun je grenzen stellen aan de invulling van de stage. Hoe? Bij het vormen van een visie moet op een aantal punten gelet worden: •O mdat een visie van invloed is op de keuzes die het steunpunt gaat maken, moet de gezamenlijke visie in een vroeg stadium ontwikkeld worden en gedragen worden door collega’s. •E en zeer vage visie of toekomstbeeld geeft nauwelijks impuls. Maar een zeer concreet of gedetailleerd toekomstbeeld is ook niet optimaal, omdat het c reativiteit dan niet mogelijk maakt. Een goede visie ligt dus tussen vaag en teveel vastgelegd in. • De visie is van invloed op de motivatie van mensen. Hoe meer consensus (instemming) van collega’s met de visie op maatschappelijke stage, hoe groter de stimulans voor de mensen die ermee aan de slag moeten. Het is van belang dat deze visie binnen uw steunpunt door iedereen wordt gedeeld. Het belangrijkste is dat de visie uiteindelijk besproken wordt met alle collega’s voordat deze definitief vastgesteld wordt. Om draagvlak en motivatie te creëren, is het goed als collega’s de kans krijgen aanvullingen te geven of vragen te stellen. Maak voor het ontwikkelen van de visie gebruik van het format visievorming (zie volgende pagina). Zorg in ieder geval dat de visie uiteindelijk duidelijk op papier komt te staan. Tips • Sla de stap van visievorming nooit over! Uiteindelijk maakt het je positie als steunpunt beter wanneer er wél een gezamenlijke basis, een visie is. • Zorg dat je altijd eerst de discussie over visie en doelen houdt, voordat je verdere keuzes maakt. Later heb je hier veel profijt van. Je kunt dan immers steeds weer teruggrijpen op de visie die het uitgangspunt vormt voor alle overwegingen en praktische keuzes.
21
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Zoek niet naar een snelle, maar naar een creatieve werkvorm voor het gesprek over visie. • Zet de ontwikkelde visie op papier en leg deze ter goedkeuring en ter informatie voor aan collega’s en directie. • Intern draagvlak creëren kost tijd. Hou hier rekening mee. Soms kan een project snel en makkelijk opgepakt worden, soms kost het veel tijd. Zorg dat je daarom een goed voorbereid verhaal hebt met daarin de voordelen van de stage voor het steunpunt, dat vergroot de kans op positieve reacties.
Format visievorming Visie is een beeld dat je ontwikkelt over hoe de toekomst eruit kan zien. Een visie heeft enerzijds een bindende en anderzijds een sturende functie. Een visie maakt duidelijk waar het steunpunt voor staat en naartoe wil met, in dit geval, de maatschappelijke stage. Een visie fungeert als richtinggevend kompas en als bron van inspiratie. Uit de visie worden vervolgens doelen afgeleid die de besluitvorming vergemakkelijken. In dit geval kijk je naar een toekomst van het steunpunt en de maatschappelijke stage. Bij het opstellen van een visie op maatschappelijke stage, is het belangrijk aan de volgende punten aandacht te besteden: Kernwaarden en kwaliteiten • Wat is de missie (of algemeen doel) van het steunpunt? • Waar zijn we goed in als steunpunt? Wat zijn onze kwaliteiten? Waar zijn we trots op? • Waar staat het steunpunt voor? Waar hechten wij waarde aan als steunpunt? Gewaagd doel • Waar werkt het steunpunt aan? • Wat willen we als steunpunt bereiken met het vrijwilligerswerk? • Wat kan een maatschappelijke stage voor jongeren opleren? En wat kan het voor vrijwilligers organisaties opleveren? • Wat willen wij dat het jongeren en vrijwilligersorganisaties oplevert? Wat willen wij bereiken met de maatschappelijke stage? • Waarom willen we dat bereiken? • Wat is dus gezamenlijke doel en streven met de maatschappelijke stage? Gedragsregels en criteria • Gelet op de kwaliteiten van het steunpunt en ons doel, waar liggen kansen voor inzet van het steunpunt? En waar liggen de grenzen? • Welke voorwaarden stel je als steunpunt voor de maatschappelijke stage? Welke voorwaarden stel je aan duur, de plaats van uitvoering van de stage (geschikte stageadressen), de wijze van voorbereiding van leerlingen en de werkzaamheden die leerlingen doen tijdens de stage. • Welke criteria stel je aan het project en de samenwerking met andere partijen? • Op welke manier kan het steunpunt de kwaliteiten binnen het gestelde doel goed inzetten? Een goede visie voldoet aan de volgende voorwaarden: • Ambitieus; visie moet ambitieus zijn en de kern en dromen van het steunpunt blootleggen • Motiverend; een visie moet medewerkers aanspreken, zij moet motiveren en energie geven. • Onderscheidend; een effectieve visie is de vertolking van de eigenheid van een organisatie en draagt daarmee bij aan het unieke en onderscheidende vermogen. • Relevant; een visie moet voor alle belanghebbenden (organisaties, scholen, leerlingen) relevant zijn. Een goede visie richt zich op gemotiveerde medewerkers. • Echt; een visie moet authentiek en geloofwaardig zijn.
22
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
3.5
Projectplan ontwikkelen: eerste versie
Handige documenten: format projectplan (bijlage 1), voorbeeld ingevuld projectplan (bijlage 2), lijst met mogelijke activiteiten van steunpunt (bijlage 3)
Waarom? Is er draagvlak voor maatschappelijke stage en is een gezamenlijke visie ontwikkeld? Zo ja, dan is het tijd om een projectplan te ontwikkelen. Hiervoor moet nagedacht worden over mogelijke concrete diensten die het steunpunt kan aanbieden aan scholen en vrijwilligersorganisaties. Deze ideeën worden vervolgens op papier vastgelegd. Het eerste projectplan dient als voorstel voor een project en kan nog wijzigen. Deze fase van project- en productontwikkeling is een belangrijke, omdat nu de daadwerkelijke positie van het steunpunt bepaald wordt. Bovendien wordt dan inzichtelijk voor de eigen medewerkers en andere partijen (die je in een volgende fase zult benaderen) wat het steunpunt concreet kan betekenen in de ontwikkeling en uitvoering van een project voor maatschappelijke stage. Tenslotte dient het projectplan ook nog als uitgangspunt voor gesprekken en afstemming met collega’s, scholen, vrijwilligersorganisaties, financiers en mogelijke andere partijen. Plannen vastleggen is daarom net zo belangrijk als plannen ontwikkelen. Hoe? De fase bestaat uit twee stappen, die hieronder verder uitgewerkt zijn: 1. Ontwikkelen van concrete diensten en 2. Uitwerken van die diensten tot een projectplan. Ad.1. Ontwikkelen van concrete diensten De eerste stap is concrete diensten te bedenken die het steunpunt kan aanbieden aan scholen en vrijwilligersorganisaties. De mogelijke diensten zijn mede afhankelijk van wat er al aan activiteiten plaatsvindt in het werkgebied van het steunpunt. I. Er wordt in de omgeving al iets gedaan met maatschappelijke stage; Dan is het belangrijk om goed te kijken hoe het project eruit ziet, wie er aan mee werken en waar kansen liggen om als steunpunt een bijdrage te leveren. Zoek op internet en neem daarna contact op met de coördinator van een deelnemende school of organisatie en vraag naar de ervaringen. Probeer antwoord te vinden op de volgende vragen. • Welke partijen werken mee aan het project? • Wat zijn de ervaringen? Loopt het project goed? • Zijn er voldoende stageplekken? • Wordt het project binnenkort uitgebreid? • Is er behoefte aan hulp? • Zo ja, om welke hulp gaat het? • Wat zijn de kwaliteiten van het eigen steunpunt? • Wat kan het steunpunt, lettend op de visie, de huidige partijen te bieden?
23
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Welke taken kan het steunpunt (idealiter) verrichten ter ondersteuning, verbetering of ontlasting van de werkzame partijen? • Welke van de genoemde diensten zouden we willen aanbieden? Zie onderstaand overzicht. II. Er wordt in de buurt nog niets gedaan met maatschappelijke stage; Bedenk dan een leuk project dat het steunpunt zou kunnen ontwikkelen. Kijk welke taken bij het steunpunt neergelegd zouden kunnen worden. Ook hier geldt: ga uit van de kennis en ervaring van het steunpunt. Maak gebruik van het feit dat scholen vaak weinig weten over het vrijwilligersveld. En vrijwilligersorganisaties hebben behoeften aan ondersteuning bij het bedenken van klussen voor jongeren. Het steunpunt kan daar een mooie intermediaire rol in vervullen. De volgende vragen kunnen helpen bij het bedenken van mogelijke activiteiten. • Waar zouden scholen behoefte aan hebben? • Waar zouden vrijwilligersorganisaties mee geholpen zijn? • Wat zou een leuk en aansprekend project voor jongeren zijn? • Sluit het project aan bij de opgestelde visie van het steunpunt? • Wat is nodig om dit project te ontwikkelen? • Welke taken kan het steunpunt op zich nemen? • Welke taken zijn er nog over? • Welke partijen kun je bij die taken en rollen bedenken? Ad.2. Het uitwerken van diensten in een projectplan Zet alle ideeën voor mogelijke diensten in een projectplan. Essentieel in een projectplan zijn de onderdelen: Aanleiding, Visie en doelen, Partners, Stagevorm, Coördinatie, Inzet van mensen, Communicatie, Evaluatie, Begroting, Planning. Hoewel je bepaalde onderdelen waarschijnlijk nog niet kunt invullen, is het wel goed om er een mooi plan van te maken. Dan kan het document tevens als basisinformatie voor een gesprek met mogelijke samenwerkingspartners dienen. Als hulpmiddel is in bijlage1 een opzet voor een projectplan gegeven. In bijlage 2 is een ingevuld projectplan als voorbeeld weergegeven. Tips • Kijk ook naar het overzicht aan mogelijke werkzaamheden in bijlage 3 om een beeld te krijgen van werkzaamheden van andere steunpunten in het land. • Denk vanuit mogelijkheden en kansen, niet vanuit belemmeringen! Wanneer dit laatste gebeurt, gaat er veel energie verloren en zal er uiteindelijk minder motivatie over blijven dan wanneer vanuit kansen en idealen gedacht wordt. • Gebruik de visie van het steunpunt als basis voor de ontwikkeling en uitwerking van ideeën. De visie is een inspiratiebron en tegelijkertijd een toetsinstrument! • Probeer zoveel mogelijk elementen al in het projectplan te voegen. Door dit te doen wordt het inzichtelijk wat er allemaal al bekend is, en waar nog over nagedacht moet worden. • Deze eerste versie van het projectplan kun je in een latere fase als informatie toezenden naar scholen en vrijwilligersorganisaties (eventueel in een iets aan gepaste versie). Bedenk goed wat deze partijen in ieder geval moeten weten om overtuigd te kunnen worden voor deelname aan het project. Besteed dus ook aandacht aan voordelen en winst voor verschillende partijen door deelname aan het project.
24
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
3.6
Partners inventariseren
Waarom? Het steunpunt kan een belangrijke rol spelen in de voorbereiding en uitvoering van de maatschappelijke stage, maar kan niet alleen staan. Voor het slagen van een project, heeft het steunpunt partners nodig om stageplaatsen te vinden, om leer lingen voor te bereiden en te begeleiden en om de financiële dekking te verzorgen. Het is belangrijk om eerst gewoon te inventariseren welke mogelijke partners er zijn. Hoe? Probeer bij het inventariseren zo creatief mogelijk te zijn. Ook in Brabantse projecten blijkt dat creativiteit in het vinden en betrekken van partijen het project uniek en effectief maakt. In Breda werd een jongerenwerker uit de wijk betrokken, een persoon aan wie weinigen denken. Maar het bleek een schot in de roos! Zorg dus dat het een brede brainstorm is, zonder direct te denken vanuit belemmeringen en bestaande contacten. Bedenk eerst welke lokale spelers er in het algemeen zijn. Vragen die je daarbij helpen, zijn: • Welke organisaties doen er iets met jongeren? • Welke organisaties houden zich bezig met vrijwilligerswerk (naast vrijwilligersorganisaties)? • Welke organisaties kunnen hulp (van jongeren) gebruiken? • Welke organisaties zijn er in de buurt actief ? Gebruik als aanvulling op de eerste eigen ‘brainstorm’ onderstaande tabel. In deze tabel staan mogelijke partners genoemd met daarbij de reden waarom die partij betrokken zou kunnen worden. Let op: ook deze lijst is niet uitputtend! Blijf dus vooral kijken naar de eigen lokale of regionale situatie.
Voorbeelden creatieve partners Tijdens de werkateliers was ook een deelnemer afkomstig uit Purmerend. Vanuit de vrijwilligerscentrale aldaar is een samenwerking geïnitieerd met een jongerenwerker. Deze jongerenwerker is actief op buurtniveau en weet jongeren te bereiken. Hij kan dan meedenken over leuke klussen en kan tegelijk actief meehelpen in het creëren van een positief imago van maatschappelijke stage bij zowel jongeren als organisaties in de gemeente. Erg handig dus! Breda-Actief ging wegens grote drukte op zoek naar een HBO-stagiaire. Deze student levert een goede bijdrage door mee te denken in het ontwikkelen van goede en leuke klussen voor jongeren en het begeleiden van jongeren.
Tips • Wees creatief en denk niet alleen aan partijen waar je al contact mee hebt als steunpunt. Kijk ook eens rond wie er in je persoonlijke netwerk zitten. Liggen daar nog kansen voor samenwerking? • Weet je al van partijen die samenwerken of die zich oriënteren op samenwerking? Zorg dan dat je als steunpunt betrokken raakt. Een steunpunt is een prachtige schakel tussen het onderwijs en het vrijwilligerswerk.
25
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Partner
Contact of samenwerking met als doel...
Scholen
• ...goed voorbereide en enthousiaste leerlingen voor de uitvoering van de stages • ...begeleiding van de leerlingen in het voortraject en tijdens de uitvoering van de stage • ...voor de financiering van het project
Vrijwilligers organisaties
• ...voldoende uitdagende stageplaatsen creëren • ...begeleiding van de leerlingen tijdens uitvoering van de stage
Maatschappelijke organisaties
• ...ook daar stageplaatsen te vinden. Denk aan verpleeghuizen, bibliotheken en asielzoekerscentra.
Gemeente
• ...financiering (in het kader van de Wmo en makelaarsfunctie) voor ontwikkeling van makelaarsfunctie, uitbreiding van aantal werkuren, ontwikkeling van trainingsprogramma voor stagebiedende organisaties • ...hulp bij promotie van maatschappelijke stage bij organisaties en scholen • ...materiële ondersteuning: locatie voorbereidingsbijeenkomst, zelf stageplaatsen aanbieden
Andere steunpunten in de omgeving
• • • •
Sportservicepunt
• ...sportorganisaties te motiveren voor medewerking en daarmee voldoende stageplaatsen in de sport te vinden • ...sportorganisaties goed voor te bereiden op de komst van leerlingen
Stichting Welzijn
• ...voor het creëren van stageplaatsen • ...voor het inventariseren van behoeften, voor het bedenken van leuke klussen • ...voor het vinden van begeleiding of samenwerking
Jongerenwerk
• ...leuke klussen te bedenken die aansluiten bij de leefwereld van jongeren • ...jongeren te motiveren door hen ook tijdens buurtactiviteiten over maatschappelijke stage te laten nadenken
HBO-scholen/ universiteiten
• ...een stagiair aan te trekken die kan meehelpen leuke klussen te bedenken en jongeren kan begeleiden binnen organisaties
Bedrijven
• ...voor praktische hulp in het project zoals het beschikbaar stellen van diensten (in de vorm van werknemer) of materialen (zalen, vervoersmiddelen, beamer, werkmaterialen) • ...voor de financiering van het project (in het kader van maatschappelijk betrokken ondernemen)
Fondsen
• ...voor de financiering van het project
Regionale of provinciale
• ...informatie en advies te krijgen over activiteiten van maatschappelijke stage in de buurt
...afstemming over voorwaarden voor en tijdstip van uitvoering van goede maatschappelijke stages ...samenwerking in vinden van stageplaatsen ...samen nadenken over mogelijke nieuwe stageadressen en –opdrachten ...elkaar ondersteunen bij drukte/gebrek aan voldoende capaciteit
steunfunctie
3.7
Partners vinden
Handige documenten: gespreksleidraad scholen (bijlage 4), gespreksleidraad vrijwilligersorganisaties (bijlage 5), checklist werkzaamheden (bijlage 6), onderscheid stages (bijlage 16)
Waarom? Na het inventariseren van mogelijke partners, is het zaak deze partijen te benaderen en te motiveren medewerking te verlenen. De fase van partners vinden, bestaat uit het eerste contact leggen, mondeling toelichten, schriftelijke informatie toezenden en vervolgens met geïnteresseerde partijen samen verder nadenken over mogelijk heden voor samenwerking. Het doel is uiteindelijk afstemming te bereiken over de doelen van maatschappelijke stage, samenwerking en taakverdeling.
26
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Hoe? Zoek allereerst contact met een of meerdere scholen. Want hun medewerking is cruciaal! Het is goed rekening te houden met de kenmerken van deze partijen. Scholen functioneren anders dan vrijwilligersorganisaties. Hoe om te gaan met scholen, vrijwilligersorganisaties en overige partijen? Dat is hieronder verder uitgewerkt. Ook hier geldt: wellicht heb je niet alle informatie nodig. Pik eruit wat je wel kunt gebruiken aan tips. Contact met scholen Doorloop de volgende stappen: 1. Selecteren van de scholen aan de hand van de opgestelde criteria 2. Benaderen (telefonisch) van de scholen 3. Toezenden van schriftelijke informatie 4. Bespreken van mogelijkheden tot samenwerking Ad.1. Selecteren van de scholen aan de hand van de opgestelde criteria Bedenk welke scholen benaderd kunnen worden. Welke scholen zijn er in de buurt? Welke scholen vallen onder de regio waarbinnen het steunpunt functioneert? Waar gaan de jongeren uit jouw gemeente naar school? Let op: alle middelbare scholen zijn verplicht aan de slag te gaan met maatschappelijke stage. Maar ook steeds meer instellingen voor praktijkgericht onderwijs, speciaal onderwijs, ROC’s en MBO’s willen leerlingen als maatschappelijke stagiairs inzetten. Ad.2. Benaderen (telefonisch) van de scholen Om de kans op succes zo groot mogelijk te houden, is het erg belangrijk om de juiste contactpersoon binnen een school te vinden. Stuur daarom geen brief, maar zoek telefonisch contact! Voor het eerste contact is dit vaak een lid van het manage mentteam. De conciërge of receptiemedewerker is de aangewezen persoon om het juiste managementlid aan te wijzen. Vertel tijdens het telefonische contact met deze manager kort en enthousiast de inhoud van het project. Peil de aanwezige interesse. Spreek af dat je spoedig (liefst nog diezelfde dag nog) informatie toestuurt over het project en het werk dat het steunpunt kan verrichten. Maak een afspraak om van gedachten te wisselen over de toegezonden informatie. Ad.3. Toezenden van schriftelijke informatie Heb je al een bestaand project en projectplan? Stuur dit dan op en laat scholen nadenken over de mogelijkheden om in te haken in het project. Heb je nog geen concreet projectplan, omdat je in de begin-fase bent van maatschappelijke stage? Stuur dan basisinformatie over maatschappelijke stage en informatie over de ideeën die je hebt voor een project. Ad.4. Bespreken van mogelijkheden tot samenwerking Het voordeel van een vooraf gemaakte vervolgafspraak is dat de toegezonden informatie binnen een bepaalde tijd, gelezen is. Dit levert veel tijdwinst op. Je kunt tijdens het gesprek van gedachten wisselen over het project. Het project kan hierdoor ook voor het steunpunt meer vorm krijgen. Maak ter voorbereiding van dit gesprek gebruik van de gespreksleidraad met scholen in bijlage 4. Zorg dat je het onderscheid tussen beroepsgerichte stages en maatschappelijke stages duidelijk hebt gemaakt! Gebruik daarvoor bijlage 16.
27
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Contact met vrijwilligersorganisaties Bij het leggen van contact met vrijwilligersorganisaties doorloop je de volgende drie stappen: 1. Benaderen en informeren van vrijwilligersorganisaties 2. Toezenden van schriftelijke informatie 3. Bespreken van de mogelijkheden tot samenwerking/deelname Ad.1. Benaderen en informeren van vrijwilligersorganisaties Benader vrijwilligersorganisaties waar je al contact mee hebt, maar ook die organisaties waar je nog géén contact mee hebt, maar die mogelijk wel zouden kunnen meewerken. Probeer ook hier te zoeken naar de juiste contactpersoon. Bij vrijwilligersorganisaties kan dit een voorzitter zijn, bij non-profitorganisaties als zorginstellingen is een coördinator vrijwilligerswerk vaak de goede contactpersoon. Breng de organisaties telefonisch op de hoogte van het project of de ideeën voor een project. Afhankelijk van de reactie kan je informatie toezenden en een afspraak maken om uitgebreid in te gaan op de mogelijkheden van het project voor deze organisatie. Zorg dat de informatie voor de vrijwilligersorganisaties ook ingaat op de meerwaarde van het meedoen aan maatschappelijke stage en samenwerken. Zie ook paragraaf 5.7, waarin ingegaan wordt op agenderen en promotie van maatschappelijke stage. Ad.2. Toezenden van schriftelijke informatie Als tijdens het telefonische contact blijkt dat er belangstelling is, kan je de eerste versie van het projectplan toezenden. Heb je al een compleet projectplan? Stuur dit (of een samenvatting daarvan) dan op. Dit maakt de ontvangende partij duidelijk hoe je werkt en wat het resultaat is. Ad.3. Bespreken van mogelijkheden tot samenwerking Zorg voor een vervolgafspraak. Tijdens dit gesprek kan de toegezonden informatie besproken worden. Je beantwoordt vragen, wisselt ideeën uit en je kan al enig advies geven over het creëren van geschikte klussen, het werken met jongeren en het begeleiden van jongeren tijdens de stage. Zorg ook hier dat je het onderscheid tussen beroeps gerichte stages en maatschappelijke stages duidelijk hebt gemaakt! Zie bijlage 16. Voor het gesprek zelf kan je gebruik maken van de gespreksleidraad, toegevoegd als bijlage 5. Wanneer er interesse van de organisatie is voor deelname aan het project, kun je de checklist zoals bijgevoegd in bijlage 6 invullen. Al deze checklisten samen vormen al een heel bestand aan stageadressen en stageopdrachten. Contact met overige partijen Naast scholen en vrijwilligersorganisaties zijn er nog veel meer partijen te betrekken. Bij het leggen van contact met andere partijen, doorloop je de volgende drie stappen: 1. Benaderen en informeren van organisaties 2. Toezenden van schriftelijke informatie 3. Bespreken van de mogelijkheden tot samenwerking/deelname Ad.1. Benaderen en informeren van overige organisaties Denk hier aan organisaties als woningcorporaties en bedrijven die in het kader van maatschappelijk betrokken ondernemen iets kunnen betekenen. Bedenk voor deze
28
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
organisaties per geval waarom deze partij kan meewerken en wat de voordelen voor die partij zelf zijn als ze meewerken. Neem telefonisch contact op en licht toe w aarom je contact zoekt: je ziet kansen voor samenwerking in een project voor maatschappelijke stage. Bedenk dat bedrijven erg gefocust zijn op de meerwaarde voor hun eigen organisatie om mee te werken. Bereid dit dus goed voor! Belangrijk is ook in deze gevallen te zoeken naar de juiste contactpersoon. De directeur is veelal een goede persoon om een eerste gesprek mee te hebben. De directeur zal immers uiteindelijk toestemming moeten geven om (wel of niet) mee te werken aan een project. Breng de organisaties telefonisch op de hoogte van het project of de ideeën voor een project. Stuur vrijblijvend informatie op over het project of de ideeën voor een project. Zorg dat de informatie ook ingaat op de meerwaarde van het meedoen aan maatschappelijke stage en samenwerken. Wanneer er interesse is, spreek dan af binnen korte tijd door te spreken over de mogelijkheden. Ad.2. Toezenden van schriftelijke informatie Als tijdens het telefonische contact blijkt dat er belangstelling is, kan je de eerste versie van het projectplan toezenden. Heb je al een compleet projectplan? Stuur dit (of een samenvatting daarvan) dan op. Als de organisatie eerst nog wat afhoudend is, neem dan enige tijd na het toesturen van de informatie contact op om te horen of er interesse is en je dus een afspraak kunt regelen. Overhaast niet, want daarmee krijg je geen goede stageplaatsen. Als een partij niet wil, wil die mogelijk volgend jaar wel! Ad.3. Bespreken van mogelijkheden tot samenwerking Tijdens het persoonlijk gesprek kan ingegaan worden op de toegezonden informatie. Het is de bedoeling dat je samen met deze persoon kijkt naar de specifieke mogelijk heden voor deze organisatie om mee te werken. Bespreek de rol die de organisatie kan spelen. Is het een financiële rol? Een facili terende? Of een begeleidende? En welke grenzen stelt de partij aan medewerking? Naar aanleiding van dit gesprek kun je verder met de ontwikkeling van gezamen lijke initiatieven en kun je overgaan tot het maken van afspraken. Tips • Stuur de informatie naar scholen gericht aan een persoon. De ervaring leert: veel post blijft liggen als het niet persoonspecifiek is... En dat betekent: vertraging in het project! • Laat het gesprek zo mogelijk plaatsvinden bij de vrijwilligersorganisatie, zodat je ook ziet waar de jongeren aan het werk zullen gaan, als ze stageplaatsen kunnen bieden. • Besef goed dat partners zoeken en vinden veel tijd en inspanning vraagt. Geef niet op als het niet meteen lukt! • Neem altijd eerst telefonisch contact op. Een brief sturen is sneller, maar minder persoonlijk. De kans is groot dat de brief op een grote stapel post belandt... • Zorg dat je het informatiemateriaal klaar hebt liggen voordat je partijen benaderd. Je kunt dan direct na contact meer informatie opsturen. Dit spaart kostbare tijd, zeker als je snel stages wilt regelen.
29
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Bedenk bij welke bestaande activiteiten van organisaties de maatschappelijke stage aansluit of aan kan haken. Daarmee kun je een partij overhalen mee te werken of diensten te verlenen. • Zorg dat het informatiemateriaal niet alleen informatie bevat over de ken merken van maatschappelijke stage, maar ook mogelijke taken en voordelen voor de verschillende partijen in kaart brengt. Een eerste plan kan inspirerend werken. • Zorg dat je het onderscheid tussen beroepsgerichte stages en maatschappelijke stages duidelijk maakt! Zie bijlage 16. De stages worden door organisaties vaak verward en door scholen vaak gecombineerd. De doelen van de twee stages zijn echter wel verschillend. Maak dan ook duidelijk wat het standpunt van het steunpunt is. Je werkt aan maatschappelijke stage waarbij het gaat om inzet voor de samenleving; je werkt niet aan beroepsgerichte stages waarbij leerlingen competenties voor hun toekomstige beroep verwerven! 3.8
Benaderen van de gemeente
Waarom? Voorheen was de gemeente een mogelijke partij. Sommige gemeenten waren enthousiast en wilden graag helpen bij de organisatie en uitvoering van de maat schappelijke stage; andere gemeenten waren minder enthousiast. Maar nu het convenant van de VNG met OCW en VWS is afgesloten, zullen alle gemeenten aan de slag moeten met de ontwikkeling en/of ondersteuning van de lokale bemiddelingsinfrastructuur. Omdat vastgesteld is dat gemeenten daarbij zoveel mogelijk moeten aansluiten bij bestaande initiatieven en samenwerkingsverbanden, maak je als steunpunt veel kans om samen te gaan werken met de gemeente en aanspraak te doen op (een deel van) de financiële middelen. De hoogte van de financiële middelen verschilt per gemeente. Gemeenten met veel inwoners en veel leerlingen krijgen een groot bedrag. In grote gemeenten zijn er meer nieuwe vrijwilligers (waaronder jongeren in het kader van maatschappelijke stage) die bemiddeld kunnen worden naar goede vrijwilligersplekken en stage plaatsen. Die ondersteuning wordt geboden door de lokale makelaar. Die is er al of die functie zal nu ontwikkeld moeten worden. De makelaar bemiddelt en zal daarnaast ook maatschappelijke organisaties ondersteunen bij het voorbereiden van die plekken en klussen. Voor de ondersteuning en ontwikkeling krijgen de gemeenten geld. Hoe? Als lokale (stage)makelaar kun je dus aanspraak maken op (een deel van) de financiële middelen. Om dit te krijgen, moet op een aantal punten gelet worden. Ten eerste de voorbereiding. Zorg dat je voorwerk doet voor de gemeente. Zorg dat je, als je bij de gemeente aanklopt, uitgezocht hebt: • Wat het convenant precies inhoudt. Zie www.vng.nl en www.samenlevenkunjeleren.nl. • Hoeveel geld de gemeente krijgt voor de ondersteuning van de bemiddelings infrastructuur. Dit kun je nazoeken op internet: www.samenlevenkunjeleren.nl of www.vng.nl (zoekterm maatschappelijke stage). • Op welke manier de gelden besteed kunnen worden. Doe de gemeente een voorstel wat het steunpunt zou kunnen betekenen in het ontwikkelen en uitbouwen van de makelaarsfunctie en stagemakelaar. Doe een voorstel van diensten met
30
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
daarbij de nodige geldbedragen. Maar let erop dat je niet kosten voor puur bemiddeling en voorbereiding van leerlingen in rekening brengt; dat zijn kosten voor de school. De gemeente heeft het geld gekregen voor besteding aan structurele opbouw van de functie. Zie het kader hieronder voor een aantal mogelijke rollen en bestedingen. • Voorbeelden van besteding van middelen in andere gemeenten in de regio. Neem contact op met de gemeenteambtenaar onderwijs en/of welzijn. Bespreek met deze persoon wie over maatschappelijke stage en vrijwilligerswerk gaat. Zijn dit twee afdelingen die moeten samenwerken? Stel dan voor met beide afdelingen tegelijk het gesprek aan te gaan. Deze afdelingen zullen immers ook samen moeten ‘uitvechten’ waar het geld aan besteed zal worden. Leg in het gesprek de stand van zaken en plannen rond de maatschappelijke stage uit. Doe vervolgens het voorstel en geef de gemeente een advies voor besteding van gelden. Steeds weer blijkt dat gemeenteambtenaren blij zijn als voorwerk wordt gedaan! Maak hier dus gebruik van!
Mogelijke rol en taken voor de gemeente De gemeente kan een aantal rollen vervullen: Stagebieder Er zijn veel stageplaatsen nodig. De gemeente kan het goede voorbeeld laten zien aan organisaties door zelf ook een aantal stageplaatsen voor leerlingen aan te bieden. Denk aan het helpen bij het organiseren van een vrijwilligersdag of het maken van promotiemateriaal. Facilitator en ondersteuner De gemeente kan ook een ondersteunende rol op zich nemen. Mogelijke taken zijn: • Bijeenbrengen van partijen en stagebiedende organisaties middels het (mede)organiseren van informatiebijeenkomsten en overleggen • Het beschikbaar stellen van ruimten voor overleg, voorbereiding, bijeenkomsten etc. • Het beschikbaar stellen van materialen voor uitvoering van de (grote) stageklussen. • Regionale samenwerking mogelijk maken door contact op te nemen met andere gemeenten in de regio. • Het promoten en informeren van scholen, organisaties, ouders en leerlingen over maatschappelijke stage. • Het organiseren van een gemeentelijk of regionaal evenement rond de maatschappelijke stage. Financier Alle bovengenoemde faciliterende taken kan de gemeente ook uitbesteden. De gemeente kan daarvoor financiële middelen vrij maken uit de makelaarsgelden en Wmo-gelden. Dit geld kan de gemeente ook gebruiken voor: 1) D e ontwikkeling van een (stage)makelaarsfunctie (het creëren van een werkplek, het aantrekken van een nieuwe medewerker, het aanschaffen van een digitaal systeem) 2) H et betalen van een opleiding van een lokale makelaar (georganiseerd door MO-groep en MOVISIE, zie www.samenlevenkunjeleren.nl) 3) D e training van stagebiedende partijen met als doel informeren en ondersteunen van die partijen bij het creëren van plekken, het begeleiden van en werken met jongeren en het verzilveren van de effecten van de komst van jongeren in de organisatie 4) Het betalen van promotiemateriaal
31
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Tips • Neem vooraf contact op met steunpunten in de regio, om te overleggen op welke manier de gemeente(n) het beste benaderd kunnen worden. Een eenduidig advies in de regio naar gemeenten toe werkt goed. En is ook erg handig gezien met het oog op regionale samenwerking voor het plaatsen van maatschappelijke stagiairs. • Denk na over het resultaat van maatschappelijke stage voor de gemeenschap/ samenleving. Thema’s als sociale activering, participatie, leefbaarheid en sociale samenhang staan hoog op de politieke agenda. Probeer daar met maatschappelijke stage op in te spelen. Immers: het inzetten van leerlingen in de samenleving bevordert sociale samenhang (bijvoorbeeld tussen jong en oud), participatie (van jongeren als vrijwilliger), leefbaarheid (wanneer jongeren voor de wijk aan de slag gaan met het opknappen van speeltuinen, binnentuinen etc). 3.9
Kiezen en afspraken maken
Handige documenten: overzicht werkzaamheden steunpunt (bijlage 3), gespreksleidraden (bijlage 4 en 5), checklist werkzaamheden (bijlage 6), lijst met voorbeeldklussen maatschappelijke stage (bijlage 7), stageovereenkomst (bijlage 11a en 11b), convenant (bijlage 15a en 15b)
Waarom? Inmiddels is duidelijk welke partijen willen en kunnen meewerken. De volgende vraag is dan: op welke manier willen en kunnen zij medewerking verlenen. En welke grenzen en randvoorwaarden stellen zij? En daarnaast: welke randvoorwaarden kunnen we gezamenlijk stellen? Zonder afstemming van de randvoorwaarden zal samenwerking op lange termijn niet mogelijk zijn… Hoe? Op een aantal aspecten moeten keuzes gemaakt worden. Belangrijk hierbij is dat de wensen en grenzen van andere partijen goed bekeken worden, maar dat er zeker ook aandacht blijft voor de wensen en grenzen van het steunpunt. Verwachtingen en doelen van maatschappelijke stage; Het steunpunt is ambassadeur van het vrijwilligerswerk en kan (en moet soms) bepaalde grenzen stellen, ter bescherming van het steunpunt, maar meer nog ter bescherming van vrijwilligersorganisaties. Bedenk goed: het gaat om een kennis making van leerlingen met vrijwilligerswerk en het leveren van een onbetaalde bijdrage aan de samenleving. Een stage waarbij leerlingen alleen maar schoon maken in de keuken heeft dan niet het gewenste resultaat op leerlingen. Het is belangrijk te beseffen dat de doelen die nu samen gevormd worden, bepalend zijn voor de invulling van de stage en uiteindelijk effect hebben op de ervaringen van leerlingen. Uit de Brabantse coachingstrajecten en werkateliers8 blijken onderstaande doelen bij verschillende partijen veel voor te komen. Streef naar een win-win-win-situatie en kijk dus of de doelen elkaar niet in de weg staan. Kijk of deze doelen en ideeën overeen stemmen met het landelijke plan van aanpak en jullie visie op maatschappelijke stage en de randvoorwaarden die je wilt stellen.
32
8In
de periode 2006-2007
zijn een aantal werksessies (onder de naam werkateliers) gehouden met als doel steunpunten op weg te helpen bij het maken van keuzes en het schrijven van een plan van aanpak maatschappelijke stage. In de coachingstrajecten werden steunpunten persoonlijk ondersteund en geadviseerd.
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Voor de school: • We bieden maatschappelijke stage aan aan leerlingen, omdat de overheid dit van ons vraagt • Maatschappelijke stage is goed voor competentieontwikkeling van leerlingen • Leerlingen maken zo kennis met belangeloze inzet en vrijwilligersorganisaties • Leerlingen kunnen zich vast oriënteren op mogelijke beroepssectoren • Maatschappelijke stage is een goede vorm voor buitenschools leren • Een of meerdere organisaties hadden onze hulp/hulp van leerlingen hard nodig • De school wil zichzelf profileren als een maatschappelijk betrokken onderneming Voor de vrijwilligersorganisatie: • We hebben helpende handen nodig • We willen nieuwe activiteiten aanbieden • We willen verjongen, jongeren ontvangen in de organisatie Voor het steunpunt/ de stagemakelaar: • We willen vrijwilligersorganisaties helpen met vinden van voldoende vrijwilligers • We willen vrijwilligersorganisaties helpen verjongen • We willen vrijwilligersorganisaties ontlasten door hen te ondersteunen met het vinden van klussen • We willen jongeren laten kennismaken met belangeloze inzet • We willen jongeren laten kennismaken met vrijwilligerswerk en vrijwilligers organisaties • We moeten geld verdienen • Het steunpunt vrijwilligerswerk/ de vrijwilligerscentrale kan op deze manier meer bekendheid krijgen
Voorbeeld: Invulling van de maatschappelijke stage met b ijbehorende doelen • Uitgebreide introductie en gedurende een aantal weken/maanden leerlingen een dagdeel p/week laten meedraaien (intensieve kennismaking met de sector en evt. werving van jonge vrijwilligers). • Organiseren van eenmalige klassikale activiteit, bijvoorbeeld bingo, kerstactiviteit of voetbaltoernooi (oppervlakkige kennismaking met sector en vrijwilligerswerk). • Verzorgen van cursussen in het leren omgaan met de mobiele telefoon (competenties van jongeren binnenhalen). • Praktische klussen, zoals een speeltuin opknappen (helpende hand bij klusjes).
Doelgroep leerlingen Het is belangrijk om duidelijk te hebben wie de doelgroep vormen, omdat niet alle leerlingen dezelfde capaciteiten hebben en dus wellicht ook andere stageopdrachten nodig hebben. Ook de mate van zelfstandigheid en mate van verantwoordelijkheid dragen wordt bepaald door het type leerling. Leerlingen uit 5 VWO kunnen immers meer zelfstandig werken dan leerlingen uit 3 VMBO. De laatste groep leerlingen vraagt meer begeleiding en een meer afgebakende klus. Bij de bepaling van de doelgroep, zijn een aantal vragen belangrijk. • In welke klas zitten de leerlingen? • Wat is het opleidingsniveau van de leerlingen?
33
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Hoe oud zijn de leerlingen? • Hebben de leerlingen al ervaring met het doen van een stage? • Hoe groot is de groep leerlingen in totaal? Invulling van de maatschappelijke stage; Op basis van het doel van de partners met de maatschappelijke stage, kan nu voor een invulling van de stage gekozen worden. De stage kan verschillende vormen aannemen. Voor een lijst met voorbeelden van stageopdrachten, zie bijlage 7. Wat betreft de invulling van de stage, moet er nagedacht worden over de volgende punten: 1. Duur van de stage; 2. Stagevorm (of stageconcept); 3. Groepsgewijs of individueel 4. Inhoud van de werkzaamheden; 5. Tijdstip van uitvoering; Ad.1. Duur van de stage Tot 2011 is de duur van 72 uur nog niet verplicht. Dit betekent dat in de praktijk stages verschillen in duur, afhankelijk van de keuze van de school. Dit hangt samen met het doel van de stage. Op basis van vastgestelde doelen moet dus een passende duur gevonden worden. Daarbij moet ook gekeken worden hoeveel tijd de school vrij wil maken voor de uitvoering van de stage. De Brabantse ervaring leert dat scholen nogal eens geneigd zijn om de stage niet te lang te laten duren, omdat er anders teveel les tijd verloren gaat. Bovendien kan een korte stage gemakkelijker ingepast wordt in bijvoorbeeld een projectweek. Toch beseffen scholen ook wel dat een langere stage groter resultaat kan opleveren. Leerlingen kunnen dan intensiever kennismaken met vrijwilligerswerk en eventueel ook een vrijwilligersorganisatie. Een duur van minstens twee contactmomenten (twee verschillende momenten van uitvoering) is zeker wel aan te raden, omdat leerlingen voor hun ervaring en beeld dan niet afhankelijk zijn van een momentopname. Keuze voor lange of korte stage wordt bepaald door: • Doel van maatschappelijke stage • Mogelijkheden curriculum/school • Ontwikkelingsstadium • Mogelijkheden organisaties • Mogelijkheden steunpunt Houd daarbij wel rekening met het feit dat scholen, stagebieders en stagemakelaars zich in de komende jaren wel moeten voorbereiden op een 72-uur-durende stage. Werk langzaamaan toe naar die 72 uur door het aantal uur in de loop der jaren uit te bouwen! Denk aan stages van minimaal 30 uur. Ad.2. Stagevorm/concept In iedere plaats en bij iedere school zijn stages net weer iets anders ingevuld. Niet alleen de duur verschilt, ook het stageconcept is anders. Immers: scholen zijn vrij in de invulling. Ook hier geldt: een korte stage levert minder op voor leerlingen dan een langere stage. Er zijn grofweg 7 stageconcepten: • Snuffelstage; Een zeer korte stage waarbij leerlingen even een kijkje kunnen nemen in de keuken van vrijwilligerswerk. Vb. Leerlingen helpen een middagje bij een knutselmiddag voor gehandicapte kinderen.
34
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Actiedag of projectweek; Een stage van een of enkele dagen achtereen waarbij leerlingen een afgebakende klus uitvoeren voor of binnen een organisatie. De opdracht sluit aan bij een projectweek van de school. Alle leerlingen lopen in diezelfde periode stage. Vb. Leerlingen helpen de boswachter met het opruimen van een stuk bos en het kappen van bomen. • Blokstage; Een langere stage van meerdere dagen aaneengesloten. Vb. Leerlingen werken drie weken aan het ontwerp van een nieuwe website en promotiecampagne voor de plaatselijke afdeling van het Rode Kruis. • Lintstage; Een stage van meerdere dagdelen, maar niet aaneengesloten. De stage wordt binnen een afgebakende periode uitgevoerd. Er zijn meerdere contactmomenten, omdat de stage verspreid is over een grotere tijdsperiode. De stage is als een lint door deze periode heen. Vb. Een leerling helpt twee maanden lang elke woensdagmiddag bij het trainen van jonge voetballertjes. • Estafettestage; Een stage waarbij de leerling een periode actief is als vrijwilliger en na een vast aantal uren of dagdelen het stokje overdraagt aan een andere leerling. De continuïteit is daarmee gewaarborgd voor de organisatie. De leerlingen voeren niet allemaal tegelijk de stage uit. Vb. Een aantal leerlingen zorgen ervoor dat een jaar lang asielzoekerskinderen bezig gehouden worden op zaterdagmiddag. In koppels bedenken leerlingen een paar activiteiten. Na een aantal weken nemen een aantal andere leerlingen het over en verzorgen nieuwe activiteiten. • Carrouselstage; Een groepje leerlingen bedenkt een leuke activiteiten of opdracht, bereidt deze voor en voert deze uit. Vervolgens doen ze dezelfde opdracht (nu met enige ervaring) voor een andere organisatie. De groep leerlingen maakt een ronde langs verschillende organisaties. Een ander groepje leerlingen bedenkt een andere klus en komt op een ander tijdstip met de eigen activiteit eveneens langs die organisaties. Vb. Een groepje leerlingen bedenkt een leuke dansworkshop voor kinderen in een buurthuis en regelt alle dingen om dit mogelijk te maken. Uiteindelijk geven ze de workshop ook, in verschillende buurthuizen. Een ander groepje uit de klas bereidt een workshop mobiel bellen en sms’en voor ouderen voor. In verschillende buurthuizen wordt deze workshop georganiseerd. • Vrije vorm; De school geeft de leerlingen de opdracht voor een x aantal uren binnen een afgestelde periode besteden aan vrijwilligerswerk. Voor de verdere invulling wordt keuzevrijheid geboden aan leerlingen. Vb. de school geeft de leerlingen de opdracht 40 uur binnen één schooljaar te besteden aan vrijwilligerswerk. Ad.3. Groepsgewijs of individueel De manier waarop leerlingen de organisatie in stappen, is eveneens belangrijk. De opties zijn: individueel stagelopen, groepsgewijs of klassikaal. De keuze hangt onder andere af van de keuze voor een stageconcept. Bij een carrouselstage is het bijvoor beeld niet mogelijk individueel stages uit te voeren, terwijl andere vormen daar wel ruimte voor bieden. Bovendien hangt de keuze af van het feit of leerlingen zelf stageplaatsen mogen zoeken of niet. Wanneer leerlingen zelf stageplaatsen zoeken, zal het vaak gaan om een individuele stage. Wanneer een steunpunt stageplaatsen regelt, zijn er wel mogelijkheden om klussen voor groepen leerlingen te vinden.
35
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Bij deze keuze moet goed nagedacht worden over de consequenties van de beslissing. Individuele stages zijn goed voor leerlingen, omdat ze dan ‘gedwongen worden’ echt kennis te maken met de doelgroep of andere vrijwilligers in de organisatie. Anderzijds betekent dat dat er heel veel stageplaatsen gezocht moeten worden. Bovendien vinden jongeren het vaak fijn om samen op ontdekkingstocht te gaan. Want alleen stagelopen is soms wel eng. Stages in klein groepsverband vinden leerlingen leuk en minder eng. Voordeel van deze stagevorm is dat er minder stage adressen geregeld hoeven te worden. Let hierbij wel goed op de leerling: sommige leerlingen kunnen in groepjes pubergedrag vertonen, terwijl ze dat als ze alleen zijn niet doen. Kies voor die specifieke leerling dan wel voor een individuele plaats. Een gevaar is dat bepaalde organisaties niet in staat zijn om klussen te creëren voor groepen leerlingen. Datzelfde geldt ook voor klassikale stages. Er moet een passende klus zijn, én er moet voldoende begeleiding geregeld worden. Aan de andere kant geldt dat voor sommige organisaties met hulp van vele handen eindelijk die grote klus eens opgepakt kan worden. Voordeel is bovendien: de b egeleiding vanuit organisaties dan wel intensief (er moeten een aantal mensen tegelijk begeleiden), maar naar verhouding minder intensief dan wanneer één-op-één begeleiding gegeven wordt bij individuele stages. Duidelijk is dat elke stagevorm dus voor- en nadelen heeft. Het aanbieden van ver schillende mogelijkheden is natuurlijk ook een optie. Brabantse steunpunten die deel namen aan de werkateliers waren van mening dat de stages in klein groepsverband (2 tot 10 leerlingen) voor zowel organisaties als steunpunt het meest ideaal waren van wege de inperking in het zoeken van stageadressen en het bieden van begeleiding. Ad.4. Inhoud van de werkzaamheden Wanneer leerlingen vrij gelaten worden in de keuze van hun stageplaats, zal op dit punt niet zoveel in te brengen zijn. Maar wanneer klussen door de school en het steunpunt bedacht worden, zal ook over de werkzaamheden van de stage nagedacht moeten worden. Er zijn een aantal mogelijkheden qua werkzaamheden: • Leerlingen voeren bestaande/reguliere activiteiten uit; De organisaties hebben bepaalde taken die uitgevoerd moeten worden. De jongeren kunnen de organisatie helpen door deze klussen uit te voeren. Het zijn ‘standaardklussen’. • Leerlingen doen aanvullende werkzaamheden; De organisatie bedenkt speciaal voor deze stagiaires een nieuwe klus die past bij de leeftijd en interesse en waarbij de kennis en ervaring van jongeren leuk, bruikbaar en nuttig is. • Eigen inbreng van leerlingen; Jongeren zijn vrij om zelf een activiteit te bedenken waar de organisatie mee geholpen is. • Combinatie van taken; Omdat de stage iets langer duurt, kunnen leerlingen zowel enkele reguliere werkzaamheden verrichten alswel enkele eigen activiteiten ontwikkelen of aanvullende werkzaamheden doen. Iedere stage is anders, dus ook de werkzaamheden zullen steeds weer iets anders zijn. De ervaring leert echter wel dat leerlingen het leuk vinden als ze iets extra’s kunnen betekenen voor de ontvangende partij. Hun inzet heeft dan zichtbare waarde. En juist dat maakt dat leerlingen positief terugkijken op een stage. En om echt leuke klussen te bedenken, maak gebruik van de ideeën van leerlingen zelf !
36
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Ad.5. Tijdstip van uitvoering van de stage Stages vallen binnen de schoolurennorm. Maar: stages mogen binnen en buiten schooltijd uitgevoerd worden. Natuurlijk hangt het moment van uitvoering af van de werkzaamheden en de organisatie waar de leerling terecht komt, maar toch is het goed om vooraf al keuzes te maken. Mogen leerlingen de stages (deels) onder schooltijd uitvoeren? Of moeten de stages buiten schooltijd uitgevoerd worden? Voordeel van laatstgenoemde optie is dat er veel meer klussen te vinden zijn buiten schooluren. Want veel vrijwilligerswerk wordt juist in de avonduren en weekenden uitgevoerd. Vinden van stageplaatsen; Stageplaatsen komen niet zomaar aanwaaien. De plaatsen moeten gezocht en gecreëerd worden. En bovendien moeten de plaatsen en stageopdrachten ook enigszins gekeurd worden (op bijvoorbeeld veiligheid, begeleiding en inhoud van werkzaamheden). Het is goed om hier vooraf al duidelijke afspraken over te maken. De volgende vragen zijn belangrijk: • Hoe worden de stageplaatsen gevonden? Exclusief via steunpunt? Of ook via de school? Of mogen leerlingen zelf ook plekken aandragen? • Waar worden stageplaatsen gevonden? Alleen bij vrijwilligersorganisaties of ook bij andere maatschappelijke organisaties? En mogen leerlingen ook los van een organisatie een stage uitvoeren of klus bedenken? Bedenk goed dat deze keuze medebepaald wordt door eerdere keuzes over leerdoelen. En blijf tegelijk ook praktisch: zijn er genoeg klussen te vinden binnen vrijwilligersorganisaties of moet je zoveel leerlingen plaatsen dat je wel op zoek moet naar andere non-profitorganisaties? • Wie keurt de stageplaatsen en stageopdrachten? Niet alle plekken en klussen zijn geschikt en passen binnen de gestelde doelen en verwachtingen. Wie let hier op? Is dit het steunpunt? En wanneer leerlingen zelf met plekken komen, wie keurt de plekken dan? • Wie onderhoudt het contact met de stageadressen/organisaties? Hier lijkt een belangrijke rol weggelegd voor het steunpunt (zie bijlage 3). Zorg als steunpunt dat je opkomt voor je eigen belangen en eigen organisaties! Organisaties vinden het vaak niet prettig als ze door leerlingen en scholen en steunpunten benaderd worden. Ze vinden het fijn wanneer ze één contact persoon, één kanaal hebben. En het steunpunt kan deze taak goed op zich nemen. Bovendien hebben docenten het al druk genoeg. Dus in die zin ontlast je o rganisaties en scholen wanneer je de taak op je neemt stageplaatsen te vinden. Verdelen van stageplaatsen; Als er voldoende stageplaatsen gevonden zijn, moeten leerlingen verdeeld worden over de klussen. Hoe wordt dit aangepakt? Spreek dit duidelijk af met de school. Het kan nogal wat verschil in werkzaamheden voor het steunpunt betekenen. De mogelijkheden zijn: • Leerlingen komen langs bij het steunpunt voor individuele matching; Dit kan, maar is zeer intensief voor het steunpunt. Bij grote groepen leerlingen is dit niet haalbaar. • Leerlingen kiezen uit een lijst of vacaturebank met opdrachtbeschrijvingen;
37
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Leerlingen komen naar een informatiemarkt waar ze meer informatie krijgen over de organisaties waar ze mogelijk kunnen stagelopen en de klussen. • De docent matcht samen met het steunpunt de leerlingen. Vrijheid van leerlingen bij het vinden van stageplaatsen; Een volgende keuze die gemaakt moet worden, heeft te maken met de vrijheid die leerlingen geboden worden in het project van maatschappelijke stage. Zijn leerlingen vrij om zelf stageplaatsen te vinden of aan te dragen? Of regelt het steunpunt (eventueel in samenwerking met de school) deze plekken? Of is er sprake van een combinatie van deze vormen? Bedenk goed dat het bieden van vrijheid aan leerlingen voor veel jongeren heel prettig is, omdat ze dan echt zelf iets kunnen zoeken wat ze leuk vinden. Leerlingen leren hier veel van. Bovendien scheelt het tijd voor het steunpunt om stageplaatsen te zoeken. Maar voor andere jongeren kan het juist heel moeilijk en eng zijn om zelf een plek en stageopdracht te bedenken en te vinden. Daarom is het goed om vanuit het steunpunt in ieder geval een aantal klussen aan te bieden. Vanzelf sprekend moeten er meer klussen en adressen gevonden worden als besloten wordt dat leerlingen niet zelf een plek mogen zoeken. Voorbereiding van leerlingen; Het voorbereiden van leerlingen op het uitvoeren van een stage is belangrijk. Het zorgt ervoor dat leerlingen goed voorbereid op een stageplaats komen en dus weten wat ze kunnen verwachten aan klus en aan type organisatie (en mogelijk ook aan doelgroep waarmee ze geconfronteerd worden in hun stage). Daarnaast blijkt een goede voorbereiding het enthousiasme van leerlingen te vergroten. Bovendien is het leerrendement van jongeren over vrijwilligerswerk groter. Vragen waarop afspraken gemaakt moeten worden, zijn: • Wijze van voorbereiding; Is dat één les? Of wordt het een serie lessen? Wordt het een korte uitleg of is het een onderdeel van een heel project over vrijwilligerswerk? Is er een informatie markt of informatiebijeenkomst voor leerlingen (en eventueel ouders) om voor lichting te geven over de stage? Is er geld beschikbaar voor de ontwikkeling van lesmaterialen? • Beschikbare tijd voor voorbereiding; Hoeveel tijd heeft de school voor docenten en leerlingen beschikbaar gesteld voor de voorbereiding van leerlingen? • Persoon die voorbereiding op zich neemt; Neemt de docent de voorbereiding op zich? Of kan het steunpunt die voorlich ting beter geven? Is er eventueel nog ruimte voor inbreng van organisaties? Zijn er nog leerlingen met ervaringen met maatschappelijke stage binnen de school? En zo ja, kunnen zij nog een bijdrage leveren in de voorbereiding van de stagiaires? Voorbereiding van organisaties; Niet alleen leerlingen moeten zich voorbereiden op de stage. Ook organisaties moeten zich voorbereiden op de komst van leerlingen. Deze voorbereiding is afhankelijk van de ervaring van de organisatie met de begeleiding en komst van jongeren. Het steunpunt kan in deze voorbereiding een belangrijke taak vervullen. Het steunpunt kan samen met de betreffende organisatie kijken welke hulp of ondersteuning nodig is om de stages succesvol te organiseren. Een aantal vragen hierbij:
38
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Is er ervaring met het werken met jongeren? • Moeten er nog klussen bedacht worden? • Gaat de school of het steunpunt langs bij de organisatie vooraf ? De voorbereiding kan individueel gegeven worden, maar er kan ook gekozen worden voor een gezamenlijke startbijeenkomst waarin vanuit het steunpunt tips en uitleg gegeven wordt over de doelen en werkwijze van de maatschappelijke stage. Begeleiding van leerlingen; Wanneer leerlingen hun stageorganisatie binnenstappen, moeten ze opgevangen worden. Ze moeten uitleg krijgen over de werkzaamheden en het nut ervan voor de doelgroep, de organisatie en eventueel voor de leerling zelf. Ook is het belangrijk dat ze uitleg krijgen over de gang van zaken binnen de organisatie. Dit laatste wordt belangrijker naarmate de leerlingen langer in de organisatie zullen meedraaien. In het contact met vrijwilligersorganisaties moet gesproken worden over de volgende punten: • Wie begeleidt de leerlingen? • Hoeveel begeleiding kan geboden worden? • Hoe moet die begeleiding van leerlingen eruit zien? Vragen die in het gesprek met scholen aan bod zullen moeten komen, zijn: • Welke begeleiding hebben de leerlingen nodig? • Op welke manier wil de school begeleiding geregeld zien? • Wie coacht de leerlingen op het moment dat er iets fout gaat? Zeker in het geval stages langere tijd in beslag nemen, zijn er mogelijkheden voor tussentijdse evaluaties en tussentijdse gesprekken. Maak hier van te voren afspraken over! Juist wanneer er iets mis gaat en leerlingen niet komen opdagen of leerlingen teleurgesteld zijn, moet duidelijk zijn wie er moet handelen. Het steunpunt of de school? Nazorg; Nadat de leerlingen hun stage hebben uitgevoerd, komen de leerlingen weer op school. De vraag is dan, hoe wordt de stage afgerond? Bij de wettelijk verplichte maatschappelijke stage is reflectie van de stage verplicht. Het idee hierbij is: wanneer leerlingen terugkijken en met elkaar nadenken over (het resultaat van) hun stage, leren ze inzien wat het nut is van de inzet van hun vaardigheden voor de samenleving. De wijze van reflectie is een punt van aandacht. Vragen die helpen hier duidelijk heid en afstemming in te krijgen, zijn: • Hoe wordt de stage voor leerlingen afgerond? Is er nog een terugkombijeen komst bij de organisatie? • Hoe worden de stages geëvalueerd met leerlingen, organisaties en leerlingen? • Hoe worden de organisaties bedankt? Ontvangen ze nog iets? Taakverdeling; Voor een goede samenwerking moeten er vooraf duidelijke afspraken gemaakt worden over de taken die iedere partij op zich neemt. Maak ook duidelijke afspraken wie de leerlingen voorbereid, begeleid, verzekerd etc. Zie ook hier weer bijlage 4 en 5. Alle punten in de gespreksleidraad zijn ook de punten waarover afspraken gemaakt moeten worden. Leg de afspraken vast in een convenant, zoals weergegeven in bijlagen 15a en 15b.
39
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Tijdsplanning; Niet alleen het moment van uitvoering van de stage is belangrijk voor de planning. Bespreek ook wanneer welke activiteiten verricht moeten worden. • Wanneer start het project? • Wanneer lopen de leerlingen stage? • Wanneer moeten de leerlingen voorbereid worden? • Wanneer moeten leerlingen hun stageplaats kiezen? In het geval je spreekt met scholen, overtuig de docenten er dan van dat de voorbereiding van leerlingen tijd kost en dus vroegtijdig gestart moet worden. De e rvaring leert: Hoe langer de voorbereidingstijd en hoe intensiever, hoe meer het enthousiasme van leerlingen voor de stage groeit. Wanneer je spreekt met organisaties, is eveneens belangrijk duidelijk aan te geven dat het goed is tijdig te beginnen met het bedenken van klussen en het voorbereiden van de vrijwilligers of medewerkers. Zij zullen uiteindelijk de jongeren opvangen en begeleiden. Tijdige melding en voorbereiding van deze mensen is dus ook van groot belang. Tips • Voor een volledig voorbeelddraaiboek van activiteiten van het steunpunt ter voorbereiding van de stages, zie bijlage 11. • Kom op voor je positie als steunpunt. Op veel punten zijn er keuzes te maken die van invloed zijn op de hoeveelheid werk van het steunpunt. Wees hierop bedacht en bedenk van te voren waar mogelijkheden en grenzen liggen, niet alleen in wil, maar ook in tijd! • Hou bij het maken van keuzes samen met andere partijen, vast aan de eigen visie! Meebuigen met de school (als opdrachtgever) kan, maar mag er niet toe leiden dat het project eigenlijk niet meer past binnen de visie en doelen van het steunpunt! • Denk als steunpunt mee in het creëren en organiseren van leuke klussen voor jongeren. Ter inspiratie, zie bijlage 7. • Wees eerlijk over het feit dat het steunpunt ook kosten maakt voor de diensten. Scholen hebben geld, en uit commercieel oogpunt mag ook gewoon geld gevraagd worden voor de diensten. • Wees je ervan bewust dat er ook commerciële bureaus zijn die hun diensten aanbieden aan scholen. Maak de meerwaarde van betrokkenheid van het steunpunt vrijwilligerswerk duidelijk! • Regel bij elke samenwerkingspartij een vast aanspreekpunt, liefst ook bereikbaar op een mobiel nummer. Als de stages uitgevoerd gaan worden en je moet op het laatste moment iets regelen, is dit echt nodig. • Stel ook binnen de scholen een vast aanspreekpunt vast. Deze docent zorgt voor het doorgeven van informatie aan leerlingen én is aanspreekpunt bij noodgevallen tijdens de stage. Omdat docenten lastig bereikbaar zijn, streef ernaar om een mobiel nummer van een docent of ander persoon binnen school te krijgen.
40
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
3.10
Projectplan opstellen: definitieve versie
Handige documenten: format projectplan (bijlage 2) , voorbeeld ingevuld projectplan (bijlage 3), voorbeeld draaiboek (bijlage 8)
Waarom? Keuzes en afspraken gemaakt over invulling van de stage en taakverdeling? Leg dan de afspraken vast in een definitief projectplan (plan van aanpak). Hierin worden alle stappen die tot nu toe doorlopen zijn en alle afspraken die gemaakt zijn, ver werkt tot een compleet plan van activiteiten om maatschappelijke stages mogelijk te maken. Het fungeert eigenlijk als draaiboek voor activiteiten. Erg handig dus! Daarnaast is een projectplan onmisbaar om fondsenwerving goed te kunnen uit voeren. Vanuit het projectplan kun je makkelijk putten om aan anderen te laten zien wat je gaat doen en waarom jouw bijdrage van belang is. Potentiële financiers zullen vrijwel altijd een projectplan willen zien, omdat zij willen beoordelen of het de moeite waard is hun middelen aan je te doneren. Een goed projectplan laat zien dat je serieus bent, dat goed is nagedacht over datgene wat je wilt, en dat je in staat bent om een inschatting te maken van de kosten. Dat maakt het steunpunt in potentie een aantrekkelijke partner! Juist ook nu veel commerciële bureaus en andere partijen zich richten op de maatschappelijke stage, is het dus goed om een goed projectplan te maken en dit te kunnen presenteren. Hoe? Het projectplan hoeft geen groot document te zijn. Een kort en bondig document kan voldoende informatie bevatten. Het projectplan biedt een gestructureerd over zicht van wat je van plan bent. Een goed projectplan beschrijft de connectie tussen de aanleiding voor het initiatief, het doel, de activiteiten, de verwachte resultaten en de benodigde middelen. Verder staan in het projectplan een planning en een begroting. Daarmee is het projectplan hét basisdocument voor de uitvoering van jouw initiatief. Een aantal onderdelen zijn essentieel. Deze zijn hieronder weer gegeven. Maak gebruik van het stappenplan in de bijlage en het format projectplan in bijlage 2. Ook is een ingevuld projectplan als voorbeeld toegevoegd in bijlage 3. Bedenk welke stappen er nodig zijn om het resultaat te behalen en maak een schema: Wie doet wat wanneer, begroot in tijd, mensen en middelen. Essentieel zijn de volgende onderdelen: 1. Aanleiding 2. Visie en doelen 3. Partners 4. Stagevorm 5. Coördinatie 6. Inzet van mensen 7. Communicatie 8. Evaluatie 9. Begroting 10. Planning
41
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Ad.2. Visie en doelen De visie heb je in een eerdere fase samen met collega’s al geformuleerd. Wellicht is deze nog iets aangepast op basis van gesprekken die je gevoerd hebt met (mogelijke) partners. Vul deze visie in. Dan is het tijd om de doelen van het project te formuleren. Wat wil je bereiken met je project? Bedenk vijf woorden die kenmerkend zijn voor het resultaat. Let er op dat het resultaat concreet, haalbaar en toetsbaar is, zodat je achteraf kunt nagaan of en wanneer je het doel gehaald hebt. Formuleer het resultaat volgens het SMART(I)-principe: Specifiek/concreet: vermijd ‘grote woorden’; formuleer het resultaat zo concreet mogelijk. Meetbaar/toetsbaar: zorg dat het resultaat meetbaar is en getoetst kan worden (targets, criteria zijn benoembaar). Aanvaardbaar: Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie. Kortom, zorg dat er draagvlak is voor het gestelde doel en dat er geen onoverkomelijke weerstanden te verwachten zijn. Realistisch:formuleer het resultaat zo dat het op voorhand haalbaar is. Tijdpad: stel een termijn waarop het resultaat gehaald moet zijn. (Innovatief): Maak je doelen innovatief en uniek. Dat daagt mensen uit, wekt interesse, crëert nieuw draagvlak en kan zelfs subsidiegevers overtuigen van het bijzondere van dit project. Tips • Een goed projectplan hoeft geen lange teksten te bevatten. Hou het uiteindelijke plan kort en bondig! • Mis je nog de nodige informatie of afspraken om het projectplan volledig te kunnen maken en definitief te stellen? Kijk dan wat er in de volgende paragrafen van deze handleiding vermeld staat over de verschillende fasen. Deze informatie helpt je op weg om zelf keuzes te maken die nog nodig zijn! • Als de begroting nog niet rond is, vul dit dan later in. Duidelijk wordt nu in ieder geval wel voor welk initiatief je geld wilt zoeken. 3.11
Financiën regelen
Handig document: overzichten kosten steunpunt (bijlage 9a, 9b en 9c)
Waarom? Om een goed product op te markt te zetten, worden er vele uren gemaakt door medewerkers van het steunpunt. Hier zijn kosten aan verbonden. Veel scholen zouden graag gratis diensten krijgen, maar het steunpunt moet natuurlijk wel uit de kosten kunnen komen. Het steunpunt is immers ook gewoon een bedrijf met betaalde krachten! Met een goed projectplan kun je nu op zoek naar volledige financiering van het project. Bij het voorbereiden van een project, hoort dus ook het maken van een financieel overzicht. Alleen als ook de financiën geregeld zijn, kan je pas echt aan de slag met het vinden van klussen, het matchen van leerlingen of het voorbereiden van leerlingen in een of meerdere lessen.
42
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Hoe? Op scholen kun je (een deel van) de kosten verhalen. Scholen zijn verantwoordelijk voor organisatie, voorbereiding, begeleiding, reflectie en verzekering. Als ze een of meerdere (deel)taken uitbesteden, zullen ze de kosten daarvan moeten vergoeden. Dat betekent dat voorbereidingslessen en bemiddelingstijd door het steunpunt verhaald mogen worden op scholen. Is er niet voldoende geld bij de scholen? Dan zijn er nog andere mogelijkheden om aan geld te komen. Voldoende financiën binnenhalen kan je doen aan de hand van drie stappen: 1. Projectbegroting maken 2. Offerte opstellen 3. Financiers regelen Ad.1. Projectbegroting maken Stel de begroting zo nauwkeurig mogelijk op, dus specificeer de uren en kosten van de verschillende projectonderdelen en verschillende betrokken partners. In een projectbegroting horen de uren en kosten van alle betrokken partijen thuis (dus ook van scholen en andere betrokkenen). Vergeet ook niet om de uren voor overleg en kosten van publiciteit, e.d. mee te begroten! Voor een indicatie van kosten, zie bijlage 9. Ad.2. Offerte opstellen Stel je offerte zo nauwkeurig mogelijk op, dus specificeer de uren en kosten van de verschillende werkzaamheden en maak duidelijk wat de klant (school of gemeente) voor dit geld krijgt. Sluit in je tekst aan bij hun wensen en doelen, zoals je uit de gesprekken duidelijk hebt gekregen. Bij een offerte is het verstandig om (indien mogelijk) een modulair aanbod te doen (plus- en minvariant) zodat de school kan kiezen of er onderhandelingsruimte is. Zorg dat je de door jou gehanteerde tarieven kunt onderbouwen! Voor een overzicht aan mogelijke kosten en prijzen, zie bijlage 9a, 9b en 9c. Ad.3. Externe financiers regelen Kun je niet alle kosten verhalen op de school? Dan is het belangrijk om andere financiers te zoeken. In een projectbegroting horen de bijdragen van alle betrokken partijen thuis. Mogelijke financiers naast scholen zijn: • Gemeente (zie ook paragraaf 3.8) • Vrijwilligersorganisaties • Fondsen • Bedrijven Bedenk goed bij welke partij je aanklopt en waarom je dit doet. Bij het vinden van geschikte financiers, moet je op de volgende punten letten: • Werk je lokaal? Klop aan bij de gemeente, die heeft geld beschikbaar gekregen voor de ontwikkeling en ondersteuning voor de makelaarsfunctie. Dus ook voor de functie van stagemakelaar! • Werk je regionaal? Dan zijn er meerdere gemeenten waar je kunt aankloppen! Let wel op: zijn er in andere gemeenten ook stagemakelaars actief ? Overleg dan met deze partijen wie de gemeente benadert. Probeer zoveel mogelijk samen op te trekken en de gemeenten te overtuigen!
43
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Van welke financiers verwacht je een financiële bijdrage en voor welk bedrag? • Is er sprake van bijdragen uit eigen middelen door betrokken partijen? Achterhaal vóór het aanschrijven van partijen wie de juiste contactpersoon is. Bij fondsen zijn er vaak standaardprocedures, maar bij bedrijven kan dit een directeur, financieel adviseur of manager zijn. Je kunt het beste telefonisch contact opnemen voordat je een aanvraag indient. Bij het benaderen van de gemeente, is het belangrijk om te weten of de gemeente maatschappelijke stage al ‘op de agenda’ heeft staan. Voor meer informatie, zie paragraaf 3.8. Tips • Bij het aanvragen van subsidie bij fondsen en gemeente kan veel tijd verstrijken voordat je uitslag hebt of je geld krijgt of niet. Begin dus tijdig met het regelen van financiering! • Probeer bij het zoeken van externe financiers creatief te denken. Denk niet in standaardfinanciers, maar ga op zoek naar nieuwe (lokale) partners. Ken je misschien nog een leuk bedrijf of leuke organisatie in je persoonlijke netwerk die (eenmalig) willen sponsoren? Of een lokaal fonds dat je kunt aanschrijven?
Vooraf aan de uitvoering, nog een aantal algemene tips voor het werken met het projectplan. Aan de slag met het gemaakte plan: • Houd de planning aan • Markeer tijdens de uitvoering alle stappen in het plan die al gedaan zijn • Houdt alle betrokkenen regelmatig op de hoogte van de voortgang. Bij onverwachte situaties: is het nodig om het plan bij te stellen? • Zorg dat duidelijk is wie verantwoordelijk is voor welke activiteit, projectonderdeel • Wie toetst op welke wijze, wanneer in het traject en hoe vaak? • Controleer of ‘meet’ na afloop of je het resultaat hebt bereikt
44
Hoofdstuk 4 Fase 2: De uitvoering
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
4
Fase 2: De uitvoering
Het projectplan is af en de financiën zijn geregeld. Dan is het nu tijd om écht aan de slag te gaan. Je weet welke taken het steunpunt heeft. Afhankelijk van het totale takenpakket, ga je dingen regelen en uitvoeren. In dit hoofdstuk zijn mogelijke taken verder uitgewerkt met uitleg, werkwijze, tips en bijlagen met handige voorbeeld documenten. 4.1
Activiteiten ontwikkelen en verzamelen
Handig document: overzicht mogelijke klussen (bijlage 7)
Waarom? Dan is het nu tijd om hard aan de slag te gaan om voldoende stageplaatsen te vinden voor alle leerlingen. Sommige organisaties weten wel raad met de maat schappelijke stage en kunnen gemakkelijk klussen bedenken, andere organisaties moeten echt geholpen worden. Het is dan de taak voor het steunpunt adviserend op te treden en creatief met de organisatie mee te denken wat nu nuttige en leuke klussen zijn die leerlingen uit kunnen voeren. Hoe? Deze fase bestaat uit drie stappen: Het ontwikkelen van activiteiten Bij het vinden van organisaties en het bedenken van klussen moet op een aantal punten gelet worden: 1. Variëteit aan stageplaatsen 2. Variëteit aan stageopdrachten 3. Kwaliteit van stageopdrachten 4. Voldoende stageplaatsen Ad.1. Variëteit van stageplaatsen Iedere leerling is anders en heeft andere voorkeuren. Om daar rekening mee te kunnen houden bij het matchen van leerlingen en organisaties waar de leerlingen een opdracht voor gaan uitvoeren, moet gestreefd worden naar een gevarieerd aanbod aan organisaties waar leerlingen terecht kunnen. Besef dat het steunpunt als ambassadeur van het vrijwilligerswerk optreedt. Niet alleen organisaties uit de sport, zorg en welzijn moeten dus betrokken worden. Er zijn nog veel meer soorten
46
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
organisaties waar vrijwilligerswerk gedaan kan worden! Juist ook bij organisaties in de sectoren cultuur, recreatie, natuur en onderwijs valt veel te doen en aan klussen te bedenken! Ad.2. Variëteit aan stageopdrachten Iedere leerling is anders en heeft andere capaciteiten. Naast een gevarieerd aanbod van organisaties, is het dan ook belangrijk leerlingen ruimte te bieden te kiezen voor een stageopdracht die bij hen past. En ook hier geldt: er bestaat grote variëteit aan klussen in het vrijwilligerswerk. Laat dat zien in de variëteit aan stageklussen die het steunpunt aanbiedt aan leerlingen! Denk verder dan het schenken van koffie in een verzorgingshuis of het geven van voetbaltraining! Als steunpunt heb je ook hier de rol van adviseur. Denk dus mee met de organisatie over mogelijke klussen, maar denk ook goed na of je jongeren bereid krijgt om de klus te doen. En of de ervaring voor jongeren met vrijwilligerswerk na het doen van die klus ook positief zal zijn. Dat is immers wat je wilt bereiken! Ad.3. Kwaliteit van stageopdrachten Bij het beoordelen van geopperde klussen, moet je op de volgende punten letten: • Is de opdracht leuk voor leerlingen? • Kunnen de leerlingen wat leren van de opdracht? • Zo ja, wat dan precies? • Is de opdracht afgebakend? • Heeft de opdracht zichtbaar resultaat voor de leerling? Leuk, leerzaam, nuttig; dat zijn de kernwoorden voor een goede stage! Ad.4. Voldoende stageplaatsen Zoveel leerlingen als er stage moeten gaan lopen, zoveel plekken moeten er min stens gecreëerd worden. Maar liever nog wil je ruimte bieden om te kiezen voor leerlingen en zijn er iets teveel plaatsen in het aanbod. Als je dit doet, en als het lukt om meer plaatsen te vinden dan nodig is, zorg dan wel dat je organisaties ook voorbereid op de mogelijkheid dat er mogelijk minder leerlingen op de klussen afkomen dan gevraagd wordt! Maar anderzijds geldt ook: voorkom dat organisaties vele voorbereidingen treffen en uiteindelijk helemaal geen stagiaires krijgen. Dan is de teleurstelling heel groot en zal je de organisatie niet meer gemotiveerd krijgen voor deelname in een volgend jaar. Formuleren van klussen Help organisaties nu ook met de promotie van hun organisatie naar jongeren toe. Hoe kunnen ze nu hun organisatie en hun stageklussen op een leuke manier aan de leerlingen promoten? Het formuleren van klussen is net zo belangrijk als het bedenken van klussen! Het verzamelen van activiteiten in een overzicht Zet alle organisaties en klussen in een duidelijk overzicht, wat je vervolgens aan de school en aan leerlingen kunt voorleggen. Als de klussen op een leuke manier omschreven zijn, kan dit leerlingen motiveren zich in te schrijven voor die klus. Denk bij de communicatie naar jongeren aan de volgende punten: • Wees duidelijk in de omschrijving van de opdracht. Zorg dat concreet aangegeven wordt wat de leerlingen gaan doen
47
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Geef informatie over de organisatie waar de stage plaatsvindt • Geef aan wat het nut is van de activiteit. Wat is het doel van de stage? Voor wie wordt de klus gedaan? En wat levert deze specifieke stage hen op? • Wees eerlijk: houd ze geen vals beeld voor van de stage. Tips • Denk persoonlijk mee met organisaties, maar maak ook gebruik van de klussen generator op internet: www.civiq.nl/klussengenerator. Deze machine bedenkt zelf leuke klussen bij de organisatie. • Laat organisaties eens contact opnemen met ‘zusterorganisaties’ in andere plaatsen. Een voetbalvereniging mét ervaring in het ontwikkelen van klussen en ontvangen van maatschappelijke stagiaires, kan hele concrete tips doorgeven aan onervaren verenigingen. • Maak voor organisaties een checklistje wat er moet gebeuren als de leerlingen stage komen lopen, zoals het geven van een introductie over de organisatie en een goede uitleg van de opdracht. 4.2
Leerlingen voorbereiden
Handige documenten: voorbeeld lespakket (bijlage 10), draaiboek activiteiten (bijlage 8)
Waarom? De goede maatschappelijke stage bestaat niet alleen uit het uitvoeren van een klus. Een goede voorbereiding van leerlingen moet onderdeel zijn van het project. Bij een beroepsgerichte stage worden jongeren voorbereid op de inhoud van het werk en het functioneren in een organisatie. Bij een maatschappelijke stage moeten jongeren voorbereid worden op het doen en de betekenis van vrijwilligerswerk en het meelopen binnen een organisatie. De ervaring leert dat jongeren enthousiaster worden naarmate ze meer tijd hebben voor voorbereiding van de stage. Bovendien is het voor organisaties prettig om te weten dat de leerling goed voorbereid op de organisatie en de klus binnenkomt. Hoe? Leerlingen lesgeven is normaal gesproken een taak voor docenten. Maar omdat het nu gaat om een voorbereiding en introductie op vrijwilligerswerk, kan ook de stagemakelaar (het steunpunt) optreden als gastdocent. Het steunpunt weet im mers meer van vrijwilligerswerk en het functioneren van vrijwilligersorganisaties af dan de docenten. Overleg met de school en geef aan dat je die voorbereiding eventueel op je wil nemen. Tenminste, als je daar de capaciteit en vaardigheden voor bezit. Eventueel kunnen de taken verdeeld worden over een docent en een steunpuntmedewerker. Wil de school dit echt niet of heb je daar zelf de tijd niet voor? Zorg dan dat je wel meedenkt in de voorbereiding van de lessen die de docent gaat geven. De voorbereiding van leerlingen kan op verschillende manieren invulling krijgen, maar bestaat in ieder geval uit de volgende onderdelen:
48
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
1. Introductie op vrijwilligerswerk in het algemeen; 2. Informatie en uitleg over de stage; 3. De wijze van matching van leerling en stageplaats; 4. Informatie over de afspraken tussen school, stagemakelaar en organisatie; 5. Informatie over organisatie waar de leerling naar toe gaat;
Ad.1. Introductieles(sen) op vrijwilligerswerk en de stage; Omdat de maatschappelijke stage een vorm van vrijwillige inzet is, wil je leerlingen bewust maken van het feit dat vrijwilligerswerk bestaat en van het nut ervan voor de samenleving. Het is goed hier aandacht aan te besteden. Maak leerlingen bewust van het feit dat zij, hoe jong ze ook zijn, vrijwilligerswerk kunnen doen en mogelijk op dit moment ook al doen. Deze voorbereiding kan één les duren, maar je kan ook op een creatieve wijze meerdere lessen wijden aan dit onderwerp. In het kader hieronder zijn verschillende werkvormen weergegeven. De volgende punten kunnen aan bod komen in de lessen: • Wat is vrijwilligerswerk? • Waar kun je vrijwilligerswerk doen? • Ken je mensen die vrijwilligerswerk doen? • Doe jij weleens vrijwilligerswerk? • Wat zou jij leuk vrijwilligerswerk vinden? Zie voor een voorbeeld lespakket, bijlage 10. En voor een overzicht van activiteiten in de lessen in een tijdspad, zie bijlage 8.
Mogelijke werkvormen in voorbereidingslessen Er zijn verschillende werkvormen te bedenken voor het voorbereiden van leerlingen. Het leuke is dat je met verschillende werkvormen ook nog aansluit bij de leerdoelen van de school, zoals het leren interviewen of solliciteren. Een aantal leuke opties zijn: • Film: Leerlingen met behulp van een film laten kennismaken met vrijwilligerswerk • Onderzoek: Leerlingen op onderzoek laten gaan in hun eigen netwerk: wie doet er vrijwilligerswerk? • Interview: Leerlingen nemen een interview af bij een persoon in hun netwerk die vrijwilliger is. • Een gastspreker: nodig een vrijwilliger (vanuit een organisatie) uit, laat leerlingen vragen stellen aan deze persoon. • Poster: Leerlingen maken een collage, poster of flyer over vrijwilligerswerk of maatschappelijke stage. • Solliciteren: Leerlingen oefenen met het schrijven van een sollicitatiebrief naar een mogelijk stageadres. • Interessetest: Leerlingen doen een interessetest waarin ze kunnen ontdekken wat zij lek vinden en wat voor soort vrijwilligerswerk er bij hen past. • Informatiemarkt: Leerlingen kunnen eventueel samen met hun ouders naar een informatiemarkt komen over vrijwilligerswerk, de maatschappelijke stage en mogelijke stage-plaatsen. Eventueel helpen leerlingen in de voorbereiding van die avond.
Ad.2. Informatie en uitleg over de maatschappelijke stage; De leerlingen krijgen uitleg over de maatschappelijke stage. Wat houdt het in? Waarom moeten ze het doen? Hoe lang duurt de stage? Hoe komen ze aan een stageplaats? Wat moeten kunnen voor de stage? Waar moeten ze rekening mee houden? Wanneer moet de stage uitgevoerd worden? Op deze vragen kan je
49
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
a ntwoord geven in de les, maar ook bijvoorbeeld tijdens een informatiemarkt (zie kader hierboven). Houd er rekening mee dat leerlingen in eerste instantie vaak niet zo enthousiast reageren. Iets nieuws is eng en dus stom. Maar hoe meer tijd leerlingen hebben om te wennen aan de stage, hoe leuker ze het gaan vinden. Ad.3. Informatie over de wijze van matching; Op verschillende manieren kunnen de leerlingen gekoppeld worden aan een stage plaats. Zie voor meer informatie hierover in paragraaf 4.3. Probeer hierin enige keuzevrijheid voor de leerlingen te bewaren. Vertel leerlingen in ieder geval duidelijk hoe dit proces verloopt, zodat ze ook tijdig kunnen gaan nadenken over hun voorkeuren en interesses. Ad.4. Informatie over de afspraken tussen school (en steunpunt) en organisatie; De leerling moet vooraf goed weten wat de afspraken tussen de school en de organi saties zijn. Dan is meteen duidelijk waar de leerlingen zich aan moeten houden. Denk aan het tijdstip van uitvoering, de wijze van beloning, de afspraak bij ziekmelding. Ad.5. Introductie op de organisatie waar de leerling naar toe gaat; Wanneer bekend is welke leerling naar welke stageplaats gaat, moeten de leerlingen op hun eigen stageplaats voorbereid worden. Gaat een leerling helpen bij een instelling voor gehandicapten? Dan moet hij of zij wel voorbereid worden op wat hij of zij daar aan gaat treffen en hoe met deze doelgroep omgegaan moet worden. Gaat een leerling de boswachter helpen? Dan moet wel duidelijk vermeld worden dat de leerling oude kleren aan moet trekken! Deze informatie kan je op een aantal manieren verstrekken. Je kunt ervoor kiezen een algemeen boekje te maken voor alle leerlingen. Dit boekje bevat korte tekstjes met informatie over de betrokken organisaties. Laat de organisatie daarvoor zelf een stukje schrijven. Je kunt er ook voor kiezen de leerlingen zelf informatie te laten verzamelen over die organisatie en dit te bundelen. Voordeel van een dergelijk samengesteld boekje is dat leerlingen ook van elkaar weten wat voor vrijwilligersorganisaties (en non-profitorganisaties) er bestaan. Een andere mogelijkheid is iedere leerling afzonderlijk informatie te geven. Of leerlingen langs te laten gaan bij de organisatie en de voorbereiding zodoende uit te besteden aan de ontvangende organisaties. Tips • Ervaring leert dat een ruime voorbereidingstijd positief uitwerkt op de motivatie van leerlingen. Naarmate leerlingen meer wennen aan het idee dat ze stage gaan lopen, worden ze enthousiaster. • Maak de lessen praktisch! Geef niet zomaar een presentatie, maar verbind leuke opdrachten aan de stof. • Laat jongeren die de stage al gelopen hebben, uitleggen aan andere leerlingen wat de stage inhoudt en wat ze ervan kunnen leren. Jongeren werven jongeren, dat werkt! • Zorg dat de school al vroeg in het jaar aan de leerlingen vertelt dat ze een maatschappelijke stage gaan doen. • Betrek ook ouders in de voorbereiding! Dit kan door hen middels een brief of mail in te lichten. Maar beter is het om hen bij de voorlichtingsbijeenkomst of informatiemarkt aanwezig te laten zijn.
50
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Laat docenten ook een maatschappelijke stage uitvoeren. Contour Tilburg probeerde dit. Het resultaat was zeer positief: leerlingen vonden het hilarisch en docenten werden enthousiast voor de maatschappelijke stage. Dit konden ze overbrengen op leerlingen, waardoor ook zij enthousiast werden! 4.3
Leerlingen en klussen samenbrengen
Handig document: bemiddelingsformulier (bijlage 11)
Waarom? Het is de bedoeling dat leerlingen een leuke ervaring opdoen tijdens en met hun maatschappelijke stage. Sluit zoveel mogelijk aan bij de wensen en interesses van leerlingen. Hiermee vergroot je de kans op positieve ervaringen bij leerlingen. Juist om die reden is het koppelen van leerlingen aan klussen een cruciale stap. Omdat matching veel tijd in beslag kan nemen, kan je het beste zoeken naar een creatieve oplossing waarmee je leerlingen betrekt en je zelf niet omkomt in het werk. Hoe? Er zijn twee stappen die je zet: Leerlingen en klussen koppelen Als het steunpunt de opdracht heeft gekregen de leerlingen te koppelen aan stage plaatsen, kan dit op verschillende manieren gedaan worden. In een afglijdende schaal van inzet van het steunpunt zijn de opties: 1. Leerlingen zoeken zelf een stageplaats; 2. Leerlingen kiezen uit een overzicht van mogelijke klussen en adressen; 3. Leerlingen worden begeleid bij het maken van een keuze uit een compleet overzicht; 4. Leerlingen worden persoonlijk gematcht; Bij elk van de opties moet met een aantal zaken rekening gehouden worden. Ad.1. Leerlingen zoeken zelf een stageplaats; Stel duidelijke grenzen aan de zoekopdracht. Vermeld bijvoorbeeld duidelijk dat het niet de bedoeling is dat leerlingen binnen de eigen school een opdracht zoeken of binnen een commercieel bedrijf. Heb je afgesproken dat leerlingen niet per se binnen een organisatie hun opdracht hoeven uit te voeren? Bespreek dan duidelijk wat voor soort opdrachten leerlingen dan zelf mogen bedenken om uit te voeren. Wanneer leerlingen met een stageplaats komen, moet je deze plaats en opdracht nog wel goedkeuren. Neem als steunpunt dan contact op om afspraken te maken. Hou er rekening mee dat niet alle leerlingen zelf durven zoeken of iets kunnen vinden. Deze groep heeft intensievere begeleiding nodig. Het is handig om ook vooraf al een bestand te maken met ‘reserveopdrachten’, zodat je niet het risico loopt dat op het allerlaatste moment nog klussen gezocht moeten worden, maar niet gevonden kunnen worden.
51
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Ad.2. Leerlingen kiezen uit een overzicht van mogelijke klussen en adressen; Zorg dat het overzicht er aantrekkelijk uitziet en informatief genoeg is. In Brabant is er een nieuw concept: stagerage. Dit is een digitaal matchingssysteem waarmee organisaties zich kunnen inschrijven en leerlingen zelf een leuke klus kunnen vinden. Bovendien kunnen docenten de voortgang van stage-matching en uitvoering van werkzaamheden bijhouden via dit systeem.
Voorbeeld: digitale matching In samenwerking met Stichting Zet in Tilburg heeft Bluebased het initiatief genomen voor een website ter begeleiding van maatschappelijke stages: Via deze webbased applicatie kunnen scholieren een stage vinden en verslagen publiceren, docenten hun leerlingen volgen en beoordelen en vrijwilligersorganisaties hun vacatures aanbieden en monitoren. De applicatie begeleidt dus ook het proces van begin tot eind, iets waar vooral veel scholen nut van kunnen ondervinden. Voor meer informatie: www.stagerage.nl
Ad.3. Leerlingen worden begeleid bij het maken van een keuze uit een compleet overzicht; In dit geval helpt het steunpunt de leerlingen bij het kiezen voor een passende stageplaats. Dit kan groepsgewijs of individueel. Je helpt leerlingen met het maken van een afweging. Ad.4. Leerlingen worden persoonlijk gematcht; Dit is een zeer intensieve vorm van matchen. Het steunpunt gaat persoonlijk nadenken met de leerling wat een leuke organisatie of opdracht zou zijn. Gebruik deze vorm alleen als de stages ook een langere termijn in beslag nemen. Het is namelijk een zeer arbeidsintensieve werkvorm en dus ook kostbaar. Hou er rekening mee dat er altijd een paar leerlingen zijn die geen stageplaats kunnen of willen vinden. Deze methode moet dan gebruikt worden om leerlingen alsnog aan een stageplaats te koppelen. Contact opnemen met de organisaties Nadat leerlingen gekoppeld zijn aan een stageplaats en/of -opdracht, moet aan iedere organisatie doorgegeven worden hoeveel leerlingen er op welk moment stage zullen komen lopen. In afstemming met de school neemt de school, de leerling of het steunpunt contact op. Wanneer het steunpunt die taak heeft, spreek dan af met de contactpersoon dat je enkele dagen van te voren nogmaals contact opneemt, om definitieve aantallen door te geven. Het kan immers zijn dat er een kind door ziekte of bijzondere omstandigheden uitvalt. En ook kan het zijn dat de organisatie door onvoorziene omstandigheden de stage niet kan laten doorgaan. Tips • Wanneer je heel gemakkelijk wilt matchen, kijk dan naar de mogelijkheden die op www.stagerage.nl geboden worden om leerlingen en klussen gemakkelijk en snel te kunnen koppelen via een digitaal systeem. • Check tijdig of leerlingen al een stageplaats gevonden hebben! In een vroeg stadium kun je nog gemakkelijk bijsturen!
52
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Leg afspraken tussen leerling en organisatie vast op een bemiddelingsformulier, zie voor een voorbeeld bijlage 11. • Maak gebruik van een interessetest voor het matchen van leerlingen en klussen. Hiermee kan je zoveel mogelijk aansluiten bij de leefwereld en wensen van de jongeren. 4.4
Laatste check vooraf
Waarom? Het moment dat de leerlingen de stage gaan uitvoeren, is bijna aangebroken. Als steunpunt heb je de verantwoordelijkheid om de stages goed te laten verlopen. Een laatste check vooraf bij leerling en organisatie is dan heel belangrijk! Hoe? In deze fase gaat het om een laatste check bij leerlingen en bij organisaties. Waar moet je aan denken bij deze check? Laatste check bij leerlingen/school De wijze van laatste check is afhankelijk van de wijze waarop de leerlingen stage lopen. Er zijn ook hier weer twee mogelijkheden: 1. De leerlingen lopen allemaal tegelijk stage 2. De leerlingen lopen verspreid over het jaar stage Ad.1. De leerlingen lopen allemaal tegelijk stage; Enkele weken voordat de stage uitgevoerd wordt, wordt klassikaal nog eens door genomen welke afspraken er gemaakt zijn en wat van leerlingen verwacht wordt. Eventuele vragen van leerlingen kunnen dan nog beantwoord worden. Ad.2. De leerlingen lopen verspreid over het jaar stage; Enkele weken tot een week van te voren wordt individueel met leerlingen contact opgenomen om te vragen of alles duidelijk is, wanneer de leerling aanwezig moet zijn en of er nog vragen zijn. Ook dan wordt nog even besproken wat de leerling kan verwachten van de stage en bijvoorbeeld de doelgroep waarmee de leerling in contact zal komen. Laatste check bij organisaties Neem een aantal dagen voor de stage nogmaals contact op met de organisatie om te vragen of alle voorbereidingen getroffen zijn, laatste vragen te beantwoorden en het definitieve aantal leerlingen door te geven dat zal komen helpen. Tips • Doe deze laatste check niet een dag van te voren, maar doe het ook niet te lang van te voren. Dan kunnen er in de tussentijd nog veel dingen veranderen. • Spreek ook goed af met de organisatie dat de leerlingen goed ontvangen worden en even uitleg krijgen over de organisatie, wanneer ze voor het eerst binnenkomen.
53
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
4.5
Leerlingen begeleiden tijdens de stage
Waarom? Jongeren lijken soms heel volwassen en zelfstandig. Maar ze zijn nog erg jong en volledig zelfstandig functioneren is moeilijk. Met soms maar een klein beetje hulp, kunnen ze echter wel heel veel doen. Daarom is een goede ontvangst binnen de organisatie, goede uitleg over de stageopdracht en een aanspreekpunt tijdens uit voering van de stage heel belangrijk. Leerlingen moeten met vragen ergens terecht kunnen. Alleen zo kunnen fouten, problemen of onprettige ervaringen geminima liseerd worden. Wie die begeleiding ook geeft, de begeleiding moet goed zijn! Hoe? Begeleiding bieden betekent niet dat er iemand achter de leerling aan hoeft te lopen. Wel moet er iemand beschikbaar zijn voor vragen. Voor een steunpunt is het niet mogelijk om alle leerlingen te begeleiden. Dit is eerder een taak voor de ontvangende organisatie. En de school moet als aanspreekpunt fungeren, voor het geval er problemen zijn. Eventueel kan die taak van aanspreekpunt ook op de schouders van het steunpunt komen te liggen. Bij begeleiding moet er gelet worden op de volgende punten: • Hoe jonger de leeftijd, hoe meer begeleiding nodig is; • Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe zelfstandiger de jongeren vaak kunnen werken; • Hoe afgebakender de klus, hoe zelfstandiger de jongeren kunnen werken; • Bij groepsgewijze stages moet begeleiding dicht in de buurt zijn. Jongeren kunnen gaan ‘dollen’. • Een enthousiaste begeleider en contactpersoon vergroot de kans op een positieve beleving van de stage door jongeren; • De begeleiding moet bestaan uit een introductiepraatje over de opdracht; • De begeleider moet feeling hebben met jongeren; Een jonge begeleider is voor de leerlingen leuk (maar niet altijd haalbaar of noodzakelijk). Tips • Overleg met de school dat, in het geval leerlingen voor langere tijd stage lopen, de organisatie bezocht wordt door een docent en eventueel een medewerker van het steunpunt. Het neemt wel tijd in beslag, maar organisaties geven steeds weer aan dat zij het belangrijk vinden ook in contact te staan met school of begeleider van leerlingen. • Een school is eindverantwoordelijk voor de begeleiding van leerlingen. Wanneer leerlingen in groepen stage lopen, kan je best van een school vragen een begeleider mee te sturen tijdens de uitvoering van de stage. Het meedoen van de docent bij de stage stimuleert leerlingen! • Kijk op de website www.samenlevenkunjeleren.nl in de voorbeeldenbank9 voor leuke inspirerende voorbeelden van stageklussen en stageplaatsen.
9Op
het moment van schrijven
van dit handboek is de voorbeeldenbank in ontwikkeling. Deze zal nog in het voorjaar 2008 op de website verschijnen.
54
Hoofdstuk 5 Fase 3: De nazorg
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
5
5.1
Fase 3: De nazorg
Leerlingen bedanken en belonen
Waarom? De leerlingen zetten zich tijdens de stage gratis in voor een organisatie. Of, wan neer ze niet voor een organisatie werken, voor de samenleving als geheel. Hoewel vrijwilligerswerk niet beloond hoeft te worden met geld, kan wel op een andere manier beloning gegeven worden aan leerlingen. Door het bedanken en belonen van leerlingen, voelen leerlingen zich gewaardeerd en nuttig. Dit verhoogt de kans op een positieve ervaring. Hoe? Op verschillende manieren kunnen leerlingen beloond worden voor hun inzet. De wijze van beloning moet met de school afgestemd worden. Vervolgens moeten deze afspraken ook doorgegeven worden aan de vrijwilligersorganisaties waar leerlingen stage gelopen hebben. Je wilt immers dat leerlingen allemaal op gelijke wijze beloond worden. En ook wil je voorkomen dat leerlingen financieel beloond worden; vrijwilligerswerk wordt juist ‘om niet’ uitgevoerd. Er zijn verschillende manieren waarop je leerlingen kunt belonen: • Het geven van studiepunten voor de stage; • Het geven van een (rapport)cijfer voor de stage; • Het uitreiken van certificaten; voor een voorbeeld, zie de website www.samenlevenkunjeleren.nl • Het geven van cadeaubonnen; • Het geven van een schouderklopje; • Het geven van korting voor lidmaatschap, deelname aan activiteiten etc. van de vrijwilligersorganisatie; • Het geven van een kortingspas (in samenwerking met de gemeente) voor deelname aan activiteiten binnen de gemeente. • Gratis deelname aan een cursus (vb. EHBO wanneer leerlingen bij het Rode Kruis stagelopen). • Een competentiepaspoort (zoals nu bij het Rode Kruis ontwikkeld wordt) waar in bijgehouden wordt welke competenties en vaardigheden leerlingen aanleren tijdens hun stage. Erg handig voor opbouw van hun CV! Deze beloning voor de stage kan gecombineerd worden met het schrijven van een rapport, verslag of het maken van een rapportage of houden van presentatie. Tips • Laat organisaties zelf ook nadenken hoe zij hun stagiairs willen bedanken, geef daar ruimte voor. • Kleine verschillen in beloning mogen er zijn, maar voorkom dat leerlingen oneerlijk of ongelijk behandeld worden in beloning. Leerlingen mogen niet
56
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
etaald worden voor hun inzet, dan is het hele karakter van maatschappelijke b stage verdwenen. • Vraag ook hier eens na bij collega-steunpunten in de regio. Welke belonings vormen worden bij hen gehanteerd? 5.2
Evalueren
Handige documenten: evaluatieformulier voor school (bijlage 12), evaluatieformulier voor leerling (bijlage 13), evaluatieformulier voor vrijwilligersorganisaties (bijlage 14)
Waarom? In de evaluatiefase kijken alle betrokkenen terug op het project. Evalueren is belangrijk omdat het veel informatie geeft over ervaringen, fouten en mogelijke verbeteringen. Het steunpunt kan de werkwijze bijstellen, de school kan een besluit nemen over een voortzetting van het project en een organisatie bekijkt of er een toegevoegde waarde in zit. Alle betrokken partijen gebruiken de evaluatie voor de besluitvorming met betrekking tot de voortgang en invulling van het project. Hoe? De evaluatie die het steunpunt uitvoert, wordt gedaan betrekking tot drie partijen. Verwerk de gegevens en stuur die op naar de school en de desbetreffende organisaties, zodat zij er mee aan de slag kunnen. Maar gebruik de informatie en evaluaties vooral ook voor verbetering van de eigen rol en werkwijze in het project. Met scholen De evaluatie met docenten heeft als doel terug te kijken op het project, succesen faalfactoren benoemen en verbeterpunten boven tafel te krijgen. Op basis hiervan kunnen direct of op een later moment afspraken gemaakt worden voor de toekomst van het project binnen de school en de taakverdeling. Een voorbeeld evaluatieformulier is toegevoegd in bijlage 12. Met leerlingen Om het resultaat van de stage te vergroten, moeten leerlingen terug kunnen kijken op het nut van hun uitgevoerde stage. Het nut voor henzelf, maar zeker ook voor anderen moet aan bod komen. Sla deze evaluatie dus ook nooit over! De evaluatie kan je houden op school, maar ook bij het steunpunt, zodat de jongeren daar ook (weer) contact mee leggen. Een evaluatieformulier invullen is vooral prettig voor je als steunpuntmedewerker. Een dergelijk evaluatieformulier voor leerlingen is weergegeven in bijlage 13. Het werkt goed om leerlingen met elkaar in gesprek te laten gaan. Zo horen ze ook van elkaar wat de ervaringen en leerpunten zijn. Het is goed in te gaan op de volgende punten: • het doen van vrijwilligerswerk; • de individuele klus; • het gehele project en • hun mening over de toegevoegde waarde van het project binnen het lesprogramma.
57
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Deze evaluatie kan je het beste zelf doen. Je hebt dan eerlijke informatie van de kinderen over het project binnen. Met vrijwilligersorganisaties Met de vrijwilligersorganisatie blik je terug op de specifieke klus, maar ook op de ervaringen met jongeren. Op deze manier kan bekeken worden of men door wil gaan, op welke manier en/of op welke wijze er begeleiding nodig is voor de jongeren. Maak hierbij gebruik van een evaluatieformulier. In bijlage 14 is een voorbeeld gegeven van een dergelijk formulier. Vraag ook naar de ervaring in het begeleiden van de jongeren. Koppel deze infor matie aan de informatie en evaluatie van de jongeren. Dan krijg je inzichtelijk of de geboden begeleiding ook voldoende was. Tips • Organiseer om tijd te sparen, maar vooral om samen na te denken over de toekomst van het project, een gezamenlijke bijeenkomst voor vrijwilligers organisaties. • En wanneer er meerdere scholen hebben meegewerkt in het project, kun je er ook over nadenken naast persoonlijke evaluaties ook een gezamenlijke bijeenkomst te organiseren. Zo werk je aan contacten, aan binding met elkaar. Dat versterkt samenwerking op een later moment. • Sla de fase van evaluatie nooit over! Je kunt er veel van leren. Dus spreek van te voren al een tijdstip voor evaluatie af en voorkom dat het steeds wordt doorgeschoven... In de praktijk gebeurt dit te vaak, waardoor verbeterpunten niet opgenoemd kunnen worden.
58
Hoofdstuk 6 Fase 4: De doorstart
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
6
Fase 6: De doorstart
In dit laatste hoofdstuk wordt op een aantal aspecten van organisatie en uitvoe ring van de werkzaamheden van het steunpunt ingegaan. Na enige ervaring met de maatschappelijke stage, kan het zijn dat verbetering nodig is. Soms blijkt uit de evaluatie heel duidelijk op welke punten verandering aangebracht moet worden en op welke wijze dat moet gebeuren, maar soms is dit niet duidelijk. In dit hoofdstuk worden een aantal suggesties voor verbetering en versterking gedaan. 6.1
Projectmatig werken
Handige documenten: format projectplan (bijlage 1), voorbeeldprojectplan (bijlage 2), draaiboek activiteiten (bijlage 3)
Waarom? Ben je al enige tijd bezig met activiteiten rond de maatschappelijke stage, maar heb je het gevoel dat er nog flink wat kan verbeteren? Dat kan te maken hebben met het feit dat je niet of niet voldoende projectmatig werkt. Je werkt dan nog te veel op basis van improvisatie. Soms kan het niet anders en moet je gewoon handelen. Maar nu het project is afgerond, kan je een doorstart maken en wél meer projectmatig gaan werken. Dit maakt standaardprocedures en stappen duidelijk en inzichtelijk voor zowel het steunpunt als andere partijen. Hierdoor kan de werkdruk voor jezelf ook afnemen. Hoe? Werken op basis van improvisatie betekent: werken met een nieuw onderwerp, het resultaat is onbekend, er zijn nog weinig regels, je aanpak is flexibel en adhoc bepaald, er is nog weinig structuur in de werkzaamheden. Overstappen naar projectmatig werken betekent: • het resultaat van eigen handelen is bekend, want dit plan je vooraf; • er zijn regels gesteld aan het ‘spel’ van handelen; • je hebt een plan vooraf wat je volgt • er zit een structuur en opbouw in je werkwijze, je werkt toe naar een einddoel op een vastgesteld moment. Om zo te kunnen werken, moet je eigenlijk alle stappen in voorgaande twee hoofdstukken doorlopen. Kijk ook naar de documenten over het opstellen van een projectplan (bijlagen 1 en 2) en een draaiboek voor de activiteiten van het steunpunt (bijlage 11).
60
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Tip • Ga een gesprek aan met een ander steunpunt in de buurt. Samen kun je nadenken over verbetering. Dit steunpunt herkent vast enkele problemen of valkuilen! 6.2
Maatschappelijke stage agenderen
Waarom? Heb je een project gedraaid, maar heb je het gevoel dat het project niet breed of niet breed genoeg gedragen werd? Dan is het tijd om te werken aan verbreding van draagvlak! Alleen dan kan je volgend jaar goed en prettig werken. Hoe? Draagvlak moet er zijn bij en binnen verschillende partijen. Het gaat om draagvlak: 1. bij collega’s binnen het eigen steunpunt; 2. bij docenten binnen de school; 3. bij de leerlingen; 4. bij vrijwilligersorganisaties in het algemeen; 5. bij vrijwilligers/medewerkers binnen elke vrijwilligersorganisatie; 6. bij de gemeente als centrale partij; Waar ontbrak het aan voldoende draagvlak of motivatie voor jouw gevoel? Ga dan werken aan draagvlak door de maatschappelijke stage meer te promoten en te agenderen bij elk of een van deze partijen. Ad.1. Bij collega’s binnen het eigen steunpunt; Zorg dat je collega’s informeert, de waarde van de maatschappelijke stage en betrokkenheid van het steunpunt duidelijk maakt en werk samen aan formulering van visie en doelstelling. Ad.2. Bij docenten binnen de school; Als er geen of weinig draagvlak is bij de schoolleiding, zal er weinig geld beschik baar zijn voor realisatie van de stage. En dit is wel nodig. En als er geen draagvlak is bij docenten, zullen leerlingen dit aanvoelen. Een positieve houding ten opzichte van de stage wordt dan moeilijk. Zorg ervoor dat niet alleen de docent van het ene vak waar maatschappelijke stage onder valt (vaak maatschappijleer of levens beschouwing) enthousiast is, maar dat de stage breed gedragen wordt op school. Wat dat betreft is het goed om een voorlichtingsbijeenkomst te geven over maat schappelijke stage aan alle docenten. Een leuk initiatief: laat docenten zelf een maatschappelijke stage uitvoeren als startsein, voorbeeld en motiverende kracht voor leerlingen! Ad.3. Bij de leerlingen; Een tijdige voorbereiding van leerlingen is belangrijk. Als er weinig draagvlak is, kan dit vergroot worden door: • meer of eerdere voorbereiding op de stage; • creatievere wijze van voorbereiding op de stage; • een positief voorbeeldverhaal van ouderen jongeren; • andere klussen; • meer inbreng in ontwikkeling en uitvoering van klussen;
61
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Ad.4. Bij vrijwilligersorganisaties in het algemeen; Als er weinig draagvlak is, is het moeilijk om voldoende plaatsen voor leerlingen te vin den en bovendien is de positieve begeleiding dan moeilijk. Met steun van de gemeente kan gewerkt worden aan positieve promotie van de stage. De waarde en opbrengst voor de organisaties zelf moet daarin centraal staan. Extra waarde kan toegevoegd worden door hulp aan te bieden als steunpunt aan de ontwikkeling van klussen, voor bereiding van leerlingen en voorbereiding van huidige vrijwilligers binnen de organisa tie en als laatste positieve reclame voor deze organisaties. Denk bijvoorbeeld aan meer promotie van organisaties die medewerking verlenen door vermelding of artikelen in lokale kranten of tijdschriften, op websites, op de lokale televisiezenders of op posters. Ad.5. Bij vrijwilligers/medewerkers binnen de vrijwilligersorganisatie(s); Als leerlingen echt binnen een organisatie een opdracht gaan uitvoeren, is het belang rijk dat ze positief ontvangen worden door hun begeleider. Maar daarnaast is het ook belangrijk dat de andere vrijwilligers die rondlopen, positief reageren op de jongeren. Jongeren voelen het haarfijn aan als hun komst niet prettig bevonden wordt. Vrijwilli gers moeten dan ook allereerst ingelicht worden over de komst van een of meerdere jongeren, het doel van de stage en de werkzaamheden. Je wilt immers voorkomen dat leerlingen van alle kanten (nare) klusjes krijgen opgedragen of scheve blikken krijgen. Als steunpunt kun je meedenken met de contactpersoon van de organisatie op welke wijze de organisatie de vrijwilligers het beste kan voorbereiden. Ad.6. Bij de gemeente als centrale partij; Gemeenten zijn druk bezig met de ontwikkeling en bijstelling van het lokale Wmo-beleid. Daarnaast is vrijwilligerswerk een punt van aandacht, zeker nu er door het ministerie van VWS, OCW en de VNG is afgesproken dat elke gemeente zal bijdragen aan ontwikkeling en ondersteuning van de lokale en/of regionale bemiddelingsinfrastructuur. Hoe je de gemeente zover kan krijgen mee te helpen aan de agendering en realisatie van maatschappelijke stage; zie paragraaf 3.8. Tips • Kijk of je samen kunt werken met verschillende scholen om het belang van de stages duidelijk te maken naar de gemeente. • Breng goed in kaart welke rol de gemeente zou kunnen spelen in promotie van de maatschappelijke stage. Draagvlakontwikkeling kan met hulp van de ge meente goed opgepakt worden. 6.3
Dienstenpakket uitbreiden
Handig document: overzicht mogelijke werkzaamheden (bijlage 3), kostprijsberekening (bijlage 9a en 9b)
Waarom? Heb je als steunpunt dit jaar een kleine rol gehad? Wil je meer diensten verlenen? Heb je het gevoel dat scholen meer hulp zouden kunnen gebruiken? Zie je kansen om meer hulp te bieden?
62
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Dan is het tijd om goed na te denken op welke punten je diensten zou kunnen uitbreiden en nieuwe diensten zou kunnen ontwikkelen. Hiermee kan het steun punt een nuttige bijdrage leveren voor de maatschappelijke stageprojecten. Ook kan hiermee meer geld binnengehaald worden voor het steunpunt. Bovendien wordt hiermee de positie van het steunpunt versterkt. Hoe? Om tot een uitbreiding van diensten te komen, moeten je in kaart brengen 1) wat de huidige activiteiten precies zijn, 2) waar extra hulp geboden zou moeten worden, 3) waar ruimte en kennis zit binnen het steunpunt om die hulp te bieden. Juist het bekijken van grenzen van het eigen steunpunt qua capaciteit (tijd, geld, bemensing) is ook erg belangrijk. Teveel steunpunten, ook in Brabant, nemen veel werk op zich, komen om in de opdrachten, maar krijgen er te weinig geld voor. Het moet niet alleen fijn zijn voor de scholen om diensten van een steunpunt in te kopen, het moet ook voor het steunpunt haalbaar zijn. Ook kun je kijken of je een nabijgelegen, kleiner steunpunt kunt bijstaan of kunt bijspringen in andere projecten. Als daar hulp nodig is, en jouw steunpunt heeft de gelegenheid te helpen, kun je elkaar zodoende de nodige hulp bieden. Tips • Kijk voor het uitbreiden van diensten en taken naar het overzicht aan mogelijke werkzaamheden voor het steunpunt vrijwilligerswerk (bijlage 3) • Probeer ook hier creatief in te spelen op de behoeften bij organisaties, scholen, bij de gemeente. 6.4
Bovenlokaal/regionaal samenwerken
Waarom? Heb je als steunpunt de afgelopen tijd zelfstandig gewerkt? Heb je hulp nodig van een ander steunpunt, omdat je zelf als steunpunt te klein bent? Heb je organisaties in je project die stagiairs krijgen die via jou binnen komen maar ook via een ander steunpunt? Moet je leerlingen bemiddelen naar stageadressen in andere gemeenten? Zijn er andere steunpunten in hetzelfde gebied en/of op hetzelfde tijdstip actief ? Of zijn er andere (commerciële) partijen die op hetzelfde veld als jij werkzaam zijn? Ga dan aan de slag met afstemming en mogelijke samenwerking! Samenwerking op regionaal niveau is nodig om toe te werken naar de plaatsing van 190.000 leerlingen per jaar in heel Nederland! Dat betekent dat ook in Brabant vele duizenden leerlingen een stageplaats zullen moeten vinden. En het liefst in hun eigen woonplaats. Dat betekent dat je andere stagemakelaars nodig hebt. Je kunt elkaar helpen in plaats van te concurreren met elkaar! Samen sta je sterk en kom je op voor de belangen van maatschappelijke organisaties en steunpunten zelf. Bovendien kun je samen wellicht meer resultaat halen dan alleen als klein steunpunt! Hoe? De meest simpele vorm van samenwerking is door een regionaal overleg te plannen. In dit overleg kun je als steunpunten ervaringen met maatschappelijke stage uitwisselen, knelpunten inventariseren en samen oplossingen zoeken. Het eindresultaat kan afstemming van tijd voor stages zijn, kan samenwerking zijn tussen twee steunpunten of hulpverlening van het ene steunpunt aan het andere.
63
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Voorbeeld bovenlokale samenwerking en afstemming In Eindhoven, Geldrop en Valkenswaard hebben steunpunten ervaringen met het coördineren van maatschappelijke stages. Ieder steunpunt werkt in principe zelfstandig, maar vanwege het feit dat in Eindhoven ook leerlingen op de scholen zitten die wonen in Valkenswaard en Geldrop is een overleg georganiseerd om te kijken hoe de ‘uitwisseling’ van leerlingen in elkaars werkveld het beste geregeld zou kunnen worden. Niet de concurrentie, maar het gezamenlijk streven naar goede ervaringen van leerlingen met maatschappelijke stages en tevreden organisaties en scholen staat voorop.
Tips • In veel gemeenten zijn, wanneer er sprake is van centrale coördinatie, de taken neergelegd bij het lokale steunpunt vrijwilligerswerk of de welzijnsorganisatie in de gemeente. Als dit niet het geval is, kijk dan of er een andere coördinator is waar mee samengewerkt kan worden. • Denk ook na over mogelijkheden om met bovenlokale samenwerking de bekendheid en het imago van maatschappelijke stages te verbeteren! • Het oprichten van een platform op lokaal niveau (met daarin overleg, afstemming en samenwerking met scholen, stagebieders, evt. gemeente en stagemakelaar) kan heel goed samengaan met een regionaal overleg van de coördinatoren van de platforms: de stagemakelaars!
64
Hoofdstuk 7 Meer informatie
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
7
Meer informatie
In deze handleiding is veel informatie te lezen en zijn tips gegeven over mogelijk heden voor de organisatie en coördinatie van maatschappelijke stage vanuit het steunpunt vrijwilligerswerk of de vrijwilligerscentrale. Deze informatie is voortgekomen uit de verschillende onderdelen van het project voor de provincie Noord-Brabant. Hieraan hebben Stichting Zet, MOVISIE en een aantal experts uit het veld (Vliegende Brigadiers) meegewerkt. Voor meer informatie of persoonlijk advies over de implementatie en inbedding van de maatschappelijke stage binnen het steunpunt, kan contact opgenomen worden met een van de volgende organisaties en personen.
Hans Ebbing Consulent maatschappelijke stages (voorheen ook Vliegende Brigadier10)
Steunpunt Vrijwilligerswerk St. Annaplein 21 5038 TV Tilburg T (013) 543 45 72 T 06 18 06 72 39 E
[email protected]
Truus van Dooremalen (voorheen ook Vliegende Brigadier)
Vrijwilligerscentrale Valkenswaard (Paladijn) Maastrichterweg 51 – 1e etage 5554 GE Valkenswaard T (040) 204 66 14 E
[email protected]
SM²S Eindhoven Onderdeel van Welzijn Eindhoven
Dr. Cuyperslaan 68 5623 BB Eindhoven T (040) 219 35 09
Mieke Mes
Stichting Zet Postbus 271 5000 AG Tilburg T (013) 544 14 40 F (013) 544 06 05 E
[email protected] www.zet-brabant.nl
Provincie Noord-Brabant
Marleen Alblas
10Vanuit
MOVISIE werd een
project gecoördineerd dat
Provincie Noord-Brabant Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC ’s-Hertogenbosch T (073) 681 26 45
de naam droeg Vliegende Brigade. De Vliegende Brigadiers zijn medewerkers van steunpunten en grote koepels van vrijwilligers organisaties die helpen de
MOVISIE Postbus 19129 3501 DC Utrecht T (030) 789 22 18 E
[email protected]
maatschappelijke stage op lokaal en regio-naal niveau op te zetten. Ze kunnen je adviseren en in contact brengen met andere partijen in het veld.
66
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Voor meer informatie over het digitale matchingssysteem stagerage.nl waar in Brabant mee gewerkt wordt, kan contact opgenomen worden met: Bluebased BV
Rijksstraatweg 2 4191 SE Geldermalsen T (0345) 58 09 08 E
[email protected]
Voor meer informatie kunt u ook terecht op verschillende websites: • www.samenlevenkunjeleren.nl voor meer informatie, voorbeelden en werkdocumenten over maatschappelijke stage • www.vng.nl voor meer informatie over het convenant van de VNG met VWS en OCW en de invulling van de makelaarsfunctie. • www.vrijwilligerswerk.nl voor een overzicht van alle lokale steunpunten vrijwilligerswerk in Nederland. • www.betrokken.nu voor een compleet overzicht van makelaars maat schappelijke betrokken ondernemen in Nederland. Ook zij kunnen een rol spelen bij maatschappelijke stage of een link leggen naar werknemersvrijwilligerswerk. • www.movisie.nl voor meer informatie over ondersteuning van vrijwilligers organisaties bij het creeren van stageklussen, over het werken met jongeren en het verzilveren van de effecten.
67
Hoofdstuk 8 Bijlagen
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.1
Format projectplan
Stap 1 Visie, doelen en doelgroepen
Kern Wat is volgens jouw de essentie van een maatschappelijke stage en waarom wil jouw vrijwilligerscentrale eigenlijk aan de slag met maatschappelijke stage en wat verwacht je er mee te bereiken, kortom; is er al een visie op maatschappelijk stage? 1.1 Probleemanalyse
Vraag Welke probleemanalyse ligt ten grondslag aan het project; wat moet er anders of beter, welk probleem moet er opgelost worden?
1.2 Betrokkenheid vrijwilligerscentrale
Vraag Waarom ben je als vrijwilligerscentrale betrokken bij de maatschappelijke stage (vanuit welk belang en welke positie)?
69
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
1.3 Doelstelling maatschappelijke stages
Vraag Wat is het doel, wat wil je in de toekomst bereiken? Denk daarbij aan 1.1 hoe draagt het bij aan de oplossing het probleem? Hoe baken je het af ? Maak hierbij onderscheid in korte en lange termijn doelstellingen. Formuleer deze SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden).
1.4 Resultaten
Vraag Welke resultaten rond maatschappelijke stage wil je bereiken?
1.5 Doelgroepen
Vraag Welke doelgroep(en) wil je met maatschappelijke stages bereiken?
70
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Stap 2 Partners
Kern Met welke partijen moet je rekening houden bij de uitvoering van de maat schappelijke stages en welke rollen en verantwoordelijkheden zie je voor de verschillende partners? 2.1 Mogelijke partners
Vragen Identificeer je partners in de regio. Welke partners in jouw regio zijn betrokken of zouden betrokken moeten worden bij maatschappelijke stage?
2.2 Rollen partners
Vragen Welke rollen kunnen de partners, genoemd bij 2.1, spelen? Waarom is het volgens jou belangrijk dat deze partners bij de organisatie van maatschappelijke stages in jouw regio worden betrokken?
2.3 Benadering partners
Vragen Hoe ga je de partners benaderen? Wat is je insteek en welke informatie neem je mee? Hoe reageer je als je zelf door partners benaderd wordt?
71
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
2.4 Benadering van de scholen
Vragen Met welke scholen leg je contact en waarom? Onderbouw je evt. keuze. Welke zaken komen aan de orde? Wie benader je binnen school?
2.5 Benaderen van vrijwilligersorganisaties
Vragen Hoe creëer je draagvlak voor maatschappelijke stages bij vrijwilligersorganisaties, instellingen en verenigingen? Hoe bereid je vrijwilligersorganisaties voor op het werken met leerlingen en jongeren? Welke begeleiding geef je als vrijwilligerscentrale aan de organisaties?
Stap 3 Stagevorm kiezen
Kern Je globale plan is nu klaar, maar nu moet er concreet invulling aan gegeven worden. Daarbij moeten de volgende zaken aan de orde komen: • keuze voor een uitvoeringsvorm die past bij de verwachtingen bij de betrokken partijen • afspraken maken over inzet van mensen bij voorbereiding, begeleiding, terugkoppeling en coördinatie • afspraken maken over communicatie • afspraken maken over evaluatie
72
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
3.1 Inventariseer verwachtingen
Vragen Wat wil de school met maatschappelijke stage bereiken? Welke competenties wil de leerling tijdens de maatschappelijke stage leren? Wat willen de vrijwilligersorganisaties met maat schappelijke stage bereiken?
3.2 Keuze voor stagevorm
Vragen Welke vorm van stages past het best bij de verwachtingen en mogelijkheden van betrokkenen? Denk daarbij aan de duur en inhoud van de stages, tijden (binnen of buiten schooltijd), individuele of groepsgewijze stages en de manier waarop de bemiddeling geregeld wordt. Omschrijf dat zo nauwkeurig mogelijk.
3.3 Looptijd bepalen
Vragen Kies een begin en einddatum voor je project.
3.4 Naam kiezen
Vragen Verzin een goede naam voor je project!
73
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Stap 4 Coördinatie
Kern De activiteiten in het kader van maatschappelijke stage vragen om coördinatie. In deze stap worden daar de randvoorwaarden voor geformuleerd. 4.1 Eigen capaciteit
Vragen Wat is de beschikbare tijd van de vrijwilligerscentrale voor coördinatietaken of hoeveel extra capaciteit denk je te kunnen genereren door aanvullende financiering? Welke capaciteiten (kennis en kunde) heeft de vrijwilligerscentrale in huis?
4.2 Rol vrijwilligerscentrale
Vragen Wat betekent bovenstaande voor de taken die je als vrijwilligerscentrale op je wilt nemen rond de coördinatie van de stages? Waar liggen je grenzen qua inzet en deskundigheid?
4.3 Afbakening
Vragen Met hoeveel scholen en leerlingen ga je starten? Hoeveel vrijwilligersorganisaties betrek je bij de stages?
4.4 Afspraken met scholen en organisaties over coördinatie
Vragen Hoe informeer je de scholen en vrijwilligersorganisaties over jullie rol als vrijwilligerscentrale? Welke afspraken maak je met elkaar (zie ook 6.1)? Leg je afspraken vast in contracten of overeenkomsten?
74
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Stap 5 Eventuele aanpassing projectplan
Kern Dit is het moment om stap 1-4 nog even opnieuw te bekijken en de visie, probleemanalyse, doelstelling, resultaten en doelgroepen uit je oorspronkelijke plan indien nodig aan te passen aan de informatie die je van de betrokken partijen en partners hebt gekregen. Daarna kun je het project concreet gaan invullen.
Stap 6 Inzet van mensen
Kern Nu de kaders, wensen en mogelijkheden van partners en van je eigen vrijwilligerscentrale bekend zijn, kun je de maatschappelijke stage concreet gaan invullen met mensen, middelen en activiteiten. 6.1 Instellen projectgroep
Vragen Wie gaan deelnemen aan de projectgroep en hoe vaak kom je bij elkaar? Welke afspraken over taakverdeling en verantwoordelijkheden maak je tussen de verschillende partijen?
6.2 Aanstellen van contactpersonen en begeleiders
Vragen Wie wordt de begeleider en/of contactpersonen binnen de school en de vrijwilligersorganisaties? Hoe is de taakverdeling tussen deze personen en hoe is de communicatie geregeld? Denk daarbij ook aan communicatie in acute situaties, afspraken over verzuim/ziekte leerlingen, e.d.
6.3 Verantwoordelijkheid voor voorbereiding leerlingen
Vragen Wie is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de leerlingen op de stages? De school, de vrijwilligerscentrale of de vrijwilligersorganisatie? Of organiseren deze partijen het gezamenlijk?
75
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
6.4 Wijze van voorbereiding van de leerlingen
Vragen Worden er voorbereidingslessen georganiseerd? Wat is de inhoud hiervan? Hoe worden leerlingen geïnformeerd over de stagemogelijkheden (via een les, stagemarkt, o.i.d.?
6.5 Reflectie met leerlingen
Vragen Wie is verantwoordelijk voor de terugkoppeling voor de leerlingen? De school, de vrijwilligers centrale of de vrijwilligersorganisatie? Of organiseren deze partijen het gezamenlijk?
6.6 Terugkoppeling met de leerlingen
Vragen Organiseer je een terugkoppelingsles met de leerlingen op de scholen en met welke inhoud? Op welke manier wil je de leerlingen laten reflecteren? Wat zijn de richtlijnen en criteria voor beoordeling van de school (leerdoelen, etc.)?
6.7 Voorbereiding van de vrijwilligersorganisaties
Vragen Wie gaat de vrijwilligersorganisaties voorbereiden op de maatschappelijke stages? Wat is de inhoud van deze voorbereiding? Hoe ga je dat organiseren?
6.8 Begeleiding van de vrijwilligersorganisaties
Vragen Wie gaat de vrijwilligersorganisaties begeleiden tijdens de maatschappelijke stages? Wat is de inhoud van deze begeleiding? Hoe ga je dat organiseren?
76
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Stap 7 Communicatie
Kern Betrokken en belanghebbenden moeten geïnformeerd worden over de activiteiten in het kader van maatschappelijke stage. Ook kan het goed zijn om op sommige momenten de pers in te schakelen. 7.1 Bijeenkomst voor school of scholen
Vragen Organiseer je een bijeenkomst over maatschappelijke stage met de school of scholen waarmee je afspraken hebt gemaakt? Waarom wel/niet? Hoe omschrijf je het doel van deze bijeenkomst?
7.2 Leerlingen en evt. ouders informeren over maatschappelijke stages
Vragen Hoe worden de leerlingen geïnformeerd over het project en welke rol speelt de vrijwilligerscentrale of vrijwilligersorganisatie daar evt. bij? Worden de ouders ook geïnformeerd, zo ja hoe en door wie?
7.3 Bijeenkomst voor vrijwilligersorganisaties
Vragen Organiseer je een bijeenkomst over maatschappelijke stage met de vrijwilligersorganisaties waarmee je afspraken hebt gemaakt? Waarom wel/niet? Hoe omschrijf je het doel van deze bijeenkomst?
77
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
7.4 Algemene publiciteit
Vragen Ga je de pers benaderen? Waarom wel/niet en zo ja, op welk moment? Zijn er andere partijen die je wilt/moet informeren (gemeente, provincie, fondsen, e.d.)? Zo ja, hoe ga je dat doen en wat heb je daarvoor aan middelen nodig?
Stap 8 Evaluatie
Kern Het is belangrijk om goed te evalueren met alle betrokkenen en om te zorgen voor een heldere verslaglegging daarvan voor alle partners, maar ook voor (potentiële) financiers die steeds meer waarde hechten aan zichtbare resultaten en heldere verantwoording. 8.1 Evaluatie
Vragen Wie is/zijn verantwoordelijk voor de evaluatie? Welke punten zijn belangrijk voor de evaluatie?
8.2 Timing evaluatie
Vragen Wanneer en hoe wordt er geëvalueerd met de vrijwilligersorganisaties? Wanneer en hoe wordt er geëvalueerd met de leerlingen en de docenten? Wanneer en hoe wordt er geëvalueerd binnen de vrijwilligerscentrale?
78
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.3 Verslaglegging
Vragen Wat moet in het verslag aan de orde komen? (knelpunten, conclusies, aanbevelingen, vervolg afspraken). Komt er een versie voor intern en voor extern gebruik? Welke vorm krijgt het verslag? (schriftelijk, beeldmateriaal, tentoonstelling, e.d.)
Stap 9 Fondsen
Kern Nu het project concreet is ingevuld, moet je er een prijskaartje aan hangen. Stel vast welke diensten je kunt en/of gaat aanbieden als vrijwilligerscentrale en welke tarieven daarvoor gelden en verwerk die in een totale projectbegroting of offerte. Maak daarna een dekkingsplan op basis van een inventarisatie van mogelijke financiers. Na het afronden van deze stap ben je klaar om fondsen te gaan werven. 9.1 Offerte
Vragen Stel je offerte zo nauwkeurig mogelijk op, dus specificeer de uren en kosten van de verschillende werkzaamheden en maak duidelijk wat de klant (school of gemeente) voor dit geld krijgt. Sluit in je tekst aan bij hun wensen en doelen. Bij een offerte is het verstandig om (indien mogelijk) een modulair aanbod te doen (plus- en minvariant) zodat de klant kan kiezen of er onderhandelingsruimte is. Zorg dat je de door jou gehanteerde tarieven kunt onderbouwen! 9.2 Projectbegroting
Vragen Stel de begroting zo nauwkeurig mogelijk op, dus specifeer de uren en kosten van de verschillende projectonderdelen en verschillende betrokken partners. In een projectbegroting horen de uren en kosten van alle betrokken partijen thuis (dus ook van scholen en andere betrokkenen). Vergeet ook niet om de uren voor overleg en kosten van publiciteit, e.d. mee te begroten.
79
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
9.3 Inventarisatie financiers
Vragen Welke financiers (overheid, fondsen, scholen, bedrijfsleven) komen in aanmerking om maatschappelijke stages te financieren? Werk je regionaal en past het binnen het beleid van de provincie? Werk je lokaal? Onderzoek dan onder welk gemeentelijk beleid het kan vallen.
9.4 Dekkingsplan
Vragen Van welke financiers verwacht je een financiële bijdrage en voor welk bedrag? Is er sprake van bijdragen uit eigen middelen door betrokken partijen? In een projectbegroting horen de bijdragen van alle betrokken partijen thuis.
9.5 Taakverdeling
Vragen Wie gaat welke fondsen/financiers benaderen?
80
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.2
Voorbeeld ingevuld projectplan
Maatschappelijk Stage meer dan een rage! Projectplan Maatschappelijke Stage in Helmond Wilma Gevers Stichting Welzijn Helmond Femke Posthumus Vrijwilligerscentrale Helmond juni 2007 Bron Vrijwilligerscentrale Helmond
Inhoudsopgave
Inleiding Visie op Maatschappelijke Stages Doelstelling van het project Creëren van aantrekkelijke stageplaatsen Samenwerking en organisatie Maatschappelijke Stages Communicatie en PR Werkwijze Financiering Ter afsluiting
3 4 5 6 7 11 13 14 15
81
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Inleiding
Maatschappelijke Stages worden in Helmond sinds 4 jaar uitgevoerd. De Vrijwilligers centrale Helmond, Stichting Welzijn Ouderen Helmond en Stichting Welzijn Helmond hebben destijds een start gemaakt met dit nieuwe fenomeen. Er werd een kleinschalige pilot Maatschappelijke stages gestart, waar het Jan van Brabantcollege als eerste school in Helmond aan deelnam. Intussen wordt door het Ministerie van Onderwijs een stimuleringssubsidie toegekend aan scholen voor voortgezet onder wijs die maatschappelijke stages willen uitvoeren. Inmiddels is Helmond één van de koplopers in Nederland als het gaat om de organisatie van maatschappelijke stage en langzamerhand is maatschappelijke stage uitgegroeid tot een omvangrijk project waar alle Helmondse scholen in participeren. Dit vraagt om structurering, verheldering en positionering van het project maatschappelijke stages. Dat is de reden om dit projectplan te schrijven. In dit projectplan wordt naast de organisatie, structuur en aanpak van het project ook een toekomstvisie geformuleerd op maatschappelijke stages.
82
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Visie op maatschappelijke stages
In de politiek wordt al langere tijd gesproken over de deelname van jongeren aan het maatschappelijk leven in Nederland. Een aantal jaren terug werd er gesproken over de Sociale Dienstplicht. In1981 stelde toenmalig Minister André van der Louw al voor dat werkloze jongeren verplicht nuttig werk moesten verrichten. Het meest recent heeft Hans de Boer vanuit de aanpak van jeugdwerkloosheid voorstellen gedaan voor heropvoeding door arbeid. In weer andere artikelen worden voorstellen gedaan om jongeren een maatschappelijke beurs te bieden. Deze beurs moet jongeren gedurende een half jaar in staat stellen te werken aan een sociaal project. In het algemeen leeft de opvatting dat jongeren meer betrokken moeten worden bij het vrijwilligerswerk. Een sociale stage wordt daarbij genoemd. Het verplichte karakter is daarbij nog niet van de baan. Dit terwijl we praten over “vrijwilligers werk”. Kortom de discussie is nog in volle gang en in dat licht willen wij onze visie formuleren. Organisaties vinden het lastig om nieuwe vrijwilligers te vinden en geven aan dat het vrijwilligersbestand “vergrijst”. Het doel voor organisaties kan zijn het aanboren van een nieuwe doelgroep (jongeren) die inzetbaar is of wordt in het vrijwilligers werk. Dat jongeren de kans krijgen om kennis te maken met vrijwilligerswerk vinden wij een goede insteek. Jongeren zitten op school; zijn zich aan het oriënteren op de toekomst en bezig een beroep te kiezen, doorgaans beoefenen ze een sport en hebben ze een bijbaantje om het uitgaan, kleding en andere leuke dingen te kunnen financieren. Daar is hun week aardig mee gevuld. Zij zijn in deze fase niet gericht op het doen van vrijwilligerswerk. Dat betekent dat wij jongeren binnen de schoolsituatie moeten zien uit te dagen om de stap te maken naar vrijwilligerswerk. De stage kan praktisch zowel binnen als buiten schooltijd worden uitgevoerd. De vorm die in de praktijk de meest beklijvende werking heeft, is de vorm waarin leerlingen een aantal uren vrijwilligerswerk moeten doen buiten schooltijd. Dat vraagt echter wel om gedegen voorbereiding van de leerlingen binnen schooltijd (bijv. tijdens lessen maatschappijleer en/of levensbeschouwing). Ook de keuzewerktijd die de meeste scholen kennen, kan worden gebruikt om voorbereiding te doen voor de stage. In schooltijd wordt het stageverslag gemaakt. Op deze manier vindt de maatschappelijke stage gedeeltelijk binnen schooltijd en gedeeltelijk in de vrije tijd plaats. Vanuit het principe “voor wat, hoort wat” vinden we dat een goed uitgangspunt. Voor maatschappelijke stage moet draagvlak zijn binnen de scholen. Het dient verankerd te worden in het vaste lesprogramma van de school. Wij willen een werkwijze waarbij jongeren zelf met voorstellen komen voor maat schappelijke stages bijv. door zelf een stageplaats te zoeken of door een project of activiteit te organiseren. Dat betekent dat jongeren die al vrijwilligerswerk doen bijv. als leider binnen een sportclub ook dit als maatschappelijke stage mogen aanmerken. Als gevolg van het nieuwe regeerakkoord (2007) zullen leerlingen op het voortgezet onderwijs gedurende 3 maanden een maatschappelijke stage moeten invullen. In welke vorm dit gaat plaatsvinden, is nog niet bekend.
83
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Doelstelling van het project
De doelstelling van maatschappelijke stages is om jongeren de kans te bieden kennis te maken met het vrijwilligerswerk in een breed werkveld. Deze kennismaking moet een positieve ervaring zijn zodat jongeren op termijn zelf de keuze maken om vrijwilligerswerk te gaan doen. Jongeren
We streven naar een maatschappelijke stage waarbij jongeren de waarde van vrijwilligerswerk voor zichzelf en anderen leren kennen. De waarde voor zichzelf kan zitten in het verwerven van nieuwe competenties die in werk of leven van belang kunnen zijn en de lol die je er in vindt. De waarde voor anderen kan zitten in de klus die wordt geklaard of het contact wat ontstaat. Dat betekent dat de maatschappelijke stages goed moeten aansluiten bij het “kennen en kunnen” van de leerlingen. We willen daarbij een beroep doen op hun kennis en mogelijke kwaliteiten. Maatschappelijke stage vindt bij voorkeur plaats in de bovenbouw. School
Binnen school is in de afgelopen jaren een steeds breder draagvlak ontstaan voor maatschappelijke stages. Om een gezamenlijke visie te ontwikkelen en het draagvlak nog verder te verbreden is het van belang ook binnen de school een gezamenlijke visie op maatschappelijke stages te ontwikkelen en te bespreken. Werkveld
De doelstelling van het project richt zich ook op de maatschappelijke organisaties die plaats bieden voor een maatschappelijke stage. Organisaties zijn niet altijd over tuigd van het nut van maatschappelijke stages. Het wordt vaak als extra werk of als belasting ervaren. De doelstelling is er dus op gericht om het werkveld positief mee te laten werken aan maatschappelijke stages. Organisaties in het werkveld zullen hun uiterste best moeten doen om zinvolle stageplaatsen te vinden voor deze leerlingen. Kortom een maatschappelijke stage is voor iedereen een waarde(n)volle inzet en een investering voor de toekomst!
84
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Creëren van aantrekkelijke stageplaatsen
Om vrijwilligerswerk op een positieve manier onder de aandacht te brengen bij jongeren is het van belang dat stageplaatsen goed aansluiten bij hun interesse. Het creëren van aantrekkelijke stageplaatsen is van belang voor het welslagen van het project. Daar hebben jongeren zelf een aandeel in nl. door zelf op zoek te gaan naar een voor hen interessante stageplaats of door het zelf opzetten van een activiteit of project. Daartoe moeten jongeren worden uitgedaagd en daar hebben scholen en de organisatie van maatschappelijke stage een belangrijke taak in. Een aantal aandachtspunten zijn van belang zijn bij het creëren van aantrekkelijke stageplaatsen. • Laat de stageplaats aansluiten bij de vaardigheden van de leerling en/of bij de competenties die leerlingen willen verwerven. • Zorg voor diversiteit binnen de stageplek. • Zorg voor contact tussen de jongeren en de doelgroep. • Zorg voor een vast contactpersoon. • Maak een takenlijst binnen de organisatie waarop jongeren kunnen worden ingezet. • Zorg dat jongeren iets kunnen leren op gebied van houding en vaardigheden. • Geef jongeren een (gedeelde) verantwoordelijkheid. • Jongeren kunnen een goed klankbord zijn voor de organisatie, zij kijken met andere ogen en hebben vaak een verfrissende kijk. Vraag daar ook naar. • Jongeren vinden het leuk om samen dingen te doen. Kijk naar activiteiten waarin jongeren samen kunnen werken met elkaar en anderen. • Zorg dat de taken, klussen of activiteiten een afgerond geheel zijn. • Heb aandacht voor hun inzet. • Is de locatie aantrekkelijk genoeg en zit het hun eigen activiteiten niet in de weg. • Gebruik aantrekkelijke namen voor klussen, taken of activiteiten. • Sluit met je activiteiten aan bij wat onder jongeren leeft. • Gebruik aantrekkelijk PR-materiaal waar jongeren zich in herkennen.
85
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Samenwerking en organisatie Maatschappelijke Stages Samenwerking De projectgroep maatschappelijke stage
De Vrijwilligerscentrale Helmond, Stichting Welzijn Ouderen Helmond (SWOH) en Stichting Welzijn Helmond (SWH) zijn enkele jaren geleden begonnen met een pilot. SWH heeft een tijd lang geen actieve rol gehad maar is sinds 2006 weer actief betrokken bij de organisatie van maatschappelijke stages. Deze drie organisaties vormen sinds 2006 met elkaar de organisatie van het project (de projectgroep) en er wordt nauw samengewerkt met docenten van de drie scholen voor voortgezet onderwijs t.w. Jan van Brabantcollege, Dr. Knippenbergcollege en Carolus Borromeus College. Met elkaar is er sprake van een samenwerkings verband waarin maatschappelijke stages vorm krijgen in Helmond. Nu er steeds meer structureel aandacht komt voor maatschappelijke stages is het van belang tot een structuur te komen waarin maatschappelijke stages in Helmond verder tot ontwikkeling kunnen komen. De Vrijwilligerscentrale Helmond is de kartrekker in het project. Zij werkt daarin samen met Stichting Welzijn Ouderen Helmond en Stichting Welzijn Helmond. Het is belangrijk om een centrale coördinatie te hebben voor het project omdat verwacht wordt dat er in de komende jaren een toenemend aantal leerlingen zal zijn dat gaat deelnemen aan maatschappelijke stages. Deze organisaties hebben met elkaar het ruime werkveld, waarin maatschappelijke stages plaatsvinden, in kaart. Zelf bieden de welzijnsorganisaties een aantal stageplaatsen. Daarnaast is het erg belangrijk dat de samenwerking met het werkveld goed vorm krijgt. In het werkveld zijn de instellingen en organisaties actief die maatschappelijke stageplaatsen bieden. Er zijn al een aantal instellingen die meedoen met het project en al enkele jaren stageplaatsen bieden, maar dit zal verder worden uitgebreid. Instellingen moeten ook leren goed om te gaan met deze nieuwe vorm van stage. Voor de drie organisaties die de maatschappelijke stages organiseren in Helmond is daar een belangrijke taak weggelegd. Randvoorwaarden samenwerking tussen projectgroep en scholen
Om een zo optimaal mogelijk resultaat te bereiken (voor alle leerlingen een geschikte vrijwilligersplek) met het project maatschappelijke stages, dient aan een aantal randvoorwaarden te worden voldaan: • Binnen de school moet maatschappelijke stage een bekend fenomeen zijn. Voor directie, docenten en leerlingen is het een vanzelfsprekend onderdeel van het lesprogramma. Dat betekent dat de directie van de school een actieve rol heeft in het intern bekend maken van maatschappelijke stage. • Leerlingen worden (mede gezien de enorme toename van het aantal leerlingen) gestimuleerd om ook zelf actief te zijn in het zoeken naar een vrijwilligersplek. VWC Helmond maakt dit mogelijk door gebruik te gaan maken van een digitale vacaturebank waar leerlingen zelf via internet kunnen zoeken en een match tot stand kunnen brengen. Verder biedt VWC Helmond workshops aan voor leerlingen waarin aandacht wordt besteed aan het hoe, waar en waarom van vrijwilligerswerk.
86
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Vóór de zomervakantie, voorafgaand aan het nieuwe schooljaar, wordt offerte uitgebracht aan de school voor het komende schooljaar. De offerte is gebaseerd op het aantal uren dienstverlening dat benodigd is om het beoogde resultaat te behalen. Eveneens vóór de zomervakantie wordt deze offerte geaccordeerd zodat er in het nieuwe schooljaar direct gestart kan worden met dienstverlening vanuit de projectgroep. Samenwerking met de stuurgroep
De projectgroep Maatschappelijke Stage werkt samen en stemt af met de stuur groep. Deze stuurgroep bestaat uit de directies van VWC Helmond, SWH en SWOH. De projectgroep dient voorstellen in bij de stuurgroep; in de stuurgroep worden definitieve besluiten genomen. Samenwerking met Gemeente Helmond
De gemeente Helmond moet worden geïnformeerd en betrokken bij maatschappelijke stages. De gemeente is vanaf 1 januari 2007 verplicht om de nieuwe wet Maat schappelijke Ondersteuning uit te voeren. Een van de prestatievelden (prestatieveld 4) in deze wet is Vrijwilligerswerk en Mantelzorgondersteuning. De gemeente hecht aan een goed klimaat voor vrijwilligerswerk in de lokale samenleving en heeft een eigen vrijwilligers(werk)beleid ontwikkeld. In het kader van draagvlakvergroting is de gemeente een belangrijke partner. Daarnaast biedt de gemeente de faciliteiten voor het vrijwilligerswerk. Zij schept de voorwaarden voor een goed vrijwilligersklimaat in Helmond. De WMO gaat nog een stap verder en zegt dat ieder initiatief vanuit de burgers ondersteund moet worden. VWC Helmond wordt door de gemeente Helmond betrokken bij het leveren van input voor het te bepalen 13+ beleid. In dit 13+ beleid is maatschappelijke stage ook een belangrijk onderdeel. Regionale samenwerking
Jongeren uit de regio zitten in Helmond op school. Zij zullen een stageplaats in hun eigen omgeving willen vervullen. Dat betekent dat er samenwerking wordt gezocht met instellingen in de regio voor het vinden van stageplaatsen zoals met de diverse steunpunten m.b.t. vrijwilligerswerk en/of instellingen die maatschappelijke stages coördineren.
87
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Organisatie en werkwijze
Zoals het er nu uit ziet, wordt maatschappelijke stage een structureel onderdeel van het lesprogramma op scholen voor voortgezet onderwijs. Dat betekent dat het fenomeen maatschappelijke stage (breder: jongeren & vrijwilligerswerk) ook een vanzelfsprekend verschijnsel dient te worden voor maatschappelijke organisaties en vrijwilligersorganisaties. Hier ligt een belangrijke rol voor VWC Helmond weggelegd. Maatschappelijke stages moet ook een verbinding hebben met het jongerenwerk (SWH). Vanuit het jongerenwerk wordt namelijk een actieve rol van jongeren gestimuleerd. Maatschappelijke stage is hier een belangrijke factor in. De directies van de scholen hebben een belangrijke rol in het “op de kaart zetten” van maatschappelijke stage op de school zelf. D.w.z. dat maatschappelijke stage door docenten en leerlingen herkend en ondersteund wordt. Dit is de grondslag voor een goede voorbereiding van de leerlingen op de uitvoering van hun maatschappelijke stage. Taakverdeling en urenverdeling
VWC Helmond neemt de projectcoördinatie, de financiën, de organisatie van de stageplaatsen, het samenbrengen van vraag en aanbod en het rechtstreekse overleg met de scholen voor haar rekening. Zij heeft hiervoor 8 uur per week tot haar beschikking. De welzijnsinstellingen SWOH en SWH geven het project inhoudelijk mede vorm, stellen stageplaatsen binnen de eigen instellingen ter beschikking, benutten het eigen netwerk waar jongeren maatschappelijke stages kunnen invullen. SWOH heeft een belangrijke rol in de PR van maatschappelijke stages. SWH brengt haar expertise op het gebied van jongerenwerk (stimulering van actieve houding van jongeren) en het wijkgericht werken in. SWOH en SWH hebben beiden 2 uur per week voor ondersteuning maatschappelijke stages. Voor beide organisaties geldt dat er een goede begeleiding en ondersteuning moet worden georganiseerd voor de deelnemende instellingen en organisaties in het werkveld. Werkwijze
Maatschappelijke stage wordt als volgt opgezet c.q. voortgezet: • De directie van de school stelt de vorm vast waarin maatschappelijke stage plaats gaat vinden. Het advies van de projectgroep maatschappelijke stage is, om leerlingen de opdracht te geven een aantal uren vrijwilligerswerk te laten doen, te verdelen over het hele schooljaar en dus bij voorkeur buiten schooltijd. • De directie van de school informeert haar docententeam over maatschappelijke stage en neemt het onderwerp op in de schoolgids (zodat ook voor ouders en leerlingen zichtbaar wordt dat maatschappelijke stage een onderdeel is van het lesprogramma van de school). • De contactpersoon voor maatschappelijke stage op de school (de coördinator) communiceert de opdracht (wat zij te doen hebben i.h.k.v. maatschappelijke stage) richting de leerlingen.
88
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• In de vrije ruimte c.q. keuzewerktijd én tijdens lessen maatschappijleer en/of levensbeschouwing wordt regelmatig aandacht besteed aan het thema maat schappelijke stage en vrijwilligerswerk. VWC Helmond is in te huren voor het geven van workshops rondom dit thema. • De leerlingen worden dusdanig voorbereid op school en evt. door workshops die vanuit VWC Helmond worden gegeven, dat zij ook zelfwerkzaam kunnen zijn in het vinden van een vrijwilligersplek. Leerlingen maken kennis met het begrip vrijwilligerswerk en krijgen een indruk van plekken/organisaties waar zij vrij willigerswerk kunnen doen. • De ouders van leerlingen worden geïnformeerd tijdens een ouderavond die specifiek over het thema maatschappelijke stage gaat. Deze ouderavond vindt bij voorkeur plaats aan het begin van schooljaar. • Organisaties worden zoveel mogelijk persoonlijk bezocht en worden structureel geïnformeerd over maatschappelijke stages en het betrekken van jongeren bij het vrijwilligerswerk. • T.b.v. organisaties wordt minimaal 1x per jaar een themabijeenkomst gehouden over het vinden en behouden van jonge vrijwilligers. Belangrijk aandachtspunt hierbij is het optimaal “gebruik maken” van een jongere en leren de jongere dusdanig te prikkelen en uitnodigen dat vrijwilligerswerk een aantrekkelijke optie wordt. • VWC Helmond heeft een vacaturebank speciaal voor maatschappelijke stages zodat leerlingen via internet een vacature kunnen zoeken en daarop kunnen reageren. • VWC Helmond bemiddelt gericht tussen vraag en aanbod als een leerling met een specifieke vraag komt of als de vacaturebank niet voldoende gevuld is. • VWC Helmond heeft structureel contact met organisaties, enerzijds om vacatures en klussen binnen te halen voor jongeren en anderzijds om organisaties te stimuleren om jongeren in te zetten in het vrijwilligerswerk. • VWC Helmond heeft periodiek overleg met de coördinator maatschappelijke stage van de betreffende school. 2 x in het jaar (aanvang en einde van het schooljaar) heeft de projectgroep overleg met de coördinatoren van alle deelnemende scholen. • SWH en SWOH stellen stageplaatsen binnen de eigen organisatie beschikbaar en benutten hun netwerk om stageplaatsen te creëren. Binnen SWH en SWOH wordt contact onderhouden met de teamleiders, projectcoördinatoren, jeugden jongerenwerkers over de inzet van jongeren in het vrijwilligerswerk. • De school draagt zorg voor een evaluatie van de ervaringen van de leerlingen met maatschappelijke stage. De uitkomst van deze evaluatie wordt aan VWC Helmond doorgegeven. • VWC Helmond draagt zorg voor een evaluatie van de ervaringen van de organisaties waar leerlingen vrijwilligerswerk hebben gedaan. Overleg
De projectgroep heeft 1x per 6 weken overleg met elkaar. Bij de start van het schooljaar en op het einde van het schooljaar wordt er een gezamenlijke bijeen komst samen met de scholen en het werkveld georganiseerd waarin de aftrap voor de maatschappelijke stages in dat schooljaar wordt gedaan. Op het einde van het schooljaar vindt er een evaluatie plaats waarin de organisatie, de scholen en het werkveld terugblikken op het verloop van maatschappelijke stages.
89
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Deelnemende scholen
Zoals eerder gezegd zijn er in Helmond drie scholen voor voortgezet onderwijs die allen mee participeren in het project. In de eerste jaren vonden de stages plaats in een en dezelfde week in mei. Intussen hebben zich al werkende nieuwe vormen afgetekend. In het jaar 2006 is er zelfs sprake van drie verschillende uitvoerings vormen van maatschappelijke stages. Doelgroep
Uit ervaring blijkt dat jongeren een zekere leeftijd moeten hebben om een maat schappelijke stage tot een zinvolle activiteit te maken. Leerlingen vanaf het vierde leerjaar blijken hiervoor het meest geschikt. Dan stuiten we meteen op een dilemma, want leerlingen van het VMBO zitten dan in hun eindexamenjaar. Het streven is er op gericht leerlingen uit de bovenbouw te laten deelnemen aan maatschappelijke stages. De VMBO-T leerlingen doen in het derde jaar een snuffelstage in het kader van een beroepenkeuze. Er zal voor deze groep een aparte vorm voor maatschap pelijke stage moeten worden gezocht (om verwarring te voorkomen).
90
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Communicatie en PR
Maatschappelijke stages worden al enkele jaren uitgevoerd o.a. in Helmond, maar daarmee heeft het nog geen vaste positie verworven. Daarnaast is er geen gezamen lijke visie van waaruit de maatschappelijke stages in Helmond verder vorm krijgen. Om het draagvlak voor maatschappelijke stages in Helmond te vergroten besteden we ruime aandacht aan het ontwikkelen van een communicatiestructuur en PR materiaal. De volgende instrumenten willen we daarvoor gebruiken. Foto’s
De PR-materialen worden zo veel mogelijk ondersteund met foto’s om tot de verbeelding van leerlingen te laten spreken. Folder
Er wordt een algemene folder ontwikkeld waarin het project Maatschappelijke stage wordt toegelicht en waarin het belang van maatschappelijke stages wordt uitgelegd. De folder is geschikt voor scholen, ouders en werkveld. Voor jongeren wordt een aparte folder ontwikkeld. Affiche
Er moet een goed zichtbaar affiche komen wat maatschappelijke stages in beeld brengt. Hiervoor kan aansluiting worden gezocht bij lokale initiatieven of landelijk materiaal. DVD
Het idee is om een DVD te ontwikkelen waarop op een leuke en aansprekende wijze wordt getoond wat maatschappelijke stage inhoudt, o.a. met beelden uit de praktijk. Deze DVD wordt gebruikt op scholen voor jongeren om hen kennis te laten maken met vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage. Presentatie Scholen
Op scholen wordt aan het begin van het schooljaar een presentatie gegeven over maatschappelijke stages. Tevens wordt d.m.v. workshops inhoudelijk ingegaan op diverse aspecten van vrijwilligerswerk en hoe docenten de betrokkenheid van leerlingen kunnen vergroten. Enquête scholen
Op scholen wordt een enquête gehouden onder docenten over hun eigen deelname aan vrijwilligerswerk. De uitkomsten worden gebruikt in de presentaties en tevens worden docenten gewezen op de eigen maatschappelijke deelname. Ze kunnen dat gebruiken in hun begeleiding naar de leerlingen. Medezeggenschapsraden
De medezeggenschapsraden binnen de scholen zijn nauw betrokken bij het beleid van een school dus ook bij de keuze voor maatschappelijke stages. Zij moeten goed geïnformeerd worden over de inhoud en consequenties van maatschappelijke stages voor school, leerlingen en ouders. Ouderavond
Op scholen worden aan het begin van het schooljaar ouderavonden georganiseerd. Maatschappelijke stages zou een agendapunt moeten zijn op die avonden.
91
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Schoolgids
In de schoolgids wordt maatschappelijke stage opgenomen als onderdeel van het schoolprogramma. In de schoolgids wordt kort uitgelegd wat maatschappelijke stage inhoudt. Presentatie werkveld
De instellingen en organisaties in het maatschappelijk werkveld moeten goed geïnformeerd worden over maatschappelijke stages en het belang daarvan voor jongeren en instellingen. In een presentatie aan het werkveld kan daar aan het begin van het schooljaar aandacht voor gevraagd worden en krijgen zij hand reikingen voor het creëren van aantrekkelijke stageplaatsen en het begeleiden en ondersteunen van leerlingen. Website
Alle scholen en veel instellingen in het werkveld hebben eigen websites. Deze kunnen benut worden om maatschappelijke stages onder de aandacht te brengen.
92
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Werkwijze
We streven naar één aanpak die voor alle scholen uit te voeren is. In 2006 is er sprake van drie vormen van maatschappelijke stages. In deze onderstaande werkwijze worden diverse vormen uitgewerkt waar scholen en leerlingen gebruik van kunnen maken. Om aantrekkelijke stageplaatsen te creëren en het draagvlak zo groot mogelijk te maken is het van belang dat stages gedurende het hele schooljaar uitgevoerd kunnen worden. Vacaturebank/projectenbank
Er wordt een aparte vacaturebank/projectenbank voor maatschappelijke stages in gebruik genomen. Een van de mogelijkheden is de website www.ikbengeweldig.nl Deze site is een initiatief van TMF en de Nationale Jeugdraad. De, voor maat schappelijke stage geschikte, vacatures worden door VWC Helmond op de website geplaatst. Via deze website worden vraag en aanbod bij elkaar gebracht. Dat betekent dat er een werving moet opstarten voor het vinden van aantrekkelijke en geschikte stageplaatsen bij instellingen en organisaties en dat leerlingen die voor een maatschappelijke stage in aanmerking komen aangeven wat zij te bieden hebben. Stichting Zet is in samenwerking met BlueBased bezig met het opleveren van een portal Maatschappelijke Stage, “StageRage” genaamd. Dit is een website + applicatie waar alle partijen gebruik van kunnen maken als het gaat om de uitvoering, matching en het beheer van maatschappelijke stage. StageRage biedt veel mogelijk heden om maatschappelijke stage geheel digitaal te organiseren. Het prijskaartje dat er aan hangt is € 6,50 per leerling. Projectontwikkeling
We willen er naar streven dat leerlingen zelf projecten of activiteiten ontwikkelen. De ontwikkeling en uitvoering van een dergelijk project wordt aangemerkt als een volledige maatschappelijke stage. Leerlingen worden hierbij ondersteund door school, de organisatie en/of het werkveld. De organisatie beoordeelt samen met school of een project voldoet aan de eisen. Hiervoor wordt een format ontwikkeld. Eigen stages
Leerlingen kunnen zelf een stageplaats aandragen. Samen wordt bekeken of deze stage voldoet aan de criteria voor maatschappelijke stage.
93
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Financiering van het project
In 2005 kregen 131 scholen extra geld vanuit OCW om stages te organiseren. In 2006 zullen dat 450 scholen zijn en in 2007 wordt ruim 13 miljoen euro uitgetrokken voor de uitvoering van maatschappelijke stages. De landelijke organisatie Movisie (voorheen Civiq) is aangewezen vanuit het ministerie van VWS om via Vliegende Brigades te ondersteunen in het land bij de organisatie van maatschappelijke stages. De scholen ontvangen van het ministerie van OCW subsidie voor de organisatie van maatschappelijke stage. Met het geld wat zij krijgen kunnen zij maatschappelijke stages uitvoeren. Binnen het informele circuit werd onlangs bekend dat de scholen m.i.v. het school jaar 2007/2008 geen geoormerkte subsidie meer zouden krijgen speciaal voor maatschappelijke stage. De € 20.000,00 subsidie zou worden opgenomen in de algemene middelen die de school krijgt (lumpsum). Inmiddels (juli 2007) is bekend geworden dat de subsidie van € 20.000,00 die per BRIN-nummer verstrekt wordt, voorlopig toch geoormerkt blijft en dus aangewend kan worden voor maatschap pelijke stage. De gemeente Helmond verstrekt een kleine subsidie voor maatschappelijke stage aan de Vrijwilligerscentrale Helmond. De drie scholen in Helmond hebben ervoor gekozen om de Vrijwilligerscentrale in te huren voor de organisatie en uitvoering. De Vrijwilligerscentrale heeft op haar beurt SWOH en SWH gevraagd om mede de organisatie op zich te nemen. Daarmee is de expertise en kennis van het werkveld verspreid wat het draagvlak sneller zal vergroten. Scholen kunnen een keuze maken uit een uitgebreid pakket van diensten die worden aangeboden vanuit de vrijwilligerscentrale. Scholen kunnen zelf een keuze maken welke diensten zij willen inkopen en welke diensten zij zelf willen uitvoeren. De school koopt een aantal uren aan dienstverlening en/of producten op jaarbasis in. Binnen de landelijke politiek wordt gesproken over 3 maanden verplichte maat schappelijke stage. Op dit moment staat er t.a.v. dit beleid nog niets op papier. Het onderwerp is nog steeds in beraad. Dat betekent dat er qua financiering van maatschappelijke stages ook nog niets bekend is.
94
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Ter afsluiting
De 3 organisaties, VWC Helmond, SWH en SWOH, die vertegenwoordigd zijn in de stuurgroep en projectgroep hebben maatschappelijke stage opgenomen als een vast onderdeel van het jaarverslag. Hieronder is te lezen wat de 3 organisaties hier over hebben opgenomen in het jaarverslag 2006. Vrijwilligerscentrale Helmond Maatschappelijke stages Vanaf schooljaar 2006-2007 hebben alle drie de scholen voor voortgezet onderwijs maatschappelijke stage opgenomen in hun lesprogramma. In schooljaar 2005-2006 waren dat nog 2 scholen. In het schooljaar 2005-2006 hebben 101 leerlingen een maatschappelijke stage gedaan. De maatschappelijke stage activiteiten concentreerden zich in een week in mei 2006. 26 Gymnasium-3 leerlingen van het Carolus Borromeus College en 75 HAVO-3 leerlingen van het Jan van Brabant College hebben gedurende 4 dagen vrijwilligerswerk gedaan bij zorginstellingen, peuterspeelzalen, wijkcentra, basis scholen en nog een aantal andere vrijwilligersorganisaties. In het nog lopende schooljaar 2006-2007 is het aantal leerlingen dat maatschap pelijke stage doet, ruim verdubbeld. Ook het Dr. Knippenbergcollege heeft maat schappelijke stage geïntegreerd in het lesprogramma, momenteel in de VMBO-3 klassen (102 leerlingen in totaal). Op het Jan van Brabant College zoeken 44 VWO-4 leerlingen een maatschappelijke stageplek en op het Carolus Borromeus College gaan 67 VWO-3 leerlingen een maatschappelijke stage doen. De vorm waarin maatschappelijke stage plaatsvindt, is veranderd. Er is alleen op het Carolus Borromeus College nog sprake van concentratie in één week (in 2007). Op de twee andere scholen is gekozen voor andere vormen. Leerlingen van het Jan van Brabant College hebben de opdracht gekregen om 40 vrijwilligerswerk te doen buiten schooltijd. Deze uren mogen verspreid worden over een heel schooljaar. Leerlingen van het Knippenbergcollege doen in groepjes van 4 à 5 leerlingen tegelijk vrijwilligersklussen van 1 à 2 dagen, zoveel mogelijk binnen schooltijd. In het najaar 2006 hebben zo’n 30 leerlingen van het Knippenbergcollege hun maatschappelijke stage vervuld. Een klein aantal leerlingen van het Jan van Brabant College is in 2006 begonnen met her verrichten van vrijwilligerswerk in het kader van maatschappelijke stage. Het totaal aantal leerlingen dat in 2006 een maat schappelijke stage heeft gedaan, is 131. In 2006 heeft de projectgroep maatschappelijke stage gestalte gekregen. Deze projectgroep bestaat uit 3 medewerkers van respectievelijk Vrijwilligerscentrale Helmond, Stichting Welzijn Helmond en Stichting Welzijn Ouderen Helmond. De projectgroep geeft gezamenlijk vorm en uitvoering aan maatschappelijke stages in Helmond. De projectgroep wordt aangestuurd door de stuurgroep, bestaande uit de directies van de 3 samenwerkende organisaties. In 2006 is gestart met het schrijven van een projectplan maatschappelijke stages.
95
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Stichting Welzijn Helmond Jongeren krijgen vleugels Maatschappelijke stages leveren een belangrijke bijdrage aan het samenbrengen van uiteenlopende groepen. Jongeren van middelbare scholen gaan een periode mee werken of helpen in het sociaal cultureel werk, met als doel kennis te maken met bij voorbeeld ouderen en te begrijpen wat hen bezighoudt. Andersom werkt het natuur lijk ook; ouderen gaan mee met de leefwereld van jongeren en krijgen er een kijkje in. Samenwerking met de SWOH en de Vrijwilligerscentrale legt een belangrijke basis onder de maatschappelijke stages. Met die organisaties kijkt SWH waar plekken gecreëerd kunnen worden voor jongeren en hoe het georganiseerd moet worden. Jongeren worden bij SWH op tal van plaatsen ingezet, het kinderwerk, jongeren werk maar ook in beheertaken. Zo waren er leerlingen assistent bij een voetbal toernooi in de wijk. De jongeren komen aanvankelijk aarzelend binnen, maar die schroom valt snel van ze af. Zo hebben er ook enkelen echt goed meegedraaid bij het werk. Ze zijn met de buurtconciërge mee geweest, ze assisteerden bij oudere mensen die ook heel dankbaar waren voor de ondersteuning. Of ze hielpen mee met het verzorgen van een lunch. Jongeren krijgen vleugeltjes als je ze leuke dingen laat doen. Belangrijk is ook dat je ze complimenten geeft en overal bij betrekt. Peuterwerk is niet het eerste waar je aan denkt bij maatschappelijke stages en toch is daar belangstelling voor. Ook van jongens. Jongeren zien met de maatschappelijke stages dat vrijwilligerswerk meer is dan achter een rolstoel lopen. Je kunt bijvoor beeld ook teamleider worden van een voetbalelftal. Belangrijk is dat ze ervaren dat ze iets voor een ander kunnen doen zonder dat ze er geld voor krijgen. Stichting Welzijn Ouderen Helmond Maatschappelijke stages Mede op initiatief van het Ministerie van VWS en een aantal landelijke organisaties, is er de afgelopen jaren een tiental pilotprojecten ten aanzien van maatschappelijke stages gestart. SWOH heeft in Helmond hiervoor het initiatief genomen. Maat schappelijke stages in het voortgezet onderwijs bieden jongeren een aansprekende vorm van buitenschools leren. Een brede kennismaking met de samenleving en een positieve bijdrage aan hun sociale ontwikkeling, besef van waarden en normen en maatschappelijke betrokkenheid. Ook heeft de SWOH zich in 2006 ingespannen om jongeren te interesseren voor het welzijnswerk en voor het ouderenwerk. Met twee scholen voor voortgezet onderwijs in Helmond is na het succesvolle verloop in 2004 en 2005 ook in 2006 intensief samengewerkt in het kader van het aanbod van maatschappelijke stages aan jongeren. De derde school voor voortgezet onderwijs heeft zich in 2006 aangesloten. Scholengemeenschap Jan van Brabant voert in 2006 voor het vierde achtereen volgende jaar de maatschappelijke stages uit. Het Carolus Borromeus College is in 2005 gestart en heeft in 2006 maatschappelijke stages uitgevoerd. In dit kader heeft SWOH deelgenomen aan de volgende activiteiten: • 12 overlegbijeenkomsten met de scholen • 1 studiebijeenkomst voor het maken van een werkplan • 2 afspraken op locatie en ruim 40 telefonische gesprekken voor het zoeken van stageplaatsen • 1 ouderavond • verzorgen van 4 gastlessen ter voorbereiding van de stageweek • medewerking tijdens de stageweek (SWOH heeft 9 stageplaatsen verzorgd) • 3 evaluatiegesprekken • 1 provinciale studiedag
96
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.3
Overzicht mogelijke activiteiten steunpunt
Het steunpunt kan op verschillende manieren ingezet worden bij de organisatie en coördinatie van maatschappelijke stages. De mogelijkheden zijn: Diensten voor scholen
o Theorieles: Vanuit het steunpunt wordt een les of een reeks lessen voorbereid over vrijwillige inzet en maatschappelijke stage. o Groepsbemiddeling: Leerlingen en stageklussen en -adressen koppelen op basis van groepen leerlingen. o Bemiddeling op maat: Leerlingen individueel helpen bij het vinden van een geschikte stageplaats en -klus. Hierbij wordt nog meer dan bij groepsbemiddeling gelet op de wensen en capaciteiten van de leerling. Diensten voor organisaties
o Voorbereiding en informatie over maatschappelijke stage: Een algemene voorlichtingsavond voor organisaties ter voorbereiding op de ontwikkeling van klussen en het ontvangen van jongeren in het kader van maatschappelijke stage. o Coaching in ontwikkeling van klussen en promotie daarvan: Organisaties adviseren in het creëren van geschikte en afgebakende klussen voor jongeren. Tevens helpen bij de wijze van promoten van de klus en aantrekken van jongeren. Voorbeeld
De concrete werkzaamheden en de rol van Contour in Tilburg zijn als volgt geformuleerd: • Verwerven van financiering voor het project. • Het introduceren van het project bij de scholen en de vrijwilligersorganisaties. • Werken aan draagvlak bij scholen, leerlingen en organisaties. • Het maken van concrete afspraken met de scholen en de vrijwilligersorganisaties. • Het zorgdragen voor de kwaliteit van de theorielessen op de scholen. Dit kan betekenen dat de lessen door de coordinator zelf of door een docent van de school gegeven worden. Het lesmateriaal wordt in beide varianten door de lokale coordinator aangeleverd. • Het zorgdragen voor een zo gevarieerd mogelijk aanbod van vrijwilligerswerk. • Het bemiddelen van de leerlingen naar het vrijwilligerswerk van hun keuze. • Het coördineren van het totale project. • Het behalen van de vastgestelde resultaten. • Vervaardigen van tussen- en eindevaluaties
97
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.4
Gespreksleidraad scholen
Doel van het gesprek
Het doel is drieledig: 1) Scholen informeren over de maatschappelijke stage en 2) scholen helpen bij het maken van keuzes en het afstemmen met andere partijen en 3) scholen overtuigen van het feit dat samenwerking met het steunpunt vrijwilligers werk handig, nuttig en ontlastend kan zijn. Onderwerpen voor gesprek
Er zijn een aantal onderwerpen die aan bod moeten komen tijdens het eerste gesprek. De onderwerpen zijn op deze volgorde neergezet, zoals ze het beste aan bod kunnen komen. Zo is het belangrijk om eerst in te gaan op de doelen en verwachtingen van de school met maatschappelijke stage, voordat er overgegaan wordt tot de invulling van de maatschappelijke stage. Deze is immers afhankelijk van de verwachtingen die school en steunpunt hebben. Neem deze gespreksleidraad voorafgaand aan het gesprek goed door, zodat je je kan voorbereiden op vragen van de school op deze punten. Maak bijvoorbeeld een indicatie van de mogelijke taken die het steunpunt op zich kan nemen en kosten van het steunpunt. De onderwerpen die tijdens behandeld moeten worden, zijn: Doel van maatschappelijke stage voor de school • Welk doel stelt de school bij de maatschappelijke stage? • Welk doel wil de school voor zichzelf bereiken? • Welk doel wil de school voor de leerlingen bereiken? Verwachtingen van maatschappelijke stage • Wat moet de maatschappelijke stage opleveren? Doelgroep leerlingen • Aan welke leeftijdsgroep denkt de school? • In welk jaar zitten de leerlingen? • Wat is het opleidingsniveau van de leerlingen? • Om hoeveel leerlingen gaat het? • Hebben deze leerlingen al eerder een stage gelopen (beroepsgerichte, snuffel, maatschappelijke?) Concrete ideeën en wensen invulling stage • Wanneer wil de school de leerlingen laten stagelopen? (tijdstip in jaar) • Hoeveel tijd mag de utivoering van de stages in beslag nemen? • Lopen de leerlingen binnen of buiten schooltijd stage? • Mogen de leerlingen zelf stageplaatsen zoeken?
98
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Aan welke competenties wordt gewerkt tijdens de stages? • Welke ideeën zijn er over de werkzaamheden tijdens de stages? Voorbereiding van leerlingen • Hoe wil de school de leerlingen voorbereiden? • Hoeveel tijd mag de voorbereiding van leerlingen kosten? • Hoeveel tijd heeft de docent voor voorbereiding gerekend? Begeleiding van leerlingen • Hoe worden de leerlingen begeleid tijdens de uitvoering van de stage? • Door wie wordt die begeleiding geboden? • Wie heeft de verantwoordelijkheid over de leerlingen tijdens het uitvoeren van de stages? • Wie is het aanspreekpunt voor organisaties en leerlingen tijdens uitvoering van de stages? Nazorg en beloning van leerlingen • Wat gebeurt er met de leerlingen nadat ze stage gelopen hebben? • Wordt er nog een terugkoppeling gemaakt? • Moeten leerlingen de stage nog ronden met een werkstuk, presentatie oid? • Hoe wil de school de leerlingen belonen? Met studiepunten, met een cijfer, met een certificaat? Verzekering • Heeft de school een verzekering voor de leerilngen die gaan stagelopen? Publiciteit • Wat moet er gebeuren aan publiciteit van de stages? • Wie verzorgt de publiciteit? Taakverdeling • Welke taken wil de school zelf uitvoeren? • Welke taken wil de school graag uitgevoerd hebben door het steunpunt? Financiën • Hoeveel geld heeft de school beschikbaar voor de diensten van het steunpunt? • Kostenoverzicht van het steunpunt!
99
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.5
Gespreksleidraad vrijwilligersorganisaties
Doel van het gesprek
Het doel van dit gesprek is om de betreffende vrijwilligersorganisatie te informeren en te helpen bij het maken van keuzes in betrokkenheid en invulling van de maat schappelijke stage. Onderwerpen voor gesprek
Er zijn een aantal onderwerpen die aan bod moeten komen tijdens het eerste gesprek. De onderwerpen zijn op deze volgorde neergezet, zoals ze het beste aan bod kunnen komen. Zo is het belangrijk om eerst in te gaan op de doelen en ver wachtingen van de organisatie met maatschappelijke stage, voordat er overgegaan wordt tot de invulling van de maatschappelijke stage. Deze is immers afhankelijk van de verwachtingen die organisatie en steunpunt hebben. Neem deze gespreksleidraad voorafgaand aan het gesprek goed door, zodat je je kan voorbereiden op vragen van de organisatie op deze punten. Maak bijvoorbeeld een indicatie van de mogelijke taken die het steunpunt op zich kan nemen en kosten van het steunpunt. De onderwerpen die tijdens behandeld moeten worden, zijn: Doel en verwachting van maatschappelijke stage voor de organisatie • Welk doel stelt de organisatie met de maatschappelijke stage? • Wat moet de maatschappelijke stage opleveren? • Heeft de organisatie ervaring met jongeren? • Is er draagvlak voor de komst van jongeren in de organisatie? Concrete werkzaamheden voor stages • Welke klussen zouden jongeren kunnen doen? • Wanneer zouden die klussen uitgevoerd moeten/kunnen worden? (tijdstip in jaar, tijdstip in week, tijdstip op dag) • Aan welke competenties wordt gewerkt met de uitvoering van deze stage? • Hoeveel ruimte is er voor jongeren om zelf klussen te bedenken? • Hoeveel tijd nemen de klussen in beslag? • Welke verdere voorwaarden stelt de organisatie aan de uitvoering van klussen? Doelgroep leerlingen • Hoeveel leerlingen kan de organisatie ontvangen? • Wat is de gewenste leeftijd van leerlingen voor de uitvoering van de klussen? Voorbereiding van leerlingen • Is specifieke voorbereiding van leerlingen op het werk en de orgnaistie nodig? • Wil de organisatie eventueel meewerken aan voorbereiding van leerlingen? • Is er informatiemateriaal voor leerlingen over de organisatie?
100
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Begeleiding van leerlingen • Zijn er vrijwilligers/betaalde krachten die de leerlingen kunnen ontvangen en begeleiden tijdens de stage? • Door wie wordt die begeleiding geboden? • Wie heeft de verantwoordelijkheid over de leerlingen tijdens het uitvoeren van de stages? • Wie is het aanspreekpunt voor de school tijdens uitvoering van de stages? Beloning van leerlingen • Wat gebeurt er met de leerlingen nadat ze stage gelopen hebben? • Hoe wil de organisatie de leerlingen bedanken of belonen? Verzekering • Heeft de organisatie een verzekering voor de leerlingen die gaan stagelopen? Publiciteit • Wat moet er gebeuren aan publiciteit van de stages? • Wie verzorgt de publiciteit? Taakverdeling • Welke taken wil de organisatie zelf uitvoeren? • Wat verwacht of wenst de organisatie van het steunpunt (aan ondersteuning en hulp)? Financiën • Heeft de organisatie geld beschikbaar voor de diensten van het steunpunt?
101
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.6
Checklist voor activiteiten
Checklist eenmalige projecten Bron Contour Tilburg
Organisatiegegevens
Contacpersoon Naam organisatie Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer E-mail adres Hoofddoel van de organisatie
Werkzaamheden
102
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Aanvullend Activiteit Exacte inhoud van de activiteiten en beschrijving van de werkzaamheden Op welke data zijn er relevante projecten aanwezig
Wat is er aanwezig om de activiteiten uit te voeren
Wie heeft deze dag de verantwoording m.b.t. de begeleiding vanuit de organisatie Wordt vooraf nog een aanvullende instructie gegeven
Telefoonnummer om tijdens activiteit de organisatie te bereiken Zijn er zaken die door de vrijwilligers zelf mee gebracht moeten worden Hoeveel tijd is er nodig voor de activiteit
Hoeveel personen zijn er nodig voor de activiteit
Is er speciale kleding aanwezig of anders; wat is het advies voor de kleding Is er voor een buitenactiviteit bij slecht weer een alternatief binnen Globale dagindeling
Algemeen Wat wordt van de vrijwilligers verwacht tijdens de activiteit. Wat zijn de gewenste vaardigheden. Hoe is de ontvangst / afsluiting geregeld tijdens de dag
Hoe is de verzorging geregeld tijdens de dag (koffie / lunch etc.) Waar en hoe laat worden de vrijwilligers verwacht Is er parkeergelegenheid Mogelijkheden O.V.
Routebeschrijving
Hoe zijn de verzekeringen geregeld
Is er (externe) publiciteit vanuit de organisatie inzake de activiteit? Zo ja, welke? Welke medewerking is er vanuit de organisatie om een “(naam school)-tintje” te geven aan de dag
103
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.7
Voorbeeldklussen maatscappelijke stage
Lijst met 101 klussen ter inspiratie
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36.
Ga wandelen met honden uit het dierenasiel Verzamel tweedehands schoenen en kleding in samenwerking met een goed doel Verzorg een maaltijd voor dak- en thuislozen of alleenstaande 65-plussers Organiseer sportactiviteiten voor kinderen in een achterstandsbuurt Help met de organisatie van een lokaal popconcert Assisteer bij kinderenactiviteiten in buurthuizen, bijvoorbeeld een knutselmiddag Speel zwarte piet in een verzorgingshuis Help ouderen tijdens het middageten in een verpleeghuis Bezoek met bejaarden een kerstmarkt in het tuincentrum Versier met de feestdagen een verzorgingshuis Leid gasten rond op je school op een open dag Help bij het koffie-uur in een bejaardenhuis Organiseer activiteiten voor jongeren in het asielzoekerscentrum Werk mee aan de organisatie en uitvoering van een muziekmiddag of kindertoneelvoorstelling Maak een website of nieuwsbrief voor het lokale buurthuis Ga uit wandelen met revalidatiepatiënten of bejaarden uit een zorginstelling Bezoek zieken in een ziekenhuis Organiseer een leuk themaschoolfeest of schoolmusical Assisteer op de dagopvang voor blinden en slechtzienden Regel een paardrijdag voor gehandicapte kinderen Organiseer een feestavond voor mensen met een verstandelijke handicap Geef een dansles of -voorstelling op een school voor zeer moeilijk lerende kinderen Steek je handen uit de mouwen op de kinderboerderij Arrangeer een muziekgroep voor een verpleeghuis of kinderafdeling van een ziekenhuis Organiseer een koffieochtend samen met een kindertekenwedstrijd in het asielzoekerscentrum Leer ouderen omgaan met mobiele telefoons en/of internet (mailen, surfen, chatten, SMS-en) Maak een verhoogd bloemenbed voor gehandicapten Geef training op je eigen sportclub Neem een groep aan huis gebonden mensen mee naar het theater Organiseer een balspeltoernooi voor mensen met een visuele handicap Ga voorlezen op een school voor zeer moeilijk lerende kinderen Help met de organisatie van een spelersmiddag voor kinderen van de voetbalclub Maak bewegwijzering in spraak of tast in dierentuinen (voor blinden) Regel een verwen- of doe-een-wensdag in een verzorgingshuis Maak een binnentuin van wilde bloemen in een binnenstadschool Knap het schoolplein of de speeltuin op
104
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82.
Maak schilderijen met kinderen en organiseer een tentoonstelling, bijv. in de bibliotheek Organiseer een 50-er jaren zing-mee-dag voor een bejaardenhuis Verzamel speelgoed voor de kinderopvang in het asielzoekerscentrum Organiseer een huiswerkclub voor leerlingen met een taalachterstand Houd een vehalen-vertel- theepartijtje in een verzorgingshuis Neem een groep gehandicapten mee naar een sportwedstrijd Bouw vogelhuisjes voor bewoners van een bejaardenhuis Verwijder lelijke graffiti en maak een graffitiplan met de gemeente Organiseer een rolstoelaanvalsplan voor moeilijk bereikbare gebouwen Repareer speelgoed van de kinderafdeling van het ziekenhuis of andere kleine klusjes Organiseer een modeshow in een bejaardenhuis Plan een fietstocht op tandems voor verstandelijk gehandicapten Regel een boodschappendienst voor alleenstaande bejaarden Maak voor de buurtkinderen een poppenkastvoorstelling Bezoek gedetineerden in een jeugdgevangenis Organiseer een brief-schrijf-ochtend in een verzorgingshuis Doe mee met de wilgenknot- en andere acties van milieubeheer Organiseer een excursie met kinderen naar de lokale natuur Organiseer een voorlichting over milieu/AIDS of iets dergelijks Verzamel computerapparatuur en dergelijke voor basisscholen etc. Maak een schoolkrant met leerlingen van een school voor zeer moeilijk lerenden Assisteer de lokale radio-omroep Help bij het opknappen van de sportkantine Maak het speelgoed van de spel-o-theek schoon Lees de krant voor aan bejaarden Leid een kinderkamp of ga mee als hulp Fris een afdeling in een instelling op met een expositie van leerlingen Help bij een computerproject voor mensen met een lichamelijke handicap Schrijf brieven voor een belangenorganisatie Wordt maatje van een jonge vluchteling Werf fondsen voor een goed doel, bijvoorbeeld door een autowasactie Spreek boeken in voor slechthorenden Help met honden trainen bij de dierenbescherming Geef voorlichting over milieuvriendelijk gedrag aan kinderen met een verstandelijke handicap Help met groenonderhoud bij de ecologische stadsboerderij Assisteer om het adressenbestand van de theaterwerkplaats bij te werken Maak een website voor een lokale (sport)club Begeleid voetbalwedstrijden bij de jeugdcompetitie Geef aerobicsles aan ouderen in een verzorgingshuis Lees boeken met kinderen met een taalachterstand Geef fietsles aan asielzoekers en vluchtelingen Werf eerst sponsors om fietsen aan te schaffen Geef les op een basisschool over je eigen taal en cultuur Organiseer een culturele wereldreis op een basisschool met alle nationaliteiten in je eigen klas Doe mee als vrijwilliger bij de Nederlandse filmdagen Wordt vakantiebegeleider bij een stichting of organisatie die aangepaste vakantie (vb. voor ouderen/zieken) organiseert
105
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
83. Bezoek ouderen thuis of in een verpleeghuis 84. Maak een muurschildering in het buurthuis, op het buurtspeelplein of het asielzoekerscentrum 85. Schrijf stukjes of fotografeer voor een wijkkrant 86. Help een organisatie campagnemateriaal ontwikkelen gericht op jongeren 87. Maak een buurtkrant samen met andere buurtbewoners 88. Organiseer een straatspeeldag 89. Help bij de avondvierdaagse 90. Assisteer bij de jaarlijkse open dag van de voetbalclub 91. Help het museum bij jou in de buurt met het verzinnen van leuke activiteiten voor jongeren 92. Help opa’s en oma’s met het nemen en bewerken van digitale foto’s van hun kleinkinderen 93. Help bij de kindervakantieweek 94. Organiseer een voorleesuurtje in de openbare bibliotheek 95. Bedenk een stadswandeling voor jongeren (of juist: voor ouderen door jongeren) 96. Sta achter de bar in een clubhuis 97. Organiseer samen een groot feest voor leeftijdsgenoten in het dorp 98. Leid kinderen rond in een museum 99. Ga schaken met een bejaarde cliënt van de vrijwillige thuishulp 100. Help wekelijks met het ontbijt bij een gezin met een gehandicapt kind 101. Maak samen met de bewoners van een huis voor verstandelijk gehandicapten een diner.
106
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.8
Draaiboek activiteiten steunpunt
Bron VWC Valkenswaard
Dit draaiboek geeft een indicatie van de tijd die nodig is voor het uitvoeren van een project maatschappelijke stage van begin tot eind. In Valkenswaard wordt dit draaiboek al enige tijd gebruikt en functioneert qua tijdspad goed. Activiteit
Wanneer
Draaiboek maken met de activiteiten voor mentoren en
Augustus
Met wie
stagecoördinator school Gastlessen voorbereiden voor leerlingen, PowerPoint presentatie
Augustus
maken Brochure maken met infomateriaal over het project
September
maatschappelijke stage Voorbereiding Vrijwilligersmarkt
September
Bespreking met school over inhoud draaiboek met mentoren en
September
stagecoördinator Voorlichting geven aan ouders tijdens de algemene ouderavond
September
Contacten onderhouden met stagecoördinator
Heel jaar door
Gastlessen geven over maatschappelijke stage
Tussen 14 sept./30 sept
Klassenoverzichten maken met de geplaatste leerlingen binnen de
30 sept/4okt.
vrijwilligersorganisatie, direct na de vrijwilligersmarkt Spreekuur houden op school voor de leerlingen, 1 keer per week,
Okt./nov.
1 uur Beoordelingsformulier aan leerlingen uitdelen voor invulling op
Oktober
stageplaats Tussentijds bijstellen leerlingenlijst en leerlingen mogelijk herplaatsen
Okt/nov.
Tussentijds overleg met de mentoren en stagecoördinator Leerlingen die klaar zijn een evaluatieformulier laten invullen op school Spreekuur houden voor leerlingen die later stage gaan lopen
Januari/maart
Bijstellen leerlingenlijst en herplaatsen leerlingen Beoordelingsformulieren verzamelen en inventariseren Evaluatieformulieren verzamelen en inventarisen
Juni
Eindgesprek houden met school over Mas
Juni
Eindrapport schrijven over opzet en inhoud Mas
Juli
107
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.9.a Kostprijsberekening activiteiten steunpunt
Producten Maatschappelijke Stages
• Theoriegedeelte in 1 of 2 lessen Bij een theoriegedeelte bestaande uit twee lesuren wordt er aandacht besteed aan het begrip vrijwilligerswerk, de diversiteit en de (persoonlijke) motieven om vrijwilligerswerk te verrichten. Daarnaast wordt er (veelal aan de hand van een advertentie) een beschrijving gemaakt van het vrijwilligerswerk dat men zelf wil gaan duren. Als er gekozen wordt voor slechts een lesuur theorie wordt er of heel kort ingegaan op de diverse aspecten, of door de betreffende docent wordt het ‘voorwerk’ verricht en de consulent gaat dan meer in op de diverse mogelijk heden in de praktijk. • Groepsbemiddeling Bij groepsbemiddeling kunnen de leerlingen voor het praktijkgedeelte kiezen uit enkele mogelijkheden. Het aantal keuzemogelijkheden zal bij 30 leerlingen gemiddeld liggen op ongeveer 4 à 5. • Bemiddeling op maat Bij bemiddeling op maat mag iedere leerling zijn of haar persoonlijke voor keuren opgeven. Vaak wordt er toch in kleine groepjes bemiddeld, maar dit hoeft niet. De wensen van de individuele leerling bepalen tenslotte de keuze. • Begeleiding tijdens de maatschappelijke stages Alle werkzaamheden rond de stage wordt door de consulent uitgevoerd. Alle afspraken en uiteraard ook de ‘controle’. Eventuele problemen worden zo veel mogelijk ter plekke opgelost. De consulent is van het begin tot het eind verantwoordelijk en aanspreekbaar en tijdens de werkzaamheden op z’n minst telefonisch bereikbaar. Voorwaarden
• Om een consulent fulltime aan het werk te hebben moet er 35.000 tot 40.000 euro per jaar betaald worden. • De scholen kiezen zelf voor ‘hun aanpak’, maar er moet een combinatie zijn van theorie en praktijk, waarbij deelname aan de praktijk verplicht moet zijn. • De keuze van de verschillende scholen zal bepalen wat er wordt gedaan en hoeveel geld er binnenkomt. Als richtlijn kan worden aangehouden dat we voor een fulltime medewerker op jaarbasis zo’n 400 leerlingen kunnen ‘bedienen’, waarbij we uitgaan van met name bemiddeling op maat.
108
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Prijzen
• Theoriegedeelte per lesuur: Voorbereiding Reistijd Les Nazorg Totaal Kosten
•G roepsbemiddeling pp: *
1 uur 1 uur 1 uur 1 uur 4 uur 240 euro 1 uur
Kosten
1 uur 60 euro
• Bemiddeling op maat pp: *
1,5 uur
Totaal
Totaal Kosten
1,5 uur 90 euro
* acquisitie, bemiddeling, begeleiding en administratie
109
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.9.b Voorbeeld kostprijsberekening
Bron SM2S Eindhoven
Servicewinkel Maatschappelijke Stage (SMS) voortgezet onderwijs (in opr.) Producten- & Prijzenkaart
• Lessenreeks Vrijwillige Inzet In de lessenreeks Vrijwillige Inzet, bestaande uit vier lesuren, wordt er aandacht besteed aan het begrip vrijwilligerswerk, de diversiteit en de (persoonlijke) motieven om vrijwilligerswerk te verrichten. De lessenreeks kan op maat gemaakt worden met aansluiting bij meerdere lesvakken (maatschappijleer, economie, nederlands, geschiedenis) • Gastles Eén lesuur theorie en praktijk waarin summier wordt ingegaan op de diverse aspecten van het vrijwilligerswerk in relatie tot de concrete en actuele mogelijk heden in Eindhoven. • Groepsbemiddeling Bij groepsbemiddeling kunnen de leerlingen voor het praktijkgedeelte als volledige lesgroep kiezen uit enkele mogelijkheden van stageprojecten. Deze projecten kunnen door de lesgroep worden aangedragen en/of worden geleverd door de consulent o.a. via een vrijwilligersmarkt. Kleinere groepen (3 tot max. 10 leerlingen) kunnen ook bemiddeld en begeleid worden. • (Individuele) Bemiddeling (op maat) Bij individuele bemiddeling op maat mag iedere leerling zijn of haar persoon lijke voorkeur(en) opgeven, event. m.b.v. de NOV Keuzetest Vrijwilligerswerk. De wensen en talenten van de individuele leerling bepalen tenslotte de keuze. Tevens kunnen leerlingen kiezen uit een aantal door de consulent voorgestelde stagemogelijkheden. Uiteraard kan een leerling ook een zelfgekozen project inbrengen waarmee hij/zij al contacten heeft. • Begeleiding & ondersteuning tijdens de maatschappelijke stages Alle werkzaamheden (afspraken en uiteraard ook de ‘controle’) rond de stage worden door de consulent uitgevoerd, van intake leerlingen en selectie tot evaluatie van de maatschappelijke stages. Eventuele problemen worden zoveel mogelijk ter plekke opgelost. De consulent is van het begin tot het eind verant woordelijk en aanspreekbaar en stemt tussentijds af met mentor of vakdocent dan wel stagecoördinator.
110
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Coaching & Advisering De consulent coacht en adviseert het onderwijsteam bij het proces van inhoude lijke verdieping en ontwikkelen van een visie t.a.v. maatschappelijke stage in relatie tot de doelen van de school. Tevens ondersteuning bij de aanpak van de maatschappelijke stage vanuit de eigen school en de opbouw van een eigen netwerk. Op aanvraag ook advisering t.a.v. sponsoring en fondswerving t.b.v. financiering activiteiten in het kader van de maatschappelijke stage. • All-in Totaal MaStaPakket Het All-in Totaal Pakket bevat op offerte basis de producten bemiddeling, begeleiding, lessenreeks en coaching & advisering. • Digi-MaStaNieuwsflitsen Tweemaandelijks zullen Eindhovense ontwikkelingen alsook in de provincie en landelijk via e-mail verzonden worden aan direct betrokkenen en overige geinteresseerden. • Voorjaars- en Najaars Netwerkmeetings In elke (stedelijke) netwerkmeeting zal tussen 16 u. en 20 u. een actueel thema centraal staan met een uitwerking in workshops waar tevens de eigen praktijk ervaringen getoetst kunnen worden. Een belangrijk deel van de bijeenkomst is ingeruimd om elkaar informeel te ontmoeten tijdens de soep en de broodjes. • Coördinatie van stagelocaties Het SMS beschikt over een ruim netwerk van verschillende uiteenlopende grotere en kleinere maatschappelijke organisaties, - instellingen en – initiatieven waar maatschappelijke stages kunnen worden uitgevoerd. Daarnaast zijn er contacten met initiatieven ter coördinatie van beroepsgerichte stages alsook met bedrijven en organisaties zoals het MKB • Voordrachten en inleidingen T.b.v. bijv. ouderavonden of teamvergaderingen kunnen inleidingen verzorgd worden over het vrijwilligerswerk in relatie tot (specifiek) maatschappelijke stages en (algemeen) actief burgerschap in de civiq society. De voordrachten worden altijd ondersteund met actuele en concrete praktijkvoorbeelden.
111
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Wat zijn de kosten? •G astles (enkelvoudig) 120 euro (2 u. t.b.v. voorbereiding en uitvoering)
•G astles (meerdere groepen - dezelfde locatie) 5 euro (per groep)
• Groepsbemiddeling en -begeleiding 45 euro (p.p.p/u)
• Individuele bemiddeling en begeleiding 60 euro (p.p.p/u)
• Lessenreeks 300 euro (6 u. voorb. en uitv., lesmat.)
• Coaching & Advisering 60 euro (p/u) •N etwerkmeeting
120 euro (deeln.kosten p.p. incl. consumpties, soep, broodjes, materialen en overige organisatiekosten)
• Idem 80 euro (voor elke meerdere deelnemer van dezelfde school)
• Digi-MaStaNieuwsflitsen
kostenloos
• MaStaMagazine
idem
• Intake & eerste advies
idem
NB Alle kosten zijn incl. BTW en excl. reis- en verblijfskosten
Werkwijze SMS: Na intake van de vraag volgt binnen een week een offerte voor de duur van de gevraagde werkzaamheden alsook het totaal van de kosten. Na acceptatie volgt uitvoering.
112
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.9.c Format begroting projectplan
Uitgave
Inkomsten Uren
Tarief per uur
Kosten
A) Personeelskosten
Opbrengsten A) Eigen bijdrage
• Projectleider
0
• Inzet vrijwilligers
• Projectmedewerker(s)
0
• Administratie
• Administratie
0
• Overhead
• Management
0
Totaal
• Vrijwilligers
0
• Externe deskundigen
0
Totaal
0
0
B) Financiering gemeente
C) Entreegelden seminar Units
Kosten per unit
Kosten
B) Overige kosten
D) Sponsoring publicatie
• Overhead • Reiskosten
E) Nog te financieren
• Materialen
• Uw organisatie
Kantoorbenodigdheden
• Fonds
• Publiciteit
• Ect.
Opmaak en redactie Druk Verspreiding • Seminars Zaalhuur Catering Aankleding • Verspreiding Opmaak en redactie Druk Verspreiding Totaal
0
C) Onvoorzien
Totaal Uitgaven
0
Totaal Inkomsten
0
113
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.10 Voorbeeld lespakket
Bron Contour Tilburg
In veel gevallen wordt het steunpunt gevraagd een of meerdere lessen te geven aan de leerlingen ter voorbereiding op de maatschappelijke stage. Een voorbeeld van een lesopzet met tijdschema is hieronder weergegeven. Contour Tilburg heeft dit programma ontwikkeld. Algemene informatie over het project ‘vrijwilligerswerk binnen de schoolsituatie’
Het centrale doel van het project ‘vrijwilligerswerk binnen de schoolsituatie’ is het stimuleren van vrijwilligerswerk onder jongeren. Het onderwijs biedt een goede mogelijkheid om deze jongeren te betrekken bij het vrijwilligerswerk. Contour heeft zich ten doel gesteld om binnen twee jaar 500 scholieren kennis te laten maken met het vrijwilligerswerk. Binnen het project krijgen de scholieren, na een theoretisch gedeelte, de keuze uit een groot aantal eenmalige en/of kortlopende vrijwilligersklussen. Deze klussen variëren van het werken in de zorgsector tot het begeleiden van grote sportevenementen. De ervaringen van een aantal leerlingen die deel hebben genomen aan een try-out, waren positief. Ze waren zonder uitzondering enthousiast. ´Op deze manier leer ik buiten ons gezin en mijn school om maatschappelijk betrokken te zijn en heb ik geleerd waar mijn verantwoordelijkheden liggen´, zei een leerling na afloop tegen mij. Deze leerling voegde er ook aan toe dat het voor hem een goede gelegenheid was om zijn beroepskeuze in de praktijk te toetsen. Lesdoelen
Het scheppen van een veilige, vertrouwde sfeer, waarin de leerlingen kunnen praten. Het verstrekken van informatie over de opzet en het onderwerp van deze les.Het richten van de aandacht op het onderwerp ‘vrijwilligerswerk’. Leerdoelen
1. De leerlingen weten wat vrijwilligerswerk is. 2. De leerlingen weten waarom vrijwilligerswerk belangrijk is. 3. De leerlingen weten dat er diversiteit en variatie is in het vrijwilligerswerk (zowel in de inhoud als in de tijdsinvestering). 4. De leerlingen krijgen inzicht in de motivatie van mensen om vrijwilligerswerk te doen. Werkvormen
• invullen van vragenlijst • onderwijsleergesprek • opdrachten.
114
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Materialen
• vragenlijst • flip-over en/of schoolbord • flip-overpapier, plakband, schoolkrijt • stickers in twee kleuren • het leerboek • de keuzetest • papier, pennen en stiften voor het maken van de advertentie.
Organisatie
1. Controleren of alle materialen aanwezig zijn. 2. Klaarzetten flip-over en/of schoolbord voor gebruik. 3. Klaarleggen leerboekjes en keuzetest. 4. Klaarleggen papier, pennen en stiften voor het maken van de advertentie.
Programma les 1
Duur les 1 1. Introductie 2. Beeldvorming en visie: invullen vragenlijst 3. Vrijwilligerswerk: onderwijsleergesprek 4. Opdracht uit leerboek 5. Uitleg keuzetest en afronden les 1
50 minuten 5 minuten 5 minuten 15 minuten 15 minuten 10 minuten
Programma les 2
Duur les 2 1. Korte terugblik op les 1 2. Bespreken keuzetest uit leerboek 3. Opdracht 16 uit leerboek 4. Toelichten van de bemiddeling en afronding theorie
50 minuten 5 minuten 10 minuten 25 minuten 10 minuten
Evaluatie
1. Welkom en uitwisseling van ervaringen 20 minuten 2. Invullen vragenlijst 5 minuten 3. Vergelijken van vragenlijst 1 en 2 15 minuten 4. Afronden project 10 minuten
Lesopzet per onderdeel 1. Introductie
Voor deze les moet een aantal zaken medegedeeld worden: • welkom • huishoudelijke mededelingen • informatie over het doel van deze les. 2. Beeldvorming en visie
Aan het begin van dit onderdeel krijgen de leerlingen een vragenlijst voorgelegd. De docent krijgt op deze manier inzicht in wat de leerlingen al weten over vrijwilligerswerk (zie vragenlijst hierna).
115
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Organisatie Alle leerlingen krijgen een vragenlijst. Zij vullen deze lijst meteen in. In een volgend lesonderdeel zal de docent de vragenlijsten behandelen. Aan het eind van de les worden de vragenlijsten ingenomen om te worden bewaard voor de evaluatieronde. Het is namelijk interessant om na afloop van het project op school een tweede vragenlijst voor te leggen. Uit de eventuele verschillen tussen de vragenlijsten moet blijken of leerlingen anders zijn gaan denken over vrijwilligerswerk. Aandachtspunten • Vertel de leerlingen nog niet te veel over vrijwilligerswerk. Ze moeten ‘blanco’ de vragenlijst invullen. • Vertel de leerlingen wel wat er met de vragenlijsten gedaan wordt. 3. Onderwijsleergesprek
Aan de hand van de verschillen in de antwoorden van de vragenlijsten brengt de docent een discussie op gang. Op deze manier krijgen de leerlingen een beter beeld van het vrijwilligerswerk. Organisatie Voor de uitvoering van dit onderdeel is een flip-over of een schoolbord nodig. Hierop kunnen dan de antwoorden genoteerd worden. De docent kan eventueel al enkele verschillen aangeven om de discussie op gang te brengen (bijvoorbeeld vraag 7 en 10). Inleiding/instructie De docent vraagt aan de leerlingen om (in kleur) aan te geven met welk antwoord ze het eens of oneens zijn. Aan de hand van deze uitslag kan er gesproken worden over het hoe en waarom van deze antwoorden. Aandachtspunten • Houd in de gaten dat er geen persoonlijke aanval tussen leerlingen ontstaat. • Stimuleer alle leerlingen om mee te doen. • Respecteer elkaars mening. 4. Opdracht uit leerboek
Bij deze activiteit krijgen de leerlingen een opdracht voorgelegd, die het belang van het vrijwilligerswerk kan verduidelijken. Afhankelijk van de opdracht zal er dieper ingegaan worden op een bepaald facet van het vrijwilligerswerk. Organisatie Voor de uitvoering van deze werkvorm zijn, afhankelijk van de opdracht, alle benodigde materialen vooraf in orde gemaakt en in de klas aanwezig. Inleiding/instructie Geef kort, maar duidelijk, uitleg over de opdracht. Deel de benodigde materialen uit en licht toe hoelang men de tijd heeft voor deze opdracht. Loop tijdens deze opdracht door de klas om indien nodig uitleg te geven.
116
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Aandachtspunten • Hou in de gaten dat iedereen mee doet. • Geef indien nodig tips bij het verwerken van de opdracht. • Vraag of er vrijwilligers zijn die de uitkomst van de opdracht willen presenteren. 5. Het belang van vrijwilligerswerk
Dit onderdeel kan ingezet worden als opdracht in les 1. Organisatie De associaties die bij de vorige onderdelen naar voren zijn gekomen, worden tijdens deze activiteit meegenomen. In dit onderdeel wordt aan de leerlingen duidelijk gemaakt wat het maatschappelijk belang is van vrijwilligerswerk en dat er een grote diversiteit is aan vrijwilligerswerk. Inleiding/instructie Naar aanleiding van de vragenlijsten en de uitgevoerde opdracht kunnen de volgende punten aan de orde komen: • kijk in je omgeving, herken je vrijwilligers of vrijwilligerswerk? • zo ja, wie en waar? • wie is zelf actief bezig op het gebied van vrijwilligerswerk? • wat gebeurt er als er geen vrijwilligers meer zijn? Aandachtspunten Betrek alle leerlingen in deze opdracht. 6. Uitleg keuzetest en afronden les 1
Aandachtspunten • Bedank de leerlingen voor hun actieve deelname. • Geef ze de opdracht mee om eens wat bewuster om zich heen te kijken waar vrijwilligerswerk zich afspeelt. • Sluit af met dat ze een keuze moeten gaan maken voor het vrijwilligerswerk dat zij tijdens het project willen gaan doen. Leg de keuzetest uit en geef deze als huiswerk mee. • Geef duidelijk aan hoe, waar en wanneer ze hun keuze kunnen toetsen (opdracht 8 leerboek). • Geef aan wanneer en waar de volgende les gegeven zal worden. • Licht in het kort de inhoud van de volgende les toe, zodat men zich kan voorbereiden. • Deel de keuzetest uit. 7. Opdracht ‘De keuzetest’
Aan de hand van een keuzetest gaan de leerlingen zich oriënteren op het vrijwilligers werk. Met deze test kunnen de leerlingen een keuze maken op basis van hun interesses, capaciteiten en wat ze belangrijk vinden als ze vrijwilligerswerk gaan doen. Organisatie Voor de uitvoering van dit onderdeel zijn de keuzetests nodig. De docent kan deze uitdelen en de bijbehorende uitleg geven.
117
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Inleiding/instructie De docent vraagt aan de leerlingen om de test eerst rustig en goed te lezen. Vervolgens nodigt de docent de leerlingen uit om de test thuis te maken. Ze kiezen twee gebieden uit waarvoor ze vrijwilligerswerk zouden willen doen. Tevens geven ze hun drie belangrijkste eigenschappen aan en hun drie belang rijkste kwaliteiten. Tenslotte benoemen ze de zaken die belangrijk voor ze zijn bij vrijwilligerswerk. Om deze opdracht goed te kunnen maken, is opdracht 8 uit het leerboek nodig. Aandachtspunten • Vraag of de leerlingen de test individueel willen maken. • Geef indien nodig extra uitleg. • Stimuleer de leerlingen om de test serieus te maken. 8. Opdracht ´De advertentie´
Aan de hand van de bevindingen uit de vorige opdracht gaan de leerlingen een advertentie ontwerpen. In deze advertentie bieden de leerlingen zich als vrijwilliger aan. De volgende zaken staan vermeld in de advertentie: - om wie het gaat - wat men te bieden heeft - hoeveel uren men beschikbaar is - voor wie of wat men zich wil inzetten - op welk gebied men vrijwilligerswerk wil doen - onder schooltijd - ’s avonds - in het weekend Organisatie Om dit onderdeel goed te laten verlopen, dient de docent vooraf alle benodigde materialen klaar te leggen. Het noteren van de verplichte onderdelen op het bord kan handig zijn voor de leerlingen. Inleiding/instructie De docent legt in het kort duidelijk uit wat de bedoeling bij deze opdracht is. De zaken die in de advertentie moeten komen, schrijft de docent op het bord. De docent geeft aan hoelang men over deze opdracht mag doen en wat er de bedoeling van is. Aandachtspunten • Stimuleer de leerlingen om er iets leuks van te maken. • Geef tips. • Respecteer de keuze van elkaar. 9. Evaluatie
Korte tijd na het verrichten van vrijwilligerswerk, komt de klas nog eenmaal bijeen voor een evaluatie. Het uitwisselen van ervaringen neemt een belangrijke plaats in. Tevens zullen de leerlingen de vragenlijst uit les 1 nogmaals invullen. Gezamenlijk worden dan de eventuele verschillen, bijgestelde meningen, besproken. Tenslotte worden de leerlingen bedankt en zal het project afgerond worden.
118
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Vragenlijst project ‘Vrijwilligerswerk binnen de schoolsituatie’
Bron Contour Tilburg en Vrijwilligerswerk binnen de schoolsituatie (s.v.p. deze lijst in blokletters invullen)
1. Ik heb wel eens gehoord van vrijwilligerswerk. ja nee 2. Bij vrijwilligerswerk denk ik aan?
3. Geef een voorbeeld van vrijwilligerswerk.
4. Vrijwilligerswerk wordt gedaan door: ouderen (pensioen/VUT) jongeren (VMBO/HAVO/VWO) studenten (MBO/HBO/WO) huisvrouwen gehandicapten werklozen werkende mensen kinderen allochtonen 5. Ken jij mensen die vrijwilligerswerk doen? ja nee 6. Doe jij vrijwilligerswerk? ja nee Zo ja, wat voor werk?
119
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
7. Vrijwilligerswerk is (meerder antwoorden zijn mogelijk): leuk interessant belangrijk stom saai anders 8. Vrijwilligerswerk is vrijblijvend (ben je gebonden aan afspraken en regels). ja nee 9. Vrijwilligerswerk doe je vooral voor jezelf. ja nee 10. Voor wie en/of wat zou jij vrijwilligerswerk willen doen? verstandelijk gehandicapten dieren ouderen kinderen natuur & milieu sport & recreatie anders Stellingen
1. Mensen zijn ‘gek’ als ze werk doen waarvoor ze niet betaald worden! eens oneens 2. Vrijwilligerswerk moet gedaan worden door mensen met een uitkering! eens oneens Naam Leeftijd Klas Opmerkingen
120
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Keuzetest Vrijwilligers
Bron Contour Tilburg en Vrijwilligerswerk binnen de schoolsituatie)
Om te weten welk soort vrijwilligerswerk bij jou past, moet je weten wat jouw interesses zijn en jouw capaciteiten en wat jij belangrijk vindt als jij vrijwilligers werk gaat doen. Interesse
Zoek twee gebieden uit waarvan je zegt ´Hiervoor zou ik wel vrijwilligerswerk willen doen’: • natuur, milieu en dieren dierenambulance, kinderboerderij, landschapsbeheer, tuinbeheer, zorg voor het milieu, milieueducatie • school en onderwijs basisschool, voortgezet onderwijs, volwasseneneducatie, educatie allochtonen en/of asielzoekers, oudereneducatie • kunst en cultuur musea, stadswandelingen, rondleidingen • sociaal-cultureel werk wijk- en buurtwerk, vluchtelingenhulp,spel-o-theek, ouderenhulp • sport, recreatie en hobby’s wedstrijden organiseren, reizen begeleiden, jeugdactiviteiten tijdens vakanties • zorgverlening verpleegtehuis, bejaardentehuis, ziekenhuis, geestelijke gezondheidszorg, thuiszorg, hulpverlening, ontspanning, opvang speciale groepen • politiek, mens en maatschappij kindertelefoon, politieke partijen, Unicef, ex-gedetineerden, wereldwinkels • kerk kerkkoor, helpen tijdens de dienst, onderhoud kerken, lekenhulp • belangenverenigingen Greenpeace, Amnesty, vredesbeweging, dierenbescherming Vul hieronder in welk gebied jouw interesse wekt en waarom: 1.
2.
121
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Wat zijn jouw capaciteiten
Om te weten wat voor werk je binnen zo’n gebied zou willen doen, is het goed om wat meer te weten.van jezelf en over wat voor jou belangrijk is in het vrijwilligerswerk. Wat zijn jouw belangrijkste persoonlijke eigen-schappen?
Hieronder staat een lijstje met uitspraken die betrekking hebben op jouw persoonlijke eigenschappen. Zet een kruisje in de kolom onder: • A als het beslist wel van toepassing is • B als het een beetje van toepassing is • C als het voor jou niet van toepassing is. Eigenschapen
A
B
C
Ik ben 1 leergierig 2 leergierig 3 leergierig 4 leergierig 5 leergierig 6 leergierig
Ik heb 7 technisch inzicht 8 mensenkennis 9 natuurlijk overwicht 10 gevoel voor humor 11 een positieve instelling
Maak een keuze uit de persoonlijke eigenschappen die je met een A hebt beantwoord. Jouw drie belangrijkste eigenschappen zijn nummer: nummer: nummer:
Wat zijn jouw belangrijkste persoonlijke kwaliteiten?
Doe hetzelfde als bij de vorige vraag, maar nu voor jouw persoonlijke kwaliteiten. Dus hieronder staat een lijstje met uitspraken die betrekking hebben op jouw persoonlijke kwaliteiten. Zet een kruisje in de kolom onder: • A als het beslist wel van toepassing is • B als het een beetje van toepassing is • C als het voor jou niet van toepassing is.
122
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Kwaliteiten
A
B
C
Ik kan 13 voor mijn mening uitkomen 14 vooruit denken 15 sturen 16 opdrachten uitvoeren 17 anderen begeleiden 18 met dieren werken 19 analyseren 20 improviseren 21 planmatig werken 22 initiatief nemen 23 luisteren 24 leidinggeven 25 samenwerken 26 met mensen omgaan
Maak een keuze uit de persoonlijke kwaliteiten die je met een A hebt beantwoord. Jouw drie belangrijkste kwaliteiten zijn nummer: nummer: nummer: Wat vind jij belangrijk?
Als je vrijwilligerswerk gaat doen, wil je er ook iets voor terug krijgen. Zet een kruisje voor de nummers van de drie belangrijkste dingen die jij ervoor wilt terugkrijgen. Het is voor mij belangrijk dat ik:
27. zelfstandig zaken kan regelen 28. mensen kan informeren 29. iets praktisch kan doen 30. met mijn handen kan werken 31. buiten kan zijn 32. met dieren kan werken 33. duidelijke opdrachten krijg 34. initiatieven kan nemen 35. kan besturen 36. invloed kan hebben 37. verantwoordelijkheid kan dragen 38. mezelf kan ontwikkelen 39. gebruik kan maken van mijn kennis, ervaringen 40. gebruik kan maken van mijn vaardigheden en/of hobby’s
123
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Alles op een rijtje
Met deze lijst kun je nu of in de toekomst stappen ondernemen naar het vrijwilligerswerk van je keuze (inleveren aan het begin van les 2). Jouw antwoorden uit de keuzetest op een rijtje
De twee gebieden waarvoor jij vrijwilligerswerk zou willen doen, zijn: 1. 2. Jouw drie belangrijkste eigenschappen zijn: nummer: nummer: nummer: Jouw drie belangrijkste kwaliteiten zijn: nummer: nummer: nummer: Jij vindt de volgende dingen belangrijk bij vrijwilligerswerk: nummer: nummer: nummer: Ben je een denker, een doener of beide?
Omcirkel in het onderstaande schema alle door jou gekozen nummers uit de verzamelde antwoorden. Categorieën interesses, capaciteiten en wat jij belangrijk vindt:
Categorie 1: 2 4 5 7 10 12 16 17 18 20 21 25 26 28 29 30 31 32 33 40 Categorie 2: 1 3 6 8 9 11 13 14 15 19 22 23 24 27 34 35 36 37 38 39 Heb je meer dan zes nummers omcirkeld in categorie 1? Dan ben je waarschijnlijk graag praktisch en uitvoerend bezig. Je bent niet bang voor een beetje zweet, maar vindt het juist lekker om je handen uit de mouwen te steken of erop uit te trekken. Aanpakken is jouw motto. Je wordt ook wel een doener genoemd. Heb je meer dan zes nummers omcirkeld in categorie 2? Dan houd jij je het liefst met bestuurlijke zaken bezig en geef je graag leiding. Je vindt het leuk om uit te dokteren hoe je zo efficiënt mogelijk dingen voor elkaar kunt krijgen. Je kunt goed organiseren en taken verdelen. Je wordt ook wel een denker genoemd. Heb je in beide categorieën nagenoeg evenveel nummers omcirkeld? Dan ben je niet een uitgesproken denker of doener. Je vindt het fijn om plannen of strategieën te bedenken, maar deinst er ook niet voor terug om je lichamelijk actief in te zetten.
124
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Je weet nu dat er meerdere gebieden zijn, waarvoor jij je als vrijwilliger kunt inzetten, welke gebieden jou aanspreken en waarom, welke capaciteiten je hebt, welke zaken in vrijwilligerswerk voor jou belangrijk zijn of je een doener, een denker of beide bent. En weet je? Eigenlijk kun je het zo gek niet bedenken of er is wel vrijwilligerswerk mogelijk. Iedereen kan dus vrijwilligerswerk vinden dat bij hem/haar past, ook jij! Waar kun jijzelf aan de slag?
Bekijk het schema in het leerboek (bladzijde 10). Kies de twee gebieden waarvoor jij je als vrijwilliger zou willen inzetten (het mogen er natuurlijk ook meer zijn). Ben je een doener? Kijk dan in de kolom onder `doeners’ bij de gebieden van jouw voorkeur. Ben je een denker? Kijk dan in de kolom onder `denkers’ bij de gebieden die jouw voorkeur hebben. Ben je zowel een denker als een doener? Kijk dan in de kolommen onder `doeners’ en `denkers’ bij de gebieden waarvoor jij vrijwilligerswerk zou willen doen. In het betreffende vak vind je een aantal mogelijke activiteiten waarin jij je zeker thuis zult voelen.
125
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.11.a Voorbeeld bemiddelingsformulier
Bron Contour Tilburg
Bemiddelingsformulier maatschappelijke stage
(afdeling)
(naam school)
Periode stage: Stageplaats bestemd voor: Klas: Gegevens vrijwilligersorganisatie Naam bedrijf/organisatie/instelling Contactpersoon Praktijkbegeleid(st)er Correspondentieadres Postcode/Plaats Telefoonnummer E-mailadres Stageadres Korte omschrijving o rganisatie
Werktijden Dag
Datum
Begintijd
Eindtijd
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
126
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Korte omschrijving van de werkzaamheden, plus benodigd aantal leerlingen:
Extra informatie die van belang is: (routebeschrijving; catering; kleding etc.)
Gegevens school:
Gegevens Contour:
(Naam school)
(Steunpunt Vrijwilligerswerk)
127
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.11.b Voorbeeld stageovereenkomst (school, II, org)
De organisatie vertegenwoordigd door en (de leerling) spreken het volgende af: Artikel 1
De leerling zal ten behoeve van de organisatie met ingang van: (datum ingang overeenkomst) voor bepaalde tijd activiteiten verrichten. De activiteiten zullen bestaan uit: • • • Artikel 2
De leerling verricht bovengenoemde activiteiten eenmalig gedurende de periode van: t/m (data noemen) Totaal te besteden uren is Artikel 3
De leerling krijgt de onkosten die hij/zij maakt vergoed door de organisatie (na overleggen van de originele nota’s). Artikel 4
In geval van verhindering (ziekte, vakantie) van de leerling zal hij/zij tijdig de organisatie op de hoogte brengen. Artikel 5
De leerling bepaalt in overleg met de staf van de organisatie de inhoud van de a ctiviteiten en eventuele afspraken over het eindresultaat. De leerling wordt geïnformeerd over het algemeen beleid (conform statuten/huishoudelijk reglement van de organisatie). Binnen het vastgestelde beleid kan de leerling eigen initiatief ontplooien. Artikel 6
Contactpersoon voor de leerling is werkzaam als bij de organisatie. Deze draagt zorg voor het inwerken en de begeleiding van de leerling. In overleg wordt de inhoud en frequentie van de begeleiding bepaald.
128
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Artikel 7
De leerling neemt zijn/haar verantwoordelijkheid voor de taken die hij/zij op zich heeft genomen. De organisatie (naam) heeft verantwoordelijkheid voor:
De school heeft verantwoordelijkheid voor:
(naam)
Artikel 8
In geval van geschillen tussen de leerling en staf zullen betrokkenen in eerste instantie in onderling overleg proberen de kwestie op te lossen. Leidt onderling overleg niet tot een bevredigende oplossing, dan wordt het geschil voorgelegd aan de school. Artikel 9
De organisatie heeft een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven afgesloten. Voor de leerling is een ongevallenverzekering afgesloten. (Naar gelang de activiteit wordt het verzekeringspakket uitgebreid). (facultatief) De leerling gaat akkoord met de plicht tot geheimhouding met betrekking tot priva cygevoelige informatie die hem/haar ter ore komt tijdens het uitoefenen van het zijn/haar functie. De organisatie heeft een geheimhoudingsplicht ten aanzien van de vertrouwelijke gegevens van de leerling.
Artikel 10
Namens de organisatie
De leerling
De school
(naam)
(naam)
(naam)
Handtekening
Handtekening
Handtekening
Datum
129
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.12 Evaluatieformulier voor scholen
Bron VWC Valkenswaard
1 Wat vindt u van de opzet van het
Ja
Nee
Opmerkingen
project maatschappelijke stage?
• Bent u vooraf voldoende geïnformeerd over het project door de schoolleiding of stagecoördinator? • Is het aantal lessen over maatschappe lijke stage voldoende geweest? • Heeft u gebruik gemaakt van de Mas krant over maatschappelijke stage? • Vond u het lesmateriaal over MAS zinvol? • Wist u voldoende over de instellingen die meededen aan Mas? • Hadden de leerlingen voldoende informatie om hun keuze voor een stageadres te maken? • Vond u het zinvol om de verschillende instellingen te bezoeken? • Heeft u reflectiegesprekken gevoerd met de leerlingen? • Geven deze gesprekken meer inzicht bij de leerlingen over het belang van deze stage? • Hebben de leerlingen hun doelen bereikt zoals zij dat verwoord hebben in hun logboek? • Vond u de informatieavond met ouders en leerlingen zinvol? 2 Bent u van mening dat het project een bijdrage levert aan:
• De sociale competentie van leerlingen? •D e participatie van leerlingen in de maatschappij? • Hun zicht op de (Nederlandse) samen leving?
130
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
3 Hoe hebben de leerlingen over het algemeen hun stage ervaren?
4 Wat heeft volgens u de meeste indruk gemaakt bij de leerlingen. Zowel positief als negatief.
5 Heeft u nog suggesties of aanbevelingen mbt Maatschappelijke stage?
Naam:
131
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.13 Evaluatieformulier voor leerlingen
Bron VWC Valkenswaard
We willen graag weten wat je van het project Maatschappelijke stage op school vindt. Wil je daarom aangeven of je het met de onderstaande stellingen eens of niet eens bent? Ik heb mijn maatschappelijke stage gedaan bij: Mijn naam is: Klas: 1. Ik vond de werkzaamheden die ik deed voor mijn maatschappelijke stage leuk om te doen. 2. Ik heb de doelen die ik me had gesteld goed kunnen bereiken.
Mee eens Niet mee eens Ik weet het niet Mee eens Niet mee eens Ik weet het niet
3. Ik denk dat vrijwilligers heel belangrijk zijn voor de instelling waar ik geweest ben.
Mee eens Niet mee eens Ik weet het niet
4. Ik heb gemerkt dat de organisatie mijn hulp nodig had.
Mee eens Niet mee eens Ik weet het niet
5. Ik ben in een heel andere omgeving geweest, dan ik gewend ben.
Mee eens Niet mee eens Ik weet het niet
6. Ik ben nu anders gaan denken over zorg- en wel zijnsinstellingen en/of vrijwilligersorganisaties.
Mee eens Niet mee eens Ik weet het niet
7. Ik ben van plan om vaker vrijwilligerswerk te gaan doen.
Mee eens Niet mee eens Ik weet het niet
132
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Wat vond je van het project op school?
1. Ik vond de lessen over maatschappelijke stage nuttig. 2. De lessen hebben mij voldoende voorbereid op het werken bij de organisatie.
Mee eens Niet mee eens Ik weet het niet Mee eens Niet mee eens Ik weet het niet
3. Ik heb genoeg begeleiding gehad door de mensen van de organisatie.
Mee eens Niet mee eens Ik weet het niet
4. Ik vond het leuk om aan dit project maatschappelijke stage deel te nemen.
Mee eens Niet mee eens Ik weet het niet
5. Beschrijf in 5 woorden wat je vond van de activiteiten die je hebt uitgevoerd: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Als je verder nog iets wilt opmerken, dan kun dat hieronder doen.
133
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.14 Evaluatieformulier voor vrijwilligersorganisaties
Bron VWC Valkenswaard
Voorbeeld evaluatieformulier 1
Naam vrijwilligersorganisatie: Contactpersoon: 1. Wat was de reden dat u als organisatie mee wilde doen aan dit project?
2. Vond u dat u voldoende was voorbereid door het steunpunt op het werken met jongeren? Ja Nee, maar dat kan verbeteren door:
3. Hoe verliep de samenwerking met het Steunpunt Vrijwilligerswerk? Goed Voldoende Onvoldoende Toelichting:
4. Hoe vond u de organisatie van de vrijwilligersmarkt? Goed Voldoende Onvoldoende Toelichting:
134
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
5. Hoe verliep de samenwerking met de jongeren? Goed Voldoende Onvoldoende Toelichting:
6. Waren de aangeboden activiteiten van uw organisatie geschikt voor deze leerlingen? Goed Voldoende Onvoldoende Toelichting:
7. Wilt u in de toekomst bij het project betrokken blijven? Ja Nee Ik weet het nog niet Toelichting:
Als u verder nog opmerkingen heeft, kunt u die hieronder plaatsen.
135
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Voorbeeld evaluatieformulier 2
Bron Contour Tilburg
Organisatie: Contactpersoon: Adres: Postcode en plaats: Wij verzoeken u om bij alle vragen ook de toelichting in te vullen. 1 Communicatietraject
• Hoe heeft u de persoonlijke contacten met Contour ervaren? Zeer goed Goed Voldoende
Matig
Slecht
Toelichting:
• Hoe heeft u de schriftelijke informatie vanuit Contour ervaren? (Bijvoorbeeld de checklist, de projectaanbieding en de afsprakenlijst.) Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht Toelichting:
• Hoe heeft u de rol van Contour ervaren als tussenpersoon in het contact met de school? Zeer goed Goed Voldoende Matig Slecht Toelichting:
• Zijn er nog zaken die u in het voortraject heeft gemist of in de toekomst anders zou willen zien?
136
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
2. Uitvoering project
• Hoe kijkt u terug op de uitvoering van het project door de leerlingen? Zeer goed Goed Voldoende Matig
Slecht
Toelichting:
• Hoe heeft u de rol van Contour ervaren tijdens het project? Zeer goed Goed Voldoende
Matig
Slecht
• Hoe kijkt u aan tegen deelname aan een soortgelijk project in de toekomst? Zeer goed Goed Voldoende Matig
Slecht
Toelichting:
Toelichting:
• Wat zijn voor u de meest positieve ervaringen van deze dag(en)?
• Wat zijn voor u de verbeterpunten van deze dag(en)?
• Welke aandachtspunten heeft u voor Contour?
• Welke aandachtspunten heeft u voor de school?
137
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
3. Publicatie
• Op welke wijze heeft of gaat u aandacht besteden aan dit project?
(Graag ontvangen wij bij Contour kopieën van gepubliceerde artikelen) 4. Algemeen
• Zijn er nog overige zaken die u onder de aandacht wil brengen?
Hartelijk bedankt voor de medewerking
138
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.15.a Voorbeeld convenant (1)
Concept-Convenant Maatschappelijke Stages Definitie
Een maatschappelijke stage is een vorm van leren binnen of buiten de school, waarin jongeren kennis maken met het nemen van verantwoordelijkheid voor een gemeenschapsbelang. Kenmerkend voor een maatschappelijke stage is dat er een balans is tussen leren en iets doen voor de samenleving. Het levert dus zowel de leerling als de maatschappij iets op. Samenwerkingspartners
is de naam van het gezamenlijke project van Vrijwilligerscentrale , Steunpunt Vrijwilligerswerk en Servicepunt Vrijwil ligerswerk De drie steunpunten voeren het project in samenwerking met scholen in het voortgezet onderwijs uit. Doelgroep
Leerlingen uit het voortgezet onderwijs en maatschappelijke organisaties. Doel van de samenwerking
De samenwerking tussen de steunpunten en de school is een belangrijke voor waarde voor het doen slagen van het project, door samenwerking worden benodigde expertise en contacten bijeengebracht. Het project is enerzijds gericht op de jongeren die door dit project een breder beeld krijgen van het vrijwilligers werk en gestimuleerd worden tot het leveren van een maatschappelijke bijdrage wat ten goede komt aan hun besef van normen, waarden en sociale ontwikkeling. Anderzijds is het project gericht op maatschappelijke organisaties die door dit project leren om jongeren op een voor hen aantrekkelijke manier aan te spreken en gestimuleerd worden tot het vormgeven van aantrekkelijk vrijwilligerswerk voor jongeren. Doel is een positieve leerervaring bij zowel de leerlingen als de maatschappelijke organisaties te bewerkstelligen. Wijze van uitvoeren
De drie steunpunten vrijwilligerswerk: • werven voldoende vrijwilligersklussen voor de leerlingen; • zijn verantwoordelijk voor het maken van afspraken en onderhouden van contacten met de maatschappelijke organisaties; • adviseren en ondersteunen maatschappelijke organisaties ten aanzien van het werken met jongeren; • organiseren / verzorgen de introductieles over vrijwilligerswerk, optioneel; • verzorgen de presentatie van vrijwilligersklussen d.m.v. een vrijwilligers markt, optioneel;
139
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• onderhouden contacten met de media; • z etten op school een structurele databank op waar vrijwilligersorganisaties klussen kunnen • plaatsen en leerlingen interessant vrijwilligerswerk kunnen vinden, optioneel. De school: • bepaalt welke leerlingen mee doen aan het project; • is verantwoordelijk voor het informeren van de leerlingen en de ouders / verzorgers ten aanzien van het project; • zorgt voor inroostering van het project in het lesrooster; • stelt de benodigde ruimten beschikbaar (t.b.v. introductieles en evt. vrijwilligersmarkt); • vormt het eerste aanspreekpunt op de dag(en) van uitvoering van het vrijwilligerswerk door de leerlingen en verwijst binnenkomende vragen door naar de desbetreffende verantwoordelijke • personen van school of steunpunt; • is verantwoordelijk voor de leerlingen; • regelt de verzekeringstechnische aspecten rondom de stages; • verzorgt de evaluatie van het project met de leerlingen. Het project kan gestart worden indien de steunpunten vrijwilligers werk en de school gezamenlijk de genoemde doelstelling van het project kunnen onderschrijven en het project in samenwerking uit willen voeren. Leidraad tot het maken van afspraken vormt de hierboven beschreven verdeling in verantwoordelijkheid. Datum
Namens Steunpunten Vrijwilligerswerk
Namens de school
Handtekening
Handtekening
140
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
Aanvullend concept-convenant en financiële afspraken rondom ‘ ’ – College, afd. Specificatie voorwaarden vanuit Steunpunten Vrijwilligerswerk
De Steunpunten gaan een inspanningsverplichting aan om voor leerlingen een project rondom vrijwilligerswerk/maatschappelijke stage te verzorgen in de periode van tot Het project kan op verschillende manieren vormgegeven worden binnen uw onderwijsorganisatie. In onderstaand schema staat beschreven uit welke onderdelen het project bestaat. Een deel van de hiervoor benodigde werkzaamheden vallen binnen het reguliere met de gemeente afgesproken aan bod van de vrijwilligerscentrales. Voor aanvullende werkzaamheden worden de kosten doorberekend naar de school. De school heeft hiervoor een geldbedrag beschikbaar gekregen van het ministerie van OCW. Dit is geld is bedoeld voor de uitvoering van taken van scholen en het inschakelen van andere partijen, zoals de Steunpunten Vrijwilligerswerk. Bij onderstaande berekening is uitgegaan van deelname van 100 leerlingen, wanneer het leerlingaantal oploopt zullen de kosten stijgen. Aanbod project Introductielessen rondom vrijwilligerswerk op school,
uitgevoerd door de vrijwilligerscentrales Vrijwilligersmarkt op school,
vacaturemarkt waar leerlingen een keus kunnen maken uit de beschikbare klussen. Werving klussen project,
contacten en begeleiding vrijwilligersorganisaties, incl. administratie. Begeleiding uitvoering project door vrijwilligerscentrales,
medewerkers van de vrijwilligerscentrales bezoeken de leerlingen en deelnemende organisaties tijdens de uitvoering. Opzetten klussendatabank op school,
medewerkers van de vrijwilligerscentrales benaderen organisaties of zij klussen willen aanleveren voor deze databank. Totaalkosten project met alle onderdelen zoals hierboven beschreven:
312.305,-
Wij gaan uit van een eigen bijdrage van de steunpunten vrijwilligerswerk van 25% van het totaalbedrag:
33076,-
Bijdrage school:
39229,-
Met de subsidie vanuit het ministerie van OCW is een bedrag van 18.000 euro per school, per jaar aan te vragen. Daarmee zou onze inzet dus bekostigd kunnen worden. Wij adviseren u graag over de aanvraag van de genoemde subsidie.
141
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.15.b Voorbeeld convenant (2)
Convenant Maatschappelijke Stages
Door dit convenant te ondertekenen, verklaren genoemde participanten mee te werken aan het tot stand komen van maatschappelijke stages voor leerlingen van het College. Doel van de samenwerking
• Leerlingen van het College maken kennis met het lokale vrijwilligerswerk. Zij gaan binnen schooltijd (waarbij een uitbreiding na schooltijd hier niet hoeft te worden uitgesloten) buitenschools kennis maken met vrijwillige inzet (binnenschoolse inzet wordt niet uitgesloten, maar zal niet de hoofdzaak zijn). Zij gaan zich minimaal een dagdeel in dit schooljaar inzetten voor of met bestaande vrijwilligersorganisaties. • De leerlingen hebben kennis over en zijn bewust van het nut van vrijwilligers werk voor de maatschappij en de kansen en de lol voor de individuele leer ling. Dit wordt nagestreefd door o.a. de actieve inzet van de leerlingen in te bedden in voorbereidende les(sen) en een evaluerende opdracht. Participanten en rollen
• College wil graag maatschappelijke stages ontwikkelen omdat de vorm en inhoud van maatschappelijke stages bijdraagt aan het leerproces van de leerlingen en past bij de ontwikkelingen van deze tijd en de leidraad van de school; respect voor anderen en de maatschappij. • Vrijwilligerscentrale wil graag maatschappelijke stages ontwikkelen om jongeren en vrijwilligerswerk lokaal meer met elkaar in verband te brengen. • , de provinciale ondersteuningsorganisatie, ondersteunt de Vrijwilligerscentrale met kennis en een provinciale subsidie. • CPS, een landelijke onderwijsadviesbureau, ondersteunt het college met kennis en advies. Globale omschrijving activiteiten
In grote lijnen wordt voor half april 2006 het projectplan 2006/2007 vast gesteld. Hier staat o.a. in: aantallen leerlingen, periode en duur van de inzet van de leerlingen, inhoud van de maatschappelijke stage. Verdeling verantwoordelijkheden
college • Implementatie op school; bij leerlingen, leerkrachten en ouders draagvlak creëren
142
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
• Inhoudelijke voorbereiding van de leerlingen op vrijwillige inzet • Begeleiding van de leerlingen tijdens de stage • Evaluatie met en door de leerlingen na de maatschappelijke stage Vrijwilligerscentrale • Contacten met vrijwilligersorganisaties; het regelen van stageplaatsen • Het voorbereiden van vrijwilligersorganisaties op de komst van de leerlingen • Evaluatie met de vrijwilligersorganisaties Projectcoördinatie en PR rondom het project zijn gezamenlijke verantwoordelijk heden Looptijd samenwerking
In het schooljaar 2006/2007 wordt een start gemaakt met de invoering van maat schappelijke stages. Op langere termijn is het streven om de maatschappelijke stages op te nemen in het curriculum, waarbij wordt uitgegaan van een blijvende samenwerking tussen de partners. Evaluatie
Aan het eind van het schooljaar 2006/2007 wordt gezamenlijk teruggekeken op de resultaten, inhoud en proces om zo de maatschappelijke stages voor het schooljaar 2007/2008 te gaan vormgeven. Financiële afspraken
• college vraagt voor 1 mei landelijke subsidie aan bij het ministerie zodat personele inzet gewaarborgd is. Bij afwijzing van deze aanvraag zal worden gekeken hoe in een afgeslankte vorm toch een start gemaakt wordt met maatschappelijke stages. • Vrijwilligerscentrale ontvangt subsidie van provincie en kan daarmee, inclusief voorbereiding, 100 uur uitvoerend werk leveren. • In principe wordt deze samenwerking aangegaan voor meerdere jaren, waar bij voor de financiering van de benodigde personele inzet door beide partijen gezocht moet worden naar subsidie/externe financiering. Organisatie en adres:
College
Vertegenwoordigd door: Handtekening:
Organisatie en adres: Vrijwilligerscentrale
Vertegenwoordigd door: Handtekening:
Aldus opgemaakt en overeengekomen te
op:
143
Maatschappelijke stages in Brabant Handboek voor het ontwikkelen en uitbouwen van maatschappelijke stage door Brabantse steunpunten
8.16 Overzicht onderscheid stages
Snuffelstage
Beroepsstage
Maatschappelijke stage
Stageplaats
Leerling loopt stage bij een maatschappelijke organisatie of commercieel bedrijf.
Leerling loopt stage bij een commercieel bedrijf of bij een maatschappelijke organisatie, benoemd als erkend leerbedrijf.
Leerling loopt stage bij een maatschappelijke organisatie, bij een maatschappelijk project van bedrijf (dus niet gericht op winst, maar op nut voor de samenleving) of burgers (burgerinitiatief)
Doel
Leerling neemt een kijkje in de keuken van een sector of breder van ‘het werkend leven’.
Leerling maakt kennis met een toekomstig beroep en leert in de praktijk vaardigheden aan om het beroep later goed uit te kunnen oefenen.
Leerling maakt kennis met vrijwilligerswerk en leert iets doen voor een ander zonder er direct iets voor terug te krijgen (in geld).
Opbrengst/ Winst
Leerling leert een stukje samenleving en werksector kennen.
Stage heeft profijt voor de leerling en eventueel ook voor de stagebieder.
Stage moet zinvol zijn voor de leerling (die merkt dat zijn inzet ertoe doet) en voor de samenleving (die merkt dat er leuke dingen gebeuren). Er is een balans tussen waarde voor de leerling en waarde voor de samenleving (de ander of naaste). De stagebieder krijgt hulp bij maatschappelijke activiteiten en maakt kennis met jongeren. Maar de winst is niet direct voor de organisatie zelf.
Opdracht
Leerling kijkt mee en ondersteunt door een aantal kleine klusjes uit te voeren. Er zijn weinig eisen verbonden aan de stage.
Leerling voert een opdracht uit waarbij hij/zij verplicht een aantal competenties moet aanleren. De opdracht is aan een aantal (door de school bepaalde) eisen gebonden.
Leerling voert een opdracht uit die waarde heeft voor de samenleving. Er zijn geen inhoudelijke eisen verbonden aan de stage. Het is mooi meegenomen als leerlingen competenties ontwikkelen tijdens het uitvoeren van de opdracht.
Duur
De stageduur is kort en varieert van een dagdeel tot een aantal dagen.
De stage heeft een grote omvang. Minstens een aantal weken.
De stageduur varieert op dit moment van een dag tot zo’n 50 uur. Vanaf 2011 duurt de stage officieel minimaal 72 uur. Een school kan er voor kiezen de stage op te knippen in een aantal opdrachten.
Begeleiding
Vanwege de onbekendheid en jonge leeftijd van leerlingen is de begeleiding intensief.
Er worden eisen gesteld aan begeleiders. De begeleider heeft aantal maal contact met verantwoordelijke coördinator (school of stagemakelaar). Begeleiding is gericht op het helpen ontwikkelen van de leerling.
Begeleiding betekent: uitleg geven over de opdracht, wegwijs maken in de organisatie en bereidt zijn tot beantwoorden van vragen. Contact met school/stagemakelaar is minder intensief. Stagebegeleiding moet wel goed zijn, maar begeleider heeft geen diploma o.i.d. nodig om begeleiding te mogen bieden.
Leeftijd
De leerling zit in de lagere klassen van de middelbare school (VMBO en soms HAVO)
Leerling zit op de middelbare school (VMBO), praktijkgericht onderwijs, op MBO of HBO. Leerling is tussen de 14 en 20 jaar.
Leerling zit op de middelbare school (VMBO, HAVO, VWO en soms ook praktijkgericht onderwijs). Leerling is tussen 12 en 18 jaar, meestal tussen 15 en 17 jaar.
144